voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten
voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten
De Algemene Voorwaarden van Jelle® zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam d.d. 1 mei 2020, onder nummer 24155500.
Deze voorwaarden zijn gebaseerd op de Algemene Voorwaarden voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten en arbeidsbemiddeling van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU), gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam onder nr. DS 40538398. Jelle® is aangesloten bij de NBBU. Het grootste gedeelte van deze algemene voorwaarden komt dan ook woordelijk overeen met de NBBU-voorwaarden.
2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 4
Artikel 1. Definities 4
Artikel 2. Toepasseliįkheid van deze voorwaarden 5
Artikel 3. Totstandkoming van de inleenovereenkomst 6
Artikel 4. Wiįze van facturering 6
Artikel 5. Betalingsvoorwaarden 7
Artikel 6. Ontbinding 9
Artikel 7. Aansprakeliįkheid 10
Artikel 8. Overmacht 12
Artikel 9. Geheimhouding 13
Artikel 10. Toepasseliįk recht en bevoegde rechter 14
Artikel 11. Slotbepalingen 14
Hoofdstuk 2. Ter beschikking stellen van uitzendkrachten: algemeen 14
Artikel 12. Het ter beschikking stellen van uitzendkrachten 14
Artikel 13. Inhoud, duur en einde van de ter beschikkingstelling van de uitzendkracht(en) 15
Artikel 14. Informatieverplichting inlener 18
Artikel 15. De civiele ketenaansprakeliįkheid voor loon 19
Artikel 16. Aangaan (rechtstreekse) arbeidsverhouding door inlener met de uitzendkracht 19
Artikel 17. Zorgverplichting inlener en vriįwaring įegens de uitzendonderneming 20
Artikel 18. Identificatie en persoonsgegevens 21
Hoofdstuk 2A. Ter beschikking stellen van uitzendkrachten: uitzenden 22
Artikel 19. Toepasseliįkheid algemene bepalingen 22
Artikel 20. Selectie van uitzendkrachten 22
Artikel 21. Het inlenerstarief biį uitzenden 23
Hoofdstuk 2B. Ter beschikking stellen van uitzendkrachten: Payrolling 25
Artikel 22. Toepasseliįkheid algemene bepalingen 25
Artikel 23. Informatieverplichting inlener biį payrolling 25
Artikel 24. Het inlenerstarief biį payrolling 25
Hoofdstuk 3. Voorwaarden voor arbeidsbemiddeling 27
Artikel 25. Toepasseliįkheid algemene bepalingen 27
Artikel 26. Vergoeding en inhoud van de arbeidsbemiddelingsovereenkomst 27
Artikel 27. Aangaan arbeidsverhouding door opdrachtgever met de werkzoekende 28
3
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
1. Uitzendonderneming: de natuurlijke of rechtspersoon die uitzendkrachten aan een inlener ter beschikking stelt voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid.
2. Uitzendkracht: iedere natuurlijke persoon die door tussenkomst van een uitzendonderneming werkzaamheden verricht of gaat verrichten ten behoeve van een inlener;
3. Inlener: iedere natuurlijke of rechtspersoon die zich door tussenkomst van een uitzendonderneming voorziet van uitzendkrachten;
4. Inleenovereenkomst: de overeenkomst tussen een uitzendonderneming en een inlener waarin specifieke voorwaarden worden opgenomen waaronder een uitzendkracht ten behoeve van die inlener door tussenkomst van die uitzendonderneming werkzaamheden zal verrichten;
5. Inlenerstarief: het bedrag per uur dat de inlener aan de uitzendonderneming verschuldigd is voor de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht. Het omvat de kosten van de arbeid waaronder loonkosten, loonheffing en sociale premies, alsmede een marge voor de dienstverlening van de onderneming;
6. Uitzendovereenkomst: de arbeidsovereenkomst waarbij de uitzendkracht door de onderneming ter beschikking wordt gesteld aan de inlener om krachtens een door deze met de uitzendonderneming gesloten inleenovereenkomst arbeid te verrichten, ten behoeve en onder toezicht en leiding van die inlener.
7. Payrollovereenkomst: De payrollovereenkomst is de uitzendovereenkomst, waarbij de inleenovereenkomst tussen de uitzendonderneming en de inlener niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en waarbij de uitzendonderneming alleen met toestemming van de inlener bevoegd is de uitzendkracht aan een ander ter beschikking te stellen.
8. Arbeidsbemiddelingsonderneming: iedere natuurlijke of rechtspersoon die ten behoeve van een opdrachtgever, een werkzoekende, dan wel beiden, behulpzaam is bij het zoeken van
4
uitzendkrachten onderscheidenlijk arbeidsgelegenheid, waarbij de totstandkoming van een directe contractuele arbeidsverhouding tussen de opdrachtgever en de werkzoekende wordt beoogd.
9. Opdrachtgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die gebruik maakt van de diensten van een arbeidsbemiddelingsonderneming.
10. Arbeidsbemiddelingsovereenkomst: de overeenkomst tussen een arbeidsbemiddelings- onderneming en een opdrachtgever en/of een werkzoekende tot het verrichten van de onder lid 8 genoemde diensten.
11. NBBU-cao: de NBBU cao voor Uitzendkrachten die geldt voor uitzendondernemingen die als lid zijn aangesloten bij de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU).
12. Waar in deze algemene voorwaarden gesproken wordt over uitzendkrachten, wordt bedoeld: mannelijke en vrouwelijke uitzendkrachten en waar gesproken wordt over hem en/ of hij, wordt bedoeld: hem/haar of hij/zij.
Artikel 2. Toepasselijkheid van deze voorwaarden
1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding van de uitzendonderneming aan, en op iedere inleenovereenkomst tussen, de uitzendonderneming en de inlener waarop de uitzendonderneming deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, alsmede op de daaruit voortvloeiende leveringen en diensten van welke aard dan ook tussen de uitzendonderneming en de inlener, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen nadrukkelijk schriftelijk is afgeweken.
2. De inlener met wie eenmaal op deze voorwaarden is gecontracteerd, wordt geacht stilzwijgend met de toepasselijkheid daarvan op een later met de uitzendonderneming gesloten inleenovereenkomst in te stemmen.
3. Alle aanbiedingen, ongeacht de wijze waarop deze zijn gedaan, zijn vrijblijvend.
4. De uitzendonderneming is niet gebonden aan algemene voorwaarden van de inlener voor zover die afwijken van deze voorwaarden.
5
5. Deze algemene voorwaarden kunnen op enig moment worden gewijzigd dan wel worden aangevuld. De gewijzigde algemene voorwaarden gelden vervolgens ook ten aanzien van reeds gesloten inleenovereenkomsten, met inachtneming van een termijn van een maand na schriftelijke bekendmaking van de wijziging.
Artikel 3. Totstandkoming van de inleenovereenkomst
1. De inleenovereenkomst komt tot stand door schriftelijke aanvaarding van de inlener of doordat de uitzendonderneming feitelijk uitzendkrachten ter beschikking stelt aan de inlener.
2. De specifieke voorwaarden waaronder de uitzendkracht door de uitzendonderneming ter beschikking wordt gesteld aan de inlener zijn opgenomen in de inleenovereenkomst.
3. Een wijziging of aanvulling van de inleenovereenkomst wordt pas van kracht nadat deze door de uitzendonderneming schriftelijk is bevestigd.
Artikel 4. Wijze van facturering
1. De facturen van de uitzendonderneming zijn, tenzij anders afgesproken, gebaseerd op de ingevulde en door de inlener voor akkoord bevonden tijdverantwoording, het inlenerstarief en eventueel bijkomende toeslagen en (on)kosten.
2. De inlener is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige invulling en accordering van de tijdverantwoording. De accordering vindt plaats via (digitale) ondertekening van de tijdverantwoording, tenzij anders overeengekomen. De inlener is aansprakelijk voor de schade die de uitzendonderneming lijdt, indien de inlener niet op deugdelijke wijze uitvoering geeft aan de verplichtingen in onderhavig lid, waaronder doch niet uitsluitend wordt begrepen de bestuurlijke boete op grond van artikel 18b lid 2 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De inlener zal de uitzendonderneming in dit kader volledig schadeloosstellen.
6
3. Bij verschil tussen de bij de uitzendonderneming ingeleverde tijdverantwoording en de door de inlener behouden gegevens daarvan, geldt de bij de uitzendonderneming ingeleverde tijdverantwoording als juist, tenzij de inlener het tegendeel aantoont.
4. Als de uitzendkracht de gegevens van de tijdverantwoording betwist, kan de uitzendonderneming het aantal gewerkte uren en overige kosten factureren volgens de opgave van de uitzendkracht, tenzij de inlener aantoont dat de door de inlener gehanteerde tijdverantwoording correct is.
5. Als de inlener niet aan het gestelde in lid 2 van dit artikel voldoet, kan de uitzendonderneming besluiten om de inlener te factureren op basis van de bij haar bekende feiten en omstandigheden. De uitzendonderneming gaat hiertoe niet over zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met de inlener heeft plaatsgevonden.
6. De inlener draagt er zorg voor dat de facturen van de uitzendonderneming zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen 14 dagen na factuurdatum zijn betaald.
7. Indien de uitzendonderneming beschikt over een G-rekening kan de inlener de uitzendonderneming verzoeken om in overleg te treden over de mogelijkheid dat de inlener een percentage van het gefactureerde bedrag op de betreffende rekening stort, alsmede over de hoogte van het percentage. Alleen bij bereikte overeenstemming kan van voornoemde mogelijkheid gebruik worden gemaakt.
8. Op eerste verzoek van de uitzendonderneming zal de inlener een schriftelijke machtiging verstrekken aan de uitzendonderneming om de bedragen van de facturen middels automatische incasso binnen de overeengekomen termijn af te schrijven van de bankrekening van de inlener. Hiervoor zullen partijen een SEPA-machtigingsformulier gebruiken.
Artikel 5. Betalingsvoorwaarden
1. Uitsluitend rechtstreekse betalingen aan de uitzendonderneming werken voor de inlener bevrijdend.
2. Rechtstreekse betaling, dan wel verstrekking van voorschotten door de inlener aan de uitzendkracht, is niet toegestaan, ongeacht de reden waarom of de wijze waarop zulks
7
geschiedt. Dergelijke betalingen en verstrekkingen regarderen de uitzendonderneming niet en leveren geen grond op voor enige schuldaflossing of verrekening.
3. Als de inlener een factuur betwist, zal dit binnen acht dagen na verzenddatum van de betreffende factuur schriftelijk door de inlener aan de uitzendonderneming kenbaar worden gemaakt, op straffe van verval van het recht op betwisting. Een betwisting van de factuur schort de betalingsverplichting van de inlener niet op.
4. Bij niet, niet tijdige of niet volledige betaling door de inlener van enig door hem verschuldigd bedrag, is de inlener met ingang van de vervaldatum van de betreffende factuur van rechtswege in verzuim. Vanaf dat moment is de inlener tevens een vertragingsrente gelijk aan de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over het factuurbedrag aan de uitzendonderneming verschuldigd.
5. Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, die de uitzendonderneming moet maken ten gevolge van het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door de inlener, zijn voor rekening van de inlener. De buitengerechtelijke incassokosten van de uitzendonderneming, te berekenen over het te incasseren bedrag, worden met een minimum van € 500,00 vastgesteld op ten minste 15% van de hoofdsom.
6. Indien de financiële positie en/of het betalingsgedrag van de inlener daartoe - naar de mening van de uitzendonderneming - aanleiding geeft, is de inlener verplicht op eerste schriftelijk verzoek van de uitzendonderneming:
a. een machtiging voor automatische incasso als bedoeld in artikel 4 lid 8 van deze voorwaarden te verstrekken; en/of
b. een voorschot te verstrekken; en/of
c. afdoende zekerheid te stellen voor de nakoming van de verplichtingen jegens de uitzendonderneming, door middel van bijvoorbeeld een bankgarantie of pandrecht.
De omvang van de gevraagde zekerheid en/of het gevraagde voorschot staat in verhouding tot de omvang van de betreffende verplichtingen van de inlener.
8
7. Ingeval de inlener geen gehoor geeft aan een verzoek van de uitzendonderneming als bedoeld in het vorige lid, dan wel indien een incasso mislukt, verkeert de inlener van rechtswege in verzuim zonder dat daartoe een ingebrekestelling voor nodig is. Indien de inlener in verzuim verkeert, dan is de uitzendonderneming gerechtigd de uitvoering van haar verplichtingen uit de inleenovereenkomst op te schorten dan wel de inleenovereenkomst onmiddellijk geheel of gedeeltelijk op te zeggen, zonder dat de uitzendonderneming een schadevergoeding verschuldigd is aan de inlener. Alle vorderingen van de uitzendonderneming worden als gevolg van de opzegging direct opeisbaar.
Artikel 6. Ontbinding
1. Als een partij in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit de inleenovereenkomst te voldoen, is de andere partij - naast hetgeen in de inleenovereenkomst is bepaald - gerechtigd de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven buitengerechtelijk geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De ontbinding zal pas plaatsvinden nadat de in gebreke verkerende partij schriftelijk in gebreke is gesteld en hem een redelijke termijn is geboden om de tekortkoming te zuiveren, en nakoming is uitgebleven.
2. Voorts is de ene partij gerechtigd, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling zal zijn vereist, buiten rechte de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk te ontbinden als:
a. de andere partij (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surseance van betaling wordt verleend;
b. de andere partij zijn eigen faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard;
c. de onderneming van de andere partij wordt geliquideerd;
d. de andere partij zijn huidige onderneming staakt;
e. buiten toedoen van de ene partij op een aanmerkelijk deel van het vermogen van de andere partij beslag wordt gelegd, dan wel indien de andere partij anderszins niet
9
langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de inleenovereenkomst na te kunnen komen.
3. Als de inlener op het moment van de ontbinding reeds prestaties ter uitvoering van de inleenovereenkomst had ontvangen, kan hij de inleenovereenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door of namens de uitzendonderneming nog niet is uitgevoerd.
4. Bedragen die de uitzendonderneming vóór de ontbinding aan de inlener heeft gefactureerd in verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de inleenovereenkomst heeft gepresteerd, blijven onverminderd door de inlener aan haar verschuldigd en worden op het moment van de ontbinding direct opeisbaar.
5. Als de inlener, na ter zake in gebreke te zijn gesteld, enige verplichting voortvloeiende uit de inleenovereenkomst niet, niet volledig of niet tijdig nakomt, is de uitzendonderneming gerechtigd haar verplichtingen jegens de inlener op te schorten zonder daardoor tot enige schadevergoeding jegens de inlener gehouden te zijn, dan wel zal de inlener de uitzendonderneming financiële zekerheid verschaffen door middel van een voorschot of (bank)garantie. De omvang van het voorschot of de (bank)garantie staat in verhouding tot de verplichtingen van de inlener volgens de inleenovereenkomst. Voorgaande geldt ook in de onder lid 2 van dit artikel bedoelde omstandigheden.
6. Als, naar het oordeel van de uitzendonderneming, er gerede twijfels bestaan omtrent de financiële positie van de inlener, zal de inlener de uitzendonderneming op diens verzoek de financiële zekerheid verschaffen als in lid 5 genoemd.
Artikel 7. Aansprakelijkheid
1. Behoudens bepalingen van dwingend recht, alsmede met inachtneming van de algemene normen van redelijkheid en billijkheid, is de uitzendonderneming niet gehouden tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, ontstaan aan de uitzendkracht, de inlener of aan zaken dan wel personen bij of van de inlener of een derde,
10
verband houdend met een inleenovereenkomst, waaronder mede te verstaan schade die is ontstaan als gevolg van:
a. de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht door de uitzendonderneming aan de inlener, ook wanneer mocht blijken dat die uitzendkracht niet blijkt te voldoen aan de door de inlener aan hem gestelde vereisten.
b. eenzijdige opzegging van de uitzend-, of payrollovereenkomst door de uitzendkracht.
c. toedoen of nalaten van de uitzendkracht, de inlener zelf of een derde, waaronder begrepen het aangaan van verbintenissen door de uitzendkracht.
d. het zonder schriftelijke toestemming van de uitzendonderneming doorlenen door de inlener van de uitzendkracht.
2. Eventuele aansprakelijkheid van de uitzendonderneming voor enige directe schade is in ieder geval, per gebeurtenis, beperkt tot:
a. het bedrag dat de verzekering van de uitzendonderneming uitkeert, dan wel;
b. indien de uitzendonderneming niet voor de betreffende schade is verzekerd of de verzekering niet (volledig) uitkeert, het door de uitzendonderneming gefactureerde bedrag. Is het bedrag dat in rekening is gebracht afhankelijk van een tijdsfactor, dan is de aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag dat door de uitzendonderneming in de maand voorafgaand aan de schademelding bij de inlener in rekening is gebracht. Bij gebreke van een voorafgaande maand, is beslissend wat de uitzendonderneming in de maand waarin het schadeveroorzakende feit heeft plaatsgevonden aan de inlener volgens de inleenovereenkomst in rekening zou brengen dan wel heeft gebracht.
3. Voor gevolgschade zoals gederfde winst en gemiste besparingen en voor indirecte schade, is de uitzendonderneming nimmer aansprakelijk.
4. De inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
5. In ieder geval dient de inlener de uitzendonderneming te vrijwaren tegen eventuele vorderingen van de uitzendkracht of derden, tot vergoeding van schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel geleden door die uitzendkracht of derden.
11
6. De in leden 1 en 2 van dit artikel opgenomen beperkingen van aansprakelijkheid komen te vervallen, als er sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de uitzendonderneming en/of diens leidinggevend personeel.
7. De uitzendonderneming heeft te allen tijde het recht, indien en voor zover mogelijk, eventuele schade van de inlener ongedaan te maken. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van de uitzendonderneming maatregelen te treffen die eventuele schade kan voorkomen dan wel beperken.
Artikel 8. Overmacht
1. In geval van overmacht van de uitzendonderneming zullen haar verplichtingen uit hoofde van de inleenovereenkomst worden opgeschort, zolang de overmacht toestand voortduurt. Onder overmacht wordt verstaan elke van de wil van de uitzendonderneming onafhankelijke omstandigheid, die de nakoming van de inleenovereenkomst blijvend of tijdelijk verhindert en welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico behoort te komen.
2. Zodra zich bij de uitzendonderneming een overmacht toestand voordoet als in lid 1 van dit artikel bedoeld, zal zij daarvan mededeling doen aan de inlener.
3. Voor zover daaronder niet reeds begrepen, wordt onder overmacht tevens verstaan: werkstaking, bedrijfsbezetting, blokkades, embargo, overheidsmaatregelen, oorlog, revolutie en/of enig daaraan gelijk te stellen toestand, stroomstoringen, storingen in elektronische communicatielijnen, brand, ontploffing en andere calamiteiten, waterschade, overstroming, aardbeving en andere natuurrampen, alsmede omvangrijke ziekte van epidemiologische aard van personeel.
4. Zolang de overmacht toestand voortduurt, zullen de verplichtingen van de uitzendonderneming zijn opgeschort. Deze opschorting zal echter niet gelden voor verplichtingen waarop de overmacht geen betrekking heeft en reeds voor het intreden van de overmacht toestand zijn ontstaan.
12
5. Als de overmacht toestand drie maanden heeft geduurd, of zodra vaststaat dat de overmacht toestand langer dan drie maanden zal duren, is ieder der partijen gerechtigd de inleenovereenkomst tussentijds te beëindigen zonder inachtneming van enige opzegtermijn. De inlener is ook na zodanige beëindiging van de inleenovereenkomst gehouden de door hem aan de uitzendonderneming verschuldigde vergoedingen, welke betrekking hebben op de periode vóór de overmacht toestand, aan de uitzendonderneming te betalen.
6. De uitzendonderneming is tijdens de overmacht toestand niet gehouden tot vergoeding van enigerlei schade van of bij de inlener, noch is zij daartoe gehouden na beëindiging van de inleenovereenkomst als in lid 5 van dit artikel bedoeld.
Artikel 9. Geheimhouding
1. De uitzendonderneming en de inlener zullen geen vertrouwelijke informatie van of over de andere partij, diens activiteiten en relaties, die hun ter kennis is gekomen ingevolge een aanbieding of inleenovereenkomst, verstrekken aan derden. Dit tenzij – en alsdan voor zover – verstrekking van die informatie nodig is om de inleenovereenkomst naar behoren te kunnen uitvoeren of op hen een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
2. Op verzoek van de inlener zal de uitzendonderneming de uitzendkracht verplichten tot geheimhouding omtrent al hetgeen hem bij het verrichten van de werkzaamheden bekend of gewaarwordt, tenzij op de uitzendkracht een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
3. Het staat de inlener vrij om de uitzendkracht rechtstreeks te verplichten tot geheimhouding. De inlener informeert de uitzendonderneming over zijn voornemen daartoe en verstrekt een afschrift van hetgeen daaromtrent is vastgelegd aan de uitzendonderneming.
4. De uitzendonderneming is niet aansprakelijk voor een boete, dwangsom of eventuele schade van de inlener als gevolg van schending van de geheimhoudingsplicht door de uitzendkracht.
13
Artikel 10. Toepasselijk recht en bevoegde rechter
1. Op deze algemene voorwaarden, opdrachten, inleenovereenkomsten en/of andere overeenkomsten is het Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen die voortvloeien of samenhangen met een rechtsverhouding tussen partijen, zullen in eerste aanleg uitsluitend worden berecht door de rechtbank binnen het arrondissement waarin de uitzendonderneming is gevestigd, tenzij de wet dwingend anders voorschrijft.
Artikel 11. Slotbepalingen
1. Als enige bepaling uit deze voorwaarden nietig is of wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze voorwaarden volledig van kracht blijven en zullen partijen in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige of vernietigde bepaling in acht zullen worden genomen.
2. De uitzendonderneming is gerechtigd om haar rechten en verplichtingen uit hoofde van een inleenovereenkomst over te dragen aan een derde. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is het de inlener niet toegestaan om zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de inleenovereenkomst over te dragen aan een derde.
Hoofdstuk 2. Ter beschikking stellen van uitzendkrachten: algemeen
Artikel 12. Het ter beschikking stellen van uitzendkrachten
1. De uitzendkracht werkt feitelijk onder toezicht en leiding van de inlener. De inlener neemt daarbij dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers. De uitzendonderneming heeft als formele werkgever geen zicht op de werkplek en de te verrichten werkzaamheden, op basis waarvan de inlener dient zorg te dragen voor een veilige werkomgeving.
14
2. De ter beschikking gestelde uitzendkracht is met de uitzendonderneming een uitzendovereenkomst ex artikel 7:690 BW of een payrollovereenkomst ex artikel 7:692 BW aangegaan. De inleenovereenkomst tussen uitzendonderneming en inlener is hiervoor bepalend: als de uitzendonderneming in het kader van de opdracht geen allocatieve functie heeft (geen werving en selectie doet) en er sprake is van een exclusieve ter beschikking stelling bij de inlener, dan is er sprake van een payrollovereenkomst. Als er geen sprake is van het voorgaande, dan is er sprake van een uitzendovereenkomst.
3. Indien de uitzendonderneming en de uitzendkracht een uitzendovereenkomst zijn aangegaan, is hoofdstuk 2A van deze algemene voorwaarden van toepassing op de rechtsverhouding tussen de uitzendonderneming en de inlener. Indien de uitzendonderneming en de uitzendkracht een payrollovereenkomst zijn aangegaan, is hoofdstuk 2B van deze algemene voorwaarden van toepassing op de rechtsverhouding tussen de uitzendonderneming en de inlener.
4. De inlener zal zonder schriftelijke toestemming van de uitzendonderneming, de door hem ingeleende uitzendkracht niet op zijn beurt weer doorlenen aan een derde om onder diens toezicht en leiding te werken of in het buitenland arbeid laten verrichten. Een overtreding van onderhavig lid leidt ertoe dat de uitzendonderneming gerechtigd is om de ter beschikking stelling van de uitzendkracht en/of de inleenovereenkomst per direct te beëindigen, alsmede alle hieruit voortvloeiende c.q. verband houdende schade aan de inlener in rekening te brengen. De inlener stelt de uitzendonderneming alsdan volledig schadeloos.
Artikel 13. Inhoud, duur en einde van de ter beschikkingstelling van de uitzendkracht(en)
1. De specifieke voorwaarden waaronder de uitzendkracht aan de inlener ter beschikking wordt gesteld, worden in de inleenovereenkomst opgenomen. De ter beschikking stelling van de uitzendkracht aan de inlener wordt voor bepaalde of voor onbepaalde tijd aangegaan.
2. De inlener informeert de uitzendonderneming omtrent de beoogde duur, (wekelijkse of minimaal maandelijkse) arbeidsomvang en tijdstippen van elke terbeschikkingstelling, op basis
15
waarvan de uitzendonderneming de aard en de duur van de uitzend-, of payrollovereenkomst met de uitzendkracht kan bepalen.
3. Als de inlener, nadat de uitzendkracht is verschenen op de werkplek, minder dan drie uren gebruik maakt van diens arbeidsaanbod, is de inlener verplicht tot betaling van het inlenerstarief over ten minste drie uren per oproep indien:
a. een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week is overeengekomen en de werktijden niet zijn vastgelegd; of
b. er sprake is van een oproepovereenkomst ex artikel 7:628a BW.
4. Indien een uitzendkracht reeds is opgeroepen doch op grond van een bijzondere omstandigheid aan de zijde van de inlener de arbeid niet kan verrichten of de werktijden worden aangepast, dan zal de inlener de uitzendonderneming hiervan in kennis stellen, ten minste vier dagen voorafgaand aan het moment dat de arbeid aanvang zou vinden. Indien de inlener dit nalaat en de uitzendkracht beschikt over een oproepovereenkomst ex artikel 7:628a BW, dan is de inlener het inlenerstarief verschuldigd over het aantal uren verband houdende met de oorspronkelijke oproep waaronder de werktijden.
5. Indien de uitzendkracht beschikt over een oproepovereenkomst ex artikel 7:628a BW, dan is de uitzendonderneming verplicht om de uitzendkracht na twaalf maanden een aanbod te doen voor een vaste arbeidsomvang inclusief loondoorbetalingsverplichting, waarbij de vaste arbeidsomvang minimaal gelijk is aan de gemiddelde arbeidsomvang in de voorafgaande periode van twaalf maanden. Indien het aanbod door de uitzendkracht wordt geaccepteerd, dan zal het inlenerstarief worden berekend over de vaste arbeidsomvang en niet over het feitelijk aantal gewerkte uren.
6. De inleenovereenkomst kan niet worden beëindigd zolang er uitzendkrachten aan de inlener ter beschikking worden gesteld.
7. De terbeschikkingstelling voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 13.1 kan niet tussentijds beëindigd worden. Indien de inlener dit toch wenst kan de terbeschikkingstelling uitsluitend tussentijds eindigen onder de voorwaarde dat de met de terbeschikkingstelling verband houdende betalingsverplichtingen voortduren tot het verstrijken van de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling. De uitzendonderneming is alsdan gerechtigd om het
16
inlenerstarief tot de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling aan de inlener in rekening te (blijven) brengen overeenkomstig het gebruikelijke c.q. het te verwachten arbeidspatroon van de uitzendkracht, tenzij de onderneming en de inlener hieromtrent schriftelijk andersluidende afspraken hebben gemaakt.
8. Uitzendonderneming en inlener maken in de inleenovereenkomst afspraken over de opzegtermijn van de terbeschikkingstelling voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 13.1. Hierbij wordt rekening gehouden met de voor de uitzendonderneming geldende loondoorbetalingsverplichtingen jegens de uitzendkracht. Is er geen opzegtermijn overeengekomen dan geldt de opzegtermijn als bedoeld in artikel 21.6 of 24.6 van de algemene voorwaarden.
9. Indien de inlener, buiten medeweten van de uitzendonderneming, een rol heeft gespeeld in het allocatieproces c.q. de werving en selectie van de uitzendkracht, uit hoofde waarvan de uitzendovereenkomst converteert in een payrollovereenkomst, dan zal het inlenerstarief met terugwerkende kracht opnieuw worden vastgesteld volgens artikel 24. De inlener is alsdan gehouden om het inlenerstarief te blijven betalen gedurende de duur van de payrollovereenkomst, zoals overeengekomen tussen uitzendonderneming en uitzendkracht. De inlener kan de uitzendkracht een arbeidsovereenkomst aanbieden, teneinde de doorlopende betalingsverplichting te laten eindigen. De uitzendonderneming zal zich bij een gewenst einde van de terbeschikkingstelling inspannen om de payrollovereenkomst te beëindigen, dan wel de uitzendkracht te herplaatsen, waarbij alle bijkomende kosten aan de inlener zullen worden doorberekend.
10. De uitzendonderneming kan in verband met de voor haar geldende aanzegverplichting jegens de uitzendkracht met een uitzend-, of payrollovereenkomst voor bepaalde tijd, de inlener minimaal vijf weken voor het einde van de uitzend-, of payrollovereenkomst verzoeken om aan te geven, of hij de terbeschikkingstelling wenst te continueren. De inlener is alsdan gehouden om binnen drie dagen aan te geven of hij de terbeschikkingstelling wenst te continueren. Het niet tijdig of niet correct informeren van de uitzendonderneming leidt ertoe dat de inlener de kosten verband houdende met de vergoeding aan de uitzendkracht ex artikel 7: 668 lid 3 BW integraal aan de uitzendonderneming dient te vergoeden.
17
11. Indien de reden van de beëindiging is gelegen in een geschil met de uitzendkracht, dan wel een conflictsituatie, dan dient de inlener de uitzendonderneming daar tijdig van op de hoogte te stellen. De uitzendonderneming zal alsdan onderzoeken of het geschil, dan wel de conflictsituatie kan worden opgelost.
12. Als er gedurende de terbeschikkingstelling een bedrijfssluiting of verplichte vrije dag plaatsvindt, informeert de inlener de uitzendonderneming hieromtrent bij het aangaan van de inleenovereenkomst, zodat de uitzendonderneming hiermee rekening kan houden bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden. Als de inlener dit nalaat is hij gedurende de bedrijfssluiting of verplichte vrije dag, aan de uitzendonderneming verschuldigd het aantal uren zoals overeengekomen in de inleenovereenkomst, vermenigvuldigd met het laatst geldende inlenerstarief.
Artikel 14. Informatieverplichting inlener
1. De inlener informeert de uitzendonderneming tijdig, juist en volledig inzake de arbeidsvoorwaarden als bedoeld in artikel 21 of 24 van de algemene voorwaarden ex artikel 12a Wet allocatie uitzendkrachten door intermediairs, zodat de uitzendonderneming het loon van de uitzendkracht kan vaststellen.
2. De uitzendonderneming is gerechtigd om het inlenerstarief met terugwerkende kracht te corrigeren en aan de inlener in rekening te brengen, indien blijkt dat (een van) de componenten als bedoeld in artikel 21 of 24 onvolledig of onjuist zijn vastgesteld.
3. Als de inlener voornemens is de uitzendkracht een auto ter beschikking te stellen, deelt de inlener dit onverwijld mede aan de uitzendonderneming. Uitsluitend in overleg met de uitzendonderneming komt de inlener met de uitzendkracht overeen dat de auto privé gereden mag worden, zodat de uitzendonderneming hiermee rekening kan houden in de loonheffing. Als de inlener dit nalaat is hij gehouden de daaruit voortvloeiende schade, kosten en (fiscale) gevolgen te vergoeden die de uitzendonderneming lijdt.
18
Artikel 15. De civiele ketenaansprakelijkheid voor loon
1. Naast de uitzendonderneming is de inlener hoofdelijk aansprakelijk jegens de uitzendkracht voor de voldoening van het aan de uitzendkracht verschuldigde loon, tenzij de inlener zich inzake de eventuele onderbetaling als niet-verwijtbaar kwalificeert.
2. De inlener dient ten behoeve van het aantonen van zijn niet-verwijtbaarheid in ieder geval de uitzendonderneming tijdig, juist en volledig te informeren inzake de arbeidsvoorwaarden als bedoeld in artikel 21 of 24 van de algemene voorwaarden.
3. De uitzendonderneming is jegens de inlener gehouden om de uitzendkracht te belonen conform de toepasselijke wet- en regelgeving.
Artikel 16. Aangaan (rechtstreekse) arbeidsverhouding door inlener met de uitzendkracht
1. Als de inlener met een hem door de uitzendonderneming ter beschikking gestelde of te stellen uitzendkracht rechtstreeks een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding wil aangaan, stelt hij de uitzendonderneming daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. Partijen treden vervolgens in overleg om de wens van de inlener te bespreken. Als uitgangspunt geldt dat de inlener aan de uitzendonderneming een redelijke vergoeding is verschuldigd, voor de door de uitzendonderneming verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, werving en/of opleiding van de uitzendkracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9a lid 2 Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs.
2. Onder andersoortige arbeidsverhouding als bedoeld in dit artikel wordt onder meer verstaan:
a. de overeenkomst van opdracht;
b. aanneming van werk;
c. het ter beschikking laten stellen van de uitzendkracht aan de inlener door een derde (bijvoorbeeld een andere onderneming) voor hetzelfde of ander werk.
19
3. De inlener gaat niet rechtstreeks een uitzendovereenkomst met de uitzendkracht aan, als de uitzendkracht de uitzendovereenkomst met de uitzendonderneming niet rechtsgeldig heeft beëindigd.
4. Het is de inlener verboden om uitzendkrachten ertoe te bewegen om een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding met een andere uitzendonderneming aan te gaan, met de bedoeling de uitzendkrachten middels deze andere uitzendonderneming in te lenen.
Artikel 17. Zorgverplichting inlener en vrijwaring jegens de uitzendonderneming
1. De inlener is ervan op de hoogte dat hij volgens artikel 7: 658 BW en de geldende Arbowetgeving de verplichting heeft om te zorgen voor een veilige werkplek van de uitzendkracht. De inlener verstrekt de uitzendkracht concrete aanwijzingen om te voorkomen dat de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Tevens verstrekt de inlener de uitzendkracht persoonlijke beschermingsmiddelen voor zover noodzakelijk. Indien de benodigdheden door de uitzendonderneming worden verzorgd, is de uitzendonderneming gerechtigd de kosten die daarmee samenhangen bij de inlener in rekening te brengen.
2. Voordat de terbeschikkingstelling een aanvang neemt, verstrekt de inlener aan de uitzendkracht en uitzendonderneming de noodzakelijke informatie over de verlangde beroepskwalificatie van de uitzendkracht, alsmede de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E), bevattende de specifieke kenmerken van de in te nemen arbeidsplaats. De uitzendkracht dient voldoende gelegenheid te krijgen om van de inhoud kennis te nemen, alvorens de werkzaamheden aanvang kunnen vinden.
3. De inlener is tegenover de uitzendkracht en uitzendonderneming aansprakelijk voor en dientengevolge gehouden tot vergoeding van de schade die de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is
20
van opzet of bewuste roekeloosheid van de uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.
4. Als de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden zodanig letsel heeft bekomen dat daarvan de dood het gevolg is, is de inlener overeenkomstig artikel 6:108 BW jegens de in dat artikel bedoelde personen en jegens de uitzendonderneming gehouden tot vergoeding van de schade aan de bedoelde personen, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7. Tevens dient de inlener de kosten verband houdende met de te betalen uitkering ex artikel 7:674 BW aan de uitzendonderneming te vergoeden.
5. De inlener vrijwaart de uitzendonderneming volledig tegen aanspraken, jegens de uitzendonderneming ingesteld wegens het niet nakomen door de inlener van de in dit artikel genoemde verplichtingen en zal de hiermee verband houdende kosten rechtsbijstand volledig aan de uitzendonderneming vergoeden. De inlener verleent de uitzendonderneming de bevoegdheid haar aanspraken bedoeld in onderhavig artikel aan de direct belanghebbende(n) te cederen.
6. De inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in dit artikel.
Artikel 18. Identificatie en persoonsgegevens
1. De inlener stelt bij aanvang van de terbeschikkingstelling van een uitzendkracht diens identiteit vast aan de hand van het originele identiteitsdocument. De inlener richt zijn administratie zodanig in dat de identiteit van de uitzendkracht kan worden aangetoond.
2. De uitzendonderneming en de inlener behandelen alle persoonsgegevens van uitzendkrachten die hen in het kader van de terbeschikkingstelling zijn verstrekt vertrouwelijk en verwerken deze in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en overige relevante privacywetgeving.
3. Afhankelijk van de verantwoordelijkheden en werkwijze maken partijen afspraken conform de AVG en aanverwante privacywetgeving inzake onder ander datalekken, rechten van
21
betrokkenen en bewaartermijnen. Wanneer er sprake is van een gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid maken uitzendonderneming en inlener nadere afspraken over onder andere de uitoefening van de rechten van betrokkenen en de informatieplicht. Deze afspraken worden vastgelegd in een onderlinge regeling.
4. De inlener is ervoor verantwoordelijk dat hij alleen persoonsgegevens aan de uitzendonderneming verstrekt of bij haar opvraagt, indien en voor zover de inlener op grond van de AVG gerechtigd is deze te verstrekken of op te vragen.
5. De inlener vrijwaart de uitzendonderneming tegen alle aanspraken van kandidaten, medewerkers, werknemers van de inlener of overige derden jegens de uitzendonderneming, in verband met een overtreding door de inlener van de AVG en overige privacywetgeving en vergoedt de daarmee samenhangende kosten die door de uitzendonderneming zijn gemaakt.
Hoofdstuk 2A. Ter beschikking stellen van uitzendkrachten: uitzenden
Artikel 19. Toepasselijkheid algemene bepalingen
De bepalingen van de hoofdstukken 1 en 2 van deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst in de zin van artikel 7:690 BW, als benoemd in artikel 12.
Artikel 20. Selectie van uitzendkrachten
1. De uitzendkracht wordt door de uitzendonderneming geselecteerd enerzijds aan de hand van zijn hoedanigheden en kundigheden en anderzijds aan de hand van de door de inlener aangedragen functievereisten.
2. Niet-functierelevante vereisten die bovendien (kunnen) leiden tot (in)directe discriminatie, onder meer verband houdende met ras, godsdienst, geslacht en/ of handicap, kunnen niet door de inlener worden gesteld. In ieder geval zullen deze eisen door de uitzendonderneming
22
niet worden gehonoreerd, tenzij ze worden gesteld in het kader van een doelgroepenbeleid dat wettelijk is toegestaan, om gelijke arbeidsparticipatie te bevorderen.
3. De inlener heeft het recht om, als een uitzendkracht niet voldoet aan de door de inlener gestelde functievereisten, dit binnen 4 uur na aanvang van de werkzaamheden aan de uitzendonderneming kenbaar te maken. In dat geval is de inlener gehouden de uitzendonderneming minimaal te betalen het aan de uitzendkracht verschuldigde loon, vermeerderd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing en uit de NBBU-cao voortvloeiende verplichtingen.
4. De uitzendonderneming kan de uitzendkracht aan meerdere inleners ter beschikking stellen.
5. Gedurende de looptijd van de inleenovereenkomst is de uitzendonderneming gerechtigd om een voorstel te doen tot vervanging van de uitzendkracht, bijvoorbeeld indien de uitzendkracht niet langer in staat is de arbeid te verrichten, dan wel in verband met een door te voeren reorganisatie of herplaatsingsverplichting. Het inlenerstarief zal dan opnieuw worden vastgesteld.
Artikel 21. Het inlenerstarief bij uitzenden
1. De inlener is voor de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht het inlenerstarief aan de uitzendonderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt.
2. Het inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de uitzendkracht verschuldigde loon volgens de NBBU-cao. Het loon en de vergoedingen van de uitzendkracht worden vooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan de beloning van de vergelijkbare werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlener (de zogenoemde inlenersbeloning).
3. De inlenersbeloning bestaat uit:
a. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal;
b. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting;
23
c. alle toeslagen voor werken in onregelmatigheid en/of onder (fysiek) belastende omstandigheden samenhangend met de aard van het werk. Te denken valt aan (niet limitatief): overwerk, werken op avond-, weekend- en feestdaguren, verschoven uren, ploegendienst, lage en/of hoge temperaturen, gevaarlijke stoffen, vuil werk);
d. initiële loonsverhoging (vanaf hetzelfde tijdstip als bij de inlener);
e. onbelaste kostenvergoedingen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk wegens de uitoefening van de functie;
f. periodieken;
g. vergoeding van reisuren of reistijd verbonden aan het werk.
h. eenmalige uitkeringen;
i. thuiswerkvergoedingen.
4. Indien de uitzendkracht niet-indeelbaar is in het functiegebouw bij de inlener wordt de beloning van de uitzendkracht vastgesteld aan de hand van gesprekken die door de uitzendonderneming worden gevoerd met de uitzendkracht en inlener. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de benodigde capaciteiten die de invulling van de functie met zich meebrengt, de verantwoordelijkheden, ervaring en het opleidingsniveau.
5. Tariefwijzigingen ten gevolge van een wijziging van de inlenersbeloning, cao-verplichtingen en wijzigingen in of ten gevolge van wet- en regelgeving zoals fiscale en sociale wet- en regelgeving, worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan de inlener doorberekend en zijn dienovereenkomstig door de inlener verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een inleenovereenkomst.
6. Indien er sprake is van een terbeschikkingstelling voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel
13.1 en partijen geen afspraak hebben gemaakt over de opzegtermijn, dan geldt een opzegtermijn van ten minste tien kalenderdagen, tenzij de uitzendkracht beschikt over een uitzendovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd, dan geldt een opzegtermijn van één maand respectievelijk drie maanden.
24
Hoofdstuk 2B. Ter beschikking stellen van uitzendkrachten: Payrolling
Artikel 22. Toepasselijkheid algemene bepalingen
De bepalingen van de hoofdstukken 1 en 2 van deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten met een payrollovereenkomst in de zin van artikel 7:692 BW, als benoemd in artikel 12.
Artikel 23. Informatieverplichting inlener bij payrolling
Indien er sprake is van opvolgend werkgeverschap informeert de inlener de uitzendonderneming juist en volledig over het arbeidsverleden van de uitzendkracht bij de inlener. Indien de inlener dit nalaat worden de daaruit voortvloeiende onvoorziene kosten en eventuele schade aan de inlener doorberekend.
Artikel 24. Het inlenerstarief bij payrolling
1. De inlener is voor de ter beschikking stelling van de uitzendkracht het inlenerstarief aan de uitzendonderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt. Het inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de uitzendkracht verschuldigde loon.
2. Volgens artikel 8a Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs heeft de uitzendkracht recht op tenminste dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden voor werknemers in dienst van de inlener, werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies. In afwijking hiervan kan een adequate pensioenregeling van toepassing zijn.
3. Vóór aanvang van de ter beschikking stelling informeert de inlener de uitzendonderneming schriftelijk over de cao of beloningsregeling die in zijn bedrijf geldt, de rechtspositieregeling die daarin is opgenomen, de pensioenregeling en voorts over alle (tussentijdse wijzigingen van de) arbeidsvoorwaarden van deze cao of beloningsregel die relevant zijn voor de
25
terbeschikkingstelling zoals: het loon, het overwerk, de loondoorbetaling bij ziekte en verlofregelingen.
4. Tariefwijzigingen ten gevolge van gewijzigde arbeidsvoorwaarden, cao-verplichtingen en wijzigingen in of ten gevolge van wet- en regelgeving zoals fiscale en sociale wet- en regelgeving, worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan de inlener doorberekend en zijn dienovereenkomstig door de inlener verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een inleenovereenkomst.
5. De inlener heeft het recht om, als een uitzendkracht niet voldoet aan de door de inlener gestelde functievereisten en de inlener geen rol heeft gespeeld in het allocatieproces (de werving en selectie) van de uitzendkracht, dit binnen 4 uur na aanvang van de werkzaam- heden aan de uitzendonderneming kenbaar te maken. In dat geval is de inlener gehouden de uitzendonderneming minimaal te betalen het aan de uitzendkracht verschuldigde loon, vermeerderd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing en uit de van toepassing zijnde cao/ beloningsregel voortvloeiende verplichtingen.
6. Indien er sprake is van een terbeschikkingstelling voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel
13.1 en partijen geen afspraak hebben gemaakt over de opzegtermijn, dan duurt de met de terbeschikkingstelling verband houdende betalingsverplichtingen van de inlener voort tot de beëindiging van de payrollovereenkomst tussen payrollonderneming en payrollwerknemer. De payrollonderneming is alsdan gerechtigd om het inlenerstarief aan de inlener in rekening te (blijven) brengen overeenkomstig het gebruikelijke c.q. het te verwachten arbeidspatroon van de payrollwerknemer.
26
Hoofdstuk 3. Voorwaarden voor arbeidsbemiddeling
Artikel 25. Toepasselijkheid algemene bepalingen
De strekking van de in hoofdstuk 1 van deze algemene voorwaarden opgenomen bepalingen, meer specifiek artikelen 1, 2, 3, 4.6, 5 t/m 11 en artikel 18, is van overeenkomstige toepassing op de arbeidsbemiddelingsovereenkomst tussen de arbeidsbemiddelingsonderneming en de opdrachtgever.
Artikel 26. Vergoeding en inhoud van de arbeidsbemiddelingsovereenkomst
1. De door de opdrachtgever aan de arbeidsbemiddelingsonderneming verschuldigde vergoeding kan bestaan uit, hetzij een van tevoren vast overeengekomen bedrag, hetzij uit een van tevoren overeengekomen percentage van het aan de werkzoekende aangeboden fulltime bruto jaarsalaris te vermeerderen met vakantiebijslag.
2. Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, is de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergoeding slechts dan verschuldigd indien de arbeidsbemiddeling heeft geleid tot een uitzendovereenkomst respectievelijk andersoortige arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 16 lid 2 met een door de arbeidsbemiddelingsonderneming geselecteerde werkzoekende. De vergoeding is eveneens verschuldigd indien de door de arbeidsbemiddelingsonderneming geselecteerde werkzoekende op andere wijze - bijvoorbeeld middels terbeschikkingstelling - werkzaamheden voor de opdrachtgever gaat verrichten.
3. De specifieke voorwaarden op basis waarvan de arbeidsbemiddelingsonderneming de arbeidsbemiddeling uitvoert zijn opgenomen in de arbeidsbemiddelingsovereenkomst.
4. Eventuele pro memorie posten worden op basis van nacalculatie in rekening gebracht.
27
Artikel 27. Aangaan arbeidsverhouding door opdrachtgever met de werkzoekende
Als de opdrachtgever gedurende de looptijd van de opdracht tot arbeidsbemiddeling of binnen zes maanden na beëindiging daarvan zelf (alsnog) een arbeidsovereenkomst of een samenwerking als genoemd in artikel 16 lid 2) met een door de arbeidsbemiddelings- onderneming geselecteerde werkzoekende aangaat, is hij terstond aan de arbeids- bemiddelingsonderneming de overeengekomen vergoeding verschuldigd.
28
Jelle bv
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/ of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Jelle bv. Jelle bv is lid van de NBBU
Jelle® is lid van de NBBU
29