COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
VOOR HET PERSONEEL
VAN LOGISTICS VAN XXXXXX XXXXX BV
15 oktober 2012 t/m 14 oktober 2014
INDEX
Omschrijving:
Blz.
Aanstelling 15
Aanvulling uitkering bij zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en
pleegzorgverlof en doorbetaling kortdurend zorgverlof 45
Afstapelen pallets en het lossen van (zee)containers 50
Arbeidsduur en werktijden 17
Arbeid en beloning op feestdagen 21
Arbeidsduurverkorting 35
Arbeidsduurverkorting, opname 37
Arbeidsduurverkorting, werkgelegenheid 39
Arbeidsduurverkorting, arbeidsongeschiktheid 38
Arbeidsongeschiktheid, uitkering bij 45
Buitengewoon verlof 42
Beloning ingeleend personeel 32
Concernregelingen 49
Consignatie 31
Definities 11
Dienstverband en los personeel 14
Duur, wijziging en opzegging van de CAO 51
Einde dienstverband 16
Faciliteiten vakbonden(kader)leden Logistics Xxxxxx Xxxxx bv 78
Functiegroepindeling Logistics Xxxxxx Xxxxx bv 52
Garantieregeling invoering inconveniëntenmatrix per 4 januari 1993 en
Garantieregeling invoering nieuwe inconventiëntenmatrix per 19 juli 1999 77
Geen verplichting meer tot arbeid in ploegendienst of nachtdienst 25
Inconveniëntenmatrix distributie-organisatie per 25 maart 2002 77
Inleidende schorsing 48
Invoering resultaten van toepassing functiewaarderingsmethode ORBA,
takenmatrix magazijnmedewerker en bijbehorende salaristabel 75
Koudetoeslag 31
Taken Magazijnmedewerkers-functies 53
Nachtdiensten 17
Nevenwerkzaamheden 19
Normale arbeidsduur 17
Opname van arbeidsduurverkorting 37
Ouderschapsverlof 44
Overwerk en betaling 20
Pensioen 50
Ploegentoeslag 23
Protocol Arbeidsongeschiktheid en behoud van functie 68
Protocol Behandeling uitzendkrachten en vaste medewerkers 65
INDEX (vervolg)
Omschrijving:
Blz.
Protocol Bonusafspraken uitzendkrachten 64
Protocol Minutennorm 68
Protocol Communicatie over arbeidsvoorwaarden 69
Protocol Elders Verworven Competenties (EVC’s) 68
Protocol Garantieregeling i.v.m. wijziging berekening ploegentoeslag
m.i.v. 16 juli 2001 77
Protocol Garantieregeling voor de werknemers op wie tot 27 maart 2000 de CAO
voor Support en Services van toepassing is geweest 69
Protocol Gehandicapte werknemers 60
Protocol Kwartaal Overleg 66
Protocol Leesbare CAO 70
Protocol Loopbaanonderbreking 68
Protocol Minutennorm 68
Protocol Ontslagbeleid 72
Protocol Ontwikkelingen binnen Logistics Xxxxxx Xxxxx bv 66
Protocol Overleg over duurzame inzetbaarheid 69
Protocol Overleg over werkgelegenheidsontwikkeling 71
Protocol Persoonlijke Ontwikkel Budget 66
Protocol Uitzendkrachten en gedetacheerde werknemers bij Logistics
Xxxxxx Xxxxx bv 61
Protocol Verhouding ééndaagse part-timers ten opzichte van meerdaagse
medewerkers 68
Protocol Vakbondscontributie 69
Protocol Veiligheid en collegialiteit 69
Protocol Weging Technische Dienst 69
Protocol Werkdruk 70
Protocol Werkgelegenheid 71
Protocol Wijzigingen in wet- en regelgeving 69
Rehabilitatie 49
Reïntegratie 47
Roostervrije seniorendagen (RSD) 40
Salarisaanpassing, algemene 30
Salarisgroepen 28
Salaristabel Logistics Xxxxxx Xxxxx bv 54
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 2 januari 2012 55
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 31 december 2012 56
Salaristable I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 4 november 2013 57
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 30 december 2013 58
Salaristabel Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv instroomschaal A m.i.v. 2 januari 2012 59
Salaristabel Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv instroomschaal A m.i.v. 31 december 2012 59
Salaristabel Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv instroomschaal A m.i.v. 4 november 2013 59
INDEX (vervolg) | Blz. |
Omschrijving: | |
Salaristabel Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv instroomschaal A m.i.v. 30 december 2013 | 59 |
Salarissen | 28 |
Sparen van vakantierechten en arbeidsduur verkortingsrechten | 39 |
Seksuele intimidatie | 50 |
Straf- en correctiemaatregelen | 49 |
Toeslagen en vergoedingen | 30 |
Uitvoeringsregeling toekenning toeslagpercentage artikel 13 lid 2 d | 83 |
Vakantierechten | 32 |
Vakantierechten, extra | 34 |
Vakantietoeslag | 35 |
Verlaging van de ploegentoeslag | 26 |
Verlof en andere faciliteiten voor vakbondsactiviteiten | 45 |
Verlof etnische feestdagen | 45 |
Vervangingstoeslag | 30 |
Xxxxxx aansluitend aan het bevallingsverlof | 44 |
Verschoven werktijd | 22 |
Werken op zaterdag en in andere weekenddienst | 18 |
Werken op zondag | 23 |
Werken op 24 december en 31 december | 23 |
Werkingssfeer | 11 |
Werkrooster | 17 |
INHOUD | Blz. | |
1. | Werkingssfeer en definities | |
Artikel 1 | Werkingssfeer | 11 |
Artikel 2 | Definities | 11 |
2. Artikel 3 | Dienstverband en los personeel Dienstverband en los personeel | 14 |
3. | Aanstelling en einde dienstverband | |
Artikel 4 | Aanstelling | 15 |
Artikel 5 | Einde dienstverband | 16 |
4. Artikel 6 | Arbeidsduur en daarmee samenhangende toeslagen Arbeidsduur en werktijden | 17 |
6.1 Normale arbeidsduur | 17 | |
6.2 Werkrooster | 17 | |
6.3 Nachtdiensten | 17 | |
6.4 Werken op zaterdag en in een andere weekenddienst | 18 | |
Artikel 7 | Nevenwerkzaamheden | 19 |
Artikel 8 | Overwerk en betaling | 20 |
Artikel 9 | Arbeid en beloning op feestdagen | 21 |
Artikel 10 | Verschoven werktijd | 22 |
Artikel 11 | Werken op zondag | 23 |
Artikel 12 | Werken op 24 december en 31 december | 23 |
Artikel 13 | Ploegentoeslag | 23 |
Artikel 14 | Geen verplichting meer tot arbeid in ploegendienst of nachtdienst | 25 |
Artikel 15 | Verlaging van de ploegentoeslag | 26 |
5. | Salarissen en toeslagen en beloning ingeleend personeel | |
Artikel 16 | Salarisgroepen | 28 |
Artikel 17 | Salarissen | 28 |
Artikel 18 | Algemene salarisaanpassing | 30 |
Artikel 19 | Toeslagen en vergoedingen | 30 |
19.1 Vervangingstoeslag | 30 | |
19.2 Koudetoeslag | 31 | |
19.3 Consignatie | 31 | |
Artikel 20 | Beloning ingeleend personeel | 32 |
INHOUD (vervolg) Blz.
6. | Vakantierechten, arbeidsduurverkorting en roostervrije seniorendagen | |
Artikel 21 | Vakantierechten | 32 |
Artikel 22 | Extra vakantierechten | 34 |
Artikel 23 | Vakantietoeslag | 35 |
Artikel 24 | Arbeidsduurverkorting | 35 |
Artikel 25 | Opname van arbeidsduurverkorting | 37 |
Artikel 26 | Arbeidsongeschiktheid en arbeidsduurverkorting | 38 |
Artikel 27 | Werkgelegenheid en arbeidsduurverkorting | 39 |
Artikel 28 | Sparen van vakantierechten en arbeidsduurverkortingsrechten | 39 |
Artikel 29 | Roostervrije Seniorendagen (RSD) | 40 |
7. Artikel 30 | Buitengewoon verlof, verlof aansluitend aan het bevallingsverlof, ouderschapsverlof, verlof etnische feestdagen Buitengewoon verlof | 42 |
Artikel 31 | Verlof aansluitend aan het bevallingsverlof | 44 |
Artikel 32 | Ouderschapsverlof | 44 |
Artikel 33 | Verlof en andere faciliteiten voor vakbondsactiviteiten | 45 |
Artikel 34 Artikel 35 | Verlof etnische feestdagen Aanvulling uitkering bij zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en pleegzorg- verlof en doorbetaling kortdurend zorgverlof | 45 45 |
8. | Arbeidsongeschiktheid | |
Artikel 36 | Uitkering bij arbeidsongeschiktheid | 45 |
Artikel 37 | Reïntegratie | 47 |
9. | Straf-, correctie- en rehabilitatiemaatregelen | |
Artikel 38 | Inleidende schorsing | 48 |
Artikel 39 | Straf- en correctiemaatregelen | 49 |
Artikel 40 | Rehabilitatie | 49 |
10. Artikel 41 | Concernregelingen Concernregelingen | 49 |
11. Artikel 42 | Pensioen Pensioen | 50 |
12. Artikel 43 | Seksuele intimidatie Seksuele intimidatie | 50 |
INHOUD (vervolg) Blz.
13. Artikel 44 | Afstapelen pallets en het lossen van (zee-) containers Afstapelen pallets en het lossen van (zee-) containers | 50 |
14. Artikel 45 | Duur, wijziging en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst Duur, wijziging en opzegging van de CAO | 51 |
Bijlagen Blz.
Bijlage | I: | Functiegroepindeling Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv | 52 |
Taken Magazijnmedewerkers-functies | 53 | ||
Bijlage | II: | Salaristabel Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv | 54 |
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 2 januari 2012 | 55 | ||
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 31 december 2012 | 56 | ||
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 4 november 2013 | 57 | ||
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 30 december 2013 | 58 | ||
Salaristabel Logistics Xxxxxx Xxxxx bv Instroomschaal A m.i.v. 2 januari 2012 | 59 | ||
Salaristabel Logistics Xxxxxx Xxxxx bv Instroomschaal A m.i.v. 31 december 2012 | 59 | ||
Salaristabel Logistics Xxxxxx Xxxxx bv Instroomschaal A m.i.v. 4 november 2013 | 59 | ||
Salaristabel Logistics Xxxxxx Xxxxx bv Instroomschaal A m.i.v. 30 december 2013 | 59 | ||
Bijlage | III: | Protocol Gehandicapte werknemers | 60 |
Bijlage | IV: | Protocol Uitzendkrachten en gedetacheerde werknemers bij Logistics | |
Xxxxxx Xxxxx bv | 61 | ||
Protocol Kwaliteitsagenda | 63 | ||
Protocol Bonusafspraken uitzendkrachten | 64 | ||
Protocol Behandeling uitzendkrachten en vaste medewerkers | 65 | ||
Bijlage | V: | Protocol Kwartaal Overleg | 66 |
Protocol Ontwikkeling binnen Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv | 66 | ||
Protocol Persoonlijk Ontwikkel Budget | 66 | ||
Protocol Elders Verworven Competenties (EVC’s) | 68 | ||
Protocol Loopbaanonderbreking | 68 | ||
Protocol Verhouding ééndaagse part-timers ten opzichte van meerdaagse | |||
medewerkers | 68 | ||
Protocol Arbeidsongeschiktheid en behoud functie | 68 | ||
Protocol Minutennorm | 68 | ||
Protocol Wijzigingen in wet- en regelgeving | 68 | ||
Protocol Vakbondscontributie | 69 | ||
Protocol Veiligheid en collegialiteit | 69 | ||
Protocol Garantieregeling voor de werknemers op wie tot 27 maart 2000 de | |||
CAO voor Support en Services van toepassing is geweest | 69 | ||
Protocol Communicatie over arbeidsvoorwaarden | 69 | ||
Protocol Weging functies Technische Dienst | 69 | ||
Protocol Overleg over duurzame inzetbaarheid | 69 | ||
Protocol Werkdruk | 70 | ||
Protocol Leesbare CAO | 70 | ||
Bijlage VI: | Protocol Overleg over werkgelegenheidsontwikkelingen | 71 | |
Protocol Werkgelegenheid | 71 | ||
Protocol Ontslagbeleid | 72 | ||
Bijlage VII: | Invoering resultaten van toepassing functiewaarderingsmethode | ||
ORBA, takenmatrix magazijnmedewerker en bijbehorende salaristabel | 75 |
Bijlagen (vervolg) Blz.
Bijlage VIII : Inconveniëntenmatrix Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv per 25 maart 2002 77
Garantieregeling invoering inconveniëntenmatrix per 4 januari 1993 en Garantieregeling invoering nieuwe inconveniëntenmatrix per 19 juli 1999 77
Protocol Garantieregeling i.v.m. wijziging berekening ploegentoeslag
m.i.v. 16 juli 2001 77
Bijlage IX: Faciliteiten vakbonden(kader)leden Logistics Xxxxxx Xxxxx bv 78
Bijlage X: Uitvoeringsregeling toekenning toeslagpercentage artikel 13 lid 2 d 83
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST LOGISTICS VAN XXXXXX XXXXX BV
De Besloten Vennootschap Xxxxxx Xxxxx bv
hierna te noemen werkgever, partij ter ene zijde
FNV Bondgenoten CNV Dienstenbond
hierna te noemen werknemersorganisaties, partijen ter andere zijde
zijn de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan.
1. Werkingssfeer en definities
Artikel 1 Werkingssfeer
Deze overeenkomst geldt voor alle werknemers die werkzaam zijn bij Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv en een van de functies verrichten die vermeld zijn in bijlage I van deze CAO.
Voor ingeleend personeel is uitsluitend sub c. van artikel 3 lid 1 en artikel 20 van toepassing.
Deze CAO is niet van toepassing op werknemers die zijn gedetacheerd bij Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv, en vallen onder een andere CAO of arbeidsvoorwaardenregeling bij Xxxxxx Xxxxx bv.
X.X. Xxxxxxxx(e)s vallen derhalve niet onder de werkingssfeer van deze overeenkomst.
De werkgever mag geen arbeidsvoorwaarden overeenkomen, die in strijd zijn met de bepalingen van deze overeenkomst, tenzij er sprake is van afwijking in voor de werknemer gunstige zin.
Artikel 2 Definities
In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:
Concern
Koninklijke Ahold nv en haar Nederlandse dochtervennootschappen
Werkgever
De besloten vennootschap Xxxxxx Xxxxx bv.
Werknemer
Iedere natuurlijke persoon met een arbeidsovereenkomst met Xxxxxx Xxxxx bv.
Los Personeel
Ieder die wegens tijdelijke drukte of andere redenen op oproep incidenteel werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst.
Dienstverband
De relatie werkgever-werknemer die ontstaat na het afsluiten van een arbeidsovereenkomst.
Volledig dienstverband
Een dienstverband aangegaan voor de normale arbeidsduur.
Onvolledig dienstverband
Een dienstverband aangegaan voor minder dan de normale arbeidsduur.
Ondernemingsraad
De voor het betrokken bedrijfsonderdeel ingestelde ondernemingsraad.
Werktijdregelingen
Regelingen betreffende arbeids- en rusttijden, inzake ploegendiensten, werkroosters, roostervrije uren of -dagen, overwerk, variabele werktijden, maar niet een regeling van de arbeidsduur.
Werkrooster
Het voor de werknemer, op basis van een werktijdregeling, vastgestelde rooster van werk- en rusttijden.
Consignatie
Het buiten werktijd door middel van een semafoon oproepbaar en beschikbaar zijn voor het verrichten van plotseling ontstaan overwerk.
Continudienst
Een werktijdregeling waarin is vastgelegd, dat de arbeid door ploegen in verschillende werkroosters zal worden verricht gedurende 7 dagen per week bij een bedrijfstijd van 24 uur per etmaal.
Normale arbeidsduur
Het normaal, op grond van deze CAO, te werken aantal uren per week/periode in een fulltime werkrooster.
Normale werkdag
De ingevolge het vastgestelde werkrooster door de werknemer op een kalenderdag (inclusief overlopende uren) te werken aantal uren en tijden.
Verschoven werktijd
De uren welke incidenteel afwijken van de voor de werknemer met een volledig dienstverband normaal geplande uren binnen het werkrooster, doch blijven binnen de voor de werknemer geldende arbeidsduur. De afwijkende uren worden op basis van een voorafgaande afspraak vastgesteld.
Basisuursalaris
Het uursalaris waarop een werknemer aanspraak kan maken, rekening houdende met de salarisklasse- indeling van de functie, eventuele inconveniënten behorende bij de functie, de leeftijd en de ervaring van de werknemer.
Maximum basisuursalaris
Het hoogst bereikbare basisuursalaris in een salarisschaal zoals opgenomen in de salaristabellen van deze CAO.
Basissalaris
Het basisuursalaris vermenigvuldigd met 160.
Periodesalaris
Het voor de werknemer geldende basisuursalaris, vermenigvuldigd met het aantal te betalen uren, niet zijnde overuren.
Toelichting:
Overwerkvergoeding, toeslag voor afwijkende uren, vakantietoeslag en andere variabele salaris- bestanddelen behoren derhalve niet tot het begrip periodesalaris.
Trede
De jaarlijkse verhoging van het basisuursalaris van de werknemer waarvan de functie is ingedeeld in een van de salarisschalen van salaristabel I en die wordt toegekend indien de leeftijdsschaal is doorlopen.
De trede is een percentage van het maximum basisuursalaris van de salarisschaal.
(Kalenderjaar)periode
Het dertiende deel van een kalenderjaar. De perioden van een jaar zijn genummerd van 1 t/m 13. In periode één van elk jaar is het grootste deel van januari begrepen en eventueel de laatste dagen van december van het voorafgaande kalenderjaar.
Feestdagen
Al dan niet op zondag vallende algemeen erkende Christelijke feestdagen te weten: eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag, alsmede nieuwjaarsdag, 5 mei in de lustrumjaren en de dag waarop de verjaardag van X.X. xx Xxxxxxxx in 2013 en vanaf 2014 de verjaardag van X.X. xx Xxxxxx officieel wordt gevierd.
Feest
Eerste en tweede Paasdag tezamen, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag tezamen, eerste en tweede Kerstdag tezamen, nieuwjaarsdag, 5 mei en de dag waarop de verjaardag van X.X. xx Xxxxxx officieel wordt gevierd.
Ploegentoeslag
De toeslag behorende bij een werktijdregeling waarin uren vóór 07.00 en/of na 18.00 uur, dan wel uren op zaterdag en/of zondag zijn opgenomen als te werken uren.
Weekenddienst
Onder weekenddienst wordt verstaan een dienst in de nacht van vrijdag op zaterdag, een dienst op zaterdag of een dienst in de nacht van zondag op maandag.
Hoogseizoen
Het tijdvak van de in de zomer vallende schoolvakanties in de betreffende regio.
2. Dienstverband en los personeel
Artikel 3 Dienstverband en los personeel
1. Met de werknemer kan door de werkgever een van de navolgende dienstverbanden worden aangegaan:
a. Een dienstverband voor onbepaalde tijd.
Het dienstverband geldt voor een niet van te voren vastgestelde tijd en zal minimaal voor vier uur per week worden aangegaan.
b. Een dienstverband voor bepaalde tijd.
Het dienstverband geldt voor een van te voren vastgestelde tijd.
Men kan slechts gedurende ten hoogste twee jaar aaneengesloten werkzaam zijn krachtens arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.
c. Nadere bepalingen over het aanbieden van een dienstverband
voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd aan uitzendkrachten zijn opgenomen in bijlage IV.
2. a. Bij opkomst tot het verrichten van arbeid onder een dienstverband genoemd lid 1 zullen de werkzaamheden tenminste 3 uur aaneengesloten duren.
b. Indien onder een dienstverband genoemd onder lid 1 onder a. structureel meer uren arbeid verricht wordt dan de uren waarvoor het dienstverband is aangegaan, dan zal het dienstverband voor wat betreft de te werken uren worden aangepast.
c. Het aantal te werken uren in een dienstverband waarin een minimum en een maximum aantal te werken uren is overeengekomen zal worden aangepast tot het laagste niveau waarop gedurende een periode van een half jaar structureel meer is gewerkt.
3. Werknemers met een onvolledig dienstverband krijgen voorrang bij de uitbreiding van contracturen, onder de voorwaarde dat de extra contracturen als gevolg van de uitbreiding gewerkt worden op door werkgever wenselijk geachte tijdstippen.
Wijziging van het werkrooster ná deze uitbreiding van het aantal contracturen zal op gebruikelijke wijze plaats vinden.
4. Werkgever zal los personeel slechts werkzaamheden aanbieden, die tenminste 4 uur aaneen- gesloten duren. De betrokkene heeft de mogelijkheid de aangeboden werkzaamheden niet te accepteren.
3. Aanstelling en einde dienstverband
Artikel 4 Aanstelling
1. Werkgever zal iedere aanstelling van een werknemer aan deze bevestigen in een aanstellingsbrief in tweevoud, waarin wordt vermeld:
a. de datum van indiensttreding en de duur van de proeftijd, indien deze wordt overeengekomen;
b. de aard van het dienstverband met de overeengekomen arbeidsduur;
c. de functie waarin hij wordt aangesteld;
d. de salarisgroep waarin hij is ingedeeld;
e. het aan de functie verbonden periodesalaris;
f. het van toepassing zijn van deze CAO;
g. het van toepassing zijn van een handboek personeel;
h. eventuele bijzondere voorwaarden. De werknemer dient de kopie van de aanstellingsbrief voor akkoord getekend aan de werkgever te retourneren.
2. Als overplaatsing van werknemer noodzakelijk is, streeft werkgever ernaar zoveel mogelijk een functie van vergelijkbare taakinhoud en vergelijkbaar functieniveau aan te bieden. Indien mogelijk worden verscheidene geschikte functies voorgesteld.
3. De werkgever zet zich in voor een beleid, gericht op gelijke kansen op arbeid en gelijke kansen in de arbeidsorganisatie voor gelijkwaardige werknemers, ongeacht leeftijd, sekse, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, levens- of geloofsovertuiging, huidskleur, ras of etnische afkomst, nationaliteit en politieke keuze; één en ander op zodanige wijze toegepast dat er geen strijdigheid ontstaat met de objectieve vereisten van de functie.
4. De werkgever zal aan de werknemer een exemplaar van deze collectieve arbeidsovereen- komst verstrekken.
Artikel 5 Einde dienstverband
1. Het dienstverband eindigt met onmiddellijke ingang:
a. door het overlijden van de werknemer;
b. door het aanbreken van de AOW-gerechtige leeftijd van de werknemer.
c. door ontslag op staande voet op grond van een dringende reden tot ontslag voor de werkgever of de werknemer zoals bedoeld in artikel 7:677, 7:678 of 7:679 van het B.W.;
d. bij afloop van het werk van los personeel.
2. Tenzij de wet op grond van de duur van het dienstverband een langere opzegtermijn voorschrijft, bedraagt de opzegtermijn voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen werkgever en werknemer voor beiden een gehele betalingsperiode van vier weken. Indien in de wet wordt gesproken van een opzegtermijn van een maand of meer maanden dient voor de toepassing van dit lid in plaats van maand of maanden, periode van vier weken
c.q. perioden van vier weken gelezen te worden.
3. De opzegging kan alleen geschieden tegen de laatste dag van de vierde kalenderweek, van elke betalingsperiode van vier weken. In overleg tussen werknemer en werkgever kan hiervan worden afgeweken.
4. Indien werkgever voornemens is tot ontslag over te gaan van een kaderlid van een werknemersorganisatie die als zodanig bij de werkgever bekend is, zal dit voornemen eerst worden gemeld aan de werknemersorganisatie.
4. Arbeidsduur en daarmee samenhangende toeslagen
Artikel 6 Arbeidsduur en werktijden
6.1 Normale arbeidsduur
1. Voor de werknemer met een volledig dienstverband bedraagt de normale arbeidsduur ten hoogste 9 uur per dag en gemiddeld per week, berekend over 4 weken, ten hoogste 40 uur.
6.2 Werkrooster
1. Werkroosters worden met inachtneming van de wettelijke bepalingen in overleg met de ondernemingsraad vastgelegd in werktijdregelingen. Afwijking van deze werkroosters is mogelijk, indien het werk dit dringend noodzakelijk maakt.
2. Roosters zullen minimaal een maand voor de ingangsdatum bekend worden gemaakt.
3. Bij het opstellen van het werkrooster geldt als uitgangspunt dat tussen zaterdag 23.00 uur en zondag 20.00 uur niet volgens rooster arbeid wordt verricht.
4. Er zal naar gestreefd worden een weekeinde te laten bestaan uit tenminste 48 uur aaneengesloten vrije tijd.
5. Per week kunnen maximaal vijf werkdagen worden ingeroosterd.
6.3 Nachtdiensten
1. a. Werknemers die tot en met 1 juli 2001 in dienst zijn gekomen kunnen niet verplicht worden een rooster te accepteren waarin meer dan 25% van
de werktijd in de nacht is ingeroosterd.
b. Werknemers die na 1 juli 2001 in dienst zijn gekomen kunnen niet verplicht worden een rooster te accepteren waarin meer dan 33,3% van de werktijd in de nacht is ingeroosterd.
2. De nachtdienst kan niet langer duren dan 7.5 uur feitelijke werktijd.
3. Op verzoek van de werknemer en indien dit organisatorisch mogelijk is, mag de feitelijke werktijd in de nachtdienst 8 uur bedragen.
4. a. Overwerk voorafgaand of aansluitend aan de nachtdienst is niet toegestaan.
b. Rondom feestdagen is overwerk tot maximaal één uur voorafgaand aan de nachtdienst op vrijwillige basis toegestaan, en wel in de twee nachten vóór de feestdag en één nacht na de feestdag.
5. Per 13 weken kunnen maximaal 39 nachtdiensten worden gewerkt, waarvan 4 op basis van overwerk en vrijwilligheid. Van deze 4 nachtdiensten mogen er maximaal 2 een zesde nacht zijn in een reeks aaneengesloten nachtdiensten.
6.4 Werken op zaterdag en in een andere weekenddienst
1. a. Een werknemer die voor 19 juli 1999 in dienst was, kan niet verplicht worden een rooster te accepteren waarin meer dan 1 keer in de zes weken werktijd op zaterdag is ingeroosterd. De dienst in de nacht van vrijdag op zaterdag telt hierin niet mee.
b. Een werknemer die na 19 juli 1999 in dienst treedt kan niet verplicht worden een rooster te accepteren waarin meer dan 1 keer in de vier weken werktijd op zaterdag is ingeroosterd. De dienst in de nacht van vrijdag op zaterdag telt hierin niet mee.
c. Een werknemer die na 19 juni 2000 in dienst is getreden kan niet verplicht worden een rooster te accepteren waarin meer dan 1 keer in de drie weken werktijd op zaterdag is ingeroosterd. De dienst in de nacht van vrijdag op zaterdag telt hierin niet mee.
2. a. Een werknemer kan niet verplicht worden een rooster te accepteren waarin naast het werken op zaterdag meer dan 1 keer in de drie weken een andere weekenddienst is ingeroosterd.
b. De weekenddiensten in de nachten van zondag op maandag en vrijdag op zaterdag zullen afwisselend in het werkrooster worden ingeroosterd.
c. Tenzij het werkrooster dit niet mogelijk maakt wordt 1 keer in de drie weken een andere weekenddienst dan de zaterdag ingeroosterd.
3. Een werknemer kan op basis van vrijwilligheid een hogere frequentie afspreken voor het werken op zaterdag en het werken in een andere weekenddienst zoals vermeld in respectievelijk lid 1 en lid 2 van dit artikel.
4. a. De afspraak over de frequentie van het werken op zaterdag en de frequentie van het werken in een andere weekenddienst wordt schriftelijk vastgelegd. Deze afspraak geldt voor bepaalde of onbepaalde tijd.
b. Wijziging van de afspraak zoals genoemd onder sub a. is gedurende de looptijd daarvan mogelijk met in achtneming van een opzegtermijn van vier perioden.
5. a. Op basis van vrijwilligheid kan een werknemer op zaterdag na 18.00 uur werken.
b. Een afspraak om op zaterdag na 18.00 uur te werken geldt voor onbepaalde tijd.
c. Indien een werknemer op enig moment niet meer wil werken op zaterdag na 18.00 uur, moet de werkgever een maand van te voren daarvan in kennis worden gesteld.
d. Indien een werknemer gebruik maakt van de mogelijkheid onder lid c. zal dit niet leiden tot een vermindering van het aantal overeengekomen contracturen.
e. Indien lid c. van toepassing is, wordt de regeling zoals opgenomen in artikel 15 niet toegepast.
6. Een werknemer met een volledig dienstverband, die incidenteel op zaterdag moet werken zonder dat de normaal geldende wekelijkse arbeidsduur wordt overschreden, ontvangt een toeslag van 35% op het basisuursalaris over de op zaterdag gewerkte uren. De werkgever kan deze toeslag in tijd of geld geven.
Artikel 7 Nevenwerkzaamheden
1. Voor het verrichten van nevenwerkzaamheden, zowel betaald als onbetaald die geheel of gedeeltelijk in arbeidstijd moeten worden verricht, is schriftelijke toestemming van werkgever vereist.
In principe zullen vergoedingen voor in arbeidstijd verrichte nevenwerkzaamheden aan de werkgever moeten worden afgedragen.
2. Het is een werknemer met een volledig dienstverband verboden buiten de normale arbeidsduur betaalde arbeid voor derden te verrichten. Zie ook artikel 29 lid 7a.
3. Ten aanzien van alle nevenwerkzaamheden die verband houden met het werk - ongeacht of deze in of buiten arbeidstijd worden verricht (als het schrijven van artikelen, het houden van lezingen) - geldt als regel dat geval voor geval wordt gemeld aan de directe chef.
Indien betrokkene voor dit soort activiteiten gevraagd wordt, bijvoorbeeld uit hoofde van zijn functie bij werkgever, dient de betrokken werknemer zich terdege bewust te zijn, dat in dat verband gedane uitspraken geïnterpreteerd kunnen worden als standpunten van werkgever.
4. De werkgever zal geen personen tewerkstellen die reeds in dienstbetrekking bij een of meer werkgevers een volledige dagtaak vervullen.
Artikel 8 Overwerk en betaling
1. De werkgever zal het doen verrichten van overwerk zoveel mogelijk beperken. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel zal werkgever overwerk zoveel als mogelijk is spreiden over de werknemers, en zoveel mogelijk op basis van vrijwilligheid doen verrichten.
2. a. 1. Indien naar het oordeel van de werkgever overwerk noodzakelijk is, is een werknemer, uitgezonderd de genoemde in artikel 3 lid 4, verplicht tot het verrichten van overwerk, indien dit naar redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
2. Hierbij geldt dat een werknemer niet verplicht kan worden om in periode 9, periode 13 en in perioden waarin meer dan twee feesten vallen meer dan 12 uur over te werken. In de overige perioden van het jaar geldt een maximale verplichting van 8 uur.
b. Werknemers van 50 jaar en ouder hoeven slechts op basis van vrijwilligheid aangeboden overwerk te verrichten.
3. Het voor de werknemer met een volledig dienstverband volgens werkrooster vastgestelde aantal te werken uren per dag c.q. per week bepaalt of er al dan niet sprake is van overwerk.
4. Indien in het werkrooster is opgenomen dat per dag 7,5 uur wordt gewerkt en 0,5 uur arbeidsduurverkorting wordt opgenomen, wordt bij overwerk over de gewerkte uren ná de genoemde 7,5 uur de toepasselijke overwerktoeslag toegekend. De niet opgenomen 0,5 uur ADV wordt uitbetaald of kan op een ander moment worden opgenomen.
5. Voor een werknemer met een onvolledig dienstverband is er sprake van overwerk indien en voor zover een aantal uren wordt gewerkt dat bij een werknemer met een volledig dienstverband als overwerk wordt beschouwd.
6. Overwerk wordt beloond met het basisuursalaris, vermeerderd met de volgende toeslagen:
a. Overwerk per dienst tussen maandag 00.00 uur en vrijdag 24.00 uur:
- 40% voor alle uren mi.v. periode 02-2009;
b. Overwerk op zaterdag tussen 00.00 uur en 24.00 uur:
- 75% voor alle uren.
Hierbij maakt het niet uit op welk tijdstip de dienst is begonnen.
c. Overwerk op zondag, niet zijnde een feestdag, tussen 00.00 uur en 24.00 uur:
- 100% voor alle uren.
Hierbij maakt het niet uit op welk tijdstip de dienst is begonnen.
d. Overwerk op een feestdag tussen 00.00 en 24.00 uur:
- 100% voor alle uren.
Hierbij maakt het niet uit op welk tijdstip de dienst is begonnen.
e. Op verzoek van de werknemer kan het verrichten van overuren gecompenseerd worden
in vrije tijd. Bij het bepalen van de duur van de te compenseren tijd wordt rekening gehouden met de in dit lid genoemde toeslagpercentages.
Het opnemen van het op deze wijze gekweekte recht op doorbetaalde vrije tijd geschiedt in overleg met de chef. De opname dient te geschieden in dezelfde of de eerstvolgende periode, anders vindt uitbetaling plaats. Gedurende de maanden juli t/m september en december is opname in principe niet mogelijk.
Bij het vaststellen van de opname in dezelfde of eerstvolgende periode wordt hiermee rekening gehouden.
7. Indien in de "nachtdienst" van een week een zesde nacht wordt gewerkt, geldt voor des- betreffende uren een toeslag van 100%.
8. De overwerktoeslag wordt berekend over het basisuursalaris.
Artikel 9 Arbeid en beloning op feestdagen
1. Op feestdagen en in de lustrumjaren op 5 mei (bevrijdingsdag) wordt, met uit- zondering van de werknemers die in continudienst werken, geen arbeid verricht, tenzij bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken en de desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten.
2. a. Op feestdagen worden de uren die volgens het normale werkrooster gewerkt hadden moeten worden, doorbetaald tegen het basisuursalaris.
Dit geldt ook voor de uren in de nachtdienst, voorafgaand aan de feestdag. Een feestdag wordt ongeacht het werkrooster voor 8 uur gerekend voor een werknemer met een volledig dienstverband.
b. Indien op feestdagen arbeid moet worden verricht, dan wordt, naast het bepaalde onder a., een vergoeding gegeven van het basisuursalaris vermeerderd met
een toeslag van 100% van het basisuursalaris. Dit geldt niet voor werknemers die in continudienst werken.
c. Indien er tevens sprake is van overwerk conform artikel 8 zal naast de toeslag als genoemd in lid b, tevens de toeslag zoals opgenomen in artikel 8 worden toegekend.
3. a. Indien volgens werkrooster arbeid moet worden verricht in de nacht aansluitend op een feestdag dan zullen alle uren na 00.00 uur extra worden gehonoreerd met een toeslag van 100% van het basisuursalaris.
b. Indien er tevens sprake is van overwerk conform artikel 8 zal naast de toeslag als genoemd in lid a, tevens de toeslag zoals opgenomen in artikel 8 worden toegekend.
4. Werknemers die in continudienst werken en volgens het werkrooster moeten werken op een feestdag, ontvangen naast het basisuursalaris, vermeerderd met de geldende ploegentoeslag, per gewerkt uur een basisuursalaris, alsmede een compensatie in tijd gelijk aan het aantal gewerkte uren.
Indien het grootste deel van een dienst samenvalt met een van bovenbedoelde dagen is op de gehele dienst de compensatie in tijd van toepassing.
5. Indien een volgens werkrooster geplande wisselende vrije dag van een werknemer samenvalt met een niet op zondag of zaterdag vallende feestdag, dan wordt deze dag gecompenseerd door een vrije werkdag op een andere datum.
6. Werknemers in ploegendienst werkzaam, kunnen aanspraak maken op minimaal hetzelfde aantal doorbetaalde arbeidsuren zoals bepaald in lid 2a als werknemers die uitsluitend in dagdienst arbeid verrichten. Indien de werkroosters daar niet in voorzien, zal het verschil worden gecompenseerd door evenveel vrije tijd op een ander tijdstip of een uitbetaling in geld naar rato.
Artikel 10 Verschoven werktijd
1. Dit artikel geldt niet voor werknemers die een ploegentoeslag ontvangen.
2. Gewerkte uren in verschoven werktijd worden niet als overwerkuren beschouwd.
3. Voor arbeid tijdens verschoven werktijd zal voor ieder uur of deel van een uur dat gewerkt wordt:
- vóór 07.00 uur ’s ochtends;
- ná 18.00 uur ’s avonds;
- het basisuursalaris worden verhoogd met een toeslag van 25%.
4. De toeslag is niet verschuldigd indien de verschuiving van de werktijd wordt vastgesteld op uitdrukkelijk verzoek van de werknemer.
Artikel 11 Werken op zondag
Werknemers die op grond van hun geloofsovertuiging principiële bezwaren hebben tegen het werken op zondag, zullen hiertoe niet worden verplicht.
Artikel 12 Werken op 24 en 31 december
1. Xxxxxx Xxxxx zal ernaar streven het werken op 24 december en 31 december na 18.00 uur zoveel als mogelijk is te voorkomen.
2. Indien op 24 en 31 december na 18.00 uur arbeid wordt verricht, ontvangt de werknemer naast het basisuursalaris een toeslag van 100% van het basisuursalaris.
Artikel 13 Ploegentoeslag
1. De ploegentoeslag voor werknemers met een volledig dienstverband wordt als volgt berekend:
a. De werktijdregeling vormt het vertrekpunt voor de berekening. Hierbij geldt dat de opname van arbeidsduurverkortingsuren conform artikel 25 lid 3b gelijkmatig over het werkrooster wordt gespreid.
b. Aan elk te werken uur van een werktijdregeling wordt een inconveniëntenpercentage toegekend, zoals vastgelegd in de inconveniëntenmatrix in bijlage VIII van de CAO. Indien in de nachtdienst 7,5 uur wordt gewerkt door opname van een half uur arbeidsduurverkorting. wordt bij de toekenning van de inconveniëntenpercentages uit- gegaan van acht te werken, dus ingeroosterde uren per nacht.
c. Indien de totale dinerpauzetijd van alle werknemers aanvangt en eindigt vóór 18.00 uur wordt bij de toekenning van de inconveniëntenpercentages aan de te werken uren in de individuele werkroosters daarmee rekening gehouden.
d. Indien de totale dinerpauzetijd van de site aanvangt vóór 18.00 uur en eindigt ná 18.00 uur zal bij de toekenning van de inconveniëntenpercentages aan de te werken uren in de individuele werkroosters dezelfde verhouding worden toegepast als de ligging van de pauzetijd vóór
18.00 uur en ná 18.00 uur.
e. De som van de volgens sub b, c en d toegekende inconveniëntenpercentages wordt gedeeld door het aantal ingeroosterde uren. Het aldus berekende percentage is de ploegentoeslag.
Het onder a t/m e bepaalde geldt niet voor werknemers die werkzaam zijn in continudienst.
2. a. Indien één keer per zes weken op zaterdag tussen 07.00 en 18.00 uur wordt gewerkt, wordt voor elk gewerkt uur naast het basisuursalaris een toeslag van 35% van het basisuursalaris toegekend conform de inconveniëntenmatrix zoals opgenomen in bijlage VIII.
b. Indien vaker dan één keer in de zes weken op zaterdag tussen 07.00 en 18.00 uur wordt gewerkt, wordt voor elk gewerkt uur waarvoor de inconveníentenmatrix 35% toekent,
een toeslag toegekend conform Staffel 1 zoals opgenomen in bijlage X, Uitvoeringsregeling toekenning toeslagpercentage artikel 13 lid 2.
c. Met de werknemer wordt een afspraak gemaakt over het aantal keren dat per kalenderjaar op zaterdag gewerkt zal worden. Deze afspraak wordt in een rooster vastgelegd. Bij het aantal afgesproken zaterdagen hoort een toeslag conform sub b van dit lid. Deze toeslag wordt meegenomen in de berekening van de ploegentoeslag per periode.
d. Indien de werknemer meer of minder zaterdagen dan het afgesproken aantal heeft gewerkt is de Uitvoeringsregeling toekenning toeslagpercentage artikel 13 lid 2 zoals opgenomen in bijlage X, van toepassing.
3. Indien een werknemer structureel volgens rooster op meer dan één dag per week werkzaam is, is lid 1 van dit artikel van toepassing.
4. De conform lid 1 en 3 berekende ploegentoeslag wordt over de uitbetaalde uren gegeven.
5. a. De werknemer die volgens rooster één maal per week werkzaam is in een avonddienst, ontvangt voor elk in die dienst tussen 18.00 en 24.00 uur gewerkt uur naast het basisuursalaris een toeslag van 15% van het basisuursalaris.
b. De werknemer die volgens rooster één maal per week werkzaam is in een nachtdienst, ontvangt voor elke in die dienst tussen 22.00 en 07.00 gewerkt uur naast het basisuursalaris een toeslag van 30% van het basisuursalaris.
c. De toeslag zoals bedoeld in sub a. en b. van dit lid wordt met ingang van periode 2-2009 ook toegekend indien de werknemer niet werkt vanwege een vrije dag, ziekte enz.
d. De werknemer die uitsluitend op zaterdag overdag werkzaam is, ontvangt geen ploegentoeslag.
e. Indien de werknemer naast de in lid 5a, 5b of 5c genoemde dienst incidenteel arbeid moet verrichten op andere dagen, wordt voor elk te werken uur op deze andere dagen een toeslag
toegekend die gelijk is aan het inconveniëntenpercentage, zoals vastgelegd in de inconveniëntenmatrix, met dien verstande dat de zaterdagtoeslag wordt beperkt tot 35%.
f. De werknemer die uitsluitend op zaterdag werkzaam is ontvangt voor ieder gewerkt uur op zaterdag na 18.00 uur naast het basisuursalaris een toeslag van 35% van het basis- uursalaris.
6. Een werknemer met een volledig dienstverband die arbeid in continudienst verricht, ontvangt boven het voor hem vastgestelde basisuursalaris een ploegentoeslag van 30%.
7. Een werknemer met een ploegentoeslag die overwerkt, ontvangt per gewerkt overuur naast het basisuursalaris de overwerkvergoeding vermeld in artikel 8, en de voor hem geldende ploegentoeslag per gewerkt uur.
8. De ploegentoeslag wordt gegeven over het basisuursalaris.
9. a. Op verzoek van de werknemer kan de uit te betalen ploegentoeslag geheel of gedeeltelijk in vrije tijd worden opgenomen, mits de bedrijfsvoering dit toelaat.
b. Aan de uren, zoals bedoeld in lid 9a, is in de inconveniëntenmatrix een inconveniënten- percentage toegekend. Per in tijd opgenomen uur zal de uit te betalen ploegentoeslag worden verminderd met het uurloon en het percentage van het uurloon, dat gelijk is aan het bij dat uur behorende inconveniëntiepercentage.
c. Een afspraak als bedoeld in sub a van dit lid, leidt niet tot wijziging in de met betrokkenen afgesproken aantal contracturen.
Artikel 14 Geen verplichting meer tot arbeid in ploegendienst of nachtdienst
1. a. Voor werknemers van 58 jaar of ouder bestaat er geen verplichting meer om in ploegendienst te werken.
b. Het onder sub a. bepaalde zal voor de betrokken werknemers geen financiële consequenties hebben.
2. a. Voor werknemers die uiterlijk in 2001 50 jaar of ouder worden bestaat er geen verplichting meer om in de nachtdienst te werken.
b. Het onder sub a. bepaalde zal voor de betrokken werknemers geen financiële consequenties hebben m.b.t. de ploegentoeslag verbonden aan het werken in ploegendienst.
3. a. Werknemers die in 2002 en daarna 50 jaar worden en afzien van het werken in de nachtdienst, behouden (een gedeelte van) de ploegentoeslag, verbonden aan het werken in de nachtdienst.
De hoogte wordt bepaald door het aantal jaren dat onafgebroken in de nachtdienst is gewerkt :
Jaar | % per nachtdienst-jaar | behoud maximum ploegentoeslag |
2002 | 10% | 100% |
2003 | 9% | 90% |
2004 | 8% | 80% |
2005 | 7% | 80% |
b. Indien in 2005 op vijftigjarige leeftijd méér dan 10 jaar in de nachtdienst is gewerkt, stijgt het maximum gedeelte ploegentoeslag dat behouden blijft met 7% per extra jaar tot een maximum van 80%.
c. Voor werknemers die in enig jaar 50 jaar worden, maar op een later moment afzien van het werken in de nachtdienst, blijven de percentages gelden zoals die van toepassing waren in het jaar dat betrokkenen 50 jaar werden. De gewerkte jaren na 50 jaar tellen mee bij de bepaling van welk gedeelte van de ploegentoeslag behouden blijft.
4. Lid 1 tot en met 3 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing indien werknemers zoals bedoeld in dit artikel na het bereiken van de leeftijd van 58 respectievelijk 50 jaar overgaan naar een ander werkrooster, ongeacht of de werkgever dan wel de werknemer het initiatief daartoe heeft genomen.
5. Met ingang van 15 oktober 2009 geldt dat indien medewerkers van 50 jaar en ouder afzien van het werken in de nachtdienst zij in avonddiensten worden ingeroosterd, waarbij het oude rooster leidend is. Dat betekent dat medewerkers in het nieuwe rooster niet verplicht worden tot méér avonddiensten dan in het oude rooster. Daarbij geldt wel dat Xxxxxx Xxxxx de medewerker kan verplichten ten minste één keer per 9 weken avonddiensten te draaien.
Artikel 15 Verlaging van de ploegentoeslag
1. a. Een werknemer die gedurende een periode werkzaam is geweest volgens een werktijdregeling waaraan een ploegentoeslag is verbonden, kan door bedrijfsomstandig- heden of vanwege zwaarwichtige privé-redenen overgaan naar een andere werktijd- regeling.
b. Indien aan die andere werktijdregeling een lagere of geen ploegentoeslag is verbonden,
wordt de nieuwe lagere ploegentoeslag aangevuld met een percentage van het verschil tussen de oude en de nieuwe ploegentoeslag gedurende de tijd zoals opgenomen in lid c t/m h.
c. Na minder dan 3 maanden een (hogere) toeslag te hebben ontvangen:
- geen aanvulling.
d. Na 3 maanden of langer doch korter dan 1 jaar een (hogere) toeslag te hebben ontvangen:
- 8 weken 100% van het verschil
- 4 weken 80% van het verschil.
e. Na 1 jaar of langer doch korter dan 3 jaar een (hogere) toeslag te hebben ontvangen:
- 12 weken 100% van het verschil
- 8 weken 80% van het verschil
- 4 weken 60% van het verschil
- 4 weken 40% van het verschil
- 4 weken 20% van het verschil.
f. Na 3 jaar of langer doch korter dan 5 jaar een (hogere) toeslag te hebben ontvangen:
- 16 weken 100% van het verschil
- 12 weken 80% van het verschil
- 8 weken 60% van het verschil
- 4 weken 40% van het verschil
- 4 weken 20% van het verschil.
g. Na 5 jaar of langer een (hogere) toeslag te hebben ontvangen:
- 20 weken 100% van het verschil
- 16 weken 80% van het verschil
- 16 weken 60% van het verschil
- 12 weken 40% van het verschil
- 8 weken 20% van het verschil.
h. 50 jaar en ouder en 5 jaar of langer een (hogere) toeslag te hebben ontvangen:
- 40 weken 100% van het verschil
- 32 weken 80% van het verschil
- 16 weken 60% van het verschil
- 12 weken 40% van het verschil
- 8 weken 20% van het verschil.
2. Indien een werknemer vanwege een medische indicatie in een ander werkrooster gaat werken zal gedurende een jaar de ploegentoeslag die behoorde bij zijn oude werkrooster worden doorbetaald. Na dat jaar wordt de ploegentoeslag afgebouwd tot het niveau dat behoort bij het nieuwe werkrooster.
3. Indien een werknemer, werkzaam gedurende tenminste tien jaar volgens een werktijdregeling waaraan een ploegentoeslag is verbonden, door bedrijfsomstandigheden overgaat naar een werktijdregeling waaraan een lagere of geen ploegentoeslag is verbonden, wordt de afbouw van de oude ploegentoeslag beperkt tot de helft van het gemiddelde van de ploegentoeslag over de afgelopen tien jaar.
5. Salarissen, toeslagen en beloning ingeleend personeel
Artikel 16 Salarisgroepen
Iedere werknemer is in een functiegroep ingedeeld overeenkomstig de door hem uitgeoefende functie. Bij elke functiegroep behoort een salarisgroep.
Met ingang van 27 maart 2000 is de indeling van de functie in een functiegroep gebaseerd op de functiewaarderingsmethode ORBA, zoals vermeld in bijlage I. Bij deze indeling behoort de inschaling van de functie en beloning conform salaristabel I.
De wijze van invoering van de resultaten van deze functiewaarderingsmethode en inschaling van de functie en beloning conform salaristabel I is opgenomen in bijlage II.
Artikel 17 Salarissen
1.a. In bijlage II is salaristabel I opgenomen die geldt voor:
- de werknemers die op of na 19 juni 2000 in dienst zijn gekomen;
- de werknemers die voor 19 juni 2000 in dienst zijn getreden en voor wie met ingang van 27 maart 2000 of later met in achtneming van de inhoud van bijlage VI deze salaristabel van toepassing is geworden.
X.X. Xxxxxxxxxxxx XX t/m IV voor medewerkers die eerder in dienst zijn getreden en salaristabel V voor de medewerkers op wie tot 27 maart 2000 de CAO Support & Services van Xxxxxx Xxxxx van toepassing is geweest, zijn opgenomen in het Handboek Personeel Logistics.
b. Bij indiensttreding worden medewerkers, waaronder hier inbegrepen uitzendkrachten en door derden bij werkgever gedetacheerd personeel, in de functie van basismagazijnmedewerker en vergelijkbare productie gerelateerde functies, beloond conform salarisschaal A.
Medewerkers, waaronder hier inbegrepen uitzendkrachten en door derden bij werkgever gedetacheerd personeel die andere functies vervullen, worden beloond conform de bij deze functies behorende salarisschaal.
De werkgever draagt er zorg voor dat uitzendkrachten en door derden bij werkgever gedetacheerd personeel die op een introductie- of voorlichtingsbijeenkomst werkzaamheden verrichten, al dan niet in het kader van inwerken, een beloning ontvangen voor de dan gewerkte uren.
2. Overeenkomstig de voor de functie van de werknemer geldende indeling in een functiegroep, en rekening houdend met leeftijd, functiejaren, eventuele inconveniëntenklasse en dienst- verbandtoeslag, zal het in bijlage II vermelde basisuursalaris worden betaald.
3. a. De werknemer die is ingedeeld in een salarisschaal van salaristabel I ontvangt het basisuursalaris behorende bij zijn leeftijd, eventueel verhoogd met één of meer tredes.
b. Aan de werknemer die de leeftijd van 19 jaar heeft bereikt en tenminste één jaar in dienst is wordt een extra verhoging, genaamd functiejaar, toegekend.
De toekenning geschiedt per de eerste dag van de eerste periode van enig jaar, voor de eerste keer in 2009.
c. De werknemer die 23 jaar is ontvangt met ingang van de eerstvolgende vierde kalenderjaarperiode ná zijn verjaardag een gedeeltelijke trede.
De hoogte van deze trede wordt berekend naar rato van het verstreken deel van een jaar sinds de verjaardag.
d. De werknemer die in dienst treedt en op dat moment 23 jaar of ouder is, ontvangt met ingang van de eerstvolgende vierde kalenderjaarperiode ná zijn indiensttreding een gedeeltelijke trede.
De hoogte van deze trede wordt berekend naar rato van het verstreken deel van een jaar sinds de indiensttreding.
e. Het basisuursalaris van de werknemer die de leeftijdschalen en de overgang als bedoeld in sub b. is gepasseerd, wordt met ingang van de vierde periode van elk kalenderjaar met één trede verhoogd tot het maximum van de salarisschaal is bereikt met inachtneming van sub b. en c.
De laatste toe te kennen trede kan kleiner zijn dan een volledige trede.
f. Indien de werknemer een hoger ingeschaalde functie gaat vervullen, wordt zijn basisuursalaris verhoogd met de helft van de trede van de nieuwe salarisschaal, tenzij de werknemer in die situatie 23 jaar of jonger is. Dan wordt het basisuursalaris dat hoort bij zijn leeftijd toegekend.
4. Uitbetaling van de salarissen vindt plaats eenmaal per 4 weken.
Artikel 18 Algemene salarisaanpassing
1. De basissalarissen, de basisuursalarissen, de periodesalarissen, de vloeren en toeslagen worden verhoogd:
- per 31 december 2012 met 1,75%
- per 4 november 2013 met 0,5%
- per 30 december 2013 met 1,25%
2. Voor werknemers van 23 jaar en ouder met een volledig dienstverband geldt per procent verhoging zoals genoemd in sub a. van lid 1 van dit artikel, een minimum per jaar van,
€ 248,83 per 31 december 2012, € 250,08 per 4 november 2013 en € 253,20 per 30
december 2013.
3. Voor werknemers jonger dan 23 jaar met een volledig dienstverband, geldt de minimum verhoging zodanig, dat voor elk leeftijdsjaar jonger dan 23 jaar een aftrek van 7,5% wordt toegepast. Bij een onvolledig dienstverband is de minimum verhoging naar evenredigheid van de mate van onvolledigheid lager.
4. Bij de berekening van de aanpassing van de salaristabellen wordt uitgegaan van het bijgehouden niet afgeronde periodeloon. Daaruit wordt het uurloon berekend en naar boven afgerond op hele centen. Met het aldus vastgestelde uurloon wordt het periodeloon berekend.
Artikel 19 Toeslagen en vergoedingen
19.1 Vervangingstoeslag
1. x. Xxxxxx Xxxxx streeft ernaar te voorkomen dat een werknemer in een hoger ingeschaalde functie vervangt.
b. Indien de werknemer toch in een hoger ingeschaalde functie vervangt moet deze vervanging zijn overeengekomen en vastgelegd. Gedurende de tijd van de vervanging heeft de werknemer met inachtneming van sub d, recht op een vervangingstoeslag.
c. Bij vervanging ontvangt de werknemer per 2 november 2009 een toeslag van
€ 6,00 per dienst en per 30 december 2013 een toeslag van € 6,50,per dienst ongeacht de duur van de vervanging in deze dienst.
d. Er bestaat geen recht op een vervangingstoeslag:
- indien de werknemer een persoonlijke toeslag ontvangt vanwege een hoger betaalde functie uit het verleden, die hoger of gelijk is aan de vervangingstoeslag. Indien de persoonlijke toeslag teruggerekend per dienst lager is dan € 6,00 respectievelijk € 6,50 wordt het verschil als vervangingstoeslag toegekend;
- indien de werknemer vervangt in het kader van zijn opleiding om praktijkervaring op te doen.
e. Het bedrag van de vervangingstoeslag zoals bedoeld in sub c. wordt aangepast met de algemene salarisaanpassingen zoals afgesproken in de CAO. Zodra door de achtereenvolgende aanpassingen de toeslag met tenminste een halve euro is toegenomen, wordt de toeslag met een halve euro verhoogd.
19.2 Koudetoeslag
a . Aan werknemers die werkzaamheden verrichten in mechanisch gekoelde ruimten die een temperatuur hebben van minder dan 7°C, wordt voor e lk vol uur een bruto toeslag betaald van € 0,24 per 2 november 2009 en € 0,25 per 31 december 2012.
b. De toeslag wordt als een vast bedrag per periode uitgekeerd indien de werknemer in de uitoefening van zijn functie gedurende een vast aantal uren per periode in de gekoelde ruimten werkzaamheden verricht.
c. De toeslag wordt als een variabel bedrag per periode uitgekeerd indien de werknemer incidenteel, bijvoorbeeld door vervanging, in gekoelde ruimtes werkzaamheden verricht.
19.3 Consignatie
a. Een werknemer kan consignatie worden aangezegd. De consignatiedienst zal volgens een rooster, zoveel als mogelijk, over de daarvoor in aanmerking komende werknemers gespreid worden, teneinde de persoonlijke belasting en het inkomenseffect beperkt te houden. De reisduur van de verblijfplaats van de geconsigneerde werknemer naar het distributiecentrum dient zo kort mogelijk, en in principe niet langer dan 30 minuten te zijn. Indien de geconsigneerde werknemer is opgeroepen teneinde werkzaamheden te verrichten, dient na afloop van dat werk de wettelijke minimale rustduur in acht te worden genomen.
b. De geconsigneerde werknemer ontvangt de volgende bruto toeslagen per uur:
- voor consignatieuren gelegen tussen maandag 0.00 uur en vrijdag 24.00 uur:
€ 0,99 per 2 januari 2012
€ 1,01 per 31 december 2012
€ 1,02 per 4 november 2013
€ 1,03 per 30 december 2013.
- voor consignatieuren gelegen tussen zaterdag 0.00 uur en 24.00 uur:
€ 1,74 per 2 januari 2012
€ 1,77 per 31 december 2012
€ 1,78 per 4 november 2013
€ 1,80 per 30 december 2013.
- voor consignatieuren gelegen tussen zondag 0.00 uur en 24.00 uur:
€ 1,99 per 2 januari 2012
€ 2,02 per 31 december 2012
€ 2,03 per 4 november 2013
€ 2,06 per 30 december 2013.
c. Indien de geconsigneerde werknemer is opgeroepen, zal naast de tijd gedurende welke arbeid is verricht, de reistijd beloond worden als overwerk artikel 8 lid 5 respectievelijk artikel 9 lid 3.
Artikel 20 Beloning ingeleend personeel
Uitzendkrachten worden beloond volgens Bijlage II.
6. Vakantierechten, arbeidsduurverkorting en roostervrije seniorendagen
Artikel 21 Vakantierechten
1. Het vakantiekweekjaar loopt van de eerste dag van de eerste betalingsperiode van enig jaar tot en met de laatste dag van de 13e betalingsperiode van dat jaar.
2. a. Werknemers met een volledig dienstverband hebben op jaarbasis recht op 208 vakantie-uren met behoud van salaris.
Vakantierechten worden gekweekt op basis van het aantal uitbetaalde uren niet zijnde overwerkuren, tot een maximum van 208 uren.
b. Voor de periodes aan het begin en het einde van het dienstverband geldt eveneens dat vakantierechten worden toegekend op basis van het aantal betaalde uren, niet zijnde overuren, in die perioden.
c. Vakantie wordt alleen over het aantal te werken uren volgens het werkrooster genoten.
d. Opname van vakantie vindt plaats in uren. Bij opname van een hele dag (respectievelijk hele dagen) vakantie wordt het vakantierecht verminderd met het aantal werkelijk te werken uren volgens het werkrooster van de desbetreffende dag (respectievelijk dagen).
Eventueel ingeplande arbeidsduurverkortingsuren blijven daarbij buiten beschouwing.
3. Vakantie-uren moeten worden opgenomen in het kalenderjaar dat aanvangt tijdens het vakantiekweekjaar, en dienen in overleg met werkgever te worden vastgesteld. Hierbij zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de wensen van de werknemer.
4. Vakantie-uren dienen in het opnamejaar bedoeld in lid 3 van dit artikel, te worden opgenomen, behoudens in geval van ziekte of indien er individueel afwijkende afspraken zijn gemaakt.
5. a. Het minimum aantal dagen waarop jaarlijks aaneengesloten vakantie-uren dienen te worden opgenomen bedraagt 10, behalve indien de werknemer in de loop van het vakantiekweekjaar in dienst is getreden en daardoor onvoldoende vakantierecht kweekt.
b. Indien de werknemer dat wenst kan hij 15 dagen aaneengesloten vakantie opnemen, uiteraard mits hij zoveel vakantie heeft gekweekt.
6. De werknemer kan in overleg met de werkgever een keer per twee jaar zes weken aaneengesloten vakantie opnemen. Hiervoor kunnen mede de gespaarde uren zoals bedoeld in artikel 28 worden opgenomen.
Indien van deze zes weken vier weken of meer tijdens het hoogseizoen worden opgenomen, mogen in het voorafgaande of opvolgende kalenderjaar maximaal twee weken vakantie in het hoogseizoen liggen.
7. a. Indien volgens rooster op vrijdagnacht of zaterdag wordt gewerkt, en de medewerker op de opvolgende maandag een vrije dag wenst op te nemen, zal dit in principe worden toegestaan.
b. Indien op zaterdag wordt gewerkt is in de week waarin die zaterdag valt voor het
uitroosteren geen enkele andere dag bij voorbaat uitgesloten. Uitroostering zal onder meer op basis van de geïnventariseerde wensen, en in overleg met de betrokken medewerkers plaatsvinden.
8. Gedurende de weken zoals bedoeld in lid 10 van artikel 25 wordt een verzoek tot opname
van vakantiedagen individueel beoordeeld. De opname zal worden toegestaan, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Dit zal aan betrokkene worden toegelicht.
9. Werknemers in continudienst mogen per vakantiekweekjaar slechts twee snipperdagen laten samenvallen met zaterdag, zondag of een algemeen erkende Christelijke feestdag.
Artikel 22 Extra vakantierechten
1. Werknemers, die in een kalenderjaar tenminste 25 jaar in dienst zijn, hebben jaarlijks recht op 24 uren extra vakantie.
2. a. Werknemers, die in een kalenderjaar een leeftijd hebben volgens onderstaande tabel, kunnen de navolgende extra vakantie-uren per jaar opnemen, boven de in artikel 21 vermelde uren:
45 tot en met 49 jaar 24 uren
50 tot en met 54 jaar 36 uren
55 tot en met 59 jaar 40 uren
60 jaar 56 uren
61 jaar 72 uren
62 jaar 88 uren
63 jaar 104 uren
64 jaar 120 uren
De extra vakantie-uren, zoals bedoeld onder lid 1 van dit artikel verhogen de in deze tabel aangegeven rechten niet.
b. Lid 2a. geldt niet voor werknemers op wie artikel 29 (Roostervrije Seniorendagen) van toepassing is.
3. Opname van de extra vakantie-uren geschiedt in overleg met de werkgever conform het gestelde in artikel 21 lid 2d.
4. Werknemers met een onvolledig dienstverband verkrijgen de extra vakantie-uren naar verhouding.
Artikel 23 Vakantietoeslag
1. Het vakantietoeslagkweekjaar is gelegen tussen:
6e t/m 5e periode van ieder jaar voor werknemers, die na 17 mei 1976 in dienst zijn getreden; 8e t/m 7e periode van ieder jaar voor werknemers, die vóór 17 mei 1976 in dienst zijn getreden.
2. a. Werknemers ontvangen 8% vakantietoeslag.
De vakantietoeslag wordt berekend op basis van de aan een werknemer in het vakantie- toeslagkweekjaar uitbetaalde uren, niet zijnde overuren, tegen het basisuursalaris op het moment van uitbetalen, vermeerderd met maximaal 13 maal de op de werknemer op het moment van uitbetalen van toepassing zijnde vaste toeslagen per periode.
b. Werknemers genoemd in artikel 3 onder lid 4 kweken 8% vakantietoeslag over de aan hen uit te betalen gewerkte uren, niet zijnde overuren.
3. Voor werknemers van 23 jaar en ouder geldt een minimum vakantietoeslag van bruto
€ 1880,72 per 2 januari 2012, € 1913,63 per 31 december 2012, € 1923,20 per 4 november 2013 en € 1974,24 per 30 december 2013 als zij het gehele kweekjaar voor vakantietoeslag een volledig dienstverband hebben gehad.
4. Zij die niet het gehele vakantietoeslagkweekjaar in dienst zijn geweest, of een onvolledig dienstverband hebben, ontvangen de minimum vakantietoeslag naar verhouding van de duur van het dienstverband ten opzichte van het vakantietoeslagkweekjaar.
5. De minimum vakantietoeslag geldt niet voor werknemers genoemd in artikel 3 onder lid 4.
6. a. In de 5e betalingsperiode van elk jaar wordt de vakantietoeslag uitbetaald.
b. Werknemers genoemd in artikel 3 onder lid 4 ontvangen de gekweekte vakantietoe- slagrechten tegelijk met de uitbetaling van de door hen gewerkte uren.
7. Bij beëindiging van het dienstverband wordt voor elke gehele of gedeeltelijke betalingsperiode van 4 weken waarin is gewerkt en waarvoor nog geen vakantietoeslag werd uitbetaald, deze alsnog uitgekeerd.
Artikel 24 Arbeidsduurverkorting
1. a. Een werknemer met een volledig dienstverband heeft recht op 184 uur arbeidsduur- verkorting per kalenderjaar, met inachtneming van lid 2.
b. Een werknemer met een volledig dienstverband, die 45 jaar of ouder is en voor wie artikel 29 van toepassing is, heeft recht op 115 uur arbeidsduurverkorting per kalenderjaar, met inachtneming van lid 2.
2. a. Een werknemer met een volledig dienstverband, werkzaam in een werkrooster waaraan een ploegentoeslag is verbonden, heeft recht op extra uren arbeidsduur- verkorting per kalenderjaar.
b. Deze extra uren worden als volgt vastgesteld: Indien de ploegentoeslag bedraagt:
< | 1%: | 3 uur |
≥ | 1 of < 2%: | 6 uur |
≥ | 2 of < 3%: | 9 uur |
≥ | 3 of < 4%: | 12 uur |
≥ | 4 of < 5%: | 15 uur |
≥ | 5 of < 6%: | 18 uur |
≥ | 6 of < 7%: | 21 uur |
≥ | 7 of < 8%: | 24 uur |
≥ | 8 of < 9%: | 27 uur |
≥ | 9 of < 10%: | 30 uur |
≥ | 10 of < 11%: | 33 uur |
≥ | 11 of < 12%: | 37 uur |
≥ | 12 of < 13%: | 40 uur |
≥ | 13 of < 14%: | 43 uur |
14% en meer: | 46 uur. |
c. Een werknemer in continudienst heeft recht op 52 uur extra arbeidsduurverkorting per kalenderjaar.
3. a. Een werknemer met een onvolledig dienstverband heeft recht op arbeidsduurver- kortingsuren conform lid 1 naar verhouding van de feitelijke arbeidsduur ten opzichte van de normale arbeidsduur.
b. Een werknemer met een onvolledig dienstverband, werkzaam in een werkrooster waaraan een ploegentoeslag is verbonden, heeft recht op extra arbeidsduurverkortingsuren conform lid 2 naar verhouding van de feitelijke arbeidsduur ten opzichte van de normale arbeidsduur.
4. De werknemer die in de loop van een kalenderjaar in dienst treedt, kweekt, met inachtneming van het hierboven bepaalde, vanaf het moment van indiensttreding naar rato een recht op arbeidsduurverkorting.
5. Indien een werknemer na de eerste dag van de eerste periode van het kalenderjaar uit dienst treedt, geldt het in lid 4 bepaalde op overeenkomstige wijze.
6. Indien een werknemer in de loop van een kalenderjaar van een werktijdregeling waaraan geen ploegentoeslag is verbonden, overgaat naar een werktijdregeling waaraan een ploegentoeslag is verbonden of omgekeerd, dan kweekt betrokkene vanaf die datum, met inachtneming van het onder lid 1 en 2 gestelde, naar rato arbeidsduurverkortingsuren.
7. Een werknemer die deelneemt aan de deeltijd-VUT heeft naar rato van deelname aan die regeling verminderd recht op arbeidsduurverkortingsuren.
Artikel 25 Opname van arbeidsduurverkorting
1. Arbeidsduurverkorting wordt opgenomen in hele en halve roostervrije dagen of op een andere wijze, met in achtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
2. Het vaststellen van de wijze waarop de arbeidsduurverkorting, zoals bedoeld in lid 1 kan worden opgenomen, wordt overgelaten aan het overleg tussen de werkgever en ondernemingsraad. Daarbij kan niet worden afgeweken van het onder lid 3 gestelde.
3. a. Arbeidsduurverkorting zoals bedoeld in lid 2 moet worden opgenomen in één of meer al dan niet aaneengesloten blokken van halve of hele dagen, overeenkomend met het op de desbetreffende halve of hele dagen te werken uren volgens werkrooster.
Op dit principe zijn de volgende uitzonderingen mogelijk:
1. indien de normale dagelijkse arbeidstijd van werknemer minder dan een halve dag bedraagt;
2. indien na eerdere opname minder dan een halve dag overblijft;
3. indien de opname per dag is ingeroosterd.
b. Bij de inroostering van arbeidsduurverkorting zal zoveel mogelijk spreiding plaatsvinden over dag-, nacht- en avonddiensten.
4. Met inachtneming van de uitkomst van het onder lid 2 bedoelde overleg, moet opname van arbeidsduurverkortingsuren geschieden in overleg tussen werkgever en werknemer.
6. De uren arbeidsduurverkorting, zoals bedoeld in lid 1 moeten worden opgenomen tussen de eerste dag van de eerste periode en de laatste dag van de dertiende periode.
Niet tijdig opgenomen arbeidsduurverkortingsuren, dat het maximum aantal te sparen arbeidsduurverkortingsuren zoals genoemd in artikel 28 lid 1a. te boven gaat, komen te vervallen.
6. Indien een arbeidsduurverkortingsdag (c.q. halve dag) zoals bedoeld in lid 1 in de vakantie mocht komen te vallen, dan worden naar evenredigheid minder vakantie uren op de opgebouwde vakantierechten in mindering gebracht.
7. Bij beëindiging van het dienstverband worden arbeidsduurverkortingsuren die niet voor de beëindiging opgenomen konden worden uitbetaald.
N.B. Uitdrukkelijk zij vermeld dat de arbeidsduurverkortingsuren ook in de opzegtermijn kunnen worden genoten.
8. Indien een werknemer méér arbeidsduurverkortingsuren heeft opgenomen dan rechtens de lengte van zijn dienstverband in dat jaar zijn ontstaan, dan moeten deze uren aan de werkgever worden terugbetaald.
9. Aan de werknemer met een dienstverband voor maximaal 12 uren per week, worden de arbeidsduurverkortingsuren uitbetaald, tenzij de werknemer er de voorkeur aan geeft de arbeidsduurverkortingsuren in tijd op te nemen.
10. a. Gedurende maximaal 12 weken per jaar kan de werknemer geen arbeidsduurverkor- tingsuren opnemen.
b. De werkgever zal in overleg met de ondernemingsraad de weken aanwijzen, waarin in beginsel geen arbeidsduurverkorting kan worden opgenomen.
c. De werknemer die in de conform lid b. vastgestelde weken toch arbeidsduurverkortingsuren wil opnemen, kan hiertoe een verzoek indienen bij zijn directe chef.
d. Het verzoek moet uiterlijk twee weken voor de aanvang van een onder b. bedoelde week ingediend zijn.
e. De werkgever beslist binnen een week over inwilliging of afwijzing van het verzoek.
f. De werkgever kan het verzoek afwijzen op grond van de bedrijfsdrukte en de benodigde bezettingsgraad in de onder b. bedoelde weken.
Artikel 26 Arbeidsongeschiktheid en arbeidsduurverkorting
1. Bij arbeidsongeschiktheid op dagen respectievelijk weken waarin de wekelijkse arbeidsduur minder dan 40 bedraagt door dagelijkse ingeplande opname van arbeidsduurverkortingsuren, bestaat geen mogelijkheid de desbetreffende arbeidsduurverkortingsuren op een ander moment te compenseren.
2. Ten aanzien van de arbeidsduurverkortingsuren die in de vorm van halve of hele roostervrije dagen worden opgenomen is de duur van de arbeidsongeschiktheid bepalend voor het eventueel vervallen van de arbeidsduurverkortingsuren.
Per 4 weken aaneengesloten ziekte vervalt 1/13 deel van dit arbeidsduurverkortingsrecht.
3. Indien een werknemer ziek wordt (is) op de arbeidsduurverkortingsdag (c.q. halve dag) dan kan de arbeidsduurverkorting op een ander moment worden opgenomen, met inachtneming van lid 1.
4. Een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is in de zin van de AAW/WAO, WIA en de ZW, heeft in verhouding tot het aantal uren dat betrokkene werkt recht op arbeidsduurverkortingsuren. Indien de arbeidsongeschiktheid op enig moment gaat toe- of afnemen, dan gaat vanaf hetzelfde moment minder of meer recht op arbeidsduurver- kortingsuren ontstaan. Mocht betrokkene volledig arbeidsongeschikt in de zin van de AAW/WAO of WIA worden, dan vervalt het recht op eventueel niet opgenomen arbeidsduurverkortingsuren.
Artikel 27 Werkgelegenheid en arbeidsduurverkorting
1. Werkgever zal de, als gevolg van invoering van arbeidsduurverkorting, vrijkomende uren zoveel als dat mogelijk is bezetten en bij voorkeur door werkloze jongeren. Vrijkomende uren zullen niet worden bezet door uitzendkrachten of als overwerk worden aangeboden.
2. De overeengekomen arbeidsduurverkorting op jaarbasis kan in overleg tussen partijen of teniet worden gedaan; of zodanig worden geprogrammeerd, dat de arbeidstijd per week wordt verkort.
Artikel 28 Sparen van vakantierechten en arbeidsduurverkortingsrechten
1. a. Een werknemer met een volledig dienstverband kan elk kalenderjaar jaarlijks 40 vakantie- uren, extra vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 22 lid 1 en 2, alsmede 40 arbeids- duurverkortingsuren sparen.
Met ingang van 31 december 2012 luidt lid 1a als volgt:
1. a. Een werknemer met een volledig dienstverband kan elk kalenderjaar jaarlijks 48 vakantie- uren, extra vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 22 lid 1 en 2, alsmede 40 arbeids- duurverkortingsuren sparen.
b. Voor een werknemer met een onvolledig dienstverband wordt het aantal te sparen uren zoals genoemd in sub a. vastgesteld naar rato van het aantal contracturen.
2. Indien een werknemer in de loop van een kalenderjaar in dienst treedt, kan betrokkene in dat betreffende jaar, met inachtneming van het hierboven bepaalde, vanaf het moment van indiensttreding, naar rato vakantie-uren en arbeidsduurverkortingsuren sparen.
3. Indien een werknemer ná de eerste dag van de eerste periode van het kalenderjaar uit dienst treedt geldt het in lid 2 bepaalde op overeenkomstige wijze.
4. De gespaarde uren kunnen als betaald verlof worden opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn:
- ouderschapsverlof
- studieverlof
- lang durende vakantie
- calamiteitenverlof
- verkorting werktijd
- eerder stoppen met werken dan het VUT- of pensioneringsmoment.
5. In overleg tussen werknemer en werkgever zal de wijze en het moment van opname van het verlof worden vastgesteld. Hierbij zal een afweging van belangen plaatsvinden.
Artikel 29 Roostervrije Seniorendagen (RSD)
1. a. Werknemers met een volledig dienstverband, in de leeftijdscategorie 45 t/m 52 jaar, die de functies vervullen zoals opgenomen in de takenmatrix magazijnmedewerker, medewerker accukamer en (all-round) service-monteur zullen gedurende 23 perioden van twee weken per jaar één dag, niet behoeven te werken.
b. Werknemers met een volledig dienstverband, in de leeftijdscategorie 53 jaar en ouder, die de functies vervullen zoals opgenomen in de takenmatrix magazijnmedewerker, medewerker accukamer en (all-round) servicemonteur zullen gedurende 46 weken per jaar één dag, niet behoeven te werken.
2. Werknemers die per 1 januari 2002 reeds deelnemen aan de RSD-regeling, maar niet een functie vervullen zoals genoemd in lid 1 zoals dat luidt per 1 januari 2002, behouden hun dan bestaande rechten. Daar komen geen nieuwe rechten meer bij.
3. a. Werknemers met een dienstverband van méér dan 128 contracturen per periode van vier weken ontvangen RSD naar rato van hun aantal contracturen.
b. Werknemers met een dienstverband van méér dan 128 contracturen per periode van vier weken die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en die voor méér dan 80% van hun contracturen zijn ingeroosterd, ontvangen RSD naar rato van het aantal ingeroosterde uren. Onder ingeroosterde uren worden naast gewerkte uren tevens verstaan eventueel opgenomen ADV-uren, vakantie- uren, BCD-uren.
c. Werknemers die op basis van arbeidstherapie werkzaam zijn, zullen niet worden ingeroosterd op hun RSD dag.
4. a. Over de inroostering van roostervrije seniorendagen wordt vooraf, per kalenderjaar over- legd met de Ondernemingsraad.
b. Inroostering geschiedt zoveel mogelijk in hele diensten en op een zodanige manier dat het fysieke belastingpatroon wordt doorbroken. Indien de roostervrije seniorendag in een nachtdienst valt, zal deze aan het einde of aan het begin van de nachtdienst week worden uitgeroosterd.
c. De individuele inroostering van roostervrije seniorendagen vindt plaats in overleg met de werknemer.
d. Bij het genieten van een roostervrije seniorendag in een werkrooster waarin per dag 7,5 uur wordt gewerkt en 0,5 uur arbeidsduurverkorting wordt opgenomen, wordt 7,5 uur RSD toegekend, en neemt de werknemer 0,5 uur arbeidsduurverkorting op.
5. Er bestaat geen recht op vervangend vrijaf, indien men de roostervrije seniorendag niet heeft kunnen genieten wegens ziekte of buitengewoon verlof. Het rooster is hierbij bepalend.
6. Roostervrije seniorendagen komen nimmer in aanmerking voor uitbetaling in geld.
7. a. Het is verboden om op roostervrije seniorendagen elders in dienstverband of voor eigen rekening betaalde werkzaamheden te verrichten.
b. Op roostervrije seniorendagen kan aan werknemers vallende onder de regeling geen overwerk worden opgedragen.
c. Tijdens opname van roostervrije seniorendagen zal voor werknemers vallende onder de regeling geen consignatiedienst worden ingeroosterd.
8. Een werknemer heeft recht op RSD ingaande periode 1 van het kalenderjaar waarin betrokkene 45 jaar wordt c.q. recht op extra RSD ingaande periode 1 van het kalenderjaar waarin betrokkene 53 jaar wordt.
9. Gezien de functie van RSD, namelijk bijdragen aan het verminderen van het aantal WAO-ers in de toekomst, alsmede vermindering van het ziekteverzuim, zullen de roostervrije senioren- dagen bij alle werknemers worden ingeroosterd, zodra zij daarvoor in aanmerking komen.
10. De werkgever zal de productieve uren die ten gevolge van de regeling Roostervrije Senioren Dagen niet meer bezet worden, herbezetten.
7. Buitengewoon verlof, verlof aansluitend aan het bevallingsverlof, ouderschapsverlof, verlof etnische feestdagen
Artikel 30 Buitengewoon verlof
1. In de volgende gevallen wordt verzuim, voor zover binnen het werkrooster noodzakelijk, doorbetaald, indien hiervan tijdig aan de werkgever mededeling is gedaan:
a. Ondertrouw en huwelijk:
- huwelijk van eigen kinderen, pleegkinderen, kleinkinderen, ouders, schoonouders, broers, zusters, zwagers of schoonzusters: 1 dag;
- eigen huwelijk met inbegrip van ondertrouw: 3 dagen;
- 25- en 40-jarig huwelijksfeest van de werknemer: 1 dag;
- 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijk van ouders, schoonouders en (aangehuwde) grootouders: 1 dag.
Het buitengewoon verlof bij huwelijk en huwelijksjubileum is ook van toepassing indien in plaats van een huwelijk sprake is van geregistreerd partnerschap.
b. Bevalling:
- bij bevalling van de echtgenote, de geregistreerde partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont: gedurende de bevalling.
N.B. De wet Arbeid en zorg bepaalt bovendien dat er gedurende een tijdvak van vier weken na de bevalling recht bestaat op 2 dagen doorbetaald zgn. kraamverlof.
c. Overlijden:
- overlijden van de echtgenote/echtgenoot, inwonende eigen, pleeg- of stiefkinderen: vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van begrafenis of crematie;
- overlijden van xxxxxxxxxx kinderen en ouders: 3 dagen;
- overlijden van xxxxxxxxxxxx indien de werknemer de begrafenis of crematie moet regelen: 3 dagen;
- begrafenis of crematie van xxxxxxxxxxx, schoonouders, broers, zusters, zwagers, schoonzusters, kleinkinderen: 1 dag.
d. Ziekte:
- Ziekte waarbij levensgevaar aanwezig is van echtgenote/echtgenoot, eigen-, pleeg-, of stiefkinderen: een door de werkgever vast te stellen tijd.
e. Zakenjubilea:
- 12,5-, 25-, 40-, en 50 jarig eigen zakenjubileum: 1 dag.
f. Overige:
- voor het doen van een door het bedrijf nuttig geacht examen of tentamen: 1 dag;
- voor het vervullen van een door de wet of overheid, zonder geldelijke vergoeding, opgelegde verplichting: 2 dagen.
g. Extra buitengewoon verlof. In geval van:
- ernstige ziekte thuis;
- bijzondere omstandigheden (overmacht);
- overlijden echtgeno(o)te;
- overlijden inwonende (pleeg-)kind(eren);
een per geval te regelen, door de werkgever vast te stellen, aantal vrije dagen.
h. Indien de medewerker en zijn leidinggevende van mening verschillen over de toepasselijkheid van lid 1 sub d of lid 1 sub g eerste platte streepje in de situatie waarin de medewerker verkeert, oordeelt de HRBP AH Logistics over de toepasselijkheid.
2. Doktersbezoek.
Van de werknemer wordt verwacht dat hij, indien enigszins mogelijk, dokters-, tandartsbezoek en fysiotherapie buiten werktijd en dus voor eigen rekening regelt. Indien het toch binnen werktijd moet plaatsvinden, dient dit zoveel mogelijk aan het begin of aan het einde van de werkdag afgesproken te worden. Vorenstaande geldt in versterkte mate indien het vervolgafspraken betreft.
3. In de periode van 5 jaar, voorafgaande aan zijn pensionering, heeft de werknemer eenmaal recht op maximaal 5 dagen verlof, met behoud van loon, voor het bijwonen van een cursus ter voorbereiding op zijn pensionering.
4. Voor het verrichten van onbezoldigde activiteiten in vertegenwoordigende organen van algemeen belang heeft de werknemer recht op maximaal 3 dagen per jaar verlof, met behoud van loon, mits het werk dit toelaat.
5. Ten behoeve van buitenlandse werknemers wordt ¾ uur per week doorbetaald verlof gegeven gedurende 1 jaar, mits deze tijd aangewend wordt voor het volgen van een cursus Nederlandse taal en betrokkene op 1 oktober 1979 in dienst was.
6. De werknemer die arbeid in ploegendienst of continudienst verricht en aanspraak kan maken op buitengewoon verlof, heeft bovendien recht op één extra vrije nacht, ingeval deze werknemer volgens de werktijdregeling nachtdienst heeft en de nacht na de buitengewoon verlofdag zou moeten werken.
7. Voor de toepassing van dit artikel wordt met het huwelijk gelijk gesteld een andere duurzame samenlevingsvorm van de werknemer die van tevoren schriftelijk aan werkgever kenbaar is gemaakt, of registratie conform de wet Geregistreerd Partnerschap.
Artikel 31 Verlof aansluitend aan het bevallingsverlof
In aansluiting op het bevallingsverlof kan 4 weken onbetaald verlof worden opgenomen. Dit dient tenminste 10 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum aan de afdeling personeelszaken kenbaar te zijn gemaakt.
Artikel 32 Ouderschapsverlof
1. De werknemer kan, inclusief het wettelijk recht op ouderschapsverlof, direct aansluitend aan het bevallingsverlof maximaal 52 maal de omvang van de arbeidsduur per week ouder- schapsverlof opnemen.
Dit verlof moet binnen een jaar worden opgenomen.
2. Indien en voor zover geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid van uitbreiding van ouderschapsverlof zoals bedoeld in lid 1, kan beroep worden gedaan op de wettelijke regeling ten aanzien van ouderschapsverlof.
3. De melding van de wens tot opname van het wettelijk verlof en de uitbreiding van het verlof zoals aangegeven in lid 1 van dit artikel moet vier maanden voor de ingangsdatum van het verlof plaatsvinden.
4. Gedurende het verlof bestaat geen recht op salaris en overige arbeidsvoorwaarden.
5. Over de verlofuren bouwt de werknemer geen ouderdoms- en nabestaandenpensioen op.
Na afloop van het verlof zal de opbouw van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen onder aftrek van de verlofperiode worden voortgezet.
6. Voor gehuwde werknemers of samenwonenden die zich bij het pensioenfonds als zodanig hebben aangemeld en middels een schriftelijke bevestiging zijn geaccepteerd, wordt tijdens de periode van het ouderschapsverlof het op grond van de pensioenregeling verzekerde partner- en wezenpensioen voor zover dat betrekking heeft op de verlofuren, op risicobasis voortgezet. De kosten van de risicoverzekering komen voor rekening van de werkgever.
Artikel 33 Verlof en andere faciliteiten voor vakbondsactiviteiten
De werkgever stelt ten behoeve van het bedrijvenwerk van de vakbonden die partij zijn bij deze CAO buitengewoon verlof en een aantal andere faciliteiten ter beschikking zoals beschreven in bijlage IX bij deze CAO.
Artikel 34 Verlof etnische feestdagen
Werknemers, behorende tot etnische groeperingen, worden desgewenst in gelegenheid gesteld vakantiedagen, en als het saldo daarvan niet toereikend is, verlof voor eigen rekening op te nemen voor etnische feestdagen.
Artikel 35 Aanvulling uitkering bij zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en pleegzorgverlof en doorbetaling kortdurend zorgverlof
1. a. Indien de werknemer zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en pleegzorgverlof geniet zal de werkgever de geldelijke uitkering die de werknemer ontvangt van het Uitvoerings- instituut Werknemersverzekeringen tijdens het verlof aanvullen tot 100% van het bruto loon indien de geldelijke uitkering lager is dan dat percentage.
De werknemer is verplicht de werkgever te machtigen de geldelijke uitkering van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen in ontvangst te nemen.
b. De werkgever zal bij doorbetaling van 70% van het loon bij kortdurend zorgverlof de hoogte van de doorbetaling niet maximeren op 70% van het maximum dagloon, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering.
8. Arbeidsongeschiktheid
Artikel 36 Uitkering bij arbeidsongeschiktheid
1. In geval van arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval zal werkgever aan de werknemer,
tenzij deze valt onder artikel 3 lid 4, of de werknemer een uitkering ontvangt krachtens de IVA- regeling, de volgende uitkering doen:
a. - gedurende de eerste 26 weken: 100% van het loon;
- gedurende de volgende 26 weken: 90% van het loon;
- gedurende de daarop volgende 52 weken: 80% van het loon.
Loon is het bruto periodesalaris, vermeerderd met eventuele vaste toeslagen op basis van 3 voorafgaande perioden van 4 weken aan de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid.
b. Tijdens het tweede ziektejaar zal tenminste het voor de werknemer geldende minimumloon worden doorbetaald.
2. Indien de medewerker in het tweede ziektejaar tenminste 25% van zijn contracturen werkt (incl. arbeidstherapie) zal voor deze uren het loon 100% worden doorbetaald. Voor de resterende ziekte uren zal de doorbetaling van het loon worden aangevuld tot 90%.
3. Na 104 weken uitkering of indien op een eerder moment een uitkering krachtens de IVA- regeling is toegekend, is de CAO betreffende aanvulling op uitkeringen krachtens de WIA bij arbeidsongeschiktheid van toepassing, indien en voor zover aan de daarin gestelde voorwaarden is voldaan.
4. a. Indien werkgever en werknemer in onderling overleg gezamenlijk het Uitvoerings- instituut Werknemersverzekeringen verzoeken de wachttijd van 104 weken voor de
toekenning van een WIA-uitkering te verlengen, zal werkgever gedurende deze verlenging aan werknemer per periode 80% van het loon doorbetalen zoals genoemd in lid 1 van dit artikel.
b. Indien het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen het tijdvak gedurende welke de werkgever bij arbeidsongeschiktheid maximaal verplicht is het loon door te betalen (2 jaar) verlengt omdat werkgever de gestelde verplichtingen op grond van de wet Poortwachter niet nakomt, zal werkgever gedurende deze verlenging aan werknemer per periode 80% van het loon doorbetalen als genoemd in lid 1 van dit artikel.
c. De duur van de verlenging zoals hiervoor genoemd in sub b wordt in mindering gebracht op de totale duur van een aanvulling op een eventuele WIA- of
WW-uitkering op grond van de CAO zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
5. De in lid 1 en lid 4 van dit artikel bedoelde aanvullingen, respectievelijk uitkeringen uitgaande boven die, welke krachtens de sociale verzekeringswetgeving worden genoten zijn niet verschuldigd, indien en voor zover de werknemer in geval van ziekte dan wel uit hoofde van een hem overkomen ongeval, ten opzichte van derden een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving kan doen gelden. Hieronder tevens te begrijpen de uitkering vakantie- toeslag en winstdeling.
In dit geval zal de werkgever de in dit artikel vermelde betalingen aan werknemer doen, doch alleen bij wijze van voorschot op schadevergoeding.
De werknemer wordt geacht zijn recht op schadevergoeding ten belope van het bedrag van het voorschot aan de werkgever te hebben gecedeerd en is desverlangd verplicht een hierop betrekking hebbende akte van cessie te tekenen.
De werkgever zal het voorschot met de uit te keren schadevergoeding verrekenen.
Artikel 37 Reïntegratie
1. Het streven is erop gericht de arbeidsongeschikte werknemer te reïntegreren binnen of buiten de werkgever.
2. Bij arbeidsongeschiktheid zal werkgever altijd eerst onderzoeken of reïntegratie binnen de werkgever , dan wel een andere werkmaatschappij van Ahold binnen Nederland
mogelijk is.
3. De reïntegratie bij een andere werkgever is voltooid indien daar sprake is van een gelijke contractsvorm tussen werkgever en werknemer aan die welke met werkgever bestond. Zolang er geen gelijke contractsvorm is zal werkgever de arbeidsongeschikte werknemer detacheren of zal een terugkeergarantie gelden.
4. Indien de medewerker wordt gereïntegreerd bij de eigen of een andere werkgever zullen over de gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden op individueel niveau afspraken gemaakt worden, waarbij de volgende regeling als basis dient.
a. Nadat het eerste ziektejaar is verstreken wordt het loon als volgt aangevuld:
- gedurende het eerste jaar 25% van het loon tot maximaal 95%;
- gedurende het tweede jaar 20% van het loon tot maximaal 90%;
- gedurende het derde 10% van het loon tot maximaal 80%;
- gedurende het vierde jaar 5% van het loon tot maximaal 75% van het loon van de oorspronkelijke functie.
Voor de werknemer die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt wordt, luidt sub a. als volgt:
a. Indien de werknemer gedurende de eerste twee ziektejaren intern of extern wordt gereïntegreerd in een functie met lagere arbeidsvoorwaarden, zal het loon als volgt worden aangevuld:
- gedurende het eerste jaar 25% van het loon tot maximaal 95%;
- gedurende het tweede jaar 20% van het loon tot maximaal 90%;
- gedurende het derde 10% van het loon tot maximaal 80%;
- gedurende het vierde jaar 5% van het loon tot maximaal 75%; van het loon van de oorspronkelijke functie.
b. Het loon zoals genoemd in sub a. is het verdiende bruto salaris per periode van vier weken, vermeerderd met eventuele vaste toeslagen die meetellen voor de vaststelling van de pensioengrondslag.
c. De aanvulling vindt plaats op basis van het aantal contracturen in de nieuwe functie. Indien dat aantal contracturen lager is dan het aantal contracturen in de oorspronkelijke functie, wordt dat lagere aantal aangevuld.
Indien het aantal contracturen hoger is dan het aantal contracturen in de oorspronkelijke functie, vindt aanvulling plaats op basis van het aantal contracturen in de oorspronkelijke functie.
d. In een logboek, waarin is opgenomen wat er volgens de wet Poortwachter en de daarmee samenhangende procedures binnen Xxxxxx Xxxxx van de werkgever en de werknemer wordt verwacht bij arbeidsongeschiktheid, kan de status van de arbeidson- geschikte medewerker worden bijgehouden.
9. Straf-, correctie- en rehabilitatiemaatregelen
Artikel 38 Inleidende schorsing
Onder inleidende schorsing wordt verstaan een verbod om gedurende een niet van tevoren te bepalen (gering) aantal dagen de functie uit te oefenen.
De inleidende schorsing dient altijd te worden opgelegd door de directe chef of diens plaatsver- vanger, als onmiddellijke reactie op:
a. de aanwezigheid van een dringende reden tot ontslag op staande voet. Dit laatste dient schriftelijk bevestigd te worden;
b. een verdenking van een vergrijp dat een dringende reden tot ontslag zou kunnen zijn.
Artikel 39 Straf- en correctiemaatregelen
1. Teneinde de naleving te verzekeren van de binnen de onderneming geldende regels zijn de volgende, door werkgever op te leggen straf- en correctiemaatregelen mogelijk:
a. berisping, mondeling of schriftelijk;
b. schadevergoeding in gevallen van grove schuld of nalatigheid;
c. schorsen voor ten hoogste 3 dagen;
d. ontslag wegens dringende reden met ingang van datum waarop dit ontslag aan werknemer wordt meegedeeld (schriftelijk), na een voorafgaande inleidende schorsing.
2. Tegen de opgelegde maatregelen genoemd in lid 1b en 1c is beroep mogelijk bij de chef van degene die de maatregel heeft opgelegd.
Werknemer heeft het recht zich te voorzien van bijstand.
3. De ondernemingsraad zal, voor zover het een onder lid 1 b. t/m d. bedoelde maatregel betreft, bij voorkeur via het lid dat geacht wordt werknemer te vertegenwoordigen, zo enigszins mogelijk in de beslissing worden gekend, respectievelijk over de beslissing worden ingelicht.
Artikel 40 Rehabilitatie
Mocht blijken dat de inleidende schorsing niet gerechtvaardigd was, dan dient betrokkene volledig te worden gerehabiliteerd in de kring van personen die van de genomen maatregel op de hoogte konden zijn.
10. Concernregelingen
Artikel 41 Concernregelingen
Alle met de vakbonden overeengekomen concernregelingen zijn ook van toepassing voor de werknemers die onder de CAO vallen indien dat blijkt uit de bepalingen over de werkingssfeer van die regelingen. Deze regelingen zijn op het moment van afsluiten van deze CAO:
- de Xxxxx XXX inzake Vervroegd Uittreden;
- de CAO betreffende aanvullingen op uitkeringen krachtens de WAO bij arbeidsongeschiktheid (WAO CAO) en de Collectieve arbeidsovereenkomst inzake de WIA (WIA-CAO).
11. Pensioen
Artikel 42 Pensioen
De werknemer wordt opgenomen in de pensioenregeling van de Stichting Pensioenfonds Ahold, recht gevende op een ouderdoms-, weduwe- en wezenpensioen, overeenkomstig de bepalingen van het desbetreffende pensioenreglement.
12. Seksuele intimidatie
Artikel 43 Seksuele intimidatie
1. Seksuele intimidatie, agressie en geweld moet worden bestreden.
2. Indien een werknemer geconfronteerd wordt met seksuele intimidatie, agressie en geweld en daarover een klacht wil indienen, kan betrokkene handelen volgens de bij de werkgever geldende procedure.
13. Afstapelen pallets en het lossen van (zee-)containers
Artikel 44 Afstapelen pallets en het lossen van (zee-)containers
1. Goederen waarvan de stapeling hoger is dan 1.85 meter vanaf de ladingdrager behoeven niet meer afgestapeld te worden, tenzij gebruik gemaakt wordt van (mechanische) hulpmiddelen.
2. Goederen die zich op een ongepallettiseerd aangeleverde (zee-)container bevinden boven een hoogte van 1.85 meter behoeven niet meer met de hand te worden gelost.
14. Duur, wijziging en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst
Artikel 45 Duur, wijziging en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst
Deze overeenkomst wordt aangegaan met ingang van 15 oktober 2012 en eindigt per 14 oktober 2014.
Tussentijdse wijzigingen kunnen alleen tot stand komen met instemming van beide partijen.
Verlenging vindt stilzwijgend plaats telkens voor de tijd van 1 jaar, tenzij één der partijen tenminste 3 maanden vóór de afloop van de overeenkomst schriftelijk kennis geeft aan de andere partij op verlenging geen prijs meer te stellen, of wijzigingen te wensen.
Aldus overeengekomen te Utrecht op 21 maart 2013,
Partij ter ene zijde Partijen ter andere zijde
.......................................................... ............................................................
Xxxxxx Xxxxx BV FNV Bondgenoten
A.T.P. xxx xxx Xxxx X. Xxxxxx
Algemeen Directeur
.......................................................... …………………………………………
Xxxxxx Xxxxx BV CNV Dienstenbond
L.J. .A.P.M. de Baets X. Xxxxxxxxx
EVP HR Xxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx
………………………………………… …………………………………………
X.X xxx Xxxxxx
Coördinator Arbeidsvoorwaardenbeleid
…………………………………………
Bijlage I
Functiegroepindeling Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv Indeling op basis van ORBA.
De functies in deze bijlage die als gevolg van het nieuwe besturingsmodel van Logistics Xxxxxx Xxxxx zijn ingevoerd per periode 3 - 2011, zullen uiterlijk Q3 - 2012 geëvalueerd worden. Deze evaluatie kan leiden tot een andere indeling van deze functies.
Functienaam | Totaal pt. ORBA | Functie- groep/salarisgroep |
A | ||
Magazijnmedewerker 1 | 50 | B |
Medewerker accukamer | 56 | C |
Magazijnmedewerker 2 | 61 | |
Magazijnmedewerker 3 | 70 | D |
E | ||
F | ||
Procescoördinator | 106 | G |
Cockpitmedewerker | 107 | |
Servicemonteur | 108 | |
Medewerker Besturing Support | 109 | |
Management Assistant DC | 127 | H |
Allround servicemonteur | 130 | |
Medewerker Tactische Transport planning en uitvoering I | 132 | |
Administratief secretarieel medewerker Facility | 132 | |
Capaciteitsplanner | 144 | I |
Medewerker Tactische Transport planning en uitvoering II | 151 | |
Teamleader | 151 | |
Teamleider Transport Planning en uitvoering I | 163 | J |
Shiftleader | 178 | K |
Analist Transport ` | 178 | |
Coördinator Facility | 187 | |
Teamleider Techniek | 191 | |
Teamleider Transport Planning en uitvoering II | 186 | |
Supervisor Flex | 206 | L |
Taken Magazijnmedewerkers-functies
Magazijn medewerker 1 | Magazijn medewerker 2 | Magazijn medewerker 3 |
Productie • Verzamelen van orders aan de hand van voice gestuurde informatie, inclusief het correct labelen van de ladingdragers • Het horizontaal verplaatsen van dragers naar de toegewezen locatie volgens scanner/ voicegestuurde informatie • Het, eventueel met behulp van een elektrische truck, verplaatsen van ladingdragers van de laadstrekken naar de chauffeur in de vrachtauto, waarbij de drager wordt gescand en kwalitatief wordt gecheckt • Het aanvullen en afvoeren van de voorraden middelen (containers, rollies, kratten, etc) Werkzaamheden afhankelijk van aanwezigheid specialistische processen/mechanische installaties: • Uitpakken producten voor carrousel • Het correct stapelen van producten in ladingdragers in Triple O • Het correct labelen van containers afkomstig van de Triple O/Carrousel of krattenpickinstallatie • Het wegrijden van de kratten vanuit de krattenpickinstallatie naar de juiste strek • Het wegrijden van complete containers vanuit Triple O/ Carrousel naar de juiste strek | Productie • Op basis van scanopdracht met heftruck verplaatsen van ladingdragers van ontvangststrekken naar stelling of picklocatie • Op basis van scanopdracht verplaatsen van ladingdragers vanuit buffer naar picklocatie en waar nodig handmatig afstapelen • Het correct tellen van de voorraden in picklocaties bij telopdrachten tijdens het aanvullen Werkzaamheden afhankelijk van aanwezigheid specialistische processen/mechanische installaties: • Verzamelen van orders voor winkels op het werkstation van de carrousel. | Procescontrole • Het controleren op juistheid van inhoud ladingdragers (uitpunten). Het foutloos vastleggen van de resultaten conform centrale richtlijnen. • Het controleren van goederen bij ontvangst op: code, compleetheid, staat van de goederen, staat van de drager, juiste besteleenheid, pakketcontrole, juiste temperatuur, etc. • Het daar waar nodig aanpassen van palletpatronen en fustsoorten etc. |
Processupport • Verwijderen van afval / breuk en schoonhouden van de werkomgeving • Controleren werking materiaal, melden gebreken en tijdig laten wisselen van accu • Verwerken van retouren LVC Tellen van de voorraad | Processupport • Uitvoeren van controles van houdbaarheid en het signaleren van afwijkingen daarop • Verwijderen van afval / breuk en schoonhouden van de werkomgeving • Controleren werking materiaal, melden gebreken en tijdig laten wisselen van accu • Het waar nodig inwerken van een onervaren collega op bij de functie behorende taken | Operaten (alleen bij specialistische mechanische installaties, Krattenpickinstallatie, OOO, Carrousel) • Goederenontvangst voor mechanische installaties • Begeleiden van afstapelen van goederen / ladingdragers • Bewaken van voortgang van het deelproces • Oplossen van kleine verstoringen binnen het eigen deelproces. • Melden van structurele/complexere verstoringen en vertraging aan de procescoördinator of aan de Shiftleader |
Processupport • Verwijderen van afval/breuk en schoonhouden van de werkomgeving • Verwijderen van afval/breuk en schoonhouden van de installatie • Verzorgen van het gebruikersonderhoud aan de installatie en signaleren van storingen • Het waar nodig inwerken van een onervaren collega op bij de functie behorende taken | ||
• Inzetbaar op taken uit functie van Magazijnmedewerker 1 | • Inzetbaar op taken uit functie van Magazijnmedewerker 1 en 2 |
53
Bijlage II
Salaristabel Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv
1. Salaristabel I, geldende voor:
- de werknemers die op of na 19 juni 2000 in dienst zijn gekomen,
- de werknemers die voor 19 juni 2000 in dienst zijn getreden en voor wie met ingang van 27 maart 2000 of later met inachtneming van de inhoud van bijlage VI deze salaristabel van toepassing is verklaard.
2. Instroomschaal A met ingang van 1 juli 2004.
a. Met ingang van 1 juli 2004 is instroomschaal A van toepassing voor de functie van basismagazijnmedewerker en vergelijkbare productiegerelateerde functies.
Deze schaal geldt voor zowel uitzendkrachten ongeacht nationaliteit als werknemers met een dienstverband met Xxxxxx Xxxxx.
De A-schaal is maximaal 52 weken van toepassing.
b. Het recht op arbeidsduurverkorting (zie artikel 24) zal worden uitbetaald aan de medewerkers die volgens de A-schaal beloond worden. Voor een medewerker in ploegendienst bedraagt het recht op ADV op full-time basis 230 uur per jaar, voor een medewerker in dagdienst op full-time basis 184 uur per jaar.
c. Voor de werknemers die volgens salarisschaal A beloond worden zal de hoogte van de loondoorbetaling tijdens arbeidsongeschiktheid en de overwerkvergoeding worden gebaseerd op het basisuurloon, vermeerderd met het recht op ADV, omgerekend in een bedrag per uur.
x. Xxxxxx Xxxxx en de vakorganisaties zullen jaarlijks de toepassing van deze schaal met elkaar evalueren. Xxxxxx Xxxxx zal daarbij een rapportage verzorgen omtrent de aantallen eigen werknemers die door Xxxxxx Xxxxx op de A-schaal in dienst zijn genomen, alsmede over het moment waarop deze eigen werknemers (zullen) worden bevorderd naar de B-schaal.
54
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv met ingang van 2 januari 2012 IN EUR
Bestemd voor medewerkers die op of na 19 juni 2000 in dienst zijn getreden.
Bestemd voor medewerkers die voor 19 juni 2000 in dienst zijn getreden en voor wie met ingang van 27 maart 2000 of later met inachtneming van de inhoud van bijlage VI deze salaristabel van toepassing is verklaard.
Schaal | |||||||||||||
A | B | C | D | E | F | ||||||||
per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | ||
Leeftijd | ≤19/0 | 8,01 | 1281,60 | 8,17 | 1307,20 | 8,31 | 1329,60 | 8,□8 | 135□,80 | ||||
19/1 | 8,23 | 1316,80 | 8,40 | 1344,00 | 8,55 | 1368,00 | 8,74 | 1398,40 | |||||
20 | 8,70 | 1392,00 | 8,86 | 1417,60 | 9,01 | 1441,60 | 9,20 | 1472,00 | |||||
21 | 9,38 | 1500,80 | 9,56 | 1529,60 | 9,72 | 1555,20 | 9,92 | 1587,20 | |||||
22 | 10,09 | 1614,40 | 10,28 | 1644,80 | 10,46 | 1673,60 | 10,67 | 1707,20 | |||||
23 | 11,00 | 1760,00 | 11,26 | 1801,60 | 11,38 | 1820,80 | 11,42 | 1827,20 | 11,83 | 1892,80 | |||
maximum basisuursalaris | |||||||||||||
12,00 | 1920,00 | 12,27 | 1963,20 | 12,62 | 2019,20 | 13,24 | 2118,40 | 14,54 | 2326,40 | ||||
tredepercentage | 2,1 | 2,1 | 2,3 | 3,1 | 2,7 | ||||||||
trede per 2 januari 2012 | 0,25 | 0,26 | 0,29 | 0,41 | 0,00 | 0,39 | |||||||
per uur |
Schaal | |||||||||||||
G | H | I | J | K | L | ||||||||
per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | ||
Leeftijd | 23 | 12,11 | 1937,60 | 12,65 | 2024,00 | 13,44 | 2150,40 | 14,23 | 2276,80 | 15,41 | 2465,60 | 16,99 | 2718,40 |
maximum | |||||||||||||
basisuursalaris | 15,98 | 2556,80 | 17,59 | 2814,40 | 19,33 | 3092,80 | 21,25 | 3400,00 | 23,36 | 3737,60 | 25,66 | 4105,60 | |
tredepercentage | 3,0 | 3,4 |
| 3,7 |
| 4,1 |
| 4,2 |
| 4,1 | |||
trede per 2 januari 2012 | 0,48 | 0,61 |
| 0,73 |
| 0,88 |
| 0,99 |
| 1,07 | |||
per uur |
Salaristabel I Logistics Xxxxxx Xxxxx bv met ingang van 31 december 2012 IN EUR
Bestemd voor medewerkers die op of na 19 juni 2000 in dienst zijn getreden.
Bestemd voor medewerkers die voor 19 juni 2000 in dienst zijn getreden en voor wie met ingang van 27 maart 2000 of later met inachtneming van de inhoud van bijlage VI deze salaristabel van toepassing is verklaard.
Schaal | |||||||||||||
A | B | C | D | E | F | ||||||||
per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | ||
Leeftijd | ≤19/0 | 8,16 | 1305,60 | 8,32 | 1331,20 | 8,46 | 1353,60 | 8,63 | 1380,80 | ||||
19/1 | 8,38 | 1340,80 | 8,55 | 1368,00 | 8,70 | 1392,00 | 8,89 | 1422,40 | |||||
20 | 8,86 | 1417,60 | 9,02 | 1443,20 | 9,17 | 1467,20 | 9,36 | 1497,60 | |||||
21 | 9,56 | 1529,60 | 9,74 | 1558,40 | 9,90 | 1584,00 | 10,10 | 1616,00 | |||||
22 | 10,29 | 1646,40 | 10,48 | 1676,80 | 10,66 | 1705,60 | 10,87 | 1739,20 | |||||
23 | 11,20 | 1792,00 | 11,46 | 1833,60 | 11,58 | 1852,80 | 11,62 | 1859,20 | 12,03 | 1924,80 | |||
maximum basisuursalaris | |||||||||||||
12,20 | 1952,00 | 12,48 | 1996,80 | 12,84 | 2054,40 | 13,47 | 2155,20 | 14,79 | 2366,40 | ||||
tredepercentage | 2,1 | 2,1 | 2,3 | 3,1 | 2,7 | ||||||||
trede per 31-dec-12 | 0,26 | 0,26 | 0,30 | 0,42 | 0,00 | 0,40 | |||||||
per uur | |||||||||||||
Schaal | |||||||||||||
G | H | I | J | K | L | ||||||||
per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | ||
Leeftijd | 23 | 12,32 | 1971,20 | 12,88 | 2060,80 | 13,68 | 2188,80 | 14,48 | 2316,80 | 15,68 | 2508,80 | 17,28 | 2764,80 |
maximum | |||||||||||||
basisuursalaris | 16,26 | 2601,60 | 17,90 | 2864,00 | 19,67 | 3147,20 | 21,62 | 3459,20 | 23,76 | 3801,60 | 26,11 | 4177,60 | |
tredepercentage | 3,0 | 3,4 |
| 3,7 |
| 4,1 |
| 4,2 |
| 4,1 | |||
trede per 31-dec-12 | 0,49 | 0,62 |
| 0,74 |
| 0,90 |
| 1,01 |
| 1,08 | |||
per uur |
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv met ingang van 4 november 2013 IN EUR
Bestemd voor medewerkers die op of na 19 juni 2000 in dienst zijn getreden.
Bestemd voor medewerkers die voor 19 juni 2000 in dienst zijn getreden en voor wie met ingang van 27 maart 2000 of later met inachtneming van de inhoud van bijlage VI deze salaristabel van toepassing is verklaard.
Schaal | ||||||||||||||
A | B | C | D | E | F | |||||||||
per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | |||
Leeftijd | 19 | 8,19 | 1311,15 | 8,35 | 1336,75 | 8,49 | 1359,18 | 8,67 | 1387,36 | |||||
19 | 8,42 | 1346,87 | 8,58 | 1373,40 | 8,74 | 1398,27 | 8,93 | 1428,98 | ||||||
20 | 8,91 | 1424,94 | 9,07 | 1450,54 | 9,22 | 1474,54 | 9,41 | 1504,98 | ||||||
21 | 9,61 | 1537,14 | 9,79 | 1565,94 | 9,95 | 1591,54 | 10,15 | 1623,54 | ||||||
22 | 10,34 | 1654,13 | 10,53 | 1684,53 | 10,71 | 1713,33 | 10,92 | 1746,93 | ||||||
23 | 11,26 | 1801,53 | 11,52 | 1843,13 | 11,64 | 1862,33 | 11,68 | 1868,73 | 12,09 | 1934,33 | ||||
maximum basisuursalaris | ||||||||||||||
12,26 | 1961,74 | 12,54 | 2006,31 | 12,90 | 2064,11 | 13,53 | 2164,80 | 14,86 | 2377,36 | |||||
tredepercentage | 2,1 | 2,1 | 2,3 | 3,1 | 2,7 | |||||||||
trede per | 4-nov-13 | 0,25 | 0,26 | 0,29 | 0,41 | 0,40 | ||||||||
per uur |
Schaal | ||||||||||||||
G | H | I | J | K | L | |||||||||
per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | |||
Leeftijd | 23 | 12,38 | 1980,45 | 12,94 | 2069,70 | 13,74 | 2198,36 | 14,54 | 2327,02 | 15,76 | 2520,94 | 17,36 | 2778,25 | |
maximum | ||||||||||||||
basisuursalaris | 16,34 | 2614,17 | 17,98 | 2877,08 | 19,76 | 3162,36 | 21,72 | 3475,61 | 23,88 | 3820,56 | 26,23 | 4197,21 | ||
tredepercentage | 3,0 | 3,4 |
| 3,7 |
| 4,1 |
| 4,2 |
| 4,1 | ||||
trede per | 4-nov-13 | 0,48 | 0,62 |
| 0,74 |
| 0,90 |
| 1,01 |
| 1,09 | |||
per uur |
Salaristabel I Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv met ingang van 30 december 2013 IN EUR
Bestemd voor medewerkers die op of na 19 juni 2000 in dienst zijn getreden.
Bestemd voor medewerkers die voor 19 juni 2000 in dienst zijn getreden en voor wie met ingang van 27 maart 2000 of later met inachtneming van de inhoud van bijlage VI deze salaristabel van toepassing is verklaard.
Schaal | |||||||||||||
A | B | C | D | E | F | ||||||||
per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | ||
Leeftijd | 19 | 8,30 | 1328,19 | 8,46 | 1353,79 | 8,60 | 1376,22 | 8,78 | 1404,70 | ||||
19 | 8,52 | 1363,92 | 8,69 | 1390,57 | 8,85 | 1415,75 | 9,04 | 1446,84 | |||||
20 | 9,02 | 1443,81 | 9,18 | 1469,41 | 9,33 | 1493,41 | 9,52 | 1523,85 | |||||
21 | 9,74 | 1557,83 | 9,92 | 1586,63 | 10,08 | 1612,23 | 10,28 | 1644,23 | |||||
22 | 10,48 | 1676,65 | 10,67 | 1707,05 | 10,85 | 1735,85 | 11,06 | 1769,45 | |||||
23 | 11,41 | 1825,87 | 11,67 | 1867,47 | 11,79 | 1886,67 | 11,83 | 1893,07 | 12,24 | 1958,68 | |||
maximum basisuursalaris | |||||||||||||
12,41 | 1986,27 | 12,70 | 2031,39 | 13,06 | 2089,91 | 13,70 | 2191,86 | 15,04 | 2407,08 | ||||
tredepercentage | 2,1 | 2,1 | 2,3 | 3,1 | 2,7 | ||||||||
trede per 30-dec-13 | 0,26 | 0,26 | 0,30 | 0,42 | 0,40 | ||||||||
per uur |
Schaal | ||||||||||||||
G | H | I | J | K | L | |||||||||
per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | per uur | periode | |||
Leeftijd | 23 | 12,53 | 2005,21 | 13,10 | 2095,58 | 13,91 | 2225,84 | 14,73 | 2356,11 | 15,95 | 2552,45 | 17,58 | 2812,98 | |
maximum | ||||||||||||||
basisuursalaris | 16,54 | 2646,84 | 18,21 | 2913,04 | 20,01 | 3201,89 | 21,99 | 3519,06 | 24,18 | 3868,32 | 26,56 | 4249,68 | ||
tredepercentage | 3,0 | 3,4 |
| 3,7 |
| 4,1 |
| 4,2 |
| 4,1 | ||||
trede per | 30-dec-13 | 0,49 | 0,63 |
| 0,75 |
| 0,91 |
| 1,02 |
| 1,10 | |||
per uur |
Salaristabel Instroomschaal A Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 2 januari 2012
Vaste medewerker | Uitzendkracht | |||||||
lft | uurloon | Periode afger. | adv pl | uurloon pl | Periode pl | adv d | uurloon d | Periode d |
≤19 | 5,63 | 900,80 | 0,62 | 6,25 | 1000,00 | 0,50 | 6,13 | 980,80 |
20 | 6,44 | 1030,40 | 0,71 | 7,15 | 1144,00 | 0,57 | 7,01 | 1121,60 |
21 | 7,43 | 1188,80 | 0,82 | 8,25 | 1320,00 | 0,66 | 8,09 | 1294,40 |
22 | 8,52 | 1363,20 | 0,95 | 9,47 | 1515,20 | 0,76 | 9,28 | 1484,80 |
23 | 9,81 | 1569,60 | 1,09 | 10,90 | 1744,00 | 0,87 | 10.68 | 1708,80 |
pl = Ploegendienst d = Dagdienst
Salaristabel Instroomschaal A Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 31 december 2012
Vaste medewerker | Uitzendkracht | |||||||
lft | uurloon | Periode afger. | adv pl | uurloon pl | Periode pl | adv d | uurloon d | Periode d |
≤19 | 5,78 | 924,80 | 0,64 | 6,42 | 1027,20 | 0,51 | 6,29 | 1006,40 |
20 | 6,60 | 1056,00 | 0,73 | 7,33 | 1172,80 | 0,59 | 7,19 | 1150,40 |
21 | 7,61 | 1217,60 | 0,84 | 8,45 | 1352,00 | 0,67 | 8,28 | 1324,80 |
22 | 8,72 | 1395,20 | 0,96 | 9,68 | 1548,80 | 0,77 | 9,49 | 1518,40 |
23 | 10,02 | 1603,20 | 1,11 | 11,13 | 1780,80 | 0,89 | 10,91 | 1745,60 |
pl = Ploegendienst d = Dagdienst
Salaristabel Instroomschaal A Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 4 november 2013
Vaste medewerker | Uitzendkracht | |||||||
lft | uurloon | Periode afger. | adv pl | uurloon pl | Periode pl | adv d | uurloon d | Periode d |
≤19 | 5,82 | 931,20 | 0,64 | 6,46 | 1033,60 | 0,51 | 6,33 | 1012,80 |
20 | 6,65 | 1064,00 | 0,74 | 7,39 | 1182,40 | 0,59 | 7.24 | 1158,40 |
21 | 7,66 | 1225,60 | 0,85 | 8,51 | 1361,60 | 0,68 | 8,34 | 1334,40 |
22 | 8,77 | 1403,20 | 0,97 | 9,74 | 1558,40 | 0,78 | 9,55 | 1528,00 |
23 | 10,08 | 1612,80 | 1,12 | 11,20 | 1792,00 | 0.89 | 10,97 | 1755,20 |
pl = Ploegendienst d = Dagdienst
Salaristabel Instroomschaal A Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv m.i.v. 30 december 2013
Vaste medewerker | Uitzendkracht | |||||||
lft | uurloon | Periode afger. | adv pl | uurloon pl | Periode pl | adv d | uurloon d | Periode d |
≤19 | 5,93 | 948,80 | 0,65 | 6,58 | 1052,80 | 0,52 | 6,45 | 1032,00 |
20 | 6,77 | 1083,20 | 0,75 | 7,52 | 1203,20 | 0,60 | 7,37 | 1179,20 |
21 | 7,79 | 1246,40 | 0,86 | 8,65 | 1384,00 | 0,69 | 8,48 | 1356,80 |
22 | 8,91 | 1425,60 | 0,99 | 9,90 | 1584,00 | 0,79 | 9,70 | 1552,00 |
23 | 10,23 | 1636,80 | 1,13 | 11,36 | 1817,60 | 0,91 | 11,14 | 1782,40 |
pl = Ploegendienst d = Dagdienst
Bijlage III
Protocol Gehandicapte werknemers
De werkgever neemt op zich gelijke kansen van gehandicapte- en niet-gehandicapte werknemers voor wat betreft de deelname aan het arbeidsproces te bevorderen en de nodige voorzieningen te treffen gericht op het behoud, herstel of de bevordering van de arbeids- geschiktheid van werknemers.
De werkgever zal daarbij gebruik maken van instrumenten en ondersteuning die bij of krachtens de wet in het leven zijn geroepen.
De werkgever zal in overleg met deskundigen (zoals arts van een Arbo-dienst of van een uitvoeringsinstelling) een beleid voeren ter voorkoming van langdurig ziekteverzuim en van uitstroom naar de WAO/WIA van werknemers.
Bijlage IV
Protocol Uitzendkrachten en gedetacheerde werknemers bij Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv
1. Partijen bij deze CAO willen de zekerheid voor uitzendkrachten vergroten.
Xxxxxx Xxxxx en de vakorganisaties hebben in de achterliggende jaren meerdere afspraken gemaakt en vernieuwd en/of vervangen over de wijze waarop Xxxxxx Xxxxx zal omgaan met het percentage uitzendkrachten in relatie tot de vaste bezetting. Om voor alle betrokkenen transparant vast te leggen hoe deze afspraken in historisch perspectief golden, is na de tekst van het thans afgesprokene in lid 1.1 tot en met lid 1.4 , de tekst uit de voorgaande CAO’s integraal overgenomen onder lid 1.5
1.1. Uitzendkrachten die nadat ze opgeteld drie jaar voor Xxxxxx Xxxxx gewerkt hebben en opnieuw voor Xxxxxx Xxxxx werken, krijgen een BT-contract aangeboden voor de duur van één jaar. Bij indiensttreding worden zij beloond volgens de B-schaal.
Deze drie jaar zal worden vastgesteld door de uitzendperiodes bij Xxxxxx Xxxxx op te tellen. Indien tussen uitzendperiodes meer dan één jaar is verstreken tellen de uitzendperiodes vóór deze onderbreking niet mee.
Xxxxxx Xxxxx zal daartoe de volgende concrete stappen zetten:
a) Xxxxxx Xxxxx zal na inventarisatie van uitzendkrachten die lang bij Xxxxxx Xxxxx werkzaam zijn, per 1 juli 2013 aan 100 uitzendkrachten (op basis van anciënniteit) een BT-contract aanbieden voor de duur van één jaar.
b) Xxxxxx Xxxxx zal tussen 15 oktober 2013 en 15 oktober 2014 aan 100 uitzendkrachten (op basis van anciënniteit) een BT-contract aanbieden voor de duur van één jaar.
Voorwaarden om voor een BT-contract in aanmerking te komen zijn:
- De medewerker moet goed functioneren;
- De medewerker moet de Nederlandse taal op basisniveau voldoende beheersen;
- De medewerker moet een Verklaring omtrent gedrag verstrekken.
Aan uitzendkrachten die de Nederlandse taal nog niet voldoende beheersen zal Nederlandse taalles aangeboden worden. De kosten hiervan komen ten laste van het budget zoals genoemd in het Protocol Persoonlijk Ontwikkel Budget (zie Bijlage V).
Dit aantal nieuwe medewerkers (200) maakt onderdeel uit van de afspraak zoals opgenomen in het Protocol Werkgelegenheid sub 2 (zie Bijlage VI)
1.2 . Uitzendkrachten die ná 1 april 2013 voor de eerste keer bij Xxxxxx Xxxxx Logistics gaan werken, zullen zodra zij opgeteld twee jaar voor Xxxxxx Xxxxx gewerkt hebben, door- stromen naar de B-schaal. Indien tussen uitzendperiodes bij Xxxxxx Xxxxx meer dan één jaar verstreken is, telt de uitzendperiode vóór deze onderbreking niet mee voor de vaststelling van de hiervoor genoemde twee jaar.
NB: Uitgaande van een uitzendduur van één jaar en een onderbreking van minimaal 3 maanden tot de aanvang van een volgende uitzendperiode, zal de twee jaar omstreeks 1 juli 2015 bereikt zijn.
1.3 Uitzendkrachten die na 1 april 2015 voor de eerste keer bij Xxxxxx Xxxxx Logistics gaan werken, zullen zodra zij twee inleenperiodes (iedere inleenperiode met een duur van tenminste 9 maanden) voor Xxxxxx Xxxxx gewerkt hebben, doorstromen naar de B-schaal. Indien tussen uitzendperiodes bij Xxxxxx Xxxxx meer dan één jaar verstreken is, telt de uitzendperiode vóór deze onderbreking niet mee.
1.4 Van de uitzendkrachten die vóór 1 april 2013 bij Xxxxxx Xxxxx zijn gaan werken, en ook op 1 juli 2015 bij Xxxxxx Xxxxx werken, zal worden nagegaan of zij op 1 juli 2015 opgeteld twee jaar voor Xxxxxx Xxxxx gewerkt hebben. Als dat zo is stromen zij door naar de B-schaal. Indien tussen uitzendperiodes bij Xxxxxx Xxxxx meer dan één jaar verstreken is, telt de uitzendperiode vóór deze onderbreking niet mee voor de vaststelling van de hiervoor genoemde twee jaar.
1.5. Afspraken uit voorgaande CAO’s:
Het percentage uitzendkrachten, werkzaam in Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv. zullen worden verlaagd tot maximaal 26% per juli 2007 en 23% per juli 2008. Xxxxxx Xxxxx streeft ernaar deze percentages ook voor elke site afzonderlijk te realiseren, waarbij geldt dat partijen erkennen dat er omstandigheden kunnen zijn, waardoor op enig moment het afgesproken percentage wordt overschreden, bijvoorbeeld indien er sprake is van een piek in de omzet.
Xxxxxx Xxxxx zal de bonden tweemaal per jaar inzicht geven in de opbouw en ontwikkeling van het percentage.
Ten aanzien van het percentage uitzendkrachten in de distributiecentra wordt de praktijk in de jaren voorafgaand aan de ingangsdatum van de CAO 2009 – 2010 bestendigd voor de looptijd van deze CAO (CAO 2009 – 2010).
Xxxxxx Xxxxx en de vakorganisaties zullen ingaande uiterlijk februari 2010 en met een frequentie van tenminste 1 x per twee maanden gesprekken voeren over de wijze waarop Xxxxxx Xxxxx stappen naar toekomstige flexmodellen wil zetten.
Bij deze gesprekken zullen eveneens een grote uitzendorganisatie en de vakbondsbestuurders
van FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond die verantwoordelijk zijn voor het “pakket” uitzendbureaus betrokken worden. 1)
Protocol Kwaliteitsagenda
Partijen zullen het overleg over de zogenaamde kwaliteitsagenda (zie hierboven genoemd overleg) voortzetten.
Omdat zij dit overleg zeer belangrijk vinden, zijn zij van mening dat dit overleg uiterlijk 31 maart 2011 op hoofdlijnen afgerond moet zijn.
Tijdens het overleg zullen partijen de volgende onderwerpen bespreken, en gezamenlijk voorstellen opstellen voor vernieuwing van de CAO:
1. Het streven naar afspraken die leiden tot een percentage uitzendkrachten zoals genoemd in de CAO.
2. Omzetting van de zogenaamde ontziemaatregelen die leiden tot een betere inzetbaarheid van medewerkers met behoud van het huidige arbeidsvoorwaardenniveau voor de nu in dienst zijnde medewerkers.
3. Meer keuze tussen vrije tijd of geld.
4. Afspraken maken over meer invloed van medewerkers op het eigen rooster.
5. Opleiding en scholing, waaronder taalonderwijs.
6. Investeren in wederzijds vertrouwen en waardering, o.a. door verbetering van de communicatie.
7. Maatregelen met als doel de fysieke belasting te verminderen door mechanisering en auto- matisering.
8. Voldoende afwisseling in het werk.
Naar aanleiding van de uitkomsten van het overleg over de kwaliteitsagenda zullen partijen overleg voeren over aanpassing van de CAO.
2. Uitzendkrachten zullen voor tenminste drie uur worden opgeroepen en betaald. Tijdig zal worden aangegeven voor welke tijdsduur de oproep geldt.
3. a. Uitzendkrachten die een jaar als Magazijnmedewerker hebben gewerkt krijgen een dienstverband voor bepaalde of onbepaalde tijd aangeboden.
b. Het dienstverband kan ook eerder door Xxxxxx Xxxxx worden aangeboden.
c. Het dienstverband voor bepaalde tijd, aansluitend aan de periode waarin als uitzendkracht is gewerkt, duurt maximaal twee jaar.
1) Dit overleg leidde niet tot concrete afspraken.
d. Indien uitzendkrachten binnen de periode van één jaar op eigen initiatief kenbaar maken een dienstverband met Xxxxxx Xxxxx te willen afsluiten, zal Xxxxxx Xxxxx dit verzoek in behandeling nemen en beoordelen of zij voldoen aan de
eisen voor de aanstelling als magazijnmedewerker voor bepaalde of onbepaalde tijd.
4. a. Uitzendkrachten zullen op het taakniveau waarin zij worden ingezet gelijkwaardig aan vaste Xxxxxx Xxxxx-medewerkers opgeleid worden. Indien en voor zover noodzakelijk zal de opleiding van uitzendkrachten worden verbeterd.
b. De veiligheid rond uitzendkrachten zal op hetzelfde niveau zijn als die rond vaste krachten. Indien en voor zover noodzakelijk zullen zal hierin verbetering worden gebracht.
5. Werkgever draagt er zorg voor dat uitzendkrachten ongeacht nationaliteit werkzaam bij Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv voor elk gewerkt uur minimaal het in de CAO en dit protocol vermelde uursalaris ontvangen.
6. Uitzendkrachten mogen indirecte taken verrichten indien noodzakelijk.
7. Xxxxxx Xxxxx en de vakbonden zullen gedurende de looptijd van de CAO overleg voeren op basis van het verzoek van de Stichting van de Arbeid van 2 februari 2012 inzake Heroverweging van cao-bepalingen met betrekking tot beperkingen van en verbods- bepalingen op de inzet van uitzendkrachten.
8. De tekst van lid 4, 5 en 6 zoals vermeld in de CAO van 25 maart 2002 t/m 24 maart 2003 wordt opgeschort.
De inhoud van Bijlage IV wordt jaarlijks tussen Xxxxxx Xxxxx en de vakbonden besproken in het licht van de ontwikkelingen binnen het project Triple-O. Daarbij komt aan de orde of de tekst van artikel 4, 5 en 6 zoals vermeld in de CAO van 25 maart 2002 t/m 23 maart 2003 dient te herleven. Herleving zal plaatsvinden indien Triple-O is afgerond, of in de situatie dat de uitrol van Triple-O geen vervolg krijgt.
Protocol Bonusafspraken uitzendkrachten
De met uitzendbureaus en uitzendkrachten gemaakte bonusafspraken zijn geüniformeerd.
Protocol Behandeling uitzendkrachten en vaste medewerkers
Verschillen in behandeling tussen uitzendkrachten en vaste medewerkers zal beperkt worden tot verschillen die voortvloeien uit de aard van de werkzaamheden, de inzet(baarheid) van de uitzendkracht en/of het dienstverband.
Er zal een werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van Xxxxxx Xxxxx en de vakbonden, worden ingesteld die dit volgt en, indien en voor zover noodzakelijk, voorstellen ter verbetering zal doen.
Bijlage V
Protocol Kwartaal Overleg
Xxxxxx Xxxxx en de vakbonden zullen vier maal per jaar voor overleg bijeenkomen. Daarbij zal in ieder geval ter sprake komen:
- Instroom in de A-schaal en B-schaal;
- Het verloop van het uitzendkrachtenpercentage (tweemaal per jaar);
- De ontwikkeling van de verhouding tussen full- en part-timers;
- Naleving van ARBO regels;
- Opleiding en begeleiding van de uitzendkrachten;
- Naleving van de CAO;
- De door de Vakbondsconsulent behandelde vragen met bijbehorende oplossing;
- Facilitering en uitvoering vakbondsfaciliteiten (Bijlage IX);
- Tijdens het eerste Kwartaaloverleg in het jaar: het aantal individuele ontslagen in het voorgaande jaar;
- Rapportage volgens de overeengekomen format over de uitvoering van de afspraken in het Protocol Werkgelegenheid .
Protocol Ontwikkelingen binnen Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv
Xxxxxx Xxxxx zal de vakbonden regelmatig en tijdig informeren over de ontwikkelingen binnen Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv .
Indien en voor zover deze ontwikkelingen gevolgen hebben voor het functiegebouw zal Xxxxxx Xxxxx overleg voeren met de vakbonden.
Protocol Persoonlijk Ontwikkel Budget
Xxxxxx Xxxxx stelt jaarlijks met ingang van 2013 een budget van maximaal €1 mln. op jaarbasis beschikbaar.
Dit budget is er op gericht medewerkers in de gelegenheid te stellen hun kennis en vaar- digheden te verbreden door het volgen van een opleiding gericht op de eigen ontwikkeling of op het versterken van de positie van medewerkers op de arbeidsmarkt.
Dit betreft dus opleidingen naast de (noodzakelijke) functieopleidingen die gericht zijn op een goede taakvervulling en taakveranderingen als gevolg van mechanisatie. Deze noodzake- lijke functieopleidingen worden bekostigd door de werkgever.
Een medewerker die gaat deelnemen stort jaarlijks minimaal € 250,00 en maximaal een bedrag ter grootte van zijn periodesalaris per de eerste periode van het betreffende jaar
(excl. ploegentoeslag en andere eventuele toeslagen) op zijn individuele opleidingsrekening. (Indien gewenst uit toegestane verkoop van vrije tijd conform de daarvoor geldende regeling). Eenzelfde bedrag wordt door Xxxxxx Xxxxx ten name van de betreffende mede- werker op diens opleidingsrekening gestort.
Daarnaast zal Xxxxxx Xxxxx een eenmalig startbedrag van € 500,00 op de opleidingsrekening storten ten name van de medewerker die zich heeft aangemeld en een storting heeft gedaan.
Indien van de door Xxxxxx Xxxxx en de medewerker gestorte bedragen na vier jaar geen gebruik wordt gemaakt, vallen deze bedragen terug aan Xxxxxx Xxxxx respectievelijk de medewerker.
In het kader van administratieve uitvoerbaarheid voert Xxxxxx Xxxxx dit vooralsnog als volgt uit:
Bij daadwerkelijke start van een (of meerdere) opleiding(en) worden de eerste kosten van deze opleiding(en) tot maximaal €500,00 betaald door Xxxxxx Xxxxx. Deze eerste
€ 500 is een éénmalig bedrag (niet jaarlijks of per opleiding).
Zodra het bedrag van €500,00 besteed is worden alle opleidingskosten daarboven
( waaronder de kosten van later gestarte opleidingen) voor 50% vergoed door Xxxxxx Xxxxx. De overige 50% wordt ingehouden op het salaris van de medewerker.
In de loop van 2014 zal Xxxxxx Xxxxx evalueren of deze uitwerking leidt tot de gewenste situatie.
Uitgangspunten daarbij zijn:
- de aan te bieden opleidingen zien op vergroten van kennis en vaardigheden die de medewerker om zijn loopbaanmogelijkheden te verbreden;
- het betreft extern aangeboden opleidingen bij erkende opleidingsinstituten; BBL- opleidingen zijn vooralsnog uitgesloten;
- Xxxxxx Xxxxx zal om aansluiting tussen de te volgen opleiding en het opleidingsniveau van de medewerker te bevorderen, inventariseren onder de medewerkers wat het huidige opleidingsniveau is.
Xxxxxx Xxxxx zal het volgen van opleiding in tijd faciliteren door verschuiving van roosters indien dit noodzakelijk is om de opleiding te volgen.
Om medewerkers te stimuleren te gaan leren zullen ten laste van het budget per site medewerkers als ‘ambassadeur opleiding’ worden opgeleid. Zij zullen hun ervaring m.b.t. het volgen van een opleiding delen met andere medewerkers. Hieraan kunnen zij gezamenlijk maximaal 4 uur per week per site besteden. Het aantal ambassadeurs en de duur dat zij werkzaam zijn zal worden vastgesteld door de hieronder genoemde Stuurgroep. Deze Stuurgroep benoemt ook de ambassadeurs.
Er zal een Stuurgroep Persoonlijk Ontwikkel Budget worden ingesteld. Deze Stuurgroep ziet toe op de juiste uitvoering van de afspraken en intenties zoals vastgelegd in deze afspraak.
De Stuurgroep zal worden gevormd door twee vertegenwoordigers van de vakbonden en twee vertegenwoordigers namens de werkgever.
De afdeling Management Development&Learning van HR Services Europe zal in overleg met CAO partijen nader vorm geven aan deze regeling en de opleidingenkant daarvan.
Protocol Elders Verworven Competenties (EVC’s)
Er zal een stelsel ontwikkeld worden waarbij in de organisatie verworven kennis en vaar- digheden kunnen worden gecertificeerd op zodanige wijze dat deze ook extern als kwalifica- ties worden herkend en erkend. Dit stelsel zal in 2010 worden ingevoerd.
Protocol Loopbaanonderbreking
De werkgever zal zich positief opstellen met betrekking tot de mogelijkheid van loopbaan- onderbreking.
Protocol Verhouding ééndaagse part-timers ten opzichte van meerdaagse medewerkers
De verhouding tussen ééndaagse part-timers en meerdaagse medewerkers zal, bij gelijk- blijvende omstandigheden, niet wezenlijk veranderen. De verhouding wordt bepaald door het werkaanbod en de begrenzingen van de beschikbaarheid voor weekeinden, avonden en nachten van de vaste medewerkers. Xxxxxx Xxxxx zal de vakbonden over de ontwikkeling in deze verhouding 2 maal per jaar inzicht geven.
Protocol Arbeidsongeschiktheid en behoud functie
De magazijnmedewerker die wegens arbeidsongeschiktheid slechts 1 taak niet meer kan uitvoeren, behoudt zijn functie. Indien de medewerker echter blijvend arbeidsongeschikt is voor de taak van het verzamelen van orders zal reïntegratie in een andere functie noodzakelijk zijn.
Protocol Minutennorm
De minutennorm is een planningsnorm voor Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv. De minutennorm kan een element -naast andere- zijn bij de beoordeling of een medewerker in staat is zijn functie
naar behoren uit te oefenen, doch zullen nimmer als het enige beoordelingscriterium ten opzichte van een individuele medewerker worden gehanteerd.
Protocol Wijzigingen in wet- en regelgeving
Indien gewijzigde wet- en/of regelgeving dient te worden geïmplementeerd voor het einde van de looptijd van de CAO, zullen partijen daarover nader overleg hebben.
Protocol Vakbondscontributie
Dit protocol is opgenomen in het Handboek Personeel Logistics .
Protocol Veiligheid en collegialiteit
Om de onderlinge samenwerking, de collegialiteit en de veiligheid te bevorderen zal Xxxxxx Xxxxx zorgdragen voor opleiding in de Nederlandse taal. Deze training zal betrekking hebben op veel voorkomende woorden en begrippen, relevant voor het werken in een distributiecentrum. De training zal worden aangeboden aan vaste en tijdelijke medewerkers (inclusief uitzendkrachten) met een niet-Nederlandstalige achtergrond.
Protocol Garantieregeling voor de werknemers op wie tot 27 maart 2000 de CAO voor Support en Services van toepassing is geweest
De garantieregeling is opgenomen in het Handboek Personeel Logistics.
Protocol Communicatie over arbeidsvoorwaarden
Partijen zullen gezamenlijk communiceren over een aantal nader vast te stellen arbeidsvoorwaarden ter voorkoming van verkeerde interpretatie van CAO-bepalingen. Partijen zullen op korte termijn de aanpak daarvan bespreken.
Protocol Weging functies Technische Dienst
De functies (Allround) Servicemonteur en Medewerker Accukamer van de Technische Dienst worden in 2013 opnieuw gewogen. De uitkomst van de weging zal met de vakbonden worden besproken.
Protocol Overleg over duurzame inzetbaarheid
Gedurende de looptijd van de CAO zal Xxxxxx Xxxxx met de vakbonden overleg voeren over op welke wijze de duurzame inzetbaarheid van medewerkers kan worden vergroot.
Protocol Werkdruk
Xxxxxx Xxxxx zal een aantal bijeenkomsten houden over de Minutennorm en Voice Picking, waarin:
-een toelichting door Xxxxxx Xxxxx wordt gegeven op de werking hiervan;
-partijen de dialoog aangaan over deze onderwerpen.
Voor deze bijeenkomsten zal naast de vakbonden een nog nader te bepalen groep medewerkers uit de voor dit onderwerp relevante geledingen van Xxxxxx Xxxxx worden uitgenodigd.
Partijen zullen over de definitieve inrichting van deze bijeenkomsten nog nader overleg voeren.
De vakbonden, daarin bijgestaan door een deskundige, worden in de gelegenheid gesteld de door Ydo opgezette systematiek van de Minutennorm te toetsen. Ook de uitvoering van de Minutennorm in de praktijk wordt hierin meegenomen.
Xxxxxx Xxxxx is bereid 20 door deze deskundige bestede uren te vergoeden. Indien de toetsing meer dan 20 uur vereist, zullen partijen over deze meeruren overleg voeren.
Protocol Leesbaarheid CAO
Gedurende de looptijd van de CAO zullen Xxxxxx Xxxxx en de vakbonden overleg voeren over hergroepering van tekst(en) in de CAO en de leesbaarheid van de CAO verbeteren.
Bijlage VI
Protocol Overleg over werkgelegenheidsontwikkeling
De werkgever zal een terughoudend beleid voeren met betrekking tot het uitbesteden van werkzaamheden die nu binnen Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv plaats vinden. Indien de werkgever bepaalde werkzaamheden wil uitbesteden, zal zij daarbij de volgende uitgangspunten hanteren.
1. De primaire reden voor een uitbestedingsplan zal liggen in de hogere kwaliteit van het proces of de dienst(-en) en niet op het gebied van arbeidsvoorwaarden.
2. Vakbonden en Ondernemingsraad worden in een vroegtijdig stadium geïnformeerd.
3. Vakbonden en Ondernemingsraad worden in de gelegenheid gesteld een beoor- deling en afweging te maken van de bedrijfseconomische en andere overwegingen enerzijds en de gevolgen daarvan voor werknemers, werkgelegenheid, arbeidsvoor- waarden en overige aspecten, anderzijds.
4. Werkgever zal er nadrukkelijk naar streven dat de arbeidsvoorwaarden van de werknemers die het uit te besteden werk gaan verrichten van een vergelijkbaar niveau zijn als die van de werknemers van de werkgever die dat werk bij Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv verricht(t)en, zoals die zijn vastgelegd in de CAO Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv.
5. Uitbesteding zal in principe slechts plaats vinden bij bedrijven waar een CAO geldt die is afgesloten met vakbonden die zijn aangesloten bij de vakcentrales FNV en CNV.
7. Werkgever zal met de vakbonden overleg plegen over de consequenties van uit- besteding voor werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden - en indien nodig een aanvullend Sociaal Plan - voor de betrokken werknemers in dienst van werkgever. In dat overleg zal werkgever nadrukkelijk streven naar het bereiken van overeen- stemming.
Protocol Werkgelegenheid
Gedurende de looptijd van de CAO, derhalve tot 15 oktober 2014, gelden de hierna volgende afspraken:
1.Het totaal aantal contracturen van de eigen medewerkers zal tenminste gelijk blijven.
2. Het aantal fulltime medewerkers daarbinnen (dit zijn medewerkers met 128 uur of meer contracturen per periode van 4 weken) zal niet afnemen.
3. Het huidige beleid van Xxxxxx Xxxxx ten aanzien van het omzetten van arbeidsover- eenkomsten voor bepaalde tijd naar onbepaalde tijd, wordt niet gewijzigd.
Dat wil zeggen dat BT’ers die daarvoor in aanmerking komen, met in achtneming van artikel 3 lid 1 b van de CAO 2010/2012 doorstromen naar een OT-contract.
4. Parttimers kunnen op basis van de behoefte bij Xxxxxx Xxxxx en bij gebleken geschikt- heid in aanmerking komen voor een contract van 128 uur per periode van 4 weken. Dat moet bij een OT’er een OT-contract zijn voor de afgesproken arbeidsduur.
5. Xxxxxx Xxxxx zal de verhouding tussen het aantal eigen vaste medewerkers en uitzendkrachten in LVC Nieuwegein/Utrecht veranderen:
Daartoe zullen in periode 01-2013 t/m periode 10-2013 veertig medewerkers worden aangenomen op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In verband met de voorgenomen sluiting van LVC Nieuwegein is voor deze veertig medewerkers de afspraak onder punt 3 hierboven niet van toepassing, althans niet op de locaties van
het LVC. Zij komen wel in aanmerking voor herplaatsing tot tenminste het einde van hun arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij één van de nieuwe NCC’s.
Protocol Ontslagbeleid
In het Regeerakkoord PvdA/VVD 2012 zijn plannen kenbaar gemaakt het ontslagrecht te hervormen. Het kabinet streeft naar overeenstemming met sociale partners over deze plannen. Beoogde ingangsdatum van de uit de plannen voortvloeiende wetswijzigingen is 1 juli 2014. Wetsvoorstellen zullen niet eerder dan in de loop van 2013 bij de Tweede Kamer worden ingediend.
Ook na de hervorming van het ontslagrecht streeft Xxxxxx Xxxxx als goed werkgever ernaar haar (arbeidsongeschikte) medewerkers via herplaatsing- of reïntegratie-activiteiten aan het werk te houden voor zover redelijkerwijs van haar gevergd kan worden.
Zoals gebruikelijk zal Xxxxxx Xxxxx, zoals van een goed werkgever verwacht mag worden, bij organisatorische veranderingen met belangrijke gevolgen voor de medewerkers in overleg treden met vakbonden. Doel van dit overleg is steeds om tot een Sociaal Kader te komen met afspraken over de opvang van de gevolgen van deze organisatorische veranderingen voor de medewerkers. Bij dit overleg zullen voornoemde wetswijzigingen worden betrokken, mits voldoende duidelijk is hoe de wetswijzigingen zullen luiden, en voor zover zij voor het Sociaal Kader relevant zijn.
Daarnaast zal Xxxxxx Xxxxx ook in individuele gevallen binnen de kaders van de nieuwe wetgeving een zorgvuldig en terughoudend ontslagbeleid blijven voeren. Concreet bekent dit, dat Xxxxxx Xxxxx wijziging van het ontslagstelsel niet zal gebruiken om het huidige terughoudende ontslagbeleid te wijzigen.
Na het bereiken van het akkoord over deze CAO hebben partijen bij deze CAO kennis genomen van het Sociaal Akkoord d.d. 11-04-2013 met onder meer afspraken over hervorming van het ontslagrecht. Onderdeel van dit Sociaal Akkoord is het voorstel om de zogenaamde preventieve toets op een door de werkgever voornemen van ontslag, te handhaven. Deze toets wordt uitgevoerd door het UWV en krijgt het karakter van een advies dat in beginsel niet bindend lijkt te zijn. Het advies van het UWV kan negatief van inhoud zijn voor de werkgever; door het UWV wordt dan geadviseerd het voorgenomen ontslag niet te effectueren.
Xxxxxx Xxxxx zal vanaf het moment dat deze nieuwe wet van kracht wordt, in de situatie dat zij ondanks een negatief advies een voorgenomen ontslag wil doorzetten aan de ontslagen medewerker een ontslagvergoeding *) aanbieden ter grootte van 1,5 keer de huidige kantonrechterformule. Deze afspraak omtrent de factor 1,5 geldt voor de duur van 4 jaar. Daarna biedt de werkgever de factor 1 aan, tenzij partijen tussentijds anders overeenkomen.
Deze afspraak laat onverlet de contractsvrijheid van werkgever en werknemer om andere afspraken te maken.
Xxxxxx Xxxxx en de vakbonden houden er rekening mee dat de beoogde ingangsdatum van de wetswijzigingen als gevolg van de hervorming van het ontslagrecht 1 januari 2016 zou kunnen zijn. Vanaf die datum gaat de in dit protocol genoemde termijn m.b.t. de ontslagvergoeding van 4 jaar in, die dan geldt tot 1 januari 2020.
Indien deze wetswijzigingen vóór 1 januari 2016 van kracht worden, zal de vergoeding gelden vanaf de ingangsdatum van de nieuwe wetgeving, in de situatie dat Xxxxxx Xxxxx ondanks een negatief advies van het UWV, een voorgenomen ontslag effectueert.
Indien de preventieve toets geen onderdeel uitmaakt van het nieuwe ontslagrecht zullen partijen overleg voeren over de dan ontstane situatie.
*) In het huidig ontslagrecht kan de werkgever voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst naar het UWV of de rechter. Indien voor het UWV wordt gekozen, en deze instantie het verzoek voor een ontslagvergunning afwijst, kan de werkgever vervolgens nog bij de rechter een verzoek tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst indienen. Als de rechter dit honoreert kán deze een vergoeding toekennen. Deze vergoeding is gebaseerd op de kantonrechtersformule, deze luidt thans;
Bruto vergoeding = Aantal gewogen dienstjaren* Bruto maandsalaris
Aantal gewogen dienstjaren:
Dienstjaren tot leeftijd 35 jaar worden vermenigvuldigd met 0,5; Dienstjaren tussen leeftijd 35 tot 45 jaar worden vermenigvuldigd met 1; Dienstjaren tussen leeftijd 45 tot 55 jaar worden vermenigvuldigd met 1,5; Dienstjaren vanaf 55 jaar worden vermenigvuldigd met 2.
Bijlage VII
Invoering resultaten van toepassing functiewaarderingsmethode ORBA, takenmatrix magazijnmedewerker en bijbehorende salaristabel
Benoeming werknemers tot Allround Magazijnmedewerker
1. Persoonlijke omstandigheden
Voor de medewerkers die in dienst waren per de 4e periode van 2001 geldt het volgende. Uitgangspunt is dat alle werknemers volgens de takenmatrix gaan functioneren.
Bij de vaststelling of benoeming tot Allround Magazijnmedewerker kan volgen, zal rekening worden gehouden met persoonlijke omstandigheden die het verrichten van de aan de werknemer toegewezen basistaak (basistaken) eventueel onmogelijk maken.
2. Vaststelling aantal verrichte taken door werknemer met een medische indicatie
Voor de medewerkers die in dienst waren per de 4e periode van 2001 geldt i.v.m. de benoeming tot Allround Magazijnmedewerker in 2001 het volgende.
Indien een werknemer in een aangepaste functie werkzaam is, wordt de eventuele medische noodzaak daarvan (zonodig opnieuw) vastgesteld door de bedrijfsarts.
Indien een werknemer volgens de bedrijfsarts vanwege een medische indicatie de aan de werknemer toegewezen taken niet meer kan vervullen, zullen deze taken voor de vaststelling of benoeming tot Allround Magazijnmedewerker kan volgen beschouwd worden als zijnde verricht.
Jaarlijks wordt opnieuw vastgesteld of de werknemer alsnog kan voldoen aan alle eisen volgens het takenpakket van de Allround Magazijnmedewerker.
3. Opleiding van werknemers die na de vierde periode van 2001 in dienst komen
Voor werknemers die na de vierde periode 2001 in dienst komen duurt de opleiding tot Allround Magazijnmedewerker twee jaar, onder voorwaarde dat de opleiding met goed gevolg wordt afgerond.
Voor werknemers met een onvolledig dienstverband is de opleidingsduur tot Allround Magazijnmedewerker langer, en wel omgekeerd evenredig aan het aantal contracturen.
4. Opleiding en benoeming tot Allround Magazijnmedewerker plus
Voor de functie van Allround Magazijnmedewerker plus geldt het beginsel van formatie- plaatsen.
Een werknemer wordt tot Allround Magazijnmedewerker plus benoemd zodra hij volledig
voldoet aan de gestelde taakeisen Allround Magazijnmedewerker, de gestelde eisen met betrekking tot meerdere plustaken (beide conform de takenmatrix magazijnmedewerker), en indien de taken daadwerkelijk worden vervuld.
Bijlage VIII
Inconveniëntenmatrix Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv per 25 maart 2002
Uren | Maandag | Dinsdag | Woensdag | Donderdag | Vrijdag | Zaterdag | Zondag |
00.00 | 55.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 60.00 | 100.00 |
01.00 | 55.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 60.00 | 100.00 |
02.00 | 55.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 60.00 | 100.00 |
03.00 | 55.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 60.00 | 100.00 |
04.00 | 55.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 60.00 | 100.00 |
05.00 | 55.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 60.00 | 100.00 |
06.00 | 55.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 60.00 | 100.00 |
07.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
08.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
09.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
10.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
11.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
12.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
13.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
14.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
15.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
16.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
17.00 | 35.00 | 100.00 | |||||
18.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 55.00 | 70.00 | 100.00 |
19.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 55.00 | 70.00 | 100.00 |
20.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 55.00 | 70.00 | 55.00 |
21.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 55.00 | 70.00 | 55.00 |
22.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 37.00 | 55.00 | 70.00 | 55.00 |
23.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 39.00 | 60.00 | 75.00 | 55.00 |
NB Voor de uren van maandag t/m vrijdag tussen 07.00 uur en 18.00 uur geldt een inconveniëntiepercentage van 0.
Garantieregeling invoering inconveniëntenmatrix per 4 januari 1993 en Garantieregeling invoering nieuwe inconveniëntenmatrix per 19 juli 1999
De tekst van deze garantieregelingen is opgenomen in het Handboek Personeel Logistics.
Protocol Garantieregeling i.v.m. wijziging berekening ploegentoeslag m.i.v. 16 juli 2001
De garantieregeling is opgenomen in het Handboek Personeel Logistics.
Bijlage IX
Faciliteiten vakbonds(kader)leden Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv
1. Buitengewoon verlof voor vakbondsleden
Indien de werknemer lid is van een vakbond en aan een door deze organisatie georganiseerde cursus deelneemt, of als officieel afgevaardigde een bondsvergadering of bondscongres bijwoont wordt verzuim voorzover binnen het werkrooster noodzakelijk, gedurende maximaal 5 dagen per jaar doorbetaald indien:
- door de vakbond het verzoek daartoe tijdig aan werkgever kenbaar is gemaakt;
- het werk dit toelaat .
Dit doorbetaalde buitengewoon verlof wordt toegekend naast eventueel verlof o.g.v. de hierna volgende regelingen.
De vakbonden zullen Xxxxxx Xxxxx 2 weken voor de datum van de bedoelde activiteit een verzoek voor toekenning van buitengewoon verlof indienen.
Indien dit door de aard van de activiteit niet mogelijk is wordt zo vroeg mogelijk vooraf- gaand aan de activiteit de aanvraag ingediend.
2. Ledenvergadering
1. Overleg tussen de bezoldigde functionarissen in dienst van de vakbonden en de bij werkgever werkende leden (ledenvergadering) kan drie maal per jaar plaatsvinden.
2. De vakbonden of vakbondskaderleden stellen Xxxxxx Xxxxx 2 weken vooraf in kennis van komende ledenvergaderingen. Hierbij wordt overleg gevoerd over de datum en het tijdstip.
3. De vakbonden plannen de ledenvergaderingen in beginsel buiten werktijd. Indien dit niet mogelijk is en op de grens van twee diensten wordt vergaderd, mogen beide ploegen een half uur in werktijd vergaderen.
4. Indien de ledenvergadering meer werktijd zal gaan kosten dan een half uur moet de Site Manager toestemming geven. Alle meer-uren (boven het halve uur dat binnen werktijd mag vallen) zijn voor eigen rekening van de werknemer.
5. Bij ad-hoc situaties overleggen de vakbonden met Xxxxxx Xxxxx.
3. Faciliteiten t.b.v. bedrijvenwerkers (kaderleden)
3.1. Aantal bedrijvenwerkersplaatsen
Als uitgangspunt geldt dat voor elke 15 leden faciliteiten worden verleend voor één Bedrijvenwerkersplaats.
3.2 Faciliteiten ten behoeve van het bedrijvenwerk
1. a. Uitsluitend voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van bedrijvenwerk stelt werkgever per kalenderjaar 150 verlofdagen ter beschikking..
b. Indien betaald verlof wordt opgenomen in de zin van lid a zal, indien dat verlof gedurende twee aansluitende nachtdiensten wordt genoten, dat verlof als één opgenomen verlofdag worden beschouwd.
Toelichting:
Indien de activiteit valt in een dag tussen 2 nachtdiensten zal AH deze 2 nachtdiensten als verlof geven maar als één verlofdag t.b.v. bedrijvenwerk rekenen. De andere nacht wordt als BCD geboekt en komt niet ten laste van het saldo bedrijvenwerkersdagen.
2. Het totaal aantal verlofdagen kan worden gebruikt door alle bedrijvenwerkers tezamen, met dien verstande dat geen van de bedrijvenwerkers daarvan meer dan 10 verlofdagen per kalenderjaar kan gebruiken.
Het totaal aantal verlofdagen voor bedrijvenwerkersplaatsen (150 dagen) mag hier- door niet overschreden worden.
3. Elk verlof dat in enig kalenderjaar niet is benut, vervalt en kan dus niet in een volgend kalenderjaar worden opgenomen.
4. Voor uitnodigingen aan vakbondsleden voor vergaderingen en algemeen zakelijke mededelingen kunnen de vakbonden de publicatieborden van werkgever gebruiken.
5. Werkgever zal, indien mogelijk, vergaderruimte ter beschikking stellen voor vergaderingen in het kader van bedrijvenwerk.
6. De voorzitter en de secretaris van een kadergroep mogen kosteloos gebruik maken van telefoon, kopieerapparatuur en telefax om in- en externe kontakten mogelijk te
maken.
7. Werkzaamheden die niet binnen de beschikbaar gestelde tijd kunnen worden verricht, zullen buiten werktijd plaatsvinden. Indien de beschikbare tijd niet voldoende wordt geacht, bijv. door lange reistijd voor een vergadering, kan in voorkomend geval door werkgever tot extra buitengewoon verlof worden besloten.
De HR Business Partner van Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv dient hiervoor toestemming te geven.
3.3. Verplichtingen van de vakbonden
1. De vakbonden dragen gezamenlijk zorg voor een actueel overzicht van de bedrijvenwerkers. In dit overzicht is zichtbaar:
- Het aantal en de namen van de bedrijvenwerkers per distributiecentrum;
- Voor welke bond de bedrijvenwerker zijn/haar activiteiten verricht.
N.B: De vakbonden bepalen onderling het aantal bedrijvenwerkers per bond en de verdeling over de distributiecentra.
2. De vakbonden dienen bij Xxxxxx Xxxxx 2 weken vooraf een verzoek in tot het opnemen van verlof-uren zoals bedoeld in deze regeling.
Indien dit door de aard van de activiteit niet mogelijk is wordt zo vroeg mogelijk voorafgaand aan de activiteit de aanvraag ingediend. Verzoeken tot verlof worden binnen 3 werkdagen na binnenkomst beantwoord
3. De vakbonden geven AH jaarlijks middels een accountantsverklaring, vóór 1 april, een opgave van het aantal vakbondsleden, ter bepaling van het aantal bedrijvenwerkers.
3.4. Verplichtingen van werkgever
De positie van bedrijvenwerkers in de onderneming zal uitsluitend worden beïnvloed door de naleving van de rechten en verplichtingen uit hun arbeidsovereenkomst en de wet en derhalve niet door hun optreden als bedrijvenwerker.
4. Regeling x.x.x. XXX-commissieleden
1. Xxxxxx Xxxxx zal de leden van de CAO-commissie Logistics van Xxxxxx Xxxxx bv de daarvoor benodigde tijd ter beschikking stellen.
2. Vooraf wordt door Xxxxxx Xxxxx en de vakbonden zoveel als mogelijk is een afspraak over het aantal benodigde uren gemaakt.
3. De vakbonden zullen aan Xxxxxx Xxxxx opgave doen van de leden van de CAO-commissie.
4. De vakbonden dienen bij Xxxxxx Xxxxx 2 weken vooraf een verzoek in tot het opnemen van verlofuren. Indien dit door de aard van de activiteit niet mogelijk is wordt zo vroeg mogelijk voorafgaand aan de activiteit de aanvraag ingediend. Verzoeken tot verlof worden binnen 3 werkdagen na binnenkomst beantwoord.
5. Werk- c.q. studiegroepleden
1. Xxxxxx Xxxxx zal leden van de vakbonden die deelnemen aan, in de CAO afgesproken, werk- of studiegroepen de daarvoor benodigde tijd ter beschikking stellen.
2. Vooraf wordt door Xxxxxx Xxxxx en de vakbonden zoveel als mogelijk is een afspraak over het aantal benodigde uren gemaakt.
3. De vakbonden zullen aan Xxxxxx Xxxxx opgave doen van de leden van de werk- cq. studiegroepen.
4. De vakbonden dienen bij Xxxxxx Xxxxx 2 weken vooraf een verzoek in tot het opnemen van verlofuren. Indien dit door de aard van de activiteit niet mogelijk is wordt zo vroeg mogelijk voorafgaand aan de activiteit de aanvraag ingediend. Verzoeken tot verlof worden binnen 3 werkdagen na binnenkomst beantwoord.
6. Vakbondsconsulent
1. De werkzaamheden van de Vakbondsconsulent hebben tot doel om leden met vragen en/of problemen op het gebied van arbeid en inkomen binnen Xxxxxx Xxxxx te helpen en bij te staan.
2. Op elk DC is een Vakbondsconsulent; hierbij gelden het LDC en LVC als twee DC’s. CNV en FNV laten Xxxxxx Xxxxx (HRBP AH Logistics) weten wie er (gecertificeerd) Vakbondsconsulent zijn op elk DC en geven wijzigingen op dit bestand vooraf door.
3. De opleiding tot Vakbondsconsulent vindt plaats in overleg tussen de medewerker die hiervoor opgeleid wil worden en de vakbond.
4. Voor de werkzaamheden van Vakbondsconsulent staan (voor CNV en FNV gezamenlijk) max. 4 uur per week binnen werktijd. Er zal vooralsnog één Vakbondsconsulent van de CNV werkzaam zijn vanaf 1 september 2013.
5. De Vakbondsconsulent verricht zijn werkzaamheden wekelijks op hetzelfde moment (spreekuur op afspraak; geen open spreekuur). De Vakbondsconsulent overlegt elk kwartaal met de Operationeel Site Manager op welke dag en welk tijdstip deze tijd – of aaneengesloten of opgeknipt in maximaal twee delen – besteed wordt.
6. Medewerkers die de Vakbondsconsulent bezoeken, doen dat in eigen tijd.
7. Voor de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden, krijgt de Vakbondsconsulent op het daarvoor afgesproken moment ter beschikking:
a. een flexwerkruimte met de mogelijkheid medewerkers te woord te staan;
b. een flexcomputer en een eigen account en internetfaciliteiten.
8. In Interflex is er een taakcode voor Vakbondsconsulent. De Vakbondsconsulent boekt de door hem/haar onder werktijd aan vakbondsconsultatie bestede tijd op deze code, bij gebreke waarvan de tijd als vrij wordt geboekt door Xxxxxx Xxxxx.
7. Opschorting en nakoming
7.1 Opschorting faciliteiten
Werkgever kan de verleende faciliteiten opschorten, indien de vakbonden zich niet aan deze overeenkomst houden en/of bestaande communicatiepatronen en overlegstruc- turen belemmeren of doorkruisen.
7.2 Nakoming
Vakbonden en werkgever verbinden zich de inhoud van deze regeling naar letter en geest te goeder trouw na te komen.
Bijlage X
Uitvoeringsregeling toekenning toeslagpercentage artikel 13 lid 2 d
1. Afspraken over aantal zaterdagen en toeslagpercentage
Uitgangspunten voor het vaststellen van het aantal te werken zaterdagen en hierover te betalen toeslagpercentage in een kalenderjaar zijn:
a. De CAO-verplichting (1 keer per 3, 4 of 6 weken).
b. De individuele afspraak die met de medewerker is gemaakt en vastgelegd over een eventueel hoger aantal te werken zaterdagen dan de voor de medewerker geldende CAO- verplichting.
c. De individuele afspraak die met de medewerker is gemaakt over het binnen de grenzen van
A) en B) daadwerkelijk te werken aantal zaterdagen per jaar. Hierbij kan vooraf ingecalculeerd worden dat de medewerker één of meer zaterdagen als vakantie of ADV zal opnemen. Voorwaarde is dat de medewerker daarbij niet onder de minimumgrens (zie staffel 1 hieronder) zakt, dat is immers de overeengekomen CAO- of individuele verplichting.
Het is dus aan te bevelen dat met de medewerker een zo realistisch mogelijke afspraak over het aantal te werken zaterdagen wordt gemaakt. Het veiligst is om hierbij uit te gaan van het minimum te werken aantal zaterdagen per jaar, zie staffel hieronder. Hiermee wordt voor- komen dat aan het eind van het jaar een negatieve afrekening voor de medewerker plaats vindt omdat er op basis van een te hoog aantal te werken zaterdagen teveel toeslag is uitbetaald.
Indien de medewerker dit wenst kan hij echter ook kiezen voor het berekenen van de ploegen- toeslag op basis van het, bij zijn of haar CAO- of individuele afspraak horend, maximum
te werken aantal zaterdagen per jaar óf een tussen het minimum en maximum liggend aantal. Het, bij de distributiecentra in gebruik zijnde, roostermodel van waaruit de ploegentoeslag wordt berekend kan voor beide opties gebruikt worden.
De staffel die uit bovenstaande uitgangspunten voortvloeit is als volgt:
Staffel 1
CAO- of individuele afspraak: | Bijbehorende toeslagpercentage: | Minimum te werken aantal zaterdagen per jaar: | Aantal zaterdagen per volledig kalenderjaar van 52 weken. (= 52 weken gedeeld door de frequentie) |
Elke week | 75% | 42 | 52 *) |
1 x per 2 weken | 75% | 23 | 26 |
1 x per 3 weken | 65% | 15 | 17 |
1 x per 4 weken | 55% | 11 | 13 |
1 x per 5 weken | 45% | 9 | 10 |
1 x per 6 weken | 35% | **) | **) |
* ) Voor meerdaagse parttimers geldt: Op grond van het absolute aantal zaterdagen dat er in een kalenderjaar zit is 52 het maximum, we gaan er hierbij echter van uit dat de medewerker 10 zaterdagen niet zal werken. Dan resteren maximaal 42 zaterdagen dat er gewerkt zal (kunnen) worden.
Indien de verwachting is dat er méér zaterdagen vakantie/ADV opgenomen zal worden is het verstandig dit al in de ploegentoeslagberekening mee te nemen.
** ) Op basis van de CAO-afspraak dat medewerkers die vóór 19 juli 1999 in dienst zijn gekomen niet kunnen worden verplicht een rooster te accepteren waarin meer dan 1 keer in de zes weken werktijd op zaterdag is ingeroosterd geldt voor deze groep dat van het aantal ingeroosterde zaterdagen per jaar er één dag als ADV of vakantie mag worden opgenomen.
N.B. 1: Voor medewerkers die geen volledig kalenderjaar in dienst geweest zijn wordt het aantal zaterdagen naar rato berekend.
N.B. 2: Per gewerkte zaterdag wordt tenminste 35% toeslag betaald.
N.B. 3: Een medewerker kan, met inachtneming van een opzegtermijn van 4 periodes, de afspraak over het aantal te werken zaterdagen die uitgaat boven de geldende CAO-verplichting opzeggen. Zie artikel 6.4, lid 4.
Tussentijds gewijzigde afspraken geven een ander aantal zaterdagen dan het oorspronkelijk afgesproken aantal. Hierover moet een gemiddelde berekend en met de medewerker afgesproken worden.
N.B. 4: Indien op zaterdag in een frequentie wordt gewerkt waaraan een toeslag van 75% is verbonden, wordt met ingang van periode 2-2009 deze toeslag ook toegekend indien in die frequentie op zaterdag ná 18.00 uur wordt gewerkt.
2. Uitgangspunten voor afrekening
1. Als gewerkte zaterdagen worden beschouwd:
a. Daadwerkelijk gewerkte zaterdagen, die niet al als overwerk (= á 75%) zijn uitbetaald.
N.B.: Indien geen volledige dienst (= het aantal afgesproken uren) is gewerkt wordt deze beschouwd als een volledige dienst, tenzij er een andere afspraak tussen de medewerker en AH is vastgelegd.
b. Ingeroosterde zaterdagen waarop de medewerker arbeidsongeschikt (ziek) was.
c. Zaterdagen waarover de leidinggevende, op uitdrukkelijk verzoek van de werkgever, met de medewerker heeft afgesproken dat op die zaterdagen niet gewerkt hoeft te worden en in plaats daarvan een andere dienst ter vervang in het werkrooster is opgenomen.
d. Nieuwjaarsdag, Koninginnedag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag, indien deze zaterdagen in het individuele werkrooster zijn opgenomen en hiervoor BCD geldt.
N.B.: Ten aanzien van de medewerkers met een CAO-verplichting van 1 keer per 6 weken geldt aanvullend op de onder a., b., c. en d. genoemde zaterdagen:
- dat er één doorbetaalde zaterdag per jaar als vakantie of ADV mag worden opgenomen.
- te weinig gewerkte zaterdagen mogen alléén ingehaald worden en er mag géén verrekening in geld plaatsvinden.
2. Evaluatiemoment en inhaalafspraken aantal te weinig gewerkte zaterdagen:
De medewerker zal tenminste 1 x per kwartaal op de hoogte gebracht worden van het aantal gewerkte zaterdagen tot op dat moment, zodat bijsturing mogelijk is.
Het aantal te weinig gewerkte zaterdagen moet worden ingehaald. De leidinggevende en de medewerker zullen de te weinig gewerkte zaterdagen inroosteren.
3. Salaris-uitgangspunten:
Uurloon: Het uurloon in periode 13 is uitgangspunt voor het vaststellen van het te verrekenen bedrag.
Moment afrekening: De jaarafrekening vindt plaats met de salarisbetaling over periode 1 van het opvolgende kalenderjaar.
4.a Indien minder dan het aantal afgesproken zaterdagen is gewerkt zal in eerste instantie worden getracht met de medewerker af te spreken dat het aantal te weinig gewerkte
zaterdagen in het daaropvolgende kalenderjaar wordt ingehaald.
Indien de medewerker het aantal minder gewerkte zaterdagen niet kan of wil inhalen wordt de toeslag herberekend op basis van het gerealiseerde aantal gewerkte zaterdagen (zoals onder 1 genoemd) én volgens het bijbehorende percentage uit de toeslagstaffel.
Ook kan gekozen worden voor een combinatie van inhalen en herberekenen.
N.B.: Het kan voorkomen dat er minder dan het afgesproken aantal zaterdagen is gewerkt maar dat het percentage gelijk blijft omdat er niet zoveel minder zaterdagen gewerkt zijn waardoor een lager percentage van toepassing wordt.
Dan wordt dus, met behoud van het toegekende percentage, alléén herberekend op grond van het lagere aantal zaterdagen en vindt géén herberekening m.b.t. het percentage plaats.
4.b Indien méér dan het aantal afgesproken zaterdagen is gewerkt wordt de toeslag her- berekend met het percentage dat hoort bij dat hogere aantal. Om recht te hebben op
een hogere toeslag als gevolg van een hoger aantal zaterdagen dan met de medewerker
vooraf was overeengekomen, zal met ingang van de jaarafrekening over 2011 alléén de in artikel 2 sub 1 a t/m d genoemde zaterdagen als daadwerkelijk gewerkte zaterdagen mee-
gerekend mogen worden.
N.B.: Méér gewerkte zaterdagen mogen niet gebruikt worden om in het daarop volgende kalenderjaar minder zaterdagen te werken maar moeten afgerekend worden.
EM/hs/A138 05-11-2013