CAO
CAO
1 april 2009 – 1 oktober 2012
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING HOOFDLIJNEN SOCIAAL BELEID 5
HOOFDSTUK I ALGEM ENE BEPALINGEN 7
Artikel 1 Definities 7
Artikel 2 Duur, verlenging en beëindiging van de overeenkomst 8
Artikel 3 Vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden 9
Artikel 4 Afwijkende regelingen 9
Artikel 5 Aanvullingen en wijzigingen van de loon- en arbeidsvoorwaarden 9
Artikel 6 Inkomensontwikkeling 9
Artikel 7 Prijsindexering 10
Artikel 8 Verplichtingen van de werkgever 10
Artikel 9 Fusies en reorganisaties 10
Artikel 10 Verplichtingen van de medewerkers 11
Artikel 11 Verbod op nevenactiviteiten 11
HOOFDSTUK II DIENSTVERBAND 12
Artikel 12 Xxxxxxxxx 00
Artikel 13 Einde dienstverband 12
Artikel 14 Pensioenregeling 12
Artikel 15 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid 12
Artikel 16 Anciënniteitdatum 12
Artikel 17 Deeltijdwerk 13
HOOFDSTUK III BEDRIJFSTIJD, ARBEIDSDUUR, WERKSCHEMA’S 14
Artikel 18 Bedrijfstijd 14
Artikel 19 Xxxxxxxxxxx 00
Artikel 20 Schafttijden 14
Artikel 21 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 22 Werkschema’s 16
Artikel 23 Feestdagen 17
Artikel 24 Overwerk 18
Artikel 25 Verlengen 18
HOOFDSTUK IV FUNCTIE- EN BELONINGSGEBOUW 19
Artikel 26 Salarissen 19
Artikel 27 Tewerkstelling medewerkers buiten eigen werkgebied 19
Artikel 28 Functielijst I 19
Artikel 29 Functielijst I en Functielijst II - Opleiding 24
Artikel 30 Functielijst II Technische Onderhoudsdienst 25
Artikel 31 Functielijst III 27
HOOFDSTUK V TOESLAGEN EN VERGOEDINGEN 30
Artikel 32 Vermenigvuldigingsfactor (VF) 30
Artikel 33 Xxxxxxxxxxxx 00
Artikel 34 Schematoeslag 31
Artikel 35 Nachtdiensttoeslag 32
Artikel 36 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 37 Vakantietoeslag 32
Artikel 38 Instructeurtoeslag 33
Artikel 39 Functielijst III toeslag (alleen voor medewerkers werkzaam in de operationele sector) 33
Artikel 40 Vergoeding vervanging Meewerkend Xxxxxxx TOD 33
Artikel 41 Feestdagentoeslag 33
Artikel 42 Feestdagenvergoeding voor het zich beschikbaar houden 34
Artikel 43 Overwerktoeslag 34
Artikel 44 Reiskostenvergoeding 35
Artikel 45 Beambte Gevaarlijke Stoffen toeslagen 35
Artikel 46 Correctiedagen 35
Artikel 47 Regeling consignatie 36
Artikel 48 Vergoeding EHBO-diploma/persluchtmasker/schakelbevoegdheid/BHV 37
Artikel 49 Dienstjubileum 38
Artikel 50 Uitkering aan nagelaten betrekkingen 38
Artikel 51 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 52 WGA-premie 39
HOOFDSTUK VI XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX 00
Artikel 53 Ziekte- en verzuimrichtlijnen 40
Artikel 54 Loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid 40
Artikel 55 Reïntegratie 41
Artikel 56 WIA-beleid 42
Artikel 57 Mogelijke te ontvangen uitkeringen 43
Artikel 58 Verhaalsrecht werkgever voor doorbetaald loon 43
Artik el 59 Volmacht ontvangen uitkeringen 43
HOOFDSTUK VII VEILIGHEID, GEZONDHEID, WELZIJN EN MILIEU 44
Artikel 60 Algemeen 44
Artikel 61 Verplichtingen van de werkgever 44
Artikel 62 VCH 44
Artikel 63 Verplichtingen van de medewerker 44
HOOFDSTUK VIII VERLOF 45
Artikel 64 Vakantieregeling 45
Artikel 65 Extra vrije dagen voor medewerkers met een langdurig dienstverband of hogere leeftijd46 Artikel 66 Extra vrije (90% -)dagen voor medewerkers van 55 jaar tot en met 64 jaar 46
Artikel 67 Sociale Innovatie / duurzame inzetbaarheid - Studie 47
Artikel 68 Persoonlijk Budget 47
Artikel 69 Overgangsregeling Vermindering Arbeidsduur voorafgaande aan de volledige pensionering voor medewerkers Functielijst I, II en III 47
Artikel 70 Kort verzuim 48
Artikel 71 Organisatieverlof 49
Artikel 72 Zwangerschapsverlof 50
Artikel 73 Onbetaald verlof 50
HOOFDSTUK IX PENSIOENEN, STIVU EN ECT-VUT 51
BIJLAGE I BELONINGSGEBOUW 53
BIJLAGE II REGELING TEWERKSTELLING PERSONEEL VAN DERDEN 60
BIJLAGE III REGELING VAKANTIEWERKERS 61
BIJLAGE IV VOORZIENINGEN OUDERE MEDEWERKER 64
BIJLAGE V 5%-REGELING 65
BIJLAGE VI RICHTLIJNEN DIE GELDEN BIJ DE UITVOERING VAN ZIEKTEVERZUIMBEGELEI DING- EN REÏNTEGRATIETRAJECTEN INZAKE
FUNCTIELIJST I-FUNCTIES 66
BIJLAGE VII VAKBEWEGING EN ONDERNEMING 68
BIJLAGE VIII GESCHILLEN 70
BIJLAGE IX ECT-SELECT 71
BIJLAGE X PROTOCOL ONDERHANDELINGSRESULTAAT 77
De ondergetekenden:
Europe Container Terminals B.V., ECT Home Terminal B.V. en ECT Delta Terminal B.V., allen gevestigd te Rotterdam,
IIA FNV Bondgenoten sector havens, gevestigd te Utrecht,
IIB CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht,
verklaren hierbij, conform de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst, met ingang van 1 april 2009 de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst voor medewerkers van Europe Container Terminals B.V., ECT Home Terminal B.V. en ECT Delta Terminal B.V., zoals gedefinieerd in deze overeenkomst, te zijn overeengekomen.
Inleiding Hoofdlijnen sociaal beleid
A. Het ondernemingsbeleid zal er in het bijzonder op zijn gericht een zodanig rendement van het geïnvesteerde kapitaal na te streven, dat de continuïteit en een gezonde groei van de onderneming worden bevorderd, alsmede dat de werkgelegenheid, de bestaanszekerheid en het voeren van een verantwoord sociaal beleid veilig worden gesteld.
B. Het sociaal beleid als wezenlijk onderdeel van het ondernemingsbeleid vindt zijn grondslag in de erkenning van de persoonlijke waardigheid van de mens, hetgeen tot uitdrukking zal worden gebracht door de medewerkers in staat te stellen hierop langs de weg van de rechtstreekse betrokkenheid in de werksfeer en door middel van de daartoe geëigende overlegorganen van de onderneming invloed uit te oefenen.
C. Het personeelsbeleid als onderdeel van het sociaal beleid heeft onder meer tot doel een arbeidsklimaat te scheppen, waarin de medewerker de gelegenheid heeft zijn werkkracht en capaciteiten te ontplooien in het belang van de onderneming en van zichzelf.
Het personeelsbeleid zal onder meer omvatten:
1. Het bevorderen van een zodanige interne communicatie dat inzicht in het ondernemingsbeleid mogelijk is.
2. Het voeren van een verantwoord wervingsbeleid met ruimte voor
introductie en instructie van nieuwe medewerkers.
3. Het ontwikkelen van een loopbaanplanning, welke in relatie tot de behoefte van de onderneming rekening houdt met aanleg, capaciteit en ambities van het personeel.
4. Het bevorderen van trainings- respectievelijk bij- en herscholings- programma's.
5. Het bevorderen van de bedrijfsveiligheid en gezonde arbeidsomstandigheden.
De strategie van het personeelsbeleid wordt mede ingevuld vanuit het concept Sociale Innovatie. Hiermee wil de werkgever uitdragen dat de medewerkers een kritische succesfactor zijn voor het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen. De ECT-CAO is een belangrijk instrument bij de beleidsvorming op het terrein van Sociale Innovatie.
D. Partijen wijzen discriminatie af en verklaren zich te zullen inzetten om gelijke kansen voor mannen en vrouwen in het arbeidsproces te bevorderen.
Deze gelijke kansen dienen onder meer tot uitdrukking te komen bij het selectie-, wervings-, opleidings- en loopbaanbegeleidingsbeleid van de werkgever.
E. Partijen achten ongewenste intimiteiten onaanvaardbaar.
F. De werkgever ziet het tot zijn taak om vo or zover dat redelijkerwijs in zijn vermogen ligt, gelijke kansen voor gehandicapte en niet-gehandicapte medewerkers voor wat betreft de deelname aan het arbeidsproces te bevorderen en de nodige voorzieningen te treffen voor het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van medewerkers. Het uitgangspunt bij het realiseren van deze doelstelling is de ter zake van toepassing zijnde wetgeving.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
In deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) wordt verstaan onder:
Werkgever:
Partij ter ene zijde, te weten Europe Container Terminals B.V., ECT Home Terminal B.V. en ECT Delta Terminal B.V. (ECT).
Werknemersorganisaties:
Partijen ter andere zijde, te weten FNV Bondgenoten sector havens en de CNV Vakmensen.
Werkgeversorganisatie:
AWVN.
Partijen:
Werkgever en werknemersorganisaties.
Medewerker:
De mannelijke of vrouwelijke medewerker, in dienst van de werkgever, van wie de functie in één van de Functielijsten I, II of III is opgenomen.
Xxxxxxxxxx werkzaam in de operationele sector:
De medewerker van wie de functie is opgenomen in de Functielijst I of de Functielijst II.
Xxxxxxxxxx werkzaam in de beambte sector:
De medewerker van wie de functie is opgenomen in de Functielijst III.
Ondernemingsraad:
Overlegorgaan, zoals omschreven in de Wet op de ondernemingsraden, opererend binnen de onderneming.
Werkschema:
Een met de Ondernemingsraad overeengekomen vast patroon van arbeidstijdindeling.
Spil:
Een groep medewerkers die een bepaald rooster loopt (bijvoorbeeld E-1) binnen een bepaald werkschema (bijvoorbeeld E-dienst).
Roostervrije dag:
Een binnen het rooster vallende dag waarop geen werkzaamheden worden verricht.
Dienst:
Tijdsduur waarvoor binnen een etmaal arbeid kan worden verlangd.
Maand:
Kalendermaand.
Basismaandsalaris:
Het voor de functie vastgestelde maandsalaris exclusief schematoeslag.
Schemamaandsalaris:
Basismaandsalaris plus eventuele vermenigvuldigingsfactor, haventoeslag, persoonlijke toeslag en schematoeslag.
Schematoeslag:
Toeslag toe te kennen bij de indeling en tewerkstelling in een bepaald werkschema.
Persoonlijke toeslag:
Persoonlijk basismaandsalaris exclusief schematoeslag.
Een persoonlijke toeslag kan slechts worden opgeheven in geval van een functionele promotie waarbij een deel van of de gehele persoonlijke toeslag wordt verrekend met het nieuwe basismaandsalaris. Eén en ander houdt in dat alle looncomponenten zoals onder andere pensioen, initiële loonsverhoging, prijscompensatie, vakantiegeld, overwerk, correctiedagen, etc. van toepassing zijn op het persoonlijk basismaandsalaris.
Overwerk:
Tewerkstelling van medewerkers op tijden en dagen buiten het voor hen geldende rooster op basis van een voltijds dienstverband.
Uurloon:
0,57% van het basismaandsalaris, exclusief toeslagen, behalve een eventuele persoonlijke toeslag.
Partner:
De wettelijke echtgeno(o)t(e) of de geregistreerde partner, of de partner met wie de medewerker blijkens een schriftelijke verklaring (uittreksel gemeenschappelijke basisadministratie van het bevolkingsregister) duurzaam samenwoont op hetzelfde adres dan wel blijkens een notarieel samenlevingscontract duurzaam samenwoont op hetzelfde adres.
Artikel 2 Duur, verlenging en beëindiging van de overeenkomst
Deze overeenkomst is aangegaan voor de periode van 1 april 2009 tot en met 30 september 2012.
De overeenkomst kan door partijen tegen het einde van de contractperiode worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste drie maanden. Opzegging dient te geschieden door middel van een aangetekende brief.
Indien geen van de partijen de overeenkomst opzegt, wordt deze stilzwijgend verlengd met de duur van één jaar. Ook in dit geval geldt voor de beëindiging een opzegtermijn van ten minste drie maanden. Opzegging dient te geschieden door middel van een aangetekende brief.
Artikel 3 Vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden
De loon- en arbeidsvoorwaarden voor de medewerkers zijn vastgesteld gelijk omschreven in de artikelen van deze overeenkomst, alsmede de aan deze overeenkomst gehechte en - overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 - alsnog te hechten bijlagen, welke door partijen zijn gewaarmerkt.
Artikel 4 Afwijkende xxxx xxxxxx
In geval van buitengewone veranderingen in de algemeen sociaal-economische verhoudingen in Nederland of in geval van tussentijdse wetswijzigingen, kan van deze loon- en arbeidsvoorwaardenregeling worden afgeweken, indien hierover tussen partijen overeenstemming is bereikt.
Artikel 5 Aanvullingen en wijzigingen van de loon- en arbeidsvoorwaarden
Bij tussentijdse wijziging of aanvulling ten gevolge van algemeen overleg over de in deze overeenkomst genoemde en door partijen gewaarmerkte loon- en arbeidsvoorwaarden, worden deze gewijzigde of nieuwe loon- en arbeidsvoorwaarden eveneens aan deze overeenkomst gehecht en door partijen gewaarmerkt. Deze overeenkomst blijft overigens onveranderd van kracht.
Artikel 6 Inkomensontwikkeling
A. Handhaving van de automatische prijscompensatie
• In verband met “schoonmaken” worden de lonen per 1 april 2009 met 1,42% verhoogd.
• Het systeem van automatische prijscompensatie wordt gecontinueerd in de ECT-CAO ingaande 1 april 2009.
• Voor de ECT-CAO ingaande 1 april 2009 geldt het CPI afgeleid prijsindex 2006 = 100 van maart 2009 (= 105.09) als uitgangspunt.
B. Initiële loonsverhoging
De salarisschalen worden als volgt aangepast:
• 1 juli 2010: een structurele verhoging van 1%;
• 1 mei 2011: een structurele verhoging van 1%;
• 1 mei 2012 een structurele verhoging van de basismaandsalarissen met € 20,--.
C. Eenmalige uitkering
Boven de met de Ondernemingsraad afgesproken Resultatenregeling worden de navolgende eenmalige uitkeringen uitbetaald:
• Bij de totstandkoming van de CAO een van het resultaat (over 2008) afhankelijke uitkering van € 1.000,--;
• 1 maart 2010: een resultaat (over 2009) afhankelijke uitkering van
€ 1.000,--;
• 1 maart 2011: een resultaat (bij het bereiken van de financiële doelstelling van het budget 2010) afhankelijke uitkering van € 500,00;
• 1 maart 2012: een resultaat (bij het bereiken van de financiële doelstelling van het budget 2011) afhankelijke uitkering van € 500,--.
D. Voor medewerkers in de functie van Terminal Operator B of Terminal Operator C, ingedeeld in Functielijst I geldend in dienst per 1-10-2000 of later, worden bij Normaal / Goed functioneren in mei 2011 twee extra salarisstappen toegekend.
Artikel 7 Prijsindexering
A. Ter compensatie van de stijging van de kosten van levensonderhoud zal bij iedere 2% stijging van het CPI afgeleid prijsindex 2006 = 100, een verhoging van 2% op het basismaandsalaris en alle in geld uitgedrukte toeslagen worden toegekend, tenzij door partijen hieraan een andere bestemming wordt gegeven.
B. Stijgen gedurende de periode 1 april 2009 t/m 30 september 2012 de kosten van het levensonderhoud met 2% boven het CPI afgeleide prijsindexcijfer van maart 2009, dan worden - ingaande de tweede maand volgend op die, waarin dit indexcijfer werd overschreden - het basismaandsalaris en alle in geld uitgedrukte toeslagen, tenzij anders overeengekomen, met een toeslag van 2% verhoogd; een eventuele volgende overschrijding dienovereenkomstig.
C. Bij een daling van de kosten van het levensonderhoud zal bij iedere 2% daling van het CPI afgeleid prijsindex 2006 = 100, bij overschrijding waarvan voor het laatst een toeslag volgde, een vermindering van het basismaandsalaris en alle in geld uitgedrukte toeslagen, tenzij anders overeengekomen, plaatsvinden met 2%.
D. Bij de toepassing van deze prijsindexeringsregeling wordt steeds van het voorlopige CPI afgeleid prijsindex 2006 = 100 uitgegaan. Dit betekent, dat met eventuele correcties, welke achteraf in het voorlopige indexcijfer over een bepaalde maand worden aangebracht, geen rekening wordt gehouden.
Artikel 8 Verplichtingen van de werkgever
De werkgever verbindt zich tegenover de werknemersorganisaties de medewerkers op geen andere voorwaarden arbeid te laten verrichten dan de in artikel 3 genoemde.
De werkgever zal voor het verrichten van draaiende en besturende werkzaamheden, opgenomen in de Functielijst I en voor alle functies uit Functielijst II uitsluitend medewerkers in dienst nemen die tevoren medisch zijn goedgekeurd door een arts, verbonden aan een arbodienst.
Artikel 9 Fusies en reorganisaties
Onverminderd het gestelde in het SER-besluit Xxxxxxxxxxxxxxxxxx en de Wet op de ondernemingsraden informeert de werkgever ingeval van fusie, ingrijpende reorganisatie, inkrimping of sluiting van de onderneming, die gevolgen hebben voor de medewerkers, de werknemersorganisaties, teneinde in onderling overleg tot een sociale begeleidingsregeling te komen.
De werknemersorganisaties zullen onmiddellijk door de werkgever in kennis worden gesteld van een aanvraag tot surséance van betaling of van een ingediend verzoek tot faillietverklaring.
Artikel 10 Verplichtingen van de medewerkers
De werknemersorganisaties verbinden zich tegenover de werkgever dat hun leden bij ECT voor het verrichten van arbeid aan de werkgever geen andere voorwaarden zullen stellen dan de in artikel 3 genoemde.
Artikel 11 Verbod op nevenactiviteiten
De medewerker mag geen werkzaamheden in loondienst van derden verrichten, op enigerlei wijze handel drijven en/of diensten verlenen, tenzij daartoe door of namens de directie schriftelijk toestemming is verleend.
Hoofdstuk II Dienstverband
Artikel 12 Proeftijd
De eerste twee maanden van het dienstverband gelden als proeftijd (artikel 7: 652 BW).
Artikel 13 Einde dienstverband
Tenzij anders wordt overeengekomen tussen de werkgever en de medewerker, eindigt het dienstverband van de medewerker zonder nadere opzegging met ingang van de eerste dag van de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd wordt bereikt.
Voorts kunnen zowel de werkgever als de medewerker het dienstverband beëindigen met inachtneming van de wettelijke bepalingen dienaangaande.
Artikel 14 Pensioenregeling
Medewerkers zijn verplicht deel te nemen aan de toepasselijke bedrijfs- pensioenregeling. De pensioenregeling is vastgelegd in afzonderlijke reglementen.
Artikel 15 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid
Gedurende twee jaar na aanvang van de arbeidsongeschiktheid blijft het dienstverband voortduren. Werkgever en medewerker zijn gedurende vorenbedoelde twee jaar verplicht inspanningen te verrichten teneinde (andere) passende arbeid voor de medewerker te vinden.
Mocht na afloop van deze periode binnen ECT noch er buiten geen blijvende passende arbeid zijn gevonden, dan zal de werkgever het dienstverband beëindigen. Daarbij worden de wettelijke bepalingen in acht genomen.
Beëindiging van het dienstverband laat de loondoorbetalingregeling als bedoeld in artikel 54 onverlet.
Artikel 16 Anciënniteitdatum
De indiensttredingdatum geldt in de regel als anciënniteitdatum, tenzij anders wordt vermeld in de individuele arbeidsovereenkomst.
De anciënniteitdatum is bepalend voor de toepassing van het afspiegelingsbeginsel, de duur van de opzegtermijn, het aantal (gewogen) dienstjaren in het kader van een ontbindingsprocedure en het aantal extra vrije dagen. Voorts geldt de anciënniteitdatum als intern aanwijscriterium bij overplaatsingen.
Dienstverband
Artikel 17 Deeltijdwerk
Voor het werken in deeltijd zijn de wettelijke bepalingen van toepassing. Werken in deeltijd vindt altijd plaats op basis van vrijwilligheid.
Voor deeltijdwerkers zijn de arbeidsvoorwaarden, zoals vastgelegd in de CAO, op pro rata basis volledig van toepassing.
Overwerk deeltijdwerk
In geval van deeltijdwerk is er van overwerk eerst sprake, indien de in het bedrijf gebruikelijke arbeidsduur voor een voltijds dienstverband is overschreden.
Randvoorwaarden deeltijdwerk
• Werken in deeltijd vindt niet plaats op basis van afroepcontracten.
• Tewerkstelling in deeltijd wordt zodanig georganiseerd, dat er ten minste sprake is van een gemiddelde arbeidsduur van zestien uur per week per medewerker, tenzij partijen hiervan in overleg afwijken.
• Per werkdag wordt minimaal vier uur aaneengesloten gewerkt, met dien verstande dat, indien mogelijk, of aan het begin van een dienst wordt gestart of aan het einde van een dienst wordt geëindigd (met uitzondering van Deeltijdschema A).
Hoofdstuk III Bedrijfstijd, arbeidsduur, werkschema’s
Artikel 18 Bedrijfstijd
Bedrijfstijd voor medewerkers werkzaam in de operationele sector:
De periode van maandag t/m zondag tussen 00.00 uur en 24.00 uur.
Bedrijfstijd voor medewerkers werkzaam in de beambte sector:
• De periode van maandag t/m vrijdag tussen 08.30 uur en 17.00 uur of
• De periode van maandag t/m zondag tussen 00.00 uur en 24.00 uur.
Artikel 19 Arbeidsduur
De arbeidsduur bedraagt als regel 7 ¾ uur per etmaal.
De gemiddelde arbeidsduur per week bedraagt 38 ¾ uur exclusief eventuele ADV.
De gemiddelde arbeidsduur per week in de volcontinu bedraagt 32,55 uur. De onderstaande begin- en eindtijden zijn van toepassing:
Dagdienst
07.15 - 15.30 uur
Middagdienst
11.30 - 19.45 uur
Avonddienst
15.15 - 23.30 uur
Nachtdienst
23.15 - 07.30 uur
Kantoordienst
08.30 - 17.00 uur
Alle hierboven genoemde arbeidstijden zijn erop gebaseerd dat bij overgang op de volgende dienst (respectievelijk 07.30 uur, 15.30 uur en 23.30 uur) alle werkzaamheden ononderbroken voortgang vinden.
Artikel 20 Schafttijden
Met uitzondering van de kantoordienst bedraagt de schafttijd 30 minuten. In beginsel wordt op de volgende tijdstippen geschaft:
• Dagdienst 11.30 - 12.00 uur.
• Middagdienst: 15.30 - 16.00 uur.
• Avonddienst: 19.15 - 19.45 uur.
• Nachtdienst: 03.15 - 03.45 uur.
Teneinde een ononderbroken voortgang van de werkzaamheden te waarborgen, is het uitgangspunt dat niet iedereen gelijktijdig schaft, tenzij het management anders besluit.
Het management kan de schafttijden vervroegen of verlaten met ten hoogste een half uur. Verplaatsing van de schafttijd is alleen mogelijk indien dit ten minste een half uur van tevoren is aangezegd.
Alleen met instemming van de betrokken medewerkers is het verplaatsen van de schafttijd in de middagdienst (15.30 - 16.00 uur) in de C++-dienst mogelijk.
Het onderstaande geldt uitsluitend voor / op terminals waar volgens het automatische- concept wordt gewerkt.
Indien het management tijdens een dienst extra personeel toevoegt aan de reguliere ploegen (dat is een optie die op basis van het personeels-
/werkaanbod kan worden xxxxx), dan gelden voor deze extra medewerkers andere schafttijden dan binnen de hieronder omschreven bandbreedtes, mits deze afwijking niet in strijd is met de ter zake geldende wetgeving inzake arbeids- en rusttijden.
De schafttijd van 30 minuten voor de medewerkers in de reguliere ploegen liggen - ongeacht het feit of er sprake is van toevoeging van extra personeel aan de reguliere ploegen en ter bepaling door het management - binnen de volgende begin- en eindtijden / bandbreedtes:
• Dagdienst: 11.00 - 13.00 uur.
• Avonddienst: 18.00 - 20.00 uur.
• Nachtdienst: 02.15 - 04.15 uur.
Kantoordienst
Voor de kantoordienst bedraagt de schafttijd 45 minuten.
Artikel 21 Arbeidsduurverkorting
A. Medewerkers werkzaam in de operationele sector werkzaam in de A-, C-, C++-, D- en G-dienst hebben recht op zes ADV-dagen op jaarbasis.
Medewerkers kunnen deze ADV -dagen in het betreffende kalenderjaar opnemen in de vorm van vrij opneembaar verlof, dat in overleg met de (direct) leidinggevende in de dagdienst op maandag tot en met vrijdag kan worden opgenomen. Deze vrij opneembare dagen vallen binnen de in het ECT-Regelingenboek overeengekomen verzuimpercentages.
B. Xxxxxxxxxxx werkzaam in de beambte sector in de Kantoor-, A-, C-, C++- en D-dienst hebben recht op zes ADV-dagen op jaarbasis.
Opneming moet geschieden in het jaar waarin de ADV-dagen zijn toegekend. De dagen worden op, in overleg tussen de werkgever en de medewerker, vast te stellen dagen genoten. De in het bedrijf geldende beschikbaarheidsregelingen zijn daarbij van toepassing. In geval van ziekte op een vastgestelde dag komt die dag niet te vervallen. Op 31 december van enig jaar nog niet opgenomen dagen, ook dagen die tengevolge van arbeidsongeschiktheid niet zijn opgenomen, komen te vervallen.
Toekenning in geval van in- en/of uitdiensttreding geschiedt in de loop van het jaar pro rata. Bij uitdiensttreding vindt geen verrekening plaats.
Uitbetalen is onmogelijk.
C. ADV-dagen kunnen worden aangewend voor ECT-Select. Indien de medewerker voor deze optie kiest zijn de regels van ECT-Select van toepassing.
Artikel 22 Werkschema’s
De medewerker wordt geplaatst in en werkt volgens een werkschema. Vaststelling van het voor de medewerker geldende werkschema vindt plaats door de werkgever, na overleg met de medewerker.
De medewerker is verplicht op een zodanig tijdstip aanwezig te zijn of tot een zodanig tijdstip aanwezig te blijven, dat de werkzaamheden, op juiste wijze voorbereid, stipt op tijd kunnen worden aangevangen, overgedragen of afgesloten, ongeacht waar het werkobject zich binnen het bedrijf of delen daarvan bevindt.
Beschikbaar stelling
Na geplaatst te zijn in een werkschema is de medewerker gehouden zich beschikbaar te stellen voor werk binnen het voor dat werkschema geldende rooster en binnen de voor dat werkschema vastgestelde arbeidstijden.
Tewerkstelling op tijden en dagen buiten het voor de medewerker geldende rooster, kan alleen geschieden op basis van vrijwilligheid, behoudens het gestelde in artikel 25 (verlengen).
Wijziging spil
Spilwijzigingen dienen door de werkgever één maand van tevoren schriftelijk aan de betreffende medewerker te worden meegedeeld. Met instemming van de betreffende medewerker kunnen spilwijzigingen op een eerder tijdstip dan één maand worden doorgevoerd.
Wijziging werkschema
In een periode van een kalenderjaar kan het werkschema, waarin een medewerker is tewerkgesteld, eenmaal worden gewijzigd. In dat geval dient de wijziging één maand van tevoren te worden meegedeeld. Eventuele wijzigingen in het werkschema vinden plaats door de werkgever, na overleg met de medewerker. Bij wijziging van het werkschema wordt met de sociale omstandigheden van de medewerker rekening gehouden.
Bezwaar tegen wijziging werkschema
Xxxxxxx een medewerker - na overleg met de werkgever - het niet eens is met een wijziging van het voor hem geldende werkschema, kan hij gemotiveerd bezwaar aantekenen bij de Ondernemingsraad. In overleg tussen de werkgever en de Ondernemingsraad zal in dat geval naar een oplossing worden gezocht.
V-rooster
Alleen medewerkers Functielijst I vanaf 1 juli 2004 in dienst en werkzaam in de DUG kunnen in het V-rooster tewerk worden gesteld.
Medewerkers in dienst vanaf 1 juli 2004 en niet werkzaam in het V-rooster kunnen alleen op vrijwillige basis in het V-rooster tewerk worden gesteld.
Artikel 23 Feestdagen
De feestdagen zijn:
• Nieuwjaarsdag;
• 1e en 2e Paasdag;
• Hemelvaartsdag;
• 1e en 2e Pinksterdag;
• 1e en 2e Kerstdag;
• Nationale feestdag (30 april);
• Bevrijdingsdag (5 mei; éénmaal per vijf jaar, ingaande 1990).
Alle medewerkers (uitgezonderd de medewerkers werkzaam in de kantoordienst) zijn verplicht op de hierbovengenoemde feestdagen arbeid te verrichten, indien de feestdag binnen het voor hen geldende rooster valt.
Er wordt niet gewerkt van 24 december aan het eind van de dagdienst tot 26 december aan het begin van de dagdienst en op 31 december aan het eind van de dagdienst tot 1 januari aan het begin van de avonddienst.
Beambten Gevaarlijke Xxxxxxx
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx Xxxxxxx zijn verplicht van 24 december einde dagdienst tot 26 december begin dagdienst én van 31 december einde dagdienst tot 1 januari begin avonddienst arbeid te verrichten, indien deze periode valt binnen het voor hen geldende rooster.
Roostervrije dag
Indien een roostervrije dag samenvalt met een feestdag, wordt hiervoor aan medewerkers een extra vrije dag toegekend, met uitzondering van medewerkers werkzaam in de dag- of een C-dienst. Deze toekenning van een extra vrije dag blijft achterwege indien het de feestdagen 1e Paasdag en/of 1e Pinksterdag betreft.
Feestdagentoeslag
De feestdagentoeslag, opgenomen in Hoofdstuk V, artikel 41, is van toepassing vanaf de avonddienst dan wel een eventuele verlenging van de dagdienst conform artikel 25 op de dag voorafgaande aan de feestdag tot en met de nachtdienst op die feestdag.
“Feestvrij”
Op feestdagen kan niet gesnipperd worden. Wel kan de medewerker ten minste 72 uur van te voren een aanvraag “feestvrij” indienen. De medewerker wordt ten minste 48 uur voor aanvang van de betrokken dienst meegedeeld of de medewerker “feestvrij” is. Bij voorrang wordt aan medewerkers werkzaam in de dag- of een C-dienst die een aanvraag “feestvrij” hebben ingediend vrijaf gegeven.
De werkgever kan beslissen dat - afhankelijk van het werkaanbod - op een feestdag niet wordt gewerkt. Indien er niet wordt gewerkt wordt dit ten minste 48 uur voor aanvang van de betrokken dienst meegedeeld. In dat geval kan de werkgever tegelijkertijd medewerkers verzoeken zich beschikbaar te houden voor werken op de feestdag. Deze medewerkers dienen tijdens de feestdag op de volgende uren telefonisch contact op te nemen met ECT:
• Avonddienst: 13.00 - 13.30 uur op de dag zelf;
• Nachtdienst: 16.00 - 17.00 uur op de dag zelf;
• Dagdienst: 15.30 - 16.00 uur voorafgaand aan de feestdag.
Feestdagenvergoeding voor het zich beschikbaar houden
De vergoeding voor het zich beschikbaar houden op feestdagen is opgenomen in Hoofdstuk V, artikel 42.
Artikel 24 Overwerk
Tewerkstelling van medewerkers op tijden en dagen buiten het voor hen geldende rooster is alléén mogelijk op basis van vrijwilligheid.
Er is geen sprake van overwerk indien het meerdere werk buiten de opdracht van de werkgever wordt verricht.
Voor verricht overwerk wordt een vergoeding in geld of een compensatie in vrije tijd en geld toegekend. De vergoeding is opgenomen in Hoofdstuk V, artikel 43.
Artikel 25 Verlengen
Verlengen in verband met gereedkomen van werkzaamheden is verplicht overwerk en geldt alleen voor medewerkers werkzaam in de operationele sector.
Verlengen kan met maximaal één uur per dienst ten hoogste tweemaal per week worden toegepast, hetzij door vervroegd opkomen, hetzij door langer blijven ofwel beide, op het object waarop de medewerker tewerkgesteld zal worden of was.
Verlengen is alleen mogelijk voor medewerkers werkzaam in de dag- of een C- dienst.
Hoofdstuk IV Functie- en beloningsgebouw
Artikel 26 Salarissen
De salarissen die bij de functiegebouwen horen zijn bindend, tenzij schriftelijk anders aangegeven.
Artikel 27 Tewerkstelling medewerkers buiten eigen werkgebied
Medewerkers (Functielijsten I, II en III) zijn volledig uitwisselbaar tussen de twee werkgebieden van ECT, te weten het Eemhaven-gebied en het Delta– Maasvlakte-gebied, dan wel een terminal waarin ECT een aandeel van 50% of meer heeft in het Rotterdams havengebied.
Middels de personeelsindeling wordt kenbaar gemaakt op welke terminal of afdeling een medewerker zijn / haar werkzaamheden moet uitvoeren.
De medewerker kan alleen worden ingedeeld op functieonderdelen die een onderdeel uitmaken van het functiepakket van de medewerker.
De medewerker informeert op de op het roosterkaartje weergegeven momenten via de gratis bereikbare IVR-belcomputer (0800-6396666) waar de medewerker is ingedeeld. De medewerker verplaatst zich in eigen tijd naar de terminal of afdeling waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
Medewerkers die worden uitgewisseld naar een ander werkgebied komen per uitgewisselde dienst in aanmerking voor een dagvergoeding van € 6,20 (per 01-04-2009). Op deze vergoeding is de prijsindexeringsregeling van toepassing. Voor de daadwerkelijk gemaakte meerkilometers ten opzichte van de reguliere woon-werkafstand wordt een vergoeding op declaratiebasis toegekend gelijk aan het door de overheid vastgestelde, fiscaal toelaatbare maximum (met uitzondering van zogenaamde “pendelaars”). De medewerker die organiek in het Eemhaven-gebied werkzaam is, kan voor het ve rvoer naar de Delta-Maasvlakte-gebied gratis gebruik maken van het reeds bestaande Vipre bedrijfsbusvervoer. De betreffende medewerker komt in dat geval niet in aanmerking voor een vergoeding van de meerkilometers.
Artikel 28 Functielijst I
1. Mogelijke functies
Terminaloperator A1 Totaal aantal functies: 1 1 functie uit functiegroep operator | Terminaloperator A2 Totaal aantal functies: 2 2 functies uit functiegroep operator | Terminaloperator A3 Totaal aantal functies: 3 3 functies uit functie- groep operator |
Terminaloperator X0 | Xxxxxxxxxxxxxxxx X0 | Xxxxxxxxxxxxxxxx X0 |
Totaal aantal functies: 2 | Totaal aantal functies: 3 | Totaal aantal functies: 4 |
1 functie uit functiegroep | 1 of 2 functies uit | 2 of 3 functies uit |
operator | functiegroep operator | functiegroep operator |
1 functie uit functiegroep | 1 of 2 functies uit | 1 of 2 functies uit |
specialist | functiegroep specialist | functiegroep specialist |
Terminaloperator C3 | Terminaloperator C4 | Terminaloperator C5 |
Totaal aantal functies: 3 | Totaal aantal functies: 4 | Totaal aantal functies: 5 |
1 functie uit functiegroep | 1 of 2 functies uit | 2 of 3 functies uit |
operator | functiegroep operator | functiegroep operator |
1 functie uit functiegroep | 1 of 2 functies uit | 1 of 2 functies uit |
specialist | functiegroep specialist | functiegroep specialist |
1 functie uit functiegroep | 1 functie uit functiegroep | 1 functie uit |
coördinator | coördinator | functiegroep coördinator |
2. Functiegroepen
Functie- groepen | Functieonderdelen | |||||
Operator | • RD (Radioman Dek) • RW (Radioman Wal) • C (Controleur) (= CP + CA) • TT (Terminaltrekker-chauffeur)1 • HC (Heftruck chauffeur)2 • ADO (Administratieve Dienstverlening Operationeel)3 (= SBM Stack Beheer Marine + MDV Medewerker Dataverwerking) | |||||
Specialist | • KR (Kraan)4 (= BK + SK) • SC (Straddlecarrier) • ZC (Zware Stukken Certificaat) | |||||
Coördinator | • CO (= CWZ + Toezichthouder SpS) | CLZ | + | Instructeur | + | Meewerkend |
Coördinator
Specialist
toeslag bij inzet als
Specialist
Operator*
inhuur extern
Grafische weergave Functielijst I
Operator
Operator* is Operator met extra functionaliteit van KR of SC
1 Inclusief Functieonderdeel Multi-trailer-trekker. Voor de geautomatiseerde terminals vallen de functieonderdelen ASC/R en Wiwa hier ook onder.
2 Inclusief Functieonderdeel Reachstacker.
3 Uitbreiding van de huidige functie MDV tot meer administratieve werkzaamheden bij andere terminals.
4 Samenvoeging van BK (brugkraan) en SK (stapelkraan).
TMCD-werkzaamheden (ET)
Gedurende de looptijd van deze CAO vallen de TMCD-werkzaamheden onder de werkingssfeer van de ECT-CAO.
Stackerdraaien
Stackerdraaien is een integraal onderdeel van het functiepakket voor alle medewerkers uit functielijst I. Inzet vindt plaats in leegloop als er geen inhuur aanwezig is in de functionaliteit van de beoogde medewerker. Medewerkers van 50 jaar en ouder voeren deze werkzaamheden op vrijwillige basis uit.
Uitvoeren Maasvlakte Transport-ritten
Het uitvoeren van Maasvlakte Transport-ritten is een integraal onderdeel van het functieonderdeel TT. Inzet vindt plaats in leegloop.
Strippen en stuffen
Strippen en stuffen is een integraal onderdeel van het functiepakket voor alle medewerkers uit functielijst I (als het gaat om fysieke werkzaamheden) en RW en Controleur (als het gaat om controlerende werkzaamheden). Medewerkers met het functieonderdeel TT, mits voor heftruck gecertificeerd, en/of HC kunnen worden ingedeeld voor het uitvoeren van heftruckwerkzaamheden die het strippen en stuffen ondersteunen. Medewerkers bijzondere lading kunnen voor alle hiervoor genoemde werkzaamheden worden ingezet. Medewerkers van 50 jaar en ouder voeren de genoemde fysieke werkzaamheden op vrijwillige basis uit.
Voorkomende ondersteunende onderhouds- en schoonmaak werkzaamheden Iedere medewerker verricht in werktijd voorkomende operationele ondersteunende onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden binnen de eigen dan wel een andere dan de organieke afdeling. Dit betreft onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden die gerelateerd zijn aan terreinen en
equipement.
Werkzaamheden van een Algemeen Terminal Medewerker (ATM)
Op voorwaarde dat de medewerker voor de betreffende werkzaamheden is gecertificeerd kan de medewerker worden ingezet op de volgende werkzaamheden:
- stackerbakken rijden;
- AGV's overrijden;
- AGV's tanken en het schoonmaken van de SICK sensoren.
3. Instroomschalen vanaf 1 april 2006
I. Instroomschaal (0 – 6 maanden)
• Opleiding OPM – MBO 2 niveau
• Competentie “Samenwerken”
o “Is bereid samen aan te pakken om de klus te klaren”
• Competentie “Communiceren”
o “Spreekt duidelijk en zonder aarzelen in het Nederlands”
II. Schaal I (6 – 12 maanden)
• afgeronde OPM opleiding aangevuld met een van de certificaten Vakopleiding Terminaloperator RD; RW; TT; CP.
• VCA-certificaat
• Competentie “Samenwerken”
o “Werkt goed met anderen samen“
o “Stelt zich constructief op”
• Competentie “Communiceren”
o “Xxxxx actief informatie met anderen”
o “Brengt de boodschap inhoudelijk goed over”
III. Schaal II (12 – 18 maanden)
• afgeronde OPM - opleiding aangevuld met twee van de certificaten Vakopleiding Terminaloperator RD; RW; TT; CP.
• Vakspecifieke Opfrismodule voor operationele medewerkers
• Certificaat “Communicatie en Samenwerking 1” of vergelijkbaar certificaat
• Competentie “Samenwerken”
o “Is andere teamleden behulpzaam”
o “Past zich aan, aan het belang van het team”
• Competentie “Communiceren”
o “Is in staat feedback te geven en te ontvangen”
IV. Schaal III (18 – 24 maanden)
• Opleiding GOM (MBO 3)
• Vakspecifieke Opfrismodule voor operationele medewerkers
• Certificaat “Communicatie en Samenwerking 2” of vergelijkbaar certificaat
• Competentie “Samenwerken”
o “bevordert samenwerking”
o “kiest voor zelfverantwoordelijk gedrag”
• Competentie “Communiceren”
o “Herkent non-verbale signalen en weet hierop in te spelen”
o “Heeft zicht op eigen bijdrage aan het al dan niet slagen van communicatie “
4. Randvoorwaarden
1. Met uitzondering van de aanvangsfunctie zijn functies opgebouwd uit twee of meer functieonderdelen.
2. De werkgever stelt na goed overleg met de medewerker de na te
streven functiecombinatie vast. Het besluit van de werkgever is daarbij bindend.
3. De specifieke combinatie van functieonderdelen van een
medewerker, waartoe de werkgever besluit, is een afweging van zowel de individuele behoeften / mogelijkheden van de medewerker (willen en kunnen) als de functieonderdelen die binnen het team / de terminal / de afdeling aanwezig dienen te zijn.
4. Het vervangen van het ene functieonderdeel door het andere is slechts mogelijk met instemming van de werkgever.
5. Per terminal / afdeling worden respectievelijk vastgesteld:
• De startfuncties;
• De functiecombinaties;
• De loopbaanpaden; De roulatie over functieonderdelen.
De invulling per terminal / afdeling laat onverlet afspraken over de uitwisseling van medewerkers over de terminals / afdelingen.
5. Coördinatorfuncties
Op basis van het uitgangspunt “behoefte en kunnen” en rekening houdend met het loopbaanbeleid voor de betreffende medewerker, worden medewerkers tijdelijk in coördinatorfuncties benoemd.
Bij terugkeer naar de oorspronkelijke functie geldt de navolgende afbouwregeling:
• Indien de medewerker gedurende een aaneengesloten periode van één tot drie jaar als coördinator aangesteld is geweest, wordt het verschil tussen het huidige basismaandsalaris en het basismaandsalaris behorend bij de oorspronkelijke functie, gerekend vanaf de datum intrekking van de aanstelling, gedurende een periode van drie maanden op een gelijkmatige wijze volledig afgebouwd.
• Indien de medewerker gedurende een aaneengesloten periode van drie tot vijf jaar als coördinator aangesteld is geweest, wordt het verschil tussen het huidige basismaandsalaris en het basismaandsalaris behorend bij de oorspronkelijke functie, gerekend vanaf de datum intrekking van de aanstelling, gedurende een periode van zes maanden op een gelijkmatige wijze volledig afgebouwd.
• Indien de medewerker gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar of meer als coördinator aangesteld is geweest, wordt het verschil tussen het huidige basismaandsalaris en het basismaandsalaris behorend bij de oorspronkelijke functie, gerekend vanaf de datum intrekking van de aanstelling, gedurende een periode van twaalf maanden op een gelijkmatige wijze volledig afgebouwd.
Voor medewerkers die voor 1 april 2006 als coördinator werkzaam waren, geldt de tijdelijkheid van de benoeming niet. Instructeurs van na 1 april 2006 die worden aangesteld als coördinator, worden aangesteld op basis van tijdelijkheid.
6. Operatorfuncties
1. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
• Operators die tevens het functieonderdeel SC en/of KR beheersen (operator*).
• Operators die niet het functieonderdeel SC en/of KR beheersen (operator).
2. Zowel het aantal operator*-functies als het aantal operatorfuncties ligt vast in formatieplaatsen.
3. Uitsluitend indien operationeel noodzakelijk (ter beoordeling van de werkgever) kunnen operators* per shift worden ingezet in SC en/of KR (tijdelijke inzet). Deze tijdelijke inzet - onder betaling van een tijdelijke toeslag van € 23,93 (per 01-04-2009) per shift (inclusief vakantie- en schematoeslag) – wordt evenredig over de operators* verdeeld (gemiddeld 4 shiften per operator* per maand, gemonitoord per kwartaal).Op de toeslag is de prijsindexeringsregeling van toepassing. 5
4. Bij het inzetten in SC en/of KR wordt een evenredige verdeling nagestreefd over de operators*, waarbij tevens rekening wordt gehouden met het bijhouden van de vaardigheden.
5. Definitieve doorstroom vanuit de operator*-functie naar een specialistenfunctie is uitsluitend mogelijk, indien daarmee niet wordt afgeweken van het vastgestelde aantal formatieplaatsen van specialistenfuncties.
7. Specialistenfuncties / coördinatorfuncties
1. Het aantal specialistenfuncties en coördinatorfuncties ligt vast in formatieplaatsen.
2. Medewerkers met een specialistenfunctie komen niet in aanmerking voor een tijdelijke toeslag.
8. Inzetbaarheid medewerkers
1. Zowel huidige als toekomstige medewerkers zijn zowel land- als waterzijdig inzetbaar.
2. Het beleid van ECT is niet gericht op het hanteren van dubbele kernfuncties.
Artikel 29 Functielijst I en Functielijst II - Opleiding
Indien een medewerker voldoet aan het criterium “gebleken geschiktheid” en de vereiste ervaringsjaren heeft, maar niet binnen een jaar nadat een opleidingsafspraak is gemaakt in de gelegenheid wordt gesteld de betreffende benodigde opleiding te volgen vanwege een buiten het bereik van de medewerker liggende aangelegenheid (dit is ter beoordeling van de
werkgever), wordt de medewerker na afloop van dat jaar alsnog in de betreffende hogere functiegroep ingedeeld. In zo’n situatie is de medewerker verplicht zo spoedig mogelijk de betreffende opleiding alsnog te volgen. Indien nadien onverhoopt blijkt dat de medewerker niet in staat is de betreffende opleiding met goed gevolg af te ronden, wordt hij ingedeeld in de eerst lagere functiegroep op het niveau van het basismaandsalaris, dat hij verdiende voordat hij in de betreffende hogere functiegroep werd ingedeeld.
5Van toepassing op medewerkers die in dienst zijn getreden vanaf 1-10-2000.
Artikel 30 Functielijst II Technische Onderhoudsdienst
Medewerkers in dienst vóór 1 oktober 2000
Functiegroepen | Functie-indeling | |
Functiegroep 10 | Monteur 10 Monteur 10 Monteur 10 | Afdeling Kranen & Installaties (electrisch) Afdeling Kranen & Installaties (mechanisch) Afdeling Voertuigen |
Functiegroep 20 | Monteur 20 Monteur 20 Monteur 20 | Afdeling Kranen & Installaties (electrisch) Afdeling Kranen & Installaties (mechanisch) Afdeling Voertuigen |
Functiegroep 30 | Monteur 30 Monteur 30 Monteur 30 | Afdeling Kranen & Installaties (electrisch) Afdeling Kranen & Installaties (mechanisch) Afdeling Voertuigen |
Functiegroep 40 | Monteur 40 Monteur 40 Monteur 40 | Afdeling Kranen & Installaties (electrisch) Afdeling Kranen & Installaties (mechanisch) Afdeling Voertuigen |
Functiegroep 50 | Monteur 50 Monteur 50 Monteur 50 | Afdeling Kranen & Installaties (electrisch) Afdeling Kranen & Installaties (mechanisch) Afdeling Voertuigen |
Functiegroep Electronicamonteur | Electronicamonteur Afdeling Kranen & Installaties Electronicamonteur Afdeling Communicatie / Netwerken | |
Functiegroep 0x Xxxxxxx | 0x Xxxxxxx 0x Xxxxxxx | Afdeling Kranen & Installaties Afdeling Voertuigen |
Functiegroep Meewerkend voorman |
Medewerkers in dienst vanaf 1 oktober 2000
functie | |
leerling monteur (BAT-BBL) | A |
aankomend monteur - niveau 1 | B |
C | |
D | |
monteur - niveau 2 | E |
4.000 tot 7.000 SBU-punten | F |
G | |
H | |
monteur - niveau 3 | I |
8.000 tot 12.000 SBU-punten | J |
K | |
L | |
M | |
leerling electronica monteur | N |
15.000 tot 21.000 SBU-punten | O |
P | |
electronica monteur | Q |
R | |
S | |
T | |
meewerkend voorman | U |
Artikel 31 Functielijst III
Functiegroep I
Zie toelichting
Functiegroep II
Postloper
Functiegroep III Afdelingssecretaresse A Huismeester Medewerker Front Office
Functiegroep IV Afdelingssecretaresse B Gatekeeper Magazijnmedewerker TOD Medewerker GAD A
Medewerker Personeel & Organisatie A
Functiegroep V
Administratief Medewerker TOD Afdelingssecretaresse C Archivaris / Applicatiebeheerder Inkoopmedewerker Magazijnbeheerder TOD
Medewerker Bedrijfsadministratie A Medewerker Bijzondere Lading Medewerker Facturatie Medewerker GAD B
Medewerker Personeel & Organisatie B Medewerker Planning & Aansturing A Medewerker Salarisadministratie A Secretaresse Ondernemingsraad Processcontroller*
Tekenaar/Ontwerper
Functiegroep VI
Beambte Gevaarlijke Stoffen Communicatie Adviseur Directiesecretaresse Medewerker GAD C
Medewerker Planning & Aansturing B Medewerker Salarisadministratie B Servicedesk Operator
System Engineer A Werkvoorbereider TOD
Functiegroep VII Bedrijfskundig Analist Consultant T&E A Inkoper
Medewerker Bedrijfsadministratie B Medewerker Planning & Aansturing C P&O-functionaris
Sr. Werkvoorbereider TOD
System Engineer B
Functiegroep VIII
Adviseur Claims & Assurantiën Beheerder / Opzichter TOD Consultant T&E B
Consultant Operations* Groepsleider TOD Hoofd Boekhouding Hoofd Facturatie Maintenance Engineer
Manager Logistiek Technische Materialen Medewerker Customer Services Medewerker Reporting & Risk Management Opleidingsadviseur
P&O-adviseur Projectcoördinator Senior Inkoper Software Engineer C
Stafmedewerker Treasury Supervisor
System Engineer C Teamleider Instructeurs Technisch Specialist TOD Veiligheidscoördinator
* indicatief gewogen
Toelichting Functielijst III
Functiegroep I
Functiegroep I is bestemd voor personeel dat op inhuurbasis assisterende secretariële of anderszins ondersteunende werkzaamheden bij (een afdeling van) ECT verricht. Het betreft hier bijvoorbeeld de functie van Typiste die via een uitzendbureau wordt ingehuurd. Het gaat in alle gevallen om inhuur op tijdelijke basis.
Doorstroom in Functielijst III
Er is voor gekozen om de functies, ressorterend onder Functielijst III, te plaatsen en te beschrijven op hun eindniveau. Met eindniveau wordt bedoeld het niveau waarbij de betreffende functie - conform de door de onderneming daaraan gestelde eisen - optimaal wordt ingevuld.
Bovenstaande methodiek impliceert dat doorstroom binnen één functie in een aantal gevallen niet alleen verticaal (binnen een functie-/salarisgroep), doch ook horizontaal en/of diagonaal kan plaatsvinden (bandbreedte van functie-/ salaris-groep waarbinnen kan worden doorgestroomd).
Een dergelijke situatie doet zich bijvoorbeeld voor indien medewerkers door een gebrek aan ervaring en/of door nog niet afgeronde opleidingen de betreffende functie (nog) niet 'volledig' invullen.
Horizontale en/of diagonale doorstroom (binnen één functie) is mogelijk voor de navolgende functies:
• De functies in salarisgroep V.
De bandbreedte is functie-/salarisgroepen IV.
• De functies in salarisgroep VI.
De bandbreedte is functie-/salarisgroepen V.
• De functies in salarisgroep VII.
De bandbreedte is functie-/salarisgroepen VI.
• De functies in salarisgroep VIII.
De bandbreedte is functie-/salarisgroepen VI en VII.
Met betrekking tot het gebruik van de bandbreedte geldt het navolgende.
Als er voor een functie-/salarisgroep V functie gebruik wordt gemaakt van de bandbreedte van functie-/salarisgroep IV, wordt de betreffende medewerker in de gelegenheid gesteld om zich binnen een termijn van maximaal 15 maanden vanaf het moment van aanstelling, waarbij de eerste drie maanden als proefperiode gelden, de betreffende functie in zijn volle wasdom (op zijn eindniveau) te gaan uitoefenen. Of hiervan sprake is, wordt beoordeeld door de werkgever. Er kunnen zich vervolgens twee situaties voordoen:
• Als de medewerker er in slaagt om binnen bovengenoemde termijn de functie in zijn volle wasdom te gaan uitoefenen, wordt hij vanaf dat moment ingeschaald op het eerst hoger basismaandsalaris in functie-/salarisgroep
V. Doorgroei naar de volgende trede binnen deze salarisgroep vindt vervolgens plaats aan de hand van het ECT-beoordelingssysteem.
• Als de medewerker er niet in slaagt om binnen bovengenoemde termijn de functie in zijn volle wasdom te gaan uitoefenen, blijft hij na afl oop van deze termijn ingeschaald op zijn op dat moment geldende salaris en wordt hij herplaatst op een functie vergelijkbaar met zijn oude functie- respectievelijk loonniveau.
Als er voor een functie-/salarisgroep VI functie gebruik wordt gemaakt van de bandbreedte van functie-/salarisgroep V, geldt het bovenstaande, met die uitzondering, dat er in dat geval een termijn van toepassing is van maximaal 27 maanden, waarbij de eerste drie maanden als proefperiode gelden en de medewerker in de situatie onder de eerste bullit wordt ingeschaald in functie-/ salarisgroep VI.
Als er voor een functie-/salarisgroep VII functie gebruik wordt gemaakt van de bandbreedte van functie-/salarisgroep VI, geldt het bovenstaande, met die uitzondering, dat er in dat geval een termijn van toepassing is van maximaal 39 maanden, waarbij de eerste drie maanden als proefperiode gelden en de medewerker in de situatie onder de eerste bullit wordt ingeschaald in functie-/ salarisgroep VII.
Als er voor een functie-/salarisgroep VIII functie gebruik wordt gemaakt van de bandbreedte van functie-/salarisgroep VI, geldt het bovenstaande, met die uitzondering, dat er in dat geval een termijn van toepassing is van maximaal 39 maanden, waarbij de eerste drie maanden als proefperiode gelden en de medewerker in de situatie onder de eerste bullit wordt ingeschaald in functie-/ salarisgroep VII. Eventuele doorgroei naar functie-/salarisgroep VIII vindt plaats aan de hand van het ECT-beoordelingssysteem.
Het bovenstaande gaat gepaard met de navolgende afspraken:
• Voor medewerkers bij wie sprake is van toekomstige diagonale doorstroom (binnen één functie) zal deze doorstroom bij aanstelling in de functie worden toegelicht, besproken en schriftelijk vastgelegd (loopbaanverwachtingen).
• Indien behoefte bestaat aan diagonale doorstroom (binnen één functie) in functies anders dan in de functiegroepen V, VI, VII en VIII, dan kan dit slechts plaatsvinden indien één en ander is gebaseerd op een beschreven (aankomende) functie, na overleg tussen partijen.
Hoofdstuk V Toeslagen en vergoedingen
Artikel 32 Vermenigvuldigingsfactor (VF)
Toepassing
De vermenigvuldigingsfactor bedraagt een bepaald percentage dat wordt toegepast op het basismaandsalaris.
Medewerkers die vóór 1 oktober 2000 in dienst waren en die geen all-in salaris (in de zin van de Functielijst III) hebben, hebben recht op toepassing van de vermenigvuldigingsfactor.
Medewerkers werkzaam in de operationele sector
Dienst | Vermenigvuldigingsfactor |
A-dienst | 9,01% |
C-dienst | 8,27% |
C++-dienst | 8,27% |
D-dienst | 7,45% |
F-dienst (deeltijdschema A) | 8,27% |
GAD HT / DT (verschoven C- dienst dag/avond; 2-ploegen) | 8,27% |
G-dienst (wisselploeg) | 8,27% |
R-dienst (variant reguliere C- dienst) | 8,27% |
Xxxxxxxxxxx werkzaam in de beambte sector
Dienst | Vermenigvuldingsfactor |
kantoordienst | 7,02% |
A-dienst | 8,77% |
C-dienst | 8,10% |
C++-dienst | 8,10% |
D-dienst | 7,47% |
deeltijdrooster balie-/databeheer | 8,10% |
GAD HT / DT (verschoven C- dienst dag/avond; 2-ploegen) | 8,27% |
aangepast rooster GAD | 8,10% |
Y-rooster | 8,10% |
Artikel 33 Haventoeslag
Toepassing
De haventoeslag bedraagt een vast bedrag per maand van € 97,33 (per 01-04- 2009). Op dit bedrag is de prijsindexeringsregeling van toepassing.
Medewerkers die vóór 1 oktober 2000 in dienst waren met een functie die is ingedeeld in salarisgroep VIII van de Functielijst III hebben recht op toepassing van de haventoeslag in plaats van de vermenigvuldigingsfactor.
Artikel 34 Schematoeslag
Algemeen
Uitgaande van het basismaandsalaris en na toepassing van de vermenigvuldigingsfactor (voor zover daar recht op bestaat) zijn op medewerkers de volgende schematoeslagen van toepassing:
Medewerkers werkzaam in de operationele sector
Schematoeslag | ||
A-dienst | dag; maandag t/m vrijdag | 0% |
C-dienst | dag/avond; 2-ploegen | 11% |
C++-dienst | dag/middag/avond; 3-ploegen | 12,5% |
D-dienst | dag/avond/nacht; semicontinu; 3-ploegen | 20% |
E-dienst | volcontinu; 5-ploegen | 30% |
F-dienst | deeltijdschema A; 2-ploegen | 11% |
GAD HT / DT | verschoven C-dienst; dag/avond; 2-ploegen | 12,5% |
G-dienst | wisselploeg | 21% |
J-dienst | dag/avond/nacht; vakantiewerkers | 25% |
R-dienst | variant reguliere C-dienst | 11% |
V-dienst | volcontinu met opschakeldienst | 30% |
Xxxxxxxxxxx werkzaam in de beambte sector
Schematoeslag | Schematoeslag bij verplichte eigen bijdrage pensioen | ||
kantoordienst | 08.30 – 17.00 | 0% | 0% |
A-dienst | dag; maandag t/m vrijdag | 0% | 0% |
C-dienst | dag/avond; 2-ploegen | 10% | 11% |
C++-dienst | dag/middag/avond; 3-ploegen | 11,5% | 12,5% |
D-dienst | dag/avond/nacht; semicontinu; 3-ploegen | 15% | 20% |
E-dienst | volcontinu; 5-ploegen | 27% | 30% |
Deeltijdrooster balie-/databeheer | 19% | 21% | |
GAD HT / DT | verschoven C-dienst; dag/avond; 2-ploegen | 11,5% | 12,5% |
Aangepast rooster GAD | 10% | 11% | |
Y-rooster | dag/avond/5-wekelijks klosweekend | 16,5% | 17,5% |
Afbouwregeling bij schemawijziging
Indien er sprake is van vermindering van inkomsten bij een schemawijziging is de volgende afbouwregeling van toepassing:
Verplichte schemawijziging:
• Per volledig dienstjaar afbouw van twee maanden.
• In geval van schemawijziging bij 55 jaar of ouder: geen afbouw schematoeslag.
Xxxxxxxxxxxxxxx op eigen verzoek:
• In geval van schemawijziging op eigen verzoek bij 60 jaar of ouder: geen afbouw schematoeslag.
• In geval van schemawijziging op eigen verzoek bij 57 jaar of ouder:
o Bij overgang naar C-dienst: geen afbouw schematoeslag.
o Bij overgang naar dagdienst: per volledig dienstjaar afbouw van twee maanden.
Artikel 35 Nachtdiensttoeslag
Indien een medewerker in de C-dienst incidenteel in plaats van de voor hem geldende dienst vrijwillig een nachtdienst verricht, wordt hem per gewerkt uur een extra toeslag van 0,25% van het basismaandsalaris betaald. De toepasselijke bepalingen van de Arbeidstijdenwet zullen hierbij in acht worden genomen.
Artikel 36 Overplaatsingstoeslag
Indien een medewerker op initiatief van de werkgever, met een maximumduur van zes maanden, vrijwillig wordt overgeplaatst van een volcontinu - naar de C-dienst behoudt hij zijn loon- en arbeidsvoorwaarden. Omdat de medewerker gemiddeld meer uren gaat werken vindt er (pro rata) toekenning plaats van ADV- en vakantiedagen volgens de gewerkte dienst.
Indien een medewerker op initiatief van de werkgever, met een maximumduur van zes maanden, vrijwillig wordt overgeplaatst van de C- naar de dagdienst behoudt hij zijn loon- en arbeidsvoorwaarden.
Artikel 37 Vakantietoeslag
1. Aan de medewerkers wordt per kalenderjaar een vakantietoeslag toegekend van 1,3 bruto basismaandsalaris.
2. Indien het dienstverband in het lopende kalenderjaar korter zal zijn dan één jaar, wordt de vakantietoeslag pro rata toegekend naar het aantal vastgestelde maanden dienstverband in dat jaar.
3. Bij uitdiensttreding vóór of op de 15e van een maand telt die maand niet
mee; bij uitdiensttreding ná de 15e wel.
Bij indiensttreding vóór of op de 15e van een maand telt die maand mee; bij indiensttreding ná de 15e niet.
4. De vakantietoeslag, waarop de medewerker recht heeft, wordt aan hem betaald tegelijk met de betaling van het salaris over de maand april; eventueel vroeger, indien de medewerker zijn vakantie eerder opneemt.
5. Medewerkers, van wie ten tijde van de betaling de proeftijd nog niet is verstreken, ontvangen de vakantietoeslag bij de eerste salarisbetaling na afloop van de proeftijd.
6. Indien de medewerker in de loop van het kalenderjaar de dienst van de werkgever verlaat, wordt het eventueel te veel aan hem uitbetaalde met hem verrekend.
7. Bij overlijden van de medewerker wordt de pro rata vakantietoeslag aan de nagelaten betrekkingen (zie artikel 50) verrekend.
Artikel 38 Instructeurtoeslag
Een instructeur is een Functielijst I-medewerker die incidenteel opleidingswerkzaamheden verricht ten behoeve van Functielijst I- medewerkers.
Medewerkers die incidenteel als instructeur dienst doen, ontvangen per volledige dag, dat zij als zodanig dienst doen, een toeslag van € 6,24 bruto.
Artikel 39 Functielijst III toeslag (alleen voor medewerkers werkzaam in de operationele sector)
Medewerkers werkzaam in de operationele sector die incidenteel en anders dan om opleidingsdoeleinden een functie vervullen die is opgenomen in Functielijst III, ontvangen een toeslag van € 7,-- bruto op hun basismaand- salaris voor elke volledige dag dat zij als zodanig dienst doen. Voormeld bedrag wordt niet geïndexeerd.
Deze toeslag is niet van toepassing indien het een operationele functie betreft waarin onderdelen uit Functielijst III zijn opgenomen en die als zodanig een onderdeel zijn van de operationele functie.
Opleiding
Ingeval sprake is van een opleidingsperiode, zal hiervan mededeling worden gedaan aan betrokkene(n). In dat geval kan geen aanspraak worden gedaan op de hierboven vermelde toeslag.
Artikel 40 Vergoeding vervanging Meewerkend Xxxxxxx TOD
In het geval een Meewerkend Voorman een gehele dienst afwezig is, bestaat de mogelijkheid dat de Technisch OnderhoudsManager/Groepsleider een Monteur verzoekt om de werkzaamheden van de afwezige Meewerkend Voorman een gehele dienst waar te nemen.
Voor het waarnemen van deze gehele dienst ontvangt de Monteur een vaste vergoeding van € 25,00 per gehele dienst (het naar boven afgeronde verschil per dag tussen het basismaandsalaris Monteur 50 en het basismaandsalaris Meewerkend Voorman). Voormeld bedrag wordt niet geïndexeerd.
Delen van diensten zullen niet worden waargenomen en worden niet vergoed.
Artikel 41 Feestdagentoeslag
De betaling voor de in artikel 23 genoemde feestdagen is inbegrepen in de schemamaandsalarissen.
Als op feestdagen arbeid wordt verricht, wordt daarvoor, zowel voor arbeid binnen als buiten het voor de medewerker geldende rooster, een vergoeding in geld of een compensatie in vrije tijd en geld gegeven.
De vergoeding in geld bedraagt 1,32% van het basismaandsalaris (plus vermenigvuldigingsfactor, indien van toepassing) per uur.
Als een compensatie in vrije tijd en geld wordt gegeven, is over de gecompenseerde periode een vergoeding van 0,75% van het basismaandsalaris (plus vermenigvuldigingsfactor, indien van toepassing) per uur verschuldigd.
Tijd-voor-tijd-tegoed
Het tijd-voor-tijd-tegoed wordt door de medewerker opgenomen op basis van de systematiek van snipperdagen. Het tijd-voor-tijd-tegoed kan niet worden aangewend voor ECT-Select.
Artikel 42 Feestdagenvergoeding voor het zich beschikbaar houden
Voor het zich beschikbaar houden ontvangt de medewerker per feestdag een vergoeding van € 45,-- bruto boven op de reeds van toepassing zijnde vergoedingen.
Artikel 43 Overwerktoeslag
Voor gemaakt overwerk kan een vergoeding in geld of een compensatie in vrije tijd en geld worden toegekend.
Overwerk wordt per dag op halve uren en per maand op hele uren afgerond.
De vergoeding bedraagt, ongeacht het tijdstip waarop het overwerk wordt verricht, 1,05% van het basismaandsalaris (plus vermenigvuldigingsfactor, indien van toepassing) per uur, bestaande uit 0,57% als basisbeloning en 0,48% als toeslag.
Wordt voor gemaakt overwerk een compensatie in vrije tijd en geld gegeven, dan is over de gecompenseerde periode bovendien verschuldigd een vergoeding van 0,48% van het basismaandsalaris (plus vermenigvuldigings- factor, indien van toepassing) per uur.
Tijd-voor-tijd-tegoed
Indien de medewerker voor gemaakt overwerk kiest voor compensatie in de vorm van tijd-voor-tijd, heeft de medewerker met betrekking tot het tijd-voor- tijd- dat hij opbouwt twee keuzemogelijkheden. Vóór 1 november van enig jaar dient de medewerker een keus te maken. Deze keuze geldt voor de duur van één kalenderjaar.
A. Het tijd-voor-tijd-tegoed kan worden aangewend voor ECT-Select. Indien de medewerker voor deze optie kiest zijn de regels van ECT-Select van toepassing. In dat geval voegt ECT eenmalig aan elke opgebouwde eenheid van tien dagen (1 dag = 7,75 uur) een bonus van een halve dag toe. (De bonus van een halve dag telt niet mee voor de opbouw van een eenheid van tien dagen).
B. De werkgever bepaalt wanneer het opgebouwde tijd-voor-tijd-tegoed door de medewerker moet worden opgenomen. Uitgangspunt is dat de werkgever uiterlijk één dag van tevoren aan de medewerker mededeling zal doen dat tijd-voor-tijd dient te worden opgenomen.
De werkgever heeft echter het recht om deze aanzegging te herroepen tot uiterlijk aan het einde van de eigen dienst van de medewerker voorafgaand aan de dienst dat tijd-voor-tijd zou worden opgenomen. De werkgever kent voor elke vier uur die de medewerker aan tijd-voor-tijd- tegoed heeft opgebouwd een eenmalige bonus toe van een half uur (de bonus van een half uur telt niet mee voor de opbouw van een eenheid van vier uur).
Artikel 44 Reiskostenvergoeding
De werkgever verstrekt de medewerker een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer. De tegemoetkoming bedraagt bij een enkele reisafstand van 20 kilometer of meer € 90,84 per maand (per 01-04-2009). Indien de enkele reisafstand minder dan 20 kilometer is, wordt € 54,94 per maand (per 01-04-2009) vergoed. Waar de fiscale regelgeving dit toestaat, wordt onbelast uitbetaald. Op voormelde bedragen is de prijsindexeringsregeling van toepassing.
Indien sprake is van een (gedeeltelijke) onbelaste tegemoetkoming wordt bij een medewerker die gedurende een volledige kalendermaand wegens arbeidsongeschiktheid afwezig is, de onbelaste tegemoetkoming belast uitgekeerd.
woon-werkverkeer geldt niet voor medewerkers van wie het vervoer tussen de woning en de plaats van de werkzaamheden door de werkgever wordt verzorgd (de zogenaamde “pendelaars”).
De eigen bijdrageregeling voor medewerkers die deelnemen aan de Busvervoersregeling Delta Terminal blijft onverkort van kracht.
Naast de tegemoetkoming in reiskosten woon-werkverkeer hanteert de werkgever een onbelaste, incidentele meerkilometervergoeding voor zakelijke reizen (niet zijnde woon-werkverkeer). De incidentele meerkilometervergoeding wordt verstrekt op basis van het door de overheid vastgestelde, fiscaal toelaatbare maximum (€ 0,19 per 01-04-2009).
Artikel 45 Beambte Gevaarlijke Stoffen toeslagen
A. De vergoeding in geld voor arbeid gedurende de periode 24 december einde dagdienst tot 26 december begin dagdienst en van 31 december einde dagdienst tot 1 januari begin avonddienst bedraagt 2,37% van het basismaandsalaris (plus vermenigvuldigingsfactor, indien van toepassing) per uur (1,32% plus 1,05%).
B. De Beambte Gevaarlijke Xxxxxxx werkzaam in aaneengesloten 8-uurs- diensten ontvangt een functietoeslag van 1,5% van het basismaandsalaris per maand.
Artikel 46 Correctiedagen
Uitkering in geld
Xxxxxxxxxxx werkzaam in de kantoordienst wordt één correctiedag per jaar toegekend. Deze correctiedag kan in geld worden uitgekeerd tegen 4,6% van het basismaandsalaris.
Xxxxxxxxxxx werkzaam in overige diensten worden drie correctiedagen per jaar toegekend.
• De eerste twee correctiedagen kunnen in geld worden uitgekeerd tegen 9,2% van het basismaandsalaris (4,6% per dag). De derde correctiedag kan in tijd of in geld worden opgenomen. Bij vergoeding in geld wordt deze correctiedag uitgekeerd tegen 4,6% van het basismaandsalaris. De vergoeding in tijd wordt door de medewerker opgenomen op basis van de systematiek van snipperdagen of
• De drie correctiedagen kunnen in geld worden uitgekeerd tegen 13,8% van het basismaandsalaris (4,6% per dag).
Vrij opneembaar verlof
Medewerkers kunnen de correctiedag respectievelijk de correctiedagen ook in het betreffende kalenderjaar opnemen in de vorm van vrij opneembaar verlof, dat in overleg met de (direct) leidinggevende in de dagdienst (Functielijst I en II) of kantoordienst (Functielijst III) op maandag tot en met vrijdag kan worden opgenomen. Deze vrij opneembare dagen vallen binnen de overeengekomen verzuimpercentages.
ECT-Select
Correctiedagen kunnen worden aangewend voor ECT-Select. Indien de medewerker voor deze optie kiest zijn de regels van ECT-Select van toepassing.
Artikel 47 Regeling consignatie
Toepasselijkheid
De regeling consignatie is uitsluitend van toepassing op medewerkers voor wie consignatie deel uitmaakt van de functie of op medewerkers voor wie dat in de toekomst met de Ondernemingsraad wordt afgesproken. Uitgangspunt is de Arbeidstijdenwet. Consignatie vindt maximaal 7 maal 24 uur plaats.
Opkomstsnelheid
De medewerker dient zo snel mogelijk - doch uiterlijk binnen één uur na de oproep - op de betreffende werkplek aanwezig te zijn.
Toeslagen
1. De medewerker ontvangt per maand een toeslag in geld van 1,5% van het voltijds basismaandsalaris. Daarnaast ontvangt de medewerker per periode van 24 uur waarin hij bereikbaar moet zijn een toeslag in geld van 0,5% van het voltijds basismaandsalaris.
2. Indien de medewerker langer dan twee maanden aaneengesloten afwezig is (bijvoorbeeld wegens ziekte), komen de toeslagen met ingang van de derde maand te vervallen.
Reiskostenvergoeding
Indien het maandelijks aantal dagen dat normaliter wordt gewerkt (21), wordt overschreden, worden over de extra dagen reiskosten uitbetaald.
Vergoeding in geval van ongeplande opkomst
Een medewerker die - zonder dat hij is ingeroosterd in de consignatieregeling - wordt opgeroepen op te komen op een tijd die gelegen is buiten zijn werkrooster, ontvangt daarvoor een toeslag in geld van 3% van het basismaandsalaris (de reiskostenvergoeding is daarin opgenomen).
Vergoeding gewerkte tijd bij opkomst
• De effectief gewerkte tijd plus twee overuren wordt - uitsluitend in geld - vergoed tegen het geldende overwerktarief.
• Onder effectief gewerkte tijd wordt niet begrepen de reistijd vice versa.
• De tijd waarop een medewerker in een etmaal effectief heeft gewerkt, wordt bij elkaar opgeteld en afgerond op halve uren.
Vergoeding gewerkte tijd zonder opkomst (thuis afhandelen)
• Per oproep de effectief gewerkte tijd met een minimum van een uur wordt
- uitsluitend in geld - vergoed tegen het geldende overwerktarief.
Oproep weekeinde
Indien in het weekeinde meer dan vier keer is opgeroepen en meer dan 8 uur is gewerkt, wordt maandag dagdienst vrijgegeven = vrijstelling van werkzaamheden.
Artikel 48 Vergoeding EHBO-diploma/persluchtmasker/schakelbevoegdheid/BHV
EHBO-diploma
Aan medewerkers die in het bezit zijn van een geldig EHBO-diploma wordt - indien het bedrijf het bezit hiervan noodzakelijk acht - een bruto vergoeding toegekend van € 22,69 per maand (per 01-04-2009). Op dit bedrag is de prijsindexeringsregeling van toepassing.
Perslucht
1. Aan medewerkers die in het bezit zijn van een geldig certificaat persluchtmasker wordt - indien het bedrijf het bezit hiervan
noodzakelijk acht - een bruto vergoeding toegekend van € 22,69 per maand (per 01-04-2009). Op dit bedrag is de prijsindexeringsregeling van toepassing.
2. De jaarlijkse keuring bij de arbodienst buiten het persoonlijk rooster wordt gecompenseerd met 4 uur vrij opneembaar verlof en vergoeding van de reiskosten. Het vrij opneembaar verlof kan de medewerker in overleg met de (direct) leidinggevende in de dagdienst op maandag tot en met vrijdag opnemen, met inachtneming van de overeengekomen verzuimpercentages.
Hoogspanning
Aan medewerkers die in het bezit zijn van een geldig certificaat Hoog- spanningsschakelbevoegdheid GEB wordt - indien het bedrijf het bezit hiervan noodzakelijk acht - een bruto vergoeding toegekend van € 22,69 per maand (per 01-04-2009). Op dit bedrag is de prijsindexeringsregeling van toepassing.
BHV
1. Indien een medewerker het basisdiploma BHV behaalt, ontvangt hij daarvoor een eenmalige bruto uitkering van € 113, --.
2. Het bedrag van bruto € 113, -- wordt verstrekt onder de voorwaarde dat de betreffende medewerker minimaal gedurende een periode van 12 maanden beschikbaar is voor BHV -activiteiten.
3. Indien het noodzakelijk is (ter beoordeling van ECT) dat er - na het behalen van het basisdiploma BHV - een oefen-/cursusavond wordt gehouden om de BHV kennis op peil te houden, heeft de medewerker recht op een vergoeding van € 45,-- bruto per keer (inclusief reiskosten). In dit kader bestaat er geen recht op andere vergoedingen.
4. Medewerkers die uit hoofde van hun functie geacht worden BHV te kunnen verlenen, komen niet in aanmerking voor de bovenstaande vergoedingen.
Artikel 49 Dienstjubileum
ECT kent drie dienstjubilea, namelijk 12½ jaar, 25 jaar en 35 jaar of 40 jaar.
Bij het 12½-jarig dienstjubileum ontvangt de jubilaris uit handen van de afdelingsleiding het zilveren insigne.
Naast het gouden insigne, dat bij 25 jaar behoort en dat bij 35 jaar is gesierd met een diamant, ontvangt de jubilaris de navolgende bij het jubileum behorende gratificatie:
• 25 jaar in dienst: 1 schemamaandsalaris.
• 35 jaar in dienst: 1¼ schemamaandsalaris.
Waar fiscale regelgeving dit toestaat, zal netto worden uitbetaald.
Als medewerkers die werkend een 40-jarig dienstjubileum kunnen bereiken aangeven - in plaats van bij een 35-jarig dienstverband - bij een 40-jarig dienstverband een jubileumuitkering te willen ontvangen, is ECT bereid hieraan gevolg te geven. De hoogte van deze uitkering is bruto gelijk aan die bij een
35-jarig dienstjubileum, maar wordt netto uitbetaald zolang de fiscale regelgeving dat toestaat.
De jubilea worden vermeld in Perspectief.
De dienstjubilea 25 jaar, 35 jaar en 40 jaar worden officieel gevierd tijdens een gecombineerde jubileumbijeenkomst, die jaarlijks in de maand december wordt gehouden.
Wanneer de jubilaris te kennen heeft gegeven het jubileum niet officieel te willen vieren, wordt volstaan met het overhandigen van het insigne en uitbetaling van de gratificatie.
Artikel 50 Uitkering aan nagelaten betrekkingen
Bij overlijden van de medewerker wordt aan de nagelaten betrekkingen een uitkering ineens verstrekt tot een bedrag van driemaal zijn bruto (schema) maandsalaris.
Onder nagelaten betrekkingen worden verstaan:
A. De partner tenzij de overledene duurzaam gescheiden leefde.
B. Bij ontbreken van de partner, de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen.
C. Bij ontbreken van de onder A. en B. bedoelde personen, degene ten aanzien van wie de overledene grotendeels in de kosten voorzag.
Overlijdensuitkeringen uitbetaald aan genoemde nagelaten betrekkingen krachtens de sociale verzekeringswetten worden op deze uitkering in mindering gebracht.
Artikel 51 Ziektekostenverzekering
Met ingang van 1 juli 2010 betaalt de werkgever een bijdrage van 100% van de premie van de aanvullende “ECT-Verplicht” ziektekostenverzekering per medewerker per jaar, indien de medewerker zich heeft aangesloten bij de collectieve ziektekostenregeling.
Artikel 52 WGA-premie
Gedurende de looptijd van deze CAO neemt de werkgever met ingang van 1 april 2009 de WGA-premie volledig voor haar rekening (inclusief het werknemersdeel).
Hoofdstuk VI Arbeidsongeschiktheid
Artikel 53 Ziekte- en verzuimrichtlijnen
De medewerker die wegens arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht te handelen conform de met de Ondernemingsraad vastgestelde ziekte- en verzuimrichtlijnen.
Artikel 54 Loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid
1. Bij ongeschiktheid van de medewerker tot het verrichten van de bedongen arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever gedurende maximaal 104 weken het loon door gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid.
2. Gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid worden het vakantiegeld, eventuele eenmalige uitkeringen, resultaatafhankelijke uitkeringen, etc. – en de daar op van toepassing zijnde verhogingen - volledig meegerekend bij het bepalen van het loon.
3. De hoogte van de loondoorbetaling bedraagt in de eerste 52 weken van ziekte 100% van het schemamaandsalaris en in de tweede 52 weken van ziekte 70% van het schemamaandsalaris dat de medewerker zou hebben verdiend als hij niet arbeidsongeschikt was geworden.
4. Naast de onder 3. bepaalde loondoorbetaling vindt in de tweede 52 weken van ziekte een loondoorbetaling van 100% plaats, mits door de medewerker wordt meegewerkt aan de verplichtingen zoals opgenomen in de Wet verbetering poortwachter. Onder meewerken aan de verplichtingen in de Wet verbetering poortwachter wordt verstaan: meewerken aan en/of initiatieven nemen tot reïntegratie, binnen de kaders van wat reëel mogelijk is en verwacht mag worden.
5. Wanneer duidelijk is dat de medewerker door de aard van de ziekte niet in staat is om enige vorm van arbeid te verrichten (zwaar ongeval, ernstige ziekte etc.), heeft de medewerker in de eerste en tweede 52 weken van ziekte recht op een loondoorbetaling van 100%. De vraag of er sprake is van de mogelijkheid arbeid te verrichten is ter beoordeling van de bedrijfsarts.
6. Indien na afloop van de 104 wek en van ziekte de arbeidsongeschiktheids- uitkering niet ingaat als gevolg van een door het UWV opgelegde sanctie aan de werkgever, wordt het loon over deze periode 100% doorbetaald. Deze regeling is tevens van toepassing, indien de werkgever en de medewerker gezamenlijk besluiten de aanvraag tot het verkrijgen van een arbeidsongeschiktheidsuitkering uit te stellen.
7. Twee maanden na aanvang van de ziekte behoeven niet meer te worden doorbetaald kosten die direct verbonden zijn aan het werkzaam zijn van de medewerker (bijvoorbeeld reiskosten).
Artikel 55 Reïntegratie
1. Inspanningsverplichting
Met inachtneming van artikel 15 (Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid) committeren de werkgever en de medewerker zich aan een uiterste inspanningsverplichting conform onderstaande regeling.
2. Beschikbare arbeidsplaatsen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten Gemiddeld 5% van de arbeidsplaatsen is beschikbaar voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten. De verdeling over de afdelingen wordt bepaald do or de werkgever na overleg met de Ondernemingsraad.
In Bijlage V is de met de Ondernemingsraad uitgewerkte 5%-regeling opgenomen.
3. Reïntegratiedoel
Reïntegratie is gericht op het benutten van de volledige door het UWV vastgestelde restverdiencapaciteit van de medewerker.
Bij het niet volledig kunnen benutten van de restverdiencapaciteit wordt gestreefd naar het benutten van ten minste 50% van de restverdien- capaciteit.
4. Interne reïntegratie
Medewerkers die meer dan 65% arbeidsgeschikt zijn, blijven in dienst van de werkgever (binnen de onder 2. genoemde 5% -norm), tenzij de werkgever de betreffende medewerker gemotiveerd aantoont dat dit onmogelijk is.
Indien in het kader van de reïntegratie van de gedeeltelijk arbeidsgeschikte medewerker een aanbod tot passend werk wordt gedaan, doet de werkgever in eerste instantie een aanbod tot intern passend werk, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met opleiding, ervaring en vaardigheden van de medewerker.
5. Externe reïntegratie
Wanneer intern geen geschikte functie voor de medewerker beschikbaar is of de functie niet geschikt kan worden gemaakt of de medewerker door scholing niet geschikt kan worden gemaakt voor de functie, moet de medewerker extern reïntegreren.
De medewerker wordt bij een externe reïntegratie begeleid door een reïntegratiebedrijf. Het in te schakelen reïntegratiebedrijf, alsmede de door het bedrijf te volgen procedures behoeven de instemming van de Ondernemingsraad.
De medewerker wordt maximaal tweemaal een reïntegratietraject aangeboden.
6. Passend werk
De werkgever en de medewerker zijn beide verantwoordelijk voor het zoeken naar passend werk. De werkgever zal een aanbod tot passend werk zowel wat betreft een interne als externe functie schriftelijk (laten) doen.
Het aanbod vermeldt tevens het wettelijk recht van de medewerker een deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV. De medewerker dient het deskundigenoordeel per omgaande aan te vragen.
De regeling inzake het deskundigenoordeel uit het ECT-Regelingenboek,
1.6 Procedure ziekteverzuimbegeleiding in het kader van de Wet verbetering poortwachter, onder 6., is van toepassing.
7. Voorlichting door de werkgever
De werkgever zorgt voor voorlichting aan de medewerker over de rechten en plichten voortvloeiend uit de Wet verbetering poortwachter. Onder meer voorlichting over moment van ziekmelding, plan van aanpak, reïntegratie- verslag, de eigen verantwoordelijkheid bij verwerven van ander passend werk, de aanvraag WIA-uitkering en de aanvraag persoonsgebonden budget.
8. Informeren Ondernemingsraad en vakbonden door de werkgever De werkgever informeert de Ondernemingsraad minimaal ééns per kwartaal en tot in detail over de voortgang van de interne en externe
reïntegratietrajecten, met tot doel de trajecten te monitoren en daar waar nodig in overleg met de werkgever bij te stellen.
In verband met 4. worden de vakbonden ieder half jaar geaggregeerd
geïnformeerd over de ingezette, lopende en afgeronde reïntegratie- trajecten.
9. Beroepsprocedure voor de medewerker
In overleg met de Ondernemingsraad stelt de werkgever een beroepsprocedure middels de Ondernemingsraad op. Voormelde beroepsprocedure wordt opgenomen in het ECT-Regelingenboek.
10. In Bijlage VI zijn de met de vakbonden overeengekomen Richtlijnen opgenomen die gelden bij de uitvoering van ziekteverzuimbegeleiding- en reïntegratietrajecten inzake Functielijst I-functies.
Artikel 56 WIA-beleid
1. Eerste WIA-jaar / Volledig arbeidsongeschikt
Na afloop van de 104 weken durende loondoorbetalingperiode ontvangt de medewerker die ten minste tien jaar in dienst was (op basis van anciënniteit) in het kalenderjaar van aanvang van de arbeidsongeschiktheid (eerste ziektedag), nog gedurende twaalf maanden een suppletie tot 90% van het schemamaandsalaris.
2. Eerste, tweede en derde WIA-jaar / Gedeeltelijk arbeidsgeschikt met interne of externe herplaatsing
Na afloop van de 104 weken durende loondoorbetalingperiode ontvangt de
medewerker de navolgende suppleties:
• gedurende twaalf maanden tot 80% van het oorspronkelijke schemamaandsalaris;
• daarna gedurende twaalf maanden tot 75% van het oorspronkelijke schemamaandsalaris;
• daarna gedurende twaalf maanden tot 70% van het oorspronkelijke schemamaandsalaris.
3. 60+-regeling / Gedeeltelijk arbeidsgeschikt met interne of externe herplaatsing
Voor de medewerker die in het kalenderjaar waarin de arbeids- ongeschiktheid (eerste ziektedag) aanvangt, de leeftijd van 60 jaar bereikt en in dat kalenderjaar ten minste tien jaar in dienst was (op basis van anciënniteit), geldt een afwijkende regeling:
De medewerker ontvangt na afloop van de 104 weken durende loondoorbetalingperiode tot aan de eerste dag van de maand waarin de medewerker de 65-jarige leeftijd bereikt een suppletie tot 100% van het oorspronkelijke schemamaandsalaris met inachtneming van artikel 57 (Mogelijke te ontvangen uitkeringen).
Artikel 57 Mogelijke te ontvangen uitkeringen
Op de suppleties en uitkeringen van ECT als bedoeld in artikel 54 en artikel 56 worden te allen tijde de in dit kader mogelijk verleende wettelijke uitkeringen (WIA / ZW / WW / etc.) en mogelijke verzekeringsuitkeringen (zoals WGA- hiaat- en WIA-excedent-verzekeringen) in mindering gebracht, ongeacht of laatst bedoelde verzekeringen en uitkeringen door de medewerker wel of niet zijn afgesloten respectievelijk aangevraagd, respectievelijk door toedoen van de medewerker worden gekort. Medewerkers die zich niet vrijwillig verzekeren voor de WGA-hiaat- en WIA -excedentverzekering, worden daarvoor dus niet door de werkgever gecompenseerd.
Ook inkomsten van werk bij derden in het kader van reïntegratie en passend ander werk, worden in mindering gebracht. De medewerker is verplicht de werkgever op verzoek alle inlichtingen te geven en eventuele kopieën te verschaffen teneinde inzicht te kunnen krijgen in de hoogte van deze uitkeringen / inkomsten.
Artikel 58 Verhaalsrecht werkgever voor xxxxxxxxxxx xxxx
Indien de werkgever in verband met de arbeidsongeschiktheid van de medewerker tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, verstrekt de medewerker de daartoe benodigde informatie aan de werkgever. Indien de medewerker dit weigert, heeft de medewerker alleen recht op 70% van het schemamaandsalaris zoals bedoeld in artikel 54.
Artikel 59 Volmacht ontvangen uitkeringen
De werkgever kan, gedurende de periode dat de medewerker in dienst is en suppleties van de werkgever ontvangt, bedragen gelijk aan de inkomsten en uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringswetgeving (WIA / WW / etc.) als genoemd in artikel 54 en artikel 56, bij wijze van voorschot aan de medewerker betalen, indien en voor zolang de medewerker aan de werkgever volmacht verleent tot ontvangst van die uitkeringen, die dan met het voorschot verrekend zullen worden. De werkgever is tot ten hoogste 24 maanden na aanvang van de ziekte verplicht hieraan medewerking te verlenen.
Hoofdstuk VII Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu
Artikel 60 Algemeen
De werkgever treft in het bedrijf alle passende maatregelen, die nodig zijn ter uitvoering van de wettelijke voorschriften inzake veiligheid gezondheid, welzijn en milieu.
Artikel 61 Verplichtingen van de werkgever
De werkgever is verplicht desgevraagd de benodigde informatie aan direct belanghebbenden te verstrekken over de aard van de te behandelen goederen, welke mogelijkerwijs de veiligheid gezondheid, welzijn en het milieu in gevaar kunnen brengen.
De werkgever verstrekt aan de direct belanghebbenden de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen en/of draagt er zorg voor, dat deze in de directe omgeving aanwezig zijn.
Artikel 62 VCH
De werkgever levert actief een bijdrage aan het ontwikkelen van een VCH- opleiding en -certificering. Het VCH kent een gelaagde structuur: algemene kennis van het veilig werken in de haven; specifieke kennis van en ervaring met het veilig werken in een containeroverslagbedrijf en een bedrijfsspecifiek onderdeel. Certificering op basis van door de sector opgestelde eindtermen wordt uitgevoerd door het examenbureau van VTL.
Artikel 63 Verplichtingen van de medewerker
Het is de medewerker verboden handelingen te verrichten of na te laten, waarvan hij redelijkerwijze kan vermoeden dat daardoor de veiligheid in gevaar wordt gebracht. De medewerker is gehouden de door de werkgever beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen binnen de
risicogebieden te dragen.
Het is de medewerker verboden handelingen te verrichten of na te laten, waarvan hij redelijkerwijze kan vermoeden dat daardoor schadelijke gevolgen ontstaan voor het milieu.
Partijen zijn van mening dat de zorg voor het milieu de grootste aandacht verdient. Van de medewerkers van ECT wordt daarom nadrukkelijk verwacht dat, indien zij feiten constateren die vermijdbare schade aan het milieu opleveren, zij daarover in overleg treden met de bedrijfsleiding en desgewenst met de DCMR Milieudienst Rijnmond.
Hoofdstuk VIII Verlof
Artikel 64 Vakantieregeling
Vakantiejaar
Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De medewerker, die gedurende een volledig vakantiejaar arbeid verricht, zich voor arbeid beschikbaar stelt of ongeschikt is te werken wegens arbeidsongeschiktheid, verwerft - met inachtneming van het in dit artikel bepaalde - aanspraak in dat jaar op vijf weken vakantie. Voor de toepassing van deze aanspraak zal in verband met de diverse werkschema's worden uitgegaan van 25 vrije dagen voor de niet volcontinudiensten en 21 dagen voor de volcontinudiensten.
Indien het dienstverband in het vakantiejaar korter is dan twaalf maanden, verwerft de betrokken medewerker aanspraken op een evenredig deel.
Opnemen vrije dagen
Het opnemen van vakantie en snipperdagen vindt plaats conform de met de Ondernemingsraad in het Regelingenboek overeengekomen procedures.
Het opnemen van halve snipperdagen is in overleg tussen de werkgever en de medewerker mogelijk.
Doorbetaling tijdens vakantie
Gedurende de vakantiedagen wordt het op dat moment voor de medewerker geldende schemamaandsalaris doorbetaald.
Ziekte en vakantie
De medewerker, die langer dan twaalf aaneengesloten maanden arbeidsongeschikt is tengevolge van ziekte of ongeval, kan bij zijn herstel over de periode van arbeidsongeschiktheid aanspraak maken op vakantierechten (vakantiedagen) en ADV -uren over een tijdvak van ten hoogte zes maanden.
Indien de medewerker tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid met vakantie wil gaan of vrije dagen wil opnemen, kan dat alleen na toestemming van de bedrijfsarts en de (direct) leidinggevende. Voormelde vrije dagen worden afgeschreven van het vakantietegoed, tenzij er sprake is van verlof voor noodzakelijke medische behandeling. Afschrijving van het vakantietegoed mag alleen plaatsvinden van het tegoed aan bovenwettelijke vakantiedagen. Indien de medewerker geen bovenwettelijke vakantiedagen heeft, vindt voor de betreffende aanvraag geen afschrijving plaats.
Vakantiedagen uit vorige dienstbetrekking
Heeft de medewerker in een voorafgaande dienstbetrekking vakantierechten verworven, waarvoor het loon is uitgekeerd, dan zal de werkgever de
medewerker in de gelegenheid stellen een overeenkomend aantal dagen vrijaf te nemen, evenwel zonder behoud van salaris.
Einde dienstbetrekking
Bij beëindiging van het dienstverband worden de niet-genoten, opgebouwde vakantiedagen uitbet aald, één en ander onder schriftelijke vermelding van het aantal dagen, waarop de uitbetaling betrekking heeft.
Bij beëindiging van het dienstverband worden de te veel genoten vakantiedagen met het salaris verrekend.
De opzeggingstermijn mag niet als vakantie gelden.
Artikel 65 Extra vrije dagen voor medewerkers met een langdurig dienstverband of hogere leeftijd
De medewerker heeft bij langdurig en onafgebroken dienstverband of bij het bereiken van een hogere leeftijd volgens de onderstaande tabel aanspraak op één of meer extra vrije per jaar, met ingang van het kalenderjaar waarin voldaan wordt aan de voorwaarden.
Het aantal extra vrije dagen per jaar is als volgt samengesteld:
Duur dienstverband | (of) | leeftijd 50 jaar | leeftijd 55 jaar | leeftijd 60 jaar |
t/m 9 jaar | - | 1 | 2 | 3 |
10 t/m 19 jaar | 2 | 2 | 3 | 4 |
20 t/m 29 jaar | 3 | 3 | 3 | 4 |
30 jaar en langer | 4 | 4 | 4 | 4 |
Bij het aantal vrije dagen op grond van duur dienstverband respectievelijk leeftijd is sprake van een 'óf/óf-situatie'; zij kunnen derhalve niet bij elkaar worden opgeteld.
Voor de vaststelling van de duur van het dienstverband geldt de Anciënniteitdatum zoals omschreven in artikel 16.
Deze extra vrije dagen worden conform snipperdagen in overleg tussen de werkgever en de medewerker vastgesteld en zullen niet op een zaterdag of zondag vallen. Toekenning gedurende het hoogseizoen vindt plaats, voor zover de omstandigheden dit toelaten.
Over de extra vrije dagen wordt het salaris als bedoeld in artikel 64 doorbetaald.
De medewerkers die het bedrijf verlaten dienen alle vakantierechten gerealiseerd te krijgen, derhalve ook de dagen ontstaan door langdurig dienstverband of leeftijd.
Artikel 66 Extra vrije (90%-)dagen voor medewerkers van 55 jaar tot en met 64 jaar
Medewerkers van 55 jaar en ouder kunnen op hun verzoek in het kalenderjaar waarin zij de betreffende leeftijd bereiken in aanmerking komen voor een aantal dagen vrijaf op jaarbasis volgens onderstaande tabel:
55 jaar | 3 dagen | 60 jaar | 8 dagen |
56 jaar | 4 dagen | 61 jaar | 9 dagen |
57 jaar | 5 dagen | 62 jaar | 10 dagen |
58 jaar | 6 dagen | 63 jaar | 15 dagen |
59 jaar | 7 dagen | 64 jaar | 15 dagen |
Bij aaneengesloten ziekte van langer dan één maand of beëindiging van het dienst verband wordt het aantal vrije dagen proportioneel lager vastgesteld.
De dagen waarop vrijaf zal worden gegeven, worden conform snipperdagen in overleg met de medewerkers vastgesteld.
Over dagen, waarop vrijaf wordt genoten, wordt 90% van het (schema)maandsalaris vergoed, dat bij normale arbeid zou zijn verdiend. De dagen, waarvan geen gebruik wordt gemaakt, worden nimmer in geld uitbetaald.
Artikel 67 Sociale Innovatie / duurzame inzetbaarheid - Studie
Gedurende de looptijd van deze CAO verrichten CAO-partijen een studie naar het omzetten van de extra vrije dagen en 90% -dagen (Artikel 65 en Artikel 66) in een bijdrage aan het Persoonlijk Budget (Artikel 68). Bovendien wordt in deze studie ook gekeken naar het langer inzetbaar houden van medewerkers. Bovendien wordt in de studie de betekenis van Bijlage IV betrokken en wordt de positie van ECT-Select in relatie tot het Persoonlijk Budget onderzocht.
Artikel 68 Persoonlijk Budget
Met ingang van 2010 ontvangen medewerkers vanaf geboortejaar 1960 maandelijks een bijdrage in het Persoonlijk Budget van 0,5% van het schemamaandsalaris en met ingang van 2011 een maandelijkse bijdrage van in totaal 1% van het schemamaandsalaris.
Medewerkers kunnen ervoor kiezen om op vrijwillige basis zelf ook een bijdrage te storten in het Persoonlijk Budget.
Over de uitwerking en verdere vormgeving van het Persoonlijk Budget maken CAO-partijen afspraken. De Ondernemingsraad wordt betrokken bij de uiteindelijke vormgeving. De wend- en weerbaarheid van medewerkers maakt in ieder geval onderdeel uit van de uitwerking.
Artikel 69 Overgangsregeling Vermindering Arbeidsduur voorafgaande aan de volledige pensionering voor medewerkers Functielijst I, II en III
Vanaf het moment dat de heffing door de Stivu wordt stopgezet, kunnen medewerkers Functielijst I, II en III uit de geboortejaren 1950 tot en met 1959, voorafgaande aan de volledige pensionering, gebruik maken van de navolgende regeling:
• Basis van de regeling: 75% werken; 90% salaris; 100% pensioenopbouw.
Geboortejaar | Vroegst mogelijke ingangsleeftijd | Maximale duur |
1950 | 60 | 2,5 jaar |
1951 | 60,5 | 2,5 jaar |
1952 | 61 | 2,5 jaar |
1953 | 61,5 | 2,5 jaar |
1954 | 62 | 2,5 jaar |
1955 | 62,5 | 2,5 jaar |
1956 | 62,5 | 2,5 jaar |
1957 | 62,5 | 2,5 jaar |
1958 | 62,5 | 2,5 jaar |
1959 | 62,5 | 2,5 jaar |
• Een medewerker uit deze geboortejaren behoudt het recht op de extra vrije dagen (Artikel 65 ECT-CAO) en 90%-dagen (Artikel 66 ECT-CAO) tot het moment dat de medewerker gebruik maakt van deze faciliteit. Medewerkers uit andere geboortejaren behouden het recht op de extra vrije dagen (Artikel 65 ECT-CAO) en 90% -dagen (Artikel 66 ECT-CAO) totdat CAO-partijen hierover andere afspraken hebben gemaakt;
• Vrijwillige toetreding tot de faciliteit;
• Een medewerker kan er voor kiezen om voor een kortere periode of in het geheel niet deel te nemen;
• Medewerkers kunnen ook later van bovengenoemde faciliteit gebruik maken waarbij de maximale duur van 2,5 jaar blijft gehandhaafd;
• Inzet in een vast rooster (afgeleid van E-dienst of C-dienst; evenredig schrappen van Dag-, Avond-, Nacht - en Weekenddiensten) of in maatwerkroosters op basis van vrijwilligheid;
• Overwerken (buiten het reguliere rooster) tijdens deze faciliteit is niet toegestaan;
• Indien een medewerker tijdens deze faciliteit een jubileum bereikt, wordt de bijbehorende uitkering gebaseerd op basis van 100% dienstverband;
• Met het oog op de onzekere gevolgen ervan op de hoogte van eventueel te treffen voorzieningen, wordt in de loop van 2010 door partijen in de Werkgroep Pensioenen de mogelijkheid besproken en onderzocht om 60 jaar als vroegst mogelijke ingangsleeftijd op te nemen, ook voor medewerkers uit de geboortejaren 1951 tot en met 1959. ECT neemt hierover uiterlijk december 2010 een besluit.
Artikel 70 Kort verzuim
A. In de navolgende gevallen wordt verlof met behoud van (schema)maandsalaris verleend over de binnen voor de medewerker geldende arbeidsweek vallende werkdagen:
1 dag bij:
• Ondertrouw van de medewerker.
• Huwelijk van één van haar / zijn (stief-)ouders, schoonouders, kinderen, broers, zusters, kleinkinderen, schoonzusters of zwagers.
• Zijn / haar 12½-, 25- en 40-jarig huwelijk.
Valt zijn / haar huwelijksjubileum op een zon- of feestdag, dan behoudt de medewerker het recht op één vrije werkdag op te nemen één week voorafgaande aan of één week volgende op de huwelijksdag. Bij haar / zijn 25-jarig huwelijksjubileum kan de medewerker één dag naar keuze opnemen in de periode liggende tussen twee weken voorafgaande aan of twee weken volgende op de huwelijksdag.
• Het 25-, 40-, 50-, 60- en 70-jarig huwelijk van (stief-)ouders of schoonouders.
• Overlijden of voor het bijwonen van de begrafenis of crematie van één van de groot ouders, broers, zusters, zwagers, schoonzusters, schoonzoons, schoondochters of kleinkinderen.
• Het afleggen van een vakexamen ter verkrijging van een erkend diploma, indien dit in het belang van het bedrijf is.
• Verhuizing (maximaal 1x per jaar).
2 dagen bij:
• Huwelijk van de medewerker.
• Bevalling van de partner.
• Overlijden van één van zijn / haar (stief-)ouders, schoonouders of niet inwonende eigen, stief- of pleegkinderen.
4 dagen bij:
• Overlijden van zijn / haar partner of één van zijn / haar inwonende eigen, stief- of pleegkinderen.
• Overlijden van één van de (stief-)ouders of schoonouders als voor de begrafenis / crematie wordt zorggedragen.
B. De medewerker kan een beroep doen op calamiteitenverlof wanneer de medewerker zijn werk niet kan verrichten wegens zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden (bijvoorbeeld de eerste opvang van een plotseling ziek kind). De werkgever bepaalt of het verlof wordt toegekend en voor welke korte naar billijkheid te berekenen tijd.
C. Heeft een overlijden tijdens de vakantie van de medewerker plaats, kan de werkgever, op een desbetreffend verzoek van de medewerker, zijn vakantie opschorten en de kort verzuimdagen verlenen. De resterende vakantiedagen kan betrokkene alsnog op een later tijdstip opnemen.
D. Voor zover de hierboven onder A. genoemde, niet te voorziene gebeurtenissen plaatsvinden op een voor de medewerker roostervrije dag, blijft de kort verzuimregeling onverminderd van kracht, met dien verstande dat het kort verzuim aansluit op de betrokken vrije dag(en).
E. Voor noodzakelijk bezoek aan artsen, dat niet buiten werktijd kan worden afgesproken, alsmede voor door de overheid opgelegde verplichtingen, die niet buiten werktijd kunnen worden uitgevoerd, en waarvoor de overheid geen of onvolledige vergoeding over de desbetreffende tijd geeft, wordt aan de medewerker naar redelijkheid en behoefte vrij gegeven met behoud van (schema)maandsalaris. Dit laatste is niet van toepassing, wanneer genoemde verplichting voortkomt uit overtredingen van de medewerker of uit het niet of niet geheel nakomen van de door de overheid opgelegde verplichtingen.
F. Rechten, op grond van de kort verzuimregeling, die gelden voor gehuwden, worden eveneens toegekend aan medewerkers met een partner zoals gedefinieerd in artikel 1.
Artikel 71 Organisatieverlof
Aan de medewerker die lid is van één van de werknemersorganisaties wordt, met inachtneming van het hieronder bepaalde, vrijaf gegeven met behoud van salaris - hierna te noemen organisatieverlof - voor de volgende activiteiten:
• Het deelnemen aan bondscongressen, bondsraad of daarmee gelijk te stellen bijeenkomsten.
• Het deelnemen aan door de werknemersorganisaties georganiseerde cursussen.
Organisatieverlof wordt toegekend met inachtneming van de volgende voorwaarden:
A. Een georganiseerde medewerker kan ten hoogste tien organisatieverlof- dagen per kalenderjaar opnemen.
In bijzondere gevallen kan, met name voor georganiseerde medewerkers die kaderfuncties vervullen, dit aantal in overleg tussen partijen worden verhoogd.
Het in totaal per kalenderjaar voor organisatieverlof toe te kennen aantal dagen, waarop de medewerkers die lid zijn van (één van) de werknemersorganisaties gezamenlijk recht hebben, bedraagt 3 maal het getal van de ledenmedewerkers van de werknemersorganisaties, gedeeld door 10.
B. Het toekennen van één of meer organisatieverlofdagen zal alleen geschieden op aanvraag van de betreffende werknemersorganisatie onder opgave van de naam van de medewerker, waarvoor het organisatieverlof wordt aangevraagd. Het verlof dient tijdig te worden aangevraagd.
C. Organisatieverlofdagen worden - met inachtneming van het bovenstaande
- uitsluitend verleend indien de werkzaamheden dit naar het oordeel van de werkgever toelaten.
D. Organisatieverlof geschiedt met behoud van salaris. Onder salaris dient te worden verstaan het (schema)maandsalaris, dat betrokkene bij arbeid zou hebben ontvangen.
Artikel 72 Zwangerschapsverlof
Vrouwelijke medewerkers hebben in geval van zwangerschap recht op zestien weken zwangerschaps-/bevallingsverlof.
Artikel 73 Onbetaald verlof
Het verstrekken van onbetaald verlof is mogelijk, mits:
A. De werkgever te allen tijde de vrijheid behoudt de aanvraag al of niet te honoreren.
B. Alle financiële en verzekeringstechnische gevolgen van dit onbetaald verlof voor rekening van de medewerker zijn.
C. Wordt bepaald dat gedurende het onbetaald verlof de medewerker geen arbeid als gevolg van een ter zake afgesloten (arbeids-)overeenkomst mag verrichten.
D. Dit verlof voor gedurende minimaal één week en tot maximaal twaalf maanden wordt aangevraagd.
Nadere regelgeving (hoe lang van tevoren een aanvraag moet worden ingediend etc.) geschiedt in overleg met de Ondernemingsraad.
Hoofdstuk IX Pensioenen, Stivu en ECT -VUT
Protocol Onderhandelingsresultaat ECT-CAO 2009 - 2012
De Stivu -bijdrage van in totaal 3,8% vervalt per 1 juli 2010. Sprake is van een premie-holiday die ieder half jaar door het Stivu-bestuur wordt getoetst. Vanaf het moment dat de Stivu-bijdrage vervalt, zet ECT het werkgeversdeel (2,8%) in voor de Overgangsregeling Vermindering Arbeidsduur en voor pensioengerelateerde zaken zoals een verbetering van de pensioenregelingen binnen ECT.
Vanaf 1 januari 2015 is ook de werkgeversbijdrage aan de ECT-VUT-regeling ten behoeve van Functielijst III beschikbaar voor bovenstaande doeleinden. Uitgangspunt hierbij is dat deze bijdragen dusdanig worden ingezet dat de diverse beschikbare premieregelingen binnen ECT op eenzelfde wijze en rekening houdend met (veranderende) wetgeving en fiscale grenzen worden aangepast.
Vanaf het moment dat de bijdrage aan de Stivu vervalt, wordt de helft van de 1% werknemersbijdrage aan de Stivu respectievelijk Solidariteitsheffing ECT- VUT niet meer ingehouden op het salaris.
Indien uit onderzoek blijkt dat de resterende 0,5% werknemersbijdragen in de toekomst nodig is voor pensioengerelateerde zaken, kan deze voor dit doel worden aangewend.
De definitieve bestemming van deze werknemersbijdrage wordt mede op basis van de uitkomsten van de Werkgroep Pensioenen door CAO-partijen bepaald. Daarbij behoort het ook tot de mogelijkheden dat ook deze 0,5% bijdrage uiteindelijk niet meer wordt ingehouden op het salaris van de medewerker.
Zie voor de Werkgroep Pensioenen Bijlage X Protocol Onderhandelingsresultaat ECT-CAO 2009 – 2012.
Vooruitlopend op de resultaten van de Werkgroep Pensioenen gelden vanaf 1 januari 2010 de volgende pensioen verbeteringsvoorstellen:
• De wettelijk minimale franchise wordt gehanteerd. De jaarlijkse verhoging van de franchise wordt tevens gebaseerd op het wettelijk minimum;
• Het opbouwpercentage van het nabestaandenpensioen voor de verzekerden Optas A en Optas B wordt verhoogd van 0,7% naar 1,0% van de pensioengrondslag.
Bijlage I Beloningsgebouw
Beloningsgebouw
FUNCTIELIJST I
per 1-4-2009
in dienst vanaf 1-10-2000
functie | 0 jr | 1 jr | 2 jr | 3 jr | 4 jr | 5 jr | 6 jr | 7 jr | 8 jr | 9 jr | 10 jr | 11 jr | 12 jr | 13 jr | 14 jr |
TERM OPER.A1 | 1.736 | ||||||||||||||
TERM OPER.A2 | 1.763 | 1.836 | 1.903 | 1.978 | 2.048 | 2.118 | 2.188 | 2.262 | 2.331 | 2.403 | 2.477 | ||||
TERM OPER.A3 | 1.795 | 1.867 | 1.937 | 2.007 | 2.078 | 2.151 | 2.223 | 2.291 | 2.364 | 2.432 | 2.502 | ||||
TERM OPER.B2 | 2.043 | 2.113 | 2.182 | 2.255 | 2.325 | 2.396 | 2.472 | 2.539 | 2.608 | 2.680 | 2.750 | 2.825 | 2.895 | 2.965 | 3.037 |
TERM OPER.B3 | 2.071 | 2.143 | 2.217 | 2.286 | 2.359 | 2.428 | 2.497 | 2.571 | 2.642 | 2.713 | 2.784 | 2.852 | 2.924 | 2.994 | 3.068 |
TERM OPER.B4 | 2.105 | 2.173 | 2.244 | 2.315 | 2.387 | 2.462 | 2.530 | 2.601 | 2.671 | 2.739 | 2.812 | 2.887 | 2.957 | 3.028 | 3.098 |
TERM OPER.C3 | 2.228 | 2.296 | 2.369 | 2.437 | 2.509 | 2.587 | 2.654 | 2.724 | 2.794 | 2.865 | 2.935 | 3.011 | 3.080 | 3.150 | 3.221 |
TERM OPER.C4 | 2.257 | 2.328 | 2.401 | 2.475 | 2.541 | 2.612 | 2.683 | 2.755 | 2.827 | 2.898 | 2.969 | 3.040 | 3.109 | 3.178 | 3.254 |
TERM OPER.C5 | 2.288 | 2.361 | 2.430 | 2.499 | 2.573 | 2.645 | 2.716 | 2.786 | 2.855 | 2.927 | 2.996 | 3.070 | 3.143 | 3.214 | 3.281 |
in dienst voor 1-10-2000
functie | A1 | A2 | B1 | B2 | B3 | B4 | C1 | D1 | D2 | D3 | D4 | D5 | E1 |
TERM | 2.802 | 2.862 | 2.862 | 2.950 | 3.010 | 3.010 | |||||||
CHAUF | 3.010 | 3.010 | 3.042 | 3.116 | 3.116 | - | - | 3.176 | 3.176 | 3.176 | 3.176 | 3.176 | 3.310 |
MACHI | 3.010 | 3.010 | 3.010 | 3.042 | 3.042 | - | 3.161 | 3.176 | 3.176 | 3.176 | - | - | 3.310 |
functie | niveau 1 | niveau 2 | niveau 3 | niveau 4 |
instroomschaal | 837 | 1.007 | 1.210 | 1.454 |
Doorstroom naar andere functie
Bij doorstroom naar een andere functie vindt inschaling plaats in hetzelfde of naast hogere salaris. Een en ander vindt plaats op basis van behoefte.
De behoefte wordt vastgesteld door het management. Naast het behoeftecriterium geldt het criterium “gebleken geschiktheid” van de medewerker ('willen en kunnen'). De gebleken geschiktheid van de medewerker wordt beoordeeld met behulp van het ECT-beoordelingssysteem met bijbehorende procedures.
Voor medewerkers in de functie van Terminal Operator A, ingedeeld in Functielijst I geldend in dienst per 1-10-2000 of later, geldt per 1 mei 2011 dat bij de aanstelling tot Kernfunctionaris (dat wil zeggen bij de aanstelling van Terminal Operator A tot Terminal Operator B) inschaling plaatsvindt in het naast hogere salaris, met een minimaal verschil van € 150,-- tussen het “oude” en “nieuwe” salaris.
Doorgroei binnen salarisgroep
In beginsel vindt jaarlijks doorgroei plaats naar de volgende trede binnen een salarisgroep, een en ander met inachtneming van het voor de betreffende salarisgroep geldende maximumsalaris. Afwijking van deze regel is slechts mogelijk, indien er sprake is van een beoordeling lager dan Normaal/Goed door het management. Dit laatste wordt beoordeeld met behulp van het ECT-beoordelingssysteem met bijbehorende procedures.
FUNCTIELIJST II
per 1-4-2009
datum indienst | functie | 0 mnd | 6 mnd | 12 mnd | 18 mnd | 24 mnd | 30 mnd | 36 mnd | 48 mnd | 60 mnd | 72 mnd | |
in dienst vanaf 1-10-2000 | leerling monteur (BAT-BBL) | A | 1.210 | - | 1.380 | - | 1.444 | - | 1.614 | 1.880 | - | - |
aankomend monteur - niveau 1 | B | 1.906 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
C | - | - | 2.017 | - | - | - | - | - | - | - | ||
D | - | - | - | - | 2.175 | - | - | - | - | - | ||
monteur - niveau 0 | X | - | - | - | - | - | - | 0.000 | - | - | - | |
0.000 tot 7.000 SBU-punten | F | - | - | - | - | - | - | - | 2.432 | - | - | |
G | - | - | - | - | - | - | - | - | 2.555 | - | ||
H | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 2.676 | ||
monteur - niveau 3 | I | 2.787 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
8.000 tot 12.000 SB U-punten | J | - | - | 2.896 | - | - | - | - | - | - | - | |
K | - | - | - | - | 3.005 | - | - | - | - | - | ||
L | - | - | - | - | - | - | 3.115 | - | - | - | ||
M | - | - | - | - | - | - | - | 3.225 | - | - | ||
leerling electronica monteur | X | 0.000 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
00.000 tot 21.000 SBU-punten | O | - | - | 2.519 | - | - | - | - | - | - | - | |
P | - | - | - | - | 2.716 | - | - | - | - | - | ||
electronica monteur | Q | - | - | - | - | - | - | 2.912 | - | - | - | |
R | - | - | - | - | - | - | - | 3.110 | - | - | ||
S | - | - | - | - | - | - | - | - | 3.307 | - | ||
T | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 3.505 | ||
meewerkend voorman | U | 3.524 | - | 3.677 | - | 3.834 | - | 3.989 | 4.104 | 4.161 | - | |
in dienst t/m 1999 | electronica monteur | 3.035 | - | 3.179 | - | 3.330 | - | 3.474 | 3.624 | 3.771 | 3.918 | |
monteur 10 | 2.128 | 2.249 | 2.368 | 2.485 | 2.603 | 2.722 | 2.839 | - | - | - | ||
monteur 20 | 2.785 | 2.839 | 2.899 | - | 2.956 | - | - | - | - | - | ||
monteur 30 | 2.956 | 3.012 | 3.096 | - | 3.177 | - | - | - | - | - | ||
monteur 40 | 3.154 | 3.211 | 3.267 | - | 3.323 | - | - | - | - | - | ||
monteur 50 | 3.348 | - | 3.441 | - | 3.524 | - | 3.604 | - | - | - | ||
1e monteur | 3.524 | - | 3.677 | - | 3.834 | - | 3.989 | - | - | - |
Doorstroom naar naast hogere functiegroep
Doorstroom vindt plaats op basis van behoefte. De behoefte wordt vastgesteld door het management.
Doorstroom naar een naast hogere functiegroep is eerst mogelijk, nadat is voldaan aan de voor de betreffende functiegroep geldende functie-eisen en indien er geen sprake is van een beoordeling lager dan Normaal/Goed door het management. Dit laatste wordt beoordeeld met behulp van het ECT- beoordelingssysteem met bijbehorende procedures.
Bij doorstroom naar een naast hogere functiegroep, vindt indeling plaats op het eerst hogere basismaandsalaris uit de betreffende functiegroep. In alle gevallen wordt bij de vaststelling hiervan het basismaandsalaris behorende bij aanstelling en bij doorstroom na zes maanden uit de betreffende functiegroep overgeslagen.
Doorgroei binnen functiegroep
In beginsel vindt na afloop van het hiervoor vastgestelde aantal maanden doorgroei plaats naar de volgende trede binnen een functiegroep, een en ander met inachtneming van het voor de betreffende functiegroep geldende maximumsalaris. Afwijking van deze regel is slechts mogelijk, indien sprake is van een beoordeling lager dan Normaal/Goed door het management. Dit laatste wordt beoordeeld met behulp van het ECT-beoordelingssysteem met bijbehorende procedures.
Functielijst III
per 1-4-2009
in dienst | SBU- pnt. | groep | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 0 jr | 1 jr | 2 jr | 3 jr | 4 jr | 5 jr | 6 jr | 7 jr | 8 jr | 9 jr | 10 jr | |
vanaf 1-10-2000 | t/m | 50 | I | 875 | 982 | 1.078 | 1.179 | 1.280 | 1.383 | 1.443 | 1.593 | 1.743 | 1.892 | 2.046 | 2.161 | |||||
vanaf 1-10-2000 | t/m | 75 | II | 1.014 | 1.147 | 1.280 | 1.412 | 1.548 | 1.682 | 1.742 | 1.869 | 1.995 | 2.121 | 2.248 | 2.334 | 2.420 | 2.507 | |||
vanaf 1-10-2000 | t/m | 100 | III | 1.108 | 1.242 | 1.379 | 1.510 | 1.647 | 1.776 | 1.861 | 1.964 | 2.066 | 2.175 | 2.281 | 2.387 | 2.494 | 2.578 | 2.662 | 2.737 | |
vanaf 1-10-2000 | t/m | 125 | IV | 1.308 | 1.441 | 1.573 | 1.708 | 1.842 | 1.945 | 2.051 | 2.160 | 2.265 | 2.371 | 2.481 | 2.589 | 2.682 | 2.779 | 2.875 | 2.975 | |
vanaf 1-10-2000 | t/m | 150 | V | 1.503 | 1.672 | 1.838 | 2.006 | 2.121 | 2.239 | 2.362 | 2.482 | 2.602 | 2.722 | 2.819 | 2.913 | 3.014 | 3.110 | 3.209 | ||
vanaf 1-10-2000 | t/m | 180 | VI | 1.838 | 2.004 | 2.171 | 2.299 | 2.426 | 2.553 | 2.680 | 2.807 | 2.934 | 3.047 | 3.160 | 3.276 | 3.388 | 3.502 | |||
vanaf 1-10-2000 | t/m | 210 | VII | 2.386 | 2.557 | 2.728 | 2.902 | 3.074 | 3.250 | 3.392 | 3.535 | 3.680 | 3.824 | 3.969 | ||||||
vanaf 1-10-2000 | t/m | 210 | VII+VC | 2.344 | 2.511 | 2.685 | 2.861 | 3.034 | 3.206 | 3.346 | 3.487 | 3.638 | 3.776 | 3.919 | ||||||
vanaf 1-10-2000 | t/m | 245 | VIII | 2.473 | 2.662 | 2.852 | 3.045 | 3.234 | 3.433 | 3.582 | 3.735 | 3.889 | 4.040 | 4.193 | ||||||
vanaf 1-10-2000 | t/m | 245 | VIII+VC | 2.414 | 2.609 | 2.806 | 2.996 | 3.196 | 3.389 | 3.539 | 3.689 | 3.837 | 3.986 | 4.138 | ||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 50 | I | 1.616 | 1.780 | 1.949 | 2.117 | 2.287 | 2.416 | |||||||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 75 | II | 1.948 | 2.092 | 2.233 | 2.373 | 2.512 | 2.610 | 2.710 | 2.805 | |||||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 100 | III | 2.078 | 2.196 | 2.315 | 2.433 | 2.552 | 2.671 | 2.791 | 2.886 | 2.976 | 3.066 | |||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 125 | IV | 2.175 | 2.295 | 2.414 | 2.535 | 2.654 | 2.777 | 2.894 | 2.998 | 3.104 | 3.220 | 3.331 | ||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 150 | V | 2.373 | 2.507 | 2.643 | 2.779 | 2.908 | 3.045 | 3.152 | 3.264 | 3.370 | 3.481 | 3.588 | ||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 180 | VI | 2.573 | 2.715 | 2.854 | 2.995 | 3.142 | 3.282 | 3.409 | 3.535 | 3.664 | 3.790 | 3.918 | ||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 210 | VII | 2.668 | 2.861 | 3.054 | 3.249 | 3.443 | 3.639 | 3.795 | 3.954 | 4.119 | 4.272 | 4.436 | ||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 210 | VII+ | 2.686 | 2.899 | 3.106 | 3.318 | 3.527 | 3.736 | 3.900 | 4.069 | 4.230 | 4.391 | 4.557 | ||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 210 | VII+ VC | 2.639 | 2.848 | 3.056 | 3.270 | 3.477 | 3.686 | 3.850 | 4.012 | 4.180 | 4.340 | 4.501 | ||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 210 | VII+MAX | 4.941 | ||||||||||||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 245 | VIII | 2.951 | 3.152 | 3.356 | 3.562 | 3.767 | 3.971 | 4.165 | 4.368 | 4.561 | 4.757 | 4.952 | ||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 245 | VIII+ VC | 2.887 | 3.095 | 3.297 | 3.507 | 3.713 | 3.921 | 4.118 | 4.311 | 4.503 | 4.696 | 4.891 | ||||||
voor 1-10-2000 | t/m | 245 | VIII+MAX | 5.374 |
Functielijst III geldend voor medewerkers in dienst vóór 1-10-2000
De functiegroepen VII+, VIII, en VIII in de VC (volcontinu) zijn gebaseerd op een all-in salarissystematiek. De all-in salarissystematiek betekent dat medewerkers die in één van eerdergenoemde functiegroepen zijn ingedeeld, geen aanspraak maken op overwerkbetaling. Hierop geldt één uitzondering. De betreffende medewerker maakt wel aanspraak op overwerkbetaling conform artikel 43, indien hij zijn collega vervangt in verband met diens afwezigheid wegens ziekte, kort verzuim of vakantie en als gevolg hiervan (een) extra ta(a)k(en) werkt.
Salarisgroepen VII+ en VIII+MAX zijn geblokkeerde salarisgroepen. Dit betekent dat in deze salarisgroepen geen instroom kan plaatsvinden.
Mocht er sprake zijn van een overgang van salarisgroep VII naar salarisgroep VIII, mag dit bij het bepalen van de nieuwe trede geen nadelige salaris- (financiële)consequenties hebben.
Functielijst III geldend voor medewerkers in dienst vanaf 1-10-2000 of later
Doorstroom naar de bij de functie behorende (eind-)salarisschaal
Bij doorstroom naar de bij de functie behorende (eind-)salarisschaal vindt inschaling plaats op het - in vergelijking met het basismaandsalaris dat de medewerker in de vorige salarisgroep verdiende - eerst hogere basismaandsalaris uit de betreffende salarisgroep.
Hierbij bedraagt het positief verschil in basismaandsalaris tussen de oude salarisgroep en de nieuwe salarisgroep minimaal bruto € 23, - Indien dit niet het geval is, vindt inschaling plaats op het basismaandsalaris direct volgend op het eerst hogere basismaandsalaris uit de betreffende salarisgroep.
Hetzelfde geldt in geval van doorstroom naar een andere functie.
Doorgroei binnen salarisgroep
In beginsel vindt jaarlijks doorgroei plaats naar de volgende trede binnen een salarisgroep, een en ander met inachtneming van het voor de betreffende salarisgroep geldende maximumsalaris. Afwijking van deze regel is slechts mogelijk, indien sprake is van een beoordeling lager dan Normaal/Goed door het management. Dit laatste wordt beoordeeld met behulp van het ECT-beoordelingssysteem met bijbehorende procedures.
Bijlage II Regeling tewerkstelling personeel van derden
A. Inhuren van operationele beambten
Partijen stellen vast dat in geval van tijdelijke pieken in het werkaanbod het inhuren via een uitzendbureau van medewerkers van wie de functie valt onder het bereik van Functielijst III, ook mogelijk is binnen de terminalorganisaties van ECT.
Indien het om functies gaat die niet worden geleverd door Matrans Marine Services b.v. (Matrans), International Lashing Services b.v. (ILS) of Rotterdam Port Services b.v. (RPS) vindt inhuur plaats bij uitzendbureaus. ECT garandeert dat inhuur via een uitzendbureau niet zal plaatsvinden om structureel reguliere arbeidsplaatsen te ve rvullen.
ECT zal de Ondernemingsraad halfjaarlijks informeren over de gepleegde inhuur via uitzendbureaus voor de in casu bedoelde functies.
B. Tewerkstelling van operationele medewerkers
Alvorens er een beroep wordt gedaan op overwerk (anders dan verplichte verlenging conform artikel 25) zal er in eerste instantie een beroep worden gedaan op Matrans, ILS of RPS.
In geval van tijdelijke pieken is het inhuren van medewerkers in dienst van Matrans, ILS en/of RPS mogelijk.
Tewerkstelling van medewerkers van voornoemde bedrijven geschiedt op
basis van de voor voornoemde bedrijven geldende functielijsten.
Legitimatiebewijs
De in de operationele sector te werk te stellen medewerkers bij ECT dienen in het bezit te zijn van een ECT-pas of ECT-dagpas.
Bij de personeelsindeling zijn lijsten beschikbaar, waarop de namen van de eventueel te werk te stellen medewerkers zijn vermeld, alsmede de bsn / sofinummers. Zowel de werknemersorganisaties als de Ondernemingsraad zullen inzage krijgen in deze lijsten.
Bij tewerkstelling dient de ECT-pas of de dagpas van ECT met de naam van de desbetreffende medewerker op de tijdlijst te worden vermeld.
Jaarlijks zullen de werknemersorganisaties en de werkgever de inhuur van personeel van derden evalueren.
Controle
Controle op de naleving van voormelde regeling kan geschieden via de personeelsindeling door partijen aangewezen medewerkers en/of de bondskaderleden, waaronder ECT ressorteert, of op een zodanige (andere) wijze als partijen eventueel nog met elkaar overeenkomen.
Overdragen van werk
Het overdragen van werk (uitbesteden) tussen de leden van de werkgeversorganisatie blijft te allen tijde mogelijk.
Bijlage III Regeling vakantiewerkers
Voorwaarden, aanstelling en tewerkstelling
1. Als vakantiewerkers komen in aanmerking personen, die een volledige dagopleiding volgen dan wel in het kalenderjaar waarin vakantiewerk wordt verricht de dagopleiding afronden of hebben afgerond, en die bereid zijn volgens onderstaande voorwaarden gedurende het vakantieseizoen werkzaamheden bij ECT te verrichten.
2. Personen in dienst van een havenbedrijf komen niet voor tewerkstelling als vakantiewerker in aanmerking. Voor hen is de Regeling tewerkstelling personeel van derden onveranderd van toepassing.
3. Er zal geen personeel vallende onder 'Functielijst I' worden aangetrokken van particuliere uitzendbureaus.
4. De vakantiewerkers komen in dienst van ECT. ECT bepaalt de duur van het dienstverband, draagt zorg voor de werving, selectie en aanstelling.
5. Voor aanstelling onder 'Functielijst I' komen personen in aanmerking, die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt. Voor alle overige functies (exclusief Functielijst II) geldt de minimumleeftijd van zestien jaar.
6. Het dienstverband wordt voor bepaalde tijd aangegaan voor tenminste twee weken in de vakantieperiode, waarvan de begin- en einddatum jaarlijks in overleg met de Ondernemingsraad worden vastgesteld, met dien verstande dat de eerste drie weken zullen gelden als proeftijd. De eventueel noodzakelijke opleiding van de vakantiewerker kan reeds vóór de aanvang van de vakantieperiode plaatsvinden. Een opleidingsdag geldt als een gewerkte dag.
7. Alvorens voor aanstelling als vakantiewerker in aanmerking te komen, dient de betrokkene voor zover vereist en met inachtneming van de wettelijke bepalingen door de arbodienst te zijn goedgekeurd.
Tevens ontvangt de medewerker een ECT-pas. Zonder deze pas mag geen tewerkstelling plaatsvinden. De afdeling P&O registreert de betreffende medewerkers als vakantiewerker.
8. De eerste dag van het dienstverband kan worden benut voor de te verzorgen introductie en instructie. Deze dag geldt als een gewerkte dag. De instructie en begeleiding dienen te geschieden door een ter zake deskundige mentor.
9. De afdeling, waar vakantiewerkers worden tewerkgesteld, treft zodanige maatregelen, dat de veiligheid van een ieder niet in gevaar kan worden gebracht.
10. De inzetbaarheid van de vakantiewerkers voor de diverse soorten van werkzaamheden zal steeds afhankelijk worden gesteld van de mate van instructie en van de ervaring, die is opgedaan.
11. Vakantiewerkers zijn gedurende de overeengekomen vakantieperiode inzetbaar op alle dagen van de week (dat is inclusief de weekeinden) volgens het met hen overeengekomen schema6. De volgende schema's zijn mogelijk:
• Dagdienst.
• Dag-avonddienst.
• Dag-middagdienst.
• Dag-middag-avonddienst.
• Dag-avond-nachtdienst.
De arbeidstijden zijn:
• Dagdienst. 07.15 - 15.30 uur.
• Middagdienst 11.30 - 19.45 uur.
• Avonddienst: 15.15 - 23.30 uur.
• Nachtdienst 23.15 - 07.30 uur.
12. Aan de (onder artikel 11) genoemde inzetbaarheid zijn de volgende beperkingen verbonden:
• De in dagdienst in te zetten vakantiewerker kan niet worden ingezet in een avond- of nachtdienst.
• De in dag-/avonddienst ingeroosterde vakantiewerker kan niet in een nachtdienst worden ingezet.
• Er worden door de vakantiewerkers geen derde taken verricht.
• Er wordt niet langer dan 7 3/4 uur per dag gewerkt.
• Er wordt niet meer dan zes dagen achtereen gewerkt.
• Tussen twee diensten wordt minimaal een rusttijd van 12 uur in acht genomen.
• Afbestellen of anders bestellen van de vakantiewerker moet minimaal 24 uur voor aanvang van de dienst aan hem / haar worden gemeld.
Loon- en arbeidsvoorwaarden
1. Iedere vakantiewerker vindt bij zijn indiensttreding in zijn arbeidsovereenkomst aangegeven hoeveel zijn salaris bedraagt, alsmede de eventuele schematoeslag.
De beloningsmethodiek wordt vastgesteld door het wettelijk minimumloon voor volwassenen te verhogen met 25%. In deze 25% zijn de vakantietoeslag en het recht op vakantiedagen opgenomen. Dit salaris wordt toegekend aan vakantiewerkers van 21 jaar en ouder. Voor lagere leeftijden gelden de percentages genoemd in de hierna volgende tabel.
Een vakantiewerker die reeds eerder bij ECT als vakantiewerker heeft gewerkt, ont vangt een toeslag van 30% in plaats van 25% op het wettelijk minimumloon.
2. De leeftijd wordt bepaald per 1 juli van het jaar van indiensttreding.
3. Betalingssystematiek
Het uitgangspunt is dat het bruto maandsalaris is gerelateerd aan de kalenderdagen van de te betalen maand. De dagen waarop niet wordt gewerkt, anders dan op aanwijzing van de ECT leiding en uitgezonderd roostervrije dagen, worden niet uitbetaald. Per afwezige dag wordt het werkelijke dagloon ingehouden.
6 De wijze waarop indeling in roosters plaatsvindt, wordt na overleg met de Ondernemingsraad bepaald.
Duurt het dienstverband een gedeelte van een kalendermaand, dan heeft de medewerker recht op het aantal kalenderdagen, dat valt binnen het dienstverband in die maand, gerelateerd aan het totaal aantal kalenderdagen van de maand.
4. Indien bij gebrek aan werk geen arbeid behoeft te worden verricht, is over deze dagen aan de vakantiewerkers salaris verschuldigd.
5. Op het salaris van vakantiewerkers zullen de wettelijke inhoudingen plaatsvinden.
6. Aan vakantiewerkers zal zo nodig kledingverstrekking plaatsvinden. Het pakket zal door de Kledingcommissie worden samengesteld.
Begeleiding en toezicht
1. Door de Ondernemingsraad en de bedrijfsleiding zal op de door hen geëigende wijze worden zorggedragen voor begeleiding en naleving van deze regeling.
2. De Ondernemingsraad wordt in de gelegenheid gesteld op de naleving van de regeling toezicht uit te oefenen. Dit kan resulteren in het instellen van een commissie vanuit de Ondernemingsraad, dan wel het aanwijzen van een Ondernemingsraadslid, die met het toezicht is belast en daartoe strekkende bevoegdheden heeft. De ingestelde commissie of het aangestelde Ondernemingsraadslid dient bekend te zijn bij de te werk te stellen vakantiewerkers.
3. Ingeval een afdeling in strijd handelt met deze regeling, zal de Ondernemingsraad met de bedrijfsleiding overleggen over de dan te nemen maatregelen.
Onvoorzien
Zaken, waarin de regeling niet voorziet, zullen in overleg met de Ondernemingsraad worden geregeld.
TABEL VAKANTIEWERKERS PER 1 JANUARI 2010 | ||||
leeftijd per 1 juli | belonings- percentage | mndbasis 100% | niveau 1 125% | niveau 2 130% |
21 | 100 | 1.381,00 | 1.726,00 | 1.795,00 |
20 1/2 | 95 | 1.312,00 | 1.640,00 | 1.706,00 |
20 | 90 | 1.243,00 | 1.554,00 | 1.616,00 |
19 1/2 | 82,5 | 1.139,00 | 1.424,00 | 1.481,00 |
19 | 75 | 1.036,00 | 1.295,00 | 1.347,00 |
18 1/2 | 67,5 | 932,00 | 1.165,00 | 1.212,00 |
18 | 60 | 829,00 | 1.036,00 | 1.078,00 |
17 1/2 | 55 | 760,00 | 950,00 | 988,00 |
17 | 50 | 691,00 | 864,00 | 898,00 |
16 1/2 | 45 | 621,00 | 776,00 | 807,00 |
16 | 40 | 552,00 | 690,00 | 718,00 |
15 1/2 | 35 | 483,00 | 604,00 | |
15 | 30 | 414,00 | 518,00 |
Bijlage IV Voorzieningen oudere medewerker
Voorzieningen voor 55-jarigen en ouder
A. Indien er sprake is van sociale omstandigheden (advies BMW) of een medische indicatie (oordeel arts, verbonden aan een arbodienst) kan ECT medewerkers van 55 jaar en ouder - met behoud van arbeidsvoorwaarden
- vrijstellen van het verrichten van nachtdiensten. Met inachtneming van de grenzen van de Arbeidstijdenwet kan de betreffende medewerker - afhankelijk van de behoefte van het management - in de dag of incidenteel in de avond worden ingezet.
B. Medewerkers van 55 jaar en ouder kunnen op verzoek worden vrijgesteld van de “radiomandek”-werkzaamheden. Indien er sprake is van medische beperkingen kunnen medewerkers vanaf 50 jaar worden vrijgesteld van de “radiomandek”-werkzaamheden.
Voorzieningen voor 57-jarigen en ouder
A. Er geldt een vrijstelling c.q. verlichting van arbeid in ploegendienst voor medewerkers van 57 jaar en ouder.
B. Bij overgang van de volcontinudienst naar de C-dienst (dag-avond) zal alsdan geen afbouw van schematoeslag plaatsvinden.
C. Bij tewerkstelling in een ander lager betaald werkschema zal afbouw plaatsvinden op basis van de afbouwregeling schematoeslag conform artikel 34.
D. De pensioenaanspraken blijven, wanneer gebruik wordt gemaakt van het onder C. gestelde, gehandhaafd. De pensioenpremie van het af te bouwen deel van de schematoeslag komt geheel ten laste van de werkgever.
Bijlage V 5%-regeling
Inhoud van de regeling:
Medewerkers die vanwege een door het UWV vastgestelde gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid niet meer in staat zijn een volledige functie uit te voeren uit Functielijst I, II of III, kunnen een beroep doen op een plaats binnen de 5% - regeling van de ECT-CAO, artikel 55, lid 2.
Deze 5% - regeling houdt in dat 5% van de arbeidsplaatsen beschikbaar is voor gedeeltelijk arbeidsgeschikte medewerkers. Het aantal plaatsen wordt jaarlijks door de werkgever, na overleg met de Ondernemingsraad, vastgesteld op basis van het aantal arbeids plaatsen op 1 januari van het kalenderjaar per bedrijfsonderdeel, per functielijst.
Toepasselijkheid voor medewerkers uit Functielijst I:
Vanwege het kernfunctiebeleid (Sociaal Plan november 2000), het vereiste van tweeledigheid (ECT-CAO art. 28 onder 4.1), de gemaakte afspraken over uitwisselbaarheid van medewerkers over de terminals / afdelingen (ECT-CAO art. 27 en art. 28 onder 4.5) én functieroulatie kunnen in de 5% - regeling worden opgenomen volledig tweeledige medewerkers, niet zijnde kernfunctionaris.
Volledig wil zeggen bijvoorbeeld TT inclusief MTT en HC inclusief Reachstacker.
Toepasselijkheid voor medewerkers uit Functielijsten II en III:
Een medewerker kan in de 5% - regeling worden opgenomen, wanneer hij van een functie uit deze functielijsten een zodanig aantal taken beheerst, dat roulatie mogelijk is én wanneer de mogelijke taken passen dan wel nodig zijn binnen de actuele en geplande organisatie.
Medewerkers die meer dan 65% arbeidsgeschikt worden geoordeeld door UWV, blijven bij ECT in dienst, tenzij ECT gemotiveerd aantoont dat dat niet kan (ECT-CAO art. 55 lid 4.). Deze gedeeltelijk arbeidsgeschikte medewerkers vallen binnen de 5% - regeling.
Bijlage VI Richtlijnen die gelden bij de uitvoering van ziekteverzuimbegeleiding- en reïntegratietrajecten inzake Functielijst I-functies
Loondoorbetaling gedurende 104 weken termijn
Gedurende de uitvoering van het ziekteverzuimbegeleiding- en reïntegratietraject dient de loondoorbetalingtermijn van 104 weken volledig te worden doorlopen. Met andere woorden: het gaan uitvoeren van een andere passende functie door de medewerker dient gedurende de 104 weken termijn geen gevolgen te hebben voor de loonbetaling (conform Artikel 7:629 BW en Artikel 54 ECT-CAO).
Arbeidsongeschiktheid gedurende 104 weken termijn
Indien gedurende de 104 weken termijn de medewerker instemt met ander passend werk, dient de arbeidsongeschiktheid door te blijven lopen in afwachting van de WIA-keuring.
Functiewijziging
Besluitvorming over ander passend werk / functiewijziging vindt plaats op basis van een rapportage van een door de werkgever ingeschakelde arbeidsdeskundige.
De functiewijziging is in eerste instantie een reïntegratiemaatregel, geen definitieve functiewijziging
De functiewijziging dient in de eerste 104 weken geen definitieve status te
hebben. Na de WIA-keuring kan de functie definitief gewijzigd worden.
Functiewijziging en overwerk
Zodra gedurende de 104 weken termijn is vastgesteld welke functie (functieonderdelen) de medewerker gaat uitvoeren, wordt de medewerker in staat gesteld over te werken in deze functie (functieonderdelen).
WIA-keuring
In de meeste gevallen zal een afschatting plaatsvinden op basis van de feitelijke verdiencapaciteit (en niet op basis van geduide functies).
Dat biedt twee voordelen:
- het resultaat is voorspelbaar (en dus ook aanvaardbaar);
- er is een positief reïntegratieresultaat.
Voordelen voor ECT en de medewerker:
- Een afgeronde WIA-keuring biedt duidelijkheid over de feitelijke basisbelastbaarheid (los van toegenomen klachten);
- De medewerker krijgt daarbij de status van arbeidsgehandicapte (hetgeen
bij eventuele toekomstige sollicitaties als een voordeel “verkocht” kan worden);
- Ten slotte zorgt de bekendheid van de medewerker bij het UWV dat
“Amber-meldingen” ook als zodanig beoordeeld kunnen worden, compleet met een verkorte wachttijd.
Aanvullende opmerkingen:
Niet onbeperkt doorgaan met reïntegratie in de eigen functie
Als er sprake is van geregelde ziekmeldingen op basis van dezelfde ziekteoorzaak dient op enig moment door de bedrijfsarts de vraag te worden gesteld of de reïntegratie blijvend moet zijn gericht op het hervatten in de eigen functie of dat reïntegratie in een andere, al dan niet aangepaste functie dient plaats te vinden. Het bepalen van dit moment is lastig: wanneer meldt iemand zich “te veel“ ziek wegens dezelfde oorzaak? De vraag dient door de bedrijfsarts beoordeeld te worden aan de hand van het dossier.
Het toetsmoment
Een duidelijk toetsmoment is de beoordeling bij het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid. Dit zou op basis van de huidige wetgeving als standaard toetsmoment gehanteerd moeten worden. Dat gebeurt nu – voor zover dat kan worden beoordeeld na het bestuderen van één modeldossier - nog te weinig.
Echter, in de praktijk lijkt dit moment ongeschikt voor het beoordelen van de vraag of er sprake is van veelvuldige ziekmeldingen op basis van dezelfde ziekteoorzaak. Hierbij gaat het immers ook om situaties, dat het eerste jaar arbeidsongeschiktheid niet “vol” wordt gemaakt, maar waarbinnen er wel meerdere ziekmeldingen zijn geweest. In zoverre zou een termijn van drie of zes maanden gehanteerd kunnen worden, hetgeen dan ook in de overeenkomst met de arbo-dienst opgenomen dient te worden.
Ook zou bij de jaarlijkse beoordeling van het functioneren het arbeidsongeschiktheidspercentage ten opzichte van het aantal werkbare dagen een aanleiding kunnen vormen.
Tevens kan bij het opstellen van de probleemanalyse WIA -informatie vanuit de werkgever worden verstrekt over eerdere ziekmeldingen. Dat zal dan mede inhoud kunnen geven aan de beantwoording van de vraag of “het best haalbare resultaat bij reïntegratie”, te weten de hervatting in eigen functie, ook het optimale resultaat bij reïntegratie is.
Het verkrijgen van inzicht in zijn situatie bij de medewerker
Bedacht dient te worden dat te veel ziekmeldingen op basis van dezelfde klachten, op eenzelfde manier benaderd dienen te worden als onvoldoende functioneren, zij het dat er hier geen sprake is van verwijtbaarheid. Er dient bij voorkeur – let op: alleen als hiervoor in medische zin mogelijkheden aanwezig zijn - een verbetertraject te worden ingezet, bijvoorbeeld door het aanbieden van bedrijfs-fitness, “tiltraining”, een conditietest of iets dergelijks.
Let wel: het is de medewerker die bepaalt welke therapie hij volgt. De werkgever kan hierin geen voorschrift geven (op basis van het grondrecht op de onschendbaarheid van het eigen lichaam).
Een dergelijk aanbod werkt naar twee kanten: het zorgt hopelijk voor een vergroting c.q. stabilisering van de inzetmogelijkheden van de medewerker, anderzijds kan het voor hem of haar ook inzicht bieden in zijn functioneren, in de aanwezige beperkingen, zowel in het werk als in de privésituatie. Daarbij is van belang te constateren dat indien een medewerker geen inzicht heeft in zijn functioneren, een voorstel tot functiewijziging eerder tot verzet van een medewerker zal leiden.
Bijlage VII Vakbeweging en onderneming
• ECT zal de oprichting van ondernemingsafdelingen of ledengroepen van de werknemersorganisaties niet in de weg staan.
• Aan bezoldigde vakbondsvertegenwoordigers van de werknemersorganisaties zal gelegenheid worden gegeven hun functie in de onderneming uit te oefenen.
• ECT zal aan vakbondsvertegenwoordigers een ingerichte ruimte ter beschikking stellen voor het verrichten van hun werkzaamheden.
• ECT zal afsluitbare publicatieborden beschikbaar stellen voor de werknemersorganisaties voor gezamenlijk gebruik. De publicatieborden zijn uitsluitend bestemd voor officiële publicaties van de Vakbonden. Publicaties zullen van tevoren ter kennis van de directie van de onderneming worden gebracht.
In beginsel zal ECT voor vakbondsoverleg tussen de werknemersorganisaties en hun in de onderneming werkzame leden kantine- en ontspanningsruimte beschikbaar stellen. Dit overleg zal buiten werktijd plaatsvinden. In overleg met de betrokken werknemersorganisatie(s) zal daartoe een regeling worden getroffen. ECT behoudt het recht in ernstige conflictsituaties deze faciliteit in te trekken.
• Op verzoek van de bezoldigde vakbondsvertegenwoordigers kunnen deze zich bij de bespreking van een geschil met de werkgever laten vergezellen door één (of meer) ondernemingsafdelingslid(-leden) of bestuurslid(-leden) van de ledengroep, die in de onderneming werkzaam zijn.
Werkgeversbijdrage voor sociale doeleinden
Medewerkers werkzaam in de operationele sector
Over de periode van 1 april 2009 tot en met 30 september 2012 zal de werkgever per jaar een bijdrage van 0,3% van de loonsom van de onder de in deze CAO genoemde loon- en arbeidsvoorwaarden vallende medewerkers werkzaam in de operationele sector aan de werknemersorganisaties afdragen ten behoeve van scholings-, vormings- en voorlichtingsactiviteiten voor de medewerkers werkzaam in de operationele sector vallende onder deze CAO. De onderlinge verdeling van dit bedrag is een aangelegenheid van de werknemersorganisaties.
Xxxxxxxxxxx werkzaam in de beambte sector
Door de werkgever zal per georganiseerde medewerker werkzaam in de beambte sector vallende onder deze CAO aan de werknemersorganisaties € 45,-- per jaar worden afgedragen ten behoeve van scholings-, vormings- en voorlichtingsactiviteiten voor medewerkers werkzaam in de beambte sector vallende onder deze CAO.
De werknemersorganisaties zullen hiertoe aan de hand van een accountantsverklaring jaarlijks opgave doen van het aantal bij de werkgever in dienst zijnde leden (ledenbestand per 1 januari).
Werknemersorganisatiebijdrage aan organisatieverlof
De werkgever ontvangt voor een organisatieverlofdag een vergoeding van de betreffende werknemersorganisatie, welke deze organisatie bekostigt uit de werkgeversbijdrage van 0,3% van de loonsom ten behoeve van scholings-, vormings - en voorlichtingsactiviteiten. De vergoeding voor een organisatieverlofdag wordt jaarlijks centraal (werkgeversorganisatie en werknemersorganisaties) vastgesteld.
Werkgelegenheid / arbeidsplaatsen
• Halfjaarlijks zullen aan de Ondernemingsraad en de werkne- mersorganisaties gegevens worden verstrekt met betrekking tot de totale personeelsbezetting per functiegroep, vallende onder de CAO.
• Bij voorgenomen beslissingen, die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de werkgelegenheid, zullen de Ondernemingsraad en de werknemersorganisaties worden geïnformeerd. De informatie zal zo tijdig worden verstrekt, dat over de voorgenomen beslissingen daadwerkelijk overleg mogelijk is.
• Ten minste éénmaal per jaar zullen de werknemersorganisaties worden uitgenodigd voor een informatieve bespreking over de algemene situatie van de onderneming, alsmede over de vooruitzichten, met name op het gebied van de werkgelegenheid en de technologische ontwikkelingen in de onderneming. Van geval tot geval zal worden vastgesteld in hoeverre de te verstrekken informatie vertrouwelijk dient te blijven en zo ja, hoe lang.
Veilig werken
De werkgever levert een actieve bijdrage aan een veiligheidsplatform waarbij vertegenwoordigers van verschillende stuwadoorsbedrijven tweemaal per jaar met Vakbonden praten over veilig werken bij de bedrijven in de Rotterdamse haven.
Vakbondscontributie
De werkgever biedt de mogelijkheid tot het fiscaal vriendelijk verrekenen van de vakbondscontributie.
Bijlage VIII Geschillen
Minnelijke oplossing van geschillen
In geval van beweerde niet-nakoming van een verplichting voortvl oeiend uit of bij verschil van opvatting omtrent de uitlegging en/of vermeende niet juiste toepassing van enige bepaling in deze overeenkomst of daarbij behorende loon- en arbeidsvoorwaarden door één der partijen en/of door één of meer harer leden, geeft de klagende partij bij deze overeenkomst voor zichzelf of namens haar lid (leden), die zich over zo'n beweerde niet-nakoming, onjuiste uitlegging of vermeende niet juiste toepassing te beklagen heeft (hebben), schriftelijk kennis aan de wederpartij, tegen wie ofwel tegen welker lid (leden) de klacht gericht is. Partijen treden alsdan met elkaar in overleg, teneinde te trachten op deze wijze tot een minnelijke oplossing te geraken, welke indien deze wordt bereikt, ook bindend zal zijn.
Een feit dat een geschil tussen partijen oplevert, moet binnen één maand nadat het zich heeft voorgedaan of ter kennis van partijen is gebracht, op de hiervoor omschreven wijze aanhangig worden gemaakt, bij gebreke waarvan het feit niet meer aanleiding zal kunnen geven tot een klacht of vordering.
Bevoegde rechter
Indien na verloop van twee maanden na ontvangst van de schriftelijke klacht geen overeenstemming tussen partijen is verkregen, heeft de partij, welke de klacht aanhangig heeft gemaakt of welker lid de klacht aanhangig heeft doen maken, binnen één maand nadien het recht deze ter afdoening te brengen voor de bevoegde kantonrechter.
Bijlage IX ECT-Select
1. Door gebruik te maken van ECT-Select kan de medewerker onderdelen van het arbeidsvoorwaardenpakket tegen elkaar uitwisselen. Deelname aan ECT-Select is vrijwillig.
2. Iedere medewerker van ECT met een contract voor onbepaalde tijd waarbij de proeftijd is verstreken, kan deelnemen aan ECT-Select. Indien de arbeidsmarkt daartoe aanleiding geeft, is het mogelijk, dit ter bepaling door de werkgever, afspraken te maken over deelname van een medewerker met een contract voor bepaalde tijd met een tijdsduur van minimaal twee jaar nadat de proeftijd is verstreken.
3. Parttime medewerkers kunnen - onder de voorwaarden zoals onder sub 2 gesteld - deelnemen naar rato van het overeengekomen aantal contracturen. De medewerker die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO/WIA, wordt voor de toepassing van deze regeling voor het werkzame gedeelte aangemerkt als parttimer.
4. Jaarlijks - vóór 1 november van enig jaar - moet de medewerker schriftelijk zijn/haar keuze bekend maken. Hij / zij krijgt daartoe omstreeks oktober een formulier toegestuurd. Medewerkers die nieuw in dienst treden na 1 november van enig jaar en voldoen aan de voorwaarden genoemd onder sub 2 worden alsnog in de gelegenheid gesteld een keuze te maken.
5. De door de medewerker gemaakte keuze geldt voor de periode van 1 kalenderjaar, van 1 januari tot en met 31 december. Voor medewerkers die later in dienst treden dan per 1 januari en/of voor medewerkers voor wie de proeftijd op 1 januari nog niet is verstreken geldt de keuze, nadat de proeftijd is verstreken, voor het resterende deel van het kalenderjaar.
6. Tussentijdse herziening van de keuze is niet mogelijk, tenzij er sprake is van zeer bijzondere onvoorziene omstandigheden ("sociaal-medische indicatie"). In dat geval beslist het Hoofd P&O, na advies hierover te hebben ingewonnen bij BMW, of herziening is toegestaan.
7. De onder bronnen aangegeven arbeidsvoorwaarden kunnen selectief worden ingezet voor de onder doelen aangegeven arbeidsvoorwaarden.
8. De prijs voor het kopen van een dag bedraagt voor volcontinumedewerkers 5,5% van het reguliere schemamaandsalaris.
Berekeningswijze: (12 x schemamaandsalaris) / 218 werkbare dagen. De prijs voor het kopen van een dag bedraagt voor niet volcontinu- medewerkers 4,7% van het reguliere schemamaandsalaris.
Berekeningswijze: (12 x schemamaandsalaris) / (261-6) werkbare dagen.
NB:
De waarde van een correctiedag blijft - conform de CAO - 4,6% van het basismaandsalaris.
8. Elementen uit de bronnen worden zoveel mogelijk direct doorgeboekt naar de gekozen doelen. Indien dat niet mogelijk is, worden deze elementen (voor zover nodig) uitgedrukt in tijdseenheden en toegevoegd aan een zogenaamd rekening-courant-tijd-tegoed op naam van de medewerker.
10. Bij beëindiging van het dienstverband wordt het nog uitstaande tegoed, na verrekening met eventueel door de medewerker teveel genoten vakantie- en/of roostervrije dagen en/of vakantiegeld, uitbetaald op basis van het op moment van beëindiging van het dienstverband geldende salaris.
11. In het rekening-courant -tijd-tegoed kunnen maximaal 65 dagen worden gespaard voor ouderschaps verlof.
In het rekening-courant -tijd-tegoed kunnen maximaal 130 dagen worden gespaard voor sabbatical leave.
Indien - door omstandigheden - de gespaarde tijd niet kan worden gebruikt
voor het (de) bestemde doel(en), kan de medewerker het gespaarde tegoed aanwenden voor verbetering van de pensioenvoorziening.
BRONNEN
• Basismaandsalaris.
• Vakantietoeslag.
• Jubileumuitkering.
• Vakantiedagen, met een maximum van vijf per jaar voor de fulltime medewerker die niet werkzaam is in de volcontinudienst, waarbij het wettelijk minimum van 20 dagen niet mag worden aangetast.
• Vakantiedagen, met een maximum van vier dagen per jaar voor de fulltime volcontinumedewerker, waarbij het wettelijk minimum van 17 dagen niet mag worden aangetast.
• Correctiedagen (kantoordienst één, operationele dienst drie).
• Seniorendagen / langdurig dienstverband dagen.
• Tijd-voor-tijd tengevolge van gemaakt overwerk.
• ADV-dagen.
DOELEN
• Pensioen (respectievelijk verhogen uitkeringsniveau, vervroegen uittredingsdatum).
• Extra vakantiedagen, met een maximum van vijf per kalenderjaar, voor de full-time medewerker die niet in de volcontinudienst werkzaam is.
• Extra vakantiedagen, met een maximum van vier per kalenderjaar, voor de full-time medewerker in de volcontinudienst.
• De geldende spaarloonregeling.
• Eigen bijdrage kinderopvang.
• Betaald ouderschapsverlof gedurende maximaal de wettelijke termijn.
• Sabbatical leave.
• Tijdelijke vierdaagse werkweek.
• Premie autoverzekering.
• WGA-hiaatverzekering.
• Ziektekostenverzekeringspremie.
• ANW-verzekering.
• Levensloop.
SPELREGELS
A. Het kopen van extra vakantiedagen
De medewerkers in de volcontinudienst kunnen maximaal vier extra vakantiedagen per kalenderjaar kopen.
De medewerkers die niet werkzaam zijn in de volcontinudienst kunnen
maximaal vijf extra vakantiedagen per kalenderjaar kopen.
De extra vakantiedagen kunnen uitsluitend worden gekocht in het geval dat er op 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de keuze geldt niet meer dan in totaal tien dagen aan vrije tijd open staat.
Indien er minder dan tien dagen aan vrije tijd openstaat kunnen er extra vakantiedagen worden bijgekocht tot het eerder genoemde maximum van tien dagen is bereikt.
Vakantiedagen kunnen alleen worden gekocht door middel van aanwending van de geldbronnen basismaandsalaris, vakantietoeslag, jubileumuitkering.
B. Het besteden van vakantiedagen
Indien de medewerker de extra gekochte vakantiedagen wenst te gebruiken voor extra vakantie in het jaar waarvoor de keuze geldt, worden deze dagen toegevoegd aan zijn vakantiedagentegoed.
Indien de medewerker de gekochte vakantiedagen wenst te gebruiken voor het sparen ten behoeve van ouderschapsverlof, sabbatical leave of tijdelijk vier dagen werken, worden deze dagen - onder vermelding van de bestemming - geboekt naar zijn / haar rekening-courant-tijd-tegoed.
Indien het saldo aan vrije tijd voor een medewerker op 31 december van het jaar hoger is dan tien dagen, kan de medewerker het meerdere, met een maximum van tien dagen, aanwenden voor verbetering van het pensioen dan wel over laten boeken naar het rekening-courant -tijd-tegoed onder vermelding van het (de) doel(en).
C. Tijd-voor-tijd ten gevolge van gemaakt overwerk
De bron tijd-voor-tijd kan niet worden aangewend voor het kopen van extra vakantiedagen.
Met betrekking tot de besteding van tijd-voor-tijd wordt de medewerker slechts één keer per jaar vóór 1 november de keuzemogelijkheid geboden om tijd-voor-tijd voor het komende jaar - uitsluitend volledig - in te brengen.
D. Sabbatical leave
Tussen werkgever en medewerker dient - alvorens voor deze bestemming gespaard kan worden - van tevoren overeenstemming te bestaan over de vraag of de medewerker gebruik kan maken van de mogelijkheid om met Sabbatical leave te gaan.
De werkgever behoudt te allen tijde de vrijheid de aanvraag al dan niet te honoreren.
Gedurende het Sabbatical leave mag de medewerker geen arbeid verrichten als gevolg van een ter zake afgesloten (arbeids)overeenkomst.
Het Sabbatical leave mag maximaal zes maanden duren.
E. Ouderschapsverlof
Ten behoeve van ouderschapsverlof mogen maximaal 65 dagen worden gespaard.
F. Sparen voor een tijdelijke vierdaagse werkweek
Tussen werkgever en medewerker dient - alvorens voor deze bestemming gespaard kan worden - tevoren overeenstemming te bestaan over de vraag of de medewerker gebruik kan maken van de mogelijkheid om tijdelijk in een vierdaagse werkweek te gaan werken.
De werkgever behoudt te allen tijde de vrijheid de aanvraag al dan niet te honoreren.
G. Levensloop
Indien de medewerker gebruik wil maken van de wettelijk geregelde levensloopregeling is het Reglement Levensloopregeling van toepassing, dat door de werkgever en de medewerker dient te worden ondertekend.
Tijdens de verlofperiode worden medewerkers in de gelegenheid gesteld om op vrijwillige basis, voor eigen rekening, hun pensioenopbouw (geheel of gedeeltelijk) voort te zetten. De verzekering van het nabestaandenpensioen uit hoofde van de toepasselijke pensioenregeling wordt tijdens de verlofperiode voortgezet voor rekening van de werkgever.
H. Overig
• Met betrekking tot de keuzemogelijkheden geldt het voorbehoud dat deze niet in strijd mogen zijn met (toekomstige) wettelijke bepalingen of regelgeving. Deelname aan ECT-Select kan voor de medewerker gevolgen hebben op onder meer fiscaal gebied. Deze gevolgen kunnen voor de medewerker zowel voordelig als nadelig uitpakken. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor deze gevolgen en draagt het risico daarvan. ECT compenseert nadelige gevolgen niet. De medewerker draagt zelf het risico van veranderingen in fiscale wetgeving en regels.
• Er kunnen problemen ontstaan indien derdenbeslag wordt gelegd op het loon van de medewerker die gebruik maakt van ECT-Select. De financiële consequenties van het derdenbeslag, die samenhangen met ECT-Select, komen dan ook voor rekening en risico van de medewerker. Indien nodig zal de reeds gemaakte keuze met directe ingang ongedaan worden gemaakt. Het basispakket arbeidsvoorwaarden vindt in ieder geval toepassing met ingang van de eerstvolgende keuzeronde totdat het derdenbeslag is opgeheven.
Gerelateerd aan de verschillende doelen zijn hieronder de daarvoor toegestane inzetbare bronnen weergegeven.
A. Doel: Pensioen (verhogen uitkeringsniveau, vervroegen uittredingsdatum)
Inzetbare bronnen
1. Jubileumuitkering.
2. Vakantiedagen.
3. Correctiedagen.
4. Seniorendagen / langdurig dienstverband dagen.
5. Tijd-voor-tijd ten gevolge van gemaakt overwerk.
6. ADV-dagen.
B. Doel: Ouderschapsverlof
Inzetbare bronnen
1. Vakantiedagen.
2. Correctiedagen.
3. Seniorendagen / langdurig dienstverband dagen.
4. Tijd-voor-tijd ten gevolge van gemaakt overwerk.
5. ADV-dagen.
C. Doel: Sabbatical Leave
Inzetbare bronnen
1. Vakantiedagen.
2. Correctiedagen.
3. Seniorendagen / langdurig dienstverband dagen.
4. Tijd-voor-tijd ten gevolge van gemaakt overwerk.
5. ADV-dagen.
D. Doel: Sparen voor tijdelijke 4-daagse werkweek
Inzetbare bronnen
1. Vakantiedagen.
2. Correctiedagen.
3. Seniorendagen / langdurig dienstverband dagen.
4. Tijd-voor-tijd ten gevolge van gemaakt overwerk.
5. ADV-dagen.
E. Doelen: Spaarloon
Inzetbare bronnen
1. Basismaandsalaris.
2. Vakantietoeslag.
3. Jubileumuitkering.
4. Correctiedagen.
F. Doelen: Verzekeringen, Eigen bijdrage kinderopvang
Inzetbare bron
1. Basismaandsalaris.
G. Doel: Extra vakantiedagen kopen
Inzetbare bronnen
1. Basismaandsalaris.
2. Vakantietoeslag.
3. Jubileumuitkering.
H. Doel: Levensloop
Inzetbare bron
1. Inhouding op bruto loon conform artikel 4 van het Reglement Levensloopregeling.