MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
I-SZW Nr. 8215
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 9-2-1995, nr. 29
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE TEXTIELINDUSTRIE
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van de Vakraad voor de Textielindustrie namens de Nederlandse Vereniging van Werkgevers in de Textielindustrie, de Ver- eniging van Confectie- en Tricotageondernemingen Fenecon en de Alge- mene Werkgevers-Vereniging als gemachtigde voor de bij deze vereni- gingen aangesloten textielondernemingen als partijen te ener zijde mede namens de Industriebond FNV, de Industrie- en Voedingsbond CNV, de Unie BLHP, vakbond voor administratief, technisch en commercieel per- soneel en de Vereniging Hoger Personeel Nederlandse Textielindustrie als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Textielindustrie, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant; dat naar aanleiding van dit ver- zoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Gezien het advies van de Stichting van de Arbeid;
Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, ’s-Gravenhage 1995
51W419682 1
Besluit:
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 30 juni 1996 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Textielin- dustrie, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald:
HOOFDSTUK 1
BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1
Werkingssfeer
Onder Textielindustrie moet worden verstaan:
In Nederland gevestigde ondernemingen of gedeelten van ondernemin- gen waarin op fabrieksmatige wijze e´e´n of meer der navolgende activi- teiten wordt uitgeoefend:
a. het spinnen van garens uit katoen, vlas, wol, bastvezel, en andere stapelvezels of mengsels van deze grondstoffen;
b. het vervaardigen van weefsels uit garens van katoen, vlas, wol, bast- vezel, papier, geheel of gedeeltelijk synthetische of kunstmatige vezels of mengsels van deze grondstoffen;
c. het vervaardigen van brei- of tricotgoederen;
d. het vervaardigen van kousen of sokken;
e. het weven of vlechten van band, lint of veters;
f. het vervaardigen van dekens, van vloerbedekking en van andere woningtextiel, door middel van weven, knopen, vlechten, tuften, breien, (naald)-viltproce´de´s en dergelijke;
g. het vervaardigen van non-woven textielprodukten;
h. het effilocheren van lompen en afvallen;
i. het bewerken van kapok;
j. het verwerken van dierlijk haar tot garens, weefsels of vilt;
x. het vervaardigen van touw of netten;
l. het veredelen van grondstoffen, halffabrikaten en eindprodukten als genoemd onder a t/m k met inbegrip van geheel of gedeeltelijk syn- thetische of kunstmatige vezels en van niet gesponnen garens;
m. het bewerken, vervaardigen of veredelen van grondstoffen, halffabri- katen of eindprodukten op andere wijze dan vermeld onder a t/m l, doch daaraan verwant door overeenkomst in de methode,
met uitzondering van de N.V. Xxxxxx xx Xxxxxxx (Nederland) en van de ondernemingen van de B.V. Enka Glanzstoff.
2
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 2
Definities
In deze Collectieve Arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:
3. Werkgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon, die in zijn onderne- ming of afdeling(en) van zijn onderneming het Textielbedrijf uitoe- fent, of anderszins aan de bepalingen van deze overeenkomst is gebonden.
4. Werknemer:
a. ieder, in dienst van de werkgever, met uitzondering van bestuur- ders van de onderneming en functionarissen, die rechtstreeks bij het bepalen van het ondernemingsbeleid zijn betrokken, alsmede met uitzondering van scholieren, vakantiewerkers en stagiaires.
b. de thuiswerker of de thuiswerkster, die als regel met niet meer dan 2 vreemde hulpen werkt en die een funktie vervult overeen- komstig een van de in bijlage I vermelde funktieomschrijvingen of daarmee in zwaarte vergelijkbare werkzaamheden verricht, indien en voorzover hij/zij gewoon is:
I. al het aangeboden werk mits het passende arbeid is dat bin- nen de wettelijke werkweek door de thuiswerk(st)er kan wor- den verricht, te aanvaarden. Deze werkweek kan met weder- zijds goedvinden korter gesteld worden dan de wettelijke, echter niet korter dan de helft van de normale arbeidsduur van 38 uur per week;
II. al het aangeboden werk binnen een door de werkgever naar redelijkheid – dit is met inachtneming van de wettelijke arbeidstijden en de mogelijkheden van de thuiswerk(st)er – te bepalen termijn af te leveren;
III. het werk, xxxxxxx in hoofdzaak, persoonlijk te verrichten, naar de door of namens de werkgever te geven aanwijzingen;
IV. zich te houden aan de met de werkgever overeengekomen vakantieperiode, waarmede vrijaf nemen buiten de vakantie- periode niet overeen te brengen is;
V. meer dan 40% van het wettelijk minimumloon te verdienen en uit dien hoofde onder de sociale verzekeringswetten te val- len.
5. Handelsvertegenwoordigers: ieder die in dienst van de werkgever in hoofdzaak en regelmatig bemiddeling verleent bij het totstandkomen van bepaalde overeenkomsten tussen personen, die hij daartoe pleegt te bezoeken en de werkgever, mits hij als zodanig is aangesteld, waarvan schriftelijk blijk is gegeven.
De artikelen 19,20,21,27,28,29,31 en 32 zijn op deze werknemers niet van toepassing.
3
NB.: Bij deze bepaling wordt uitgegaan van de handelsreiziger zoals aangegeven in het Wetboek van Koophandel.
6. Stagiair(e)s: iedere persoon die in het kader van het volgen van een opleiding elders, gedurende een bepaalde periode praktische ervaring in een onderneming opdoet.
7. Week: een tijdvak van 7 maal 24 uur, welke aanvangt bij de eerste dienst die grotendeels of geheel op maandag valt.
8. Betalingsperiode: een kalendermaand of een periode van 4 weken.
9. Schaalsalaris: de beloning geldend voor een betalingsperiode, zoals vermeld in bijlage II, dan wel het overeengekomen salaris.
10. Oververdienste: het bedrag, dat voortvloeit uit een eventueel in de onderneming toegepaste premie/tarief/meritregeling.
11. Salaris: het schaalsalaris vermeerderd met een eventuele over- verdienste.
12. Periode-inkomen: het salaris vermeerderd met een eventuele per- soonlijke toeslag, ploegentoeslag en een beloning voor overwerk.
13. Dienstrooster: een werktijdregeling die aangeeft op welke tijdstippen (groepen van) werknemers hun werkzaamheden aanvangen, onder- breken en deze bee¨indigen.
14. Dienst: de volgens het geldende dienstrooster voor de werknemer per etmaal aangegeven werktijd.
15. Functievolwassen leeftijd: de leeftijd waarop in de betreffende functiegroep tenminste het schaalsalaris bij 0 functiejaren moet wor- den gegeven.
16. Vakraad: de Stichting ,,Vakraad voor de Textielindustrie’’, opgericht bij akte d.d. 14 mei 1946 en gevestigd te Tilburg.
17. Ondernemingsraad: de ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden.
18. Ondernemingscommissie: de personeelsvertegenwoordiging in on- dernemingen met in de regel minder dan 35 werknemers.
19. B.W.: Burgerlijk Wetboek.
20. Uurloon: voor de toepassing van deze CAO wordt bij een volledige dienstbetrekking, onder uurloon verstaan: 1/165 van het maandsala- ris respectievelijk 1/152 van het vierweken salaris.
4
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK II
VERPLICHTINGEN
HOOFDSTUK IIB
BIJZONDERE VERPLICHTINGEN VAN PARTIJEN
Artikel 4
Beroepsopleiding, Scholing en Vorming
1. De ondernemingen zijn verantwoordelijk voor het op peil houden en/of brengen van de vakbekwaamheid van al hun medewerkers en zullen jaarlijks tenminste 2% van de loonsom zijnde het totale bru- toloon Sociale Verzekeringen (niet gemaximeerd), besteden aan de hiervoor noodzakelijke scholing en opleiding.
3. a. Met name moeten de werkgevers de in hun onderneming werk- zaam zijnde werknemers beneden 18 jaar, voorzover deze niet vallen onder de verplichting als bedoeld in artikel 4C van de Leerplichtwet 1969 (Partie¨le Leerplicht) en voorzover het bedrijfsbelang zich daartegen niet verzet, in de gelegenheid stel- len aan het vormingswerk deel te nemen gedurende maximaal een hele of twee halve dagen per week, zulks met behoud van periode-inkomen.
b. Voor een werknemer, die partieel leerplichtig is, geldt dat de in de CAO vastgestelde normale arbeidsduur wordt verminderd naar evenredigheid met het aantal dagen, waarop de werknemer aan de leerplicht is onderworpen.
Over de dagen, waarop een werknemer ter vervulling van zijn wettelijke leerplicht een onderwijsinstelling moet bezoeken is geen periode-inkomen verschuldigd.
Het periode-inkomen wordt naar evenredigheid met de voor hem geldende arbeidstijd berekend.
Op de dag waarop een werknemer een onderwijsinstelling be- zoekt of zou hebben moeten bezoeken of van die instelling vakantie geniet, kan hij niet verplicht worden in de onderneming werkzaam te zijn.
Xxxxxxx een werknemer vrijwillig arbeid verricht op genoemde dagen, waarop hij de onderwijsinstelling niet behoeft te bezoe- ken, zal hij daarvoor het normale voor een dag geldende periode- inkomen ontvangen (zonder overwerktoeslag).
5
Pas als de voor die dag in de onderneming volgens dienstrooster geldende arbeidstijd wordt overschreden, gaat de dan geldende overwerktoeslag in.
Artikel 6
Pensioenvoorzieningen
2. Indien werknemers gebruik maken van de wettelijke regeling inzake ouderschapsverlof, evenals van de zogenaamde 32-uursregeling – zie artikel 40 – zal de opbouw van pensioenrechten niet worden aange- tast, onder voorwaarde dat de premiebetaling wordt voortgezet op basis van het inkomen en de premieverdeling zoals deze direct voor- afgaande aan het ouderschapsverlof c.q. 32-uursregeling gold.
HOOFDSTUK IIC
ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE WERKNEMER
Artikel 7
Verplichtingen van de werknemer
1. De werknemer is gehouden de belangen van de onderneming van de werkgever als een goed werknemer te behartigen, ook indien geen uitdrukkelijke opdracht daartoe is gegeven.
2. De werknemer is gehouden alle hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden, voorzover deze redelijkerwijze van hem kunnen worden verlangd, en voorzover verband houdend met de werkzaamheden in de onderneming, zo goed mogelijk uit te voeren en daarbij alle verstrekte aanwijzingen en voorschriften in acht te nemen.
3. De werknemer is gehouden, voor wat zijn dienst- en rusttijd betreft, de bepalingen van de op de daarvoor bestemde plaatsen in de onder- neming van de werkgever aanwezige arbeidslijst resp. vergunning in acht te nemen.
4. De werknemer is gehouden ook buiten de op de arbeidslijst aange- geven uren arbeid te verrichten, voorzover de werkgever de desbe- treffende wettelijke voorschriften en de bepalingen van deze Collec- tieve Arbeidsovereenkomst in acht neemt.
5. De werknemer is gehouden zich te gedragen naar een eventueel gel- dend bedrijfsreglement en/of eventueel andere in de onderneming geldende regels.
6
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
6. Werknemers van 55 jaar en ouder zijn niet verplicht overwerk te ver- richten.
8. De werknemer is gehouden geheimhouding te betrachten tegenover eenieder van feiten en bijzonderheden, waarvan hij uit hoofde van zijn dienstbetrekking kennis draagt en waarvan hij redelijkerwijze geacht kan worden te begrijpen dat deze als geheim dienen te wor- den beschouwd.
10. De werknemer is gehouden een individuele arbeidsovereenkomst te tekenen.
HOOFDSTUK IID
ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVER
Artikel 8
Algemene verplichtingen van de werkgever
2. De werkgever is gehouden geen werknemers in dienst te nemen op voorwaarden die in strijd zijn met het in deze overeenkomst be- paalde.
3. De werkgever zal met iedere werknemer die in dienst treedt schrif- telijk een individuele arbeidsovereenkomst aangaan het eventueel geldende bedrijfsreglement.
4. De werkgever stelt aan nieuw in dienst tredende werknemers een exemplaar van het pensioenreglement en/of van de regeling der Ziektekostenverzekering, een en ander indien van toepassing.
5. De werknemers moeten uiterlijk op de laatste dag van elke betalings- periode over hun periode-inkomen, danwel het overeengekomen voorschot daarop, kunnen beschikken.
7
HOOFDSTUK IIE
BIJZONDERE VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVER
Artikel 9
Ziektekostenverzekering
1. De werkgever vergoedt aan de werknemer, die niet verplicht verze- kerd is krachtens de Ziekenfondswet, maar wel verzekerd is tegen ziektekosten onder voorwaarden die tenminste voldoen aan het in lid 2 aangegeven standaardpakket, 60% van de door de werknemer te betalen premie voor een ziektekostenverzekering in de laagste klasse.
2. Onder standaard ziektekostenverzekering wordt verstaan:
de verzekering van de werknemer en zijn gezin omvattende de kos- ten van:
– verpleging tijdens het verblijf van langer dan 24 uur in een zie- kenhuis of een sanatorium, alsmede de tijdens dat verblijf ver- schuldigde kosten van de klinische (operatieve en niet-operatieve) specialistische hulp en de zogenaamde bijkomende kosten;
– ziekenvervoer naar en van een ziekenhuis, sanatorium of psy- chiatrische inrichting;
– ambulante (niet-klinische of poliklinische) specialistische hulp en de tijdens deze specialistische behandeling verschuldigde bijko- mende kosten;
een en ander onder de gebruikelijke door de ziektekosten- verzekeraars gestelde voorwaarden en met de door hen gebruike- lijk gestelde maxima, beperkingen en uitbreidingen.
Artikel 10
Uitkering bij overlijden
1. Indien een werknemer overlijdt, zal aan de rechthebbende(n) een overlijdensuitkering worden verstrekt, gelijk aan het bedrag van het de werknemer laatstelijk rechtens toekomend periode-inkomen over het resterende deel van de kalendermaand waarin het overlijden plaatsvond plus de twee daarop volgende kalendermaanden.
2. Op het sub 1 bedoelde bedrag wordt door de werkgever in minde- ring gebracht, hetgeen de rechthebbende(n) terzake van het overlij- den van de werknemer toekomt ingevolge de Ziektewet, de Alge- mene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de Arbeids- ongeschiktheidsverzekering en eventueel de WAO-aanvullende ar- beidsongeschiktheidsverzekering als bedoeld in de CAO-SAVAT. Tevens wordt in mindering gebracht hetgeen uit hoofde van het sub 4 bedoelde Besluit aan rechthebbende(n) wordt toegekend.
8
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. Voor het begrip rechthebbende(n) zoals bedoeld in lid 1 en 2 wordt verwezen naar de definitie van het sub 4 van dit artikel bedoelde besluit.
4. Voor de afstemming van overlijdensuitkeringen op de bepalingen in de CAO voor de Textielindustrie is door het bestuur van de bedrijfs- verenigingen een afzonderlijk Besluit vastgesteld, waarvan de tekst in deze CAO als bijlage V is opgenomen.
Artikel 11
Overleg op ondernemingsniveau
1. De werkgever zal desgewenst de vakverenigingen eenmaal per jaar informatie verstrekken over de ontwikkeling en de vooruitzichten van de werkgelegenheid in de onderneming en daaraan een bespre- king wijden. Naar aanleiding hiervan kunnen de werkgever en de vakverenigingen afspraken maken, die betrekking hebben op kwan- titatieve en/of kwalitatieve aspecten van de werkgelegenheid. Hierbij zullen tevens die plannen – waaronder die op het terrein van de automatisering – worden betrokken die in voorbereiding zijn en die bij realisering ingrijpende gevolgen voor de werkgelegenheid van de betrokken onderneming hebben, een en ander onverlet de taak en de bevoegdheden van de ondernemingsraad.
2. De werkgever die plannen voorbereidt, welke een belangrijke gun- stige of nadelige invloed op de werkgelegenheid in kwantitatieve en/of kwalitatieve zin kunnen hebben, zal daarover zo spoedig moge- lijk zowel met de ondernemingsraad als met de vakverenigingen overleg plegen. De werkgever zal daarbij tevens inzicht geven in de overwegingen, die aan de voorgenomen plannen ten grondslag lig- gen.
3. Ingeval de realisering van de in lid 2 bedoelde plannen tot vermin- dering van het aantal arbeidsplaatsen zal leiden, zullen de plannen na overleg met de ondernemingsraad en de vakverenigingen worden verwezenlijkt zonder gedwongen collectieve ontslagen, tenzij bijzon- dere omstandigheden zoals bijv. het in gevaar komen van het voort- bestaan van de onderneming hiertoe noodzaken.
4. Op een werkgever die overweegt een fusie aan te gaan, rust de ver- plichting met de vakverenigingen overleg te plegen en is het be- paalde in de overige leden van dit artikel eveneens van toepassing.
9
5. In de in lid 3 bedoelde situatie zal de werkgever trachten de con- tinu¨ıteit van de bestaande arbeidsverhoudingen zoveel mogelijk te waarborgen door aanbieding van vervangende werkgelegenheid bin- nen de onderneming resp. het concern.
De werknemer zal hieraan in alle redelijkheid zijn medewerking ver- lenen.
6. Indien de in lid 2 bedoelde plannen – al dan niet met gedwongen collectieve ontslagen – kunnen worden uitgevoerd, zal de werkgever in overleg met de vakverenigingen en de werkgeversorganisatie een sociaal plan opstellen, waarin wordt aangegeven met welke belangen van de betrokken werknemers in het bijzonder rekening dient te wor- den gehouden en welke voorzieningen in verband daarmede kunnen worden getroffen.
7. Indien de in vorige leden bedoelde gevolgen inhouden collectief ont- slag en/of overplaatsing van hetzij 10% of meer van het personeel, met een minimum van 10 werknemers, hetzij minstens 25 werkne- mers, ongeacht welk percentage dit uitmaakt van de totale perso- neelsbezetting, dan geldt t.a.v. de werknemers van 25 jaar en ouder, doch niet ouder dan 65 jaar die door zulke maatregelen worden getroffen, de navolgende minimum garantieregeling:
a. Xxxxx de betrokken werknemer ontslagen, dan wordt boven het periode-inkomen over de volgens de wettelijke bepalingen door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijn een schade- loosstelling betaald, uitgedrukt in weken gemiddeld verdiend periode-inkomen op de volgende voet:
Bij een leeftijd van
en een dienstverband in jaren van
1 t/m
9
10 t/m
14
15 t/m
19
20 t/m
24
25 t/m
29
30 en meer
bedraagt de schadeloosstelling een aantal weken gemid- deld periode-inkomen van:
25 t/m 39 jaar | 0,5 | 1 | 1,5 | 2 | 2,5 | – |
40 t/m 44 jaar | 1 | 1,5 | 2 | 2,5 | 3 | 5 |
45 t/m 49 jaar | 1,5 | 2 | 2,5 | 3 | 5 | 7 |
50 t/m 54 jaar | 2 | 2,5 | 3 | 5 | 7 | 9 |
55 t/m 59 jaar | 2,5 | 3 | 5 | 7 | 9 | 11 |
60 t/m 64 jaar | 3 | 5 | 7 | 9 | 11 | 13 |
Deze schadeloosstelling kan worden vervangen door een inkomensgarantie ter hoogte van het bedrag der schadeloosstel- ling.
Indien een betrokken werknemer, aan wie ontslag is aangezegd, met instemming van de werkgever de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijn niet volledig uitdient, krijgt hij,
10
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
boven de hiervoor genoemde schadeloosstelling, resp. inkomens- garantie de helft van deze niet uitgediende opzeggingstermijn in geld uitbetaald.
b. Xxxxx de betrokken werknemer niet ontslagen, doch wordt het dienstverband in dezelfde onderneming of bij hetzelfde concern gehandhaafd onder terugplaatsing in een functie, waarvoor een lager schaalsalaris geldt, dan de betrokken werknemer in zijn oorspronkelijke functie genoot, dan wordt gedurende een pe- riode, gelijk aan de opzeggingstermijn, die door de werkgever bij ontslag in acht genomen had moeten worden en vermeerderd met het aantal weken, voortvloeiende uit de onder a opgenomen tabel, aan de betrokken werknemer een zodanige inkomensgarantie gegeven, dat de werknemer geen uit de overplaatsing voort- vloeiend geldelijk nadeel ondervindt.
Betreft het een werknemer van 55 jaar of ouder, doch nog geen 60 jaar oud, die 10 jaar of langer in dienst van dezelfde onder- neming of hetzelfde concern is, dan wordt de bedoelde inkomens- garantie volledig gegeven gedurende een periode van 12 maan- den, terwijl de werkgever gerechtigd is na deze periode van 12 maanden het verschil tussen het oude inkomen en het inkomen, dat resulteert uit de functie, waarin de betrokken werknemer is overgeplaatst, in een tijdverloop van 6 maanden af te bouwen, in dier voege dat van dit verschil nog wordt gecompenseerd:
– 75% gedurende 2 maanden
– 50% gedurende 2 maanden, en tenslotte
– 25% gedurende 2 maanden.
Voor een werknemer van 60 jaar en ouder, geldt dat deze geen geldelijk nadeel zal ondervinden van de in dit artikel bedoelde maatregelen, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 39, lid 4 van overeenkomstige toepassing is.
8. De in lid 7 omschreven garantieregeling is niet van toepassing:
a. ten aanzien van werknemers die worden ontslagen omdat zij een andere passende vrijwel gelijkwaardige functie in dezelfde on- derneming of bij hetzelfde concern niet willen accepteren;
b. ten aanzien van werknemers, aan wie onder vigeur van een andere regeling een garantie tot doorbetaling van het oude inko- men is gegeven (bijv. ingevolge toepassing van artikel 39 van de CAO, of van een nonactiviteitsregeling).
11
Artikel 12
Inschakeling organisatiebureau
De werkgever zal, alvorens een definitieve opdracht te verlenen aan een organisatiebureau om een onderzoek in te stellen met betrekking tot de organisatie van de onderneming, waarbij sociale belangen van de werk- nemers in het geding zijn, advies inwinnen van de ondernemingsraad over opzet en probleemstelling van het onderzoek en de vakverenigin- gen inlichten, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich hiertegen ver- zetten.
De procedure met betrekking tot de uitvoering van en de wijze van infor- matie aan het personeel over het onderzoek vormt een punt van overleg in de ondernemingsraad.
Artikel 13
Arbeidsvoorziening
1. Uitsluitend in geval door het GAB is vastgesteld, dat de normale ver- vulling van vacatures niet kan worden gerealiseerd, kan de werkge- ver, met inachtneming van de ter zake geldende wettelijke voor- schriften, ingeleende arbeidskrachten te werk stellen.
De werkgever zal het gebruik van ingeleende arbeidskrachten tot een minimum beperken. De werkgever die ingeleende arbeidskrachten tewerkstelt, zal dit desgevraagd aan de Vakraad mededelen.
2. De werkgever zal in samenwerking met de ondernemingsraad een actief beleid voeren teneinde moeilijk plaatsbare personen te werk te stellen en waar nodig en mogelijk met de ondernemingsraad voor- zieningen treffen.
3. Bij het ontstaan van vacatures zal de werkgever de werknemers in de eigen onderneming bij voorrang in de gelegenheid stellen hiernaar te solliciteren, zulks onverlet de mogelijkheid om gelijktijdig tot een wervingsprocedure buiten de onderneming over te gaan.
In dit kader wordt tevens verwezen naar het werkgelegenheidsplan Textielindustrie opgenomen in bijlage VIII.
4. De werkgever zal, teneinde de inzichtelijkheid van de arbeidsmarkt te bevorderen, alle daarvoor relevante vacatures, die niet door interne overplaatsing vervuld kunnen worden, melden aan het desbetref- fende Gewestelijk Arbeidsbureau, resp. afmelden.
12
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 14
Veiligheid
De werkgever zal alle maatregelen nemen, welke nodig zijn voor de vei- ligheid in zijn onderneming.
Ter bevordering van deze veiligheid en mede ter uitvoering van de wet- telijke voorschriften terzake zal de werkgever waar nodig regelingen opstellen, welke door de werknemer dienen te worden nageleefd.
De instemming van de ondernemingsraad is hierbij vereist.
De werkgever zal de betrokken werknemers informatie verstrekken over grondstoffen die op kortere of langere termijn gevaren kunnen opleve- ren voor de gezondheid.
Bij dreigende calamiteiten, die een acuut gevaar voor veiligheid en gezondheid van de werknemer opleveren, heeft de werknemer het recht zijn werkzaamheden op te schorten en de plicht zijn chef te waarschu- wen, welke zal bepalen of de situatie van dien aard is dat eerst de nodige voorzieningen dienen te worden getroffen alvorens de werkzaamheden kunnen worden hervat.
Artikel 15
Sociaal Beleid
1. Ter bevordering van het overleg over het sociaal beleid zal de werk- gever in een onderneming, waar de Wet op de Ondernemingsraden van toepassing is, tenminste eenmaal per jaar aan de ondernemings- raad feitelijke gegevens verstrekken, waaruit blijkt het algemeen beleid ten aanzien van aanstelling, beloning, opleiding, promotie, werkoverleg en ontslag. De werkgever zal deze gegevens op aan- vraag tevens aan ieder personeelslid ter beschikking stellen, alsmede aan de vakbonden verstrekken.
2. Deze feitelijke gegevens zullen o.a. betrekking hebben op:
a. de indeling van de werknemers in functiegroepen en de voor deze groepen geldende beloningsmaatstaven;
b. de soorten opleidingen en de aantallen deelnemers aan de oplei- dingen naar functiegroepen, leeftijden en bedrijfsafdelingen;
c. de interne verschuivingen en promoties resp. de aantallen ontsla- gen naar functiegroep;
d. de omvang en de inhoud van het werkoverleg in de afdelingen waar dit is ingevoerd.
3. De werkgever zal, daar waar een sociaal verslag wordt opgesteld, dit
13
tenminste een maand voor de bespreking in de ondernemingsraad ter visie van het personeel leggen dan wel op aanvraag aan ieder perso- neelslid ter beschikking stellen.
Dit verslag zal tevens aan de vakbonden worden verstrekt.
HOOFDSTUK III
INDIENSTNEMING EN ONTSLAG
Artikel 17
Indienstneming
1. Bij het aangaan van een dienstverband geldt wederzijds een proeftijd van 2 maanden, tenzij schriftelijk een kortere of geen proeftijd wordt overeengekomen.
2. De tussen werkgever en werknemer gesloten arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk vastgelegd.
Hierin dienen tenminste de punten te worden opgenomen zoals in het in bijlage III aangegeven voorbeeld.
3. A. Onverminderd het hiervoor bepaalde wordt het dienstverband aangegaan:
a. hetzij voor onbepaalde tijd;
b. hetzij voor een bepaalde tijdsduur;
c. hetzij voor het verrichten van een bepaald karwei.
B. Indien een werknemer met een dienstverband als bedoeld sub b of c langer dan e´e´n jaar in dienst is geweest, wordt hij geacht voor onbepaalde tijd in dienst te zijn, tenzij het een dienstverband betreft dat ingevolge een internationale overeenkomst is aange- gaan voor bepaalde tijd. Voor de berekening van de duur van het dienstverband is het bepaalde in artikel 1639k BW van toepas- sing.
C. In afwijking van het bepaalde in lid 3, B kan de werkgever in geval van langdurige ziekte een werknemer voor maximaal 2 jaar aanstellen, uitsluitend in de functie van de zieke werknemer.
4. Uitsluitend wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden de werknemers persoonlijk betreffende, worden schriftelijk bevestigd.
14
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 18
Ontslag
1. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een drin- gende reden in de zin van de artikelen 1639p en 1639q BW en behoudens tijdens of bij het eindigen van de proeftijd als bedoeld in artikel 17, lid 1 in welke gevallen het dienstverband wederzijds onmiddellijk kan worden bee¨indigd, neemt de dienstbetrekking een einde:
– Voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst.
1. a. Door opzegging door de werkgever met een termijn van tenminste zoveel weken als de dienstbetrekking na de 21-jarige leeftijd van de werknemer gehele jaren heeft geduurd tot een maximum van 13 weken; deze termijn wordt voor de werknemers ouder dan 45 jaar doch jonger dan 65 jaar verlengd voor elk vol jaar dienstverband na de 45ste verjaardag met e´e´n week, voor welke verlenging eveneens een maximum geldt van 13 weken;
b. Door opzegging door de werknemer met een termijn van tenminste zoveel weken als de dienstbetrekking na de 21-jarige leeftijd tijdvakken van 2 gehele jaren heeft ge- duurd tot een maximum van 6 weken.
2. Voor beide partijen zal de termijn van opzegging na de proef- tijd nooit minder dan een betalingsperiode bedragen.
3. Opzegging dient als regel zodanig te geschieden dat het einde van het dienstverband samenvalt met het einde van de betalingsperioden.
In afwijking van deze regel kan de opzeggingstermijn ook ingaan met ingang van de betalingsperiode volgend op de betalingsperiode, waarin is opgezegd.
De methode, die in de onderneming wordt toegepast, wordt bepaald door hetgeen in voorgaande jaren het bestendig ge- bruik is geweest.
4. Bij schriftelijke overeenkomst kan tussen werkgever en werk- nemer een langere wederzijdse opzeggingstermijn worden overeengekomen tot een maximum van 6 maanden.
5. Het dienstverband eindigt zonder dat enige opzegging vereist is met ingang van de maand, waarin de werknemer de 65- jarige leeftijd bereikt.
– Voor werknemers voor een bepaalde tijdsduur in dienst.
Op de laatste dag van het tijdvak genoemd in de individuele arbeidsovereenkomst, tenzij het bepaalde in lid 3B en 3C van artikel 17 van toepassing is.
15
– Voor werknemers in dienst voor het verrichten van een bepaald karwei.
Bij het bee¨indigen van het karwei waarvoor de werknemer is aangenomen, tenzij het bepaalde in lid 3B van artikel 17 van toe- passing is.
2. a. Het bepaalde in het 3e lid van artikel 1639f BW is niet van toe- passing (opzeggingsvereisten voortgezette dienstverbanden voor bepaalde tijd aangegaan).
b. Indien een voor bepaalde tijd aangegaan dienstverband zal wor- den voortgezet, zal de werkgever de werknemer e´e´n week voor het tijdstip waarop het aldus voortgezette dienstverband van rechtswege eindigt, hiervan schriftelijk mededeling doen, tenzij het bepaalde in lid 3b van artikel 17 van toepassing is.
3. Het bepaalde in artikel 0000x XX 3e lid (opzeggingsverbod tijdens arbeidsongeschiktheid) is voor werknemers als bedoeld in lid 3A sub b en c van artikel 17 alsmede voor werknemers van 65 jaar en ouder, die langer dan 1 maand arbeidsongeschikt zijn, niet van toepassing.
4. a. Het bepaalde in artikel 0000x XX 5e lid (opzeggingsverbod tij- dens vervulling militaire verplichtingen) is voor werknemers als bedoeld in lid 3A sub b en c van artikel 17 niet van toepassing.
HOOFDSTUK IV
ARBEIDSDUUR, WERKTIJDEN EN DIENSTROOSTER
Artikel 19
Arbeidsduur
1. a. De normale arbeidsduur bedraagt op jaarbasis gemiddeld 38 uur per week, met dien verstande, dat de individuele arbeidsduur per dag maximaal 9 uur kan bedragen en de wekelijkse arbeidsduur voor werknemers in de dagdienst maximaal 42,5 uur, voor werk- nemers in de 2-ploegendienst maximaal 85 uur per twee weken, voor werknemers in de 3-ploegendienst maximaal 128 uur per drie weken.
b. In afwijking van het sub a bepaalde bedraagt de normale arbeids- duur op jaarbasis voor de 4-ploegendienst gemiddelde 36 uur per week en voor de 5-ploegendienst gemiddeld 33,6 uur per week.
c. De minimale individuele arbeidsduur bedraagt 24 uur per week, doch hiervan kan in overleg met betrokkene(n) naar beneden worden afgeweken.
d. Incidentele afwijkingen van de normale dagelijkse arbeidsduur van 0,5 uur of minder, bedoeld voor het afmaken van een bepaald
16
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
karwei, worden geacht deel uit te maken van het voor de werk- nemer geldende dienstrooster.
2. a. De individuele arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week zal worden gerealiseerd middels 11,5 individuele roostervrije dien- sten, resp. 23 halve roostervrije diensten, en bij tenminste hand- having van de bedrijfstijd.
b. De hele of halve diensten worden tijdig, als regel tenminste 9 weken tevoren, door de werkgever na overleg met de werknemer, ingeroosterd en wel zodanig, dat deze zoveel mogelijk gespreid worden over alle werkdagen van de week en over de maanden van het jaar.
c. Samenloop van eenmaal vastgestelde roostervrije diensten met andere redenen van afwezigheid, geeft geen recht op vervan- gende vrije tijd.
d. Indien men in onvoorziene situaties, en slechts bij wijze van uit- zondering, in opdracht van de leiding moet werken op een roostervrije hele of halve dienst, wordt gelijkwaardige, vervan- gende vrije tijd toegekend, zoveel mogelijk binnen 9 weken. Deze vervangende vrije tijd wordt ook toegekend in de vorm van hele of halve diensten en dus niet in uren.
Bij ziekte of bijzonder verlof op deze vervangende vrije tijd wordt opnieuw gelijkwaardige, vervangende vrije tijd gegeven.
e. Voor part-timers zal in overleg tussen werkgever en werknemer gekozen worden tussen arbeidsduurverkorting naar rato, danwel salarisaanpassing op basis van een 38-urige werkweek.
f. Bij einde dienstverband zal geen betaling plaatsvinden van niet opgenomen ingeroosterde hele of halve diensten, doch wordt de werknemer in de gelegenheid gesteld deze diensten alsnog op te nemen; hetzelfde geldt ten aanzien van compensatie voor xxxx- xxxxxxxxx vrije diensten waarop men heeft moeten werken.
g. Met uitzondering van het onder punt d gestelde, worden als over- werk voor werknemers met een volledige werkweek aangemerkt, die uren, die gelegen zijn boven het met de werkne(e)m(st)er overeengekomen rooster.
Bedoelde overuren zullen uitsluitend worden gecompenseerd met vrije diensten, en met uitbetaling van de CAO-overwerktoeslag.
h. Afwijkingen van het in lid 2 bepaalde zijn mogelijk door middel van overleg tussen de individuele ondernemer en de vakorgani- saties.
3. Het bepaalde in het tweede lid van dit artikel geldt niet voor de werknemer van 59 jaar en ouder die gebruik maakt van de zoge- naamde 32-uursregeling, zie ook artikel 40.
17
Artikel 20
Werktijden
1. Iedere werknemer werkt volgens e´e´n van de volgende dienstroosters:
a. Een dagdienstrooster, waarin normaliter wordt gewerkt op maan- dag t/m vrijdag tussen 07.00 uur en 18.00 uur en tussen 07.00 uur en 12.00 uur op zaterdag voor de technische dienst.
b. Een 2-ploegendienstrooster, waarin normaliter wordt gewerkt op maandag t/m vrijdag tussen 05.00 uur en 24.00 uur en tussen
07.00 uur en 12.00 uur op zaterdag voor de technische dienst, waarbij de werknemers beurtelings in een ochtend- of middag- dienst zijn ingedeeld.
c. Een 3-ploegendienstrooster, waarin normaliter wordt gewerkt tus- sen 00.00 uur op maandag en 06.00 uur op zaterdag, waarbij de werknemers beurtelings in een ochtend-, middag- of nachtdienst zijn ingedeeld.
d. Een 4-ploegendienstrooster met een bedrijfstijd van 144 uur per week, waarin normaliter wordt gewerkt op maandag t/m zaterdag tussen 00.00 uur en 24.00 uur, waarbij de werknemers beurte- lings in een ochtend-, middag-, of nachtdienst zijn ingedeeld.
e. Een 5-ploegendienstrooster met een bedrijfstijd van 168 uur per week, waarbij de werknemers beurtelings in een ochtend-, middag- , of nachtdienst zijn ingedeeld, afgewisseld door (extra) vrije diensten en aangevuld met evenveel oproepdiensten als er tijdens diensten op feestdagen niet wordt gewerkt.
f. Het werken op zaterdag voor een technische-dienstmedewerker zal het aantal van 6 zaterdagen per jaar niet overschrijden.
2. a. Een dienstrooster waarbij de arbeidstijden van het totale rooster- schema volledig gelegen zijn tussen 07.00 uur en 18.00 uur wordt als dagdienstrooster beschouwd.
b. Onder ochtendploeg wordt verstaan ploegendienst waarbij de arbeid gedeeltelijk voor 07.00 uur doch niet voor 05.00 uur valt.
c. Onder middagploeg wordt verstaan ploegendienst waarbij de arbeidstijd gedeeltelijk na 18.00 uur doch niet na 24.00 uur valt.
d. Onder nachtploeg wordt verstaan ploegendienst, waarbij de arbeidstijd geheel of gedeeltelijk tussen 24.00 uur en 05.00 uur is gelegen.
3. Arbeid in andere dan in lid 1 genoemde ploegendienstroosters be- hoeft de goedkeuring van de Vakraad.
18
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 21
Dienstrooster
1. Iedere werknemer ontvangt van de werkgever mededeling van het dienst- en werktijdenrooster, waarin hij zijn werkzaamheden ver- richt.
2. a. In beginsel worden werktijdenroosters voor een periode van minimaal 3 maanden vastgesteld.
Uiterlijk 2 weken voor de ingangsdatum zullen de werktijden- roosters aan betrokkenen worden medegedeeld.
b. Bij onvoorziene fluctuaties in de bedrijvigheid kunnen werktijden- roosters voor een korter tijdvak dan 3 maanden worden vastge- steld, in overleg met betrokkenen en na overleg met de onderne- mingsraad.
c. Onder werktijdrooster wordt in dit lid verstaan het voor elke werknemer geldend individueel dienstrooster, zoals dit is afgeleid van de in lid 1 en 3 van artikel 20 bedoelde dienstroosters.
3. De Vakraad is bevoegd in speciale gevallen een langere arbeidsduur dan in lid 1 van artikel 19 is bepaald, toe te staan, met dien verstande dat de bepalingen van de Arbeidswet en van de op deze wet steu- nende besluiten, alsmede de bevoegdheden van de I.SZW Dienst voor Inspectie en Informatie, daarbij onverkort blijven gelden. Een vergunning van de Vakraad als bedoeld in de eerste alinea, wordt eveneens geacht te zijn gegeven ten aanzien van machinisten, stokers, portiers en chauffeurs, indien hun arbeidsduur gemiddeld niet meer dan 46 uur per week bedraagt.
4. a. De partijen bij deze overeenkomst verklaren zich bereid het hare ertoe bij te dragen, dat aan de werkgevers een overwerkvergun- ning als bedoeld in het vijfde lid van artikel 28 der Arbeidswet 1919 wordt verleend, welke het hen mogelijk maakt niet in ploe- gendienst werkende werknemers van 18 jaar of ouder, arbeid te doen verrichten boven de voor hen geldende normale arbeidsduur op ten hoogste 65 dagen per jaar en wel gedurende ten hoogste 1 uur per dag op de eerste 5 werkdagen en/of gedurende enkele uren op zaterdag, een en ander met een maximum van 5 uur per week.
Als regel zal niet langer dan 6 weken achtereen van deze over- werkvergunning gebruik gemaakt worden.
b. Indien van de onder a bedoelde overwerkvergunning gebruik wordt gemaakt, zal dienaangaande van geval tot geval, voorzo-
19
ver mogelijk vooraf overleg plaatsvinden in de ondernemings- raad danwel indien voorafgaand overleg niet mogelijk is, achteraf mededeling worden gedaan aan de ondernemingsraad.
5. Over een algemene wijziging van het dienstrooster pleegt de werk- gever overleg met de ondernemingsraad.
NB. Voor wat betreft de werktijden van werknemers van 55 jaar en ouder wordt verwezen naar hoofdstuk IX.
HOOFDSTUK V
AFWEZIGHEID
Artikel 22
Verzuim, geen periode-inkomen
Voor elk uur gedurende hetwelk een werknemer in een betalingsperiode niet heeft gewerkt wegens afwezigheid zonder behoud van salaris, mili- taire dienst, werktijdverkorting, willekeurig verzuim of wegens indienst- treding of ontslag, wordt het periode-inkomen met een evenredig deel verminderd.
Voor verzuim wegens arbeidsongeschiktheid wordt verwezen naar arti- kel 34.
Artikel 23
Stagnatie en werktijdverkorting
1. Indien door stagnatie van enigerlei aard de werkzaamheden in de onderneming geen voortgang vinden, gelden de volgende regels:
a. Zolang de werknemer in de onderneming wordt gehouden, moet het periode-inkomen worden doorbetaald.
b. Xxxxxx de toestand in, dat de werknemer wegens stagnatie tijdens de normale werktijd niet in de onderneming behoeft te blijven of te komen, doch neemt deze toestand in enige week niet meer dan 4 uur van de normale werktijd in beslag, dan is de werkgever eveneens verplicht het periode-inkomen door te betalen, ook als ontheffing ex artikel 8, 3e lid van het BBA zou zijn verleend.
c. Strekt de in punt b. bedoelde situatie zich in enige week over lan- gere tijd dan 4 uur van de normale werktijd uit, dan is de werk- gever – met uitsluiting in zoverre van artikel 1638d van het Bur- gerlijk Wetboek – tot doorbetaling ook over de eerste 4 uur niet verplicht, indien en voor zover hij een ontheffing ex. artikel 8, 3e lid van het BBA heeft ontvangen.
20
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 24
Zon- en feestdagen
1. Onder feestdagen worden in deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaan:
Nieuwjaarsdag, de beide Paasdagen, Hemelvaartsdag, de beide Pink- sterdagen, de beide Kerstdagen, de door de overheid aangewezen dag ter viering van Koninginnedag en in lustrumjaren, 5 mei, ter vie- ring van de Nationale Bevrijdingsdag.
2. Voor de toepassing van dit artikel en de andere artikelen van deze overeenkomst worden de zon- en feestdagen geacht een periode van 24 aaneengesloten uren te omvatten.
Het begin van deze 24 aaneengesloten uren kan liggen op de dag voorafgaande aan een zon- of feestdag dan wel op deze dagen zelf, een en ander volgens bestendig gebruik.
3. Op zon- en feestdagen wordt als regel niet gewerkt, tenzij het arbeid in 5-ploegendienst betreft volgens het geldende dienstrooster, waar- bij de gebruikelijke feestdagentoeslag, zoals genoemd in artikel 33, betaald wordt, tenzij de genoemde toeslag geacht wordt te zijn begrepen in het periode-inkomen.
4. Indien op een binnen het dienstrooster vallende feestdag niet behoeft te worden gewerkt, wordt het periode-inkomen dat de werknemer verdiend zou hebben doorbetaald, met dien verstande dat:
a. met werktijdverkorting (ex artikel 8,3 BBA) en incidenteel over- werk geen rekening wordt gehouden;
b. ingeval van prestatiebeloning wordt uitgegaan van de gemiddelde prestatie op de overige dagen van de betrokken week.
Artikel 25
Geoorloofd verzuim
Met uitsluiting van het anders en overig in artikel 1638c BW bepaalde geldt het volgende.
1. Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer geldt het bepaalde in artikel 34.
2. In de volgende gevallen waarin hij de bedongen arbeid noodzakelij- kerwijze niet heeft kunnen verrichten, wordt de werknemer over de hieronder voor de resp. bij elk dezer gevallen bepaalde termijnen van verlof het periode-inkomen doorbetaald, mits hij zo mogelijk ten-
21
minste 1 dag tevoren en onder overlegging van bewijsstukken aan de werkgever of diens gemachtigde van het verzuim kennis geeft en de gebeurtenis c.q. plechtigheid in het desbetreffende geval bijwoont:
a. bij overlijden van de echtgeno(o)t(e) of van een inwonend kind of pleegkind vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van begrafenis/crematie;
b. bij overlijden van vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, grootvader, grootmoeder, broer, zuster, zwager, xxxxxx- xxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxx, schoondochter en klein- kind gedurende twee dagen; zo niet inwonend e´e´n dag;
c. bij overlijden van een niet-inwonend kind gedurende e´e´n dag;
d. Indien de werknemer de begrafenis/crematie van de sub b of sub c bedoelde verwanten moet verzorgen, vanaf de dag van overlij- den tot en met de dag van begrafenis/crematie, doch ten hoogste vier dagen.
e. bij bevalling van de echtgenote gedurende e´e´n dag;
f. bij huwelijk van de werknemer zelf gedurende twee dagen;
g. bij huwelijk van een kind, pleegkind, broer, zuster, zwager of schoonzuster en bij tweede huwelijk van een der ouders gedu- rende e´e´n dag;
h. bij 25- en 40-jarig huwelijk van de werknemer zelf gedurende e´e´n dag;
i. bij 25-, 40- 50- en 60-jarig huwelijk van ouders, grootouders en schoonouders gedurende e´e´n dag;
j. bij priesterwijding van een zoon, pleegzoon, broer of zwager en bij grote professie van een kind, pleegkind, broer, zuster, zwager of schoonzuster gedurende e´e´n dag;
x. bij toelating tot het predikambt van een kind, pleegkind, broer, zuster, zwager of schoonzuster gedurende e´e´n dag;
l. gedurende e´e´n door de werkgever naar billijkheid te bepalen tijdsduur tot een maximum van twee dagen of diensten, indien de werknemer ten gevolge van de vervulling van een buiten zijn schuld bij of krachtens de Wet persoonlijk opgelegde verplichting verhinderd is zijn arbeid te verrichten, mits deze vervulling niet in zijn vrije tijd kan geschieden en zonder aftrek van de vergoe- ding van salarisderving, welke hij van derden zou kunnen ont- vangen.
m. gedurende e´e´n dag of dienst bij het 25-, 40- en 50-jarig dienst- jubileum van de werknemer;
n. bij het afleggen van een vakexamen;
o. bij verhuizing van de werknemer, op verzoek van de werkgever, gedurende drie dagen.
TOELICHTING: Bij de toepassing van het bepaalde in dit lid wordt onder echtgeno(o)t(e) mede verstaan de persoon met wie de werknemer met het oogmerk duurzaam samen te leven, een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen moet blijken uit een notarie¨le verklaring.
4. Aan werknemers die ingeval van ziekte van bijv. partner of kinde- ren, het werken moeten combineren met zorgtaken, wordt de moge-
22
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
lijkheid geboden per kalenderjaar maximaal 14 dagen onbetaald ver- lof op te nemen.
1. Het vakantiejaar.
Artikel 26
Vakantie
Het vakantiejaar loopt vanaf 1 juli van enig jaar tot en met 30 juni van het daarop volgende jaar.
2. Duur der vakantie.
De part-time werknemer verwerft de in de volgende volzinnen ge- noemde vakantie naar rato van het aantal gewerkte uren.
a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op een vakantie met behoud van het periode-inkomen van 25 diensten of 200 uren.
De werknemer in de 4- en 5-ploegendienst werkzaam verwerft per vakantiejaar recht op een vakantie, met behoud van het periode-inkomen, van drie aaneengesloten weken plus 10 dien- sten.
b. Voor werknemers die in ploegendienst werken wordt aan de vakantie-aanspraken e´e´n dienst van 8 uren toegevoegd.
NB: Voor werknemers die gedeeltelijk in ploegendienst en gedeeltelijk in dagdienst werken, gelden de volle extra vakantie-aanspraken als zij gedurende het vakantiejaar in totaal 6 maanden of langer in ploegen- dienst werken en de helft van deze extra vakantie-aanspraken als zij gedurende het vakantiejaar minder dan 6 maanden in ploegendienst wer- ken.
c. De werknemer die op 1 januari van het betreffende vakantiejaar de leeftijd bereikt of heeft bereikt van 40, 45, 50, 55, resp. 60 jaar, heeft recht op 1, 2, 3, 4, resp. 5 x 8 extra uren vakantie met behoud van het periodeinkomen.
d. De part-time werknemer die in opdracht van de leiding meer uren werkt dan het voor hem vooraf opgestelde rooster, verwerft over deze meeruren vakantierechten. Deze rechten worden gee¨ffec- tueerd indien en voorzover 4 uren per jaar worden overschreden.
e. Xxxxx verkregen vakantierechten op basis van dienstverband, leeftijd en/of functieniveau blijven gehandhaafd, doch werken niet cumulatief met de sub c genoemde rechten.
f. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.
23
g. De totale aanspraken op vakantie – de extra dag voor ploegen- werkers niet meergerekend – zullen op jaarbasis maximaal 30 diensten of 240 uren belopen.
h. Voor werknemers, die partieel leerplichtig zijn, zullen de in het voorgaande geregelde vakantie-aanspraken naar evenredigheid worden verminderd, met inachtneming van het aantal dagen dat zij minder dan normaal plegen te werken.
3. Berekening aantal vakantie-uren.
Indien de dienstbetrekking nog geen jaar of wederom geen jaar heeft geduurd, dan heeft de werknemer tenminste aanspraak op het aantal vakantiediensten resp. -uren in verhouding tot het verstreken deel van het vakantiejaar.
4. Bij vorige werkgevers verworven vakantierechten.
De werknemer dient bij de aanvang van de dienstbetrekking de werkgever mede te delen hoeveel recht op vakantie hij bij zijn vorige werkgever(s) verworven, doch niet in natura genoten heeft, opdat de werkgever weet op hoeveel vakantie, zonder behoud van periode- inkomen, de werknemer aanspraak kan maken.
5. Aaneengesloten vakantie.
a. Van de in lid 2 sub a genoemde vakantie zullen als regel 10 dagen of diensten aaneengesloten worden verleend, met uitzon- dering van de 4- en 5-ploegendienstregelingen, waarbij drie we- ken aaneengesloten vakantie wordt verleend.
b. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie wordt door de werk- gever bij de aanvang van een vakantiejaar vastgesteld na verkre- gen instemming van de ondernemingsraad.
Als regel zal zij in de periode van mei t/m september worden genoten.
c. De aaneengesloten vakantie van 10 dagen of diensten kan voor de individuele werknemer aansluitend of voorafgaand worden uitgebreid met 5 dagen of diensten, voorzover de goede gang van zaken in de onderneming daardoor niet wordt verstoord.
d. Indien de werkgever echter het bedrijf of een gedeelte van het bedrijf stopzet teneinde gedurende die stopzetting aan alle of een deel der werknemers de aaneengesloten vakantie te geven, moe- ten de betrokken werknemers gedurende het daarvoor door de werkgever, met instemming van de ondernemingsraad, aangewe- zen tijdvak met vakantie gaan.
e. In het geval een werknemer bij zijn huidige werkgever nog niet een zodanig aantal vakantie-uren heeft verworven, dat deze teza- men met de eventuele verlofdagen zonder behoud van salaris, als bedoeld in lid 4 van dit artikel, voldoende zijn voor de sub d bedoelde aaneengesloten vakantie, kan de werkgever bepalen dat de betrokken werknemer:
1. bij vorige werkgever(s) verworven doch niet in natura geno-
24
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
ten rechten op vakantie reserveert en dus voor eigen rekening neemt en/of
2. xxxxxx xxxxxxx vakantie-uren inhaalt en wel tot uiterlijk 30 juni van het lopende vakantiejaar, in welk geval de inhaaluren niet worden beloond en/of
3. in een andere afdeling van de onderneming dan waartoe hij behoort, werkzaamheden moet verrichten en/of
4. zoveel snipperuren reserveert als nodig zijn voor de aaneen- gesloten vakantie als bedoeld sub d.
f. Indien de aaneengesloten vakantie samenvalt met vaste snipper- dagen of diensten als bedoeld in lid 6 van dit artikel of met een feestdag als bedoeld in artikel 24, zal de aaneengesloten vakan- tie dienovereenkomstig worden verlengd, tenzij de werkgever er de voorkeur aan geeft een overeenkomend aantal snipperuren te doen opnemen.
g. Indien daartoe gewichtige redenen bestaan, kan de werkgever na verkregen instemming van de ondernemingsraad en, indien het e´e´n of enkele werknemers betreft, in overleg met deze werkne- mers, het vastgestelde tijdstip van de aaneengesloten vakantie wijzigen.
De schade, welke de werknemer ten gevolge van deze wijziging lijdt, wordt door de werkgever vergoedt. Het bepaalde in de vorige alinea is van overeenkomstige toepassing op het bepaalde sub c.
6. Snipperdagen of diensten.
a. De werkgever kan vaste snipperdagen of -diensten aanwijzen, welke aanwijzing als regel bij de aanvang van een vakantiejaar en na verkregen instemming van de ondernemingsraad geschiedt.
b. De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad bepalen, dat de werknemers, behoudens in geval van overmacht, de aanvraag voor vakantie- of snipperdagen of -diensten een bepaalde termijn voor de begeerde datum moeten indienen.
c. De werknemer kan de overblijvende snipperuren opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de belangen van de onderneming zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten.
Het bepaalde sub b van dit lid is evenzeer van toepassing.
De werknemer heeft het recht maximaal 16 snipperuren op te nemen volgens een systeem van halve dagen of diensten, in over- leg met de ondernemingsraad vast te stellen.
d. Bij het opnemen van de sub 6 c bedoelde snipperuren, dient voor- rang gegeven te worden aan die (buitenlandse) werknemers, voor wie het gaat om voor hen religieuze feestdagen.
25
7. Niet opgenomen vakantie.
Indien vakantierechten niet voor 1 oktober direct volgende op het vakantiejaar, waarin zij zijn verworven, door de werknemer zijn opgenomen, is de werkgever gerechtigd na overleg met de werkne- mer, data vast te stellen waarop de werknemer deze dagen of dien- sten zal genieten, onverminderd het bepaalde in lid 12.
8. Het niet verwerven van vakantierechten gedurende onderbreking der werkzaamheden.
a. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd, gedu- rende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaam- heden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft.
b. 1. Het onder a bepaalde is niet van toepassing indien de werk- nemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens:
– het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor eerste oefening;
– het genieten van xxxxxx, gebaseerd op in de vorige dienst- betrekking verworven doch niet opgenomen verlof;
– het met toestemming van de werkgever deelnemen aan een door de vakvereniging van de werknemer xxxxxxxx- xxxxxx bijeenkomst;
– onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienst- verband;
– zwangerschap of bevalling.
2. De werknemer die zijn werkzaamheden niet verricht wegens ziekte of ongeval, heeft, tenzij veroorzaakt door zijn opzet, ongeacht of een aanspraak op in geld vastgesteld loon bestaat, vanaf 1 juni 1992 aanspraak op vakantie over het tijdvak van de laatste 6 maanden waarin de arbeid niet werd verricht, conform de wettelijke regeling, met dien verstande dat tijd- vakken samengeteld worden als zij elkaar met onderbreking van minder dan een maand opvolgen.
De in de eerste volzin genoemde aanspraak bestaat niet in- dien de werknemer zijn werkzaamheden slechts gedurende een gedeelte van de tijd niet verricht.
4. Ten aanzien van het tijdstip van de aanvang en het einde van de hier bedoelde onderbreking is het in lid 3 van dit artikel bepaalde van overeenkomstige toepassing.
5. De verworven vakantierechten in de onder 1 van dit sublid genoemde gevallen vervallen, indien het dienstverband door de werknemer wordt bee¨indigd alvorens de arbeid is hervat.
c. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, ver- werft vakantierechten over de tijd welke hij besteed aan het vol- gen van onderricht, waartoe de werkgever hem krachtens de wet in de gelegenheid moet stellen.
d. Gelet op en in samenhang met de protocollaire bepaling inzake
26
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
de aanpak van het ziekteverzuim zal de werkgever geen overeen- komsten met de werknemer afsluiten met als strekking om bij arbeidsongeschiktheid e´e´n of meer vakantiedagen af te boeken; noch zal de werkgever in het arbeidsreglement een bepaling met die strekking opnemen.
9. Samenvallen van vakantie met bepaalde andere dagen waarop geen arbeid wordt verricht.
a. Dagen waarop de werknemer geen arbeid heeft verricht om e´e´n der redenen, genoemd in lid 8 sub b onder 1, lid 8 sub c alsmede in artikel 25 lid 2 sub a, b, c, d, e en l, gelden niet als vakantie.
b. Indien e´e´n der sub a genoemde verhinderingen echter eerst in- treedt tijdens een vastgestelde vakantie, snipperdag of snipper- dienst, zullen de dagen of diensten waarop die verhindering zich voordoet, wel als vakantie worden gerekend, indien de werkne- mer niet voor de aanvang van die vastgestelde vakantie, snipper- dag of snipperdienst aan de werkgever heeft medegedeeld dat die verhindering zich zou voordoen.
Indien het in de gevallen van artikel 25 lid 2 sub a, b, c, d en k niet mogelijk is de mededeling vooraf te doen, kan deze ook onmiddellijk na afloop van de vakantie, snipperdag of snipper- dienst geschieden.
Het vereiste van de voorafgaande mededeling geldt niet indien de verhindering te wijten is aan ziekte van de werknemer en de werknemer ten gevolge van deze ziekte krachtens de bepalingen van de ziektewet, aanspraak op ziekengeld kan doen gelden.
c. Indien de sub b bepaalde aanvankelijk vastgestelde vakantie niet als zodanig wordt gerekend, zal de werkgever na overleg met de werknemer nieuwe data vaststellen waarop deze alsnog kunnen worden genoten.
10. Vakantie bij einde dienstbetrekking.
a. Bij het bee¨indigen van de dienstbetrekking zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid worden gesteld de hem nog toeko- mende vakantie op te nemen met dien verstande dat deze uren niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen.
b. Indien de werknemer de hem toekomende vakantie niet heeft opgenomen, zal hem voor de niet genoten vakantie-uren een evenredig deel van het periode-inkomen worden uitbetaald.
c. Teveel genoten vakantie wordt op overeenkomstige vakantie met het periode-inkomen verrekend.
d. De werkgever reikt de werknemer bij het einde van de dienstbe- trekking een verklaring uit, waaruit blijkt de duur van de vakan-
27
tie zonder behoud van periodeinkomen, welke de werknemer op dat tijdstip nog toekomt.
11. Militaire dienst.
In afwijking van het bepaalde in lid 8, sub a van dit artikel, zal aan een werknemer, die na voor eerste oefening in militaire dienst te zijn geweest, bij zijn vroegere werkgever is teruggekeerd, en bij die werkgever nog in dienst is ten tijde van de eerstvolgende aaneenge- sloten vakantie, over de tijd van die aaneengesloten vakantie het periode-inkomen volledig worden doorbetaald.
12. Verjaring.
Vakantierechten, welke niet zijn opgenomen voor het tijdstip liggend 2 jaar na de datum waarop deze zijn verworven, vervallen.
13. Vervangende schadevergoeding.
Rechten op het genieten van vakantie-uren kunnen behoudens in het in lid 10 sub b. bedoelde geval nimmer worden vervangen door een schadevergoeding in geld.
14. Uitvoeringsbepalingen.
De werknemer die volgens dienstrooster op zaterdag en/of zondag moet werken, danwel volgens dienstrooster arbeid moet verrichten in de nacht van zondag op maandag zal, op jaarbasis bezien, niet meer dan een evenredig deel van zijn vakantie en snippertijd op in deze tijdvakken gelegen diensten mogen opnemen.
HOOFDSTUK VI
BELONING
Artikel 27
Functie-indeling
1. De functies van de werknemers tot het niveau van 190 punten UGM of ORBA worden door de werkgever ingedeeld:
a. Aan de hand van de in Bijlage I van deze overeenkomst vermelde referentiefuncties en groepsindeling, welke gebaseerd is op de werkclassificatie volgens de uitgebreide genormaliseerde methode (UGM) resp. de ORBA-methode van functiewaardering;
b. Op basis van classificatie van functies volgens een van de voor- noemde systemen.
2. De indeling in de functiegroepen geschiedt door de werkgever na overleg met de Ondernemingsraad.
28
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 28
Salarisschalen
1. Bij elke functiegroep behoort een salarisschaal welke een schaal omvat, gebaseerd op leeftijd en een schaal voor vakvolwassenen.
2. De geldende salarissen bij maandbetalingen respectievelijk bij beta- ling per 4 weken, zijn opgenomen in bijlage IIa van deze CAO. Deze schalen zijn berekend door de bedragen van de vanaf 1 januari 1992 geldende schalen te verhogen met 4,5% met een minimum van f 309,– per procent op jaarbasis (f 116,– per maand, respectievelijk f 107,– per 4 weken).
3. Met ingang van 1 oktober 1995 zullen de salarissen alsmede de bedragen van de salarisschalen als bedoeld in het vorige lid worden verhoogd met 0,5%.
Bij deze verhoging wordt een minimum inachtgenomen van f 311,– per procent op jaarbasis (f 13,– per maand, respectievelijk f 12,– per 4 weken).
Deze salarisschalen zijn opgenomen in bijlage IIb van deze CAO.
4. Met ingang van 1 januari 1996 zullen de salarissen alsmede de bedragen van de salarisschalen als bedoeld in het vorige lid worden verhoogd met 0,5%.
Bij deze verhoging wordt een minimum inachtgenomen van f 313,– per procent op jaarbasis (f 13,– per maand, respectievelijk f 12,– per 4 weken).
Deze salarisschalen zijn opgenomen in bijlage IIc van de CAO.
5. Met ingang van 1 april 1996 zullen de salarissen alsmede de bedra- gen van de salarisschalen als bedoeld in het vorige lid worden ver- hoogd met 0,5%.
Bij deze verhoging wordt een minimum inachtgenomen van f 315,– per procent op jaarbasis (f 13,– per maand, respectievelijk f 12,– per 4 weken).
Deze salarisschalen zijn opgenomen in bijlage IId van de CAO.
6. Tijdens de contractsperiode zullen de bedragen van de salarisschalen niet worden verhoogd als gevolg van eventuele stijging van het geschoonde prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie.
7. a. Voor de werknemers beneden de leeftijd van 23 jaar gelden de salarisschalen welke zijn berekend uit die, welke gelden voor de
29
werknemers van 23 jaar en ouder, door toepassing van de vol- gende percentages:
16 jaar: 47,5%
17 jaar: 55 %
18 jaar: 62,5%
19 jaar: 70 %
20 jaar: 77,5%
21 jaar: 85 %
22 jaar: 92,5%
b. In afwijking van het sub a bepaalde is de werkgever gerechtigd om voor de werknemers die een opleiding volgen in het kader van de Wet op het Leerlingwezen, de navolgende percentages toe te passen:
16 jaar: 34,5%
17 jaar: 39,5%
18 jaar: 45,5%
19 jaar: 52,5%
20 jaar: 61,5%
21 jaar: 72,5%
22 jaar: 85 %
8. Over de toepassing van de in de voorgaande leden bedoelde salaris- schalen vindt overleg plaats met de werknemersorganisaties.
Van deze salarisschalen kan, uitsluitend voor wat betreft de hoogte van salarisbedragen, worden afgeweken in overeenstemming met de werknemersorganisaties.1)
Aldus overeengekomen afwijkingen dienen onverwijld ter kennis te worden gebracht van de Vakraad.
N.B.: zie ook artikel 49, lid 1.
9. Het minimumgarantie-inkomen voor de handelsvertegenwoordiger (zie artikel 2, lid 5) bedraagt f 3.250,– per maand en vanaf 1 okto- ber 1995: f 3.266,– per maand.
Artikel 29
Toepassing van de salarisschalen
1. Werknemers, op wie de leeftijdschalen van toepassing zijn, ontvan- gen het schaalsalaris dat met hun leeftijd overeenkomt met ingang van de betalingsperiode volgende op die waarin hun verjaardag valt.
2. a. Werknemers op wie de salarisschalen voor functievolwassenen van toepassing zijn ontvangen het schaalsalaris, dat overeenkomt met het aantal jaren op 1 januari, dat zij na het verlaten van de leeftijdschaal in hun salarisschaal ingedeeld zijn geweest resp.
1) Bedoeld worden werknemersorganisaties, partij bij de cao.
30
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
dat na het tijdstip waarop zij in de functie zijn geplaatst, is ver- streken. De verhoging van het schaalsalaris op grond van schaal- jaren vindt plaats op 1 januari.
b. Bij het verlaten van de leeftijdschaal na 30 juni van enig jaar bestaat er geen recht op toekenning van een schaaljarenverhoging per eerstvolgende 1 januari.
3. a. Indien een werknemer in een functie elders zoveel in de functie bruikbare ervaring heeft verkregen dat het op grond daarvan niet redelijk zou zijn hem op basis van 0 schaaljaren te belonen, kun- nen hem – in overeenstemming met die ervaring – schaaljaren worden toegekend.
b. Indien bij indiensttreding schaaljaren zijn vastgesteld zal het aan- tal schaaljaren met ingang van 1 januari daaraanvolgend slechts dan met 1 worden verhoogd indien de indiensttreding heeft plaatsgevonden vo´o´r 1 juli.
4. Werknemers die bij hun indiensttreding of bij plaatsing in een hogere functie nog niet over de kundigheden en ervaring beschikken welke voor de vervulling van hun functie zijn vereist, kunnen gedurende een beperkte tijd e´e´n salarisschaal lager worden ingedeeld dan met hun functie overeenkomt. De duur van deze periode zal ten hoogste
3 betalingsperioden bedragen, met dien verstande dat indien de werkgever zulks noodzakelijk oordeelt deze termijn met ten hoogste 3 betalingsperioden kan worden verlengd.
6. a. Werknemers die worden geplaatst in een hoger ingedeelde func- tie, worden in de overeenkomende hogere salarisschaal ingedeeld met ingang van de betalingsperiode volgend op die waarin de plaatsing in de hogere functie heeft plaatsgevonden.
b. Bij indeling in een hogere salarisschaal van een werknemer, op wie de salarisschaal voor functievolwassenen van toepassing is, bedraagt de verhoging van het schaalsalaris de helft van het ver- schil tussen de schaalsalarissen bij 0 schaaljaren van de 2 betrok- ken salarisschalen c.q. zoveel meer als nodig is om het nieuwe schaalsalaris in overeenstemming te brengen met het eerstko- mende bedrag in de hogere salarisschaal.
c. Xxxxxxx van een bevordering op of na 1 juli, kan bij wijze van uitzondering de toekenning van de schaaljarenverhoging 1 jaar later plaatsvinden dan per de eerstvolgende 1 januari.
7. a. Werknemers, die op eigen verzoek worden geplaatst in een lager ingedeelde functie, worden in de overeenkomende lagere salaris-
31
schaal ingedeeld met ingang van de betalingsperiode volgend op die waarin de plaatsing in de lagere functie is geschied.
b. Bij indeling in een lagere salarisschaal om bovenstaande reden van een werknemer die onder de salarisschalen voor functie- volwassenen valt, bedraagt de verlaging van het schaalsalaris het verschil tussen de schaalsalarissen bij 0 schaaljaren van de twee betrokken salarisschalen c.q. zoveel meer als nodig is om het nieuwe schaalsalaris in overeenstemming te brengen met het eerstkomende lagere bedrag in de lagere salarisschaal.
8. a. Werknemers, die als gevolg van bedrijfsomstandigheden in een lager ingedeelde functie worden geplaatst, worden met ingang van de eerstkomende betalingsperiode in de met de lager inge- deelde functie overeenkomende salarisschaal ingedeeld.
b. Bij indeling in een lagere salarisschaal om eerdervermelde rede- nen van een werknemer, die onder de salarisschalen voor functie- volwassenen valt, wordt hem via inschaling een schaalsalaris toe- gekend dat zo min mogelijk onder zijn oorspronkelijke salaris ligt. Indien het toekennen van schaaljaren niet toereikend is wordt het tekort omgezet in een persoonlijke toeslag. Deze toe- slag maakt geen deel uit van het salaris.
Bij herindeling in een hogere salarisschaal c.q. bij toekenning van een verhoging ingevolge de salarisschalen voor functie- volwassenen wordt de toeslag evenveel verminderd als het sala- ris stijgt.
Bij een voor een dergelijke situatie te treffen regeling zal het bepaalde in artikel 11, lid 7, sub b van overeenkomstige toepas- sing zijn.
9. a. Behoudens in gevallen waarin waarneming tot de normale functie- uitoefening behoort, ontvangen werknemers, die tijdelijk een functie volledig waarnemen, welke hoger is ingedeeld dan hun eigenlijke functie. Indien de waarneming tenminste 7 achtereen- volgende diensten heeft geduurd, een toeslag op hun salaris op basis van het verschil tussen de schaalsalarissen bij 0 schaaljaren van de 2 betrokken salarisschalen.
b. Werknemers, die tijdelijk worden tewerkgesteld in een functie, die lager is ingedeeld dan hun eigenlijke functie, behouden het salaris, dat zij in hun eigenlijke functie genoten, tenzij de tewerk- stelling aan andere arbeid geschiedt om ontslag wegens slapte te voorkomen of uit andere ten bate van de werknemer strekkende overwegingen.
10. De salarisbepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing voor degenen, die tengevolge van hun lichamelijke of geestelijke gesteld- heid niet tot normale prestaties in staat zijn, indien en voor zolang door de Bedrijfsvereniging toestemming is verleend hen tegen een lager schaalsalaris in dienst te houden.
32
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 30
Vakantietoeslag en Kerstuitkering
1. De werknemer verwerft voor iedere betalingsperiode die hij bij een werkgever in dienst is aanspraak op vakantietoeslag ten bedrage van 8% van het periode-inkomen.
Bij honorering van het recht op vakantietoeslag wordt uitgegaan van het inkomen over de periode van 1 mei van enig jaar tot en met 30 april van het volgende jaar of van een daarmee gelijk te stellen tijds- periode.
Voor werknemers wordt bij de berekening van de vakantietoeslag een minimum op jaarbasis in acht genomen van:
– over het vakantiejaar 1994-19951): f 2.685,–;
– over het vakantiejaar 1995-1996: f 2.725,–.
2. Omstreeks Kerstmis kunnen aan de werknemers bij wijze van voor- schot op de vakantietoeslag de in het lopende vakantiejaar verwor- ven aanspraken op vakantietoeslag worden uitbetaald tot een maxi- mum van 25% van de in totaal over een jaar te verwerven aanspraken.
3. De aanspraken op vakantietoeslag die in een vakantiejaar zijn ver- worven worden onder aftrek van het bedrag van de met Kerstmis genoten Kerstuitkering en voorzover zij niet bij het einde van de dienstbetrekking zijn gehonoreerd, uitgekeerd in de maand mei.
4. Bij het einde van de dienstbetrekking heeft de werknemer recht op uitbetaling van de door hem verworven aanspraken op vakantietoe- slag voorzover die nog niet eerder zijn gehonoreerd.
5. Voor het recht op vakantietoeslag wordt een werknemer die, anders dan voor herhalingsoefeningen, in militaire dienst is en dientenge- volge geen arbeid voor de werkgever verricht, geacht niet in dienst van de werkgever te zijn.
Een werknemer echter, die na voor eerste oefening in dienst te zijn geweest, bij zijn vroegere werkgever is teruggekeerd, zal met de aan- eengesloten vakantie respectievelijk met Xxxxxxxx een aanvulling ontvangen op de reeds in militaire dienst ontvangen vakantietoeslag indien hij met de aaneengesloten vakantie respectievelijk met Kerst- mis nog bij de werkgever in dienst is.
1) Avv heeft geen terugwerkende kracht.
33
6. Voor het recht op vakantietoeslag c.q. kerstuitkering, worden uitke- ringen als bedoeld in artikel 34, lid 2, wel in aanmerking genomen. Uitkeringen gedaan in het tweede jaar van arbeidsongeschiktheid worden hierbij niet in aanmerking genomen.
De werkgever zal echter over de eerste 52 weken waarover de werk- nemer een WAO-uitkering geniet, een aanvulling op de vakantietoe- slag ingevolge de WAO verstrekken, zo dat de werknemer met inbe- grip van laatstgenoemde vakantietoeslag evenveel ontvangt als bij onverkorte toepassing van het bepaalde in het eerste lid van dit arti- kel.
HOOFDSTUK VII
BIJZONDERE VERGOEDINGEN, BELONINGEN EN UITKERINGEN
Artikel 31
Overwerk en verschoven uren
1. Algemene bepalingen inzake overwerk.
a. Overuren zijn uren, die uitgaan boven het voor betrokkene gel- dende, vooraf opgestelde rooster.
b. De werkgever betaalt aan de werknemer vergoeding van over- werk, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
– tot overwerk nadrukkelijk opdracht is gegeven;
– tengevolge van het overwerk de voor de werknemer normale arbeidsduur wordt overschreden.
c. Geen recht op vergoeding voor overwerk bestaat indien blijkens een mededeling in de schriftelijke individuele arbeidsovereen- komst resp. de aanstellingsbrief overwerk inherent is aan de functie en een vergoeding geacht wordt in het salaris te zijn begrepen.
d. De werkgever betaalt geen vergoeding voor overwerk, dat wordt verricht in aansluiting aan de normale arbeidstijd en niet langer duurt dan een half uur per dag; wordt deze tijd overschreden, dan wordt ook hierover overwerkvergoeding betaald.
Eventuele vergoeding voor reis- en verblijftijd komt niet in aan- merking voor overwerktoeslag.
NB: functies, waarvoor het gebruikelijk is bij minder dan een half uur overwerk, een overwerkvergoeding te betalen, behouden deze vergoe- ding.
2. Dagdienst en overwerk.
a. Voor uren waarmee de normale arbeidsduur wordt overschreden gelden (per gewerkt uur) de toeslagpercentages van het uurloon,
34
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
zoals opgenomen in de volgende tabel:
Incidenteel % | MA | DI | WO | DO | VR | ZA | ZO/FE |
00.00 uur | |||||||
06.00 uur | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 100 |
06.00 uur | |||||||
14.00 uur | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 100 |
14.00 uur | |||||||
20.00 uur | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 100 | 100 |
20.00 uur | |||||||
24.00 uur | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 100 | 100 |
3. Zaterdagtoeslag (dagdienst).
Niet in ploegendienst werkende werknemers, die volgens hun nor- male werktijdrooster en binnen de normale wekelijkse arbeidsduur op zaterdag werken, ontvangen over de op zaterdag gewerkte uren een toeslag van 25% per uur.
4. Ploegendienst en overwerk.
a. Voor uren, waarmee de normale arbeidsduur – volgens dienst- rooster – wordt overschreden, gelden per gewerkt uur de toeslag- percentages van het uurloon (inclusief ploegentoeslag) zoals op- genomen in de navolgende tabel:
Incidenteel % | MA | DI | WO | DO | VR | ZA | ZO/FE |
00.00 uur 14.00 uur | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 100 |
14.00 uur 00.00 uur | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 75 | 100 |
NB.: Indien de uren op zon- en feestdagen tevens overuren zijn, wordt de overwerkvergoeding geacht in de vergoeding voor zon- en feestdagen te zijn inbegrepen.
b. De normale arbeidsduur wordt geacht niet te worden overschre- den, indien de werktijden zijn geregeld in een cyclus, met ver- schillende arbeidsduur per week en indien de arbeidsduur van de ploegen tesamen in een bepaalde week wel, doch gemiddeld over de weken van een gehele cyclus niet uitgaat boven de normale arbeidsduur.
35
5. Zaterdagtoeslag (ploegendienst).
Voor arbeid op zaterdag, behalve die welke tot de nachtdienst van een ploegendienst behoort, geldt een zaterdagtoeslag van 25% per uur; over uren welke als overuren te beschouwen zijn is deze zaterdagtoeslag verschuldigd naast de overwerktoeslag.
Het totale percentage aan overwerk- en zaterdagtoeslag bedraagt der- halve: vo´o´r 14.00 50% van het uurloon, na 14.00 100% van het uur- loon.
6. Compensatie overwerk door vrije tijd.
a. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen, worden, naast uitbetaling van de overwerkvergoeding in de betreffende betalingsperiode, overwerkuren overeenkomstig sub b omgezet in vrije tijd.
b. De periode, waarover de balans van de gewerkte overuren wordt opgemaakt, mag maximaal 6 maanden belopen.
Voorzover de overwerkuren binnen deze periode niet reeds door vrije tijd zijn gecompenseerd, zullen zij in vrije tijd worden omgezet binnen 3 maanden na afloop van bedoelde periode.
Indien omzetting in vrije tijd niet mogelijk is, worden de niet in vrije tijd omgezette uren naar het dan geldende salarispeil uitbe- taald.
7. Bijzondere bepalingen.
a. Machinisten, stokers, portiers en chauffeurs, mogen zonder een speciale vergunning van de Vakraad niet langer dan 46 uren per week werken; uren boven de normale arbeidsduur worden als overuren beschouwd, en komen als zodanig voor genoemde vergoedingsregeling in aanmerking tenzij het overeengekomen vaste salaris zodanig is bepaald dat de toeslagen geacht kunnen worden daarin te zijn begrepen.
b. Nachtwakers mogen langer dan 38 uren werken zonder dat de meerdere uren als overwerk worden beschouwd.
8. Uitzonderingsbepalingen.
Xxxx overwerktoeslag is verschuldigd, wanneer wordt overgewerkt voor het inhalen van:
a. brugdagen – echter per kalenderjaar niet meer dan drie – waarop met instemming van de ondernemingsraad niet wordt gewerkt;
b. dagen, waarop in bepaalde gemeenten, hetzij op kerkelijke hetzij op andere gronden, de arbeid algemeen pleegt te worden stopge- zet;
c. bedrijfsstilstand tengevolge van ketelreiniging, machinebreuk e.d.
d. Voorzover het werk genoemd in dit lid (8) op zaterdag plaats- vindt, is per gewerkt uur wel een zaterdagtoeslag verschuldigd van 25% en voorzover het werk op zondag geschiedt geldt per gewerkt uur een zondagtoeslag van 100%.
36
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
9. Verschoven uren.
a. Van verschoven uren is sprake indien in opdracht van de werk- gever arbeid wordt verricht op tijden welke gelegen zijn buiten de tijdstippen genoemd in artikel 20, lid 1, resp. buiten de tijd- stippen waarop wisseling van ploeg plaatsvindt, zonder dat daar- door de normale arbeidsduur volgens dienstrooster wordt over- schreden.
b. Voor verschoven uren als omschreven in lid 9a gelden dezelfde toeslagen als voor overuren.
Artikel 32
Ploegentoeslag
1. Voor arbeid in ploegendienst wordt een toeslag op het salaris gege- ven.
Voor de in artikel 20 bedoelde ploegendiensten bedraagt de toeslag:
a. voor ploegendienst, waarvan de arbeidstijden gelegen zijn tussen
07.00 uur en 19.00 uur: 5,0% v.h. salaris
b. voor de twee-ploegendienst (80 uur/week): 12,5% v.h. salaris
c. voor de drie-ploegendienst (120 uur/week): 18,3% v.h. salaris
d. voor de vier-ploegendienst (144 uur/week): 22,5% v.h. salaris
e. voor de vijf-ploegendienst (168 uur/week): 27% v.h. salaris Deze bepaling is niet van toepassing op werknemers in wier salaris de ploegentoeslag wordt geacht te zijn begrepen.
2. Indien in een onderneming een ploegenstelsel wordt toegepast dat afwijkt van de in artikel 20 aangegeven regelingen, wordt de ploegen- toeslag naar evenredigheid vastgesteld. De Vakraad wordt van de uit- komst in kennis gesteld.
Artikel 33
Werken op een feestdag
Een werknemer, die moet werken op een feestdag die op een werkdag valt, ontvangt naast de betaling die – zonder dat er gewerkt wordt – al gegeven moet worden op grond van het bepaalde in artikel 24:
a. per op de feestdag gewerkt uur 1/165 van het maandsalaris resp. 1/152 van het vierwekensalaris;
b. een toeslag van 100% van de onder a bedoelde beloning.
De onder a bedoelde beloning is niet verschuldigd, indien de werknemer vervangend vrijaf krijgt op een andere dag.
37
Deze bepaling is niet van toepassing op werknemers in wier salaris de in dit artikel bedoelde beloning wordt geacht te zijn begrepen.
Artikel 34
Uitkering bij verzuim wegens arbeidsongeschiktheid
1. Arbeidsongeschiktheid.
Indien een werknemer door arbeidsongeschiktheid verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, gelden voor hem, zulks in afwijking van het in artikel 1638c BW bepaalde, de bepalingen van de Ziekte- wet, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de Ar- beidsongeschiktheidsverzekering voorzover hierna niet anders is be- paald.
2. Ziekengeldregeling.
a. Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer tot het einde van de eigen risicoperiode door de werkgever een aanvulling worden betaald boven de wettelijke loonbetaling tot 100% van het netto- inkomen.
b. Indien de arbeidsongeschiktheid na de eigen risicoperiode voort- duurt ontvangt de werknemer gedurende de ziekteperiode een aanvulling op de Ziektewet-uitkering tot 100% van het netto- inkomen.
c. De werkgever is bevoegd om als bepaling in een Plan van Aan- pak als bedoeld in artikel 36 op te nemen dat vanaf de 4de ziekte- melding per kalenderjaar1) bij elke ziektemelding, in afwijking van het hierboven gestelde, over de eerste dag ge´e´n inkomen wordt betaald.
d. Onder netto-inkomen wordt verstaan, het inkomen dat de werk- nemer verdiend zou hebben indien hij normaal gewerkt zou heb- ben.
3. Aanvulling op AAW/WAO.
a. Gedurende het tweede jaar van arbeidsongeschiktheid zal de werkgever de uitkering ingevolge de Wet op de Arbeidsonge- schiktheidsverzekering, eventueel vermeerderd met de uitkering krachtens de WAO-aanvullende arbeidsongeschiktheidsverze- kering als bedoeld in artikel 35 danwel de CAO-SAVAT en in samenhang met uitkeringen krachtens eventuele andere sociale verzekeringswetten waarop betrokkene aanspraak heeft als ge- volg van gebleken ongeschiktheid tot het verrichten van de oor- spronkelijke arbeid, zodanig aanvullen dat bedoelde uitkeringen, vermeerderd met genoemde suppletie en eventueel periode- inkomen, tezamen gelijk zijn aan 100% van het netto-inkomen
1) Artikel 1638c lid 8 van het Burgerlijk Wetboek is onverkort van toepassing.
38
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
dat de werknemer verdiend zou hebben indien hij normaal ge- werkt zou hebben.
b. In het geval werknemer geen aanvullende WAO-uitkering, als bedoeld in artikel 35 van de CAO heeft gesloten, zal de aanvul- ling als hierboven onder a geregeld, verminderd worden met het bedrag dat werknemer van de aanvullende verzekering zou heb- ben ontvangen indien wel gebruik was gemaakt van de WAO aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering.
c. De in dit artikel geregelde aanvullingen vinden plaats onder voorwaarde dat de werknemer de hierboven genoemde resp. bedoelde uitkeringen aan de werkgever c.q. de bedrijfsvereniging overdraagt indien deze prijs stelt op een goede uitvoering van dit artikel.
4. Onverminderd de in de wet aangegeven verplichte minimale loon- betalingen, zijn de in lid 2 en 3 bedoelde aanvullingen niet verschul- digd ten aanzien van de werknemer die:
a. arbeidsongeschikt is geworden door opzet of grove schuld;
b. arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek waar- over hij bij aanvang van het dienstverband de werkgever opzet- telijk valse inlichtingen heeft verstrekt;
c. de wettelijke uitkering wordt geweigerd door het betreffende uitvoeringsorgaan;
x. xxxxxxx medewerking te verlenen aan een door de werkgever gevraagde second opinion van de bedrijfsvereniging.
5. Het bepaalde in lid 2 en 3 is evenmin van kracht indien en voorzo- ver de werknemer met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid jegens een of meer derden een vordering tot schadevergoeding we- gens inkomensderving kan doen gelden. Deze bepaling geldt slechts voorzover de inkomensderving meer bedraagt dan het voor de werk- nemer geldende minimumloon.
Indien en voorzover de werknemer zijn recht op schadevergoeding als hiervoor bedoeld ter hoogte van het bedrag van de in lid 2 en 3 van dit artikel geregelde bovenwettelijke loonbetaling en aanvullin- gen aan de werkgever overdraagt, zal de werkgever aan de werkne- mer voorschotten uitkeren ter hoogte van de loonbetaling en aanvul- lingen, welke de werknemer overeenkomstig het bepaalde in dit artikel van hem zou hebben ontvangen, als hij geen vordering tot schadevergoeding jegens derden had gehad. De op deze wijze door de werknemer genoten voorschotten zullen worden verrekend met wat de werkgever van de derde(n) als schadevergoeding ontvangt.
39
Artikel 35
Collectieve Aanvullende WAO-verzekering
Partijen bij de CAO hebben met betrekking tot een collectieve regeling voor de reparatie van de teruggang in de uitkeringshoogte ten gevolge van de invoering van de Wet TBA, afspraken gemaakt welke zijn neer- gelegd in een afzonderlijke CAO inzake de Stichting Aanvullende Ver- zekeringen bij Arbeidsongeschiktheid in de Textielindustrie (SAVAT).
HOOFDSTUK VIII
ZIEKTEVERZUIM/ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
Artikel 36
Ziekteverzuim
De werkgever in de textielindustrie is verplicht om, in overleg met de Ondernemingsraad een plan van aanpak op te stellen terzake de vermin- dering van het ziekteverzuim in de onderneming.
Daarnaast dient de werkgever in overleg met de OR afspraken te maken over de controle en begeleiding van zieke werknemers.
Voorzover de werkgever geen afspraken heeft gemaakt over controle en begeleiding van zieke werknemers en deze heeft gemeld aan de Vakraad, zullen de bepalingen van artikel 37 van toepassing zijn.
Artikel 37
Controle en begeleiding zieke werknemers
A. Begeleiding.
1. Melding.
Keuze uit drie alternatieven:
a. De zieke werknemer meldt zich telefonisch ziek bij personeelszaken/de administratie en wordt vervolgens door- verbonden met de afdelingschef.
b. De zieke werknemer meldt zich telefonisch ziek bij de chef. Deze geeft de melding door aan personeelszaken/de afdelings- chef.
c. De zieke werknemer meldt zich ziek bij personeelszaken/de afdelingschef. Deze geeft de melding door aan de chef, die dezelfde dag nog telefonisch contact opneemt met de werk- nemer.
Gedragsregel:
Melding dient plaats te vinden vo´o´r 10.00 uur ’s ochtends of, bij afwijkend dienstrooster, vo´o´r het begin van de dienst.
40
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Bij de melding geeft de werknemer zijn verblijf- of verpleegadres op indien dit afwijkt van zijn woonplaats.
2. Kennisgeving Arbodienst. Keuze uit twee alternatieven:
a. Werkgever zorgt ervoor dat alle werknemers enkele ,,eigen verklaringformulieren’’ in bezit hebben. Op de eerste dag van ziekte vult de werknemer de eigen verklaring in en stuurt deze aan de arbodienst.
Gedragsregel:
De werknemer stuurt de eigen verklaring, volledig ingevuld en ondertekend, binnen 24 uur terug aan de arbodienst;
b. Personeelszaken/administratie geeft de ziekmelding terstond door aan de arbodienst. De arbodienst stuurt een rapporteur naar de werknemer die de werknemer enige vragen stelt (dezelfde vragen als die van de eigen verklaring). Hij rappor- teert aan de bedrijfsarts.
NB: De voorkeur gaat duidelijk uit naar a. Daar waar schriftelijke com- municatie een probleem kan opleveren, bijvoorbeeld als veel werkne- mers zich niet goed schriftelijk in het Nederlands kunnen uitdrukken, kan gekozen worden voor b.
Gedragsregel:
Gedurende drie dagen vanaf de ziekmelding dient de werknemer tussen 09.00 uur en 17.00 uur op het opgegeven verblijfadres bereikbaar te zijn voor controle. Indien de werknemer gedurende kortere of langere tijd niet bereikbaar is, dient hij dat te melden aan personeelszaken/administratie.
3. Spoedcontrole.
Onder spoedcontrole wordt verstaan een onaangekondigd bezoek door de bedrijfsarts op het verblijfadres van de zieke werknemer op de dag van xxxxxxxxxxx of de dag daarna.
Spoedcontrole is toegestaan indien de bedrijfsarts gegronde rede- nen heeft om te twijfelen aan de arbeidsongeschiktheid van de werknemer, onder meer blijkend uit:
* het verzuimverleden van betrokkene (eerdere overtredingen);
* frequent kortdurend verzuim zonder aangegeven reden;
* gemotiveerd verzoek werkgever.
Periodiek wordt de personeelsvertegenwoordiging ge¨ınformeerd over het aantal uitgevoerde spoedcontroles.
4. Start begeleiding door arbodienst.
Aan de hand van de eigen verklaring of de rapportage bepaalt de bedrijfsarts de aanpak van de begeleiding. Dat kan (bijvoorbeeld) zijn:
* afwachten;
* huisbezoek;
41
* onderzoek werkplek/werkverhoudingen;
* overleg met chef of anderen;
* contact met de curatieve sector;
* oproepen voor het spreekuur. Huisbezoek vindt plaats op afspraak. Oproep vindt in ieder geval plaats indien:
* de werknemer daarom verzoekt;
* er een vermoeden bestaat van een relatie tussen het werk en de klacht;
* de ziekte langer duurt dan 4 weken;
* werknemer zich voor de 5de maal binnen een jaar ziek meldt;
* de eigen verklaring bij de bedrijfsarts vragen oproept;
* de eigen verklaring niet wordt opgestuurd of de werknemer geen mededeling wil doen over zijn ziekte.
Tijdens het spreekuur kan de bedrijfsarts de werknemer medisch onderzoeken.
Gedragsregels:
Indien de bedrijfsarts de zieke werknemer wil bezoeken dient de werknemer hem te ontvangen op de dag die de bedrijfsarts aan- geeft.
De zieke werknemer is gehouden aan een oproep van de bedrijfs- arts gevolg te geven, tenzij hij tijdig en gemotiveerd laat weten verhinderd te zijn.
Hij is tevens verplicht aan het medisch onderzoek zijn medewer- king te verlenen.
Voorts is de zieke werknemer verplicht de overige aanwijzingen van de bedrijfsarts ten behoeve van herstel na te leven.
5. Sociaal-medisch team.
Het sociaal-medisch team bestaat uit de bedrijfsarts, een functio- naris van personeelszaken en, afhankelijk van de grootte van het bedrijf, de bedrijfsleider en de maatschappelijk werkende. De directe chef kan, indien het team dat wenst, een deel van de bespreking bijwonen.
Het sociaal-medisch team bespreekt alle gevallen waarin de ziekte langer duurt dan 6 weken. Het SMT stelt een hervattingsplan op. Het management zorgt ervoor dat de adviezen van het SMT wor- den uitgevoerd.
Op verzoek van de werknemer houdt de arts bepaalde persoon- lijke gegevens buiten de bespreking in het SMT.
6. Hervattingsplan.
De bedrijfsarts stelt zo snel mogelijk, doch vo´o´r de 13 de week van ziekte, een hervattingsplan op, tenzij hij na onderzoek tot het oordeel komt dat er (nog) geen mogelijkheden zijn tot hervatting bij werkgever.
Het plan wordt opgesteld in samenspraak met de werknemer en de directe chef.
Gedragsregel:
De werknemer is gehouden, medewerking te verlenen bij de
42
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
opstelling van het hervattingsplan en bij de uitvoering van de maatregelen die daarin zijn opgenomen.
B. Claimbeoordeling
7. Ziek of niet ziek?
De werknemer heeft aanspraak op doorbetaling van het loon tot de datum waarop de bedrijfsarts de betrokkene arbeidsgeschikt acht. De bedrijsarts komt niet tot dat oordeel vo´o´rdat hij contact heeft gehad met de betrokken werknemer.
Indien de bedrijfsarts tot de conclusie komt dat de werknemer niet (meer) arbeidsongeschikt is, deelt hij dit schriftelijk mede aan de werknemer en geeft daarbij aan dat hij de werkgever hier- van in kennis zal stellen.
Indien de werknemer hierop niet hervat, bepaalt de werkgever of een sanctie getroffen moet worden.
8. Second opinion.
Indien tussen de werknemer en de bedrijfsarts een geschil van medische aard ontstaat, is betrokkene gerechtigd om bij de be- voegde bedrijfsvereniging een ,,second opinion’’ aan te vragen. Zolang de bedrijfsvereniging nog geen ,,second opinion’’ heeft uitgebracht, wordt het aanvankelijke oordeel van de bedrijfsarts voorlopig gevolgd.
Indien de werkgever zich niet kan verenigen met het arbeidsongeschiktheidsoordeel van de bedrijfsarts is hij gerech- tigd bij de bedrijfsvereniging een ,,second opinion’’ aan te vra- gen. Indien hij van deze mogelijkheid gebruik maakt, blijft hij onverminderd gehouden tot loondoorbetaling tot ten minste de datum waarop het oordeel van de bedrijfsvereniging aan de werk- nemer wordt medegedeeld.
De kosten verbonden aan de ,,second opinion’’ komen voor reke- ning van de aanvragende partij, indien deze niet in het gelijk is gesteld.
Als de ,,second opinion’’ door de bedrijfsvereniging is afgege- ven, wordt deze (voorlopig) ten uitvoer gelegd, behoudens ieders recht om hiertegen in beroep te gaan bij de Kantonrechter.
Gedragsregel:
De werknemer en de bedrijfsarts zijn verplicht aan het onderzoek door de bedrijfsvereniging in het kader van de ,,second opinion’’ hun medewerking te verlenen.
C. Sancties
9. Gedragsvoorschriften.1)
Indien de werknemer een van de in dit protocol vermelde ge-
1) Het bepaalde in artikel 0000x XX blijft onverkort van toepassing.
43
dragsregels zonder geldige reden niet nakomt, doet de bedrijfs- arts hiervan mededeling aan de werkgever.
Indien de overtredingen in aard en aantal zo ernstig zijn dat een verdere begeleiding niet meer mogelijk is, deelt de bedrijfsarts dit mede aan de werkgever en staakt de begeleiding.
Sanctieregel:
De werknemer die zonder geldige reden e´e´n van de in dit proto- col vermelde gedragsregels overtreedt, kan door het bedrijf wor- den geconfronteerd met een sanctie.
Bij de eerste overtreding gedurende een periode van 6 maanden is de werkgever bevoegd de werknemer schriftelijk te waarschu- wen.
Bij elke volgende overtreding van deze gedragsregels in een periode van 6 maanden is de werkgever bevoegd:
* bij de 2e overtreding een half dagloon in te houden;
* bij de 3e overtreding een dagloon in te houden;
* bij de 4e overtreding twee dagen loon in te houden;
* bij de 5de en elke volgende overtreding drie dagen loon in te houden.
* Indien de werknemer in het kader van hetzelfde ziektegeval zonder geldige reden weigert gehoor te geven aan een oproep van de bedrijfsarts,of indien hij weigert mee te werken aan de uitvoering van het hervattingsplan, is de werkgever ge- rechtigd de loondoorbetaling te staken totdat de werknemer zich weer aan de regels houdt.
Alvorens de werkgever een sanctie als hierboven bedoeld, oplegt, meldt hij schriftelijk en gemotiveerd zijn voornemen daartoe aan de werknemer.
Deze krijgt ten minste drie dagen de gelegenheid om mondeling of schriftelijk te reageren op dit voornemen. Na de reactie van de werknemer c.q. na het verstrijken van de termijn deelt de werk- gever zijn besluit aan de werknemer mee.
Artikel 38
Arbodienst
1. De onderneming in de textielindustrie met tenminste 35 werknemers dient vo´o´r 1 januari 1996 een contract te hebben gesloten met een (gecertificeerde) Arbodienst.
2. Overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in de Arbeids- omstandighedenwet dient in het in lid 1 bedoelde contract tenminste het volgende basispakket te worden overeengekomen:
a. medewerking verlenen aan het verrichten en opstellen van de risico-inventarisatie en -evaluatie, waaronder mede begrepen het adviseren daaromtrent;
44
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
b. bijstand verlenen aan de verzuimbegeleiding van zieke werkne- mers;
c. uitvoeren van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek;
d. houden van een arbeidsgezondheidskundig spreekuur;
e. het adviseren en nauw samenwerken met de werkgever, werkne- mers en de OR inzake de genomen en te nemen maatregelen.
HOOFDSTUK IX
POSITIE OUDERE WERKNEMERS
Artikel 39
Oudere werknemers
1. Partijen zullen bevorderen, dat voor werknemers, die gedurende een groot deel van hun leven hun werkkracht in dienst van de textielin- dustrie hebben gesteld en wier capaciteiten gaan verminderen, een redelijke regeling zal worden getroffen zodanig dat e´n hun gevoel van eigenwaarde e´n hun materie¨le positie zo weinig mogelijk wor- den aangetast.
2. De werkgever draagt zorg voor een goed personeelsbeleid en zal daartoe in het kader van het leeftijdsbewuste personeelsbeleid ten- minste twee keer per jaar met de OR onderwerpen bespreken als werkoverleg, functioneringsgesprekken, loopbaanbeleid, taakverrui- ming en taakroulatie.
3. Een werknemer van 55 jaar of ouder is ontheven van de verplichting tot het verrichten van overwerk.
4. Een werknemer van 55 jaar of ouder, doch nog geen 60 jaar oud, die 10 jaar of langer in dienst van eenzelfde werkgever is en die wordt overgeplaatst op medische indicatie, dan wel op grond van techno- logische veranderingen in het bedrijf, waartegen hij tengevolge van zijn verminderde capaciteiten niet meer is opgewassen, zal gedu- rende een periode van 12 maanden geen uit de overplaatsing voort- vloeiend geldelijk nadeel ondervinden.
De werkgever is gerechtigd, na deze 12 maanden het verschil tussen het oude periode-inkomen en het periode-inkomen in de nieuwe functie af te bouwen:
a. De ploegentoeslag die in dit verschil begrepen is wordt in dier voege afgebouwd, dat daarvan nog wordt gecompenseerd:
45
– 80% gedurende 3 maanden, vervolgens,
– 60% gedurende 3 maanden, vervolgens,
– 40% gedurende 3 maanden, en tenslotte,
– 20% gedurende 3 maanden.
b. Het overige verschil wordt in dier voege afgebouwd dat daarvan nog wordt gecompenseerd:
Bij een leeftijd van: | 56 jaar | 57 jaar | 58 jaar | 59 jaar |
75% gedurende | 3 maanden | 4 maanden | 5 maanden | 6 maanden |
50% gedurende | 3 maanden | 4 maanden | 5 maanden | 6 maanden |
25% gedurende | 3 maanden | 4 maanden | 5 maanden | 6 maanden |
NB: Bij het bereiken van de 60-jarige leeftijd wordt de sub a. en b. ver- melde afbouw bee¨indigd.
5. Een werknemer van 57,5 jaar of ouder zal bij plaatsing in een func- tie die in een lagere functiegroep is ingedeeld zijn salaris en het recht op toekomstige salarisverhogingen behouden.
6. Bij overplaatsing van een werknemer van 60 jaar of ouder uit een ploegendienst naar een andere ploegendienst of naar de dagdienst zal de procentuele ploegentoeslag die geldt op het moment van over- plaatsing worden gehandhaafd.
7. Wanneer een werknemer van 60 jaar of ouder op grond van een medische verklaring zijn normale werkzaamheden niet meer kan uit- oefenen kan hij overplaatsing naar een andere functie of een ander werkrooster vragen. Het bepaalde in leden 4 en 5 is dan van over- eenkomstige toepassing.
8. De werknemer van 60 jaar of ouder, die tenminste 10 jaar onafge- broken in ploegendienst werkzaam is bij eenzelfde werkgever, kan op eigen verzoek naar een dagdienstfunctie worden overgeplaatst, indien daarvoor mogelijkheden in de onderneming aanwezig zijn. De ploegentoeslag zal dan vanaf het tijdstip van overplaatsing in dier voege worden afgebouwd dat nog wordt gecompenseerd:
– 75% gedurende 3 maanden, vervolgens,
– 50% gedurende 3 maanden, en tenslotte,
– 25% gedurende 3 maanden.
9. De werkgever zal eventuele uitkeringen krachtens de Ziektewet of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering met het periode- inkomen verrekenen.
46
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 40
(De 32-uursregeling)
1. De werknemer van 59 jaar en ouder die op basis van de normale arbeidsduur werkzaam is wordt op zijn verzoek in de gelegenheid gesteld 4 dagen per week, 32 uur, te gaan werken. Een verzoek hier- toe dient tenminste 6 maanden van tevoren aan de werkgever te wor- den gericht.
De werkgever biedt hiertoe de mogelijkheid tenzij binnen 2 maan- den na ontvangst van het verzoek schriftelijk aannemelijk gemaakt kan worden dat een ree¨le functievervulling of een ree¨le overplaatsing in een andere functie niet mogelijk is voor de resterende werktijd, resp. voor de resterende werktijd geen ree¨le vervanging mogelijk is. Indien de werkgever en de werknemer hierover geen overeenstem- ming bereiken dient dit onverwijld aan de Vakraad gemeld te wor- den.
2. De werknemer, waarop de 32-uursregeling van toepassing is, heeft recht op de navolgende (afwijkende) arbeidsvoorwaarden:
– het salaris bedraagt 32/38 is (afgerond) 85% van het bruto sala- ris bij een 38-urige werkweek;
– de vakantierechten zoals genoemd in artikel 26 lid 2 zullen met uitzondering van sub b, naar rato worden toegepast;
– de pensioenopbouw respectievelijk de VUT-rechten, worden vol- ledig voortgezet, respectievelijk blijven volledig bestaan (zie ook artikel 6);
– de SUT-premie zal worden betaald over het inkomen over 32 uur.
3. De werkgever, in wiens onderneming werknemers werken waarop de 32-uursregeling van toepassing is, zal de stichting SUT hiervan onverwijld in kennis stellen met vermelding van de namen en het bruto-inkomen van betrokkenen bij een 38-urige werkweek.
Artikel 41
Extra uren voor oudere werknemers
1. De werknemer die de leeftijd van 62 jaar heeft bereikt, kan op zijn verzoek per kalenderkwartaal extra vrije uren opnemen met inacht- neming van de volgende regels.
2. De beschikbare vrije uren bedragen voor de werknemer, voor wie de
47
normale wekelijkse arbeidsduur geldt en die op de eerste dag van het kalenderkwartaal de leeftijd van:
– 62 jaar heeft bereikt: 20 uren per kalenderkwartaal.
– 63 jaar heeft bereikt: 32 uren per kalenderkwartaal.
– 64 jaar heeft bereikt: 44 uren per kalenderkwartaal.
3. Een werknemer als bedoeld in het eerste lid, die in een kwartaal gemiddeld minder dan de normale werktijd, doch meer dan 30 uren per week werkt, heeft aanspraak op een proportioneel deel van de in het vorige lid genoemde aantallen uren.
Een werknemer die in een kwartaal gemiddeld 30 uur of minder per week heeft, heeft geen aanspraak op extra vrije uren.
4. De werknemer ontvangt over de extra vrije uren 85% van hetgeen hij verdiend zou hebben indien hij gewerkt zou hebben.
5. De tijden waarop de werknemer de vrije uren opneemt worden in overleg met de werkgever in een kwartaalrooster vastgelegd.
6. De in de voorgaande leden omschreven regeling zal niet cumulatief werken met een eventueel reeds in de onderneming bestaande rege- ling terzake.
7. Maakt de betrokken werknemer binnen het kwartaal hetzij wegens arbeidsongeschiktheid, hetzij vrijwillig, geen gebruik van de extra vrije uren, dan vervalt zijn aanspraak erop.
8. De betrokken werknemer zal niet voor het verrichten van overwerk in aanmerking komen.
9. De extra vrije uren zullen geen invloed hebben op eventuele uitke- ringen ingevolge de Ziektewet en de Werkloosheidswet en evenmin op de uittreding resp. pensionering.
Artikel 42
Pre-pensioneringsverlof
In het jaar voorafgaande aan de toetreding tot de regeling vrijwillig ver- vroegd uittreden of in het jaar voorafgaande aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, kan de werknemer, op zijn verzoek, maxi- maal 5 dagen extra vrijaf met behoud van periode-inkomen opnemen voor het deelnemen aan cursussen ter voorbereiding op de pensionering.
48
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK X
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 43
Vakraad voor de Textielindustrie
1. De bevordering van de algemene invoering en van de getrouwe nale- ving van de bepalingen van deze overeenkomst is opgedragen aan de Vakraad.
2. De Statuten en de reglementen van de Vakraad, alsook de door de Raad met betrekking tot de uitvoering, toepassing of interpretatie van de bepalingen van deze Collectieve Arbeidsovereenkomst vast te stellen reglementen en voorschriften, zijn onderdeel van de Collec- tieve Arbeidsovereenkomst (zie bijlage VI).
3. Waar in deze overeenkomst sprake is van bevoegdheid van de Vak- raad tot het nemen van beslissingen, het verlenen van dispensaties, het toestaan van afwijkingen e.d., geldt dat de desbetreffende uitspra- ken schriftelijk ter kennis worden gebracht van de betrokkenen.
Artikel 44
Sociaal Fonds
1. Er is een Stichting Sociaal Fonds voor de Textielindustrie (nader te noemen Sociaal Fonds) waarvan het bestuur wordt gevormd door de leden van het bestuur van de Vakraad.
De statuten van dit Fonds zijn onderdeel van de Collectieve Arbeids- overeenkomst (bijlage VII).
2. De kosten van de Vakraad en van de Bedrijfscommissie voor de Tex- tielindustrie worden gefinancierd door het Sociaal Fonds. De kosten van de VOC/BETEX kunnen worden gefinancieerd door het Sociaal Fonds.
3. De werkgever is verplicht op eerste aanvrage van de administrateur van het Sociaal Fonds aan dit fonds een bedrag over te maken gelijk aan een door het bestuur van het Sociaal Fonds vast te stellen per- centage van het door hem in zijn onderneming in het laatstverlopen kalenderjaar uitbetaalde arbeidsloon voorzover daarover premie in- gevolge de Werkloosheidswet verschuldigd is.
49
4. Bij de vaststelling van het in het vorige lid bedoelde percentage wordt uitgegaan van een door het bestuur van het Sociaal Fonds op te maken begroting van uitgaven van het Sociaal Fonds ingevolge het bepaalde in lid 2 van dit artikel en van de andere lasten van het Sociaal Fonds enerzijds en van het totaal van de loonsommen waar- over premie ingevolge de Werkloosheidswet verschuldigd is, betaald in het laatstverlopen kalenderjaar door de onder deze bepaling val- lende werkgevers anderzijds.
5. De werkgever is verplicht de Bedrijfsvereniging waarbij hij is aan- gesloten te machtigen het door hem in zijn onderneming in het laatst- verlopen kalenderjaar uitbetaalde arbeidsloon als bedoeld in het 3e lid van dit artikel aan de administrateur van het Sociaal Fonds bekend te maken.
Artikel 45
Kinderopvang
Indien in een onderneming behoefte aan kinderopvang blijkt, zullen op ondernemingsniveau tussen werkgever en de werknemersorganisaties
c.q. de ondernemingsraad, nadere afspraken gemaakt worden met be- trekking tot kinderopvang.
Uitgangspunten hierbij zijn dat:
– kinderopvang in principe toegankelijk zal moeten zijn voor alle medewerkers(sters);
– als maatstaf voor de ouderbijdrage de tabel van het Ministerie xxx XXX zal gelden;
– de opvang zal plaatsvinden in erkende kinderdagverblijven, die vol- doen aan de van kracht zijnde gemeentelijke verordeningen. De modelverordening van de VNG geldt hierbij als het minimaal aan- vaardbare niveau.
Artikel 46
Afwijkingen en dispensaties
1. Het is de werkgever geoorloofd andere schaalsalarissen aan te hou- den dan die welke voortvloeien uit de bepalingen van hoofdstuk VI van deze overeenkomst; de werkgever die van deze bevoegdheid gebruik maakt, is verplicht daarvan onverwijld kennis te geven aan de Vakraad.
2. De Vakraad is bevoegd, indien bijzondere omstandigheden in een onderneming of een groep van ondernemingen daartoe aanleiding geven, afwijkingen van de andere bepalingen van deze overeenkomst toe te staan.
50
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
NB. De Wet op de Ondernemingsraden blijft hierbij onverminderd van toepassing.
Artikel 47
Handhaving gunstiger bepalingen
Salarissen en andere arbeidsvoorwaarden, die afwijken van hetgeen in deze overeenkomst is neergelegd, kunnen niet eenzijdig ten nadele van de werknemers worden gewijzigd.
Artikel 49
Schadevergoeding
1. CAO-partijen dragen hun bevoegdheid ex. artikel 15 (juncto artikel 16) van de Wet CAO 1927 alsmede ex. artikel 3 lid 4 Wet AVV 1937 tot het vorderen van schadevergoeding van de werkgever, die in strijd handelt met de bepalingen van deze CAO, in het bijzonder het bepaalde in de artikelen 13 lid 1, 28 lid 8 en 46 lid 1, over aan de Vakraad voor de Textielindustrie.
2. a. De werkgever die niet, niet tijdig of niet volledig voldoet aan een verzoek van de Vakraad tot het verstrekken van de in de artike- len 13 lid 1, 28 lid 8 en 46 lid 1, bedoelde gegevens, resp. de werkgever die onjuiste gegevens verstrekt, wordt na sommatie en ingebrekestelling een direct opeisbare schadevergoeding aan de Vakraad verschuldigd van maximaal f 10.000,– per overtreding, welke schadevergoeding op eerste verzoek van de Vakraad vol- daan dient te worden.
b. De Vakraad is bevoegd om de hoogte van de ingevolge het vorige lid verschuldigde schadevergoeding vast te stellen.
3. a. De Vakraad wendt de ontvangen schadevergoedingen aan ten behoeve van gemeenschappelijke belangen van werkgevers en werknemers in de Textielindustrie.
b. De Vakraad geeft CAO-partijen jaarlijks een overzicht van de ontvangen schadevergoedingen en van het door hem gevoerde beleid inzake de bevoegdheid als bedoeld in lid 2 sub b, alsmede van de bestemming van de ontvangen gelden.
51
BIJLAGE 1
FUNKTIELIJST + GROEPSINDELING
Groep A: 0 – 291⁄2 pnt. U.G.M.
Bandopmaakster A
Bedienen van een bandopwikkelmachine voor opwikkelen van band of elastiek om een kern. lnstellen van de machine op gewenste lengte en bandbreedte. Kontroleren van het proces. Opheffen van storingen.
Bundelaarster A
Bundels gesneden stoffen gereed maken voor verzending naar ateliers; zo nodig toevoegen van fournituren.
Garendroger A
Machinaal drogen van geverfde strengen wol. Plaatsen van de strengen op stangen en in invoerzijde van de droogmachine hangen of aan de uitvoerzijde droge strengen van de stangen halen en deze op bok plaat- sen.
Inpakster dameskousen/panties (hand) A Met de hand inpakken van kousen/panties in zakjes aan de hand van orderbonnen.
Inpakker onderkleding A
Verpakken van diverse soorten onderkleding in verschillende verpakkin- gen in varie¨rende aantallen aan de hand van ontvangen instrukties.
Uithaler (magazijn) A
Gereedmaken van afnemersorders met behulp van uithaalwagen vanuit voorraadmagazijn gereed produkt aan de hand van afnemersorders.
Groep B: 30 – 491⁄2 pnt. U.G.M.
Afzetter B
Vervangen van volle cops op ringspinmachine door lege hulzen. Verwis- selen van travellers. Herstellen van draadbreuk.
Assembleerder B
Bedienen van assembleermachine voor samenvoegen van 2 draden vanaf cones of klossen tot e´e´n draad. Controleren van het proces. Herstellen van draadbreuken.
Assistente archief/postkamer B
Opbergen van aflegpost, brochures e.d. in archief; uitgeven van archief- stukken.
52
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Verzendgereed maken van uitgaande post. Bedienen van fotokopieer- apparatuur.
Bediener Arachne-machine B
Bedienen van een of meerdere arachne-machines voor fabriceren van non-wovenprodukten van krasvlies en garen. Controleren van het pro- duktieproces. Opheffen van storingen. Vervangen van messen en naal- den.
Bediener-opening B
Xxxxxx, openen en reinigen van ruwe katoen en toevoegen van spin- afval op Tru¨tsschler openingsinstallaties. Bedienen van schakelpaneel. Controleren van het openingsproces. Opheffen van kleine storingen.
Bediener kousenverfmachine (Colorplast) B Bediener van een automatische verf- en droogmachine voor kousen. Controleren van de te verven en geverfde kousen op kwaliteitsfouten en verfresultaat.
Bode B
Verzorgen van in- en uitgaande post, incl. openen, distribueren, sluiten, frankeren.
Beheren van voorraad kantoorbehoeften. Storten en afhalen van gelden.
Bollenwikkelaar B
Bedienen van kambandwikkelmachine voor het vanaf bollen wikkelen van kamband op stangen t.b.v. verfproces.
Breedscheerder B
Bediener van een breedscheermachine voor het scheren van scheer- bomen vanaf cones aan de hand van schriftelijke opdracht. Inzetten van cones en aanknopen van garen. Instellen van de rietbreedte. Controleren van het proces. Herstellen van draadbreuken.
Cilinderdroger B
Op cilinderdroogmachine drogen van gewassen, gebleekt of geverfd doek. Regelen van warmte op droogcilinders. Kontroleren en zo nodig bijregelen van het proces.
53
Groep B: 30 – 491⁄2 pnt. U.G.M.
Kontroleuse dameskousen B
Kontroleren m.b.v. verlicht been van kousen/panties op fouten aan de hand van opgekregen normen; aan de hand van gekonstateerde fouten bepalen of produktie eerste of tweede keus is.
Kontroleuse gereed produkt onderkleding B Kontroleren op naaifouten van door produktie samengestelde eindpro- dukten; apart houden van produkten met herstelbare fouten.
Korveee¨r B
Opruimen, schoonmaken van de twernerijruimten en afblazen van de twernmachines.
Verstrekken van schoonmaakbenodigdheden.
Doubleerder B
Op doubleermachine meerdere draden tot 1 draad samenvoegen en opwinden op cones. Kontroleren van het proces. Herstellen van draad- breuk. Opheffen van kleine technische storingen.
Eindkontroleuse bovenkleding B
Kontroleren en kompleteren van door produktiegroepen samengestelde eindprodukten, bepalen van eerste en tweede keus en bijeenzoeken van volledige orders.
Herstellen van kleine fouten.
Eindkontroleuse panties B
Kontroleren van panties op brei-, naai- en verffouten m.b.v. een keur- tafel; aan de hand van gekonstateerde afwijkingen bepalen of produktie eerste of tweede keus is.
Framer (klossenraambediende) B
Aanvoer van kettinggarens verzorgen voor een gripper-axminsterweef- machine, zowel wol als synthetische garens. Lijmen of knopen van nieuwe klossen.
Getouwpoetser B
Reinigen van weefgetouwen. Schoonhouden van werkvloeren.
Haspelaar B
Met behulp van een haspelmachine garens vanaf cones of klossen op strengen haspelen. Kontroleren van het proces. Herstellen van draad- breuk.
54
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
lnhanger/uithaler (ververij) B
Hangen van strengen wol op stangen t.b.v. verfproces. Plaatsen van geverfde strengen in netten. Voodrogen van strengen met behulp van centrifuge.
lnpakker B
Inpakken van rollen doek in plastic en pakketten doek in papier (volgens ontvangen opgave). Afvoeren naar magazijn.
Groep B: 30 – 491⁄2 pnt. U.G.M.
Inpakster dameskousen/panties (hand/machinaal) B lnpakken met de hand of machinaal van kousen/panties in zakjes aan de hand van orderbonnen.
lnslagspoeler B
Bedienen van meerdere semi-automatische inslagspoelmachines met elk meerdere spillen voor overspoelen van garens op hulzen vanaf cones. Kontroleren van het proces.
Herstellen van draadbreuk.
Kettelaarster sokken B
Bedienen van kettelmachine om sokken en kousen aan teengedeelte te kettelen.
Kontroleren van aangevoerde sokken/kousen op
kwaliteitsafwijkingen. Verhelpen van kleine machinestoringen.
Kettingspoeler B
Met behulp van spoel machines overspoelen van garens van cops op cones. Kontroleren van het proces. Verhelpen van storingen, herstellen van draadbreuk.
Kettingspoeler Schlafhorst autoconer B Bedienen van meerdere kettingspoelmachines voor op cones spoelen van garen vanaf cones. Kontroleren van de werking van de machines. Ver- helpen van spindelstilstand.
Kettingspoeler Schlafhorst autoconer (B stufe) B Bedienen van een of meerdere kettingspoelmachines voor op cones spoelen van garen vanaf cops. Kontroleren van de werking van de machines. Verhelpen van spindelstilstand.
55
Kwaliteitskontroleur kousenbreierij (rond) B Kontroleren, tijdens het produktieproces, van de gebreide kousen op voorkomende fouten aan de hand van kwaliteitsnormen en zo nodig stoppen van fouten veroorzakende breimachine(s).
Kwaliteitskontroleur sokkenbreierij B Kontroleren, tijdens het produktieproces van eindprodukten op brei- fouten. Informeren van breiers en monteurs m.b.t. gekonstateerde afwij- kingen.
Magazijnbediende gefinished doek B Ontvangen, opslaan en verzend gereedmaken van doek met de daaraan verbonden administratie. Kombineren van rollen voor verkrijgen van gevraagde lengte.
Magazijnbeheerder/orderuitzetter B
Gereed maken van afnemersorders vanuit voorraden gereed produkt
t.b.v. de inpaken expeditie-afdeling. Signaleert voorraadtekorten.
Nopster/stopster B
Op kleurtafel met lichtbak doek kontroleren, herstellen van fouten. Ver- richten van onzichtbare stopwerkzaamheden en nopwerk.
Groep B: 30 – 491⁄2 pnt. U.G.M.
Opmaker B
Afpassen van gekeurd doek op gewenste lengte. Afknippen van vereiste aantal slagen doek en opvouwen van de afgepaste lump.
Orderuitzetter B
Bijeenbrengen en afleveren aan inpakafdeling van goederen van uit voorraad gereed produkt aan de hand van orderformuleren.
Orderuitzetter/magazijnbediende B Gereedmaken van bestellingen uit de voorraad gereed produkt aan de hand van bestelbrieven en assisteren bij verlading van te verzenden dozen.
Orderverwerkster B
Uitschrijven van orderformulieren aan de hand van ontvangen gegevens benevens bijhouden van klanten kaartenbestand.
Overlockster B
Bedienen van overlockmachine voor het verrichten van op stationskaart opgegeven overlockwerkzaamheden. Verhelpen van kleine machinesto- ringen.
56
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Pantynaaister B
Bedienen van een 3-draad/1-naald naaimachine, waarop panties met en zonder kruisje worden genaaid. Verhelpen van kleine machinestoringen.
Poetser B
Stof verwijderen van plafond en weefgetouwen middels perslucht. Ver- zamelen en afvoeren van stof.
Ruwdoekkeurder/opmaker B
Keuren van ruwdoek m.b.v. een keur/meettafel op weeffouten. Noteren van fouten op keurrapport en aangeven of doek 1e of 2e keus is.
Schoonmaker/smeerder B
Schoonhouden van rondbrei-afdeling m.b.v. autom. schrob-, dweil- en droogmachine.
Vullen van oliereservoirs van centrale smeersystemen.
Smeerder weverij B
Smeren en kontroleren van weefgetouwen en Unifill-apparatuur volgens schema.
Uitvoeren van reparaties aan smeersystemen, nippels en olieleidingen. Melden van grote afwijkingen.
Groep B: 30 – 491⁄2 pnt. U.G.M. Snelnaaister/zoomster B
M.b.v. een snelnaaister zomen van lakens in diverse breedtes aan de hand van schriftelijke opdrachten. Vervangen van lege klossen naaigaren en gebroken naainaalden.
Sokkenvormer Heliot B
Bedienen van een vormmachine met automatische in- en uitvoer van te vormen, c.q. gevormde sokken. Verwisselen naar vormen.
Sorteerder/pareninlegger B
Kontroleren, sorteren en tot paren formeren van kousen en sokken aan de hand van voorgeschreven normen.
Spoeler B
Bediener van een eenzijdige spoelmachine voor overspoelen van wol en synthetische garens van grote klossen op kleine. Kontroleren van het proces. Herstellen van draadbreuk.
57
Spoeler B
Bedienen van rolwinderspoelmachines om jute garen van spinklossen op kluwens te spoelen. Verhelpen van storingen.
Spoelster (spiromat) B
Bedienen van spoelmachine om vanaf strengen garens over te spoelen op plateaus.
Spoelster (streng in kan) B
Bedienen van spoelmachine om vanaf strengen garens over te spoelen in kannen.
Stikster bovenkleding B
Bedienen van platstikmachine om onderdelen van bovenkledingstukken te stikken.
Kontroleren van aangevoerde delen op fouten. Verhelpen van kleine machinestoringen.
Stikster (lingerie) B
Bedienen van plastikmachine om onderdelen van lingerie te stikken of produkten te bewerken (zomen, biezen) aan de hand van opgaven op stationskaart. Verhelpen van kleine machinestoringen.
Strengenspoeler B
Met behulp van een haspelmachine overspoelen van garens, zowel wol als synthetisch, van cones en cops op strengen. Kontroleren van het pro- ces. Herstellen van draadbreuk.
Stukken aannaaien/opdokker B
Aan elkaar naaien van partijen doek en deze oprollen middels een opdokmachine aan de hand van schriftelijke opdracht, kontroleren van de werking van de machine.
Groep B: 30 – 491⁄2 pnt. U.G.M.
Transporteur B
Transporteren van goederen middels palletwagen of elektrocar. Laden en lossen van vrachtwagens. Schoonhouden van transportmiddelen. Regis- treren van uitgaande stukken.
Trenster B
Bedienen van trensmachine met autom. afslag voor het verrichten van trenswerkzaamheden aan dames-, heren- en kindergoed. Kontroleren of de aangevoerde fournituren in overeenstemming met de opgave zijn. Verhelpen van kleine machinestoringen.
58
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Twijner/spoeler B
Bedienen van twijn- en spoelmachine om twee spindraden tot e´e´n draad samen te voegen en vervolgens op te spoelen op kruisspoelen. Verhel- pen van storingen.
Typiste B
Aan de hand van konsepten typen van brieven in de nederlandse taal. Opbergen van administratieve bescheiden. Zo nodig bijhouden van voor- raad drukwerk, enveloppen, briefpapier e.d.
Voller B
Bedienen van 2 waterbassins voor het vollen van strengen wol. Bewa- ken van vol proces (looptijd en temperatuur).
Voorspinner B
Bedienen van Xxxxxxx voorspinmachines om verdeelstoellonten door rek- ken en twisten te verwerken tot bayergaren. Kontroleren van het proces. Opheffen van storingen.
Vouwster B
Vouwen en bundelen van geborduurde lakens en slopen op vouwtafel. Kontroleren van borduur-, naai- en weeffouten. Bepalen of laken 1e of 2e keus wordt volgens normen.
Vouwster/inpakster B
Vouwen en inpakken van flanellen lakens en slopen in plastic zakken en dozen.
Kontroleren van lakens en slopen op fouten; bepalen van 1e of 2e keus. Bestellen van verpakkingsmateriaal.
Groep C: 50 – 691⁄2 pnt. U.G.M. Aandraaier/ontspanner C
Met elektrische knoopmachine aandraaien van nieuwe kettingbomen aan garen van afgeweven kettingboom. Brengen van nieuwe boom in het weefgetouw. Aandraaien van garen. Kontroleren van de werking van de aandraai-installatie. Opheffen van storingen.
Administratiefassistente C
Bijhouden voorraadadministratie gereed produkt d.m.v. bijboeken van orderbonnen en retourbonnen en afboeken van afgiftebonnen. Zo nodig uitschrijven van orderformuleren en verrichten van faktureer- werkzaamheden.
59
All-round breier dameskousen (rond) C Afwisselend bedienen van diverse typen (xxxxxxx, Xxxxx, Lonati, Kovo) rondbreimachines ter vervaardiging van kousen, panties en steunkousen met en zonder hiel, versterkte teen en versterkingsdraad. Opzoeken en verhelpen van storingen.
Bandscheerder C
Bedienen van een volautomatische bandscheermachine voor het scheren van kettingbomen vanaf cones; instellen van de machine volgens scheer- rapport. Kontroleren van de werking van de machine. Opheffen van sto- ringen. Overbomen van banden op kettingboom.
Bandwever C
Bedienen van een aantal naaldweefgetouwen voor weven van band. Kontroleren van de werking en het produkt. Verrichten van herstelwerk- zaamheden; vervangen van naalden. Markeren van fouten.
Bediende latex C
Verrichten van werkzaamheden aan een latexmachine m.b.v. het van latex voorzien, drogen, dubbelbacken of lamineren van foam. Kontrole- ren en regelen van het machineproces.
Bediener Kalandermachine C
Bewerken van stoffen met in de kalanderij aanwezige machines, o.a. kalandermachines, droogkast, snijmachine, decatiseermachine aan de hand van op de partijkaarten aangegeven werkzaamheden. Verhelpen van kleine storingen aan machines.
Bediener krassen Illcyl./verdeler/voorspinner C Bedienen van een groep high speed Rieterkrassen met vlokvoeding, verdeelstoelen en voorspinmachines, om ruwe katoen te openen, te rei- nigen, tot een lont samen te voegen, te doubleren en te verspinnen tot bayergaren. Bedienen van schakelpanelen.
Kontroleren van de produktieprocessen. Opheffen van storingen.
Bediener krassen IIl-cyl. (vlokvoeding) C Bediener van een groep high speed Rieterkrassen met vlokvoeding om ruwe katoen te openen, te reinigen en tot een lont samen te voegen. Kontroleren van het produktieproces. Herstellen van lontbreuk en ophef- fen van kleine storingen.
Groep C: 50 – 691⁄2 pnt. U.G.M.
Bediener krassen IIl-cyl. (wikkelvoeding) C Bedienen van een groep Rieterkrassen met wikkelvoeding om ruwe katoen te openen, te reinigen en tot een lont samen te voegen. Kontro- leren van het produktieproces en herstellen van lontbreuk en opheffen van kleine storingen.
60
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Bedienster boekhoudmachine C
Bedienen van boekhoudmachine voor het aan de hand van voorgeko- deerde stukken in rekening-courant boeken van kas-, banken girostukken, in- en verkoopfakturen.
Verrichten van typewerk en het uitwerken van overzichten en staten.
Beheerder ruwgarenmagazijn C
Ontvangen, kontroleren, opslaan en afgeven van ruwe garens. Verrich- ten van algemene ververijwerkzaamheden.
Boomscheerder C
Bedienen van een kettingscheermachine om aan de hand van ontvangen opdrachten bomen met verschillende garensoorten in te scheren.
Borduurder (automaten) C
Bedienen van een groep borduurautomaten voor het aanbrengen van borduurmotieven op lakens en slopen. Kontroleren van werking van pro- ces en tijdig van kleur verwisselen.
Opheffen van storingen. Bundelen gereed produkt.
Breedwasser C
Bedienen van een continubreedmachine voor wassen van dralon en polyestervezels.
Gebruiksgereedmaken van chemikalie¨n. Kontroleren van het proces, zonodig bijstellen.
Breier dames kousen (rond) C
Bedienen van een aantal Moretta-breimachines ter vervaardiging van dameskousen/ panties met en zonder hiel, versterkte teen en versterkings- naad. Opzoeken en verhelpen van storingen.
Groep C: 50 – 691⁄2 pnt. U.G.M.
Xxxxxx Xxxxxxxx (rond) C
Bedienen, afhankelijk van soort en kwaliteit te breien produkt, van een aantal rondbreimachines (film jacquard met relie¨f-, uni- en ringel- rondbreimachines Opzoeken en verhelpen van storingen.
Breier sokken C
Bedienen, in teamverband, van een aantal dubbelcilinder sokken- breimachines.
Kontroleren van gebreid produkt. Opzoeken en verhelpen van storingen.
61
Continuverver (band) C
Bedienen van een continuverfinstallatie en thermofixeerkasten van ver- ven, fixeren en krimpvrij maken van band. Kontroleren en regelen van het proces. Opheffen van storingen.
Continuverver C
Bedienen van een hotflue verfmachine voor het semi-continu verven van doek.
Regelen van temperaturen, snelheden en luchtdruk op perswalsen en verftanks.
Kontroleren van het proces.
Kontroleuse /stopster (tapijt) C
Op stoptafel kontroleren en herstellen van fouten in tapijten. Inzetten van nieuwe draden.
Verwijderen van smeer en olievlekken. Aangeven niet te herstellen fou- ten.
Cordsnijder C
Bedienen van cordsnijmachine voor doorsnijden van pooldraden. Plaat- sen van naalden en messen. Kontroleren van proces. Aan elkaar naaien van partijen doek.
Draadbreukwaarnemer C
Verrichten van draadbreuk- en toerenopnames in spinnerijen, voorberei- ding en weverijen ter bewaking van de efficiency. Aankruisen van machinedelen, welke veel storingen veroorzaken. Maken van multimo- mentopnames.
Droger (losmateriaal) C
bedienen van de wolband droogmachines, transportband en pers t.b.v. drogen van diverse losse materialen (wol en synthetisch). Kontroleren van het proces. Tot balen persen van gedroogd materiaal.
Eindkeurster C
Middels keurtafels keuren van diverse doeksoorten overeenkomstig de eisen. Markeren van fouten. Administratief registreren van keurings- resultaten.
Groep C: 50 – 691⁄2 pnt. U.G.M.
Facturiste C
Typen van terzaken doende gegevens van kopie-orderbonnen op de fak- turen benevens aan de hand van prijslijst berekenen van totaal prijs reke- ning houdende met eventuele kortingen en verzendkosten.
62
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Haspelverver C
Met collegas’s bedienen van een groep open haspelkuipen voor verven van diverse materialen. Aanvoeren van te verven stukken. Aaneen- stikken van meerdere stukken.
Kontroleren en regelen van het proces. Spoelen van geverfde stukken. Berwerkte stukken afvoeren.
Heftruckchauffeur C
Met vorkheftruck verplaatsen van doek en machines, laden en lassen van vrachtwagens. Bedienen van klemheftruck voor transport van katoenba- len, garens en gedeeltelijke doektransport.
Heftruckchauffeur/chauffer bestelwagen C Met vorkheftruck verzorgen van intern transport (grondstoffen en pro- dukten), laden en lossen van vrachtauto’s. Balen, kisten, pallets opslaan in magazijn. Met personenauto of lichte bestelwagen personeel vervoe- ren, goederen halen en brengen.
H.T.-verver C
Bedienen van enkele verfmachines met geprogrammeerde besturing voor verven van stukken doek aan de hand van receptkaarten. Gereedmaken van chemicalie¨n. lnstellen van machine en programmabesturing. Kontro- leren en regelen van het proces en opheffen van storingen. Geverfde stoffen spoelen en afvoeren.
lntekenaar/knipper bovenkleding C lntekenen en uitknippen m.b.v. elektrische schaar en handsnijmachine van onderdelen van bovenkleding aan de hand van kniporders. Bepalen op welke wijze zo voordelig mogelijk kan worden geknipt.
lntekenaar/snijder C
lntekenen en met behulp van lintmes uitsnijden van patronen van pyama’s/nachthemden op papier en stof aan de hand van snijorders. Bepalen op welke wijze zo voordelig mogelijk gewerkt kan worden onder gebruikmaking van knipkaarten.
Groep C: 50 – 691⁄2 pnt. U.G.M. Kambandwasser/droger C
Kontroleren van bollen wol op kleurverschillen. Wassen van wol met behulp van water en zeep door de bollen af te wikkelen, door wasbak te leiden en op te wikkelen. Drogen van de wol met behulp van droogtrom- mel.
63
Kamrijger C
Inrijgen van kettinggaren in kammen (8 tot 20 schaften) met gebruikma- king van kam in rijgmachine aan de hand van schriftelijke instrukties. Zo nodig riet inrijgen.
Kantinebeheerder C
Bestellen, opwarmen en verstrekken van kant- en klaarmaaltijden. Zet- ten en serveren van koffie en thee. Bewaken van assortiment voorraad. In gereedheid brengen van vergaderruimten. Schoonmaken kantine, vergaderruimten en afwassen.
Kleurmaker C
Samenstellen, aan de hand van receptuurvoorschriften, van basis- verdikkingen en stamkleuren t.b.v. de verfmakerij.
Krasser (jute) C
Bedienen van break- en krasmachine en verdeelstoel om lonten te ver- vaardigen t.b.v. de spinmachines. Kontroleren van de machine en ver- helpen van storingen.
Machinesmeerder/onderhoudersman C Smeren van machines volgens smeerschema. Verhelpen van kleine sto- ringen aan machines, verwisselen van onderdelen e.d. Voorraden smeer- middelen op peil houden.
Magazijnbediende (gereed produkt) C In voorraad nemen en opslaan van gerede produkten (karpetten). Expeditiegereed maken van partijen aan de hand van computerlijsten. Verzendgereed maken van stalen t.b.v. klanten of vertegenwoordigers.
Medewerker kwaliteitsdienst sokken C Kontroleren van door breiers periodiek doorgegeven meetkousen. Kontroleren van geproduceerde sokken. Kontroleren van parenleggen en juist opzetten van sokken/kousen. Attenderen op veelvuldig voorko- mende afwijkingen.
Nopster/stopster C
Herstellen van aangegeven fouten in te behandelen stukken (gordijn- en kledingstoffen), zoals instoppen van inslagdraden, vervangen van fou- tieve draden, uitstoppen van knopen, uithalen van vreemde vezels e.d.
Openend spinner C
Bedienen van meerdere openend spinmachines om verdeelstoellonten te spinnen tot op cones gewonden garen. Kontroleren van de werking van de machines. Herstellen van draadbreuken.
64
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Groep C: 50 – 691⁄2 pnt. U.G.M.
Ponstypiste C
Vertolken van numerieke en alfabetische gegevens in ponskaarten m.b.v.
I.B.M. 24 ponsmachine en I.B.M. 29 kontroleponsmachine onder ge- bruikmaking van zelfgeponste programmakaarten voor het overnemen van standaardgegevens.
Portier C
Zorg dragen voor bewaking en brandbeveiliging; ontvangen en door- bemiddelen van bezoekers. Bedienen van kode-oproepinstallaties. Behe- ren van E.H.B.O.-uitrusting, kontrolepanelen voor brandsignalering en energieuitval, alsmede sleutelkast. Kontroleren in- en uitgaande perso- nen. Verlenen E.H.B.O. Afsluiten kantoren e.d.
Ringbankspinner C
Met behulp van ringbanken op pijpen spinnen van gekleurd katoen- en synthetisch voorgaren vanaf walsen. Kontroleren van het spinproces. Herstellen van draadbreuk.
Ringspinner C
Bedienen van een ringspinmachine voor op cops spinnen van wollen voorgaren.
Kontroleren van het proces. Herstellen van draadbreuk, smeren van tra- vellers.
Ringspinner C
Bedienen van ringspinmachine voor op cops spinnen van voorgaren. Kontroleren van het proces. Herstellen van draadbreuk. Vervangen van travellers en opheffen van kleine technische storingen.
Ringspinner/afdraaier/afzetter C
Met behulp van meerdere ringspinmachines op bayers gewonden voorga- ren door rekken en twisten verwerken tot ketting c.q. inslaggaren. Kontroleren van het spinproces. Opheffen van storingen.
Ringspinner III-cylinder C
Bedienen van meerdere ringspinmachines om bayergaren door rekken en twisten te verwerken tot ketting-, c.q. inslaggaren. Kontroleren van het spinproces. Opheffen van storingen.
Ruwer C
Bedienen van meerdere ruwmachines voor e´e´n- of tweezijdig ruwen van doek.
65
Kontroleren van het proces. Opheffen van storingen.
Groep C: 50 – 691⁄2 pnt. U.G.M.
Schrobbelaar (halfautomatisch) C
Bedienen van halfautomatische machine-assortiment om door voeden met wol, kunstwol en andere vezels voorspinsels te maken. Kontroleren van verwerkingsprocessen.
Spinner C
Bedienen van meerdere vleugelspinmachines (100 spindels) om jute- verdeelstoellonten door rekken en twisten tot spinklassen te verspinnen. Verhelpen van storingen.
Spinner (grof) C
Bedienen van 1 a` 2 grofspinmachines voor op cops spinnen van verdeel- stoellonten.
Kontroleren van het proces. Herstellen van lont- en draadbreuk. Vervan- gen van travellers en opheffen van kleine technische storingen.
Spinner/spoeler (oogstgarens) C
Bedienen van meerdere spin- en spoelmachines om Sisal tot oogstgarens te verspinnen en vervolgens volle spinschijven op kruisspoelen over te spoelen. Verhelpen van storingen.
Stopper tufted tapijt C
Kontroleren van en herstellen van onregelmatigheden in door tuftmachine geproduceerd tapijt. Fouten herstellen met stopapparaat. Assisteren bij kwaliteitswisseling.
Tapijtappreˆteerder C
Bedienen van een coatingmachine met droog-, stoom- en lijmfunktie voor appreˆteren of geven van speciale bewerkingen aan diverse tapijt- stukken. Bepalen van bewerkingsvolgorde. Kontroleren en regelen van het proces. Opheffen van storingen.
Tapijtkontroleur C
Kontroleren van tapijten op een keurtafel en kwalificeren van de stuk- ken. Herstellen van lichte kwaliteitsvolkomenheden. Registreren van niet te herstellen fouten en noteren van de lokatie. Volgens normen kwa- lificeren van gekontroleerde stukken.
Touwslager C
Bedienen van meerdere touwslagbanken om touw van verschillende dik- ten, door het in elkaar draaien van 3 a` 4 strengen getwijnd garen, te ver- vaardigen. Verwisselen van machine-onderdelen bij wijziging van doorloopsnelheden. Verhelpen van storingen.
66
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Transporteur/weger (algemeen) C
Verzorgen van het wegen en transporteren van halffabrikaten in de fijn- en grofspinnerij. lndelen van werkvolgorde. Berekenen van netto- halffabrikatengewichten.
Groep C: 50 – 691⁄2 pnt. U.G.M.
Twijner C
Bedienen van twijnmachines met automatische afslag voor samenvoegen van 2 draden vanaf klossen tot e´e´n draad op cones. Kontroleren van het twijnproces. Opheffen van storingen.
Twijner (effekt) C
Bedienen van een aantal twijnmachines voor het twijnen van effect- garen. Kontroleren van het proces. Verhelpen van storingen.
Twijner ring- en dubbeldraadstwijnmachine C Bedienen van een groep ringtwijn- en dubbeldraadstwijnmachines voor het samenvoegen van 2 draden vanaf cones tot e´e´n draad op hulzen of cones. Kontroleren van het twijnproces. Opheffen van storingen. Vervan- gen van lege cones door volle.
Verdeler/voorspinner C
Op meerdere verdeelstoelen en voorspinmachines kwas- en kammachine- lonten doubleren en verspinnen tot voorgaren. Bedienen van schakel- panelen. Kontroleren van produktieproces. Opheffen van storingen.
Viltmaker C
Bedienen van viltmachine om jute te openen en d.m.v. vliesvorming en aanhechting van bepaald gewicht per lengte-eenheid tot vilt te verwer- ken. Verhelpen van storingen.
Vlechter C
Bedienen van een groep vlechtmachines met meerdere gangen voor vlechten van elastisch en niet-elastisch band. Kontroleren van het vlecht- proces en bij elastisch band de afloop van de rubberklossen. Opheffen van storingen.
Voorspinner C
Bedienen van meerdere verdeelstoelen met 3 passages voor mengen, doubleren en strekken van wol en synthetisch garen vanaf bollen of pak- ken. Kontroleren van het proces en opheffen van storingen.
67
Xxxxx (elastisch band) C
Bedienen van een aantal dobby bandweefgetouwen voor het weven van elastisch band. Aanvoeren van voorgeschreven inslagspoelen. Kontrole- ren van het weefproces, werking van apparatuur en rubberspanning. Opheffing van storingen.
Groep C: 50 – 691⁄2 pnt. U.G.M.
Xxxxx (jute) C
Bedienen van meerdere Sulzer-weefmachines, waarop in verschillende breedtes en volgens opgave jute ketting- en inslaggarens tot doek wor- den verweven. Verhelpen van storingen.
Wolmaler/voorwerker C
Samen met (hulp) wolmaler verzorgen van wolmaalproces door bedie- ning, c.q. kontrole op de werking van de apparatuur, openen van aange- voerde balen, verdelen van grondstof op mengbed, aanmaken smout, regelen van voedingsinstallaties.
Groep D: 70 – 891⁄2 pnt. U.G.M.
Aandraaier (bont) D
Zowel met de hand (boucle´ garens) als met elektrische knoopmachine aandraaien van nieuwe kettingbomen aan diverse soorten garens van afgeweven kettingbo(o)m(en).
Kontroleren van de werking van het proces. Opheffen van storingen.
Administrateur stukweverij D
Vastleggen en verwerken van produktie-informatie t.b.v. optimale produktievolgorde en gebruik van kapaciteit en tijdig informeren van centrale administratie. Omzetten van ordergegevens in werkopdrachten en indelen hiervan. Meewerken bij het opstellen van produktieplanning. Bijhouden kaartsysteem van stalen en recepten. Verstrekken aan en betrekken van informatie van klanten over leveringen en klachten.
Administratief medewerker (Krediteurenadm.) D Narekenen en voor akkoord paraferen van ontvangen fakturen benevens overnemen op krediteurenkaarten. Uitzoeken van betalingsverschillen. Inboeken van inkoopfakturen naar kostenplaats en kostensoort. Verrich- ten van boekhoudkundige kontrolewerkzaamheden.
Bandleidster D
In samenwerking met een 15-tal naaisters verrichten van stikwerk- zaamheden aan dames- en kinderbovenkleding. Zorgen voor de aanvoer te bewerken delen bij de bewerkingsplaatsen en afvoer bewerkte delen. Mede bewaken van de kwaliteit van de verrichte werkzaamheden.
68
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Bandwever jacquard D
Bedienen van een aantal jacquard bandweefgetouwen voor het weven van festons en galons. Aanvoeren van voorgeschreven inslag. Kontrole- ren van het weefproces en apparatuur. Opheffen van storingen.
Bediener spanraam D
Bedienen van een spanraamkombinatie middels schakelpaneel en meet- instrumenten voor drogen, appreˆteren, stabiliseren, spannen en fixeren van bontgeweven doek.
Kontroleren van het proces; bijregelen van diverse afstellingen.
Xxxxxxxx spanraam met xxxxxxx en draadrichter D Middels schakelpaneel en meetinstrumenten bedienen van spanraam met foulard en draadrichter voor nat en droog stabiliseren, appreˆteren, span- nen en fixeren van diverse soorten doek. Kontroleren van het proces; bij- regelen van diverse afstellingen.
Beheerder verfstoffenmagazijn D
Beheren van verfstoffenmagazijn. Afwegen volgens recepturen van de diverse verfstoffen. Bewaken van voorraden.
Breedbleker D
Bedienen van een breedbleekmachine voor separaat of in kombinatie uit- voeren van doekbewerkingen als: logen, bleken, uitkoken, zepen, spoe- len, wassen, optisch witmaken. Kontroleren en regelen van proces.
Groep D: 70 – 891⁄2 pnt. U.G.M.
Breier/inrijger Raschel D
Produktiegereedmaken van Raschel-breimachines (uni-, patroon-, fallblech- of Vollschussmachines) door inrijgen of aanknopen van de garens. Bedienen van door monteur ingestelde en ingewerkte machines. Opzoeken en verhelpen van storingen.
Breier Raschel D
Bedienen van door monteur ingestelde en ingewerkte Raschel- rondbreimachine (unipatroon-, Fallbech- of Vollschussmachines). Op- zoeken en verhelpen van storingen.
Dekenwever jacquard D
Bedienen van een aantal spoelloze jacquard-weefmachines voor weven van gedessineerde stoffen. Kontroleren van de werking. Opheffen van storingen. Vervangen van onbruikbare jacquardkaarten.
69
Eindkontroleur (pluche) D
Middels een kontroletafel keuren van gefinished doek op weefsel- en finishfouten.
Merken van doek bij fouten. Bepalen van 1e of 2e keus volgens normen.
Fakturenkontroleur(se) D
Kontroleren van inkoopfakturen, zowel rekenkundig als aan de hand van orders en koderen van de fakturen naar kostenplaats. Informeren bij leveranciers bij faktuurafwijkingen.
Hoofdspanner D
Samen met hulpen bedienen van een vlakke spanraammachine met meerdere velden, appreˆteerbaden en thermofiseer- en spanfunktie; ver- werken van natuurlijke en kunstmaterialen. Kontroleren van verwerkings- proces.
Jiggerverver D
Bedienen van meerdere Jiggermachines voor verven van diverse soorten doek.
Kontroleren en regelen van het proces.
Laborante garenlaboratorium D
Testen van garens, lonten en wikkels op verschillende eigenschappen
m.b.v. testapparatuur overeenkomstig de gestelde eisen. Xxxxxxxxxxx van chef bij grote variaties in de diverse kwaliteitsaspekten.
Losnemer/monteur D
Verrichten van losneemwerkzaamheden aan diverse spinnerijmachines; demonteren, vet- en stofvrij maken, smeren en verrichten van kleine reparaties. Kontroleren van technische konditie van onderdelen, smeer- systemen, instellingen van machinedelen en de nodige korrekties aan- brengen.
Groep D: 70 – 891⁄2 pnt. U.G.M.
Molenboener D
Demonteren, schoonmaken en slijpen van molenassortimenten en garni- turen. Afvoeren van afval, schoonmaken van machines, ringketels en hulpapparatuur. Assisteren bij inzetten van garnituren en smeren van schrobbelaar.
Spanraambediener D
Bewerken, ter voorbehandeling van het bedrukken en ter nabehandeling van bedrukking of finishing van stoffen op een spanraam. Verhelpen van storingen aan machine.
70
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Stalen-drukker D
Middels tafel, sjablonen, takels en verfstoffen maken van stalen voor de rotatiedrukkerij en monsterkollektie overeenkomstig schriftelijke op- gave.
Stenotypiste (nederlands) D
Opnemen en uitwerken van brieven in de nederlandse taal, c.q. uittypen van gekoncipieerde brieven. Verrichten van administratieve werkzaam- heden van registrerende aard.
Stenotypiste (nederlands + 1 moderne taal) D
Opnemen en uitwerken van brieven in de nederlandse + 1 moderne taal,
c.q. uittypen van gekoncipieerde brieven. Verrichten van administratieve werkzaamheden van registrerende aard.
Sterker D
Bedienen van Xxxxxx sterkmachine voor samenvoegen van garen van scheerbomen tot een weversboom onder aanbrenging van sterkmiddelen. Regelen en kontroleren van het proces. Verhelpen van storingen.
Stoker/nachtwaker D
Verzorgen van stoom- en watervoorziening. Bedienen van 1 of 2 olie- gestookte stoomketels. Verrichten van onderhoudswerkzaamheden in het ketelhuis. Lopen van voorgeschreven kontroleronden door het bedrijf buiten de dagdiensturen en in de weekeinden.
Storingsmonteur sokkenbreimachines D Verhelpen van storingen aan dubbelcilinder rondbreimachines m.b.v. eenvoudige handgereedschappen. Periodiek kontroleren van de goede werking van de machines en het centrale smeersysteem.
Strengbleker J-Box D
Bedienen van een J-Box strengbleekmachine voor bleken van strengen ruwdoek. lmpregneerbaden maken middels chemikalie¨n. Kontroleren en regelen van het proces.
Groep D: 70 – 891⁄2 pnt. U.G.M. Stukkenkeurder/opmaker D
Kontroleren en aangeven van fouten in breisels m.b.v. een keurtafel vol- gens opgegeven normen; keuren van monsterpartijen.
71
Stukkenscheerder gefinished doek D Xxxxxxxx van een kontinuscheerstraat voor het scheren van katoen- veloursweefsels.
Bedienen van hoofdschakelpaneel van regelingsmechanismen. Kontrole- ren van het proces. Opheffen van storingen.
Telefoniste D
Bedienen van centrale, waarop zijn aangesloten ca. 10 in- en uitgaande lijnen voor het tot stand brengen van telefonische verbindingen in binnen- en met buitenland.
Telefoniste/receptioniste D
Bedienen van een centrale, waarop zijn aangesloten ca. 10 in- en uit- gaande lijnen voor het tot stand brengen van telefonische verbindingen in binnen- en met buitenland.
Ontvangen van bedrijfsbezoekers en deze in kontakt brengen met ge- wenste bedrijfsmedewerkers.
Telefonische/receptioniste/telexiste D Bedienen van centrale, waarop zijn aangesloten ca. 10 in- en uitgaande lijnen voor het tot stand brengen van telefonische verbindingen in binnen- en met buitenland.
Ontvangen van bedrijfsbezoekers en hen in kontakt brengen met ge- wenste bedrijfsmedewerkers. Sorteren en distribueren van binnen geko- men telexberichten, uittypen op ponsband en verzenden van uitgaande telexberichten.
Tufter all-round D
Samen met e´e´n of meerdere hulpkrachten bedienen van een tuftmachine. Voorbereiden van kwaliteitswisselingen. Kontroleren van het proces. Kontroleren van eindprodukten; stopapparaat zo nodig bijstellen.
Verver (kamband/garen) D
Bedienen van een aantal automatische en handbediende verfbakken voor het verven van wol in zowel kamband-, kruisspoel- als strengvorm.
Vrachtwagenchauffeur D
Met 20-tons vrachtwagen bezorgen van produkten in Nederland, Belgie¨ en West-Duitsland. Maken van routeschema. Assisteren bij laden en los- sen middels heftruck.
Geven van laadinstrukties aan derden. In ontvangst nemen van geld bij remboursklanten. Verrichten van kleine reparaties aan vrachtwagen.
Xxxxx automaten excenter (wit) D
Bedienen van een groep automatische Dra¨per weefgetouwen voorzien van Unifill voor weven van doek. Kontroleren van produktieproces. Her- stellen van storingen.
72
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Groep D: 70 – 891⁄2 pnt. U.G.M.
Wever broadloom D
Bedienen van jacquardweefgetouwen met klossenrek voor weven van wollen tapijten (effen en gefigureerd) aan de hand van fabrikage-orders. Kontroleren en regelen van het proces. Opheffen van storingen en ver- richten van kleine technische reparaties.
Xxxxx (dobby) D
Bedienen van een groep Saurer 4-kleuren dobby-weefautomaten voor weven van bonte kleding en gordijnstoffen. Kontroleren van de werking van het proces. Opheffen van storingen.
Xxxxx (gripper-axminster) D
Bedienen van 2 gripper-axminster-weefstoelen voor het weven van kar- petten. Plaatsen van jacquardboeken. Kontroleren van het weefproces op weeffouten, bedraden van de pool, kettinginslag en kantklossen. Ophef- fen van storingen.
Wever pluche D
Bedienen van meerdere dubbeldoeks pluche weefgetouwen voor weven van pluchestoffen. Kontroleren van weefprocessen. Herstellen van garen- breuk. Aanbrengen van merkdraden bij bepaalde lengte.
Wever Picanol Unifill D
Bedienen van een groep Picanol automatische weefgetouwen met Uni- fill voor weven van doek van diverse kwaliteiten. Kontroleren van pro- duktieproces. Herstellen van storingen.
Wever smalle jacquard moquette D Bedienen van jacquardweefgetouw met xxxxxxxxxx voor weven van wol- len tapijten (effen en gefigureerd) aan de hand van fabrikageorders. Kontroleren en regelen van het proces. Opheffen van storingen en ver- richten van kleine technische reparaties.
Xxxxx spoelloze getouwen D
Bedienen van een aantal spoelloze weefmachines met conekasten voor het weven van kledingstoffen. Kontroleren van de werking van de machines en het doek. Opheffen van storingen.
Xxxxx (Sulzer) D
Bedienen van een groep weefmachines voor weven van doek van di- verse kwaliteiten.
73
Kontroleren van het produktieproces. Korrigeren van inslagbreuken. Herstellen van storingen.
Groep E: 90 – 1091⁄2 pnt. U.G.M. Aandraaier/klaarzetter E
Met behulp van hulpgereedschappen aanbrengen van kettinggarens op weefgetouwen.
Klaarzetten en aandraaien van wollen en polyester kostuumgarens op spoelloze getouwen. Na gereedmaken getouw voorweven verzorgen.
Administratie medewerker(ster) (debiteurenadm.) E Opzoeken van debiteurenkaarten aan de hand van ontvangen betalings- adviezen en de betreffende bedragen kontroleren. Invullen van inkasso- formulieren van buitenlandse betalingen. Uitsturen van reminders naar banken en statements naar agenten bij uitblijven van inkassobetalingen.
Baas garenmagazijn E
Leiding geven aan meerdere magazijnmedewerkers voor ontvangst, op- slag en kontrole van gekloste garens, bevoorrading van produktie- afdelingen. Indelen van het werk en geven van instrukties. Voeren van magazijnadministratie.
Bandwerker/monteur (onderhoud en ontwikkeling) E
Aanmaken van nieuwe en repareren van kapotte machine-onderdelen
m.b.v. werkplaatsapparatuur, zoals boor-, draai-, en freesmachine, las- apparatuur en handgereedschap. Assisteren bij ombouw of aanpassing van produktiemachines aan de hand van initie¨ring van de afdeling tech- nische ontwikkeling.
Bediener reproapparatuur E
Reproduceren van rapporten, formulieren, staten, dagbulletins, tekenin- gen e.d., m.b.v. offsetdrukkopieerinstallatie (lichtunit voor transfers en aluminiumplaten), fotokopieerapparatuur en vloeistofduplikator bene- vens het verrichten van inbindwerkzaamheden.
Chef snijzaal E
In samenwerking met ca. 25 ondergeschikten (intekenaars, oplegsters en bunderlaarsters) regelen van werkzaamheden in de snijzaal; verzorgen van de stofaanvoer, opleggen en intekenen van patronen, snijden van de stoffen en per order bundelen en wegleggen van de gesneden stoffen aan de hand van ontvangen knipschema’s.
Fakturenkontroleur/adm.medewerker (inkoop) E Kontroleren van inkoopfakturen, zowel rekenkundig als aan de hand van orders.
74
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Koderen van de fakturen naar kostenplaats. Opstellen van verzend- adviezen en -dokumenten voor retourzendingen. Administratief kontro- leren van ontvangen leveringen.
Groep E: 90 – 1091⁄2 pnt. U.G.M.
Laborante ververij/finishing E
Uitvoering geven aan repeterende werkzaamheden op chemisch- analytisch gebied gericht op textielonderzoek en kleurechtheden volgens vaste procedures. Samenstelling van ketelvoedingswater bepalen.
Monteur airconditioning E
Uitvoeren van onderhouds- en afregelingswerkzaamheden aan verwarmings- en airconditioningsinstallatie, alsmede regelen en kontro- leren van de vochtigheid. Periodiek in bedrijf stellen van 2 automatisch gestookte pijpketels, alsmede de krachtvoorziening en de water- en persluchtvoorziening. Kontroleren van de bijbehorende meet- en regel- apparatuur en zo nodig bijregelen. Verrichten van de- en montage- werkzaamheden aan airconditionings- en besturingsleidingen.
Monteur/bankwerker inpakmachine E Technisch onderhouden, omstellen, instellen, repareren en smeren van kousen- en panty-inpakmachines (2 grondtypes) aan de hand van ont- vangen werkopdrachten en storingsmeldingen.
Monteur kousenbreimachine (rond) E Omstellen, instellen en repareren van 2- en 3-systemige Morettakousen/ pantybreimachines, e.e.a. aan de hand van af- en instellingsvoorschriften. Oplossen van storingen, welke door de breiers niet kunnen worden ver- holpen.
Monteur naai- en speciaalmachines E Onderhouden, omstellen, instellen en repareren van o.a. flatlock-, overlock-, zoom-, elastiek naaitriple kettingsteek-, trens-, stik-, knoopsgaten- en kettingsteekmachines.
Ontvangt werkopdrachten en storingsmeldingen. Bijhouden van onderdelenvoorraad.
Monteur Raschel-breimachines E
Voorbereiden van nieuwe dessins op de Raschel-breimachines en in- breien van de machines aan de hand van brei-opdrachten en inrijg- rapporten. Verhelpen van storingen van machinetechnische aard.
75
Monteur sokkenbreimachines E
Omstellen, instellen en repareren van een aantal dubbelcilinder rondbrei- machines.
Oplossen van storingen, welke door de breiers niet kunnen worden ver- holpen.
Groep E: 90 – 1091⁄2 pnt. U.G.M. Magazijnmeester (gereed produkt) E
In samenwerking met magazijnbediende verzorgen van de voorberei- ding, opslag en verzending van in atelier vervaardigde produkten naar afnemers. Verrichten van kontrole- en administratief registrerende werk- zaamheden.
Magazijnmeester (grondstoffen/halffabrikaat) E In samenwerking met meerdere magazijnbedienden verzorgen van de ontvangst, opslag en uitgifte van grondstoffen en halffabrikaten, verrich- ten van kontrole- en administratief registrerende werkzaamheden.
Metaalbewerker/onderhoudsmonteur E Maken van machine-onderdelen vanaf tekeningen of voorbeeld. Mede repareren van produktiemachines. Assisteren bij afstellen en repareren van centrifugeer-, droog- en verfmachines.
Onderhouds(storings)monteur E
Verrichten van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan openings- installaties, voorspinmachines en ring/twijnmachines, w.o. met automa- tische copsafzetinrichting.
Lokaliseren van storingen. Kontroleren van juiste werking van machine- park. Aanhouden van onderdelenvoorraad. Veranderen van machine- instellingen bij andere garensoorten/nummers.
Operator (computer) E
Zorg dragen voor een tijdige verwerking van diverse op ponskaart opge- nomen gegevens m.b.v. een centrale computereenheid en bijbehorende nevenapparatuur aan de hand van schriftelijke instrukties.
Operatrice autom. boekingsapparatuur E Bedienen van office-computer, c.q. delen daarvan volgens bedieningsin- strukties ter bewerking van fakturen, ponskaarten, rappels. Schakelt ter vervaardiging van de gewenste output zo nodig randapparatuur in.
Tijdschrijver E
Verwerken van diverse produktiegegevens in daarvoor bestemde werk- rapporten.
Registreren van aan- en afwezigheid van werknemers.
76
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Timmerman E
Verrichten van timmerwerk als reparatie, nieuwbouw, veranderingen in fabrieken, kantoren en bedrijfswoningen. Bedienen van diverse houtbewerkingsmachines. Maken van schetsen. Verrichten van eenvou- dig metsel- en schilderwerk. Onderhouden van machines en gereed- schappen.
Groep E: 90 – 1091⁄2 pnt. U.G.M. Verwarmingsmonteur/energie-installatiemonteur E
Verzorgen van aanleg, onderhoud en reparaties aan stoomketels, water- voorziening, lucht, airconditioning, brandpreventie en delen van hydrau- lische installaties aan de hand van mondelinge en/of schriftelijke op- drachten. Bedienen van meerdere semi-automatisch gasgestookte ketels, water- en persluchtvoorziening. Kontroleren van werking van appara- tuur.
Xxxxx xxxxxxxx-velours/moquette E Bedienen van 1 of meer weefgetouwen voor weven van trijp- meubelstoffen. Kontroleren van het weefproces. Opheffen van storingen. Bijstellen en verwisselen van jacquardkaarten.
Wever pluche (automaat) E
Bedienen van een groep spoelloze pluche-automaten met dubbel ketting- systeem en snij-inrichting voor het weven van pluchegordijnstoffen. Kontroleren van weefproces.
Herstellen van storingen.
Groep F: 110 – 1291⁄2 pnt. U.G.M.
Afdelingsonderhoudsmonteur F
Technisch verzorgen van apparatuur en machines in de droogappreˆteerde- rij; verrichten van installatie, onderhoud, revisie en reparatie (volgens vast schema).
Afdelingssekretaresse F
Sorteren van binnenkomende post. Opnemen, eventueel in steno, van brieven, verslagen, mededelingen e.d., c.q. uittypen van gekoncipieerde brieven in overwegend de nederlandse taal en e´e´n moderne taal. Bijwo- nen, als notuliste, van afdelingsvergaderingen. Bijhouden agenda chef en afdelingsarchief.
77
Bedrijfsmonteur F
Verzorgen van aanleg, onderhoud en reparaties op het gebied van stoom- ketels, watervoorziening, machines en gebouwen. Voert onderhoudswerk- zaamheden uit en heft storingen op aan twijnmachines, spoelmachines, kettingscheermachines en onderdelen van getouwen.
Elektricie¨n (kracht- en lichtstroom) F Onderhouden en installeren van licht- en krachtstroominstallaties in machines en gebouwen. Treffen van noodvoorzieningen. Verrichten van preventief onderhoud.
Repareren van eenvoudige besturingen. Opstellen en aansluiten van motoren. Bouwen van schakelpanelen volgens schema’s.
Getouwsteller Xxxxxxx (met dobby en Unifill) F Kontroleren aan de hand van checklist van dobby-weefgetouwen op weeffouten, afstellingen en technisch funktioneren. Opheffen van storin- gen. Maken van nieuwe patroonkaarten voor de dobbywerking. Instru- eren van nieuwe wevers.
Getouwsteller (pluche) F
Leiding geven aan werkzaamheden van meerdere (pluche)wevers. Kontroleren van geweven pluche en geven van instruktie. Opsporen en verhelpen van storingen.
Demonteren en monteren van weefgetouwen t.b.v. onderhoud en repara- tie. Verrichten van bijbehorende administratie.
Groep F: 110 – 1291⁄2 pnt. U.G.M.
lnstrukteur vormerij F
Vaktechnisch instrueren van nieuw vormerij (kousen) personeel. Samen- stellen van instruktieschema’s aan de hand van kwaliteits- en produktie- gegevens. Beoordeling van de prestaties van nieuwe medewerkers.
Machinesteller (weefmachines) F
Stellen en repareren van Sulzer-weefmachines. Kontroleren van de wer- king van de diverse machine-onderdelen. Opsporen en verhelpen van storingen; demonteren en monteren van onderdelen. Verrichten van pre- ventief onderhoud.
Medewerker algemene zaken F
Verzorgen van rondleidingen door het bedrijf van binnen- en buiten- landse gasten met inbegrip van de daaraan verbonden administratieve werkzaamheden. Bijhouden van leden- en financie¨le administratie van de personeelsvereniging.
78
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Medewerker procesbeheersing F
Verrichten van chemische- en mechanisch-technische kontrole- werkzaamheden van produkten (doeksoorten, baden) en aan produktie- machines voor de ververij en finishing.
Xxxxxxxxxxx bevindingen in verslagen.
Medewerker ververij/finishing laboratorium F Samenstellen van verfrecepten t.b.v. ververij aan de hand van kleur- opgave en doeksoort. Maken van monsterstaal, zo nodig bijnuanceren. Op receptkaart bijzonderheden vermelden omtrent behandeling. Oplos- singen zoeken voor verftechnische problemen. Overleggen met finish- recept samensteller over te nemen maatregelen.
Bijhouden van receptenmap en toevoegen van verslagen bij nieuwe pro- cedures.
Monteur jacquardbreimachines (rond) F Onderhouden, omstellen, instellen en repareren van rondbreimachines (film-, jacquard-, uni- en ringelrondbreimachines). Maken van kontrole- ronden langs de machines en bewaken van de produktiekwaliteit. In- strueren van nieuwe breiers.
Onderhoudsmonteurs finishing F
Verrichten van reparatie-, onderhoud-, nieuwbouw- en uitbreidingsop- drachten aan machines en installaties in de finishafdeling. Vervaardigen van machine-onderdelen.
Bedienen van werkplaatsmachines. Afstellen druk- en temperatuurmeters.
Groep F: 110 – 1291⁄2 pnt. U.G.M.
1e Rotatiedrukker F
In samenwerking met voorwerker en drukkers m.b.v. een Storkrotatie- drukmachine bedrukken van verschillende stofsoorten met meerdere kleurstofgroepen.
Spoel- en twijnmachinemonteur F
Uitvoeren van onderhouds-, reparatie- en revisiewerkzaamheden aan machines en apparatuur. Opsporen van storingen. Demonteren, reinigen, instellen en monteren.
Uitwisselen van elektronische units. Beheren van een werkvoorraad reserve-, wisselonderdelen.
Tekenaar F
Verrichten voor e´e´n van de vakgebieden (werktuigbouw, elektrotech- niek, meet- en regeltechniek, bouwkunde) van tekenwerkzaamheden
79
m.b.t. ontwerpen, aanpassen of wijzigen van nieuwbouwprojekten. Op aanwijzing van groepsleider, c.q. konstrukteur ontwerptekeningen, principeschema’s e.d., maken en na goedkeuring de definitieve tekenin- gen. Maken van eenvoudige berekeningen.
Groep G: 130 – 1491⁄2 pnt. U.G.M.
Administrateur personeelsdienst G In samenwerking met assistenten verzorgen van de gehele personeels- administratie benevens diverse formaliteiten m.b.t. in- en uit dienst tre- den van personeelsleden.
Opstellen van diverse personeelsoverzichten. Aanvragen van sociale uit- keringen en behandelen van schadegevallen. Regelen van aktiviteiten voortvloeiend uit jubilea, pensioneringen, personeelsavonden e.d. Op- stellen van personeelsadvertenties en verzorgen van plaatsingen.
Assistent budgetafdeling G
Medewerker aan het tot stand komen van exploitatiebudgetten en de geprognotiseerde exploitatie-, verlies- en winstrekening. Mede beoorde- len van de door de afdelingschefs opgestelde begrotingen. Verwerken van de diverse financie¨le gegevens t.b.v. opstelling van financie¨le over- zichten, rapporten e.d. Assisteren bij, c.q. verrichten van bijzondere kostenonderzoekingen.
Baas stopperij G
Leiding geven aan ± 25 medewerkers m.b.t. kontrole en stopperij- werkzaamheden. lndelen van het werk, regelen van spoedorders en ver- richten van eindkontrole.
Xxxxxxxxx xxx xxxxxxxxxxxx.
Colorist(e) (drukkerij) G
Maken van kleurstellingen voor bestaande en nieuwe dessins, alsmede het laten maken van kleurstalen door drukkerij. Ontwerpen van kleur- stellingen met meerdere kleurkombinaties onder gebruikmaking van max. 8 verschillende kleuren. lndelen van de werkzaamheden op de proefdrukmachine en kontroleren van de proefstalen. Vaktechnisch toe- zicht uitoefenen op meerdere stalenmakers.
Direktiesekretaresse G
Sorteren en selekteren van de direktiepost. Opnemen in steno van brie- ven, verslagen en mededelingen of van ontvangen koncepten uittypen van brieven, rapporten en mededelingen in de nederlandse en moderne talen. Aannemen en afhandelen van voor direktie bestemde telefoonge- sprekken. Bijhouden van direktie-agenda en archief.
Notuleert O.R.-vergaderingen en werkt deze uit.
80
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Getouwbaas (Sulzer) G
Technisch onderhoud van een sektie Sulzer weefmachines. Uitvoeren van preventief onderhoud, revisie en reparatie. Kontroleren van de wer- king en zo nodig bijregelen.
Xxxxxxx van werkvoorraad onderdelen, gereedschappen en hulpmidde- len. Regelen van de werkzaamheden binnen zijn groep.
Groep G: 130 – 1491⁄2 pnt. U.G.M.
Hoofdmonteur kousenbreimachines (rond) G Leiding geven aan het uitvoeren van onderhouds-, omstel-, instel- en reparatiewerkzaamheden aan 2- en 3-systemige Morettakousen/panty- rondbreimachines. Bewaken van de technische kondities van de breima- chines en uitproberen van nieuwe dessinmogelijkheden.
Konstruktiebankwerker/onderhouds(storings)monteur G Verrichten van konstruktiebankwerkzaamheden, alsmede opsporen en verhelpen van storingen aan finishingmachines. Assisteren bij opbouw van nieuwe machines in spinnerij en weverij. Maken van nieuwe kon- strukties en uitbreidingen aan bestaande machines/installaties. Bedienen van werkplaatsmachines. lnstrueren van bedieningspersoneel bij nieuwe konstrukties.
Loonadministrateur G
In samenwerking met assistenten verzorgen van de netto- loonadministratie C.A.O.-personeel door het verzamelen, registereren en uitwerken van uur- en loongegevens.
Verzorgen van de personeelsadministratie. Bijhouden van kinderbijslag- en bedrijfsspaarregelingsadministratie.
Magazijnmeester G
Beheren van het doekmagazijn en het regelen van verzending van goe- deren uit dit magazijn (ca. 18 ondergeschikten). Bestellen van vervoer zowel eigen vrachtwagens als extern via afdeling vervoer. Behandelen loonopdrachten binnen concern en naar derden. Doen kontroleren van uitgezette orders. Kontroleren voorrraadmutaties. Administratieve werk- zaamheden van registrerende aard.
Medewerker receptuurbewaking G Beoordelen van kleuren in de diverse produktiestadia en bewaken van de hiertoe benodigde verfreceptuur. Beoordelen van stalen materiaal; kontroleren lab. uitvervingen. In bewerking geven en voortgangskontrole op interne retouren. Adviseren en instrueren van personeel belast met invullen van verfrecepturen en machineinstrukties en ververijpersoneel
81
bij het afstalen en nuanceren. Beheren van receptuurkaarten, naslag- materiaal.
Medewerker reklamepresentatie G Verzorgen van de externe presentatie van de onderneming d.m.v. stand- bouw, decorbouw, onderhoud displayplaatsen, presentatie van de intro- duktie nieuwe produkten, adviseren t.a.v. artikelenpresentatie bij afne- mers. Beheren van voorraad reklamematerialen en het maken van decors voor artikelpresentatie in showrooms en op beurzen.
Bezoeken van afnemers zo nodig adviseren t.a.v. nieuw- of verbouwin- gen m.b.v. displaypresentatie.
Molensteller/baas voorspinnerij G
Leiding geven aan ± 8 medewerkers m.b.t. spinnen van wol en synthe- tische vezels met meerdere assortimenten. Instellen van de machines, proefdraaien en kontroleren.
Verzorgen periodiek onderhoud.
Groep G: 130 – 1491⁄2 pnt. U.G.M.
Planner produktie (detail + kapaciteit) G Uitvoering geven aan de werkzaamheden m.b.t. de kapaciteitsplanning spinnerij, voortgangskontrole inslaggarens, voorraadkontrole spinnerij, detailplanning spoelerij, regelen van verzending garens en de daarbij- behorende administratieve begeleiding.
Planner/voortgangskontroleur G
Verzorgen van de planning en de voortgangskontrole van partijen doek, welke gedraagd, gefinished en gekleurd moeten worden m.b.v. spanra- men, monforisator, kalandermachines, sanforiseermachines, cilinder, droogmachines, watermangel etc., rekening houdend met machinekapa- citeiten, gebruiksmogelijkheden, bewerkingsvolgorden en levertijden.
Produktiebaas voorspinnerij G
Leiding geven aan de werkzaamheden van ca. 23 ondergeschikten in de voorspinnerij (opening installaties, krassen, verdeelstoelen en flyer- voorspinmachines). lndelen van de werkzaamheden aan de hand van ver- kregen produktieprogramma. Kontroleren van de uitvoering. Kontrole- ren machine-instellingen en juiste werking machines; verrichten van kleine reparaties. Bewaken efficiency, inplannen van spoedopdrachten.
Groep H: 150 – 1691⁄2 pnt. U.G.M.
Afdelingschef finish H
Leiding geven aan ± 20 ondergeschikten, welke te finishen doek (gor- dijnen, dekens, kleding en konfektiedoek) wassen, appreˆteren en sche- ren. Verdelen van werk aan de hand van bewerkingsgegevens de planningopgave kontroleren; van de uitvoering.
82
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Kontroleren van machine-onderhoud. Administratief bijhouden van produktiegegevens, chemicalie¨nverbruik e.d. Introduceren en mede op- leiden van nieuw personeel.
Arbeidsanalist H
Verrichten van arbeidstechnische onderzoekingen betreffende bezettin- gen, werkmethoden, werkomstandigheden, werkmiddelen, routing, lay- out e.d., rekening houdende met economische en ergonomische aspek- ten.
Assistent techn. inkoop H
Inkopen, met inbegrip van de daaraan verbonden administratieve hande- lingen, van gangbare technische magazijnvoorraadartikelen, bedrijfskle- ding, huishoudelijke artikelen e.d. Bijhouden van inkoopdokumentatie en technische informatie.
Cheffin konfektie-afdeling (panties) H In samenwerking met ca. 190 medewerkers (naaisters, kontroleuses, verdeelmeisjes en assistentes) zorg dragen, dat aan meerdere soorten panties de voorgeschreven bewerkingen worden vericht aan de hand van ontvangen produktieplan. Indelen van de werkzaamheden en bewaken van de kwaliteit van geleverd werk. Begeleiding van proeven en nieuwe werkmethoden.
Chef jacquardbreierij (rond) H
Leiding geven aan werkzaamheden in een breierij met filmjacquard rondbreimachines, alsmede verzorgen van technisch onderhoud, instel- len en repareren van de rondbreimachines. Indelen van de werkzaamhe- den aan de hand van werkopdrachten van afdeling planning. Samenstel- len van breierskursussen.
Chef vormerij H
Leiding geven aan werkzaamheden in vormerij (ca. 70 medewerkers: vormers, ververs, kontroleurs en ploegbazen) m.b.t. vormen, verven, drogen en kontroleren van kousen.
Bepalen van de werkindeling aan de hand van periodieke planningsop- gave, bewaken van de kwaliteiten van de bewerkte produkten en in goede konditie houden van de afdelingsapparatuur.
83
Groep H: 150 – 1691⁄2 pnt. U.G.M.
Korrespondent H
Opstellen c.q. uittypen van brieven, memo’s, rapporten, overzichten e.d., in de nederlandse + moderne talen aan de hand van konsepten, steno’s en/of aanwijzingen.
Hoofd getouwsteller H
Leiding geven aan meerdere getouwstellers voor onderhoud, reparatie en installatie van weefgetouwen. Indelen van het werk en bepalen van prio- riteiten. Kontroleren van het werk en adviseren bij technische proble- men. Uitvoeren van reparaties en technische proefnemingen aan breima- chine. Registreren van reparatie- en onderhoudswerk en produktie- kwaliteiten.
Hoofdmonteur sokkenbreimachines H Leiding geven aan het uitvoeren van onderhouds-, omstel-, instel- en reparatiewerkzaamheden aan dubbelcilinder sokkenbreimachines. Op- stellen van machinebezetting; indelen van de breiers over de machines. Bewaken van de kwaliteit van de geproduceerde sokken en de techni- sche kondities van de breimachines. Bijhouden van voorraad garens, machine-onderdelen e.d.
Kwaliteitsfunktionaris ververij/finishing H Bewaken van ververij/finishingkwaliteiten, signaleren van afwijkingen en adviseren over te nemen maatregelen. Toetsen van kwaliteiten aan bedrijfsnormen, adviseren t.a.v. extra behandelingen of eventueel wijzi- gen van de bestemming van doek.
Kwaliteitsfunktionaris weverij H
Bewaking van garens- en doekkwaliteiten tijdens de produktiefasen, sig- naleren van afwijkingen en adviseren over te nemen maatregelen. Toet- sen van kwaliteiten aan de bedrijfsnormen, adviseren t.a.v. extra behan- delingen. In overleg opstellen van sterkrecepten voor nieuwe partijen.
Ontwerpster bovenkleding H
In samenwerking met assistenten vervaardigen van ontwerpen, waartoe de ideee¨n en andere gegevens, zoals b.v. kleuren in teamverband worden aangedragen en het produktie gereedmaken van goedgekeurde ontwer- pen. Maken van patronen voor eerste monsters en modellen uit door breiers vervaardigde stoffen.
Ploegbaas weverij (axminster) H
Leiding geven aan weverijwerkzaamheden (ca. 40 wevers, hulpwevers en garenomzetters). lnstrueren omtrent werkindeling en te produceren karpetten. Bewaken van kwaliteit. Kontroleren van produkt, met name bij dessinverandering. Verrichten van de nodige administratie betref-
84
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
fende o.m. xxxxxxxxxxx, rendementen. Begeleiden van (hulp)wevers- opleiding.
Groep H: 150 – 1691⁄2 pnt. U.G.M.
Programmeur (komputer) H
Volgens ontvangen opdrachten, richtlijnen en gedetailleerde dokumenta- tie voorbereiden, opstellen, invoeren en begeleiden van komputerpro- gramma’s. Opstellen van stroomschema’s en blokdiagrammen, ontwer- pen van inputformulieren en koderingssystemen. Uitvoeren van testprogramma’s en zo nodig het aanpassen hiervan. Opstellen van bedieningsinstrukties. Wijzigen, c.q. aanpassen van bestaande programma’s.
Tekenaar/konstrukteur H
Verrichten van konstruktietechnisch tekenwerk m.b.t. uitbreiding en ver- betering van bestaande installaties en nieuwbouwprojekten. Verrichten van de nodige metingen, maken van berekeningen, stuklijsten en kosten- berekeningen.
Werkvoorbereider/kalkulator H
Voorbereiden van te verrichten onderhoudswerkzaamheden op mecha- nisch en elektronisch gebied en het maken van de bijbehorende voorkal- kulaties. Voert na afloop van de werkzaamheden nakalkulatie uit en zoekt eventuele afwijkingen uit.
Groep I: 170 – 1891⁄2 pnt. U.G.M.
Administrateur disponibel/dispositie I Uitvoering geven aan de werkzaamheden m.b.t. evalueren van binnen- gekomen klantenorders, interne orders en het disponeren van orders door kombinatie van klantenorders tot bewerkingsorders met inbegrip van anticiperen op eventuele verdere bestellingen. Kontroleren van levertij- den en verstrekken van op de orders betrekking hebbende informatie aan verkoop.
Baas elektro I
In samenwerking met meerdere elektromonteurs verrichten van voorbe- reidende en uitvoerende werkzaamheden op elektronisch gebied m.b.t. onderhouds-, reparatie-, uitbreidings- en wijzigingswerkzaamheden aan elektrische kracht- en zwakstroominstallaties, pneumatische en elektro- nische meet- en regelapparatuur.
85
Chef technische dienst I
Leiding geven aan technisch personeel (bankwerkers, elektromonteurs, smid, timmerman en ketelhuisbediende) voor het verrichten van installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan produktie- machines, ketelinstallatie en kleine bouwkundige werkzaamheden. Be- heren van onderdelenmagazijn. Voorbereiden van nieuwbouw- werkzaamheden.
Deklarant I
Verzorgen van het douanetechnisch in- en uitklaren van technische bedrijfsgoederen. Klaarmaken van benodigde dokumenten, bezoeken van douane i.v.m. visitatie en bespreken van geschillen. Regelen van binnen- en buitenlands vervoer.
Hoofd technische dienst I
Leiding geven aan ± 20 medewerkers belast met werktuigbouw- en bouwkundige werkzaamheden m.b.t. onderhoud en reparatie van ketelhuisinstallatie; installatie, onderhoud en reparatie van produktie- apparatuur en kleine reparaties aan gebouwen.
Opstellen van programma’s voor onderhoud.
Hoofd weverij I
Leiding geven aan ± 30 ondergeschikten, incl. kader, m.b.t. werkzaam- heden in wasserij, ververij en centrifugeerderij. Regelen van de ploeg- samenstellingen en indelen van de werkzaamheden aan de hand van ordergegevens. Bepalen van te gebruiken machines. Verzorgen van klantenkontrakten m.b.t. leveringsdata en kleurproblemen. Uitschrijven van verfrecepten volgens laboratoriumgegevens en klantenstaten; toet- sen van verfresultaten na proefdraaien.
Groep I: 170 – 1891⁄2 pnt. U.G.M.
Meet- en regeltechnikus (elektronika) I Uitvoeren van elektronische en meet- en regeltechnische werkzaamhe- den als nieuwbouw, onderhoud en reparatie aan elektronische appara- tuur. Lokaliseren van storingen en opheffen hiervan. Treffen van nood- voorzieningen. Repareren van units. Adviseren omtrent onder- houdsschema’s. Wijzigen van bestaande installaties. Testen nieuw aan- geboden apparatuur. IJken meet- en regelapparatuur.
Opleidingsfunktionaris I
Overdragen van textieltheoretische kennis op leerlingen, alsmede de begeleiding van de vaktechnische instruktie m.b.v. schoolinstrukteurs en afdelingsinstrukteurs. Organiseren van theoretische en maatschappelijke vorming van minderjarige leerlingen.
86
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Personeelsfunktionaris I
Meewerken aan een verdere uitdieping en konkretisering van het per- soneelsbeleid en ondersteunen van de afdeling leiding bij de uitvoering hiervan. Adviseren t.a.v. personeelsplanning op korte en lange termijn. Initie¨ren van wervingskampagnes en selekteren van nieuw personeel, begeleiden van overplaatsingen. Behandelen van persoonlijke moeilijk- heden door individueel advieswerk of door inschakeling van externe instanties.
Ploegbaas ververij I
Leiding geven aan werkzaamheden van ca. 25 medewerkers in de ver- verij, blekerij, wasserij, voorbereiding en verfkamer. Indelen van de werkzaamheden en kontroleren van de uitvoering. Uitvoeren van kleine reparaties en inschakelen van technische dienst. Bewaken van efficiency. Bewaken van veiligheidsvoorschriften. Instrueren van personeel.
(Sous)chef spinnerij I
Via bazen en voorwerkers leiding geven aan ca. 60 ondergeschikten
m.b.t. maken van geverfde wolvezels, voorspinnen van garen, fijn- spinnen van voorgesponnen garen en overspoelen, doubleren, twijnen en coneren van fijngesponnen garen. Kontroleren van produktieresultaten, bewaken van redementen, bewaken van veiligheidsvoorschriftennale- ving.
Werkvoorbereider/projektleider I
Verrichten van voorbereidende werkzaamheden m.b.t. de bouw van nieuwe en verbeteren van bestaande installaties, alsmede de kontrole bij de uitvoering van deze projekten aan de hand van de opgestelde plan- ning. Neemt projekt in bedrijf en draagt het over aan produktie.
87
BIJLAGE IIA
Salarisschalen bij betaling per kalendermaand.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Leeftijd 16 | 1195 | 1205 | 1217 | – | |||||
17 | 1384 | 1395 | 1410 | 1426 | – | ||||
18 | 1573 | 1586 | 1602 | 1621 | 1639 | – | |||
19 | 1761 | 1776 | 1794 | 1815 | 1836 | 1855 | – | ||
20 | 1950 | 1966 | 1986 | 2010 | 2033 | 2054 | 2105 | – | |
21 | 2139 | 2156 | 2179 | 2204 | 2230 | 2253 | 2309 | 2371 | – |
22 | 2327 | 2347 | 2371 | 2399 | 2426 | 2451 | 2512 | 2580 | 2664 |
23 | 2516 | 2537 | 2563 | 2593 | 2623 | 2650 | 2716 | 2789 | 2880 |
24 | 2664 | 2718 | 2795 | 2872 | 2981 | ||||
25 | 2795 | 2880 | 2966 | 3106 | |||||
26 | 2966 | 3059 | 3275 | ||||||
27 | 3158 | 3362 | |||||||
28 | 0000 | ||||||||
Xxxxxxxxxxx 0 | 2516 | 2537 | 2563 | 2593 | 2664 | 2795 | 2966 | 3158 | 3455 |
1 | – | 2562 | 2593 | 2625 | 2715 | 2870 | 3046 | 3241 | 3549 |
2 | – | 2623 | 2659 | 2779 | 0000 | 0000 | 0000 | 3651 | |
3 | – | 2697 | 2843 | 3016 | 3204 | 3412 | 3738 | ||
4 | – | 2904 | 3128 | 3281 | 3504 | 3834 | |||
5 | – | 3161 | 3363 | 3587 | 3926 | ||||
6 | – | 3443 | 3671 | 4027 | |||||
7 | – | 3766 | 4117 | ||||||
8 | – | 4212 |
88
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE IIA
Salarisschalen bij betaling per 4 weken.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Leeftijd 16 | 1103 | 1112 | 1124 | – | |||||
17 | 1277 | 1288 | 1301 | 1317 | – | ||||
18 | 1451 | 1464 | 1479 | 1496 | 1514 | – | |||
19 | 0000 | 0000 | 0000 | 1676 | 1695 | 1712 | – | ||
20 | 1800 | 1815 | 1834 | 1855 | 1877 | 1896 | 1943 | – | |
21 | 1974 | 1991 | 2011 | 2035 | 2059 | 2079 | 2131 | 2188 | – |
22 | 2148 | 2166 | 2189 | 2214 | 2240 | 2263 | 2319 | 2381 | 2461 |
23 | 2322 | 2342 | 2366 | 2394 | 2422 | 2446 | 0000 | 0000 | 0000 |
24 | 2459 | 2509 | 2581 | 2650 | 2751 | ||||
25 | 0000 | 0000 | 0000 | 2867 | |||||
26 | 2738 | 2824 | 3023 | ||||||
27 | 2916 | 3104 | |||||||
28 | 0000 | ||||||||
Xxxxxxxxxxx 0 | 2322 | 2342 | 2366 | 2394 | 2459 | 2581 | 2738 | 2916 | 3188 |
1 | – | 2365 | 2394 | 2423 | 0000 | 0000 | 0000 | 2992 | 3276 |
2 | – | 0000 | 0000 | 0000 | 2713 | 2881 | 3073 | 3370 | |
3 | – | 2490 | 2624 | 2784 | 2957 | 3150 | 3451 | ||
4 | – | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 3538 | |||
5 | – | 2919 | 3105 | 3312 | 3624 | ||||
6 | – | 3179 | 3389 | 3718 | |||||
7 | – | 3477 | 3800 | ||||||
8 | – | 3889 |
89
BIJLAGE IIB
Salarisschalen bij betaling per kalendermaand, geldende voor de periode vanaf 1 oktober 1995.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Leeftijd 16 | 1201 | 1211 | 1224 | ||||||
17 | 1391 | 1403 | 1407 | 1433 | |||||
18 | 1581 | 1594 | 1610 | 1629 | 1648 | ||||
19 | 1770 | 1785 | 1803 | 1824 | 1845 | 1864 | |||
20 | 1960 | 1976 | 1996 | 2020 | 2043 | 2064 | 2116 | ||
21 | 2150 | 2168 | 2190 | 2215 | 2241 | 2264 | 2321 | 2383 | |
22 | 0000 | 0000 | 0000 | 2411 | 2438 | 2463 | 2525 | 2593 | 2677 |
23 | 2529 | 2550 | 2576 | 2606 | 2636 | 2663 | 2730 | 2803 | 2894 |
24 | 2677 | 2732 | 2809 | 2886 | 2996 | ||||
25 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | |||||
26 | 2981 | 3074 | 3291 | ||||||
27 | 3174 | 3379 | |||||||
28 | 0000 | ||||||||
Xxxxxxxxxxx 0 | 2529 | 2550 | 2576 | 2606 | 2677 | 2809 | 2981 | 3174 | 3472 |
1 | 2575 | 2606 | 2638 | 2729 | 2884 | 3061 | 3257 | 3567 | |
2 | 2636 | 2672 | 2793 | 2955 | 3137 | 3346 | 3669 | ||
3 | 2710 | 2857 | 3031 | 3220 | 3429 | 3757 | |||
4 | 2919 | 3144 | 3297 | 3522 | 3853 | ||||
5 | 3177 | 3380 | 3605 | 3946 | |||||
6 | 3460 | 3689 | 4047 | ||||||
7 | 3785 | 4138 | |||||||
8 | 4233 |
90
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE IIB
Salarisschalen bij betaling per 4 weken, geldende voor de periode vanaf 1 oktober 1995.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Leeftijd 16 | 1109 | 1118 | 1130 | – | |||||
17 | 1284 | 1295 | 1308 | 1323 | – | ||||
18 | 1459 | 1471 | 1486 | 1504 | 1521 | – | |||
19 | 1634 | 1648 | 1664 | 1684 | 1703 | 1721 | – | ||
20 | 1809 | 1824 | 1842 | 1865 | 1886 | 1905 | 1953 | – | |
21 | 1985 | 2001 | 2022 | 2045 | 2069 | 2090 | 2142 | 2200 | – |
22 | 0000 | 0000 | 0000 | 2226 | 2250 | 2274 | 0000 | 0000 | 0000 |
23 | 2334 | 2354 | 2378 | 2406 | 2433 | 2458 | 2520 | 2587 | 2671 |
24 | 2471 | 2522 | 2593 | 2664 | 2766 | ||||
25 | 2594 | 2671 | 2752 | 2882 | |||||
26 | 2752 | 2838 | 3038 | ||||||
27 | 2931 | 3119 | |||||||
28 | 0000 | ||||||||
Xxxxxxxxxxx 0 | 2334 | 2354 | 2378 | 2406 | 2471 | 2594 | 2752 | 2931 | 3204 |
1 | – | 2377 | 2406 | 2435 | 2519 | 2661 | 2826 | 3007 | 3292 |
2 | – | 2433 | 2466 | 2578 | 2727 | 2895 | 3088 | 3387 | |
3 | – | 2502 | 2637 | 2798 | 2972 | 3166 | 3468 | ||
4 | – | 0000 | 0000 | 0000 | 3250 | 3556 | |||
5 | – | 2934 | 3121 | 3329 | 3642 | ||||
6 | – | 3195 | 3406 | 3737 | |||||
7 | – | 3494 | 3819 | ||||||
8 | – | 3908 |
91
BIJLAGE IIC
Salarisschalen bij betaling per kalendermaand, geldende voor de periode vanaf 1 januari 1996.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Leeftijd 16 | 1207 | 1217 | 1230 | – | |||||
17 | 1398 | 1410 | 1424 | 1440 | – | ||||
18 | 0000 | 0000 | 0000 | 1637 | 1656 | – | |||
19 | 1779 | 1794 | 1812 | 0000 | 0000 | 0000 | – | ||
20 | 1970 | 1986 | 2006 | 2030 | 2053 | 2074 | 2127 | – | |
21 | 2161 | 2179 | 2201 | 2226 | 2252 | 2275 | 2332 | 2394 | – |
22 | 2351 | 2371 | 2395 | 2423 | 2450 | 2475 | 2538 | 2606 | 2690 |
23 | 2542 | 2563 | 2589 | 2619 | 2649 | 2676 | 2744 | 2817 | 2908 |
24 | 2690 | 2746 | 2823 | 2900 | 3011 | ||||
25 | 2823 | 2908 | 2996 | 3138 | |||||
26 | 2996 | 3089 | 3307 | ||||||
27 | 3190 | 3396 | |||||||
28 | 0000 | ||||||||
Xxxxxxxxxxx 0 | 2542 | 2563 | 2589 | 2619 | 2690 | 2823 | 2996 | 3190 | 3489 |
1 | – | 2588 | 2619 | 2651 | 2743 | 2898 | 3076 | 3273 | 3585 |
2 | – | 2649 | 2685 | 2807 | 2970 | 3153 | 3363 | 3687 | |
3 | – | 2724 | 2871 | 3046 | 3236 | 3446 | 3776 | ||
4 | – | 2934 | 3160 | 3313 | 3540 | 3872 | |||
5 | – | 3193 | 3397 | 3623 | 3966 | ||||
6 | – | 3477 | 3707 | 4067 | |||||
7 | – | 3804 | 4159 | ||||||
8 | – | 4254 |
92
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE IIC
Salarisschalen bij betaling per 4 weken, geldende voor de periode vanaf 1 januari 1996.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Leeftijd 16 | 1114 | 1123 | 1135 | – | |||||
17 | 1290 | 1302 | 1314 | 1329 | – | ||||
18 | 1467 | 1479 | 1494 | 1511 | 1529 | – | |||
19 | 1642 | 1656 | 1673 | 1692 | 1711 | 1729 | – | ||
20 | 1818 | 1833 | 1852 | 1874 | 1895 | 1914 | 1963 | – | |
21 | 1995 | 2011 | 2032 | 2055 | 2079 | 2100 | 2153 | 2210 | – |
22 | 2170 | 2189 | 2211 | 2237 | 2262 | 2285 | 2343 | 2406 | 2483 |
23 | 2346 | 2366 | 2390 | 2418 | 2445 | 2470 | 2533 | 2600 | 2684 |
24 | 2483 | 2535 | 2606 | 2677 | 2779 | ||||
25 | 2606 | 2684 | 2766 | 2897 | |||||
26 | 2766 | 2851 | 3053 | ||||||
27 | 2945 | 3135 | |||||||
28 | 0000 | ||||||||
Xxxxxxxxxxx 0 | 2346 | 2366 | 2390 | 2418 | 2483 | 2606 | 2766 | 2945 | 3221 |
1 | – | 2389 | 2418 | 2447 | 2532 | 2675 | 2840 | 3021 | 3309 |
2 | – | 2445 | 2478 | 2591 | 2742 | 2910 | 3104 | 3404 | |
3 | – | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 3181 | 3485 | ||
4 | – | 2707 | 2917 | 3058 | 3267 | 3575 | |||
5 | – | 2948 | 3136 | 3345 | 3660 | ||||
6 | – | 3210 | 3422 | 3755 | |||||
7 | – | 3511 | 3839 | ||||||
8 | – | 3927 |
93
BIJLAGE IID
Salarisschalen bij betaling per kalendermaand, geldende voor de periode vanaf 1 april 1996.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Leeftijd 16 | 1214 | 1224 | 1236 | – | |||||
17 | 0000 | 0000 | 0000 | 1448 | – | ||||
18 | 1597 | 1610 | 1626 | 1645 | 1664 | – | |||
19 | 1789 | 1803 | 1821 | 1842 | 1863 | 1882 | – | ||
20 | 1980 | 1996 | 2017 | 2040 | 2063 | 2084 | 2137 | – | |
21 | 2172 | 2190 | 2212 | 2237 | 2263 | 2286 | 2344 | 2406 | – |
22 | 0000 | 0000 | 0000 | 2435 | 2462 | 2487 | 2551 | 2619 | 2704 |
23 | 2555 | 2576 | 2602 | 2632 | 2662 | 2689 | 2758 | 2831 | 2923 |
24 | 2703 | 2760 | 2837 | 2915 | 3026 | ||||
25 | 2837 | 2923 | 3011 | 3154 | |||||
26 | 3011 | 3104 | 3324 | ||||||
27 | 3206 | 3413 | |||||||
28 | 0000 | ||||||||
Xxxxxxxxxxx 0 | 2555 | 2576 | 2602 | 2632 | 2703 | 2837 | 3011 | 3206 | 3506 |
1 | – | 2601 | 2632 | 2664 | 2757 | 2912 | 3091 | 3289 | 3603 |
2 | – | 2662 | 2698 | 2821 | 2985 | 3169 | 3380 | 3705 | |
3 | – | 2738 | 2885 | 3061 | 3252 | 3463 | 3795 | ||
4 | – | 2949 | 3176 | 3330 | 3558 | 3891 | |||
5 | – | 0000 | 0000 | 0000 | 3986 | ||||
6 | – | 3494 | 3726 | 4087 | |||||
7 | – | 3823 | 4180 | ||||||
8 | – | 4275 |
94
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE IID
Salarisschalen bij betaling per 4 weken, geldende voor de periode vanaf 1 april 1996.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Leeftijd 16 | 1121 | 1130 | 1141 | – | |||||
17 | 1297 | 1308 | 1321 | 1337 | – | ||||
18 | 1474 | 1486 | 1501 | 1518 | 1536 | – | |||
19 | 1651 | 1664 | 1681 | 0000 | 0000 | 0000 | – | ||
20 | 1828 | 1842 | 1862 | 1883 | 1904 | 1924 | 1973 | – | |
21 | 2005 | 2022 | 2042 | 2065 | 2089 | 2110 | 2164 | 2221 | – |
22 | 2181 | 2200 | 2222 | 2248 | 2273 | 2296 | 2355 | 2418 | 2496 |
23 | 2358 | 2378 | 2402 | 2430 | 2457 | 2482 | 2546 | 2613 | 2698 |
24 | 2495 | 2548 | 2619 | 2691 | 2793 | ||||
25 | 2619 | 2698 | 2779 | 2911 | |||||
26 | 2779 | 2865 | 3068 | ||||||
27 | 2959 | 3150 | |||||||
28 | 0000 | ||||||||
Xxxxxxxxxxx 0 | 2358 | 2378 | 2402 | 2430 | 2495 | 2619 | 2779 | 2959 | 3236 |
1 | – | 2401 | 2430 | 2459 | 2545 | 2688 | 2853 | 3036 | 3326 |
2 | – | 2457 | 2490 | 2604 | 2755 | 2925 | 3120 | 3420 | |
3 | – | 2527 | 2663 | 2826 | 3002 | 3197 | 3503 | ||
4 | – | 2722 | 2932 | 3074 | 3284 | 3592 | |||
5 | – | 2962 | 3151 | 3361 | 3679 | ||||
6 | – | 3225 | 3439 | 3773 | |||||
7 | – | 3529 | 3858 | ||||||
8 | – | 3946 |
95
BIJLAGE IIE
Aanloopschaal als bedoeld in bijlage VIII bij de CAO, bij betaling per kalendermaand, geldende voor de periode tot 1 oktober 1995.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Xxxxxxxx | |||||||||
00 | 971 | 976 | 982 | – | |||||
17 | 1120 | 1125 | 1133 | 1141 | – | ||||
18 | 0000 | 0000 | 0000 | 1303 | 1312 | – | |||
19 | 1449 | 1456 | 1465 | 1476 | 1486 | 1496 | – | ||
20 | 1640 | 1648 | 1658 | 1670 | 1682 | 1692 | 1718 | – | |
21 | 0000 | 0000 | 0000 | 1886 | 1899 | 1911 | 1939 | 1970 | – |
22 | 0000 | 0000 | 0000 | 2119 | 2133 | 2145 | 2176 | 2210 | 2252 |
23 | 0000 | 0000 | 0000 | 2378 | 2393 | 2407 | 2440 | 2476 | 2522 |
96
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE IIE
Aanloopschaal als bedoeld in bijlage VIII bij de CAO, bij betaling per 4 weken, geldende voor de periode tot 1 oktober 1995.
Salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H | I |
Groeps- | 0- | 30- | 50- | 70- | 90- | 110- | 130- | 150- | 170- |
grenzen | 29,5 | 49,5 | 69,5 | 89,5 | 109,5 | 129,5 | 149,5 | 169,5 | 189,5 |
Xxxxxxxx | |||||||||
00 | 896 | 901 | 906 | – | |||||
17 | 1034 | 1038 | 1046 | 1053 | – | ||||
18 | 1181 | 1186 | 1194 | 1203 | 1211 | – | |||
19 | 1338 | 1344 | 1352 | 1362 | 1372 | 1381 | – | ||
20 | 1514 | 1521 | 1530 | 1542 | 1553 | 1562 | 1586 | – | |
21 | 1711 | 1719 | 1730 | 1741 | 1753 | 1764 | 1790 | 1818 | – |
22 | 1923 | 1932 | 1943 | 1956 | 1969 | 1980 | 2009 | 2040 | 2079 |
23 | 2160 | 2169 | 2181 | 2195 | 2209 | 2222 | 2252 | 2286 | 2328 |
97
BIJLAGE III
VOORBEELD VOOR EEN INDIVIDUELE
ARBEIDSOVEREENKOMST, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 LID 3 EN ARTIKEL 7 LID 10
1. ..........................................., gevestigd te ,
hierna te noemen de werkgever, en
2. de heer/mevrouw ............................, geboren d.d. .............................
wonende te ...........................................................................................
hierna te noemen de werknemer,
verklaren hiermede een arbeidsovereenkomst te hebben gesloten.
De werknemer heeft zich daardoor verbonden
met ingang van ....................................................................................
op de afdeling ......................................................................................
in de functie van ..................................................................................
in dienst van1)
tegen een aanvangsalaris van f bruto per maand
(functiegroep ..................... met periodieken) in dienst
van de werkgever arbeid te verrichten.
De eerste twee maanden der dienstbetrekking zullen wederzijds als proeftijd gelden.
Onverminderd het in de artikelen 1639 p en q van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, heeft gedurende de proeftijd elke partij het recht de dienstbetrekking met een termijn van e´e´n dag te bee¨indigen.
Onverminderd het in de voorgaande alinea bepaalde, wordt de dienst- betrekking aangegaan voor:2)
– onbepaalde tijd
– een bepaalde tijdsduur, en wel tot ................................................
– het verrichten van een bepaald geheel van werkzaamheden (dan- wel een bepaald karwei) en wel ...................................................
– het verrichten van tijdelijke werkzaamheden, gedurende maxi- maal een half jaar en wel tot ........................................................
Bij een volledig kalenderjaar dienstverband heeft de werknemer recht op ...... vakantiedagen. Voor dit jaar bestaat nog recht op .....
dagen.
Tevens ontvangt de werknemer hierbij de voor hem/haar geldende pensioenregeling, welke regeling op ingaat.
Tenslotte zijn (is) op de werknemer nog de volgende regeling(en) van toepassing:3)
1) Volledige dienst of deeltijddienst met een arbeidstijd van .. uur per week of 2-, 3-, 4- of 5-ploegendienst.
2) Kies de betreffende formulering.
3) Te denken valt hierbij aan: arbeidsongeschiktheidsregelingen, ziektekostenvergoedingen, kostenvergoedingen, concurrentiebeding.
98
Textielindustrie 1995/1996 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
.....................................................................................................................
Plaats: .............................................Datum: .............................................
De werkgever:.................................De werknemer: .................................
Wij verzoeken u bijgaande exemplaren te ondertekenen en ons per omgaande e´e´n hiervan terug te sturen.
99