SOCIAAL PLAN HAVENBEDRIJF ROTTERDAM
SOCIAAL PLAN HAVENBEDRIJF ROTTERDAM
ten behoeve van de
OVERDRACHT BRUGGEN EN SLUIZEN
Looptijd vanaf 1 januari 2007
Preambule
In het kader van de verzelfstandiging van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. en de hieruit voortvloeiende ontvlechting binnen de Gemeente Rotterdam zijn de gezamenlijke gefinancierde bruggen en sluizen een belangrijk aandachtspunt geweest. Het betreft de bruggen en sluizen die van groot belang zijn voor het stedelijke gebied van de Gemeente Rotterdam, maar die echter een kleinere rol spelen voor de gevaarlijke stoffen route en incidentenbestrijding.
Partijen geven er de voorkeur aan om per brug en sluis één verantwoordelijke voor het volledige beheer en het (economisch) eigendom aan te stellen en daarmee tevens ook één financier aan te wijzen. Hieruit volgt de wens om de betreffende bruggen en sluis over te dragen naar de Gemeente Rotterdam.
In dit kader heeft de Algemene directie besloten het beheer en de bediening van stedelijke bruggen en sluizen, met uitzondering van de Botlekbrug en Rozenburgsesluis, per 1 januari 2007 over te dragen aan de Gemeente Rotterdam en te beleggen bij de tak van Dienst Gemeentewerken.
Dit Sociaal Plan Havenbedrijf Rotterdam ten behoeve van de overgang van bruggen en sluizen (hierna te noemen: Sociaal Plan BSW) heeft als doel om de eventuele personele gevolgen van de overgang op te vangen. Het plan draagt bij aan een zorgvuldige overgang waarbij financiële en functionele situaties zoveel mogelijk worden gewaarborgd. Het Sociaal Plan BSW kan van toepassing worden verklaard vanaf 1 januari 2007 en is een aanvulling op het Sociaal Statuut en het Sociaal Plan Verzelfstandiging.
Het Havenbedrijf waarborgt dat dit Sociaal Plan BSW in voorkomende gevallen zal worden gehanteerd.
Aldus overeengekomen en getekend te Rotterdam,
d.d. (invullen) 2006
namens partij genoemd onder 1 | namens partijen genoemd onder 2 |
Havenbedrijf Rotterdam N.V. | ABVAKABO FNV |
........................................... H.N.J. Xxxxx President-directeur | ........................................... Bestuurder |
CNV Publieke Zaak | |
........................................... Bestuurder | |
CMHF | |
........................................... Bestuurder | |
OV-HbR ........................................... Voorzitter |
Artikel 1 Werkingssfeer
1. Het Sociaal Plan BSW heeft betrekking op alle werknemers die:
a. op basis van een arbeidsovereenkomst (voor bepaalde of onbepaalde tijd) werkzaam zijn bij werkgever, waarvoor de ADIR het Sociaal Plan BSW van toepassing heeft verklaard en
b. waarvoor geldt dat de werkzaamheden worden overgedragen naar de Gemeente Rotterdam en worden belegd bij de tak van Dienst Gemeentewerken.
2. In geval van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gelden de bepalingen slechts voor de restantduur van de bepaalde tijd, zoals deze duur is overeengekomen gedurende het dienstverband bij werkgever.
3. Indien Gemeente Rotterdam, tak van Dienst Gemeentewerken, overgaat tot verlenging van of omzetting naar een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd, dan gelden de bepalingen uit het Sociaal Plan BSW niet voor de periode die betrekking heeft op de verlenging of omzetting.
Artikel 2 Definities
ADIR: Algemene directie
CAO: De collectieve arbeidsovereenkomst van werkgever
Loon: Salaris, vakantietoelage, eindejaarsuitkering, alsmede de eventuele koop- en behoudtoelage (KBT), toelage onregelmatige dienst (TOD), overbruggingstoelage en een vaste vergoeding voor overwerk (art 1 lid 9 CAO).
OR: De Ondernemingsraad voor het Havenbedrijf, als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden.
Sociaal Plan BSW: Sociaal Plan.Havenbedrijf Rotterdam, ten behoeve van de overdracht
Bruggen en sluizen
Werkgever: Havenbedrijf Rotterdam N.V.
Werknemer: De arbeidskracht die op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaam is bij werkgever.
Artikel 3 Overgang van onderneming
1. Al het materieel en personeel van de bruggen en sluizen van werkgever, met uitzondering van de Botlekburg en de Rozenburgsluizen, wordt overgedragen naar de Gemeente Rotterdam per 1 januari 2007.
2. Op de overgang van bruggen en sluizen is afdeling 8 (rechten van de werknemer bij overgang van een onderneming) van boek 7 Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Artikel 4 Overgangsprincipe
1. Bij de overgang van onderneming geldt het basisprincipe: “de werknemer gaat van rechtswege over”, en brengt mee dat de werknemer in principe zijn werk volgt en in dezelfde functie op dezelfde locatie zijn arbeid blijft verrichten.
2. Op grond van een belangstellingsinventarisatie zal worden onderzocht of wisseling van werkplekken, zonder dat het afbreuk doet aan het basisprincipe, een mogelijkheid is.
Artikel 5 Aanstelling, diensttijd en anciënniteit
1. De werknemer treedt per 1 januari 2007 van rechtswege in dienst bij de Gemeente Rotterdam, tak van dienst Gemeentewerken.
2. De werknemer zal vanaf 1 januari 2007 werkzaam zijn volgens een ambtelijke aanstelling, gebaseerd op het ambtenarenreglement van de Gemeente Rotterdam.
3. Een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd wordt omgezet naar een tijdelijke aanstelling voor de restantduur van de bepaalde tijd zoals deze gold bij werkgever, een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd wordt omgezet naar een vaste aanstelling.
4. Na de overgang per 1 januari 2007 naar de Gemeente Rotterdam, tak van dienst Gemeentewerken, wordt geen nieuwe proeftijd conform de CAO van werkgever ingesteld, dit met uitzondering van de tijdelijke aanstelling voor proeftijd op grond van het ambtenarenrecht.
5. De werknemer behoudt de opgebouwde diensttijd zoals opgebouwd bij werkgever bij de overgang naar Gemeentewerken. In de diensttijd is inbegrepen de diensttijd die is opgebouwd in de periode van vóór 1 januari 2004 en behelst eveneens de diensttijd van de Gemeente Rotterdam en diensttijd opgebouwd bij de overheid.
6. De opgebouwde diensttijd in lid 4 wordt ondermeer meegenomen ten behoeve van het bepalen van de diensttijdjubilea en anciënniteitlijst bij Gemeentewerken.
Artikel 6 Werkgelegenheidsgarantie
1. De werkgelegenheidsgarantie uit het Sociaal Plan Verzelfstandiging, hetgeen inhoudt dat de werkgever het dienstverband met de werknemer in de periode tot en met 31 december 2008 niet zal beëindigen om een reden die voortkomt uit de verzelfstandiging, blijft in de periode van overgang of uitbesteding geldend, mits de werknemer in dienst was van werkgever voor 1 januari 2004. De werkgelegenheidsgarantie houdt in dat de werkgever het dienstverband met de werknemer in de periode tot en met 31 december 2008 niet zal beëindigen om een reden die voorkomt uit de verzelfstandiging,
2. Gedurende een periode van 1 januari 2007 tot 1 januari 2009 garandeert de Gemeente Rotterdam, dat de werknemers die in het kader van de overgang bruggen en sluizen van rechtswege in dienst komen bij de tak van dienst Gemeentewerken niet ontslagen zullen worden, tenzij er sprake is van een omstandigheid zoals genoemd in lid 3.
3. Ontslag om een andere reden dan verzelfstandiging blijft mogelijk, bijvoorbeeld op grond van bedrijfseconomische redenen, op grond van een reden die voortvloeit uit ongeschiktheid voor de functie (inclusief als gevolg van ziekte of gebrek), het niet willen verrichten van bedongen arbeid met een beroep op een gewetensbezwaar, het verwijtbaar handelen of nalaten van de zijde van de werknemer, de ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie en het van rechtswege aflopen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
4. De werknemer waarvoor geldt dat zijn werkzaamheden per 1 januari 2007 van rechtswege overgaan naar de Gemeente Rotterdam, tak van Dienst Gemeentewerken, en die er voor kiest om niet bij de overnemende partij werkzaamheden te gaan verrichten, aanvaardt dat hij zowel geen dienstverband bezit bij werkgever als bij de overnemende partij;
5. In de situatie genoemd in lid 4 bezit de werknemer vanaf 1 januari 2007 geen enkel dienstverband meer, waardoor werknemer vanaf deze datum geheel werkloos is geworden.
6. De werknemer wordt door de werkgever gewezen op de arbeidsrechtelijke consequenties en op de risico’s ingeval dat door de werknemer aanspraak wordt gemaakt op een werkloosheidsuitkering.
Artikel 7 Netto – netto – garantie en garantietoelage
1. Aan elke werknemer die op het moment van overgang van werkzaamheden op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van werkgever, wordt door werkgever een netto-netto-garantie afgegeven.
2. De werkgever garandeert door middel van de netto-netto-garantie dat de werknemer een loon verkrijgt dat netto gelijk is aan het nettoloon dat de werknemer op de peildatum verdiend zou hebben indien hij in gelijke omstandigheden in dezelfde functie als werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam was gebleven bij werkgever.
3. Werkgever draagt zorg voor overdracht van deze garantie naar de Gemeente Rotterdam, tak van Dienst Gemeentewerken en maakt met de Gemeente Rotterdam afspraken over de nadere praktische uitwerking hiervan.
4. Het verschil in netto-loon op jaarbasis tussen werkgever en de Gemeente Rotterdam, tak van dienst Gemeentewerken, zal worden berekend en worden uitgekeerd aan werknemer door middel van een garantietoelage, en wordt uitbetaald door de tak van dienst Gemeentewerken.
5. De garantietoelage wordt berekend door het netto-verschil tussen de werkgever en de Gemeente Rotterdam per peildatum te berekenen, de uitkomst wordt vervolgens gebruteerd en in de vorm van een maandelijkse toelage uitbetaald aan de werknemer.
6. De garantietoelage wordt voor een periode van vijf jaar geïndexeerd, te weten van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011. De indexatie vindt plaats op grond CAO afspraken met betrekking tot salarisverhogingen bij Gemeentewerken.
7. Vanaf 1 januari 2012 wordt de garantietoelage voor een periode van wederom vijf jaar omgezet naar een bevroren (niet-geïndexeerde) maandelijkse toelage.
8. De garantietoelage uit lid 6 en 7 is vanaf 1 januari 2017 niet langer bevroren en kan worden afgebouwd. Indien de loonsituatie van de werknemer na 1 januari 2017 wijzigt, wordt de maandelijkse toelage met ingang van deze wijzigingsdatum overeenkomstig verlaagd dan wel beëindigd.
9. Voor werknemers die op 1 januari 2007 55 jaar of ouder zijn wordt de garantietoelage vanaf 1 januari 2007 eveneens geïndexeerd conform lid 6 en vanaf 1 januari 2012 bevroren en niet afgebouwd (de toelage wordt niet ingelopen door verhogingen) tot de datum van uitdiensttreding.
10. De peildatum voor het bepalen van de hoogte van de netto-netto-garantie is de salarismaand januari 2007.
11. Op de peildatum wordt de salarisbetaling in de maand januari 2007 bij werkgever vergeleken met de maand januari 2007 bij Gemeente Rotterdam, tak van dienst Gemeentewerken. Hierbij worden jaarlijkse en eenmalige vaste looncompenten in 2007 meegenomen en omgezet naar een maandelijkse verhoging van de garantietoelage.
12. Bij de beoordeling van de loonsituaties als bedoeld in leden 6, 7, 8 en 9 worden incidentele en variabele inkomenscomponenten buiten beschouwing gelaten.
13. Alle wettelijke wijzigingen en wijzigingen in het arbeidsvoorwaardenpakket of CAO van werkgever na de peildatum hebben geen invloed op de hoogte van de netto-netto-garantie.
14. De werkgever compenseert het verschil, mits dit verschil groter is dan € 5,00 netto per maand, door een maandelijkse toelage, conform lid 6, 7 en 8, gedurende de volledige periode dat hij in dienst is bij de Gemeente Rotterdam, tak van dienst Gemeentewerken, in de functie van Brug- en sluiswachter, welke door de Gemeente Rotterdam, tak van Dienst Gemeentewerken, wordt uitgekeerd.
15. Voor werknemers met een tijdelijk contract wordt de garantietoelage toegekend voor de nog resterende duur van het contract, op de wijze als omschreven in artikel 1 lid 3.
16. In het geval de werknemer op eigen verzoek andere werkzaamheden dan de werkzaamheden van (Chef of leidinggevende van de) Brug- en sluiswachter gaat uitoefenen, dan vervalt het recht op de toelage.
17. Het recht op de garantietoelage vervalt in ieder geval in de situatie dat de werknemer binnen Gemeentewerken wordt overgeplaatst naar een andere functie, op grond van detachering of andere constructie andere werkzaamheden gaat verrichten dan de werkzaamheden die bij de functie van Brug- en sluiswachter behoren, in dienst treedt bij een andere tak van dienst van de Gemeente Rotterdam of in dienst treedt bij een andere werkgever dan de Gemeente Rotterdam. Het recht op de garantietoelage zal niet vervallen indien de werknemer, buiten zijn schuld of gedwongen wordt overgeplaatst, gedetacheerd, andere werkzaamheden moet verrichten en/of in dienst treedt bij een andere tak van dienst.
18. Garanties die werknemers bezit op grond van het two-up-systeem gaan mee over naar Gemeentewerken en het salarisperspectief wordt behouden en kan volledig worden doorlopen.
19. Voor negatieve netto inkomenseffecten als gevolg van wijzigingen in de zorgverzekeringsfeer geldt dat, indien deze zich voordoen binnen het eerste jaar van overgang, deze eveneens voor compensatie in aanmerking komen.
Artikel 8 Toelating tot zorgverzekering
1. Zowel de werknemer als zijn gezinsleden kunnen “non – select” toetreden tot de collectieve zorgverzekering van de Gemeente Rotterdam, mits:
• de werknemer op 31-12-2006 op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is bij werkgever en per 01-01-2007 van rechtswege in dienst komt bij de Gemeente Rotterdam, tak van dienst Gemeentewerken;
• de werknemer en/of gezinsleden kunnen voldoen aan alle eisen van de collectieve zorgverzekering.
2. Non-selecte toetreding garandeert dat voor de werknemer en zijn gezinsleden geen sprake is van een afwijkende verzekering en / of een afwijkende (hogere) premie, indien naar het oordeel van de verzekeraar sprake is van een (ver)hoog(d) medisch risico.
3. De non-selecte toetreding geldt zowel voor basis pakket als voor het aanvullende pakket classic van IZA.
Artikel 9 Functie-eisen, functiewaardering en Senior taken
1. De gemeente Rotterdam garandeert de kwaliteit van de bediening van de bruggen en sluizen die per 1 januari 2007 overgaan van werkgever.
2. Voor de borging van de kwaliteit zal de gemeente Rotterdam het niveau aan functie-eisen blijven hanteren zoals werkgever deze heeft vastgesteld.
3. De functie van Brug- en sluiswachter kent een functionele salarisklasse 5. Deze klasse wordt behouden voor alle werknemers die overgaan, op het moment dat de functie tot de organisatie van tak van dienst Gemeentewerken gaat behoren.
4. De werknemer die per object door werkgever is aangewezen voor het uitvoeren van Seniortaken, blijft deze taken na de overgang voor ten minste één jaar uitvoeren en blijft dit eerste jaar recht behouden op de bijbehorende Seniortoelage.
Artikel 10 Uniformen
1. De werknemer die vanaf 1 januari 2007 overgaat naar Gemeentewerken krijgt een uniform met het gemeentelijke logo en bijbehorende uitmonstering.
2. Gemeentewerken draagt er zorg voor dat de uniformen zodanig worden samengesteld dat ze gezag uitstralen en uitstralen dat de Brug- en sluiswachters voor een belangrijke autoriteit in de (Rotterdamse haven) werkzaam zijn.
Artikel 11 Terugkeergarantie en voorrangspositie bij vacatures
1. De werknemer die per 1 januari 2007 op grond van de overgang in dienst treedt bij de tak van dienst Gemeentewerken heeft tot 1 januari 2009 een terugkeergarantie bij vacatures voor de functie Brug- en sluiswachter bij werkgever, mits werknemer gekwalificeerd is voor deze specifieke brug en naar behoren heeft gefunctioneerd bij werkgever.
2. De werknemer die per 1 januari 2007 op grond van de overgang in dienst treedt bij Gemeentewerken heeft voorrang bij vacatures voor de functie Brug- en sluiswachter bij werkgever.
3. De voorrangspositie is alleen geldend indien de vacature zich voordoet in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011. In het geval de vacature na 1 januari 2012 wordt opengesteld dan kan geen aanspraak meer worden gedaan op de voorrangspositie.
4. De voorrangspositie houdt in dat de werknemer in geval van gelijke geschiktheid met een andere kandidaat voorrang krijgt en wordt aangesteld.
Artikel 12 Overleg met Ondernemingsraad
De uitvoering van het Sociaal Plan BSW zal onderwerp van overleg zijn met de OR.
Artikel 13 Hardheidsclausule Sociaal Plan BSW
In die gevallen waarin dit Sociaal Plan BSW leidt tot een onbillijke situatie voor de werknemer, zal de werkgever in voor de werknemer gunstige zin van het hier bepaalde afwijken.
Artikel 14 Strijdigheid van regels
1. Het Sociaal Plan BSW geeft aanvullende regels en heeft een aanvullende werking op het bestaande Sociaal Statuut en het Sociaal Plan Verzelfstandiging van werkgever.
2. In geval van strijdigheid prevaleren de regels van dit Sociaal Plan BSW.
Bijlage
Onderstaand is een overzicht opgenomen van de verdeling in structurele en incidentele looncomponenten, voor het bepalen de netto-netto vergelijking ten behoeve van de garantietoelage in het kader van de overgang BSW.
De verdeling is als volgt:
Vaste salariscomponenten:
• Schaalbedrag
• Koop- en behoudtoelage (KBT)
• Persoonlijke prestatietoelage (PPT)
• Tijdelijke persoonlijke toelage (TPT)
• Overbruggingstoelage
• Persoonlijke toelage
• Inconveniënten vast
• Onregelmatigheidstoeslag vast
• Overwerktoelage vast
• Tak van dienst toelage a (seniorentoelage)
• Wacht- en waakdienst vast
• Opbouw eindejaarsuitkering
• Opbouw Rotterdamse eindejaarsuitkering
• Opbouw vakantietoelage
• Reiskostenvergoeding
• Telefoonkostenvergoeding
Variabele of incidentele componenten die niet in de berekening worden opgenomen, evenmin als vrijwillige inhoudingen:
• Overwerk
• Dienstauto
• Inhouding dienstauto
• Eenmalige uitkering
• Jubileum gratificatie
• Vrijwillige ongevallenverzekering
• Waarneming hogere functie
• Ceaov
• Spaarloon