HAAGS PERSONEELSREGLEMENT
HAAGS PERSONEELSREGLEMENT
Ingangsdatum laatste wijziging: 1 januari 2023
Het Haags personeelsreglement (Hpr) is een aanvulling op de toepasselijke cao voor Haagse werknemers
Over het Haags personeelsreglement (Hpr)
In dit reglement vind je afspraken, huisregels en instructies die betrekking hebben op jouw dienstverband met de gemeente Den Haag. Het gaat met name om arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en personeelsinstrumenten, en de wijze waarop we invulling geven aan goed werkgeverschap en goed werknemerschap.
Het personeelsreglement is een aanvulling op jouw arbeidsovereenkomst en op de Cao Gemeenten (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx). Het geldt voor de hele gemeentelijke organisatie en bindt jou als werknemer van de gemeente. Is een andere cao dan de Cao Gemeenten op jou van toepassing, dan geldt een onderdeel van het reglement uitsluitend voor jou als dat is aangegeven. Heb je geen arbeidsovereenkomst met de gemeente Den Haag maar verricht je wel werkzaamheden, een opdracht of andere activiteiten ten behoeve van de gemeente, dan is het reglement (of onderdelen ervan) van overeenkomstige toepassing als dit met jou is afgesproken.
Op enkele punten wijken de Haagse rechtspositie en arbeidsvoorwaarden af van de Cao Gemeenten. Zie artikel 1.5 lid 2 van de cao in samenhang met bijlage 7 bij de cao. De onderwerpen zijn volledigheidshalve ook genoemd in bijlage III bij dit reglement.
Dit reglement, of een onderdeel ervan, is niet van toepassing als dit uitdrukkelijk is aangegeven in de tekst of redelijkerwijs daaruit voortvloeit, of als dit volgt uit de (arbeids)overeenkomst, cao of wet- en regelgeving.
Belangrijk: wat al in jouw arbeidsovereenkomst, in de cao en in algemene wet- en regelgeving staat, wordt niet herhaald. Xxxx het reglement dus altijd in samenhang met die andere teksten. Kijk op Werknet voor uitgebreide personeelsinformatie.
In de bijlagen vind je onder meer een begrippenlijst en de procedure die we volgen bij wijziging van het reglement. Alle bedragen zijn bruto tenzij anders is aangegeven.
TIP: om gemakkelijk te navigeren tussen de bladen van het reglement, gebruik de inhoudsopgave in het navigatiescherm van de PDF-viewer.
Inhoudsopgave: alfabetisch
Over het Haags personeelsreglement (Hpr) 2
Inhoudsopgave: per cao-thema 5
Blad Beslissen op verzoeken 16
Blad Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand 20
Blad Chauffeur collegevervoer 23
Blad Digitaal berichtenverkeer en zelfbediening werknemers 32
Blad Generatiepact 2015 - 2018 41
Blad Generiek functiehuis (HGF) 42
Blad Giften, geschenken, uitnodigingen en dergelijke 55
Blad ICT-middelen en gemeentelijke informatie 56
Blad Individueel Keuze Budget (IKB) 64
Blad Integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid: melden 66
Blad Integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid: onderzoek 71
Blad Nevenwerkzaamheden, financiële belangen 86
Blad Ongewenste omgangsvormen 89
Blad Salarisschalen 100
Blad Salaristoelagen en gratificaties 101
Blad Salaristoelagen: overgangsrecht 2016 103
Blad Salarisverhoging 105
Blad Scholingsfaciliteiten 107
Blad Sociaal beleidskader bij reorganisatie (SBK) 109
Blad Sociale media, Werknet, e-mail, pers 124
Blad Stage 126
Blad Thuiswerkvergoeding 127
Blad Top 36 129
Blad Trainee 130
Blad Vacaturevervulling 134
Blad Vakbonden (lokaal overleg) 138
Blad Veilig werken 141
Blad Verhuizing 142
Blad Verklaring omtrent het gedrag 144
Blad Verlof 145
Blad Vertrek uit gemeentedienst 146
Blad Vertrouwenspersonen 148
Blad Verzekeringen 154
Blad Verzuim wegens ziekte 156
Blad Vitaliteitspact 159
Blad Voertuigvolgsysteem 166
Blad Waarschuwing 167
Blad Werkervaringsplaats 168
Blad Werktijden en compensatie-uren 170
Blad Woon-werkverkeer (mobiliteitsbudget) 172
Blad Ziektekosten 175
Bijlagen 176
I Begrippen en afkortingen 177
II Toepassing en wijziging personeelsreglement 178
III Haagse afwijkingen van de cao 180
IV Medezeggenschap en lokaal overleg 181
V Status van oude regelingen en kaders 183
Inhoudsopgave: per cao-thema
Algemeen Arbeidsovereenkomst
Arbeidsovereenkomst Bestuursadviseur
Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Chauffeur collegevervoer
Stage Top 36 Trainee
Vacaturevervulling Werkervaringsplaats
Salaris, salaristoelagen en vergoedingen
Dienstreis binnenland Dienstreis buitenland Directeurentoelage Generiek functiehuis (HGF) Inconveniëntentoelage Jubileum diensttijd Maaltijdvergoeding Salarisschalen
Salaristoelagen en gratificaties Salaristoelagen: overgangsrecht Salarisverhoging
Verhuizing
Vertrek uit gemeentedienst
Woon-werkverkeer (mobiliteitsbudget) Ziektekosten
Individueel Keuzebudget
Individueel Keuze Budget (IKB)
Arbeidsduur en werktijden
Feestdagen Flexibel werken
Werktijden en compensatie-uren
Vakantie en verlof
Verlof
Arbeidsongeschiktheid
Verzuim wegens ziekte
Duurzame inzetbaarheid
Beeldschermbril
Generatiepact 2015-2018 Gesprekscyclus (PVB) Scholingsfaciliteiten Veilig werken Vitaliteitspact
Boventalligheid
Sociaal beleidskader bij reorganisatie (SBK)
Uitkeringen Rechten en plichten
Alcohol en drugs Bedrijfshulpverlening Bemiddelingsloket Beslissen op verzoeken Collectieve actie
Digitaal berichtenverkeer en zelfbediening Eed en belofte
Gedragscode Geschillenregeling
Giften, geschenken, uitnodigingen e.d. Gewetensbezwaren
ICT-middelen en gemeentelijke informatie Integriteitsschending: melden Integriteitsschending: onderzoek Loonbeslag
Nevenwerkzaamheden, financiële belangen Ongewenste omgangsvormen Personeelsdossier
Sociale media, Werknet, e-mail, pers Verklaring omtrent het gedrag Vertrouwenspersonen Verzekeringen
Voertuigvolgsysteem Waarschuwing
Lokaal overleg met vakbonden
Vakbonden
Medezeggenschap
Medezeggenschap
Bijlagen
Blad Alcohol en drugs
SAMENVATTING
Als overheidswerkgever vinden we het ongepast als je tijdens het verrichten van je werkzaamheden stimulerende of verdovende middelen zoals alcoholhoudende drank of drugs gebruikt of onder invloed daarvan bent. Daarom is dit ten strengste verboden. Uiteraard is ook de verstrekking van dergelijke middelen aan collega’s of anderen in gebouwen of op terreinen van de gemeente ten strengste verboden.
INHOUD
1 GEBRUIK
• Je consumeert tijdens werktijden in gebouwen of op terreinen van de gemeente geen stimulerende of verdovende middelen zoals alcoholhoudende drank of drugs.
• Je consumeert voor aanvang van jouw werkzaamheden geen stimulerende of verdovende middelen zoals alcoholhoudende drank of drugs waarvan de bedwelmende, verdovende of opwekkende effecten tijdens jouw werktijden nog voortduren.
2 VERSTREKKEN
Je verstrekt geen stimulerende of verdovende middelen zoals drugs aan collega’s of anderen in gebouwen of op terreinen van de gemeente.
3 UITZONDERINGEN
Je mag alcoholhoudende drank consumeren op een door de gemeente georganiseerd evenement waarbij toestemming is verleend voor het schenken van alcoholhoudende drank, zoals een borrel, receptie of feest. Uiteraard hoort dit niet te leiden tot onbetamelijk gedrag wegens dronkenschap.
4 GEVOLGEN
• De gemeente is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de gevolgen als je op een hierboven genoemd evenement meer dan het wettelijk toegestane promillage aan alcoholhoudende drank hebt geconsumeerd, je vervolgens op de openbare weg hebt begeven met een vervoermiddel, en schade of letsel hebt veroorzaakt aan jezelf, aan een ander persoon of aan goederen.
• Als je op een hierboven genoemd evenement drugs of meer dan het wettelijk toegestane promillage aan alcoholhoudende drank hebt geconsumeerd, je vervolgens op de openbare weg hebt begeven met een vervoermiddel, en bent aangehouden door de politie waarbij je rijbewijs is ingevorderd wegens een geconstateerde overschrijding van het wettelijk toegestane promillage alcohol of wegens een geconstateerd gebruik van drugs, kan dit reden zijn voor maatregelen.
DOELGROEP
Alle medewerkers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
o Lokaal overleg
√ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Arbeidsovereenkomst
SAMENVATTING
Als je werknemer bij de gemeente bent, ligt aan jouw arbeidsrelatie een arbeidsovereenkomst ten grondslag.
INHOUD
1 MODELOVEREENKOMSTEN
• Voor het aangaan van dienstverbanden met werknemers hanteren we modelarbeidsovereenkomsten. Deze hebben we in overleg met de centrale ondernemingsraad vastgesteld.
• We wijken bij het aangaan van een dienstverband alleen af van de modelarbeidsovereenkomst als beide partijen (werkgever en werknemer) dit uitdrukkelijk wensen.
• Als je al vóór 1 januari 2020 in dienst was bij de gemeente op basis van een aanstellingsbesluit, dan is jouw toenmalige aanstellingsbesluit van rechtswege omgezet in een arbeidsovereenkomst (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren).
2 PROEFTIJDBEDING
• In de modelarbeidsovereenkomst is een proeftijdbeding opgenomen (artikel 7:652 Burgerlijk Wetboek).
• Beëindiging van werkgeverszijde van een dienstverband met een beroep op het proeftijdbeding binnen de proeftijd vindt uitsluitend plaats onder de volgende voorwaarden:
a) er is sprake van een evidente en valide reden voor beëindiging van het dienstverband binnen de wettelijke proeftijd die we aan de werknemer meedelen en die we kunnen onderbouwen met documenten of verklaringen
b) de afweging om de resterende tijd van het dienstverband niet af te wachten berust op voldoende gronden, en er is redelijkerwijs geen andere reële optie
c) we registeren de beëindiging van het dienstverband door middel van het proeftijdbeding met vermelding van de reden
d) het voornemen om een dienstverband te verbreken met een beroep op het proeftijdbeding wordt voorafgaand ter accordering voorgelegd aan de directeur met de portefeuille Personeel en Organisatie die uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag uitsluitsel geeft.
• Voorbeelden van evidente en valide redenen zijn:
a) de werknemer komt ook na herhaaldelijke oproep niet opdagen om arbeid te verrichten, ongeacht de reden
b) de werknemer maakt zich schuldig aan fraude, diefstal, of ander ernstig laakbaar of ongewenst gedrag
c) de werknemer heeft bij de werving- en selectieprocedure onjuiste gegevens verstrekt die, als ze bekend waren geweest, in de weg hadden gestaan aan het aangaan van een dienstverband
d) Het gedrag van de werknemer leidt tot ernstige frictie of verstoorde verhoudingen met de leidinggevende of met het team waarin de werknemer werkzaam is, en perspectief ten aanzien van herstel van verhoudingen op korte termijn ontbreekt
e) Het functioneren van de werknemer is dermate zwaar onder de maat dat van de organisatie redelijkerwijs niet kan worden verlangd om het dienstverband te laten voortduren, tenzij de werknemer een verschoonbare reden voor het functioneren kan aandragen of tenzij de werkgever medeverantwoordelijk is aan het functioneren van de werknemer.
• Een arbeidshandicap of –beperking is geen evidente en valide reden zoals hierboven bedoeld, tenzij de werknemer hierover onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt bij de wervings- en selectieprocedure én de handicap of beperking direct in de weg staat aan het vervullen van de functie.
• Met ingang van 2022 informeren we aan het einde van elk kalenderjaar de centrale ondernemingsraad over het aantal gevallen in dat jaar waarin we een arbeidsovereenkomst binnen de proeftijd hebben beëindigd met toepassing van het proeftijdbeding, zonder aanvullende informatie.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Artikel 2.1 Cao Gemeenten, artikel 7:652 Burgerlijk Wetboek, Wet normalisering rechtspositie ambtenaren
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 januari 2023.
Blad Bedrijfshulpverlening
SAMENVATTING
Als bedrijfshulpverlener (BHV’er) verleen je eerste hulp bij ongevallen, help je bij het beperken en bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen, en verleen je bijstand bij het alarmeren en evacueren van personen.
INHOUD
1 AANWIJZING
• Voor aanwijzing als BHV’er komt in aanmerking elke werknemer met een vast of tijdelijk dienstverband met een formele arbeidsduur van ten minste 18 uur.
• We wijzen BHV’ers aan op basis van vrijwillige aanmelding, tenzij er sprake is van te geringe aanmelding om te voldoen aan de wettelijke voorwaarden.
2 DEELNAME
Als BHV’er volg je de onderdelen van de BHV-cyclus en neem je deel aan het portofoonrooster of piketdienst voor zover van toepassing.
3 CAO-VERGOEDING
• De Cao Gemeenten regelt de vergoeding voor BHV-werkzaamheden.
• Je komt voor de vergoeding in aanmerking als:
a) je bent geregistreerd in onze ledenadministratie van de BHV-organisatie,
b) de hele BHV-opleiding hebt gevolgd en deze hebt afgesloten met het behalen van het BHV-diploma is afgesloten, en
c) alle jaarlijkse herhalingslessen hebt bijgewoond.
4 OUDE BHV-TOELAGE
Als je voldoet aan de desbetreffende voorwaarden ontvang je in plaats van de cao-vergoeding de toelage bedrijfshulpverlening op basis van het collegebesluit tot aanpassing van de beloningsregels voor ambtenaren bij de gemeente Den Haag, 2015, RIS289644. Zie het blad Salaristoelagen: overgangsrecht 2016.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Arbeidsomstandighedenwet, Cao Gemeenten, collegebesluit tot aanpassing van de beloningsregels voor ambtenaren bij de gemeente Den Haag, 2015, RIS289644
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Beeldschermbril
SAMENVATTING
Als je beeldschermwerk verricht, kun je onder voorwaarden een vergoeding ontvangen voor de aanschaf van een beeldschermbril.
INHOUD
1 BEELDSCHERMBRIL
Als je meer dan 2 uur per dag beeldschermwerk verricht, kun je een beeldschermbril aanvragen.
2 VOORWAARDEN
We hanteren de volgende voorwaarden:
a) je bent werknemer
b) je hebt toestemming van je leidinggevende voor de aanschaf van een beeldschermbril
c) je laat je ogen meten bij de gecontracteerde opticien
d) je gebruikt de bril uitsluitend voor beeldschermwerk
e) de bril of vergoeding wordt maximaal eens per 2 jaar aan je verstrekt, tenzij je aannemelijk kunt maken dat eerdere vervanging noodzakelijk is
f) we vergoeden alleen monturen met kunststof geharde glazen (monofocaal, maar zo nodig ook bi- en multifocaal), tot het maximumbedrag in het contract dat we hiervoor hebben gesloten met een leverancier
g) de volgende zaken vergoeden we niet: ontspiegeling, kleuring, dunnere glazen en andere extra voorzieningen
h) we vragen geen eigen bijdrage tenzij je een beeldschermbril aanschaft boven het afgesproken bedrag.
3 PROCEDURE
• De verstrekking of vergoeding van een beeldschermbril vindt plaats volgens de voorwaarden van het contract dat we hebben gesloten met een leverancier.
• We vergoeden of verstrekken alleen als de aanvraag voldoet aan bovenstaande voorwaarden.
• De kosten komen ten laste van het organisatieonderdeel waarbij je werkzaam bent.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Arbeidsomstandighedenbesluit
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Bemiddelingsloket
SAMENVATTING
Als je van mening verschilt met jouw leidinggevende over jouw arbeidsvoorwaarden, of als er sprake is van een dreigend arbeidsconflict, dan kun je terecht bij het bemiddelingsloket.
INHOUD
1 WAT DOET HET BEMIDDELINGSLOKET
• Het bemiddelingsloket helpt om een geschil op te lossen en zo nodig de werkrelatie te normaliseren, zoveel mogelijk in onderling overleg. Het bemiddelingsloket heeft niet tot taak om geschillen te beslechten (zoals een commissie of rechter).
• Het bemiddelingsloket neemt een onafhankelijk positie in, initieert en faciliteert, bijvoorbeeld door het organiseren van een driegesprek of bemiddeling.
• Als de kwestie niet door kortdurende interventie kan worden opgelost, kan het bemiddelingsloket doorverwijzen naar een andere geschikte partij, zoals een mediator of coach.
• In situaties waarin evident sprake is van strijdigheid met wet- en regelgeving, cao, concernkaders of goed werkgeverschap, heeft het bemiddelingsloket een control-functie.
• Het is niet verplicht maar wel raadzaam om je eerst te wenden tot het bemiddelingsloket, voordat je een procedure start bij de Geschillencommissie personele aangelegenheden (zie blad Geschillenregeling) of bij de rechter.
2 WAARVOOR KAN JE TERECHT BIJ HET BEMIDDELINGSLOKET
Je kunt je wenden tot het bemiddelingsloket:
a) bij een geschil over een (verwachte) beslissing van je leidinggevende met arbeidsvoorwaardelijk gevolgen
b) bij een (dreigend) arbeidsconflict
c) met betrekking tot een onderwerp waarvoor we de Geschillencommissie personele aangelegenheden hebben ingesteld (zie blad Geschillenregeling).
3 HOE NEEM JE CONTACT OP MET HET BEMIDDELINGSLOKET
Stuur een email naar xxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx met daarin een korte uitleg en voeg zo nodig relevante bijlagen bij. Jouw email wordt vertrouwelijk behandeld.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Artikel 11.5 Cao Gemeenten
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Beslissen op verzoeken
SAMENVATTING
Als werkgever willen wij transparant, duidelijk en zorgvuldig communiceren naar onze werknemers. Dit heeft ook betrekking op hoe we omgaan met verzoeken van werknemers.
INHOUD
1 REAGEREN OP VERZOEKEN
Als jij een verzoek doet, hoor je altijd een reactie van ons te krijgen. De reactie is bij voorkeur schriftelijk, waaronder we ook e-mail en ander elektronisch berichtenverkeer verstaan. Dit geldt zowel voor verzoeken waarvoor de basis in de wet, cao of dit reglement ligt, zoals:
a) verzoek om aanpassing van arbeidsduur, arbeidsplaats of werktijd (Wet flexibel werken)
b) verzoek om door te werken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd (artikel 2.10 van de Cao Gemeenten),
c) verzoek voor een beeldschermbril, alsmede voor verzoeken zonder een specifieke basis.
2 REACTIETERMIJN
We informeren jou binnen een redelijke termijn over onze reactie op jouw verzoek. Wat een redelijke termijn is, is ook afhankelijk van de complexiteit van het verzoek. Als in het voorschrift dat aan het verzoek ten grondslag ligt sprake is van termijnstelling, dan nemen wij deze in acht. Dit geldt in het bijzonder voor termijnen waaraan rechtstreekse rechtsgevolgen zijn verbonden, zoals bijvoorbeeld in de Wet flexibel werken waarin is bepaald dat het uitblijven van een tijdige beslissing leidt tot automatische goedkeuring van het verzoek.
3 BEVOEGDHEID TOT BESLISSEN
De beslissing op jouw verzoek wordt namens ons genomen door degene die daartoe bevoegd is op grond van de wet en de gemeentelijke voorschriften over vertegenwoordiging en volmachtverlening.
4 TOEPASSELIJKE REGELGEVING EN KADERS
• Degene die namens ons beslist op jouw verzoek neemt daarbij de toepasselijke voorschriften in acht, zoals onder meer vastgelegd in de wet, de cao, dit reglement.
• Afwijking van die voorschriften ten gunste van een of meer werknemers, vereist voorafgaande afstemming met de directeur met de portefeuille Personeel en Organisatie, volgens de toepasselijke escalatieprocedure.
5 ACCORDEREN VAN DECLARATIES
Degene die is geautoriseerd voor het accorderen van declaraties van werknemers, draagt ervoor zorg dat declaraties die volgens de regels zijn ingediend, zo spoedig mogelijk worden afgehandeld.
6 MENINGSVERSCHIL
• Als de beslissing een afwijzing van jouw verzoek inhoudt, dan hoort bij de beslissing te zijn aangegeven waarom het verzoek wordt afgewezen. Je kunt daarover dan het gesprek aangaan.
• Als je van mening blijft verschillen over de genomen beslissing, dan kun je terecht bij het bemiddelingsloket. Zie daarvoor het aparte blad Bemiddelingsloket.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Cao Gemeenten, goed werkgeverschap
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
o Lokaal overleg
√ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 16 september 2022.
Blad Bestuursadviseur
SAMENVATTING
Als bestuursadviseur (BA) ondersteun je het college. Voor de benoeming en toepasselijke arbeidsvoorwaarden gelden speciale afspraken.
INHOUD
1 COLLEGE
Leden van het college hebben een doorslaggevende stem in de benoeming van de bestuursadviseur voor hun portefeuille.
2 BENOEMING EN ARBEIDSOVEREENKOMST
• De vervulling van de functie van bestuursadviseur is altijd tijdelijk.
• Als in verband met de vervulling van de functie van bestuursadviseur een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met jou wordt aangegaan, dan wordt deze aangegaan voor de duur van de resterende collegeperiode.
• Je bent voor de duur van de uitoefening van de functie tewerkgesteld bij de Bestuursdienst.
• Bij aanvang spreken we af met welke dienst jouw arbeidsrelatie bestaat. Dat is de dienst waarbinnen het beleidsterrein valt dat (in hoofdzaak) tot jouw werkveld als bestuursadviseur behoort.
3 SALARIS EN SALARISTOELAGEN
• De functie van bestuursadviseur valt buiten het Haags Generiek Functiehuis.
• Als bestuursadviseur krijg je het salaris dat hoort bij periodiek 0 van salarisschaal 11. Als je vóór de benoeming al dit salaris ontving, krijg je het salaris in salarisschaal 11 dat twee periodieken hoger is dan je vorige salaris.
• Als bestuursadviseur ontvang je ten hoogste het salaris dat hoort bij periodiek 11 van salarisschaal 13.
• Bij uitstekend functioneren als bestuursadviseur, vastgelegd in een verslag in het kader van de gesprekscyclus, kan een functioneringstoelage worden toegekend van maximaal 3 periodieken gedurende een overeen te komen periode.
• Je hebt geen aanspraak op een waarnemingstoelage, overwerkvergoeding of toelage onregelmatige dienst.
4 BEËINDIGING BENOEMING
Het college kan op ieder moment beslissen om jouw benoeming als bestuursadviseur te beëindigen.
5 GEVOLGEN VAN BEËINDIGING BENOEMING
• Het onderstaande geldt slechts als je een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebt.
• Bij beëindiging van de benoeming als bestuursadviseur val je onder de dienst waarmee jouw arbeidsrelatie bestaat.
• Je behoudt het salaris dat je ontving ten tijde van de beëindiging van de benoeming als bestuursadviseur, met uitzondering van een toegekende functioneringstoelage.
• Door of namens de algemeen directeur van de desbetreffende dienst wordt aan jou een passende functie aangeboden. Als een passende functie niet aan jou kan worden aangeboden door onvoorziene omstandigheden, of als je een aangeboden passende functie niet aanvaardt, volgt een Van werk naar werk-traject zoals beschreven op het blad Sociaal beleidskader. De algemeen directeur van de desbetreffende dienst spant zich gedurende het traject in om jou een andere functie te kunnen aanbieden. Als je aan het einde van het Van werk naar werk-traject niet bent geplaatst in een passende functie, beëindigen we de arbeidsovereenkomst door middel van opzegging of ontbinding.
• Als je de functie van bestuursadviseur gaat vervullen, stem je in met het bovenstaande.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Cao Gemeenten
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand
SAMENVATTING
Als buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) is de Cao Gemeenten niet op jou van toepassing. Daarmee gelden ook de bladen van dit reglement die uitvoering geven aan de cao niet voor jou. De voor jou geldende arbeidsvoorwaarden zijn hieronder genoemd.
INHOUD
1 BEGRIP
Onder babs verstaan we: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.
2 SALARIS, SALARISTOELAGEN EN VERGOEDINGEN
• Je krijgt een salaris per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap dat gelijk is aan driemaal het uurloon dat hoort bij periodiek 11 van salarisschaal 8, bedoeld in artikel 3.4 van de Cao Gemeenten.
• Het salaris wordt verhoogd met het percentage, genoemd in:
a) artikel 4.2 lid 1 sub a van de Cao Gemeenten (vakantietoelage);
b) artikel 4.2 lid 1 sub b van de Cao Gemeenten (eindejaarsuitkering).
• Je ontvangt een vaste onkostenvergoeding voor onder meer reis- en verblijfskosten.
• Voor elk huwelijk of geregistreerd partnerschap dat voltrokken wordt op een zaterdag of zondag, wordt het salaris verhoogd met 45% respectievelijk 65%.
• Je hebt voor het overige geen aanspraak op salaris, toelage of vergoeding.
3 SALARIS, SALARISTOELAGEN EN VERGOEDINGEN
• Je heeft recht op 0,26 uur vakantie per voltrokken huwelijk.
• Je neemt vakantie op in overleg met de werkgever.
4 VERZUIM WEGENS ZIEKTE
• Als je verzuimt wegens ziekte en je hebt de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt, dan zijn de volgende artikelen uit de Cao Gemeenten van overeenkomstige toepassing:
a) artikel 7.1 (recht op salaris)
b) artikel 7.2 (recht op salaris bij verlof)
c) artikel 7.3 (arbeidsongeschiktheid in en door de dienst)
d) artikel 7.4 (geneeskundig onderzoek).
• Het recht op salaris bij ziekte bestaat uit het gemiddelde van het totale recht op salaris en vergoedingen over de periode van 12 maanden die onmiddellijk voorafgaat aan de eerste dag van ongeschiktheid.
• Als je nog geen 12 maanden hebt gewerkt als babs, dan bestaat het recht op salaris bij ziekte uit het gemiddelde van het totale recht op salaris en vergoedingen over de periode dat je in dienst bent.
• Onder de eerste dag van ongeschiktheid verstaan we de dag waarop je bent aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken maar door ziekte bent verhinderd.
• Het blad Verzuim wegens ziekte in dit reglement is van overeenkomstige toepassing.
5 EINDE DIENSTVERBAND
Bij het bereiken van de leeftijd van 70 jaar, wordt aan jou ontslag verleend uit de functie van babs.
6 RECHTEN EN PLICHTEN
• De volgende onderdelen van de Cao Gemeenten zijn van overeenkomstige toepassing op jou als babs:
a) artikel 8.1 (personeelsbeoordeling)
b) artikel 11.1 (dragen van uniform of dienstkleding)
c) artikel 11.2 (infectieziekten)
d) artikel 11.4 (schorsing als ordemaatregel).
• Bladen in dit reglement die betrekking hebben op goed werknemerschap zijn van overeenkomstige toepassing op jou als babs, waaronder in ieder geval:
a) Alcohol en drugs
b) Gedragscode en daarmee samenhangende bladen
c) Ongewenst gedrag
d) Integriteitsschending: melding
e) Integriteitsmelding: onderzoeksprotocol.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Artikel 1.2 lid 3 Cao Gemeenten, artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit Xxxxxxxxxxxxx 0000, Reglement op de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
√ Lokaal overleg
√ Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Cao Aan de slag
SAMENVATTING
Is de Cao Aan de slag op jou van toepassing, dan gelden voor jou specifieke afspraken. Op dit blad vind je verwijzingen naar die afspraken.
INHOUD
1 Verlof op 5 mei
Zie het blad Feestdagen.
2 Salarisverhoging
Zie het blad Salarisverhoging.
3 Geschillen
Zie het blad Geschillenregeling.
DOELGROEP
Werknemers Cao Aan de slag
GRONDSLAG
Cao Aan de slag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
o Lokaal overleg
√ Anders: conform Cao Aan de slag
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 16 september 2022.
Blad Chauffeur collegevervoer
SAMENVATTING
We hebben afspraken gemaakt over de inzet van chauffeurs ten behoeve van vervoer van collegeleden en de arbeidsvoorwaarden van deze chauffeurs.
INHOUD
1 FUNCTIEPROFIEL
• Als chauffeur collegevervoer geldt voor jou het functieprofiel Xxxxxx B in de functiefamilie Ondersteuning.
• Als senior chauffeur, belast met het vervoer van de burgemeester, alsmede met de administratie van ritstaten, bekeuringen, schade en leaseauto’s, geldt voor jou het functieprofiel Xxxxxx A in de functiefamilie Ondersteuning.
2 ARBEIDSDUUR
• Jouw arbeidsduur bedraagt gemiddeld 48 uur per week.
• Als je senior chauffeur bent, bedraagt jouw arbeidsduur gemiddeld 45 uur per week.
3 SALARIS EN SALARISTOELAGEN
• Voor jou geldt salarisschaal 4.
• Als je de functie vervult van senior chauffeur, belast met het vervoer van de burgemeester en geldt voor jou salarisschaal 5.
• Jouw salaris is gebaseerd op jouw arbeidsduur, waarbij het verschil tussen jouw arbeidsduur en de reguliere voltijds arbeidsduur van 36 uur wordt vermenigvuldigd met de factor 1,5 en in de vorm van een vaste maandelijkse aanvulling op het salaris aan jou wordt betaald.
• Over de uren waarop je onregelmatige dienst verricht, ontvang je een toelage onregelmatige dienst als bedoeld in artikel 3.11 van de Cao Gemeenten.
4 WERKTIJDEN
• Voor jou geldt de bijzondere regeling voor de werktijden, bedoeld in artikel 5.5 van de Cao Gemeenten.
• Jouw dagelijkse werktijd bedraagt:
a) weekdagen: 12 uur
b) zaterdag: 11 uur
c) zondag: 5 uur.
• Je werkt volgens het volgende “week op/week af” rooster:
ma | di | woe | do | vrij | zat | zon | |
week 1 | op | op | op | op | op | af | af |
week 2 | af | af | op | op | op | op | op |
week 3 | af | af | af | af | op | op | op |
week 4 | op | op | af | af | af | af | af |
week 5 | op | op | op | op | op | af | af |
week 6 | op | op | op | op | af | af | af |
5 RUSTTIJD
Als je hebt gewerkt in een aaneengesloten periode van 24 uur, krijg je een onafgebroken rusttijd van minimaal 11 uur. We kunnen deze rusttijd eenmaal per aaneengesloten periode van 7 x 24 uur inkorten tot 8 uur.
6 KLEDINGVERGOEDING
• Bij de aanschaf van representatieve kleding neem je de hiervoor vastgestelde richtlijnen in acht.
• Je ontvangt jaarlijks in de maand december een bedrag van €1.200,00 netto als tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van representatieve kleding.
• Je overlegt elk jaar vóór 15 november originele en gespecificeerde rekeningen of bonnen bij de hiervoor aangewezen functionaris als bewijs van de aangeschafte kleding.
• We kunnen de verstrekte tegemoetkoming in het daaropvolgende jaar geheel of gedeeltelijk terugvorderen als je langdurig geen werkzaamheden als chauffeur verricht.
• Als je de ontvangen vergoeding blijkens de overgelegde rekeningen en bonnen niet geheel hebt besteed aan de aanschaf van representatieve kleding, verrekenen we het niet-bestede bedrag met jouw salaris in de maand december van dat jaar.
• We verstrekken geen aanvullende vergoedingen of kleding.
7 VERGOEDING VERBLIJFSKOSTEN EN ANDERE KLEINE UITGAVEN
• Je ontvangt maandelijks €60,00 netto als tegemoetkoming in de kosten van koffie, thee en lunches.
• Je kunt kosten voor kleine uitgaven zoals koffie, thee, lunches en parkeren in Den Haag niet declareren en ook geen kosten declareren in verband met het maken van een binnenlandse dienstreis. In incidentele gevallen kun je een avondmaaltijd declareren als je de hele dag, inclusief de avond, onderweg bent.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Hoofdstukken 3 en 5 en bijlage 7 (artikel 7) bij de Cao Gemeenten. Voor chauffeurs die belast zijn met het vervoer van de burgemeester: paragraaf 5.7 van het Arbeidstijdenbesluit
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Collectieve actie
SAMENVATTING
We hebben met de vakbonden afspraken gemaakt over de gang van zaken en mogelijke rechtspositionele gevolgen als er een staking of soortgelijke actie wordt gehouden door werknemers die het ongestoord functioneren van (een deel van) de openbare dienst belemmert.
INHOUD
1 COLLECTIEVE ACTIE
• Onder een collectieve actie verstaan we: gezamenlijk optreden van werknemers als pressiemiddel met de bedoeling om daarmee te stoppen als een gesteld doel is bereikt. Het optreden bestaat uit gedragingen die het ongestoord functioneren van (een of meer delen van) de openbare dienst belemmeren, zoals de hieronder beschreven voorbeelden:
a) werkstaking: collectief en volledig neerleggen van de arbeid voor een dag of langer
b) werkonderbreking: collectief neerleggen van de arbeid voor een gedeelte van een werkdag
c) stiptheidsactie: collectief verrichten van (alle) arbeid naar de letter van instructie en opdracht
d) gedeeltelijke werkweigering: collectieve weigering om een deel van de afgesproken arbeid te verrichten
e) wilde staking: collectief neerleggen van de arbeid buiten de verantwoording en medewerking van de vakbonden.
• De vakbonden melden een door hen geleide collectieve actie tijdig aan de wethouder met de portefeuille Gemeentelijke Organisatie. De melding wordt altijd minimaal 48 uur vóór de geplande aanvang van de actie gedaan.
• We beschouwen een actie van een groep werknemers buiten de vakbonden om als rechtmatig als het een aangelegenheid betreft die de werkgelegenheid of de bijzondere arbeidsvoorwaarden van de deelnemende werknemers direct raakt.
2 VITALE FUNCTIES EN WERKZAAMHEDEN
We kunnen bepaalde functies en werkzaamheden aanwijzen als vitaal voor de gemeente. Daarmee is het recht op (deelname aan een) collectieve actie beperkt.
3 VOORBEREIDINGSUREN
• Als je als kaderlid van een vakbond bent belast met de voorbereiding van een collectieve actie, is artikel 12.4 lid 3, onderdeel a, van de Cao Gemeenten op jou van toepassing.
• Heb je vanwege de voorbereiding van een collectieve actie geen arbeid verricht op uren waarop je wel had moeten werken én ben je geen kaderlid van een vakbond, dan houden we jouw salaris over de niet-gewerkte uren in, of we verrekenen de afwezigheid met jouw vakantie-uren als je daaraan de voorkeur geeft.
4 GEVOLGEN VAN DEELNAME
• Als je bij deelname aan een collectieve actie jouw werkzaamheden niet verricht, houden we jouw salaris in over de niet-gewerkte uren, of we verrekenen we dit met jouw
vakantie-uren als je daaraan de voorkeur geeft. Dit kunnen we ook toepassen bij gedeeltelijke werkweigering.
• Over niet-gewerkte uren bouw je geen compensatieverlof op.
• Als je tijdens een collectieve actie je ten opzichte van burgers, de werkgever of werkwilligen niet behoorlijk gedraagt, kunnen we passende maatregelen nemen.
• Als je jouw werkzaamheden niet verricht vanwege bewuste deelname aan een wilde staking, kunnen we passende maatregelen nemen.
• Bij collectieve acties gebruik je geen gemeentelijke voer- en vaartuigen en/of andere eigendommen, tenzij we daarvoor schriftelijke toestemming hebben verleend.
• Als je bij deelname aan een collectieve actie schade veroorzaakt die niet rechtstreeks collectief met de actie was beoogd, kunnen we je verplichten om de schade te vergoeden.
• Als de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor schade die tijdens de collectieve actie door jou is veroorzaakt, kunnen we deze verhalen op jou.
• Als jij je ziekmeldt in het kader van een collectieve actie kan spoedcontrole plaatsvinden. Als daarbij wordt geconstateerd dat je niet arbeidsongeschikt bent, of als je zonder geldige reden niet beschikbaar bent voor controle, dan houden we jouw salaris in over de niet- gewerkte uren en kunnen andere maatregelen worden genomen.
• Een poortblokkade of bedrijfsbezetting is onrechtmatig. Als je daaraan meewerkt, kunnen passende maatregelen volgen.
5 WERKWILLIG
• Als je tijdens een collectieve actie jouw arbeid niet staakt maar juist blijft verrichten, of gedwongen door de omstandigheden onopzettelijk niet kan verrichten, merken we je aan als werkwillig.
• Als werkwillige meld je je bij een stakingsactie of werkonderbreking zo spoedig mogelijk op jouw arbeidsplaats of het aangegeven meldpunt.
• Je behoudt als werkwillige jouw aanspraak op salaris en salaristoelagen.
• Als je gedwongen door de omstandigheden onopzettelijk jouw arbeid niet kan verrichten, kunnen we je vragen om je op jouw huisadres beschikbaar te houden of om andere arbeid te verrichten.
• Werkzaamheden die normaliter door een of meer deelnemers aan de collectieve actie worden uitgevoerd, hoef je alleen te verrichten als je daarmee zelf instemt.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Dienstreis binnenland
SAMENVATTING
We vergoeden de kosten van reizen die je voor je werk maakt binnen Nederland, aangeduid als dienstreizen en dienstritten.
INHOUD
1 DIENSTREIZEN EN DIENSTRITTEN
• Onder een dienstreis (in Nederland) verstaan we:
a) reizen vanaf jouw arbeidsplaats naar een andere gemeente dan Den Haag en terug
b) reizen vanaf jouw woonadres naar een andere gemeente dan Den Haag en terug
c) reizen in verband met het volgen van scholing.
• Onder een dienstrit verstaan we een rit binnen gemeente Den Haag waarvoor je de eigen auto gebruikt. Onder een dienstrit wordt ook verstaan: een rit binnen de regio Den Haag waarvoor je de eigen auto gebruikt, indien het regionale bereik direct uit jouw functie voortvloeit.
• Woon-werkverkeer wordt niet als dienstreis of dienstrit aangemerkt, tenzij we dit uitdrukkelijk anders hebben aangegeven; zie het blad Woon-werkverkeer (mobiliteitsbudget).
2 VERGOEDING
• We vergoeden de gemaakte kosten voor een dienstreis of dienstrit als de dienstreis of dienstrit in het belang van de organisatie is gemaakt.
• We vergoeden op basis van declaratie in P-Digitaal, bevoegde accordering van de declaratie en overlegging van betaalbewijzen.
• In plaats van een vergoeding op basis van declaratie kunnen we een vervoerbewijs aan je geven dat door ons bekostigd is. Dit kan ook een abonnement zijn.
• Als je op andere wijze al een tegemoetkoming krijgt voor de kosten van de gemaakte dienstreis of dienstrit, brengen we deze in mindering op de vergoeding.
• We vergoeden het gebruik van de eigen fiets niet.
3 VERGOEDING DIENSTREIS MET OPENBAAR VERVOER
• Bij een dienstreis maak je in principe gebruik van het openbaar vervoer.
• Je krijgt de noodzakelijk gemaakte kosten voor vervoer per trein, tram, metro, bus en ander openbaar vervoer volledig vergoed.
• Als je met de trein reist, vergoeden we de kosten op basis van het 2e klasse tarief.
4 VERGOEDING DIENSTREIS MET EIGEN AUTO
• We vergoeden de kosten van gebruik van een eigen auto voor een dienstreis uitsluitend als je uitdrukkelijk toestemming hebt gekregen van de daartoe bevoegde leidinggevende om daarvoor de eigen auto te gebruiken.
• Toestemming kan worden verleend in een of meer van de volgende situaties:
a) je moet meer meenemen dan handbagage
b) de dienstreis wordt met 3 of meer personen in dezelfde auto gemaakt
c) je moet meerdere plaatsen bezoeken die niet goed met openbaar vervoer te bereiken zijn.
• De vergoeding bedraagt €0,21 netto per kilometer.
5 DIENSTRITTEN MET EIGEN AUTO
• We vergoeden de kosten van een dienstrit uitsluitend als je uitdrukkelijk toestemming hebt gekregen van de daartoe bevoegde leidinggevende om daarvoor je eigen auto te gebruiken.
• Toestemming kan worden verleend in een of meer van de volgende situaties:
a) je moet meer meenemen dan handbagage
b) zonder gebruik van de eigen auto zou je minimaal 2 uur met het openbaar vervoer moeten reizen.
• Als je toestemming hebt gekregen om de eigen auto te gebruiken voor dienstritten en je gebruikt deze ook voor woon-werkverkeer, vergoeden we de kosten van het woon- werkverkeer met de auto. Als je al een mobiliteitsbudget ontvangt voor woon- werkverkeer, komen de kilometers op basis waarvan dat budget is berekend, niet in aanmerking voor vergoeding vanwege dienstritten met de eigen auto.
• De vergoeding is €0,28 per kilometer, waarvan €0,21 onbelast en €0,07 belast wordt uitbetaald.
• Als je geen mobiliteitsbudget ontvangt voor woon-werkverkeer, is de vergoeding voor dienstritten met de eigen auto maximaal €1.155,60 netto.
• We vergoeden de volgende parkeerkosten als deze noodzakelijk zijn gemaakt:
a) parkeervergunning of debet card bij de arbeidsplaats
b) parkeermeter of parkeerkosten via een mobiel apparaat.
6 VERGOEDING VERBLIJFSKOSTEN
• Als jouw dienstreis langer dan 4 uur duurt, vergoeden we op jouw aanvraag verblijfskosten.
• We vergoeden verblijfskosten uitsluitend voor zover je daadwerkelijk kosten hebt gemaakt in een daarvoor bestemde gelegenheid.
• De vergoeding wordt verleend voor elke dag (een vol etmaal) dat de dienstreis duurt.
• Voor de soort vergoeding en de hoogte daarvan hanteren we de voor rijksambtenaren vastgestelde vergoedingen voor verblijfskosten (externe link).
7 DIENSTAUTO
• Als wij aan jou een dienstauto ter beschikking stellen, gaan we een gebruikersovereenkomst met jou aan.
• Bij gebruik van de dienstauto registreer je het aantal kilometers dat door jou daarmee is gereden.
• Na gebruik van de dienstauto in verband met jouw werkzaamheden, retourneer je deze op de afgesproken plaats.
• Privégebruik van de dienstauto is niet toegestaan.
• Beperkt gebruik van de dienstauto buiten jouw reguliere werktijden is toegestaan als dit noodzakelijk is vanwege de opkomsttijd bij het verrichten van beschikbaarheidsdiensten.
• Verkeersboetes als gevolg van het gebruik van de dienstauto zijn voor jouw eigen rekening en kunnen door ons worden verrekend met jouw salaris.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Artikel 3.21 Cao Gemeenten
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 januari 2023.
Blad Dienstreis buitenland
SAMENVATTING
We verzorgen de reizen die je voor je werk maakt naar het buitenland en we vergoeden kosten van verblijf.
INHOUD
1 DIENSTREIS BUITENLAND
• Onder een buitenlandse dienstreis verstaan we een reis naar het buitenland die je als werknemer in opdracht of met toestemming van ons maakt.
• De noodzaak om een buitenlandse dienstreis te maken wordt per geval beoordeeld, met afweging van alternatieven zoals telecommunicatie en met afweging van de klimaatgevolgen van de reis.
• Bij de keuze voor een vervoersmiddel maak je zoveel mogelijk gebruik van openbaar vervoer.
• Als de dienstreis binnen 8 uur (deur naar deur) per trein kan worden afgelegd, reis je met de trein. Er wordt in ieder geval met de trein gereisd naar de buitenlandse bestemmingen waarvoor we dat hebben aangegeven.
• In uitzonderlijke gevallen kan het onvermijdelijk zijn om, in plaats van de trein, met het vliegtuig te reizen, bijvoorbeeld bij uitval van treinen, of als vanwege een crisis terugkeer naar de gemeente grote spoed heeft. Efficiëntie-overwegingen zijn geen uitzonderingsgrond.
• Je draagt eraan bij dat jouw buitenlandse dienstreizen worden gepubliceerd in het digitaal reisregister op de gemeentelijke website, met vermelding van de motivering voor de reis en de afweging van alternatieven, het aantal afgelegde kilometers per vervoersmiddel en de uitstoot van CO2-equivalenten per vervoersmiddel.
• Je dient de aanvraag voor een buitenlandse dienstreis in met gebruikmaking van de daarvoor bestemde procedure die gepubliceerd is op Werknet.
• Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als deze door de dienstcontroller, algemeen directeur en de portefeuillehouder van jouw dienst is geaccordeerd.
• Voor buitenlandse dienstreizen van een algemeen directeur dienst is aankondiging en besluitvorming in een collegevergadering vereist.
• Een dienstreis door een ambtenaar die werkzaam is voor de Rekenkamer dient te worden geaccordeerd door de leden van de Rekenkamer.
2 VERGOEDING REISKOSTEN IN NEDERLAND
We vergoeden de kosten van het reisdeel binnen Nederland volgens de afspraken voor binnenlandse dienstreizen.
3 VERGOEDING REISKOSTEN IN BUITENLAND
• We vergoeden verblijfskosten achteraf voor zover je daadwerkelijk kosten hebt gemaakt in een daarvoor bestemde gelegenheid.
• Voor de samenstelling en de hoogte van de vergoeding hanteren we de voor rijksambtenaren vastgestelde tarieflijst voor verblijfskosten bij buitenlandse dienstreizen (externe link).
• Vergoeding vindt plaats na declaratie van de verblijfskosten in P-Digitaal en indiening van het verslag van de reis.
• Als je op andere wijze al een tegemoetkoming krijgt voor de kosten van de gemaakte dienstreis, brengen we deze in mindering op de vergoeding.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Artikel 3.21 Cao Gemeenten
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 16 september 2022.
Blad Digitaal berichtenverkeer en zelfbediening werknemers
SAMENVATTING
We verzenden berichten en documenten die betrekking hebben op jouw dienstverband zoveel mogelijk op digitale wijze aan jou. En jij maakt voor het invullen van personeelsformulieren, declaraties, het doorgeven van mutaties in persoonsgegevens en soortgelijke activiteiten, zoveel mogelijk gebruik van beschikbaar gestelde digitale hulpmiddelen zoals P-Digitaal, ook wel aangeduid als zelfbediening of ESS (Employee Self Service).
INHOUD
1 DIGITALE VERZENDING
We verzenden personele stukken en informatie uitsluitend digitaal als dit op voldoende betrouwbare en vertrouwelijke wijze plaatsvindt.
2 GEEN DIGITALE VERZENDING
• We versturen berichten en documenten niet digitaal aan je als je geen toegang hebt tot een computer, tablet of soortgelijk ICT-middel op je arbeidsplaats.
• Berichten en documenten over een onderwerp dat hieronder is genoemd, sturen we niet digitaal aan je, tenzij je instemt met digitale verzending:
a) arbeidsovereenkomst
b) beëindiging dienstverband
c) loonbeslag en inhoudingen op het salaris
d) afwijzing van een aanvraag op grond van de Wet flexibel werken
e) inhouding salaris wegens langdurige arbeidsongeschiktheid
f) niet toekennen van salarisverhoging wegens arbeidsongeschiktheid
g) schadeverhaal.
• Als een bericht of document niet digitaal aan je wordt verzonden, wordt het aan je verstuurd door middel van interne of externe postbezorging.
3 ZELFBEDIENING (EMPLYEE SELF SERVICE)
• In het belang van efficiency en het verminderen van het gebruik van papier, gebruik je waar mogelijk beschikbare digitale hulpmiddelen voor personele zaken, zoals P-Digitaal. Het gaat om personeelsformulieren, het doorgeven van mutaties in persoonsgegevens, het doorgeven van IKB-keuzes en soortgelijke activiteiten. We noemen dit zelfbediening of ESS (Employee Self Service).
• Als je geen toegang hebt tot een computer, tablet of soortgelijk ICT-middel op je arbeidsplaats, of geassisteerd wil worden bij het gebruik daarvan, voorziet het organisatieonderdeel waarbij je werkzaam bent in een alternatieve methode. Tot de mogelijkheden behoort het, met jouw toestemming, machtigen van een andere functionaris tot het uitvoeren van handelingen namens jou.
• Je zorgt ervoor dat je jouw declaraties zo snel mogelijk indient volgens de juiste procedure.
DOELGROEP
Alle medewerkers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Algemene wet bestuursrecht, werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
o Lokaal overleg
√ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Directeurentoelage
SAMENVATTING
Als directeur kom je in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten voor representatieve activiteiten.
INHOUD
1 RECHT OP TOELAGE
• Je hebt recht op de directeurentoelage als je als werknemer een van de volgende functies vervult:
a) algemeen directeur, sectordirecteur of adjunct-directeur, voor zover de functie is ingedeeld in schaal 16 of hoger
b) consultant D070
c) directeur publieke gezondheid.
• Je hebt ook recht op de toelage als je een van deze functies gedurende een periode van minimaal 3 maanden waarneemt.
• Je hebt geen recht op dubbele uitbetaling van de toelage, ook niet als je door het vervullen of het waarnemen van meerdere directeursfuncties in aanmerking zou komen voor meerdere toelagen.
2 DOEL VAN DE TOELAGE
• Je ontvangt de toelage in verband met aan de functie verbonden kosten. Daaronder verstaan we kosten die je zelf hebt gemaakt of gaat maken in verband met het onderhouden van interne en externe contacten en representatieve activiteiten, waaronder in ieder geval:
d) het aanbieden van lunches, diners en overige consumpties, het geven van persoonlijke attenties en geschenken, fooien, het houden van ontvangsten thuis
e) vakliteratuur, abonnementen, contributies, lidmaatschappen
f) bezoeken van wedstrijden, evenementen en andere bijeenkomsten en excursies
g) bureaukosten, porti, gebruik van communicatiemiddelen
h) kleding, persoonlijke verzorging
i) individuele consumpties buiten de arbeidsplaats.
• De toelage heeft geen betrekking op de vergoeding voor woon-werkverkeer (mobiliteitsbudget) en op kosten van dienstreizen en dienstritten.
3 DECLARATIES
• Als je de toelage ontvangt, worden kosten zoals hierboven beschreven niet apart vergoed, ook niet op basis van declaratie.
• In bijzondere situaties kan van de vorige zin worden afgeweken, met toestemming van de algemeen directeur Den Haag, na advisering door de directeur met de portefeuille Personeel en Organisatie.
4 BEDRAG TOELAGE
• De toelage is in 2023: €217,63 (netto).
• Het bedrag wordt in elk kalenderjaar aangepast aan de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek, geldend voor de maand september van het daaraan voorafgaande jaar.
5 STOPZETTING
We kunnen de uitbetaling van de toelage stopzetten als je geen kosten maakt vanwege langdurige afwezigheid wegens verzuim, verlof, non-activiteit of andere redenen, of als je feitelijk geen invulling geeft aan de functie van directeur.
DOELGROEP
Alle werknemers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Werkgeversbevoegdheid tot aanvulling cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 januari 2023.
Blad Eed en belofte
SAMENVATTING
Als ambtenaar leg je een eed of belofte af volgens de onderstaande procedure. Hiermee waarborgen we dat je kennisneemt van het belang van integriteit in het algemeen en je bewust bent van jouw positie als publieke functionaris.
INHOUD
• Je legt de eed of belofte zo spoedig mogelijk na indiensttreding af, na daartoe door ons te zijn uitgenodigd.
• Het afleggen van de eed of belofte vindt plaats tijdens een speciaal daarvoor georganiseerde bijeenkomst, in persoon of met behulp van video-vergaderen, en wordt voorafgegaan door een korte toespraak waarin wordt gewezen op de bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente en waarin de bijzondere positie van het personeel van de gemeente en de waarde en inhoud van de eed en belofte worden toegelicht.
• Je legt de eed of belofte af ten overstaan van jouw algemeen directeur.
• Bij de procedure maken we gebruik van het formulier “Eed en belofte van de gemeente Den Haag” dat als bijlage is gevoegd bij het Uitvoeringsbesluit Xxxxxxxxxxxxx 0000 (externe link).
• Het afleggen van de eed of belofte gebeurt als volgt:
a) je staat op (tenzij er gegronde redenen zijn om dit anders te doen)
b) de algemeen directeur Den Haag of de algemeen directeur van jouw dienst leest de tekst op het formulier duidelijk voor
c) je spreekt de eed of belofte (naar eigen keuze) uit op de voorgeschreven wijze, tenzij uit jouw godsdienstige gezindheid de plicht volgt om de eed of belofte op andere wijze af te leggen
d) bij het afleggen van de eed steek je (zo mogelijk) de twee voorste vingers van jouw rechterhand aaneengesloten op
e) je tekent in tweevoud het formulier. De algemeen directeur tekent ook. Eén exemplaar wordt gevoegd bij de voor indiensttreding benodigde stukken en het andere exemplaar wordt aan jou uitgereikt.
• Algemeen directeuren leggen de eed of belofte af ten overstaan van de algemeen directeur Den Haag.
• Voor ambtenaren die werkzaam zijn voor de Rekenkamer geldt een specifieke procedure.
DOELGROEP
Alle werknemers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, Uitvoeringsbesluit Xxxxxxxxxxxxx 0000
XXXXXXXXXXXXXXX / XXXXXX OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Feestdagen
SAMENVATTING
In aanvulling op de in de cao genoemde feestdagen hebben wij voor de gemeentelijke organisatie 5 mei als feestdag aangewezen.
INHOUD
5 mei is een nationale feestdag waarbij het aan cao-partijen wordt overgelaten of werknemers op deze dag al dan niet vrijaf zijn. In de Cao Gemeenten en Cao Aan de slag is 5 mei niet aangewezen als een vrije dag en wordt dit aan de werkgevers overgelaten. Om deze reden wijzen wij in dit reglement 5 mei aan als vrije dag waarop de gemeentelijke organisatie is gesloten. Voor de gevolgen hiervan voor verlofaanspraken verwijzen we naar de toepasselijke cao.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten en Cao Aan de slag
GRONDSLAG
Algemene termijnenwet, artikel 6.2 Cao Gemeenten, artikel 4.4 Cao Aan de Slag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 januari 2023.
Blad Flexibel werken
SAMENVATTING
Als je een verzoek doet om op bepaalde tijden vanuit je woonadres (thuiswerken) of ergens anders dan op jouw arbeidsplaats jouw werkzaamheden te verrichten, kan dit niet zonder meer worden afgewezen met een beroep op het beleid voor het hele organisatieonderdeel.
INHOUD
Op grond van de Wet flexibel werken kun je als werknemer verzoeken om aanpassing van jouw arbeidsduur, arbeidsplaats en werktijden. Elk verzoek beoordelen we individueel.
Leidinggevenden kunnen dus niet vooraf voor hele organisatieonderdelen bepalen dat zulke verzoeken zonder meer worden afgewezen. Zie ook het blad Beslissen op verzoeken.
DOELGROEP
Alle werknemers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Wet flexibel werken
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
o Lokaal overleg
√ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Gedragscode
SAMENVATTING
Je handelt en gedraagt je als medewerker van de gemeente integer bij de uitoefening van jouw arbeid. Je weet dat jouw gedrag invloed kan hebben op hoe anderen naar de gemeente als publieke instantie kijken. De normen en waarden die we als werkgever en werknemer nastreven, hebben we vastgelegd in de Gedragscode gemeente Den Haag (externe link).
INHOUD
De Gedragscode is een apart document maar maakt integraal onderdeel uit van dit personeelsreglement. Onderdelen van de Gedragscode die specifieke aandacht verdienen, zijn op aparte bladen in dit reglement toegelicht.
DOELGROEP
Alle medewerkers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, Gedragscode gemeente Den Haag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Generatiepact 2015 - 2018
SAMENVATTING
In 2015 hebben we het Generatiepact tot stand gebracht. Dit gaf werknemers in de leeftijd van 60 jaar of ouder de mogelijkheid om wekelijks verlof op te nemen, deels betaald door de werkgever, onder bepaalde voorwaarden. Met ingang van 1 augustus 2018 is de mogelijkheid geëindigd om in te stromen in het Generatiepact, met behoud van rechten voor bestaande deelnemers uit hoofde van overgangsrecht.
INHOUD
• Als je deelnemer bent aan het Generatiepact, maken de rechten en plichten uit hoofde van jouw deelname, zoals vastgelegd in de Regeling generatiepact Den Haag, deel uit van jouw arbeidsovereenkomst. De regeling behoudt daarmee ook vanaf 1 januari 2020 rechtskracht voor bestaande deelnemers.
• Nieuwe deelname aan het Generatiepact is niet meer mogelijk.
• Om te voorkomen dat de opname van een grote hoeveelheid resterende vakantie-uren, direct voorafgaand aan de datum waarop je de AOW-gerechtigde leeftijd zal bereiken of aan de datum waarop jouw arbeidsovereenkomst eerder zal eindigen, zal leiden tot een fiscale eindheffing (RVU) bij de werkgever, kan deelname aan het Generatiepact bij aanvang van opname van dat verlof worden beëindigd. Deze tussentijdse beëindiging vindt uitsluitend plaats nadat we een vaststellingsovereenkomst zijn aangegaan met jou waarin de standaardvoorwaarden zijn vastgelegd met betrekking tot de tussentijdse beëindiging.
DOELGROEP
Bestaande deelnemers
GRONDSLAG
Voormalige Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG), Regeling generatiepact Den Haag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
o Lokaal overleg
√ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 januari 2023.
Blad Generiek functiehuis (HGF)
SAMENVATTING
Voor jou geldt een generiek functieprofiel binnen een functiefamilie. Dit is bepalend voor de toebedeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de toepasselijke salarisschaal en speelt een belangrijke rol in de gesprekscyclus. We noemen dit het Haags Generiek Functiehuis (HGF). Het functieprofiel ligt ten grondslag aan de functiewaardering en is daarmee medebepalend voor de toepasselijke salarisschaal.
INHOUD
1 BEGRIPPEN
a) Functiefamilie: een aantal functieprofielen die technisch/inhoudelijk vergelijkbaar zijn.
b) Generiek functieprofiel: het profiel binnen een functiefamilie dat logisch voortvloeit uit de organisatiestructuur en verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de gemeentelijke organisatie en een weergave is van aard, niveau en complexiteit van taken.
c) Functiewaardering: het bepalen van de functiewaarde van het generiek functieprofiel met behulp van de USB-methode van Xxxxxxxxxx (functiewaarderingsmethode).
d) Centrale waarderingscommissie: de commissie die belast is met de toetsing van de voorwaardering van de generieke functieprofielen.
e) Takenpakket: het document (waarin vermeld: de plaats in de organisatie, het doel en generiek resultaat, de kerntaken en een contactpatroon) dat, vastgesteld door de hiërarchisch leidinggevende, de basis is waarop een inpassing is gebaseerd.
f) Inpassingsdocument: de onderbouwing van de inpassing van een takenpakket in een functiefamilie en functieprofiel met gebruikmaking van het hiervoor vastgestelde model.
2 TOEPASSINGSBEREIK
Dit blad is niet van toepassing op:
a) Rekenkamer
b) bestuursadviseurs
c) trainees.
3 VASTSTELLING FUNCTIEFAMILIES EN FUNCTIEPROFIELEN
• We stellen de functiefamilies en generieke functieprofielen vast.
• We publiceren de lijst van vastgestelde functiefamilies en generieke functieprofielen op het interne netwerk van de gemeente.
4 WAARDERING VAN FUNCTIES
• We maken een waarderingsvoorstel voor de vastgestelde generieke functieprofielen.
• We leggen het waarderingsvoorstel ter advisering voor aan de centrale waarderingscommissie.
• Het waarderingsvoorstel bevat in ieder geval de puntenscoringstabel en een verantwoording van de gevolgde werkwijze en de gehanteerde uitgangspunten.
5 CENTRALE WAARDERINGSCOMMISSIE
• De centrale waarderingscommissie bestaat uit:
a) lid, benoemd door het college, op voordracht van het Gemeentelijk Managementteam
b) lid, benoemd door het college, op voordracht van de vakbonden
c) externe voorzitter, benoemd door het college, op voordracht van beide leden.
• De centrale waarderingscommissie wordt ondersteund door een secretaris en wordt bijgestaan door een externe deskundige op het gebied van functiewaardering. Beiden hebben geen stemrecht.
• De centrale waarderingscommissie toetst het waarderingsvoorstel aan het USB- functiewaarderingssysteem en adviseert ons ter zake.
• De centrale waarderingscommissie kan alleen in voltallige samenstelling advies uitbrengen.
6 VASTSTELLING FUNCTIEWAARDERING EN CONVERSIETABEL
• We stellen de waardering van een generiek functieprofiel vast, gelezen het advies van de centrale waarderingscommissie.
• We stellen de conversietabel vast aan de hand waarvan de vastgestelde waarderingen worden omgezet in functionele salarisschalen.
7 PERIODIEKE EVALUATIE
Eenmaal per 2 jaar beziet de directeur met de portefeuille Personeel en Organisatie in hoeverre het noodzakelijk is nieuwe functiefamilies en generieke functieprofielen op te stellen, dan wel bestaande functiefamilies en generieke functieprofielen aan te passen. De directeur brengt hiervan verslag uit aan het college.
8 INPASSING TAKENPAKKETTEN IN GENERIEKE FUNCTIEPROFIELEN
• We passen een nieuw of, als dit leidt tot een ander generiek functieprofiel, een substantieel gewijzigde functie aan de hand van een nieuw takenpakket in een generiek functieprofiel in. Dit gebeurt aan de hand van een inpassingsdocument.
• We passen daarna het vastgestelde takenpakket definitief in een generiek functieprofiel in.
9 GESCHILLENREGELING
Er is een geschillenregeling voor het oplossen van meningsverschillen tussen werknemer en werkgever over de individuele toepassing van de functiewaarderingsmethode. Zie het blad Geschillenregeling.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Artikelen 3.1 en 11.5 Cao Gemeenten
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
√ Lokaal overleg (conversietabel)
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 16 september 2022.
Blad Geschillenregeling
SAMENVATTING
Er is een geschillenregeling voor het oplossen van meningsverschillen tussen werknemer en werkgever over specifieke aangelegenheden, waarbij door de Geschillencommissie personele aangelegenheden wordt bemiddeld of advies wordt uitgebracht.
INHOUD
1 GESCHILLENREGELING
• Een geschil tussen de werknemer en werkgever over:
a) de individuele toepassing van de functiewaarderingsmethode
b) de uitvoering van een Van werk naar werk-traject als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Cao Gemeenten
c) de toepassing van het Sociaal beleidskader bij organisatieveranderingen (SBK), kan door de werknemer worden voorgelegd aan de Geschillencommissie personele aangelegenheden.
• De commissie is ingesteld om ter zake van een geschil zoals hierboven aangegeven te bemiddelen en – als die bemiddeling geen resultaat heeft – een oplossing voor het geschil te geven.
• De procedure bij de commissie staat niet open voor grieven van werknemers die zijn gericht tegen beslissingen van de werkgever die voortvloeien uit een wettelijk voorschrift of afspraken die door of namens de werkgever zijn gemaakt met de vakbonden, voor zover de grief zich richt tegen de inhoud daarvan. Een geschil dat betrekking heeft op de individuele toepassing van een dergelijke afspraak of voorschrift, kan wél aan de commissie worden voorgelegd.
• De onderstaande procedurebeschrijving is grotendeels gebaseerd op het voorbeeldreglement geschillencommissie in bijlage 1 bij de Cao Gemeenten.
2 GESCHILLENCOMMISSIE PERSONELE AANGELEGENHEDEN
• Er is een pool van onafhankelijke voorzitters van deze commissie. De voorzitters worden in overleg tussen de werkgever, de vakbonden in het lokaal overleg en de centrale ondernemingsraad benoemd. Ten aanzien van een voorgelegd geschil treedt op voorstel van het secretariaat een van hen op als voorzitter gedurende de procedure.
• Er is een pool van commissieleden. De commissieleden worden deels op voordracht van de werkgever benoemd, deels op voordracht van de vakbonden in het lokaal overleg en deels op voordracht van de centrale ondernemingsraad. Ten aanzien van een voorgelegd geschil treden op voorstel van het secretariaat na overleg met de optredende voorzitter, twee van hen op als commissielid gedurende de procedure, waarbij één lid op voordracht van de werkgever is benoemd en de ander op voordracht van de vakbonden in het lokaal overleg of van de centrale ondernemingsraad.
• De voorzitters en leden worden benoemd voor de duur van 4 jaren met de mogelijkheid van onmiddellijke herbenoeming.
• Als voorzitters zijn benoemd:
a) Xxxxxxxxx Xxxxx (extern)
b) Xxxxxx xx Xxx (extern).
• Als leden op voordracht van de werkgever zijn benoemd:
a) Xxxxx xxx Xxxxxxxxxxx
b) Xxx Xxxxxxx.
c) Xxxx Xxxxxxxxxxx.
• Als leden op voordracht van de vakbonden zijn benoemd:
a) Xxxxxxx Xxxxxxx (namens FNV)
b) Xxxx xxx Xxxxxxxx (namens CNV).
• Als leden op voordracht van de centrale ondernemingsraad zijn benoemd:
a) Xxxx Xxxxxxxxx
b) Xxxx Xxx.
• De voorzitters, en de op voordracht van de vakbonden in het lokaal overleg of centrale ondernemingsraad benoemde leden die niet werkzaam zijn bij de gemeente, ontvangen een vergoeding op grond van de Verordening geldelijke vergoedingen aan commissieleden niet zijnde raadsleden voor het bijwonen van een vergadering. Onder een vergadering verstaan we een bijeenkomst in raadkamer, al dan niet voorafgegaan door een hoorzitting. In één vergadering kan meer dan één kwestie aan de orde komen. In de regel duurt een vergadering niet langer dan een dagdeel en vindt er slechts één vergadering per dag plaats.
• De voorzitters en commissieleden treden niet op in geschillen waarbij zij persoonlijk betrokken zijn of een persoonlijk belang hebben.
• De commissie heeft een secretariaat, waarvan de kosten voor rekening komen van de werkgever. De secretaris en plaatsvervanger(s) zijn geen lid van de commissie en worden door de werkgever benoemd. De commissie bepaalt de taak en werkwijze van het secretariaat. Het post- en emailadres van het secretariaat is op Werknet vermeld.
• Aan de commissie worden de middelen en faciliteiten verschaft die nodig zijn voor een goede vervulling van de taak.
3 PROCEDURE BIJ GESCHILLENCOMMISSIE
• De werknemer start een procedure voor de commissie met de toezending van een verzoekschrift aan het secretariaat.
• Het verzoekschrift vermeldt in ieder geval:
a) de naam en het adres van de werknemer
b) de beslissing – of het achterwege blijven daarvan – die ten grondslag ligt aan het geschil
c) een heldere omschrijving van de feiten die tot het geschil hebben geleid
d) een duidelijke conclusie en/of verzoek.
• Als het verzoekschrift niet aan deze vereisten voldoet, of niet is voorzien van de relevante stukken, geeft de commissie de werknemer de gelegenheid om dit aan te vullen.
• De procedure wordt gevoerd in de Nederlandse taal.
• De werknemer kan zich tijdens de gehele procedure laten bijstaan door een vertrouwenspersoon, zoals een vakbondsadviseur, collega, advocaat of medewerker van een rechtshulpverzekeraar. De kosten voor die bijstand zijn voor rekening van de werknemer.
• De procedure schort de werking van de bestreden beslissing niet op.
• Het secretariaat bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift en zendt een kopie daarvan aan de commissie en de werkgever.
• Nadat het verzoekschrift volledig is ingediend, kan de commissie de werkgever verzoeken om een tijdelijke maatregel te treffen.
• De werkgever kan binnen 4 weken na toezending van het verzoekschrift een verweerschrift sturen aan het secretariaat. Het secretariaat zendt een kopie van het verweerschrift aan de commissie en de werknemer.
• Binnen 4 weken na de schriftelijke voorbereiding stelt de voorzitter plaats en tijdstip vast voor de mondelinge behandeling.
• De commissie kan tijdens de mondelinge behandeling ook anderen horen, als zij dat nodig vindt. Ook de werkgever en de werknemer kunnen getuigen of deskundigen voordragen om tijdens de mondelinge behandeling door de commissie te worden gehoord. Een verzoek daartoe wordt uiterlijk 2 weken voor de mondelinge behandeling bij het secretariaat ingediend. De commissie neemt hierover een besluit. Het secretariaat informeert de werkgever en de werknemer als getuigen of deskundigen worden gehoord tijdens de mondelinge behandeling.
• De commissie kan een gecombineerde behandeling van meerdere geschillen aan de werknemer voorleggen.
• De mondelinge behandeling is niet openbaar, tenzij de commissie anders bepaalt en de werknemer en de werkgever daartegen geen bezwaar hebben.
• Tijdens de mondelinge behandeling probeert de commissie een minnelijke schikking tussen de werkgever en de werknemer te bereiken. De commissie kan daartoe de behandeling aanhouden en partijen een termijn voor beraad geven.
• Als de behandeling niet tot overeenstemming tussen de werkgever en de werknemer leidt, doet de commissie binnen 2 weken na de mondelinge behandeling uitspraak in de vorm van een schriftelijk, zwaarwegend advies aan de werkgever en de werknemer.
4 GESCHILLENCOMMISSIE: OVERIGE
• De werknemer die een verzoekschrift aan de commissie voorlegt, wordt daardoor op geen enkele wijze bij de werkgever benadeeld. Dit geldt ook voor een werknemer die als vertrouwenspersoon, getuige of deskundige is betrokken bij een procedure. De commissie en de medewerkers werkzaam binnen het secretariaat zijn gehouden tot geheimhouding.
• De commissie kan van de hierboven genoemde termijnen afwijken of een betrokken partij afwijking daarvan toestaan. Het secretariaat informeert partijen over afwijkende termijnen.
• Als zich omstandigheden voordoen waarin hierboven niet is voorzien, beslist de commissie.
5 CAO AAN DE SLAG
Geschillen die voortvloeien uit arbeidsverhoudingen waarop de Cao Aan de slag van toepassing is, kunnen worden voorgelegd aan de geschillencommissie die op grond van artikel 2.5 van de Cao voor de Sociale Werkvoorziening is ingesteld.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten en Cao Aan de slag
GRONDSLAG
Artikel 11.5 en bijlage 1 van de Cao Gemeenten, artikel 2.3 van de Cao Aan de slag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 januari 2023.
Blad Gesprekscyclus (PVB)
SAMENVATTING
We hanteren een gesprekscyclus waarin de planning, voortgang en beoordeling van de door jou als werknemer behaalde resultaten en gerealiseerde persoonlijke ontwikkeling aan de orde komen. Aan de hand van de gesprekscyclus wordt ook invulling gegeven aan het generieke functieprofiel dat voor jou geldt.
INHOUD
1 BEGRIPPEN
a) Leidinggevende: degene die hiërarchisch rechtstreeks leiding aan jou geeft of degene die jou functioneel aanstuurt.
b) Planning: het vaststellen van de door jou te verrichten werkzaamheden en de door jou te behalen resultaten op basis van het toepasselijke functieprofiel, en van de door jou te realiseren persoonlijke ontwikkeling.
c) Voortgang: het vaststellen van de voortgang van de vastgestelde planning.
d) Beoordeling: het vaststellen in hoeverre je de afgesproken resultaten hebt behaald en persoonlijke ontwikkeling hebt gerealiseerd, aan de hand van de afgesproken planning, en welke waardering hieraan wordt verbonden.
2 TOEPASSINGSBEREIK
• Dit blad geldt niet voor de algemeen directeur Den Haag en de algemeen directeuren dienst.
• Ten aanzien van ambtenaren die werkzaam zijn voor de Rekenkamer treedt de secretaris op als leidinggevende in het kader van de gesprekscyclus.
3 VERANTWOORDELIJKHEDEN
• Als werknemer ben je verantwoordelijk voor het behalen van individuele resultaten en het realiseren van persoonlijke ontwikkeling, aan de hand van de afgesproken planning.
• Als leidinggevende ben je verantwoordelijk voor de afstemming van de planning op de organisatiedoelen.
• Leidinggevende en werknemer zijn samen verantwoordelijk voor het opstellen en realiseren van de taakverdeling bij het doorlopen van de gesprekscyclus.
4 STREEFNORM VOOR FUNCTIONEREN
Onze streefnorm is: je functioneert zodanig dat je de afgesproken resultaten behaalt en jouw persoonlijke ontwikkeling realiseert volgens de planningsafspraken.
5 GESPREKSCYCLUS
• De jaarlijkse gesprekscyclus omvat ten minste 2 gesprekken tussen de leidinggevende en werknemer.
• De cyclus kan onder bijzondere omstandigheden korter of langer dan 12 maanden duren.
• In elk gesprek komt de planning, de voortgang of de beoordeling aan de orde, en relevante omstandigheden waarvan sprake is. Deze omstandigheden kunnen bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden betreffen, verzuim, arbeidsplaats, werktijden en de relatie tussen leidinggevende en werknemer.
• Ten minste 3 maanden voorafgaand aan een beoordelingsgesprek vindt een voortgangsgesprek plaats met jou als werknemer, tenzij dit gesprek redelijkerwijs niet kan plaatsvinden of niet hoeft plaats te vinden.
• Bij de overgang naar een volgende cyclus kunnen de beoordeling en planning in hetzelfde gesprek aan de orde komen.
• Gedurende een cyclus komen de onderwerpen integriteit, nevenwerkzaamheden en verzuim ten minste eenmaal aan de orde.
• Als je 50 jaar of ouder bent, komen tijdens de gesprekken ook jouw belasting en belastbaarheid aan de orde.
• Bij aanvaarding van een andere functie vangt een nieuwe cyclus aan.
6 VASTLEGGING VERSLAGEN
• Als leidinggevende zorg je dat:
a) gesprekken in het kader van de gesprekscyclus deugdelijk zijn vastgelegd
b) gespreksverslagen door jou en door de werknemer zijn getekend
c) gespreksverslagen in het digitale personeelsdossier van de werknemer worden opgenomen.
• Vastlegging van de gesprekken vindt plaats met gebruikmaking van het daarvoor beschikbare digitale formulier.
• Onder ondertekening wordt ook digitale accordering verstaan.
• Xxxxxx in verslagen van gesprekken in het kader van de gesprekscyclus die zijn opgenomen in het personeelsdossier, is na het verstrijken van 3 jaren na het opmaken van het verslag niet meer mogelijk, met uitzondering van verslagen van beoordelingsgesprekken.
7 REFERENTEN
• Een referent is een persoon die informatie verstrekt over de door de werknemer behaalde resultaten en gerealiseerde persoonlijke ontwikkeling.
• Zowel de leidinggevende als de werknemer kan een of meer referenten aanwijzen ten behoeve van de gesprekscyclus. De aanwijzing wordt besproken in het planningsgesprek.
• Een referent kan slechts als zodanig optreden als deze voldoende zicht heeft op het functioneren van de desbetreffende werknemer.
8 PLANNINGSGESPREK
• Tijdens het planningsgesprek stellen jouw leidinggevende en jij zo concreet mogelijk ten minste het volgende vast:
a) de door jou uit te voeren werkzaamheden en de resultaten die op grond hiervan van jou worden verwacht, met inachtneming van de organisatiedoelen en jouw functieprofiel
b) de persoonlijke ontwikkeling die in het belang van de organisatie van jou wordt verwacht, mede gelet op jouw loopbaan en in hoofdstuk 8 van de Cao Gemeenten genoemde onderwerpen
c) de termijnen waarbinnen de hierboven bedoelde resultaten en ontwikkeling door jou behaald c.q. gerealiseerd dienen te zijn
d) relevante voorwaarden
e) de frequentie van de gesprekken over de voortgang
f) eventuele betrokkenheid van referenten bij de voortgang en de beoordeling
g) de maand waarin het gesprek over de beoordeling zal plaatsvinden.
• De uitkomsten van het planningsgesprek worden vastgelegd in het gespreksverslag.
9 VOORTGANGSGESPREK
• Het voortgangsgesprek vindt binnen de gesprekscyclus ten minste eenmaal plaats.
• Het voortgangsgesprek kan plaatsvinden op initiatief van de leidinggevende of van de werknemer.
• Tijdens het voortgangsgesprek stellen jouw leidinggevende en jij als werknemer aan de hand van de afgesproken planning zo concreet mogelijk vast in hoeverre de resultaten en de persoonlijke ontwikkeling inmiddels door jou zijn behaald c.q. gerealiseerd.
• De door jou te behalen resultaten, te realiseren ontwikkeling en voorwaarden kunnen tijdens het gesprek over de voortgang worden bijgesteld.
• De uitkomsten van het voortgangsgesprek worden vastgelegd in het gespreksverslag.
10 BEOORDELINGSGESPREK
• Het gesprek over de beoordeling kan plaatsvinden zowel op initiatief van de leidinggevende als van de werknemer.
• Tijdens het beoordelingsgesprek stellen jouw leidinggevende en jij als werknemer zo concreet mogelijk het volgende vast, aan de hand van de afgesproken planning:
a) in hoeverre jij de afgesproken resultaten hebt behaald en de afgesproken persoonlijke ontwikkeling hebt gerealiseerd en de daaraan toe te kennen waardering
b) welke verbeteringen naar de toekomst er eventueel nodig zijn om de afgesproken resultaten en ontwikkeling te kunnen realiseren.
• Bij inschakeling van een of meer referenten ontvangen jij en jouw leidinggevende tenminste 2 weken voorafgaand aan het beoordelingsgesprek van de referenten hun concrete en onderbouwde schriftelijke oordelen over de bovengenoemde punten.
• Het beoordelingsgesprek betreft uitsluitend datgene dat zich tijdens de afgelopen gesprekscyclus heeft voorgedaan en vindt plaats aan het einde van deze cyclus.
• Het beoordelingsgesprek vindt plaats tussen jou als werknemer en de leidinggevende.
• Tijdens het beoordelingsgesprek worden in ieder geval de eventuele verschillen tussen de oordelen van jou als werknemer en die van jouw leidinggevende besproken.
• De leidinggevende zorgt ervoor dat de uitkomsten van het beoordelingsgesprek uiterlijk binnen 2 weken na het beoordelingsgesprek zijn vastgelegd in het gespreksverslag.
11 BEOORDELING: WAARDERING
• De waardering van de door jou behaalde resultaten en gerealiseerde ontwikkeling aan de hand van de afgesproken planning, met inbegrip van eventuele bijstelling daarvan tijdens de gesprekken over de voortgang, vindt plaats aan de hand van een vierpuntenschaal.
• De betekenis van de scores op de vierpuntenschaal is: A — resultaat of ontwikkeling is uitstekend
B — resultaat of ontwikkeling is goed
C — resultaat of ontwikkeling is voldoende
D — resultaat of ontwikkeling is onvoldoende.
• De waarderingen worden samengevat in een eindwaardering van jouw functioneren, waarbij ook van de vierpuntenschaal gebruik wordt gemaakt.
12 VERSCHIL VAN INZICHT
• Als tijdens een gesprek over planning, voortgang of beoordeling sprake is van een onoverbrugbaar verschil van inzicht, draagt de leidinggevende zorg voor een gespreksverslag waarin de wederzijdse standpunten concreet en onderbouwd zijn vastgelegd. De werknemer en de leidinggevende ondertekenen ieder hun eigen standpunt.
• De leidinggevende stuurt het gespreksverslag binnen 3 weken na het gesprek aan de algemeen directeur.
• De algemeen directeur biedt de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het gespreksverslag de gelegenheid voor een mondelinge of schriftelijke toelichting.
• De algemeen directeur stelt het verslag zo spoedig mogelijk vast, zo nodig na aanpassing en met vermelding van de motivering waarom wel of niet is tegemoetgekomen aan de bedenkingen van de werknemer.
• De algemeen directeur kan bovengenoemde bevoegdheid mandateren aan een onder deze ressorterende leidinggevende, mits deze functionaris hiërarchisch boven de leidinggevende staat die het beoordelingsgesprek heeft gevoerd.
• Ten aanzien van ambtenaren die werkzaam zijn voor de Rekenkamer dient voor “algemeen directeur” te worden gelezen: de leden van de Rekenkamer of een aangewezen lid.
13 VERSCHIL CAO DEELS NIET VAN TOEPASSING
Artikel 8.5 lid 2 (opleidingsplan) en artikel 8.7 (persoonlijk ontwikkelingsplan) van de Cao Gemeenten zijn niet van toepassing in onze gemeentelijke organisatie.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Hoofdstuk 8 en bijlage 7 (artikel 4, lid 7) van de Cao Gemeenten, Ambtenarenwet 2017
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Gewetensbezwaren
SAMENVATTING
We hanteren de onderstaande gedragslijn als je als werknemer een beroep doet op gewetensbezwaren ten aanzien van het verrichten van jouw arbeid.
INHOUD
• Het kan voorkomen dat je bij het verrichten van je arbeid in conflict komt met je geweten. Op grond van jouw innerlijke overtuiging over wat goed en niet goed is, kan je tot de conclusie komen dat bepaald gedrag achterwege behoort te blijven. Dit is een strikt individuele kwestie. Problematisch voor jou en voor de gemeente wordt het als je jouw taak of delen daarvan niet meer kan of wil vervullen om deze reden. Dit kan raken aan verzuim of ongeschiktheid voor de functie, met eventuele rechtspositionele consequenties.
• In het recht heeft het beginsel van vrijheid van geweten erkenning gevonden. Ook de rechter houdt rekening met het beginsel van vrijheid van geweten en betrekt ingebrachte gewetensbezwaren bij de beoordeling van de bestreden beslissing. Dit beginsel is in een zeer beperkt aantal gevallen uitgewerkt tot een wettelijke regeling inzake erkenning van gewetensbezwaren. Wij hebben zo’n regeling niet.
• Het beginsel van gewetensvrijheid is geen absoluut beginsel, in die zin dat het andere grondbeginselen zonder meer terzijde schuift. Dit impliceert dat ook rekening gehouden moet worden met de rechtsregel dat wettelijke voorschriften algemeen verbindend zijn en de rechtsregel dat uit de arbeidsrelatie voortvloeiende verplichtingen nagekomen horen te worden.
• In het algemeen hoor je daaruit voortvloeiende verplichtingen na te leven en afgesproken taken naar behoren uit te voeren, zeker als het gaat om de uitvoering van langs democratische weg tot stand gekomen wetten, regels en beleid. Het weigeren om (onderdelen van) de opgelegde taak uit te voeren is verzuim dat tot maatregelen kan leiden.
• Anders ligt het als je op grond van ernstige gewetensbezwaren verzoekt om vrijstelling van werkzaamheden. Zo’n verzoek zal leiden tot een serieus onderzoek en een zorgvuldige belangenafweging, waarbij met respect voor jouw overtuiging naar een individuele oplossing wordt gezocht. Er zal wel sprake moeten zijn van ernstige gewetensbezwaren, dat wil zeggen: bezwaren die steunen op een zedelijke overtuiging en voor jou zwaar wegen of als klemmend ervaren worden. In dit kader kan met rationele of emotionele bezwaren en zeker met gewetensbezwaren die conflicteren met de fundamentele beginselen van onze rechtsstaat geen rekening gehouden worden. Je zal het dan ook mogelijk moeten maken om door jou ingebrachte bezwaren op aard en ernst te onderzoeken. Zo nodig kan het onderzoek opgeschort worden en kan jou een (korte) bezinningsperiode gegund worden, waarbij het eventueel verleende verlof geheel of gedeeltelijk voor jouw eigen rekening komt.
• We wegen jouw belang af tegen het organisatie- en maatschappelijk belang. De gemeente zal (ongestoord) de publieke taken moeten kunnen blijven uitvoeren. Zo zal rekening gehouden worden met eventuele door jouw opstelling veroorzaakte belasting van collega’s, met de maximale capaciteit van de personeelszorg met betrekking tot sociale en medische problemen, en met het totale aantal na erkenning opkomende gewetensbezwaarden in relatie tot de omvang van de organisatie en de grootte van het personeelsbestand. Vervolgens zoeken we een geschikte oplossing. Bijvoorbeeld door
andere afspraken te maken over de door jou te verrichten arbeid, functiewijziging of in het uiterste geval zelfs beëindiging van het dienstverband.
DOELGROEP
Alle werknemers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
o Lokaal overleg
√ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Giften, geschenken, uitnodigingen en dergelijke
SAMENVATTING
Het aanvaarden van giften, geschenken en uitnodigingen van derden kan in strijd zijn met de uitstraling die we nastreven op het gebied van integer handelen. Daarom hebben we in onze Gedragscode grenzen gesteld aan de aanvaarding daarvan. Omdat dit belangrijk is voor de dagelijkse praktijk, is dit specifieke blad hieraan gewijd.
INHOUD
• Een gift, geschenk of een uitnodiging met een waarde tot en met €50,00 mag je aannemen van derden. Meld het altijd bij jouw leidinggevende en wees er open over naar jouw collega’s.
• Je mag het volgende nooit aannemen:
a) een gift, geschenk of een uitnodiging met een waarde van meer dan €50,00
b) een geldbedrag, in welke vorm dan ook
c) een reeks giften, geschenken of uitnodigingen die gezamenlijk een waarde hebben van meer dan €50,00, bezien over een redelijke termijn
d) een aan jouw huisadres gestuurde uitnodiging of geschenk.
• Van een aangeboden gift, geschenk, uitnodiging of soortgelijke zaak die de toegestane waarde overschrijdt, maak je altijd melding bij jouw leidinggevende, en je zorgt voor retourzending aan de afzender.
DOELGROEP
Alle medewerkers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, Gedragscode gemeente Den Haag
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
• COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad ICT-middelen en gemeentelijke informatie
SAMENVATTING
Gereserveerd voor toekomstige verplaatsing van de Regeling ICT-middelen en gemeentelijke informatie naar het Haags personeelsreglement.
INHOUD
Gereserveerd.
DOELGROEP
Gereserveerd.
GRONDSLAG
Gereserveerd.
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd:
Blad Inconveniëntentoelage
SAMENVATTING
Als je zwaar, onaangenaam of gevaarlijk werk (inconveniënten) verricht, kun je als werknemer in aanmerking komen voor een inconveniëntentoelage.
INHOUD
1 INCONVENIËNTEN
De inconveniënten die we meenemen in de algemene toelage staan hieronder vermeld, ingedeeld in de volgende categorieën:
a) Vuil werk — Werken onder omstandigheden van sterke verontreiniging en stank
Hieronder valt een groot aantal werkzaamheden, van het ruimen van vuil tot werkzaamheden met gebruik van een persluchtmasker en het verrichten van sectie. Alleen omstandigheden worden gehonoreerd waarbij sprake is van sterke verontreiniging en stank. De hoogte van de vergoeding wordt verder bepaald door de wijze waarop de werkzaamheden moeten worden verricht (bijvoorbeeld contact met rioolwater of gebruik van beschermende middelen).
b) Hitte en/of koude — Verrichten van werkzaamheden waarbij men langdurig is blootgesteld aan sterke temperatuurwisselingen of aan zeer hoge of lage temperaturen
Bij het werken onder omstandigheden van hitte en/of koude wordt het langdurig blootgesteld zijn aan sterke temperatuurswisselingen als bezwaarlijker aangemerkt, dan alleen het werken in hitte of koude. Het werken bij zeer hoge temperaturen wordt als bezwaarlijker beschouwd dan het werken bij zeer lage temperaturen, omdat tegen lage temperaturen een betere bescherming mogelijk is.
c) Trillingen — Werken met sterk trillende apparatuur
Het werken met licht trillende apparatuur, zoals bijvoorbeeld met een handboormachine, wordt niet als bezwarend aangemerkt en komt niet voor vergoeding in aanmerking. In veel gevallen zal de tijdsduur van het gebruik van diverse trillende apparatuur moeten worden beperkt – in sommige gevallen zelfs tot 3 kwartier per dag – ter bescherming van de gebruiker. Uit onderzoek is gebleken dat gebruik van apparatuur die sterke trillingen veroorzaakt, tot gezondheidsschade kan leiden.
d) Benauwde omstandigheden — Werken onder omstandigheden waarbij ademhaling, huidoppervlakteuitwaseming en/of bewegingsmogelijkheden door beschermingsmiddelen of zeer kleine ruimten moeizaam zijn of belemmerd worden
Werken onder benauwde omstandigheden kan ruim worden opgevat. Er wordt meestal gedoeld op werken onder omstandigheden waarbij het gebruik van hulpmiddelen ter bescherming van de luchtwegen noodzakelijk is. Ook werkzaamheden waarbij ter bescherming van de huid niet-uitwasemende pakken moeten worden gedragen en werkzaamheden die in zeer kleine ruimten (zoals kruipruimten onder woningen) moeten
worden verricht, worden als onder benauwde omstandigheden uit te voeren werkzaamheden aangemerkt.
e) Lawaai — Werken in situaties waarin men met gebruik van gehoorbeschermingsmiddelen is blootgesteld aan een zodanig langdurig aanhoudend lawaai dat onderling contact niet, of nauwelijks mogelijk is
Hoewel een vergoeding voor lawaai pas mag worden gegeven wanneer gehoorbeschermingsmiddelen worden gebruikt, wordt het dragen van deze beschermingsmiddelen op zich niet als een inconveniënt aangemerkt. Dit betreft alleen het werken onder omstandigheden van langdurig aanhoudend lawaai. Het lawaai moet zodanig zijn dat onderling mondeling contact niet, of nauwelijks mogelijk is. Hoewel werknemers pas wettelijk verplicht zijn om gehoorbeschermingsmiddelen te gebruiken wanneer het geluidsniveau hoger is dan de waarde 90 dB(A), dienen de werknemers erop gewezen te worden dat geluid met een niveau boven 80 dB(A) als schadelijk beschouwd wordt. De vergoeding kan worden gegeven, wanneer bij het werken onder genoemde omstandigheden gehoorbeschermingsmiddelen daadwerkelijk gebruikt worden. Dit zal het gebruik van gehoorbeschermingsmiddelen stimuleren.
f) Bezwarende oplettendheid — Werken onder omstandigheden waarbij, ondanks het gebruik van beschermingsmiddelen, een zodanige oplettendheid noodzakelijk blijft dat dit werken als bezwarend wordt aangemerkt
Onder bezwarende oplettendheid wordt verstaan de omstandigheid dat ondanks in acht genomen veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van gevaar of letsel een zodanige onafgebroken oplettendheid noodzakelijk blijft, dat deze bij de uitoefening van de werkzaamheden als bezwarend dient te worden aangemerkt. Het inconveniënt “werken op grote hoogte” is hierin ondergebracht, omdat er verschillende situaties denkbaar zijn, die bezwarende oplettendheid vereisen. Het werken op hoogten boven 3 meter wordt niet als bezwaarlijk aangemerkt, indien maatregelen genomen zijn die de veiligheid van de betrokken personeelsleden verzekeren. Er is – bij het werken op een hoogte boven 3 meter – slechts aanleiding een vergoeding te verlenen, als de veiligheid voor de medewerkers (nog) onvoldoende verzekerd is. Dit is o.m. het geval bij het verrichten van werkzaamheden bij (sterk) hellende daken of het opbouwen en afbreken van steigers, waarbij men met behulp van een lijmklem of railklem moet klimmen. Geen vergoeding wordt gegeven bij het werken op steigers, waarbij men op de steiger blijft staan of heen en weer loopt om de werkzaamheden te verrichten. Ditzelfde geldt voor het werken op werkplateaus en hoogwerkers. Omdat de bezwarende oplettendheid duidelijk moet zijn, wordt concreet aangegeven wanneer de vergoeding gegeven kan worden en wanneer niet. Er kan wel een vergoeding gegeven worden wanneer hulpmiddelen worden gebruikt ter bescherming/beveiliging (waarbij vaststaat dat bezwarende oplettendheid noodzakelijk blijft, de hoogte uiteraard boven 3 meter blijft en de vergoeding geen “gevarenvergoeding” is, zoals:
• gebruik van anti-glij-ijzers
• gebruik van vang- en klimgordels, lijmklem, railklem of chute, klimsporen
• tankgordel en broek.
g) Spierbelasting — Door tillen of heffen dan wel het door het in een extreme houding voor langere duur verrichten van werkzaamheden, waarbij wisseling van
houding onmogelijk of slechts zeer beperkt mogelijk is, ontstaan van een zware spierbelasting.
2 GEEN TOELAGE
• Je hebt geen recht op de algemene inconveniëntentoelage als met het type werk al rekening is gehouden in de functiewaardering, of als het verdragen ervan uitdrukkelijk is vermeld als een functie-eis.
• Je hebt geen recht op de algemene inconveniëntentoelage als door afwezigheid zoals verzuim het inconveniënt niet daadwerkelijk wordt ondervonden. Dit geldt niet afwezigheid wegens verlof.
3 BEREKENINGSWIJZETOELAGE
• Afhankelijk van de zwaarte van het inconveniënt is de algemene toelage: code 1 — €0,27 per uur
code 2 — €0,54 per uur code 3 — €0,82 per uur code 4 — €1,09 per uur.
• Als er sprake is van 2 of meer gelijktijdige voorkomende inconveniënten, telt alleen het inconveniënt waaraan het hoogste bedrag is verbonden.
• De toelage wordt berekend over hele uren. In het maandelijkse totaal van de geregistreerde inconveniënten voorkomende delen van uren wordt op hele uren naar boven afgerond als het een half uur of meer betreft.
• Tijdsonderbrekingen uit overwegingen van veiligheid en gezondheid blijven bij de berekening buiten beschouwing als deze de periode van 30 minuten niet overschrijden.
• Inconveniënten die het gebruik van beschermingsmiddelen vereisen, komen slechts voor vergoeding in aanmerking als deze daadwerkelijk zijn gebruikt.
• De toelage wordt maandelijks aan je uitbetaald. De gebruikelijke inhoudingen worden toegepast.
• De toelage behoort tot het inkomen in de zin van het Pensioenreglement.
4 REGISTRATIE
• Je registreert de inconveniënten op het daartoe bestemde formulier. Het formulier wordt door je leidinggevende voor akkoord getekend.
• In plaats van individuele registratie kunnen we steekproefsgewijze registratie toepassen, waarbij het resultaat als grondslag dient voor de berekening van de algemene toelage voor een groep werknemers die dezelfde soort werkzaamheden verrichten en dezelfde soort inconveniënten ondervinden. De steekproef vindt plaats bij een representatief deel van deze groep werknemers. We passen deze methodiek uitsluitend toe voor zover de werknemers in deze groep daarvan geen substantieel financieel nadeel ondervinden in vergelijking met correcte individuele registratie. Als er wel substantieel financieel nadeel is, passen we deze methode uitsluitend als proef toe en nemen we de resultaten mee in de beleidsvorming met betrekking tot inconveniënten, waarbij de vakbonden in het lokaal overleg worden betrokken.
5 VASTE TOELAGE
• Als de maandelijkse algemene toelage gedurende een representatieve periode steeds nagenoeg hetzelfde bedrag betreft, kan dit zonder registratie als een vaste maandelijkse toelage worden uitbetaald.
• De vaste toelage wordt jaarlijks naar rato gecorrigeerd aan de hand van jouw afwezigheid wegens verzuim in het voorafgaande jaar.
• Periodiek kan gevraagd worden om, gedurende een periode van ten minste 3 maanden, de werkzaamheden te registreren die de grondslag vormden voor toekenning van de vaste toelage. De hoogte van de vaste toelage kan aan de hand daarvan opnieuw worden vastgesteld.
6 AFWIJKINGEN
We kunnen in individuele gevallen of voor groepen van werknemers van het bovenstaande afwijken.
7 ASBEST
De registratieplicht bij blootstelling aan asbest volgt al uit de landelijke wetgeving en behoeft verder geen lokale uitwerking.
8 CODE PER INCONVENIËNT
Vuil werk | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | ruimen van afval bij plantsoenonderhoud | 2 |
2 | waterwerk in een watergang | 2 |
3 | verrichten van sectie op lichamen | 2 |
4 | onderhoudswerkzaamheden aan veegmachines, maaimachines, trekkers met aanbouw, berm- en bosmaaiers die nog niet zijn schoongemaakt | 2 |
5 | werkzaamheden aan de riolering, zoals schoonmaken van en opheffen van verstoppingen in rioolwaterkelders, vuilverkleinerruimten en rioolwaterregenbassins, waarbij in contact wordt gekomen met de inhoud van het riool, hetzij werkzaamheden in de riolering, waarbij niet in contact met de inhoud van de riolering wordt gekomen en men niet genoodzaakt is gebruik te maken van een persluchtmasker | 2 |
6 | verrichten van reparatiewerkzaamheden aan resp. vervangen van zich in onder 5 genoemde ruimten bevindende pompen waarbij niet in contact wordt gekomen met de inhoud van het riool en men niet genoodzaakt is gebruik te maken van een persluchtmasker | 2 |
7 | ontstoppen van een riolering, vernieuwen/herstellen van oude riolering en ontstoppen van toiletafvoer (verwijderen van de pot en verhelpen van de verstopping met een veer) | 2 |
8 | werkzaamheden in de riolering als onder 5 en 6, waarbij het gebruik van een duikpak en een persluchtmasker niet noodzakelijk is, maar waarbij men bij het uitvoeren van de werkzaamheden in contact komt met de inhoud van het riool | 3 |
9 | reparaties aan voertuigen, die zijn bedoeld om afval te vervoeren en die nog zijn beladen of niet zijn schoongemaakt | 3 |
10 | verrichten van schoonmaakwerkzaamheden na brand (rook- en roetreiniging) | 3 |
11 | verrichten van schoonmaakwerkzaamheden na inbraak in gebouwen (verwijderen van de inhoud van chemische brandbestrijdingsmiddelen) | 3 |
12 | reinigen van of werken aan niet schoongemaakte roosters van luchtverversingsinstallaties, elektrofilters en ventilatoren | 3 |
13 | verrichten van werkzaamheden met de veegboot in stadswateren (baggeren) | 3 |
14 | ruimen van dode dieren | 3 |
15 | ruimen van brandhopen | 3 |
16 | onderhoud van boomspiegels | 3 |
17 | werken met de hogedruk spuit | 3 |
18 | werkzaamheden in het riool als bedoeld onder 5 en 6, wanneer men zich met een duikpak en persluchtmasker in het rioolwater moet begeven | 4 |
Hitte en/of koude | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van (onderhoud)werkzaamheden aan ijsbanen | 1 |
2 | verrichten van werkzaamheden aan of in de nabijheid van andere hitte- afstralende installaties (w.o. ketels) | 2 |
3 | verrichten van werkzaamheden in ruimten met hitte- afstralende installaties, zoals ketelhuizen | 3 |
4 | verrichten van werkzaamheden in de vishal, onder omstandigheden van koude, vocht en tocht in de maanden november en december | 3 |
5 | verrichten van werkzaamheden, afwisselend in en buiten een diepvriescel | 3 |
6 | verrichten van werkzaamheden in enge, benauwde ruimten | 3 |
Trilling | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van werkzaamheden met zwaar trillende elektrische apparatuur (breekhamers, boorhamers) of zwaar trillende, door een verbrandingsmotor aangedreven, apparatuur (motorkettingzagen, handfreesmachines, bosmaaiers, bladblazers en flymo’s) | 3 |
2 | verrichten van machinale terreinbewerking | 3 |
3 | verrichten van werkzaamheden met een hogedruk spuit | 3 |
4 | verrichten van werkzaamheden met de zodensnijmachine | 4 |
Benauwde omstandigheden | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van spuitwerkzaamheden buiten een spuitcabine, (coating- en voorstrijkwerkzaamheden bij gevels, waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is) | 3 |
2 | vegen van cv-ketels, waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
3 | werken met chemicaliën, waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
4 | werken in kruipruimten onder woningen | 3 |
5 | werken met ontstoppingsmiddelen waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
6 | werken met vloeibare dakbedekkingsmaterialen waarbij het gebruik van een masker en een veiligheidsbril noodzakelijk is | 3 |
7 | verrichten van betonreparaties met o.a. kunstharsen, waarbij het gebruik van | 3 |
8 | verrichten van sloopwerkzaamheden waarbij het gebruik van een masker | 3 |
9 | leeghalen van een opslagplaats voor zaagsel en houtmot waarbij het gebruik | 3 |
10 | verrichten van werkzaamheden met een korrelverstuiver indien een masker | 3 |
11 | teren van paden waarbij niet-uitwasemende pakken moeten worden gebruikt | 3 |
12 | verrichten van chemische onkruidbestrijding waarbij het gebruik van een | 3 |
13 | verdelgen van ongedierte waarbij het gebruik van een masker noodzakelijk is | 3 |
14 | werken met twee-componenten vel.-f, waarbij i.v.m. oplosmiddelen (o.a. | 3 |
15 | verrichten van machinale houtbewerking, waarbij het gebruik van een masker | 3 |
16 | verrichten van werkzaamheden in een ketel, waarbij het gebruik van een | 3 |
17 | verrichten van werkzaamheden met hoge- en lage drukapparatuur in combinatie | 3 |
18 | verrichten van belijningswerkzaamheden waarbij het gebruik van een masker | 3 |
Lawaai | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van werkzaamheden met zeer veel lawaai producerende apparatuur, zoals zaagmachines, motormaaiers, kantenmaaiers, bladblazers, handfreesmachines, bosmaaiers en plaatwerk, indien het gebruik van gehoorbescherming noodzakelijk is (80dBa en hoger) | 3 |
2 | verrichten van werkzaamheden met de kistenwasmachine, waarbij gebruik van gehoorbescherming noodzakelijk is in verband met het hoogfrequent geluid van de opstapelaar | 3 |
Bezwarende oplettendheid | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van werkzaamheden in goten of op hellende daken op een hoogte boven 3 meter | 3 |
2 | verrichten van werkzaamheden op schoorstenen | 3 |
3 | verrichten van werkzaamheden op een ladder of in bomen op een hoogte boven 3 meter | 3 |
4 | verrichten van steigerbouwwerkzaamheden | 3 |
5 | verrichten van takelwerkzaamheden in gemeentelijke gebouwen met geopend hijsluik | 3 |
Spierbelasting | ||
Nummer | Werkzaamheden | Code |
1 | verrichten van verhuiswerkzaamheden en het opbouwen en afbreken van tentoonstellingen waarbij sprake is van het veelvuldig verplaatsen van zware materialen van 23 kg en meer, voor zover deze werkzaamheden gedurende meer dan 4 uur per dag door een persoon worden verricht | 1 |
2 | verrichten van bestratingswerkzaamheden, voor zover deze werkzaamheden gedurende meer dan 4 uur per dag worden verricht | 2 |
9 TOELAGE BEGRAAFPLAATSEN
• Als je werkzaam bent bij het onderdeel Begraafplaatsen van de dienst Stadsbeheer en bent belast met postmortale zorg of grafruimwerkzaamheden, kom je in aanmerking voor een specifieke toelage.
• Bij toekenning van de specifieke toelage vanwege postmortale zorg of grafruimwerkzaamheden, kom je niet in aanmerking voor de algemene inconveniëntentoelage.
• Je registreert de tijd gedurende welke je de genoemde werkzaamheden hebt verricht op de voorgeschreven wijze.
• De toelage wordt berekend over hele uren waarin je de genoemde werkzaamheden hebt verricht. Als het maandelijkse totaal van de geregistreerde tijd niet uitkomt op een heel uur, wordt dit op het hele uur naar boven afgerond.
• De toelage is voor:
a) postmortale zorg: €17,50 bruto per uur
b) grafruimwerkzaamheden: €12,50 bruto per uur.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Artikel 3.14 Cao Gemeenten
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Individueel Keuze Budget (IKB)
SAMENVATTING
Je ontvangt een Individueel Keuze Budget (IKB) als financiële aanvulling op jouw salaris. Je kan het gebruiken om fiscaal voordeel mee te behalen. De bestedingsdoelen staan in de Cao Gemeenten. Hieraan hebben wij enkele bestedingsdoelen toegevoegd.
INHOUD
1 DOELEN EN KEUZES
• Je kan het IKB gebruiken voor de volgende doelen, in aanvulling op de cao:
a) aanschaf van een fiets voor het woon-/werkverkeer, van met de fiets samenhangende zaken in verband met het woon-/werkverkeer, van een vervangende accu voor de aangeschafte fiets, en van een fietsverzekering
b) aanschaf van vakliteratuur
c) fiscaal onbelaste aanvullende vergoeding voor de reiskosten van woon- werkverkeer
d) voldoen van vakbondscontributies.
• Bij een keuze voor een of meer van bovengenoemde doelen, verstrek je desgevraagd de daarvoor benodigde informatie.
• Uiterlijk op de 5e dag van elke maand kun je jouw IKB-keuzes in P-Digitaal kenbaar maken voor de eerstvolgende salarisbetaling.
2 FIETS
• Je kan eenmaal per 5 jaar het IKB gebruiken voor aanschaf van een fiets.
• Je kan eenmaal per 3 jaar het IKB gebruiken voor aanschaf van een vervangende accu voor de aangeschafte fiets.
• Voor gebruikmaking van het IKB voor de aanschaf van een fiets geldt een maximumbedrag van €2.000,00, ongeacht de aanschafprijs van de fiets.
• De kosten van een fietsverzekering kunnen eenmalig of jaarlijks worden gedeclareerd met behulp van het IKB, mits deze samenhangen met een via het IKB gefinancierde fiets.
• Voor met de fiets samenhangende zaken, zoals reparaties, kun je het IKB inzetten tot een bedrag van maximaal €82,00 per jaar, met overlegging van een gespecificeerde nota.
• Onder een fiets wordt volgens fiscale regels mede verstaan een elektrische fiets als deze voldoet aan de volgende beschrijving: een bromfiets die mede door menselijke spierkracht wordt aangedreven en is uitgerust met een elektromotor.
3 REISKOSTEN WOON-WERKVERKEER
• Over de aanvullende vergoeding voor de reiskosten van woon-/werkverkeer: je kan deze alleen als IKB-doel kiezen als je in het dat kalenderjaar minimaal 128 dagen reist van jouw woonplaats naar jouw arbeidsplaats, en vice versa. De wijze van vervoer is niet belangrijk. Als je in deeltijd werkt, is het minimale aantal dagen 128, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer 5 is en de teller het aantal dagen per week waarop je naar jouw werk reist.
• De aanvullende vergoeding wordt vastgesteld met toepassing van de formule voor berekening van het mobiliteitsbudget, met dien verstande dat:
a) er geen vermindering plaatsvindt met alle kilometers boven het aantal van 30,
b) het berekeningsresultaat wordt vermenigvuldigd met €0,21 per kilometer en
c) het mobiliteitsbudget dat je in dat jaar krijgt, in mindering wordt gebracht op het uiteindelijk resultaat van de berekening.
• Als je gedurende een aaneengesloten periode van meer dan 4 volledige weken afwezig bent wegens verzuim, een ordemaatregel, non-activiteit of verlof anders dan vakantie, kunnen we de inzet van het IKB voor de aanvullende vergoeding voor de reiskosten van woon-/werkverkeer stopzetten, totdat je jouw arbeid (gedeeltelijk) weer hebt hervat en daarvoor naar je werk reist.
• Op Werknet vind je meer informatie hierover.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Artikelen 4.3 en 4.4 Cao Gemeenten
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 januari 2023.
Blad Integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid: melden
SAMENVATTING
Hier lees je hoe je een melding kunt maken van (een vermoeden van) een integriteitschending, misstand of onregelmatigheid. Als je de melding te goeder trouw doet, ben je gevrijwaard van nadelige gevolgen van de melding voor jouw rechtspositie.
INHOUD
1 WAAROM IS ER DEZE MELDREGELING?
• We willen dat er binnen onze gemeente zo weinig mogelijk integriteitschendingen, misstanden of onregelmatigheden plaatsvinden. We zetten daarom in op bewustwording, bescherming en preventie. Als er onverhoopt toch regels worden overtreden of sprake is van (vermoedens van) integriteitsschendingen, misstanden of onregelmatigheden, willen we dat zulke vermeende (vermoedens van) integriteitsschendingen, misstanden of onregelmatigheden zo snel mogelijk gemeld worden, zodat we deze kunnen stoppen en de schade voor collega’s, burgers, bedrijven of de organisatie kunnen beperken. Daarvoor is - naast vertrouwen in degene bij wie wordt gemeld - een heldere en veilige meldregeling van belang.
• Op dit blad lees je hoe en waar je een melding kunt doen van een (vermoeden van een) integriteitschending, misstand of onregelmatigheid, en wat je van ons (als werkgever) mag verwachten als je zo’n melding doet.
2 WAT KAN IK MELDEN?
Als je een redelijk onderbouwd vermoeden hebt van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid binnen de gemeentelijke organisatie, horen we dat graag zo snel mogelijk zodat deze kan worden gestopt. Dat geldt overigens ook als deze al is gestopt. Je hoeft dit vermoeden niet te kunnen bewijzen. Wel is het belangrijk dat je aangeeft waarom je dat vermoeden hebt. Je kunt bijvoorbeeld zelf iets hebben gezien of gehoord, of misschien heb je wel email berichten of andere stukken waaruit iets blijkt. De melding kan iedereen betreffen die voor de gemeente werkt, dus ook bestuurders, en kan ook de organisatie zelf betreffen.
Door een melding te doen vraag je de gemeente om een formele reactie.
Ook als je niet precies weet of je melding betrekking heeft op een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid, kun je terecht bij Bureau Integriteit. Daar helpen ze om vast te stellen waar het om gaat.
• Integriteitsschending
Er is sprake van een integriteitsschending als een medewerker of een organisatieonderdeel niet handelt volgens de toepasselijke waarden, normen en regels. De Gedragscode van onze gemeente geeft een kader voor integer handelen. Voorbeelden van een integriteitsschending zijn belangenverstrengeling, inzien en/of gebruiken van informatie uit systemen zonder dat dat nodig is voor jouw werk, diefstal, discriminatie, pesten en seksuele intimidatie.
• Misstand
Er is sprake van een misstand als het maatschappelijk belang in het geding is. Dat kan het geval zijn in de volgende situaties:
a) er is sprake van overtreding van de wet
b) er is gevaar voor de volksgezondheid
c) er is gevaar voor de veiligheid van personen
d) er is gevaar voor de aantasting van het milieu
e) er is gevaar voor het goed functioneren van de organisatie als gevolg van onbehoorlijk handelen of nalaten.
• Onregelmatigheid
Van een onregelmatigheid is sprake bij fouten in uitvoering, structuren, processen of procedures binnen de organisatie die zo ernstig zijn dat ze de verantwoordelijkheid van de direct leidinggevende overstijgen.
3 WIE KAN EEN MELDING DOEN?
Alle medewerkers van de gemeente kunnen een melding doen. Ook als oud-medewerker kun je een melding doen.
4 WAAR EN HOE KAN IK MELDEN?
• Omdat we vermoedens van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid graag zo vroeg mogelijk horen – zodat we er iets aan kunnen doen – geven we je de keuze uit verschillende mogelijkheden. Je kunt je melding doen bij:
a) een leidinggevende; meldingen van integriteitsschendingen, misstanden of onregelmatigheden die zijn gedaan bij leidinggevenden worden door de algemeen directeur dienst besproken met het Bureau Integriteit, meestal via de adviseur integriteit
b) Bureau Integriteit:
o persoonlijk: kamer B2.22, gemeentehuis
o telefonisch: 06-29669417
o email: xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx
o per post: Meldpunt Integriteit, Xxxx 00, 0000 XX, Xxx Xxxx.
c) extern bij het Huis voor klokkenluiders.
• Voor persoonlijk of telefonisch contact is Bureau Integriteit bereikbaar op werkdagen tussen 10:00-12:00 en tussen 13.00 -16:00 uur.
5 ROL VAN VERTROUWENSPERSONEN BIJ MELDINGEN
Het kan heel lastig zijn om een melding te doen. Je kunt twijfelen of het klopt wat je vermoedt, of je kunt bang zijn voor de gevolgen. Voor jezelf, of voor degene of de afdeling waar je een melding wilt doen. Bij twijfels hierover is het verstandig deze te bespreken tijdens een consult met een vertrouwenspersoon. Een vertrouwenspersoon staat voor je klaar bij vragen, problemen of twijfels over integriteit, misstand of onregelmatigheid.
Vertrouwenspersonen zijn klankbord, begeleider en doorverwijzer. Ook kan een vertrouwenspersoon voor jou het eerste contact met Bureau Integriteit leggen. Je leest meer over vertrouwenspersonen op het blad Vertrouwenspersonen.
6 ANONIEM OF VERTROUWELIJK MELDEN
• Een melding gebeurt bij voorkeur op naam, zodat degene bij wie je meldt weet van wie de melding afkomstig is en (wanneer dat nodig is) ook vragen aan je kan stellen.
• In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om “vertrouwelijk” een melding te doen bij Bureau Integriteit, rechtstreeks of via een vertrouwenspersoon. Bij vertrouwelijke meldingen wordt de identiteit van de melder zo veel mogelijk afgeschermd en is deze alleen bekend bij degenen waarvoor dat noodzakelijk is in verband met de behandeling van de melding.
• Ten slotte is het mogelijk om “anoniem” een melding te doen. In dit geval is je identiteit niet bekend. Dit maakt het beoordelen en onderzoeken van een melding complexer. Aanvullende vragen kunnen immers niet worden gesteld. Dat wil niet zeggen dat we een anonieme melding zomaar opzij leggen. Bij de afweging of een anonieme melding in behandeling wordt genomen, spelen de aard, ernst en concreetheid van de melding een belangrijke rol.
7 KAN JE OOK EXTERN EEN MELDING DOEN?
• Je kunt ook terecht bij het Huis voor klokkenluiders als je vindt dat jij als melder van een misstand niet juist bent behandeld door de gemeente. Daarvan is sprake als je - ondanks onze regels ter bescherming van jouw positie – toch nadeel meent te ondervinden als gevolg van een door jou gedane melding.
• Het Huis voor Klokkenluiders heeft een afdeling Advies waar je terecht kan met vragen om informatie, advies en ondersteuning over vermoedens van misstanden.
8 WAT GEBEURT ER MET MIJN MELDING?
• Elke interne melding wordt door Bureau Integriteit geregistreerd. Binnen drie werkdagen krijg je een ontvangstbevestiging. Bureau Integriteit bekijkt of de melding voldoende informatie bevat om deze te beoordelen. Zo nodig krijg je een uitnodiging om vragen over je melding te beantwoorden.
• Bureau Integriteit beoordeelt elke melding zorgvuldig op de vraag of er sprake is van een concreet vermoeden van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid en bepaalt welke vervolgstappen passend zijn. Wat passend is, hangt onder andere af van de aard, de ernst en onderzoekbaarheid van de melding, van de omstandigheden en soms ook van wat jij met de melding hebt beoogd.
9 BEN IK VERPLICHT OM EEN MELDING TE DOEN?
• Als ambtenaar ben je wettelijk verplicht om aangifte te doen als je door je werk weet dat iemand een ambtsmisdrijf heeft gepleegd (artikel 162 van het Wetboek van Strafvordering). Vanwege deze aangifteplicht ben je ook verplicht om een (vermoedelijk) ambtsmisdrijf als integriteitschending te melden.
• Een ambtsmisdrijf is een bijzondere vorm van een integriteitschending, namelijk een misdrijf dat specifiek voor ambtenaren strafbaar is, of waarop een hogere straf staat als het door een ambtenaar wordt gepleegd met gebruikmaking van door het werk verkregen macht, gelegenheid of middelen. Voorbeelden: verduistering van geld, vervalsing van (kas)boeken, vernietiging van bewijsmateriaal, omkoping of misbruik van gezag.
• Voor andere zaken dan ambtsmisdrijven bestaat geen meldplicht. Maar we verwachten van jou dat je melding maakt van zware of ingrijpende integriteitschendingen, misstanden en onregelmatigheden.
10 HOE WORD IK OP DE HOOGTE GEHOUDEN?
Bureau Integriteit informeert je op verschillende momenten over je melding:
a) na de ontvangst van de melding krijg je een ontvangstbevestiging
b) je wordt binnen drie maanden op hoofdlijnen geïnformeerd over het vervolg dat aan je melding wordt gegeven op het moment dat dit een zorgvuldige afdoening niet in de weg staat
c) na afloop van het onderzoek word je geïnformeerd of er een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid is vastgesteld, maar je krijgt geen informatie over de betrokkene(n).
11 PRIVACY
• Bij de behandeling van de melding nemen we uiteraard steeds de regels voor privacybescherming in acht. Dat geldt zowel voor degene die de melding heeft gedaan als voor degene op wie de melding betrekking.
• Over de bekendmaking van jouw identiteit: als je een melding doet van een integriteitschending waarvan je ook persoonlijk slachtoffer bent geworden, bijvoorbeeld bij diefstal, discriminatie, pesten of (seksuele) intimidatie, kan meestal niet eraan worden ontkomen dat je persoonlijk wordt betrokken bij de behandeling. En als een zaak onder behandeling komt van een rechter, kan deze bepalen dat jouw identiteit bekend gemaakt moet worden.
12 WORD IK ALS MELDER BESCHERMD?
• Je mag op geen enkele wijze in je positie worden benadeeld als gevolg van het melden van (een vermoeden van) een integriteitschending, misstand of onregelmatigheid. Onder benadeling verstaan we bijvoorbeeld:
a) een disciplinaire maatregel
b) opgelegde uitbreiding of beperking van jouw taken, of een andere functie moeten vervullen
c) op een andere locatie moeten gaan werken
d) weigeren van xxxxxx
e) geen salarisverhoging, promotie, vergoeding enz.
f) ontslag of geen verlenging van een tijdelijk dienstverband.
• De bescherming tegen benadeling houdt in dat na de melding jouw dienstverband op basis van de gedane melding niet kan worden beëindigd zonder dat hiervoor toestemming is verleend door de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris wordt daarbij geadviseerd door het hoofd Bureau Integriteit. Deze bescherming is niet van toepassing als:
a) je opzettelijk een melding hebt gedaan die niet waar is, of als
b) je zelf betrokken was bij de door jou gemelde integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid (als je hiervan zelf melding hebt gemaakt, houdt Bureau Integriteit hiermee rekening bij de advisering).
• Je hebt recht op juridische bijstand wanneer je als gevolg van het te goeder trouw melden van een vermoeden van een integriteitsschending nadelige gevolgen ondervindt in jouw rechtspositie, tijdens of na het volgen van de procedure. De juridische bijstand wordt door ons gefinancierd.
13 HOE LANG BLIJFT EEN MELDING BEWAARD?
Bureau Integriteit bewaart alle dossiers van meldingen die hebben geleid tot een integriteitsonderzoek 10 jaar na afhandeling van de melding. Alle overige meldingen worden bewaard zo lang als nodig met een minimumtermijn van 1 jaar, een standaardtermijn van 5 jaar en een maximumtermijn van 10 jaar.
14 KLACHTEN
Als je niet tevreden bent over de wijze waarop Bureau Integriteit is omgegaan met jouw melding, kun je dat kenbaar maken zoals aangegeven in het protocol klachten van het Bureau Integriteit.
15 VERANTWOORDING
We publiceren halfjaarlijks in het openbaar over de afhandeling van meldingen. Hierbij is anonimiteit van alle betrokken partijen geborgd.
DOELGROEP
Alle medewerkers
GRONDSLAG
Artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek (goed werkgeverschap), artikel 5 van de Ambtenarenwet 2017, Wet huis voor klokkenluiders
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid: onderzoek
SAMENVATTING
• Een melding van (een vermoeden van) een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid binnen de gemeentelijke organisatie kan aanleiding zijn voor een onderzoek. Met zo’n onderzoek worden alle relevante feiten en omstandigheden verzameld die we nodig hebben om de melding en situatie te beoordelen. Dat kan ingrijpend zijn voor betrokkenen en de organisatie.
• Op dit blad lees je hoe zo’n onderzoek verloopt, wat de rechten en plichten zijn van de daarbij betrokken personen en wat we met de bevindingen doen.
• Er is ook een meer gedetailleerd onderzoeksprotocol beschikbaar voor de personen die vanuit hun werk betrokken zijn bij de uitvoering van een integriteitsonderzoek.
• De meldingsprocedure is apart beschreven op het vorige blad.
INHOUD
1 BEGRIPPEN
a) Melding: het mondeling, schriftelijk, telefonisch of met gebruikmaking van een ander elektronisch communicatiemiddel informeren over (een vermoeden van) een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid binnen de gemeentelijke organisatie.
b) Melder: degene die de melding doet, zoals beschreven op het vorige blad.
c) Integriteitsschending: zoals beschreven op het vorige blad.
d) Misstand: zoals beschreven op het vorige blad.
e) Onregelmatigheid: zoals beschreven op het vorige blad.
f) Betrokkene: degene op wie het onderzoek zich richt of mogelijk gaat richten en die in dienst is of was van de gemeente of namens de gemeente optreedt of heeft opgetreden.
g) Opdrachtgever: xxxxxx die opdracht geeft tot een onderzoek.
h) Onderzoeker: degene aan wie door de opdrachtgever een onderzoeksopdracht is verstrekt om een onderzoek uit te voeren naar aanleiding van een melding.
i) Onderzoeksopdracht: de door de opdrachtgever verstrekte schriftelijke opdracht tot het instellen van een onderzoek naar aanleiding van een melding, inclusief elke uitbreiding, verzwaring of wijziging van het onderzoek.
j) Onderzoek: het verzamelen en vastleggen van feiten en omstandigheden met betrekking tot de (vermoedelijke) integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid, onder verantwoordelijkheid van hoofd Bureau Integriteit.
k) Onderzoeksdossier: de verzameling van alle documenten die op een onderzoek betrekking hebben, waaronder gespreksverslagen en rapporten over de gebruikte onderzoeksmethoden.
l) Onderzoeksrapport: het op basis van het onderzoeksdossier door de onderzoeker(s) opgemaakte rapport van uitkomsten en bevindingen.
2 OPDRACHTGEVER
• De opdrachtgever kan opdracht geven tot het uitvoeren van een onderzoek als bedoeld in dit blad. Dit is in de regel de algemeen directeur van de betrokken dienst. In
dienstoverstijgende situaties of in situaties waarin de algemeen directeur persoonlijk is betrokken bij een melding, is dit de gemeentesecretaris / algemeen directeur Den Haag.
• Als een onderzoek zich richt op de gemeentesecretaris, is de burgemeester degene die de onderzoeksopdracht kan geven.
3 ONDERZOEKSFASEN
• Oriënterend onderzoek: in een oriënterend onderzoek wordt verkend of de melding voldoende aanknopingspunten biedt om een besluit te nemen of om een feitenonderzoek in te stellen. De richtlijn voor de duur van een oriënterend onderzoek is vier weken. Tijdens een oriënterend onderzoek worden onderzoeksmethoden die inbreuk kunnen maken op de persoonlijke levenssfeer alleen ingezet na toetsing op proportionaliteit en subsidiariteit. Een oriënterend onderzoek wordt altijd afgesloten met een rapport over de uitkomsten, dat wordt aangevuld met een advies van betrokken deskundigen over de vervolgstappen. Daarop besluit de opdrachtgever over de vraag of er al dan niet een feitenonderzoek wordt ingesteld en/of andere stappen nodig zijn zoals het doen van een aangifte. Als er geen aanleiding is om een feitenonderzoek in te stellen, dan informeert de opdrachtgever betrokkene binnen een redelijke termijn over het uitgevoerde onderzoek en de uitkomst daarvan. Ook de melder wordt door de opdrachtgever geïnformeerd en krijgt uitgelegd waarom geen feitenonderzoek wordt ingesteld.
• Feitenonderzoek: als er (eventueel na oriënterend onderzoek) besloten wordt om een feitenonderzoek te starten, dan wordt dit uitgevoerd door deskundige onderzoekers. Een feitenonderzoek is bedoeld om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van hetgeen is voorgevallen en kan persoons- of organisatiegericht zijn. Het is gericht op waarheidsvinding waarbij relevantie informatie wordt verzameld en vastgelegd, zowel belastend als ontlastend. De kernvraag bij zo’n onderzoek is: is er sprake van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid en zo ja, binnen welke context vond deze plaats en wie hadden/hebben er welke rol bij gehad.
4 ONDERZOEKERS
• Een onderzoek kan worden uitgevoerd door interne onderzoekers, externe onderzoekers of door een combinatie. De onderzoeker voldoet aan de daarvoor geldende deskundigheidsvereisten. Als een onderzoek (deels) extern wordt uitgevoerd, is er altijd een adviseur van Bureau Integriteit bij betrokken, die regie en toezicht houdt op de inzet van de onderzoeksmethoden en de proportionaliteit en de subsidiariteit controleert.
• Externe onderzoekers dienen te beschikken over een vergunning van de minister van Justitie op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
5 OPDRACHTVERSTREKKING
• Een feitenonderzoek start met een opdrachtverstrekking van de opdrachtverlener aan de onderzoeker. Deze bevat en beschrijft:
a) de aanleiding en het doel van het onderzoek
b) een duidelijk afgebakende opdracht
c) de onderzoeksvragen
d) de onderzoeksmethoden
e) de ter beschikking gestelde onderzoekscapaciteit
f) een raming van de duur van het onderzoek.
• Als tijdens het onderzoek uitbreiding van de opdracht nodig is, dan wordt dit door de onderzoeker ter instemming voorgelegd aan de opdrachtverlener.
6 KENNISGEVING
Bij aanvang van een feitenonderzoek, of zodra het onderzoeksbelang dit toelaat, wordt betrokkene schriftelijk door de opdrachtverlener geïnformeerd over het feitenonderzoek, met mededeling van:
a) een beschrijving van het (vermoedelijke) handelen of het nalaten dat aanleiding is voor het onderzoek
b) de mogelijkheid om zich en eventuele getuige(n) te laten interviewen
c) de mogelijkheid om zich tijdens interviews te laten bijstaan (op eigen kosten)
d) de verwachting dat betrokkene medewerking verleent aan het onderzoek en volledig en naar waarheid zal verklaren
e) het toepasselijke en als bijlage bijgevoegde onderzoeksprotocol
f) de contactgegevens van de onderzoekers.
7 ORDEMAATREGELEN
Als bij een onderzoek de kans bestaat op herhaling van de integriteitsschending, mis- stand of onregelmatigheid, op verstoring van de orde in de organisatie, of van het onder- zoek, kan de opdrachtverlener een ordemaatregel treffen. Het tijdstip is afhankelijk van de feiten en omstandigheden in het concrete geval. De reden van een ordemaatregel wordt altijd zo duidelijk mogelijk beschreven met inbegrip van een indicatie van de duur ervan, bijzondere situaties uitgezonderd. Een ordemaatregel is een instructie aan betrokkene om iets te doen of na te laten. Voorbeelden: tijdelijk verrichten van (ander) werk, tijdelijk werken op een andere plaats, een verbod om gemeentelijke locaties te betreden en een verbod om contact te leggen met (bepaalde) collega’s.
8 ONDERZOEKSMETHODEN
• Tijdens een onderzoek kunnen verschillende onderzoeksmethoden worden gebruikt. De meest gebuikte zijn:
a) interviewen van betrokkene
b) interviewen van anderen, zoals getuigen en deskundigen
c) onderzoek van de (digitale en/of fysieke) werkomgeving
d) onderzoek van telecommunicatie
e) onderzoek van administraties waaronder personeelsdossiers, tijd- en toegangsregistraties, rittenadministraties en declaraties
f) raadplegen van openbare bronnen
g) bekijken van camerabeelden.
• Interviews: tijdens het onderzoek wordt niet alleen betrokkene maar worden – indien nodig – ook eventuele getuigen en/of deskundigen geïnterviewd. Hierbij geldt het volgende:
a) de geïnterviewde wordt vooraf geïnformeerd over de aard en mogelijke duur van het gesprek
b) bij elk gesprek wordt de identiteit van de geïnterviewden vastgesteld en vastgelegd
c) interviews worden in koppels van twee onderzoekers afgenomen, om de onafhankelijkheid van de het onderzoek te bevorderen en met oog op het feit dat eventueel het onderzoek moet kunnen worden gebruikt in een rechterlijke procedure
d) gesprekken kunnen digitaal worden opgenomen. De onderzoeker informeert de gesprekspartner hierover voorafgaand aan het interview. De opname wordt
bewaard zolang dit voor het onderzoek nodig is. De geïnterviewde wordt van de vernietiging op de hoogte gesteld
e) de onderzoekers maken van alle interviews een verslag. Dit is een getrouwe zakelijke weergave van hetgeen is besproken. Omdat duidelijk moet zijn wie wat heeft verklaard, worden alle verklaringen voorzien van de naam van de geïnterviewde en plaats en de datum van het interview. Wil de geïnterviewde het verslag niet voor akkoord tekenen, dan tekent deze voor gezien. Het niet ondertekenen van een gespreksverslag door de geïnterviewde betekent niet dat het niet gebruikt kan worden in het vervolg van het onderzoek. De geïnterviewde krijgt een kopie van het verslag van zijn gesprek, tenzij het onderzoeksbelang zich daartegen verzet
f) als er sprake is van een vertrouwelijke verklaring dan zorgen de onderzoekers ervoor dat de verklaring niet herleidbaar is tot de getuige en/of melder.
• Bijstand van een raadsman: elke geïnterviewde kan zich – op eigen kosten – tijdens het interview laten bijstaan, al dan niet rechtskundig. De onderzoekers houden bij de uitnodiging er rekening mee dat de geïnterviewde voldoende tijd heeft (tenminste drie werkdagen) om bijstand te organiseren. De raadsman is bij het gesprek aanwezig, maar neemt hieraan niet inhoudelijk deel. Wel mag deze vragen om te schorsen voor overleg en opmerkingen maken aan het eind van het gesprek die dan ook in het verslag worden vastgelegd. Het kan een advocaat betreffen, maar dat hoeft niet. Het kan bijvoorbeeld ook een (kader)lid van een vakbond, een familielid of vriend zijn. Degene die betrokkene bijstaat , mag niet zelf op enigerlei wijze in het onderzoek zijn betrokken.
• Meewerken aan het onderzoek door betrokkene: van de betrokkene bij een onderzoek wordt verwacht dat deze aan het onderzoek meewerkt. In uiterste gevallen kan een instructie worden gegeven om te verschijnen om te worden geïnterviewd of om informatie te geven. Als medewerking uitblijft, kan dit aan betrokkene worden verweten met mogelijke gevolgen.
• Meewerken aan het onderzoek door getuigen: de onderzoekers kunnen – behalve betrokkene – ook getuigen interviewen, binnen of buiten de organisatie. Voor getuigen die binnen de organisatie werken, geldt hetzelfde als voor de betrokken medewerker: zij zijn in beginsel verplicht aan het onderzoek mee te werken. Niet meewerken kan ook voor hen een nieuwe op zichzelf staande integriteitsschending opleveren. De door getuigen afgelegde verklaringen kunnen later in het onderzoek worden ingezien door betrokkene.
• Onderzoek werkomgeving: de gemeente is bevoegd om de fysieke werkplek en de locker van betrokkene op gemeentelocaties te doorzoeken als het vermoeden bestaat dat zich hier informatie bevindt die belangrijk is of kan zijn voor het onderzoek. Dit geldt ook voor de digitale werkomgeving (account) van betrokkene. Van de resultaten maken de onderzoekers een rapport op. Als zaken voor nader onderzoek worden meegenomen, wordt dit genoteerd in het rapport.
• Onderzoek telecommunicatie: in het kader van het onderzoek kunnen de onderzoekers de aan betrokkene voor zakelijk gebruik verstrekte telecommunicatiemiddelen onderzoeken Zo kan onderzoek verricht worden in mailboxen en documenten op de persoonlijke en netwerkschijven van betrokkene. Ook kunnen door de werkgever verstrekte apparaten worden ingenomen voor nader onderzoek, zoals telefoons, tablets en laptops.
• Openbare bronnen: een manier om tijdens het onderzoek informatie in te winnen is het raadplegen van openbare bronnen, al dan niet via internet. Hoewel het gebruik van in- formatie uit dit soort bronnen is toegestaan, is het belangrijk om in de gaten te houden in hoeverre er waarde aan kan worden gehecht.
• Bescherming van de privacy: het onderzoek vindt plaats met inachtneming van toepasselijke wet- en regelgeving met betrekking tot bescherming van privacy en gegevens.
• Hoe de onderzoeksmethoden kunnen worden ingezet, is nader uitgewerkt in het onderzoeksprotocol.
9 ONDERZOEKSRAPPORT
• Het onderzoek wordt afgesloten met een onderzoeksrapport. Dit rapport bevat alle informatie die de onderzoekers hebben verzameld en die nodig is om een oordeel te kunnen vormen over (het vermoeden van) de integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid. Daaronder wordt informatie verstaan die zowel belastend als ontlastend is voor betrokkene.
• Het onderzoeksrapport bevat in elk geval de volgende informatie:
a) de onderzoeksopdracht en eventuele latere wijzigingen
b) een beschrijving van de gebruikte onderzoeksmethoden en de manier waarop deze zijn ingezet
c) een weergave van feiten en omstandigheden die betrekking hebben op de (vermoedelijke) integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid en van de context waarbinnen deze heeft kunnen plaatsvinden
d) een overzicht van relevante wet- en regelgeving (van toepassing zijnde wettelijke e) voorschriften, gemeentelijke regels, procedures, beleidstukken et cetera)
f) de bevindingen op grond van het onderzoek.
10 BESLUITVORMING
• De onderzoekers leggen alle feiten objectief vast zonder een persoonlijke mening of oordeel te geven want dat is aan de opdrachtgever.
• Het onderzoeksrapport wordt in kopie verstrekt aan betrokkene. Betrokkene heeft recht op inzage in het onderzoeksdossier. Het dossier wordt alleen aan betrokkene verstrekt als er sprake is van een rechtelijke procedure.
• Op basis van het onderzoeksrapport verstrekt hoofd Bureau Integriteit een advies met betrekking tot eventueel te treffen organisatorische maatregelen. Daarnaast formuleert hoofd Bureau Integriteit – in samenspraak met een arbeidsrechtjurist – een advies met betrekking tot eventueel te treffen arbeidsrechtelijke maatregelen. Beide adviezen en het onderzoeksrapport worden gelijktijdig aangeboden aan de opdrachtgever.
• De opdrachtgever neemt, gelezen de adviezen van hoofd Bureau Integriteit, een besluit over eventueel de te treffen organisatorische en/of arbeidsrechtelijke maatregelen en informeert betrokkene hierover.
11 COMMUNICATIE
• Communicatie gedurende het onderzoek: in de onderzoeksopdracht wordt vastgelegd wie op welk moment communiceert met wie, en wie inhoudelijk verantwoordelijk is voor welke communicatie, in- en ook extern.
• Communicatie met de betrokkene: uitgangspunt is dat aan betrokkene gedurende het onderzoek geen inhoudelijke informatie wordt verstrekt over het verloop daarvan. Wel wordt desgevraagd procedurele informatie verstrekt. Gedurende het onderzoek houdt de leidinggevende van betrokkene contact met betrokkene. Als het onwenselijk is dat de leidinggevende zelf contact met de medewerker onderhoudt (bijvoorbeeld omdat deze zelf ook onderwerp is van onderzoek), dan kan de opdrachtverlener een ander aanwijzen.
• Communicatie met de melder: de melder wordt na afloop van het onderzoek geïnformeerd of er een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid is vastgesteld, maar krijgt geen informatie over betrokkene(n).
12 BEWARING
Het onderzoeksrapport, het onderzoeksdossier en het advies worden gedurende 10 jaar na afhandeling van de casus bewaard. Deze documenten worden niet opgenomen in het personeelsdossier van betrokkene.
13 SAMENLOOP MET ONDERZOEK NAAR STRAFBARE FEITEN
• Wanneer voor, tijdens of na het onderzoek bij de onderzoekers het vermoeden ontstaat dat er sprake is van een strafbaar feit, dan melden zij dit bij hoofd Bureau Integriteit.
• Hoofd Bureau Integriteit bepaalt – na afstemming met de gemeentesecretaris en de opdrachtverlener – of aangifte wordt gedaan en door wie. Na de aangifte bepaalt de officier van justitie of een strafrechtelijk onderzoek verricht moet worden.
• Een strafrechtelijk onderzoek naar een medewerker kan voorafgaand aan, aansluitend op, maar ook gelijktijdig met een intern onderzoek plaatsvinden.
14 KLACHTEN
Bij het onderzoek betrokken personen kunnen een klacht indienen over de wijze waarop het onderzoek is verricht bij hoofd Bureau Integriteit. Van deze mogelijkheid wordt melding gemaakt in het rapport. Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de klachtafhandeling.
DOELGROEP
Alle medewerknemers
GRONDSLAG
Algemene wet bestuursrecht, Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Strafrecht, AVG, Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Jubileum diensttijd
SAMENVATTING
Bij een langdurig dienstverband krijg je op grond van de Cao Gemeenten een jubileumuitkering. Dit wordt in bepaalde gevallen door ons aangevuld met een herinneringsinsigne, extra verlof en een financiële tegemoetkoming voor het vieren van het jubileum.
INHOUD
1 HERINNERINGSINSIGNE
• Bij een dienstverband met de gemeente Den Haag van 25 jaar kunnen we jou een herinneringsinsigne toekennen.
• Bij een dienstverband met de gemeente Den Haag van 40 jaar kunnen we jou een herinneringsinsigne, voorzien van een briljant, toekennen.
• Bij een dienstverband met de gemeente Den Haag van 50 jaar kunnen we jou een herinneringsinsigne, voorzien van twee briljanten, toekennen.
2 VIERING
• Voor het vieren van een jubileum van 25 jaar en van 40 jaar kunnen we een budget beschikbaar stellen.
• Het budget is nooit meer dan €1.250,00.
• Het budget wordt nooit rechtstreeks aan jou betaald en kan ook niet door jou worden gedeclareerd. Het komt ten laste van het organisatieonderdeel waarbij je werkzaam bent.
• Het budget wordt beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat de viering een directe relatie heeft met het werk of collega’s.
DOELGROEP
Herinneringsinsigne: alle werknemers, ongeacht cao. Budget: werknemers Cao Gemeenten.
GRONDSLAG
Artikelen 3.17 Cao Gemeenten
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 januari 2023.
Blad Loonbeslag
SAMENVATTING
Beslaglegging door derden op jouw salaris wegens financiële problemen raakt op de eerste plaats jouzelf en degenen die afhankelijk zijn van jouw inkomen. Het heeft echter ook gevolgen voor de gemeente als werkgever.
INHOUD
• Herhaaldelijk loonbeslag legt een grote last op de gemeentelijke salarisadministratie. Ook kan een hoge schuldenlast je eerder vatbaar maken voor verleidingen van buitenaf, zoals het aanvaarden van geld of andere giften in ruil voor diensten.
• Daarom moet je er rekening mee houden dat loonbeslag onderwerp van gesprek kan zijn in de gesprekscyclus, dat in het kader van behoud van vertrouwen in ambtelijke integriteit en goed werknemerschap van je gevraagd kan worden om mee te werken aan afspraken ter opheffing en voorkoming van nieuw loonbeslag, en dat loonbeslag voor ons aanleiding kan zijn voor het geven van een schriftelijke waarschuwing en het nemen van maatregelen.
• Neem in geval van financiële problemen contact op met bedrijfsmaatschappelijk werk voor advies en ondersteuning.
DOELGROEP
Alle werknemers
GRONDSLAG
Xxxxxxxxxxxxx 0000, werkgeversbevoegdheid
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
o Lokaal overleg
√ Anders: niet van toepassing
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Maaltijdvergoeding
SAMENVATTING
Als het werk met zich brengt dat je geen reguliere maaltijd kan nuttigen, wegens overwerk of verblijf op een andere plek dan normaal (anders dan vanwege een dienstreis), dan krijg je een maaltijd verstrekt of je hebt aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten.
INHOUD
1 KLEINE UITGAVEN OVERDAG
• Als je vanwege je werkzaamheden niet in de gelegenheid bent om de lunch thuis of in een gemeentelijke kantine, bedrijfsrestaurant of soortgelijke gelegenheid te nuttigen en daarom gebruik moet maken van een andere horecagelegenheid, dan kom je aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten.
• Voor de hoogte van de tegemoetkoming hanteren we de Cao Rijk. De tegemoetkoming in de door jou werkelijk gemaakte kosten is maximaal het daarin genoemde bedrag voor kleine uitgaven overdag.
• Je overlegt bij de declaratie het betaalbewijs van de gemaakte en gedeclareerde kosten.
2 MAALTIJDVERGOEDING BIJ OVERWERK
• Als je geen maaltijd kan gebruiken op de voor jou gebruikelijke tijd en plaats omdat je langer dan 2 uren moet overwerken in de zin van de cao, kom je aanmerking voor verstrekking of vergoeding van een maaltijd.
• Uitgangspunt is dat de verstrekking van een maaltijd in natura plaatsvindt.
• Gedurende een pauze van 30 minuten heb je de gelegenheid om de maaltijd te nuttigen.
• Als we geen maaltijd in natura verstrekken, krijg je de gelegenheid om een maaltijd te nuttigen in een naburige, openbare eetgelegenheid. Voor de hoogte van de tegemoetkoming in de kosten sluiten we aan op de Cao Rijk. De tegemoetkoming in de door jou werkelijk gemaakte kosten is maximaal het daarin genoemde bedrag voor de avondmaaltijd. Je overlegt bij de declaratie het betaalbewijs van de gemaakte en gedeclareerde kosten.
• De tijd gedurende welke je de maaltijd nuttigt, geldt niet als overwerk.
DOELGROEP
Werknemers Cao Gemeenten
GRONDSLAG
Werkgeversbevoegdheid tot aanvulling van de cao
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
o COR
√ Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 april 2022.
Blad Medezeggenschap
SAMENVATTING
We hebben afspraken gemaakt over de invulling van medezeggenschap binnen onze gemeentelijke organisatie. Deze afspraken gelden voor alle ondernemingsraden en bestuurders.
INHOUD
1 CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD
In aanvulling op artikel 35 lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden kan de centrale ondernemingsraad (COR) een aangelegenheid behandelen als:
a) deze aangelegenheid dan één dienst maar niet meer dan de helft van het aantal diensten van de gemeente betreft, en
b) er sprake is van een gemeenschappelijk belang, en
c) de ondernemingsraden van de betrokken diensten hiermee hebben ingestemd.
2 POSITIE LEDEN (CENTRALE) OR EN AMBTELIJK SECRETARIS
We hechten belang aan het goed functioneren van de medezeggenschap binnen de gemeentelijke organisatie en waarderen de inzet van medewerkers ten behoeve van de medezeggenschap. Om dit te benadrukken hebben we met de centrale ondernemingsraad het volgende kader afgesproken voor de positie van de ondernemingsraden en centrale ondernemingsraad (COR) bij de gemeente, ook om invulling te geven aan de Wet op de ondernemingsraden en ter bescherming van OR-leden en ambtelijke secretarissen tegen benadeling. Met inachtneming van dit kader kunnen iedere bestuurder en ondernemingsraad concrete afspraken maken, per individuele situatie of voor de leden van de ondernemingsraad gezamenlijk. Deze afspraken worden vastgelegd en openbaar gemaakt.
3 URENVRIJSTELLING
• Als OR-lid kun je wekelijks een aantal uren besteden aan OR-werk, met inbegrip van de OR-vergaderingen en overlegvergaderingen (urenvrijstelling). Het aantal vrijgestelde uren staat los van jouw arbeidsduur. Als lid van het dagelijks bestuur van de OR heb je de beschikking over een extra aantal uren voor bestuursactiviteiten. Het aantal uren wordt door iedere bestuurder en OR vastgelegd in een faciliteitenregeling. De OR kan intern bepalen dat de voorzitter, of andere leden van het dagelijks bestuur, een bijzondere positie heeft bij de urenverdeling binnen de OR.
• Het hierboven bedoelde aantal uren wordt in mindering gebracht op jouw arbeidsduur. Uitgangspunt is dat je als OR-lid niet volledig wordt vrijgesteld van de uitoefening van jouw reguliere functie, mede in het belang van jouw loopbaan(vervolg); in heel uitzonderlijke gevallen kan hiervan voor bepaalde duur worden afgeweken.
4 WERKBELASTING
Iedere bestuurder draagt ervoor zorg dat de urenvrijstelling geen gevolgen heeft voor jouw werkbelasting als OR-lid en voor jouw directe collega’s, en dat de afdeling waarbij je werkzaam bent via de verdeling van personele middelen wordt gecompenseerd voor de urenvrijstelling (tenzij daarvoor geen aanleiding bestaat).
5 TIJD-VOOR-TIJD
Als de tijd waarop jouw OR of OR-commissie vergadert of activiteiten verricht, regelmatig of altijd buiten jouw reguliere werktijden valt, worden afspraken gemaakt over compensatie in tijd. Scholingsdagen die uit 2 of 3 dagdelen per dag bestaan, worden als volle werkdagen beschouwd.
6 SCHOLING
Als OR-lid beschik je over minimaal 5 scholingsdagen per jaar (wettelijk minimum). Als je ook commissiewerk verricht voor de OR, beschik je over minimaal 8 scholingsdagen per jaar (wettelijk minimum). Het aantal scholingsdagen staat los van jouw arbeidsduur.
7 REISKOSTEN
Door jou noodzakelijk gemaakte reizen als OR-lid zijn dienstreizen. Je declareert deze via de daarvoor bestemde procedure.
8 LOOPBAAN EN GESPREKSCYCLUS
• De bestuurder en jij zijn gezamenlijk ervoor verantwoordelijk dat je niet wordt belemmerd in jouw loopbaan binnen de gemeente en jouw scholing vanwege het OR- lidmaatschap. Met jou worden afspraken gemaakt over instandhouding van jouw functionele kennis.
• Gesprekken in het kader van de gesprekcyclus hebben betrekking op de uitoefening van jouw reguliere functie, niet op activiteiten uit hoofde van jouw OR-lidmaatschap. In deze gesprekken kunnen de zittingstermijn en de urenvrijstelling aan de orde komen met het oog op jouw loopbaanvervolg.
• Als wordt verwacht dat beëindiging van het OR-lidmaatschap een probleem oplevert met betrekking tot de volledige hervatting van jouw reguliere functie, wordt de bestuurder tijdig geïnformeerd. De bestuurder spant zich in om werkzaamheden van ten minste gelijk niveau aan te bieden aan jou, waarin door het OR-werk verworven competenties worden meegenomen. De bestuurder kan zich hierbij laten ondersteunen door P&O- adviseurs van de dienst Bedrijfsvoering.
9 GESCHILLEN
In geval van een geschil tussen de OR en de bestuurder kan een beroep worden gedaan op de algemene geschillenregeling op grond van artikel 36 van de Wet op de ondernemingsraden.
10 ONDERZOEK E-MAILGEBRUIK
Onderzoek van het gebruik van e-mail van leden van een OR bij de gemeente staan we niet toe. Dit geldt niet in geval van een integriteitsonderzoek naar een vermoedelijke integriteitsschending of een strafrechtelijk onderzoek. Zie ook het blad ICT-middelen en gemeentelijke informatie.
11 AMBTELIJK SECRETARIS
• Als de OR zich wil laten ondersteunen door een ambtelijk secretaris, voegt de bestuurder een ambtelijk secretaris toe aan de OR (artikel 17 WOR). De OR draagt na een werving- en selectieprocedure ten minste één persoon voor als ambtelijk secretaris tenzij geen van de kandidaten geschikt wordt geacht. De bestuurder kan een voorgedragen persoon op grond van zwaarwegende redenen afwijzen.
• Als ambtelijk secretaris lever je een bijdrage aan de ontwikkeling en uitvoering van medezeggenschap binnen de gemeente, met inbegrip van het adviseren en ondersteunen van de OR. Je bent geen lid van de OR en je hebt geen stemrecht.
• De functie van ambtelijk secretaris valt binnen de formatie van het desbetreffende organisatieonderdeel en een eventuele arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met de gemeente.
• Als ambtelijk secretaris word je ter zake van de werkzaamheden ten behoeve van de OR functioneel aangestuurd door de (plv.) voorzitter van de OR. De gesprekscyclus in dit reglement is niet van toepassing.
• Als je daarnaast een andere functie vervult, draagt jouw leidinggevende bij het organisatieonderdeel zorg voor het doorlopen van de gesprekscyclus ter zake van die werkzaamheden, scholing, loopbaanontwikkeling en dergelijke. Gesprekken in het kader van die gesprekscyclus hebben geen betrekking op jouw werkzaamheden als ambtelijk secretaris ten behoeve van de OR.
• Als de OR het vertrouwen in jou als ambtelijk secretaris opzegt, eindigt jouw inzet voor de OR en wordt het gesprek met jou aangegaan over jouw loopbaanvervolg.
• De hierboven beschreven benadelingsbescherming voor OR-leden geldt ook voor de ambtelijk secretaris.
12 POLITIEK PRIMAAT
• “Politiek primaat” houdt kort gezegd. In dat over een onderwerp geen overleg met de medezeggenschap (OR) gevoerd hoeft te worden als daarover politieke besluitvorming plaats zal vinden of heeft plaatsgevonden. Belangrijke consequentie van politiek primaat is dat het desbetreffende voorgenomen besluit niet advies- of instemmingsplichtig is.
• Bij (voorgenomen) besluiten die vallen onder politiek primaat én personele consequenties hebben, bestaat er geen medezeggenschap ten aanzien van het besluit op zichzelf, maar wel ten aanzien van de concrete uitwerking van dat deel van het besluit dat betrekking heeft op personele consequenties.
• Volgens afspraak met de COR hanteren we het onderstaande stappenplan ter beoordeling van vraag of er sprake is van politiek primaat. We doen dat zo vroeg mogelijk in het proces om helderheid te verkrijgen. Los van de vraag of er sprake is van de toepassing van politiek primaat, stellen we voorop dat over aangelegenheden altijd gesproken kan worden met de medezeggenschap.
13 STAPPENPLAN POLITIEK PRIMAAT
Is het een (voorgenomen) besluit van de gemeente?
Het primaat van de politiek heeft betrekking op besluiten van “democratisch gecontroleerde organen” binnen een overheidsorganisatie. Wat de gemeente betreft, gaat het op de eerste plaats om besluiten van het college en de gemeenteraad, oftewel de politieke organen. Politiek primaat kan ook gelden voor besluitvorming in mandaat door daartoe bevoegde ambtelijke organen of functionarissen, die indirect democratisch worden gecontroleerd. Dat betekent dat ook besluitvorming door bijv. de gemeentesecretaris of een algemeen directeur dienst onder politiek primaat kán vallen. Hiermee is de vraag nog niet beantwoord wélke onderwerpen/besluitvorming onder politiek primaat kan vallen.
Betreft het (voorgenomen) besluit een publiekrechtelijke taak?
Zo niet, dan is het politiek primaat niet van toepassing.
Niet alle (voorgenomen) besluiten binnen de gemeente vallen onder de werking van het politiek primaat, ook niet als het besluitvorming binnen het college of de raad betreft. Het besluit moet een “publiekrechtelijke taak” betreffen van de gemeente, dan wel het beleid erover of de uitvoering ervan. Anders gezegd: als het om een besluit gaat dat ook een niet- overheidsorganisatie kan nemen, of als het gaat om taken die voor zowel private als overheidsorganisaties gelden, dan kan normaliter géén beroep op politiek primaat worden gedaan.
Om dit te beoordelen, moeten de volgende vragen worden beantwoord.
a) Publiekrechtelijke taak: betreft het (voorgenomen) besluit een aan de gemeente als overheid opgedragen taak?
Van een publiekrechtelijke taak is in ieder geval sprake bij de vaststelling van gemeentebrede regelgeving (verordenende bevoegdheid) en beleid c.q. uitvoering ter zake van specifiek op de gemeente als overheid betrekking hebbende hogere regelgeving.
Voorbeeld: een besluit met betrekking tot de uitvoering van bijstandsverlening vloeit voort uit de wet en valt daarmee onder het politiek primaat. Zodra het gemeentebestuur in het kader daarvan eigen keuzes maakt en besluiten neemt over de inrichting van de interne ondersteunende organisatie, dan is er in beginsel geen sprake van politiek primaat; het regelen van de interne organisatie is immers iets waarmee elke ondernemer te maken heeft.
b) Publiekrechtelijke taak: wordt het besluit genomen in een politieke context op basis van politieke overwegingen?
Het kan voorkomen dat een besluit niet zozeer betrekking heeft op een specifiek aan de gemeente opgedragen wettelijke taak, maar wel klaarblijkelijk in een politieke context en op basis van politieke overwegingen tot stand komt of is gekomen. Ook dan is er volgens de rechtspraak sprake van politiek primaat. Dit doet zich bijv. voor bij gemeente overstijgende besluiten zoals regionalisering en gemeenschappelijke regelingen. Ook intern gerichte besluiten kunnen op basis van politieke overwegingen tot stand komen, hoewel dit zal minder vaak plaatsvinden. Voor alle duidelijkheid, het criterium “politieke context en overwegingen” brengt niet met zich dat álle besluitvorming binnen het college of de raad onder politiek primaat valt. Met andere woorden: het feit dat een besluit door het college is of wordt genomen, betekent niet dat het daarmee automatisch onder politiek primaat valt.
Heeft het (voorgenomen) besluit gevolgen voor gemeentepersoneel?
Bij besluiten die op zichzelf onder politiek primaat vallen, kan het overlegrecht (en daarmee ook eventueel adviesrecht of instemmingsrecht) toch van toepassing zijn als het gaat om de concrete regeling van de personele gevolgen daarvan. Dit volgt uit artikel 46d van de wet (“behoudens voor zover het betreft de gevolgen daarvan voor de werkzaamheden van de in de onderneming werkzame personen”). Dit doet zich uiteraard niet voor als er überhaupt geen personele gevolgen zijn. Als er wel personele gevolgen zijn, is de beantwoording van
de volgende twee sub vragen van belang om te bepalen of het politiek primaat wordt beperkt.
Zijn de personele gevolgen inherent aan het (voorgenomen) besluit?
Als dit het geval is, dan geldt het politieke primaat onverkort (geen overlegrecht). Van inherente personele gevolgen is sprake als de personele gevolgen voorzienbaar zijn maar nog niet concreet worden geregeld in het besluit.
Voorbeeld: als het college besluit tot bezuiniging op de personeelskosten zonder dat expliciet wordt geregeld hoe dit precies uitpakt voor de medewerkers, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een taakstelling van x% voor de gemeente met de invulling x% op beleid, x% op uitvoering en x% op bedrijfsvoering. Of als bij een gemeentelijke herindeling of een verzelfstandiging te voorzien is dat dit gevolgen met zich meebrengt voor het personeel. Als in een later stadium concrete maatregelen met betrekking tot die personele gevolgen worden genomen, dan is er wel sprake van overlegrecht in die fase en beperkt tot de personele gevolgen (zie hieronder).
Worden de personele gevolgen concreet geregeld in het (voorgenomen) besluit?
Als dit het geval is, dan heeft de medezeggenschap overlegrecht, en afhankelijk van de situatie adviesrecht of instemmingsrecht, ten aanzien van de regeling van de personele gevolgen (voor zover niet voorbehouden aan de bonden in het lokaal overleg). Dit geldt niet voor het principebesluit. Er is dus sprake van een “knip” in het besluit ten aanzien van de regeling van de personele gevolgen.
Voorbeeld: als het college besluit tot bezuiniging op de personeelskosten waarbij expliciet wordt aangegeven hoe dit geregeld wordt, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een taakstelling van x fte bij de gemeente, waarvan x personen bij BSD/juridische zaken per datum …, x woordvoerders en x personen ondersteuning directeur x. Bij een collegebesluit tot verzelfstandiging kan de OR medezeggenschap uitoefenen ten aanzien van de (eventuele) concrete regeling van de personele gevolgen in het verzelfstandigingsbesluit, maar niet ten aanzien van de beslissing tot verzelfstandiging zelf.
Als het politiek primaat niet van toepassing is, of als er overlegrecht is ten aanzien van personele gevolgen, moet het (voorgenomen) besluit dan worden voorgelegd voor advies of instemming?
Dit wordt ingevuld aan de hand van de artikelen 25 en 27 van de WOR.
DOELGROEP
Alle medewerkers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Wet op de ondernemingsraden (WOR)
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 16 september 2022.
Blad Nevenwerkzaamheden, financiële belangen
SAMENVATTING
Als overheidswerkgever gaan we strikt om met nevenwerkzaamheden en financiële belangen die de belangen van onze organisatie, die van de openbare dienst of jouw functievervulling kunnen raken.
INHOUD
1 XXXXXXXXXXXXX 0000
• Xx Xxxxxxxxxxxxx 0000 verplicht ons als overheidswerkgever en jou als ambtelijke werknemer tot het volgende:
a) je doet opgave van nevenwerkzaamheden die je verricht of wilt gaan verrichten, die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met jouw functievervulling, kunnen raken. Deze worden geregistreerd in het digitale personeelsdossier
b) als je een functie vervult waarvoor ter bescherming van de integriteit van de openbare dienst openbaarmaking van jouw nevenwerkzaamheden noodzakelijk is, maken we de geregistreerde nevenwerkzaamheden openbaar
c) we kunnen je aanwijzen als een werknemer die werkzaamheden verricht waaraan in het bijzonder het risico van financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie verbonden is. In dat geval kunnen we aanwijzen welke financiële belangen die jij in dat geval niet mag bezitten of verwerven. En we registreren door jou gedane meldingen van jouw financiële belangen en van het bezit van en transacties met effecten die de belangen van de openbare dienst voor zover deze in verband staat met jouw functievervulling, kunnen raken.
• Xx Xxxxxxxxxxxxx 0000 noemt een aantal beperkingen ten aanzien van het verrichten van nevenwerkzaamheden, deelnemen aan aannemingen en leveringen ten behoeve van openbare diensten, het hebben en verwerven van financiële belangen, bezit van effecten en het verrichten van effectentransacties.
• We hebben deze wettelijke verplichtingen hieronder uitgewerkt.
2 GESPREKSCYCLUS
Jouw leidinggevende en jij bespreken het onderwerp nevenwerkzaamheden periodiek in het kader van de gesprekscyclus.
3 MELDING NEVENWERKZAAMHEDEN
• Je bespreekt met jouw leidinggevende of de nevenwerkzaamheden die je al verricht of die je wilt gaan verrichten nevenwerkzaamheden zijn die meldingsplichtig zijn volgens de wet.
• Je meldt meldingsplichtige nevenwerkzaamheden op de daarvoor bestemde wijze in P-Digitaal.
• Als je meldingsplichtige nevenwerkzaamheden al verricht bij indiensttreding, meld je deze zo spoedig mogelijk bij of na indiensttreding.
• Als je meldingsplichtige nevenwerkzaamheden wilt gaan verrichten na indiensttreding, meld je deze in ieder geval vóórdat je daadwerkelijk de nevenwerkzaamheden gaat verrichten.
• Als je meldingsplichtige nevenwerkzaamheden hebt gemeld, meld je daarna ook gewijzigde omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de toelaatbaarheid van de nevenwerkzaamheden.
4 TOETSING NEVENWERKZAAMHEDEN
• Nadat je melding hebt gemaakt van nevenwerkzaamheden op de hierboven beschreven wijze, toetsen we deze op toelaatbaarheid.
• Je ontvangt binnen een redelijke termijn na de melding ons oordeel over de toelaatbaarheid.
• Als we geen toestemming verlenen, mag je de nevenwerkzaamheden niet verrichten.
• Aan de toestemming om de gemelde nevenwerkzaamheden te verrichten, kunnen we voorwaarden of beperkingen verbinden.
5 OPENBAARMAKING NEVENWERKZAAMHEDEN
• De door de gemeentesecretaris, algemeen directeuren dienst en directeuren gemelde nevenwerkzaamheden, publiceren we op de website van de gemeente.
• We vermelden daarbij de volgende gegevens:
a) functie
b) nevenwerkzaamheden en de instantie(s) waarbij of waarvoor deze worden verricht
c) datum van ingang van de nevenwerkzaamheden
d) eventueel aan het uitoefenen van de nevenwerkzaamheden gestelde beperkingen.
• De directeur met de portefeuille Personeel en Organisatie kan functies aanwijzen waarvoor ter bescherming van de integriteit van de openbare dienst openbaarmaking van de nevenwerkzaamheden op dezelfde wijze noodzakelijk wordt geacht.
6 MELDING FINANCIËLE BELANGEN
• De gemeentesecretaris, de algemeen directeuren dienst en directeuren melden hun financiële belangen, en het bezit van respectievelijk transacties in effecten, die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met hun functievervulling, kunnen raken.
• Melding vindt plaats op de daarvoor bestemde wijze in P-Digitaal.
• De genoemde functionarissen verschaffen alle informatie die nodig is voor de beoordeling of de gemelde financiële belangen, bezittingen en transacties een risico opleveren voor de werkzaamheden van de werknemer, en de belangen van de organisatie en openbare dienst.
7 TOETSING FINANCIËLE BELANGEN
• Nadat melding is gemaakt van financiële belangen, bezittingen en transacties op de hierboven beschreven wijze, toetsen we deze op toelaatbaarheid.
• De functionaris ontvangt binnen een redelijke termijn na de melding ons oordeel over de toelaatbaarheid.
• Aan ons oordeel kunnen we voorwaarden of beperkingen verbinden.
DOELGROEP
Alle werknemers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Ambtenarenwet 2017
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 16 september 2022.
Blad Ongewenste omgangsvormen
SAMENVATTING
Het kan zijn dat je op de werkvloer te maken krijgt met ongewenste omgangsvormen. Daaronder verstaan we dat je grensoverschrijdend of kwetsend gedrag ervaart van een medewerker of leidinggevende, waardoor jij je niet meer veilig voelt. Het kan dan gaan om discriminatie, (seksuele) intimidatie, agressie, geweld of pesten. Wat we hieronder verstaan, kan je lezen in de begrippenlijst hieronder. Wij zijn verantwoordelijk voor het creëren van een veilige en gezonde werkomgeving. We willen ervoor zorgen dat integriteitsschendingen, waaronder ongewenste omgangsvormen, zo veel mogelijk worden voorkomen en worden gestopt.
INHOUD
1 ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN: STEL ZE AAN DE ORDE
• Als je te maken krijgt met ongewenste omgangsvormen van een andere medewerker, ga het gesprek aan met de veroorzaker en spreek deze erop aan.
• Als dat niet kan of niet lukt, is je leidinggevende het eerste aanspreekpunt om erover te praten en te proberen tot een oplossing te komen.
• Je kunt ook contact opnemen met een vertrouwenspersoon als je het liever eerst vertrouwelijk wilt bespreken. Als je meer wilt weten over wat een vertrouwenspersoon voor jou kan betekenen, lees dan het blad Vertrouwenspersonen.
• Je kunt ook mondeling of schriftelijk een melding doen bij het Meldpunt bij Bureau Integriteit. Het Meldpunt bespreekt met jou wat de beste manier is om je melding te behandelen. Als je meer wilt weten over het melden bij het Meldpunt, lees dan het blad Integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid: melden.
• Als je de melding van ongewenste omgangsvormen te goeder trouw doet, kan dit niet leiden tot beslissingen met nadelige gevolgen voor jouw rechtspositie. De werkgever zorgt ervoor dat je ook niet op andere wijze bij de uitoefening van jouw functie nadelige gevolgen ondervindt van de melding.
• Als je langs de weg van het bespreekbaar maken, een gesprek met de vertrouwenspersoon of het melden bij het Meldpunt integriteit geen of onvoldoende resultaat bereikt, kun je een formele klacht indienen. De Gemeentelijke Klachtencommissie ongewenste omgangsvormen komt tot een onafhankelijk advies. De werkwijze wordt hieronder beschreven. Zowel de vertrouwenspersoon als het Meldpunt integriteit kunnen je helpen een klacht in te dienen.
2 BEGRIPPEN
a) Aangeklaagde: een medewerker die werkzaam is of was in de gemeentelijke organisatie en over wiens gedrag een klacht ongewenste omgangsvormen is ingediend.
b) Agressie en geweld/intimidatie: voorvallen waarbij een medewerker verbaal, psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen. Verbale agressie en geweld betreft uitschelden en beledigen, zowel mondeling als schriftelijk. Psychisch geweld betreft bedreigen, intimideren en onder druk zetten. Fysieke agressie en geweld omvat onder andere schoppen, slaan, met een wapen bedreigen en/of overvallen worden.
c) Betrokkene: is degene waar het integriteitsonderzoek zich op richt of zich mogelijk op gaat richten. Deze betrokkene is in dienst van de gemeente of treedt namens deze op.
d) Discriminatie: direct of indirect onderscheid op grond van: godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht (waaronder zwangerschap), nationaliteit, seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, leeftijd, handicap en/of chronische ziekte.
e) Gemeentelijke Klachtencommissie ongewenste omgangsvormen (GKoo): de interne klachtencommissie die hiervoor is opgericht door de gemeente Den Haag.
f) Integriteitsschending: er is sprake van een integriteitsschending als een medewerker of een organisatieonderdeel niet handelt overeenkomstig de daarvoor geldende waarden en normen en de daarmee samenhangende regels. De gedragscode gemeente Den Haag geeft een kader voor integer handelen. Voorbeelden van een integriteitsschending zijn belangenverstrengeling, lekken van (vertrouwelijke) informatie, diefstal, discriminatie, pesten en seksuele intimidatie.
g) Intimidatie: gedrag dat met de hoedanigheden of gedragingen verband houdt en dat tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.
h) Klacht ongewenste omgangsvormen: een door de klager ondertekend document waarin het door de klager als ongewenste omgangsvormen ervaren gedrag waarop de klacht betrekking heeft, is omschreven.
i) Klager: degene die de klacht heeft ingediend.
j) Landelijke klachtencommissie (LKOG): een door het college aangewezen niet- gemeentelijke commissie die klachten over ongewenste omgangsvormen behandelt overeenkomstig de vastgestelde procedure. De LKOG is een onderdeel van de VNG.
k) Melding: het mondeling, schriftelijk, telefonisch of met gebruikmaking van een ander elektronisch communicatiemiddel doorgeven van informatie over (een vermoeden van) een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid binnen de gemeentelijke organisatie.
l) Meldpunt integriteit: een loket bij Bureau Integriteit waar iedere medewerker een (vermoeden van) integriteitsschending kan melden, dus ook op het gebied van ongewenste omgangsvormen.
m) Ongewenste omgangsvormen: gedrag dat als grensoverschrijdend of kwetsend wordt ervaren en tot doel of gevolg heeft dat een medewerker zich niet langer veilig voelt op de werkplek, en valt binnen het begrip psychosociale arbeidsbelasting (PSA) zoals genoemd in de Arbowet, te weten: discriminatie, pesten, intimidatie, waaronder seksuele intimidatie, agressie en geweld.
n) Pesten: alle vormen van herhaald ervaren ongewenst gedrag van een of meerdere werknemers gericht tegen een of meerdere andere werknemers. Dit kan (een combinatie van) verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag zijn.
o) Seksuele intimidatie: enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele lading dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving creëert.
p) Vertrouwenspersoon: centrale, decentrale of externe vertrouwenspersoon, zoals omschreven op het blad Vertrouwenspersonen.
3 KLACHT OVER ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN
• Als je een klacht over ongewenste omgangsvormen indient, dan wordt deze in behandeling genomen door de Gemeentelijke Klachtencommissie ongewenste omgangsvormen (GKoo). De klacht wordt binnen 10 weken afgehandeld.
• Je kan een klacht over ongewenste omgangsvormen indienen bij de Landelijke Klachtencommissie in plaats van bij de Gkoo als je aannemelijk maakt dat behandeling door de GKoo jou onevenredig in je belangen zou schaden. Je hoeft dan niet eerst de Gkoo-procedure te doorlopen. Ook kan je een klacht indienen bij de Landelijke Klachtencommissie als de gemeentesecretaris de aangeklaagde is.
• Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de klachtprocedure.
4 GEMEENTELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENSTE OMGANGVORMEN (GKoo)
• De GKoo onderzoekt klachten over ongewenste omgangsvormen binnen de gemeentelijke organisatie en brengt daarover advies uit.
• De GKoo bestaat uit ten minste zes leden waaronder vier externe en twee interne leden. De voorzitter is een van de externe leden. Een van de andere externe leden wordt voorgedragen door de centrale ondernemingsraad.
• We benoemen de leden voor een periode van vier jaar. Een lid kan voor maximaal één periode worden herbenoemd. De leden van de GKoo treden af volgens een door de commissie vooraf opgesteld rooster.
• De commissie bestaat uit:
a) Xxxxxxxx xx Xxxxxxxxxx (externe voorzitter)
b) Xxxxx Xxxxxx (extern lid, op voordracht van de COR)
c) Xxxx Xxxxxxx (extern lid)
d) Xxxxxx xxx Xxxxxx (intern lid)
e) Xxx Xxxxx (intern lid)
f) Xxxxxxx Xxxxx.
• Een lid van de GKoo kan ons te allen tijde om beëindiging van het lidmaatschap verzoeken, via het secretariaat van de GKoo.
• We kunnen onder opgaaf van redenen besluiten om het lidmaatschap van een commissielid tussentijds te beëindigen.
• Als een commissielid op enige wijze als persoon betrokken is bij de klager of de aangeklaagde kan deze geen deel uitmaken van de onderzoekscommissie die de klacht behandelt.
• Een extern lid van de GKoo, niet zijnde een werknemer van onze organisatie, ontvangt een vergoeding voor bijgewoonde vergaderingen overeenkomstig de Verordening geldelijke vergoedingen commissieleden niet zijnde raadsleden.
• De commissie wordt juridisch en organisatorisch bijgestaan door een ambtelijk secretaris vanuit het organisatieonderdeel Juridische Zaken.
5 INDIENING VAN DE KLACHT
• Je kan jouw klacht over ongewenste omgangsvormen indienen bij het Meldpunt integriteit van Bureau Integriteit. Je kan de klacht richten aan Meldpunt Integriteit, Xxxx 00, 0000 XX Xxx Xxxx, mailen (xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx), of afgeven op kamer B2.22 van Meldpunt Integriteit op het gemeentehuis. Voor persoonlijk of telefonisch contact (00- 00000000) is Bureau Integriteit bereikbaar op werkdagen tussen 10:00-12:00 en tussen 13.00 -16:00 uur.
• Je vermeldt jouw naam en zo mogelijk de datum, tijd en plaats van de ongewenste omgangsvormen, de omstandigheden, de naam of namen van aangeklaagde(n) en eventuele getuigen, en de stappen die je al hebt ondernomen.
• Het Meldpunt bespreekt met jou de mogelijkheden voor afhandeling en stuurt de klacht op jouw verzoek door naar de Gkoo.
6 IN BEHANDELING NEMEN VAN DE KLACHT
• De GKoo onderzoekt de ontvankelijkheid van jouw klacht.
• De GKoo verklaart jouw klacht niet-ontvankelijk als deze niet valt binnen het hiervoor aangegeven begrip ‘klacht’.
• De GKoo kan besluiten jouw klacht niet in onderzoek te nemen:
a) als je de klacht niet binnen een redelijke termijn nadat het ongewenste gedrag heeft plaatsgevonden aan de commissie hebt voorgelegd
b) als er sprake is van een uitzondering als bedoeld in artikel 9:8, lid 1 en 2 van de Algemene wet bestuursrecht
c) als je in de klacht niet de verplicht gestelde gegevens hebt vermeld en je dat ook niet hebt gedaan na daartoe door de commissie in de gelegenheid te zijn gesteld
d) als de GKoo dan wel de Landelijke Klachtencommissie al een advies over jouw klacht heeft gegeven en we naar aanleiding daarvan al hebben beslist over jouw klacht.
• Als de GKoo in overleg met jou als klager van mening is dat de klacht mogelijk door de algemeen directeur dienst kan worden afgehandeld, wordt deze op grond van artikel 9:11 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht een redelijke termijn gegeven om de klacht naar tevredenheid van de klager af te handelen. Als de klacht niet binnen deze termijn of niet naar tevredenheid is afgehandeld, kan de GKoo alsnog de klacht in behandeling nemen.
• De GKoo bevestigt in alle gevallen de ontvangst van de klacht aan jou en informeert je over de wijze van afdoening van de klacht, inclusief de planning en de termijnen. Ook informeert de GKoo binnen twee weken de algemeen directeur dienst over de ontvangst van de klacht.
• Als een (algemeen) directeur dienst de aangeklaagde is, zal de GKoo zich verstaan met de gemeentesecretaris.
7 ONDERZOEK NAAR DE KLACHT
• Als jouw klacht ontvankelijk is, stelt de GKoo een onderzoek in.
• Een klacht wordt behandeld door een onderzoekscommissie (hierna te noemen: commissie) samengesteld uit drie leden van de GKoo, te weten een voorzitter, een extern lid en een intern lid. Het heeft de voorkeur dat er ten minste één vrouw en ten minste één man deel uitmaakt van de onderzoekscommissie.
• De aangewezen leden brengen gezamenlijk één advies uit over de onderzochte klacht. Daarbij worden zij ondersteund door de ambtelijk secretaris.
• De commissie is bevoegd om alle informatie in te winnen, plaatsen te betreden en getuigen, andere betrokkenen en deskundigen schriftelijk of mondeling te raadplegen die de commissie voor de vorming van het advies nodig acht. Indien nodig zal de werkgever dit nader faciliteren.
• Medewerkers van de gemeente die door de commissie worden opgeroepen om als aangeklaagde, getuige, andere betrokkene of deskundige te worden gehoord, dienen hieraan gehoor te geven. De werkgever zorgt ervoor dat tijd en mogelijkheid worden geboden om te worden gehoord.
• De commissie kan de algemeen directeur dienst met redenen omkleed adviseren om tussentijdse maatregelen te nemen als dit in het belang is van het onderzoek of van de in het onderzoek betrokken personen. De algemeen directeur dienst besluit hierover.
• De commissie kan op verzoek van jou als klager en op door jou te motiveren gronden de behandeling van de klacht voor een periode van ten hoogste twee maanden opschorten.
8 HOREN
• Je krijgt als klager de gelegenheid te worden gehoord door de commissie. Dit geldt ook voor de aanklaagde.
• De commissie zendt tijdig voorafgaand aan de hoorzitting aan de aangeklaagde en voor zover nodig aan jou als klager, een afschrift van de klacht en van eventuele andere stukken die op de klacht betrekking hebben.
• De commissie hoort alle door hen daarvoor uitgenodigde personen in beginsel buiten elkaars aanwezigheid. De commissie kan bepalen dat bepaalde gesprekken niet door de volledige commissie worden gedaan.
• Je krijgt als klager xxxxxx in alle door de commissie vastgestelde verslagen van hoor- gesprekken en je kunt daarop reageren. Dit geldt ook voor de aangeklaagde. Andere door de commissie gehoorde personen krijgen alleen inzage in het verslag van het hoor-gesprek met henzelf en kunnen daarop reageren.
• Je kunt je op eigen kosten ter zitting laten bijstaan door een raadsman of –vrouw. Dit geldt ook voor de aangeklaagde en getuigen.
• De hoorzittingen van de commissie zijn niet openbaar.
• De ambtelijk secretaris draagt zorg voor een verslag van de hoorzittingen.
• Van het horen kan worden afgezien als de klacht kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
9 PERSOONSGEGEVENS
• De GKoo verzamelt en verwerkt uitsluitend persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het uitbrengen van een advies en gaat hier vertrouwelijk en zeer zorgvuldig mee om. Bij de verwerking van persoonsgegevens zorgt de GKoo voor beveiliging van de gegevens tegen verlies en onrechtmatige verwerking. Op de termijnen van bewaring en vernietiging is de Archiefwet van toepassing.
• De GKoo en ambtelijk secretaris mogen jouw persoonsgegevens niet delen met derden tenzij daar noodzaak voor is voor de behandeling van de klacht.
10 VERTROUWELIJKHEID
• Als bepaalde informatie uitsluitend bestemd is voor kennisneming door de commissie, dient dit aan de commissie te worden medegedeeld.
• Iedereen die is betrokken bij de behandeling van een klacht is geheimhouding verschuldigd over al hetgeen deze in de klachtenprocedure bekend is geworden.
11 ADVIES OVER DE KLACHT
• De GKoo brengt binnen zes weken na ontvangst van de klacht advies uit aan het hoofd Bureau Integriteit over de gegrondheid van de klacht, vergezeld van een rapport van bevindingen. Het rapport bevat een verslag van het horen. Een afschrift van het advies wordt aan jou als klager en aan de aangeklaagde gezonden.
• De GKoo kan met inachtneming van artikel 9:11 van de Algemene wet bestuursrecht de termijn verlengen.
• In het advies kan de GKoo aanbevelingen doen over door de werkgever te nemen maatregelen.
12 AFDOENING VAN DE KLACHT
• Het hoofd Bureau Integriteit voegt binnen twee weken een advies toe over de afdoening van de klacht met de eventueel te nemen maatregelen en stuurt dit samen met het advies van de commissie en het rapport van bevindingen van de GKoo naar de (algemeen) directeur dienst.
• Binnen twee weken na ontvangst van de twee adviezen neemt de (algemeen) directeur dienst een besluit en brengt jou als klager en de aangeklaagde daarvan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte, in combinatie met de conclusies die daaraan verbonden worden.
• Een afschrift van het besluit wordt gezonden naar de GKoo, het hoofd Bureau Integriteit en de centrale vertrouwenspersoon.
• Op basis van artikel 9:3 van de Algemene wet bestuursrecht is tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht geen beroep mogelijk.
13 VERANTWOORDING DOOR DE Gkoo
• De GKoo stelt jaarlijks een verslag op voor het college op grond waarvan verantwoording kan worden afgelegd in de Programmarekening.
• In het verslag meldt de GKoo geanonimiseerd en met inachtneming van de relevante wettelijke bepalingen:
a) het aantal klachten dat de GKoo heeft ontvangen
b) het aantal adviezen waarbij de klacht niet-ontvankelijk, gegrond, ongegrond, gedeeltelijk gegrond of gedeeltelijk ongegrond is verklaard
c) de aard van de klachten
d) statistische gegevens betreffende medewerker/leidinggevende, diensten waarin betrokkenen werkzaam zijn en geslacht van zowel klagers als aangeklaagden
e) de doorlooptijd van de adviezen
f) aanbevelingen en tendensen
g) aantallen van de besluiten die van het advies afwijken en de motivering daarbij.
• De GKoo stuurt een afschrift van het jaarverslag aan het hoofd Bureau Integriteit en de centrale vertrouwenspersoon.
14 LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE
Op de behandeling van een klacht door de landelijke klachtencommissie is de regeling van de desbetreffende commissie van toepassing.
15 TOEPASSINGSBEREIK
Dit blad geldt niet voor:
• politieke ambtsdragers; het Hpr is niet op hen van toepassing
• meldingen van (vermoedelijke) integriteitsschendingen, misstanden of onregelmatigheden; zie hiervoor het blad Integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid: melden.
DOELGROEP
Alle medewerkers
GRONDSLAG
Algemene Wet Bestuursrecht, Ambtenarenwet 2017, Arbeidsomstandighedenwet
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 1 januari 2023.
Blad Personeelsdossier
SAMENVATTING
We leggen persoonsgegevens digitaal vast in personeelsdossiers om te voldoen aan wettelijke verplichtingen en om een effectief en sociaal verantwoord personeelsbeleid te kunnen voeren.
INHOUD
1 BEGRIPPEN
a) AVG: Europese verordening 2016/679 (algemene verordening gegevensbescherming).
b) Persoonsgegevens: persoonsgegevens als bedoeld in de AVG.
c) Verwerking: verwerking als bedoeld in de AVG.
d) Werknemer: de werknemer op wie persoonsgegevens betrekking hebben.
e) Xxxxxxxxx: directeur Ontwikkeling en Operatie van de dienst Bedrijfsvoering.
f) Derde: derde als bedoeld in de AVG.
g) Ontvanger: ontvanger als bedoeld in de AVG.
h) Personeelsdossier: de eenheid waarin rechtmatig verkregen en opgestelde gegevens van een werknemer in digitale vorm zijn vastgelegd.
i) Verantwoordelijke: de bewerkingsverantwoordelijke als bedoeld in de AVG.
2 VERANTWOORDELIJKHEDEN
• De verantwoordelijke is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens.
• De beheerder:
a) is namens de verantwoordelijke belast met de organisatie, uitvoering, controle en beveiliging van de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig de wettelijke voorschriften
b) draagt zorg voor een juiste en nauwkeurige verwerking van de persoonsgegevens en draagt zorg voor technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking
c) is bevoegd te beslissen op een verzoek van de werknemer om persoonsgegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen als bedoeld in de wettelijke regels.
3 GEGEVENS
• Verwerking van persoonsgegevens in personeelsdossiers omvat uitsluitend gegevens die betrekking hebben op werknemers en voormalige werknemers, met inbegrip van (gewezen) levenspartner(s) en kinderen.
• Deze gegevens worden verkregen:
a) van de werknemer zelf
b) van de direct leidinggevende van de werknemer
c) van personen en instanties die aan de werknemer redelijkerwijs bekend kunnen zijn
d) vanuit de gemeentelijke automatiseringssystemen.
• In de personeelsdossiers kunnen gegevens worden verwerkt die zijn samengesteld uit of afgeleid van gegevens die zijn verkregen van bovengenoemde personen en instanties.
4 INZAGE
Als werknemer of voormalig werknemer heb je wettelijke rechten ten aanzien van persoonsgegevens in jouw personeelsdossier, met dien verstande dat:
a) je uitsluitend kennis kan nemen of om wijziging van persoonsgegevens kan vragen die op jouzelf betrekking hebben met inbegrip van persoonsgegevens van jouw (gewezen) levenspartner en kinderen
b) jouw levenspartner en kinderen alleen kennis kunnen krijgen van persoonsgegevens die op henzelf betrekking hebben
c) inzage in het personeelsdossier slechts plaatsvindt op afspraak, in aanwezigheid van de betrokken adviseur Arbeidsrelaties, waarbij gevraagd kan worden om legimitatie
d) afschriften van documenten in het personeelsdossier uitsluitend op verzoek worden verstrekt tijdens bovenbedoelde afspraak dan wel desgevraagd door middel van toezending per post naar het huisadres of het bij de gemeente geregistreerde e- mailadres van de verzoeker.
5 RAADPLEGING
• De volgende functionarissen zijn bevoegd om persoonsgegevens in personeelsdossiers te raadplegen:
a) verantwoordelijke
b) algemeen directeur Den Haag
c) beheerder
d) betrokken P&O-adviseur
e) leidinggevende, waaronder de algemeen directeur dienst, de directeur en de direct leidinggevende, voor zover het een werknemer betreft die onder diens verantwoordelijkheid valt
f) juristen van de dienst Bedrijfsvoering die zijn belast met advisering over personele aangelegenheden of met de behandeling van geschillenprocedures met betrekking tot personele aangelegenheden.
• De secretaris en leden van de Rekenkamer zijn bevoegd om persoonsgegevens in personeelsdossiers te raadplegen die betrekking hebben op ambtenaren die werkzaam zijn voor de Rekenkamer.
• Raadpleging vindt uitsluitend plaats als dit noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de functie.
• In het kader van klachtprocedures, zienswijzeprocedures, bezwaarschriftprocedures, gerechtelijke procedures en UWV-procedures kunnen reproducties van onderdelen van personeelsdossiers worden gemaakt met betrekking tot bij de procedures betrokken personen en instanties, binnen de in acht te nemen wettelijke kaders.
6 VERWERKING
De beheerder wijst functionarissen aan die bevoegd zijn tot het raadplegen, gebruiken of anderszins verwerken van persoonsgegevens in personeelsdossiers, voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de functie en beperkt tot de personeelsdossiers waarvoor dit noodzakelijk is.
7 VERSTREKKING
• Verstrekking van persoonsgegevens uit personeelsdossiers aan derden is slechts toegestaan voor zover dat voortvloeit uit het doel van de verwerking van
persoonsgegevens of uit een wettelijke plicht, en is beperkt tot de noodzakelijk te verstrekken gegevens.
• Tot personen en instellingen waaraan in ieder geval uit hoofde van een wettelijke verplichting persoonsgegevens worden verstrekt, behoren in ieder geval:
a) gemeentelijke accountantsdienst
b) Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
c) Stichting Pensioenfonds ABP
d) Belastingdienst
e) Nationale ombudsman
f) arbodienst.
• De directeur met de portefeuille Personeel en Organisatie kan de lijst van hierboven genoemde personen en instanties aanpassen.
• Verstrekking van persoonsgegevens uit personeelsdossiers aan derden, buiten de hierboven genoemde kaders, vereist voorafgaande schriftelijke toestemming van de werknemer die het betreft.
8 OVERDRACHT
• Als je gaat werken onder het gezag van een andere algemeen directeur dienst, passen we de op het personeelsdossier betrekking hebbende autorisaties uiterlijk op de dag van overgang aan.
• Als bij overdracht van een dienstonderdeel aan een andere onderneming of bij het aangaan van duurzame samenwerking met een andere onderneming, werknemers mee overgaan naar de andere onderneming, worden afspraken gemaakt met betrekking tot de overdracht van personeelsgegevens in personeelsdossiers aan de andere onderneming. In geval van gehele of gedeeltelijke overdracht worden de betrokken werknemers daarvan voorafgaand in kennis gesteld. Daarbij wordt hen de gelegenheid geboden om overeenkomstig de wettelijke voorschriften persoonsgegevens te laten verwijderen of bezwaar aan te tekenen. De over te dragen personeelsgegevens betreffen uitsluitend gegevens die nodig zijn in verband met de administratie van de dienstbetrekking en wettelijke plichten.
9 ARCHIVERING
• Nadat jouw dienstverband of jouw werkzaamheden ten behoeve van de gemeentelijke organisatie zijn beëindigd, wordt het personeelsdossier gearchiveerd met inachtneming van de daarvoor geldende archiefvoorschriften.
• Het gearchiveerde personeelsdossier wordt na afloop van de bewaartermijn tijdig verwijderd uit de geautomatiseerde systemen.
DOELGROEP
Alle werknemers, ongeacht cao
GRONDSLAG
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
MEDEZEGGENSCHAP / LOKAAL OVERLEG
√ COR
o Lokaal overleg
o Anders:
VASTSTELLING
Dit blad is onderdeel van het personeelsreglement van de gemeente Den Haag. Dit blad is laatstelijk (inhoudelijk) gewijzigd: 16 september 2022.