Hoofdstuk I - Algemene beschikkingen
CAOII1F
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 maart 1968 betreffende het statuut van de personeelsafvaardigingen 1
Hoofdstuk I - Algemene beschikkingen
Artikel I - Oprichting
Op eenvoudig verzoek van een syndicale organisatie of van het personeel wordt in iedere verzekeringsmaatschappij, die ten minste 10 werknemers tewerkstelt, door verkiezing een personeelsafvaardiging opgericht.
Met "maatschappij" wordt zowel de zetel als het bijhuis bedoeld. Wordt als één enkele maatschappij beschouwd de technische bedrijfseenheid, zelfs indien deze is samengesteld uit verschillende juridische eenheden, op voorwaarde evenwel dat het personeel zich in hetzelfde gebouw bevindt en onder dezelfde administratieve leiding staat.
Om de twee jaar wordt de afvaardiging vernieuwd. De verkiezingsdatum wordt vastgesteld in gemeen overleg tussen directie en afvaardiging.
Door aanplakking brengt de directie het personeel op de hoogte van de verkiezingsdatum.
Artikel 2 - Opdracht van de afvaardiging
De afvaardiging kan aan de directie van de onderneming alle gerechtvaardigd geachte collectieve en individuele suggesties, verzoeken en klachten, die door het personeel worden opgeworpen en die betrekking hebben op de algemene of bijzondere arbeidsvoorwaarden van de onderneming voorleggen.
De afvaardiging treedt op als bemiddelingsorgaan om conflicten tussen het ganse personeel, een gedeelte hiervan of zelfs één bepaald personeelslid en de directie te voorkomen. De procedure hiervan wordt omschreven in hoofdstuk III .
1 Deze CAO werd nooit neergelegd, noch algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk besluit.
CAO VAN DE VERZEKERINGSECTOR GECOORDINEERD EN GEACTUALISEERD DOOR ASSURALIA
HUIS DER VERZEKERING
De Meeûssquare, 29 BEROEPSVERENIGING VAN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN
X-0000 Xxxxxxx Wettelijke herkende Beroepsvereniging
Tel. x00 0 000 00 00 Fax x00 0 000 00 00
xxxx@xxxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxxx.xx
Artikel 3 - Samenstelling van de afvaardiging
De afvaardiging wordt als volgt samengesteld:
3 werkende en 3 plaatsvervangende afgevaardigden voor 10 tot 50 werknemers
4 werkende en 4 plaatsvervangende afgevaardigden voor 51 tot 150 werknemers
5 werkende en 5 plaatsvervangende afgevaardigden voor 151 tot 250 werknemers
6 werkende en 6 plaatsvervangende afgevaardigden voor 251 tot 400 werknemers
7 werkende en 7 plaatsvervangende afgevaardigden voor 401 tot 600 werknemers
8 werkende en 8 plaatsvervangende afgevaardigden voor 601 tot 800 werknemers
9 werkende en 9 plaatsvervangende afgevaardigden voor meer dan 800 werknemers 2
Om geldig te zijn samengesteld moet de afvaardiging minstens uit drie werkende afgevaardigden bestaan.
Bij voorkeur dienen de afgevaardigden zoveel mogelijk de juiste samenstelling van het gehele personeel te weerspiegelen, in die zin dat iedere categorie van werknemers, het personeel van de buitendienst inbegrepen, in de mate van het mogelijke in de afvaardiging zou vertegenwoordigd zijn en dat, daar waar zowel mannelijk als vrouwelijk personeel tewerkgesteld is, de afvaardiging één of meerdere vertegenwoordigers van het vrouwelijk personeel zou moeten omvatten.
De plaatsvervangende afgevaardigden mogen de vergaderingen van de afvaardiging bijwonen.
Artikel 4 - Duur van het mandaat
De duur van het mandaat van een afgevaardigde bedraagt twee jaar, ingaand op het ogenblik van de aanduiding door verkiezing. Het mandaat is hernieuwbaar.
Artikel 5 - Einde van het mandaat
Het mandaat van afgevaardigde eindigt :
a. op de normale einddatum, te weten bij afsluiten van de volgende verkiezingen, behoudens ontslagbrief tot de directie gericht ;
b. wanneer de afgevaardigde lid wordt van het directiepersoneel, zoals dit in de nationale paritaire overeenkomst omschreven is.
Artikel 6 - Uitoefening der mandaten
Wanneer een of meerdere werkende afgevaardigden afwezig zijn, worden zij vervangen door de plaatsvervangende afgevaardigden in de volgorde van de door hen behaalde stemmen.
De effectieve mandaten, die vrij komen, worden toevertrouwd aan plaatsvervangende afgevaardigden. Naargelang het werkend lid werd voorgedragen door een syndicale organisatie of door het personeel, zoals dit voorzien wordt in artikel 16, zal het vervangen worden door
2 Zie vanaf 1 januari 1973 het artikel 7,B van de collectieve overeenkomst met betrekking tot het statuut van de syndicale afvaardiging.
een plaatsvervangend lid, voorgedragen door diezelfde syndicale organisatie of door het personeel, dat het grootste aantal op hem uitgebrachte stemmen behaald heeft.
Wanneer het aantal effectieve afgevaardigden kleiner wordt dan 3, gaat men over tot een verkiezing om de vakante mandaten, zowel effectieve als plaatsvervangende, te bezetten. De procedure voor deze verkiezing wordt geopend binnen de maand na de dag, waarop de laatste vacature ontstond. De procedure verloopt volgens de hierna voorziene normen en termijnen. De afgevaardigden die op deze wijze gekozen zijn, voleindigen het mandaat van hen die zij vervangen.
Hoofdstuk II - Werking van de afvaardiging
Artikel 7
a. De directie stelt een lokaal ter beschikking van de afvaardiging met het oog op haar vergaderingen. De afvaardiging duidt in haar schoot een voorzitter en eventueel een ondervoorzitter en een secretaris aan.
b. Op ieder ogenblik kan de directie de afvaardiging samenroepen, hetzij rechtstreeks, hetzij via de voorzitter ervan.
c. Alvorens de afvaardiging een suggestie of een klacht voorlegt aan de directie, dient zij de gegrondheid ervan te onderzoeken. Zij zal niet optreden indien deze suggesties en klachten haar onvoldoende gerechtvaardigd schijnen.
d. Wanneer de afvaardiging een bepaald vraagstuk wenst te bespreken met de directie, formuleert zij hetzij mondeling, hetzij schriftelijk een aanvraag voor een onderhoud, dat de directie binnen de acht dagen zal toestaan,behoudens het geval geregeld door artikel 10. Bedoelde aanvraag wordt eventueel gestaafd met de documenten die er op betrekking hebben.
De directie kan, in voorkomend geval, vragen dat haar een geschreven nota wordt overhandigd waarin de te behandelen vragen nauwkeurig worden omschreven. In dit geval begint de termijn van 8 dagen te lopen van het ogenblik af dat de bedoelde nota wordt overhandigd.
e. In gemeen overleg tussen directie en afvaardiging worden van iedere vergadering notulen opgesteld. Deze vermelden enkel de genomen beslissingen en worden, zonder verder commentaar, door de directie in de lokalen van de onderneming aangeplakt als kennisgeving aan het personeel.
Hoofdstuk III - Organisatie van de verzoening bij eventuele conflicten
Artikel 8 - Algemene regel
De personeelsafvaardiging neemt contact op met de directie om, in de mate van het mogelijke, alle conflicten te vermijden die in verband met de arbeidsvoorwaarden in de onderneming zouden kunnen oprijzen of opgerezen zijn, tussen het ganse personeel of een gedeelte ervan enerzijds en, de onderneming anderzijds. Omgekeerd kan ook de directie het initiatief nemen voor contact met de personeelsafvaardiging.
Artikel 9 - Eerste aanleg
Wanneer het conflict geen dringende oplossing vergt, bezorgt de afvaardiging aan de directie een nota waarin zij haar argumentatie weergeeft, en omgekeerd verstrekt de directie binnen de 8 dagen na de ontvangst van deze nota haar antwoord aan de afvaardiging.
Binnen de 8 dagen hierop volgend vergaderen de personeelsafvaardiging en de directie om tot een overeenkomst te komen.
Artikel 10 - Spoedgevallen
Indien het conflict met de grootste spoed moet worden bijgelegd, vergaderen de personeelsafvaardiging en de directie binnen de 24 uur, op verzoek van de meest waakzame partij, zonder dat een voorafgaandelijke nota over het gestelde probleem noodzakelijk is.
Artikel 11 - Verhaal
Indien de personeelsafvaardiging en de directie geen overeenkomst bereiken, worden notulen opgesteld waarin de punten vermeld worden waarover geen akkoord werd bereikt.
Deze notulen worden hetzij door de B.V.V.O., hetzij door één van de syndicale organisaties, overgemaakt aan het Bestendig verzoeningscomité van het Paritair Comité.
Een syndicale organisatie die vertegenwoordigd is in het Nationaal Paritair Comité voor het Verzekeringswezen, kan, voor de verzoeningsprocedure op paritair vlak wordt ingeleid, op het vlak van de onderneming tot een overeenkomst trachten te komen met de directie.
Hoofdstuk IV - Verkiezingsreglement
Artikel 12 - Kiezerskorps
Mogen deelnemen aan de verkiezing van de personeelsafgevaardigden, de personeelsleden die op het ogenblik van de verkiezing aan de volgende voorwaarden voldoen :
− ten minste één jaar in de onderneming tewerkgesteld 3 zijn ;
− niet in vooropzeg zijn, tenzij wanneer die werd gegeven met het oog op de oppensioenstelling.
Het directiepersoneel, zoals het werd omschreven in de nationale paritaire overeenkomst, maakt geen deel uit van het kiezerskorps.
Artikel 13 - Voorwaarden van de verkiesbaarheid
Enkel degenen die op het ogenblik van de verkiezing aan volgende voorwaarden voldoen zijn verkiesbaar:
3 Onder tewerkgesteld personeel wordt verstaan: het personeelslid in dienst van de firma evenals dat waarvan het contract geschorst is, met uitzondering van de schorsing wegens het vervullen van de legerdienst.
− ten minste 18 jaar oud zijn ;
− ten minste één jaar in de onderneming tewerkgesteld 4 zijn. Zijn niet verkiesbaar :
− de werknemers, die in vooropzeg gesteld zijn, tenzij deze vooropzeg werd gegeven met het oog op de oppensioenstelling;
− de personen die behoren tot het directiepersoneel zoals dit omschreven wordt in de nationale paritaire overeenkomst.
Artikel 14 - Kiezerslijst
De kiezerslijst wordt door de directie opgesteld.
Deze lijst wordt afgesloten ten laatste 15 dagen voor de datum van de vernieuwing van de mandaten der afgevaardigden.
Binnen de 24 uur wordt de afgesloten lijst ter kennis gebracht van het personeel door aanplakking door de direktie, welke dezelfde dag de B.V.V.O. op de hoogte stelt van de aanplakking.
Binnen de 3 dagen na de aanplakking kan iedere kiezer bij de directie een klacht indienen over de samenstelling van de lijst.
Artikel 15 - Verkiezingsdatum
De verkiezingen grijpen plaats tussen de 30e en de 40e dag volgend op de in artikel 14 bedoelde aanplakking.
Artikel 16 - Kandidaatstellingen
Binnen de 15 dagen na de aanplakking van het bericht dat de verkiezingen aankondigt, worden de kandidaatstellingen schriftelijk voorgedragen aan de directie. De kandidaten dienen te vermelden of zij zich voorstellen als werkend of als plaatsvervangend lid.
Xxxxxxx schrijven dient geldig ondertekend te zijn, hetzij door minstens 5 kiesgerechtigde personeelsleden, hetzij door een syndicale organisatie die vertegenwoordigd is in het Nationaal Paritair Comité voor het Verzekeringswezen. Bij minder dan 50 kiesgerechtigde personeelsleden dient het aantal handtekeningen minstens 10 % van het personeel te vertegenwoordigen.
4 Onder tewerkgesteld personeel wordt verstaan het personeelslid in dienst van de onderneming evenals dat waarvan het contract geschorst is, met uitzondering van de schorsing wegens het vervullen van de legerdienst.
Artikel 17 - Kiesbureau
Het voorzitterschap van het kiesbureau wordt aangeboden aan de bediende met de grootste anciënniteit in de onderneming die aan de verkiezingen deelneemt. Indien hij deze functie niet aanvaardt, wordt zij overgedragen aan de volgende, in de volgorde van anciënniteit.
Op dezelfde manier worden drie bijzitters aangeduid : zij zijn, na de Voorzitter, de drie bedienden met de grootste anciënniteit.
Artikel 18 - Getuigen
Iedere kandidaat heeft het recht een getuige aan te duiden, zowel voor de verkiezing als voor de stemopneming. Ook een afgevaardigde van de direktie mag bij beide operaties als getuige optreden. De stembussen worden voor de stemming nagezien en verzegeld.
Artikel 19 - Stemming
De werkende en plaatsvervangende afgevaardigden worden verkozen bij geheime stemming op afzonderlijke lijsten, die in alfabetische orde zijn opgesteld.
Om zijn stem uit te brengen, brengt de kiezer een kruis aan naast de naam van de kandidaten die hij verkiest.
Iedere kiezer mag op de lijst van de werkende afgevaardigden zoveel stemmen uitbrengen als er effectieve mandaten te begeven zijn. Hij doet hetzelfde om de plaatsvervangers aan te duiden.
Alle kiesgerechtigde werknemers worden door de werkgever uitgenodigd om deel te nemen aan de verkiezingen.
Wanneer de kiezer zich aanbiedt, duidt een lid van het bureau zijn naam aan op een kopie van de kiezerslijst.
Aan elke kiezer worden twee in vier geplooide kiesbrieven, die aan de buitenzijde door de voorzitter geparafeerd werden, overhandigd. Deze stembrieven, waarvan de ene de melding "werkende afgevaardigden" en de andere de melding "plaatsvervangende afgevaardigden" draagt, zullen van verschillende kleur zijn. Onmiddellijk begeeft de kiezer zich naar een stemhok, waar hij zijn stem uitbrengt. Dan steekt hij zijn stembrieven in de stembus.
Zelfs indien hij een blanco stembrief wenst af te geven dient de kiezer het stemhok te betreden.
Artikel 20 - Stemming per briefwisseling
a) Wanneer meer dan 5 dagen voor de verkiezingen vastgesteld wordt dat een kiesgerechtigde op de verkiezingsdatum met vakantie zal zijn, in ziekteverlof of op zending ( behalve naar het buitenland) worden hem twee in vier geplooide stembrieven, op de buitenzijde geparafeerd door de voorzitter, toegestuurd.
Twee omslagen worden daarbij gevoegd waarvan de ene geen enkele melding draagt terwijl de tweede gericht is aan de voorzitter van het kiesbureau : die tweede omslag moet de melding
"persoonlijk verkiezing van de personeelsafvaardiging" dragen, opdat hij niet zou geopend worden door de dienst van de inkomende stukken, hij vermeldt tevens de naam van de kiezer, zodat zijn naam kan geturfd worden op de kiezerslijst.
b) De kiezer sluit zijn twee kiesbrieven in de eerste omslag en schuift deze in de tweede.
c) Op de verkiezingsdatum en in bijzijn van de leden van het bureau en de getuigen, opent de voorzitter de buitenste omslagen, en steekt de binnenste, die geen enkel merkteken of onderscheidingsteken mogen dragen en allen juist dezelfde moeten zijn, in de stembus. Zij worden slechts geopend bij de stemopneming.
d) De kiesgerechtigde, die op de dag van de verkiezingen afwezig is om eender welke reden die vijf dagen voordien niet te voorzien was, of wegens zending naar het buitenland, neemt geen deel aan de verkiezingen.
Artikel 21 - Onderbreking van de verrichtingen
Indien de kiesverrichtingen in meerdere zittingen plaatsgrijpen, sluit en verzegelt de voorzitter de gleuf van de stembus bij iedere onderbreking.
Wanneer de stemopneming niet onmiddellijk volgt op het einde van de kiesverrichtingen, wordt dezelfde maatregel toegepast.
Artikel 22 - Einde van de stemming
Wanneer de stemming beëindigd is, stelt het bureau het aantal kiezers, dat aan de verrichtingen heeft deelgenomen, vast. Dit cijfer wordt vermeld in het verslag.
Artikel 23 - Stemopneming
In het bijzijn van de getuigen opent de voorzitter van het bureau de stembussen. De leden van het bureau tellen de stembrieven, en controleren of het aantal ervan overeenstemt met het aantal kiezers die aan de kiesverrichtingen hebben deelgenomen. Ook dit wordt opgenomen in het verslag.
Vervolgens worden de stembrieven geopend en geklasseerd in twee groepen (werkende en plaatsvervangende afgevaardigden), waarbij de ongeldige door het bureau terzijde worden gelegd.
Is ongeldig :
a) De stembrief die, buiten de kruisjes naast de naam van de aangeduide kandidaten, enig ander teken of aanduiding draagt of die niet in vier herplooid zou zijn. Hetzelfde geldt voor de per post verzonden stembrief, waarvan de omslag niet voldoet aan de voorwaarden, beschreven in artikel 20 hierboven;
b) De kiesbrief die niet geparafeerd werd door de voorzitter;
c) De kiesbrief waarop meer stemmen zijn uitgebracht dan er effectieve of plaatsvervangende mandaten te begeven zijn;
d) De kiesbrief waarop geen enkele stem werd uitgebracht.
Het bureau stelt het aantal geldige en ongeldige stembrieven vast. Deze cijfers worden in het verslag vermeld.
Het bureau neemt dan de voor de effectieve en plaatsvervangende kandidaten geldig uitgebrachte stemmen op.
Het klasseert de kandidaten volgens het aantal behaalde stemmen. In deze orde duidt het opeenvolgend de werkende en plaatsvervangende afgevaardigden aan. Indien voor het begeven van het laatste mandaat een staking van stemmen wordt vastgesteld, geldt voor de aanduiding de anciënniteit in de firma.
Bij het einde van de zitting wordt het verslag opgesteld, dat ondertekend wordt door alle leden van het bureau en door de getuigen.
Dit verslag wordt door de voorzitter ter kennis gebracht van het personeel en van de syndicale organisaties die kandidaten hebben voorgedragen.