SOCIAAL PLAN SNS REAAL
Sociaal Plan
1 AUGUSTUS 2014 T/M 31 DECEMBER 201G
SOCIAAL PLAN SNS REAAL
1 AUGUSTUS 2014 T/M 31 DECEMBER 201G
Utrecht, november 2014 De ondergetekenden:
SNS REAAL N.V., gevestigd te Utrecht SNS Bank N.V., gevestigd te Utrecht Reaal N.V., gevestigd te Utrecht
tezamen partij ter ene zijde, en
FNV, gevestigd te Amsterdam;
De Unie, gevestigd te Culemborg;
CNV Dienstenbond, gevestigd te Hoofddorp;
tezamen: partij ter andere zijde,
verklaren het navolgende Sociaal Plan te zijn overeengekomen
INHOUDSOPGAVE
2.2 Informatie en overleg met vakbonden 7
3.1 Vaststellen Herplaatsers 14
3.3.2 Aanmelding bij XxxxXxxxXxxxx 00
3.3.3 Vrijstelling van werkzaamheden 15
3.3.6 Voorrangspositie Herplaatsers 16
3.4.1 Aanvang en duur Herplaatsingstermijn 17
3.4.2.2 Vrijstelling van werkzaamheden 18
3.4.2.3 Opschorting Herplaatsingstermijn bij Tijdelijke intern Passende Functie 18
3.4.2.4 Opschorting/verlenging van de Herplaatsingstermijn (overige redenen) 18
3.4.2.6 Arbeidsvoorwaarden tijdens Herplaatsingstermijn v
4.2 Uitsluiting van verdere begeleiding 21
4.3.1 Houding ten aanzien van interne herplaatsing 21
4.3.2 Aanmelding bij interne vacaturebank 22
4.3.4 Voorrang bij geschiktheid 22
4.3.6 Weigering interne Passende functie 23
4.3.7 Arbeidsvoorwaarden bij interne Passende functie 23
4.3.7.3 Reiskosten woon- werkverkeer 24
4.3.7.4 Reistijdcompensatie 24
4.3.7.5 Verhuiskostenregeling 24
4.4 Externe Passende functie 26
4.4.1 Houding ten aanzien van externe plaatsing 26
4.4.3 Financiële regeling, in geval van externe Passende functie 27
4.4.3.2 Inkomenssuppletieregeling 27
4.4.3.3 Personeelscondities 28
4.5 Garantie Herplaatsingstermijn v
5 Einde arbeidsovereenkomst 30
5.1 Evaluatie: inspanningen Werkgever en Werknemer voldoende 30
5.2 Evaluatie: inspanningen Werkgever en/of Werknemer onvoldoende 31
5.3 Uitbetaling van de beëindigingsvergoeding 31
INLEIDING
6 Herplaatsers van 58 jaar en ouder 32
6.2.1 Aanvullende definitie 33
6.2.2 Inspanningsverplichting werkgever 33
6.2.3 Verplichtingen Werknemer 33
6.2.4 Inkomen uit Regeling Oudere werknemers 34
6.2.5 Voortzetting pensioenopbouw 34
6.2.6 Overige arbeidsvoorwaarden 35
6.2.7 Hardheidsclausule inzake pensioen 35
6.2.8 Evaluatie Regeling Pluspool 35
7.2 Arbeidsvoorwaarden bij standplaatswijziging 36
7.2.1 Reiskosten woon-werkverkeer 36
7.2.3 Verhuiskostenregeling 37
8.4 Wet melding collectief ontslag (WMCO) 41
v Reglement Toetsingscommissie Sociaal Plan 42
v.1 Definities en reikwijdte 42
v.2 Samenstelling van de Toetsingscommissie 42
v.3 Ontvankelijkheid van het bezwaar 43
v.5 Het advies van de Toetsingscommissie 44
1 INLEIDING
De ontwikkelingen in de financiële dienstverlening en op de arbeidsmarkt volgen elkaar steeds sneller op. Het gevolg daarvan is dat de organisatie van Werkgever constant in beweging is en (de aan) Functies (gekoppelde eisen) binnen die organisatie veranderen. Om de continuïteit van Werkgever te waarborgen, heeft Werkgever goed opgeleide en gemotiveerde Werknemers nodig, die ook op langere termijn inzetbaar zijn. Het is daarom noodzakelijk dat werknemers zich blijven(d) ontwikkelen. In dat kader ligt de nadruk steeds meer op een gedeelde verantwoor- delijkheid van Werkgever en Werknemer, waarbij Werkgever een voorwaardenscheppend beleid voert (onder andere het aanbieden van een breed aanbod van opleidings- en ontwikkelactivi- teiten) en Werknemer vooral verantwoordelijk is voor zijn loopbaan en voor zijn inzetbaarheid, binnen of buiten de organisatie.
Werkgever informeert Werknemers in een zo vroeg mogelijk stadium omtrent toekomstige ont- wikkelingen die gevolgen (kunnen) hebben voor hun inzetbaarheid.
De ambitieuze strategische doelstellingen van Werkgever zullen met enige regelmaat leiden tot organisatiewijzigingen, waarbij het kan voorkomen dat arbeidsplaatsen/functies komen te vervallen, functies inhoudelijk (ingrijpend) wijzigen of dat werkzaamheden naar een andere locatie worden verplaatst.
Werkgever heeft met de Vakbonden gesproken over de mogelijkheden die haar in geval van reorganisaties en standplaatswijzigingen ter beschikking staan, teneinde haar verantwoorde- lijkheid tot het inzetbaar houden van Werknemer – intern of extern – vorm en inhoud te geven. In dat kader is uiteraard ook gesproken over de maatregelen die genomen kunnen worden ter voorkoming en vermindering van eventuele nadelige gevolgen voor Werknemers.
Het resultaat van deze gesprekken is vastgelegd in dit Sociaal Plan. Het uitgangspunt van het Sociaal Plan is: “Van Werk naar Werk”: De inspanningen richten zich zoveel mogelijk op het faciliteren van Werknemers om binnen de organisatie van Werkgever of daarbuiten werk te vinden. Om dit te realiseren biedt Werkgever professionele ondersteuning bij het zoeken naar en vinden van passend werk, waarbij van Werknemer een actieve inzet wordt verwacht.
Het Sociaal Plan zal toegankelijk en te raadplegen zijn op het intranet van Werkgever (P&O-site).
2 LOOPTIJD EN WERKINGSSFEER
2.1 LOOPTIJD
Het Sociaal Plan treedt in werking op 1 augustus 2014 en is van kracht tot en met 31 december 2016. Uiterlijk zes maanden vóór 1 januari 2017 zullen partijen aan elkaar kenbaar maken of zij een nieuw Sociaal Plan of verlenging van dit Sociaal Plan wensen overeen te komen.
2.2 INFORMATIE EN OVERLEG MET VAKBONDEN
1. Periodiek zal tussen Werkgever en Vakbonden overleg plaatsvinden over de uitvoering van het Sociaal Plan.
Indien Werkgever advies vraagt aan de (C)OR op grond van artikel 25 WOR zullen Vakbonden
worden geïnformeerd.
Vakbonden kunnen Werkgever om informatie verzoeken, indien zij dit op grond van gesigna- leerde uitvoeringsproblemen nodig achten.
Voor alle aangelegenheden dit Sociaal Plan betreffende, zal de directeur P&O SNS REAAL optreden als gesprekspartner.
2. In geval van ingrijpende veranderingen die hun weerslag hebben op de uitvoering van dit Sociaal Plan, daaronder begrepen wijzigingen in wet- en regelgeving, zullen partijen met elkaar in overleg treden, om te bezien of (tijdelijke) aanpassing van het Sociaal Plan nodig is.
3. Indien naar de mening van een van de partijen het Sociaal Plan onvoldoende voorziet in de personele gevolgen van een specifieke organisatiewijziging, zullen partijen nader overleg- gen om te bezien, of aanvullende maatregelen kunnen worden getroffen.
2.3 WERKINGSSFEER
1. Het Sociaal Plan is van toepassing op Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbe- paalde tijd met Werkgever.
Het plan is eveneens van toepassing op Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met Werkgever, indien zij voor het einde van hun arbeidsovereenkomst ingrij- pende gevolgen ondervinden van een Reorganisatie. Voorwaarde daarbij is, dat de in het Sociaal Plan vermelde regelingen en faciliteiten zowel financieel als praktisch in een redelijke verhouding staan tot de resterende duur van de arbeidsovereenkomst. Deze voorwaarde geldt niet voor de bepalingen inzake reiskosten woon-werkverkeer en reistijdcompensatie (zie artikelen 4.3.7 en 7.2).
Voor Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigen de Herplaatsings termijn en eventuele toepassing van rechten voortvloeiend uit dit Sociaal Plan in elk geval op de dag dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt.
2. Dit Sociaal Plan zal worden aangemeld als cao en geldt voor alle Reorganisaties waarvan de datum van de onderliggende adviesaanvraag c.q. de beslissing van de directeur P&O als
hieronder bedoeld in artikel 2.4 lid 2, valt binnen de looptijd van dit Sociaal Plan. Er is geen sprake van nawerking van dit Sociaal Plan.
2.4 TOEPASSELIJKHEID
1. Indien het ingrijpend wijzigen/vervallen van de Functie of de standplaatswijziging het gevolg is van een ingevolge de WOR adviesplichtig besluit, is de datum van indiening van de advies- aanvraag bij de (C)OR, bepalend voor de toepasselijkheid van het Sociaal Plan.
2. Een niet adviesplichtige beleidsbeslissing, die echter wel leidt tot het ingrijpend wijzigen/ vervallen van Functies of een standplaatswijziging van Werknemers, wordt altijd voorgelegd aan de directeur P&O van de Werkgever. Deze toetst of de uit de beleidsbeslissing voort- vloeiende personele gevolgen daadwerkelijk onvermijdelijk zijn en of bij het bepalen van die gevolgen het Afspiegelingsbeginsel op een juiste wijze is toegepast. Als dat het geval is, wordt de betreffende niet adviesplichtige beleidsbeslissing op één lijn gesteld met een adviesplichtige beleidsbeslissing en zal het Sociaal Plan van overeenkomstige toepassing worden verklaard. De directeur P&O stelt de (C)OR op de hoogte van zijn beslissing.
2.5 DEFINITIES
Daar waar in het Sociaal Plan ‘Werknemer’ en ‘hij’ staat geschreven moet tevens worden gelezen ‘werkneemster’ en ‘zij’.
Accountmanager LoopBaanPlaza:
de medewerker van LoopBaanPlaza die de hiërarchisch leidinggevende is van Herplaatser (vanaf de ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn) en van Werknemer die deelneemt in de Regeling Pluspool.
Adviseur LoopBaanPlaza:
de medewerker van LoopBaanPlaza die verantwoordelijk is voor de een op een begeleiding van Herplaatser en in die hoedanigheid alle op herplaatsing gerichte activiteiten coördineert.
Afspiegelingsbeginsel:
de methode om bij vermindering van arbeidsplaatsen de ontslagvolgorde te bepalen per categorie Uitwisselbare functies binnen het Reorganisatiegebied, op basis van Leeftijdscatego rieën. De verdeling van de ontslagen moet zo plaats vinden, dat de leeftijdsopbouw binnen de categorie Uitwisselbare functies vóór en na de vermindering van het aantal arbeidsplaatsen zoveel mogelijk gelijk is. Vervolgens wordt per leeftijdscategorie Werknemer met het kortste dienstverband ontslagen.
De uitgangspunten met betrekking tot het Afspiegelingsbeginsel, zoals neergelegd in het Ont- slagbesluit1 van 7 december 1998 (laatstelijk gewijzigd per 1 april 2014) en verder uitgewerkt in de Beleidsregels Ontslagtaak UWV, zullen worden gevolgd.
Bedrijfsvestiging:
elk bij Werkgever als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband, zoals nader toegelicht in de Beleidsregels Ontslagtaak UWV. Hoofdcriteria voor de vaststelling van de Bedrijfs vestiging zijn de bedrijfsorganisatorische eenheid en de locatie van de Bedrijfsvestiging.
Voor zover het een Bedrijfsvestiging betreft waarin meerdere bedrijfsonderdelen zijn gehuisvest, vindt de vaststelling plaats per bedrijfsonderdeel.
In de adviesaanvraag zal worden aangegeven, wat in het kader van de betreffende Reorganisatie
als Bedrijfsvestiging wordt beschouwd.
Bemiddelingsbureau:
het door Werkgever ingeschakelde externe bureau dat waar nodig wordt ingezet ter aanvulling op de begeleiding van Herplaatser bij het zoeken naar ander werk. Het bureau moet CEDEO- gecertificeerd zijn
Functie:
het geheel van taken en verantwoordelijkheden (resultaatgebieden en kernactiviteiten) én het generieke rolprofiel uit een functiefamilie zoals vermeld in het functieprofiel op intranet, inclusief eventuele relevante schriftelijke aanvullingen.
Herloceerder:
een Werknemer van wie de Standplaats wordt gewijzigd.
Herloceerder:
■ een Werknemer van wie de Functie komt te vervallen, of van wie de Functie ingrijpend wijzigt en die naar verwachting niet binnen twaalf maanden geschikt is te maken voor de Ingrijpend gewijzigde functie;
■ Een Herloceerder van wie de Reistijd door de standplaatswijziging is toegenomen en tevens langer is dan drie uur per dag retour en die geen gebruik maakt van de mogelijkheid om af te zien van de status van Herplaatser.
Herplaatsingsdossier:
het dossier waarin alle schriftelijke stukken en aantekeningen die betrekking hebben op het herplaatsingstraject worden vastgelegd, zoals – maar niet uitsluitend – het Plan van aanpak, evaluatieverslagen en voortgangsafspraken.
Herplaatsingstermijn:
de termijn van negen maanden, waarin Werknemer door de Adviseur LoopBaanPlaza wordt begeleid bij het zoeken naar een Passende functie.
De beoogde ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn is opgenomen in de betreffende advies- aanvraag c.q. in de beslissing van de directeur P&O waarin het Sociaal Plan van overeenkom- stige toepassing wordt verklaard op de niet-adviesplichtige beleidsbeslissing tot organisatie of -standplaatswijziging. De definitieve ingangsdatum zal schriftelijk aan Herplaatser worden bevestigd.
Ingrijpend gewijzigde functie:
een als gevolg van een Reorganisatie zodanige wijziging van de inhoud van de Functie van Werk nemer, dat handhaving van Werknemer in die Functie tot onaanvaardbare concessies aan de kwalitatieve en/of kwantitatieve voortgang van de werkzaamheden zou leiden.
Jaarinkomen:
het Jaarsalaris vermeerderd met vakantietoeslag en dertiende maand. Deze vermeerdering geldt niet voor het eventueel in het Jaarsalaris begrepen gedeelte van de variabele beloning als bedoeld in de definitie van Maandsalaris.
Jaarsalaris:
twaalf maal het Maandsalaris.
Leeftijdscategorie(ën):
de categorieën die worden aangehouden in het Ontslagbesluit2 van 7 december 1998 (laatstelijk gewijzigd per 1 april 2014), te weten:
■ van 15 tot 25 jaar
■ van 25 tot 35 jaar
■ van 35 tot 45 jaar
■ van 45 tot 55 jaar
■ van 55 jaar en ouder
Loopbaanadviseur:
een externe deskundige die specialistische ondersteuning biedt aan Herplaatser en Adviseur LoopBaanPlaza.
LoopBaanPlaza:
de afdeling door welke Herplaatser vanaf de ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn hiërar- chisch wordt aangestuurd. De afdeling is verantwoordelijk voor de begeleiding van Herplaat ser en coördineert in die hoedanigheid alle op herplaatsing gerichte activiteiten, waaronder begrepen het registreren van alle vacatures.
Maandinkomen:
het Maandsalaris vermeerderd met vakantietoeslag en dertiende maand. Deze vermeerdering geldt niet voor het eventueel in het Maandsalaris begrepen gedeelte van de variabele beloning.
Maandsalaris:
het aan Werknemer laatstelijk uitgekeerde bruto maandbedrag, als honorering voor de uitoe- fening van zijn Functie, exclusief vakantietoeslag en dertiende maand. Indien een Functie valt onder een variabele beloningsregeling als bedoeld in artikel 10 § 5 van de CAO SNS REAAL, zal tevens 1/12e gedeelte van de gemiddelde variabele beloning over de laatste drie kalenderjaren als Maandsalaris worden beschouwd.
Passende functie:
een Functie op een gelijksoortige contractbasis, waarvoor gelijksoortige competenties, vaar- digheden, ervaring en opleiding worden vereist als voor de Vervallen/Ingrijpend gewijzigde functie. Voor een intern Passende functie gelden verder nog de volgende criteria:
■ de Reistijd naar de nieuwe Standplaats bedraagt niet meer dan drie uur retour per dag;
■ de Functie moet zijn ingedeeld op een gelijk functieniveau dan wel één functieniveau lager of hoger dan de vervallen/Ingrijpend gewijzigde functie;
■ het verschil tussen het Maandsalaris en het maximum van de functieschaal behorend bij de
Passende functie op het lagere functieniveau is maximaal 15%;
■ het verschil in arbeidsduur tussen Passende functie en vervallen/Ingrijpend gewijzigde functie is niet meer dan 10% van de huidige arbeidsduur, tenzij dit voor Werknemer op onoverko- melijke bezwaren stuit;
■ de aansluiting op de Passende functie moet zodanig zijn, dat van Werknemer verwacht mag worden dat hij binnen twaalf maanden aan de voor de Functie gestelde eisen voldoet;
■ als er sprake is van een tijdelijke Passende functie kan (het nog resterende deel van) de Her plaatsingstermijn onder voorwaarden worden opgeschort (zie artikel 3.4.2.3).
■ een Passende functie bij een andere Werkgever wordt aangemerkt als een intern Passende functie indien beide Werkgevers tot de groep van ondernemingen van SNS REAAL behoren en voor hen dezelfde CAO en Personeelsgids gelden.
Voor de Werknemer wiens Functie valt onder een variabele beloningsregeling als bedoeld in artikel 10 § 6 van de CAO SNS REAAL, geldt in aanvulling op c.q. afwijking van de hiervoor gegeven definitie het volgende:
■ voor de vaststelling of een Functie passend is, is uitsluitend het vaste Maandsalaris bepalend en niet het hierbij opgetelde gedeelte van de variabele beloning;
■ het is de Werknemer toegestaan om een Passende functie te weigeren indien voor de functie geen of geen gelijkwaardige variabele beloningsregeling geldt;
■ indien de Werknemer vrijwillig een interne Passende functie aanvaardt waarvoor geen varia- bele beloningsregeling geldt, geldt voor het in het Maandsalaris begrepen gedeelte van de variabele beloning het gestelde in artikel 4.3.7.1.
Plaatsbaarheidsmeting:
het door LoopBaanPlaza uitgevoerde onderzoek naar de plaatsingsmogelijkheden van Herplaatser, op basis van competenties en voorkeuren van Herplaatser enerzijds en van arbeidsmarkt(mogelijkheden) anderzijds.
Plan van aanpak:
het individuele plan dat wordt vastgesteld in gezamenlijk overleg tussen Herplaatser en Adviseur LoopBaanPlaza, zoals bedoeld in artikel 3.3.5.
Reistijd:
de tijd die nodig is om van het woonadres naar de Standplaats vice versa te reizen (woon- werkverkeer), berekend met behulp van de OV-planner van 0000.xx, op basis van:
■ postcodes en
■ de kortste reistijd bij aankomst tussen 8 en 9 uur en de kortste reistijd bij vertrek tussen 17 en 18 uur.
Indien Werknemer ten aanzien van bovenstaande structureel en in overwegende mate afwij- kende aankomst- en vertrektijden zal hebben, kan hij in overleg met zijn leidinggevende afspreken, dat de reistijd wordt vastgesteld op basis van die afwijkende tijden, naar analogie van de standaardberekening.
Reorganisatie:
een verandering in de organisatie van Werkgever die leidt tot het vervallen of ingrijpend wijzigen van functies en/of het verplaatsen van werkzaamheden, welke verandering:
■ op grond van de Wet op de Ondernemingsraden (“WOR”) adviesplichtig is, dan wel
■ waarbij de directeur P&O beslist, dat deze verandering in de organisatie op één lijn wordt gesteld met een adviesplichtige beleidsbeslissing, in die zin, dat dit Sociaal Plan van over- eenkomstige toepassing wordt verklaard.
Reorganisatiegebied:
het te reorganiseren onderdeel van de Bedrijfsvestiging
Standplaats:
de plaats waar of het rayon waarbinnen Werknemer gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht
Uitwisselbare functies:
Functies binnen de Bedrijfsvestiging die naar aard, inhoud, omstandigheden, functieniveau, vereiste kennis, vaardigheden en competenties en beloning zowel wederkerig, vergelijkbaar en gelijkwaardig zijn, zoals nader uitgewerkt in de Beleidsregels Ontslagtaak UWV.
Vakbonden:
CNV Dienstenbond, De Unie en FNV.
Vervallen functie:
een Functie die ophoudt te bestaan, dan wel een Functie waarvan het aantal formatieplaatsen wordt verminderd.
Voorfase:
de periode tussen de datum waarop de status van Herplaatser schriftelijk is bevestigd en de ingangs- datum van de Herplaatsingstermijn. In deze fase maakt Herplaatser kennis met zijn Adviseur LoopBaan Plaza en wordt het Plan van aanpak gemaakt. Daarnaast kan Herplaatser al gebruik maken van (een gedeelte van) de dienstverlening van LoopBaanPlaza. De voorfase duurt ten minste een maand.
Werkgever:
■ SNS REAAL N.V. of
■ SNS Bank N.V. of
■ Reaal N.V.
met dien verstande dat voor een individuele Werknemer alleen die partij als Werkgever wordt aangemerkt waar Xxxxxxxxx in dienst is op het moment dat hij rechten ontleent aan de regelingen als vervat in dit Sociaal Plan.
Werknemer:
een natuurlijke persoon met een arbeidsovereenkomst met Werkgever.
3.1 VASTSTELLEN HERPLAATSERS
Vervallen functie
Indien er door een Reorganisatie Functies vervallen of minder formatieplaatsen per Functie overblij- ven, waardoor er minder Werknemers nodig zijn dan voor de Reorganisatie, zullen de Herplaatsers worden vastgesteld. Dit gebeurt op basis van het Afspiegelingsbeginsel.
Ingrijpende wijziging functie
Indien er sprake is van een Ingrijpend gewijzigde functie zal door de leidinggevende in overleg met de P&O-adviseur worden bezien, of Werknemer direct geschikt is voor de gewijzigde Functie.
Indien Werknemer niet direct geschikt is voor de Ingrijpend gewijzigde functie, zal door de leiding- gevende in overleg met de P&O-adviseur worden bezien of hij binnen twaalf maanden geschikt kan worden voor de gewijzigde Functie. Indien dit het geval lijkt te zijn, zullen er aanvullende afspraken gemaakt worden over te volgen opleidingen en/of stages en de daaraan gekoppelde termijnen. Werknemer wordt tijdelijk benoemd in de nieuwe Functie en de afspraken worden vastgelegd in een Persoonlijk Activiteiten Plan (hierna: “PAP”). Gedurende de PAP-periode vindt elke drie maanden een evaluatie plaats.
Indien Werknemer de in de PAP neergelegde doelstellingen niet haalt en hem daarvan geen verwijt kan worden gemaakt, wordt Werknemer alsnog aangemerkt als Herplaatser. Dit kan aan het einde van de PAP-periode of tijdens een tussentijdse evaluatie worden vastgesteld. De in het Sociaal Plan met betrekking tot Herplaatsers neergelegde regels zijn dan onverkort van toepassing.
Blijkt uit het overleg tussen leidinggevende en P&O-adviseur dat Werknemer niet binnen twaalf maanden geschikt kan worden voor de Ingrijpend gewijzigde functie, dan krijgt hij direct de status van Herplaatser.
Bevestiging status Herplaatser
Indien hij op grond van het bepaalde in artikel 3.3.6 niet direct in een Passende functie wordt benoemd of niet zijn Ingrijpend gewijzigde Functie blijft vervullen, ontvangt Herplaatser een brief, waarin met redenen omkleed wordt bevestigd dat hij de status van Herplaatser heeft gekregen. Door middel van deze bevestigingsbrief wordt hij op de hoogte gesteld van de ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn en van de verdere gang van zaken tijdens die termijn (zie ook artikel 3.3.2).
Bevestiging status niet-Herplaatser
De Werknemer die werkzaam is binnen het Reorganisatiegebied van de Reorganisatie en die niet de status van Herplaatser heeft gekregen, ontvangt hiervan een schriftelijke bevestiging. Hij kan vervolgens binnen de in artikel 3.3.9 genoemde termijn schriftelijk aangeven dat hij op basis van vrijwilligheid het dienstverband wil beëindigen.
In de begeleiding van “van werk naar werk” worden twee fasen onderscheiden:
a. Fase 1: Voorfase;
b. Fase 2: Herplaatsingstermijn (negen maanden).
3.3 FASE 1: VOORFASE
3.3.1 SAMENVATTING
Gedurende de Voorfase worden Herplaatsers aangemeld bij LoopBaanPlaza. Tevens wordt voor Herplaatsers een aantal activiteiten gefaciliteerd, zoals het opstellen van een Plan van aanpak, het beschikbaar stellen van een opleidingsbudget en de uitvoering van een Plaatsbaarheidsmeting. Gedurende de Voorfase hebben Herplaatsers voorrang bij de vervulling van vacatures.
De voorfase begint op het moment dat de status van Herplaatser schriftelijk is bevestigd en eindigt op de in de bevestigingsbrief genoemde ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn, maar duurt ten minste een maand.
3.3.2 AANMELDING BIJ LOOPBAANPLAZA
De P&O-adviseur van Herplaatser meldt hem schriftelijk of digitaal aan bij LoopBaanPlaza. LoopBaanPlaza wijst Herplaatser vervolgens toe aan een Adviseur en Accountmanager LoopbaanPlaza. Herplaatser ontvangt per e-mail een bevestiging van de aanmelding en de aan hem toegewezen adviseur, alsmede een opgave van de datum van het intakegesprek.
Herplaatser levert op verzoek van LoopBaanPlaza zijn basisgegevens aan die nodig zijn voor het matchingsproces. Na ontvangst van deze gegevens, neemt de Adviseur LoopBaanPlaza contact op met Herplaatser om de gegevens door te nemen en waar nodig aan te vullen.
LoopBaanPlaza draagt zorg voor de opening van het Herplaatsingsdossier.
3.3.3 VRIJSTELLING VAN WERKZAAMHEDEN
Uitgangspunt is, dat Herplaatser per de ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn is vrijgesteld van werkzaamheden die hij verrichte voordat hij Herplaatser is geworden. Zie verder artikel 3.4.2.2.
3.3.4 INTAKEGESPREK
Herplaatser ontvangt nadat hij een schriftelijke bevestiging van de status van Herplaatser heeft gekregen per e-mail een uitnodiging voor een intakegesprek met de aan hem gekoppelde Accountmanager en Adviseur LoopBaanPlaza. Het intakegesprek vindt in principe plaats binnen twee weken na ontvangst van de bevestigingsbrief inzake de status van Herplaatser. Na dit gesprek wordt - aan de hand van analyses van de competenties en voorkeuren van Herplaatser enerzijds en van de arbeidsmarkt(mogelijkheden) anderzijds een onderzoek naar de plaat- singsmogelijkheden van Herplaatser uitgevoerd. Dit wordt een Plaatsbaarheidsmeting genoemd.
3.3.5 PLAN VAN XXXXXX
In gezamenlijk overleg tussen Herplaatser en diens Adviseur LoopBaanPlaza zal, mede aan de hand van de Plaatsbaarheidsmeting, worden geïnventariseerd welke acties ondernomen zullen
worden om tot een succesvolle herplaatsing te komen (bijvoorbeeld het volgen van een stage of opleiding), met welke frequentie voortgangsgesprekken gevoerd zullen worden en welke verplichtingen partijen hebben uit hoofde van dit Sociaal Plan gedurende het herplaatsings- traject. Hierover worden afspraken gemaakt die worden vastgelegd in een individueel Plan van aanpak. Dit plan vormt de basis voor periodiek overleg tussen Herplaatser en diens Adviseur LoopBaanPlaza (minimaal tweewekelijks). In het plan van aanpak worden alle ondernomen activiteiten opgenomen.
Als uit het Plan van aanpak blijkt, dat het verrichten van tijdelijke werkzaamheden door Her plaatser de kans op het vinden van een Passende functie vergroot, zal Werkgever zich inspannen voor het aanbieden van dergelijke werkzaamheden. Deze werkzaamheden sluiten bij voorkeur zoveel als mogelijk aan bij de competenties en vaardigheden van Herplaatser. De tijdelijke werkzaamheden moeten de kansen op plaatsbaarheid van Herplaatser bevorderen.
3.3.6 VOORRANGSPOSITIE HERPLAATSERS
Herplaatsers hebben – bij voldoende geschiktheid – voorrang bij de vervulling van vacatures. Bovendien heeft Werkgever het recht om vacatures die ontstaan als gevolg van een Reorganisatie eerst aan te bieden aan Werknemers binnen het Reorganisatiegebied die als gevolg van de Reor ganisatie Herplaatser (dreigen te) worden. Dit laatste geldt alleen indien het Reorganisatiegebied minder dan honderd fte’s telt.
3.3.7 OPLEIDING
Herplaatser kan in aanmerking komen voor een opleidingsbudget van € 5.000 (incl. BTW), indien het volgen van één (of meer) opleiding(en) de kans op succesvolle herplaatsing vergroot.
Of Herplaatser in aanmerking komt voor het budget wordt vastgesteld in het gesprek inzake het Plan van aanpak (zie artikel 3.3.5). Eventueel wordt daarbij het advies van een Loopbaanadviseur ingewonnen over de positieve invloed van het volgen van een of meer specifieke opleiding(en). Eventuele overschrijding van het opleidingsbudget behoort tot de verantwoordelijkheid van de Accountmanager LoopBaanPlaza.
Indien Herplaatser gebruik wil maken van het voor hem gereserveerde budget, stelt zijn leiding- gevende hem daartoe in de gelegenheid.
Voor de in het Plan van aanpak opgenomen opleiding(en) geldt geen terugbetalingsverplichting. Voor het overige gelden de bepalingen van de studiekostenregeling uit de Personeelsgids.
3.3.8 STAGE
Herplaatser kan gedurende zowel de Voorfase als gedurende de Herplaatsingstermijn in de gele- genheid worden gesteld een stage te lopen, indien dit een positieve invloed zal hebben op de herplaatsingskansen. De stageperiode zal niet langer zijn dan zes weken.
Of en zo ja onder welke voorwaarden Herplaatser een stage mag volgen, wordt vastgesteld in overleg met de Accountmanager LoopBaanPlaza.
3.3.v REMPLAÇANTENREGELING
De Werknemer die werkzaam is binnen het Reorganisatiegebied van de Reorganisatie en die niet de status van Herplaatser heeft gekregen, kan aangeven dat hij op basis van vrijwilligheid het dienstverband wil beëindigen. De Werknemer die gebruik maakt van deze mogelijkheid wordt aangeduid als remplaçant.
De remplaçant kan in aanmerking komen voor een vergoeding, gelijk aan 75% van de beëin- digingsvergoeding conform artikel 5.1.3 (C=0,75). De vergoeding is ten hoogste gelijk aan de verwachte inkomstenderving tot aan de pensioenrichtleeftijd, maar bedraagt niet meer dan de vergoeding waarop de Herplaatser die de Functie van de remplaçant inneemt recht zou hebben gehad.
Om in aanmerking te komen voor de vergoeding moet zijn voldaan aan de volgende voor- waarden:
■ Door het vertrek van de remplaçant komt een formatieplaats vrij voor een Herplaatser uit het zelfde Reorganisatiegebied en uit dezelfde Leeftijdscategorie als de remplaçant (of bij gebreke daarvan een Herplaatser uit een andere Leeftijdscategorie, die wordt aangewezen in overeen- stemming met het bepaalde in de Beleidsregels Ontslagtaak UWV). Deze Herplaatser kan door het vertrek van de remplaçant daadwerkelijk in de vrijgevallen functie geplaatst worden;
■ De remplaçant moet na ontvangst van de schriftelijke bevestiging dat hij niet de status van Herplaatser heeft gekregen en uiterlijk vóór de ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn van de Herplaatser die zijn beoogde opvolger is, schriftelijk bij zijn leidinggevende kenbaar maken, dat hij gebruik wenst te maken van deze regeling;
■ Het vertrek van de remplaçant heeft geen zwaarwegende nadelige effecten op de bedrijfs- voering, dit ter beoordeling van diens leidinggevende(n);
■ Toekenning van de beëindigingsvergoeding wordt door de belastingdienst niet beschouwd als een Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU).
De beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt geformaliseerd in een vaststellingsovereen- komst op bedrijfseconomische gronden. Het risico dat het UWV desondanks een WW-uitkering weigert, is voor risico van de remplaçant.
De leidinggevende(n) en de remplaçant bepalen in onderling overleg de ontslagdatum.
3.4 FASE 2: HERPLAATSING
3.4.1 AANVANG EN DUUR HERPLAATSINGSTERMIJN
De Herplaatsingstermijn van negen maanden vangt aan per de datum, zoals vermeld in de schrif- telijke bevestiging aan Werknemer dat hij de status van Herplaatser heeft gekregen. Indien de datum ten tijde van de bevestiging nog niet (definitief) vast staat, zal de ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn in een later stadium schriftelijk bevestigd worden. De ingangsdatum kan niet met terugwerkende kracht worden vastgesteld.
Vanaf de ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn wordt Herplaatser overgeplaatst van zijn oude afdeling naar LoopBaanPlaza.
3.4.2 HERPLAATSINGSTERMIJN
3.4.2.1 SAMENVATTING
Gedurende de Herplaatsingstermijn worden activiteiten ondernomen die tot doel hebben de herplaatsingsinspanningen te ondersteunen. Er wordt uitvoering gegeven aan de activiteiten en afspraken zoals vastgelegd in het Plan van aanpak (zie artikel 3.3.5).
Herplaatser heeft – bij geschiktheid – voorrang op eventuele andere interne of externe kandida- ten voor een intern Passende functie. Indien hij gedurende de Herplaatsingstermijn besluit vrijwillig te vertrekken, kan hij in aanmerking komen voor een beëindigingsvergoeding (zie artikel 3.5).
3.4.2.2 VRIJSTELLING VAN WERKZAAMHEDEN
Uitgangspunt is, dat Herplaatser per de ingangsdatum van de Herplaatsingstermijn is vrijgesteld van werkzaamheden die hij verrichte voordat hij Herplaatser is geworden. Doel van de vrijstelling is, om hem in staat te stellen optimaal te werken aan het vinden van een Passende functie. Met Herplaatser kan worden afgesproken dat hij tijdelijk werkzaamheden verricht waardoor hij meer kans maakt op het vinden van een Passende functie of waardoor hij ten minste nieuwe kennis, vaardigheden en/of ervaring opdoet. Het verrichten van deze werkzaamheden is secundair: de omvang daarvan mag niet zodanig zijn, dat deze belemmerend is voor de herplaatsings- inspanningen van Herplaatser, tenzij er sprake is van een tijdelijke, intern Passende functie als bedoeld in artikel 3.4.2.3.
Als Herplaatser arbeidsongeschikt is of arbeidsongeschikt wordt, gelden wettelijke re integra- tieverplichtingen. In een dergelijke situatie wordt door de Adviseur LoopBaanPlaza gezocht naar een maatwerkoplossing.
3.4.2.3 OPSCHORTING HERPLAATSINGSTERMIJN BIJ TIJDELIJKE INTERN PASSENDE FUNCTIE
Als Herplaatser wordt geselecteerd voor een tijdelijke interne Passende functie kan de Herplaat singstermijn worden opgeschort voor de duur van die functie, onder de volgende voorwaarden:
■ de functie is voor maximaal twaalf maanden;
■ de functie is fulltime (of het aantal uren is ten minste gelijk aan de gemiddelde arbeidsduur van Herplaatser);
■ de samengetelde opschortingsperioden bedragen maximaal 24 maanden.
Gedurende de opschortingsperiode vindt geen actieve begeleiding plaats vanuit LoopBaan Plaza. Wel blijft Herplaatser door LoopBaanPlaza geïnformeerd worden over de uitkomsten van de matchingsprocedure zoals beschreven in artikel 4.3.3. en is hij verplicht een aangeboden interne Passende functie te accepteren.
3.4.2.4 OPSCHORTING/VERLENGING VAN DE HERPLAATSINGSTERMIJN (OVERIGE REDENEN)
De Herplaatsingstermijn wordt verlengd als door een reden, die in de risicosfeer van Werkgever ligt, de in de artikelen 3.3.4 en 3.3.5 genoemde activiteiten niet (kunnen) plaatsvinden vóór aanvang van de Herplaatsingstermijn. De verlenging is gelijk aan de periode gelegen tussen aanvang van de Herplaatsingstermijn en de datum waarop de hiervoor bedoelde activiteiten zijn afgerond.
Het herplaatsingstraject wordt opgeschort, indien Herplaatser tijdens de Herplaatsingstermijn wegens hierna te noemen redenen langer dan vier weken aaneengesloten afwezig is. De in de vorige volzin bedoelde redenen zijn: ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof alsmede voorafgaand aan de bekendmaking van een Reorganisatie reeds afgesproken andere vormen van voltijdverlof (tenzij Werknemer instemt met andersluidende afspraken). Ingeval van ziekte zal in overleg met de bedrijfsarts het moment worden vastgesteld waarop het herplaatsings- traject wordt hervat. Uiteraard mogen de herplaatsingsactiviteiten geen belemmerende
invloed hebben op de re-integratie. De Herplaatsingstermijn wordt verlengd met de duur van de opschortingsperiode.
Voorafgaand aan de bekendmaking van een Reorganisatie afgesproken vormen van deeltijdverlof geven geen aanleiding tot verlenging van de Herplaatsingstermijn, voor zover aan de bedoeling van de termijn in deeltijd invulling kan worden gegeven.
Verzoeken om onbetaald verlof die worden ingediend na de bekendmaking van een Reorgani satie zullen worden afgewezen, tenzij dat op grond van wettelijke bepalingen niet mogelijk is.
3.4.2.5 EVALUATIE
Herplaatser heeft ten minste tweewekelijks overleg met zijn Adviseur LoopBaanPlaza over de sollicitatie-inspanningen en de voortgang daarvan. Het verslag van dit overleg wordt toege- voegd aan het Herplaatsingsdossier en toegezonden aan Herplaatser.
3.4.2.6 ARBEIDSVOORWAARDEN TIJDENS HERPLAATSINGSTERMIJN
Gedurende de Herplaatsingstermijn blijven alle arbeidsvoorwaarden gehandhaafd, met uitzon- dering van de hieronder genoemde arbeidsvoorwaarden.
Reiskosten:
■ Indien Herplaatser geheel of gedeeltelijk is vrijgesteld van werkzaamheden zal de overeen- gekomen vaste reiskostenvergoeding in geld (basisvergoeding) worden stopgezet c.q. naar rato van het aantal te werken dagen worden verlaagd. Indien Herplaatser gebruik maakt van een door Werkgever verstrekt OV-abonnement en door de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van werkzaamheden niet langer voldoet aan de voorwaarden voor verstrekking van dat abonnement, heeft hij recht op een andere tegemoetkoming conform de reiskostenrege- ling uit de Personeelsgids van Werkgever;
■ De kosten van reizen, gemaakt in het kader van het Herplaatsingstraject (bijvoorbeeld vanwege bezoek aan de Loopbaanadviseur of vanwege sollicitatiegesprekken) naar andere locaties dan de oorspronkelijke Standplaats, worden vergoed op basis van de bij Werkgever geldende regeling voor zakelijke reiskosten.
Leaseauto:
Een door Werkgever ter beschikking gestelde auto moet ook tijdens de Herplaatsingstermijn worden gebruikt voor het verrichten van werkzaamheden voor Werkgever en/of voor activiteiten, gericht op het verwerven van een nieuwe Functie. Indien op grond van de leaseregeling privé- gebruik van de ter beschikking gestelde auto is toegestaan, blijft de terbeschikkingstelling gedurende de Herplaatsingstermijn van kracht, met inachtneming van de (dan) geldende fiscale bepalingen ten aanzien van de “Verklaring Geen Privégebruik”.
De auto moet de laatste dag van de Herplaatsingstermijn - of zoveel eerder als het herplaat- singstraject is geëindigd - ingeleverd worden, e.e.a. conform de toepasselijke leaseregeling. Herplaatser behoeft de auto niet in te leveren indien hij intern een andere Functie heeft geac- cepteerd waarbij hij aanspraak kan maken op een leaseauto.
Indien tijdens de Herplaatsingstermijn het leasecontract eindigt, moet Herplaatser de auto inle- veren. Werkgever zal alsdan zorgdragen voor vervangend vervoer. Indien de nieuwe functie geen recht geeft op een leaseauto, kan Werknemer tot uiterlijk zes maanden na herplaatsing gebruik maken van dit vervangend vervoer.
Het gestelde met betrekking tot de leaseauto geldt naar analogie voor Herplaatsers die een tegemoetkoming ontvangen omdat zij hebben afgezien van een leaseauto.
Mobiele Telefoon/Smartphone:
Een door Werkgever ter beschikking gestelde mobiele telefoon of smartphone moet ook tijdens de Herplaatsingstermijn worden gebruikt voor het verrichten van werkzaamheden voor Werkgever en/of voor activiteiten, gericht op het verwerven van een nieuwe Functie.
3.5 BEËINDIGINGSVERGOEDING
Herplaatser kan vanaf een maand na ingang van de Herplaatsingstermijn aangeven dat hij niet langer gebruik wenst te maken van begeleiding bij het vinden van een Passende functie en dat hij zijn arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Indien en zodra de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden eindigt, komt hij – als aan de hieronder genoemde voorwaarden wordt voldaan - in aanmerking voor een vertrekvergoeding. Deze vergoeding is gelijk aan de beëindigingsvergoeding als bedoeld in artikel 5.1.3, met een minimum van € 5.000 bruto. Er bestaat geen recht op salaris over de periode van de einddatum van de arbeidsovereenkomst tot de oorspronkelijke einddatum van de Herplaatsingstermijn.
Om in aanmerking te komen voor de beëindigingsvergoeding, moet zijn voldaan aan de vol- gende voorwaarden:
■ het vrijwillige vertrek van Herplaatser draagt bij aan de oplossing van een herplaatsings- probleem, hetzij van Herplaatser zelf hetzij van een andere Herplaatser, dit ter beoordeling van Werkgever;
■ Herplaatser heeft zich tot aan het moment van beëindiging van de arbeidsovereenkomst gehouden aan zijn verplichtingen uit hoofde van het Sociaal Plan;
■ De arbeidsovereenkomst eindigt op de laatste dag van de kalendermaand waarin Herplaatser kenbaar heeft gemaakt dat hij van de regeling gebruik wil maken, tenzij leidinggevende en Herplaatser anders overeenkomen;
■ De beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt geformaliseerd in een vaststellings- overeenkomst op bedrijfseconomische gronden. Het risico dat het UWV desondanks een WW-uitkering weigert, is voor risico van Herplaatser.
Herplaatser die gebruik maakt van deze regeling komt niet in aanmerking voor de financiële regelingen conform de artikelen 4.4.3.2 en 4.4.3.3 van het Sociaal Plan.
4.1 SAMENVATTING
Het uitgangspunt van het Sociaal Plan is: “van werk naar werk”. De focus ligt derhalve op het vinden van werk, binnen of buiten Werkgever. Er bestaat een intern en een extern herplaatsings- traject. Het interne herplaatsingstraject is gericht op het vinden van werk binnen Werkgever, het externe herplaatsingstraject is gericht op het vinden van werk buiten Werkgever.
Herplaatser behoudt voorrang op eventuele andere in- of externe kandidaten, indien hij sol- liciteert naar een interne Passende functie zoals beschreven in artikel 4.3.
Herplaatser moet zich vóór aanvang van de Herplaatsingstermijn aanmelden bij de Jobalert (onder- deel van de vacaturebank) en zich actief op stellen bij het zoeken naar een Passende interne of externe Functie (onder meer zelf de interne vacaturebank raadplegen en reageren op zelf gevon- den of door de Jobalert of de Adviseur LoopBaanPlaza aangedragen Functies). Bij geschiktheid voor een intern Passende functie heeft Herplaatser voorrang op andere in- of externe kandidaten.
Herplaatser is in beginsel verplicht een aangeboden Passende functie te aanvaarden. Bij het aanvaarden van een interne Passende functie gelden specifieke bepalingen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (zie artikel 4.3.7).
4.2 UITSLUITING VAN VERDERE BEGELEIDING
Als Herplaatser zijn verplichtingen uit hoofde van dit Sociaal Plan onvoldoende nakomt, kan de Werkgever hem uitsluiten van verdere begeleiding. Werkgever zal in dat geval een beargumen- teerd voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst voorleggen aan de Toetsingscom missie. Indien de commissie een positief oordeel uitbrengt op dit voorstel, zal Werkgever de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoeken.
Herplaatser kan zich eveneens tot de Toetsingscommissie wenden als hij van mening is, dat Werk gever zijn verplichtingen uit hoofde van het Sociaal Plan onvoldoende nakomt.
4.3 INTERNE HERPLAATSING
4.3.1 HOUDING TEN AANZIEN VAN INTERNE HERPLAATSING
Werkgever en Herplaatser hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te komen tot een succesvolle interne herplaatsing.
Van Herplaatser wordt verwacht, dat hij zich vanaf de aanvang van de Herplaatsingstermijn actief opstelt bij het zoeken naar en solliciteren op interne vacatures. Van Werkgever wordt een zorg- vuldige houding verwacht bij sollicitaties die in het kader van het interne herplaatsings- en bemiddelingstraject plaatsvinden.
4.3.2 AANMELDING BIJ INTERNE VACATUREBANK
Herplaatser moet zich aanmelden bij “Jobalert” (onderdeel van de vacaturebank van Werkgever) en het opleidingsniveau (positieniveau) en functiecategorieën (vacaturetypes) die op grond van de Plaatsbaarheidsmeting passend kunnen worden geacht, opgeven. Zodra er een functie vacant is wordt hij daarop geattendeerd. Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van Herplaatser om zelf actief in de interne vacaturebank te zoeken.
4.3.3 MATCHING VACATURES
In het geval van een (nieuwe) vacature wordt deze altijd volgens de binnen de organisatie van Werkgever geldende procedure aangemeld. Vervolgens matcht LoopBaanPlaza de vacature eerst, zowel technisch als op competenties, met Werknemers die de status van Herplaatser hebben.
LoopBaanPlaza stuurt de matchresultaten naar Herplaatser en de Adviseur LoopBaanPlaza. Deze bespreekt de resultaten met Herplaatser. Van Herplaatser wordt verwacht dat hij op een Passende functie solliciteert. De Adviseur LoopBaanPlaza ziet er op toe, dat dit binnen vijf werkdagen na de bespreking gebeurt. Indien Herplaatser om zwaarwegende redenen niet kan of wil solliciteren, moet hij dit bespreken met de Adviseur LoopBaanPlaza. Indien in dit gesprek geen overeenstem- ming wordt bereikt over het niet-solliciteren en Herplaatser bij zijn standpunt blijft, wordt een aantekening gemaakt in het Herplaatsingsdossier. Herplaatser wordt in de gelegenheid gesteld om zijn visie op de aantekening op te laten nemen in het Herplaatsingsdossier. Een dergelijke aantekening wordt betrokken bij de evaluatie van het nakomen van de verplichtingen van Herplaatser (zie artikel 5.1). Dit laat onverlet het bepaalde in artikel 4.2 (uitsluiting van verdere begeleiding en beëindiging van de arbeidsovereenkomst).
Indien nog nodig, wordt de vacature eerst twee weken na de aanmelding op de interne vaca- turesite van Werkgever geplaatst. Tenslotte vindt – indien nog nodig – werving op de externe arbeidsmarkt plaats.
4.3.4 VOORRANG BIJ GESCHIKTHEID
Als Herplaatser gedurende de Herplaatsingstermijn solliciteert op een intern Passende functie wordt hij in principe altijd uitgenodigd voor een gesprek met de vacaturehouder en een P&O-adviseur of recruiter. Indien Herplaatser geschikt is voor de Functie heeft hij voorrang op andere in- of externe kandidaten. Indien er meerdere geschikte Herplaatsers zijn, wordt de meest geschikte kandidaat – dit ter beoordeling van Werkgever - benoemd.
4.3.5 AFWIJZING
Indien de voor de invulling van een vacature verantwoordelijke leidinggevende op goede gron- den, niet zijnde in strijd met dit Sociaal Plan, van mening is, dat een Herplaatser die heeft gesolliciteerd op een Passende functie niet geschikt is voor de Functie (waaronder begrepen niet geschikt kan worden binnen twaalf maanden), moet hij zijn standpunt binnen vijf werkdagen schriftelijk kenbaar maken aan de directeur P&O. Deze beslist of het standpunt van de afwij- zende leidinggevende al dan niet juist is. Deze beslissing is bindend voor de leidinggevende. Zolang hierover geen uitspraak is gedaan, wordt de Passende functie vacant gehouden voor Her plaatser. Indien het oordeel van de leidinggevende in stand kan blijven, moet deze de afwijzing bij voorkeur mondeling maar in elk geval schriftelijk en onder aanvoering van inhoudelijke argumenten aan Herplaatser en de Adviseur LoopBaanPlaza bevestigen.
4.3.6 WEIGERING INTERNE PASSENDE FUNCTIE
Herplaatser is in beginsel verplicht om een aangeboden interne Passende functie te aanvaarden. Indien hij van mening is dat het geen Passende functie betreft, moet hij dit binnen vijf werkdagen na het schriftelijke aanbod, schriftelijk en gemotiveerd kenbaar maken aan de Accountmanager LoopBaanPlaza. Vervolgens wordt Herplaatser uitgenodigd voor een gesprek, waarin zijn bezwa- ren en de mogelijke consequenties van de weigering van de Functie worden besproken. Indien dit gesprek niet tot overeenstemming leidt, wordt dit schriftelijk aan Herplaatser bevestigd. Herplaatser is vervolgens gehouden om binnen twee weken na de schriftelijke bevestiging zijn bezwaren tegen het aanbod ter toetsing voor te leggen aan de Toetsingscommissie, dan wel het aanbod alsnog te aanvaarden. Zolang de Toetsingscommissie geen uitspraak heeft gedaan, wordt de Passende functie vacant gehouden voor Herplaatser.
Indien de Toetsingscommissie van oordeel is, dat het een Passende functie betreft, wordt Herplaatser in de gelegenheid gesteld het aanbod binnen twee weken na de bevestiging van de uitspraak van de Toetsingscommissie alsnog te accepteren. Indien hij dit weigert, of indien hij het aanbod niet (tijdig) ter toetsing aan de Toetsingscommissie voorlegt, zal de arbeidsovereenkomst wor- den beëindigd. Herplaatser kan dan geen aanspraak meer maken op de voorzieningen uit het Sociaal Plan.
Gedurende de bezwaarprocedure loopt de Herplaatsingstermijn door. Herplaatser wordt geacht zich ook tijdens de procedure aan de in het Plan van aanpak vastgelegde afspraken te houden.
4.3.7 ARBEIDSVOORWAARDEN BIJ INTERNE PASSENDE FUNCTIE
4.3.7.1 SALARIS
Bij herplaatsing in een interne Passende functie behoudt Werknemer het laatstgenoten Maandsa laris. Indien de interne Passende functie is ingedeeld op een lager functieniveau dan de verval- len/Ingrijpend gewijzigde functie, wordt het eventuele gedeelte van het Maandsalaris boven het maximum van de functieschaal van de nieuwe Functie aangemerkt als persoonlijke toeslag.
Indien Herplaatser op wie een variabele beloningsregeling als bedoeld in artikel 10 § 5 lid 6 en 7 van de CAO SNS REAAL van toepassing is, vrijwillig een interne Passende functie aanvaardt waarvoor niet een dergelijke beloningsregeling geldt, wordt het gedeelte van de variabele beloning dat is inbegrepen in de definitie van het Maandsalaris afgebouwd in drie jaar. Het gedeelte van de variabele beloning dat wordt uitgekeerd, bedraagt:
■ gedurende het eerste jaar 100%
■ gedurende het tweede jaar 65%
■ gedurende het derde jaar 35%
■ vanaf het vierde jaar 0%.
4.3.7.2 LEASEAUTO
Indien Herplaatser aan wie op basis van de leaseregeling van Werkgever een auto ter beschikking is gesteld in de oude Functie wel, maar in de nieuwe Functie geen recht heeft op een auto, moet hij de auto bij het einde van de leaseovereenkomst, doch uiterlijk zes maanden nadat hij de nieuwe Functie is gaan vervullen, inleveren, e.e.a. conform de toepasselijke leaseregeling. Ter zake het inleveren van de auto heeft Werknemer geen recht op schadevergoeding. Kosten in verband met voortijdige beëindiging van de leaseovereenkomst zijn voor rekening Werkgever.
Werknemer ontvangt vervolgens een reiskostenvergoeding conform de Regeling reiskosten woon-werkverkeer.
Indien Herplaatser heeft gekozen voor een geldelijke tegemoetkoming in plaats van een lease- auto behoudt hij recht op de geldelijke tegemoetkoming gedurende zes maanden nadat hij de nieuwe Functie is gaan vervullen.
4.3.7.3 REISKOSTEN WOON- WERKVERKEER
De geldende reiskostenregeling van Werkgever is van toepassing. Gedurende drie jaar na her- plaatsing zal - uitsluitend over de toegenomen afstand woon-werkverkeer - het tarief van de vaste reiskostenvergoeding (basisvergoeding) € 0,15 per kilometer bedragen. Tevens geldt gedurende deze periode geen maximale vergoedingsafstand.
Voor Herplaatser die per openbaar vervoer naar zijn nieuwe Standplaats wil reizen, maar voor vervoer naar de – in principe – dichtstbijzijnde opstapplaats gebruik wil maken van eigen vervoer, geldt het volgende:
■ bij gebruik van de eigen auto worden de reiskosten naar de opstapplaats vice versa vergoed, conform het hierboven gestelde. Daarnaast komen eventuele kosten voor het parkeren in de directe omgeving van de opstapplaats gedurende maximaal drie jaar na herplaatsing voor rekening van Werkgever, op basis van het voordeligste tarief. De fiscale gevolgen van de verstrekking of vergoeding zijn echter voor rekening van Herplaatser.
■ bij gebruik van de eigen fiets, kan Herplaatser in aanmerking komen voor vergoeding van de kosten van de fietsenstalling bij het station, zoals omschreven in de geldende reiskos- tenregeling van Werkgever.
4.3.7.4 REISTIJDCOMPENSATIE
Na herplaatsing heeft Werknemer recht op reistijdcompensatie indien is voldaan aan beide navolgende voorwaarden:
■ de Reistijd is toegenomen (voor de berekening zie onder 2.5 Definities) en
■ de nieuwe Reistijd bedraagt meer dan twee uur per dag.
De dagelijkse werktijd zal gedurende 24 maanden worden verminderd met het toegenomen gedeelte van de Reistijd boven 2 uur per dag. De vermindering zal echter niet meer dan 25% van de gemiddelde arbeidsduur per dag bedragen. De compensatie wordt niet uitbetaald en mag evenmin worden opgespaard.
4.3.7.5 VERHUISKOSTENREGELING
De verhuiskostenregeling is van toepassing, indien aan de volgende vier voorwaarden is voldaan:
■ De nieuwe Standplaats is ten minste 25 kilometer gelegen vanaf de oude Standplaats;
■ Werknemer verhuist daadwerkelijk binnen twee jaar na de standplaatswijziging;
■ door de standplaatswijziging is de enkele reisafstand tussen de huidige woning en de nieuwe Standplaats, gemeten langs de meest gebruikelijke weg, meer dan veertig kilometer geworden en is tevens de reistijd toegenomen;
■ door de verhuizing wordt de afstand tussen de nieuwe woning en de nieuwe Standplaats, gemeten langs de meest gebruikelijke weg, ten minste gehalveerd en met ten minste tien kilometer bekort ten opzichte van de oude woning.
Voor de hierna te noemen vergoedingen onder d. 1 en 2 draagt Werkgever de verschuldigde loonheffing door middel van eindheffing af. Deze heffingen zijn dus voor rekening van Werk gever. De overige hierna te noemen tegemoetkomingen worden bruto uitbetaald, tenzij de geldende fiscale wet- en regelgeving onbelaste vergoeding (of verstrekking) toestaat. Of dit het geval is, wordt vastgesteld door Werkgever. Voor meer informatie wordt verwezen naar intranet (P&O-site).
Per standplaatswijziging worden de vergoedingen slechts eenmaal verstrekt.
a. Verhuiskosten
De nota van de door Werkgever aan te wijzen verhuisonderneming met betrekking tot het overbrengen van de inboedel (waaronder begrepen in- en uitpakkosten, assurantiekosten en transportkosten) wordt door Werkgever betaald.
b. Herinrichtingskosten
Voor herinrichtingskosten wordt een tegemoetkoming gegeven, gelijk aan 12% van het Jaar salaris (twaalf maal het Maandsalaris op het tijdstip van verhuizing).
c. Dubbele woonlasten
■ Van koopwoning naar koopwoning: extra woonlasten worden vergoed voor zover bestaande uit de rente voor het overbruggingskrediet, voor zover deze aftrekbaar is in box 1, over een periode van ten hoogste drie maanden.
■ Van huurwoning naar huurwoning of koopwoning: bij dubbele woonlasten wordt het bedrag vergoed van de huur voor de oude woning, onder aftrek van een eventuele huurtoeslag, doch ten hoogste voor de termijn van opzegging van de huur.
■ Van koopwoning naar huurwoning: bij dubbele woonlasten worden de rentelasten van de hypotheek op de oude woning vergoed over een periode van ten hoogste drie maanden.
■ Opslagkosten: ingeval tijdelijk geen woonruimte beschikbaar is, komen - in overleg - opslag- kosten van de inboedel voor vergoeding in aanmerking.
d. Kosten verbonden aan het afstoten van de oude woning en het verwerven van de nieuwe woning.
Werknemer komt bij koop in aanmerking voor een tegemoetkoming in de
1. verwervingskosten: overdrachtsbelasting (bestaande woning), omzetbelasting (nieuwbouw- woning), makelaarskosten, notariskosten transportakte;
2. verkoopkosten oude woning: er wordt een tegemoetkoming gegeven voor de makelaarskosten;
Voorts komt Werknemer in aanmerking voor vergoeding van:
■ bouwrente (grond- of reserveringsrente) die betrekking heeft op de periode na het onder- tekenen van de koop-/aanneemovereenkomst;
■ kosten hypotheekvestiging c.q. notariskosten hypotheekakte;
■ boeterente wegens vervroegd aflossen hypotheek: indien bij vervroegde aflossing een boeteclau- sule in werking treedt, wordt de boete vergoed, voor zover geen sprake is van rentearbitrage;
■ makelaarskosten bij huurbemiddeling.
e. Kosten verbonden aan het opknappen van een nieuwe huurwoning
Aan Werknemer die voldoet aan de voorwaarden van de Verhuiskostenregeling, een woning huurt en voor deze woning opknapkosten moet maken die niet voor rekening van de verhuur- der komen, kan onder overlegging van de rekeningen een tegemoetkoming worden verstrekt. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de redelijkheid van de kosten worden aangetoond. De tegemoetkoming bedraagt maximaal twee maal het Maandsalaris op het tijdstip van de verhuizing.
f. Tijdelijke subsidie extra woonlasten
Als door niet vermijdbare oorzaken de bruto woonlasten na verhuizing zijn gestegen, zal een aflopende inkomenssubsidie worden gegeven.
Voor subsidiëring komen in aanmerking:
■ Het verschil in huur tussen oude en nieuwe huurwoning (rekening houdend met een even- tuele huurtoeslag);
■ De hypotheekrente over het prijsverschil tussen oude en nieuwe koopwoning;
■ Het verschil tussen huur oude huurwoning en huurwaarde nieuwe koopwoning;
■ Het verschil tussen huurwaarde oude koopwoning en huur nieuwe huurwoning;
■ Eventuele kosten in verband met periodieke erfpachtcanons, recht van opstal of beklemming.
Bij het bepalen van het verschil zal de rol van ongelijkwaardigheid tussen oude en nieuwe woning worden geëlimineerd. Taxatierapporten en prijsvergelijkingen tussen de oude en nieuwe regio kunnen worden aangevraagd via een hypotheekadviseur van SNS Bank.
De subsidie bedraagt:
■ 100% van het verschil gedurende het eerste jaar;
■ 66% van het verschil gedurende het tweede jaar;
■ 33% van het verschil gedurende het derde jaar.
4.3.8 NIEUWE HERPLAATSING
Indien zich bij een intern herplaatste Werknemer belangrijke functioneringsproblemen voor- doen, zullen Werknemer en leidinggevende, eventueel in aanwezigheid van de P&O-adviseur zo spoedig mogelijk in overleg treden.
Zowel Werknemer als leidinggevende kunnen binnen zes maanden na herplaatsing een gemo- tiveerd verzoek doen tot een nieuwe herplaatsing. Dit verzoek moet worden ingediend bij de directeur P&O. De nieuwe Herplaatsingstermijn wordt bepaald aan de hand van de niet benutte periode van de oorspronkelijke Herplaatsingstermijn, met een minimum van drie maanden.
4.4 EXTERNE PASSENDE FUNCTIE
4.4.1 HOUDING TEN AANZIEN VAN EXTERNE PLAATSING
Werkgever en Herplaatser hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te komen tot een succesvolle herplaatsing. Dit beperkt zich niet uitsluitend tot interne herplaatsing.
Van Werknemer wordt verwacht dat hij zich – in lijn met de bepalingen van het Sociaal Plan en eventuele in het Plan van aanpak vastgelegde afspraken - actief opstelt bij het zoeken naar een externe Passende functie. Werkgever ondersteunt Werknemer daarin actief en faciliteert hem onder andere door de inzet van LoopBaanPlaza, het toewerken naar en het werken met een Plan van aanpak (zie artikel 3.3.5) en door het toepassen van financiële maatregelen.
Herplaatser gaat in samenspraak met de Adviseur LoopBaanPlaza actief op zoek naar een externe Passende functie. Allereerst zal Herplaatser door bijvoorbeeld coaching bij de nieuwe start, arbeidsmarktbenadering, zelfanalyse, etc. worden voorbereid op het vinden van een nieuwe Functie buiten de organisatie van Werkgever. Daarnaast kunnen een opleiding of stage worden gevolgd om de plaatsbaarheid te vergroten. In dit kader zullen concrete afspraken worden gemaakt in gezamenlijk overleg tussen Herplaatser en de Adviseur LoopBaanPlaza. Deze afspraken maken deel uit van het Plan van aanpak (zie artikel 3.3.5).
Voor het vinden van een externe Functie zullen onder andere potentiële nieuwe werkgevers actief worden benaderd en zal er gebruik worden gemaakt van speciale internetapplicaties. Indien gebruik wordt gemaakt van de diensten van een Bemiddelingsbureau, zal de betreffende Loopbaanadviseur frequent contact onderhouden met de Adviseur LoopBaanPlaza van Herplaatser. Van Herplaatser wordt verwacht, dat hij solliciteert op een door een Bemiddelingsbureau of door de Adviseur LoopBaanPlaza passend geachte externe Functie. Indien hij om zwaarwegende redenen niet kan of wil solliciteren, moet hij dit bespreken met de adviseur. Indien in dit gesprek geen overeenstemming wordt bereikt over het niet-solliciteren en Herplaatser bij zijn standpunt blijft, wordt een aantekening gemaakt in het Herplaatsingsdossier. Dit geldt ook in geval Herplaatser in het algemeen onvoldoende actief meewerkt aan het vinden van een externe Passende functie. Herplaatser wordt schriftelijk in kennis gesteld van de aantekening in het Herplaatsingsdossier. Dit laat onverlet het bepaalde in artikel 4.2 (uitsluiting van verdere begeleiding en beëindiging van de arbeidsovereenkomst).
4.4.3 FINANCIËLE REGELING, IN GEVAL VAN EXTERNE PASSENDE FUNCTIE
4.4.3.1 INLEIDING
Met een externe Passende functie wordt gelijkgesteld een Functie bij een onderneming die wel deel uitmaakt van de groep waartoe Werkgever behoort, maar op welke onderneming niet de CAO en de Personeelsgids van Werkgever van toepassing zijn.
De regelingen in deze paragraaf zijn niet van toepassing, indien Werknemer gebruik maakt van de Beëindigingsvergoeding als bedoeld in artikel 3.5.
4.4.3.2 INKOMENSSUPPLETIEREGELING
Indien Herplaatser - bij een gelijkblijvende arbeidsduur - bij de nieuwe werkgever een lager inkomen ontvangt, zal dit lagere inkomen tijdelijk worden aangevuld tot het laatstgenoten inkomen bij Werkgever. De aanvulling bedraagt maximaal 30% van het inkomen bij Werkgever. De vergelijking zal geschieden op basis van het Maandinkomen.
SOM VAN LEEFTIJD EN TWEE MAAL HET AANTAL DIENSTJAREN | DUUR VAN DE AANVULLING IN MAANDEN |
Minder dan 23 | G |
23 tot en met 31 | 8 |
32 tot en met 40 | 10 |
41 tot en met 4G | 12 |
50 tot en met 58 | 14 |
5G tot en met G7 | 1G |
G8 tot en met 7G | 18 |
77 tot en met 85 | 21 |
Meer dan 85 | 24 |
De duur van de aanvulling wordt berekend aan de hand van de volgende tabel: Tabel 1: Duur van de aanvulling
Het aantal dienstjaren en de leeftijd op het moment van uitdiensttreding is bepalend. Een gedeelte van een jaar wordt naar boven afgerond indien dit gedeelte ten minste gelijk is aan een half jaar.
De contante waarde van de hiervoor genoemde aanvulling zal als bruto bedrag ineens worden uitgekeerd na inlevering van de eerste salarisstrook en de arbeidsovereenkomst met de nieuwe werkgever. De contante waarde wordt berekend op basis van het door de Belastingdienst vastgestelde normrentepercentage voor personeelsleningen.
4.4.3.3 PERSONEELSCONDITIES
Werknemer kan gedurende de arbeidsovereenkomst met Werkgever in aanmerking komen voor zogenoemde personeelscondities. Dit zijn kortingen op producten van SNS Bank, conform de regelingen uit de Personeelsgids3, zoals deze thans luiden of in de toekomst zullen luiden. Indien de arbeidsovereenkomst met Werknemer eindigt in verband met indiensttreding bij een nieuwe werkgever, terwijl deze geen regeling voor korting op hypotheken en verzekeringen heeft waarvan Werknemer gebruik kan maken, geldt het volgende.
De contante waarde van de personeelscondities waarvan Werknemer op het moment van beëin- digen van de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk gebruik maakt, wordt bruto uitgekeerd. De contante waarde wordt berekend op basis van de normrente van de Belastingdienst voor per- soneelsleningen. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de duur van het dienstverband.
3) Hieronder valt niet de premie van de collectieve ziektekostenverzekering.
Tabel 2: Hoogte van de uitkering
AANTAL JAREN DIENSTVERBAND | CONTANTE WAARDE AANTAL JAREN PERSONEELSCONDITIES |
1 | 1 |
2 | 2 |
3 | 3 |
4 | 4 |
5 en hoger | 5 |
4.4.3.4 LEASEAUTO
Indien Herplaatser een externe Passende functie aanvaardt, geschiedt de inlevering van een hem ter beschikking gestelde auto vrij van verrekening van nog resterende termijnen van de eigen bijdrage wegens overschrijding van het normleasebedrag. Kosten in verband met voortijdige beëindiging van de leaseovereenkomst zijn voor rekening van Werkgever.
4.5 GARANTIE HERPLAATSINGSTERMIJN
Indien Herplaatser binnen de Herplaatsingstermijn extern een andere Functie accepteert en ver- volgens binnen een jaar buiten zijn schuld zonder werk komt, kan hij binnen drie maanden na einde van dat externe dienstverband aanspraak maken op door Werkgever te faciliteren out- placementbegeleiding, voor de resterende duur van de Herplaatsingstermijn, met een maximum van zes maanden. Werknemer xxxxxx niet (opnieuw) in dienst van Werkgever.
Deze bepaling is niet van toepassing indien de arbeidsovereenkomst met Werkgever is geëindigd omdat Herplaatser gebruik heeft gemaakt van de regeling Beëindigingsvergoeding (artikel 3.5)
5 EINDE ARBEIDSOVEREENKOMST
5.1 EVALUATIE: INSPANNINGEN WERKGEVER EN WERKNEMER VOLDOENDE
1. Uiterlijk twee maanden voor het einde van de Herplaatsingstermijn wordt het Herplaatsingsdos sier van de dan nog niet herplaatste Herplaatser geëvalueerd in een gesprek tussen Herplaatser en de Accountmanager LoopBaanPlaza. Indien uit deze evaluatie volgt dat zowel Herplaatser als Werkgever zich aan de verplichtingen ingevolge het Sociaal Plan heeft gehouden, zal gestreefd worden naar een beëindiging van de arbeidsovereenkomst per de einddatum van de Herplaatsingstermijn, onder toekenning van de in lid 3 vermelde beëindigingsvergoeding.
2. De afspraken voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst worden in een vaststellings- overeenkomst vastgelegd. Zie lid 4 van dit artikel.
3. Ter zake van de in lid 1 bedoelde beëindigingsvergoeding wordt uitgegaan van de Aanbe- velingen van de Kring van kantonrechters, zoals van kracht tot 1 januari 2009. De beëindi- gingsvergoeding wordt berekend volgens de volgende formule:
Vergoeding = A x B x C
A het aantal volle dienstjaren, waarbij een gedeelte van een jaar alleen als vol dienstjaar wordt meegenomen indien er sprake is van een periode van ten minste een half jaar: Dienstjaren tot de leeftijd van 40 jaar tellen x 1
Dienstjaren vanaf het moment dat de leeftijd van 40 jaar is bereikt tellen x 1,5 jaar Dienstjaren vanaf het moment dat de leeftijd van 50 jaar is bereikt tellen x 2 jaar.
Voor de leeftijdsweging van de dienstjaren (vanaf 40 jaar) tellen alleen volledige dienst- jaren mee en vindt geen afronding plaats;
B 1/12e van het jaarinkomen; C 1.
Als peildatum voor de berekening van de vergoeding zal gelden de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Aanbeveling 3.5 van de Kring van kantonrechters (maximering van de vergoeding) wordt aldus gelezen, dat de vergoeding niet hoger zal zijn dan de verwachte inkomstenderving tot aan de AOW-leeftijd. Bij de vaststelling van deze inkomstenderving zal een eventueel recht van Herplaatser op een WW-uitkering worden betrokken.
Tijdens de looptijd van dit sociaal plan krijgt de invoering van de wet Werk en Zekerheid zijn beslag. Invoering van de transitievergoeding leidt niet tot wijziging van het sociaal plan. De in het sociaal plan genoemde voorzieningen zijn gericht op het voorkomen van werkloosheid of het bekorten van de periode van werkloosheid en zijn gelijkwaardig aan de wettelijke transitie vergoeding.
4. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst zal Werkgever zoveel mogelijk rekening houden met de (zogenaamde fictieve) opzegtermijn, door uiterlijk twee maanden voor het einde van de Herplaatsingstermijn de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met Herplaatser te formaliseren. Herplaatser moet hieraan zijn tijdige medewerking verlenen. Als ondanks de formalisatie van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst uiterlijk een maand voor afloop van de Herplaatsingstermijn de fictieve opzegtermijn nog niet is geëindigd op het moment dat de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk eindigt en Herplaatser op die grond tijdelijk een WW-uitkering wordt geweigerd c.q. de WW-uitkering wordt opgeschort, dan zal Werkgever Herplaatser – na ontvangst van stukken van het UWV waaruit de fictieve opzeg- termijn blijkt – hiervoor schadeloos stellen. De schadeloosstelling is gelijk aan het bedrag dat Herplaatser gedurende de weigerings- c.q. opschortingsperiode aan WW-uitkering zou hebben ontvangen.
5.2 EVALUATIE: INSPANNINGEN WERKGEVER EN/OF WERKNEMER ONVOLDOENDE
Indien uit de in artikel 5.1 bedoelde evaluatie blijkt dat Herplaatser en/of Werkgever zich aan- toonbaar niet aan de verplichtingen ingevolge het Sociaal Plan heeft gehouden, zal deson- danks Werkgever de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met Herplaatser formaliseren op de in artikel 5.1 beschreven wijze. Alsdan zullen Herplaatser en Werkgever in overleg treden over de toe te kennen beëindigingsvergoeding. Indien zij er uiterlijk op de einddatum van de Herplaatsingstermijn niet in slagen tot overeenstemming te komen, zal de zaak ter inhoudelijke beoordeling aan de kantonrechter worden voorgelegd.
5.3 UITBETALING VAN DE BEËINDIGINGSVERGOEDING
Een (eventuele) beëindigingsvergoeding als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.2 wordt uitgekeerd op een door Werknemer aan te geven wijze, mits niet in strijd met enige wettelijke bepaling en mits niet kostenverhogend werkend voor Werkgever. Betaling van deze vergoeding zal (onder de voorgeschreven inhoudingen) plaatsvinden binnen één maand na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
6 HERPLAATSERS VAN 58 JAAR EN OUDER
6.1 WERKINGSSFEER
Artikel 6.2 is uitsluitend van toepassing op Werknemer:
■ die op de datum waarop hij de status van Herplaatser heeft gekregen 58 jaar of ouder is en
■ die zich blijkens de in Hoofdstuk 5.1 bedoelde evaluatie naar het oordeel van Werkgever gedurende de Herplaatsingstermijn aan de verplichtingen uit hoofde van het Sociaal Plan heeft gehouden en
■ voor wie de einddatum van de Herplaatsingstermijn is gelegen vóór de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 62 jaar bereikt.
6.2 REGELING PLUSPOOL
Werknemer die voldoet aan de voorwaarden als genoemd in artikel 6.1 kan een keuze maken tussen de beëindigingsregeling als bedoeld in artikel 5.1 of de hierna in dit artikel opgenomen regeling.
Deze regeling houdt – kort gezegd – in dat de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet na het einde van de Herplaatsingstermijn. Van Werknemer die kiest voor deze regeling wordt verwacht:
■ dat hij zich actief opstelt bij het vinden van Passende werkzaamheden of een intern Passende functie (en daarbij intensief aan zijn duurzame inzetbaarheid blijft werken) en
■ dat hij door Werkgever aangeboden Passende werkzaamheden of intern Passende functie in principe accepteert en alleen weigert als er sprake is van zwaarwegende bezwaren.
Indien Werknemer kiest voor deze regeling, gaat deze in op de eerste dag van de maand volgend op het einde van de Herplaatsingstermijn. Hiermee vervalt de status van Herplaatser. Wel behoudt Werknemer bij vacatures dezelfde voorrangspositie als herplaatsingskandidaten. Het streven blijft er op gericht om Werknemer een intern Passende functie (voor onbepaalde tijd) aan te bieden.
Deelname aan deze regeling eindigt:
a. op de laatste dag van de maand voorafgaande aan de maand waarin Werknemer de leeftijd van 62 jaar bereikt, tenzij Werknemer op dat moment nog Passende werkzaamheden verricht zoals bedoeld in artikel 6.2.1, voor zover deze werkzaamheden eindigen in of na de maand waarin Werknemer de leeftijd van 62 jaar bereikt;
b. op de eerdere datum waarop Werknemer een intern Passende functie (zie artikel 2.5) aanvaardt;
c. op de eerdere datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.
Indien Werknemer op de laatste dag van de maand voorafgaande aan de maand waarin hij de leeftijd van 62 jaar bereikt nog Passende werkzaamheden verricht zoals hiervoor bedoeld onder a., eindigt deelname aan de regeling op:
d. de laatste dag van de kalendermaand na de kalendermaand waarin de tijdelijke inzet van Werknemer op Passende werkzaamheden eindigt (welke datum vooraf wordt vastgelegd in een bevestigingsbrief aan Werknemer).
Het vermelde onder d. vindt geen toepassing, indien uiterlijk op de dag waarop de deelname aan de regeling eindigt, tussen Werkgever en Werknemer overeenstemming is bereikt over tij- delijke inzet op nieuwe Passende werkzaamheden. Deelname aan de regeling eindigt dan na het eindigen van de nieuwe werkzaamheden op de wijze en het tijdstip zoals hiervoor beschreven onder d., tenzij Werkgever en Werknemer opnieuw overeenstemming bereiken over tijdelijke inzet op nieuwe Passende werkzaamheden.
Door gebruik te maken van deze regeling stemt Werknemer in met beëindiging van de arbeids- overeenkomst per de laatste dag van de maand waarin deelname aan deze regeling eindigt.
Indien deelname van Werknemer aan de Regeling Pluspool eindigt als gevolg van het bereiken van de leeftijd van 62 jaar zoals bedoeld onder a., ontvangt Werknemer na het einde van de arbeidsovereenkomst eenmalig een bruto vergoeding ter hoogte van 75% van het laatstver- diende xxxxx Xxxxxxxxxxx alsmede een bruto vergoeding ter grootte van de werkgeverspremie voor een jaar pensioenopbouw (op basis van 100% van het pensioengevende jaarinkomen), onder verrekening van de werknemersbijdrage in de pensioenpremie.
Indien – als gevolg van de situatie zoals genoemd onder d. –v deelname aan de Regeling Pluspool eindigt binnen één jaar na de eerste dag van de maand waarin Werknemer de leeftijd van 62 jaar heeft bereikt, ontvangt Werknemer na het einde van de arbeidsovereenkomst eveneens een vergoeding. Voor de vaststelling van deze laatste vergoeding wordt de in de vorige alinea genoemde vergoeding vermenigvuldigd met de volgende factor:
(12 – aantal maanden dienstverband vanaf de maand waarin Werknemer G2 jaar is geworden) 12
6.2.1 AANVULLENDE DEFINITIE
In afwijking van c.q. in aanvulling op de definities genoemd in artikel 2.5 geldt ten behoeve van deze regeling nog het volgende:
Passende werkzaamheden:
werkzaamheden waarop Werknemer tijdelijk kan worden ingezet en die passend geacht kun- nen worden gelet de competenties, opleiding en ervaring van Werknemer, ongeacht het niveau van de vervallen/Ingrijpend gewijzigde functie en/of het Maandsalaris. Voor wat betreft Reistijd en verschil in arbeidsduur geldt het bepaalde in de definitie van Passende functie. De arbeidsduur behoeft niet gelijk te zijn aan de oorspronkelijke arbeidsduur, maar mag – zonder instemming van Werknemer – nimmer meer bedragen dan de oorspronkelijke arbeidsduur.
6.2.2 INSPANNINGSVERPLICHTING WERKGEVER
Indien Herplaatser kiest voor voortzetting van zijn arbeidsovereenkomst, zal Werkgever zich maximaal inspannen om hem zoveel als mogelijk Passende werkzaamheden aan te bieden via in- of externe detachering of te herplaatsen in een intern Passende functie.
6.2.3 VERPLICHTINGEN WERKNEMER
Gedurende deelname aan deze regeling gelden voor Werknemer de volgende verplichtingen:
a. Werknemer moet door Werkgever aangeboden Passende werkzaamheden of intern Passende functie accepteren, tenzij dit op grond van zwaarwegende belangen in redelijkheid niet van hem kan worden verlangd;
b. Indien Werknemer – al dan niet tegen betaling – elders werkzaamheden en/of nevenactivi- teiten wil gaan verrichten c.q. uitbreiden, moet hij aan Werkgever schriftelijk toestemming vragen. Werknemer moet alle door Werkgever voor de beoordeling van het verzoek relevant geachte informatie verstrekken. Werknemer heeft de inspanningsverplichting om bedoelde werkzaamheden of nevenactiviteiten c.q. de uitbreiding daarvan als Passende werkzaamheden in te brengen in de regeling en medewerking te verlenen aan cessie van het elders verdiende inkomen aan Werkgever.
Werkgever zal toestemming verlenen, indien en voor zover hij op korte termijn geen Passende werkzaamheden of intern Passende functie beschikbaar heeft en hierin naar verwachting binnen een redelijke termijn geen verandering zal optreden. Werkgever zal echter geen toestemming verlenen, indien naar zijn oordeel de werkzaamheden en/of nevenactiviteiten conflicteren met de belangen van Werkgever en/of enige met haar verbonden vennootschappen-/onder- nemingen. Indien door het verrichten van werkzaamheden en/of nevenactiviteiten elders sprake is van extra pensioenopbouw, zal dit leiden tot een wijziging in en/of beëindiging van de voortzetting van de pensioenopbouw als bedoeld in artikel 6.2.5.
Het niet nakomen van de hiervoor onder a. en b. genoemde verplichtingen zal leiden tot beëindiging van deze regeling en kan tevens ingrijpende gevolgen hebben voor de voortzet- ting van de arbeidsovereenkomst.
c. Werknemer blijft gedurende deelname aan deze regeling gebonden aan alle bij Werkgever van toepassing zijnde richtlijnen en bepalingen opgenomen in Compliancereglementen, in het bijzonder het Reglement Privé-beleggingstransacties & Voorkoming Marktmisbruik, en alle hiervoor in de toekomst in de plaats tredende reglementen;
d. Het is Werknemer gedurende deelname aan deze regeling niet toegestaan om:
■ Informatie die tijdens het dienstverband te zijner kennis is gekomen, omtrent het bedrijf van Werkgever en/of enige met haar verbonden vennootschappen/ondernemingen en de activiteiten, de relaties/cliënten, leveranciers van Werkgever en/of enige met haar verbonden vennootschappen/ondernemingen, te openbaren aan derden of om van deze informatie gebruik te maken in de uitoefening van werkzaamheden en/of nevenactivi- teiten voor eigen rekening of in dienst van derden;
■ Nevenactiviteiten of arbeid te verrichten die mogelijk conflicteren met de belangen van
Werkgever en/of enige met haar verbonden vennootschappen/ondernemingen.
6.2.4 INKOMEN UIT REGELING OUDERE WERKNEMERS
Gedurende perioden dat Werknemer geen Passende werkzaamheden verricht, omdat Werkgever geen werkzaamheden heeft aangeboden, ontvangt hij op grond van deze regeling 75% van het op de laatste dag van de Herplaatsingstermijn geldende Maandinkomen. Dit bedrag wordt aangepast door toepassing van de in artikel 11 van de CAO SNS REAAL vermelde inkomensaanpassingen.
Gedurende perioden dat Werknemer Passende werkzaamheden verricht, ontvangt hij 100% van het hiervoor bedoelde Maandinkomen.
6.2.5 VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW
Gedurende deelname aan deze regeling wordt de opbouw van prepensioen en/of levenslang ouderdomspensioen voortgezet alsof Werknemer volledig werkzaam was gebleven en zijn vol-
ledige pensioengevende Jaarinkomen was blijven ontvangen. Werknemer blijft gedurende deze periode de bijdrage in de pensioenpremie verschuldigd op basis van de voor hem geldende pensioengrondslag.
6.2.6 OVERIGE ARBEIDSVOORWAARDEN
Gedurende deelname aan deze regeling blijven de CAO en Personeelsgids van Werkgever van toepassing, met inachtneming van de volgende bepalingen:
■ Werknemer kan eventueel gemaakte zakelijke kosten declareren op basis van de (dan) gel- dende declaratierichtlijn. Aan werknemer wordt geen mobiele telefoon of smartphone of leaseauto ter beschikking gesteld. Van het laatste kan slechts worden afgeweken met goedkeuring van de directeur P&O en geschiedt met in achtneming van de dan geldende fiscale bepalingen;
■ Deelname aan de levensloopregeling kan worden voortgezet met in achtneming van de hiervoor geldende reglementen en de (dan) geldende fiscale bepalingen.
6.2.7 HARDHEIDSCLAUSULE INZAKE PENSIOEN
Indien voor Werknemer een pensioenrichtleeftijd van 62 jaar geldt en hij:
■ heeft deelgenomen aan de Regeling Pluspool en
■ direct voorafgaande aan de beëindiging van deelname aan de Regeling Pluspool op een leeftijd van 62 jaar onvoldoende pensioen blijkt te hebben opgebouwd
wordt in overleg met Werkgever - op basis van de individuele situatie – gezocht naar een moge- lijke oplossing.
Werkgever zal Vakbonden periodiek voorzien van een geanonimiseerde rapportage over bereikte oplossingen.
6.2.8 EVALUATIE REGELING PLUSPOOL
Gedurende de looptijd van dit Sociaal Plan zullen Werkgever en Vakbonden overleggen over de effectiviteit van de Pluspoolregeling in combinatie met ouderenparticipatie, mede in het licht van ontwikkelingen op het gebied van verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd en de pensioenleeftijd.
In overleg kunnen partijen besluiten de Regeling Pluspool tijdens de looptijd van dit Sociaal Plan aan te passen. Deze aanpassingen hebben in dat geval onmiddellijke werking voor de Werknemers die deelnemen aan de regeling.
7.1 STATUS HERLOCEERDER
In geval de Standplaats wordt gewijzigd, is Werknemer gehouden zijn werk te volgen. Werknemer
krijgt de status van Herloceerder.
Indien de Reistijd van Herloceerder door de standplaatswijziging toeneemt en tevens langer is dan drie uur per dag, krijgt Herloceerder automatisch de status van Herplaatser. Herloceerder kan binnen twee weken na schriftelijke kennisgeving door Werkgever, de P&O-adviseur schriftelijk laten weten, dat hij zijn werk wil volgen, ondanks het feit dat zijn reistijd is toegenomen en meer dan drie uur per dag bedraagt (voor de berekening van de Reistijd zie onder 2.5 Definities). De status van Herplaatser komt dan te vervallen.
Indien Herloceerder niet tijdig reageert, meldt de P&O-adviseur hem schriftelijk aan bij Loop BaanPlaza. Herloceerder ontvangt van deze aanmelding een kopie. Alsdan zijn op Herloceerder de bepalingen uit Hoofdstuk 3 artikel 3.3.2 e.v., hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van dit Sociaal Plan van toepassing. Werkgever zal dit schriftelijk aan Xxxxxxxxxxxx bevestigen. De Herplaatsingstermijn begint dan op de datum van de standplaatswijziging.
De status van Herplaatser laat onverlet, dat Herloceerder zijn werk volgt tot het eerste van de volgende tijdstippen:
■ de datum waarop hij op grond van het Plan van aanpak (zie artikel 3.3.5) volledig wordt vrijgesteld van zijn oorspronkelijke werkzaamheden;
■ de datum waarop hij zijn werkzaamheden begint in een intern Passende functie;
■ de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Indien Herloceerder van mening is, dat het tijdelijk volgen van zijn functie op grond van zwaar- wegende belangen in redelijkheid niet van hem kan worden verlangd, kan hij een beroep doen op de hardheidsclausule (zie artikel 8.2).
7.2 ARBEIDSVOORWAARDEN BIJ STANDPLAATSWIJZIGING
7.2.1 REISKOSTEN WOON-WERKVERKEER
De geldende reiskostenregeling van Werkgever is van toepassing. Gedurende drie jaar na her- locatie zal – uitsluitend over de toegenomen afstand woon-werkverkeer – het tarief van de vaste reiskostenvergoeding (basisvergoeding) € 0,15 per kilometer bedragen. Tevens geldt gedurende deze periode geen maximale vergoedingsafstand.
Voor Herloceerder die per openbaar vervoer naar zijn nieuwe Standplaats wil reizen, maar voor vervoer naar de – in principe – dichtstbijzijnde opstapplaats gebruik wil maken van eigen vervoer, geldt het volgende:
■ bij gebruik van de eigen auto worden de reiskosten naar de opstapplaats vice versa vergoed, conform het hierboven gestelde. Daarnaast komen eventuele kosten voor het parkeren in de directe omgeving van de opstapplaats gedurende maximaal drie jaar na herplaatsing voor rekening van Werkgever, op basis van het voordeligste tarief. De fiscale gevolgen van de verstrekking of vergoeding zijn echter voor rekening van Herloceerder;
■ bij gebruik van de eigen fiets, kan Herloceerder in aanmerking komen voor vergoeding van de kosten van de fietsenstalling bij het NS-station, zoals omschreven in de geldende reis- kostenregeling van Werkgever.
7.2.2 REISTIJDCOMPENSATIE
Na standplaatswijziging heeft Werknemer recht op reistijdcompensatie indien is voldaan aan beide volgende voorwaarden:
■ de Reistijd is toegenomen (voor de berekening zie onder 2.5 Definities) en
■ de nieuwe Reistijd bedraagt meer dan twee uur per dag.
De dagelijkse werktijd zal gedurende 24 maanden worden verminderd met het toegenomen gedeelte van de Reistijd boven twee uur per dag. De vermindering zal echter niet meer dan 25% van de gemiddelde arbeidsduur per dag bedragen. De compensatie wordt niet uitbetaald en mag evenmin worden opgespaard.
7.2.3 VERHUISKOSTENREGELING
De verhuiskostenregeling is van toepassing, indien aan de volgende vier voorwaarden is voldaan:
■ De nieuwe Standplaats is ten minste 25 kilometer gelegen vanaf de oude Standplaats;
■ Werknemer verhuist daadwerkelijk binnen twee jaar na de standplaatswijziging;
■ door de standplaatswijziging is de enkele reisafstand tussen de huidige woning en de nieuwe Standplaats, gemeten langs de meest gebruikelijke weg, meer dan veertig kilometer geworden en is tevens de reistijd toegenomen;
■ door de verhuizing wordt de afstand tussen de nieuwe woning en de nieuwe Standplaats, gemeten langs de meest gebruikelijke weg, ten minste gehalveerd en met ten minste tien kilometer bekort ten opzichte van de oude woning.
Voor de hierna te noemen vergoedingen onder d. 1 en 2 draagt Werkgever de verschuldigde loonheffing door middel van eindheffing af. Deze heffingen zijn dus voor rekening van Werk gever. De overige hierna te noemen tegemoetkomingen worden bruto uitbetaald, tenzij de geldende fiscale wet- en regelgeving onbelaste vergoeding (of verstrekking) toestaat. Of dit het geval is, wordt vastgesteld door Werkgever. Voor meer informatie wordt verwezen naar intranet (P&O-site).
Per standplaatswijziging worden de vergoedingen slechts eenmaal verstrekt.
a. Verhuiskosten
De nota van de door Werkgever aan te wijzen verhuisonderneming met betrekking tot het overbrengen van de inboedel (waaronder begrepen in- en uitpakkosten, assurantiekosten en transportkosten) wordt door Werkgever betaald.
b. Herinrichtingskosten
Voor herinrichtingskosten wordt een tegemoetkoming gegeven, gelijk aan 12% van het Jaar salaris (twaalf maal het Maandsalaris op het tijdstip van verhuizing).
c. Dubbele woonlasten
■ Van koopwoning naar koopwoning: extra woonlasten worden vergoed voor zover bestaande uit de rente voor het overbruggingskrediet, voor zover deze aftrekbaar is in box 1, over een periode van ten hoogste drie maanden;
■ Van huurwoning naar huurwoning of koopwoning: bij dubbele woonlasten wordt het bedrag vergoed van de huur voor de oude woning, onder aftrek van een eventuele huurtoeslag, doch ten hoogste voor de termijn van opzegging van de huur;
■ Van koopwoning naar huurwoning: bij dubbele woonlasten worden de rentelasten van de hypotheek op de oude woning vergoed over een periode van ten hoogste drie maanden;
■ Opslagkosten: ingeval tijdelijk geen woonruimte beschikbaar is, komen - in overleg - opslag- kosten van de inboedel voor vergoeding in aanmerking.
d. Kosten verbonden aan het afstoten van de oude woning en het verwerven van de nieuwe woning
Werknemer komt bij koop in aanmerking voor een tegemoetkoming in
1. verwervingskosten: overdrachtsbelasting (bestaande woning), omzetbelasting (nieuwbouw- woning), makelaarskosten, notariskosten transportakte;
2. verkoopkosten oude woning: er wordt een tegemoetkoming gegeven voor de makelaarskosten; Voor bovenstaande tegemoetkomingen neemt Werkgever de fiscale heffing voor zijn rekening.
Voorts komt Werknemer in aanmerking voor vergoeding van:
■ bouwrente (grond- of reserveringsrente) die betrekking heeft op de periode na het onder- tekenen van de koop-/aanneemovereenkomst;
■ kosten hypotheekvestiging c.q. notariskosten hypotheekakte;
■ boeterente wegens vervroegd aflossen hypotheek: indien bij vervroegde aflossing een boeteclau- sule in werking treedt, wordt de boete vergoed, voor zover geen sprake is van rentearbitrage;
■ makelaarskosten bij huurbemiddeling: de gemaakte kosten worden vergoed.
e. Kosten verbonden aan het opknappen van een nieuwe huurwoning
Aan Werknemer die voldoet aan de voorwaarden van de Verhuiskostenregeling, een woning huurt en voor deze woning opknapkosten moet maken die niet voor rekening van de verhuur- der komen, kan onder overlegging van de rekeningen een tegemoetkoming worden verstrekt. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de redelijkheid van de kosten worden aangetoond. De tegemoetkoming bedraagt maximaal twee maal het Maandsalaris op het tijdstip van de verhuizing.
f. Tijdelijke subsidie extra woonlasten
Als door niet vermijdbare oorzaken de bruto woonlasten na verhuizing zijn gestegen, zal een aflopende inkomenssubsidie worden gegeven. De subsidie wordt uitbetaald onder inhouding van de verplichte fiscale en sociale lasten.
Voor subsidiëring komen in aanmerking:
■ Het verschil in huur tussen oude en nieuwe huurwoning (rekening houdend met een even- tuele huurtoeslag)
■ De hypotheekrente over het prijsverschil tussen oude en nieuwe koopwoning
■ Het verschil tussen huur oude huurwoning en huurwaarde nieuwe koopwoning
■ Het verschil tussen huurwaarde oude koopwoning en huur nieuwe huurwoning
■ Eventuele kosten in verband met periodieke erfpachtcanons, recht van opstal of beklemming.
Bij het bepalen van het verschil zal de rol van ongelijkwaardigheid tussen oude en nieuwe woning worden geëlimineerd. Taxatierapporten en prijsvergelijkingen tussen de oude en nieuwe regio kunnen worden aangevraagd via een hypotheekadviseur van SNS Bank.
De subsidie bedraagt:
■ 100% van het verschil gedurende het eerste jaar
■ 66% van het verschil gedurende het tweede jaar
■ 33% van het verschil gedurende het derde jaar.
8 OVERIGE BEPALINGEN
Tijdens het overleg tussen Vakbonden en Werkgever is een aantal afspraken gemaakt waarmee bij de uitvoering van de regelingen uit dit Sociaal Plan rekening gehouden zal worden.
8.1 FISCALE CONSEQUENTIES
Tenzij nadrukkelijk anders vermeld, zijn de in dit plan genoemde vergoedingen bruto, dat wil zeggen onderworpen aan de loonheffingen (loonbelasting, premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet), een en ander ter beoordeling van Werkgever.
Werkgever zal als inhoudings- en premieplichtige alle wettelijke verplichte heffingen op de uit hoofde van dit Sociaal Plan uit te betalen bedragen inhouden. Werkgever zal de vergoedingen op de voor Werknemer fiscaal gezien meest vriendelijke wijze behandelen.
Indien Werkgever ter zake van toegekende verstrekkingen of vergoedingen (in de toekomst) wordt geconfronteerd met een naheffingsaanslag van de belastingdienst die het gevolg is van het verwijtbaar verstrekken van onjuiste en/of onvolledige informatie door Werknemer, zal Werkgever deze conform de wettelijke fiscale bepalingen op Werknemer verhalen.
8.2 HARDHEIDSCLAUSULE
De bepalingen van het Sociaal Plan hebben een standaard karakter. Indien Werknemer van mening is, dat onverkorte toepassing van het Sociaal Plan, gezien zijn persoonlijke omstandig- heden, in verhouding tot de belangen van Werkgever, tot een voor hem onbillijke situatie leidt, kan hij bij de directeur P&O een beroep op de hardheidsclausule doen. De directeur P&O zal binnen twee weken na ontvangst van het verzoek een uitspraak doen.
Een beroep op de hardheidsclausule wordt slechts in behandeling genomen als dit schriftelijk wordt gedaan en voorzien is van een deugdelijke motivering.
8.3 TOETSINGSCOMMISSIE
Indien Werknemer van mening is, dat het Sociaal Plan in zijn persoonlijke situatie niet correct wordt toegepast of leidt tot een onbillijke situatie, dan kan hij zich wenden tot zijn leiding- gevende. Mocht dit naar het oordeel van Werknemer niet leiden tot een aanvaardbaar resultaat, dan kan Werknemer binnen drie weken na het ontstaan van de aanleiding van het bezwaar, bezwaar aantekenen bij de Toetsingscommissie.
De Toetsingscommissie bestaat uit vijf personen. Vakbonden zullen twee leden in de Toetsingscommis sie benoemen, evenals Werkgever. Gezamenlijk zullen zij een onafhankelijke voorzitter benoemen.
Werkgever beslist schriftelijk binnen twee weken na ontvangst van het advies van de Toet singscommissie. Werkgever zal slechts wegens zwaarwegende redenen van het advies afwijken. Werkgever zal zijn besluit beargumenteerd meedelen aan Werknemer, de Toetsingscommissie, de leidinggevende en P&O. Het reglement van de Toetsingscommissie is als bijlage bij het Sociaal Plan opgenomen.
8.4 WET MELDING COLLECTIEF ONTSLAG (WMCO)
Partijen hebben kennis genomen van de wijzing van de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO) per 1 maart 2012. Zij verklaren in dat licht dat dit Sociaal Plan tot het einde van de looptijd onverkort geldt voor alle Reorganisaties bij Werkgever in de zin van dit Sociaal Plan waarvoor de medezeggenschap positief advies heeft uitgebracht. Partijen zijn het er daarom over eens dat tot het einde van de looptijd van het Sociaal Plan alle uit dergelijke Reorganisaties voortvloei- ende ontslagen gemeld zijn op de wijze zoals voorgeschreven in de WMCO, terwijl ook voor het overige is voldaan aan artikel 5a lid 1 WMCO. De vakbonden achten zich over die ontslagen voldoende door de Werkgever geraadpleegd. Dit overleg heeft immers geresulteerd in het hui- dige Sociaal Plan, waarin een reeks van maatregelen is afgesproken, waarmee boventalligheid zoveel mogelijk wordt voorkomen, en boventallige medewerkers negen maanden vanuit hun dienstverband begeleid worden naar nieuw werk gesteund door financiële faciliteiten.
REGLEMENT TOETSINGSCOMMISSIE SOCIAAL PLAN
1 DEFINITIES EN REIKWIJDTE
1.1 In dit reglement zijn alleen definities die niet in het Sociaal Plan vermeld staan, opgenomen.
Vakbonden
De Unie, FNV en CNV Dienstenbond
Partijen betrokken bij de totstandkoming van het Sociaal Plan
Werkgever en vakbonden
Sociaal Plan
De tekst van het geldende Sociaal Plan, alsmede de daarop door partijen gezamenlijk aange- brachte wijzigingen en aanvullingen
Bezwaarschrift
De schriftelijke vastlegging van het bezwaar
Toetsingscommissie
De commissie die bevoegd is het bezwaarschrift in behandeling te nemen
1.2 Dit reglement is van toepassing als een individuele werknemer een bezwaarschrift indient tegen de passendheid van een hem of haar aangeboden functie of tegen de wijze waarop andere onderdelen van het Sociaal Plan op hem of haar worden toegepast door de werkgever.
1.3 De Toetsingscommissie neemt alleen bezwaarschriften in behandeling waaruit aantoonbaar blijkt dat de werknemer over zijn/haar bezwaren overleg heeft gevoerd met zijn leidinggevende en de Adviseur LoopBaanPlaza c.q. de P&O-adviseur en dit overleg als afgerond kan worden beschouwd.
2 SAMENSTELLING VAN DE TOETSINGSCOMMISSIE
2.1 De Toetsingscommissie bestaat uit vijf leden. De samenstelling is als volgt:
a) Twee leden worden benoemd door SNS REAAL N.V.4, partij bij het Sociaal Plan
b) Twee leden worden benoemd in overleg tussen de vakbonden De Unie, FNV en CNV Dien- stenbond, partij bij het Sociaal Plan
c) Eén onafhankelijk lid, tevens voorzitter, alsmede een (onafhankelijke) plaatsvervangend voorzitter worden benoemd door SNS REAAL N.V. en de vakbonden gezamenlijk
4) Na de voorziene overdracht van het juridisch werkgeverschap van SNS REAAL N.V. aan SNS Bank N.V. resp. REAAL N.V. zal een tussentijdse benoeming in onderling overleg tussen SNS BANK N.V. en REAAL N.V. tot stand komen
2.2 De Toetsingscommissie kan worden bijgestaan door een daartoe aangestelde secretaris. Werkgever
draagt de daaraan verbonden kosten en zorgt voor secretariële ondersteuning.
2.3 De leden van de Toetsingscommissie zijn benoemd voor de periode die nodig is om uitspraak te doen over de met betrekking tot dit Sociaal Plan bedoelde bezwaren van werknemers.
2.4 De leden van de Toetsingscommissie zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen bij het uitoefenen van hun taak ter kennis komt. Deze geheimhoudingsplicht geldt ook voor de secretaris van de Toetsingscommissie.
2.5 De leden van de Toetsingscommissie als bedoeld in lid 1 van dit artikel genieten de rechtsbe- scherming die leden van een ondernemingsraad hebben ingevolge artikel 7: 670 lid 4 en/of 7: 670a lid 1 sub a en b Burgerlijk Wetboek.
3 ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEZWAAR
3.1 Het bezwaar wordt ingediend bij het secretariaat van de Toetsingscommissie.
3.2 Niet ontvankelijk is het bezwaar:
a) dat niet binnen twee weken nadat de schriftelijke bevestiging van het weigeren van de passende functie ontvangen is, het secretariaat van de Toetsingscommissie heeft bereikt
b) dat niet uiterlijk binnen drie weken na het ontstaan van de aanleiding van het bezwaar het secretariaat van de Toetsingscommissie heeft bereikt (ieder bezwaar, uitgezonderd het weigeren van een passende functie)
c) dat niet voortvloeit uit de toepassing van het Sociaal Plan
d) waarover de werknemer niet op voorhand het overleg heeft gevoerd zoals bedoeld in artikel 1 lid 3
e) dat niet is voorzien van een motivering van het bezwaar
3.3 Een bezwaar wordt aanhangig gemaakt door toezending van een met redenen omkleed en door of namens de werknemer ondertekend bezwaarschrift aan het secretariaat van de Toet singscommissie. Dit adres is te vinden op intranet (P&O-site).
3.4 Zowel de werknemer als de werkgever kan zich in het kader van de procedure bij de Toetsings commissie laten bijstaan door een raadsman of -vrouw of andere belangenbehartiger. Eventuele aan deze bijstand verbonden kosten komen voor rekening van de werknemer c.q. de werkgever.
3.5 Na ontvangst van het bezwaarschrift gaat de Toetsingscommissie na of het bezwaar ontvankelijk is. Als het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard, stelt de Toetsingscommissie de werknemer hiervan zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken nadat het bezwaarschrift door de Toetsingscommissie is ontvangen, schriftelijk en gemotiveerd in kennis. Tevens informeert de Toetsingscommissie de werkgever en de leidinggevende c.q. de P&O-adviseur dat het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard.
3.6 Als het bezwaar ontvankelijk is, stuurt de Toetsingscommissie een kopie van het bezwaarschrift aan de leidinggevende en de Adviseur LoopBaanPlaza c.q. de P&O adviseur, met de mededeling
dat het bezwaarschrift in behandeling wordt genomen. De Toetsingscommissie stelt de leidingge- vende en de Adviseur LoopBaanPlaza c.q. de P&O-adviseur binnen een door de Toetsingscommissie gestelde termijn in de gelegenheid schriftelijk te reageren op het bezwaarschrift.
3.7 De Toetsingscommissie kan de werknemer alsook de leidinggevende of de Adviseur LoopBaanPlaza
c.q. de P&O-adviseur opdragen nadere stukken in te dienen binnen een door de Toetsingscom missie gestelde termijn en op een door de Toetsingscommissie voorgeschreven wijze. De Toet singscommissie stuurt deze stukken in kopie naar de andere partij, zodat beide partijen van alle stukken in de bezwaarprocedure kennis kunnen nemen.
4 DE HOORZITTING
4.1 Op verzoek van de werknemer, de leidinggevende of de Adviseur LoopBaanPlaza c.q. de P&O- adviseur, of indien de Toetsingscommissie dit zelf gewenst acht, kan een hoorzitting plaatsvin- den binnen acht weken nadat het bezwaarschrift door de Toetsingscommissie is ontvangen. In bijzondere gevallen kan deze termijn met twee weken worden verlengd. Is er sprake van een bezwaar in verband met het weigeren van een passende functie door de werknemer, dan dient, indien een van de betrokken partijen dit gewenst acht, de hoorzitting plaats te vinden binnen vier weken nadat het bezwaarschrift door de Toetsingscommissie is ontvangen.
4.2 Voor een hoorzitting worden de werknemer en de leidinggevende c.q. de Adviseur LoopBaanPlaza
c.q. de P&O-adviseur ten minste één week van tevoren schriftelijk uitgenodigd. Partijen zijn niet verplicht te verschijnen.
4.3 Bij de hoorzitting zullen ten minste drie leden van de Toetsingscommissie aanwezig zijn, te weten een lid namens de werkgever, een lid namens de vakbonden en de (plaatsvervangend) voorzitter.
4.4 Bij de hoorzitting zullen ten minste drie leden van de Toetsingscommissie aanwezig zijn, te weten een lid namens de werkgever, een lid namens de vakbonden en de (plaatsvervangend) voorzitter.
4.5 Zowel de werknemer als de leidinggevende of Adviseur LoopBaanPlaza c.q. de P&O-adviseur kan zich tijdens de hoorzitting door een raadsman, -vrouw of andere belangenbehartiger laten bijstaan.
4.6 De Toetsingscommissie kan beide partijen tijdens de hoorzitting vragen stellen die zij relevant acht.
4.7 De Toetsingscommissie kan, op verzoek van werknemer, leidinggevende, Adviseur LoopBaanPlaza
c.q. de P&O-adviseur of zelfstandig, andere personen oproepen bij de hoorzitting te verschijnen.
5 HET ADVIES VAN DE TOETSINGSCOMMISSIE
5.1 Het advies van de Toetsingscommissie is gebaseerd op regels neergelegd in het van toepassing zijnde Sociaal Plan, het Burgerlijk Wetboek en overige relevante wetsbepalingen en jurispru- dentie.
5.2 De Toetsingscommissie brengt haar advies uit binnen twee weken na de dag van de hoorzitting. Heeft het bezwaar betrekking op het weigeren van een passende functie dan wel op het niet of onvoldoende nakomen van verplichtingen als bedoeld in artikel 4.2 van het Sociaal Plan , dan is deze termijn een week. Indien geen hoorzitting is gehouden brengt de Toetsingscommis sie haar advies uit binnen zes weken nadat het bezwaarschrift door haar ontvangen is. Heeft het bezwaar betrekking op het weigeren van een passende functie, dan is deze termijn twee weken. In bijzondere omstandigheden kunnen de termijnen met twee weken worden verlengd.
5.3 Het advies van de Toetsingscommissie komt tot stand bij meerderheid van stemmen. Het advies geeft het standpunt van de Toetsingscommissie als geheel weer.
5.4 Het advies wordt ondertekend door of namens de (plaatsvervangend) voorzitter.
5.5 Het advies wordt gestuurd aan de werkgever en wordt in kopie verstrekt aan de werknemer, de leidinggevende en de Adviseur LoopBaanPlaza c.q. de P&O-adviseur.
5.6 De Toetsingscommissie vermeldt in het advies dat:
a) de werkgever op grond van het van toepassing zijnde Sociaal Plan verplicht is binnen twee weken op het advies van de Toetsingscommissie te beslissen. Heeft het bezwaar betrekking op het weigeren van een passende functie, dan is deze termijn een week.
b) de werkgever slechts wegens zwaarwegende redenen van het advies van de Toetsingscom missie mag afwijken
c) de werkgever in dat geval zijn besluit beargumenteerd moet meedelen aan de betrokken werknemer en de Toetsingscommissie
Als de werkgever het advies van de Toetsingscommissie omzet in een besluit, zendt de werkgever dit besluit aan de werknemer en in kopie aan de leidinggevende, de Adviseur LoopBaanPlaza c.q. de P&O-adviseur en het secretariaat van de Toetsingscommissie.
5.7 De bezwaarprocedure brengt geen kosten voor de werknemer met zich mee, met uitzondering van eventuele kosten van bijstand als bedoeld onder 3.4. en 4.5.
6 BEROEPSPROCEDURE
Tegen het advies van de Toetsingscommissie kan geen beroep worden ingesteld. Het staat de werkgever en/of de werknemer vrij te allen tijde (zowel tijdens als na het afsluiten van de bezwaarprocedure) een procedure bij de civiele rechter aanhangig te maken. Indien een derge- lijke procedure dezelfde vraagstelling heeft als de bezwaarprocedure, zal de Toetsingscommissie het bezwaar niet (verder) in behandeling nemen.
7 DUUR REGLEMENT
Dit reglement is van toepassing gedurende de looptijd van dit Sociaal Plan.
SOCIAAL PLAN SNS REAAL 1 AUGUSTUS 2014 - 31 DECEMBER 201G