INHOUDSOPGAVE
Gedragscode Oak Pensioen
mei 2023
INHOUDSOPGAVE
Artikel 2 Inleidende bepalingen 5
Artikel 4 Algemene verplichtingen Verbonden Personen 6
Artikel 5 Algemene uitgangspunten persoonlijke transacties (insiderregeling) 9
Artikel 6 Toezicht op persoonlijke transacties (insiderregeling) 10
Artikel 7 Vertrouwelijkheid en privacybescherming bij verwerking persoonsgegevens 11
Artikel 9 Compliance officer 11
Artikel 10 Ondertekening gedragscode en kwartaalverklaring 12
Artikel 12 Advies en bezwaar 13
Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden 13
ARTIKEL 1 DEFINITIES
1.1 Verbonden Personen zijn:
a. leden van het Bestuur,
b. leden van het verantwoordingsorgaan en de onafhankelijke auditcommissie,
c. externe beleggingsadviseur,
d. medewerkers van het Bestuursbureau,
e. het bestuur kan andere (groepen van) mensen als Verbonden Persoon aanwijzen. Medewerkers van uitbestedingspartners zijn geen Verbonden Personen, tenzij deze op basis van lid e van dit artikel wel als zodanig door het bestuur zijn aangewezen.
1.2 Insiders zijn:
Verbonden Personen, die direct of indirect bij transacties van het pensioenfonds in financiële instrumenten zijn betrokken, dan wel anderszins uit hoofde van hun werkzaamheden, beroep of functie over voorwetenschap beschikken of kunnen beschikken. Een insider is ook de Verbonden Persoon die kan beschikken over andere vertrouwelijke (markt)informatie. Het bestuur kan andere (groepen van) Verbonden Personen als insider aanwijzen.
Het bestuur (of de compliance officer namens het bestuur) stelt een Verbonden Persoon schriftelijk op de hoogte als hij wordt aangemerkt als insider en de gevolgen daarvan.
Het bestuur heeft in ieder geval als insider aangewezen: de uitvoerend bestuurder die portefeuillehouder vermogensbeheer is, de externe beleggingsadviseur en de ondersteuner van de externe beleggingsadviseur.
1.3 Gelieerde derden zijn de:
a. echtgenoot, echtgenote of partner van de Verbonden Persoon,
b. bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad van de Verbonden Persoon,
c. (andere) personen die tot het huishouden van de Verbonden Persoon behoren,
d. lasthebbers en vermogensbeheerders (niet zijnde vrije hand beheerders), voor zover handelend ten behoeve van de Verbonden Persoon,
e. rechts- of natuurlijke personen met wie de Verbonden Persoon een relatie heeft welke van dien aard is dat de insider, een direct of indirect wezenlijk belang heeft bij het resultaat van een transactie in een financieel instrument.
1.4 Bestuur is: het algemeen bestuur van het pensioenfonds (het niet-uitvoerend bestuur en het uitvoerend bestuur gezamenlijk).
1.5 Bestuursbureau is: het bestuurbureau van het pensioenfonds.
1.6 Compliance Officer is: de externe functionaris die door het bestuur van het pensioenfonds als compliance officer is benoemd.
1.7 Persoonlijke transactie is:
a. een transactie in een financieel instrument, door of in naam van een insider, waarbij:
1. de insider handelt anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of functie,
2. een transactie wordt verricht voor rekening van de insider, of
3. een transactie wordt verricht voor rekening van xxxxxxxxx derden, dan wel
b. een andersoortige (financiële) transactie, inclusief het anders dan in de uitoefening van zijn beroep of functie verrichten, doen verrichten of bewerkstelligen van enige handeling, ten voordele van de insider of gelieerde derden.
1.8 Financieel instrument is:
a. effect,
b. geldmarktinstrument,
c. recht van deelneming in een beleggingsinstelling, niet zijnde een effect,
d. derivatencontract, waaronder begrepen maar daartoe niet beperkt een optie, future, swap, valuta- en rentetermijncontract,
e. overige financiële instrumenten in de zin van de Wet op het financieel toezicht, en voorts al hetgeen naar de opvattingen in het maatschappelijk verkeer als zodanig wordt beschouwd.
1.9 Integriteitsrisico is:
gevaar voor de aantasting van de (goede) reputatie, alsmede de bestaande en toekomstige bedreiging van het vermogen of resultaat van het pensioenfonds.
1.10 Reputatierisico is:
gevaar voor de aantasting van de goede reputatie van het pensioenfonds.
1.11 Voorwetenschap is:
de bekendheid met informatie die concreet is en die rechtstreeks of middellijk betrekking heeft op een uitgevende instelling, waarop de financiële instrumenten betrekking hebben, of omtrent de handel in deze financiële instrumenten, welke informatie niet openbaar is gemaakt en waarvan openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de financiële instrumenten of op de koers van daarvan afgeleide financiële instrumenten.
1.12 Compliance is:
het bewerkstelligen van een integere bedrijfsvoering van het pensioenfonds en een integere cultuur waar het als vanzelfsprekend is dat Verbonden Personen handelen in overeenstemming met de geldende maatschappelijke normen en de (ongeschreven) wet- en regelgeving.
1.13 Belanghebbenden:
de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, overige aanspraakgerechtigden en werkgevers.
1.14 Persoonsgegevens zijn:
Alle informatie over betrokkenen; en
Alle informatie die betrokkene direct of indirect kan identificeren.
1.15 Betrokkene is:
De geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen zoals opgenomen in het privacyreglement van het fonds.
1.16 Privacyregelgeving is:
De wet- en regelgeving bij of krachtens de Algemene Verordening Gegevensbescherming EU 2016/679 (AVG).
1.17 Nevenfunctie is:
Iedere functie die een Verbonden Persoon verricht naast zijn functie bij het pensioenfonds.
1.18 Andere vertrouwelijke (markt)informatie is:
Informatie die door haar aard of inhoud als zelfstandig gegeven of in combinatie met andere gegevens tot een informatievoorsprong (voorwetenschap) kan leiden voor de Verbonden Persoon of een gelieerde derde. Daarbij is het niet relevant of deze personen werkzaam zijn voor het pensioenfonds of dat deze personen elders werkzaam zijn.
1.19 Zakelijke contacten zijn:
Partijen van wie het pensioenfonds tegen betaling diensten afneemt, waaronder begrepen leveranciers en dienstverleners.
1.20 Waar in deze gedragscode staat geschreven ‘hij’ of ‘zijn’ moet tevens worden gelezen ‘zij’ of ‘haar’.
ARTIKEL 2 INLEIDENDE BEPALINGEN
2.1 Het doel van de gedragscode is het waarborgen en handhaven van het vertrouwen in het pensioenfonds door belanghebbenden, door gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag te voorkomen. De gedragscode kent daartoe algemene gedragsregels voor Verbonden Personen en aanvullende gedragsregels voor insiders.
2.2 De gedragscode bevordert de transparantie rondom gedragsregels en maakt duidelijk aan alle bij het pensioenfonds Verbonden Personen – ook voor de bescherming van hun eigen belangen
– wat wel en wat niet is geoorloofd.
2.3 De gedragscode draagt mede bij aan het integer functioneren van het pensioenfonds ten behoeve van al diegenen die bij het pensioenfonds belang hebben en het waarborgen van de goede naam en reputatie van het pensioenfonds en de pensioensector in het algemeen.
2.4 De organisatie waaraan het pensioenfonds werkzaamheden heeft uitbesteed, dan wel wordt ingehuurd voor essentiële werkzaamheden van het pensioenfonds, moet beschikken over een gedragscode (inclusief een Insiderregeling voor relevante groepen) die op uitgangspunten gelijkwaardig is aan die van het pensioenfonds.
2.5 Het bestuur van het pensioenfonds is eindverantwoordelijk voor het naleven van de verplichtingen die voortvloeien uit enige wettelijke bepaling of de gedragscode.
2.6. Voor zover personen die onder de gedragscode vallen ook onder een algemene gedragscode vallen in het kader van hun arbeidsovereenkomst, worden de bepalingen van de algemene gedragscode beschouwd als een aanvulling op de gedragscode, en een nadere uitwerking daarvan.
2.7 Indien een Verbonden Persoon, niet zijnde de voorzitter, toestemming nodig heeft, wordt, voor zover niet anders bepaald, toestemming gevraagd aan de voorzitter van het bestuur. Indien de voorzitter van het bestuur toestemming nodig heeft, dan wordt die gevraagd aan de compliance officer.
ARTIKEL 3 NORMEN
3.1 Van iedere Verbonden Persoon wordt verwacht dat hij zich onder alle omstandigheden zal gedragen volgens de hoogste normen van het pensioenfonds.
De Verbonden Persoon:
a. voorkomt dat zijn privébelangen in conflict komen dan wel verstrengeld raken met de belangen van het pensioenfonds, dan wel dat de schijn hiervan wordt opgewekt. Dit geldt ook bij alle contacten met derden;
b. vermijdt het gebruik van voorwetenschap of andere vertrouwelijke (markt)informatie dan wel van misbruik en oneigenlijk gebruik van bij het pensioenfonds voorhanden zijnde vertrouwelijke informatie;
c. voorkomt koersmanipulatie en andere misleidende handelingen;
d. gaat op een uiterst zorgvuldige wijze om met de (persoons)gegevens waar hij de beschikking over heeft of kan hebben.
3.2 Van iedere Verbonden Persoon wordt verwacht dat hij zich bewust is van het risico van corruptie. De Verbonden Persoon zal zich niet inlaten met omkoping of enige andere vorm van corruptie.
3.3 Het is niet toegestaand derden te betrekken bij handelingen die in strijd zijn met de gedragscode.
3.4 Het is niet toegestaan de normen van de gedragscode te omzeilen door het betrekken van (gelieerde) derden.
3.5 Verbonden Personen behandelen elkaar met respect. Er wordt naar elkaar geluisterd in een open sfeer. Alle vormen van agressie, geweld, pesten, (seksuele) intimidatie en discriminatie worden beoordeeld als ongewenst gedrag.
ARTIKEL 4 ALGEMENE VERPLICHTINGEN VERBONDEN PERSONEN
Artikel 4.1 Belangenconflicten
De Verbonden Persoon draagt er zorg voor iedere situatie die aanleiding geeft of zou kunnen geven tot een belangenconflict, te vermijden. De Verbonden Persoon is verplicht elk belangenconflict direct te melden aan de compliance officer. Voor de volgende gevallen, waarin sprake kan zijn van een belangenconflict, gelden specifieke regels:
1 relatiegeschenken;
2 uitnodigingen ontvangen uit hoofde van de functie bij het pensioenfonds;
3 nevenfuncties;
4 zakelijke belangen;
5 pensioenfondseigendommen en
6 (aspirant) leveranciers en dienstverleners.
Uitgangspunt in deze gevallen van mogelijke belangenconflicten is dat iedere Verbonden Persoon een eigen verantwoordelijkheid heeft richting het pensioenfonds en de belanghebbenden van het pensioenfonds.
Uitnodigingen die een Verbonden Persoon voornemens is te aanvaarden en die niet uit hoofde van de functie bij het pensioenfonds worden ontvangen, hoeven niet gemeld te worden, tenzij de Verbonden Persoon vermoedt dat deze uitnodiging wordt ontvangen om invloed uit te oefenen op hem/haar als Verbonden Persoon van het pensioenfonds.
1. Relatiegeschenken
De Verbonden Xxxxxxx gaat terughoudend en transparant om met het aanvaarden van relatiegeschenken om te voorkomen dat (de schijn ontstaat dat) het aanvaarden van een relatiegeschenk van invloed kan zijn op beslissingen van het fonds. Het ontvangen van relatiegeschenken door een Verbonden Persoon is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
- relatiegeschenken van één bedrijf of instelling tot maximale waarde van € 50 per jaar,
- zo spoedig mogelijke melding van alle aangeboden geschenken met een waarde van
meer dan € 50 aan de compliance officer, en
- onmiddellijke melding van mogelijke beïnvloeding door (toekomstige) relaties van het pensioenfonds aan de compliance officer.
Indien (het bestuur van) het pensioenfonds het opportuun acht zelf relatiegeschenken te geven, mag de waarde daarvan niet meer zijn dan € 50 per relatie per jaar.
Het is niet toegestaan relatiegeschenken te geven om daarmee toekomstige beslissingen van derden te beïnvloeden.
2. Uitnodigingen ontvangen uit hoofde van de functie bij het pensioenfonds
1. Reizen, bedrijfsbezoeken en congressen/seminars in het buitenland en evenementen Uitnodigingen voor reizen, bedrijfsbezoeken en congressen/seminars in het buitenland kunnen alleen worden geaccepteerd onder de volgende voorwaarden:
• er is geen sprake van een potentieel belangenconflict, en
• (voor reizen:) het om een groepsreis gaat en de reis- en verblijfkosten voor rekening van het pensioenfonds zijn (het meereizen van partner (anders dan op eigen kosten) is niet toegestaan), en
• het zakelijke karakter en het belang voor het pensioenfonds wordt aangetoond, en
• de uitnodiging vooraf is goedgekeurd door de voorzitter en door de Verbonden Persoon gemeld wordt aan de compliance officer tezamen met de goedkeuring van de voorzitter.
Er wordt terughoudend omgegaan met frequent repeterende uitnodigingen.
2. Congressen / seminars in Nederland
Uitnodigingen voor congressen/seminars in Nederland op het eigen vakgebied van een Verbonden Persoon kunnen worden geaccepteerd onder de volgende voorwaarden:
• er is geen sprake is van een potentieel belangenconflict, en
• de Verbonden Persoon informeert vooraf per e-mail de voorzitter en de compliance officer en deze hebben niet laten weten dat zij bezwaar hebben. .
Bijeenkomsten van de Pensioenfederatie, de Nederlandsche Bank of Autoriteit Financiële Markten hoeven niet te worden gemeld.
3. Spreker congres
Uitnodigingen om als spreker op te treden op een congres of seminar mogen worden aanvaard indien:
• er geen sprake is van een potentieel belangenconflict,
• de eventuele beloning in verhouding staat met de verrichte werkzaamheden,
• het voornemen tot spreken vooraf per e-mail is gemeld aan de voorzitter en de compliance officer en deze niet hebben laten weten dat zij bezwaar hebben.
3. Nevenfuncties
Het aanvaarden of continueren van een nevenfunctie van een Verbonden Persoon is toegestaan na goedkeuring door het bestuur.
Bij de beoordeling wordt getoetst of sprake is van een nevenfunctie welke:
• de schijn heeft, of kan opwekken, van een belangenconflict,
• onevenredige tijdsbesteding met zich meebrengt ten opzichte van de taak bij het fonds,
• kan leiden tot reputatieschade voor het fonds.
De Verbonden Persoon doet tevens melding van de nevenfunctie bij de compliance officer via de compliance mailbox (xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx). Daarbij wordt ook aangegeven of binnen de nevenfunctie activiteiten zijn die kunnen leiden tot een belangenconflict.
4. Financiële belangen in zakelijke relaties
Het, al dan niet via een gelieerde derde, houden van een financieel belang in een bedrijf of instelling waarmee het pensioenfonds een zakelijke relatie onderhoudt, of mogelijk zaken gaat doen, is in verband met een (potentieel) belangenconflict in principe niet toegestaan. Een voornemen tot financiële belangen in een bedrijf of instelling waarbij sprake is van een zakelijke relatie met het pensioenfonds dient vooraf te worden gemeld aan de voorzitter van het bestuur en de compliance officer. De compliance officer beoordeelt of het voorgenomen financiële belang toelaatbaar is op grond van de onderhavige gedragscode. Het bestuursbureau registreert de meldingen en meldt deze naar de stand van het einde van ieder kwartaal aan de compliance officer.
5. Pensioenfondseigendommen
De Verbonden Persoon gaat zorgvuldig om met de bedrijfsmiddelen van het pensioenfonds. Privégebruik van bedrijfsmiddelen is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van het bestuur. Voorbeelden zijn intellectueel eigendom, kantoorbenodigdheden, computers en computerprogramma’s.
6. (Aspirant) Leveranciers en dienstverleners
Het is de Verbonden Persoon niet toegestaan als privépersoon transacties aan te gaan of privégebruik te maken van diensten van (aspirant) leveranciers en zakelijke dienstverleners, waarmee het pensioenfonds direct of indirect zakelijke contacten onderhoudt, tenzij als dit algemeen gebruikelijk is, de diensten tegen marktconforme voorwaarden worden uitgevoerd en geldelijk privé-voordeel is uitgesloten. Melding hiervan dient te worden gedaan aan de voorzitter van het bestuur en de compliance officer. De toelaatbaarheid wordt beoordeeld door de voorzitter van het bestuur, desgewenst in overleg met de compliance officer. Het bestuursbureau registreert de meldingen en meldt deze naar de stand van het einde van ieder kwartaal aan de compliance officer.
Artikel 4.2 Voorwetenschap
4.2.1 De Verbonden Persoon mag geen gebruik maken van voorwetenschap. De Verbonden Persoon dient verder uiterste zorgvuldigheid te betrachten bij de behandeling van informatie waarvan hij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat deze informatie moet worden aangemerkt als vertrouwelijke (markt)informatie. Het gebruik van voorwetenschap en het verspreiden van andere vertrouwelijke informatie is slechts toegestaan indien een zorgvuldige uitoefening van zijn functie dat vereist.
4.2.2 De Verbonden Persoon die met betrekking tot financiële instrumenten over informatie beschikt als bedoeld in artikel 3.2.1, onthoudt zich van het verrichten van transacties of het aanzetten tot het verrichten van transacties, zowel rechtstreeks als middellijk, in die financiële instrumenten, dan wel van het daarover te adviseren, anders dan van hem bij een zorgvuldige uitoefening van zijn functie mag worden verwacht.
4.2.3 Het is de Verbonden Persoon verboden om transacties in een financieel instrument te (laten) verrichten naar aanleiding van of vooruitlopend op effectenorders van het pensioenfonds.
4.2.4 De Verbonden Persoon, anders dan de insider, die beschikt over informatie als bedoeld in artikel 4.2.1 rapporteert dit aan de compliance officer. De compliance officer deelt onverwijld aan de betrokken Verbonden Persoon mee of hij als insider wordt aangemerkt, en stelt hem op de hoogte van de gevolgen van de aanwijzing als insider.
4.2.5 Iedere Verbonden Persoon is desgevraagd gehouden alle informatie aan de compliance officer te verschaffen in het kader van de strikte naleving van de gedragscode.
Artikel 4.3 Social media gebruik
Iedere Verbonden Persoon is verplicht zorgvuldig om te gaan met communicatiemiddelen zoals e-mail en social media. Acitiviteiten van Verbonden Personen op social media zijn veelal persoonlijk, maar kunnen in voorkomende gevallen de integriteit van het pensioenfonds raken. De Verbonden Persoon dient daarom bij activiteiten op social media rekening te houden met de integriteit van het pensioenfonds. Het kan moeilijk zijn om uitlatingen op persoonlijke titel dan wel in de privésfeer te onderscheiden van uitlatingen namens het pensioenfonds en dit kan leiden tot (mogelijke) (schijn van) belangenverstrengeling en/of reputatie- of imagoschade van het pensioenfonds. Het pensioenfonds vindt het in dit kader belangrijk dat gebruik van social media gebeurt binnen de normen en waarden die het pensioenfonds uitdraagt. Voor deze waarden wordt onder meer, maar niet uitsluitend, verwezen naar de normen zoals opgenomen in artikel 3 en naar de vertrouwelijkheid zoals opgenomen in artikel 7 van deze gedragscode. De Verbonden Persoon dient te voorkomen dat uitingen in de publiciteit, waaronder in social media, leiden tot reputatie- of imagoschade voor het pensioenfonds. In geval van twijfel kan de Verbonden Persoon afstemming zoeken met de voorzitter van het pensioenfonds of met de compliance officer.
ARTIKEL 5 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN PERSOONLIJKE TRANSACTIES (INSIDERREGELING)
5.1 Er mag nooit een verband bestaan tussen de transacties in financiële instrumenten die het pensioenfonds tot stand brengt of doet komen en een persoonlijke transactie van de insider of een gelieerde derde.
5.2 De insider dient zich te onthouden van elk handelen of de redelijkerwijs voorzienbare schijn daarvan, met gebruik van voorwetenschap of met anderszins vertrouwelijke informatie. Hij dient voorts iedere vermenging van zakelijke en privébelangen respectievelijk de redelijkerwijs voorzienbare schijn daarvan, te vermijden.
5.3 Het is een insider die beschikt over voorwetenschap niet toegestaan:
- deze informatie aan een derde mee te delen, anders dan in de normale uitoefening van zijn functie binnen het pensioenfonds, of
- een derde aan te bevelen of ertoe aan te zetten transacties te verrichten of te bewerkstelligen in die financiële instrumenten, waarop de voorwetenschap betrekking heeft.
Het vorige is van overeenkomstige toepassing op een insider die weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij over voorwetenschap beschikt.
5.4 De insider onthoudt zich van het binnen 24 uur opdracht geven tot zowel een aan- als verkooporder voor transacties in een financieel instrument van dezelfde uitgevende instelling, rechtspersoon of vennootschap.
5.5 Als niet meer wordt belegd in financiele instrumenten door de insider en/of door degene waarvoor de insider gemachtigd is privétransacties te doen of te bewerkstelligen, dan dient de insider deze informatie ook door te geven.
ARTIKEL 6 TOEZICHT OP PERSOONLIJKE TRANSACTIES (INSIDERREGELING)
6.1 De compliance officer houdt gegevens bij van de gemelde of door hem onderkende persoonlijke transacties en vermeldt daarbij in voorkomend geval tevens of de desbetreffende transactie goedgekeurd of verboden is.
6.2 De insider onderschrijft dat de compliance officer bevoegd is een onderzoek in te (doen) stellen naar enige beleggingstransactie verricht door, in opdracht van of ten behoeve van de insider. De insider is verplicht jaarlijks te bevestigen aan de compliance officer, dat hij de uitgangspunten van de insiderregeling onderschrijft en heeft nageleefd.
6.3 De insider is in het kader van een strikte naleving van de gedragscode gehouden desgevraagd alle informatie met betrekking tot een door hem of ten behoeve van hem verrichte persoonlijke transactie aan de compliance officer te verstrekken. De melding dient aan het einde van ieder ieder kwartaal te worden gedaan aan de compliance officer. Daarbij dient in geval van twijfel over de toelaatbaarheid van een transactie, het voornemen daartoe direct gemeld te worden bij de compliance officer.
6.4 De insider is verplicht desgevraagd opdracht te geven aan het pensioenfonds, een andere instelling, lasthebber, beleggingsinstelling of andere derde, om de compliance officer alle informatie te verstrekken over enige ten behoeve van hem of in zijn opdracht verrichte persoonlijke transactie.
6.5 De compliance officer is bevoegd over de uitkomst van dit onderzoek schriftelijk te rapporteren aan de voorzitter van het bestuur. Alvorens de compliance officer daarover rapporteert, wordt de insider in de gelegenheid gesteld om te reageren op de bevindingen van het onderzoek. De insider wordt door de voorzitter van het bestuur van de definitieve uitkomst van het onderzoek in kennis gesteld.
6.6 Van het toezicht op de persoonlijke transacties van de insider zijn vrijgesteld:
- transacties in obligaties uitgegeven door de Staat en andere overheden,
- transacties in financiële instrumenten waarvan het beheer, op grond van een schriftelijke overeenkomst is overgedragen aan een professionele vermogensbeheerder, op zodanige voorwaarden dat de insider geen invloed kan uitoefenen op de fondsselectie of op afzonderlijke transacties,
- transacties in indexfondsen of in ter beurze genoteerde rechten van deelneming in (semi)open-ended-beleggingsinstellingen, mits de insider binnen die instelling geen functie vervult.
Desgewenst overlegt de insider aan de compliance officer de overeenkomst welke ten grondslag ligt aan de overdracht van het beheer van zijn vermogensbestanddelen.
ARTIKEL 7 VERTROUWELIJKHEID EN PRIVACYBESCHERMING BIJ VERWERKING PERSOONSGEGEVENS
7.1 De Verbonden Persoon mag geen informatie over zaken – inclusief individuele pensioengegevens en beleggingen – van het pensioenfonds of persoonsgegevens, waarvan hij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat die informatie vertrouwelijk is, aan derden bekend maken of ten eigen voordele of ten behoeve van anderen dan het pensioenfonds gebruiken.
7.2 Van iedere Verbonden Persoon wordt verwacht dat hij de privacybescherming bij verwerking van persoonsgegevens zoals bedoeld in het privacybeleid van het pensioenfonds (dat is vastgelegd in het privacyreglement) en de naleving van de privacyregelgeving hoog in het vaandel heeft. De Verbonden Persoon is verplicht elk (potentieel) conflict of gebeurtenis te melden aan de functionaris gegevensbescherming van het pensioenfonds indien:
- de privacybescherming in het geding is; of
- de privacyregelgeving niet (meer) wordt nageleefd;
en het pensioenfonds hierdoor integriteitsrisico en/of reputatirisico loopt.
ARTIKEL 8 MELDINGSPLICHT
8.1 Iedere Verbonden Persoon is verplicht elk (potentieel) tegenstrijdig belang of reputatierisico te melden aan de compliance officer. Pogingen van een (aspirant-)relatie tot beïnvloeding dienen eveneens onmiddellijk te worden gemeld.
8.2 De insider is verplicht om onverwijld persoonlijke transacties aan de compliance officer te melden.
ARTIKEL 9 COMPLIANCE OFFICER
9.1 Het pensioenfonds wijst een compliance officer aan. De compliance officer vervult een onafhankelijke rol binnen het pensioenfonds. De compliance officer wordt benoemd door het bestuur van het pensioenfonds. De compliance officer rapporteert aan de voorzitter van het bestuur, zowel voor de dagelijkse gang van zaken, als in het geval zich een bijzondere omstandigheid heeft voorgedaan.
9.2 Het bestuur legt de taken van de compliance officer schriftelijk vast. Het bestuur waarborgt dat de compliance officer over voldoende bevoegdheden beschikt voor het uitoefenen van toezicht op de naleving van relevante wettelijke bepalingen en de gedragscode en diens onafhankelijke positie ten opzichte van degenen die zijn onderworpen aan zijn toezicht.
De compliance officer houdt toezicht op de deugdelijkheid en effectiviteit van interne regels en procedures. Hij rapporteert ieder kwartaal over zijn werkzaamheden en doet aanbevelingen op basis van de resultaten van zijn werkzaamheden.
9.3 Het bestuur legt vast welke acties zijn ondernomen naar aanleiding van de bevindingen van de compliance officer.
9.4 Indien de compliance officer daartoe aanleiding ziet kan hij Verbonden Personen verplichten op eerste verzoek alle informatie te (laten) verstrekken omtrent enige door of ten behoeve van hen
verrichte persoonlijke transacties. De compliance officer controleert of die transacties aan de toepasselijke regels, voorschriften en aanwijzingen voldoen.
9.5 De compliance officer adviseert en informeert, gevraagd én ongevraagd, Verbonden Personen over de uitleg en toepassing van de gedragscode.
9.6 De compliance officer documenteert zijn werkmethoden en werkzaamheden en administreert en archiveert alle informatie die hem door Verbonden Personen (de meldingen van persoonlijke transacties inbegrepen) of derden is verstrekt. Hij bewaart afschriften van alle overeenkomsten en de verklaringen die Verbonden Personen hem moeten verstrekken. Tevens administreert en archiveert de compliance officer alle door hem verrichte controles, onderzoeken en de genomen acties, alsmede overige van belang zijnde informatie, memoranda en correspondentie. De gegevens worden ten minste zeven jaar bewaard.
9.7 De compliance officer legt een lijst aan van alle Verbonden Personen die als insider worden aangemerkt. De compliance officer deelt onverwijld aan de op de lijst opgenomen Verbonden Personen mee dat zij als insider zijn aangemerkt en hij stelt hen op de hoogte van de gevolgen van de aanwijzing als insider.
9.8 De compliance officer en de voorzitter van het bestuur zijn gehouden tot geheimhouding van de informatie verstrekt door Verbonden Personen of derden. De geheimhouding kan worden doorbroken in het geval de goede uitoefening van zijn functie daartoe noodzaakt.
ARTIKEL 10 ONDERTEKENING GEDRAGSCODE EN KWARTAALVERKLARING
10.1 Iedere Verbonden Persoon moet bij aanvang van zijn functie bij het pensioenfonds de gedragscode ondertekenen, waarmee hij zich verbindt alle voor hem relevante regels uit deze gedragscode na te leven.
10.2 Aan het eind van elk kwartaal of bij het niet langer verbonden zijn aan het pensioenfonds, moet iedere Verbonden Persoon een verklaring invullen over de juiste naleving van de geldende bepalingen in de gedragscode over het afgelopen kwartaal. Bij het niet langer verbonden zijn aan het pensioenfonds blijven de uit de gedragscode geldende normen van toepassing op de Verbonden Persoon, voor zover dat uit hun aard voortvloeit.
ARTIKEL 11 SANCTIES
Het handelen door de Verbonden Persoon in strijd met de gedragscode wordt beschouwd als een ernstige inbreuk op het vertrouwen dat het pensioenfonds in de Verbonden Persoon moet kunnen stellen. Een dergelijk handelen kan reden zijn tot het opleggen van een sanctie, waaronder – afhankelijk van de ernst van de overtreding en afhankelijk van de aard van de relatie tussen Verbonden Persoon en pensioenfonds – een waarschuwing, het ongedaan maken van het door de Verbonden Persoon behaalde voordeel, overplaatsing, schorsing, of andere disciplinaire of arbeidsrechtelijke maatregel, ontslag op staande voet niet uitgezonderd. Een overtreding kan worden gemeld aan de toezichthouder(s) en – indien van toepassing – bij het Dutch Securities Institute. Het voorgaande laat onverlet een vordering tot schadevergoeding en/of aangifte bij de justitiële autoriteiten.
ARTIKEL 12 ADVIES EN BEZWAAR
Indien de Verbonden Persoon twijfelt over de uitleg van de op hem van toepassing zijnde gedragsregels, is hij verplicht het advies van de compliance officer in te winnen. De compliance officer is bevoegd een voor de Verbonden Persoon bindend advies te doen. Tegen het advies van de compliance officer kan de Verbonden Persoon bezwaar maken bij de voorzitter van het bestuur of een aangewezen beroepsorgaan. Het maken van bezwaar heeft geen schorsende werking ten aanzien van de uitspraak van de compliance officer.
ARTIKEL 13 ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN
Voor kwesties waarin deze gedragscode niet voorziet, beslissen de voorzitter en de fungerende locovoorzitter van het bestuur gezamenlijk. Indien de kwestie de voorzitter en/of de loco voorzitter van het bestuur betreft, dan beslist het bestuur .
ARTIKEL 14 SLOTBEPALINGEN
14.1 Het bestuur kan de gedragscode te allen tijde wijzigen. Jaarlijks wordt bezien of de gedragscode geactualiseerd dient te worden.
14.2 Naast deze gedragscode beschikt het pensioenfonds over de volgende regelingen:
* Klokkenluidersregeling
* Incidentenregeling
* Integriteitsbeleid
14.3 De onderhavige gedragscode is vastgesteld door het bestuur op 5 april 2023 en vervangt met ingang van 1 mei 2023 alle vorige gedragscodes.