MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 8800
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 27-6-1997, nr. 120
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE THUISZORG
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van het Overleg Arbeidsvoorwaarden Thuiszorg (OAT) namens de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg als partij te ener zijde mede namens de ABVAKABO, de CFO en de Landelijke ver- eniging van Artsen in Dienstverband als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Thuiszorg, strekkende tot alge- meen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeids- overeenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek schriftelijk bezwaar is ingebracht door NTN Thuiszorg BV (NTN);
De kern van het bezwaar van de NTN is dat instellingen met winstoog- merk onder de werking van de cao worden gebracht, terwijl zij niet kun- nen toetreden tot de werkgeversvereniging (LVT) die de cao heeft afge- sloten, omdat de statuten van de LVT een lidmaatschapseis kennen waaraan deze instellingen, waaronder de NTN, niet voldoen c.q. kunnen voldoen.
Ten aanzien van het bezwaar zij het volgende opgemerkt.
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1997 CAO880097
6C0268 1
Instellingen met winstoogmerk zijn onder de werking van de cao ge- bracht, maar zij zijn via de werkgeversvereniging (LVT) niet in staat het arbeidsvoorwaardenoverleg te beïnvloeden.
De NTN is niet betrokken geweest bij het tot stand komen van de cao. Overwegende voorts,
Het lidmaatschap van een werkgeversvereniging is niet de enige moge- lijke weg om te kunnen participeren in de arbeidsvoorwaarden- ontwikkeling en het overleg daarover.
Onvoldoende is gebleken dat door bezwaarde genoegzaam andere we- gen om te kunnen participeren in het cao-overleg zijn beproefd, zodat niet geconcludeerd kan worden dat deelname aan het arbeidsvoor- waardenoverleg per definitie onmogelijk was.
Hetgeen door de NTN naar voren is gebracht biedt dan ook onvoldoende grond om het bezwaar te honoreren.
Overwegende tevens,
Voor de dienstverlening in deze sector is het overigens van groot belang dat de arbeidsvoorwaarden en de ontwikkeling daarvan tot stand komen en gedragen worden door alle betrokkenen.
De huidige situatie kan en mag niet worden gezien als een bestendige.
Ondergetekende gaat er van uit dat waar de LVT en de NTN dit belang onderkennen zij zich hiervoor zullen inzetten en dat een volgende cao met medewerking van alle betrokkenen tot stand zal komen.
Overwegende tenslotte dat gelet op het vorenstaande, het bezwaar van de NTN niet van dien aard is dat niet tot algemeen verbindendverklaring van de onderhavige bepalingen kan worden overgegaan.
dat de bepalingen van deze collecteve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Gezien het overleg met de Stichting van de Arbeid; Besluit:
2
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 maart 1998 de navol- gende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Thuis- zorg, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald:
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
In deze CAO wordt verstaan onder:
a. Arbeidsovereenkomst: een overeenkomst als bedoeld in artikel 1637a van het Burgerlijk Wetboek;
b. Werkgever: de privaatrechtelijke organisatie, als bedoeld in artikel 2 van deze CAO;
c. Werknemer: degene die als arbeider in de zin van het Burgerlijk Wet- boek een arbeidsovereenkomst met de werkgever heeft aangegaan;
d. Werkervaringsplaats-werknemer: degene die op grond van/in het kader van de Kaderregeling Arbeidsinpassing een arbeidsovereen- komst naar burgerlijk recht heeft gesloten met de werkgever;
e. Instelling/inrichting: het zelfstandig optredend organisatorisch sa- menwerkingsverband van werkgever, werknemers en andere betrok- kenen, dat zich ten doel stelt gezinsverzorging en/of kruiswerk en/of kraamzorg en/of entadministratie en/of thuiszorg te verrichten;
f. Overleg Arbeidsvoorwaarden Thuiszorg (OAT):
het geen rechtspersoonlijkheid bezittende overleg tussen enerzijds:
– werknemersorganisaties, te weten:
XXXXXXXX, Xxxx van Xxxxxxxxxx en van Personeel in het Onderwijs, de Gezondheidszorg, het Welzijnswerk en de Sociale Werkvoorziening,
CFO, CNV-bond voor Overheid, Zorgsector en Verzelfstandigde Overheidsinstellingen,
LAD, de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband en anderzijds:
– de LVT, de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg;
g. Xxxxxxx: het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto maand- of periodesalaris, exclusief de in de hoofdstukken III, IV, VI, VII en XII genoemde vergoedingen en/of toelagen en exclusief de vakantietoeslag;
h. Periode: een aaneengesloten tijdvak van vier weken;
i. Arbeidsduur: de – met inachtneming van deze CAO – tussen werk-
3
xxxxx en werknemer overeengekomen tijd waarin arbeid wordt ver- richt, waarbij inbegrepen:
– reis- en wachttijden die hun oorzaak vinden in de door de werk- gever opgedragen werkzaamheden;
– het houden van spreekuren;
– het noodzakelijk bijwonen van de direct uit de werkzaamheden voortvloeiende vergaderingen;
– opleiding of bijscholing als bedoeld in artikel 43;
– reistijd verbonden aan werkzaamheden buiten de plaats van te- werkstelling en/of het werkgebied aan het begin en/of het einde van het werk, voor zover deze reistijden meer bedragen dan de voor de werknemer gebruikelijke reistijden van het woon-/ werkverkeer;
j. Plaats van tewerkstelling: de gemeente of het met name bekende afzonderlijk liggende deel van de gemeente, waar het gebouw staat waarin of van waaruit de werknemer normaliter de functie uitoefent dan wel kantoor houdt;
k. Werkgebied: het gebied zoals dat is vastgesteld in de individuele arbeidsovereenkomst;
l. Relatie-partner: een persoon met wie de werknemer een affectieve relatie heeft en met wie hij – met het oogmerk duurzaam samen te leven – op hetzelfde adres woont en een gemeenschappelijke huis- houding voert. Bloedverwanten van de werknemer tot en met de derde graad worden niet als relatie-partner aangemerkt;
m. Vakantiekracht: degene die tijdens de vakanties werkzaamheden ver- richt in een dienstverband van niet langer dan 60 werkdagen per kalender-/periodejaar;
n. Inval-/oproepkracht:
– diegene, die een overeenkomst met de werkgever heeft en zich beschikbaar heeft gesteld om op afroep van de werkgever op arbeidsovereenkomst te komen werken maar niet verplicht is om aan deze oproep gehoor te geven; alsmede
– diegene, die met de werkgever een zogenaamd nul-uren contract heeft gesloten;
o. Uurloon: het jaarsalaris gedeeld door 1931, waarbij het jaarsalaris wordt berekend als twaalf maal het (onafgeronde) maandsalaris;
p. In deze CAO gelden alle begrippen die betrekking hebben op perso- nen die in de mannelijke vorm gesteld zijn ook voor vrouwen.
Artikel 2
Werkingssfeer
De CAO is van toepassing op in Nederland gevestigde privaatrechtelijke instellingen, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, voor gezinsverzor- ging en/of kruiswerk en/of kraamzorg en/of entadministratie en/of thuis- zorg, die al dan niet met winstoogmerk voornamelijk bij clie¨nten thuis hulp bieden op e´e´n of meer van de volgende gebieden:
4
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– hulp van verplegende, verzorgende en/of huishoudelijke aard in ver- band met ziekte, ouderdom, handicap;
– kraamzorg;
– ouder- en kindzorg;
– gezondheidsvoorlichting, -opvoeding en preventie;
– hulp van persoonlijke/begeleidende aard.
Artikel 3
Minimum- en maximum-regeling
1. Van de bepalingen van deze CAO mag niet worden afgeweken, noch in voor de werknemer gunstige zin noch in voor de werknemer ongunstige zin.
2. De met deze CAO en de uitvoeringsregelingen in strijd zijnde xxxx- xxxxxx in werkinstructie, huisregels of andere tussen werkgever en werknemer(s) overeengekomen regelingen zijn nietig.
3. In afwijking van het in lid 1 gestelde kan in voor de werknemer gun- stige zin van de bepalingen van deze CAO worden afgeweken in een in het kader van artikel 52 opgesteld sociaal plan, waarover in het fusie-overlegorgaan overeenstemming is bereikt.
4. In afwijking van het in lid 1 gestelde kan in voor de werknemer gun- stige of ongunstige zin van de bepalingen van deze CAO worden afgeweken bij toepassing van artikel 37 a, nadat daarover overeen- stemming tussen werkgever en ondernemingsraad is bereikt.
Artikel 4
Geen of gedeeltelijke toepassing van de CAO
1. De bepalingen van de CAO kunnen door partijen bij de CAO op een daartoe strekkend verzoek van de werkgever met instemming van de ondernemingsraad geheel of gedeeltelijk niet van toepassing worden verklaard op de arbeidsverhouding tussen een werkgever en al zijn werknemers dan wel een gedeelte van zijn werknemers, indien deze werkgever tevens valt onder de werkingssfeer van een andere CAO, zulks in overleg met partijen bij deze andere CAO.
2. Om voor een dergelijke ontheffing in aanmerking te komen, dient ten minste aan de volgende criteria te worden voldaan:
5
– de arbeidsvoorwaarden voor de werknemers dienen voldoende gewaarborgd te zijn;
– deze arbeidsvoorwaarden mogen over het algemeen geen min- dere aanspraken aan de werknemers verlenen dan voor hen zou- den voortvloeien uit de toepasselijkheid van deze CAO.
Artikel 5
Relatiepartner
1. De bepalingen van deze CAO en de bijbehorende uitvoerings- regelingen die van toepassing zijn op de gehuwde werknemer zijn van overeenkomstige toepassing op de werknemer met een relatie- partner als bedoeld in artikel 1 sub l, mits is voldaan aan het gestelde in lid 2 van dit artikel en voor zover dat wettelijk mogelijk is.
2. Een relatie-partner kan pas als zodanig worden erkend nadat de werknemer hetzij bij indiensttreding hetzij bij het ontstaan van de affectieve relatie een mede door de relatie-partner ondertekende schriftelijke verklaring aan de werkgever heeft overlegd, waaruit blijkt dat sprake is van een affectieve relatie als bedoeld in artikel 1 sub l. De werknemer is verplicht bij bee¨indiging van de affectieve relatie hiervan direct de werkgever in kennis te stellen.
3. Als aan het gestelde in lid 2 is voldaan wordt de relatie-partner als gezinslid aangemerkt. Overal waar deze CAO van aan- en bloedver- wanten van de werknemer spreekt worden daaronder mede begrepen aan- en bloedverwanten van de relatie-partner van de werknemer.
Artikel 6
Detachering
1. De werkgever kan een detacheringsovereenkomst uitsluitend aan- gaan met instemming van de werknemer.
2. Bij een detachering blijft de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer in stand.
3. Een afschrift van de detacheringsovereenkomst dient aan de arbeids- overeenkomst van de werknemer te worden gehecht.
Artikel 7
Werkervaringsplaats-werknemer
1. De bepalingen van de CAO zijn onverkort van toepassing op een werkervaringsplaats-werknemer, met uitzondering van:
6
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– artikel 8
– artikel 9
– artikel 87 en Uitvoeringsregeling N Wachtgeld.
2. Bij de indiensttreding van een werkervaringsplaats-werknemer dient de werkgever de volgende regels in acht te nemen:
a. bij de indiensttreding mag geen sprake zijn van verdringing van een reeds bestaande arbeidsplaats dan wel van invulling van een reeds voorziene arbeidsplaats. Dat wil zeggen dat het moet gaan om een arbeidsplaats die zonder gebruikmaking van de Kader- regeling Arbeidsinpassing niet tot stand zou zijn gekomen;
b. de werkervaringsplaats kan zowel een in de CAO geregelde, als een hierin niet-geregelde functie betreffen;
c. met de werkervaringsplaats-werknemer wordt een arbeidsover- eenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van e´e´n jaar afgeslo- ten;
d. de volgens de CAO geldende salarie¨ring vindt onverkort toepas- sing ten aanzien van een werkervaringsplaats-werknemer;
e. de werkgever stelt een begeleidingsplan op dat waarborgen biedt voor een ree¨le training en begeleiding van de werkervaringsplaats- werknemer, ter bevordering van diens mogelijke doorstroming naar een reguliere arbeidsplaats. In dit plan wordt in ieder geval voorzien in de aanwijzing van een vaste begeleider die met de begeleiding van de werkervaringsplaats-werknemer is belast;
f. de werkgever neemt de inspanningsverplichting op zich om de werkervaringsplaats-werknemer bij voldoende geschiktheid, na het verstrijken van de hierboven onder c genoemde periode van een jaar, door te laten stromen naar een reguliere arbeidsplaats binnen zijn instelling, indien de personeelsformatie van de instel- ling dit toelaat.
HOOFDSTUK II ARBEIDSOVEREENKOMST
Artikel 8
Inhoud Arbeidsovereenkomst
1. De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan en gewijzigd. De werkgever draagt zorg dat beide partijen binnen twee weken na het sluiten of wijzigen van de overeenkomst een door beide partijen ondertekend exemplaar ontvangen van de arbeidsovereenkomst of de wijziging daarvan.
7
2. De arbeidsovereenkomst vermeldt:
a. de naam, de vestigingsplaats en het adres van de werkgever, als- mede de naam (namen) van degene(n), die namens de werkgever de arbeidsovereenkomst tekent (tekenen);
b. de naam, de voornamen, de geboorteplaats, de geboortedatum, de woonplaats en de nationaliteit van de werknemer;
c. de plaats van tewerkstelling en/of het werkgebied waar of van waaruit bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst de werk- zaamheden worden verricht;
d. de verplichting tot verhuizing of de ontheffing daarvan;
e. de datum van het aangaan van de arbeidsovereenkomst en het in dienst treden;
f. of de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde dan wel voor be- paalde tijd is aangegaan. In het laatste geval wordt uitdrukkelijk de grond daarvoor vermeld;
g. de proeftijd in de zin van het Burgerlijk Wetboek artikel 1639n, indien zulk een proeftijd is overeengekomen;
x. xx xxxxxxx, die door de werknemer zal worden vervuld;
i. de arbeidsduur en de wijze waarop de werktijden geregeld zijn; eenzijdige wijziging van de arbeidsduur is niet mogelijk;
j. het aanvangssalaris en de salarisschaal;
k. de datum van de periodieke verhoging overeenkomstig de Uitvoeringsregeling A Salarie¨ring, artikel 3, lid 2;
l. het aantal uren vakantieverlof bij het ingaan van de arbeidsover- eenkomst;
m. nevenfuncties als bedoeld in artikel 44 lid 1 bij indiensttreding;
n. eventuele bijzondere bepalingen, regelingen, afspraken en ver- plichtingen, die van toepassing zijn;
q. verklaring van de werknemer van de ontvangst van een exem- plaar van het pensioenreglement, dan wel een verklaring van de werknemer dat hij hiervan kennis kan dragen;
r. verklaring van de werknemer van de ontvangst – op diens ver- zoek – van de statuten en het huishoudelijk reglement van de werkgever;
s. verklaring van de werknemer van de ontvangst van een regle- ment van de ondernemingsraad, indien dit lichaam is ingesteld;
t. verklaring van de buitenlandse werknemer van de ontvangst – op diens verzoek – van een arbeidsovereenkomst in zijn landstaal;
u. de wederzijdse opzegtermijn, voorzover afwijkend van artikel 86, lid 1;
v. de eventuele verplichting tot het volgen van een opleiding of bij- scholing ingevolge artikel 43;
x. xx voorwaarden waaronder een eventuele detachering van de werknemer bij een andere werkgever geschiedt.
8
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 9
Duur arbeidsovereenkomst
1. Een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde of voor onbepaalde tijd.
2. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mag niet langer dan voor maximaal e´e´n jaar worden aangegaan, tenzij sprake is van:
x. tijdelijke vervanging wegens het volgen van een opleiding, door ziekte, militaire dienst of tewerkstelling als gewetensbezwaarde militaire dienst van een andere werknemer;
b. werkzaamheden met een kennelijk tijdelijk karakter.
3. a. Wanneer de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt aan- gegaan in de in lid 2 van dit artikel onder a genoemde gevallen, bedraagt de maximale duur – inclusief eventuele verlengingen – 2,5 jaar.
b. Wanneer de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt aan- gegaan in de in lid 2 van dit artikel onder b genoemde gevallen, is de duur gelijk aan de duur van de overeengekomen werkzaam- heden.
4. In afwijking van het bepaalde in lid 2 van dit artikel mag een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een leerling- kraamverzorgende na het verstrijken van de termijn van e´e´n jaar worden verlengd met maximaal 12 maanden, indien de opleiding binnen de termijn van e´e´n jaar niet met goed gevolg is afgerond.
5. Indien een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd samenloopt met een leerovereenkomst zoals bedoeld in de Wet op het Leerlingwezen, bedraagt de duur, in afwijking van het bepaalde in lid 2, maximaal de duur van de leerovereenkomst.
6. Indien een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbe- paalde tijd wordt belast met de uitvoering van een project, waarvan de financiering van tijdelijk aard is, kan ter vervanging van deze werknemer met een andere werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd worden aangegaan voor de duur van dit project, zulks in afwijking van het bepaalde in lid 2.
7. Indien een arbeidsovereenkomst, die voor bepaalde tijd is aangegaan door werkgever en werknemer na het verstrijken van deze bepaalde
9
tijd stilzwijgend wordt voortgezet, wordt zij geacht vanaf dat tijdstip voor onbepaalde tijd te zijn aangegaan.
8. Indien een arbeidsovereenkomst, die voor bepaalde tijd is aangegaan na het verstrijken van deze bepaalde tijd door partijen voor bepaalde tijd wordt voortgezet, dienen ten aanzien van deze voortzetting(en) de maximumtermijnen als bedoeld in dit artikel onverkort in acht te worden genomen en wel met dien verstande dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd slechts mogelijk is indien en voor zover de gezamenlijke duur van het tijdvak waarover de ar- beidsovereenkomst aanvankelijk is aangegaan en de termijn(en) waarmee zij is voortgezet geen overschrijding inhoudt van de van toepassing zijnde maximumtermijn.
9. Indien een arbeidsovereenkomst, die voor bepaalde tijd is aangegaan, na het verstrijken van deze bepaalde tijd door werkgever en werkne- mer voor bepaalde tijd is voortgezet, zonder dat daarbij de van toe- passing zijnde maximumtermijn is overschreden, is voor de bee¨indi- ging van de aldus voor bepaalde tijd voortgezette arbeidsovereen- komst ge´e´n voorafgaande opzegging nodig.
Artikel 9a
Inval-/oproepkrachten gezinsverzorging
1. Dit artikel geldt uitsluitend voor de werknemers met een uitvoerende functie in de gezinsverzorging, zijnde de functies Thuishulp A, Verzorgingshulp B, Verzorgende C, Verzorgende D, Gespecialiseerd Verzorgende E, Medewerker Dagverzorging en Medewerker Activiteitenbegeleiding.
2. Het aantal uren dat door inval-/oproepkrachten binnen e´e´n instelling wordt gewerkt, wordt uitgedrukt in uren beperkt tot maximaal 2,4% van het totaal aantal uren dat in een periodejaar in die uitvoerende functies wordt gewerkt.
3. Aan de inval-/oproepkracht wordt, telkens wanneer een beroep op hem wordt gedaan, minimaal een arbeidsovereenkomst van drie onafgebroken uren aangeboden.
10
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK III ARBEIDSDUUR, WERKTIJDEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE VERGOEDINGEN
Artikel 10
Arbeidsduur
1. De tussen werkgever en werknemer overeen te komen arbeidsduur wordt uitgedrukt in een gemiddeld aantal uren per week, dat is afge- leid van een totaal aantal uren per jaar.
2. Deze arbeidsduur is bij een volledig dienstverband gemiddeld 37 uur per week, corresponderend met maximaal 1931 uur op jaarbasis.
3. Werkgever en werknemer kunnen in afwijking van lid 2 overeenko- men dat gelet op het solistisch karakter van de uitgeoefende functie in samenhang met de voortgang van de werkzaamheden, een arbeids- duur geldt die hoger ligt dan gemiddeld 37 uur per week met een maximum van gemiddeld 40 uur per week corresponderend met maximaal 2087 uur op jaarbasis.
Artikel 11
Arbeidsduur en leeftijd
1. De werknemer met een volledig dienstverband die de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, heeft recht op een verkorting van de arbeidsduur van 88 uur per jaar. Deze arbeidsduurverkorting geschiedt met be- houd van salaris.
2. De wijze waarop deze 88 uur wordt opgenomen, wordt in overleg tussen werkgever en werknemer vastgesteld.
Artikel 12
Werktijden algemeen
1. Met inachtneming van de tussen werkgever en werknemer overeen- gekomen arbeidsduur en de toepassing van artikel 13 stelt de werk- gever – na overleg met de werknemer – de werktijden vast, al dan niet in de vorm van roosters.
2. De werkgever meldt de vastgestelde werktijden tenminste tien etma-
11
len van tevoren aan de werknemer. Na overleg tussen werkgever en werknemer kan van de vastgestelde werktijden worden afgeweken.
3. Voor kraamverzorgenden kan de werkgever volstaan met een globaal schema van te werken dagen, waarvan na overleg tussen werkgever en werknemer kan worden afgeweken.
4. Bij de regeling van de werktijden wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de levensbeschouwing van de werknemer. De werk- nemer krijgt de gelegenheid de plichten te vervullen die voortvloeien uit de bij zijn levensbeschouwing behorende feestdagen.
Artikel 13
Randvoorwaarden bij de inrichting van de werktijden
Bij de inrichting van de werktijden gelden in samenhang met artikel 11 en 12 en met gebruikmaking van de mogelijkheden die de Arbeidstijden- wet biedt de volgende randvoorwaarden:
1. Waar in dit artikel het begrip «dienst» wordt gehanteerd, is bedoeld hetgeen de Arbeidstijdenwet daaronder verstaat, te weten: een aan- eengesloten tijdruimte waarin arbeid wordt verricht en die gelegen is tussen twee op grond van die wet geldende opeenvolgende onafge- broken rusttijden.
2. a. de werknemer werkt per 13 kalenderweken maximaal gemiddeld 37 uur per week, dan wel maximaal gemiddeld 40 uur per week indien artikel 10 lid 3 wordt toegepast, en per 4 kalenderweken maximaal gemiddeld 45 uur per week;
b. de werknemer werkt per dienst maximaal 10 uur;
c. voor de werknemer met een geringere arbeidsduur dan gemid- deld 37 uur per week geldt bovendien dat de werktijden zodanig worden ingericht dat bij inzet van de werknemer per dienst mini- maal 3 uur aaneengesloten werkzaamheden worden verricht en dat per 13 kalenderweken maximaal op 65 dagen wordt gewerkt; gelet op de samenstelling van het clie¨ntenaanbod kan het nood- zakelijk zijn dat het minimum aantal aaneengesloten uren per dienst niet op 3 maar op 2 wordt gesteld; het minimum aantal uren van 3, respectievelijk 2 geldt niet voorzover de werkzaam- heden (werk-)overleg betreffen.
d. Werkgever en werknemer kunnen schriftelijk vast te leggen af- spraken maken over een zodanige inrichting van de werktijden dat de gemiddelde arbeidsduur per 13 weken als bedoeld onder sub a en sub c wordt overschreden tot een maximum van gemid- deld 40 uur per week, waardoor met die overschrijding corres- ponderende vrije tijd wordt opgespaard die ofwel op een later tijdstip wordt opgenomen dan wel op een later tijdstip in salaris wordt uitbetaald.
e. Voor de werknemer die jonger is dan 18 jaar zijn de navolgende
12
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
leden 4 tot en met 6 niet van toepassing, maar gelden de standaardbepalingen van de Arbeidstijdenwet.
3. De werknemer heeft ten minste 21 vrije weekeinden per jaar; tijdens deze vrije weekeinden mag geen bereikbaarheidsdienst worden op- gedragen.
4. Indien de werknemer arbeid verricht in nachtdienst zoals gedefini- eerd in de Arbeidstijdenwet (een dienst waarin de uren tussen 00.00 uur en 06.00 uur geheel of gedeeltelijk zijn begrepen) gelden de vol- gende aanvullende regels:
a. de minimum rust na een nachtdienst die eindigt na 02.00 uur is 14 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur);
b. de minimum rust bedraagt 48 uur na een reeks van ten minste 3 en ten hoogste 6 achtereenvolgende nachtdiensten indien deze eindigen vo´o´r of op 02.00 uur en in andere gevallen na een reeks van ten minste 3 en ten hoogste vijf achtereenvolgende nacht- diensten;
c. de maximum arbeidstijd per nachtdienst bedraagt 9 uur;
d. de maximum arbeidstijd per 13 weken bedraagt gemiddeld 37 uur per week, dan wel gemiddeld 40 uur per week indien artikel 10 lid 3 wordt toegepast;
e. het maximum aantal nachtdiensten bedraagt 28 per 13 weken en 52 per 13 weken indien de nachtdiensten voor of op 02.00 uur eindigen;
5. Indien de werknemer arbeid verricht in overwerk gelden de volgende aanvullende regels:
de werknemer werkt per dienst maximaal 12 uur, per week maximaal 54 uur en per periode van 13 achtereenvolgende weken maximaal gemiddeld 40 uur per week.
6. Indien de werknemer zijn arbeid geheel of gedeeltelijk in nachtdienst verricht en bovendien overwerk verricht, bedraagt de arbeidstijd per nachtdienst maximaal 10 uur en de totale arbeidstijd per 13 achter- eenvolgende weken maximaal gemiddeld 40 uur per week.
7. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat indien de werkne- mer van 18 jaar of ouder meer dan 5,5 uur arbeid per dienst verricht, deze arbeid wordt afgewisseld door een pauze van tenminste een half uur aaneengesloten, welke pauze mag worden gesplitst in twee pau- zes. Voor de werknemer met een leeftijd beneden 18 jaar geldt het- zelfde, met dien verstande dat als norm niet 5,5 uur, maar 4,5 uur van toepassing is.
8. Bij de inrichting van de werktijden kan de werkgever per dag e´e´n breuk toepassen, tenzij de werknemer instemt met meerdere breuken. Als breuk wordt beschouwd een onderbreking van het werk zonder dat de tussenliggende tijd werktijd of een pauze is; bij toepassing van de mogelijkheid van e´e´n of meer breuken per dag, geldt dat de werk-
13
nemer per dag minimaal twee maal twee uur aaneengesloten wordt ingezet. Het minimum van twee uur geldt niet voorzover de werk- zaamheden (werk-)overleg betreffen.
De kosten, verbonden aan het na een breuk heen en weer reizen tus- sen woon- en werkplaats worden aan de werknemer vergoed over- eenkomstig de bepalingen van de Uitvoeringsregeling X Xxxx- en verblijfkostenvergoeding dienstreizen.
9. Voor de inrichting van de werktijden van kraamverzorgenden bevat Uitvoeringsregeling F Wachtdienst Kraamverzorgenden aanvullende bepalingen inzake wachtdiensten.
10. De beperkende bepalingen van lid 8 zijn niet van toepassing op werknemers die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend werkzaamheden verrichten tijdens de avond (vanaf 20 uur), de nacht en de weekein- den.
11. Aan de werknemer die 55 jaar of ouder is mag tegen zijn wil geen overwerk, werk tijdens inconvenie¨nte uren, bereikbaarheidsdienst en slaapdienst worden opgedragen.
Artikel 14
Overwerk
1. Overwerk is de arbeid die de werknemer in opdracht van de werk- gever verricht en waarmee de voor de werknemer geldende gemid- delde arbeidsduur per week, gemeten over een tijdvak van 13 weken, wordt overschreden in verband met een incidentele onvoorziene wij- ziging van omstandigheden of indien de aard van de arbeid inciden- teel een dergelijke afwijking noodzakelijk maakt.
2. De vergoeding voor overwerk wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Uitvoeringsregeling B Overwerk.
Artikel 15
Inconvenie¨nte uren
1. Inconvenie¨nte uren zijn de uren waarin de werknemer in opdracht van de werkgever arbeid verricht, indien deze uren vallen op:
– maandag tot en met vrijdag vo´o´r 7 uur en vanaf 20 uur;
– op zaterdag;
– op zon- en feestdagen.
2. De vergoeding voor het verrichten van werkzaamheden gedurende inconveniënte uren wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Uitvoeringsregeling C Toelage inconveniënte uren.
14
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 16
Bereikbaarheidsdienst
1. Onder bereikbaarheidsdienst wordt verstaan dat de werknemer zich in opdracht van de werkgever gedurende bepaalde uren in zijn vrije tijd bereikbaar dient te houden voor spoedopdrachten van onvoor- ziene aard.
2. De vergoeding voor bereikbaarheidsdienst wordt vastgesteld over- eenkomstig de bepalingen van Uitvoeringsregeling D Bereikbaar- heidsdienst.
Artikel 17
Slaapdienst
1. Onder slaapdienst wordt verstaan het door de werknemer in opdracht van de werkgever in de nabijheid van clie¨nten slapen met de bedoe- ling om in voorkomende acute situaties aanwezig te zijn om hulp te kunnen bieden.
2. De door de werknemer in slaapdienst doorgebrachte tijd wordt voor 30% beschouwd als arbeidsduur in de zin van artikel 1, sub i. De werknemer heeft over deze uren aanspraak op het salaris behorend bij de door hem beklede functie.
Artikelnummers 18 t/m 22: gereserveerd.
HOOFDSTUK IV SALARIËRING
Artikel 23
Salaris
1. Het salaris van de werknemer wordt vastgesteld volgens Uitvoerings- regeling A Salarie¨ring.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 worden werknemers die tij- dens de vakanties werkzaamheden als vakantiekracht verrichten, in een dienstverband van niet langer dan 60 werkdagen per kalender-/ periodejaar, gesalarieerd volgens het minimumloon, c.q. het mini- mumjeugdloon.
15
3. De werkgever deelt zo spoedig mogelijk gespecificeerd en schrifte- lijk een wijziging in het salaris van de werknemer mee.
4. De werknemer dient uiterlijk twee dagen voor het einde van de kalendermaand of salarisperiode over zijn salaris en uiterlijk in de tweede maand volgend op het ontstaan van een aanspraak op een toeslag op het salaris, hierover te kunnen beschikken.
5. Geen salaris is verschuldigd over de tijd, gedurende welke de werk- nemer in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn werk- zaamheden te verrichten. Dit wordt de werknemer schriftelijk en gemotiveerd medegedeeld.
6. In afwijking van lid 4 kan aan de werknemer met wie een arbeids- overeenkomst is aangegaan voor een wisselend aantal uren per week een voorschot worden betaald dat tenminste 75% beloopt van het te verwachten salaris.
Artikelnummers 24 t/m 29: gereserveerd.
Artikel 30
Waarneming hoger gesalarieerde functie
1. De werknemer, met wie is overeengekomen dat hij tijdelijk een hoger bezoldigde functie van een andere werknemer geheel of nage- noeg geheel waarneemt, anders dan bij verlof wegens vakantie, ont- vangt op het tijdstip dat de waarneming 30 dagen heeft geduurd met terugwerkende kracht tot het tijdstip waarop de waarneming aanving een toelage tot het bedrag van het salaris dat hij zou ontvangen wan- neer hij in de nieuwe functie zou zijn ingeschaald.
2. Maximaal 2 werknemers kunnen met de waarneming, als bedoeld in lid 1 worden belast. De toelage wordt alsdan voor elke werknemer berekend naar evenredigheid van het gedeelte van de waarneming dat elk van beiden verricht.
HOOFDSTUK V VAKANTIE, VERLOF EN VAKANTIETOESLAG
Artikel 31
Verlof
1. De werknemer heeft recht op verlof met behoud van salaris op de navolgende dagen, voor zover deze niet op een zaterdag of zondag vallen:
Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinkster-
16
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
dag, Eerste en Tweede Kerstdag, Koninginnedag, 5 mei en andere als zodanig door de rijksoverheid erkende nationale feesten gedenkda- gen.
2. De werknemer heeft op diens verzoek recht op verlof met behoud van salaris op andere bij zijn godsdienst of levensbeschouwing pas- sende dagen in plaats van de in lid 1 genoemde christelijke feest- of gedenkdagen.
3. De werknemer die op e´e´n van de in lid 1 genoemde dagen werk- zaamheden verricht heeft recht op vervangend verlof met behoud van salaris. De omvang van dit vervangend verlof is gelijk aan het aantal uren dat de werknemer op een dergelijke dag werkt.
4. De werknemer die in een kalenderjaar in geheel of gedeeltelijk wis- selende dienst werkzaam is volgens een rooster waarin de in lid 1 genoemde dagen verwerkt zijn, heeft aanspraak op een gelijk aantal dagen verlof met behoud van salaris, waarbij voor elke dag 7,4 uur wordt gerekend.
5. De werknemer met een niet volledig dienstverband die in geheel of gedeeltelijk wisselende dienst werkzaam is, heeft naar evenredigheid aanspraak op een gelijk aantal dagen verlof met behoud van salaris, waarbij voor elke dag 7,4 uur wordt gerekend.
6. De werknemer die steeds op dezelfde dagen van de week werkzaam is heeft aanspraak op verlof met behoud van salaris op de in lid 1 genoemde dagen, tenzij deze vallen op dagen waarop hij geen arbeid verricht.
Artikel 32
Vakantieverlof
1. a. De werknemer heeft in elk kalenderjaar recht op 178 uren vakantieverlof met behoud van salaris.
b. Het aantal uren vakantieverlof wordt, afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het betreffende kalenderjaar bereikt, ver- hoogd overeenkomstig de volgende tabel:
Leeftijd Verhoging
18 jaar 22 uren
17
Leeftijd Verhoging
19 jaar 15 uren
20 jaar 7 uren
30 tot en met 39 jaar 7 uren
40 tot en met 44 jaar 15 uren
45 tot en met 49 jaar 22 uren
50 tot en met 54 jaar 30 uren
55 tot en met 65 jaar 44 uren
2. De werknemer die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar in dienst is, geen volledig dienstverband heeft of op wie artikel 10, lid
3 wordt toegepast, heeft naar evenredigheid aanspraak op uren vakantieverlof.
Het aantal uren vakantieverlof wordt naar boven afgerond op halve of hele uren.
3. De vakantie dient bij voorkeur geheel in het betreffende kalenderjaar te worden opgenomen, tenzij werkgever en werknemer in onderling overleg besluiten daarvan af te wijken.
4. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie dienen door de werkgever tijdig in overleg met de werknemer te worden bepaald. De werkgever zal de werknemer op zijn verzoek in de gelegenheid stellen om 15 aaneengesloten werkdagen vakantie op te nemen met inbegrip van vier weekeinden.
Artikel 33
Buitengewoon verlof
1. Tenzij de te verrichten werkzaamheden zich naar het oordeel van de werkgever daartegen verzetten heeft de werknemer recht op buiten- gewoon verlof met behoud van salaris voor de navolgende gebeur- tenissen mits deze zich voordoen in de overeengekomen werktijd:
a. voor de uitoefening van het kiesrecht en het nakomen van een wettelijke verplichting, voorzover dit niet in vrije tijd kan ge- schieden en omzetting van dienst niet mogelijk is.
b. bij verhuizing: 2 dagen per kalenderjaar.
c. bij zijn ondertrouw: 1 dag.
d. bij zijn huwelijk: 4 dagen.
e. tot het bijwonen van een huwelijk van bloed- en aanverwanten in de eerste of tweede graad, pleegouders en pleegkinderen: 1 dag.
x. bij bevalling van zijn echtgenote: 5 dagen.
g. bij zijn 121⁄2, 25-, 40- en 50-jarig dienstjubileum: 1 dag.
h. bij zijn 25-, 40- en 50-jarig huwelijksjubileum en bij het 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van zijn ouders, stief-, pleeg- of schoonouders: 1 dag.
18
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
i. bij zijn kerkelijke bevestiging of Eerste Heilige Communie en bij andere vergelijkbare godsdienstige en levensbeschouwelijke ge- beurtenissen en bij die van zijn echtgenoot, echtgenote, kinderen, pleeg- of stiefkinderen: 1 dag.
j. voor het verrichten van bezigheden, verband houdende met adop- tie: ten hoogste 5 dagen per kind.
2. De werknemer heeft recht op buitengewoon verlof met behoud van salaris bij het overlijden van bloed- of aanverwanten:
– 4 dagen bij het overlijden van zijn echtgenoot, echtgenote, ouders, xxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxx, pleegouders, kinderen, stief-, pleeg- of aangehuwde kinderen.
– 2 dagen bij het overlijden van bloed- of aanverwanten in de tweede graad en ten hoogste e´e´n dag bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de derde graad.
Indien de werknemer evenwel is belast met de regeling van de begra- fenis, crematie en/of nalatenschap worden ten hoogste 4 dagen ver- leend.
3. De werknemer die in aanmerking wenst te komen voor toekenning van buitengewoon verlof, dient daartoe een verzoek in bij de werk- gever.
4. In andere bijzondere gevallen kan de werkgever buitengewoon ver- lof toekennen voor een beperkte, per geval door hem vast te stellen, tijdsduur, bijvoorbeeld bij ernstige ziekte van personen, die aan de zorg van de werknemer zijn toevertrouwd.
5. Voor de werknemer met een niet volledig dienstverband geldt, dat hij, voorzover dat door hem be¨ınvloedbaar is, ervoor zorgdraagt dat de desbetreffende gebeurtenis op basis waarvan het verlof wordt gevraagd, zoveel mogelijk plaatsvindt buiten de overeengekomen werktijd. Er is daarbij geen sprake van compensatie van buitenge- woon verlof op een andere dag.
Artikel 33a
Calamiteitenverlof
1. Bij zodanige ziekte in het gezin dat de werknemer regelingen moet treffen om de zorg te regelen heeft de werknemer recht op calamiteitenverlof met behoud van salaris.
2. De omvang van dit verlof bedraagt – achteraf vast te stellen – de
19
benodigde tijd met een maximum van 24 uur per kalenderjaar. Voor de werknemer met een niet volledig dienstverband wordt dit maxi- mum naar evenredigheid vastgesteld.
3. De werknemer brengt de werkgever zo spoedig mogelijk van de calamiteit op de hoogte, daarbij aangevend een indicatie van de benodigde tijd.
Artikel 34
Vakantietoeslag
1. De werknemer heeft recht op een vakantietoeslag voor iedere maand of ieder deel van een maand waarin hij salaris dan wel een uitkering krachtens artikel 36 heeft genoten.
2. Tenzij in de volgende leden anders is bepaald, bedraagt de vakantie- toeslag per kalendermaand 8% van het bedrag dat de betrokken werknemer in die maand aan salaris of uitkering als bedoeld in lid 1 heeft genoten.
3. De vakantietoeslag bedraagt voor de werknemer van 21 jaar of ouder met een volledig dienstverband minimaal f 248,64 per maand; Dit bedrag wordt naar evenredigheid verminderd indien de werkne- mer slechts een deel van de periode waarover vakantietoeslag wordt berekend in dienst is geweest dan wel in die periode of een deel daar- van in deeltijd heeft gewerkt. Het in dit lid bedoelde minimumbedrag wordt niet toegepast op de werknemer die bij de instelling werkzaam is in het kader van de Regeling extra arbeidsplaatsen zorgsector.
4. De vakantietoeslag wordt eenmaal per jaar berekend over het tijdvak van twaalf maanden dan wel 13 perioden, aanvangende met de maand juni dan wel de zesde periode van het voorafgaande kalen- derjaar.
De uitbetaling van de vakantietoeslag vindt ten hoogste tweemaal per jaar plaats, doch in elk geval uiterlijk 31 mei van het desbetref- fende jaar. Bij ontslag of indiensttreding vo´o´r afloop respectievelijk na het beginnen van de periode waarover vakantietoeslag wordt betaald, vindt uitbetaling plaats over het gedeelte van de periode dat de werknemer in dienst was.
20
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK VI VOORZIENINGEN BIJ ARBEIDSONGESCHIKT- HEID
Artikel 35
Melding afwezigheid
Indien de werknemer verhinderd is wegens ziekte of wegens andere oor- zaak zijn werkzaamheden te verrichten, is hij verplicht daarvan, onder opgave van redenen, zo spoedig mogelijk mededeling te doen of te laten doen aan de werkgever op een door de werkgever te bepalen wijze.
Zodra het tijdstip bekend is, waarop hervatting van de werkzaamheden mogelijk zal zijn dient hij de werkgever daarvan in kennis te stellen.
Artikel 36
Aanvulling salaris bij arbeidsongeschiktheid
1. a. De werkgever betaalt het laatstgenoten netto salaris door aan de werknemer die de bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij daartoe door ziekte, arbeidsongeschiktheid, zwangerschap of be- valling verhinderd was, en wel zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt voor de duur van in totaal 20 maanden.
b. Voor de toepassing van het onder sub a gestelde worden perio- den, waarin de werknemer wegens de sub a genoemde redenen verhinderd was, samengeteld indien zij elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan vier weken.
2. a. Indien en voor zover de werknemer aanspraak heeft op een uit- kering krachtens de Ziektewet wordt het bedrag van deze uitke- ring in mindering gebracht op de betaling als bedoeld in het eer- ste lid.
b. Indien en voor zover de werknemer aanspraak heeft op een uit- kering krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverze- kering, c.q. Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan wel op invaliditeitspensioen ingevolge de PGGM-regeling, wordt de in lid 1 bedoelde aanspraak op doorbetaling van het netto salaris omgezet in een aanspraak op een aanvulling van deze uitkering tot het laatstgenoten netto salaris.
3. De inkomsten, door de werknemer in of buiten dienstbetrekking genoten voor werkzaamheden die hij heeft verricht gedurende de tijd dat hij, zo hij daartoe niet verhinderd was geweest, de bedongen arbeid had kunnen verrichten, worden in mindering gebracht op de
21
doorbetaling danwel de aanvulling als bedoeld in het eerste en tweede lid, sub b.
4. Onder netto salaris wordt verstaan het salaris dat wordt afgeleid van de som van:
a. het bruto maand- of periodesalaris, dat de werknemer geniet op het moment, dat de verhindering als bedoeld in het eerste lid zich voordoet,
b. overige loonbestanddelen, die als loon worden aangemerkt in de van toepassing zijnde regelingen of krachtens de Ziektewet, Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering en Algemene Arbeids- ongeschiktheidswet. De hoogte van de genoemde bestanddelen wordt op maandbasis gemeten over de periode van 3 maanden, voorafgaand aan de maand waarin de de verhindering als bedoeld in het eerste lid zich voordoet.
5. Voor werknemers met een min-max-contract, zijnde een arbeidsover- eenkomst waarbinnen een minimum gemiddelde arbeidsduur per week is afgesproken met de mogelijkheid om deze arbeidsduur daar- boven in overleg tussen werkgever en werknemer te varie¨ren tot een vooraf afgesproken maximum, geldt in afwijking van lid 4 sub a het navolgende, voorzover het salaris moet worden bepaald over een tijdvak dat werkgever en werknemer nog geen afspraak hebben gemaakt over de toepassing van het variabel gedeelte:
het bruto maand- of periodesalaris, vastgesteld als gemiddelde over de 3 maanden of 3 periodes, voorafgaand aan de maand of de periode waarin deze vaststelling plaatsvindt.
6. Bijstelling van het in lid 1 en 2 bedoelde netto salaris vindt plaats:
a. indien het bruto maand- of periodesalaris wijziging ondergaat tengevolge van
1. toepassing van de voor de werknemer geldende salaris- regeling;
2. aanpassing van het bruto maand- of periodesalaris aan de loonontwikkelingen van deze CAO;
3. tussen werkgever en werknemer gemaakte afspraken met betrekking tot een wijziging in de arbeidsduur; voor werkne- mers met een min-max-contract worden hieronder tevens ver- staan gemaakte afspraken over toepassing van het variabel gedeelte van de arbeidsduur.
b. door fiscale wijzigingen en wijzigingen in de sociale verzekerings- en pensioenpremies, voorzover deze bij de werk- nemer zouden zijn ingehouden indien de verhindering als be- doeld in het eerste lid zich niet had voorgedaan.
7. a. De werkgever is bevoegd om gedurende de eerste 52 weken van ziekte de betaling als bedoeld in het eerste lid op te schorten voor de tijd, gedurende welke de werknemer de verplichtingen inge-
22
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
volge artikel 35 niet is nagekomen of zich niet houdt aan andere door de werkgever schriftelijk gegeven redelijke voorschriften omtrent het verstrekken van inlichtingen die de werkgever be- hoeft om het recht op loon vast te stellen.
b. De werkgever kan slechts tot opschorting van de loondoorbetaling overgaan wanneer hij de werknemer daarvan kennis heeft gege- ven binnen een redelijke termijn.
8. Het recht op de loondoorbetaling of aanvulling als bedoeld in de leden 1 en 2, sub b van dit artikel vervalt:
a. indien de werknemer zonder voldoende gronden
– nalaat zich onder geneeskundige behandeling te (blijven) stel- len,
– nalaat de daarbij gegeven voorschriften tot zijn herstel op te volgen,
– zich schuldig maakt aan gedragingen die zijn genezing be- lemmeren.
b. indien de ziekte of arbeidsongeschiktheid opzettelijk door de werknemer is veroorzaakt.
c. indien de verhindering het gevolg is van een gebrek waarover de werknemer bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst de werk- gever opzettelijk onjuiste inlichtingen heeft gegeven;
d. indien de aanspraak van de werknemer op een uitkering inge- volge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering dan wel de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet vervalt, tenzij de oor- zaak bij de werkgever ligt;
e. indien de werknemer weigert om passend werk bij de werkgever of een derde te verrichten, terwijl hij daartoe op medische gron- den wel in staat is.
Het recht op loondoorbetaling vervalt slechts wanneer de werkgever de werknemer daarvan kennis heeft gegeven binnen een redelijke ter- mijn.
9. Indien de werknemer uit hoofde van de ziekte of arbeidsongeschikt- heid een vordering tot schadevergoeding vanwege loonderving te- genover derden kan doen gelden heeft de werknemer slechts recht op de loondoorbetaling of aanvullende uitkering, in dit artikel bedoeld, als de werknemer de rechten jegens genoemde derden tot het bedrag van deze loondoorbetaling of aanvullende uitkering cedeert aan de werkgever.
10. Indien een uitkering ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschikt- heidsverzekering danwel de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet e´e´n der gevallen, bedoeld in lid 8, sub a tot en met sub c en sub e
23
gedeeltelijk door de uitvoeringsinstelling wordt geweigerd, wordt de aanvullende uitkering naar evenredigheid verminderd.
Artikel 37
Vermindering vakantieverlof bij arbeidsongeschiktheid
1. Indien de werknemer zich binnen enig kalenderjaar meer dan twee keer ziek meldt, wordt bij de derde en vierde ziekmelding in het des- betreffende kalenderjaar een korting toegepast op het voor de werk- nemer geldende vakantieverlof.
2. Voor een werknemer met een volledig dienstverband wordt de in lid 1 bedoelde korting toegepast door het bij de derde en vierde ziek- melding in mindering brengen van 7 uren op het voor hem geldende vakantieverlof.
3. Voor een werknemer met een niet volledig dienstverband wordt de in de leden 1 en 2 bedoelde korting toegepast naar rato van de omvang van het dienstverband.
Artikel 37 a
Nadere arbeidsvoorwaardelijke afspraken rond ziekteverzuim
1. Als onderdeel van een beleidsplan voor de bestrijding van ziektever- zuim kan de werkgever met instemming van de ondernemingsraad een samenhangend stelsel van positieve en negatieve arbeids- voorwaardelijke prikkels invoeren.
2. Bij de toepassing van het eerste lid kan zowel in gunstige als in ongunstige zin van de bepalingen van deze CAO worden afgeweken.
Artikel 38
Tegemoetkoming premie ziektekostenverzekering
De werknemer die,
– niet verplicht verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet, en
– verzekerd is tegen het risico van kosten, verbonden aan ziekenhuis- verpleging, klinische en niet klinische specialistische behandeling, opname in een sanatorium en psychische of psychiatrische behande- ling al dan niet gepaard gaande met opname voor zichzelf en de eventuele leden van zijn gezin,
heeft recht op een tegemoetkoming van de werkgever in de premie- kosten op grond van de Uitvoeringsregeling G Tegemoetkoming premie ziektekostenverzekering.
24
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK VII ALGEMENE VERPLICHTINGEN WERKNEMER
Artikel 39
Algemeen
1. De werknemer is in het algemeen verplicht al datgene te doen en na te laten wat een goed werknemer in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.
2. De werknemer is verplicht de overeengekomen werkzaamheden naar beste vermogen te verrichten en zich daarbij te gedragen naar de aan- wijzingen, door of vanwege de werkgever gegeven, zulks met in- achtneming van de eisen van het beroep en het doel van de instel- ling.
4. De werknemer kan binnen redelijke grenzen en voorzover het belang van het werk of de instelling zulks vordert, na overleg worden ver- plicht voor een zo kort mogelijke periode met een maximum van drie maanden tot:
a. het verrichten van andere werkzaamheden, welke in redelijke mate aansluiten bij zijn functie;
b. wijzigingen in de regeling van zijn arbeidsduur en werktijden;
x. xxxxxxxxxxx in de plaats van tewerkstelling en/of werkgebied.
5. Het begeleiden van stagiaires kan tot de normale werkzaamheden behoren, zij het dat dit met ingang van de leeftijd van 50 jaar alleen mogelijk is met instemming van de betrokkene.
Artikel 40
Aanstellingskeuring
1. De werkgever kan de werknemer verplichten om zich vo´o´r het aan- gaan van de arbeidsovereenkomst te onderwerpen aan een aanstellingskeuring. Op een aanstellingskeuring is het ,,Protocol aanstellingskeuringen’’1) van toepassing, ontwikkeld door de Ko- ninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Genees- kunst, zoals dat in juni 1995 (voor het eerst) werd onderschreven door onder anderen werkgevers- en werknemersorganisaties.
1) Tekst ,,Protocol’’ verkrijgbaar bij het secretariaat van het Overleg Arbeidsvoorwaarden Thuiszorg (OAT), Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxx.
25
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met een werkgever die kan worden beschouwd als rechtsopvolger van de vorige werkgever.
3. Het eerste lid is eveneens niet van toepassing indien de werknemer in het jaar voorafgaande aan de aanstelling voor soortgelijke werk- zaamheden reeds medisch is goedgekeurd.
4. De kosten van de aanstellingskeuring komen ten laste van de werk- gever. Onder kosten worden tevens de reis- en verblijfkosten van de werknemer verstaan. Deze worden vergoed overeenkomstig Uitvoeringsregeling J Reis- en verblijfkostenvergoeding dienstrei- zen.
Artikel 41
Verhuizing
1. De werkgever kan de werknemer verplichten om in of nabij de plaats van tewerkstelling te wonen indien de reiskosten van het dagelijks reizen tussen de woning en het gebouw waarin gewoonlijk de werk- zaamheden worden verricht hoger zijn dan het bedrag, genoemd in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling I Verhuiskostenvergoeding.
2. Indien een werkgebied als bedoeld in artikel 1, sub k of een ander werkgebied wordt aangewezen, is de werknemer verplicht in dat werkgebied te wonen.
3. De werkgever kan de werknemer al dan niet op eigen verzoek schrif- telijk ontheffing verlenen van de in lid 1 en 2 genoemde verplich- ting.
4. De verplichting tot verhuizing of de ontheffing daarvan worden schriftelijk vastgelegd onder opgave van redenen.
5. De werkgever kan een verleende ontheffing – in overleg met de werknemer en met inachtneming van een redelijke termijn – intrek- ken wanneer het belang van het werk en een goede uitoefening van de functie zulks blijken te vereisen.
Artikel 43
Opleiding en bijscholing
1. De werkgever kan de werknemer verplichten een opleiding of bij- scholing te volgen die noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de functie.
26
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. De kosten van een dergelijke verplichte opleiding of bijscholing als- mede de reis- en verblijfkosten zijn voor rekening van de werkgever, volgens Uitvoeringsregeling X Xxxx- en verblijfkostenvergoeding dienstreizen.
3. De werkgever kan aan werknemers die verplicht worden een oplei- ding te volgen de verplichting opleggen om de kosten van de oplei- ding terug te betalen (conform Uitvoeringsregeling K Studie- faciliteiten, artikel 5).
Artikel 44
Nevenfuncties
1. De werknemer is verplicht de werkgever schriftelijk in kennis te stel- len van het voornemen gehonoreerde nevenfuncties te gaan verrich- ten en van uitbreiding in bestaande gehonoreerde nevenfuncties.
2. De werknemer is verplicht de werkgever schriftelijk in kennis te stel- len van het voornemen niet-gehonoreerde nevenfuncties te gaan ver- richten bij een instelling/inrichting, vallende onder de werkingssfeer van deze CAO.
3. Indien deze werkzaamheden of uitbreiding daarvan als strijdig met of schadelijk voor de vervulling van zijn functie kunnen worden beschouwd, dient de werkgever binnen e´e´n maand na verzending van bedoelde kennisgeving de werknemer schriftelijk en gemotiveerd mede te delen dat verrichting van deze werkzaamheden of uitbrei- ding daarvan niet geoorloofd is.
De werkgever kan de werknemer in dat geval – met inachtneming van een redelijke termijn – opdragen een nevenfunctie te bee¨indigen.
4. De werkgever is verplicht de werknemer te horen alvorens een beslissing te nemen over het al of niet toestaan van het verrichten van werkzaamheden in verband met een (on)gehonoreerde neven- functie of een uitbreiding daarvan.
5. Indien de werkgever niet binnen 1 maand antwoord geeft op de ken- nisgeving van de werknemer aangaande (on)gehonoreerde neven- functies, wordt goedkeuring verondersteld.
27
Artikel 45
Geheimhouding
1. De werknemer is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem uit hoofde van zijn functie en beroep ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt dan wel hem uitdrukke- lijk is opgelegd.
2. De in lid 1 bedoelde verplichting bestaat niet tegenover hen, die delen in de verantwoordelijkheid voor een goede vervulling van de functie van de werknemer noch ook tegenover hen, wier medewer- king tot die vervulling noodzakelijk is te achten, indien en voor zover deze zelf tot geheimhouding verplicht zijn of zich dienen te verplichten.
Artikel 46
Aannemingen en leveringen
1. Het is de werknemer verboden:
a. middellijk of onmiddellijk geschenken, beloningen of provisies aan te nemen of te vorderen, dan wel
x. xxxxxxxxxx of legaten te aanvaarden van personen, met wie hij uit- sluitend uit hoofde van zijn functie in aanraking kwam.1)
2. Tenzij door de werkgever uitdrukkelijk toestemming is verleend, is het de werknemer verboden geld of goederen, toebehorend aan clie¨nten/patiënten als geschenk of in bruikleen te aanvaarden, te kopen, te verkopen, te doen verkopen of te belenen.
Artikel 47
Zorg voor goederen werkgever
1. De werknemer is verplicht de goederen, welke door de werkgever aan zijn zorgen zijn toevertrouwd, zorgvuldig te beheren.
2. De werknemer kan slechts worden verplicht tot gehele of gedeelte- lijke vergoeding van door de werkgever geleden schade, voorzover deze is ontstaan door opzet, grove schuld of ernstige nalatigheid van de werknemer.
3. De verplichting, als bedoeld in lid 2, kan niet worden opgelegd dan nadat de werknemer ter zake is gehoord, waarbij hij zich kan laten bijstaan door een raadsman.
1) Onverminderd het bepaalde in artikel 953 BW.
28
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK VIII ALGEMENE VERPLICHTINGEN WERKGEVER
Artikel 48
Algemeen
1. De werkgever is verplicht de werknemer in staat te stellen de over- eengekomen werkzaamheden naar diens beste vermogen te verrich- ten en daarbij aanwijzingen te geven met inachtneming van de eisen van het beroep en het doel van de instelling en al datgene te doen en na te laten wat een goed werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.
2. De werkgever is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem met betrekking tot de persoon van de werknemer uit hoofde van zijn functie als werkgever bekend is, tenzij de werknemer tot het ver- strekken van op zijn persoon betrekking hebbende gegevens toestem- ming geeft.
Artikel 49
Belangenbehartiging van de werknemer
De werkgever stelt de raadsman van de werknemer in de gelegenheid mondeling of schriftelijk de belangen van de werknemer bij de werkge- ver te bepleiten.
Artikel 51
Aansprakelijkheid voor schade
1. De werkgever is verplicht een verzekeringsovereenkomst te sluiten voor de wettelijke aansprakelijkheid van de werknemer voor schade, aan derden toegebracht in de uitoefening van zijn functie. De werk- gever vrijwaart de werknemer voor aansprakelijkheid ter zake.
2. De werknemer die in de uitoefening van zijn dienstbetrekking schade lijdt waarvoor de werkgever wettelijk aansprakelijk is heeft jegens de werkgever aanspraak op vergoeding van deze schade, behalve wanneer sprake is van
– schade aan vervoermiddelen, en/of
– grove schuld of ernstige nalatigheid van de werknemer.
29
3. Indien de werknemer tegenover derden rechten kan doen gelden op vergoeding van de geleden schade heeft hij slechts recht op schade- vergoeding door de werkgever indien hij de rechten die hij jegens genoemde derden heeft aan de werkgever xxxxxxx. De kosten van invordering zijn in dit geval voor rekening van de werkgever.
Artikel 51a
Rechtsbijstand
De werkgever is verplicht de werknemer te voorzien van adequate rechtsbijstand indien de werknemer door derden (juridisch) wordt aan- gesproken in verband met de uitoefening van zijn functie en zich in ver- band hiermee wenst te laten bijstaan.
HOOFDSTUK IX SOCIAAL-ORGANISATORISCHE REGELINGEN
Artikel 52
Fusiegedragsregels
1. Met fusie wordt gelijkgesteld elke vorm van overdracht van zeggen- schap over een (deel van een) instelling aan een andere rechtsper- soon.
2. Indien een werkgever het voornemen heeft tot fusie over te gaan en hiertoe concrete plannen ontwikkelt, dient hij dit te melden aan de werknemersorganisaties, partij bij deze CAO. Daarbij wordt melding gemaakt van de fuserende instellingen (oude werkgevers) en de naam van de nieuwe werkgever.
3. Het bestuur van een betrokken instelling voert overleg met de werk- nemersorganisaties over zijn fusieplannen en verstrekt daaromtrent desgevraagd nadere informatie.
Met name wordt overleg gevoerd met betrekking tot de rechtsposi- tie, arbeidsomstandigheden en medezeggenschap van de betrokken werknemers.
4. Uitgangspunt bij dit overleg is, dat er geen achteruitgang in de rechtspositie van het zittend personeel mag plaatsvinden, dat geen arbeidsplaatsen verloren mogen gaan en dat geen gedwongen ontsla- gen mogen plaatsvinden.
5. Indien de besprekingen in het fusie-overlegorgaan leiden tot afspra- ken inzake de rechten van de werknemers bij de fusie worden deze in een overeenkomst, in de vorm van een sociaal plan, vastgelegd.
30
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 53
Bepalingen bij reorganisaties
1. Indien de werkgever overgaat tot een reorganisatie van (een deel van) de instelling die een aanmerkelijke wijziging tot gevolg heeft in de arbeidssituatie dient hij een voorlopig reorganisatieplan op te stel- len. Hij legt dit met een adviesaanvraag voor aan de ondernemings- raad. In het voorlopig reorganisatieplan wordt aangegeven:
– welke onderdelen van de instelling als gevolg van de reorganisa- tie kwalitatief en kwantitatief wijzigen;
– op welke wijze (tijdsbestek, fasen) de reorganisatie zal worden gee¨ffectueerd;
– een indicatie van het aantal formatieplaatsen dat (eventueel) ver- loren zal gaan.
2. Wanneer sprake is van een zodanige vermindering of bee¨indiging van de werkzaamheden dan wel reorganisatie van (een deel van) de instelling dat werknemers moeten worden ontslagen, dient de werk- gever een voorlopig afvloei¨ıngs- en/of reorganisatieplan op te stel- len. Hij legt dit met de adviesaanvraag voor aan de ondernemings- raad. In dit plan wordt, naast hetgeen wordt genoemd in het eerste lid, bovendien aangegeven:
– in welke onderdelen van de instelling of onder welke functies gedwongen ontslagen zullen plaatsvinden;
– een zo precies mogelijke opgave van het aantal gedwongen ont- slagen per functie en per onderdeel van de instelling;
– op welke wijze de uitgaven in de niet-personele sfeer kunnen worden beperkt en eventueel eigen inkomsten kunnen worden verhoogd;
– op welke wijze de uitgaven in de personele sfeer kunnen worden beperkt door middel van natuurlijk verloop en/of een vacature- stop.
3. Voorzover er bij de in de leden 1 en 2 bedoelde situaties sprake is van rechtspositionele gevolgen voor de betrokken werknemers, voert de werkgever daarover tijdig overleg met de werknemersorganisaties.
4. Indien er in de in lid 2 bedoelde situaties sprake is van gedwongen ontslagen onder werknemers in de functie(s) van Xxxxxxxxx A en/of Verzorgingshulp B, schort de werkgever gelijktijdig met het opstel- len van het voorlopig afvloei¨ıngs- en/of reorganisatieplan zijn even- tueel lopende aanvragen in het kader van de Regeling extra arbeids-
31
plaatsen zorgsector op, totdat definitieve besluitvorming over de voorgenomen gedwongen ontslagen heeft plaatsgevonden.
5. Nadat zowel het overleg met de ondernemingsraad alsook het over- leg met de werknemersorganisaties is gevoerd, stelt de werkgever het reorganisatie- en/of afvloei¨ıngsplan definitief vast. Hij brengt dit ter kennis van zowel de ondernemingsraad als de werknemers- organisaties. Na de uitvoering van het reorganisatieplan ontvangt de ondernemingsraad het nieuwe organisatieschema van de werkgever.
7. De werkgever beargumenteert ontslagaanzeggingen schriftelijk.
8. Binnen het kader van dit artikel wordt met ontslag gelijkgesteld ont- binding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 1639w van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 54: gereserveerd.
Artikel 55
Sexuele of andere vormen van intimidatie
1. De werkgever is verplicht maatregelen te nemen die de lichamelijke en geestelijke integriteit van de werknemer zoveel mogelijk bescher- men, opdat sexuele of andere vormen van intimidatie kunnen wor- den voorkomen.
2. a. Indien een werknemer bij of door een clie¨nt wordt geconfron- teerd met sexuele of andere vormen van intimidatie:
– heeft hij/zij het recht de werkzaamheden bij de betrokken clie¨nt onmiddellijk te onderbreken zonder dat dit een drin- gende reden voor ontslag in de zin van artikel 1639p Burger- lijk Wetboek oplevert;
– dient hij/zij het voorval eveneens onmiddellijk bij de werk- gever c.q. een daartoe door de werkgever aangewezen per- soon te melden.
b. Indien de werknemer een geval van sexuele of andere vormen van intimidatie bij de werkgever c.q. de daartoe door de werkge- ver aangewezen persoon heeft gemeld, stelt de werkgever een onderzoek in en neemt hij dusdanige maatregelen dat herhaling wordt voorkomen.
c. De werknemer die een geval van sexuele of andere vormen van intimidatie heeft gemeld, heeft het recht het opnieuw plaatsen bij de betrokken clie¨nt te weigeren.
32
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 56
Gehandicapte werknemers
1. De werkgever zal met het oog op een positief beleid ten aanzien van de gehandicapte werknemers met het doel voor hen gelijke kansen te bevorderen met betrekking tot de deelname aan het arbeidsproces, de nodige voorzieningen treffen, gericht op het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van werknemers. De werkgever zal bij zijn aanstellings- en plaatsingsbeleid hieraan bij- zondere aandacht geven.
2. Indien voor (her)plaatsing van een werknemer aanpassing van de werkplek noodzakelijk is, zal de werkgever bij de bedrijfsvereniging een voorziening in het kader van de AAW aanvragen. Zonodig zal de werkgever deze voorziening voorfinancieren op het moment dat zekerheid is verkregen, dat de bedrijfsvereniging de aanvraag zal honoreren.
Artikel 57
Faciliteiten kinderopvang
1. De werkgever zal bevorderen dat voor de werknemers die zulks wen- sen kinderopvang beschikbaar is.
2. In dit kader zal de werkgever, in overleg met de ondernemingsraad, inventariseren of en zo ja in hoeverre aan de werknemers kinderop- vangmogelijkheden ter beschikking kunnen worden gesteld, waarbij onder meer gedacht kan worden aan:
– het realiseren van een kinderdagverblijf, verbonden aan de instel- ling;
– het huren van kindplaatsen in een extern kinderdagverblijf;
– het verstrekken van een financie¨le tegemoetkoming in de kosten van door de werknemer zelf geregelde kinderopvang.
Artikel 58
Financiering en realisering kinderopvang
1. a. De werkgever stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor het tot stand brengen van faciliteiten op het terrein van de kinderopvang, als bedoeld in artikel 57, lid 2.
33
b. Het bedrag als bedoeld in lid 1a bestaat uit de volgende elemen- ten:
– Tenminste 0,1% van de totale loonsom van de instelling;
– Het bedrag dat anderszins voor kinderopvang beschikbaar komt (bijvoorbeeld in het kader van het AWO-fonds, alsmede in het kader van door de overheid beschikbaar gestelde arbeidsmarktmiddelen);
c. Onder loonsom als bedoeld in lid 1b wordt verstaan het totaal van alle verloonde bedragen waarover loonbelasting en premies volksverzekeringen moet worden afgedragen.
2. Door de werkgever wordt jaarlijks in overleg met de ondernemings- raad voor de instelling een plan voor de kinderopvang vastgesteld.
3. Door de werkgever wordt jaarlijks aan de ondernemingsraad een overzicht verstrekt van de in het kader van dit artikel getroffen faci- liteiten.
Artikel 59
Positieve actie
1. Partijen bij deze CAO verklaren zich te willen inzetten om gelijke kansen voor mannen en vrouwen en etnische minderheden in het arbeidsproces te bevorderen.
2. Om dit doel te bereiken zullen werkgevers in overleg met de onder- nemingsraad bevorderen dat m.b.t. de in lid 1 genoemde groepen nadere voorzieningen worden getroffen ten aanzien van werving en selectie, opleiding en loopbaanbegeleiding, waarbij o.a. gedacht kan worden aan:
– een voorkeursbeleid bij werving en selectie indien is aangetoond dat er sprake is van ondervertegenwoordiging in bepaalde func- ties, zulks in relatie tot de samenstelling van de bevolking in het werkgebied van de instelling e´n indien sprake is van een gelijke geschiktheid m.b.t. de vervulling van de vacature;
– een actief opleidingsbeleid teneinde de doorstroming naar hogere functies te verbeteren;
– faciliteiten m.b.t. de combinatie van betaalde arbeid met verzorgingstaken, teneinde de uitstroom van de in lid 1 ge- noemde groepen werknemers tegen te gaan.
Artikel 60
Deeltijd
Als onderdeel van het personeelsbeleid geldt als uitgangspunt dat alle functies in beginsel in deeltijd kunnen worden verricht. De uitwerking
34
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
van dit beleid geschiedt per instelling in overleg met de ondernemings- raad.
Artikel 61
Beoordelingsregeling
1. De werkgever kan een systeem van personeelsbeoordeling hanteren, waaronder wordt verstaan een systematiek waarmee de werknemer wordt beoordeeld in zijn functioneren als werknemer.
2. Het in lid 1 bedoelde systeem van personeelsbeoordeling behoeft de instemming van de ondernemingsraad.
HOOFDSTUK X MEDEZEGGENSCHAP
Artikel 62
Adviesrecht ondernemingsraad bij instelling met 35 tot 100 werknemers
In instellingen, waarin 35 tot 100 werknemers werkzaam zijn, behoudt, dan wel krijgt de ondernemingsraad dezelfde bevoegdheden als in de Wet op de Ondernemingsraden zijn vastgelegd voor de ondernemings- raad in ondernemingen met 100 of meer werknemers.
Artikel 64
Bestuurssamenstelling
1. Het bestuur c.q. de Raad van Toezicht, c.q. de Raad van Commissa- rissen van een instelling maakt zo spoedig mogelijk aan de onderne- mingsraad schriftelijk kenbaar aan welke wijze van bestuurs- samenstelling als genoemd in Uitvoeringsregeling H het zich gebonden acht.
2. Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op het bestuur, c.q. de Raad van Toezicht, c.q. de Raad van Commissarissen van instellin- gen waar de ondernemingsraad verder strekkende bevoegdheden heeft dan genoemd in de Uitvoeringsregeling H. Lid 1 is eveneens niet van toepassing indien als uitwerking van artikel 4 van het Lan- delijk Sociaal Plan integratie kruiswerk/gezinsverzorging in een plaatselijk aanvullend plan al een keuze is vastgelegd.
35
Artikel 65
Hoogste dagelijkse leiding
Wanneer de vacature van een werknemer belast met de hoogste dage- lijkse leiding in de instelling moet worden vervuld, stelt de werkgever de ondernemingsraad in de gelegenheid een gesprek te voeren met de gerede kandidaat/kandidaten voor de vervulling van deze vacature. Het oordeel van de ondernemingsraad over deze kandidaat/kandidaten zal voor de standpuntbepaling van de werkgever zwaar wegen.
Artikel 66
Overzicht overwerk
De werkgever verstrekt aan de ondernemingsraad per kwartaal een over- zicht van het verrichte overwerk.
Artikel 67
Overzicht inzet oproep- c.q. invalkrachten
1. De werkgever is verplicht de ondernemingsraad per half jaar een overzicht te verstrekken van de omvang van door oproep- c.q. inval- krachten verrichte werkzaamheden.
2. Aan de hand van dit overzicht zal worden overlegd over mogelijk- heden om de inzet van deze krachten te beperken.
Artikel 68
Overzicht werkervaringsplaatsen
De werkgever verstrekt jaarlijks aan de ondernemingsraad een overzicht van het aantal in de instelling gecree¨erde werkervaringsplaatsen.
Artikel 68 a
Overzicht extra arbeidsplaatsen zorgsector
De werkgever verstrekt twee maal per jaar aan de ondernemingsraad een overzicht inzake de Regeling extra arbeidsplaatsen zorgsector. Dit over- zicht bevat over die verslagperiode de volgende informatie:
– het aantal binnen de instelling op basis van genoemde regeling gecree¨erde arbeidsplaatsen, met vermelding van de afdeling(en) waarbinnen dit plaatsvond;
– het aantal werknemers dat, aanvankelijk werkzaam in het kader van
36
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
genoemde regeling, is doorgestroomd naar reguliere vacatures bin- nen de instelling;
– het aantal werknemers, werkzaam in het kader van genoemde rege- ling, van wie het dienstverband is bee¨indigd.
HOOFDSTUK XI FACILITEITEN VOOR WERKNEMERS- ORGANISATIES
Artikel 69
Verlof voor werknemersorganisaties
1. Tenzij de te verrichten werkzaamheden zich naar het oordeel van de werkgever daartegen verzetten, heeft de werknemer die lid is van een vakorganisatie op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van deze organisatie, recht op maximaal 17 dagen verlof met behoud van salaris, voor het deelnemen aan die werkzaamheden/bijeenkomsten, die door kaderleden van de vakorganisatie die het betreffende ver- zoek heeft ingediend, in het algemeen worden verricht en bijge- woond.
2. Onder werkzaamheden/bijeenkomsten die door kaderleden in het algemeen worden verricht of bijgewoond dienen die werkzaamheden/ bijeenkomsten te worden verstaan die betreffen bestuurlijke activitei- ten binnen de desbetreffende werknemersorganisatie dan wel verte- genwoordigende activiteiten namens die werknemersorganisatie.
3. Deze activiteiten moeten er toe strekken de doelstellingen van de desbetreffende werknemersorganisatie te ondersteunen.
5. Voor de werknemer met een niet volledig dienstverband, wordt bij gebruikmaking van dit artikel, artikel 33, lid 5, overeenkomstig toe- gepast.
6. De werknemer die op 31 december 1994 valt onder de werkingssfeer van de CAO Gezinsverzorging en kan aantonen dat hij in de 2 daar- aan voorgaande jaren meer dan 17 dagenverlof voor werknemers- organisaties heeft opgenomen voor de activiteiten genoemd in lid 2 en 3 van dit artikel, heeft een individueel verworven recht op ver- lofdagen als bedoeld in lid 1 tot een maximum van het gemiddelde van het aantal van deze verlofdagen, opgenomen in genoemde 2 voorafgaande jaren.
37
HOOFDSTUK XII ONKOSTENVERGOEDINGEN EN OVERIGE FINANCIËLE REGELINGEN
Artikel 72
Vergoeding kosten woon-werkverkeer
De werkgever dient een vergoedingsregeling voor de kosten van het woonwerkverkeer te hanteren. Deze regeling is met instemming van de ondernemingsraad tot stand gekomen.
Artikel 73
Vergoeding verhuiskosten
De werknemer die op grond van artikel 41 verplicht is te verhuizen of verplicht is de dienstwoning te verlaten heeft recht op een tegemoetko- ming overeenkomstig de bepalingen van de Uitvoeringsregeling I Verhuiskostenvergoeding. Het recht op deze tegemoetkoming bestaat eveneens indien de werknemer verhuist op grond van medische nood- zaak, blijkend uit een verklaring van een door de werkgever aangewe- zen geneeskundige.
Artikel 74
Reis- en verblijfkostenvergoeding
Aan de werknemer die in opdracht van de werkgever in het kader van de functievervulling reis- en verblijfkosten moet maken, worden deze kosten vergoed op grond van de Uitvoeringsregeling X Xxxx- en verblijfkostenvergoeding dienstreizen.
Artikel 75
Studiefaciliteiten
Aan de werknemer die een opleiding volgt die naar het oordeel van de werkgever in het belang van het werk en/of de werksoort is en voort- vloeit uit zijn functie en/of te verwachten functie(s) binnen de instelling, kan studieverlof en/of een tegemoetkoming in de studiekosten worden verleend overeenkomstig de bepalingen van de Uitvoeringsregeling K Studiefaciliteiten.
38
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 76
Telefoonkosten
Aan de werknemer die in opdracht van de werkgever thuis over een tele- foonaansluiting dient te beschikken, wordt een vergoeding toegekend overeenkomstig de Uitvoeringsregeling L Telefoonkostenvergoeding.
De overige werknemers zullen de werkelijk gemaakte gesprekskosten van in opdracht van de werkgever gevoerde telefoongesprekken vergoed krijgen.
Artikel 77
Dienstkleding
De werkgever zal, indien en voor zover het dragen van dienstkleding wordt voorgeschreven, de daaraan verbonden bruto kosten van aanschaf en reiniging voor zijn rekening nemen.
Artikel 77a
Registratiekosten Wet BIG
De werkgever vergoedt aan de op 1 april 1996 in dienst zijnde werkne- mer, alsmede aan de tijdens de looptijd van deze CAO in dienst tredende werknemer eenmalig de registratiekosten in het kader van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), mits de werk- nemer op het tijdstip van registratie in dienst van de werkgever is.
Artikel 78
Jubileumgratificatie
1. De werknemer die al of niet met onderbreking in dienst is geweest van e´e´n of meer werkgevers, die onder de werkingssfeer van deze CAO vallen, heeft recht op een jubileumgratificatie bij het volbren- gen van een diensttijd van 25, 40 of 50 jaar, volgens de normen van het tweede lid van dit artikel. Onder diensttijd wordt voor de toepas- sing van dit artikel tevens begrepen de diensttijd in de sector gezins- verzorging bij een werkgever die onder de werkingssfeer van de XXX Xxxxxxx viel, toen de gezinsverzorging nog bij die CAO was ondergebracht.
2. De in het eerste lid bedoelde jubileumgratificatie bedraagt bij:
39
25 dienstjaren een bruto half maandsalaris; 40 dienstjaren een bruto heel maandsalaris; 50 dienstjaren een bruto heel maandsalaris.
3. Onder maandsalaris wordt begrepen:
a. het bruto maandsalaris, vermeerderd met
b. vakantietoeslag over een maand, een en ander afgerond op (een veelvoud van) 5 gulden.
Artikel 79
Spaarloonregeling
De werkgever draagt zorg voor de invoering van een spaarloonregeling binnen de instelling indien de ondernemingsraad daar om verzoekt.
HOOFDSTUK XIII REGELINGEN BIJ CONFLICTEN
Artikel 80
Schorsing
1. De werkgever kan de werknemer voor ten hoogste 14 kalenderdagen schorsen, indien het vermoeden bestaat, dat een dringende reden in de zin van artikel 1639o en 1639p BW aanwezig is om een werkne- mer op staande voet te ontslaan en schorsing naar het oordeel van de werkgever in het belang van het werk dringend gevorderd wordt. Deze termijn kan ten hoogste e´e´nmaal met 14 dagen worden ver- lengd.
2. Het besluit tot schorsing, alsmede het besluit tot verlenging ervan, worden door de werkgever terstond aan de werknemer meegedeeld, onder vermelding van de duur van de schorsing en de redenen, die tot de schorsing c.q. verlenging ervan aanleiding hebben gegeven. Een dergelijk besluit dient zo spoedig mogelijk daarna schriftelijk en gemotiveerd door de werkgever aan de werknemer bevestigd te wor- den.
3. Omtrent het voornemen tot schorsing zal de werkgever alvorens daartoe over te gaan de werknemer horen of doen horen, althans daartoe behoorlijk oproepen.
De werknemer heeft het recht zich te doen bijstaan door een raads- man.
4. Gedurende de schorsing behoudt de werknemer het recht op salaris.
5. Blijkt de schorsing ongegrond te zijn, dan zal de werknemer door de 40
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
werkgever worden gerehabiliteerd hetgeen schriftelijk aan de werk- nemer zal worden meegedeeld of bevestigd.
Wanneer de werknemer zich heeft laten bijstaan door een raadsman, dan komen de kosten in dit geval voor rekening van de werkgever.
6. De werknemer kan de werkgever verplichten het bepaalde in lid 5 van dit artikel ook ten aanzien van derden die door de werkgever op de hoogte zijn gesteld, van toepassing te verklaren.
7. Het niet rehabiliteren van de werknemer en het niet tijdig schrifte- lijk mededelen of bevestigen van zijn rehabilitatie indien het ver- moeden dat tot schorsing heeft geleid, niet juist blijkt te zijn kunnen voor de werknemer opleveren een grond voor onmiddellijke bee¨in- diging, als bedoeld in artikel 1639q BW.
Artikel 81
Op non-actiefstelling
1. De werkgever kan de werknemer voor een periode van ten hoogste 3 weken op non-actief stellen, indien de voortgang van de werk- zaamheden – door welke oorzaak dan ook – ernstig wordt belem- merd. De termijn die hierbij in acht wordt genomen dient zo beperkt mogelijk te zijn, echter zo lang als nodig is om oplossingen tot stand te brengen. Mocht dit na drie weken nog niet mogelijk zijn, dan kan de termijn in overleg met de werknemer of diens raadsman worden verlengd.
2. De werkgever deelt een besluit tot op non-actiefstelling alsmede het besluit tot verlenging zo spoedig mogelijk schriftelijk mee aan de werknemer onder vermelding van de redenen waarom de voortgang der werkzaamheden deze maatregel vereist.
3. Op non-actiefstelling geschiedt steeds met behoud van salaris.
4. De werkgever is gehouden gedurende de periode van op non- actiefstelling die voorzieningen te treffen die mogelijk zijn om de werkzaamheden wederom voortgang te doen vinden.
5. De op non-actiefstelling kan niet bij wijze van strafmaatregel wor- den gebruikt.
Artikelnummers 83 tot en met 85: gereserveerd.
41
HOOFDSTUK XIV EINDE VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
Artikel 86
Bee¨indiging dienstverband
1. Het dienstverband eindigt:
a. met wederzijds goedvinden op het door werkgever en werknemer overeengekomen tijdstip;
b. door het verstrijken van de termijn, waarvoor de arbeidsovereen- komst is aangegaan;
c. door opzegging door werkgever of werknemer met inachtneming van het bepaalde ten aanzien van opzegging in het tweede lid van dit artikel en met inachtneming van een opzegtermijn van ten- minste twee maanden dan wel 2 perioden, tenzij op grond van artikel 1639i en j BW een langere opzegtermijn in acht dient te worden genomen;
d. door eenzijdige bee¨indiging tijdens de proeftijd als bedoeld in artikel 0000x XX;
e. door ontslag op staande voet wegens dringende redenen voor werkgever of werknemer volgens de bepalingen van artikel 1639p en q BW;
f. op de eerste dag van de maand, waarin de werknemer de leeftijd van 65 jaar bereikt, dan wel op het tijdstip waarop van het recht op overbruggingsuitkering ingevolge de pensioenregeling van het PGGM wordt gebruik gemaakt;
x. door overlijden van de werknemer;
h. door ontbinding door de rechter op grond van artikel 1639w of 1639x BW vanwege gewichtige redenen dan wel vanwege wan- prestatie;
i. op de eerste dag van de volgende kalendermaand c.q. salaris- periode, indien de werkneemster die de arbeidsovereenkomst in verband met een bevalling wenst te bee¨indigen zulks schriftelijk uiterlijk 10 kalenderdagen na de bevalling aan de werkgever heeft meegedeeld.
2. a. Opzegging dient schriftelijk en onder opgave van redenen te geschieden.
b. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de kalendermaand, dan wel van de periode, volgend op de opzegging.
Artikel 87
Wachtgeld
1. De werknemer die wordt ontslagen wegens vermindering of bee¨in- diging der werkzaamheden, wegens reorganisatie van de instelling, dan wel wegens onbekwaamheid welke niet aan zijn schuld of toe-
42
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
doen is te wijten, wordt met ingang van de dag dat het ontslag ingaat, door de werkgever een wachtgeld toegekend, overeenkomstig Uitvoeringsregeling N Wachtgeld.
2. Bij ontslag wegens onbekwaamheid wordt slechts wachtgeld uitge- keerd indien de werknemer tenminste de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt alsmede 15 jaar of langer bij de werkgever of diens rechts- voorganger in dienst is.
3. Indien het wachtgeld ingaat op een datum, waarop de betrokkene de leeftijd van 50 jaar nog niet heeft bereikt, kan de periode, gedurende welke wachtgeld wordt toegekend, niet langer zijn dan maximaal 4 achtereenvolgende jaren.
Artikel 88
Uitkering bij overlijden1)
1. Na het overlijden van de werknemer wordt, naast de uitbetaling van het salaris en de vakantietoeslag tot en met de dag van overlijden, een uitkering ineens toegekend, gelijk aan het salaris waarop de werknemer aanspraak zou kunnen maken over de periode vanaf de eerste dag na het overlijden tot en met de laatste dag van de tweede maand volgend op die waarin het overlijden plaatsvond, aan:
– de langstlevende der echtgenoten, indien de overledene gehuwd was en niet duurzaam gescheiden van de andere echtgenoot leefde, o´f
– indien deze echtgenoot reeds overleden is, aan de minderjarige wettige, pleeg- of natuurlijke kinderen gezamenlijk.
2. Indien er geen belanghebbenden zijn als bedoeld in lid 1, wordt de uitkering toegekend aan degene voor wie de overleden werknemer xxxxxxxxxx was.
3. Ontbreekt ook een belanghebbende als bedoeld in lid 2, dan kan in bijzondere gevallen de in lid 1 bedoelde uitkering worden uitbetaald aan de persoon of personen die daarvoor naar het oordeel van de werkgever naar billijkheidsoverwegingen in aanmerking komt/ komen.
4. De overlijdensuitkering, bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt ver- minderd met het bedrag van de uitkering dat aan de nagelaten betrek-
1) Art. 7:674 BW is onverkort van toepassing.
43
kingen ter zake van het overlijden van de werknemer toekomt krach- tens een wettelijk voorgeschreven ziekte o`f arbeidsongeschiktheids- verzekering.
HOOFDSTUK XV VERKREGEN RECHTEN
Artikel 89
Verkregen rechten algemeen
1. Tussen werkgever en werknemer overeengekomen arbeidsvoorwaar- den welke voor werknemers, vallende onder de XXX Xxxxxxx, op 28 februari 1979 en voor werknemers, vallende onder de XXX Xxxxx- werk en Tuberculosebestrijding, op 31 december 1979, in voor de werknemer gunstige zin afwijken van de respectievelijk per 1 maart 1979 en 1 januari 1980 geldende XXX Xxxxxxx en XXX Xxxxxxxxx en Tuberculosebestrijding, blijven gehandhaafd, tenzij sprake is van een excessief beding.
2. Onder excessief beding wordt verstaan een tussen werkgever en werknemer overeengekomen regeling die zo sterk afwijkt van de voor werknemers onder gelijke omstandigheden geldende arbeids- voorwaarden, dat in redelijkheid niet gevergd kan worden dat deze regeling gehandhaafd blijft.
5. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel heeft de in lid 1 bedoelde werknemer, die op 28 februari 1979 viel onder de XXX Xxxxxxx en die met toestemming van de werkgever voor de uitoefe- ning van zijn functie gebruik moet maken van eigen auto, motor of scooter recht op de vergoeding zoals die vermeld is in artikel 3 van Uitvoeringsregeling X Xxxx- en verblijfkostenvergoeding dienstrei- zen.
6. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel heeft de in lid 1 bedoelde werknemer, die op 28 februari 1979 viel onder de XXX Xxxxxxx uitsluitend recht op wachtgeld overeenkomstig de bepalin- gen van Uitvoeringsregeling N Wachtgeld. Indien deze werknemer echter jonger is dan 50 jaar en hij op grond van lid 1 van dit artikel recht gehad zou hebben op een duur van toekenning van het wacht- geld van meer dan 4 jaar, geldt de beperking tot maximaal 4 jaren zoals vermeld in artikel 87, lid 3 niet.
44
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 90
Verkregen rechten ouderschapsverlof
Voor de werknemer die op 31 december 1994 een arbeidsovereenkomst heeft waarop de XXX Xxxxxxxxx van toepassing is, geldt als individueel verkregen recht ten aanzien van ouderschapsverlof het volgende:
De werkgever zal de werknemer die gedurende tenminste e´e´n jaar in zijn instelling werkzaam is met een arbeidsduur van tenminste 12 uur per week, op zijn verzoek onbetaald verlof verlenen bij de geboorte van een kind. Dit verlof wordt toegekend over een aaneengesloten periode van maximaal 6 maanden voor ten hoogste de helft van de voor de werkne- mer geldende arbeidsduur per week.
Artikel 91
Verkregen rechten i.v.m. vermindering arbeidsduurverkorting
1. Voor de werknemer die op 31 december 1994 een arbeidsovereen- komst heeft waarop de XXX Xxxxxxxxx van toepassing is geldt ter compensatie van de vermindering van het aantal uren arbeidsduur- verkorting als individueel verkregen recht een jaarlijkse toelage van 0,58% van het feitelijk in het betreffende jaar verdiende bruto- salaris, vermeerderd met de vakantietoeslag.
2. De in het eerste lid genoemde toelage wordt door de werkgever uit- gekeerd in de maand december, dan wel zoveel eerder als het dienst- verband eindigt.
Artikel 92
Verkregen rechten betaling bij ziekte/arbeidsongeschiktheid
Voor de werknemer die op 31 december 1994 een arbeidsovereenkomst heeft waarop de CAO Kruiswerk van toepassing is, geldt als individueel verkregen recht bij de toepassing van artikel 36, lid 1 (Betaling bij ziekte/arbeidsongeschiktheid) een periode van maximaal 24 maanden.
Artikel 93
Verkregen rechten jubileumgratificaties
Voor de werknemer die op 31 december 1994 een arbeidsovereenkomst heeft waarop de CAO Kruiswerk van toepassing is gelden in aanvulling
45
op de leden 1 tot en met 3 van artikel 78 (Jubileumgratificatie) de vol- gende rechten:
– bij 121⁄2 dienstjaren een jubileumgratificatie van een bruto kwart maandsalaris;
– het brutomaandsalaris, als bedoeld in lid 3 wordt vermeerderd met het bedrag dat in de 3 maanden, voorafgaande aan het jubileum gemiddeld per maand aan toelage inconvenie¨nte uren is genoten;
– indien de omvang van het dienstverband in de loop der jaren is gewijzigd kan de werkgever de gratificatie aanpassen indien de werknemer door een dergelijke wijziging onredelijk veel zou worden benadeeld of bevoordeeld;
– de werkgever zal aan de werknemer die wordt ontslagen wegens blij- vende arbeidsongeschiktheid of wegens gebruik van de overbruggingsuitkering van het PGGM een evenredige jubileum- gratificatie voor 25, 40 of 50 dienstjaren toekennen, indien de dienst- tijd op twee jaar na geheel is voltooid.
46
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
UITVOERINGSREGELING A SALARIËRING
(ex artikel 23)
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Begripsbepalingen
1. a. Salarisschaal: Reeks van bedragen corresponderend met een vaste reeks volgnummers, zoals genoemd in artikel 13 van deze rege- ling.
b. Aanloopschaal: De binnen de salarisschaal opgenomen laagste twee periodieken, aangeduid met aanloopperiodiek 0 en aanloop- periodiek 1.
c. Xxxxxxx: Het op de werknemer van toepassing zijnde bedrag uit de op hem van toepassing zijnde salarisschaal.
d. Salarisancie¨nniteit: De tijd die in aanmerking komt voor de vast- stelling van het salaris op een hoger bedrag dan de laagste perio- diek van de salarisschaal, welke op de functie van de werknemer van toepassing is.
e. Periodiek: Opeenvolgende bedragen in een salarisschaal.
f. Maand: Een kalendermaand.
g. Periode: Een aaneengesloten tijdvak van vier weken.
h. Opleidingsindicatie: Het bij een functie aangegeven gewenste opleidingsniveau voor een functie.
i. Diploma: Het bij een functie aangegeven diploma dat wettelijk vereist is voor de uitoefening van een functie.
2. Indien het aantal medewerkers waaraan leiding wordt gegeven bepa- lend is voor de toepassing van een salarisschaal, tellen als medewer- kers, op de wijze als aangegeven in lid 3, mee:
– degene die op basis van een arbeidsovereenkomst met de werk- gever in de instelling werkzaam is;
– degene die in de instelling werkzaam is op basis van detachering zoals bedoeld in artikel 6 van het algemeen deel van de CAO.
3. a. De vaststelling van het aantal medewerkers waaraan leiding wordt gegeven ter bepaling van de toepasselijke salarisschaal geschiedt door de omvang van de dienstverbanden van de in lid 2 bedoelde medewerkers bij elkaar op te tellen en het zo ontstane totaal te herleiden tot het aantal eenheden van 37 uur. Het aldus verkre-
47
gen onafgeronde aantal eenheden van 37 uur is bepalend voor de vaststelling van de van toepassing zijnde schaal.
b. Wanneer op een werknemer als gevolg van een vermindering van het aantal medewerkers waaraan leiding wordt gegeven als be- doeld in dit artikel een lagere salarisschaal zou moeten worden toegepast, vindt deze toepassing eerst plaats op het moment dat de hiervoor bedoelde situatie zonder onderbreking e´e´n vol jaar heeft geduurd.
c. Wanneer op een werknemer als gevolg van een toename van het aantal medewerkers waaraan leiding wordt gegeven als bedoeld in dit artikel, een hogere salarisschaal zou moeten worden toege- past, vindt deze toepassing eerst plaats op het moment dat de hiervoor bedoelde situatie zonder onderbreking e´e´n vol jaar heeft geduurd.
Artikel 2
Bepaling salaris
1. Het salaris van de werknemer wordt vastgesteld op basis van een door hem beklede functie, zoals met de daarbij behorende salaris- schaal opgenomen in het bij deze CAO behorende functieboek.1)
2. Het salaris van de werknemer wordt daarbij bepaald volgens de salarisbedragen corresponderend met de volgnummers, genoemd in hoofdstuk III, artikel 14, onderdeel A, tenzij sprake is van toepassing van het wettelijk minimumloon dan wel leeftijdsalarissen, als be- doeld in lid 3.
3. Het salaris in de salarisschalen 2 tot en met 5 van de werknemer die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt wordt vastgesteld vol- gens de salarisbedragen, corresponderend met de leeftijden, als ver- meld bij die salarisschalen in hoofdstuk II, artikel 13. Voor salaris- schaal 1 geldt hetzelfde, met dien verstande dat leeftijdsalarissen gelden tot de leeftijd van 23 jaar.
4. Het salaris van de werknemer van 18 jaar en ouder wordt bij zijn indiensttreding in de regel vastgesteld op het laagste volgnummer uit de op zijn functie van toepassing zijnde salarisschaal, met dien ver- stande dat deze leeftijd in salarisschaal 1 23 jaar is en in die schaal als laagste bedrag van de schaal het wettelijk minimumloon geldt. De werkgever kan met de werknemer overeenkomen dat de werkne- mer, al dan niet op basis van elders verkregen ervaring, niet in de aanloopschaal wordt ingeschaald, doch in een hoger volgnummer van de salarisschaal.
1) Vooralsnog zijn de functies opgenomen in hoofdstuk IV tot en met XIV van Uitvoeringsregeling A.
48
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
5. Het salaris van de werknemer wordt in de volgende gevallen vastge- steld naar evenredigheid van de voor hem geldende arbeidsduur:
– indien de werknemer geen volledig dienstverband heeft;
– indien artikel 10, lid 3 van het algemeen gedeelte van deze CAO wordt toegepast;
– indien het salaris over een gedeelte van een maand of periode moet worden berekend.
6. Indien een werknemer, direct voorafgaand aan zijn indiensttreding reeds in een andere onder de werkingssfeer van deze CAO vallende instelling in een zelfde, volgens dezelfde salarisschaal gehonoreerde functie werkzaam is geweest, wordt tenminste de in deze functie ver- worven salarisancie¨nniteit in de nieuwe functie gehandhaafd, onver- let het bepaalde in lid 4.
Artikel 3
Periodieke verhoging
1. Het salaris van de werknemer wordt jaarlijks verhoogd met e´e´n periodiek tot het maximum van de salarisschaal, tenzij het bepaalde in artikel 6 wordt toegepast.
2. De periodieke verhogingen binnen salarisschalen gaan in op de eer- ste dag van de maand of periode waarin de werknemer:
– in dienst trad;
– de leeftijd bereikte waarop de laagste periodiek van de van toe- passing zijnde salarisschaal ging xxxxxx;
– bevorderd werd;
dan wel op de periodiekdatum van de oude functie.
3. In de individuele arbeidsovereenkomst wordt vermeld welke van de in het tweede lid van dit artikel vermelde mogelijkheden van toepas- sing is.
Artikel 4
Xxxxxxx bij bevordering naar een hogere functie
1. Ingeval van bevordering naar een met een hogere salarisschaal geho- noreerde functie, wordt de salarisancie¨nniteit in de nieuwe functie in de hogere salarisschaal bepaald op tenminste het naast hogere salaris- bedrag dat de betrokken werknemer op de dag van bevordering zou hebben genoten in zijn voorgaande functie.
49
2. Indien bij bevordering de salarisschalen van de oude en de nieuwe functies elkaar overlappen en de data van bevordering en periodieke verhoging gelijk zijn, wordt eerst de periodieke verhoging in de oude salarisschaal toegekend, waarna horizontale inschaling in de nieuwe salarisschaal plaatsvindt, vermeerderd met e´e´n periodiek.
Artikel 5
Xxxxxxx bij overgang naar functie op gelijk niveau
Indien een werknemer door zijn werkgever in een andere volgens de- zelfde salarisschaal gehonoreerde functie wordt tewerkgesteld, wordt de in de vorige functie verworven salarisancie¨nniteit gehandhaafd.
Artikel 6
Inhouden periodiek
1. Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de werk- nemer kan de werkgever jaarlijks besluiten e´e´n periodiek niet toe te kennen.
2. a. Toepassing van lid 1 van dit artikel is uitsluitend mogelijk als bij de toepassing van een beoordelingssysteem, zoals bedoeld in arti- kel 61 van het algemeen gedeelte van deze CAO, een onvol- doende functioneren van de werknemer is vastgesteld.
3. Toepassing van dit artikel mag niet leiden tot vermindering van het reeds toegekende salaris.
4. De werkgever kan met terugwerkende kracht het niet-toekennen van de periodiek intrekken.
5. De werkgever is verplicht de werknemer onverwijld mededeling te doen van de ingevolge dit artikel genomen maatregelen, onder op- gave van de daaruit voor de eerstvolgende verhoging van het salaris van de werknemer voortvloeiende gevolgen. Deze mededeling wordt onder vermelding van de redenen schriftelijk bevestigd.
Artikel 7
Extra periodieken
1. Bij buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver van de werk- nemer kan de werkgever schriftelijk beargumenteerd maximaal 2 extra periodieken toekennen waarbij het maximum van de schaal met maximaal 2 periodieken overschreden kan worden.
50
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. Het bepaalde in het eerste lid mag slechts worden toegepast ten aan- zien van een werknemer, die als zodanig tenminste een jaar bij dezelfde werkgever in dienst is geweest in dezelfde salarisschaal.
Artikel 8
Niet geregelde functies
1. Indien de werkgever van oordeel is dat geen van de functies, opge- nomen in het bij deze CAO behorende functieboek1), op de werkne- mer van toepassing is, stelt hij de indeling van de functie zelf vast op basis van de Integrale Methode van Functiewaardering (IMF), ontwikkeld door KPMG Klynveld Management Consultants.
De werkgever stelt de werknemer schriftelijk in kennis van de daar- bij behorende salarisschaal. De werkgever verstrekt aan de werkne- mer tevens de bij de indeling gehanteerde functiebeschrijving.
2. Indien de werknemer niet accoord gaat met de indeling van zijn functie ingevolge lid 1, kan hij de werkgever schriftelijk verzoeken om het indelingsbesluit te heroverwegen, binnen 14 dagen nadat hij dit heeft ontvangen.
3. De werkgever neemt omtrent dit verzoek binnen 14 dagen een besluit, dat schriftelijk aan de werknemer wordt medegedeeld. Indien de werknemer in het gelijk wordt gesteld bevat dit besluit tevens de nieuwe indeling van de functie.
Artikelnummers 10 t/m 12: gereserveerd.
1) Vooralsnog zijn de functies opgenomen in hoofdstuk IV tot en met XIV van Uitvoeringsregeling A.
51
HOOFDSTUK II STRUCTUUR SALARISSCHALEN
Artikel 13
Salarisschalen 1 tot en met 15 per 1 januari 19971)
SALARISSCHAAL 1 | |||
Leeftijd | Maandsalaris | Periodesalaris | Uurloon |
16 jaar | ƒ 766,00 | ƒ 704,48 | ƒ 4,76 |
17 jaar | ƒ 877,10 | ƒ 806,60 | ƒ 5,45 |
18 jaar | ƒ 1.010,30 | ƒ 927,96 | ƒ 6,27 |
19 jaar | ƒ 1.165,70 | ƒ 1.071,52 | ƒ 7,24 |
20 jaar | ƒ 1.365,50 | ƒ 1.255,04 | ƒ 8,48 |
21 jaar | ƒ 1.609,80 | ƒ 1.480,00 | ƒ 10,00 |
22 jaar | ƒ 1.887,30 | ƒ 1.734,56 | ƒ 11,72 |
Periodiek | Volgnr. | Maandsalaris | Periodesalaris | Uurloon |
0 | WML | ƒ 2.220,401) | ƒ 2.040,921) | ƒ 13,791) |
1 | 1 | ƒ 2.323,– | ƒ 2.137,12 | ƒ 14,44 |
2 | 2 | ƒ 2.379,– | ƒ 2.187,44 | ƒ 14,78 |
3 | 3 | ƒ 2.434,– | ƒ 2.239,24 | ƒ 15,13 |
4 | 4 | ƒ 2.489,– | ƒ 2.289,56 | ƒ 15,47 |
5 | 5 | ƒ 2.545,– | ƒ 2.341,36 | ƒ 15,82 |
Voor werknemers, die op 31 augustus 1996 reeds in de toen geldende salaris- schaal 1 waren ingeschaald, loopt deze salarisschaal door als volgt: 2)
6 | 6 | ƒ 2.599,– | ƒ 2.390,20 | ƒ 16,15 |
7 | 7 | ƒ 2.658,– | ƒ 2.443,48 | ƒ 16,51 |
8 | 8 | ƒ 2.720,– | ƒ 2.501,20 | ƒ 16,90 |
9 | 9 | ƒ 2.797,– | ƒ 2.572,24 | ƒ 17,38 |
1) Dit is het Wettelijk Minimum Loon per 1 januari 1997, evenals de daarboven vermelde (wettelijke minimum-)jeugdlonen.
2) Voor jeugdige werknemers in schaal 1 die reeds op 31 augustus 1996 in die schaal waren ingedeeld, geldt eveneens dat de toen bestaande opbouw (inclusief jeugdsalarissen) van de salarisschaal (inclusief nadien toegepaste algemene salaris- wijzigingen) blijft gelden.
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
52
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
SALARISSCHAAL 2
Leeftijd | Maandsalaris | Periodesalaris | Uurloon |
16 jaar | ƒ 1.974,00 | ƒ 1.815,96 | ƒ 12,27 |
17 jaar | ƒ 2.149,00 | ƒ 1.975,80 | ƒ 13,35 |
Periodiek | Volgnr. | Maandsalaris | Periodesalaris | Uurloon |
aanloop-periodiek 0 | 1 | ƒ 2.323,00 | ƒ 2.137,12 | ƒ 14,44 |
aanloop-periodiek 1 | 2 | ƒ 2.379,00 | ƒ 2.187,44 | ƒ 14,78 |
0 | 3 | ƒ 2.434,00 | ƒ 2.239,24 | ƒ 15,13 |
1 | 4 | ƒ 2.489,00 | ƒ 2.289,56 | ƒ 15,47 |
2 | 5 | ƒ 2.545,00 | ƒ 2.341,36 | ƒ 15,82 |
3 | 6 | ƒ 2.599,00 | ƒ 2.390,20 | ƒ 16,15 |
4 | 7 | ƒ 2.658,00 | ƒ 2.443,48 | ƒ 16,51 |
5 | 8 | ƒ 2.720,00 | ƒ 2.501,20 | ƒ 16,90 |
6 | 9 | ƒ 2.797,00 | ƒ 2.572,24 | ƒ 17,38 |
7 | 10 | ƒ 2.884,00 | ƒ 2.652,16 | ƒ 17,92 |
8 | 11 | ƒ 2.982,00 | ƒ 2.742,44 | ƒ 18,53 |
9 | 12 | ƒ 3.078,00 | ƒ 2.831,24 | ƒ 19,13 |
53
54
SALARISSCHAAL 3 SALARISSCHAAL 4
Leeftijd | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon | Leeftijd | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon | ||
16 jaar | ƒ 2.116,00 | ƒ 1.946,20 | ƒ 13,15 | 16 jaar | ƒ 2.209,00 | ƒ 2.032,04 | ƒ 13,73 | ||
17 jaar | ƒ 2.302,00 | ƒ 2.117,88 | ƒ 14,31 | 17 jaar | ƒ 2.404,00 | ƒ 2.211,12 | ƒ 14,94 | ||
Periodiek | Volgnr. | Maand- | Periode- | Uurloon | Periodiek | Volgnr. | Maand- | Periode- | Uurloon |
salaris | salaris | salaris | salaris | ||||||
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 0 | 4 | ƒ 2.489,00 | ƒ 2.289,56 | ƒ 15,47 | periodiek 0 | 6 | ƒ 2.599,00 | ƒ 2.390,20 | ƒ 16,15 |
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 1 | 5 | ƒ 2.545,00 | ƒ 2.341,36 | ƒ 15,82 | periodiek 1 | 7 | ƒ 2.658,00 | ƒ 2.443,48 | ƒ 16,51 |
0 | 6 | ƒ 2.599,00 | ƒ 2.390,20 | ƒ 16,15 | 0 | 8 | ƒ 2.720,00 | ƒ 2.501,20 | ƒ 16,90 |
1 | 7 | ƒ 2.658,00 | ƒ 2.443,48 | ƒ 16,51 | 1 | 9 | ƒ 2.797,00 | ƒ 2.572,24 | ƒ 17,38 |
2 | 8 | ƒ 2.720,00 | ƒ 2.501,20 | ƒ 16,90 | 2 | 10 | ƒ 2.884,00 | ƒ 2.652,16 | ƒ 17,92 |
3 | 9 | ƒ 2.797,00 | ƒ 2.572,24 | ƒ 17,38 | 3 | 11 | ƒ 2.982,00 | ƒ 2.742,44 | ƒ 18,53 |
4 | 10 | ƒ 2.884,00 | ƒ 2.652,16 | ƒ 17,92 | 4 | 12 | ƒ 3.078,00 | ƒ 2.831,24 | ƒ 19,13 |
5 | 11 | ƒ 2.982,00 | ƒ 2.742,44 | ƒ 18,53 | 5 | 13 | ƒ 3.170,00 | ƒ 2.915,60 | ƒ 19,70 |
6 | 12 | ƒ 3.078,00 | ƒ 2.831,24 | ƒ 19,13 | 6 | 14 | ƒ 3.269,00 | ƒ 3.007,36 | ƒ 20,32 |
7 | 13 | ƒ 3.170,00 | ƒ 2.915,60 | ƒ 19,70 | 7 | 15 | ƒ 3.366,00 | ƒ 3.096,16 | ƒ 20,92 |
8 | 14 | ƒ 3.269,00 | ƒ 3.007,36 | ƒ 20,32 | 8 | 16 | ƒ 3.464,00 | ƒ 3.186,44 | ƒ 21,53 |
9 | 15 | ƒ 3.366,00 | ƒ 3.096,16 | ƒ 20,92 | 9 | 17 | ƒ 3.553,00 | ƒ 3.267,84 | ƒ 22,08 |
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
55
SALARISSCHAAL 5 SALARISSCHAAL 6
Leeftijd | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon | ||||
16 jaar | ƒ 2.312,00 | ƒ 2.126,76 | ƒ 14,37 | ||||
17 jaar | ƒ 2.516,00 | ƒ 2.314,72 | ƒ 15,64 | ||||
Periodiek | Volgnr. | Maand- | Periode- | Uurloon | Periodiek Volgnr. | Maand- Periode- | Uurloon |
salaris | salaris | salaris salaris | |||||
aanloop- | aanloop- | ||||||
periodiek 0 | 8 | ƒ 2.720,00 | ƒ 2.501,20 | ƒ 16,90 | periodiek 0 9 | ƒ 2.797,00 ƒ 2.572,24 | ƒ 17,38 |
aanloop- | aanloop- | ||||||
periodiek 1 | 9 | ƒ 2.797,00 | ƒ 2.572,24 | ƒ 17,38 | periodiek 1 10 | ƒ 2.884,00 ƒ 2.652,16 | ƒ 17,92 |
0 | 10 | ƒ 2.884,00 | ƒ 2.652,16 | ƒ 17,92 | 0 11 | ƒ 2.982,00 ƒ 2.742,44 | ƒ 18,53 |
1 | 11 | ƒ 2.982,00 | ƒ 2.742,44 | ƒ 18,53 | 1 12 | ƒ 3.078,00 ƒ 2.831,24 | ƒ 19,13 |
2 | 12 | ƒ 3.078,00 | ƒ 2.831,24 | ƒ 19,13 | 2 13 | ƒ 3.170,00 ƒ 2.915,60 | ƒ 19,70 |
3 | 13 | ƒ 3.170,00 | ƒ 2.915,60 | ƒ 19,70 | 3 14 | ƒ 3.269,00 ƒ 3.007,36 | ƒ 20,32 |
4 | 14 | ƒ 3.269,00 | ƒ 3.007,36 | ƒ 20,32 | 4 15 | ƒ 3.366,00 ƒ 3.096,16 | ƒ 20,92 |
5 | 15 | ƒ 3.366,00 | ƒ 3.096,16 | ƒ 20,92 | 5 16 | ƒ 3.464,00 ƒ 3.186,44 | ƒ 21,53 |
6 | 16 | ƒ 3.464,00 | ƒ 3.186,44 | ƒ 21,53 | 6 17 | ƒ 3.553,00 ƒ 3.267,84 | ƒ 22,08 |
7 | 17 | ƒ 3.553,00 | ƒ 3.267,84 | ƒ 22,08 | 7 18 | ƒ 3.651,00 ƒ 3.358,12 | ƒ 22,69 |
8 | 18 | ƒ 3.651,00 | ƒ 3.358,12 | ƒ 22,69 | 8 19 | ƒ 3.745,00 ƒ 3.443,96 | ƒ 23,27 |
9 | 19 | ƒ 3.745,00 | ƒ 3.443,96 | ƒ 23,27 | 9 20 | ƒ 3.838,00 ƒ 3.529,80 | ƒ 23,85 |
10 21 | ƒ 3.933,00 ƒ 3.617,12 | ƒ 24,44 |
56
SALARISSCHAAL 7 SALARISSCHAAL 8
Periodiek | Volgnr. | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon | Periodiek | Volgnr. | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon |
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 0 | 12 | ƒ 3.078,00 | ƒ 2.831,24 | ƒ 19,13 | periodiek 0 | 16 | ƒ 3.464,00 | ƒ 3.186,44 | ƒ 21,53 |
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 1 | 13 | ƒ 3.170,00 | ƒ 2.915,60 | ƒ 19,70 | periodiek 1 | 17 | ƒ 3.553,00 | ƒ 3.267,84 | ƒ 22,08 |
0 | 14 | ƒ 3.269,00 | ƒ 3.007,36 | ƒ 20,32 | 0 | 18 | ƒ 3.651,00 | ƒ 3.358,12 | ƒ 22,69 |
1 | 15 | ƒ 3.366,00 | ƒ 3.096,16 | ƒ 20,92 | 1 | 19 | ƒ 3.745,00 | ƒ 3.443,96 | ƒ 23,27 |
2 | 16 | ƒ 3.464,00 | ƒ 3.186,44 | ƒ 21,53 | 2 | 20 | ƒ 3.838,00 | ƒ 3.529,80 | ƒ 23,85 |
3 | 17 | ƒ 3.553,00 | ƒ 3.267,84 | ƒ 22,08 | 3 | 21 | ƒ 3.933,00 | ƒ 3.617,12 | ƒ 24,44 |
4 | 18 | ƒ 3.651,00 | ƒ 3.358,12 | ƒ 22,69 | 4 | 22 | ƒ 4.025,00 | ƒ 3.701,48 | ƒ 25,01 |
5 | 19 | ƒ 3.745,00 | ƒ 3.443,96 | ƒ 23,27 | 5 | 23 | ƒ 4.123,00 | ƒ 3.791,76 | ƒ 25,62 |
6 | 20 | ƒ 3.838,00 | ƒ 3.529,80 | ƒ 23,85 | 6 | 24 | ƒ 4.227,00 | ƒ 3.887,96 | ƒ 26,27 |
7 | 21 | ƒ 3.933,00 | ƒ 3.617,12 | ƒ 24,44 | 7 | 25 | ƒ 4.331,00 | ƒ 3.982,68 | ƒ 26,91 |
8 | 22 | ƒ 4.025,00 | ƒ 3.701,48 | ƒ 25,01 | 8 | 26 | ƒ 4.422,00 | ƒ 4.067,04 | ƒ 27,48 |
9 | 23 | ƒ 4.123,00 | ƒ 3.791,76 | ƒ 25,62 | 9 | 27 | ƒ 4.524,00 | ƒ 4.161,76 | ƒ 28,12 |
10 | 24 | ƒ 4.227,00 | ƒ 3.887,96 | ƒ 26,27 | 10 | 28 | ƒ 4.626,00 | ƒ 4.255,00 | ƒ 28,75 |
11 | 25 | ƒ 4.331,00 | ƒ 3.982,68 | ƒ 26,91 | 11 | 30 | ƒ 4.818,00 | ƒ 4.431,12 | ƒ 29,94 |
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
57
SALARISSCHAAL 9 SALARISSCHAAL 10
Periodiek | Volgnr. | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon | Periodiek | Volgnr. | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon |
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 0 | 19 | ƒ 3.745,00 | ƒ 3.443,96 | ƒ 23,27 | periodiek 0 | 20 | ƒ 3.838,00 | ƒ 3.529,80 | ƒ 23,85 |
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 1 | 20 | ƒ 3.838,00 | ƒ 3.529,80 | ƒ 23,85 | periodiek 1 | 22 | ƒ 4.025,00 | ƒ 3.701,48 | ƒ 25,01 |
0 | 21 | ƒ 3.933,00 | ƒ 3.617,12 | ƒ 24,44 | 0 | 24 | ƒ 4.227,00 | ƒ 3.887,96 | ƒ 26,27 |
1 | 22 | ƒ 4.025,00 | ƒ 3.701,48 | ƒ 25,01 | 1 | 26 | ƒ 4.422,00 | ƒ 4.067,04 | ƒ 27,48 |
2 | 23 | ƒ 4.123,00 | ƒ 3.791,76 | ƒ 25,62 | 2 | 28 | ƒ 4.626,00 | ƒ 4.255,00 | ƒ 28,75 |
3 | 24 | ƒ 4.227,00 | ƒ 3.887,96 | ƒ 26,27 | 3 | 30 | ƒ 4.818,00 | ƒ 4.431,12 | ƒ 29,94 |
4 | 25 | ƒ 4.331,00 | ƒ 3.982,68 | ƒ 26,91 | 4 | 32 | ƒ 5.021,00 | ƒ 4.617,60 | ƒ 31,20 |
5 | 26 | ƒ 4.422,00 | ƒ 4.067,04 | ƒ 27,48 | 5 | 34 | ƒ 5.208,00 | ƒ 4.789,28 | ƒ 32,36 |
6 | 27 | ƒ 4.524,00 | ƒ 4.161,76 | ƒ 28,12 | 6 | 36 | ƒ 5.429,00 | ƒ 4.993,52 | ƒ 33,74 |
7 | 28 | ƒ 4.626,00 | ƒ 4.255,00 | ƒ 28,75 | 7 | 38 | ƒ 5.634,00 | ƒ 5.181,48 | ƒ 35,01 |
8 | 30 | ƒ 4.818,00 | ƒ 4.431,12 | ƒ 29,94 | 8 | 40 | ƒ 5.848,00 | ƒ 5.378,32 | ƒ 36,34 |
9 | 32 | ƒ 5.021,00 | ƒ 4.617,60 | ƒ 31,20 | 9 | 42 | ƒ 6.058,00 | ƒ 5.570,72 | ƒ 37,64 |
10 | 34 | ƒ 5.208,00 | ƒ 4.789,28 | ƒ 32,36 | |||||
11 | 36 | ƒ 5.429,00 | ƒ 4.993,52 | ƒ 33,74 |
58
SALARISSCHAAL 11 SALARISSCHAAL 12
Periodiek | Volgnr. | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon | Periodiek | Volgnr. | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon |
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 0 | 26 | ƒ 4.422,00 | ƒ 4.067,04 | ƒ 27,48 | periodiek 0 | 34 | ƒ 5.208,00 | ƒ 4.789,28 | ƒ 32,36 |
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 1 | 28 | ƒ 4.626,00 | ƒ 4.255,00 | ƒ 28,75 | periodiek 1 | 36 | ƒ 5.429,00 | ƒ 4.993,52 | ƒ 33,74 |
0 | 30 | ƒ 4.818,00 | ƒ 4.431,12 | ƒ 29,94 | 0 | 38 | ƒ 5.634,00 | ƒ 5.181,48 | ƒ 35,01 |
1 | 32 | ƒ 5.021,00 | ƒ 4.617,60 | ƒ 31,20 | 1 | 40 | ƒ 5.848,00 | ƒ 5.378,32 | ƒ 36,34 |
2 | 34 | ƒ 5.208,00 | ƒ 4.789,28 | ƒ 32,36 | 2 | 42 | ƒ 6.058,00 | ƒ 5.570,72 | ƒ 37,64 |
3 | 36 | ƒ 5.429,00 | ƒ 4.993,52 | ƒ 33,74 | 3 | 44 | ƒ 6.247,00 | ƒ 5.745,36 | ƒ 38,82 |
4 | 38 | ƒ 5.634,00 | ƒ 5.181,48 | ƒ 35,01 | 4 | 46 | ƒ 6.442,00 | ƒ 5.924,44 | ƒ 40,03 |
5 | 40 | ƒ 5.848,00 | ƒ 5.378,32 | ƒ 36,34 | 5 | 48 | ƒ 6.637,00 | ƒ 6.105,00 | ƒ 41,25 |
6 | 42 | ƒ 6.058,00 | ƒ 5.570,72 | ƒ 37,64 | 6 | 50 | ƒ 6.832,00 | ƒ 6.284,08 | ƒ 42,46 |
7 | 44 | ƒ 6.247,00 | ƒ 5.745,36 | ƒ 38,82 | 7 | 52 | ƒ 7.026,00 | ƒ 6.463,16 | ƒ 43,67 |
8 | 46 | ƒ 6.442,00 | ƒ 5.924,44 | ƒ 40,03 | 8 | 54 | ƒ 7.222,00 | ƒ 6.642,24 | ƒ 44,88 |
9 | 48 | ƒ 6.637,00 | ƒ 6.105,00 | ƒ 41,25 |
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
59
SALARISSCHAAL 13 SALARISSCHAAL 14
Periodiek | Volgnr. | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon | Periodiek | Volgnr. | Maand- salaris | Periode- salaris | Uurloon |
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 0 | 44 | ƒ 6.247,00 | ƒ 5.745,36 | ƒ 38,82 | periodiek 0 | 50 | ƒ 6.832,00 | ƒ 6.284,08 | ƒ 42,46 |
aanloop- | aanloop- | ||||||||
periodiek 1 | 46 | ƒ 6.442,00 | ƒ 5.924,44 | ƒ 40,03 | periodiek 1 | 52 | ƒ 7.026,00 | ƒ 6.463,16 | ƒ 43,67 |
0 | 48 | ƒ 6.637,00 | ƒ 6.105,00 | ƒ 41,25 | 0 | 54 | ƒ 7.222,00 | ƒ 6.642,24 | ƒ 44,88 |
1 | 50 | ƒ 6.832,00 | ƒ 6.284,08 | ƒ 42,46 | 1 | 56 | ƒ 7.417,00 | ƒ 6.821,32 | ƒ 46,09 |
2 | 52 | ƒ 7.026,00 | ƒ 6.463,16 | ƒ 43,67 | 2 | 58 | ƒ 7.612,00 | ƒ 7.001,88 | ƒ 47,31 |
3 | 54 | ƒ 7.222,00 | ƒ 6.642,24 | ƒ 44,88 | 3 | 60 | ƒ 7.808,00 | ƒ 7.180,96 | ƒ 48,52 |
4 | 56 | ƒ 7.417,00 | ƒ 6.821,32 | ƒ 46,09 | 4 | 62 | ƒ 8.002,00 | ƒ 7.360,04 | ƒ 49,73 |
5 | 58 | ƒ 7.612,00 | ƒ 7.001,88 | ƒ 47,31 | 5 | 64 | ƒ 8.246,00 | ƒ 7.583,52 | ƒ 51,24 |
6 | 60 | ƒ 7.808,00 | ƒ 7.180,96 | ƒ 48,52 | 6 | 66 | ƒ 8.491,00 | ƒ 7.809,96 | ƒ 52,77 |
7 | 62 | ƒ 8.002,00 | ƒ 7.360,04 | ƒ 49,73 | 7 | 68 | ƒ 8.735,00 | ƒ 8.033,44 | ƒ 54,28 |
8 | 64 | ƒ 8.246,00 | ƒ 7.583,52 | ƒ 51,24 | 8 | 70 | ƒ 8.979,00 | ƒ 8.258,40 | ƒ 55,80 |
SALARISSCHAAL 15
Periodiek | Volgnr. | Maandsalaris | Periodesalaris | Uurloon |
aanloop-periodiek 0 | 56 | ƒ 7.417,00 | ƒ 6.821,32 | ƒ 46,09 |
aanloop-periodiek 1 | 58 | ƒ 7.612,00 | ƒ 7.001,88 | ƒ 47,31 |
0 | 60 | ƒ 7.808,00 | ƒ 7.180,96 | ƒ 48,52 |
1 | 62 | ƒ 8.002,00 | ƒ 7.360,04 | ƒ 49,73 |
2 | 64 | ƒ 8.246,00 | ƒ 7.583,52 | ƒ 51,24 |
3 | 66 | ƒ 8.491,00 | ƒ 7.809,96 | ƒ 52,77 |
4 | 68 | ƒ 8.735,00 | ƒ 8.033,44 | ƒ 54,28 |
5 | 70 | ƒ 8.979,00 | ƒ 8.258,40 | ƒ 55,80 |
6 | 72 | ƒ 9.225,00 | ƒ 8.484,84 | ƒ 57,33 |
7 | 74 | ƒ 9.469,00 | ƒ 8.708,32 | ƒ 58,84 |
8 | 76 | ƒ 9.727,00 | ƒ 8.946,60 | ƒ 60,45 |
60
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK III INPASSINGSTABELLEN SALARISSEN
Artikel 14
A. Inpassingstabel (exclusief wettelijk minimum loon) van maandsala- rissen, periodesalarissen en uurlonen, voor werknemers van 18 jaar en ouder (in salarisschaal 1: 23 jaar en ouder)
VOLGNR. | BRUTO MAANDSA- | BRUTO PERIODE- | BRUTO UURLOON |
LARIS PER 0101971) | SALARIS PER 0101971) | PER 0101971) | |
1 | 2.323,00 | 2.137,12 | 14,44 |
2 | 2.379,00 | 2.187,44 | 14,78 |
3 | 2.434,00 | 2.239,24 | 15,13 |
4 | 2.489,00 | 2.289,56 | 15,47 |
5 | 2.545,00 | 2.341,36 | 15,82 |
6 | 2.599,00 | 2.390,20 | 16,15 |
7 | 2.658,00 | 2.443,48 | 16,51 |
8 | 2.720,00 | 2.501,20 | 16,90 |
9 | 2.797,00 | 2.572,24 | 17,38 |
10 | 2.884,00 | 2.652,16 | 17,92 |
11 | 2.982,00 | 2.742,44 | 18,53 |
12 | 3.078,00 | 2.831,24 | 19,13 |
13 | 3.170,00 | 2.915,60 | 19,70 |
14 | 3.269,00 | 3.007,36 | 20,32 |
15 | 3.366,00 | 3.096,16 | 20,92 |
16 | 3.464,00 | 3.186,44 | 21,53 |
17 | 3.553,00 | 3.267,84 | 22,08 |
18 | 3.651,00 | 3.358,12 | 22,69 |
19 | 3.745,00 | 3.443,96 | 23,27 |
20 | 3.838,00 | 3.529,80 | 23,85 |
21 | 3.933,00 | 3.617,12 | 24,44 |
22 | 4.025,00 | 3.701,48 | 25,01 |
23 | 4.123,00 | 3.791,76 | 25,62 |
24 | 4.227,00 | 3.887,96 | 26,27 |
25 | 4.331,00 | 3.982,68 | 26,91 |
26 | 4.422,00 | 4.067,04 | 27,48 |
27 | 4.524,00 | 4.161,76 | 28,12 |
28 | 4.626,00 | 4.255,00 | 28,75 |
29 | 4.725,00 | 4.346,76 | 29,37 |
30 | 4.818,00 | 4.431,12 | 29,94 |
31 | 4.920,00 | 4.525,84 | 30,58 |
32 | 5.021,00 | 4.617,60 | 31,20 |
33 | 5.116,00 | 4.704,92 | 31,79 |
34 | 5.208,00 | 4.789,28 | 32,36 |
35 | 5.318,00 | 4.891,40 | 33,05 |
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
61
VOLGNR. | BRUTO MAANDSA- | BRUTO PERIODE- | BRUTO UURLOON |
LARIS PER 0101971) | SALARIS PER 0101971) | PER 0101971) | |
36 | 5.429,00 | 4.993,52 | 33,74 |
37 | 5.539,00 | 5.094,16 | 34,42 |
38 | 5.634,00 | 5.181,48 | 35,01 |
39 | 5.742,00 | 5.282,12 | 35,69 |
40 | 5.848,00 | 5.378,32 | 36,34 |
41 | 5.953,00 | 5.474,52 | 36,99 |
42 | 6.058,00 | 5.570,72 | 37,64 |
43 | 6.157,00 | 5.662,48 | 38,26 |
44 | 6.247,00 | 5.745,36 | 38,82 |
45 | 6.344,00 | 5.835,64 | 39,43 |
46 | 6.442,00 | 5.924,44 | 40,03 |
47 | 6.539,00 | 6.014,72 | 40,64 |
48 | 6.637,00 | 6.105,00 | 41,25 |
49 | 6.735,00 | 6.193,80 | 41,85 |
50 | 6.832,00 | 6.284,08 | 42,46 |
51 | 6.930,00 | 6.374,36 | 43,07 |
52 | 7.026,00 | 6.463,16 | 43,67 |
53 | 7.124,00 | 6.551,96 | 44,27 |
54 | 7.222,00 | 6.642,24 | 44,88 |
55 | 7.319,00 | 6.732,52 | 45,49 |
56 | 7.417,00 | 6.821,32 | 46,09 |
57 | 7.515,00 | 6.911,60 | 46,70 |
58 | 7.612,00 | 7.001,88 | 47,31 |
59 | 7.710,00 | 7.090,68 | 47,91 |
60 | 7.808,00 | 7.180,96 | 48,52 |
61 | 7.905,00 | 7.271,24 | 49,13 |
62 | 8.002,00 | 7.360,04 | 49,73 |
63 | 8.124,00 | 7.471,04 | 50,48 |
64 | 8.246,00 | 7.583,52 | 51,24 |
65 | 8.368,00 | 7.696,00 | 52,00 |
66 | 8.491,00 | 7.809,96 | 52,77 |
67 | 8.613,00 | 7.922,44 | 53,53 |
68 | 8.735,00 | 8.033,44 | 54,28 |
69 | 8.857,00 | 8.145,92 | 55,04 |
70 | 8.979,00 | 8.258,40 | 55,80 |
71 | 9.101,00 | 8.370,88 | 56,56 |
72 | 9.225,00 | 8.484,84 | 57,33 |
73 | 9.347,00 | 8.595,84 | 58,08 |
74 | 9.469,00 | 8.708,32 | 58,84 |
75 | 9.591,00 | 8.820,80 | 59,60 |
76 | 9.727,00 | 8.946,60 | 60,45 |
77 | 9.863,00 | 9.070,92 | 61,29 |
78 | 10.000,00 | 9.196,72 | 62,14 |
79 | 10.136,00 | 9.322,52 | 62,99 |
80 | 10.273,00 | 9.448,32 | 63,84 |
81 | 10.409,00 | 9.572,64 | 64,68 |
82 | 10.545,00 | 9.698,44 | 65,53 |
83 | 10.705,00 | 9.846,44 | 66,53 |
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
62
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
VOLGNR. | BRUTO MAANDSA- | BRUTO PERIODE- | BRUTO UURLOON |
LARIS PER 0101971) | SALARIS PER 0101971) | PER 0101971) | |
84 | 10.866,00 | 9.994,44 | 67,53 |
85 | 11.025,00 | 10.139,48 | 68,51 |
86 | 11.185,00 | 10.287,48 | 69,51 |
87 | 11.345,00 | 10.434,00 | 70,50 |
88 | 11.505,00 | 10.580,52 | 71,49 |
89 | 11.664,00 | 10.728,52 | 72,49 |
90 | 11.824,00 | 10.875,04 | 73,48 |
91 | 11.985,00 | 11.023,04 | 74,48 |
92 | 12.145,00 | 11.171,04 | 75,48 |
93 | 12.306,00 | 11.319,04 | 76,48 |
94 | 12.468,00 | 11.467,04 | 77,48 |
95 | 12.629,00 | 11.615,04 | 78,48 |
96 | 12.790,00 | 11.763,04 | 79,48 |
98 | 13.112,00 | 12.059,04 | 81,48 |
100 | 13.433,00 | 12.355,04 | 83,48 |
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
B. Inpassingstabel (exclusief wettelijk minimumloon) van maandsala- rissen, periodesalarissen en uurlonen voor werknemers van 16 en 17 jaar
16 JAAR 17 JAAR
VOLG-
BRUTO
BRUTO
BRUTO
VOLG-
BRUTO
BRUTO
BRUTO
NR.
MAANDSA- PERIODE- LARIS PER SALARIS
UURLOON PER 0101971)
NR.
MAANDSA- PERIODE- LARIS PER SALARIS
UURLOON PER 0101971)
0101971) PER 0101971)
0101971) PER 0101971)
1 | 1.974,00 | 1.815,96 | 12,27 | 1 | 2.149,00 | 1.975,80 | 13,35 |
4 | 2.116,00 | 1.946,20 | 13,15 | 4 | 2.302,00 | 2.117,88 | 14,31 |
6 | 2.209,00 | 2.032,04 | 13,73 | 6 | 2.404,00 | 2.211,12 | 14,94 |
8 | 2.312,00 | 2.126,76 | 14,37 | 8 | 2.516,00 | 2.314,72 | 15,64 |
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
Artikel 15: gereserveerd.
63
HOOFDSTUK IV UITVOERENDE FUNCTIES GEZINSVERZORGING:
– Thuishulp A
– Verzorgingshulp B
– Verzorgende C
– Verzorgende D
– Gespecialiseerd verzorgende E
Artikel 16
Thuishulp A
Algemeen
De thuishulp A verricht nagenoeg uitsluitend huishoudelijke taken.
– Aard, omvang en frequentie van de werkzaamheden zijn weinig aan verandering onderhevig.
– Verricht de werkzaamheden volgens gestandaardiseerde regels of volgens hulpverleningsplan.
– Signaleert eventuele veranderingen in de leefeenheid en rapporteert deze aan de leidinggevende thuiszorg.
De thuishulp A is verantwoording schuldig aan de leidinggevende thuis- zorg.
Verantwoordelijkheden/bevoegdheden
– Is verantwoordelijk voor een juiste en volledige uitvoering van de werkzaamheden.
– Is verantwoordelijk voor het in stand houden c.q. stimuleren van de zelfredzaamheid van de clie¨nt ten aanzien van huishoudelijke taken.
– Onderhoudt periodiek contact met collega’s en leidinggevende thuis- zorg (werkbespreking, hulpverleningssituaties).
– Informeert/pleegt overleg met de clie¨nt, luistert en toont begrip.
Werkzaamheden
– Verricht de verzorging van de woning.
– Verricht de verzorging van kleding/linnengoed.
– Xxxxxxx de maaltijd of voert voorbereidende werkzaamheden uit met betrekking tot voeding.
– Doet boodschappen.
– Verzorgt beperkt huisdieren.
– Verzorgt zeer beperkte opvang van kinderen.
– Stimuleert de zelfredzaamheid ten aanzien van huishoudelijke taken of houdt deze zoveel mogelijk op gelijk niveau.
– Verricht/assisteert bij overige werkzaamheden. Opleidingsindicatie: enkele jaren LHNO
Schaal : 2
64
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 17
Verzorgingshulp B
Algemeen
– De verzorgingshulp B verricht naast huishoudelijke taken ook ver- zorgende taken, echter beperkt in tijd en soort.
– Aard, omvang en frequentie van de werkzaamheden zijn aan veran- dering onderhevig.
– Verricht de werkzaamheden binnen het hulpverleningsplan of de gestandaardiseerde regels deels naar eigen inzicht en past zelfstandig kleine wijzigingen in het hulpverleningspatroon toe.
– Signaleert eventuele veranderingen in de leefeenheid en rapporteert deze aan de leidinggevende thuiszorg.
De verzorgingshulp B is verantwoording schuldig aan de leidinggevende thuiszorg.
Verantwoordelijkheden/bevoegdheden
– Is verantwoordelijk voor een effectieve en efficie¨nte dagelijkse plan- ning en prioriteitsstelling van uit te voeren werkzaamheden bij clie¨nt.
– Is verantwoordelijk voor een juiste en volledige uitvoering van de werkzaamheden.
– Is verantwoordelijk voor het in stand houden c.q. stimuleren van de zelfredzaamheid van de clie¨nt ten aanzien van huishoudelijke taken.
– Onderhoudt periodiek contact met collega’s en leidinggevende thuis- zorg (werkbespreking, hulpverleningssituaties).
– Onderhoudt incidenteel contact met andere hulpverleners.
– Informeert/pleegt overleg met de clie¨nt, luistert, toont begrip.
Werkzaamheden
– Verricht de verzorging van de woning.
– Verricht de verzorging van kleding/linnengoed.
– Xxxxxxx de maaltijd of voert voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot voeding uit.
– Doet boodschappen.
– Verzorgt beperkt huisdieren.
– Verricht beperkte persoonsgerichte lichamelijke verzorging.
– Stimuleert de zelfredzaamheid ten aanzien van huishoudelijke taken of houdt deze zoveel mogelijk op gelijk niveau.
– Verzorgt beperkte opvang van kinderen.
– Verricht/assisteert bij overige werkzaamheden. Opleidingsindicatie: diploma helpende MDGO-VZ (kort) diploma hel- pende OVDB (2 jr).
Schaal: 3
65
Artikel 18
Verzorgende C
Algemeen
– De verzorgende C verricht naast verzorgende taken ook huishoude- lijke taken, beperkt in tijd.
– Aard, omvang en frequentie van de werkzaamheden zijn aan veran- dering onderhevig.
– Verricht de werkzaamheden binnen het hulpverleningsplan deels naar eigen inzicht en past zelfstandig wijzigingen in het hulpverleningspatroon toe.
– Signaleert eventuele veranderingen in de leefeenheid en rapporteert deze aan de leidinggevende thuiszorg.
De verzorgende C is verantwoording schuldig aan de leidinggevende thuiszorg.
Verantwoordelijkheden/bevoegdheden
– Is verantwoordelijk voor een effectieve en efficie¨nte dagelijkse plan- ning en prioriteitsstelling van uit te voeren werkzaamheden bij clie¨nt.
– Is verantwoordelijk voor een juiste en volledige uitvoering van de werkzaamheden.
– Is verantwoordelijk voor het in stand houden c.q. stimuleren van de zelfredzaamheid van de clie¨nt ten aanzien van huishoudelijke en ver- zorgende taken.
– Onderhoudt periodiek contact met collega’s en leidinggevende thuis- zorg (werkbespreking, complexe hulpverleningssituaties).
– Onderhoudt incidenteel contact met andere hulpverleners.
– Informeert/pleegt overleg met de clie¨nt, luistert, toont begrip, tracht medewerking te verkrijgen, overtuigt.
Werkzaamheden
– Verricht persoonsgerichte lichamelijke verzorging en beperkte huise- lijke ziekenverzorging, eventueel in samenwerking met anderen.
– Xxxx na overleg met anderen toe op het opvolgen van medische en/of verpleegkundige instructies aan de clie¨nt.
– Verzorgt de opvang, verzorging en (meer vaktechnische) begeleiding van kinderen.
– Verricht begeleidende taken als plannen en beheren van middelen die voor het huishouden ter beschikking staan.
– Verricht beperkte verzorging van de woning.
– Verricht de verzorging van kleding/linnengoed.
– Xxxxxxx de maaltijd of voert voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot voeding uit.
– Doet boodschappen.
– Verzorgt beperkt huisdieren.
– Stimuleert de zelfredzaamheid ten aanzien van verzorgende en huis- houdelijke taken of houdt deze zoveel mogelijk op gelijk niveau.
66
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Verricht/assisteert bij overige werkzaamheden. Opleidingsindicatie: diploma verzorgende MDGO-VZ (lang) diploma verzorgende OVDB
diploma ziekenverzorging diploma MDGO-VP. Schaal: 4
Artikel 19
Verzorgende D
Algemeen
– De verzorgende D verricht nagenoeg volledig verzorgende en bege- leidende taken.
– Aard, omvang en frequentie van de werkzaamheden zijn sterk aan verandering onderhevig.
– Verricht de werkzaamheden binnen het hulpverleningsplan deels naar eigen inzicht en past zelfstandig wijzigingen in het hulpverleningspatroon toe.
– Signaleert eventuele veranderingen in de leefeenheid en rapporteert deze aan de leidinggevende thuiszorg.
De verzorgende D is verantwoording schuldig aan de leidinggevende thuiszorg.
Verantwoordelijkheden/bevoegdheden
– Is verantwoordelijk voor een effectieve en efficie¨nte dagelijkse plan- ning en prioriteitsstelling van uit te voeren werkzaamheden bij clie¨nt.
– Is verantwoordelijk voor een juiste en volledige uitvoering van de werkzaamheden.
– Onderhoudt periodiek contact met collega’s en leidinggevende thuis- zorg (werkbespreking, complexe hulpverleningssituaties).
– Onderhoudt contact met andere hulpverleners.
– Informeert/pleegt overleg met de clie¨nt, luistert, toont begrip, tracht medewerking te verkrijgen, overtuigt.
Werkzaamheden*
– Verricht beperkt huishoudelijke taken, van clie¨nt, zoals de verzorging van woning, kleding, voeding, boodschappen en huisdieren.
– Verricht in hoofdzaak persoonsgerichte lichamelijke verzorging, hui- selijke ziekenverzorging en verricht eenvoudige verpleegkundige ta- ken, eventueel in samenwerking met anderen.
– Verricht o.a. terminale zorg of is belast met de zorg voor lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten.
67
– Verricht begeleidende taken als plannen en beheren van middelen die voor het huishouden ter beschikking staan.
– Xxxx na overleg met anderen toe op het opvolgen van medische en/of verpleegkundige instructies aan de clie¨nt.
– Verzorgt de opvang, verzorging en (meer vaktechnische) begeleiding van kinderen.
– Verricht/assisteert bij overige werkzaamheden. Opleidingsindicatie: diploma verzorgende MDGO-VZ (lang).
diploma verzorgende OVDB diploma ziekenverzorging diploma MDGO-VP.
Schaal: 5
* Omdat de functie verzorgende D voorkomt in uiteenlopende werksi- tuaties (bijv. variabele hulp en ziekenverzorging) is het voor het van toe- passing zijn van deze functie niet noodzakelijk dat alle genoemde werk- zaamheden worden verricht. De medewerker variabele hulp bijv. verricht geen eenvoudige verpleegkundige taken en de ziekenverzorgende ver- richt geen begeleidende taken als plannen en beheren van middelen die voor het huishouden ter beschikking staan.
Artikel 20
Gespecialiseerd verzorgende E
Algemeen
– De gespecialiseerd verzorgende E verricht begeleidende werkzaam- heden gericht op gedragsverandering van de clie¨nt. Daarnaast wor- den huishoudelijke en verzorgende taken verricht.
– Aard, omvang en frequentie van de werkzaamheden zijn sterk aan verandering onderhevig.
– Verricht de werkzaamheden binnen het hulpverleningsplan deels naar eigen inzicht en past zelfstandig wijzigingen in het hulpverleningspatroon toe.
– Stemt volgens een planmatige aanpak eigen activiteiten veelal af op die van andere hulpverleners.
– Signaleert eventuele veranderingen in de leefeenheid en rapporteert deze aan de leidinggevende thuiszorg.
De gespecialiseerd verzorgende E is verantwoording schuldig aan de lei- dinggevende thuiszorg.
Verantwoordelijkheden/bevoegdheden
– Is zelfstandig verantwoordelijk voor een effectieve en efficie¨nte da- gelijkse planning en prioriteitsstelling van uit te voeren werkzaam- heden bij clie¨nt, zulks passend in het vastgesteld hulpverleningsplan.
– Is verantwoordelijk voor een juiste en volledige uitvoering van de werkzaamheden.
68
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Onderhoudt periodiek contact met collega’s en leidinggevende thuis- zorg (werkbespreking, complexe hulpverleningssituaties).
– Onderhoudt frequent contact met andere hulpverleners in psycho- sociale hulpverlening over specifieke clie¨ntsituatie.
– Informeert/pleegt overleg met clie¨nt, luistert, toont begrip, tracht medewerking te verkrijgen, overtuigt.
Werkzaamheden
– Bewerkstelligt structuur/veranderingen/verbeteringen/acceptatie in de leefsituatie van de leefeenheid.
– Xxxx na overleg met andere hulpverleners in de psycho-sociale hulp- verlening toe op het bevorderen van het gewenst gedrag bij clie¨nt. Stimuleert clie¨nt tot zelfredzaamheid:
* Begeleidt huishoudelijke taken, zoals de verzorging van woning, kleding, voeding, boodschappen en huisdieren.
* Begeleidt persoonsgerichte lichamelijke verzorging en huiselijke ziekenverzorging, eventueel in samenwerking met anderen.
* Xxxxxxxxx plannen en beheren van middelen die voor het huishou- den ter beschikking staan.
* Xxxxxxxxx ouders/voogden bij opvoeding kinderen.
– Verzorgt de opvang, verzorging en begeleiding van kinderen.
– Werkt mee aan het opstellen van hulpverleningsplannen van anderen (bijvoorbeeld Riagg, CAD).
– Verricht/assisteert bij overige werkzaamheden. Opleidingsindicatie: diploma MDGO-VZ e`n diploma gespecialiseerd gezinsverzorgende.
Schaal: 6
Artikel 21
Verschillen in takenpakketten tussen de uitvoerende functies A t/m E naar onderwerp gerubriceerd:
Overzicht van te verrichten taken komt voor bij uitvoerende functies
A B C D E
I Verpleging/verzorging
– incidenteel verzorgende taken X
– beperkte persoonsgerichte
lichamelijke verzorging * X
– persoonsgerichte lichamelijke verzorging ** X X X
69
Overzicht van te verrichten taken | komt voor bij uitvoerende functies | |||||
A | B | C | D | E | ||
– beperkte huiselijke | ||||||
ziekenverzorging | *** | X | X | |||
– huiselijke ziekenverzorging | **** | X | X | |||
– eenvoudige verpleegkundige taken | ***** | X | X | |||
II Kinderen | ||||||
– zeer beperkte opvang van kinderen | * | X | ||||
– beperkte opvang van | ||||||
kinderen | ** | X | ||||
– opvang en begeleiding van kinderen | *** | X | X | X | ||
III Beheerstaken | ||||||
– plannen en beheren van middelen m.b.t. | ||||||
het huishouden (kasboek, budgetteren, for- | ||||||
mulieren) | * | X | X | X | ||
IV Huishoudelijke taken | ||||||
– verzorging van de woning | * | X | X | |||
– beperkte verzorging (in tijd) van de | ||||||
woning | X | X | X | |||
– verzorging kleding/linnengoed | ** | X | X | X | ||
– beperkte verzorging kleding/linnengoed | X | X | ||||
– maaltijd (voor)bereiding | *** | X | X | X | ||
– maaltijd (voor)bereiding (beperkt) | X | X | ||||
– boodschappen doen | **** | X | X | X | ||
– boodschappen doen (beperkt) | X | X | ||||
– beperkte huisdierverzorging | ***** | X | X | X | X | X |
V Begeleidende werkzaamheden gericht op | ||||||
gedragsverandering van de clie¨nt | X | |||||
VI Afwisseling van werkzaamheden | ||||||
– aard omvang en frequentie van de werk- | ||||||
zaamheden wisselend | X | X | ||||
– aard omvang en frequentie van de werk- | ||||||
zaamheden sterk wisselend | X | X |
* Voor verklaring * t/m ***** raadpleeg artikel 22
Artikel 22
Nadere omschrijving van de in artikel 21 met een * aangeduide taken
I * Beperkte persoonsgerichte lichamelijke verzorging
. aan-/uitkleden;
. nagels knippen;
. nat/droog scheren;
. haarverzorging;
. helpen bij het eten,
70
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
. hulp bij toiletgang;
. aantrekken steunkorset/-kousen;
. aanbrengen/schoonmaken kunstgebit;
. gehoorapparaat en dergelijke;
. tillen van de hulpvrager.
** Persoonsgerichte lichamelijke verzorging als onder I *, doch aangevuld met:
. baden/douchen/wassen/tanden poetsen;
. ongedierte vrijhouden/vrijmaken.
*** Beperkte huiselijke ziekenverzorging
. behandelen van smetten/kleine wondjes;
. klaarzetten en aanreiken/toedienen van medicijnen;
. toezien op correct gebruik medicijnen;
. druppelen/zalven volgens voorschrift;
. helpen met oefeningen in het kader van een therapie;
. vergezellen bij artsenbezoek. bij Verzorgende D tevens:
. lichaamstemperatuur opnemen (rectaal) en pols tellen.
**** Huiselijke ziekenverzorging
als onder I ***, doch aangevuld met:
. bed verschonen bij bedlegerige hulpvrager;
. hulp bij verplaatsen in en uit bed.
***** Eenvoudige verpleegkundige taken
. controleren lichaamsfuncties (temperatuur, pols, ademhaling), meten en sparen van urine/faeces;
. incontinentie verzorgen;
. decubituspreventie;
. blaastraining (niet bij gebruik catheter);
. mondverzorging terminale patie¨nten;
. uitwassen ogen;
. voorkomen uitdroging.
II * Zeer beperkte opvang van kinderen
. brengen naar/ophalen van school of dagverblijf.
. aan- en uitkleden.
** Beperkte opvang van kinderen
als onder II *, doch aangevuld met:
. spelen wandelen voorlezen, toezicht houden.
*** Opvang en begeleiding van kinderen als onder II **, doch aangevuld met:
. omgangs- en/of gedragsregels handhaven met betrekking tot school/huiswerk/spel;
. straffen/belonen/stimuleren/voorbeeld stellen onder verant- woordelijkheid van de ouders/opvoeders.
71
Indien wordt gewerkt met gehandicapte kinderen tevens:
. bevorderen zelfredzaamheid;
. bevorderen zindelijkheid;
. bevorderen verbale en non-verbale communicatie;
. bevorderen motorische, zintuiglijke en cognitieve ontwikke- ling.
III * Plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden:
. bijhouden van inkomsten/uitgaven;
. budgetteren;
. adviseren en vergezellen bij het doen van aankopen;
. invullen/vertalen van formulieren, betalen van rekeningen;
. afdoen van correspondentie.
IV * Verzorging van de woning: Licht:
. stof afnemen/ragen;
. planten water geven;
. kleine spullen opruimen;
. bed recht trekken.
Zwaar:
. schrobben/dweilen/boenen/soppen;
. opruimen;
. stofzuigen;
. ramen/houtwerk schoonmaken;
. bedden verschonen/luchten;
. huis ongedierte vrijhouden/vrijmaken.
** Verzorging van kleding/linnengoed:
. kleding en linnengoed wassen hand/machine;
. vlekken verwijderen met speciale middelen;
. centrifugeren/drogen;
. strijken;
. schoenen reinigen/poetsen;
. verstelwerk.
*** Maaltijdvoorbereiding:
. brood smeren;
. samenstellen maaltijden, ook dieet en babyvoeding (let op voedingswaarde, vitaminen, caloriee¨n etc.);
. zelf koken c.q. voorbereidende werkzaamheden;
. warme en koude dranken klaarmaken;
. bewaren levensmiddelen, restverwerking;
. tafeldekken/tafel afruimen;
. afwassen.
**** Boodschappen doen:
. dagelijkse boodschappen;
. periodieke boodschappen.
***** Beperkte huisdierenverzorging:
. eten/drinken;
72
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
. bank/mand/kooi/kom verschonen;
. borstelen/ongedierte vrijhouden/vrijmaken;
. uitlaten.
Artikel 23
Coo¨rdinerende taken
1. De werkgever kan per team met e´e´n of meer medewerkers met een uitvoerende functie naast de reguliere taken overeenkomen om coo¨r- dinerende taken te verrichten onder verantwoordelijkheid van de lei- dinggevende.
Dit dient schriftelijk in de arbeidsovereenkomst(en) te worden vast- gelegd.
2. De medewerker met een uitvoerende functie met wie is overeenge- komen dat deze in combinatie met zijn functie coo¨rdinerende taken verricht wordt een toelage toegekend van f 150,– bruto per periode.
3. a. Onder coo¨rdinerende taken wordt verstaan:
de verantwoordelijkheid voor een efficie¨nte en effectieve dage- lijkse planning van de werkzaamheden en inzet van xxxxxxx- xxxx;
dit kan o.a. omvatten:
– het aanpassen van planning in geval van ziekmeldingen van collega’s en acute hulpsituaties bij clie¨nten;
– het verzorgen van een dagelijkse telefoondienst voor cliënten (15 a` 30 minuten);
– het informeren van de clie¨nt bij wijziging van de planning;
– het doorgeven van xxxxxxxxxxxxx van collega’s aan perso- neelsadministratie;
– fungeert als gespreksleider bij de periodieke teambespreking
x.x.x. xxxxxxxx;
– het verrichten van beperkt administratieve taken zoals het bij- houden van cliëntkaarten, logboek en notulen.
b. De in lid 2 genoemde toelage wordt toegekend indien de mede- werker met een uitvoerende functie tenminste 3 van de onder sub A genoemde coo¨rdinerende taken verricht.
c. De coo¨rdinerende taken als bedoeld in dit artikel kunnen niet meer dan 8 uur per week omvatten.
73
Artikel 24
Medewerker activiteitenbegeleiding
De medewerker activiteitenbegeleiding is verantwoording schuldig aan de leidinggevende thuiszorg.
– Is zelfstandig verantwoordelijk voor een effectieve en efficie¨nte da- gelijkse planning en prioriteitsstelling van uit te voeren werkzaam- heden bij clie¨nt(groepen), zulks passend in het vastgesteld hulpverleningsplan.
– Is verantwoordelijk voor een juiste en volledige uitvoering van de werkzaamheden.
– Onderhoudt periodiek contact met collega’s en leidinggevende thuis- zorg.
– Onderhoudt incidenteel contacten met andere hulpverleners en met mantelzorg.
– Informeert, pleegt overleg met de clie¨nt(en), luistert, toont begrip, tracht medewerking te verkrijgen, overtuigt.
Werkzaamheden
– Begeleidt clie¨nt volgens afgestemde methode met als doel training, reactivering en ontplooiing van psychische en fysieke functies.
– Organiseert ontspanningsactiviteiten en biedt arbeid en/of bezighe- den aan, ten behoeve van instandhouding psychische/fysieke func- ties.
– De werksituatie is gericht op individuele clie¨ntsituaties of op groe- pen van clie¨nten (of een combinatie hiervan).
– Bevordert sociale contacten.
– Xxxxxxx zo nodig overige gezinsleden bij activiteiten.
– Bepaalt in overleg met leidinggevende thuiszorg plaats van activitei- ten in hulpverleningsplan, signaleert en rapporteert aan leidingge- vende thuiszorg.
– Verzorgt voorlichting (intern en extern) over aard eigen werkzaam- heden ten behoeve van een juiste indicatiestelling.
– Stelt zich op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied en ont- wikkelt zelf instrumenten ten behoeve van de hulpverlening.
– Verricht werkadministratie.
– Aard, omvang en frequentie van de werkzaamheden zijn aan veran- dering onderhevig.
– Verricht/assisteert bij overige werkzaamheden. Opleidingsindicatie: diploma MDGO-AB Schaal: 6
74
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 25
Medewerker dagverzorging
De medewerker dagverzorging is verantwoording schuldig aan de lei- dinggevende thuiszorg.
– Is verantwoordelijk voor een effectieve en efficie¨nte dagelijkse plan- ning en prioriteitsstelling van uit te voeren werkzaamheden bij clie¨nt- (groepen).
– Is verantwoordelijk voor een juiste en volledige uitvoering van de werkzaamheden.
– Werkt veelal in teamverband.
– Onderhoudt periodiek contact met collega’s en leidinggevende thuis- zorg (werkbespreking).
– Onderhoudt periodiek contact met derden (leidinggevenden verzorg- ingstehuizen, indicatiecommissie Wet op de Bejaardenoorden).
– Informeert, pleegt overleg met de clie¨nt, luistert, toont begrip, tracht medewerking te verkrijgen, overtuigt.
Werkzaamheden
– Organiseert ontspanningsactiviteiten (individueel en groepsgewijs) en biedt arbeid en/of bezigheden aan ter instandhouding van psychische/fysieke functies.
– Begeleidt clie¨nt in vergroten zelfredzaamheid.
– Bevordert sociale contacten en stimuleert de goede sfeer in de groep.
– Xxxxxxxx zo nodig hulp bij eenvoudige lichamelijke verzorging.
– Xxxxxxxx zo nodig hulp bij gebruik maaltijden.
– Verricht werkadministratie.
– Beheert de kas en houdt een eenvoudige administratie bij.
– Aard, omvang en frequentie van de werkzaamheden zijn weinig aan verandering onderhevig.
– Verricht/assisteert bij overige werkzaamheden. Opleidingsindicatie: diploma MDGO-VZ diploma MDGO-VP
diploma verzorgende OVDB diploma ziekenverzorging Schaal: 4
75
Artikel 26
Salarisschalen uitvoerende functies gezinsverzorging (hoofdstuk IV):
Functie Schaal
– Thuishulp A 2
– Verzorgingshulp B 3
– Verzorgende C 4
– Medewerker dagverzorging 4
– Verzorgende D 5
– Gespecialiseerd verzorgende E 6
– Medewerker activiteitenbegeleiding 6
HOOFDSTUK V VERPLEEGKUNDIGE, VERZORGENDE EN VOORLICHTENDE FUNCTIES KRUISWERK
Artikel 27
Weeghulp
De functie van weeghulp (ook wel genoemd c.b.-assistent) richt zich op het meten en wegen van zuigelingen en kleuters en het plannen van afspraken. De weeghulp ontvangt alle kinderen en ouders op het consul- tatiebureau en maakt hen wegwijs.
De weeghulp werkt onder verantwoording van de hoofd- wijkverpleegkundige. Functionaris ontvangt veelal werkopdrachten van de wijkverpleegkundige op het consultatiebureau.
Opleidingsindicatie: enige jaren LHNO Schaal: 2
Artikel 28
Wijkziekenverzorgende
De functie van wijkziekenverzorgende richt zich op de zorgverlening aan (chronisch) zieken, gehandicapten en bejaarden in de thuissituatie. De verschillende soorten werkzaamheden zijn zowel curatief als preven- tief en betreffen voorts revalidatie, reactivering, GVO enz.
De wijkziekenverzorgende werkt in overleg met de wijkverpleegkundige en onder algemene leiding van de hoofdwijkverpleegkundige.
Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverzorging en applicatiecur- sus voor w.z.v.
Schaal: 5
76
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 29
Wijkverpleegkundige
De functie van wijkverpleegkundige richt zich op verpleegkundige zorg- verlening in de thuissituatie. Werkzaamheden van curatieve en preven- tieve aard en revalidatie, reactivering en GVO vinden in samenhang met elkaar plaats.
De wijkverpleegkundige werkt bij de meeste instellingen in een team van collega wijkverpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden en is ver- antwoording verschuldigd aan de hoofdwijkverpleegkundige. De wijk- verpleegkundige verricht de werkzaamheden binnen de eigen beroeps- verantwoordelijkheid.
In een aantal gevallen werkt de wijkverpleegkundige in een samenwer- kingsverband met andere functionarissen in de eerstelijns gezondheids- zorg, zoals in gezondheidscentra.
Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverpleging A en diploma MGZ of HBO-V
Schaal: 7
Artikel 30
Districtsverpleegkundige sociaal-medische zorg
De functie van districtsverpleegkundige sociaal-medische zorg richt zich op het mede voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de sociaal-medische zorg op e´e´n of meer zorggebieden. De districtsverpleegkundige begeleidt, ondersteunt en adviseert wijkver- pleegkundigen en wijkziekenverzorgenden. De districtsverpleegkundige sociaal-medische zorg maakt met een aantal collega districts- verpleegkundigen en andere functionarissen deel uit van de afdeling sociaal-medische zorg en werkt onder verantwoording van het hoofd van die afdeling.
Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverpleging A en diploma MGZ of HBO-V, diploma kaderopleiding of VO-Beroepsinnovatie of VO-Management
Schaal: 9
Artikel 31
Districtsverpleegkundige jeugdgezondheidszorg
De functie van de districtsverpleegkundige jeugdgezondheidszorg richt zich op het mede voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid
77
met betrekking tot de jeugdgezondheidszorg. De districtsverpleegkundige jeugdgezondheidszorg begeleidt, ondersteunt en adviseert wijkverpleeg- kundigen en consultatiebureauteams voor zuigelingen en kleuters. De districtsverpleegkundige jeugdgezondheidszorg maakt deel uit van de dienst jeugdgezondheidszorg en werkt onder verantwoording van het hoofd van die dienst.
Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverpleging A en diploma MGZ of HBO-V; diploma kaderopleiding of VO-Beroepsinnovatie of VO-Management
Schaal: 9
Artikel 32
Verpleegkundige continu¨ıteit van de zorgverlening
De functie van verpleegkundige continu¨ıteit van de zorgverlening is een staffunctie zonder direct leidinggevende verantwoordelijkheden en richt zich op het mede voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de continu¨ıteit van de zorgverlening. Functionaris volgt hiertoe nieuwe ontwikkelingen, ontvangt en analyseert signalen en verstrekt informatie aan hulpverlenende organisaties. Voorts neemt func- tionaris deel aan vergaderingen en besprekingen met een intern, extern of interdisciplinair karakter.
De verpleegkundige c.z. maakt deel uit van de dienst (sociaal)- verpleegkundige zorg of sociaal-medische zorg, die onder leiding staat van een hoofd van dienst.
Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverpleging A en diploma MGZ of HBO-V; diploma kaderopleiding of VO-Beroepsinnovatie of VO-Management
Schaal: 9
Artikel 33
Hoofdwijkverpleegkundige
De functie van hoofdwijkverpleegkundige richt zich op het voorberei- den, ontwikkelen en doen uitvoeren van het beleid met betrekking tot de verpleegkundige zorgverlening in de basiseenheid, het leidinggeven aan de medewerkers in de basiseenheid en het deelnemen aan vergaderingen en besprekingen. De hoofdwijkverpleegkundige is in dienst van een instelling voor kruiswerk en werkt onder verantwoording van het manage- ment. De hoofdwijkverpleegkundige geeft leiding aan een basiseenheid, waarin e´e´n of meer teams van wijkverpleegkundigen en wijkzieken- verzorgenden werkzaam zijn. Het aantal medewerkers varieert tussen de 9 en 25. In een aantal gevallen geeft de hoofdwijkverpleegkundige ook leiding aan e´e´n of meer administratieve medewerkers, huishoudelijke medewerkers, een magazijnbeheerder, in totaal 1 tot 4 personen. In een aantal gevallen werken 1 à 2 wijkverpleegkundigen, waaraan de hoofd-
78
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
wijkverpleegkundige leiding geeft in een samenwerkingsverband, waar zij zijn gedetacheerd. In dat geval neemt de hoofdwijkverpleegkundige deel aan overlegsituaties met het bestuur en werkers van het betreffende gezondheidscentrum.
Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverpleging A en diploma MGZ of HBO-V; diploma kaderopleiding of VO-management Schaal: 10
Artikel 34
Begeleider zwangerschapsgymnastiek
De functie van begeleider zwangerschapsgymnastiek omvat het geven van psychische en lichamelijke begeleiding aan aanstaande moeders tij- dens de zwangerschap en het hen voorbereiden op de bevalling en het geven van begeleiding aan aanstaande vaders. Ook het geven van post- natale psychische en lichamelijke begeleiding, het deelnemen aan be- sprekingen en het onderhouden van diverse contacten behoort tot deze functie. De begeleider zwangerschapsgymnastiek werkt onder verant- woording van een hoofd van dienst.
Opleidingsindicatie: MBO- of HBO-opleiding, gericht op de functie Schaal: 7
Artikel 35
Die¨tist
De functie van die¨tist omvat het geven van voedingsvoorlichting en dieetadviezen aan patie¨nten/cliënten(groepen), alsmede aan andere func- tionarissen, het adviseren over en leveren van een bijdrage aan beleids- ontwikkelingen met betrekking tot voedings- en dieetvoorlichting en het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen. De die¨tist maakt met een of meer collega’s deel uit van de afdeling of dienst voedingsvoorlichting en dieetadvisering, die een onderdeel is van de sector sociaal-medische zorg. De afdeling of het team staat onder leiding van een hoofd. In som- mige gevallen ressorteert de die¨tist onder het managementteam of de directie.
Verplichtgesteld diploma: HBO die¨thetiek Schaal: 8
79
Artikel 36
Opvoedingsvoorlichter
De functie van opvoedingsvoorlichter omvat het voorbereiden en leiden van gespreksgroepen over opvoeding, het geven van consultatie over opvoeding en opvoedingsvoorlichting en het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen. Met circa 10 tot 30 collega opvoedings- voorlichters maakt deze functionaris deel uit van de afdeling GVO dan- wel jeugdgezondheidszorg en werkt hij onder verantwoording van het hoofd van de dienst/afdeling.
Opleidingsindicatie: HBO-MW Schaal: 9
Artikel 37
Meer Bewegen Voor Ouderen-consulent (MBVO-consulent)
De functie van MBVO-consulent omvat het voorbereiden, ontwikkelen, vernieuwen en coo¨rdineren van de MBVO-activiteiten van de instelling, het begeleiden, opleiden en bijscholen van de MBVO-leiders en het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen.
De MBVO-consulent maakt met e´e´n of meer collega’s deel uit van de sociaal-medische sector of ressorteert onder het managementteam/de directie.
Soms wordt ook verantwoording afgelegd aan een daarvoor ingestelde commissie. De consulent begeleidt 150 tot 375 MBVO-leiders werkend op honorarium-basis. Er is geen sprake van een hie¨rarchische relatie tus- sen consulent en leider, wel van een ondersteunende en begeleidende. Opleidingsindicatie: HBO bejaarden welzijnswerk
Schaal: 9
Artikel 38
Gezondheidsvoorlichtings- en opvoedingsconsulent (GVO-consulent)
De functie van GVO-consulent omvat het initie¨ren, ondersteunen en adviseren van beleid en uitvoering op het gebied van de gezondheids- voorlichting en -opvoeding, het ontwikkelen en mede doen uitvoeren van GVO-projecten en -onderzoeken en het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen. De GVO-consulent vormt veelal met e´e´n of meer GVO-consulenten de afdeling GVO, die onder leiding staat van een hoofd van dienst of de directie. In het kader van projecten of onder- zoeken kan de GVO-consulent leiding geven aan een projectmedewerker in tijdelijk dienstverband.
Opleidingsindicatie: doctoraal gezondheidswetenschappen Schaal: 10
80
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 39
Salarisschalen verpleegkundige, verzorgende en voorlichtende functies kruiswerk (hoofdstuk V):
Functie Schaal
– Xxxxxxxx 0
– Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 5
– Wijkverpleegkundige 7
– Wijkverpleegkundige in een samenwerkingsverband 7
– Districtsverpleegkundige sociaal-medische zorg 9
– Districtsverpleegkundige jeugdgezondheidszorg 9
– Verpleegkundige continu¨ıteit van de zorgverlening 9
– Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
– Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx in een samenwerkingsver-
band 10
– Begeleider zwangerschapsgymnastiek 7
– Die¨tist 8
– Opvoedingsvoorlichter 9
– Meer Bewegen Voor Ouderen-consulent 9
– Gezondheidsvoorlichtings- en opvoedingsconsulent 10
HOOFDSTUK VI VERPLEEGKUNDIGE EN VERZORGENDE FUNCTIES KRAAMZORG
Artikel 40
Kraamverzorgende
De functie van kraamverzorgende richt zich primair op de verzorging van kraamvrouw en baby tijdens de bevalling en de daarop aansluitende verzorgingsperiode, alsmede op de zorg voor andere gezinsleden en de huishouding. Het begeleiden van MDGO-vz stagiaires behoort tot de werkzaamheden. De kraamverzorgende is werkzaam bij een erkend kraamcentrum. De leiding van het kraamcentrum berust bij de hoofd kraamzorgverpleegkundige.
Verplichtgesteld diploma: diploma kraamverzorgende of MDGO-vz Schaal: 4
81
Artikel 41
Wijkkraamverzorgende
De functie van wijkkraamverzorgende is gelijk aan die van kraam- verzorgende (artikel 40) behoudens de zorg voor andere gezinsleden en de huishouding. De wijkkraamverzorgende werkt dagelijks in e´e´n of meer gezinnen.
Verplichtgesteld diploma: diploma kraamverzorgende of MDGO-vz Schaal: 4
Artikel 42
Kraamzorgverpleegkundige
De functie van kraamzorgverpleegkundige richt zich op het (bege)lei- ding geven aan de gediplomeerde kraamverzorgenden. Bezoekt gezinnen ter voorbereiding van de kraamwerkzaamheden en voor het geven van voorlichting. De kraamzorgverpleegkundige is tezamen met een aantal collega’s kraamzorgverpleegkundigen werkzaam bij een erkend kraam- centrum onder leiding van een hoofd kraamzorgverpleegkundige.
Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverpleging A (bij registratie- nummer beneden de 100.000 bovendien de kraamaantekening) en di- ploma MGZ of HBO-V
Schaal: 7
Artikel 43
Plaatsvervangend hoofd kraamzorgverpleegkundige
De functie van plv. hoofd kraamzorgverpleegkundige stemt qua inhoud overeen met die van kraamzorgverpleegkundige (artikel 42), maar omvat tevens de vervanging van het hoofd kraamzorgverpleegkundige bij afwe- zigheid. Het plaatsvervangend hoofd kraamzorgverpleegkundige draagt dan zorg voor het plannen, coo¨rdineren en organiseren van de dagelijkse uitvoerende werkzaamheden van het kraamcentrum.
Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverpleging A (bij registratie- nummer beneden de 100.000 bovendien de kraamaantekening) en di- ploma MGZ of HBO-V; diploma kaderopleiding of VO-Management Schaal: 8
Artikel 44
Hoofd kraamzorgverpleegkundige A
De functie van hoofd kraamzorgverpleegkundige A richt zich op het voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het kraamzorgbeleid in het erkende kraamcentrum, leidinggeven en het deelnemen aan vergaderin-
82
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
gen en besprekingen. Het hoofd kraamzorgverpleegkundige A is werk- zaam bij een erkend kraamcentrum en geeft leiding en begeleiding aan 42 tot 84 formatieplaatsen (4 tot 12 kraamzorgverpleegkundigen, 30 tot
70 kraamverzorgenden) en aan 24 tot 40 MDGO-vz stagiaires. Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverpleging A (bij registratie- nummer beneden de 100.000 bovendien de kraamaantekening) en di- ploma MGZ of HBO-V; diploma kaderopleiding of VO-Management Schaal: 9
Artikel 45
Hoofd kraamzorgverpleegkundige B
Het hoofd kraamzorgverpleegkundige B is werkzaam bij een groot auto- noom kraamcentrum en ressorteert rechtstreeks onder het bestuur van het kraamcentrum c.q. de kraaminstelling. De functie richt zich op het voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het kraamzorgbeleid, leidinggeven en het deelnemen aan vergaderingen en besprekingen. Het hoofd kraamzorgverpleegkundige B geeft leiding en begeleiding aan 84 formatieplaatsen (8 tot 12 kraamzorgverpleegkundigen, 50 tot 70 kraam- verzorgenden) en aan 24 tot 40 MDGO-vz stagiaires.
Verplichtgestelde diploma’s: diploma ziekenverpleging A (bij registratie- nummer beneden de 100.000 bovendien de kraamaantekening) en di- ploma MGZ of HBO-V; diploma kaderopleiding of VO-Management Schaal: 10
Artikel 46
Salarisschalen verpleegkundige en verzorgende functies kraamzorg (hoofdstuk VI):
Functie Schaal
– Kraamverzorgende 4
– Wijkkraamverzorgende 4
– Kraamzorgverpleegkundige 7
– Plaatsvervangend hoofd kraamzorgverpleegkundige 8
– Hoofd kraamzorgverpleegkundige A 9
– Hoofd kraamzorgverpleegkundige B 10
83
HOOFDSTUK VII ZORGGERICHTE LEIDINGGEVENDE EN MIDDENKADERFUNCTIES GEZINSVERZORGING
Artikel 47
Leidinggevende thuiszorg I
De leidinggevende thuiszorg I is verantwoording schuldig aan hoofd zorgverlening of hoofd rayon.
– De leidinggevende thuiszorg I geeft leiding aan en begeleidt mede- werkers in de uitvoerende functies A t/m D.
Er kan sprake zijn van een meewerkend coo¨rdinerende met betrek- king tot de dagelijkse en wekelijkse planning: de aanwezigheid van een medewerker in een uitvoerende functie met coo¨rdinerende taken heeft geen invloed op de inschaling van de leidinggevende thuiszorg.
– Is verantwoordelijk voor een effectieve en efficie¨nte uitvoering van de hulpverlening door uitvoerenden.
– Is verantwoordelijk voor een goede kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbezetting afgestemd op het werkaanbod, en een goede arbeidsmotivatie van de medewerkers in een uitvoerende functie.
– Is verantwoordelijk voor het signaleren van kwantitatieve knelpun- ten in de personele bezetting.
– Onderhoudt periodiek contact (collectief en individueel) met hoofd Zorgverlening of hoofd Rayon en uitvoerenden, en leidt de team- of groepsbesprekingen.
– Voert soms overleg met andere hulpverleningsinstanties.
– Pleegt overleg met clie¨nten.
Werkzaamheden
– Signaleert hoofd zorgverlening c.q. hoofd rayon over knelpunten in de concrete uitvoering zorgverlening.
– Verzorgt incidenteel rapportages over complexe individuele zorg- verleningssituaties. Stelt hulpverleningsplan per clie¨nt op.
– Verzorgt de algemene planning van de werkzaamheden van de mede- werkers in de uitvoerende functies A t/m D.
– Delegeert – indien aanwezig – de dagelijkse en wekelijkse planning aan de medewerker met een uitvoerende functie aan wie coo¨rdine- rende taken zijn opgedragen.
– Verzorgt herindicatie, herijking en stelt op basis hiervan de inzet van de medewerkers met een uitvoerende functie bij. Organiseert de zorgverlening per clie¨ntsituatie en deelt medewerkers met een uit- voerende functie in.
– Geeft leiding aan medewerkers met een uitvoerende functie van een wijk. Houdt toezicht, geeft instructie, organiseert, stelt prioriteiten en controleert de kwaliteit en kwantiteit van de werkzaamheden van de medewerkers met een uitvoerende functie in clie¨ntsituaties. Bewaakt urenbesteding per medewerker met een uitvoerende functie en per
84
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
wijk, onder andere aan de hand van werkbriefjes. Signaleert/bespreekt met hoofd zorgverlening/hoofd rayon belangrijke afwijkingen.
– Delegeert de uitvoerende werkzaamheden aan de medewerkers in de uitvoerende functie A t/m D.
– Xxxx voorstellen aan hoofd zorgverlening/hoofd rayon, onder andere ten aanzien van werving, selectie en inschaling.
– Houdt functionerings-/beoordelingsgesprekken met betrekking tot medewerkers met een uitvoerende functie.
– Levert in het kader van kwaliteitsbevordering een bijdrage aan de deskundigheidsbevordering.
– Registreert en bewaakt de urenbudgetten per wijk.
– Verzorgt clie¨nt- en werkadministratie.
– Stemt zonodig de concrete uitvoering zorgverlening met andere zorg- verleningsinstanties af.
Opleidingsindicatie: afgeronde MBO-opleiding gericht op de zorgsector bij voorkeur aangevuld met een management opleiding op (post-)MBO- niveau of vergelijkbaar niveau
Schaal: 8
Artikel 48
Leidinggevende thuiszorg II
De leidinggevende thuiszorg II is verantwoording schuldig aan hoofd zorgverlening of hoofd rayon.
– De leidinggevende thuiszorg II geeft leiding aan en begeleidt mede- werkers in een uitvoerende functie waaronder tenminste twee gespe- cialiseerd verzorgenden E (die al of niet werkzaam in een team met andere medewerkers in een uitvoerende functie werkzaam zijn in hulpverleningssituaties waarbij met name de begeleiding de primaire invalshoek is).
De functie leidinggevende thuiszorg II is in hoofdlijnen identiek aan de functie leidinggevende thuiszorg I (artikel 47) doch onderscheidt zich in het volgende van de functie leidinggevende thuiszorg I:
– De leidinggevende thuiszorg II voert frequent overleg met andere hulpverleningsinstanties;
– De begeleiding van uitvoerenden is door de aard van de werkzaam- heden complex van aard;
– Vrijwel altijd is afstemming met andere hulpverleningsinstanties aan de orde;
– Complexe hulpverleningsplannen worden opgesteld.
Werkzaamheden
– Signaleert, informeert en adviseert hoofd zorgverlening c.q. hoofd
85
rayon over wensen, behoeften, knelpunten in zorgverleningsbeleid en/of concrete uitvoering zorgverlening.
– Verzorgt rapportages over complexe individuele zorgverlenings- situaties.
– Verzorgt de dagelijkse en wekelijkse planning van de werkzaamhe- den van de medewerkers met een uitvoerende functie.
– Geeft leiding aan medewerkers met een uitvoerende functie in de begeleidende thuiszorg.
– Delegeert de uitvoerende werkzaamheden aan de medewerkers met een uitvoerende functie.
– Verzorgt beperkt clie¨nt- en werkadministratie.
– Voert frequent overleg met en stemt concrete uitvoering zorgverlening met andere zorgverleningsinstanties af.
Opleidingsindicatie: afgeronde HBO-opleiding gericht op de zorgsector bij voorkeur aangevuld met een managementopleiding op (post-)HBO- niveau of vergelijkbaar niveau
Schaal: 9
Artikel 49
Intaker
De intaker is verantwoording schuldig aan hoofd zorgverlening of hoofd rayon.
– Is verantwoordelijk voor een juiste en volledige typering van de aard, omvang en afhandeling van elke inkomende hulpaanvraag.
– Is verantwoordelijk voor de signalering van leemten in de hulpver- lening.
– Informeert en pleegt overleg met collega’s intaker omtrent afstem- ming werkwijze.
– Informeert en pleegt overleg met het hoofd zorgverlening, hoofden rayon en leidinggevenden thuiszorg over hulpverleningssituatie.
– Wint inlichtingen in bij andere hulpverleners (ziekenhuis, kruiswerk, huisarts) ter bepaling van de prioriteit.
Werkzaamheden
– Verzorgt voorlichting, voorbezoeken, indicatie en berichtgeving aan- vragers en potentie¨le clie¨nten.
– Werkt soms samen met andere disciplines aangaande de indicatie.
– Stelt t.a.v. de hulpvraag het niveau van de te verrichten taken vast, alsmede duur en omvang.
– Toetst hulpaanvraag aan de richtlijnen van de instelling en bepaalt de urgentie (soms geschiedt dit in teamverband).
– Beschrijft de hulpvraag en draagt deze over aan leidinggevenden thuiszorg.
– Signaleert algemene discrepanties tussen de hulpaanvraag en het hulpaanbod aan de leiding van de organisatie.
– Beheert archief en wachtlijsten van de clie¨nten.
86
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Verzamelt relevante gegevens van de clie¨nten voor de administratie. Opleidingsindicatie: afgeronde HBO-opleiding gericht op de zorgsector Schaal: 8
Artikel 50
Bemiddelaar Alpha-/AAW-hulpverlening
De bemiddelaar Alpha-/AAW-hulpverlening is verantwoording schuldig aan hoofd zorgverlening of hoofd rayon.
– Is verantwoordelijk voor een juiste en volledige typering van aard, omvang, bemiddeling en afhandeling van elke inkomende Alpha-/ AAW-hulpaanvraag.
– Informeert en pleegt overleg met de intaker omtrent afstemming werkwijze.
– Informeert en pleegt overleg met het hoofd zorgverlening, hoofden rayon en leidinggevende thuiszorg over hulpverleningssituatie.
Werkzaamheden
– Verzorgt voorlichting, herindicatie, herijking en berichtgeving aan- vragers Alpha-hulpverlening en/of AAW-hulp.
– Werft Alpha-helpenden. Bewerkstelligt contacten tussen hulp- verlenenden en aanvragers (Alpha-hulp) en regelt de contracten.
– Adviseert leidinggevenden thuiszorg bij overgang Alpha-hulp naar traditionele hulp.
– Signaleert discrepanties tussen de hulpaanvraag en het hulpaanbod aan leidinggevenden thuiszorg en management.
– Beheert archief, bemiddelingsregister en clie¨ntenwachtlijsten (Alpha- hulp).
– Controleert declaratieformulieren van clie¨nt-werkgever (Alpha-hulp).
– Verzamelt clie¨ntgegevens voor de administratie en bedrijfsvereni- ging.
– Verzorgt voorlichting, voorbezoeken, herindicatie, herijking en be- richtgeving aanvragers (AAW-hulp).
– Beoordeelt hulpaanvraag in termen van kwantiteit, toetst hulp- aanvraag aan richtlijnen AAW-hulp.
– Stelt hulpverleningsplan op en draagt intake over aan bedrijfsvereni- ging (AAW-hulp).
Opleidingsindicatie: afgeronde MBO-opleiding gericht op de functie Schaal: 6
87
Artikel 51
Hoofd zorgverlening/Hoofd rayon
A. Algemeen
Voor beide functies geldt een zelfde functie-omschrijving, doch de situa- tie waarin de functie wordt uitgeoefend is verschillend.
De functionaris hoofd zorgverlening is eindverantwoordelijk voor de gehele sector Zorgverlening en legt verantwoording af aan de directeur. De functie hoofd zorgverlening kan per instelling maar e´e´n maal voor- komen.
De functie hoofd rayon komt voor in de volgende hoedanigheden :
– In instellingen die boven de sector Zorgverlening geen hoofd zorg- verlening hebben geplaatst, en de sector Zorgverlening hebben opge- deeld in meerdere rayons.
In een zodanig geval staat aan het hoofd van een rayon het hoofd rayon dat rechtstreeks rapporteert aan de directie. Het hoofd rayon heeft in deze situatie e´e´n of meerdere collega’s.
– In grote instellingen die boven de sector Zorgverlening we`l een hoofd zorgverlening hebben geplaatst e`n de sector Zorgverlening hebben verdeeld in een aantal rayons. In een zodanig geval heeft het hoofd rayon geen directe relatie met de directie. Het hoofd rayon heeft in deze situatie e´e´n of meerdere collega’s.
In tegenstelling tot het hoofd zorgverlening die eindverantwoordelijk is voor de gehele sector Zorgverlening is het hoofd rayon verantwoordelijk voor een deel van de sector Zorgverlening.
Niveaus
Binnen de functie hoofd zorgverlening worden op grond van de omvang van het door deze functionaris beheerde budget drie niveaus van salarie¨- ring onderscheiden.
Binnen de functie hoofd rayon worden op grond van de omvang van het door deze functionaris beheerde budget of de aanwezigheid van de func- tie hoofd zorgverlening twee niveaus van salarie¨ring onderscheiden.
B. Taak- en functie-omschrijving
– Is verantwoordelijk voor een adequate advisering (gevraagd en onge- vraagd) aan de leiding van de instelling ten aanzien van concrete ont- wikkelingen binnen het hulpverleningsaanbod en het doen van ge- richte voorstellen voor het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is.
– Is verantwoordelijk voor een effectieve en efficie¨nte uitvoering van de hulpverlening op hoofdlijnen binnen het gebied waarvoor hij ver- antwoordelijk is.
– Is verantwoordelijk voor, een goede kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbezetting afgestemd op het werkaanbod en voor een goede arbeidsmotivatie binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is.
– Heeft beslissingsbevoegdheid binnen vastgestelde hoofdlijnen.
88
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Informeert en pleegt overleg met de directeur, leidinggevenden thuis- zorg en overige hoofden van afdelingen.
– Pleegt incidenteel overleg met clie¨nten ten aanzien van bijzondere knelpunten.
– Pleegt periodiek overleg met diverse andere hulpverleningsinstanties.
– Neemt deel aan regionaal en soms aan landelijk beleidsoverleg.
Werkzaamheden
– Adviseert over het te voeren beleid ten aanzien van zorgverlening, adviseert mede ten aanzien van personeel, organisatie, financie¨n, automatisering, informatievoorziening.
– Signaleert, informeert en adviseert mede de directeur over ontwik- kelingen, knelpunten en te voeren beleid ten aanzien van zorg- verlening en doet voorstellen om hierop te reageren.
– Xxxxxxx mede nieuwe vormen van zorgverlening voor.
– Draagt zorg voor een evenwichtige functie- en formatie-opbouw bin- nen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is.
– Wijst uren/budget toe aan wijken. Deelt leidinggevenden in.
– Controleert de uitvoering per wijk. Instrueert leidinggevenden.
– Delegeert de dagelijkse werkzaamheden als toezicht, instructie aan uitvoerenden, werkuitgifte en controle van de werkzaamheden voor een belangrijke mate aan leidinggevenden thuiszorg.
– Begeleidt medewerkers, met name leidinggevenden thuiszorg.
– Doet voorstellen onder andere ten aanzien van werving, selectie, inschaling (met name m.b.t. leidinggevenden thuiszorg).
– Houdt functionerings- en beoordelingsgesprekken in eerste instantie met betrekking tot leidinggevenden thuiszorg.
– Beoordeelt voorstellen van leidinggevenden thuiszorg onder andere ten aanzien van werving, selectie en inschaling.
– Benoemt en ontslaat uitvoerenden/leidinggevenden thuiszorg.
– Draagt in het kader van de kwaliteitsbewaking zorg voor en/of ver- zorgt deels deskundigheidsbevordering met betrekking tot zorg- verlening.
– Draagt zorg voor de raming van benodigde financie¨le middelen voor het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is.
– Doet voorstellen voor verdeling, bewaakt en stelt besteding van financie¨le middelen/budgetten per wijk voor het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is bij.
– Ziet toe op een correcte en tijdige werk- en clie¨ntadministratie.
– Voert mede periodiek overleg met diverse zorgverleningsinstanties en stemt het zorgverleningsbeleid af.
89
C. Opleidingsindicatie
Afgeronde opleiding op HBO- of academisch niveau gericht op de func- tie bij voorkeur aangevuld met een management-opleiding op (post-)- HBO-niveau of vergelijkbaar niveau.
D. Salarisniveaus
Functie Schaal Functie
hoofd zorgverlening III
budget boven f 9,2 mln. ->
Schaal 13
hoofd zorgverlening II
budget tussen f 2,2 mln. en f 9,2 mln. ->
Schaal 11 hoofd rayon III (zonder hoofd zorg- verlening)
<- budget boven
f 5 mln.
hoofd zorgverlening I
budget f 2,2 mln. of minder ->
Schaal 10 hoofd rayon II
<- (zonder hoofd zorg- verlening
budget f 5 mln. of minder
Schaal 10 <- hoofd rayon I (met hoofd zorgverlening) ongeacht de omvang van het budget
Artikel 52
Salarisschalen zorggerichte leidinggevende en middenkaderfuncties gezinsverzorging (hoofdstuk VII):
Functie Schaal
– Bemiddelaar Alpha-/AAW-hulpverlening 6
– Intaker 8
– Leidinggevende thuiszorg I 8
– Leidinggevende thuiszorg II 9
– Hoofd rayon I, met hoofd zorgverlening, ongeacht
budget 10
– Hoofd rayon II, zonder hoofd zorgverlening, budget f 5 mln. of minder 10
90
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Functie Schaal
– Hoofd rayon III, zonder hoofd zorgverlening, budget
boven f 5 mln. 11
– Hoofd zorgverlening I, budget f 2,2 mln. of minder 10
– Hoofd zorgverlening II, budget tussen f 2,2 mln. en f
9,2 mln. 11
– Hoofd zorgverlening III, budget boven f 9,2 mln. 13
HOOFDSTUK VIII ZORGGERICHTE LEIDINGGEVENDE FUNCTIES KRUISWERK
Artikel 53
Hoofd voedingsvoorlichting en dieetadvisering A
Het hoofd voedingsvoorlichting en dieetadvisering A (hoofd VODI) heeft diverse coo¨rdinerende taken met betrekking tot het mede voorbe- reiden, ontwikkelen en zorgdragen voor de uitvoering van het beleid ter- zake van de voedingsvoorlichting en dieetadvisering. Hij geeft leiding aan de afdeling (gemiddeld 2 tot 5 die¨tisten), neemt deel aan vergaderingen/besprekingen, onderhoudt contacten en voert eventueel die¨tistenwerkzaamheden uit. Functionaris werkt onder de verantwoor- ding van het hoofd (wijk)zorg of van de directie. Afhankelijk van de situatie maakt functiehouder deel uit van het managementteam van de instelling.
Opleidingsindicatie: HBO die¨thetiek Schaal: 9
Hoofd voedingsvoorlichting en dieetadvisering B
De functie van hoofd voedingsvoorlichting en dieetadvisering B omvat het mede voorbereiden, ontwikkelen en zorgdragen voor de uitvoering van het beleid terzake van de voedingsvoorlichting en dieetadvisering; het leiding geven aan de afdeling, het deelnemen aan vergaderingen/ besprekingen en het onderhouden van contacten. Het hoofd voedings- voorlichting en dieetadvisering B is in dienst van een provinciale of andere kruisvereniging en geeft leiding aan de medewerkers van die afdeling, bestaande uit 7 tot 30 die¨tisten en 1 tot 6 administratieve mede- werkers. De die¨tisten verrichten paramedische werkzaamheden onder eigen beroepsverantwoordelijkheid. Daarnaast wordt begeleiding gege-
91
ven aan freelance medewerkers die dieet- en voedingsvoorlichting geven in cursusverband. Het hoofd van de afdeling voedingsvoorlichting en dieetadvisering B ressorteert onder het hoofd van de sector zorgverlening, danwel rechtstreeks onder het lid van de directie dat met de zorg- verlening is belast.
Opleidingsindicatie: HBO die¨tetiek Schaal: 11
Artikel 54
Hoofd gezondheidsvoorlichting en -opvoeding A
De functie van hoofd GVO A (werkend onder de verantwoording van het hoofd zorg) omvat het mede voorbereiden, ontwikkelen en zorg- dragen voor de uitvoering van het beleid terzake van de gezondheids- voorlichting en -opvoeding. Hij geeft leiding aan de afdeling: 1 tot 5 GVO-consulenten, een administratief medewerker, circa 10 opvoedings- voorlichters en soms 1 tot 3 project- of stafmedewerkers; in een aantal gevallen hebben de opvoedingsvoorlichters een free lance contract.
Opleidingsindicatie: doctoraal agologie of gezondheidswetenschappen Schaal: 11
Artikel 55
Hoofd gezondheidsvoorlichting en -opvoeding B
Het hoofd GVO B werkt onder de verantwoording van de directie. Behoudens dit verschil is de functie hoofd GVO B hetzelfde als de func- tie hoofd GVO A (artikel 54).
Opleidingsindicatie: doctoraal agologie of gezondheidswetenschappen Schaal: 11
Artikel 56
Hoofd kraamzorg A
De functie hoofd kraamzorg A, werkzaam onder verantwoordelijkheid van de directie of van het hoofd zorg, omvat het mede voorbereiden, ont- wikkelen en zorgdragen van de uitvoering van het kraamzorgbeleid, het leidinggeven aan de afdeling kraamzorg (totaal 60 tot 120 medewer- kers), het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen en het onderhou- den van contacten. Afhankelijk van de situatie maakt functiehouder deel uit van het managementteam van de instelling.
Het hoofd kraamzorg A draagt ge´e´n interne budgetverantwoordelijkheid voor de kraamzorg, aangezien er sprake is van een provinciaal tarief- gebied. Hierdoor ligt de budgetverantwoordelijkheid buiten de eigen afdeling/organisatie.
92
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Het hoofd kraamzorg A geeft leiding aan de medewerkers van de afde- ling kraamzorg: kraamzorgverpleegkundigen, kraamverzorgenden en ad- ministratief personeel.
Opleidingsindicatie: HBO-V, aangevuld met kaderopleiding of VO- Management en/of obstetrie en gynaecologie
Schaal: 9
Artikel 57
Hoofd kraamzorg B
Het hoofd kraamzorg B draagt we`l interne budgetverantwoordelijkheid voor de kraamzorg. Behoudens dit verschil is de functie van hoofd kraamzorg B hetzelfde als de functie hoofd kraamzorg A (artikel 56). Opleidingsindicatie: HBO-V, aangevuld met kaderopleiding of VO- Management en/of obstetrie en gynaecologie
Schaal: 10
Artikel 58
Hoofd wijkzorg A
De functie van hoofd wijkzorg A, werkzaam onder verantwoording van de directie, omvat het mede voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de wijkzorg, het leidinggeven aan de afde- xxxx xxxxxxxx (totaal 15 tot 25 medewerkers), het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen en het onderhouden van contacten.
Functiehouder maakt deel uit van het managementteam van de instelling en geeft leiding aan de volledige staf. Onder volledige staf wordt ver- staan: JGZ/CB, GVO, die¨tisten, districtsverpleegkundigen. Het hoofd wijkzorg A geeft in deze situatie ge´e´n leiding aan de afdeling wijkver- pleging, aangezien hier sprake is van een zgn. managementbreuk. Dit houdt in dat de medewerkers binnen de wijkzorg niet in dienst zijn van de regionale kruiswerkinstelling, maar van een plaatselijke instelling. Opleidingsindicatie: HBO-V, aangevuld met kaderopleiding of VO- Management
Schaal: 11
Artikel 59
Hoofd wijkzorg B
De functie van hoofd wijkzorg B, werkzaam onder verantwoording van de directie of van het hoofd zorg, omvat het mede voorbereiden, ontwik-
93
kelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de wijkzorg, het leiding geven aan de afdeling wijkzorg (totaal meer dan 100 medewer- kers), het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen en het onderhou- den van contacten. Functiehouder maakt deel uit van het management- team van de instelling en geeft leiding aan de afdeling wijkverpleging, waarvan alle medewerkers in dienst zijn van de regionale kruiswerk- instelling. Xxxxxx dan het hoofd wijkzorg A (artikel 58) geeft het hoofd wijkzorg B geen leiding aan de volledige staf.
Opleidingsindicatie: HBO-V, aangevuld met kaderopleiding of VO- Management
Schaal: 11
Artikel 60
Hoofd wijkzorg C
De functie van hoofd wijkzorg C, werkzaam onder verantwoording van het hoofd zorg, omvat het mede voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de wijkzorg, het leidinggeven aan de afdeling wijkzorg (totaal meer dan 100 medewerkers, allen in dienst van de regionale kruiswerkinstelling), het deelnemen aan vergaderingen/ besprekingen en het onderhouden van contacten. Het hoofd wijkzorg C maakt geen deel uit van het managementteam van de instelling.
Functiehouder geeft leiding aan de afdeling wijkverpleging, waaronder de volledige staf. Voor de definitie van volledige staf zie bij hoofd wijk- zorg A (artikel 58).
Opleidingsindicatie: HBO-V, aangevuld met kaderopleiding of VO- Management
Schaal: 12
Artikel 61
Hoofd wijkzorg D
De functie van hoofd wijkzorg D, werkzaam onder verantwoording van de directie, omvat het mede voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de wijkzorg, het leidinggeven aan de afde- xxxx xxxxxxxx (totaal meer dan 100 medewerkers, allen in dienst van de regionale kruiswerkinstelling), het deelnemen aan vergaderingen/ besprekingen en het onderhouden van contacten. Het hoofd wijkzorg D maakt deel uit van het managementteam van de instelling.
Het hoofd wijkzorg D geeft leiding aan de afdeling wijkverpleging, waaronder de volledige staf. Voor de definitie van volledige staf zie bij hoofd wijkzorg A (artikel 58).
Opleidingsindicatie: HBO-V, aangevuld met kaderopleiding of VO- Management
Schaal: 13
94
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 62
Hoofd zorg A
De functie van hoofd zorg A omvat het mede voorbereiden, ontwikke- len en uitvoeren van het beleid met betrekking tot specifieke onderdelen van de gezondheidszorg, het leidinggeven van een aantal diensten/ afdelingen, het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen en het onder- houden van contacten. Het doel van de functie ligt vooral op het gebied van organisatie en management.
Het hoofd zorg A ressorteert onder de directie en bekleedt veelal de functie van adjunct-directeur. Geeft leiding aan diverse disciplines, te weten wijkzorg, kraamzorg (zonder interne budgetverantwoordelijkheid) en volledige staf; totaal meer dan 100 medewerkers.
Voor de definitie van volledige staf zie bij hoofd wijkzorg A (artikel 58). Opleidingsindicatie: doctoraal gezondheidswetenschappen
Schaal: 13
Artikel 63
Hoofd zorg B
Het hoofd zorg B draagt we`l interne budgetverantwoordelijkheid voor de kraamzorg. Behoudens dit verschil is de functie hoofd zorg B hetzelfde als de functie hoofd zorg A (artikel 62).
Opleidingsindicatie: doctoraal gezondheidswetenschappen Schaal: 14
Artikel 64
Salarisschalen zorggerichte leidinggevende functies kruiswerk (hoofdstuk VIII):
Functie | Schaal | |
– Hoofd voedingsvoorlichting en dieetadvisering A | 9 | |
– Hoofd voedingsvoorlichting en dieetadvisering B | 11 | |
– Hoofd gezondheidsvoorlichting en -opvoeding A | 11 | |
– Hoofd gezondheidsvoorlichting en -opvoeding B | 11 | |
– Hoofd kraamzorg A | 9 | |
– Hoofd kraamzorg B | 10 | |
– Hoofd wijkzorg A | 11 | |
– Hoofd wijkzorg B | 11 | |
95 |
Functie Schaal
– Hoofd wijkzorg C 12
– Hoofd wijkzorg D 13
– Hoofd zorg A 13
– Hoofd zorg B 14
HOOFDSTUK IX MEDISCHE FUNCTIES
Artikel 65
Consultatiebureau-arts
De functie van consultatiebureau-arts omvat het houden van het consul- tatiebureau (CB), het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van epidemiologisch onderzoek, het verrichten van administratieve werk- zaamheden en het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen.
De consultatiebureau-arts maakt deel uit van de dienst/afdeling jeugd- gezondheidszorg. Functionaris werkt binnen de grenzen van het te voe- ren zorgbeleid, bepaalt zelfstandig de indeling van de werkzaamheden en werkt onder eigen medische beroepsverantwoordelijkheid. De CB- arts werkt binnen e´e´n of meer consultatiebureau-teams.
Verplichtgestelde diploma’s: arts-examen, applicatiecursus (PAO-G) Schaal: 13
Artikel 66
Stafarts jeugdgezondheidszorg
De functie van stafarts JGZ omvat het mede voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de jeugdgezondheidszorg, het ondersteunen van CB-artsen en districtsverpleegkundigen. Voorts (bege)leidt de stafarts projecten, neemt hij deel aan vergaderingen/ besprekingen en onderhoudt hij contacten.
Functionaris ressorteert doorgaans onder het hoofd wijkzorg. De stafarts geeft ge´e´n leiding, maar ondersteunt en werkt nauw samen met CB- artsen en districtsverpleegkundigen.
Verplichtgestelde diploma’s: arts-examen, inschrijving in het register sociale geneeskunde, tak jeugdgezondheidszorg.
Schaal: 13
96
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 67
Hoofd consultatiebureau
De functie van hoofd CB omvat het mede voorbereiden, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de jeugdgezondheidszorg, het leidinggeven, het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen en het onderhouden van contacten.
Functionaris ressorteert onder de directie of het hoofd (wijk)zorg. Af- hankelijk van de situatie maakt functiehouder deel uit van het managementteam van de instelling.
Het hoofd CB geeft leiding aan CB-artsen, eventueel aan districts- verpleegkundigen en begeleiding aan huisartsen, werkzaam op contract. Totaal 15 tot 60 personen.
Verplichtgestelde diploma’s: arts-examen, inschrijving in het register sociale geneeskunde, tak jeugdgezondheidszorg of kindergeneeskunde. Schaal: 14
Artikel 68
Arts sociaal-medische dienst (staffunctionaris)
De functie van arts sociaal-medische dienst omvat het mede voorberei- den, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de sociaal-medische zorg, in het bijzonder op het gebied van de thuiszorg, het ondersteunen van de districtsverpleegkundige sociaal-medische zorg en andere kruiswerkfunctionarissen. Voorts (bege)leidt deze functionaris projecten en neemt hij deel aan vergaderingen/besprekingen.
De arts SMD maakt als staffunctionaris doorgaans met e´e´n of meer collega’s deel uit van de sociaal-medische dienst.
De arts sociaal-medische dienst geeft geen leiding maar ondersteunt en werkt nauw samen met de districtsverpleegkundigen sociaal-medische zorg.
Verplichtgestelde diploma’s: arts-examen, inschrijving in het register sociale geneeskunde, tak algemene gezondheidszorg.
Schaal: 14
Artikel 69
Hoofd sociaal-medische dienst
De functie van hoofd sociaal-medische dienst omvat het mede voorbe- reiden, ontwikkelen en uitvoeren van het beleid met betrekking tot de sociaal-medische zorg op het gebied van de thuiszorg, het leveren van
97
bijdragen aan de ontwikkeling van het dienstenpakket van de instelling, het leiding geven aan de sociaal-medische dienst en het deelnemen aan vergaderingen/besprekingen.
Het hoofd SMD geeft leiding aan de sociaal-medische dienst, die 15 tot circa 60 personen omvat, onder meer artsen sociaal-medische dienst, districtsverpleegkundigen SMZ, die¨tisten e.d. Het hoofd SMD is een sociaal geneeskundige, maakt deel uit van het managementteam van de instelling en ressorteert onder de directie.
Verplichtgestelde diploma’s: arts-examen, inschrijving in het register sociale geneeskunde, tak algemene gezondheidszorg.
Schaal: 15
Artikel 70
Salarisschalen medische functies (hoofdstuk IX):
Functie Schaal
– Consultatiebureau-arts 13
– Stafarts jeugdgezondheidszorg 13
– Hoofd consultatiebureau 14
– Arts sociaal-medische dienst (staffunctionaris) 14
– Hoofd sociaal-medische dienst 15
HOOFDSTUK X PERSONEELSZAKEN FUNCTIES
Artikel 71
Personeelsconsulent A
De personeelsconsulent A werkt onder verantwoording van het hoofd personeelszaken of het hoofd personeel/organisatie/bijscholing. Even- tueel is er voorzien in ondersteuning door een administratief medewer- ker.
Werkzaamheden
– Ondersteuning van het lijn-management bij de selectie van medewer- kers voor uitvoerende functies, o.a. door het deelnemen aan sollici- tatiegesprekken.
– Informatie/advisering over arbeidsvoorwaarden:
* Informeren en adviseren van medewerkers en leidinggevenden betreffende de toepassing/interpretatie van de CAO en eigen instellingsregelingen op arbeidsvoorwaardenterrein.
* Behandelen van verzoeken om verandering in de arbeidsovereen- komst (zoals voortzetting tijdelijke contracten, vermindering arbeidsduur).
98
Thuiszorg 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
* Afhandeling aanvragen van medewerkers in het kader van de uitvoeringsregelingen (zoals tegemoetkoming premie ziektekos- ten, verhuis- en reiskosten).
– Ondersteunende bijdragen om het functioneren van de medewerkers te optimaliseren, met name door het vervullen van een vertrouwens- positie, o.a. toegespitst op:
* Adviezen om (dreigende) wrijvingen/geschilpunten tussen mede- werkers onderling of met leidinggevenden op te lossen.
* Xxxxxxxx over te volgen opleidingen en bijscholingen.
* Aandacht in bijzondere situaties als ziekte, jubileum, pensione- ring.
* Adviezen aan leidinggevenden inzake voorkoming van (hoog) ziekteverzuim in bepaalde gevallen.
– Het bovenvermelde wordt gecombineerd met de werkzaamheden als genoemd in de administratieve/secretarie¨le functie b, variant 8 (Ab.8.; hoofdstuk XII; medewerker personeelsadministratie).
Opleidingsindicatie: op de functie gerichte MBO-opleiding, een aanvul- lende cursus op het vakgebied.
Schaal: 6
Artikel 72
Personeelsconsulent B
Werkzaamheden/typering van de functie
– De werkzaamheden zijn dezelfde als die van de personeelsconsulent A (artikel 71).
– De personeelsconsulent B werkt echter onder verantwoording van de directie. Doorgaans is er voorzien in ondersteuning door een admi- nistratief medewerker.
Opleidingsindicatie: op de functie gerichte MBO-opleiding, een aanvul- lende cursus op het vakgebied.
Schaal: 7
Artikel 73
Staffunctionaris deskundigheidsbevordering
De staffunctionaris deskundigheidsbevordering (ook wel genoemd staf- functionaris bijscholing) werkt onder verantwoording van de directie en geeft – indien aanwezig – leiding aan de medewerker deskundigheids- bevordering en/of de praktijkopleider.
– Is verantwoordelijk voor advisering aan de directie inzake het instellingsbeleid m.b.t. opleidingen en stages;
99