Contract
VERTALING
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Indonesië inzake 'de aanmoediging en de wederzijdse bescher- ming van investeringen.
Het Koninkrijk België, en De Republiek Indonesië,
Verlangende de economische samenwerking tussen beide Staten te verstevigen en de samenwerking tussen de privé-bedrijven uit te breiden ten einde het economisch initiatief aan te moedigen ,
Xxxxxxx met het voornemen voorwaarden te schep- pen die de investeringen door natuurlijke of rechtspersonen van elk van beide Staten op het grondgebied van de andere Staat ten goede komen,
Zich ervan bewust dat het sluiten van een over- eenkomst inzake de bevordering en wederzijdse bescherming van de investeringen tot dat doel kan bijdragen,
Zijn overeengekomen als volgt :
2.
1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij zal in
de mate van het mogelijke op haar grondgebied de kapitaals- investeringen bevorderen, door onderdanen of rechtspersonen van de andere Overeenkomstsluitende Partij en ze zal deze investeringen toelaten in overeenstemming met haar wet- geving en administratieve gebruiken. Ze zal in elk geval aan deze investeringen een rechtmatige en billijke behan- deling verlenen.
2. Investeringen die gedaan werden in overeen- stemming met de wetten en reglementeringen binnen het toepassingsgebied van het rechtssysteem van deze Partij, door onderdanen of rechtspersonen van de andere Overeen- komstsluitende Partij, zullen de volle bescherming van deze Overeenkomst genieten. In het geval dat een toe- latingsprocedure vereist is voor het doen van een investe- ring, zal deze investering de bescherming genieten van de datum van verlening van de toestemming af,
3. De bescherming, gewaarborgd door § 1 en 2 van dit artikel zal op zijn minst gelijk zijn aan diegene genoten door de onderdanen van een andere derde Staat en ze mag in geen geval minder gunstig zijn dan diegene welke door het Internationaal Recht wordt erkend.
./. .
ARTIKEL 2
1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij zal op haar grondgebied investeringen toelaten door onderdanen of rechtspersonen van de andere Overeenkomstsluitende Partij, die in overeenstemming zijn met haar wetgeving, en ze zal deze investeringen aanmoedigen.
2. Met name zal iedere Overeenkomstsluitende Partij het sluiten en de uitvoering van licentie-overeen- komsten alsmede van overeenkomsten inzake commerciële, administratieve of technische bijstand toestaan, in zoverre deze activiteiten in betrekking staan met de investeringen vermeld in § 1.
3. De investeringen van de onderdanen of rechts- personen van iedere Overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij behoren van deze andere Partij een behandeling te krijgen die niet minder gunstig is dan die welke ze aan enige andere gelijkaardige investering op haar grondgebied, eigendom van één van haar onderdanen of rechtspersonen of
van onderdanen of rechtspersonen van derde Staten, verleent, met inachtneming van de bepalingen vervat in het Protocol dat gehecht is aan deze Overeenkomst.
./. .
4.
ARTIKEL 3
De term "investeringen" omvat iedere recht- streekse of onrechtstreekse inbreng van kapitalen of alle andere vormen van activa, in nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen geïnvesteerd of opnieuw geïnvesteerd
Volgens de bewoordingen van deze Overeenkomst worden inzonderheid maar niet uitsluitend beschouwd als investering:
a) Roerende en onroerende goederen, evenals alle andere
zakelijke rechten zoals hypotheken, zekerheidsstellingen, vruchtgebruik rechten;
inpandgeving, of soortgelijke
b) Maatschappelijke aandelen of andere bewijzen van majoritair of minoritair deelgenootschap;
c) Schuldvorderingen en rechten op enige prestatie met economische waarde;
d) Auteursrechten, fabrieksmerken, octrooien, technische methoden, handelsbenamingen, handelsmerken en
"goodwill";
e) Publiekrechtelijke concessies, met inbegrip van de concessies voor de prospectie, de winning en de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen,
./..
ARTIKEL 4
Iedere Overeenkomstsluitende Partij aanvaardt
in verband met de investeringen of goederen, rechten en be- langen verband houdende met die investeringen, op haar grond- gebied gevestigd, maar toehehorend aan onderdanen of rechts- personen van de andere Overeenkomstsluitende Partij, het be- ginsel van vrije overdracht ten voordele van deze onderdanen of rechtspersonen of van hun rechthebbenden, van:
- de netto-winsten, interesten, dividenden, royalty's, kapitaalsvermindering en lopende inkomsten voortkomende van investeringsactiviteiten van onderdanen of rechts- personen van de andere Overeenkomstsluitende Partij;
- de opbrengst van de gehele of gedeeltelijke vereffening van elke investering, met inbegrip van de aanvullende en toegevoegde investeringen, gedaan door onderdanen of rechtspersonen van de andere Overeenkomstsluitende Partij;
- een redelijk gedeelte van de opbrengst van de arbeid van onderdanen of rechtspersonen van een Overeenkomstsluitende Partij, die vergunning kregen om hun werkzaamheid op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij
uit te oefenen;
- geldsommen voor de terugbetaling van leningen, dewelke door de Overeenkomstsluitende Partij erkend werden als investeringen die gedaan zijn door onderdanen of rechts- personen van de andere Overeenkomstsluitende Partij, naar het land van verblijf van deze onderdanen of rechtspersonen en in de munt van dit land.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij verleent de nodige vergunningen voor de uitvoering binnen een behoorlijke termijn van de transfers waarvan in de bovenstaande alinea sprake is, en zulks zonder andere heffingen of kosten dan de gebruikelijke bankkosten.
ARTIKEL 4 (vervolg)
De behandeling mag niet minder gunstig zijn dan de behandeling waarop onderdanen of rechtspersonen van een derde Staat in dezelfde omstandigheden kunnen aanspraak maken.
ARTIKEL 5
De onderdanen of rechtspersonen van iedere Overeen- komstsluitende Partij kunnen slechts, rechtstreeks of on- rechtstreeks, worden beroofd van de eigendom of het genot
van hun investeringen, goederen en belangen verband houdende met die investeringen , gevestigd op het grondgebied van de andere Partij, onder vervulling van de volgende voorwaarden:
a. de maatregelen worden getroffen ten algemenen nutte en krachtens een wettelijke procedure, overeenkomstig het internationaal recht;
b. de maatregelen zijn niet ingegeven door discriminatie noch strijdig met specifieke verbintenissen;
C. de maatregelen gaan gepaard met bepalingen die in een billijke vergoeding voorzien.
Het bedrag van de vergoeding moet overeenstemmen met de actuele waarde van de betrokken goederen op de datum waarop de maatregel werd getroffen; het wordt binnen een behoorlijke termijn aan de rechthebbende vrij overgemaakt.
De onderdanen of rechtspersonen van ieder der Overeenkomstsluitende Partijen kunnen in ieder geval, op het grondgebied van de andere Partij, aanspraak maken op een ten minste even voordelige behandeling als die van de onderdanen van een derde Staat en hun behandeling mag in geen geval minder gunstig zijn dan volgens het Internationaal Recht bepaald.
./. .
ARTIKEL 6
De onderdanen of rechtspersonen van iedere Overeen- komstsluitende Partij wier erkende investeringen schade oplopen ten gevolge van wanordelijkheden, opstanden, gewapende conflicten of omwentelingen die zich op het grondgebied van
de andere Overeenkomstsluitende Partij zouden voordoen, zul- len met betrekking tot de teruggave, vergoedingen, compensa- ties of andere schadeloosstellingen vanwege laatstgenoemde Partij een behandeling genieten die minstens even gunstig is als die welke aan de onderdanen of rechtspersonen van die andere Partij of aan die van een derde Staat wordt toegestaan.
Deze bedragen moeten vrij overgedragen worden.
1. De in de artikelen 4, 5 en 6 bedoelde transfers, geschie- den overeenkomstig de wisselkoersen die op de datum van de overmaking van toepassing zijn, volgens de van kracht zijnde wisselreglementering, naar gelang de soorten van verrichtingen,
2. Deze wisselkoersen mogen in geen geval minder gunstig uit- vallen dan die welke toegekend worden aan onderdanen of rechtspersonen van derde landen, inzonderheid krachtens specifieke verbintenissen, welke vervat zijn in Akkoorden of Overeenkomsten, afgesloten inzake de bescherming van investeringen,
./..
ARTIKEL 8
Wanneer een kwestie zowel geregeld wordt door deze Overeenkomst als door een ander internationaal akkoord dat bindend is voor de Overeenkomstsluitende Partijen, belet geen enkele bepaling van deze Overeenkomst de onderdanen
of rechtspersonen van een der Overeenkomstsluitende Partijen zich te beroepen op de voor hen meest gunstige bepalingen.
ARTIKEL 9
De bescherming die aan de investeerders verleend wordt door de bepalingen van deze Overeenkomst zal van toe- passing zijn:
a. op het grondgebied van de Republiek Indonesië uitsluitend voor investeringen die door de Regering van de Republiek Indonesië goedgekeurd werden als zijnde in overeenstem- ming met de bepalingen vervat in de Wet nr.1 van 1967 over de buitenlandse investeringen ofwel andere toepas- selijke wetten en reglementeringen van de Republiek Indonesië;
b. op het grondgebied van het Koninkrijk België uitsluitend voor investeringen die gedaan werden in overeenstemming met de toepasselijke wetten en reglementeringen van het Koninkrijk België,,
Iedere Overeenkomstsluitende Partij geeft hierbij haar voorafgaande en onherroepelijke instemming dat ieder geschil betreffende een maatregel die strijdig is met deze overeenkomst, aan verzoening en arbitrage zal worden onder- worpen, overeenkomstig de Overeenkomst van Washington van
18 maart 1965, op initiatief van een onderdaan of rechts-
persoon van de andere Overeenkomstsluitende Partij die zich door die maatregel benadeeld acht.
Deze instemming sluit in dat wordt afgezien van de eis dat alle interne administratieve of rechtsmiddelen
zijn uitgeput,
ARTIKEL 11
Indien er tussen de Overeenkomstsluitende Partijen een geschil ontstaat betreffende de interpretatie of de uitvoering van deze Overeenkomst en indien dat geschil binnen een termijn van zes maanden langs diplomatieke weg niet op bevredigende wijze is beslecht, wordt het, op verzoek van een der Overeenkomstsluitende Partijen, naar een drieledig ar- bitragegerecht verwezen,
Elke Partij wijst een arbiter aan. arbiters benoemen alsdan een derde arbiter diè ene noch van de andere Partij onderdaan is,
Beide benoemde noch van de
Indien één der Partijen haar arbiter niet heeft aangewezen en zij geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek van de andere Partij om binnen twee maanden tot deze aan- wijzing over te gaan, wordt de arbiter, op verzoek van die Partij, door de Voorzitter of de Vice-Voorzitter van het Internationale Gerechtshof benoemd.
Wanneer beide arbiters binnen twee maanden na hun aanwijzing, geen akkoord hebben bereikt over de keuze van een derde arbiter, wordt deze op verzoek van één der Partijen,
door de Voorzitter of de Vice-Voorzitter van het Internationale Gerechtshof benoemd.
Het arbitragegerecht doet uitspraak op basis van de naleving van het recht. Alvorens uitspraak te doen, kan het in elk stadium van het geschil de Partijen een minnelijke regeling ter goedkeuring voorstellen.
Indien de Partijen akkoord gaan, doet het gerecht uitspraak ex aequo et bono.
ARTIKEL 11 (vervolg)
Tenzij de Partijen er anders over beschikken, bepaalt het arbitragegerecht zelf zijn procedure.
De beslissingen van het arbitragegerecht, genomen door de meerderheid van de arbiters, zijn bindend voor de Partijen.
ARTIKEL 12
1. Deze Overeenkomst zal in werking treden op de dag waarop de Overeenkomstsluitende Partijen aan elkaar bij diploma- tieke nota's betekenen dat de grondwettelijke vereisten voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst vervuld zijn en ze zal van kracht blijven gedurende een periode van
2. Wanneer geen van beide Overeenkomstsluitende Partijen de beëindiging zal betekend hebben 12 maanden vóór het ver-
strijken van de lopende periode, zal deze Overeenkomst be- schouwd worden als zijnde stilzwijgend vernieuwd voor een termijn van 15 jaar.
ARTIKEL 13
Bij beëindiging van deze Overeenkomst zullen de bepalingen van deze van kracht blijven voor de periode van geldigheid van de contracten afgesloten tussen een Overeenkomstsluitende Partij en een investeerder van de andere Overeenkomstsluitende Partij vóór de notificatie van beëindiging van deze Overeenkomst.
ARTIKEL 14
De Overeenkomstsluitende Partijen zullen deze Overeenkomst voorlopig toepassen van de datum van ondertekening af.
Ten blijke waarvan, de ondergetekende en behoor- lijk gevolmachtigde vertegenwoordigers, deze Overeenkomst hebben getekend.
taal,
Gedaan te Djakarta in tweevoud, in de Engelse
de vijftiende januari 1970.
Voor de Regering van het Voor de Regering van de Koninkrijk België Republiek Indonesë
X. Xxxxx X. Xxxxx
P R O T O C O L
Op de datum van ondertekening van de Overeen- komst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Indonesië inzake het bevorderen en de wederzijdse bescher- ming van investeringen, zijn de ondergetekenden gevolmach- tigden op bijkomende wijze het volgende overeengekomen, dat zal beschouwd worden als een integrerend deel van de Overeenkomst:
Inzake Artikel 2, paragraaf 2:
Met het oog op de bescherming van de Indonesiche nationale economie, mag de Regering van de Republiek Indonesië sommige faciliteiten verlenen aan Indonesische ondernemingen dewelke niet ten volle van toepassing zijn
op Belgische ondernemingen, onverminderd de toepassing
van het beginsel dat aan Belgische investeringen een behan- deling zal verleend worden die niet minder gunstig is
dan die welke toegekend wordt aan onderdanen of rechts- personen van derde Staten.
Gedaan te Djakarta op 15 januari 1970,
Voor de Regering van het Voor de Regering van de Koninkrijk België: Republiek Indonesië:
X. XXXXX X. XXXXX
PROTOCOL
Op de datum van ondertekening van de Overeen- komst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Indonesië inzake het bevorderen en de wederzijdse bescher- ming van investeringen, zijn de ondergetekenden gevolmach- tigden op bijkomende wijze het volgende overeengekomen, dat zal beschouwd worden als een integrerend deel van de Overeenkomst:
Inzake Artikel 2, paragraaf 2:
Met het oog op de bescherming van de Indonesische nationale economie, mag de Regering van de Republiek Indonesië sommige faciliteiten verlenen aan Indonesische ondernemingen dewelke niet ten volle van toepassing zijn
op Belgische ondernemingen, onverminderd de toepassing
van het beginsel dat aan Belgische investeringen een behan- deling zal verleend worden die niet minder gunstig is
dan die welke toegekend wordt aan onderdanen of rechts- personen van derde Staten:
Gedaan te Djakarta op 15 januari 1970.
Voor de Regering van het Voor de Regering van de Koninkrijk België: Republiek Indonesië:
4. FAYAT X. XXXXX
J22-TVD
11/03/1999
1
Bijlage
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Republiek Indonesië inzake de aanmoediging en de wederzijdse bescherming van investeringen, en Protocol, ondertekend te Jakarta op 15 januari 1970
Parlementaire goedkeuring: wet van 29 juli 1971
Notificaties: 11 augustus 1971 (België) en 17 juni 1972 (Indonesië)
Inwerkingtreding 17 juni 1972
BS: 31 augustus 1972
Protocol tussen het Koninkrijk België en Republiek Zaïre betreffende de wederzijdse aanmoediging van investeringen, ondertekend te Kinshasa op 28 maart 1976
Parlementaire goedkeuring: wet van 16 1976
Notificaties: 1a7ug1u9st7u6s (België) en 20 december 1976 (Zaïre)
. Inwerkingtreding: 1 januari 1977
BS: 28 augustus februari 1977 en 21 februari 0000
Xxxxxxxxxxxx tussen de BLEU en de Arabische Rep ubliek Egypte betreffende de aanmoediging en de wederzijdse bescherming van investeringen, ondertekend te K a i r o op 28 februari 1977
Parlementaire goedkeuring wet van 10 augustus 1978
Notificaties: 13 augustus 1977 (Egypte) en 20 september 1978 (BLEU)
Inwerkingtreding: 20 september 1978
BS: 2 december 0000
Xxxxxxx tussen de BLEU en de Regering van Maleisië betreffende de aanmoediging en de wederzijdse bescherming van investeringen, ondertekend te Kuala Lumpur op 22 november 1979
Parlementaire goedkeuring wet van 15 juli 1981
Uitwisseling van de bekrachtigingsoorkonden: 8 februari 1982 Inwerkingtreding 8 februari 1982
BS: 30 maart 0000
Xxxxxxxxxxxx tussen de BLEU en de Verenigde Republiek Cameroen betreffende de wederzijdse aanmoediging en bescherming van investeringen, ondertekend te Brussel op 27 maart 1980
Parlementaire goedkeuring: wet van 21 augustus 1981
Notificaties: 7 juli 1981 (Kameroen) en 18 september 1981 (België, voor de BLEU)
Inwerkingtreding 1 november 1981
BS: 5 februari 1982
J22-TVD 2
11/03/1999
Akkoord tussen de BLEU en de Volksrepubliek Bangladesh betreffende de bevordering en de bescherming van investeringen, en bijgevoegde brieven, ondertekend te Dacca op 22 mei 1981
Parlementaire goedkeuring wet van 21 april 1983
Notificaties: 13 juni 1983 (België) en 15 september 1987 (Bangladesh)
Inwerkingtreding: 15 september 1987
BS: 24 oktober 0000
Xxxxxxx tussen de BLEU en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka betreffende de promotie en de bescherming van investeringen, en wisseling van brieven, ondertekend te Brussel op 5 april 1982
Parlementaire goedkeuring: wet van 17 januari 1984
Uitwisseling van de bekrachtigingsoorkonden: 26 april 1984 Inwerkingtreding: 26 april 1984
BS: 17 mei 1984
Overeenkomst tussen de BLEU en de Rwandese Republiek aangaande de wederzijdse aanmoediging en bescherming van investeringen, ondertekend te Kigali op 2 november 1983
Parlementaire goedkeuring: wet van 17 mei 1985
Notificaties: 15 maart 1985 (Rwanda) en 10 juni 1985 (België)
Inwerkingtreding 1 augustus 1985
BS: 2 augustus 0000
Xxxxxxxxxxxx tussen de BLEU en de Islamitische Republiek Mauretanië betreffende de aanmoediging en bescherming van investeringen, ondertekend te Brussel op 23 november 1983
Parlementaire goedkeuring: wet van 27 april 1990 Deze overeenkomst is nog niet in werking getreden.
Akkoord tussen de BLEU en de Regering van de Republiek Liberia inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, ondertekend te Monrovia op 5 juni 1985
Parlementaire goedkeuring wet van 5 oktober 1988 Dit akkoord is nog niet in werking getreden.