COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST ONWERKBAAR WEER
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST ONWERKBAAR WEER
VOOR DE BITUMINEUZE EN KUNSTSTOF DAKBEDEKKINGSBEDRIJVEN
1 januari 2021 tot en met 31 december 2022
inclusief tussentijdse wijziging april 2021
Uitgave van:
Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland VEBIDAK, FNV Bouwen & Wonen en CNV Xxxxxxxxx.xx
Nieuwegein, april 2021
INHOUDSOPGAVE
Artikel 2 Algemene verplichtingen van partijen 5
Artikel 4 Onwerkbaar weer en arbeidsomstandigheden 6
Artikel 5 Onderbreking wegens vorst en sneeuwval 8
Artikel 6 Onderbreking wegens wind of storm 8
Artikel 7 Onderbreking wegens overvloedige regenval 9
Artikel 8 Onderbreking wegens hitte 9
Artikel 9 CAO-partijen en dispensatie 10
BIJLAGE II Dispensatieverzoeken 13
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST ONWERKBAAR WEER VOOR DE BITUMINEUZE EN KUNSTSTOF DAKBEDEKKINGSBEDRIJVEN
1 januari 2021 tot en met 31 december 2022
De ondergetekenden:
Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland VEBIDAK te Nieuwegein
als partij ter ene zijde, verder ook te noemen ‘werkgeversorganisatie’,
en
FNV te Utrecht en CNV Xxxxxxxxx.xx te Utrecht als partijen ter andere zijde, verder ook
te noemen ‘werknemersorganisaties’,
alle ter deze zake rechtens vertegenwoordigd, zijn de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan. Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) onwerkbaar weer voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (BIKUDAK) met als looptijd 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022.
In deze Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) wordt verstaan onder:
a. Collectieve arbeidsovereenkomst
Deze overeenkomst met de daarbij behorende bijlagen.
b. Partijen
Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland VEBIDAK te Nieuwegein als partij ter ene zijde, verder ook te noemen ‘werkgeversorganisatie’ en FNV te Utrecht en CNV Xxxxxxxxx.xx te Utrecht als partijen ter andere zijde, verder ook te noemen
‘werknemersorganisaties’.
c. Werkgever
Iedere natuurlijke of rechtspersoon die in Nederland door één of meer werknemer(s) arbeid doet verrichten als bedoeld in artikel 3.
d. Werknemer
Iedere werknemer in loondienst van een werkgever, voor zover zijn functie is opgenomen in bijlage I van deze CAO.
e. Hoofdaannemer
Werkgever als bedoeld in sub c. van dit artikel in de rol van opdrachtgever van een onderaannemer als bedoeld in sub f. van dit artikel.
f. Onderaannemer
Iedere natuurlijke of rechtspersoon die in Nederland in opdracht van een werkgever als bedoeld in sub c. van dit artikel arbeid verricht of doet verrichten als bedoeld in artikel 3, sub a van deze CAO, zonder bij de werkgever in dienst te zijn. Voor zover het een onderaannemer met personeel betreft, wordt/worden hieronder tevens de werknemer(s) van deze onderaannemer begrepen.
g. Buitengewone natuurlijke omstandigheden
Buitengewone natuurlijke omstandigheden, als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Werkloosheidswet, met dien verstande dat alleen sprake is van buitengewone natuurlijke omstandigheden in verband met:
i. vorst, de directe gevolgen van vorst, ijzel, sneeuwval of door aanwezigheid van een sneeuwdek volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het object waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, indien deze omstandigheden zich voordoen in de periode van 1 januari tot en met 31 maart en van 1 november tot en met 31 december;
ii. overvloedige regenval, indien het volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het object waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt op een werkdag tussen 07:00 uur en 19:00 uur tenminste 300 minuten regent;
iii. een gevoelstemperatuur van – 6 graden Celsius of lager, zoals bedoeld in artikel 4, lid 7 van deze CAO;
iv. hitte, zoals bedoeld in artikel 4, lid 8 van deze CAO;
v. wind of storm zoals bedoeld in artikel 4, lid 9 van deze CAO.
h. Wachtdagen
Wachtdagen zijn werkdagen waarin niet kan worden gewerkt ten gevolge van een omstandigheid, genoemd in artikel 3 van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot vaststelling van omstandigheden en daarbij geldende voorwaarden waarbij de verplichting tot loondoorbetaling niet geldt (Regeling onwerkbaar weer. Stcr. 24 december 2019, nr. 70095), dat in acht moet worden genomen ingevolge artikel 2, eerste lid, onderdeel c van de Regeling onwerkbaar weer, en waarvoor voor 10.00 uur ’s morgens bij het UWV een melding is gedaan overeenkomstig artikel 4 van de Regeling onwerkbaar weer, niet zijnde werkdagen waarop niet wordt gewerkt ten gevolge van feestdagen of bedrijfssluitingsdagen wegens vakantie.
i. Sneeuwdek
Sneeuwlaag van droge of natte sneeuw op het dak, indien deze omstandigheid zich voordoet in de periode van 1 januari tot en met 31 maart en van 1 november tot en met 31 december.
j. Wind en storm
Waar in deze CAO wordt gesproken over wind en storm, wordt bedoeld de op de (wind)schaal van Beaufort gehanteerde definities en vermeldde windkracht. Deze windschaal wordt gehanteerd door het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI).
1. (Wind)schaal van Beaufort
De schaal van Beaufort wordt gebruikt om de snelheid van de wind aan te duiden.
2. Wind en windstoten
i. Krachtige wind
Windkracht 6 op de schaal van Beaufort
ii. Harde wind
Windkracht 7 op de schaal van Beaufort
iii. Stormachtige wind
Windkracht 8 op de schaal van Beaufort
iv. Storm
Windkracht 9 op de schaal van Beaufort
v. Zware storm
Windkracht 10 op de schaal van Beaufort
vi. Zeer zware storm
Windkracht 11 op de schaal van Beaufort
vii. Orkaan
Windkracht 12 op de schaal van Beaufort
viii. Windstoten
Windstoten zijn kortdurende rukwinden of windvlagen van minstens 50 kilometer per uur.
ix. Zware windstoten
Windstoten die snelheden van boven de 75 kilometer per uur bereiken.
x. Zeer zware windstoten
Windvlagen van meer dan 100 kilometer per uur.
k. Gevoelstemperatuur
Warmteverlies uitgedrukt in een gevoelswaarde van de temperatuur: de gevoelstemperatuur. Het verschil tussen de gemeten luchttemperatuur en de gevoelstemperatuur is een maat voor extra warmteverlies.
Waar in deze CAO wordt gesproken over gevoelstemperatuur, wordt bedoeld de door het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) vermelde gevoelstemperatuur.
l. Garantieloon
Het loon waarop de werknemer recht kan doen gelden volgens bijlage II van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (avv-besluit van 10 december 2019 (Stcrt. 2019, nr.
62912), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 oktober 2020 (Stcrt. 2020, nr. 49003).
m. Individueel overeengekomen loon
Onder individueel overeengekomen loon wordt verstaan het garantieloon plus een persoonlijke toeslag. Deze persoonlijke toeslag wordt in een percentage van het garantieloon uitgedrukt. Het individueel overeengekomen loon kan niet worden verlaagd.
Artikel 2 Algemene verplichtingen van partijen
1. Partijen verplichten zich over en weer deze CAO te goeder trouw na te leven en de toepassing daarvan met alle hun ter beschikking staande middelen te bevorderen.
2. Partijen verplichten zich over en weer ten aanzien van de werknemers voor wie deze CAO is aangegaan, generlei actie te voeren of te bevorderen, welke in strijd is met de in deze CAO neergelegde verplichtingen van werkgevers, werknemers, de werkgeversorganisatie en werknemersorganisaties, dan wel ten doel heeft in afwijking van het bepaalde in artikel 10 wijziging in deze CAO te brengen.
3. De werknemersorganisaties verbinden zich gedurende de tijd, dat de bepalingen van deze CAO van kracht zijn, bij de leden van de deelnemende werkgeversorganisatie of hun onderaannemers, voor zover deze op hun bouwwerken onderdelen uitvoeren, geen acties te voeren en geen stakingen toe te passen die beogen wijzigingen te brengen in deze overeenkomst, noch werkgevers en werknemers, die daartoe mochten overgaan te steunen. Deze verplichting geldt niet indien de hoofdaannemer nalaat nakoming van deze CAO te vorderen van de onderaannemer dan wel nalaat de onderaannemingsovereenkomst onmiddellijk op te zeggen.
4. Voor zover een staking of actie op grond van het bepaalde in lid 2 en 3 niet uitgesloten is en die een aangelegenheid betreft die uitsluitend de bedrijfstak of onderneming aangaat, zal eerst getracht worden via overleg tussen partijen bij deze
XXX een oplossing te vinden.
5. De werkgeversorganisaties verbinden zich voor de duur van deze CAO geen uitsluiting op de leden van de deelnemende werknemersorganisaties toe te passen, noch steun te verlenen, wanneer een of meer van hun leden daartoe mocht(en) overgaan.
a. Bitumineus en/ of kunststof dakbedekkingsbedrijf
De bepalingen van deze CAO zijn van toepassing op de ondernemingen die werkzaamheden verrichten dan wel doen verrichten in de zin van of verband houdende met het aanbrengen, onderhouden (waaronder begrepen reinigen) of herstellen van dakbedekkingen van bitumen en/of kunststof materialen, waaronder tevens begrepen het leveren, plaatsen en zogenaamde inwerken of anderszins waterdicht aanbrengen van permanente veiligheidsvoorzieningen.
b. De bepalingen van deze CAO zijn mede van toepassing op de ondernemingen die uitsluitend of in hoofdzaak gericht zijn op ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van ondernemingen als bedoeld onder sub a. Onder ondersteunende werkzaamheden worden financiële, administratieve, logistieke, leidinggevende en/of organisatorische werkzaamheden verstaan.
c. Ondernemingen waarop deze CAO niet van toepassing is
De bepalingen van deze CAO zijn niet van toepassing op:
1. de onderneming die in hoofdzaak andere activiteiten verricht dan de uitvoering van bitumineuze en/of kunststof dakbedekkingen (met dien verstande dat het aandeel van de loonsom voor de uitoefening van bitumineuze en/of kunststof dakbedekkingen niet overweegt);
2. de onderneming of gedeelten van een onderneming waarin in hoofdzaak tevens bitumineuze en/of kunststof dakbedekkingsmaterialen worden vervaardigd voor levering aan derden.
d. Uitzendondernemingen
De bepalingen uit deze CAO zijn van toepassing op:
Uitzendondernemingen die voor meer dan 50% van de loonsom arbeidskrachten ter beschikking stellen (in de zin van artikel 7:690 BW (Staatsblad 1998, 300)) aan ondernemingen als bedoeld in sub a en b, met uitzondering van uitzendondernemingen die lid zijn van de ABU of de NBBU, en die hun arbeidskrachten ter beschikking stellen aan ondernemingen als bedoeld in sub a en b.
Artikel 4 Onwerkbaar weer en arbeidsomstandigheden
1. Dit artikel geldt ter aanvulling op de afspraken over arbeidsomstandigheden als bedoeld in de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (avv-besluit van 10 december 2019 (Stcrt. 2019, nr. 62912), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 oktober 2020 (Stcrt. 2020, nr. 49003).
2. Sociale partners hebben in de Arbocatalogus Platte Daken1 vastgelegd op welke wijze een werkgever kan voldoen aan de door de overheid gestelde doelvoorschriften over veilig en gezond werken.
De werkgever dient binnen zijn bedrijf gebruik te maken van de in de Arbocatalogus
1 De Arbocatalogus Platte Daken is raadpleegbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx.xx.
opgenomen maatregelen door deze toe te passen cq. door te voeren dan wel aantoonbare zodanige maatregelen te treffen dat er minimaal voldaan wordt aan het in de arbowetgeving, de Arbocatalogus en deze CAO bepaalde beschermingsniveau.
3. De werkgever is verplicht de onderstaande persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve- en/of individuele valbeveiligingsmiddelen aan de bij hem in dienst zijnde werknemer ter beschikking te stellen bij hitte:
- zonnebril met UV-bescherming;
- (zonne)pet met nekflap ter bescherming tegen UV-straling;
- UV-beschermende werkkleding;
- zonnebrand.
4. Indien een werknemer, naar het oordeel van de werkgever, niet of in onvoldoende mate gebruik maakt van de persoonlijke beschermingsmiddelen en/of collectieve en individuele valbeveiligingsmiddelen als genoemd in lid 2 en 3 van dit artikel, kan de werkgever – met inachtneming van het onderstaande – de betreffende werknemer een hierna te noemen sanctie opleggen. Bij geen gebruikmaking van ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen en/of collectieve en individuele valbeveiligingsmiddelen gelden de volgende sanctiebepalingen:
a. de eerste overtreding zal per aangetekend schrijven worden meegedeeld aan betrokken werknemer en wordt beschouwd als een waarschuwing;
b. de tweede overtreding zal per aangetekend schrijven worden meegedeeld en wordt beboet met een bedrag van € 100, - in te vorderen via inhouding op het netto salaris van de werknemer op de uitbetalingsdag volgend op het constateren van de tweede overtreding. Deze inhouding mag niet leiden tot betaling van een loon dat minder is dan het wettelijk minimumloon.;
c. de derde overtreding wordt beschouwd als een dringende reden in de zin van artikel 7: 678, lid 2 sub h en j BW, waarop ontslag op staande voet met onmiddellijke ingang kan worden gegeven.
Indien ook het bedrijfsreglement voorziet in een sanctie bij geen gebruikmaking van de persoonlijke beschermingsmiddelen en/of collectieve en individuele valbeveiligingsmiddelen, zal de werkgever de op te leggen sanctie bepalen conform het bovenstaande sub a tot en met c, hetzij op basis van het bedrijfsreglement. Samenloop van sancties zal nimmer plaatsvinden.
5. Indien de werkgever de in de leden 2 en 3 genoemde persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve en/of individuele valbeveiligingsmiddelen niet heeft verstrekt, is de werknemer niet verplicht zijn werkzaamheden aan te vangen dan wel heeft hij het recht bedoelde werkzaamheden te beëindigen na zijn werkgever daarvan in kennis te hebben gesteld. De werkgever is in dat geval verplicht het loon door te betalen.
6. De werknemer is niet verplicht zijn werkzaamheden in de buitenlucht aan te vangen dan wel voort te zetten bij sneeuw of ijzel of indien sprake is van een glad dak.
7. De werknemer is niet verplicht zijn werkzaamheden in de buitenlucht aan te vangen dan wel voort te zetten indien sprake is van een gevoelstemperatuur van – 6 graden Celsius of lager volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het object waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
8. De werknemer is niet verplicht zijn werkzaamheden in de buitenlucht aan te vangen dan wel voort te zetten bij een temperatuur van 40 graden Celsius of hoger, gemeten op een hoogte van 1,50 meter boven de werkplek.
9. De werknemer is niet verplicht zijn werkzaamheden in de buitenlucht aan te vangen dan wel voort te zetten indien sprake is van stormachtige wind, storm, zware storm, zeer zware storm of een orkaan volgens de meting van het KNMI-weerstation in het
postcodegebied waarin het object waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. Ook is de werknemer niet verplicht zijn werkzaamheden in de buitenlucht aan te vangen dan wel voort te zetten indien sprake is van zware windstoten of zeer zware windstoten. Indien daarnaast op grond van maatregelen in de Arbocatalogus Platte Daken de werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd bij krachtige wind of harde wind, is de werknemer niet verplicht zijn werkzaamheden in de buitenlucht aan te vangen dan wel voort te zetten.
Artikel 5 Onderbreking wegens vorst en sneeuwval
1. Indien niet kan worden gewerkt wegens vorst, de directe gevolgen van vorst of door aanwezigheid van een sneeuwdek, is de werkgever verplicht het loon door te betalen tenzij sprake is van een door het UWV toegekende WW-uitkering vanwege onwerkbaar weer.
Dit is tevens van toepassing wanneer er sprake is van een gevoelstemperatuur van - 6 graden Celsius of lager, zoals bedoeld in artikel 4, lid 7 van deze CAO. Hierbij geldt niet de voorwaarde dat er sprake moet zijn van vorst.
2. Over elke volle dag, dat ten gevolge van de in het vorige lid bedoelde oorzaken niet gewerkt kan worden, verstrekt de werkgever op de aan de werknemer toegekende WW-uitkering een aanvulling tot 100% van het voor de werknemer geldende individueel overeengekomen loon.
3. De werkgever is gehouden de werknemer direct na de onderbreking op te roepen en weer aan het werk te stellen en de werknemer is gehouden direct na de onderbreking het werk te hervatten.
Artikel 6 Onderbreking wegens wind of storm
1. Indien niet kan worden gewerkt wegens buitengewone natuurlijke omstandigheden in verband met stormachtige wind, storm, zware storm, zeer zware storm of een orkaan als bedoeld in de begripsbepalingen in artikel 1, is de werkgever verplicht het loon door te betalen tenzij sprake is van een door het UWV toegekende WW-uitkering vanwege onwerkbaar weer.
Dit geldt tevens indien sprake is van zware windstoten of zeer zware windstoten. Daarnaast geldt dit ook indien daarnaast op grond van maatregelen in de Arbocatalogus Platte Daken de werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd bij krachtige wind of harde wind.
2. Over elke volle dag, dat ten gevolge van de in het vorige lid bedoelde oorzaken niet gewerkt kan worden, verstrekt de werkgever, na het verstrijken van het van overheidswege vastgestelde aantal wachtdagen, een aanvulling op de aan de werknemer toegekende WW-uitkering tot 100% van het voor de werknemer geldende individueel overeengekomen loon.
3. De werkgever is gehouden de werknemer direct na de onderbreking op te roepen en weer aan het werk te stellen en de werknemer is gehouden direct na de onderbreking het werk te hervatten.
Artikel 7 Onderbreking wegens overvloedige regenval
1. Indien niet kan worden gewerkt wegens buitengewone natuurlijke omstandigheden in verband met overvloedige regenval als bedoeld in de begripsbepalingen in artikel 1, is de werkgever verplicht het loon door te betalen, tenzij sprake is van een door het UWV toegekende WW-uitkering vanwege onwerkbaar weer.
2. Over elke volle dag, dat ten gevolge van de in het vorige lid bedoelde oorzaken niet gewerkt kan worden, verstrekt de werkgever, na het verstrijken van het van overheidswege vastgestelde aantal wachtdagen, een aanvulling op de aan de werknemer toegekende WW-uitkering tot 100% van het voor de werknemer geldende individueel overeengekomen loon.
3. De werkgever is gehouden de werknemer direct na de onderbreking op te roepen en weer aan het werk te stellen en de werknemer is gehouden direct na de onderbreking het werk te hervatten.
4. Daags voor de dag waarop volgens de weersvoorspellingen vrijwel zeker overvloedige regenval wordt verwacht als bedoeld in de begripsbepalingen in artikel 1, laat de werkgever de werknemer weten dat deze die dag niet naar het werk hoeft te komen. Indien het (nog) niet zeker is dat er de volgende dag sprake is van overvloedige regenval, dan is de werknemer gehouden het werk aan te vangen.
Indien vóór 10.00 uur ’s ochtends op dezelfde dag overvloedige regenval wordt verwacht, laat de werkgever de werknemer weten dat hij die dag niet naar het werk hoeft te komen. Is de werknemer daar al? Dan stuurt de werkgever deze naar huis.
Artikel 8 Onderbreking wegens hitte
1. Indien niet kan worden gewerkt wegens buitengewone natuurlijke omstandigheden in verband met hitte als bedoeld in artikel 4, lid 8 van deze CAO is de werkgever verplicht het loon door te betalen, tenzij sprake is van een door het UWV toegekende WW-uitkering vanwege onwerkbaar weer.
2. Over elke volle dag, dat ten gevolge van de in het vorige lid bedoelde oorzaken niet gewerkt kan worden, verstrekt de werkgever, na het verstrijken van het van overheidswege vastgestelde aantal wachtdagen, een aanvulling op de aan de werknemer toegekende WW-uitkering tot 100% van het voor de werknemer geldende individueel overeengekomen loon.
3. De werkgever is gehouden de werknemer direct na de onderbreking op te roepen en weer aan het werk te stellen en de werknemer is gehouden direct na de onderbreking het werk te hervatten.
Artikel 9 CAO-partijen en dispensatie
1. CAO-partijen komen periodiek bijeen om overleg te plegen over alle onderwerpen, de bedrijfstak betreffende. Tevens hebben zij tot taak om:
- te beslissen op verzoeken om ontheffing (dispensatie) van een of meerdere artikelen van deze CAO, aangezien afwijking van het gestelde in deze CAO de goedkeuring van CAO-partijen behoeft voor zover niet al in deze CAO daarin is voorzien. De voorwaarden waaronder dispensatie kan worden aangevraagd zijn nader omschreven in bijlage 2 bij deze CAO.
- te oordelen over geschillen over de inhoud en toepassing van deze CAO.
2. Het secretariaat van CAO-partijen is gevestigd:
Xxxxxxx 0000, 0000 XX XXXXXXXXXX, telefoonnummer 030 – 6063238, e-mail-adres xxxx@xxxxxxxxxx.xx, website xxx.xxxxxxxxxx.xx.
1. De looptijd van deze CAO is bepaald op het tijdvak van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022.
2. Deze CAO wordt geacht telkens voor een jaar te zijn verlengd, tenzij een of meer CAO-partijen deze hebben opgezegd.
3. Voor (tussentijdse) opzegging van deze CAO gelden de volgende regels:
• het moet bij aangetekend schrijven aan alle CAO-partijen gebeuren,
• met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste twee maanden en
• de feitelijke beëindiging vindt niet plaats tijdens de winterperiode (1 november tot en met 31 maart).
4. Werkgevers- en werknemersorganisaties zijn verplicht zo spoedig mogelijk in onderhandeling te treden over de eventuele door één van de partijen ingediende voorstellen tot wijziging of vernieuwing van deze CAO.
Als bedoeld in artikel 1 van de CAO onwerkbaar weer voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven.
Groep 1A Dakassistent
Een werknemer die op het dak eenvoudige werkzaamheden verricht welke niet in overwegende mate bestaan uit het aanbrengen van dakbedekkingen en waarvoor geen specifieke kennis is vereist. Tot deze eenvoudige werkzaamheden worden in elk geval gerekend:
- onderhoudswerkzaamheden;
- sloopwerkzaamheden;
- het leggen van isolatie;
- fysiek en/of machinaal transport van dakbedekkingsmaterialen en materieel op het dak c.q. vanaf de begane grond naar het dak;
- schoonmaken, corveeën en opruimen.
Groep 1B Aankomend dakdekker
Een werknemer die niet zelfstandig kan werken en onder toezicht van de eerste dakdekker zijn werkzaamheden verricht.
Groep 2 Dakdekker
Een werknemer, die eenvoudige werkzaamheden zelfstandig kan verrichten, doch niet de bekwaamheid bezit van de eerste dakdekker. Een werknemer die het diploma van de vakopleiding heeft behaald, wordt uiterlijk ingedeeld in deze groep zodra hij de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt.
Groep 3 Eerste dakdekker en chauffeur
a. Een werknemer die het vak beheerst doch nog niet als voorman geschikt is.
b. Chauffeur. Een werknemer wiens arbeidstijd als regel in beslag wordt genomen door het vervoer van materialen in opdracht van zijn werkgever. Hij helpt bij het laden en lossen en draagt zorg dat dusdanig geladen wordt, dat verlies dan wel beschadiging van materiaal zoveel mogelijk wordt voorkomen en dat het verkeer niet in gevaar wordt gebracht. Hij controleert of de geladen dan wel geloste goederen in overeenstemming zijn met de hem verstrekte staten en laat voor ontvangst tekenen.
Indien gedurende enige tijd geen chauffeurswerkzaamheden voorhanden zijn, kan hij worden verplicht andere hem passende werkzaamheden in de onderneming te verrichten. Deze arbeid zal geen wijziging brengen in de voor hem geldende loonbepalingen.
In bijzondere gevallen dan wel indien vervoer van de werknemers dit noodzakelijk maakt, is hij gehouden langer te werken dan is gesteld in artikel 8 van deze CAO; een en ander in het raam van het Rijtijdenbesluit.
Groep 4 Voorman-dakdekker B
Een werknemer die bij alle voorkomende werkzaamheden bekwaam is leiding te geven aan een ploeg dakdekkers en op elk gebied van het vak allround is.
De voorman-dakdekker B is tevens belast met het toezicht op de veiligheid op het werk en op het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 14 lid 4 van de CAO, door de dakdekkers die onder zijn leiding staan.
Groep 5 Voorman-dakdekker A
De voorman-dakdekker B, die als regel leiding geeft aan 5 of meer personen. De voorman-dakdekker A is tevens belast met het toezicht op de veiligheid op het werk en op het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 14 lid 4 van de CAO, door de dakdekkers die onder zijn leiding staan.
BIJLAGE II Dispensatieverzoeken
Als bedoeld in artikel 9 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst onwerkbaar weer voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven.
Reglement dispensatieverzoek
Procedure behandeling dispensatieverzoek door CAO-partijen
a. Het verzoek wordt door of namens betreffende werkgever of werknemer (hierna te noemen: de indiener) schriftelijk ingediend bij het secretariaat van partijen bij de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxxx.
b. Het verzoek omvat tenminste:
I. de bepaling(-en)/het artikel waarop het verzoek zich richt
II. een beknopt overzicht van feiten en argumenten waarom dispensatie zou moeten worden verleend.
c. De secretaris van CAO-partijen stuurt de indiener binnen twee weken na ontvangst een ontvangstbevestiging en vermeldt daarin tevens wanneer het verzoek door CAO-partijen behandeld zal worden.
d. In beginsel worden verzoeken door CAO-partijen behandeld in hun eerstvolgende reguliere overleg. Indien het verzoek een spoedeisend karakter heeft, kan de secretaris van CAO-partijen, na consultatie van de eerste onderhandelaars van CAO-partijen, op verzoek van de indiener besluiten CAO-partijen te vragen het verzoek eerder (eventueel via een schriftelijke ronde) te behandelen.
e. Indien (de secretaris van) CAO-partijen dat nodig acht(en), kan een nadere schriftelijke reactie worden gevraagd.
f. Indien een bedrijf eigener beweging ontheffing verzoekt van een CAO-bepaling die niet voorziet in een dispensatiemogelijkheid, wordt door CAO-partijen a) getoetst of de aangevoerde situatie of problematiek een grove onbillijkheid inhoudt en b) of deze situatie of problematiek werkgevers resp. werknemers in de bedrijfstak zo niet allemaal, dan toch grotendeels (in aanzet) raakt.
De verdere besluitvorming verloopt dan als volgt.
1. Antwoord op vraag a): nee. Antwoord op vraag b) is dan niet meer relevant. Het verzoek wordt afgewezen.
2. Antwoord op vraag a): ja. Antwoord op vraag b): ja.
Het verzoek wordt toegewezen. De verleende dispensatie geldt dan echter niet alleen voor de aanvrager maar voor alle werkgevers respectievelijk werknemers in de bedrijfstak. Zij worden daarvan in kennis gesteld via een
mailing van het partijensecretariaat. Zo’n ‘dispensatie van algemene strekking’ leidt in de eerstvolgende CAO tot een dienovereenkomstige tekstwijziging om de gesignaleerde situatie of problematiek structureel op te heffen.
3. Antwoord op vraag a): ja. Antwoord op vraag b): nee.
Uitsluitend in deze situatie wordt een ontheffing verleend die slechts geldt voor de aanvrager en dus niet tot tekstuele aanpassing van de CAO behoeft te leiden.
g. CAO-partijen kunnen besluiten tot het houden van een hoorzitting. Indiener kan zich bij de hoorzitting laten bijstaan door deskundigen evenals zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Indien een partij zich wil laten bijstaan of vertegenwoordigen, stelt zij de secretaris van CAO-partijen ten minste 7 dagen voor de zitting daarvan schriftelijk op de hoogte. Kosten voortvloeiend uit de vertegenwoordiging door derden zijn voor de indiener.
h. CAO-partijen kunnen deskundigen oproepen om te raadplegen en te horen.
i. Indien CAO-partijen van mening zijn dat het geen verzoek betreft zoals genoemd in artikel 42 van deze CAO, wordt het verzoek niet ontvankelijk verklaard.
j. CAO-partijen doen binnen 12 weken, nadat het verzoek aan de secretaris van CAO-partijen is voorgelegd, uitspraak. Als een nader schriftelijke reactie wordt gevraagd of een hoorzitting wordt gepland kunnen CAO-partijen besluiten de beslissingstermijn met 2 x 2 weken te verlengen.
k. Uiterlijk 2 weken na behandeling van het verzoek door CAO-partijen informeert de secretaris van CAO-partijen de indiener over het besluit. Dit geschiedt schriftelijk per aangetekend schrijven en het besluit bevat de motieven die tot de uitspraak hebben geleid.
Partijen bij de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXXXXX
Telefoon: (000) 000 00 00 e-mail: xxxx@xxxxxxxxxx.xx
FNV Bouwen & Wonen
Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXX
Telefoon: 088 - 368 0 368
e-mail: xxxxxxx@xxx.xx – xxx.xxx.xx
CNV Xxxxxxxxx.xx
Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXX
Telefoon: (000) 000 00 00
e-mail: xxxx@xxxxxxxxxxxx.xx - xxx.xxxxxxxxxxxx.xx
Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland VEBIDAK
Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXXXXX
Telefoon: (000) 000 00 00
e-mail: xxxx@xxxxxxx.xx - xxx.xxxxxxx.xx
Stichting Bedrijfstakregelingen Dakbedekkingsbranche (informatie/ voorlichting over arbeidsomstandigheden en veiligheid) Xxxxxxx 0000
0000 XX XXXXXXXXXX
Telefoon: (000) 000 00 00 xxxx@xxx.xx - xxx.xxx.xx
UWV
Afdeling WW Weersomstandigheden
Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxxxxxxxx
Telefoon: (000) 000 00 00
Website: xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxx-xxxxxx-xxxx/xxxxxx/xx-xxx- onwerkbaar-weer