INFORMATIEDOCUMENT INLENERSBELONING
Versie 20220214
Looptijd CAO van 01-07-2021 t/m 30-06-2023
INFORMATIEDOCUMENT INLENERSBELONING
XXX Xxxxxxxxxxxxxxxx in Nederland
Via dit document informeren wij u over de elementen van de inlenersbeloning
(hierna te noemen arbeidsvoorwaarden) die op uw huidige ter beschikkingstelling van toepassing zijn. Deze arbeidsvoorwaarden zijn gebaseerd op bovengenoemde CAO. Hieronder treft u een overzicht aan van de arbeidsvoorwaarden met verwijzing naar de betreffende CAO- artikelen en opdrachtbrief. Dit formulier maakt integraal deel uit van uw arbeids-/ uitzendovereenkomst en bijbehorende laatst afgegeven opdrachtbrief
Sub. | Element van de inlenersbeloning | Verwijzing |
a. de (verwachte) ingangsdatum Opdrachtbrief
b. de naam en contactgegevens van de opdrachtgever, waaronder een eventuele contactpersoon en werkadres
Opdrachtbrief
c. de (algemene) functienaam en indien afwijkend de functienaam volgens de beloningsregeling opdrachtgever
Opdrachtbrief
d. de functie-inschaling en -trede volgens de beloningsregeling opdrachtgever
Opdrachtbrief
e. de overeengekomen arbeidsduur Opdrachtbrief
f. indien van toepassing de vermoedelijke einddatum van de terbeschikkingstelling;
Opdrachtbrief
g. de cao/beloningsregeling Opdrachtbrief
h. het bruto feitelijk (uur)loon Opdrachtbrief
i. de van toepassing zijnde ADV compensatie Opdrachtbrief
j. de van toepassing zijnde toeslagen voor overwerk en/of verschoven uren
zie de pagina's hierna
k. de van toepassing zijnde toeslagen voor onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag en toeslagen voor fysiek belastende omstandigheden)
zie de pagina's hierna
l. de van toepassing zijnde ploegentoeslag zie de pagina's hierna
m. de van toepassing zijnde reiskostenvergoeding Opdrachtbrief
n. overige van toepassing zijnde kostenvergoedingen zie de pagina's hierna
o. de van toepassing zijnde vergoeding van reisuren of reistijd verbonden aan het werk
zie de pagina's hierna
p. de van toepassing zijnde eenmalige uitkeringen zie de pagina’s hierna
q. de van toepassing zijnde thuiswerkvergoedingen zie de pagina’s hierna
INFORMATIE LOON
Eenmalige uitkering
CAO artikel 25
Per 1 januari 2022 wordt een eenmalige uitkering van €300 bruto toegekend aan alle medewerkers die op 31 december 2021 in dienst waren. De eenmalige uitkering is naar rato van de omvang van het dienstverband.
Extra verhoging Loonschaal 1
CAO artikel 25
De geldende feitelijke lonen worden verhoogd met:
- per 1 september 2021: 2,5%
- per 1 september 2022: 2,5%
Extra verhoging Loonschaal 1: per 1 september 2021 wordt Loonschaal I voor de aanlooptrede A t/m C en trede 0 t/m 3 extra verhoogd met 1%.
De totale loonsverhoging voor Loonschaal I in een overzicht:
Aanlooptrede A t/m C:
- per 1 september 2021 3,5%
- per 1 september 2022 2,5%
Trede 0 t/m 3:
- per 1 september 2021 3,5%
- per 1 september 2022 2,5%
De genoemde verhogingen gelden niet voor de hulpkrachten en werknemers met een arbeidsbeperking zoals genoemd in Artikel 6 Lid 1 en Lid 2.
JEUGDLOON
Jeugdige werknemer met kinderen
CAO Artikel 27
Voor de jeugdige werknemer met kind(eren), die als enige voor zijn gezin een inkomen verwerft geldt dat:
a. 17-jarigen recht hebben op het cao-loon van 19-jarigen;
b. 18-jarigen recht hebben op het cao-loon van 20-jarigen;
c. 19-en 20-jarigen recht hebben op het cao-loon van 21-jarigen.
Jeugdige werknemers
CAO artikel 26
De cao-lonen voor jeugdige werknemers worden vastgesteld aan de hand van de navolgende percentages van de aanlooptrede of de laagste periodiek van de functieschaal waarin de werknemer, gezien de werkzaamheden die hij verricht, behoort te zitten:
16 jaar en jonger 57,5%
17 jaar 62,5%
18 jaar 70%
19 jaar 80%
20 jaar 90%
VERGOEDINGEN
Maaltijdvergoeding
CAO artikel 41
Indien de werknemer na 18.00 uur zijn werk, niet zijnde reistijd, nog verricht, zal de werkgever hem een warme maaltijd vergoeden
Reiskosten
CAO artikel 39
1. De werknemer ontvangt voor het reizen met eigen vervoer, een vergoeding van de reiskosten voor het vervoer heen en terug van zijn woning naar de vestiging, dan wel een door de werkgever aangewezen opstappunt, conform Artikel 38 Lid 6. De vergoeding is gebaseerd op het aantal gereden kilometers per dag en bedraagt:
Aantal gereden kilometers totaal per dag | Vergoeding | Maximum vergoeding per dag |
1 t/m 10 km heen en terug | € 0,19 per km | € 1,90 |
Vanaf 11 t/m 20 km heen en terug | € 0,19 per km | € 2,65 |
Vanaf 21 km heen en terug | € 0,19 per km | € 3,00 |
2. Bij vrijwillige verhuizing verder van de onderneming ontstaat geen recht op een hogere reiskostenvergoeding.
3. Indien de werknemer voor het vervoer van zijn woning naar de plaats waar de werkzaamheden feitelijk worden uitgevoerd, niet zijnde de hoofd- of nevenvestiging van de onderneming, per dag tot en met 30 kilometer reist (totaal heen en terug), ontvangt hij een vergoeding conform de tabel in Lid 1. Over de meerdere kilometers boven 30 kilometer (totaal heen en terug) ontvangt de werknemer € 0,27 per kilometer.
4. Indien, naar het oordeel van de werkgever, de werknemer gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, of indien de werknemer tijdens de werktijd ten behoeve van de werkzaamheden gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, dan ontvangt hij hiervoor een vergoeding van € 0,27 per kilometer.
5. Indien de werkzaamheden worden verricht op een zodanige afstand van de woonplaats van de werknemer, dat het voor hem noodzakelijk is elders te overnachten, zal op ondernemingsniveau een passende regeling worden getroffen voor een zogenaamde nachtvergoeding.
6. De werkgever zal binnen de kaders van de fiscale wet- en regelgeving, maandelijks zijn medewerking verlenen aan het fiscaal vriendelijk geheel of gedeeltelijk verrekenen van eventuele niet-benutte ruimte met betrekking tot de vergoeding voor reiskosten voor woon-werkverkeer. Als een maandelijkse verwerking niet mogelijk is, kan de werkgever er ook voor kiezen om dit per kwartaal, halfjaarlijks of jaarlijks te verrekenen. Indien de fiscale regelgeving wijzigt wordt deze regeling dienovereenkomstig aangepast.
7. Bij verplaatsing van de vestiging of het opstappunt op initiatief van de werkgever waarbij de afstand voor woon-werkverkeer met meer dan 10 kilometer toeneemt, ontvangt de werknemer een vergoeding van € 0,19 per kilometer over het meerdere van 10 kilometer. Deze vergoeding wordt in 3 jaar in 3 gelijke stappen afgebouwd.
Reisuren
CAO artikel 38
1. Reistijd van woning naar hoofd-of nevenvestiging van het bedrijf of naar het door de werkgever aangewezen opstappunt (zie Lid 6), wordt niet vergoed.
2. Bij reizen van de eigen woning rechtstreeks naar de plaats waar gewerkt wordt en terug, geldt 30 minuten per dag als eigen tijd van de werknemer. De reistijd boven deze 30 minuten telt mee in de jaarurennorm van totaal 9,5 uur per dag tegen 100%.
3. Indien wordt gereisd vanaf de vestiging van de werkgever ofwel het door de werkgever aangewezen opstappunt, telt de reistijd onder de 9,5 uur per dag (inclusief werktijd en reistijd) voor 100% mee voor de jaarurennorm. De uren boven 9,5 uur per dag (inclusief werktijd en reistijd) tellen niet mee voor de norm maar worden uitbetaald inclusief de geldende toeslag.
4. Voor werknemers die in opdracht van dewerkgever een voertuig besturen waarvoor een C-rijbewijs vereist is, geldt geen eigen tijd.
5. Het in-en uitladen van de persoonlijk benodigde gereedschappen op de plaats waar de onderneming gevestigd is, wordt niet beschouwd als het verrichten van feitelijke werkzaamheden en wordt geacht plaats te vinden direct voor en na de formele werktijd.
6. Het opstappunt wordt door de werkgever bij voorkeur in onderling overleg met de werknemers afgesproken. Hierbij geldt als uitgangspunt dat het opstappunt dusdanig wordt vastgesteld dat de totale reistijd van alle betrokken werknemers van huis tot aan het opstappunt zo kort mogelijk is.
7. De werknemer draagt er in eigen tijd zorg voor dat kleding, handgereedschap en dergelijke volledig op orde zijn voor vertrek naar de plaats waar gewerkt wordt.
8. Bij verplaatsing van devestiging of het opstappunt op initiatief van de werkgever waarbij de reistijd voor woon-werkverkeer met meer dan 10 minuten toeneemt, ontvangt de werknemer een vergoeding van de extra tijd tegen het uurloon. Deze vergoeding wordt in 3 jaar in 3 gelijke stappen afgebouwd.
Verblijfskosten
XXX artikel 39 lid 5
Indien de werkzaamheden worden verricht op een zodanige afstand van de woonplaats van de werknemer, dat het voor hem noodzakelijk is elders te overnachten, zal op ondernemingsniveau een passende regeling worden getroffen voor een zogenaamde nachtvergoeding.
Werkkleding en veiligheidsmiddelen
CAO artikel 40
1. Voor zover geen werkkleding wordt verstrekt, wordt een vergoeding voor werkkleding betaald van € 200,- per jaar.
2. Veiligheidsschoenen en andere veiligheidsmiddelen worden verstrekt door de werkgever.
3. Deze vergoedingen en verstrekkingen vinden alleen plaats aan de werknemer die deze nodig heeft voor de uitoefening van zijn functie.
4. Ingeval de bovenbedoelde middelen worden verstrekt, zullen deze tijdig worden aangevuld en vervangen. De werkkleding wordt door de werkgever in bruikleen verstrekt. De werknemer is verplicht de verstrekte materialen te gebruiken. De werknemer zal de hem toevertrouwde bedrijfsmiddelen (bijvoorbeeld veiligheidsmiddelen, kleding en gereedschappen) zorgvuldig gebruiken en bij het einde van de arbeidsovereenkomst aan de werkgever teruggeven. De bedrijfsmiddelen blijven te allen tijde eigendom van werkgever. Het is verboden deze bedrijfsmiddelen, zonder toestemming van de werkgever, voor privé doeleinden te gebruiken of mee naar huis te nemen.
5. De werkgever is verplicht de kosten van reiniging van de verplichte veiligheidskleding voor zijn rekening te nemen.
PERIODIEKEN
CAO Artikel 24 lid 5
Elk jaar op 1 januari krijgt de vakvolwassen werknemer er een periodiek bij, mits hij ten minste 6 maanden in dienst is, totdat hij het maximum van zijn loonschaal heeft bereikt.
Op ondernemingsniveau kan een beoordelingsafhankelijk beloningssysteem conform CAO zijn ingesteld (Artikel 24 lid 8). Voor onvoldoende functioneren en zeer goed functioneren kunnen uitzonderingen op de periodiek gelden (Artikel 24 lid 6 en 7).
Periodieken instromers
24 lid 4 e
Bij toevoeging van een periodiek doorloopt de werknemer de aanlooptreden in de volgorde van A naar B naar C. Na aanlooptrede C volgt periodiek
0. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage II.
TOESLAGEN
Inconveniëntentoeslag
CAO artikelen 17 en 35
Tijd | in | uren | Informatie | ||||||
begin | eind | ma | di | wo | d o | vr | za | z o | fe |
0:00 | 6:00 | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 200,00% | 200,00% |
6:00 | 19:00 | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 150,00% | 200,00% | 200,00% |
19:00 | 22:00 | 130,00% | 130,00% | 130,00% | 130,00% | 130,00% | 150,00% | 200,00% | 200,00% |
22:00 | 0:00 | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 200,00% | 200,00% |
Voor werknemers waarvoor de doordeweekse werkdag is geruild met de zaterdag, geldt de inconveniententoeslag voor de zaterdag niet. De toeslag is dan van toepassing voor werkzaamheden die verricht zijn op de gekozen vrije doordeweekse dag.
Voor alle toeslagen en overwerkvergoedingen geldt dat zij niet gecumuleerd worden maar dat de hoogst geldende toeslag van toepassing is.
Toeslagen voor consignatiedienst
CAO artikel 36
Voor een consignatiedienst zal de betreffende werknemer een vergoeding van minimaal € 7,50 bruto per etmaal ontvangen naast de gebruikelijke vergoeding voor de daadwerkelijke inzet.
Werknemers die in de periode tussen 24 december t/m 1 januari van enig jaar worden ingeroosterd voor een consignatiedienst, ontvangen hiervoor de geldende vergoeding ongeacht of de consignatie feitelijk is vastgesteld.
Bij een oproep voor gladheidsbestrijding welke niet gekoppeld is aan een normale werkdag, dan wel deel van een werkdag, wordt minimaal 3 uur tegen het geldende tarief betaald.
Toeslagen voor feestdagen
CAO artikelen 15, 35
Tijd | in | uren | Informatie | |||||
begin | eind | ma | di | wo | d o | vr | za | z o |
0:00 | 0:00 | 200,00% | 200,00% | 200,00% | 200,00% | 200,00% | 200,00% | 200,00% |
Indien er op 5 mei gewerkt moet worden, dan wordt er een vervangende vrije dag gegeven (CAO Artikel 15 lid 2). Op overige feestdagen geldt een toeslag conform bovenstaande tabel.
Toeslagen voor meeruren
CAO artikel 19, 34 leden 4 en 5
Indien een deeltijdwerker die binnen de normale bedrijfstijd (tussen 06.00 en 19.00 uur) meer uren werkt dan overeengekomen in zijn arbeidsovereenkomst, wordt 130% van het uurloon betaald:
a. voor dienstverbanden met het arbeidspatroon vastgelegd onder vermelding van de werkdag(en) en de tijdstippen:
- bij een vastgesteld arbeidspatroon van 22,8 uren of minder per week, vanaf het 4de uur per week dat buiten dit patroon wordt gewerkt, tenzij op verzoek van de werknemer van dit patroon wordt afgeweken;
- bij een vastgelegd arbeidspatroon van meer dan 22,8 uren per week, vanaf het 7de uur per week dat buiten dit patroon wordt gewerkt.
b. voor dienstverbanden met het aantal uren per week vastgelegd, indien en voor zover het aantal uren dat per week gewerkt wordt, het aantal per week overeengekomen uren met 50% overschrijdt.
Voor alle toeslagen en overwerkvergoedingen geldt dat zij niet gecumuleerd worden maar dat de hoogst geldende toeslag van toepassing is.
Toeslagen voor overuren
CAO artikel 34
Als overwerk wordt aangemerkt de gewerkte uren boven het maximum van 9,5 uur per dag inclusief reistijd (CAO Artikel 17 lid 1a, zie ook onder vergoedingen).
De overuren boven 9,5 uur per dag tellen niet mee voor de jaarurennorm maar worden in de eerstvolgende loonperiode uitbetaald tegen 130%. Indien op bijzondere dagen of uren gewerkt wordt, geldt de inconveniententoeslag conform Artikel 35.
Voor alle toeslagen en overwerkvergoedingen geldt dat zij niet gecumuleerd worden maar dat de hoogst geldende toeslag van toepassing is.
Toeslagen voor ploegendienst
niet beschreven in de CAO
VERGEWISPLICHT
Uitzendkrachten
CAO artikel 5
1. Er worden uitsluitend uitzendkrachten te werk gesteld die in dienst zijn van een uitzendbureau, handmatig loonbedrijf of overige derde die in het bezit is van het NEN-certificaat.
2. De bepalingen in deze cao zijn, vanaf dag 1, met betrekking tot de arbeidstijden, lonen en overige vergoedingen, conform de inlenersbeloning,
van overeenkomstige toepassing op uitzendkrachten.
3. De inlenende werkgever moet zich, aantoonbaar en schriftelijk vastgelegd, ervan verzekeren dat het gekozen uitzendbureau, handmatig loonbedrijf of overige derde de verplichtingen in Lid 1 en Lid 2 nakomt. Dit kan bijvoorbeeld door het opnemen van een bepaling in het contract met het uitzendbureau, handmatig loonbedrijf of overige derde.