Collectieve arbeidsovereenkomst Pensioenregeling zeevisserij 2021-2025
Collectieve arbeidsovereenkomst Pensioenregeling zeevisserij 2021-2025
De ondergetekenden,
Redersvereniging voor de Zeevisserij, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en statutair bevoegd tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten, gevestigd te Zoetermeer, Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxxx
X. xxx Xxxxxxxxx, als partij aan de zijde van de werkgevers,
Nederlandse Bond van Haringhandelaren, een vereniging met volledige rechtsbevoegd- heid en statutair bevoegd tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten, geves- tigd te =s-Gravenhage, Xxxxxxxxxxxxxxx 00, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx, als partij aan de zijde van de werkgevers,
en
CNV Vakmensen, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en statutair bevoegd tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten, gevestigd te Utrecht, Xxxxxxxxxx 0, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx X. Xxxxxxx, voorzitter, en de heer Xxxxxx A.M. Kampen, als partij aan de zijde van de werknemers,
overwegende,
dat partijen bij de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de trawlvisserij en de Collectieve arbeidsovereenkomst voor het zeevisbedrijf de beschikbare-premiepensioenregeling voor de zeevisserij met ingang van 1 januari 2016 hebben ondergebracht bij de Stichting Pensi- oenfonds PGB te Amsterdam,
verklaren de navolgende Collectieve arbeidsovereenkomst Pensioenregeling zeevisserij 2021-2025 met elkaar te zijn overeengekomen:
I.1 Definities
Artikel I.1.1
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
x. xxxxxx, elke werknemer op wie de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de trawlvis- serij van toepassing is;
x. xxxxxxxxxxxx, elke werknemer op wie de Collectieve arbeidsovereenkomst voor het zeevisbedrijf van toepassing is;
c. werknemer, de personen bedoeld onder a en b;
d. werkgever, de aan deze overeenkomst gebonden en betrokken werkgever van vissers of walpersoneel;
e. pensioenbedrijf, Stichting Pensioenfonds PGB;
f. sectorcommissie zeevisserij, de commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de partijen bij deze overeenkomst;
g. pensioendatum, de datum waarop de leeftijd wordt bereikt waarop de werkne- mer recht krijgt op een uitkering ingevolge de Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx (AOW);
x. xxxxxxxxxxx-premieregeling, pensioenregeling waarin de hoogte van het pensioen afhankelijk is van de krachtens de regeling beschikbaar gestelde premies en over het totaal hiervan behaalde beleggingsopbrengsten; het aldus opgebouw- de pensioenkapitaal wordt op de pensioendatum, of zoveel eerder of later als is overeengekomen, omgezet in een recht op periodieke pensioenuitkeringen;
i. verplichte basisregeling, de beschikbare-premieregeling die valt onder de Minis- teriële verplichtstelling van de beschikbare-premieregeling van het pensioen- bedrijf voor zover deze de sector zeevisserij betreft;
j. verplichte aanvullende regeling, de bij onderhavige overeenkomst verplicht ge- stelde beschikbare-premieregeling van het pensioenbedrijf voor zover deze de sector zeevisserij betreft;
k. vervallen;
l. genietingsmoment, het eerst voorkomende van de volgende momenten waarop het loon
11 wordt betaald,
21 wordt verrekend,
31 ter beschikking van de werknemer wordt gesteld,
41 rentedragend wordt,
51 invorderbaar of inbaar wordt.
I.2 Werkingssfeer, deelname en vrijstelling
Artikel I.2.1
1. Deze overeenkomst is van toepassing op:
x. xxxxxxx die; en
x. xxxxxxxxxxxx dat,
voor hun uitkering bij ouderdom verplicht verzekerd zijn ingevolge de Xxxxxxxx Ouderdomswet (AOW).
2. Deze overeenkomst is niet van toepassing op:
a. personen die voor hun uitkering bij ouderdom niet verplicht verzekerd zijn ingevolge de Xxxxxxxx Ouderdomswet (AOW);
b. stagiairs die geen werknemer zijn in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek;
c. vakantiekrachten,
tenzij hierna anders is overeengekomen.
Artikel I.2.2
1. Deelname aan de beschikbare-premieregelingen genoemd in artikel I.1.1, eerste lid, onderdelen i en j, van deze overeenkomst is verplicht voor vissers en walpersoneel. De verplichte deelname vangt aan bij aanvang van de dienstbetrekking en eindigt met ingang van de pensioendatum of zoveel eerder als de dienstbetrekking eindigt.
2. Vervallen.
3. Vervallen.
Artikel I.2.3
1. Het pensioenbedrijf kan op verzoek van een werkgever en gehoord de sectorcom- missie zeevisserij vrijstelling verlenen van zowel de verplichte basisregeling als de verplichte aanvullende regeling. Ten aanzien van de verplichte aanvullende rege- ling is het Vrijstellings- en boetebesluit Bpf 2000 van overeenkomstige toepassing.
2. Een op 31 december 2015 nog geldige vrijstelling, verleend door het Bedrijfstakpen- sioenfonds voor de Zeevisserij, wordt aangemerkt als vrijstelling van de verplichte beschikbare-premieregelingen die in deze overeenkomst zijn opgenomen.
3. Het pensioenbedrijf is bevoegd ten minste eens per vijf jaar te controleren of nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden of de reden voor verlening van een verleende vrijstelling.
I.3 Verplichtingen van de werkgever
Artikel I.3.1
1. De werkgever is verplicht zich ten behoeve van zijn werknemers die onder de werkingssfeer van deze overeenkomst vallen bij het pensioenbedrijf aan te melden en met het pensioenbedrijf een uitvoeringsovereenkomst in de zin van de Pensioen- wet aan te gaan.
2. De werkgever is verplicht elke werknemer, op wie de verplichte beschikbare- premieregelingen van toepassing zijn, uiterlijk vóór het einde van de kalender- maand aansluitende op de kalendermaand waarin de dienstbetrekking is aange- vangen aan te melden bij het pensioenbedrijf.
3. Vervallen.
4. De werkgever is verplicht het einde van de dienstbetrekking van elke werknemer op wie de verplichte beschikbare-premieregelingen van toepassing zijn, uiterlijk vóór het einde van de kalendermaand aansluitende op de kalendermaand waarin de dienstbetrekking is geëindigd, te melden aan het pensioenbedrijf.
5. Vervallen.
6. De werkgever is verplicht uiterlijk vóór het einde van de kalendermaand aanslui- tende op de kalendermaand waarin een genietingsmoment valt, loonaangifte te doen bij het pensioenbedrijf. Indien in een kalendermaand geen genietingsmoment valt, doet de werkgever een nihil loonaangifte. Het pensioenbedrijf, gehoord de sectorcommissie zeevisserij, stelt de aard, de structuur en de inhoud van de loon- aangifte vast.
7. De werkgever is verplicht uiterlijk vóór het einde van de kalendermaand aanslui- tende op de kalendermaand waarin een genietingsmoment valt, overeenkomstig de afdracht van loonheffingen aan de Belastingdienst, de beschikbare premies spon- taan af te dragen aan het pensioenbedrijf (Aafdracht op aangifte@).
8. Indien niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden of reden voor vrijstelling van verplichte deelname aan de regelingen die in deze overeenkomst zijn opgenomen, is de werkgever verplicht dit onverwijld schriftelijk te melden aan het pensioenbe- drijf.
I.4 Aanpassing bijlagen
Artikel I.4.1
De partijen bij deze overeenkomst zijn gezamenlijk bevoegd:
a. de bijlagen bij deze overeenkomst jaarlijks aan te passen;
b. deze overeenkomst aan te passen,
11 als de pensioenwetgeving daartoe noopt, of
21 aan een eventuele vrijwillige aanvullende regeling als het pensioenbedrijf die aanbiedt en de partijen bij de onderhavige overeenkomst die aanvaarden.
I.5 Looptijd
Artikel I.5.1
Deze overeenkomst is aangegaan voor het tijdvak van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025. Zij eindigt van rechtswege na ommekomst van dat tijdvak en wordt niet automatisch verlengd.
II - De beschikbare-premieregelingen
Artikel II.1
Het Pensioenreglement premieovereenkomst van het pensioenbedrijf is op deze over- eenkomst van toepassing voor zover het van toepassing is op de sector zeevisserij.
III - Vaststelling van de beschikbare premie
III.1 Aanvullende definities
Artikel III.1
Voor toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a. premieloon, het niet-gemaximeerde loon uit dienstbetrekking overeenkomstig Hoofdstuk II van de Wet op de loonbelasting 1964 waarbij artikel 11, eerste lid, onderdeel j, en artikel 10, vierde lid, buiten toepassing blijven; tot het loon behoren niet,
11 hetgeen uit vroegere dienstbetrekking als bedoeld in de Wet op de loonbelas- ting 1964 wordt genoten op grond van artikelen 628, 628a en 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,
21 eindheffingbestanddelen als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen
b tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964,
31 een vergoeding als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, en
41 het genot van een ter beschikking gestelde auto;
b. maximum premieloon, het maximale deel van het premieloon dat in aanmerking wordt genomen voor berekening van de verschuldigde beschikbare pensioen- premie;
x. xxxxxxx, elke dag waarover loon wordt betaald tot een maximum van vijf per week en 260 per jaar;
d. loontijdvak, een loondag, week, vier weken, maand, kwartaal, of jaar waarover loon wordt betaald, waarbij een loontijdvak van een week uit vijf loondagen bestaat, een loontijdvak van vier weken uit twintig loondagen, een loontijdvak van een maand uit 21,67 loondagen, een loontijdvak van een kwartaal uit 65,01 loondagen, en een loontijdvak van een jaar uit 260 loondagen;
e. franchise, de premievrije voet van het loon;
x. xxxxxxxx, de uren die de werknemer in het loontijdvak, na het met hem bedon- gen aantal arbeidsuren, heeft gewerkt tot en met het aantal arbeidsuren dat in het bedrijf van de werkgever geldt voor een voltijdse dienstbetrekking;
x. xxxxxxxx, de uren die de werknemer in het loontijdvak heeft gewerkt na het aantal arbeidsuren dat in het bedrijf van de werkgever geldt voor een voltijdse dienstbetrekking;
h. deeltijdpercentage, het op twee cijfers achter de komma rekenkundig afgeronde quotiënt van de som van het met de werknemer voor het loontijdvak bedongen aantal arbeidsuren en zijn meeruren, vermenigvuldigd met 100, en het aantal arbeidsuren dat in het bedrijf van de werkgever geldt voor een voltijdse dienst- betrekking; overuren tellen niet mee voor het bepalen van het deeltijdpercenta- ge; voor vissers bedraagt het deeltijdpercentage in alle gevallen 100;
i. berekende franchise, per loontijdvak het product van de franchise en het deeltijd- percentage;
j. genietingsmoment, het eerst voorkomende van de volgende momenten waarop het loon
11 wordt betaald,
21 wordt verrekend,
31 ter beschikking van de werknemer wordt gesteld,
41 rentedragend wordt,
51 invorderbaar of inbaar wordt.
III.2 Rekenregels
Artikel III.2.1
De in deze paragraaf opgenomen rekenregels zijn geënt op de rekenregels voor vaststelling van de premies voor de wettelijk verplichte werknemersverzekeringen. Indien in deze laatste regels wijzigingen optreden, worden de rekenregels van deze paragraaf daaraan zo nodig aangepast door de sectorcommissie zeevisserij.
Artikel III.2.2
1. Voor de verplichte basisregelingen en de verplichte aanvullende regelingen gelden gelijke beschikbare-premiegrondslagen, die afhankelijk zijn van gelijke maxima en franchises. De toepasselijke bedragen zijn opgenomen in de betreffende tabel in Bijlage I bij deze overeenkomst.
2. Ten behoeve van de premieberekening voor vissers wordt uitsluitend het tijdvak van een loondag aangehouden.
3. Met in achtneming van het volgende lid is de premiegrondslag gelijk aan het premieloon nadat dit overeenkomstig de toepasselijke tabel van Bijlage I bij deze overeenkomst, naargelang van het loontijdvak is gemaximeerd en is verminderd met de berekende franchise.
4. De beschikbare premie wordt voortschrijdend cumulatief berekend waarbij uitslui- tend de grondslagaanwasmethode wordt toegepast. De grondslagaanwasmethode houdt in dat voor ieder loontijdvak de beschikbare premie wordt berekend over de aanwas van de premiegrondslag (A). De aanwas is het verschil tussen de cumula- tieve premiegrondslag van het eerste tot en met het betreffende loontijdvak in een kalenderjaar (3G n) en de cumulatieve gerealiseerde aanwas van de premiegrond-
slag van het eerste tot het betreffende loontijdvak in het kalenderjaar (3A n–1):
A = 3G n – 3A n–1
Daarbij geldt dat:
A de aanwas van de premiegrondslag is voor het loontijdvak waarover de beschikbare premie wordt berekend;
n het aantal loontijdvakken in het betreffende kalenderjaar is tot en met het loontijdvak in het betreffende kalenderjaar waarover de beschik- bare premie wordt berekend;
3G n het cumulatieve premieloon tot en met n is, doch na aftrek van de cumulatieve berekende franchise niet meer bedraagt dan n maal de toepasselijke maximum premiegrondslag en op nul wordt gesteld indien de aftrek van de cumulatieve berekende franchise een negatief getal oplevert;
3A n–1 per samenstellend loontijdvak de gerealiseerde aanwas van de premie- grondslag bedraagt.
5. Getallen worden naar beneden afgerond op gehele eurocenten nadat de gehele berekening is uitgevoerd.
III.3 Premieberekening verplichte regelingen
Artikel III.3
1. De verschuldigde premies voor de verplichte basis- en aanvullende regelingen tezamen worden berekend door middel van de combinatiepremiepercentages, genoemd in Bijlage II voor vissers, respectievelijk in Bijlage III voor walpersoneel.
2. De totaal verschuldigde combinatiepremie wordt per werknemer voor elk loontijd- vak berekend met de volgende formule:
CP = cp * A
Daarin is:
CP de in geld verschuldigde combinatiepremie;
cp het toepasselijke combinatiepremiepercentage; en
A de volgens ' III.2 berekende aanwas van de premiegrondslag.
3. De werkgeversbijdrage in de verschuldigde combinatiepremie wordt per werkne- mer voor elk loontijdvak berekend met de volgende formule:
WG = wg * A
Daarin is:
WG de werkgeversbijdrage in geld in de verschuldigde combinatiepremie;
wg het toepasselijke percentage van de werkgeversbijdrage; en
A de volgens ' III.2 berekende aanwas van de premiegrondslag.
4. De werknemersbijdrage is gelijk aan het verschil tussen de combinatiepremie (CP) en de werkgeversbijdrage (WG).
IV - De sectorcommissie zeevisserij
Artikel IV.1
De sectorcommissie zeevisserij van het pensioenbedrijf bestaat uit één lid benoemd door de Redersvereniging voor de Zeevisserij, één lid benoemd door de Nederland- se Bond van Haringhandelaren en twee leden benoemd door CNV Vakmensen.
Gereserveerd.
Aldus naar waarheid opgemaakt en getekend,
Redersvereniging voor de Zeevisserij Nederlandse Bond van Haringhandelaren
CNV Vakmensen
Zoetermeer Utrecht
Datum: 1 november 2021 Datum: 1 november 2021
Xxxxxxxx X. xxx Xxxxxxxxx Xxxxxx X. Xxxxxxx
..................................................................... .....................................................................
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx (ad-interim) Xxxxxx A.M. Kampen
..................................................................... .....................................................................
Premiegrondslagen
Premiejaar 2021
Premiegrondslag Verplichte basis- en aanvullende regelingen | |||||||
Tijdvak | Maximum premieloon | Franchise | Maximum grondslag | Loondagen | |||
Uur | i | 28,03 | i | 6,99 | i | 21,04 | |
Dag | i | 224,27 | i | 55,94 | i | 168,33 | 1,00 |
Week | i | 1.121,35 | i | 379,70 | i | 841,65 | 5,00 |
Vier weken | i | 4.485,40 | i | 1.118,80 | i | 3.366,60 | 20,00 |
Maand | i | 4.859,93 | i | 1.212,03 | i | 3.647,22 | 21,67 |
Kwartaal | i | 14.577,55 | i | 3.636,10 | i | 10.941,65 | 65,01 |
Jaar | i | 58.310,20 | i | 14.544,40 | i | 43.766,60 | 260,00 |
Premiejaar 2022
Premiegrondslag Verplichte basis- en aanvullende regelingen | ||||
Tijdvak | Maximum premieloon | Franchise | Maximum grondslag | Loondagen |
Uur | i | i | i | |
Dag | i | i | i | 1,00 |
Week | i | i | i | 5,00 |
Vier weken | i | i | i | 20,00 |
Maand | i | i | i | 21,67 |
Kwartaal | i | i | i | 65,01 |
Jaar | i | i | i | 260,00 |
CAO PENSIOENREGELING ZEEVISSERIJ 2021-2025
Premiejaar 2023
Gereserveerd.
Premiejaar 2024
Gereserveerd.
Premiejaar 2025
Gereserveerd.
Premies vissers
Premiejaar 2021
Pensioenpremies | Totaal | Wg | Wn |
Verplichte basisregeling | 2,77% | 2,77% | 0,00% |
Verplichte aanvullende regeling | 13,83% | 2,87% | 9,96% |
Combinatiepremie | 16,60% | 6,64% | 9,96% |
Wg = werkgeversbijdrage; Wn = werknemersbijdrage
Premiejaar 2022
Pensioenpremies | Totaal | Wg | Wn |
Verplichte basisregeling | |||
Verplichte aanvullende regeling | |||
Combinatiepremie |
Wg = werkgeversbijdrage; Wn = werknemersbijdrage
Premiejaar 2023
Gereserveerd.
Premiejaar 2024
Gereserveerd.
Premiejaar 2025
Gereserveerd.
Premies walpersoneel
Premiejaar 2021
Pensioenpremies | Totaal | Wg | Wn |
Verplichte basisregeling | 2,77% | 2,77% | 0,00% |
Verplichte aanvullende regeling | 13,83% | 6,17% | 7,66% |
Combinatiepremie | 16,60% | 8,94% | 7,66% |
Wg = werkgeversbijdrage; Wn = werknemersbijdrage
Premiejaar 2022
Pensioenpremies | Totaal | Wg | Wn |
Verplichte basisregeling | |||
Verplichte aanvullende regeling | |||
Combinatiepremie |
Wg = werkgeversbijdrage; Wn = werknemersbijdrage
Premiejaar 2023
Gereserveerd.
Premiejaar 2024
Gereserveerd.
Premiejaar 2025
Gereserveerd.