Collectieve arbeidsovereenkomst voor personeel van Vopak in Nederland
CAO voor personeel van
Vopak in Nederland 2012 t/m 2014
CAO voor personeel van 2013 01 28 definitieve versie 1 van 149 Vopak in Nederland
Collectieve arbeidsovereenkomst voor personeel van Vopak in Nederland
Tussen de ondergetekenden:
Vopak Management Nederlands B.V.
P.A. Xxx Managing Director
N.A.C. Vermeulen
Director Human Resources Netherlands als partij ter ener zijde
en
FNV Bondgenoten gevestigd te Utrecht
X. Xxxxxxxx (Bestuurder)
CNV Vakmensen gevestigd te Utrecht
X. xxx Xxxxxxxxxxx (Voorzitter)
X. xxx Xxxxx (Vakgroepbestuurder) elk als partij ter andere zijde
is de hierna opgenomen collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan.
Inleiding
Voor u ligt alweer de tweede collectieve arbeidsovereenkomst voor het Vopak-personeel in Nederland. In de vorige CAO (2011-2012) zijn de verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten voor het personeel van Vopak Nederland in één CAO ondergebracht. Voor de verschillende groepen medewerkers zijn er weliswaar meerdere (overgangs)regelingen, maar alle CAO teksten zijn gebundeld in één CAO. In de nieuwe CAO 2012-2014 gaan we weer een stapje verder en worden een aantal verschillende regelingen voor alle medewerkers gelijk. In het Onderhandelingsresultaat van 6 maart 2012, dat als bijlage IX aan deze CAO is toegevoegd, vindt u welke regelingen voor alle medewerkers gelijk worden en op welk tijdstip.
De CAO voor personeel van Vopak in Nederland bestaat uit vijf gedeelten waarin alle regelingen zijn ondergebracht. Hieronder staan deze delen en welke hoofdstukken hierbij horen. Uiteindelijk bestaat elk hoofdstuk uit een aantal artikelen die zijn doorgenummerd om het geheel overzichtelijk te houden. In de inhoudsopgave vindt u de hieronder genoemde delen en de bijbehorende hoofdstukken allemaal terug, wat het zoeken vergemakkelijkt. Ook is een aantal bijlagen toegevoegd aan de CAO. Daar kunt u bijvoorbeeld de salaristabellen vinden, de referentiefuncties en de functielijst,
Deel 1 - A-artikelen
De A-artikelen vindt u terug in de hoofdstukken 1 tot en met 8. Dit zijn algemene artikelen die - tenzij anders aangegeven - van toepassing zijn op alle medewerkers die binnen de werkingssfeer van deze CAO vallen.
Deel 2 - B-artikelen
De hoofdstukken 9 tot en met 14 zijn de B-artikelen. Hier staan de specifieke arbeidsvoorwaarden voor medewerkers van Vopak die binnen de werkingssfeer van deze CAO vallen, en waarvan de functie niet behoort tot de disciplines die hieronder zijn opgenomen onder het kopje ‘C-artikelen’.
Deel 3 - C-artikelen
In de hoofdstukken 15 tot en met 17 staan de C-artikelen. In de C-artikelen zijn de specifieke arbeidsvoorwaarden beschreven voor medewerkers met een kantoorfunctie.
Met vakverenigingen is overeengekomen dat de C-artikelen in deze CAO van toepassing zijn op de kantoorfuncties die tot de navolgende disciplines behoren:
• Administratie;
• Boekhouding;
• Communicatie
• Facility;
• Facturatie;
• Finance en control;
• Human Resources;
• ICT;
• Procurement;
• Secretariële en administratieve ondersteuning.
Deel 4 - D-artikelen
Niet alle CAO-regelingen kunnen worden ondergebracht in de B- of C-artikelen. Sommige regelingen gelden namelijk niet voor alle werkmaatschappijen. Daarom staat een aantal aanvullende regelingen in een gedeelte dat wij de D-artikelen noemen. Deze D-artikelen staan in
de hoofdstukken 18 tot en met 22, zijn verzameld per werkmaatschappij of groep werkmaatschappijen en worden in afzonderlijke hoofdstukken weergegeven.
Deel 5 - E-artikelen
De E-artikelen kunt u lezen in de hoofdstukken 23 tot en met 27. In dit gedeelte zijn de verschillende overgangsregelingen opgenomen, die zijn overeengekomen bij de integratie van bovengenoemde CAO’s. Ook voor de E-artikelen geldt dat deze per werkmaatschappij of groep werkmaatschappijen van Vopak zijn verzameld en in afzonderlijke hoofdstukken zijn weergegeven.
De overgangsregelingen zijn alleen van toepassing op zogenoemde gesloten groepen, dat wil zeggen dat de regelingen alleen zijn afgesproken voor de in het betreffende hoofdstuk gedefinieerde medewerkers. Meestal betreft dit medewerkers die op 31 december 2009 in dienst waren bij Vopak.
Protocollaire afspraken
Aan het einde van de CAO, in hoofdstuk 28, vindt u de afspraken die wél zijn opgenomen in het Onderhandelingsresultaat d.d. 22 maart 2010 maar nog niet zijn opgenomen in de CAO.
Bijlagen
De bijlagen van deze CAO vindt u na hoofdstuk 28. In bijlage VII is een functielijst opgenomen. Daar worden de functienamen vermeld waarop de B- of C-artikelen van toepassing zijn. Met vakverenigingen is voor zowel het B- als het C-gedeelte een eigen loongebouw overeengekomen. De bijbehorende salaristabellen treft u aan in bijlage IV.
Inleiding | ||
Inhoudsopgave | ||
Deel 1 | A-artikelen | |
Hoofdstuk | pagina | |
of artikel | ||
nummer | ||
1 | Algemeen | |
1.1 | Uitgangspunten | 12 |
1.2 | Begripsbepalingen uit de A-artikelen van deze CAO | 12 |
1.3 | Werkingssfeer, looptijd en verlenging van de CAO | 15 |
1.4 | Tussentijdse wijziging van de CAO en inhouding verschuldigde loonheffing | 16 |
2 | Belangrijke werkafspraken | |
2.1 | Veiligheid en milieu | 18 |
2.2 | Algemene rechten en verplichtingen van partijen | 19 |
2.3 | Algemene rechten en verplichtingen Vopak | 19 |
2.4 | Algemene rechten en verplichtingen vakverenigingen | 20 |
2.5 | Algemene rechten en verplichtingen van u als medewerker | 21 |
2.6 | Indiensttreding en arbeidsovereenkomst | 22 |
2.7 | Indeling van functies | 24 |
2.8 | Werken in deeltijd | 24 |
2.9 | Einde van de arbeidsovereenkomst | 24 |
2.10 | Uitzendkrachten en ingeleend personeel | 26 |
3 | Werk en inkomen | |
3.1 | Jaarlijkse herziening basismaandsalarissen | 27 |
3.2 | Indexering en aanpassing basis maandsalarissen | 27 |
3.3 | Eenmalige uitkering | 28 |
3.4 | Vakantietoeslag (van toepassing tot en met 30 april 2013) | 28 |
3.5 | Vakantietoeslag (met ingang van 1 mei 2013) | 29 |
3.6 | Stand-by diensten (met ingang van 1 juli 2013) | 29 |
3.7 | Promotiebeleid | 30 |
3.8 | Toepassing salarisregeling bij indiensttreding of promotie | 30 |
4 | Werk en vrije tijd | |
4.1 | Feestdagen | 31 |
4.2 | Zondagen en roostervrije dagen | 31 |
4.3 | Verlof van bijzondere gebeurtenissen en omstandigheden | 31 |
4.4 | Overig bijzonder en onbetaald verlof | 33 |
5 Werk en sociale zekerheid
5.1 Wat te doen bij ziekte en/of arbeidsongeschiktheid 34
5.2 Salarisdoorbetaling gedurende het 1e en 2e jaar van arbeidsongeschiktheid 34
5.3 Re-integratie: aangepast werk, interne of externe herplaatsing 35
5.4 Aanvulling op uw salaris of uitkering gedurende het 3e tot en met het 6e jaar van arbeidsongeschiktheid 36
5.5 Inspanningsverplichting re-integratie voor u en Vopak 37
5.6 WIA / WGA-hiaat verzekering 38
5.7 Overige arbeidsvoorwaarden gedurende ziekte en/of arbeidsongeschiktheid 38
5.8 Collectieve Zorgverzekering 38
5.9 Collectieve Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
5.10 Uitkering aan uw nabestaande(n) bij overlijden 39
5.11 Pensioen 40
5.12 Levensloopregeling 40
6 Werk en ontwikkeling
6.1 Employability 41
6.2 Jaarlijkse ontwikkel- en beoordelingscyclus 41
6.3 Opleiding en training 42
6.4 Mobiliteit 44
6.5 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
6.6. Sociaal Innovatief Levensfase Bewust Personeelsbeleid 45
7 Werk en specifieke vergoedingen
7.1 Tegemoetkoming in de reiskosten 46
7.2 Gedifferentieerde WGA-premie 47
7.3 Uitkering bij huwelijk 47
7.4 Jubileum uitkering 47
7.5 Maaltijdvergoeding 48
7.6 Afbouwregeling onregelmatigheidstoeslagen zoals genoemd in artikel 10.2.1. 48
7.7 Werkgeversbijdrage levensloopregeling en de opzet van een vitaliteits-of pensioenregeling 49
8 Werk en vakverenigingen
8.1 Toepassing van de CAO 51
8.2 Faciliteiten van vakverenigingen 51
8.3 Organisatieverlof 51
8.4 Bijdrage aan het fonds vorming en training 51
8.5 Vakbondscontributie 52
8.6 Communicatie met vakverenigingen 52
8.7 Verhouding werkingssfeer B- en C-artikelen 53
8.8 Vergoeding CAO delegatie 53
Deel 2 B-artikelen
Hoofdstuk pagina
of artikel nummer
9 Salarisregeling
9.1 Salarisschalen 55
9.2 Extra eenmalige uitkering in 2012 55
9.3 CAO a la Carte 55
9.4 Uitkering bij pre-pensionering (van toepassing met ingang van 1 juli 2012) 55
10 | Toeslagen | |
10.1 | Algemeen | 56 |
10.2 | Toeslag voor werken in volcontinu- of onregelmatige dienst | 56 |
10.3 | Afbouwregeling toeslagen genoemd in 10.2.1 (vervalt per 1 april 2014) | 56 |
10.4 | Vergoeding zon- en feestdagen in volcontinudienst | 57 |
10.5 | Overplaatsing naar een ander dienstrooster | 57 |
10.6 | Overplaatsing van een dienstrooster in de volcontinu naar een ander dienstrooster in de volcontinu | 58 |
10.7 | Overplaatsing naar een lagere functie | 58 |
10.8 | Tijdelijke uitoefening van een hogere functie (van toepassing vanaf 1 juli 2014) | 58 |
11 | Werktijden | |
11.1 | Dienstrooster en werktijden | 60 |
11.2 | Terugkomdagen | 60 |
12 | Vakantieregeling | |
12.1 | Opbouw vakantiedagen | 61 |
12.2 | Opnemen van vakantiedagen | 61 |
12.3 | Uitbetalen van vakantiedagen | 61 |
13 | Dagenbank | |
13.1 | Algemeen | 62 |
13.2 | Doelgroepen | 62 |
13.3 | Leeftijdsfasedagen | 62 |
13.4 | ATV dagen | 63 |
13.5 | Overlijden in actieve dienst | 64 |
14 | Beloning specifieke taken | |
14.1 | Voorwaarden betaling | 65 |
14.2 | Vergoeding | 65 |
Deel 3 Hoofdstuk of artikel nummer | C-artikelen | pagina |
15 | Algemeen | |
15.1 | Begripsbepalingen uit de C-artikelen van deze CAO | 68 |
16 | Werk en inkomen | |
16.1 | Salarisklasse per functiegroep | 69 |
16.2 | Vaststelling salaris bij aanvang dienstverband | 69 |
16.3 | Promotie naar een hogere functie | 70 |
16.4 | Overplaatsing naar een lagere functie | 70 |
16.5 | Vaststelling en uitbetaling van salarissen | 71 |
17 | Werktijd en vrije tijd | |
17.1 | Werktijden | 72 |
17.2 | Werken op zon-, feest- en gedenkdagen | 73 |
17.3 | Overwerk | 73 |
17.4 | Consignatiediensten (deze regeling vervalt per 1 juli 2013) | 74 |
17.5 | Opbouw vakantiedagen | 75 |
17.6 | Opname vakantiedagen | 75 |
17.7 | Inkoop en verkoop van bovenwettelijke vakantiedagen | 76 |
Deel 4 Hoofdstuk of artikel nummer | D-artikelen | pagina |
18 | Algemeen | |
18.1 | Begripsbepalingen uit de D-artikelen van deze CAO | 78 |
19 | Medewerkers VCLN, VOR en VTVlaard | |
19.1 | Overwerk | 79 |
19.2 | Overwerktoeslagen | 80 |
19.3 | Schema 1 | 80 |
19.4 | Schema 2 | 80 |
19.5 | Schema 3 | 81 |
19.6 | Schema 4 | 81 |
19.7 | Schema 5 | 81 |
19.8 | Vervangende vrije tijd | 82 |
19.9 | Stand-by diensten (van toepassing tot en met 30 juni 2013) | 82 |
19.10 | Vakantietoeslag (van toepassing tot en met 30 april 2013) | 83 |
19.11 | Inlenen van personeel | 83 |
19.12 | Afbouwen onregelmatigheidstoeslagen zoals genoemd in 10.2.1. | 84 |
19.13 | Oudere medewerkers | 85 |
19.14 | Tijdelijke uitoefening van een hogere functie (van toepassing tot en met 30 juni | 2014) 85 |
19.15 | Ongemakken en speciaal vuil werk | 86 |
19.16 | Levensloopreglement | 87 |
19.17 | CAO à la Carte | 87 |
19.18 | Extra vakantiedagen | 87 |
19.19 | Brevetten en vergoedingenmatrix | 87 |
19.20 | Automatiseringsstatuut | 88 |
20 | Medewerkers Vopak Terminal Vlissingen | |
20.1 | Feestdagen | 89 |
20.2 | Overuren | 89 |
20.3 | Extra vakantiedagen in verband met leeftijd | 90 |
20.4 | Vergoeding telefoonkosten | 90 |
20.5 | EHBO en BHV diploma | 90 |
20.6 | Persluchtmasker certificaat | 91 |
21 | Medewerkers Vopak Terminal Amsterdam Petroleumhaven B.V. | |
21.1 | Werktijden en dienstrooster | 92 |
21.2 | Overwerk | 92 |
21.3 | Vergoeding overwerk | 92 |
21.4 | Oproepdienst | 93 |
22 | Medewerkers Vopak Terminals North Netherlands B.V. | |
22.1 | Overwerkregeling | 94 |
22.2 | Overwerktoeslagen | 94 |
22.3 | Schema 1 | 95 |
22.4 | Schema 2 | 95 |
22.5 | Schema 3 | 95 |
Deel 5 Hoofdstuk of artikel nummer | E-artikelen | pagina |
23 | Medewerkers VCLN, VOR en VTVlaard in dienst op 31-12-2009 | |
23.1 | Salarisverhogingen ten gevolge van de jaarlijkse beoordeling | 98 |
23.2 | Uitbetalen ATV-dagen | 98 |
23.3 | Regeling ATV-dagen vanaf 1 januari 2010 | 98 |
23.4 | Gemiddelde arbeidstijd voormalige medewerkers Vopak Shared Services | 99 |
23.5 | Reiskostenvergoeding | 100 |
23.6 | Xxxxxx vakantiedag | 100 |
23.7 | Vakantietoeslag | 100 |
23.8 | Vakantiedagen | 101 |
23.9 | Uitkering premiespaarregeling | 101 |
23.10 | Deeltijdpensioen en ouderendagen | 101 |
23.11 | Pensioen | 105 |
23.12 | Ouderendagen voor medewerkers uit de geboortejaren 1950 t/m 1959 | 105 |
23.13 | Overgangsbepalingen pensioen | 106 |
23.14 | Overgangsbepalingen VUT-, Prepensioen en Levensloop | 106 |
23.15 | Parttimers met ATV in basis maandsalaris | 107 |
24
Medewerkers Koninklijke Vopak N.V. en Vopak Global Information Services in
dienst op 31-12-2009
24.1 Overgangsregelingen VPL 109
24.2 ATV-dagen in relatie tot werktijd 110
24.3 Leeftijdsfaseregeling 110
24.4 Deeltijdpensioen 111
25
Medewerkers VCLN, VOR, VTVlaard, VMCLN, VMOLN en VSS in dienst op
31-12-2009
25.1 Overgangsregeling 115
26 Medewerkers Vopak Terminal Vlissingen B.V. in dienst op 31-12-2009
26.1 Overgangsregelingen VPL 116
26.2 Pensioen 116
26.3 Promotie naar een hogere functieklasse 116
26.4 Vakantietoeslag 117
26.5 Regeling roostervrije dagen vanaf 1 januari 2010 117
27
Medewerkers Vopak Terminal Amsterdam Petroleumhaven B.V. in dienst op
31-12-2009
27.1 Vakantietoeslag 118
27.2 Leeftijdsfasedagen 118
Protocollaire afspraken
Hoofdstuk pagina
of artikel nummer
28 | Protocollaire afspraken | |
28.1 | O&O fonds | 119 |
28.2 | Inhuurkrachten | 119 |
28.3 | Minimum CAO | 119 |
28.4 | Inhuurkrachten | 119 |
28.5 | Pensioen | 119 |
Bijlagen Hoofdstuk of artikel nummer | pagina | |
I | Orba functiewaarderingssysteem | 122 |
II | Overzicht vergoeding reiskosten woon/werk en zakelijke km’s | 128 |
III | Overzicht referentiefuncties | 129 |
IV | Salaristabel B- en C-artikelen per 1 januari 2013 | 130 |
V | Reglement Levensloopregeling | 131 |
VI | CAO à la carte | 135 |
VII | Functielijst | 138 |
VIII | Lijst met in de CAO gebruikte afkortingen | 143 |
IX Onderhandelingsresultaat CAO voor personeel van Vopak Nederland 2012 t/m 2014 144
A-artikelen
In de hierna volgende hoofdstukken 1 tot en met 8 treft u de A-artikelen aan van de CAO.
Deze hoofdstukken bevatten algemene bepalingen en regelingen die van toepassing zijn op alle medewerkers die binnen de werkingssfeer van deze CAO vallen, tenzij elders in deze CAO wordt aangegeven dat dit niet het geval is.
Hoofdstuk 1. Algemeen
In dit hoofdstuk vindt u de definities van een aantal veel gebruikte termen in deze CAO en regels die betrekking hebben op betalingen, werkingssfeer en eventuele toekomstige wijzigingen van deze CAO.
1.1 Uitgangspunten
Vopak wil beschouwd worden als een aantrekkelijke werkgever die goede arbeidsomstandigheden en goede en marktconforme arbeidsvoorwaarden biedt in een uitdagende en aantrekkelijke werkomgeving, waar aandacht is voor het individu.
Vopak is een kwaliteitsbedrijf en streeft naar een reputatie waarin het staat voor hoogwaardige service, hoge normen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu en een maximale klanttevredenheid.
Daarom investeert Vopak continu in veiligheid, infrastructuur, efficiëntie en effectiviteit maar vooral ook in de ontwikkeling en ontplooiing van mensen. Het doel is een duurzaam en winstgevend bedrijf te zijn en te blijven, waar mensen met plezier werken.
Deze uitgangspunten zijn richtinggevend bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden voor degenen die bij Vopak werken en onder de werkingssfeer van deze CAO vallen.
1.2 Begripsbepalingen uit de A-artikelen van deze CAO
In dit artikel vindt u de definities van begrippen die in deze CAO worden gebruikt. In bijlage VIII vindt u een overzicht met de in deze CAO gebruikte afkortingen.
1.2.1. Arbeidstijd De standaard werktijd per week voor de dag- en onregelmatige
dienst bij een voltijds dienstverband is 38,75 uur per week en 7,75 uur per dag (exclusief lunchpauze).
De standaard gemiddelde werktijd per week voor de vijf ploegen volcontinudienst bij een voltijds dienstverband is 34,2 uur per week en 8,00 uur per dag (inclusief lunchpauze).
NB : De 3,5 terugkomdagen per jaar voor de huidige vijf ploegen volcontinudienst zijn meegenomen in de standaard gemiddelde werktijd per week van 34,2 uur.
1.2.2. Basis uurloon Het basis maandsalaris gedeeld door 169,01.
1.2.3. Basis maandsalaris Het bruto maandsalaris zonder toeslagen, zoals voor de medewerker is vastgesteld.
1.2.4. Basis jaarsalaris Het basis maandsalaris maal twaalf.
1 Als volgt berekend: 261 werkdagen van 7,75 uur per jaar, gedeeld door 12. In de CAO Tankopslag (2007-2009) werd het basis uurloon berekend door het rekensalaris te delen door 156. In deze CAO wordt het begrip rekensalaris niet meer gebruikt. Om op een gelijk basis uurloon uit te komen als voorheen in de CAO Tankopslag, wordt nu het basis maandsalaris gedeeld door 169 (= 13/12 keer 156).
1.2.5. Basis maandinkomen Het basismaandsalaris, vermeerderd met de eventuele toeslagen
als genoemd in artikel 10.2.
1.2.6. Dag Een kalenderdag (van 0.00 uur tot 24.00 uur).
1.2.7. Deeltijd De met u overeengekomen arbeidstijd die minder bedraagt dan de
algemeen geldende arbeidstijd per week of per dag zoals vastgelegd in artikel 2.8.
1.2.8. Detacheren Het tijdelijk en voor een bepaalde periode tewerkgesteld worden op
een andere plaats dan uw standplaats op basis van een detacheringovereenkomst.
1.2.9. Dienst De werkuren op een werkdag volgens het voor u geldende
dienstrooster.
1.2.10. Dienstverband De arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd of duur met een
medewerker.
1.2.11. Dienstrooster Een overzicht met daarop de werkuren gedurende tenminste een
volledige cyclus van een dag, onregelmatige- of volcontinudienst. In dit overzicht wordt aangegeven op welke tijdstippen een afdeling of een vastgestelde groep medewerkers de werkzaamheden normaliter aanvangt, eventueel onderbreekt en beëindigt.
1.2.12. Functieklasse Een verzameling van functies, die qua zwaarte van taken en
verantwoordelijkheden vergelijkbaar zijn en met behulp van de ORBA ® methode van functieonderzoek in één groep zijn ingedeeld. De puntenrange per functiegroep is opgenomen in de salaristabellen, zie bijlage IV van deze CAO. Met elke functiegroep correspondeert tevens een salarisklasse, op basis waarvan de beloning per functiegroep wordt vastgesteld.
1.2.13. Functiewaardering Het bij Vopak van toepassing zijnde systeem gebaseerd op indeling
van functies in functieklassen met daaraan gekoppeld de salarisklassen.
1.2.14. Leeftijdsfasedagen Dagen die volgens een door partijen vastgesteld schema aan u
worden toegekend. De waarde van uw leeftijdsdag(en) wordt, indien fiscaal toegestaan, jaarlijks in december door Vopak gestort op uw Levenslooprekening of op uw vrijwillige pensioen beleggingsrekening.
NB.: Indien u werkt bij Vopak Terminal Vlissingen is deze regeling niet op u van toepassing.
1.2.15. Leidinggevende Xxxxxx aan wie u rechtstreeks rapporteert, meestal het hoofd van
de afdeling waar u werkt.
1.2.16. Maand Een kalendermaand.
1.2.17. Medewerker Persoon in dienst van Vopak, ingeschaald in één van de
salarisklassen A tot en met K van de van toepassing zijnde salarisschaal.
1.2.18. Partner Degene
- waarmee de medewerker gehuwd is
- of waarmee de medewerker een wettelijk geregistreerde partnerrelatie heeft
- of indien er sprake is van twee ongehuwde personen die een gezamenlijke huishouding voeren
Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien en als zodanig is geregistreerd bij Vopak.
NB.: Het pensioenreglement dat op u van toepassing is, kent een eigen definitie voor het begrip ‘Partner’.
1.2.19. Salarisklasse Een salarisgroep (bijvoorbeeld A tot en met K) uit de salaristabel die
hoort bij één functieklasse.
1.2.20. Standplaats De plaats waar of van waaruit u ingevolge uw arbeidsovereenkomst gewoonlijk uw werkzaamheden verricht.
1.2.21. Terugkomdagen Dagen in een volcontinu of onregelmatige dienst waarop u bent
ingeroosterd binnen de overeengekomen arbeidstijd per jaar.
1.2.22. U Medewerker of medewerkster in de zin van artikel 7:610 BW.
1.2.23. Uitzendkracht Een medewerker of medewerkster die door een bij de Algemene
Bond van Uitzendbureaus aangesloten uitzendbureau ter beschikking wordt gesteld aan Vopak volgens de bepalingen van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid voor werkzaamheden vallende binnen een van de functiegroepen die vallen onder deze CAO, en waarbij een leidinggevende van Vopak vervolgens toezicht houdt en leiding geeft aan de uitzendkracht.
1.2.24. Vakantiedagen Vakantiedagen in de zin van artikel 7:634 BW.
1.2.25. Vakvereniging Elk der partijen ter andere zijde.
1.2.26. Vopak Het tot het Vopak concern behorende bedrijf, waar u in dienst bent
en waarop deze CAO van toepassing is verklaard.
1.2.27. Waarde vakantiedag Twaalf keer het basismaandsalaris, inclusief een eventueel aan u
toegekende persoonlijke toeslag plus vakantietoeslag / 261.
1.2.28. Week Een tijdvak van zeven kalenderdagen, aanvangende op maandag
00.00 uur.
1.3 Werkingssfeer, looptijd en verlenging van de CAO
1.3.1. Deze CAO is van toepassing op medewerkers, waarvan de functie is ingedeeld in één van de in deze CAO opgenomen functiegroepen A tot en met K en die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn bij één van de hieronder opgenomen werkgevers:
• Koninklijke Vopak NV;
• Vopak Chemicals Logistics Netherlands BV;
• Vopak EMEA BV;
• Vopak Global Information Services BV;
• Vopak Logistic Services OSV BV;
• Vopak Management Netherlands BV;
• Vopak Olie Rotterdam BV;
• Vopak Terminal Amsterdam Petroleumhaven BV;
• Vopak Terminal Vlaardingen BV;
• Vopak Terminal Vlissingen BV;
• Vopak Terminals North Netherlands BV.
Een overzicht van de functiegroepen is opgenomen in bijlage VII van deze CAO.
1.3.2. Deze CAO is afgesloten voor een periode van 3 jaar. Van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 blijven de overeengekomen en in deze CAO vastgelegde arbeidsvoorwaarden van toepassing.
1.3.3. Indien er, nadat deze CAO van kracht is geworden, nieuwe tankopslagbedrijven aan Vopak Nederland worden toegevoegd, zal Vopak met vakverenigingen in overleg treden over de vraag of deze CAO op dit nieuwe Vopak-bedrijf eveneens van toepassing wordt verklaard.
1.3.4. Het uitgangspunt voor het overleg als genoemd in 1.3.3. is dat deze CAO zal gelden voor elk nieuw tankopslagbedrijf indien:
• Vopak voor 51% of meer aandeelhouder van dit nieuwe tankopslagbedrijf is
• en deze CAO en overige regelingen en arbeidsvoorwaarden van Vopak Nederland in de plaats komen van de tot dan toepasselijke arbeidsvoorwaarden bij dit tankopslagbedrijf.
De medewerkers van dit nieuwe tankopslagbedrijf zullen derhalve eerst, voor zover wettelijk toegestaan, afstand dienen te nemen van het op hen toepasselijke arbeidsvoorwaardenpakket bij dit tankopslagbedrijf alvorens deze CAO op hen van toepassing zal worden.
Gezien het vermelde uitgangspunt, geldt tevens dat verworven bedrijven die activiteiten verrichten buiten de tankopslagsector in beginsel niet onder deze CAO zullen vallen, tenzij Vopak in overleg met vakverenigingen anders besluit.
1.3.5. Met betrekking tot de medewerkers in dienst van de OSV zullen met ingang van 1 januari 2012 de volgende arbeidsvoorwaarden worden geharmoniseerd:
• Salaristabel en beoordelingsmatrix;
• Indexering;
• Reiskostenvergoeding;
• 30 vakantiedagen, hiermee vervallen per gelijke datum de bestaande ATV- en ouderendagen;
• De waarde van één leeftijdsfase dag;
• Kostenneutrale inbouw van de 13e maand in het basis maandsalaris;
• De initiële verhogingen en eenmalige uitkeringen.
Voor alle overige arbeidsvoorwaarden geldt dat het uitgangspunt van deze harmonisatie moet zijn dat de wijzigingen in het arbeidsvoorwaardenpakket van OSV kostenneutraal zijn voor zowel Vopak als voor de medewerkers
1.3.6. Voor Vopak Agencies wordt een afzonderlijke CAO opgesteld, op voorwaarde dat de vakverenigingen hun representativiteit aantonen.
1.3.7. Deze CAO kan door partijen worden opgezegd tegen het einde van een contractperiode door middel van een e-mail of aangetekende brief aan de andere partij, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Indien de CAO wordt opgezegd via e-mail dienen partijen over en weer ontvangst- en leesbevestigingen aan elkaar te verzenden, zodat duidelijk is aan alle partijen dat de opzegging is verzonden door de ene partij en is ontvangen door de andere.
1.3.8. Indien geen van de partijen de CAO heeft opgezegd uiterlijk drie maanden voor het einde van de contractperiode vastgelegd in 1.3.2., wordt deze CAO geacht met één jaar te zijn verlengd en zo vervolgens verder.
1.3.9. Nieuwe of gewijzigde teksten van deze CAO worden, indien van toepassing, aan u verstrekt.
1.4 Tussentijdse wijziging van de CAO en inhouding verschuldigde loonheffing
1.4.1. Tenzij nadrukkelijk anders bepaald, zijn alle in deze CAO genoemde bedragen bruto, en zullen bij uitbetaling de daarover verschuldigde belastingen en premies worden ingehouden.
1.4.2. Indien toekomstige wijzigingen in de fiscale en/of sociale wet- en/of regelgeving ertoe leiden dat belastingtarieven, premiepercentages, vrijstellingen en dergelijke van rechtswege worden aangepast of vervallen, zullen deze wijzigingen per de wettelijke ingangsdatum door Vopak worden toegepast.
1.4.3. Indien toekomstige wijzigingen in de wet- en/of regelgeving, die niet onder artikel 1.4.2. vallen, effecten hebben of kunnen hebben voor de uitvoering van de in deze CAO beschreven regelingen, dan zullen partijen bij deze CAO in overleg treden. Partijen zijn verplicht om binnen twee maanden nadat deze wijzigingen in de wet- en/of regelgeving van kracht zijn geworden, indien deze niet onder artikel 1.4.2. vallen, en door een van de partijen bij deze CAO aan de andere partijen kenbaar zijn gemaakt, aanvullende afspraken te maken.
1.4.4. Indien een van de partijen bijzondere omstandigheden aanwezig acht en op grond daarvan aan de andere partij schriftelijk (waaronder ook wordt verstaan ‘per e-mail’) verzoekt een aanpassing van de CAO te overwegen, dan zullen partijen bij deze CAO in overleg treden.
1.4.5. Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van (een) buitengewone verandering(en) in de sociaaleconomische verhoudingen in Nederland en/of loon- en prijspolitiek van de regering of Europese Unie, dan zullen partijen bij deze CAO in overleg treden. Partijen zijn verplicht om aanvullende afspraken te maken binnen twee maanden nadat deze buitengewone verandering(en) door een van de partijen bij deze CAO aan de andere partijen kenbaar is (zijn) gemaakt. Indien binnen deze twee maanden geen overeenstemming wordt bereikt over aanvullende afspraken, is elk der partijen bij deze CAO gerechtigd deze CAO met inachtneming van een opzegtermijn van een maand op te zeggen.
Hoofdstuk 2. Belangrijke werkafspraken
In dit hoofdstuk treft u de belangrijkste afspraken aan over de rechten en verplichtingen van Vopak, vakverenigingen en van u. Veiligheid en milieu nemen daarbij een belangrijke plaats in. Verder vindt u hier de bepalingen over uw arbeidsovereenkomst, uw indiensttreding en over de wijze waarop uw arbeidsovereenkomst kan eindigen. Ten slotte wordt in dit hoofdstuk aangegeven wat het betekent als u in deeltijd werkt en wat de gevolgen daarvan zijn voor uw arbeidsvoorwaarden.
2.1 Veiligheid en milieu
2.1.1. Veiligheid op het werk en een zorgvuldige omgang met het milieu is voor zowel u, uw collega’s, als voor Vopak een punt van centraal en uitzonderlijk belang. Daarom wordt er alles aan gedaan om u een veilige manier van leven en werken te leren en u te instrueren omtrent alle binnen Vopak bestaande veiligheids- en milieuvoorschriften zodat deze nauwkeurig en overtuigend uitgevoerd en nagekomen kunnen worden.
2.1.2. Veiligheid is in onze dienstverlening prioriteit nummer één. Hierin onderscheiden wij ons ten opzichte van onze concurrenten. Dit is ook de reden voor een aantal grote klanten om bij voorkeur met Vopak zaken te doen. Veiligheid wordt binnen de Vopak-organisatie breed neergelegd door middel van specifieke afdelingen, procedures, opleidingen en communicatie. Als gevolg hiervan heeft training en bewustwording op het gebied van veiligheid binnen de specifieke Vopak-bedrijfsactiviteiten veel aandacht. Aangezien dit een concurrentievoordeel is voor Vopak, willen wij hier vooral zelf invulling aan blijven geven.
2.1.3. Voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden dient het in de veiligheidsvoorschriften daarvoor aangegeven aantal mensen beschikbaar te zijn. Vopak zal zich inspannen om dit minimale aantal mensen beschikbaar te stellen, en zal zo nodig werkzaamheden stilleggen indien dit niet het geval is.
2.1.4. U bent verplicht ten volle medewerking te verlenen aan het streven een veilige werksituatie in het bedrijf te handhaven en verder te verbeteren. U bent gehouden alle veiligheidsvoorschriften en -procedures stipt na te leven en de door Vopak daartoe ter beschikking gestelde veiligheidskleding en -apparatuur daadwerkelijk te gebruiken en ten volle te benutten. Ook dient u uw collega’s en anderen te wijzen op veiligheidsvoorschriften en -procedures die ter plaatse bestaan, en hen hierop aan te spreken indien zij deze voorschriften en procedures niet naleven. Indien bij u onzekerheid bestaat over de toepassing van veiligheidsvoorschriften en -procedures dient u uw leidinggevende daarvan onmiddellijk in kennis te stellen.
2.1.5. U bent verplicht ten volle medewerking te verlenen aan het streven van Vopak om verontreiniging van het milieu te voorkomen. U bent gehouden de voorschriften en procedures op dit gebied stipt na te leven.
2.1.6. Vopak is bereid om gedurende de looptijd van de CAO kennis te nemen van eventuele initiatieven om tot een Arbo catalogus te komen en zijn positie te bepalen. Vopak is eveneens bereid om desgevraagd mee te werken aan een initiatief dat tot doel heeft om binnen de sector ongevallen te inventariseren en te bespreken, zodat alle deelnemers kunnen leren van ongevallen.
2.1.7. Vopak committeert zich aan de afspraken van de Stichting Veilige Haven (SVH) met betrekking tot het tot stand brengen van het Veiligheid Certificaat Haven (VCH). Dit in lijn met de uitwerking van Cirquest. Vopak is akkoord dat de uitwerking van de registratie van het Veiligheid Certificaat Haven met de Stichting Veilige Haven zal worden besproken en uitgevoerd.
2.1.8. Binnen het kader opgenomen in artikel 2.1.7. zal Vopak, gedurende de looptijd van de CAO, € 100,= per jaar per operationeel medewerker (B-gedeelte) beschikbaar te stellen aan de SVH voor de ontwikkeling van een Veiligheid Certificaat Havens. Certificering op basis van door de sector opgestelde eindtermen wordt uitgevoerd door het kenniscentrum Vervoer Transport en Logistiek of een ander erkend examenbureau. Certificering vindt plaats tegen ‘kostprijs plus’ en staat open voor iedere belangstellende. Partijen zijn akkoord met een uitwerking via het Scheepvaart en Transport College (in deze situatie optredend als Regionaal Opleidings Centrum).
2.2 Algemene rechten en verplichtingen van partijen
2.2.1. Partijen bij deze CAO zullen deze CAO naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid nakomen en geen actie voeren of steunen, die beoogt gedurende de looptijd wijziging aan te brengen in deze CAO. Deze bepaling laat de rechten en plichten van partijen bij deze CAO zoals omschreven in artikel 1.4 onverlet.
2.2.2. Partijen bij deze CAO zullen in beginsel halfjaarlijks informatief overleg plegen over de algemene gang van zaken bij Vopak.
2.2.3. Partijen verbinden zich om, indien tussen hen een verschil van mening bestaat met betrekking tot de interpretatie, naleving of het toepasselijk zijn van de CAO, te proberen in overleg tot overeenstemming te komen. Indien één der partijen tijdens dit overleg meent dat overeenstemming niet te bereiken is, wordt het geschil door deze partij voorgelegd aan de rechtbank te Rotterdam, sector kanton.
2.3 Algemene rechten en verplichtingen Vopak
Verkorte werkweek
2.3.1. In afwijking van artikel 7:628 lid 1 BW is Vopak niet gehouden het basis maandinkomen aan u te betalen over uren waarin u geen arbeid verricht ten gevolge van invoering door Vopak van een verkorte werkweek, ook niet na het verstrijken van de termijn zoals in artikel 7:628 lid 5 BW genoemd. Vopak zal tijdig overleg voeren met de vakverenigingen en met de Ondernemingsraad wanneer overgegaan wordt tot het invoeren van een verkorte werkweek.
Indien de desbetreffende wettelijke bepalingen worden gewijzigd, zullen Vopak en de vakverenigingen overleg plegen over een herziening van de in dit artikel getroffen regeling.
Goed werkgeverschap en arbeidsomstandigheden
2.3.2. Vopak is verplicht u in staat te stellen de overeengekomen werkzaamheden naar uw beste vermogen te verrichten en daarbij aanwijzingen te geven met inachtneming van de eisen van het beroep en het doel van de organisatie en al datgene te doen en na te laten, wat een goed werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten. Vopak is verplicht zorg te dragen voor goede en veilige arbeidsomstandigheden. In dit kader is
Vopak onder meer verplicht te zorgen voor een pakket maatregelen met betrekking tot bedrijfsgezondheidszorg.
Geheimhouding
2.3.3. Vopak is verplicht tot geheimhouding van dat wat haar met betrekking tot uw persoon uit hoofde van haar functie als werkgever bekend is, tenzij u toestemming heeft gegeven tot het verstrekken van op uw persoon betrekking hebbende gegevens of tenzij Vopak ingevolge een wettelijke verplichting deze informatie dient te verstrekken. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen u en Vopak.
Voorkomen ongewenst gedrag
2.3.4. Vopak verplicht zich om maatregelen te treffen met betrekking tot de werkorganisatie en de inrichting van de werkomgeving, indien dit noodzakelijk blijkt te zijn ter voorkoming van ongewenst gedrag. Onder ongewenst gedrag wordt verstaan: opmerkingen en gedragingen die door de persoon tot wie ze gericht zijn als ongewenst worden ervaren. Hieronder begrepen handtastelijkheden, op- of aanmerkingen over uiterlijk, seksuele geaardheid, ras, geloof, landsaard en dergelijke, indien dit wordt gekenmerkt door eenzijdigheid, ongewenstheid of dwang.
Tegengaan discriminatie
2.3.5. Vopak streeft ernaar dat de samenstelling van het personeelsbestand zoveel als mogelijk een afspiegeling is van de samenleving. Vopak bevordert de goede arbeidsverhoudingen binnen het bedrijf en biedt gelijke kansen aan allen die er werken. Een respectvolle wijze van met elkaar omgaan binnen het bedrijf is een belangrijke voorwaarde voor goede arbeidsverhoudingen. Discriminatie laat mensen niet in hun waarde en zal door Vopak actief worden tegengegaan. Vopak verplicht zich om maatregelen te treffen met betrekking tot de werkorganisatie en de inrichting van de werkomgeving, indien dit noodzakelijk blijkt te zijn ter voorkoming van discriminatie.
Sanctiebeleid
2.3.6. Het binnen Vopak geldende beleid omtrent disciplinaire maatregelen is op u van toepassing. Schorsing zonder behoud van basis maandinkomen maakt een uitdrukkelijk onderdeel uit van de door Vopak toe te passen disciplinaire maatregelen. Indien u echter bent geschorst in afwachting van nader onderzoek naar een voorval waarbij wordt vermoed dat u uw verplichtingen in ernstige mate niet bent nagekomen - hetgeen kan leiden tot ontslag wegens dringende reden - zal tijdens de schorsing uw basis maandinkomen worden doorbetaald.
2.4 Algemene rechten en verplichtingen van vakverenigingen
2.4.1. De vakverenigingen verbinden zich ten aanzien van de medewerkers voor wie deze CAO is overeengekomen, gedurende de looptijd van deze CAO geen stakingen bij Vopak te zullen toepassen of bevorderen.
2.4.2. De vakverenigingen verbinden zich geen actie te voeren of te bevorderen, welke ten doel heeft tussentijds wijziging te brengen in deze CAO. De vakverenigingen zullen hun krachtige medewerking aan Vopak verlenen tot ongestoorde voortzetting van de werkzaamheden, indien een dergelijke actie door derden zou zijn of worden veroorzaakt. Deze bepaling laat de rechten en plichten van vakverenigingen zoals omschreven in artikel 1.4 onverlet.
2.4.3. De vakverenigingen zijn aansprakelijk voor de gedragingen van hun leden, wanneer en voor zover deze inbreuk maken op de bepalingen van deze CAO, tenzij zij aantonen dat deze gedragingen buiten hun voorkennis of toedoen of in strijd met hun besluiten hebben plaatsgehad.
2.4.4. De vakverenigingen verbinden zich met alle hun ten dienste staande middelen te zullen bevorderen, dat hun leden het in deze CAO bepaalde getrouwelijk zullen nakomen.
2.5 Algemene rechten en verplichtingen van u als medewerker
Goed werknemer schap, veiligheid en arbeidsomstandigheden
2.5.1. U bent in het algemeen verplicht al datgene te doen en na te laten wat een goed medewerker in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.
U bent verplicht de overeengekomen werkzaamheden naar uw beste vermogen te verrichten en u daarbij te gedragen naar de aanwijzingen door of vanwege Vopak aangegeven, met inachtneming van de eisen van het beroep en het doel van de organisatie, ook indien daartoe geen speciale opdracht is gegeven. U dient alle in het bedrijf aanwezige materialen, machines, apparatuur, gebouwen en dergelijke met zorg te behandelen.
U bent verplicht datgene te doen wat van u verlangd kan worden ter bevordering van goede en veilige arbeidsomstandigheden. Ook in dit kader bent u mede verantwoordelijk voor handhaving van orde, veiligheid, moraliteit, reinheid en een goede sfeer in het bedrijf. U dient zich de door of namens Vopak gegeven instructies en aanwijzingen eigen te maken, bij te houden en na te leven.
Geneeskundige onderzoeken
2.5.2. Op aanwijzing van Vopak bent u verplicht u te onderwerpen aan medische keuringen en geneeskundige onderzoeken, voor zover deze verplichtingen wettelijk zijn, vereist of toegestaan. Daarbij geldt dat dergelijke medische keuringen of geneeskundige onderzoeken altijd dienen te voldoen aan de wettelijke waarborgen en geneeskundige standaarden.
Wijzigingen in werk of werktijden
2.5.3. Binnen redelijke grenzen en voor zover dat uit het belang van het werk of de organisatie voortvloeit bent u, in overleg, verplicht:
a) Tot het verrichten van andere werkzaamheden voor een bepaalde periode van maximaal drie maanden die in redelijke mate aansluiten bij uw huidige functie. Indien het bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt, kan deze periode aansluitend worden verlengd;
b) Om akkoord te gaan met wijzigingen, voor een periode zoals genoemd in artikel 2.5.3.a, in de regeling van uw arbeidsduur, uw arbeidstijden of uw dienstrooster.
U bent gehouden, ook buiten het voor u geldende dienstrooster, werkzaamheden te verrichten, indien Vopak u dat vraagt op grond van het bedrijfsbelang. Vopak zal zich hierbij houden aan de wettelijke bepalingen en aan deze CAO.
Tevens bent u gehouden om over te gaan naar elke dienst die door Vopak noodzakelijk wordt geacht indien het bedrijfsbelang dit eist. De overgang naar een andere dienst dient
te geschieden naar redelijkheid en met inachtneming van de desbetreffende wettelijke bepalingen en van deze CAO.
Gedragscodes
2.5.4. Binnen Vopak gelden verschillende gedragscodes2, die een kader vormen waaraan alle Vopak-medewerkers zich bij de uitoefening van hun functie dienen te houden. U bent verplicht zowel naar de letter als naar de geest van deze codes te handelen. Bij uw indiensttreding ontvangt u een exemplaar van deze codes. De codes zullen door Vopak eveneens beschikbaar worden gesteld via internet. Indien de inhoud van deze codes wordt aangepast, zult u hierover door Vopak worden geïnformeerd.
Geheimhouding
2.5.5. Zowel gedurende als na afloop van het dienstverband - ongeacht de wijze waarop en de redenen waarom het dienstverband tot een einde is gekomen - is het u verboden om op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm en op welke wijze dan ook, enige mededeling te doen van hetgeen te uwer kennis komt aangaande de zaken en belangen van Vopak, haar cliënten en andere relaties, één en ander in de ruimste zin des woords, tenzij de uitoefening van uw functie vereist dat u derden van zodanige aangelegenheden in kennis stelt.
Deze geheimhoudingsplicht bestaat niet in de situatie dat u door Vopak specifiek van uw geheimhoudingsverplichting bent ontheven en ook niet indien er van u krachtens wettelijke voorschriften mededelingen zullen en kunnen worden gevorderd.
Verbeteringen en uitvindingen
2.5.6. De (rechten op de) door u tijdens de duur van uw dienstverband met Vopak gedane verbeteringen en uitvindingen, die in rechtstreeks verband staan met uw werkzaamheden of daaruit voortvloeien, komen toe aan Vopak.
Nevenactiviteiten
2.5.7. U mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Vopak geen nevenwerkzaamheden verrichten. Vopak zal in beginsel schriftelijke toestemming voor betaalde nevenwerkzaamheden verlenen, tenzij er een gerede kans bestaat dat deze nevenwerkzaamheden de belangen van Vopak kunnen schaden.
Vopak staat er in principe positief tegenover indien u buiten uw werktijd activiteiten ontplooit in het kader van uw maatschappelijke betrokkenheid. U hebt toestemming van Vopak om onbetaalde nevenwerkzaamheden te verrichten, tenzij deze werkzaamheden strijdig zijn met de belangen van Vopak en Vopak kunnen schaden. Indien dit het geval zal of kan zijn, dient u alsnog voorafgaand te overleggen met Vopak.
2.6 Indiensttreding en arbeidsovereenkomst
Schriftelijke arbeidsovereenkomst en toepasselijkheid CAO
2.6.1. U treedt bij Vopak in dienst op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst of aanstellingsbrief, die door u en Vopak wordt ondertekend. Deze CAO maakt integraal onderdeel uit van uw arbeidsovereenkomst. Voorafgaand aan het aangaan van uw arbeidsovereenkomst ontvangt u een exemplaar van de CAO.
2 Hierna een niet limitatieve opsomming van gedragscodes bij Vopak: Vopak gedragscode, Klokkenluiderregeling, Vopak internet gedragscode, Etiquette e-mail verkeer en de Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen.
Wanneer Vopak en de vakverenigingen aanvullingen op of wijzigingen van deze CAO overeenkomen, gelden deze aanvullingen en wijzigingen eveneens voor u, en zal Vopak ervoor zorg dragen dat u wordt geïnformeerd over deze aanvullingen of wijzigingen.
Uw arbeidsovereenkomst
2.6.2. In uw arbeidsovereenkomst of aanstellingsbrief worden in ieder geval de volgende per de datum van indiensttreding voor u geldende onderwerpen conform deze CAO bevestigd:
• Datum van indiensttreding;
• De aard van uw arbeidsovereenkomst;
• Indien een proeftijd is overeengekomen: de wederzijdse proeftijd en lengte daarvan;
• Plaats in de organisatie (uw afdeling), uw leidinggevende, uw functietitel en functiegroep;
• Standplaats;
• Basis maandsalaris en uw vakantietoeslag;
• Gemiddelde arbeidsduur per week;
• Voor zover van toepassing: als bijlage bij de arbeidsovereenkomst het meest recente dienstrooster dat op het moment van indiensttreding van toepassing is;
• Aantal vakantiedagen per jaar, alsmede het aantal vakantiedagen in het jaar van indiensttreding;
• Opname in het pensioenfonds volgens de toepasselijke bepalingen van het pensioenreglement.
Aard van uw arbeidsovereenkomst
2.6.3. Vopak kan met u een arbeidsovereenkomst aangaan:
• Voor bepaalde tijd;
• Voor onbepaalde tijd;
• Voor de duur van een project.
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
2.6.4. Indien u met Vopak een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangaat, zal de maximale duur van deze arbeidsovereenkomst 18 maanden zijn, waarna uw dienstverband van rechtswege zal worden beëindigd of zal worden omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Deze maximale duur van 18 maanden is niet op u van toepassing indien u met Vopak een dienstverband voor bepaalde tijd bent aangegaan waarbij:
• u vervult een functie die betrokken is bij een nieuwbouw- en/of vervangingsproject of
• u bent operator in opleiding.
Proeftijd
2.6.5. Bij het aangaan van uw dienstverband geldt een wederzijdse proeftijd. De duur van de wederzijdse proeftijd is één maand bij een dienstverband voor bepaalde tijd dat is overeengekomen voor een periode korter dan twee jaar. Bij een dienstverband voor onbepaalde tijd is de proeftijd twee maanden. Gedurende de proeftijd kunnen zowel u als Vopak het dienstverband op elk gewenst moment beëindigen.
Medische keuring
2.6.6. Het kan voorkomen dat van u een medische keuring verlangd wordt voordat u in dienst treedt bij Vopak, indien deze keuring wettelijk is vereist of wordt toegestaan. Deze zogenaamde aanstellingskeuring zal worden verricht door een bedrijfsarts van de door
Vopak aangewezen Arbodienst. Daarbij geldt dat een dergelijke medische keuring altijd dient te voldoen aan de wettelijke waarborgen en geneeskundige standaarden.
2.7 Indeling van functies
ORBA® -systematiek
2.7.1. De systematiek volgens welke de functies bij Vopak zijn ingedeeld in functiegroepen is gebaseerd op de ORBA® -methode voor functiewaardering.
Indelen van functiebeschrijvingen
2.7.2. De indeling van uw functie gebeurt op basis van een procedure voor waardering en indeling van functies, in principe door middel van vergelijking met Vopak referentie- functies, tenzij uw functie is aangewezen als een Vopak referentiefunctie.
De procedure voor waardering en indeling van functies alsmede de beroepsprocedure treft u aan in bijlage I.
2.8 Werken in deeltijd
Algemeen – aanpassing arbeidsduur
2.8.1. Indien u minimaal één jaar in dienst bent bij Vopak, kunt u conform de bepalingen van de Wet aanpassing arbeidsduur aan Vopak verzoeken om minder of meer uren per week te gaan werken dan de aanvankelijk met u overeengekomen werktijd. U werkt in deeltijd, indien uw werktijd minder uren bedraagt dan de normale werktijd conform artikel 11.1.2. van de B-artikelen of artikel 17.1.1.van de C-artikelen.
Arbeidsvoorwaarden naar evenredigheid
2.8.2. Indien u in deeltijd werkt, gelden alle arbeidsvoorwaarden uit deze CAO in evenredigheid met uw overeengekomen werktijd, met uitzondering van:
• De bijdrage van Vopak aan de premie van de zorgverzekering (zie artikel 5.8);
• De studiekostenregeling (zie artikel 6.3);
• De vergoeding voor verhuiskosten bij verhuizing op verzoek van Vopak (zie artikel 6.4);
Voor de tegemoetkoming in de reiskosten woon/werkverkeer geldt dat deze in evenredigheid met het aantal dagen waarop wordt gewerkt, wordt vastgesteld.
Overwerk
2.8.3. De overwerktoeslagen, zoals genoemd in deze CAO, zijn voor parttimers pas van toepassing indien de gemiddelde arbeidstijd per week is overschreden.
Het opnemen van tijd voor tijd is toegestaan indien de werkzaamheden dit toelaten, ter beoordeling van de leidinggevende.
2.9 Einde van de arbeidsovereenkomst
Beëindiging arbeidsovereenkomst
2.9.1. Behalve in geval van ontslag op staande voet wegens dringende redenen voor u of voor Vopak volgens de bepalingen van artikel 7:678 en 7:679 BW, eindigt de arbeidsovereenkomst tussen u en Vopak:
a. Door eenzijdige beëindiging tijdens of aan het einde van de proeftijd zoals bedoeld in artikel 7:652 en 7:676 BW;
b. Door het verstrijken van de tijd en/of de werkzaamheden waarvoor de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan, onverlet de mogelijkheid van een tussentijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit betekent ook dat artikel 7:668a lid 1 tot en met 4 BW niet op uw arbeidsovereenkomst van toepassing is;
c. Met wederzijds goedvinden op het door u en Vopak overeengekomen tijdstip;
d. Door opzegging van de arbeidsovereenkomst door u of Vopak, met inachtneming van de geldende opzegtermijn;
e. Door ontbinding door de rechter op grond van artikel 7:685 of 7:686 BW vanwege gewichtige redenen dan wel vanwege wanprestatie;
f. Door opzegging van de arbeidsovereenkomst door Vopak of ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter ingeval u in de zin van de WIA volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bent;
g. Door opzegging van de arbeidsovereenkomst door Vopak of ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter ingeval u in de zin van de WIA minder dan 80% arbeidsongeschikt bent, maar waarbij desondanks geen reëel uitzicht bestaat op herplaatsing binnen Vopak;
h. Door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd met ingang van de eerste van de maand waarin u volgens de op u van toepassing zijnde pensioenregeling pensioen- gerechtigd bent;
i. Door uw overlijden.
2.9.2. Einde arbeidsovereenkomst bij arbeidsongeschiktheid
In afwijking van het bepaalde in artikel 7:670 lid 1 BW kan de opzegging zoals bedoeld in artikel 2.9.1 onder f en g plaatsvinden ook indien de ziekte of arbeidsongeschiktheid nog geen twee jaren heeft geduurd, met dien verstande dat de
datum van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst pas kan plaatsvinden nadat de ziekte of arbeidsongeschiktheid ten minste twee jaren heeft geduurd en het deskundigenoordeel als bedoeld in artikel 5.5 is verkregen uitwijst dat het niet redelijk is van Vopak te verwachten passend werk aan te bieden.
2.9.3. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Heeft u een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en wordt deze arbeidsovereenkomst van rechtswege beëindigd, dan zal Vopak u twee maanden voorafgaande aan deze beëindiging hierover informeren.
Opzegtermijnen
2.9.4. In geval van opzegging van de arbeidsovereenkomst dienen zowel u als Vopak de wettelijke opzegtermijnen in acht te nemen zoals bedoeld in artikel 7:672 lid 2 en lid 3 BW. Voor u bedraagt de opzegtermijn één maand, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Indien in uw arbeidsovereenkomst voor u een langere opzegtermijn is overeengekomen, geldt, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:672 lid 6 BW, voor Vopak een gelijke opzegtermijn, tenzij uit artikel 7:672 lid 2 BW een langere termijn voortvloeit.
De opzegtermijn vangt aan op de eerste dag van de eerstvolgende volle kalendermaand, volgend op de datum van opzegging.
Teruggave Vopak eigendommen en bescheiden
2.9.5. In geval van schorsing en bij beëindiging van het dienstverband, ongeacht de wijze waarop en de redenen waarom het dienstverband wordt beëindigd, zult u alle zich onder u bevindende eigendommen van Vopak, alsmede de eigendommen van derden welke door
Vopak aan u in het kader van uw dienstverband ter beschikking zijn gesteld, ter beschikking stellen aan Vopak.
Dit geldt ook voor alle bescheiden, die in enigerlei verband staan met Vopak en/of met de aan haar gelieerde vennootschappen, met haar cliënten en andere relaties, één en ander in de ruimste zin van het woord, evenals alle kopieën van dergelijke bescheiden (al dan niet opgeslagen op gegevensdragers).
2.10 Uitzendkrachten en ingeleend personeel
2.10.1. Vopak streeft ernaar geen onderscheid te maken tussen uitzendkrachten en medewerkers. De bepalingen ten aanzien van de onderstaande elementen van de arbeidsvoorwaarden geregeld in deze CAO zijn ook van toepassing op uitzendkrachten vanaf de aanvang van de uitzendovereenkomst:
• Basis maandsalaris en salarisaanpassing;
• Onregelmatigheids- en overwerktoeslag;
• Tegemoetkoming kosten woon/werk verkeer.
Hoofdstuk 3 Werk en inkomen
In het hoofdstuk Werk en Inkomen vindt u de belangrijkste afspraken over uw jaarlijkse salarisherziening en de invloed van uw eindejaarsbeoordeling hierop. Ook afspraken tussen Vopak en vakverenigingen over de halfjaarlijkse indexering van salarisschalen en individuele salarissen vindt u hier terug. Daarnaast wordt een aantal andere onderwerpen weergegeven, zoals vakantietoeslag, stand-by vergoedingen en welk salaris wordt toegekend bij indiensttreding of promotie.
3.1 Jaarlijkse herziening basis maandsalarissen
3.1.1. Uw individuele basis maandsalaris wordt per 1 januari van elk jaar herzien. De eventuele procentuele salarisverhoging binnen de voor u van toepassing zijnde salarisklasse is daarbij afhankelijk van de opgestelde individuele eindejaar beoordeling over uw functioneren gedurende het afgelopen jaar, in combinatie met een akkoord van de Directie of het Management Team. Zodra het maximum van de salarisklasse is bereikt, kunt u alleen doorgroeien in de uitloopschaal indien u een eindejaar beoordeling heeft met een ‘zeer goed/aantoonbaar beter’ (= D) of een ‘uitstekend/voorbeeld voor anderen’ (= E) score bij onderdeel IV, het eindoordeel van uw leidinggevende.
3.1.2. Zodra de uitkomst van uw individuele beoordeling bekend is, kunt u in onderstaande tabel de procentuele verhoging zien waarmee uw basis maandsalaris wordt aangepast. Het maximum van uw salarisklasse en - voor zover van toepassing - het maximum van de uitloop van uw salarisklasse zullen niet worden overschreden door deze procentuele verhoging.
De procentuele verhoging wordt berekend over het uw huidige basis maandsalaris.
Uitkomst van uw individuele eindejaar beoordeling | Procentuele verhoging | |
E | Uitstekend | 3,00% |
D | Zeer goed | 2,75% |
C | Normaal/goed | 2,50% |
B | Matig | 1,25% |
A | Onvoldoende | 0,00% |
Indien uw eindejaar beoordeling een ‘onvoldoende’ laat zien, waardoor uw basis maandsalaris niet zal worden herzien op 1 januari van het daarop volgende jaar, wordt dit in december van het jaar waarin de eindejaar beoordeling heeft plaatsgevonden schriftelijk aan u bevestigd.
3.2 Indexering en aanpassing basis maandsalarissen
3.2.1. De basis maandsalarissen zullen per 1 januari en 1 juli van elk jaar halfjaarlijks achteraf worden geïndexeerd. Uitgangspunt voor deze indexering is de ‘Consumentenprijsindex - afgeleid (2006 = 100) over maart - september respectievelijk september - maart.
3.2.2. De Consumentenprijsindex – afgeleid over maart 2012 is 110,22. Per 1 juli 2012 is de indexering van de basis maandsalarissen daarom vastgesteld op 1,20%.
3.2.3. Op de data genoemd in artikel 8.2.1. zullen de salarisschalen worden aangepast met de indexcijfers waarmee de basis maandsalarissen zijn verhoogd.
3.2.4. Aanpassing van basis maandsalarissen en salarisschalen, zoals genoemd in dit artikel, zal plaatsvinden bij een stijgend Consumentenprijsindexcijfer. Bij een dalend of negatief Consumentenprijsindexcijfer moeten de basis maandsalarissen en de salarisschaal worden bevroren en zal de negatieve indexering indien mogelijk worden verrekend met een toekomstige positieve indexering.
3.2.5. De aanpassing van de basis maandsalarissen is niet aan een maximum gebonden.
3.2.6. Bij de toepassing van deze indexeringsregeling wordt steeds uitgegaan van de door het CBS gepubliceerde, voorlopige consumentenprijsindexcijfers. Dit betekent dat geen rekening wordt gehouden met correcties, die achteraf over een bepaalde maand zijn aangebracht door het CBS.
3.2.7. In bijlage IV zijn de salarisschalen weergegeven, zoals deze gelden per 1 januari 2012 en 1 juli 2012.
3.2.8. Op de hierna genoemde data zullen de basis maandsalarissen en de salarisschalen tevens worden verhoogd met:
1 januari 2012 0,75%;
1 juli 2012 0,60%;
1 januari 2013 0,75%;
1 juli 2013 0,60%;
1 januari 2014 0,75%;
1 juli 2014 0,60%.
3.3 Eenmalige uitkering
3.3.1. Medewerkers met een actief dienstverband in de maand van uitbetaling ontvangen met de salarisafrekening van juli 2012, juli 2013 en juli 2014 een éénmalige bruto uitkering van €1.000,=.
De eenmalige uitkering heeft betrekking op het voorgaande kalenderjaar. Indien een medewerker dit kalenderjaar niet volledig in actieve dienst is geweest door een indiensttreding later in het jaar, wordt de uitkering pro rata betaald. Parttimers en medewerkers die gedurende het voorgaande kalenderjaar uit dienst zijn gegaan in verband met hun pensionering, ontvangen de uitkering pro rata.
3.3.2. In 2013 en 2014 zal in de maand april een resultaat afhankelijke uitkering worden betaald aan de medewerkers van € 500,=, indien het door de Raad van Bestuur vastgestelde EBITDA target over het voorgaande jaar, respectievelijk 2012 en 2013, is behaald door de Divisie Vopak NL.
3.4 Vakantietoeslag (van toepassing tot en met 30 april 2013)
3.4.1. Jaarlijks in de maand mei ontvangt u naast uw basis maandsalaris een vakantietoeslag.
3.4.2. De periode waarover de vakantietoeslag wordt opgebouwd loopt van 1 mei van het
voorgaande jaar tot en met 30 april van het betreffende jaar. De vakantietoeslag bedraagt 8,33% van de som van de in de referteperiode aan u daadwerkelijk uitbetaalde basis maandsalarissen3.
3.4.3. Indien u op het moment van uitbetalen van de vakantietoeslag nog geen volle periode van twaalf maanden in dienst van Vopak bent, wordt uw vakantietoeslag uitgekeerd over het aantal maanden dat u tot en met 30 april van het betreffende jaar al daadwerkelijk in dienst bent geweest.
3.5 Vakantietoeslag (deze tekst wordt met ingang van 1 mei 2013 opgenomen in de A- artikelen. De eerste betaling van de vakantietoeslag volgens dit artikel zal derhalve plaatsvinden in mei 2014)
3.5.1. De periode waarover de vakantietoeslag wordt berekend, loopt van 1 mei tot en met 30 april, en bedraagt een basis maandinkomen.
3.5.2. De vakantietoeslag wordt uitbetaald in de maand mei over de daaraan voorafgaande periode van twaalf maanden en wordt afgeleid van het in die maand geldende basis maandsalaris. Met dien verstande dat, in het geval van een (tijdelijke) overgang van de ene naar de andere dienst, de vakantietoeslag in evenredigheid wordt afgeleid van het per dienst geldende basis maandsalaris. Deze regeling is alleen van toepassing als er sprake is van een aaneengesloten periode van ten minste één kalendermaand.
3.6 Stand-by diensten (wordt met ingang van 1 juli 2013 opgenomen in de A-artikelen)
3.6.1. Vergoeding stand-by diensten per daadwerkelijk gewerkte dienst
Een vergoeding wordt toegekend indien de medewerker is ingedeeld in een stand-by dienst. De hoogte van deze vergoeding is afhankelijk van het aantal daadwerkelijk gelopen diensten en wordt bepaald aan de hand van de onderstaande bepalingen:
1. Het aantal stand-by diensten wordt per jaar bepaald volgens een vooraf vastgesteld rooster.
2. Een stand-by dag begint op de betreffende dag direct na het einde van de dag- of ochtenddienst en eindigt op de volgende dag bij de aanvang van de dag- of ochtenddienst.
3. Een volledige stand-by week begint elke week op maandagmiddag direct na het einde van de dag- of ochtenddienst en eindigt op de volgende maandagochtend bij de aanvang van de dag- of ochtenddienst.
4. De vaste vergoeding voor een voor het gehele kalenderjaar van te voren geplande en volledige stand-by week bedraagt € 275,=
5. Indien de betreffende stand-by diensten niet per week maar per dag zijn ingedeeld, wordt voor een volledige stand-by dag € 40,= betaald.
6. Over de vaste vergoeding wordt vakantietoeslag berekend en pensioen opgebouwd.
7. Feestdagencompensatie is begrepen in de vergoeding per dag of per week.
8. In de vergoeding is eveneens meegenomen de vervanging gedurende maximaal twee weken per kalenderjaar van stand-by diensten voor kort verzuim en/of ziekte van een collega. Extra diensten buiten deze twee weken worden achteraf betaald.
3 De reservering van de door u opgebouwde vakantietoeslag is maandelijks zichtbaar op uw salarisstrook.
9. In geval van een onvolledige dienst wordt de vergoeding naar evenredigheid uitgekeerd.
3.6.2. Variabele vergoeding (bij opkomst)
1. De stand-by medewerker is verplicht om aan een oproep gehoor te geven.
2. Voor het opkomen tijdens een stand-by periode geldt de volgende vergoedingsregeling: het basis uur salaris over de werkelijk gewerkte uren, verhoogd met de toeslagen als genoemd in artikel 19.6 tot en met 19.7 plus één reis uur.
3. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de medewerker geen recht op deze variabele vergoeding.
3.6.3. Afbouw stand-by vergoeding
1. Afbouw van de vaste vergoeding vindt plaats conform artikel 7.6.
2. Er is geen afbouwregeling van toepassing op de variabele vergoeding.
3.6.4. Indexering
De stand-by vergoeding zal jaarlijks (telkens per 1 januari van elk jaar) worden geïndexeerd, voor het eerst op 1 januari 2013.
3.7 Promotiebeleid
3.7.1. Indien u wordt benoemd in een hogere functie zal Vopak, indien de salarisschaal hiertoe ruimte biedt en er geen persoonlijke toeslag voor u is vastgesteld, het basis maandsalaris met 2,5% verhogen.
3.7.2. Inschaling in een hogere functieklasse door indeling van uw (aangepaste) functiebeschrijving is geen promotie in de zin van artikel 3.7.1.
3.8 Toepassing salarisregeling bij indiensttreding of promoties
3.8.1. Het minimum basis maandsalaris van de salarisklasse (dat wil zeggen de ondergrens) waarin men is aangesteld, zal in principe worden toegepast bij indiensttreding, alsmede bij aanstelling in een nieuwe functie. Hiervan kan echter worden afgeweken indien naar het oordeel van de betrokken leidinggevende een medewerker bij aanstelling of bij indiensttreding een zodanige ervaring inbrengt, dat aanstelling boven het minimum basis maandsalaris verantwoord is.
3.8.2 Medewerkers die bij indiensttreding een (deel van een) opleiding moeten volgen die deel uitmaakt van de voor de functie vereiste opleidingen, worden aangesteld in een aanloopschaal. Hierbij kan, onder andere, ook worden gedacht aan personen met een achterstandspositie op de arbeidsmarkt.
3.8.3. Promoties naar een hogere functie kunnen alleen plaatsvinden als de medewerker aan de eisen voldoet die aan de hogere functie worden gesteld; één en ander op voorstel van de betrokken leidinggevende, en na akkoord van het Management Team.
Hoofdstuk 4 Werk en vrije tijd
In het hoofdstuk ‘Werk en vrije tijd’ treft u regelingen aan die betrekking hebben op werken op of tijdens zon- en feestdagen.
4.1 Feestdagen
4.1.1. Tenzij sprake is van overwerk of anders met u is overeengekomen, hoeft u op de volgende algemeen erkende feestdagen niet te werken:
- Nieuwjaarsdag
- Eerste en tweede paasdag
- Koninginnedag
- In lustrumjaren Nationale Bevrijdingsdag (5 mei)
- Hemelvaartsdag
- Eerste en tweede pinksterdag
- Eerste- en tweede kerstdag
4.1.2. Het betreft hier twee regelingen:
a. Dagdienst of onregelmatige dienst:
Bedoelde feestdagen gaan in om 00.00 uur op de betreffende feestdag en eindigen om 24.00 uur op diezelfde feestdag.
b. Volcontinudienst:
Bedoelde feestdagen worden geacht in te gaan op het tijdstip van afloop van de laatste dienst, eindigende op de dag, voorafgaande aan de feestdag en worden geacht te eindigen op het tijdstip van afloop van de laatste volle dienst, vallende in de feestdag.
4.1.3. Zowel op de dag voorafgaande aan eerste kerstdag als op oudejaarsdag behoeft door u, indien u werkzaam bent in dagdienst, geen arbeid te worden verricht na 18.00 uur.
Als u werkzaam bent in de onregelmatige of volcontinudienst, zal Vopak er naar streven uw werkzaamheden na de hierboven aangegeven tijdstippen zoveel mogelijk te beperken.
4.2 Zondagen en roostervrije dagen
4.2.1 Voor de dagdienst geldt dat, tenzij sprake is van overwerk of anders met u is overeengekomen, u op zondagen niet hoeft te werken
4.2.2. Voor de dagdienst en onregelmatige dienst gaat de zondag in om 00.00 uur op de betreffende zondag en eindigt deze zondag om 24.00 uur op diezelfde zondag.
4.2.3. Voor de volcontinudienst wordt de roostervrije dag geacht in te gaan om 07.00 uur volgende op de laatste dienst van een dienstenperiode en te eindigen om 07.00 uur voorafgaande aan de aanvang van een volgende dienstenperiode (voor Vopak Terminal Vlaardingen is dat 07.30 uur).
4.3 Verlof voor bijzondere gebeurtenissen en omstandigheden
Bijzonder verlof met behoud van salaris zoals bedoeld in de Wet Arbeid en Zorg
4.3.1. U kunt doorbetaald verlof opnemen zoals bedoeld in artikel 4:1 van de Wet Arbeid en Zorg
indien u de gebeurtenis in het desbetreffende geval bijwoont. Het recht op bijzonder verlof wordt in ieder geval toegekend:
• Gedurende de bevalling van uw (geregistreerde) partner met wie u samenwoont. Bovendien kunt u doorbetaald verlof opnemen als bedoeld in artikel 4:2 van de Wet Arbeid en Zorg gedurende twee dagen of diensten ten behoeve van kraamverlof na bevalling van uw echtgenote of (geregistreerde) partner met wie u samenwoont of degene van wie u het kind erkent;
• Gedurende een hele dag of dienst bij uw ondertrouw en gedurende twee dagen of diensten bij uw huwelijk of geregistreerd partnerschap;
• Gedurende één dag of dienst bij het huwelijk van uw kind, pleegkind, kleinkind, broer, zuster, ouder en schoonouder, zwager en schoonzuster;
• Van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis/crematie bij overlijden van uw partner of (geregistreerde) partner of van een inwonend kind of pleegkind, uw ouders of uw schoonouders;
• Gedurende een dag of dienst bij overlijden en gedurende een dag of dienst bij begrafenis/crematie van een uitwonend kind of pleegkind;
• Gedurende een dag of dienst bij de begrafenis van uw kleinkind, broer, zuster, zwager of schoonzuster, grootouder van u of van uw (geregistreerde) partner, schoonzoon of schoondochter;
• Gedurende de daarvoor benodigde tijd, wanneer u ten gevolge van de uitoefening van het actief kiesrecht of de vervulling van een bij of krachtens de wet of overheid zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichting verhinderd wordt te werken, indien de vervulling van deze verplichting niet in uw vrije tijd kan gebeuren. Indien de opgelegde verplichting te wijten is aan uw schuld vindt geen doorbetaling van uw salaris plaats. Uw maandsalaris wordt doorbetaald onder aftrek van alle vergoedingen die van derden kunnen worden verkregen;
• Gedurende de voor het noodzakelijke bezoek aan dokter of specialist benodigde tijd, voor zover dit bezoek niet in uw vrije tijd kan geschieden.
De Wet Arbeid en Zorg biedt een aantal vormen van onbetaald en (gedeeltelijk) betaald verlof. In alle situaties waarbij u hiervan gebruik wil maken, geldt dat u - tenzij dit onmogelijk is - uw leidinggevende ruimschoots van tevoren van uw afwezigheid op de hoogte brengt.
4.3.2. In de hierna genoemde, voorzienbare gevallen heeft u recht op doorbetaald verlof, indien u de feestelijke gebeurtenis bijwoont.
• Gedurende één dag of dienst bij uw 25- en 40-jarig dienstjubileum;
• Gedurende één dag of dienst bij uw 12½-, 25- en 40-jarig huwelijk of geregistreerd partnerschap, dat van uw ouders of schoonouders, evenals bij het 50- en 60-jarig huwelijk of geregistreerd partnerschap van uw ouders, schoonouders of grootouders.
4.3.3. Bij een verhuizing op verzoek van Vopak heeft u gedurende twee dagen of diensten recht op doorbetaald verlof.
4.3.4. In alle gevallen genoemd in artikel 4.3.1. tot en met 4.3.3. geldt dat u uw leidinggevende ruimschoots van tevoren van uw afwezigheid op de hoogte brengt. Vopak kan achteraf van u verlangen dat u bewijsstukken overlegt. Bij gebleken misbruik van het recht op bijzonder verlof vindt geen doorbetaling van uw salaris plaats.
4.4 Overig bijzonder en onbetaald verlof
4.4.1. Indien u, ten gevolge van de vervulling van een buiten uw schuld en krachtens de wet persoonlijk zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichting, verhinderd bent uw arbeid te verrichten, en deze vervulling kan niet in uw vrije tijd geschieden, zal over een door Vopak naar billijkheid te bepalen tijdsduur tot een maximum van twee dagen of diensten doorbetaling van het basis maandinkomen plaats hebben.
4.4.2. Het verstrekken van onbetaald verlof voor doelen anders dan omschreven in het reglement Levensloopregeling is mogelijk mits:
a. De werkgever te allen tijde de vrijheid behoudt de aanvraag hiertoe al dan niet te honoreren;
b. Alle financiële en verzekeringstechnische gevolgen van dit onbetaald verlof voor rekening van de medewerker zijn;
c. Wordt bepaald, dat gedurende het onbetaald verlof de medewerker geen arbeid als gevolg van een ter zake afgesloten (arbeids)overeenkomst mag verrichten;
d. Dit verlof voor gedurende minimaal één week en tot maximaal één maand wordt aangevraagd (zie Levensloopregeling voor afwijkende verlofperioden).
Nadere regelgeving (met betrekking tot de praktische gang van zaken) zal in voorkomende gevallen worden vastgelegd en zulks in overleg met de Ondernemingsraad.
Hoofdstuk 5 Werk en sociale zekerheid
In dit hoofdstuk treft u een aantal belangrijke onderwerpen aan waar u vooral mee te maken heeft als u door arbeidsongeschiktheid niet in staat bent om te werken. Wat zijn de gevolgen voor uw inkomen bij volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en hoe wordt uw salaris doorbetaald als u weer geheel of gedeeltelijk aan de slag gaat?
Wat u moet doen als u ziek wordt, staat beschreven in het Ziekteverzuimreglement. Dit is een afzonderlijk document tot stand gekomen in overleg met de Centrale Ondernemingsraad van Vopak Nederland.
Ook wordt aangegeven wat er met uw inkomen gebeurt indien u onverhoopt blijvend arbeidsongeschikt raakt. Wat dit onderwerp extra moeilijk maakt, is dat veel regels over wat er gebeurt bij ziekte en arbeidsongeschiktheid in wetten zijn vastgelegd, zoals de Ziektewet, de Wet Uitbreiding Loondoorbetalingplicht Bij Ziekte (WULBZ), de wet WIA (wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, waarin opgenomen de IVA en de WGA). Kortom; ingewikkelde materie, maar daarom niet minder belangrijk.
Verder vindt u in dit hoofdstuk nog een aantal andere onderwerpen die samenhangen met arbeidsongeschiktheid: de collectieve zorgverzekering bij Vopak en de collectieve Vopak ongevallenverzekering. Ten slotte bevat dit hoofdstuk de regeling van de uitkering aan uw nabestaanden indien u komt te overlijden, alsmede de bepaling op grond waarvan u deelnemer wordt aan de pensioenregeling van Vopak.
5.1 Wat te doen bij ziekte en/of arbeidsongeschiktheid
Ziekteverzuimreglement
5.1.1. In het Ziekteverzuimreglement staan meer gedetailleerde gedragsregels over hoe u moet handelen bij arbeidsongeschiktheid of hervatting van uw werkzaamheden na arbeidsongeschiktheid. U dient u te houden aan deze in dit Ziekteverzuimreglement opgenomen regels.
Actief meewerken aan uw re-integratie
5.1.2. Vanaf de eerste dag van uw arbeidsongeschiktheid wordt van u verwacht dat u actief meewerkt aan uw re-integratie. Indien u nevenwerkzaamheden verricht bij een andere werkgever dan Vopak, dan dient u bij uw ziekmelding tevens te melden of u voor deze nevenwerkzaamheden ook geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent. Zodra u in staat bent om uw eigen werkzaamheden geheel of gedeeltelijk te hervatten, of wanneer u in staat bent ander aangepast werk te verrichten, dient u dit te melden bij uw leidinggevende of bij Human Resources.
5.2 Salarisdoorbetaling gedurende het 1e en 2e jaar van arbeidsongeschiktheid
Xxxxxxx bij arbeidsongeschiktheid
5.2.1. Gedurende de periode waarover u geen loon ontvangt vanwege (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid wordt uw basis maandinkomen geheel of gedeeltelijk doorbetaald, op voorwaarde dat u in overeenstemming handelt met de wettelijke voorschriften en de regels opgenomen in het Ziekteverzuimreglement. Deze doorbetaling van het basis maandinkomen betreft, bij een onafgebroken periode van gedeeltelijke of volledige arbeidsongeschiktheid, maximaal een periode van 104 weken.
Voor de toepassing van dit artikel worden tijdvakken van arbeidsongeschiktheid die elkaar met tussenpozen van minder dan vier weken opvolgen, bij elkaar opgeteld.
Hoogte van de doorbetaling gedurende het 1e en 2e jaar van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (schema A)
5.2.2. De doorbetaling van uw basis maandinkomen vindt plaats overeenkomstig onderstaand schema:
Schema A | Gedurende de eerste 52 weken | Vanaf week 53 tot en met week 104 |
Hoogte van de doorbetaling in procenten van het basis maandinkomen gedurende volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid | 100% | 70% |
Hoogte van de doorbetaling in procenten van het basis maandinkomen bij voldoen aan uw re-integratiever- plichtingen gedurende volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid | 100% | 70% plus 20% |
Indien en voor zover u aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, de Wet Uitbreiding Loondoorbetalingplicht Bij Ziekte of de WIA wordt het bedrag van deze uitkering in mindering gebracht op de doorbetaling van het basis maandinkomen, zoals vastgesteld in schema A.
Dienstverband voor bepaalde tijd
5.2.3. Indien u een dienstverband voor bepaalde tijd heeft met Vopak, zijn de bepalingen van hoofdstuk 5 alleen op u van toepassing tijdens de duur van het betreffende dienstverband.
Bereiken pensioengerechtigde leeftijd
5.2.4. Op de 1e van de maand waarin u de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, worden alle in hoofdstuk 5 genoemde aanvullingen of doorbetalingen beëindigd.
5.3 Re-integratie: aangepast werk, interne of externe herplaatsing
Re-integratie naar uw oorspronkelijke functie
5.3.1. Indien u wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid niet in staat bent om uw eigen werkzaamheden te verrichten, dienen de inspanningen van zowel uzelf als van Vopak primair gericht te zijn op uw herstel.
In het kader van uw herstel zal, mede afhankelijk van de aard en de duur van uw arbeidsongeschiktheid en van de inschatting van de mogelijkheden, op enig moment sprake zijn van re-integratie in het arbeidsproces.
Op het moment waarop u uw re-integratietraject heeft afgerond en uw werkzaamheden in uw oorspronkelijke functie en dienstrooster volledig heeft hervat, eindigt de doorbetaling, genoemd in artikel 5.2.2. Daarna ontvangt u het basis maandinkomen dat bij deze functie hoort.
Re-integratie naar een andere of aangepaste functie
5.3.2 Indien u, nadat u uw re-integratietraject succesvol heeft afgerond, uw werkzaamheden hervat in een andere of aangepaste functie, dan wordt vanaf dit moment aan u het basis maandinkomen betaald dat bij de nieuwe functie en bij het dienstrooster hoort waarin u werkzaam bent. Uw basis maandinkomen zal voor de duur van de betreffende perioden genoemd in de schema’s A en B worden aangevuld tot het niveau dat in schema A of B wordt genoemd.
Externe re-integratie buiten Vopak
5.3.3. Wanneer functie-eisen, werkbelasting of specifieke herplaatsing mogelijkheden van uzelf of de arbeidsorganisatie met zich meebrengen dat een succesvolle re-integratie binnen Vopak niet of onvoldoende mogelijk blijkt, kan een re-integratietraject buiten de onderneming worden gestart.
Indien u extern wordt gere-integreerd, zal worden gestreefd naar een vast dienstverband bij een externe organisatie. Indien dit vaste dienstverband niet of niet direct aan u kan worden aangeboden, dan kan externe re-integratie plaatsvinden op basis van een tijdelijk dienstverband, of op basis van detachering. Een dergelijke detachering heeft een tijdelijk karakter en kan worden voortgezet voor maximaal een half jaar. De detachering eindigt zodra een vast dienstverband wordt overeengekomen.
Bij externe re-integratie zal het basis maandinkomen door Vopak worden aangevuld tot het niveau genoemd in schema A of B. Indien uw externe re-integratietraject niet slaagt, en dit niet aan u verwijtbaar is, biedt Vopak u gedurende één jaar een terugkeergarantie, waarbij tevens een tweede poging tot externe re-integratie wordt ondernomen.
5.4 Aanvulling op uw salaris of uitkering gedurende het 3e tot en met het 6e jaar van arbeidsongeschiktheid
Hoogte van de aanvulling gedurende het 3e tot en met het 6e jaar van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (schema B)
5.4.1. De doorbetaling van uw salaris vanaf week 105 t/m week 312 van uw (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid vindt plaats overeenkomstig onderstaand schema:
Indien het totaal van uw Schema B maandinkomen (nieuw salaris Duur van uw plus alle overige inkomsten, arbeidsongeschiktheid onder andere WIA/WGA/IVA- uitkering, ao-pensioen, WW, WIA/WGA-hiaat) lager is dan onderstaand percentage van uw oorspronkelijk maandinkomen, wordt een aanvulling toegekend. | De maximale aanvulling op uw totale maandinkomen (voor betekenis zie tekst in de kolom hiernaast). Het onderstaande percentage is een percentage van uw oorspronkelijke bruto maandinkomen. | |
van week 105 t/m 156 | 85% | tot maximaal 15% |
van week 157 t/m 208 | 80% | tot maximaal 10% |
van week 209 t/m 260 | 80% | tot maximaal 10% |
van week 261 t/m 312 | 75% | tot maximaal 5% |
vanaf week 313 | niet van toepassing | geen aanvulling door Vopak |
Uw totale maandinkomen na twee jaar arbeidsongeschiktheid
5.4.2. Indien na twee jaar doorbetaling, zoals vastgelegd in schema A in artikel 5.2.2, uw totale maandinkomen inclusief al uw overige inkomsten die voortkomen uit uw oorspronkelijke functie4, lager is dan het op dat moment volgens schema B geldende percentage, dan
4 Hiermee worden bedoeld alle wettelijke uitkeringen, arbeidsongeschiktheidspensioen, inkomen uit arbeid en uitkeringen uit hoofde van een WIA/WGA-hiaat of WAO-hiaat verzekering.
ontvangt u een aanvulling op dit totale maandinkomen tot maximaal dit percentage van uw oorspronkelijke maandinkomen, zoals aangegeven in schema B. Uw totale maandinkomen plus deze aanvulling van Vopak zal samen nooit meer bedragen dan het genoemd percentage van uw oorspronkelijke maandinkomen. Indien u verzuimt om, voor zover van toepassing, een (gedeeltelijke) WW-uitkering aan te vragen, of u heeft geen WIA/WGA-hiaat verzekering afgesloten, dan zal het hierboven genoemde totale maandinkomen worden vastgesteld alsof de betreffende WW-uitkering wel is toegekend en de WIA/WGA-hiaat verzekering tot uitkering is gekomen. Een eventuele korting of verlaging van een (wettelijke) uitkering die door toedoen van uzelf is veroorzaakt wordt niet gecompenseerd door Vopak.
Doorbetaling salaris en/of aanvulling bij sanctie opgelegd aan Vopak
5.4.3. Indien na afloop van de wettelijke loondoorbetalingverplichting de WGA of IVA uitkering later ingaat krachtens een, door het UWV, opgelegde sanctie aan Vopak, dan zal Vopak uw maandinkomen, inclusief alle overige inkomsten, aanvullen tot het percentage van het oorspronkelijke maandsalaris zoals vastgelegd in schema B.
Opschorting, korting of stopzetting doorbetaling salaris en/of aanvulling
5.4.4. Indien u het Ziekteverzuimreglement, de voorschriften van Vopak of van het uitvoeringsorgaan (hieronder tevens begrepen Arbodienst, UWV, Human Resources Vopak Nederland of een re-integratiebedrijf) niet naleeft, kan Vopak besluiten de doorbetaling of aanvulling op uw totale maandinkomen, zoals vastgelegd in schema A en B opschorten, korten of stopzetten. Alvorens hiertoe over te gaan, zal Vopak u horen. Uw argumenten zullen in het besluit van Vopak naar redelijkheid en billijkheid worden meegewogen.
5.5 Inspanningsverplichting re-integratie voor u en Vopak
Vopak voert een gedegen en up-to-date verzuimbeleid. Een zo goed en voorspoedig mogelijke terugkeer naar de werkplek is zowel in uw belang als dat van Vopak. Vopak en u verplichten zich de wetgeving op het gebied van arbeidsongeschiktheid en re-integratie na te leven. Net zoals Vopak deze verantwoordelijkheid op zich neemt, neemt u hierbij uw eigen verantwoordelijkheid voor alle re-integratieactiviteiten.
Vopak zal, in het geval u ziek wordt en uiteindelijk gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt verklaard, ernaar streven dat u uw verdiencapaciteit kan blijven benutten binnen of buiten Vopak. Hierbij kan sprake zijn van het (gedeeltelijk) hervatten van het eigen werk, dan wel van re-integratie in een andere functie of met een ander takenpakket.
Wanneer functie-eisen, werkbelasting, uw specifieke herplaatsing mogelijkheden en beperkingen of de arbeidsorganisatie met zich meebrengen dat een succesvolle re- integratie binnen het bedrijf voor u niet of onvoldoende mogelijk blijkt, wordt een re- integratietraject buiten de onderneming gestart. Eventueel wordt hierbij de hulp van een re-integratiebedrijf ingeschakeld.
Indien Vopak, na bovenstaande re-integratie-inspanningen, geen mogelijkheid ziet u binnen of buiten de onderneming aan het werk te houden, zal eerst door een arbeidsdeskundige een advies worden uitgebracht over de arbeidsongeschiktheid en herplaatsing mogelijkheden binnen 26 weken, alvorens Vopak het besluit kan nemen om over te gaan tot beëindiging van uw arbeidsovereenkomst. Alleen als Vopak, op basis van advies van de arbeidsdeskundige, concludeert dat het niet redelijk is om van Vopak te
verwachten passend werk aan te bieden, kan worden besloten om uw arbeidsovereenkomst te beëindigen. In een dergelijke situatie wordt, ook na de beëindiging van uw arbeidsovereenkomst, de aanvulling conform schema A of B ongewijzigd voortgezet.
5.6 WIA/WGA-hiaat verzekering
Vopak biedt u de mogelijkheid om via een collectief Vopak-contract een WIA/WGA-hiaat verzekering af te sluiten. De premie is voor uw eigen rekening en wordt via de maandelijkse salarisuitbetaling door Vopak ingehouden en afgedragen aan de verzekeraar. Informatie over deze verzekering kunt u opvragen bij HR Support.
5.7 Overige arbeidsvoorwaarden gedurende ziekte en/of arbeidsongeschiktheid
Vakantiedagen
5.7.1. Indien u wegens ziekte en/of arbeidsongeschiktheid niet in staat bent arbeid te verrichten, bouwt u gedurende de periode van maximaal 104 weken dat uw basis maandinkomen geheel of gedeeltelijk wordt doorbetaald vakantiedagen op.
5.7.2. Wanneer u tijdens ziekte en/of arbeidsongeschiktheid op vakantie wilt gaan, is dit slechts toegestaan na vooraf verkregen toestemming door Vopak en de door Vopak aangewezen Arbodienst. De opgenomen vakantiedagen worden normaal van uw tegoed aan vakantiedagen afgeboekt.
5.7.3. Wanneer u in het kader van uw re-integratie slechts voor een gedeelte van de met u overeengekomen arbeidsduur werkt, worden uw vakantiedagen toch opgebouwd op basis van de oorspronkelijk met u overeengekomen arbeidsduur, echter indien vakantiedagen worden opgenomen, worden deze vakantiedagen ook op basis van de oorspronkelijk overeengekomen arbeidsduur afgeschreven.
Reiskosten
5.7.4. Indien u een tegemoetkoming in de kosten van woon/werkverkeer ontvangt en langer dan dertig kalenderdagen volledig arbeidsongeschikt bent, wordt deze vergoeding met ingang van de 1e van de maand volgend op de 30e kalenderdag dat u arbeidsongeschikt bent stopgezet. Indien u al dan niet gedeeltelijk weer aan het werk gaat, wordt de uitbetaling van de tegemoetkoming in de kosten van woon/werkverkeer weer hervat met ingang van de 1e van de maand direct volgend op uw werkhervatting. Bij een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid of gedeeltelijke werkhervatting waarbij u niet op alle contractueel overeengekomen werkdagen arbeid verricht, zal de uitbetaling van de tegemoetkoming in de kosten van woon/werkverkeer naar rato van het aantal daadwerkelijk gewerkte dagen plaatsvinden.
5.8 Collectieve zorgverzekering
5.8.1. U kunt zich via Vopak verzekeren voor zorgkosten volgens de verzekeringsvoorwaarden van de door Vopak afgesloten collectieve zorgverzekering.
5.8.2. Vopak zal 50% van de kosten van de nominale premie van uzelf bijdragen. Voor gezinsleden wordt geen bijdrage betaald. Deze werkgeversbijdrage is onlosmakelijk gekoppeld aan uw deelname aan de door Vopak afgesloten collectieve zorgverzekering.
5.8.3. Indien onder de voorwaarden van de collectieve zorgverzekering kinderen tot 27 jaar kunnen deelnemen aan deze verzekering, dan mag/mogen uw kind(eren) eveneens deelnemen in de collectieve zorgverzekering van Vopak indien voor het betreffende kind recht bestaat op kinderbijslag, studiefinanciering of buitengewone lastenaftrek wegens voorziening in het levensonderhoud.
5.9 Collectieve ongevallenverzekering
5.9.1. Door Vopak is een collectieve verzekering afgesloten volgens welke bij uw overlijden ten gevolge van een ongeval5 een bruto uitkering gelijk aan driemaal het vaste jaarsalaris, zoals gedefinieerd in de polis, aan uw nabestaande(n) zal worden gedaan.
In het geval van blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval zal er een bruto uitkering worden gedaan gelijk aan maximaal driemaal het vaste jaarsalaris, zoals gedefinieerd in de polis. Een en ander is afhankelijk van de mate van invaliditeit.
5.9.2. Onder nabestaanden wordt in het kader van deze collectieve ongevallenverzekering verstaan:
• Partner;
• Bij ontstentenis van een partner de wettige kinderen van verzekerde of bij ontstentenis van deze de wettige erfgenamen van de verzekerde.
Onder kinderen wordt verstaan:
• De op het tijdstip van het ongeval in leven zijnde wettige en daarmee gelijkgestelde, gewettigde en geadopteerde kinderen, ieder voor een gelijk deel.
Onder erfgenamen wordt verstaan:
• Degene die krachtens testamentaire erfstelling of de Wet, en in verhouding waarin zij, in de nalatenschap gerechtigd zijn, met uitzondering van de Staat.
5.10 Uitkering aan uw nabestaande(n) bij overlijden
5.10.1. Indien u komt te overlijden voordat u met pensioen gaat, zal aan uw nagelaten betrekkingen een bruto uitkering worden verstrekt in de vorm van een bedrag ineens ter hoogte van drie maal het bruto maandinkomen inclusief vakantietoeslag.
5.10.2 Het bruto maandinkomen over de maand waarin u overlijdt, wordt doorbetaald.
5.10.3. Onder nagelaten betrekkingen wordt in deze verstaan uw partner van wie u niet duurzaam gescheiden leefde of bij ontbreken hiervan uw minderjarige wettige of natuurlijke (erkende) kinderen, of bij ontbreken hiervan degene met wie u samenwoonde en voor wie u kostwinner was.
5.10.4. Op de uitkering worden de eventuele uitkeringen ingevolge de Ziektewet, de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen in mindering gebracht.
5 Voor een exacte definitie van een ongeval, zoals bedoeld in de collectieve ongevallenverzekering van Vopak of de definitie van vast jaarsalaris verwijzen wij u naar de polisvoorwaarden. Deze zijn te verkrijgen via HR-Support
5.11 Pensioen
5.11.1. Bij uw indiensttreding bent u, overeenkomstig de bepalingen in het pensioenreglement, door Vopak aangemeld als deelnemer aan de Vopak pensioenregeling van Stichting Vopak Pensioenfonds.
5.11.2. Bent u in dienst gekomen na 1 juli 2007 dan bent u een deelnemersbijdrage in de pensioenregeling verschuldigd ter hoogte van 5% van de basis- en excedentgrondslag6.
5.11.3 Indien de pensioenwetgeving als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd gedurende de looptijd van de CAO,wordt gewijzigd, zullen CAO-partijen inventariseren wat de effecten zijn voor de pensioenregeling van Vopak.
5.12 Levensloopregeling
Reglement
5.12.1. Per 1 januari 2006 is de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT, prepensioen en introductie Levensloopregeling (de Wet VPL) in werking getreden. Deze wet VPL maakt het voor u mogelijk om fiscaal vriendelijk te sparen voor een belaste uitkering tijdens een periode van onbetaald verlof. Het reglement van de Levensloopregeling treft u aan in bijlage V.
Werkgeversbijdrage Vopak
5.12.2. U ontvangt een werkgeversbijdrage van Vopak in uw Levensloopregeling van 1,5% van uw basis jaarinkomen. Deze werkgeversbijdrage wordt naar uw keuze, voor zover wettelijk en fiscaal mogelijk, gestort in uw Levensloopregeling, als salaris aan u uitbetaald en/of als vrijwillige pensioenpremie aangewend.
6 De deelnemersbijdrage is verschuldigd vanaf 1 januari 2008
Hoofdstuk 6 Werk en ontwikkeling
In dit hoofdstuk vindt u de bepalingen die gaan over uw functioneren, uw competenties, kennis en vaardigheden en uw ontwikkeling. Jaarlijks wordt uw functioneren beoordeeld en met u besproken, waarbij niet alleen gesproken wordt over hoe u gefunctioneerd heeft, maar ook over mogelijke verbeteringen, opleidings- en trainingsmogelijkheden, en over uw verdere loopbaan binnen Vopak. Functies veranderen, de eisen die aan de vervulling van uw functie gesteld worden veranderen, nieuwe technieken, kennis en vaardigheden moeten worden
aangeleerd.
Uw ontwikkeling en ontplooiing zijn voor een groot deel uw eigen verantwoordelijkheid. U bent mede verantwoordelijk voor uw inzetbaarheid en uw loopbaan. Dit betekent dat u zelf ook initiatieven dient te nemen, bijvoorbeeld door intern te solliciteren, opleidingen en trainingen te volgen en te blijven werken aan uw ‘employability’ door een flexibele en veranderingsgezinde opstelling. Van Vopak mag u daarbij de nodige ondersteuning verwachten.
Onderdeel van uw ontwikkeling kan ook betekenen dat u een externe opleiding gaat volgen, waarvan Vopak de kosten draagt. In dit hoofdstuk wordt beschreven onder welke voorwaarden Vopak de kosten van een dergelijke opleiding vergoedt.
Ook treft u bepalingen aan die een bredere inzetbaarheid binnen Vopak ondersteunen: een vergoeding van verhuiskosten bij wijziging van standplaats is daar een voorbeeld van.
6.1 Employability
Beleid Vopak
6.1.1. Vopak voert een beleid dat ‘employability’ als uitgangspunt heeft: het ervoor zorgen dat alle medewerkers nu en in de toekomst inzetbaar zijn en blijven, zowel binnen hun eigen functiegebied, als eventueel ook daarbuiten. Dit betekent dat de volgende instrumenten integraal deel uitmaken van het personeelsbeleid en voor u kunnen worden ingezet:
• Een opleidings- en trainingsprogramma dat erop gericht is om u inzetbaar te houden voor uw huidige functie, en u geschikt te maken voor andere functies of vakgebieden, waardoor een bredere inzet mogelijk wordt (uw horizontale employability);
• Loopbaanbegeleiding gericht op het verder ontwikkelen van uw capaciteiten indien u geschikt wordt geacht voor zwaardere functies (verticale employability);
• Studiefaciliteiten, waardoor een bredere inzet binnen Vopak mogelijk wordt;
• Interne openstelling van vacatures binnen Vopak in Nederland.
Uw employability
6.1.2. U bent mede verantwoordelijk voor uw inzetbaarheid en loopbaan, onder meer door een actieve en flexibele opstelling en door gebruik te maken van de binnen Vopak beschikbare instrumenten om uw employability te behouden en te vergroten. U bent flexibel, en in staat en bereid om verandering van functie aan te kunnen, ook waar het een verbreding van uw functie of horizontale promotie naar een functie van gelijk niveau betreft.
6.2 Jaarlijkse ontwikkel- en beoordelingscyclus
U en uw leidinggevende
6.2.1. U heeft regelmatig contact met uw leidinggevende over de wijze waarop u uw
werkzaamheden verricht, over de invulling van uw taken en verantwoordelijkheden, over de doelstellingen in uw werk en over uw ontwikkeling, zowel gericht op uw huidige functie en functioneren, als op uw eventuele verdere loopbaanmogelijkheden.
Jaarlijkse gesprekken
6.2.2. Elk jaar heeft u, als onderdeel van de ontwikkel- en beoordelingscyclus binnen Vopak, ten minste één ontwikkelgesprek (het voortgangsgesprek met uw leidinggevende over uw functioneren en ontwikkeling, zowel terugkijkend op de achterliggende periode als toekomstgericht) en één beoordelingsgesprek (het eindejaarsgesprek waarbij de nadruk meer ligt op uw functioneren in de achterliggende periode, wat mede bepalend is voor uw salarisherziening per 1 januari van elk jaar).
Uitgangspunten systematiek
6.2.3. De ontwikkel- en beoordelingscyclus is onderdeel van deze CAO. Bij de invulling van de systematiek gelden de volgende uitgangspunten:
• In zowel het voortgangs- als het eindejaarsgesprek komen ten minste
• de volgende onderwerpen aan de orde: veiligheid, gezondheid en milieu,
• resultaatgebieden en resultaatcriteria in uw functie, de mate waarin de wederzijdse afspraken zijn nagekomen, uw kennis, vaardigheden en competenties, opleiding en training en uw ambities;
• De criteria waarop beoordeeld wordt dienen controleerbaar te zijn en gerelateerd te zijn aan de eisen van uw functie;
• Uw belangrijkste taken en doelstellingen dienen duidelijk geformuleerd en meetbaar te zijn;
• De resultaten van zowel het jaarlijkse voortgangs- als het eindejaarsgesprek worden schriftelijk vastgelegd, waarbij een overall eindoordeel over uw functioneren wordt vastgelegd.
6.2.4. Indien gedurende het jaar geen voortgangs- of eindejaarsgesprek heeft plaatsgevonden, zal het overall eindoordeel over uw functioneren in dat jaar ten minste als ‘normaal (goed)’ worden beoordeeld.
6.3 Opleiding en training
6.3.1. Van u wordt verwacht dat u voortdurend uw kennis en vaardigheden bijhoudt en waar nodig verbetert en aanpast aan de veranderende eisen die de organisatie en omgeving aan u stellen. Het is zowel in uw belang als in het belang van Vopak dat u meegroeit met de huidige ontwikkelingen en anticipeert op komende ontwikkelingen. Vopak ondersteunt u daarbij.
Functienoodzakelijke opleidingen en trainingen
6.3.2. Onverlet uw eigen verantwoordelijkheid om opleidingen en trainingen te initiëren, zal uw leidinggevende u ondersteunen bij het signaleren en selecteren van opleidingen en trainingen die gericht zijn op het op peil houden en verbeteren van uw functioneren in uw huidige functie. Van u wordt verwacht dat u aan dergelijke opleidingen en trainingen de nodige tijd en energie besteedt. Indien u een dergelijke, in dit artikel beschreven, opleiding volgt worden door Vopak de volgende kosten vergoed:
• Uw studiekosten, waaronder lesgeld, studieboeken en examengeld;
• Uw reiskosten op basis van de vergoeding zakelijk afgelegde kilometers;
• Uw opleidingstijd wordt beschouwd als bedrijfstijd. Hiervoor kunt u tijd voor tijd schrijven indien de opleiding op een vrije dag wordt gevolgd, echter zonder de overwerktoeslagen die in de voor u geldende artikelen worden genoemd.
• Als klassikale lessen of workshops worden vervangen door e-learning, gericht op uw huidige functie, dan kan 50% van de hiervoor benodigde tijd worden beschouwd als bedrijfstijd, terwijl de overige 50% van de opleidingstijd in uw eigen tijd moet worden gevolgd en daarom op geen enkele wijze door Vopak zal worden vergoed;
• Het aantal uren tijd voor tijd dat u per opleidingsdag kunt schrijven, gaat het aantal uren van een normale werkdag in dag- of volcontinudienst niet te boven.
Ontwikkelingsgerichte opleidingen of trainingen
6.3.3. Indien u een opleiding of training wenst te volgen, die niet specifiek gericht is op het op peil houden en verbeteren van uw functioneren in uw huidige functie, maar die verband houdt met uw verdere ontwikkeling en ontplooiing gericht op andere functies binnen of buiten Vopak, ontvangt u een tegemoetkoming in de kosten van deze opleiding of training indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
• U dient ten minste drie maanden in dienst te zijn bij Vopak;
• De opleiding of training dient naar het oordeel van uw leidinggevende en Human Resources in het belang van Vopak te zijn;
• De studie dient te worden gevolgd aan een voor de studie erkende onderwijs- of Opleidingsinstelling.
Indien u een opleiding volgt zoals in dit artikel beschreven, worden door Vopak de volgende kosten vergoed:
• Uw studiekosten, waaronder lesgeld, studieboeken en examengeld;
• Uw reiskosten op basis van de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer.
De tijd die u aan de opleiding besteedt, komt voor uw eigen rekening. Als klassikale lessen of workshops worden vervangen door e-learning, gericht op een andere of hogere functie, of bijvoorbeeld voor uw persoonlijke ontwikkeling, een promotie of overplaatsing, dan behoort deze opleiding in uw eigen tijd plaats te vinden. Deze opleidingstijd wordt op geen enkele wijze door Vopak vergoed.
Overige opleidingen of trainingen
6.3.4. Indien niet volledig wordt voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 6.3.2. en/of artikel 6.3.3., kan een tegemoetkoming worden verstrekt ter hoogte van:
• 75% van de kosten van lesgelden en studieboeken;
• 75% van de kosten voor examen- en tentamengelden;
• 75% van de werkelijk gemaakte reiskosten op basis van openbaar vervoer 2de klasse.
6.3.5. Het recht op de tegemoetkoming in de kosten en tijd van de opleiding of training bestaat alleen voor de formeel vastgestelde studieduur. Eventuele doublures en vertragingen en dergelijke komen voor uw rekening, tenzij dit naar het oordeel van uw leidinggevende en Human Resources in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.
6.3.6. U dient de tegemoetkoming in geld, die u ontvangen heeft of die Vopak voor u vergoed heeft ten behoeve van het volgen van een opleiding of training op basis van artikel 6.3.3 of 6.3.4., terug te betalen indien:
• U tussentijds de opleiding of training beëindigt, tenzij dit wordt veroorzaakt door omstandigheden die u niet zijn te verwijten; dan wel
• U binnen twee jaar na het afronden van de opleiding of training uw
arbeidsovereenkomst met Vopak beëindigt (tenzij het volgen van de opleiding of training deel uitmaakte van een tussen u en Vopak overeengekomen traject gericht op een functie buiten Vopak); dan wel
• Uw arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar of laakbaar gedrag wordt beëindigd door Vopak.
In onderling overleg tussen u en Vopak kan overeengekomen worden de terugbetalingsverplichting geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.
6.3.7. De door u ingevolge artikel 6.3.6. terug te betalen vergoeding bedraagt:
• 100% van de door Vopak betaalde kosten indien u uw arbeidsovereenkomst beëindigt binnen één jaar na het afronden van de opleiding of training;
• 50% van de door Vopak betaalde kosten indien u uw dienstverband beëindigt binnen één en twee jaar na het afronden van de opleiding of training;
• 100% van de door Vopak betaalde kosten indien u voortijdig de studie (al dan niet tijdelijk) beëindigt;
• 100% van de door Vopak betaalde kosten indien u niet binnen redelijke termijn de opleiding of training met goed gevolg heeft afgerond.
6.4 Mobiliteit
Inzetbaarheid buiten uw standplaats
6.4.1. Uw inzetbaarheid voor Vopak in Nederland kan in overleg met u worden gewijzigd. Dit kan tot gevolg hebben dat uw standplaats moet worden aangepast.
• Indien aanpassing van uw standplaats op tijdelijke basis plaatsvindt, wordt u in principe voor een periode van drie maanden gedetacheerd. Indien het bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt, kan deze periode na afloop opnieuw worden overeengekomen.
• Indien de wijziging van uw standplaats permanent is, wordt met u de nieuwe standplaats overeengekomen.
Tegemoetkoming in de kosten van verhuizing
6.4.2. Indien u op verzoek van Vopak verhuist naar een woning in de nabije omgeving van uw standplaats, omdat u binnen een bepaalde tijd vanuit uw woning op uw standplaats aanwezig moet kunnen zijn, ontvangt u een tegemoetkoming in de verhuiskosten.
De verhuiskostenvergoeding bedraagt:
• Vergoeding van de transportkosten van de inboedel, mits deze het bedrag van een vooraf door Vopak goedgekeurde offerte niet te boven gaat;
• 12% van uw basis jaarsalaris, met als minimum één basis maandsalaris en als maximum het fiscaal vastgestelde onbelaste maximum7, ter compensatie van de onvermijdbare (her)inrichtingskosten van uw bestaande zelfstandige huishouding8.
6.5 Leeftijdsfaseregeling
6.5.1. Xxxx u in dienst getreden na 31 december 2009, en niet in dienst bij Vopak Terminal Vlissingen B.V., dan ontvangt u de waarde van 1,0 leeftijdsfasedag per jaar.
7
In 2012 is dit € 7.750,=
8
Dit betekent dat wanneer u verhuist vanuit een onzelfstandige huishouding (bijvoorbeeld een studentenflat) of geen nieuwe
zelfstandige huishouding opzet (u gaat bijvoorbeeld inwonen) u niet automatisch recht heeft op deze tegemoetkoming in de inrichtingskosten.
6.5.2. Medewerkers van Vopak Terminal Vlissingen B.V. nemen niet deel aan deze regeling.
6.5.3. Voor de berekening van het bedrag dat wordt gestort voor één leeftijdsfasedag wordt uitgegaan van de waarde van een ATV–dag (= 0,36% van twaalf keer het basis maandsalaris) van het betreffende kalenderjaar.
6.5.4. De waarde van de betreffende leeftijdsfasedag wordt aan het einde van het betreffende kalenderjaar gestort op de Levensloopregeling.
6.6. Sociaal Innovatief Levensfase Bewust Personeelsbeleid
6.6.1. Partijen zijn overeengekomen dat op basis van de input van Vopak tijdens het CAO- overleg en het document van vakverenigingen dat tijdens het CAO-overleg is ingediend zal door een deskundige van A-advies een plan van aanpak worden opgesteld, dat dient na uitvoering te leiden tot adviezen aan CAO-partijen.
6.6.2. Het plan van aanpak, zoals genoemd in artikel 6.6.1. zal binnen 1 maand na afloop van het CAO- overleg worden vastgesteld samen met de deskundige van A-advies, de directie van Vopak en de vakverenigingen. Tijdens de looptijd van de CAO zal een rapport worden uitgebracht of mogelijke tussenrapportages, met adviezen naar aanleiding van het onderzoek en wordt in overleg bekeken of en hoe we één en ander kunnen implementeren.
Hoofdstuk 7 Werk en specifieke vergoedingen
In dit hoofdstuk treft u enkele specifieke vergoedingen en voorzieningen aan, zoals de tegemoetkoming in de reiskosten en kosten van woon-werkverkeer en de jubileumuitkering. Verder bevat dit hoofdstuk een bepaling over de Vopak Levensloopregeling. De hoogte van de tegemoetkoming van Vopak vindt u in deze bepaling; de inhoud van de Levensloopregeling zelf is vastgelegd in een afzonderlijk reglement.
7.1 Tegemoetkoming in de reiskosten
7.1.1. Tenzij door of vanwege Vopak vervoer geregeld wordt, of aan u een lease-auto ter beschikking is gesteld, ontvangt u een tegemoetkoming in de kosten van woon/werkverkeer.
7.1.2. De maandelijkse tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer wordt berekend conform onderstaande formule:
(aantal kilometers = A) x (aantal werkdagen per jaar = W) x (kilometervergoeding = K)
12
waarbij:
• A = het aantal af te leggen kilometers in het kader van het woon-werkverkeer tot een maximum van zestig kilometer vice versa per dag;
• W = het aantal per jaar te werken dagen9;
• K = de vergoeding per kilometer van € 0,19. Vanaf 1 januari 2010 betekent dit dat u per kilometer een tegemoetkoming in de kosten van woon-werkverkeer ontvangt van 19,0 eurocent per kilometer.
De berekening van het aantal werkdagen per jaar resulteert in het navolgende aantal werkdagen per jaar voor:
Medewerkers in dag- of onregelmatige dienst: 208 werkdagen per jaar; Medewerkers in volcontinudienst: 198 werkdagen per jaar;
Medewerkers in dienst sinds 1 januari 2012 onder de werkingssfeer van deze CAO en werkzaam in
dag- of onregelmatige dienst: 225 werkdagen per jaar.
7.1.3. Tenzij door of vanwege Vopak vervoer wordt geregeld of aan u een lease-auto ter beschikking is gesteld, ontvangt u vanaf 1 april 2012 een tegemoetkoming in de reiskosten voor zakelijk afgelegde kilometers van € 0,347.
De tegemoetkoming voor zakelijk afgelegde kilometers wordt jaarlijks per 1 april herzien conform de ANWB-tabel van het betreffende kalenderjaar, waarin is opgenomen:
• Kostenbegroting personenauto met benzinemotor;
• Aankoopprijs auto € 17.500,-;
• Gemiddeld 20.000 kilometer per jaar;
• En een afschrijving in vier jaar.
7.1.4. Per 1 april van elk jaar zal de zakelijke kilometervergoeding worden herzien conform de betreffende tabel genoemd in artikel 7.1.3.
9 Het aantal werkdagen per jaar voor de verschillende groepen medewerkers van Vopak is opgenomen in de in dit CAO opgenomen B-, C- en D-regelingen. Het aantal werkdagen wordt berekend door van de werkdagen per jaar volgens het geldende dienstrooster, de vakantiedagen, feestdagen en eventueel andere vrije dagen af te trekken.
7.1.5. De door u afgelegde extra kilometers volgens het tarief zakelijke kilometers of de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer kunt u declareren volgens het schema weergegeven in bijlage II.
7.1.6. Indien u gebruikmaakt van bedrijfsvervoer, ontvangt u een maandelijkse vergoeding van
€ 22,69 voor het reizen naar en van de opstapplaats.
7.1.7. Indien u gebruikmaakt van een pont, en bij de vaststelling van het aantal kilometers woon- werkverkeer is rekening gehouden met dit (kortere) reistraject, ontvangt u een vergoeding van de kostprijs.
7.1.8. Vopak aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor schade aan uw eigen auto, of schade toegebracht aan derden tijdens zakelijk gebruik van uw auto. Ook zijn tijdens zakelijk gebruik opgelopen bekeuringen voor uw eigen rekening.
7.2 Gedifferentieerde WGA-premie
7.2.1. Vopak neemt de gedifferentieerde WGA-premie volledig voor haar rekening.
7.3 Uitkering bij huwelijk
7.3.1. Als u in het huwelijk treedt, of een hieraan wettelijk gelijkgesteld partnerschap aangaat, wordt een bedrag van bruto € 115,- aan u uitgekeerd.
7.4 Jubileumuitkering
7.4.1. Indien u een onafgebroken dienstverband hebt bereikt van 12½, 25 of 40 jaar, ontvangt u ter gelegenheid van het bereiken van deze mijlpaal een jubileumuitkering.
7.4.2. Met inachtneming van de fiscale wet- en regelgeving bedraagt de hoogte van de jubileumuitkering bij een:
• 12,5-jarig jubileum:
Een uitkering ter grootte van 25% van één bruto basis maandinkomen vermeerderd met 8,33% vakantietoeslag.
• 25-jarig jubileum:
Een uitkering ter grootte van één bruto basis maandinkomen vermeerderd met 8,33% vakantietoeslag.
• 40-jarig jubileum:
Een uitkering ter grootte van één bruto basis maandinkomen vermeerderd met 8,33% vakantietoeslag.
7.4.3. Als voor u het 40-jarig dienstjubileum haalbaar is voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, dan zal de betreffende jubileumuitkering pro rata worden betaald bij een vervroegd pensioen.
7.5 Maaltijdvergoeding
Indien langer dan twee uur aansluitend op de normale werktijd wordt overgewerkt, kan door Vopak een maaltijd worden verstrekt. Indien Vopak meent dat dit niet kan worden gerealiseerd, kan Vopak besluiten een bestelde maaltijd rechtstreeks aan de leverancier te vergoeden of de maaltijd door de medewerker te laten declareren. De maaltijdvergoeding bedraagt maximaal € 17,50 inclusief BTW waarbij de kassabon moet worden overlegd om in aanmerking te komen voor een vergoeding van de gemaakte kosten.
7.6 Afbouwregeling onregelmatigheidstoeslagen zoals genoemd in artikel 10.2.1. (van toepassing voor alle medewerkers vanaf 1 juli 2014)
7.6.1. Voor medewerkers die in het belang van het bedrijf of op initiatief van Vopak, bijvoorbeeld door een reorganisatie, voor onbepaalde tijd worden overgeplaatst van een volcontinu- of onregelmatige dienst naar een dagdienst, geldt met ingang van de datum van overplaatsing een afbouwregeling, zoals staat aangegeven onder a, b, c en d. Indien aan de hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan gelden deze afbouwregelingen eveneens voor de afbouw van een stand-by toeslag.
a) Indien zij drie maanden of korter in volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt: betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag, gedurende de lopende maand en de twee volgende maanden.
b) Indien zij langer dan drie maanden, doch niet langer dan drie jaar achtereen in volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt: betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag, gedurende de lopende maand en drie volgende maanden.
c) Indien zij drie jaar, doch niet langer dan vijf jaar achtereen in de volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt: betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslag bedrag, gedurende de lopende maand en de twee volgende maanden, plus gedurende twee maanden 65%, daarna twee maanden 50% en tenslotte twee maanden 35% van het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag.
d) Indien zij langer dan vijf jaar achtereenvolgens in de volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt: betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met 2/3 van het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag gedurende het eerste jaar en 1/3 van het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag gedurende het tweede jaar na overgang.
7.6.2. Medewerkers die op eigen verzoek voor onbepaalde tijd worden overgeplaatst van de continudienst of onregelmatige dienst naar de dagdienst respectievelijk de onregelmatige dienst, ontvangen met ingang van de datum van overplaatsing slechts de betaling volgens de voor hen dan geldende dienst.
7.6.3 Medewerkers die deelnemen aan een stand-by regeling, en deze deelname vrijwillig wensen te beëindigen ontvangen geen afbouw van de vaste stand-by toeslag.
Een vrijwillige beëindiging van deelname aan een stand-by regeling is alleen mogelijk indien de stand-by regeling geen vast onderdeel uitmaakt van de functie die de medewerker uitoefent.
7.7 Werkgeversbijdrage levensloopregeling en de opzet van een vitaliteits- of pensioenregeling
Nieuw op te zetten Vitaliteits- of Pensioenregeling
Met ingang van 1 januari 2013 wordt een vitaliteits- of pensioenregeling ingevoerd, welke regeling in de loop van 2012 zal worden ingericht in overleg met vakverenigingen. Voor deze regeling zal een reglement worden opgezet door partijen. De vorm van de regeling moet nader worden onderzocht door partijen.
Afspraken over de nieuw op te zetten regeling voor AOW-sparen zijn:
• Voor medewerkers uit de geboortejaren 1955 tot en met 1959 zal Vopak maandelijks een bruto spaarbedrag betalen, totdat bruto € 6.666,= is betaald.
• Aan medewerkers, die geboren zijn vanaf 1960, betaalt Vopak maandelijks een bruto spaarbedrag totdat bruto € 13.333,= is betaald.
• Het maandelijkse bruto spaarbedrag zal worden vastgesteld door het totaal te sparen bruto bedrag te delen door het aantal maanden dat een medewerker nog kan werken tot de 1e van de maand waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.
• Het maandelijkse bruto spaarbedrag van Vopak wordt betaald via de salarisafrekening. Dit betekent dat de wettelijk verplichte loonheffing en sociale verzekeringspremies moeten worden ingehouden op het bruto spaarbedrag. Het uiteindelijke netto spaarbedrag worden gestort op een geblokkeerde spaarrekening.
• Vopak stort de netto spaarbedragen op de geblokkeerde spaarrekeningen, dit heeft tot gevolg dat - afgezien van renteopbrengsten - het uiteindelijk door Vopak te sparen bedrag aanzienlijk lager uitkomt dan de hierboven genoemde bruto spaarbedragen van € 6.666,= en 13.333,=.
• Door medewerkers zal 1/3 deel van het totale spaarbedrag worden gestort, te weten € 3.334,= voor medewerkers uit de geboortejaren 1955 tot en met 1959 en € 6.667,= voor medewerkers die geboren zijn vanaf 1960.
• Het spaarbedrag wordt bij medewerkers netto ingehouden op het salaris.
• Ter financiering van de maandelijkse stortingen die door Vopak worden verricht ten behoeve van nieuw op te zetten vitaliteits- of pensioenregeling, zal de 1,5% werkgeversbijdrage in de levensloopregeling worden gebruikt. Dit heeft tot gevolg dat deze werkgeversbijdrage, voor zover van toepassing (zie ‘voortzetting uitvoering Levensloopregeling’), met ingang van 1 januari 2013 niet langer aan de betreffende medewerkers zal worden betaald. Indien de 1,5% werkgeversbijdrage niet voldoende is om te komen tot de hieronder genoemde bedragen, zal dit door Vopak worden aangevuld.
• Bij medewerkers nieuw in dienst vanaf 1 januari 2012 wordt de werkgeversbijdrage voor de Levensloopregeling geheel aangewend voor AOW-sparen. Ook wordt dan het door medewerkers te sparen bedrag netto bij deze medewerkers ingehouden.
Medewerkers uit de geboortejaren 1950 tot en met 1954 doen niet mee aan deze spaarregeling. Medewerkers met een werkgeversbijdrage van 3,0% in de levensloopregeling, die tot en met 31 december 2012 hebben meegedaan aan de levensloopregeling doen eveneens niet mee aan deze spaarregeling. Uitgangspunt voor deze medewerkers is dat voor hen via de beleggingsrekeningen van het pensioenfonds én de levensloopregeling reeds geld is gespaard.
Voortzetting uitvoering Levensloopregeling
Indien u op 31 december 2011 deelneemt aan de Levensloopregeling en u een saldo op uw levenslooprekening hebt van € 3.000,= of meer dan behoudt u uw werkgeversbijdrage in de levensloopregeling tot invoering per 1 januari 2013 van de in te voeren vitaliteits- of pensioenregeling.
Indien u een werkgeversbijdrage van 3,0% ontvangt en u heeft tot en met 31 december 2012 niet meegedaan aan de levensloopregeling zal de helft hiervan, dat wil zeggen 1,5%, worden gebruikt ter financiering van de nieuw op te zetten vitaliteits- of pensioenregeling.
Hoofdstuk 8 Werk en Vakverenigingen
8.1 Toepassing van de CAO
Indien een strikte toepassing van de bepalingen in deze CAO in individuele gevallen leidt tot een situatie die als onredelijk moet worden beoordeeld, heeft Vopak de vrijheid om van de bepalingen van de CAO in een voor u gunstige zin af te wijken.
8.2 Faciliteiten van vakverenigingen
8.2.1. Aan bezoldigde vakbondsvertegenwoordigers van de vakverenigingen die partij zijn bij deze CAO zal gelegenheid worden gegeven hun functie binnen Vopak uit te oefenen.
8.2.2. Vopak zal publicatieruimte (mededelingenborden, e-mailberichten) beschikbaar stellen voor de vakverenigingen die partij zijn bij deze CAO; publicaties en berichten zullen vooraf ter kennis van de voor Vopak Nederland verantwoordelijke Directie worden gebracht. Vopak zal in beginsel ruimte beschikbaar stellen voor vakbondsoverleg tussen de contracterende vakvereniging en zijn binnen Vopak werkzame leden; dit overleg zal buiten werktijd plaatsvinden. De Directie dient hiertoe tijdig een verzoek te ontvangen van een daartoe door de vakverenigingen aangewezen medewerker met vermelding van de activiteit waarvoor de ruimte beschikbaar zal worden gesteld.
8.2.3. Vopak stelt ruimte beschikbaar voor het houden van vergaderingen van het Vakbondsafdelingsbestuur (resp. Bestuur Bedrijfsledengroep); aankondigingen hiertoe zullen vooraf ter kennis van de Directie van Vopak worden gebracht. Uitsluitend indien de werkzaamheden dit toelaten, één en ander ter beoordeling van de Directie van Vopak, kan de vergadering van het Vakbondsafdelingsbestuur (resp. Bestuur Bedrijfsledengroep) in bedrijfstijd worden gehouden.
8.3 Organisatieverlof
Indien de bedrijfsbelangen zich hiertegen niet verzetten, kunt u, indien u lid bent van een van de vakverenigingen die partij zijn bij deze CAO, vrijaf krijgen met behoud van uw basis maandinkomen gedurende maximaal vier werkdagen per jaar voor het deelnemen aan:
a. Bondscongressen en daarmede gelijk te stellen bondsbijeenkomsten;
b. Door de vakvereniging georganiseerde cursussen.
In bijzondere gevallen kan - in overleg tussen partijen - van het bepaalde in dit lid worden afgeweken, in die zin dat een groter aantal dagen organisatieverlof aan een bepaalde medewerker wordt toegekend.
8.4 Bijdrage aan het fonds vorming en training
Door Vopak zal, per georganiseerde medewerker vallende onder deze CAO, aan de vakvereniging € 75,00 worden afgedragen voor het fonds Vorming en Training. De betrokken vakvereniging zal jaarlijks door middel van een accountantsverklaring een opgave doen van het aantal bij de Vopak bedrijven vallende en onder deze CAO in dienst zijnde leden.
8.5 Vakbondscontributie
Fiscale verrekening vakbondscontributie
8.5.1. Bent u lid van een erkende vakvereniging, dan is Vopak bereid om binnen de mogelijkheden van de huidige fiscale wetgeving (2011) de vakbondscontributie te verwerken in haar loonadministratie. De vakbondscontributie zal dan van uw brutoloon worden afgetrokken. De vakverenigingen zullen u jaarlijks informeren over deze mogelijkheid en zullen u informeren over de mogelijke gevolgen van deze regeling voor de WW, WIA, vakantiegeld, etc. Indien u gebruik wenst te maken van deze regeling, dient u jaarlijks tijdig schriftelijk bewijsmateriaal aan Vopak te overhandigen. Vopak zal u door middel van een algemene circulaire of e-mail jaarlijks informeren voor welke datum de door u ondertekende verklaring dient te zijn ingeleverd bij HR Support.
8.5.2. Zodra Vopak de werkkostenregeling invoert, zal de fiscale verrekening van uw vakbondscontributie, zoals beschreven in artikel 8.10.1., worden opgenomen in de regeling die de werkkostenregeling beschrijft, in ieder geval voor de looptijd van deze CAO. Inzake de fiscale verrekening van de vakbondscontributie zal Vopak geen afspraken maken met de Centrale Ondernemingsraad.
8.6 Communicatie met vakverenigingen
8.6.1. Jaarlijks zal Vopak aan de Ondernemingsraad en de vakverenigingen gegevens van vertrouwelijke aard verstrekken. Deze gegevens hebben betrekking op de totale personeelsbezetting per functiegroep en per Vopak-locatie vallende binnen de werkingssfeer van deze CAO. Eventueel zullen hieruit voortvloeiende kwantitatieve en kwalitatieve mutaties, respectievelijk verschuivingen, daarbij zo nodig worden toegelicht.
8.6.2. Vopak zal eenmaal per jaar met vakverenigingen overleg voeren over de organieke sterkte. De ontwikkelingen met betrekking tot de werkgelegenheid bij Vopak en in de sector zullen hierbij worden betrokken. Tevens zullen de vakverenigingen eenmaal per jaar worden geïnformeerd over de effectieve sterkte.
8.6.3. De Ondernemingsraad en vakverenigingen zullen worden geïnformeerd over het wervingsbeleid en de maatregelen die in dat verband genomen zullen worden.
8.6.4. Het beleid binnen de onderneming betreffende aanname, investeringen en ontslag zijn onderwerpen die besproken worden in de Ondernemingsraad. Bij voorgenomen beslissingen, die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de werkgelegenheid, zullen de vakverenigingen eveneens tijdig tevoren worden geïnformeerd en in staat worden gesteld advies te geven.
8.6.5. Vacaturemeldingen zullen in eerste instantie binnen Vopak zelf plaats hebben, vervolgens bij Xxxx.xx en buiten de onderneming. In overleg met de Ondernemingsraad worden over de interne en externe vervulling van voorkomende vacatures regelingen uitgewerkt.
8.6.6. Partijen wijzen discriminatie af en verklaren zich te willen inzetten om gelijke kansen voor iedereen in het arbeidsproces te bevorderen, ongeacht huidskleur, geslacht, handicap of seksuele voorkeur. Deze kansen dienen onder meer tot uitdrukking te komen bij het selectie-, wervings-, opleidings- en loopbaanbeleid van de werkgever. Ook zal de werkgever, indien mogelijk, extra inspanningen verrichten om tewerkstelling van een
kandidaat uit de doelgroep mogelijk te maken. Hierbij valt o.a. te denken aan een aangepaste werkplek voor een medewerker met een handicap. Binnen het periodieke overleg tussen werkgever en vakverenigingen vormt het doelgroepenbeleid een punt van bespreking.
8.6.7. Partijen gaan er van uit, dat in de onderneming het uiterste zal worden gedaan om gedwongen collectief ontslag te voorkomen.
8.7 Verhouding werkingssfeer B- en C-artikelen
8.7.1 Partijen spreken af dat maximaal 20% van het totaal aantal medewerkers, die onder de werkingssfeer van deze CAO vallen en werkzaam zijn binnen de Divisie Vopak Nederland, onder de werkingssfeer zal vallen van de C-artikelen.
8.8 Vergoeding CAO delegatie
Delegatieleden die in eigen tijd aanwezig zijn bij CAO-onderhandelingen ten behoeve van deze CAO, ontvangen voor de tijd die zij bij deze onderhandelingen present zijn tijd voor tijd uren met een maximum van 7,75 uur (dag- en onregelmatige dienst) en 8,00 uur (volcontinudienst) per dag. Hiertoe wordt door vakverenigingen een presentielijst bijgehouden waarop wordt vermeld het tijdstip waarop de onderhandelingen aanvangen en worden beëindigd. Indien delegatieleden na afloop van de onderhandelingen nog werkzaamheden verrichten in het kader van de CAO-onderhandelingen wordt dit eveneens op de presentielijst vermeld.
De presentie lijst wordt toegezonden aan Vopak, zodat Vopak de tijd voor tijd uren kan uitbetalen.
B-artikelen
In de hoofdstukken 9 tot en met 14 treft u de B-artikelen aan van de CAO voor personeel van Vopak in Nederland. Hierin zijn de arbeidsvoorwaardelijke bepalingen en regelingen opgenomen die van toepassing zijn op medewerkers die onder de B-artikelen van deze CAO vallen.
Partijen zijn overeengekomen dat functies die niet behoren tot de volgende disciplines onder de werkingssfeer vallen van het operationele gedeelte van de CAO. Dit operationele gedeelte wordt het B-gedeelte genoemd:
• Administratie;
• Boekhouding;
• Communicatie
• Facility;
• Facturatie;
• Finance en control;
• Human Resources;
• ICT;
• Procurement;
• Secretariële en administratieve ondersteuning.
De bijbehorende functies zijn opgenomen in de functietabel (zie bijlage VII).
Hoofdstuk 9 Salarisregeling
9.1 Salarisschalen
9.1.1. De salarisschaal van toepassing voor de medewerkers die onder het B-gedeelte van deze CAO vallen, is samengesteld uit elf salarisklassen, die corresponderen met de elf functieklassen van het functiewaarderingssysteem.
9.1.2. Bij elke functieklasse hoort een salarisklasse, met een minimum- en een maximumsalaris. Het maximumsalaris van elke salarisklasse is berekend door het maximumsalaris van de CAO Tankopslag (2007-2009) te vermenigvuldigen met een percentage van 90,5%. Daarboven kent de salarisschaal een uitloopschaal die gelijk is aan het (geïndexeerde) maximum van de CAO Tankopslag (2007-2009).
Het minimumsalaris van elke salarisklasse is gelijk aan het (geïndexeerde) minimum salaris van de CAO voor medewerkers in dienst van Vopak Terminal Vlissingen (2007- 2009).
9.1.3. Vanaf 1 januari 2013 zal het maximumsalaris worden berekend door de salarissen van de uitloopschaal te vermenigvuldigen met 92,5%. Vanaf 1 januari 2014 wordt het maximumsalaris berekend door de salarissen van de uitloopschaal te vermenigvuldigen met 95%.
9.1.4. Op 1 januari 2012 zullen de basis maandsalarissen, zoals deze zijn vastgesteld op basis van de salarisschaal per 1 juli 2011, worden geïndexeerd (op basis van de cijfers september 2011 - maart 2011). Uitgangspunt voor deze indexering is de Consumentenprijsindex - afgeleid van maart 2011 zijnde 107,95.
De betreffende indexering per 1 januari 2012 is vastgesteld op 0,89%.
9.1.5 Vanaf 1 juli 2012 wordt de salaristabel en uw basis maandsalaris aangepast volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 3.2, zoals die voor u van toepassing zijn vanaf 1 juli 2012.
9.2 Extra eenmalige uitkering in 2012
In de salarisbetaling over juli 2012 wordt aan medewerkers die onder de werkingssfeer van de B-artikelen vallen een extra eenmalige uitkering gedaan van € 250,=
9.3 CAO à la Carte
In bijlage VI is het reglement van de CAO à la Carte-regeling opgenomen. Deze regeling maakt onderdeel uit van de B-regeling van deze CAO.
9.4 Uitkering bij pré-pensionering (van toepassing met ingang van 1 juli 2012)
Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd als gevolg van pensionering, ontvangt de betrokken medewerker een uitkering die gelijk is aan een half bruto basis maandsalaris met een minimum van 50% van het gemiddelde salaris van klasse F. Op de uitkering zullen de wettelijk fiscale bepalingen worden toegepast.
Dit artikel is ook van toepassing bij pre pensionering.
Hoofdstuk 10 Toeslagen
10.1 Algemeen
De basis maandsalarissen bedoeld in hoofdstuk 9, worden geacht de beloning te zijn voor de functievervulling in dagdienst gedurende een maand.
10.2 Toeslag voor werken in volcontinu- of onregelmatige dienst
10.2.1. De per bedrijf van toepassing zijnde toeslagen voor volcontinu- of onregelmatige dienst zijn:
• Volcontinudienst vijf ploegen 30,00%
• Semi-continudienst 15,00%
• Verlengde dagdienst expeditie Chemiehaven 6,25%
• Onregelmatige operationele dagdienst Chemiehaven 5,00%
• Verlengde dagdienst Vopak Terminal Vlaardingen 7,00%
• Onregelmatige dienst CS en Planning Europoort 19,80%
10.3 Afbouwregeling toeslagen genoemd in 10.2.1 (deze regeling vervalt per 1 april 2014)
10.3.1. Voor medewerkers die in het belang van het bedrijf of wegens persoonlijke omstandigheden die het bedrijfsbelang raken voor onbepaalde tijd worden overgeplaatst van een volcontinu- of onregelmatige dienst naar dagdienst, geldt met ingang van de datum van overplaatsing een afbouwregeling, zoals staat aangegeven onder a, b, c en d.
a. Indien zij zes maanden of korter in volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt:
• Betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag, gedurende de lopende maand en de volgende maand.
b. Indien zij langer dan zes maanden, doch niet langer dan achttien maanden achtereen in volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt:
• Betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag, gedurende de lopende maand en twee volgende maanden.
c. Indien zij langer dan achttien maanden, doch niet langer dan drie jaar achtereen in volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt:
• Betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag, gedurende de lopende maand en drie volgende maanden.
d. Indien zij drie jaar, doch niet langer dan vijf jaar achtereen in de volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt:
• Betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag, gedurende de lopende maand en de twee volgende maanden, plus gedurende twee maanden 65%, daarna twee maanden 50% en ten slotte twee maanden 35% van het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag.
e. Indien zij langer dan vijf jaar achtereenvolgens in de volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt:
• Betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met 2/3 van het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag gedurende het eerste jaar en 1/3 van het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag gedurende het tweede jaar na overgang.
10.3.2. Medewerkers die op eigen verzoek voor onbepaalde tijd worden overgeplaatst van de volcontinu- of onregelmatige dienst naar de dagdienst resp. onregelmatige dienst, ontvangen met ingang van de datum van overplaatsing slechts de betaling volgens de voor hen dan geldende dienst.
10.4 Vergoeding zon- en feestdagen in volcontinudienst
10.4.1 Met ingang van 1 juli 2012 zijn de volgende artikelen 10.4.2., 10.4.3 en 10.4.4. van toepassing op alle medewerkers werkzaam in de volcontinudienst, die onder de werkingssfeer vallen van de B-artikelen.
10.4.2. Xxxxxxxx voor het werken op zon- en feestdagen voor medewerkers werkzaam in de volcontinudienst:
a. Werken volgens dienstrooster op een feestdag die valt op een zondag wordt gecompenseerd met een toeslag van 200%, die uitsluitend zal worden uitbetaald;
b. Werken volgens dienstrooster op een feestdag, niet vallende op een zondag,
wordt gecompenseerd met een toeslag van 200%. Deze toeslag kan in overleg met Vopak worden uitbetaald of worden opgenomen in vrije dagen;
c. Compenserende diensten en/of uren moeten in overleg met Vopak binnen drie maanden na het ontstaan van het recht hierop als vrije tijd worden opgenomen.
10.4.3. Xxxxxxxx voor het werken in de volcontinudienst op roostervrije dagen die op een feestdag vallen:
a. Feestdagen, niet vallende op een zondag, die gelijktijdig vallen met een vrije dag in het dienstrooster, zullen worden gecompenseerd met een toeslag van 100%;
b. Feestdagen die op een zondag vallen en die gelijktijdig vallen met een vrije dag in het dienstrooster zullen worden gecompenseerd met een toeslag van 100%, die uitsluitend zal worden uitbetaald;
c. De 24-uurs periode die valt tussen het einde van de middagdienst en de aanvang van de nachtdienst zal in dit verband ook als een roostervrije dienst gelden; deze bepaling is alleen van toepassing indien wordt gewerkt in de huidige volcontinu dienstroosters.
10.4.4. Voor zover de dienst het toelaat zal, op verzoek van medewerkers, op feestdagen zoveel mogelijk vrijaf worden gegeven, terwijl het basis maandinkomen normaal wordt betaald. Bij tewerkstelling op feestdagen geldt een beloning volgens artikel 10.4.2.a en 10.4.2.b.
10.5 Overplaatsing naar een ander dienstrooster
Overplaatsing van dagdienst naar een niet-dagdienst
10.5.1. Indien een medewerker uit de dagdienst door de werkgever wordt verzocht voor onbepaalde tijd volcontinudiensten of onregelmatige diensten te verrichten, dan ontvangt hij vanaf de datum waarop de volcontinu- of onregelmatige dienst aanvangt tot en met de dag waarop de volcontinu- of onregelmatige dienst eindigt, de voor de desbetreffende dienst geldende toeslag. Deze toeslag zal hem worden uitbetaald over het basis maandsalaris geldend in zijn oorspronkelijke functie.
10.6 Overplaatsing van een dienstrooster in de volcontinu naar een ander dienstrooster in de volcontinu
10.6.1. a. Bij tijdelijke overplaatsing van het ene dienstrooster naar het andere zal een eenmalige toeslag betaald worden van driemaal het basis uur salaris. Bij terugplaatsing naar het oorspronkelijke dienstrooster zal deze toeslag wederom betaald worden, indien de terugplaatsing geschiedt na ten minste vijf diensten.
b. Wordt door de overplaatsing het aantal diensturen, geldend in de arbeidsweek waarin de overplaatsing geschiedt, overschreden dan zullen voor dit meerdere aantal uren de toeslagen vermeld in artikel 19.6 worden betaald.
c. De in a. genoemde overplaatsing zal in overleg met de betreffende medewerker worden geregeld.
10.7 Overplaatsing naar een lagere functie
10.7.1. Indien u, op uw eigen verzoek, wordt overgeplaatst naar een lager geklasseerde functie, dan is met ingang van de datum van overplaatsing het navolgende op u van toepassing:
• Als uw basis maandsalaris hoger is dan het maximum basis maandsalaris dat hoort bij de functieklasse waarin u wordt geplaatst, dan geldt voor u het maximum basis maandsalaris dat hoort bij deze lagere functieklasse;
• Als uw basis maandsalaris lager is dan het bij de lagere functieklasse behorend maximum basis maandsalaris, dan blijft uw oorspronkelijke basis maandsalaris gehandhaafd. Bij de eerstvolgende salarisverhoging wordt uw salaris dan aangepast zoals vastgelegd in de op u van toepassing zijnde bepalingen uit de B-artikelen of - indien dit voor u geldt – de bepalingen uit de hoofdstukken met de D- of E-artikelen.
10.8 Tijdelijke uitoefening van een hogere functie (van toepassing vanaf 1 juli 2014)
10.8.1. Indien naar het oordeel van de betrokken leidinggevende de werksituatie vereist dat een medewerker ten gevolge van afwezigheid van de leidinggevende vervangen dient te worden, kan hiervoor een medewerker worden voorgedragen, die tijdelijk deze functie vervult. Hiervoor wordt een vervangingstoeslag toegekend.
a. Deze vervangingstoeslag is alleen van toepassing als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
• Indien iemand daadwerkelijk vervangt, oftewel een belangrijk deel van de werkzaamheden van een functie die tot een hogere loongroep behoort uitoefent gedurende minimaal een halve dienst;
• Er is sprake van uitvoering van werkzaamheden die niet tot het eigen takenpakket van de vervanger behoren;
• De vervanging van de andere functie is niet in de functie van de vervanger opgenomen en heeft dus geen invloed gehad op de hoogte van de indeling van uw eigen functie (er is geen sprake van vervangen bij taken die voorkomen in de eigen functieomschrijving);
• De aanwezigheid van de hogere functionaris is vereist en diens verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden aan de vervanger toegewezen. Het enkele feit dat de hogere functionaris niet aanwezig is, doet niet automatisch recht op vervangingstoeslag ontstaan;
• Er wordt geen vergoeding toegekend als de vervanger wordt ingewerkt of opgeleid.
b. Een hogere functionaris kan per dienst slechts door één andere medewerker worden vervangen.
c. De vergoeding per vervangen hele dienst is als volgt vastgesteld (bedragen per 01- 01-2012):
Omvang van de vervanging | Vergoeding per hele dienst |
Vervanging functie ingedeeld in 1 schaal hoger dan de eigen functie | € 14,30 bruto |
Vervanging functie ingedeeld in 2 schalen hoger dan de eigen functie | € 25,31 bruto |
Vervanging functie ingedeeld in 3 schalen hoger dan de eigen functie | € 36,31 bruto |
d. Indien een functie ten minste dertien weken aaneengesloten wordt vervangen, ontvangt degene die vervangt voor de duur van de vervangingsperiode een maandelijkse toeslag gelijk aan:
Dagdienst (inclusief | semi | continu | dienst) | 21,75 x het bedrag genoemd onder c |
Continu dienst | 18,25 x het bedrag genoemd onder c |
e. De maximale duur van de vervangingsperiode is twaalf maanden. In geval van bijzondere omstandigheden kan deze periode worden verlengd.
f. De vergoeding zoals genoemd onder c. van dit artikel wordt jaarlijks op 1 januari van elk jaar geïndexeerd.
Hoofdstuk 11 Werktijden
11.1 Dienstroosters en werktijden
11.1.1. De werkgever stelt, in overleg met de Ondernemingsraad en in overeenstemming met de eisen van het bedrijf en de desbetreffende wettelijke bepalingen, de dienstroosters en werktijden vast, alsmede eventuele wijzigingen hierop. Een gewijzigd dienstrooster of een ander dienstrooster zal uiterlijk 24 uur voordat het ingaat aan de betrokken medewerkers bekend worden gemaakt.
11.1.2. Iedere medewerker werkt volgens een op hem/haar van toepassing zijnde dienstrooster:
a. In dagdienst gemiddeld 38,75 uur per week (exclusief schafttijd). Hierbij wordt normaliter de eerste vijf werkdagen van de week (maandag tot en met vrijdag) gewerkt. Het aantal uur van een gemiddelde werkdag bedraagt 7,75 uur, exclusief schafttijd.
b. In onregelmatige dienst gemiddeld 38,75 uur per week, exclusief schafttijd. Het aantal uur van een gemiddelde werkdag bedraagt 7,75 uur, exclusief schafttijd.
c. In volcontinudienst gemiddeld 34,2 uur per week, inclusief schafttijd. Het aantal uur van een gemiddelde werkdag bedraagt acht uur inclusief schafttijd.
11.2 Terugkomdagen
11.2.1. Medewerkers in 5-ploegendienst hebben jaarlijks 3,5 terugkomdagen. Deze dagen worden jaarlijks ingeroosterd en door Vopak op zinvolle wijze ingevuld.
11.2.2. Het is de intentie van Vopak om de 3,5 terugkomdagen uniform te regelen. Voor alle duidelijkheid: terugkomdagen zijn werkdagen. Van de 3,5 terugkomdag zullen er enkele dagen worden ingeroosterd voor training en opleiding op onder andere de volgende gebieden: veiligheid, nieuwe infrastructuur, nieuwe procedures en werkinstructies.. De overige terugkomdagen zullen worden gebruikt om voorafgaand aan of aansluitend op het werk werkoverleg te houden. Partijen komen overeen om de afgesproken werkwijze met betrekking tot terugkomdagen te evalueren en dit tijdens het halfjaarlijks overleg te bespreken.
Hoofdstuk 12 Vakantieregeling
12.1 Opbouw vakantiedagen
12.1.1. Onverminderd de wettelijke bepalingen over dit onderwerp geldt de volgende vakantieregeling.
12.1.2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
12.1.3. a. Medewerkers in dienst vanaf 1 januari 2010 en werkzaam in de dag- of onregelmatige dienst met een gemiddelde werkweek van 38,75 uur, hebben per vakantiejaar recht op 30 werkdagen vakantie met behoud van het basis maandinkomen.
b. De vakantieregeling van de overige medewerkers in dag- of onregelmatige dienst, in dienst voor 1 januari 2010, is opgenomen in de E-artikelen.
c. Medewerkers in volcontinudienst hebben per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van het basismaandinkomen van in totaal 25 werkdagen.
12.1.4. Het aantal vakantiedagen per jaar wordt bijgehouden in uren.
12.1.5. De medewerker die niet het gehele vakantiejaar in dienst is, heeft pro rata recht op vakantiedagen. De berekening van het aantal vakantie-uren per jaar is als volgt:
• Aantal kalenderdagen dat in het betreffende jaar moeten worden gewerkt, gedeeld door het aantal kalenderdagen per jaar maal het aantal vakantiedagen per jaar waar u recht op heeft.
Met betrekking tot de afronding geldt het volgende:
• Het aantal door Vopak toegekende vakantie-uren wordt naar boven afgerond op 0,25, 0,50, 0,75 of 1,00 uur.
12.1.6. De medewerker verwerft geen vakantierechten over de tijd waarin hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak heeft op salaris.
12.2 Opnemen vakantiedagen
12.2.1. a. De vakantiedagen dienen tijdig in overleg met de leidinggevende te worden gekozen, ter verzekering van de goede gang van zaken in het bedrijf.
b. De medewerker kan drie aaneengesloten weken of kalenderweken met vakantie afwezig zijn. Het is mogelijk om buiten de schoolvakantie deze periode uit te breiden naar vier weken. In individuele situaties is het bespreekbaar om gedurende de zomer langer dan vier weken met vakantie te gaan. Voor een vakantie langer dan vier weken is altijd toestemming nodig van Vopak.
12.2.2. Voor wettelijke en boven wettelijke vakantiedagen wordt een verjaringstermijn gehanteerd van vijf jaar.
12.3 Uitbetalen vakantiedagen
12.3.1. Het recht op vakantie kan niet worden vervangen door een uitbetaling in geld, behalve bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Hoofdstuk 13 Dagenbank
13.1 Algemeen
13.1.1. In het Onderhandelingsresultaat d.d. 22 maart 2010 is afgesproken dat specifiek beschreven groepen medewerkers de waarde van de in het betreffende kalenderjaar opgebouwde ATV- of leeftijdsfasedagen in een door Vopak ingerichte dagenbank kunnen storten. Achtergrond van deze afspraak was een manier te vinden, waarbij de gestorte dagen waardevast kunnen blijven. Feitelijk is de dagenbank een alternatief voor de Levensloopregeling bij de ABN-AMRO bank die door Vopak collectief wordt aangeboden. Via de Levensloopregeling kan het gestorte geld - afhankelijk van het persoonlijke doel van de medewerker - worden belegd, of het geld kan worden gespaard.
13.1.2. Daarom is afgesproken om de in de dagenbank gestorte dagen te registreren in aantallen dagen. Bij opname van een ‘dag’ uit de dagenbank kan de waarde van die dag op dat moment worden berekend, waarna die specifieke waarde per dag wordt uitbetaald mits het wordt gebruikt voor één van de vastgelegde doelen. De in de dagenbank gestorte dagen groeien zo mee met de ontwikkeling van de salaristabel voor medewerkers die onder de werkingssfeer vallen van de B-regeling van de CAO Vopak Nederland BV.
13.2 Doelgroepen
13.2.1. Er zijn twee groepen medewerkers die geld kunnen storten in de dagenbank. Hieronder worden de doelgroepen weergegeven:
1. Leeftijdsfasedagen
Medewerkers, in dienst voor 1 januari 2010, die binnen de werkingssfeer vielen van de CAO Tankopslag 2007-2009, en geboren van 1960 tot en met 1964. Medewerkers uit deze groep kunnen kiezen of zij de ouderendagen vanaf 55 jaar willen behouden, waarbij de ouderendagen vanaf 61 jaar zijn bevroren op tien ouderendagen per jaar, of zij kunnen de leeftijdsfasedagen vanaf 1 januari 2010 jaarlijks storten op de Levenslooprekening of dagenbank.
2. ATV-dagen
Medewerkers, in dienst voor 1 januari 2010, die binnen de werkingssfeer vielen van de CAO Tankopslag 2007-2009, werkzaam in de dag- of onregelmatige dienst en geboren van 1950 tot en met 1959 hebben de keuze om jaarlijks tien ATV-dagen (of minder indien zij minder dan 38,75 uur per week werkzaam zijn) direct te laten uitbetalen of de dagen in de Levenslooprekening of dagenbank te storten.
13.3 Leeftijdsfasedagen
Storten leeftijdsfase dagen
13.3.1. De leeftijdsdagen zullen door Vopak aan het begin van elk kalenderjaar worden gestort in de dagenbank. Indien de betreffende medewerker in de loop van het jaar uit dienst treedt, zal Vopak de te veel gestorte dagen terugboeken. Indien een medewerker in de loop van het betreffende jaar met pensioen gaat, zullen de aan het begin van het jaar gestorte dagen niet pro rata worden teruggeboekt.
Waarde leeftijdsfasedag
13.3.2. Een leeftijdsfasedag heeft de waarde van één ATV-dag. Dit is 0,36% van twaalf keer het basis maandsalaris. De definitie van een basis maandsalaris is vastgelegd in de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland (2007 t/m 2009). Deze definitie wordt ook gebruikt in de CAO voor personeel van Vopak in Nederland (2010 t/m 2011).
Opnemen leeftijdsfasedagen
13.3.3. De waarde van in de dagenbank gestorte dagen kan worden opgenomen voor de navolgende bestedingsdoelen, tenzij partijen in overleg nieuwe doelen toevoegen:
• Vervroegd pensioen;
• Deeltijdpensioen;
• Sabbatical verlof conform het reglement Levensloopregeling;
• Aanvulling op het kortdurend zorgverlof;
• Langdurig zorgverlof;
• Mantelzorg;
• Ouderschapsverlof.
De medewerkers uit deze doelgroep kunnen, indien zij willen beschikken over vrij opneembare dagen, kiezen voor het behoud van ouderendagen vanaf de 55-jarige leeftijd.
13.3.4. In de dagenbank gestorte levensfasedagen kunnen door de betreffende medewerker als dag worden opgenomen voor de hierboven beschreven bestedingsdoelen met doorbetaling van het op dat moment van kracht zijnde basis maandsalaris, echter niet gedurende de periode van twee maanden voorafgaand aan de (vroeg)pensioendatum. Het saldo levensfasedagen dat resteert op de dag voorafgaand aan de datum van uitdiensttreding of pensionering zal worden uitbetaald via de salarisafrekening.
13.3.5. Leeftijdsfasedagen die na het bereiken van de 61-jarige leeftijd worden gebruikt voor de hierboven opgenomen bestedingsdoelen kunnen niet per dag worden opgenomen maar worden uitsluitend uitbetaald.
13.4 ATV-dagen
Storten ATV-dagen
13.4.1. Vopak zal de tien (of minder) ATV-dagen elk kalenderjaar in juni op de dagenbank storten. Bij uitdiensttreding of pensioen in de loop van het betreffende jaar zullen de dagen pro rata worden teruggeboekt.
Waarde ATV-dag
13.4.2. Voor de uitbetaling van de tien ATV-dagen is een afzonderlijke betalingsregeling tot stand gekomen. In tegenstelling tot de in de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland (2007 t/m 2009) vastgelegde waarde van 0,36% hebben partijen afgesproken om deze ATV-dagen uit te betalen op basis van 0,4% van twaalf keer het basis maandsalaris.
Opnemen uit dagenbank
13.4.3. In de dagenbank gestorte ATV-dagen kunnen niet als vrije tijd worden opgenomen, maar worden uitsluitend in geld uitbetaald mits ten behoeve van de in 13.3. genoemde bestedingsdoelen. De achtergrond hiervan is als volgt:
• In het verleden is met partijen de afspraak gemaakt dat niet opgenomen ATV-dagen aan het einde van het jaar zullen worden uitbetaald, tegen een waarde zoals beschreven in punt 5;
• In het onderhandelingsresultaat d.d. 22 maart 2010 is vastgelegd dat bij Vopak- medewerkers die op basis van de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland (2007 t/m 2009) aanspraak hebben op 21 ATV-dagen, tien ATV-dagen worden uitbetaald tegen een waarde van 0,4% van twaalf keer het basis maandsalaris.
13.5 Overlijden in actieve dienst
13.5.1. Indien een medewerker tijdens actieve dienst overlijdt, zal Vopak de over het lopende kalenderjaar teveel gestorte ATV- of leeftijdsfasedagen terugboeken. Daarna zal het resterende saldo van de betreffende medewerker bij de dagenbank worden uitbetaald tegen een waarde van 0,36 c.q. 0,4 %. Bij overlijden zal het saldo worden uitbetaald aan de nagelaten betrekkingen, zoals omschreven in de CAO.
Hoofdstuk 14 Beloning specifieke taken
14.1 Voorwaarden betaling
14.1.1. De vergoeding voor medewerkers voor het behalen van een diploma of certificaat wordt bepaald aan de hand van het schema brevetten (zie de hieronder opgenomen vergoedingenmatrix).
14.1.2. De in artikel 14.1 genoemde vergoeding zal slechts worden betaald indien:
a. Voor de vorkheftruckchauffeur en de rangeerder/machinist locomotief minstens één maal per jaar aan de hand van door de Vopak te stellen normen met behulp van een praktijkproef is vastgesteld of kennis en vaardigheid aanwezig zijn;
b. De BHV’er basis, petrochemie of ploegleider de door Vopak voorgeschreven herhalingsinstructiedagen zijn bijgewoond;
c. Voor EHBO-gediplomeerden het door de Koninklijke Nationale Bond voor Reddingswezen en eerste hulp bij ongelukken voorgeschreven aantal herhalingscursussen is gevolgd en de geldigheid van het diploma door bedoelde vereniging dienovereenkomstig is verlengd.
14.1.3. De onder artikel 14.1.1. en 14.1.2. genoemde vergoedingen worden slechts uitbetaald indien naar oordeel van Vopak, het diploma noodzakelijk is voor de functie c.q. installatie.
14.1.4. Vopak is gerechtigd de betrokkenen daadwerkelijk in de onder artikel 14.1.2. genoemde taken in te zetten en te doen deelnemen aan oefeningen en trainingen.
14.2 Vergoeding
14.2.1. Uitbetaling van de in dit hoofdstuk bedoelde vergoedingen geschiedt in de maand juni van elk jaar.
14.2.2. In de onderstaande vergoedingenmatrix worden de brevetvergoedingen weergegeven, zoals die bij de verschillende Vopak-bedrijven worden betaald:
Vergoedingenmatrix
Vergoedingen per 01-01- 2012 | VCLN | VOR | VTVlaard | VTVliss | VTAP | VNN | Kon. Vopak/ GIS |
Vorkheftruck | 207,66 | 207,66 | 207,66 | ||||
Locomotief | 207,66 | 207,66 | |||||
EHBO | 207,66 | 207,66 | 207,66 | 56,52 | 207,66 | ||
BHV Petrochemie** | 211,70 | 211,70 | 211,70 | ||||
XXX Xxxxxxxxxxx** | 228,69 | 228,69 | |||||
BHV Basis** | 211,70 | 211,70 | |||||
Persluchtmasker | 158,82 |
** Deze brevetten zijn van toepassing voor de chemie- en olieterminals van Vopak. Jaarlijks dient te worden voldaan aan de voorwaarden om het brevet geldig te houden. Voor VCLN en VOR is de minimale opleiding BHV Petrochemie. Voor VTVlaard en voor Koninklijk Vopak/GIS geldt BHV Basis als minimum. Na invoering van de BHV organisatie op een terminal zullen de brevetten brandwacht, pompbediende en bevelvoerder A/B komen te vervallen.
14.2.3. Indien de vergoedingenmatrix in individuele gevallen tot een onredelijke situatie leidt, is de hardheidsclausule van toepassing. De inhoudelijke criteria voor het toekennen en behouden van een brevet of diploma zullen worden geformuleerd in overleg met de Centrale Ondernemingsraad.
14.2.4. Indien een brevet of diploma genoemd in de vergoedingenmatrix deel uitmaakt van een ander diploma of brevet waarvoor de medewerker een vergoeding ontvangt, wordt de betreffende vergoeding niet toegekend. De hoogste vergoeding zal dan worden betaald.
14.2.5. Indien een brevet of diploma genoemd in de vergoedingenmatrix deel uitmaakt van de functiebeschrijving van de medewerker, dan wordt er geen diploma- of brevetvergoeding toegekend.
C-artikelen
Op de volgende bladzijden treft u de C-artikelen aan van de CAO voor personeel van Vopak in Nederland.
Partijen zijn overeengekomen dat functies die behoren tot de navolgende disciplines onder de werkingssfeer vallen van het kantoor specifieke gedeelte van deze CAO. Dit gedeelte noemen wij de C-artikelen van de CAO:
• Administratie;
• Boekhouding;
• Communicatie
• Facility;
• Facturatie;
• Finance en control;
• Human Resources;
• ICT;
• Procurement;
• Secretariële en administratieve ondersteuning.
De bijbehorende functies zijn opgenomen in de functietabel, zie bijlage VII.
In de hoofdstukken 15 tot en met 17 zijn de arbeidsvoorwaardelijke bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op medewerkers die onder de werkingssfeer van de C-artikelen vallen.
Hoofdstuk 15. Algemeen
In dit hoofdstuk vindt u de definities van een aantal veel gebruikte termen in de C-artikelen van deze CAO.
15.1 Begripsbepalingen uit de C-artikelen van deze CAO
In dit artikel vindt u de betekenis van enkele veel gebruikte begrippen en definities in het C- gedeelte van deze CAO.
15.1.1. Basis jaarsalaris, inclusief Het basis maandsalaris maal twaalf, plus de vakantietoeslag vakantietoeslag
15.1.2. Vakantietoeslag Het basis jaarsalaris, inclusief vakantietoeslag, gedeeld door dertien
Hoofdstuk 16 Werk en inkomen
In dit hoofdstuk vindt u bepalingen die met de vaststelling van uw salaris te maken hebben: de minimum en maximumsalarissen die gelden en de wijze waarop uw basis maandsalaris jaarlijks wordt herzien.
Ook treft u de bepalingen aan over de gevolgen voor uw basis maandsalaris bij promotie naar een hogere functie of bij het gaan vervullen van een lagere functie.
16.1 Salarisklasse per functiegroep
16.1.1. Bij elke functiegroep hoort een salarisklasse. Per functiegroep wordt een referentiesalaris binnen de salarisklasse vastgesteld dat behoort bij de functies in die functiegroep; op basis van dit referentiesalaris, dat op 100% wordt gesteld, worden ondergrens en bovengrens van de salarisklasse vastgesteld.
De salarisklassen per functiegroep tezamen vormen de salaristabel. De salaristabel is als bijlage IV opgenomen in deze CAO.
16.1.2. Op 1 januari 2012 is de salaristabel verhoogd met:
• 2,35% prijscompensatie over de periode oktober 2010 – september 2011;
• 7,00% verwerking resultaatafhankelijke bonus;
• 2,00% extra verhoging;
• 0,75% initiële verhoging zoals vastgelegd in het Onderhandelingsresultaat d.d. 6 maart 2012.
16.1.3. Per 1 januari 2012 wordt uw basis maandsalaris verhoogd met:
• 2,35% prijscompensatie over de periode oktober 2010 – september 2011;
• 7,00% over uw bruto basis maandsalaris met dien verstande dat deze verhoging ten hoogste wordt berekend over het maximum basis maandsalaris dat hoort bij de salarisband van uw functiegroep;
• 0,75% initiële verhoging zoals vastgelegd in het Onderhandelingsresultaat d.d. 6 maart 2012.
16.1.3 Vanaf 1 juli 2012 wordt de salaristabel en uw basis maandsalaris aangepast volgens de bepalingen vastgelegd in artikel 3.2, zoals die voor u van toepassing zijn vanaf 1 juli 2012.
16.2 Vaststelling salaris bij aanvang dienstverband
16.2.1. Bij aanvang van uw dienstverband wordt uw basis maandsalaris binnen de voor uw functiegroep van toepassing zijnde salarisklasse vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de competenties10 waarover u beschikt en tevens gelet wordt op de salarisverhoudingen binnen de afdeling c.q. binnen Vopak.
16.2.2. Indien u bij de aanvang van uw dienstverband nog niet over de vereiste competenties beschikt en/of in het kader van een opleiding bij Vopak in dienst komt, is het mogelijk dat uw basis maandsalaris binnen uw functiegroep vastgesteld wordt in een aanloop- salarisklasse. De aanloop-salarisklasse is nooit lager dan 60% van het minimum van de salarisklasse.
10 Onder competenties wordt onder meer verstaan opleiding, kennis, vaardigheden en eerder opgedane ervaring.
Ook is het mogelijk dat u voor een specifiek afgesproken periode wordt benoemd in een lagere functiegroep en salarisklasse dan degene die behoort bij uw functiegroep. Hierbij wordt afgesproken dat u bij het behalen van de vereiste competenties of het afronden van uw opleiding benoemd wordt in de functiegroep en salarisklasse die behoort bij uw functie. In het geval dat u benoemd wordt in een lagere salarisklasse, is uw basis maandsalaris nooit lager dan 80% van het minimum van de salarisklasse
16.3 Promotie naar een hogere functie
16.3.1. Indien u wordt overgeplaatst of binnen uw afdeling een andere functie gaat vervullen, en uw nieuwe functie is ingedeeld in een hogere functiegroep dan uw huidige functiegroep, wordt uw basis maandsalaris per datum van overplaatsing of bij de ingang van uw nieuwe functie opnieuw vastgesteld. Hierbij geldt dat uw basis maandsalaris tenminste gelijk dient te zijn aan uw oude basis maandsalaris en tevens tenminste gelijk te zijn aan het minimum van de salarisklasse van uw nieuwe functie.
16.3.2. Indien u bij promotie nog niet beschikt over de vereiste competenties en/of u in het kader van uw nieuwe functie een opleiding dient af te ronden, kan in afwijking van het bepaalde in artikel 00.0.0.:
• Definitieve indeling in de hogere functiegroep en/of salarisverhoging voor een periode van maximaal twaalf maanden worden opgeschort of;
• Kan uw basis maandsalaris lager vastgesteld worden dan het minimum van de salarisklasse, maar nimmer minder dan 60% van het minimum van de salarisklasse van de nieuwe functie.
16.4 Overplaatsing naar een lagere functie
16.4.1. Indien u op eigen verzoek of na gebleken onvoldoende functioneren, blijkend uit twee opeenvolgende jaarlijkse beoordelingen met als oordeel ‘onvoldoende’, binnen Vopak wordt overgeplaatst of binnen uw afdeling een andere functie gaat vervullen en uw nieuwe functie is ingedeeld in een lagere functieklasse dan uw huidige functieklasse:
a. Blijft uw basis maandsalaris ongewijzigd indien uw actuele basis maandsalaris lager is dan het maximum van uw nieuwe functieklasse;
b. Wordt uw basis maandsalaris per datum van overplaatsing of ingang verlaagd tot het maximum van uw nieuwe functieklasse.
Indien uw verzoek is gebaseerd op buiten uw eigen schuld of toedoen gelegen oorzaken of omstandigheden11, kan Vopak op voorstel van uw leidinggevende besluiten om in plaats van dit artikel de bepalingen van artikel 16.4.2. toe te passen.
16.4.2. Indien u anders dan op eigen verzoek en anders dan na gebleken onvoldoende functioneren wordt overgeplaatst of binnen uw afdeling een andere functie gaat vervullen en uw nieuwe functie is ingedeeld in een lagere functieklasse dan uw huidige functieklasse:
a. Blijft uw basis maandsalaris ongewijzigd indien uw actuele basis maandsalaris lager is dan het maximum van uw nieuwe functieklasse;
11 Bijvoorbeeld de situatie dat u in verband met het verzorgen van uw gezin permanent in een ander dienstrooster moet gaan werken en er geen functie van gelijk niveau beschikbaar is in het nieuwe rooster, of de situatie dat u een stapje terug zou willen doen om te voorkomen dat een fysiek of mentaal belastende functie u met het stijgen van uw leeftijd teveel wordt.
b. Wordt uw basis maandsalaris per datum van overplaatsing of ingang gesplitst in twee delen: 1. het maximum van uw nieuwe functieklasse wordt uw nieuwe basis maandsalaris en 2. een persoonlijke toeslag.
Uw persoonlijke toeslag wordt vanaf het moment van ingang over een periode van vier jaar in vier gelijke delen afgebouwd, waarbij de eerste verlaging van uw persoonlijke toeslag plaatsvindt één jaar na de datum van overplaatsing, en vervolgens telkens elk jaar daaropvolgend.
16.5 Vaststelling en uitbetaling van salarissen
16.5.1. Het basis jaarsalaris inclusief vakantietoeslag wordt vastgesteld in een bruto bedrag per jaar. Het basis jaarsalaris inclusief vakantietoeslag wordt, na aftrek van de vakantietoeslag van 8,33%, aan u uitbetaald in twaalf gelijk verdeelde maandelijkse termijnen: het bruto basis maandsalaris.
16.5.2. Geen salaris is verschuldigd over de tijd waarin u in strijd met uw verplichtingen opzettelijk nalaat uw werkzaamheden te verrichten. Indien dit het geval is, wordt u hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gebracht.
Hoofdstuk 17 Werktijd en vrije tijd
In dit hoofdstuk vindt u alle bepalingen ten aanzien van werktijd: de werktijdenregelingen, werken op feestdagen en de regels met betrekking tot overwerk. Daarnaast is in dit hoofdstuk de vakantieregeling opgenomen: het aantal vakantiedagen waarop u recht heeft, het bijzondere verlof en de wijze van opnemen van vakantiedagen. Vakantiedagen kunt u desgewenst verkopen aan Vopak of (tot een maximum van tien per jaar) bijkopen. De regels die hiervoor gelden, staan eveneens in dit hoofdstuk.
17.1 Werktijden
Arbeidstijd per week
17.1.1. De normale arbeidstijd bedraagt 38,75 uur per week, 7,75 uur per dag, exclusief lunchtijd, tenzij in uw arbeidsovereenkomst anders is overeengekomen. Wekelijks wordt normaliter gedurende vijf van de eerste zes werkdagen van de week (maandag tot en met zaterdag) gewerkt tussen 07.00 uur en 19.00 uur (de normale werkuren). Indien de normale arbeidstijd per week wordt overschreden, is sprake van overwerk volgens deze CAO (zie artikel 17.3).
Lunchtijd
17.1.2. De lunchtijd bedraagt standaard een half uur. In overleg met uw direct leidinggevende kunt u een afwijkende duur van uw lunchtijd afspreken; structureel een kortere lunchtijd dan een half uur afspreken is echter niet toegestaan.
Zaterdag als werkdag
17.1.3. Wanneer de zaterdag voor u als een normale werkdag geldt, heeft u ter compensatie op een van de eerste vijf werkdagen van de week vrij. Indien u reeds voor 1 januari 2007 in dienst van Vopak was, kan de zaterdag slechts met wederzijds goedvinden als normale werkdag worden aangemerkt. Vopak en de vakverenigingen zullen een jaar na invoering van deze bepaling de ervaringen met de zaterdag als normale werkdag evalueren.
Variabele werktijden en vaste planning
17.1.4. Met uw leidinggevende maakt u afspraken over uw aanvangstijd, de aanvangstijd van uw lunch en het einde van uw werktijd. In overleg met uw direct leidinggevende is het toegestaan om per dag tot maximaal een half uur korter of langer te werken, waarbij de gemiddelde werktijd per maand steeds 169 uur dient te bedragen.
Indien het bedrijfsbelang12 dit noodzakelijk maakt, kan uw leidinggevende bepalen dat u – binnen de normale werkuren – volgens een planning van vaste werktijden werkt. Indien deze planning voor u en meerdere collega’s geldt, wordt deze zoveel mogelijk in onderling overleg vastgesteld. Indien hierover geen overeenstemming bereikt kan worden, stelt uw leidinggevende een planning vast waarbij de aanvangstijden en het einde van de werktijden volgens een roulatieschema gelijkelijk over u en uw collega’s verdeeld worden.
Afwijkende roosters
17.1.5. In overleg met de Ondernemingsraad conform de bepalingen van de WOR en Arbeidstijdenwet kan door Vopak een regeling voor onregelmatige diensten buiten de
12 Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer uw afdeling gedurende een langere periode dan 8 uur voor interne of externe klanten bereikbaar dient te zijn.
normale werkuren (waaronder ploegendiensten), voor verschoven uren en andere roosters of consignatiediensten getroffen worden.
17.2 Werken op zon- , feest- en gedenkdagen
17.2.1. Indien u dit tijdig en onder opgaaf van redenen aan uw leidinggevende verzoekt, ontvangt u toestemming tot het opnemen van vakantie- of verlofdagen voor de viering van (een) voor u belangrijke godsdienstige feestdag(en), welke niet is/zijn opgenomen in de algemeen erkende feestdagen genoemd in artikel 4.1.1, tenzij zwaarwegende bedrijfsomstandigheden zich daartegen verzetten.
17.3 Overwerk
17.3.1. Indien de bedrijfsomstandigheden dit naar het oordeel van uw leidinggevende noodzakelijk maken, kunt u verplicht worden tot het verrichten van overwerk.
Van overwerk in de zin van deze CAO is pas sprake, wanneer u in opdracht van uw leidinggevende meer dan een half uur langer dan normaal moet werken, waardoor de voor u geldende normale arbeidstijd (zie artikel 17.1.1) wordt overschreden.
17.3.2. Wanneer u in deeltijd werkt, is pas sprake van overwerk indien en voor zover u de gemiddelde standaard arbeidsduur van 7,75 uur per dag overschrijdt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.3.8.
17.3.3. Indien de bedrijfsomstandigheden dit naar het oordeel van uw leidinggevende noodzakelijk maken, kunt u verplicht worden op andere dagen te werken dan de normaal voor u geldende werkdagen.
17.3.4. Bij het bepalen wie dient over te werken en wat de duur van het overwerk is, wordt door uw leidinggevende rekening gehouden met de wederzijdse belangen, waarbij het overwerk zoveel mogelijk in onderling overleg zal worden vastgesteld. Daarbij zal in ieder geval gelet worden op de mogelijke beschikbaarheid van vrijwilligers en de bijzondere belangen van deeltijders.
17.3.5. Overwerk gedurende de eerste zes dagen van de week (maandag tot en met zaterdag) wordt in principe binnen een periode van één maand in tijd gecompenseerd, zonder dat daarbij sprake is van enige toeslag (tijd voor tijd). Overwerk buiten de normale werkuren (na 19.00 uur) en op zon- en feestdagen wordt in principe eveneens binnen een periode van één maand in tijd gecompenseerd, waarbij extra uren worden toegekend volgens de tabel van artikel 17.3.7. Indien het niet mogelijk is binnen de periode van één maand het overwerk in tijd te compenseren, wordt het overwerk uitbetaald in geld.
17.3.6. Toekenning van compensatie voor overwerk zal steeds geschieden op basis van een door uw leidinggevende getekende of geautoriseerde overwerkverklaring. De compensatie voor overwerk in geld wordt betaald tegelijk met het salaris van de maand, volgend op de maand waarin het niet mogelijk is gebleken het overwerk in tijd voor tijd te compenseren.
17.3.7. Bij vergoeding in geld ontvangt u naast uw (gemaximeerde) basis uurloon in sommige gevallen, afhankelijk van het tijdstip van overwerken, een extra toeslag per uur volgens het onderstaande schema:
van einde arbeidstijd tot 19.00 uur | uren van 19.00 tot 23.00 uur | uren van 23.00 tot 07.00 uur de volgende ochtend | |
maandag tot en met zaterdag | basis uurloon; bij overwerk op zaterdag: basis uurloon + 20% toeslag | basis uurloon + 20% toeslag | basis uurloon + 40% toeslag |
zon- en feestdagen | basis uurloon + 100% toeslag | basis uurloon + 100% toeslag | basis uurloon + 100% toeslag |
Voor de toepassing van dit artikel geldt dat uw basis uurloon wordt gehanteerd tenzij dit hoger is dan het maximumsalaris van de voor uw functie van toepassing zijnde salarisband; in dat laatste geval wordt als basis uurloon het maximumsalaris gehanteerd voor de uurvergoeding en de extra toeslag.
17.3.8. Wanneer u in deeltijd werkt, heeft u pas aanspraak op de toeslagen op uw basis uurloon zoals genoemd in artikel 17.3.7. indien en voor zover u de gemiddelde normale arbeidsduur van 7,75 uur per dag, exclusief lunchtijd, overschrijdt. overuren die vallen binnen de normale arbeidstijd per dag, te weten 7,75 uur, worden wanneer u in deeltijd werkt aan u uitbetaald op basis van 100% van het basis uurloon, vermeerderd met het percentage van de vakantietoeslag, te weten 8,33%.
17.3.9. Wanneer u na verkregen goedkeuring van uw leidinggevende kiest voor vergoeding in tijd, wordt voor elk uur overwerk een uur vervangende vrije tijd toegekend (tijd voor tijd). Daarnaast wordt aan u per gewerkt overuur extra tijd toegekend overeenkomstig het in artikel 17.3.7. weergegeven schema, waarbij de toeslagpercentages gelden als percentages van een uur.
17.3.10. De vervangende vrije tijd dient u uiterlijk drie maanden na de maand waarin het overwerk plaatsvond op te nemen, in overleg met uw leidinggevende. In principe wordt u door Vopak in de gelegenheid gesteld de vervangende vrije tijd daadwerkelijk op te nemen. Indien u de vervangende vrije tijd niet binnen deze drie maanden heeft opgenomen, wordt het overwerk alsnog aan u in geld vergoed, tenzij u niet in de gelegenheid gesteld bent om de vervangende vrije tijd op te nemen. In dat laatste geval wordt de termijn eenmalig met nog eens drie maanden verlengd.
17.4 Consignatiediensten (deze regeling vervalt per 1 juli 2013)
17.4.1. Van consignatiedienst is sprake, indien u zich in opdracht van Vopak buiten uw normale werktijden telefonisch bereikbaar en beschikbaar voor werk moet houden. Beschikbaar voor werk betekent in dit verband dat u binnen een half uur op uw standplaats aanwezig moet zijn en/of (ingeval uw functie dit mogelijk en/of noodzakelijk maakt) binnen een half uur toegang moet hebben tot de bedrijfsnetwerken om op afstand online uw werkzaamheden te verrichten.
17.4.2. Bij voorzienbare noodzakelijke consignatiediensten gedurende een langere of onbepaalde tijd, wordt bij aanvang van het kalenderjaar een rooster voor het gehele jaar opgesteld.
17.4.3. Een consignatiedienst duurt 24 uur en begint normaliter om 07.00 uur. Dit aanvangstijdstip bepaalt tevens de dag voor de bepaling van de consignatievergoeding.
17.4.4. U ontvangt als vergoeding voor een consignatiedienst per periode van 24 uur:
• 0,5 % van het contractuele basis maandsalaris op maandag tot en met zaterdag;
• 0,875 % van het contractuele basis maandsalaris op zondag.
Indien u daadwerkelijk opgeroepen wordt of werkzaamheden online verricht, ontvangt u tevens voor de daadwerkelijk gewerkte uren buiten uw normale werktijden de overwerkvergoeding conform artikel 17.3.7.
17.5 Opbouw vakantiedagen
17.5.1. Jaarlijks bouwt u gedurende het kalenderjaar van 1 januari tot en met 31 december vakantierechten op.
17.5.2. Bij een voltijd dienstverband van 38,75 uur per week, heeft u per kalenderjaar recht op dertig vakantiedagen.
17.5.3. Indien uw dienstverband met Vopak in de loop van een kalenderjaar begint of eindigt, wordt uw aantal vakantiedagen voor dat kalenderjaar naar evenredigheid van de duur of omvang van het dienstverband in dat jaar opgebouwd. De opbouw wordt als volgt berekend:
• Aantal kalenderdagen dat in het betreffende jaar moeten worden gewerkt gedeeld door het aantal kalenderdagen per jaar maal het aantal vakantiedagen per jaar waar u recht op heeft.
Met betrekking tot de afronding geldt het volgende:
• De vakantiedagen worden bijgehouden in uren. Het aantal door Vopak toegekende vakantie-uren wordt naar boven afgerond op 0,25, 0,50, 0,75 of 1,00 uur.
17.6 Opname vakantiedagen
17.6.1. U dient het opnemen van vakantiedagen zo tijdig mogelijk bij uw leidinggevende aan te vragen, zodat bij de beslissing in goed overleg zowel met uw belang als met het belang van Vopak rekening kan worden gehouden.
17.6.2. Eenmaal per jaar kunt u aanspraak maken op een aaneengesloten vakantie van drie weken. Het is mogelijk om buiten de schoolvakantie deze periode uit te breiden naar vier weken. In individuele situaties is het bespreekbaar om gedurende de zomer langer dan vier weken met vakantie te gaan. Voor een vakantie langer dan vier weken is altijd instemming nodig van Vopak.
Indien u dit wenst, zal uw leidinggevende ernaar streven dat u deze vakantie kunt opnemen in de vakantieperiode van het basisonderwijs. U dient per kalenderjaar ten minste uw wettelijke vakantiedagen op te nemen, waarvan u in elk geval een aaneengesloten periode van twee weken dient op te nemen.
17.6.3. Vakantiedagen die u op 31 december van het betreffende kalenderjaar nog niet heeft opgenomen, mag u meenemen naar het daarop volgende jaar met inachtneming van de overeengekomen verjaringstermijnen. Voor wettelijke en boven wettelijke vakantiedagen is deze verjaringstermijn vastgesteld op 5 jaar.
17.7 Inkoop en verkoop van bovenwettelijke vakantiedagen
17.7.1. Op uw verzoek kunnen de bovenwettelijke vakantiedagen door Vopak worden uitbetaald tegen het voor u op het moment van uitbetaling geldende basis maandsalaris.
17.7.2. Indien het bedrijfsbelang dit toelaat, kunt u per kalenderjaar maximaal tien vakantiedagen bijkopen.
D-artikelen
In dit gedeelte zijn alle aanvullende arbeidsvoorwaardelijke bepalingen en regelingen ondergebracht die uitsluitend van kracht zijn voor medewerkers in dienst bij een specifiek hierbij vermelde werkmaatschappij van Vopak. Deze bepalingen en regelingen zijn per werkmaatschappij of groep werkmaatschappijen in één hoofdstuk bij elkaar gebracht.
Hoofdstuk 18. Begripsbepalingen D-artikelen
18.1 Begripsbepalingen uit de D-artikelen van deze CAO
In dit artikel vindt u de definities van begrippen die in het gedeelte met de D-artikelen in deze CAO wordt gebruikt.
18.1.1. ATV-dagen Extra verlofdagen, overeengekomen voor gesloten groepen,
naast de overeengekomen vakantiedagen (naar overgangsbepalingen).
18.1.2. Waarde vakantiedag Eén vakantiedag = (basis maandsalaris + pro rata
vakantietoeslag + ORT) x 3/65.
NB.: Deze definitie geldt alleen voor artikel 19
18.1.3. Waarde ATV-dag Eén ATV-dag = (Basis maandsalaris x 12/13) x 3/65.
18.1.4. Operationeel personeel Medewerkers in dienst bij Vopak, die operationele taken
uitvoeren op de terminal of vanuit de controlekamer en werkzaam zijn voor de Operationele Dienst.
Hoofdstuk 19. Medewerkers VCLN, VOR en VTVlaard
In dit hoofdstuk zijn alle aanvullende bepalingen opgenomen, die van toepassing zijn op de medewerkers waarop de B-regeling van deze CAO van toepassing is en die in dienst zijn bij:
• Vopak Chemicals Logistics Netherlands BV;
• Vopak Olie Rotterdam BV;
• Vopak Terminal Vlaardingen BV.
Indien een artikel een bepaling weergeeft die niet is opgenomen in de A- of B-artikelen, is het een aanvullende bepaling die van toepassing is op de hierboven genoemde medewerkers. Staat in dit hoofdstuk een bepaling die al is beschreven in de A- of B-artikelen, dan vervalt voor die medewerkers het artikel uit de A- of B-regeling en komt het betreffende artikel uit dit hoofdstuk hiervoor in de plaats.
De in dit hoofdstuk beschreven bepalingen zijn eveneens van toepassing op de medewerkers die onder de overgangsregeling vallen, zoals beschreven in punt 28 van het Onderhandelingsresultaat d.d. 22 maart 2010.
19.1 Overwerk
19.1.1. Onder overwerk wordt verstaan werk, dat buiten de voor de medewerker volgens dienstrooster vastgestelde werktijd in opdracht van de werkgever wordt verricht op plaatsen waar de werkgever normaal werk doet verrichten, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 19.1.2. Medewerkers die volgens hun dienstrooster per werkdag minder dan de in artikel 11.1.2. genoemde werktijd per dag werken, verrichten eerst overwerk indien - met inachtneming van het bepaalde in artikel
19.1.2. - op deze werkdag langer wordt gewerkt dan de in artikel 11.1.2 genoemde werktijd per dag. Indien een ander dienstrooster per werkdag is overeengekomen met uren die afwijken van wat is vastgelegd in artikel 11.1.2., gelden voor de berekening van overwerkuren, de werktijden zoals die in het betreffende werk- of dienstrooster zijn vastgelegd.
19.1.2. Voor het niet operationele personeel geldt dat het afmaken van werkzaamheden wat normaal niet langer dan een half uur duurt, niet als overwerk wordt beschouwd. Een rustpauze van een half uur aansluitend op de normale werktijd wordt niet tot het overwerk gerekend, daar deze tijd bestemd is voor het nuttigen van een maaltijd.
19.1.3. Overwerk zal zoveel mogelijk worden beperkt. Echter, indien de werkgever het noodzakelijk acht, is de medewerker verplicht binnen de wettelijk gestelde grenzen en met inachtneming van het gestelde in artikel 19.1.4. overwerk te verrichten.
19.1.4. Indien het bedrijfsbelang dit eist, kan van de medewerkers verlangd worden dat zij langer dan de normale dagelijkse- of wekelijkse werktijd werken. Dit kan zowel in overwerk als per dienstrooster gebeuren. Deze bepaling geldt niet voor medewerkers van vijftig jaar en ouder. Medewerkers werkzaam in de volcontinudienst, kunnen alleen aansluitend op een dienst - indien noodzakelijk - verplicht worden overwerk te verrichten. Voorrang wordt dan gegeven aan medewerkers die op vrijwillige basis overwerk willen verrichten. Overwerk direct aansluitend op de nachtdienst is, behoudens calamiteiten, ook op basis van vrijwilligheid. Overwerk op een roostervrije dag is voor volcontinu medewerkers op basis van vrijwilligheid.
19.2 Overwerktoeslagen.
19.2.1. Voor overwerk wordt, behalve het basis uursalaris, een toeslag betaald. De hoogte van de toeslag is van een aantal factoren afhankelijk. Met behulp van onderstaande schema's wordt dit verder verduidelijkt.
19.2.2. In dagdienst wordt normaliter de eerste vijf werkdagen van de week (maandag tot en met vrijdag) gewerkt tussen 07.00 uur en 18.00 uur.
19.3 Schema 1
Toeslagen voor overwerk tijdens alle dagen die geen feestdag zijn en voor alle medewerkers.
Overwerktijd maandag t/m vrijdag | Toeslag |
Van einde werktijd tot 22.00 uur | 33% |
Van 22.00 uur tot begin dagindeling | 50% |
Overwerktijd zaterdag | |
Van 00.00 uur tot 18.00 uur | 60% |
Van 18.00 uur tot 22.00 uur | 133% |
Van 22.00 uur tot 24.00 uur | 150% |
Overwerktijd zondag | |
Van 00.00 uur tot aanvang werktijd | 150% |
Van aanvang werktijd tot 18.00 uur | 100% |
Van 18.00 uur tot 22.00 uur | 133% |
Van 22.00 uur tot 24.00 uur | 150% |
Overwerktijd maandag | |
Van 00.00 uur tot aanvang werktijd | 150% |
19.4 Schema 2
Toeslagen voor overwerk tijdens feestdagen (niet vallende op zondag) door medewerkers in vaste dagdienst.
Overwerktijden | Toeslag |
18.00 uur tot 22.00 uur voorafgaande aan of op een feestdag | 133% |
22.00 uur tot 24.00 uur voorafgaande aan of op een feestdag | 150% |
00.00 uur tot begin dagindeling op een feestdag | 150% |
begin dagindeling tot 18.00 uur op de feestdag | 100% |
00.00 uur tot aanvang werktijd op de dag volgend op de feestdag | 150% |
19.5 Schema 3
Toeslagen voor overwerk tijdens feestdagen (niet vallende op zondag) door medewerkers in volcontinudienst.
Overwerktijden | Toeslag |
23.00 uur tot 24.00 uur voorafgaande aan de feestdag | 150% |
00.00 uur tot begin dagindeling op de feestdag | 150% |
begin dagindeling tot 18.00 uur op de feestdag | 100% |
18.00 uur tot 22.00 uur op de feestdag | 133% |
22.00 uur tot 23.00 uur op de feestdag | 150% |
19.6 Schema 4
Bijzondere bepalingen voor overwerk buiten het gestelde dienstrooster, niet aansluitend aan de vaste werktijd, voor alle medewerkers werkzaam in dagdienst/onregelmatige dienst. NB: Deze bepalingen gelden als aanvulling op de toeslagen voor de werkelijk gewerkte overuren.
Overwerktijden | Vergoeding |
Overwerk volgens afspraak | minimaal vier basisuren |
Overwerk volgens afspraak op een zaterdag, zondag of feestdag na 07.00 uur van vier uur of korter | minimaal vier basisuren |
Overwerk volgens afspraak op een zaterdag, zondag of feestdag na 07.00 uur van acht uur of korter, maar langer dan vier uur | minimaal acht basisuren |
Overwerk zonder voorafgaande afspraak | minimaal twee basisuren |
Overwerk zonder voorafgaande afspraak op vrijdag na einde normale werktijd en langer dan twee uur | minimaal vier basisuren |
Overwerk zonder voorafgaande afspraak op zon- en feestdagen | minimaal vier basisuren |
Opkomen tijdens een stand-by periode | werkelijk gewerkte basisuren + één reisuur |
19.7 Schema 5
Overwerk door medewerkers in de volcontinudienst op een volgens dienstrooster vrije dag (wordt beschouwd als werken op zondag).
Overwerktijden | Toeslag |
Van maandag 00.00 uur tot en met zaterdag 24.00 uur | zondagtoeslag volgens schema 1 |
Zondag of feestdag (niet vallende op zondag); van 00.00 uur tot en met 24.00 uur | 200% of 100% en één vrije dienst |
19.8 Vervangende vrije tijd
19.8.1. Voor overwerk kan, ter keuze van de medewerker, vervangende vrije tijd worden opgenomen. De vervangende vrije tijd opgebouwd in een kwartaal dient aan het einde van het volgende kwartaal, in overleg met de leidinggevende te zijn opgenomen. Vopak zal zich inspannen om in overleg met medewerkers maatregelen te treffen waardoor opname van TVT mogelijk wordt.
19.8.2. Indien het overwerk door vervangende vrije tijd wordt gecompenseerd, worden over de uren van overwerk alleen de in de schema's 1, 2, 3 en 5 bedoelde toeslagen betaald, terwijl gedurende de uren van vervangende vrije tijd het normale basis maandsalaris wordt doorbetaald. Uitzondering hierop is overwerk tijdens de feestdagen. Voor overwerk tijdens feestdagen kan het basis uursalaris en de toeslag in tijd voor tijd worden opgenomen.
19.8.3. Indien het overwerk opgebouwd in een kwartaal niet aan het einde van het volgende kwartaal is opgenomen, worden de uren van het overwerk in de daarop volgende maand aan de medewerker uitbetaald. Uitbetaling zal eerst plaatsvinden in de maand april 2012 over het laatste kwartaal van 2010.
19.9 Stand-by diensten (van toepassing tot en met 30 juni 2013)
19.9.1. Vaste vergoeding per maand
Een vaste vergoeding wordt toegekend voor het lopen van stand-by dienst. De hoogte van deze vaste vergoeding is afhankelijk van het aantal daadwerkelijk gelopen diensten en wordt bepaald met behulp van onderstaande tabel:
Van | Tot | Punten |
Maandag einde diensttijd | vrijdag einde diensttijd | één per dienst |
Vrijdag einde diensttijd | zaterdag 18.00 uur | drie per dienst |
Zaterdag 18.00 uur | Maandag aanvang diensttijd | vier per dienst |
1. De vergoeding per punt bedraagt € 24,93 bruto (vergoeding 2012).
2. Het aantal punten per jaar is bepalend voor de hoogte van de vergoeding.
3. Het maximum aantal punten per weekdienst bedraagt elf.
4. Over de vaste vergoeding wordt vakantietoeslag berekend en pensioen opgebouwd.
5. Feestdagencompensatie is begrepen in de waarde per punt zoals weergegeven onder 2.
6. In de waarde per punt is eveneens meegenomen de vervanging gedurende maximaal twee weken per kalenderjaar van stand-by diensten voor kort verzuim en/of ziekte van een collega. Extra diensten buiten deze twee weken worden achteraf gecompenseerd.
7. Eén volledige dienst loopt van maandag aanvang diensttijd tot maandag aanvang diensttijd.
8. In geval van een onvolledige dienst wordt de vergoeding naar evenredigheid uitgekeerd.
9. Het aantal diensten wordt bepaald volgens een vooraf vastgesteld rooster per kalenderjaar.
10. In geval van arbeidsongeschiktheid behoudt de medewerker zijn recht op deze vaste vergoeding.
19.9.2. Variabele vergoeding (bij opkomst)
1. De stand-by medewerker is verplicht om aan een oproep gehoor te geven.
2. Voor het opkomen tijdens een stand-by periode geldt de volgende vergoedingsregeling: het basis uur salaris over de werkelijk gewerkte uren, verhoogd met de toeslagen als genoemd in artikel 19.6 tot en met 19.7 plus één reis uur.
3. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de medewerker geen recht op deze variabele vergoeding.
19.9.3. Afbouw stand-by vergoeding
1. Afbouw van de vaste vergoeding vindt plaats conform artikel 19.15.
2. Er is geen afbouwregeling van toepassing op de variabele vergoeding.
19.9.4. Indexering
De stand-by vergoeding (vast en variabel) zal jaarlijks (telkens per 1 januari van elk jaar) worden geïndexeerd, voor het eerst op 1 januari 2013.
19.10 Vakantietoeslag (van toepassing tot en met 30 april 2013)
19.10.1. De periode waarover de vakantietoeslag wordt berekend, loopt van 1 mei tot en met 30 april, en bedraagt een basis maandinkomen.
19.10.2. De vakantietoeslag wordt uitbetaald in de maand mei over de daaraan voorafgaande periode van twaalf maanden en wordt afgeleid van het in die maand geldende basis maandsalaris. Met dien verstande dat, in het geval van een (tijdelijke) overgang van de ene naar de andere dienst, de vakantietoeslag in evenredigheid wordt afgeleid van het per dienst geldende basis maandsalaris. Deze regeling is alleen van toepassing als er sprake is van een aaneengesloten periode van ten minste één kalendermaand.
19.11 Inlenen van personeel
19.11.1. Indien overgegaan wordt tot het tijdelijk inlenen van operationeel personeel van derden, zullen hieraan dezelfde kwaliteitseisen gesteld worden als aan eigen personeel.
19.11.2. a. Het beleid in de onderneming is gericht op de instandhouding van een zodanig personeelsbestand, dat alle regelmatig op het bedrijf voorkomende werkzaamheden, die tot de kernactiviteit van de onderneming moeten worden gerekend, door eigen personeel in vaste dienst kunnen worden uitgevoerd.
b. Werkzaamheden die in het kader van dit artikel niet tot de kernactiviteit van de onderneming worden gerekend zijn:
• kantine exploitatie
• bewakingsdienst
• schoonmaakdienst
• nieuwbouw- en vervangingswerkzaamheden
• schoonmaken van tanks
• specialistische inspectie
• schilderwerken van grote omvang
c. Voor de inhuur van derden gelden de onderstaande bandbreedtes (maximum percentage van de personeelsbezetting).
• Voor de inhuur van operationeel-, technisch- en kantoorpersoneel geldt een bandbreedte van 15% over het betrokken personeel per Business Unit Nederland.
Binnen deze bandbreedtes voert Vopak overleg met de Ondernemingsraden. Buiten deze bandbreedtes zal overleg met Vakverenigingen plaatsvinden. In het halfjaarlijks overleg zullen Vakverenigingen met behulp van kengetallen worden geïnformeerd omtrent dit onderwerp. Vopak zal gecontracteerde uitzendbedrijven stimuleren om met vakverenigingen een CAO op havenniveau af te sluiten.
19.11.3. Vopak is verantwoordelijk voor tijdige vervanging van personeel, zodat bij uitstroom van personeel voldoende ervaring en capaciteit in de organisatie wordt gewaarborgd. Vakbonden zullen over de voortgang worden geïnformeerd. Daarnaast zal Vopak de contacten met onderwijsinstellingen intensiveren en relevante stageplaatsen ter beschikking stellen.
19.12 Afbouwregeling onregelmatigheidstoeslagen zoals genoemd in 10.2.1. (van toepassing tot en met 30 juni 2014)
19.12.1. Voor medewerkers die in het belang van het bedrijf of wegens persoonlijke omstandigheden die het bedrijfsbelang raken voor onbepaalde tijd worden overgeplaatst van een volcontinu of onregelmatige dienst naar dagdienst, geldt met ingang van de datum van overplaatsing een afbouwregeling. Deze staataangegeven onder (1), (2), (3) en (4). De afbouwregeling geldt niet voor oudere medewerkers als bedoeld in artikel 19.16.
(1) Indien zij drie maanden of korter in volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt: betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag, gedurende de lopende maand en de twee volgende maanden.
(2) Indien zij langer dan drie maanden, doch niet langer dan drie jaar achtereen in volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt: betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag, gedurende de lopende maand en drie volgende maanden.
(3) Indien zij drie jaar, doch niet langer dan vijf jaar achtereen in de volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt: betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met het voorheen voor hem geldende toeslag bedrag, gedurende de lopende maand en de twee volgende maanden, plus gedurende twee maanden 65%, daarna twee maanden 50% en tenslotte twee maanden 35% van het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag.
(4) Indien zij langer dan vijf jaar achtereenvolgens in de volcontinudienst of onregelmatige dienst hebben gewerkt: betaling van het basis maandsalaris, vermeerderd met 2/3 van het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag gedurende het eerste jaar en 1/3 van het voorheen voor hem geldende toeslagbedrag gedurende het tweede jaar na overgang.
19.12.2. Medewerkers (met uitzondering van de oudere medewerkers als bedoeld in artikel 19.16) die op eigen verzoek voor onbepaalde tijd worden overgeplaatst van de continudienst of onregelmatige dienst naar de dagdienst resp. onregelmatige dienst, ontvangen met
ingang van de datum van overplaatsing slechts de betaling volgens de voor hen dan geldende dienst.
19.13 Oudere medewerkers
19.13.1. Medewerkers van 61 jaar tot en met 65 jaar, werkzaam in de volcontinudienst of onregelmatige dienst worden - indien zij daaraan de voorkeur geven - in dagdienst geplaatst mits een vacature voor de betreffende medewerker beschikbaar is.
19.13.2. Bij overgang naar de dagdienst behoudt de betrokken oudere medewerker, conform artikel 19.16.1., zijn basis maandsalaris.
Afbouw van het vaste toeslagbedrag, zoals genoemd in artikel 10.2, voor hen die minimaal vanaf hun 55e jaar in de volcontinudienst of onregelmatige dienst gewerkt hebben, geschiedt als volgt:
Tijdpad vanaf het moment van overplaatsing | % van het oorspronkelijke toeslagbedrag |
eerste halfjaar | 100 |
tweede halfjaar | 80 |
tweede jaar | 60 |
derde jaar | 40 |
vierde jaar | 20 |
vijfde jaar | 10 |
De opbouw van het pensioengevend salaris zal blijven geschieden op basis van het basis maandsalaris, verhoogd met de oorspronkelijke procentuele toeslag over het basis maandsalaris, die gold in het oude dienstrooster van betrokkene.
19.13.3 De afbouwregeling vastgelegd in artikel 7.6 geldt niet voor oudere medewerkers als bedoeld in artikel 19.16.1.
19.13.4. Het is de oudere medewerker te allen tijde toegestaan afstand te doen van overplaatsing naar de dagdienst, zoals omschreven in artikel 19.16.2.
19.14 Tijdelijke uitoefening van een hogere functie (van toepassing tot en met 30 juni 2014)
19.14.1. Indien naar het oordeel van de betrokken leidinggevende de werksituatie vereist dat een medewerker ten gevolge van afwezigheid van de leidinggevende vervangen dient te worden, kan hiervoor een medewerker worden voorgedragen, die tijdelijk deze functie vervult. Hiervoor wordt een vervangingstoeslag toegekend.
a. Deze vervangingstoeslag is alleen van toepassing als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
▪ Indien iemand daadwerkelijk vervangt, oftewel een belangrijk deel van de werkzaamheden van een functie die tot een hogere loongroep behoort uitoefent gedurende minimaal een halve dienst;
▪ Er is sprake van uitvoering van werkzaamheden die niet tot het eigen takenpakket van de vervanger behoren;
▪ De vervanging van de andere functie is niet in de functie van de vervanger opgenomen en heeft dus geen invloed gehad op de hoogte van de indeling van uw eigen functie (er is geen sprake van vervangen bij taken die voorkomen in de eigen functieomschrijving);
▪ De aanwezigheid van de hogere functionaris is vereist en diens verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden aan de vervanger toegewezen. Het enkele feit dat de hogere functionaris niet aanwezig is, doet niet automatisch recht op vervangingstoeslag ontstaan;
▪ Er wordt geen vergoeding toegekend als de vervanger wordt ingewerkt of opgeleid.
b. Een hogere functionaris kan per dienst slechts door één andere medewerker worden vervangen.
c. De vergoeding per vervangen hele dienst is als volgt vastgesteld (bedragen per 01- 01-2012):
Omvang van de vervanging | Vergoeding per hele dienst |
Vervanging functie ingedeeld in 1 schaal hoger dan de eigen functie | € 14,30 bruto |
Vervanging functie ingedeeld in 2 schalen hoger dan de eigen functie | € 25,31 bruto |
Vervanging functie ingedeeld in 3 schalen hoger dan de eigen functie | € 36,31 bruto |
d. Indien een functie ten minste dertien weken aaneengesloten wordt vervangen, ontvangt degene die vervangt voor de duur van de vervangingsperiode een maandelijkse toeslag gelijk aan:
Dagdienst (inclusief | semi | continu | dienst) | 21,75 x het bedrag genoemd onder c |
Continu dienst | 18,25 x het bedrag genoemd onder c |
e. De maximale duur van de vervangingsperiode is twaalf maanden. In geval van bijzondere omstandigheden kan deze periode worden verlengd.
f. De vergoeding zoals genoemd onder c. van dit artikel wordt jaarlijks op 1 januari van elk jaar geïndexeerd.
19.15 Ongemakken en speciaal vuil werk
19.15.1. Voor ongemakken en speciaal vuil werk geldt een toeslag per uur, zoals opgenomen in onderstaande tabel. De toeslag zal jaarlijks eenmalig per 1 januari van elk jaar nageïndexeerd worden op basis van de indexeringsregeling zoals omschreven in artikel 3.2.
19.15.2. De vuilwerktoeslag zal worden gegeven als bij manipulaties de voorgeschreven beschermende speciale veiligheidskleding moet worden gedragen, omdat wordt gewerkt met giftige en/of gevaarlijke chemicaliën, crude oil, stookolie en - indien hierbij heet water van meer dan 50°Celsius wordt gebruikt - eetbare oliën en smeerolie. De hierboven bedoelde giftige en/of gevaarlijke chemicaliën en de daarbij vereiste beschermende speciale veiligheidskleding zijn vermeld in de productengids c.q. de werkopdracht.
Vuilwerktoeslagen per uur
Vergoedingen per 01-01-2012 | VCLN | VOR | VTVlaard | VTVliss | VTAP | VNN |
Vuil werk A | 1,44 | 1,44 | 1,44 | nvt | nvt | nvt |
Vuil werk D | 4,01 | 4,01 | 4,01 | nvt | nvt | nvt |
19.16 Levensloopreglement
19.16.1. Voor medewerkers bedoeld in dit hoofdstuk moet artikel 7.6 van het Levensloopreglement (zie bijlage V) als volgt worden gelezen.
Het Levensloopsaldo dat overeenkomt met één verlofdag bedraagt:
(basis maandsalaris + pro rata vakantietoeslag + onregelmatigheidstoeslag) * 3/65.
19.17 CAO à la Carte
19.17.1. Voor medewerkers bedoeld in dit hoofdstuk moet het Keuzereglement CAO à la Carte, bijlage VI, artikel 2 (g), als volgt worden gelezen:
Een ATV-dag is de aan de medewerker toegekende ATV-dag (artikel 13.4 van de CAO). De waarde van een ATV-dag wordt als volgt bepaald: (basis maandsalaris x 12/13 x 3/65).
19.18 Extra vakantiedagen
19.18.1. a. Medewerkers die op 1 januari de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt, hebben recht op één extra vakantiedag per jaar boven het in artikel 12.1.3 genoemde aantal vakantiedagen.
b. Medewerkers met een aaneengesloten dienstverband van tien jaar of langer komen in aanmerking voor één extra vakantiedag per jaar. Dit recht wordt verkregen met ingang van het jaar waarin men tien jaar aaneengesloten in dienst is. Deze regeling geldt niet voor medewerkers van vijftig jaar en ouder.
c. Bij het bereiken van de hieronder genoemde leeftijden is het aantal vakantiedagen zoals genoemd in artikel 12.1.3. voor de medewerkers verhoogd met:
- van 50 jaar tot 55 jaar twee dagen
- van 55 jaar tot 60 jaar drie dagen
- van 60 jaar en ouder vier dagen
Dit recht wordt verkregen met ingang van het jaar waarin genoemde leeftijden worden bereikt.
19.19 Brevetten en vergoedingenmatrix
19.19.1. De vergoedingen, zoals genoemd in artikel 14.2.2. zullen jaarlijks eenmalig per 1 januari van ieder jaar nageïndexeerd worden op basis van de indexeringsregeling, zoals omschreven in artikel 3.2.
19.19.2. Medewerkers die op 31 december 1994 reeds een vergoeding ontvingen in verband met een diploma of certificaat van vorkheftruckchauffeur of rangeerder/machinist locomotief, terwijl dit niet voor de functie c.q. installatie noodzakelijk was, alsmede medewerkers die een vergoeding ontvingen voor het diploma perslucht, behouden deze vergoeding mits
voldaan wordt aan het gestelde onder artikel 14.1. Bij vrijwillige overplaatsing naar een functie c.q. installatie waarvoor het diploma/certificaat niet noodzakelijk is, komt de vergoeding te vervallen.
19.20 Automatiseringsstatuut
19.20.1. Partijen vinden automatisering noodzakelijk voor de continuïteit van de onderneming. Vopak erkent de sociale, economische en technische aspecten die voortvloeien uit automatisering en rekent het tot zijn verantwoordelijkheid om de negatieve gevolgen van deze aspecten zo veel mogelijk te beperken.
Er zullen als gevolg van automatisering geen gedwongen ontslagen vallen. Voor zover nieuwe functies ontstaan, zullen deze opgevuld worden volgens de interne procedure. Indien een medewerker als gevolg van automatisering een andere functie dient te vervullen die lager gegradeerd wordt, dan zal deze gradering niet van invloed zijn op de honorering van de medewerker.
19.20.2. Om dit te bereiken zullen medewerkers, Ondernemingsraad en vakverenigingen op de volgende wijze betrokken worden bij de opzet en invoering van nieuwe automatiseringsprojecten:
Medewerkers
. Wanneer het automatiseringsproject direct van invloed is op de functie-inhoud of op de omstandigheden waaronder de functie wordt uitgeoefend.
Ondernemingsraad
Indirecte betrokkenheid uit het oogpunt van werknemersvertegenwoordiging en naar aanleiding van bepalingen uit de WOR.
Vakverenigingen
Indirecte betrokkenheid wanneer het automatiseringstraject belangrijke collectieve gevolgen heeft voor de arbeidsorganisatie, de werkgelegenheid en/of de arbeidsvoorwaarden.
Daarnaast kunnen vakverenigingen het initiatief nemen om de gevolgen van automatisering aan de orde te stellen bij Vopak.
Vopak dient betrokkenen in een zodanig stadium te informeren, dat de besluitvorming nog kan worden beïnvloed.
Hoofdstuk 20 Medewerkers Vopak Terminal Vlissingen B.V.
In dit hoofdstuk zijn alle aanvullende bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op de medewerkers die onder de werkingssfeer vallen van de B-regeling van deze CAO en die in dienst zijn bij Vopak Terminal Vlissingen BV.
Indien een artikel uit dit hoofdstuk een bepaling weergeeft die niet is opgenomen in de A- of B- artikelen, is het een aanvullende bepaling die van toepassing is op de hierboven genoemde medewerkers. Staat in dit hoofdstuk een bepaling die al is beschreven in de A- of B-artikelen, dan vervalt voor de hier bedoelde medewerkers het artikel uit de A- of B-regeling en komt het betreffende artikel uit dit hoofdstuk hiervoor in de plaats.
20.1 Feestdagen
20.1.1. Vanaf 1 juli 2012 zijn de A-artikelen van toepassing, zie artikel 4.1.1.
20.1.2. Daar artikel 19.1.1. uit de CAO voor personeel van Vopak Nederland 2010-2011 halverwege het jaar 2012 vervalt, ontvangen medewerkers werkzaam in de volcontinudienst in 2012 éénmalig 2,5 vrije dag. De vijf vrije dagen die tot en met 31 december 2011 werden toegekend aan medewerkers werkzaam in de volcontinudienst zijn door deze wijziging vervallen.
20.1.3. Voor medewerkers werkzaam in dagdienst geldt dat 5 mei jaarlijks als een feestdag zal gelden.
20.2 Overuren
1. Onder overwerk wordt verstaan: werk dat buiten de voor de medewerker vastgestelde werktijd in opdracht van de werkgever wordt verricht op plaatsen waar de werkgever normaal werk doet verrichten.
2. Het verrichten van overwerk wordt zoveel mogelijk beperkt, doch kan, in uitzonderlijke situaties in goed overleg met de medewerker van hem gevergd worden; in dat geval dient de Arbeidstijdenwet in acht genomen te worden.
3. Wanneer overwerk wordt verricht, kan de medewerker kiezen uit de volgende twee mogelijkheden:
a. Overuren, ook op feestdagen, worden uitbetaald tegen 185,6% van het basis uurloon.
b. Overwerk kan binnen zes weken, volgend op de week waarin het werk is verricht, door vrije tijd worden gecompenseerd. Indien het overwerk wordt opgenomen als tijd voor tijd, wordt er niet met een toeslag van 185,6% gerekend, maar met een toeslag van 200%. Indien dit vanwege bedrijfsredenen niet mogelijk is, wordt deze vrije tijd naar een later tijdstip verschoven.
4. De medewerker die onverwachts van huis wordt opgeroepen om werkzaamheden te komen verrichten, ontvangt hiervoor een minimum betaling van vier overuren.
5. Gemiddeld zal het overwerk per medewerker per kalenderkwartaal niet meer dan tien uur bedragen.
20.3 Extra vakantiedagen in verband met leeftijd
1. De medewerker die op 1 januari de leeftijd heeft bereikt van 40, 45, 50, 55 of 60 jaar heeft recht op respectievelijk één, twee, drie, vier of vijf dagen extra vakantie, boven op het aantal werkdagen vakantie genoemd in artikel 12.1.3.
2. Vakantieplannen dienen vóór 1 april van het lopende vakantiejaar, in overleg met het verantwoordelijke hoofd van dienst, te worden vastgesteld. Er dient naar gestreefd te worden dat, in goed overleg, per jaar ten minste drie weken aaneengesloten vakantie wordt opgenomen.
Tevens is het toegestaan, mits in goed overleg, waarbij onder andere de bezetting van de ploeg bekeken wordt, langer dan drie weken aaneengesloten vakantie op te nemen.
3. Tijdens de winterperiode is het niet mogelijk aaneengesloten verlof op te nemen. Indien de werkzaamheden het toelaten, is het opnemen van snipperdagen wel mogelijk. Als winterperiode wordt aangemerkt de periode van december tot en met februari.
4. De vakantiedagen moeten vóór april van het jaar volgend op het jaar waarin de vakantie is toegekend, worden opgenomen. Uitsluitend met toestemming van de werkgever kan hiervan worden afgeweken.
20.4 Vergoeding telefoonkosten
1. Indien het op zakelijke gronden door de werkgever noodzakelijk wordt geacht dat de medewerker thuis telefonisch bereikbaar is, zullen de kosten van de telefoon in de woning van de medewerker door de werkgever gedragen worden.
2. Voor de vaststelling van de vergoeding telefoonkosten worden onderscheiden:
a. De werkelijke kosten van abonnement en alle gesprekken voor de medewerker die zijn telefoon in ruime mate voor zakelijke, uitgaande gesprekken gebruikt;
b. De kosten van abonnement en incidentele zakelijke gesprekken voor de medewerker waarvan kan worden aangenomen dat uitgaande zakelijke gesprekken zelden zullen worden gevoerd.
3. De vergoeding voor de kosten van de incidentele zakelijke gesprekken zoals bedoeld in lid 2, sub b. worden gesteld op € 6,81 per maand.
4. Eventuele extra kosten voor bijzondere voorzieningen alsmede extra kosten door privégebruik van modem- en/of internetaansluitingen worden niet vergoed, tenzij deze bij de toekenning van de kosten expliciet worden toegekend.
20.5 EHBO- en BHV-diploma
1. Aan de medewerker die op 1 december van enig jaar in het bezit is van een geldig EHBO- diploma, zal jaarlijks een vergoeding van € 56,72 bruto worden betaald.
2. Indien er een behoefte bestaat aan meer EHBO’ers, dan zal door de werkgever een nieuwe cursus georganiseerd worden.
3. Vlissingen zal overgaan naar een BHV-organisatie. De vergoeding bedraagt met ingang van 1 januari 2007 € 195,36 per jaar.13
4. Zolang de BHV-organisatie in Vlissingen nog niet is ingevoerd, zal de EHBO-vergoeding, zoals hierboven beschreven worden vergoed. Daar waar sprake is van beide vergoedingen wordt de hoogste vergoeding uitgekeerd.
13 Jaarlijks dient te worden voldaan aan de voorwaarden om het brevet geldig te houden; de minimale opleiding is BHV Petrochemie; na invoering van de BHV-organisatie op een terminal zullen de brevetten brandwacht, pompbediende en bevelvoerder A/B komen te vervallen.
20.6 Persluchtmasker-certificaat
1. Aan de medewerker die een geldig certificaat persluchtmasker alsmede een geldig keuringsbewijs bezit, zal jaarlijks een vergoeding van € 158,82 bruto worden betaald.
2. Met betrekking tot het gebruik van perslucht zullen de algemeen geldende richtlijnen in acht worden genomen voor zover die van toepassing zijn op de werkomstandigheden bij de werkgever.
Hoofdstuk 21. Medewerkers Vopak Terminal Amsterdam Petroleumhaven B.V.
In dit hoofdstuk zijn alle aanvullende bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op de medewerkers die onder de werkingssfeer vallen van de B-regeling van deze CAO en die in dienst zijn bij Vopak Terminal Amsterdam Petroleumhaven B.V.
Indien een artikel uit dit hoofdstuk een bepaling weergeeft die niet is opgenomen in de A- of B- artikelen is het een aanvullende bepaling die van toepassing is op de hierboven genoemde medewerkers. Staat in dit hoofdstuk een bepaling die al is beschreven in de A- of B-artikelen, dan vervalt voor de hier bedoelde medewerkers het artikel uit de A- of B-regeling en komt het betreffende artikel uit dit hoofdstuk hiervoor in de plaats.
21.1 Werktijden en dienstrooster
21.1.1. Voor het personeel in de operatonele dagdienst gelden, volgens rooster, werktijden tussen
06.00 uur en 19.00 uur, afhankelijk van het aanbod van werkzaamheden. De werkdagen zijn van maandag tot en met vrijdag.
Lunchpauzes zijn in eigen tijd en duren een half uur. Koffie- en theepauzes worden in overleg genomen, rekening houdend met lopende werkzaamheden.
21.2 Overwerk
21.2.1. Overwerk zal zoveel mogelijk worden beperkt. Echter, indien de werkgever het noodzakelijk acht, is de medewerker verplicht binnen de wettelijk gestelde grenzen overwerk te verrichten.
Onder overwerk wordt verstaan werk dat buiten de voor de normale werkuren wordt verricht, in opdracht van de werkgever. Medewerkers die volgens hun dienstrooster per werkdag minder dan de normale werktijd per dag werken, verrichten pas overwerk wanneer op deze werkdag langer wordt gewerkt dan de normale werktijd.
21.2.2. Het afmaken van werkzaamheden wat normaal niet langer dan een half uur duurt, wordt niet als overwerk beschouwd. Een rustpauze aansluitend op de normale werktijd wordt niet tot het overwerk gerekend.
Beschikbaarheid voor overwerk wordt vooraf, voor zover als mogelijk, door middel van een rooster geregeld. Indien het bedrijfsbelang dit eist, kan van de medewerkers verlangd worden - in afwijking van het genoemde rooster - dat zij langer dan de normale dagelijkse- of wekelijkse werktijd werken. Het dienstenrooster wordt steeds minimaal één maand vooraf bekendgemaakt.
21.3 Vergoeding overwerk
21.3.1. Voor overwerk wordt, behalve het basis uursalaris, een toeslag betaald. De hoogte van de toeslag is af te lezen uit onderstaand overwerkschema:
Overwerk maandag tot en met vrijdag | Toeslag |
van einde werktijd tot 22.00 uur | 50,32% |
van 22.00 uur tot aanvang werktijd | 50,32% |
Overwerk zaterdag | Toeslag |
van 00.00 uur tot 24.00 uur | 100,64% |
Overwerk zon- en feestdagen | Toeslag |
van 00.00 tot 24.00 uur | 100,64% |
Overwerk zondag op maandag | Toeslag |
van zondag 24.00 tot maandag 06.00 uur | 100,64% |
21.4 Oproepdienst
21.4.1. Voor de betreffende medewerker wordt met behulp van een dienstrooster14 aangegeven voor welke dagen de (oproep)dienst geldt. De oproepdienst geldt voor een weekend en een week, tussen vrijdag 19.00 uur en vrijdag 19.00 uur. Voor het opkomen tijdens de oproepdienst is de overwerkvergoeding van toepassing.
21.4.2. Voor een oproepdienst geldt dat de medewerker bereikbaar dient te zijn en op afroep binnen één uur op de terminal aanwezig dient te zijn voor werkzaamheden.
21.4.3. Beschikbaar zijn tijdens een oproepdienst wordt vergoed. Per oproepdienst van een week, zoals weergegeven in artikel 21.4.1. wordt een vergoeding gehanteerd van € 100,00.
Voor het daadwerkelijk opkomen tijdens een oproepdienst geldt dat het basis uursalaris wordt betaald over de werkelijk gewerkte uren, verhoogd met de toeslagen als genoemd in het overwerkschema.
21.4.4. De medewerker die oproepdienst heeft, is verplicht om gehoor te geven aan een oproep.
21.4.5. Indien het de medewerker bekend wordt dat niet volgens het dienstenrooster gewerkt kan worden, dient Vopak daar onmiddellijk van in kennis gesteld te worden om tijdig voor vervanging zorg te kunnen dragen.
Het afwijken en/of het wisselen van dienstenrooster is enkel toegestaan na overleg met en toestemming van de werkgever.
21.4.6. De vergoeding zal maandelijks achteraf worden betaald. Bij ziekte, of het om andere redenen niet komen opdagen tijdens een oproepdienst, is geen vergoeding van toepassing.
14 Onder dienstrooster wordt verstaan het ‘rooster’ waarin de oproepdiensten alsmede het overwerk per medewerker wordt aangegeven.
Hoofdstuk 22 Medewerkers Vopak Terminals North Netherlands B.V.
In dit hoofdstuk zijn alle aanvullende bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op de medewerkers die onder de werkingssfeer vallen van de B-regeling van deze CAO en die in dienst zijn bij Vopak Terminals North Netherlands B.V.
Indien een artikel uit dit hoofdstuk een bepaling weergeeft die niet is opgenomen in de A- of B- artikelen is het een aanvullende bepaling die van toepassing is op de hierboven genoemde medewerkers. Staat in dit hoofdstuk een bepaling die al is beschreven in de A- of B-artikelen, dan vervalt voor de hier bedoelde medewerkers het artikel uit de A- of B-regeling en komt het betreffende artikel uit dit hoofdstuk hiervoor in de plaats.
22.1 Overwerkregeling
22.1.1. Onder overwerk wordt verstaan: werk dat buiten de voor de medewerker volgens dienstrooster vastgestelde werktijd in opdracht van de werkgever wordt verricht op plaatsen waar de werkgever normaal werk doet verrichten, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 22.1.2. Medewerkers die volgens hun dienstrooster per werkdag minder dan de in artikel 11.1.2. genoemde werktijd per dag werken, verrichten eerst overwerk indien, met inachtneming van het bepaalde in artikel 22.1.2., op deze werkdag langer wordt gewerkt dan de in artikel 11.1.2 genoemde werktijd per dag. Indien een ander dienstrooster per werkdag is overeengekomen met uren die afwijken van wat is vastgelegd in artikel 11.1.2., gelden voor de berekening van overwerkuren de werktijden zoals die in het betreffende werk- of dienstrooster zijn vastgelegd.
22.1.2. Voor het personeel geldt, dat het afmaken van werkzaamheden wat normaal niet langer dan een half uur duurt, niet als overwerk wordt beschouwd. Een rustpauze van een half uur aansluitend op de normale werktijd wordt niet tot het overwerk gerekend, omdat deze tijd bestemd is voor het nuttigen van een maaltijd.
22.1.3. Overwerk zal zoveel mogelijk worden beperkt. Echter, indien de werkgever het noodzakelijk acht, is de medewerker verplicht binnen de wettelijk gestelde grenzen en met inachtneming van het gestelde in artikel 22.1.4. overwerk te verrichten.
22.1.4. Indien het bedrijfsbelang dit eist, kan van de medewerkers verlangd worden dat zij langer dan de normale dagelijkse of wekelijkse werktijd werken. Dit kan zowel in overwerk als per dienstrooster gebeuren.
22.2 Overwerktoeslagen.
22.2.1. Voor overwerk wordt, naast het basis uursalaris, een toeslag betaald. De hoogte van de toeslag is van een aantal factoren afhankelijk. Met behulp van onderstaande schema's wordt dit verder verduidelijkt.
22.2.2. In dagdienst wordt normaliter de eerste vijf werkdagen van de week (maandag tot en met vrijdag) gewerkt tussen 07.00 uur en 18.00 uur.
22.3 Schema 1
Toeslagen voor overwerk tijdens alle dagen die geen feestdag zijn en voor alle medewerkers.
Overwerktijd maandag t/m vrijdag | Toeslag |
Van einde werktijd tot 22.00 uur | 33% |
Van 22.00 uur tot begin dagindeling | 50% |
Overwerktijd zaterdag | |
Van 00.00 uur tot 18.00 uur | 60% |
Van 18.00 uur tot 22.00 uur | 133% |
Van 22.00 uur tot 24.00 uur | 150% |
Overwerktijd zondag | |
Van 00.00 uur tot aanvang werktijd | 150% |
Van aanvang werktijd tot 18.00 uur | 100% |
Van 18.00 uur tot 22.00 uur | 133% |
Van 22.00 uur tot 24.00 uur | 150% |
Overwerktijd maandag | |
Van 00.00 uur tot aanvang werktijd | 150% |
22.4 Schema 2
Toeslagen voor overwerk tijdens feestdagen (niet vallende op zondag) door medewerkers in vaste dag- of onregelmatige dienst, niet zijnde een 5-ploegen volcontinudienst.
Overwerktijden | Toeslag |
18.00 uur tot 22.00 uur voorafgaande aan of op een feestdag | 133% |
22.00 uur tot 24.00 uur voorafgaande aan of op een feestdag | 150% |
00.00 uur tot begin dagindeling op een feestdag | 150% |
begin dagindeling tot 18.00 uur op de feestdag | 100% |
00.00 uur tot aanvang werktijd op de dag volgend op de feestdag | 150% |
22.5 Schema 3
Toeslagen voor overwerk tijdens feestdagen (niet vallende op zondag) door medewerkers in een 5-ploegen volcontinudienst.
Overwerktijden | Toeslag |
23.00 uur tot 24.00 uur voorafgaande aan de feestdag | 150% |
00.00 uur tot begin dagindeling op de feestdag | 150% |
begin dagindeling tot 18.00 uur op de feestdag | 100% |
18.00 uur tot 22.00 uur op de feestdag | 133% |
22.00 uur tot 23.00 uur op de feestdag | 150% |
E-artikelen
In dit gedeelte zijn alle overgangsregelingen ondergebracht die uitsluitend van kracht zijn voor gesloten groepen medewerkers in dienst bij een specifiek hierbij vermelde werkmaatschappij van Vopak en in dienst getreden bij die werkmaatschappij vóór een nader aangegeven datum.
Deze overgangsregelingen zijn per werkmaatschappij of groep werkmaatschappijen in één hoofdstuk bij elkaar gebracht.
Hoofdstuk 23 Medewerkers VCLN, VOR en VTVlaard in dienst op 31-12-2009
In dit hoofdstuk zijn de overgangsregelingen verzameld die van toepassing zijn op de medewerkers die onder de werkingssfeer vielen van de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland (2007-2009) en op 31 december 2009 in dienst waren bij:
• Vopak Chemicals Logistics Netherlands BV;
• Vopak Olie Rotterdam BV;
• Vopak Terminal Vlaardingen BV.
De in dit hoofdstuk beschreven regelingen zijn eveneens van toepassing op de medewerkers die onder de overgangsregeling vallen, zoals beschreven in punt 28 van het Onderhandelingsresultaat d.d. 22 maart 2010. Samen vormen deze medewerkers een gesloten groep.
23.1 Salarisverhogingen ten gevolge van de jaarlijkse beoordeling
23.1.1. Indien u voor 1 januari 2010 in dienst was bij een werkgever/bedrijf genoemd in Artikel 1A Definities van de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland 2007 – 2009, en u was medewerker of nieuwe medewerker in de zin van eerdergenoemde CAO, dan is het volgende artikel op u van toepassing.
23.1.2. U behoudt de mogelijkheid om door te groeien naar het maximum van de uitloop van de functieklasse waarin u bent ingedeeld, zoals weergegeven in de salarisschaal voor de B- regeling (zie bijlage IV) indien u jaarlijks een ‘normaal/goed’ beoordeling krijgt van uw leidinggevende.
23.2 Uitbetalen ATV-dagen
23.2.1. Vopak zal zich inspannen om in overleg met medewerkers maatregelen te treffen waardoor opname van ATV mogelijk wordt. ATV die gedurende het lopende jaar door toedoen van de werkgever niet opgenomen kan worden, zal aan het einde van het desbetreffende jaar worden uitbetaald.
23.3 Regeling ATV-dagen vanaf 1 januari 2010
23.3.1. Indien u voor 1 januari 2010 in dienst was bij een werkgever/bedrijf genoemd in Artikel 1A Definities van de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland 2007 – 2009, en u had vóór 1 januari 2010 de beschikking over 21 ATV-dagen dan is onderstaande regeling op u van toepassing. Had u recht op minder dan 21 ATV-dagen omdat uw gemiddelde dienstroostertijd per week lager was dan 38,75 uur, exclusief lunchpauze, dan geldt deze regeling pro rata.
Huidige medewerkers
23.3.2. Voor de medewerkers in dienst van Vopak op 31 december 2009 hebben CAO-partijen het volgende afgesproken:
Werkweek
23.3.3. Voor medewerkers werkzaam in de dag- of onregelmatige dienst, niet zijnde een 5- ploegen volcontinudienst, is met ingang van 1 januari 2010 de gemiddelde dienstroostertijd per week 38,75 uur, exclusief lunchpauze.
Voor medewerkers van Vopak Olie Rotterdam op 31 december 2009 werkzaam bij de afdelingen Customer Services of Planning/schedulars en ingedeeld in een onregelmatige dienst wordt een afzonderlijke regeling getroffen, die zodra deze is vastgelegd onderdeel van deze CAO zal worden.
ATV-dagen
23.3.4. Medewerkers die 21 ATV-dagen hadden, behouden zes roostervrije dagen, die vrij opneembaar zijn. Tien ATV-dagen worden jaarlijks uitbetaald of kunnen worden gestort op een geblokkeerde rekening, zoals de Levenslooprekening. Indien de fiscale ruimte dit toelaat, kan de vrijwillige spaarmogelijkheid bij het pensioenfonds worden gebruikt.
Vijf ATV-dagen worden omgezet naar vakantiedagen, zodat het aantal vakantiedagen per jaar met ingang van 1 januari 2010 met vijf dagen is verhoogd. Voor medewerkers met een afwijkend aantal ATV-dagen, bijvoorbeeld parttimers, geldt de regeling pro rata.
Waarde ATV-dagen bij uitbetaling
23.3.5. Voor de uitbetaling van de tien ATV-dagen is een afzonderlijke regeling tot stand gekomen. In tegenstelling tot de in de CAO genoemde waarde van een ATV-dag van 0,36% is ervoor gekozen om deze tien ATV-dagen uit te betalen op basis van 0,4% per ATV-dag van het basis jaarsalaris (= twaalf maal het basis maandsalaris). De uitbetaling vindt plaats in de maand juni.
Terugkopen ATV-dagen
23.3.6. In 2011 kan de medewerker maximaal vijf ATV-dagen terugkopen, indien zijn in 2011 toegekende aantal vakantiedagen en het saldo tijd voor tijd-uren ontoereikend zijn voor het in 2011 op te nemen verlof.
Uitzondering
23.3.7. Medewerkers geboren van 1950 t/m 1959 kunnen de tien jaarlijks te betalen ATV-dagen uit laten betalen of deze ATV-dagen storten in de nog in te stellen dagenbank.
23.4 Gemiddelde arbeidstijd voormalige medewerkers Vopak Shared Services
23.4.1. Tot en met 31 december 2009 was onderstaande regeling van toepassing op medewerkers die op dat moment in dienst waren bij Vopak Shared Services.
23.4.2. De medewerker in dienst van Vopak Shared Services B.V. werkt volgens een op hem/haar van toepassing zijnde dienstrooster:
a) in dagdienst gemiddeld 38 uur per week (excl. schafttijd). Hierbij wordt normaliter de eerste vijf werkdagen van de week (maandag tot en met vrijdag) gewerkt tussen 07.00 uur en 18.00 uur. De normale arbeidstijd is vanaf 1 januari 2008 vastgesteld op 38,75 uur per week (exclusief schafttijd; 7,75 uur per dag). De arbeidstijdverkorting voor deze medewerkers in dagdienst is gesteld op vijf dagen per jaar (inclusief goede vrijdag). Deze dagen zijn in overleg opneembaar.
b) Voor de medewerkers die in dienst waren vóór 1 juli 2007 zullen de ATV-dagen die uitstijgen boven de vijf ATV-dagen (zestien) gecompenseerd worden door middel van een inbouw in het jaarsalaris (door middel van een persoonlijke toeslag) van de