CAO
CAO
ALCO ENERGY ROTTERDAM BV 2018
Tussen de ondergetekenden:
Alco Energy Rotterdam B.V., gevestigd te Europoort-Rotterdam
als partij aan werkgeverszijde
en
Federatie Nederlandse Vakbeweging (afgekort FNV) te Utrecht,
als partij aan werknemerszijde,
is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.
Inhoud
Artikel 3 Algemene verplichtingen van partijen 6
Artikel 4 Algemene verplichtingen van de werkgever 6
Artikel 5 Algemene verplichtingen van de werknemer 7
Artikel 7 Wijziging van de CAO 8
Artikel 8 Aangaan arbeidsovereenkomst 9
Artikel 9 Beëindiging van de arbeidsovereenkomst 9
Artikel 10 Arbeidsduur , gemiddelde arbeidstijd en werken op Feestdagen 10
Artikel 12 Werken in deeltijd 11
Artikel 15 Buitengewoon verlof 12
Artikel 18 Koppeling Functie-classificatie-systeem, Salarisstructuur en Beoordeling 13
Artikel 19 Promotie in een hoger ingedeelde functie. 14
Artikel 20 Indeling in een lager ingedeelde functie 14
Artikel 21 Bijzondere beloningen 15
Artikel 23 Toeslag voor stand-by dienst 15
Artikel 24 Toeslag voor overwerk 15
Artikel 25 Toeslag voor extra opkomst 16
Artikel 26 Reiskostenvergoeding 16
Artikel 28 Loondoorbetaling en aanvulling eerste 104 weken arbeidsongeschiktheid 17
Artikel 29 Bijdrage in de ziektekosten 18
BIJLAGE 1 Functieclassificatie 19
BIJLAGE 2 Salarisstructuur (basis maand- en jaarsalaris, als bedoeld in artikel 18) 20
BIJLAGE 3 Protocollaire afspraken behorende bij deze CAO 21
A. ALGEMEEN
Artikel 1 Definities
Daar waar in deze cao sprake is van “hij” of “hem” wordt daarmee tevens bedoeld “zij” of “haar”.
In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:
a. Werkgever : Alco Energy Rotterdam B.V., gevestigd te Europoort-Rotterdam, als partij
aan werkgeverzijde.
b. Vakbond : Federatieve Nederlandse Vakbeweging te Utrecht, als partij aan werknemerszijde.
c. Partijen : Werkgever als bedoeld onder a); en Vakbond als bedoeld onder b) tezamen
als partijen die deze cao zijn overeengekomen.
d. Werknemer : de persoon (m/v) die krachtens een arbeidsovereenkomst in dienst van
de werkgever is en van wie de functie is opgenomen of gezien het niveau van de functie behoort te worden op genomen in Bijlage 1 van deze overeenkomst
Als werknemer in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt niet beschouwd:
a. de stagiair of de persoon die op grond van een leer/werkovereenkomst respectievelijk een werkervaringsplaats binnen de onderneming van werkgever is geplaatst;
b. de persoon als bedoeld in de Participatiewet. Werkgever zal conform advies van de Stichting van de Arbeid voor de hier bedoelde personen een loonschaal hanteren van 100% tot 120% WML.
e. Ondernemingsraad (OR) : de ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden
(WOR).
f. Maand : een volledige kalendermaand.
g. Week : een volle kalenderweek, die begint op maandag 00.00 uur. Daar waar in ploegendienst wordt gewerkt, begint de week aan het begin van de eerste op maandag eindigende dienst.
h. Dag : een aaneengesloten tijdvak van 24 uur (etmaal) dat begint om 00.00 uur. Daar waar in ploegendienst wordt gewerkt, begint de dag aan het begin van de eerste op die dag eindigende dienst.
Bij de toepassing van toeslagen en of vergoedingen geldt voor de werknemer werkzaam in ploegendienst als dag, de dienst waarvan de meeste uren vallen op de betreffende kalenderdag.
i. Dienstrooster : een arbeidstijdregeling die aangeeft op welke tijdstippen de werknemer
zijn werkzaamheden begint, onderbreekt en beëindigt, onverlet dat conform deze cao de werknemer in opdracht van werkgever gedurende afwijkende diensttijden zijn werkzaamheden kan verrichten.
j. Dienst : de dagelijkse arbeidstijd waarop volgens het dienstrooster wordt gewerkt.
Een dienst wordt geacht te vallen op de dag waarop de meeste te werken
uren vallen. Incidentele afwijkingen en of afwijkingen in verband met de reguliere overdracht van werkzaamheden van een half uur of minder worden geacht deel uit te maken van de normale arbeidstijd.
k. Normale arbeidsduur : de arbeidsduur welke geldt voor een voltijd werknemer, zoals bedoeld
in artikel 10.
l. Roostervrije dag : een dag waarop de werknemer werkzaam in een volcontinu-
vijfploegendienstrooster, volgens zijn rooster vrij is van dienst.
m. ADV-dag : Arbeidsduurverkortingsdag zoals bedoeld in artikel 10
n. Maandsalaris : het voor de voltijd werknemer op grond van zijn functie-indeling
geldende (basis) salaris per maand, zoals bedoeld in artikel 18 en vastgesteld in bijlage 2: Salarisschalen
o. Maandinkomen : het maandsalaris eventueel vermeerderd met ploegentoeslag zoals
bedoeld in artikel 22 en 23;
p. Bruto jaarsalaris : 12 maal het maandinkomen vermeerderd met de vakantietoeslag zoals
bedoeld in artikel 27, zijnde tezamen 12,96 maal het maandinkomen.
q. Uurwaarde : Bij de toepassing van de cao is de waarde van één (1) uur met 100%
betaling vastgesteld als 1/173,33*100% afgerond op 0,58% van het maandsalaris.
r. Feestdagen : Nieuwjaarsdag, Xxxxx Xxxxxxx, eerste en tweede Paasdag,
Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag en de door de overheid aangewezen dag voor de viering van Koningsdag.
Een Feestdag beslaat een aaneengesloten tijdvak van 24 uur, dat begint om 00.00 uur. Daar waar in ploegendienst wordt gewerkt, geldt als feestdag de dienst waarvan de meeste uren vallen op de betreffende dag.
s. Partner : de echtgenoot/echtgenote of geregistreerde partner van de werknemer of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont en een gemeenschappelijke huishouding voert, tenzij het betreft een persoon met wie bloedverwantschap in de eerste of tweede graad bestaat. Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in de eerste volzin is sprake, indien twee ongehuwde of niet-geregistreerde personen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding en of op andere wijze in elkaars verzorging voorzien. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst moet een en ander blijken uit een notariële verklaring of aannemelijk gemaakt kunnen worden via gemeentelijke (basis)administratie.
t. B.W. : Burgerlijk Wetboek.
Artikel 2 Deeltijdarbeid
1. Indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de bedongen arbeidsduur minder bedraagt dan de arbeidsduur van een voltijd werknemer, dan zijn de bepalingen van deze cao naar evenredigheid van de individuele arbeidsduur op overeenkomstige wijze van toepassing tenzij bij de desbetreffende artikelen anders is vermeld.
2. Op basis van de Wet Flexibel Werken (WFW) kan een werknemer schriftelijk om aanpassing van de arbeidsduur vragen.
Artikel 3 Algemene verplichtingen van partijen
1. Partijen zullen deze cao naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid nakomen.
2. De werkgever verplicht zich geen actie te voeren of te steunen die tot doel heeft wijziging te brengen in deze cao, onverminderd het bepaalde in artikel 7.
3. De vakbond zal op alle mogelijke wijzen nakoming van deze cao door zijn leden bevorderen en geen actie voeren en de vakbond zal zijn volledige medewerking aan de werkgever verlenen tot een ongestoorde voortzetting van de onderneming.
4. De werkgever zal de vakbond op verzoek, doch minimaal eenmaal per kalenderjaar informeren over de algemene gang van zaken van en over het sociaal beleid in de onderneming.
5. Werkgeversbijdrageregeling:
De werkgever verstrekt aan de vakbond gedurende de looptijd van de cao een bijdrage overeenkomstig de tussen: enerzijds, AWVN; en, anderzijds Federatie Nederlandse Vakbeweging, CNV Xxxxxxxxx.xx en De Unie gesloten overeenkomst met betrekking tot de bijdrageregeling aan de vakbonden (zgn. “AWVN- regeling”).
6. Fiscaal verrekenen vakbondscontributie:
De werkgever zal gedurende de looptijd van de cao het zgn. fiscaal vriendelijk uitruilen van xxxxxxxxx voor vakbondslidmaatschap faciliteren. De werknemer c.q. vakbondslid die hiervan gebruik wenst te maken dient schriftelijk opgave te doen van de werkelijke kosten van het lidmaatschap. Daartoe dient hij het “Declaratieformulier vergoeding van de lidmaatschapskosten van een werknemersorganisatie’’ uiterlijk 1 december van het betreffende kalenderjaar aan de werkgever te overleggen.
In het kader van deze faciliteit geldt dat de werknemer kan kiezen voor ruilen van arbeidsvoorwaarden (fiscaal verrekenen vakbondscontributie), waarbij kan worden afgeweken van bepalingen in deze CAO in de zin dat loon op een andere wijze dan in geld kan worden genoten. Het loon in geld zal echter nimmer lager zijn dan het minimumbedrag, zoals bepaald in de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag (WML), het aantal wettelijke vakantiedagen dan wel andere door de wet gestelde minimum rechten.
Artikel 4 Algemene verplichtingen van de werkgever
1. De werkgever zal een exemplaar van deze cao en bij toekomstige wijzigingen de dan geldende cao aan de werknemer beschikbaar stellen.
2. De werkgever verstrekt aan de werknemer schriftelijk een individuele arbeidsovereenkomst. Afwijkingen van deze cao in de individuele arbeidsovereenkomsten ten voor- of nadele van de werknemer zijn niet geldig (standaard-cao), tenzij deze voortvloeien uit voorzieningen op grond van bijzondere omstandigheden ter opvang van nadelige gevolgen voor de werknemer zoals onder meer bij toepassing van een sociaal plan. Deze afwijkingen dienen schriftelijk te zijn vastgesteld.
3. De werkgever draagt met inachtneming van onder meer de Arbowet zorg voor goede arbeidsomstandigheden in het bedrijf en zal daarbij de belangen van de werknemer behartigen, zoals een goed werkgever betaamt. De werkgever verstrekt daartoe de nodige trainingen, opleidingen, instructies, aanwijzingen en voorschriften. Verder stelt de werkgever de nodige veiligheidsmiddelen ter beschikking en zorgt voor medisch- en of gezondheidskundige begeleiding, waaronder tevens wordt verstaan een periodiek medisch-gezondheidskundig onderzoek.
4. De werkgever voert een beleid ter ondersteuning van de ontwikkeling van de werknemer met doel en strekking om hem in staat te stellen de deskundigheid die de organisatie vraagt te behouden en zich te blijven ontwikkelen.
5. Aan de werknemer worden tevens ontwikkelingsmogelijkheden aangeboden om zijn (toekomstige) inzetbaarheid te behouden en vergroten.
6. Indien naar oordeel van de werkgever een opleiding en of training functie-gerelateerd is of noodzakelijk is voor het verrichten van een andere functie in de onderneming van werkgever (bijvoorbeeld behalen van een vakopleiding), dan zal werkgever de hieraan verbonden kosten betalen, tenzij de werknemer zich niet aan de voorwaarden en of afspraken houdt.
7. Indien en voor zover het hier andere opleidingen betreft dan kan op basis van een verzoek van de werknemer, de Werkgever naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid bijdragen aan de kosten van deze opleiding en of training. Een en ander conform een binnen de onderneming van werkgever geldende studiekostenregeling.
Artikel 5 Algemene verplichtingen van de werknemer.
1. De werknemer zal de belangen van de werkgever als een goed werknemer behartigen, ook indien daartoe geen uitdrukkelijke opdracht is gegeven. De werknemer zal alle in de onderneming geldende regels naleven.
2. De werknemer zal alle hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden, voor zover deze in redelijkheid van hem kunnen worden verlangd zo goed mogelijk uitvoeren en daarbij alle verstrekte aanwijzingen en voorschriften in achtnemen.
3. De werknemer is verplicht bij de arbeid de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen ter vermijding van gevaren voor veiligheid en of gezondheid van hemzelf, van anderen en omgeving en of met het oog op het welzijn in verband met de arbeid. Een en ander zoals het een goed werknemer betaamt.
4. Met inachtneming van het bepaalde in onder meer de Arbowet en in belang van de veiligheid dient de werknemer de terzake gegeven aanwijzingen en binnen de onderneming geldende voorschriften na te leven, de ter beschikking gestelde veiligheidsmiddelen daadwerkelijk volgens voorschrift te gebruiken en volgens de geldende voorschriften mee te werken aan medische begeleiding.
5. De werknemer zal zoals bedoeld in de Arbowet, de door hem opgemerkte gevaren voor de veiligheid of de gezondheid terstond ter kennis brengen aan de werkgever of degene die namens werkgever ter plaatse met de leiding is belast. De werknemer kan het werk onderbreken, indien en zolang naar zijn redelijk oordeel ernstig gevaar voor personen aanwezig is en naar zijn redelijk oordeel het gevaar onmiddellijk dreigt.
6. De door de werkgever daarvoor aangewezen werknemer is verplicht aan de door de werkgever voorgeschreven veiligheidsoefeningen deel te nemen en de daaraan verbonden taken uit te voeren.
7. De werknemer is samen met de werkgever verantwoordelijk voor het op peil brengen en houden van zijn vakbekwaamheid en inzetbaarheid en zal meewerken aan door de werkgever getroffen ondersteunende maatregelen. Daaronder wordt onder meer verstaan het geldig houden van voor het vervullen van de functie noodzakelijke certificaten en of diploma’s.
8. De werknemer zal zich voor wat betreft zijn werk- en rusttijd houden aan het voor hem geldende dienstrooster. De werknemer is verplicht ook buiten de vastgestelde arbeidstijden c.q. dienstrooster (extra) arbeid te verrichten, voor zover de werkgever de desbetreffende wettelijke voorschriften en de bepalingen van deze cao in acht neemt.
9. Het is de werknemer niet toegestaan om al dan niet tegen beloning voor derden of als zelfstandige werkzaamheden te verrichten zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever. De werknemer die het voornemen heeft een verbintenis met de overheid aan te gaan, heeft daartoe de schriftelijke toestemming van de werkgever nodig. De werknemer die al voor de indiensttreding een verbintenis als bedoeld in de eerste volzin is aangegaan, is verplicht dit onverwijld aan de werkgever schriftelijk te melden.
10. De werknemer is verplicht, zowel tijdens als na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst volstrekte geheimhouding te betrachten over alles wat hem over de onderneming van de werkgever bekend is geworden en waarover hem geheimhouding is opgelegd of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs kan vermoeden.
11. In de individuele arbeidsovereenkomst van de werknemer zal deze cao van toepassing worden verklaard. De werknemer is gehouden deze arbeidsovereenkomst te ondertekenen.
Artikel 6 Geschillen
Partijen zullen een tussen hen gerezen geschil pas bij de rechter aanhangig maken nadat zij een minnelijke oplossing hebben nagestreefd. Daartoe zal de partij die naar aanleiding van feiten of omstandigheden van oordeel is dat de wederpartij deze overeenkomst niet op de juiste wijze heeft uitgelegd of toegepast dan wel niet heeft nageleefd, aan de wederpartij binnen een maand nadat mondeling overleg of een verzoek daartoe niet tot resultaten heeft geleid, schriftelijk verzoeken de uitleg of toepassing te herzien, of de bepalingen van deze overeenkomst in acht te nemen, met vermelding van de overwegingen die aan haar oordeel ten grondslag liggen. Zodanig verzoek verplicht de partijen tot overleg omtrent een minnelijke regeling, tenzij het verzoek voetstoots wordt ingewilligd.
Pas wanneer binnen twee maanden nadat het geschil bij de wederpartij op de omschreven wijze is aangebracht geen minnelijke regeling tot stand is gekomen, kan het door de meest gerede partij bij de rechter aanhangig worden gemaakt.
Artikel 7 Wijziging van de CAO
1. Wijziging van deze collectieve arbeidsovereenkomst tijdens de looptijd is alleen mogelijk indien naar het oordeel van partijen ingrijpende omstandigheden een dergelijke wijziging rechtvaardigen en zij die omstandigheden aan het begin van de contractperiode niet konden voorzien.
2. Als één van de partijen ingrijpende omstandigheden als bedoeld in het eerste lid aanwezig acht en op grond daarvan de andere partijen bij aangetekend schrijven verzoekt een wijziging van deze collectieve arbeidsovereenkomst te overwegen, dan zijn partijen tot gezamenlijk overleg hierover verplicht.
3. Indien over de voorgestelde wijzigingen binnen 4 weken nadat deze aan de orde zijn gesteld geen overeenstemming wordt bereikt, is de partij die de wijzigingen heeft voorgesteld gerechtigd deze cao met inachtneming van een termijn van twee maanden per aangetekend schrijven op te zeggen.
B. DIENSTVERBAND
Artikel 8 Aangaan arbeidsovereenkomst
1. Bij het aangaan van elke arbeidsovereenkomst voor een periode langer dan zes maanden geldt een wederzijdse proeftijd, als bedoeld in artikel 7:652 BW. Voor de betrokken werknemer wordt de voor hem geldende proeftijd in de individuele arbeidsovereenkomst vastgesteld.
2. Onverminderd het hiervoor bepaalde wordt de arbeidsovereenkomst aangegaan:
a. hetzij voor onbepaalde tijd;
b. hetzij voor bepaalde tijd; of
c. voor het verrichten van een bepaald geheel van werkzaamheden.
0.Xx de individuele arbeidsovereenkomst wordt vermeld welke arbeidsovereenkomst van toepassing is. Ontbreekt deze vermelding, dan wordt de arbeidsovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 9 Beëindiging van de arbeidsovereenkomst
1. de arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd eindigt van rechtswege:
a. op de kalenderdatum; of
b. op de laatste dag van het tijdvak of bepaald geheel van werkzaamheden, genoemd in de individuele arbeidsovereenkomst.
De werkgever deelt de werknemer uiterlijk één maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt, schriftelijk mee of de arbeidsovereenkomst al dan niet wordt voortgezet en bij voortzetting onder welke voorwaarden deze voortzetting zal plaatsvinden. Deze aanzegtermijn geldt niet bij een arbeidsovereenkomst met een duur van minder dan zes maanden of bij een arbeidsovereenkomst die niet op een vaste kalenderdatum eindigt.
2. De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt door schriftelijke opzegging met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:672 BW.
Werkgever zowel als de werknemer nemen daarbij de wettelijke opzegtermijnen in acht, waarbij geldt dat de termijn van opzegging ten minste één maand zal bedragen en dat de opzegging alleen tegen het einde van de maand kan geschieden.
3. De arbeidsovereenkomst tussen werkgever en de werknemer eindigt in alle gevallen van rechtswege met ingang van de éérste dag van de maand direct volgend op de maand waarin de werknemer de AOW- gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
4. Voor de werknemer voor wie na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd een (nieuwe) arbeidsovereenkomst ingaat, zijn de afwijkende bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn, zoals onder meer de afwijkende ketenbepaling en de duur van de opzegtermijn.
5. In geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:678 en 7:679 BW en tijdens of aan het einde van de proeftijd als bedoeld in artikel 8 lid 1, kan de arbeidsovereenkomst wederzijds met onmiddellijke ingang worden opgezegd.
C. ARBEIDSDUUR EN DIENSTROOSTERS
Artikel 10 Arbeidsduur , gemiddelde arbeidstijd en werken op Feestdagen
1. De arbeidsduur van een werknemer met een voltijd dienstverband bedraagt gemiddeld 40 uur per week en 8 uur per dienst. Deze arbeidsduur is als volgt verkort:
a. voor de werknemer die structureel werkzaam is in een dagdienstrooster, 2- of 3-ploegendienst wordt deze arbeidsduur over een volledig kalenderjaar opgebouwd, te weten 13 arbeidsduurverkortingsdagen van 8 uur (ADV), waardoor de gemiddelde werktijd per week op jaarbasis berekend gemiddeld 38,00 uur per week bedraagt;
b. voor de werknemer die structureel werkzaam is in 5-ploegendienst wordt de arbeidsduur verkort op grond van het rooster, waardoor de gemiddelde werktijd per week op jaarbasis berekend gemiddeld 33,6 uur per week bedraagt en derhalve geen sprake is van verdere arbeidsduurverkorting.
2. Pauze
Met inachtneming van de Arbeidstijdenwet (ATW) geldt voor de werknemer per dienst een onbetaalde pauze van een half uur. In afwijking van voormelde geldt voor de werknemer werkzaam in 3- en 5- ploegenrooster, dat de pauze gedurende de werktijd wordt genoten op het moment dat de werkzaamheden dit toelaten.
3. Opnemen van Arbeidsduurverkorting (ADV)
a. ADV-rechten kunnen uitsluitend in hele dagen van 8 uur of halve dagen van 4 uur worden opgenomen. ADV-uren dienen te worden opgenomen in het kalenderjaar waarin ze worden opgebouwd. ADV- rechten die niet in het betreffende kalenderjaar zijn opgenomen vervallen met ingang van het nieuwe kalenderjaar zonder dat de werkgever is gehouden deze dagen te compenseren. ADV-uren en kunnen niet worden uitbetaald. Werkgever voert hierbij een beleid dat werknemers in de gelegenheid zijn om hun ADV-rechten op te nemen.
b. Slechts in uitzonderlijke gevallenen na schriftelijke toestemming van werkgever, kunnen ADV-uren in het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de uren zijn opgebouwd worden opgenomen. In dat geval zullen werknemer en werkgever in de eerste twee werkweken van het volgende kalenderjaar een planning maken voor de tijdstippen waarop de ADV-uren door de werknemer zullen worden opgenomen.
4. Indien de werknemer drie (3) maanden of langer arbeidsongeschikt is, dan stopt de verwerving (opbouw en toekenning) van ADV-aanspraken, te weten 1 ADV-dag per maand. Indien de werknemer vervolgens herstelt en voor zijn functie volledig arbeidsgeschikt is, dan herleeft het recht op opbouw vanaf de dag dat hij volledig arbeidsgeschikt is. Indien de werknemer daarna op grond van dezelfde arbeidsongeschiktheid binnen zes weken wederom arbeidsongeschikt wordt, dan stopt de opbouw op de dag waarop deze arbeidsongeschiktheid intreedt.
In geval van arbeidstherapie (re-integratie) geldt dat de werknemer zijn adv-opbouwt en opneemt, naar evenredigheid op grond van de feitelijke uren die hij werkzaam is.
5. Dagvenster werknemer in dagdienst:
Voor de werknemer werkzaam in dagdienst geldt dat hij in beginsel zijn werktijd verricht op maandag tot en met vrijdag tussen 06:00 uur en 18:00 uur.
6. Werken op zaterdag, zondag en feestdagen
Een werknemer wordt niet geacht te werken op zaterdag, zondag en feestdagen, tenzij de werknemer is geplaatst in een 5-ploegendienst of op verzoek van de werkgever indien de bedrijfsvoering dit vereist.
Artikel 11 Overwerk
1. Onder overwerk wordt verstaan de uren die de werknemer in opdracht van werkgever werkt boven de voor hem geldende arbeidsduur genoemd in artikel 10 lid 1.
2. Werkgever zal door een actief beleid overwerk zoveel mogelijk beperken tot gevallen waarin het bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt.
Artikel 12 Werken in deeltijd
1. De overwerktoeslag zoals opgenomen in artikel 24 zijn voor werknemers in deeltijd pas van toepassing wanneer zij meer uren werken dan het voor hun geldende dienstrooster aangeeft en wanneer de normale arbeidstijd van een voltijd dienstverband wordt overschreden.
2. Meeruren deeltijdarbeid
Wanneer de deeltijd werknemer zoals bedoeld in artikel 2 in opdracht van de werkgever meer uren werkt dan het voor hem geldende dienstrooster, maar daardoor niet meer uren werkt als een voor hem vergelijkbare voltijd werknemer, dan worden deze meer gewerkte uren boven zijn dienstrooster tot het niveau aan uren waarop de voltijd werknemer recht heeft op overwerk, aangemerkt als meeruren. Deze meeruren worden vergoed zodat de deeltijdwerknemer gelijkwaardig wordt betaald als de voltijdwerknemer, waarbij de waarden van o.m. vakantietoeslag, vakantiedagen, ADV en pensioenpremie via een toeslag worden betaald.
Artikel 13 Vakantie
1. De werknemer verwerft over een volledig kalenderjaar een wettelijk recht op vakantie met behoud van het voor hem geldende maandinkomen van vier keer de gemiddelde arbeidsduur per week. De werknemer met een voltijdsdienstverband heeft recht op 160 wettelijke vakantie uren per kalenderjaar. Deze uren vervallen 6 maanden (per 1 juli) na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op tenemen.
2. De werknemer heeft recht op 40 bovenwettelijke vakantie uren per kalenderjaar. Deze uren vervallen 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak isontstaan.
3. Indien de arbeidsovereenkomst korter duurt dan een jaar en/of sprake is van werken in deeltijd, wordt het aantal vakantie uren naar evenredigheid verminderd.
4. Indien over een tijdvak geen loon is verschuldigd, wordt over dit tijdvak geen recht op vakantie opgebouwd, tenzij een van de situaties zoals genoemd in artikel 7:635 BW zich voordoet, te weten:
a. volledige arbeidsongeschiktheid;
b. zwangerschap en bevallingsverlof;
c. andere redenen genoemd in artikel 7: 635 BW.
5. In de onder a. en b. genoemde gevallen worden wettelijke vakantierechten verworven over de in de wet vastgestelde periode en bovenwettelijke dagen uitsluitend over de laatste zes maanden waarin geen arbeid wordt verricht.
Indien een arbeidsongeschikte werknemer met inachtneming van toestemming van de ARBO-arts vakantie opneemt, dan worden deze vakantie-uren van zijn saldo afgeboekt.
6. De werknemer dient in beginsel alle aan hem toekomende vakantiedagen op te nemen in het vakantiejaar waarin deze worden verworven. Het tijdstip van de vakantie wordt door de werkgever vastgesteld overeenkomstig de wens van de werknemer, tenzij de bedrijfsomstandigheden zich naar het oordeel van de werkgever daartegen verzetten. Vakantie kan worden opgenomen in losse eenheden van een uur.
7. De werknemer:
a. heeft recht op een aaneengesloten vakantie binnen een tijdvak van 23 opeenvolgende kalenderdagen, mits de werknemer over voldoende saldo aan vakantie beschikt. De hier bedoelde aaneengesloten vakantie wordt in beginsel toegekend binnen het tijdvak vanaf 1 mei tot 1 oktober. De werkgever zal in beginsel vóór 1 februari van elk jaar de werknemer bevestigen wanneer hij zijn (aaneengesloten) vakantie kan opnemen.
b. De overige vakantiedagen dienen minstens 3 weken van tevoren te worden aangevraagd.
8. Met uitsluiting van de wettelijke vakantiedagen welke gedurende het dienstverband niet mogen worden uitbetaald, kan een werknemer per kalenderjaar maximaal 5 bovenwettelijke vakantiedagen laten uitbetalen in een bruto éénmalige uitkering, welke geen onderdeel is van het salaris, vakantietoeslag, pensioengrondslag noch enig andere arbeidsvoorwaardelijke grondslag.
Artikel 14 Retentieverlof
De werknemer heeft voor iedere vijf dienstjaren recht op acht extra vakantie uren per kalenderjaar.
Artikel 15 Buitengewoon verlof
Bij eigen huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap | 2 dagen |
Bij het huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap van (klein-, stief- of pleeg)kind, broer, zus of ouders | 1 dag |
Bij eigen 25- en 40-jarig huwelijk of geregistreerd partnerschap | 1 dag |
Bij het 25-, 40- en 50-jarig huwelijk of geregistreerd partnerschap van (schoon)ouders | 1 dag |
Bij een 25-jarig dienstjubileum | 1 dag |
Bij verhuizing, 1 maal per jaar | 1 dag |
Bij bevalling van de partner, op te nemen binnen 4 weken na de geboorte of binnen 4 weken nadat het kind het ziekenhuis heeft verlaten (exclusief de dag van bevallen en de aangifte van het kind) | Aantal dagen conform de Wet Arbeid en Zorg |
Bij het overlijden en begraven/cremeren van de partner of (stief-, of pleeg)kind | Van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis, met een maximum van 5 dagen |
Bij het overlijden en begraven/cremeren van (stief-, pleeg)ouders | 2 dagen, te weten de dag van overlijden en de dag van de begrafenis |
Voor het in overleg met werkgever 1 afleggen van examens in verband met studies die gevolgd worden in overleg met werkgever (*) | 1 dag |
Indien een werknemer ten gevolge van de vervulling van een buiten zijn schuld of krachtens de wet persoonlijk opgelegde verplichting verhinderd is zijn arbeid te verrichten, mits deze vervulling niet in zijn vrije tijd kan geschieden en onder aftrek van vergoeding voor salarisderving welke hij van derden zou hebben kunnen ontvangen. | Gedurende een door de werkgever naar billijkheid te bepalen tijdsduur tot een maximum van 2 dagen of diensten |
De werknemer kan voor zover dit niet in zijn vrije tijd kan geschieden verlof opnemen met behoud van maandinkomen naar evenredigheid van de verzuimde uren als bedoeld in artikel 4:1 van de Wet Arbeid en Zorg, mits de werknemer zo mogelijk ten minste één dag van te voren aan de werkgever van het verzuim kennis geeft en de gebeurtenis in het desbetreffende geval |
(*) Het overleg tussen werknemer en werkgever over het (de) tijdstip(pen) van het (de) af te leggen examen(s) vindt op een zodanig tijdstip plaats dat de door de werknemer te verrichten werkzaamheden en het (de) af te leggen examen(s) goed op elkaar kunnen worden afgestemd.
Artikel 16 Zorgverlof
Met in achtneming van de bepalingen van de Wet Arbeid en Zorg en hetgeen in artikel 15 is vermeld kan de werknemer doorbetaald verlof opnemen, waar bij doorbetaling plaatsvindt ter hoogte van 70% van het maandinkomen (als bedoeld in artikel 5:1 van de Wet Arbeid en Zorg).
D. FUNCTIECLASSIFICATIE,SALARISSTRUCTUUR EN BEOORDELING
Artikel 17 Schorsing.
De werkgever kan de werknemer schorsen in o.m. de gevallen dat de werknemer zich niet of bij herhaling niet houdt aan de voorwaarden als geregeld in deze CAO, overige regelingen geldend voor personeel, en/of de individuele arbeidsovereenkomst en of veiligheidsvoorschriften. Afhankelijk van de ernst van het voorval kan de werkgever bepalen dat sprake is van een dringende reden als bedoeld in artikel 7: 678 BW.
Artikel 18 Koppeling Functie-classificatie-systeem, Salarisstructuur en Beoordeling
1. De functies van de werknemers zijn of worden op basis van het functiewaarderingssysteem (ORBA) ingedeeld in functiegroepen. Deze indeling is vermeld in Bijlage I van deze cao. Indien gedurende de looptijd van de cao een functie wordt herwaardeerd dan wel sprake is van een nieuwe functie, dan geldt dat de functie geacht wordt ingedeeld te zijn op basis van de uitkomst van het functiewaarderingssysteem. Bij elke functiegroep behoort een salarisschaal, met een aanvangssalaris en eindsalaris. De salarisschalen zijn opgenomen in Bijlage II.
2. Werkgever stelt het maandsalaris vast op grond van het bepaalde in de lid 1. De werknemer ontvangt schriftelijk mededeling van de functiegroep waarin zijn functie is ingedeeld, de salarisschaal waarin hij is ingedeeld en dientengevolge zijn maandsalaris.
3. De vaststelling van de hoogte van het maandsalaris van een werknemer met ingang van 1 januari van enig jaar binnen de bij zijn functie behorende salarisschaal zal plaatsvinden aan de hand van de beoordeling over het daaraan voorafgaande jaar, waarbij de volgende percentages van toepassing zijn:
a. Jaarlijkse beoordeling ‘Q1’:
salarisverhoging gekoppeld aan jaarlijkse beoordeling (tot aan maximum van de schaal) 0%;
b. Jaarlijkse beoordeling ‘Q2’:
salarisverhoging gekoppeld aan jaarlijkse beoordeling (tot aan maximum van de schaal) 1,15%;
c. Jaarlijkse beoordeling ‘Q3’:
salarisverhoging gekoppeld aan jaarlijkse beoordeling (tot aan maximum van de schaal) 2,25%;
d. Jaarlijkse beoordeling ‘Q4’:
salarisverhoging gekoppeld aan jaarlijkse beoordeling (tot aan maximum van de schaal) 4%.
4. De aan de beoordeling gekoppelde salarisverhoging wordt uiterlijk op 15 maart van het kalenderjaar waarop de salarisverhoging betrekking heeft ingevoerd. Werknemer ontvangt de salarisverhoging die betrekking heeft op de maanden januari en februari van het betreffende kalenderjaar uiterlijk met de salarisbetaling van maart.
5. De werknemer die het eindsalaris van zijn salarisschaal nog niet heeft bereikt komt in beginsel éénmaal per kalenderjaar in aanmerking voor salarisverhoging. De eventuele verhoging vindt zoals vermeld plaats op 1 januari van het betreffende kalenderjaar. Een en ander totdat het eindsalaris is bereikt.
De werknemer die bij werkgever in dienst is getreden op of na 1 oktober voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar, wordt uitgesloten van de hier bedoelde verhoging en komt hiervoor pas in aanmerking per 1 januari direct volgend op het betreffende kalenderjaar.
6. De werknemer die het eindsalaris van zijn salarisschaal heeft bereikt en zich gedurende 2 jaren achtereen positief heeft onderscheiden, komt éénmaal per twee (2) kalenderjaren in aanmerking voor een eventuele éénmalige bruto uitkering. Deze eventuele éénmalige uitkering is afhankelijk van zijn beoordeling over het daaraan voorafgaande kalenderjaar, en wordt alleen toegekend indien deze score gedurende 2 opeenvolgende jaren overeenkomt met de beoordeling zoals genoemd in art13. Lid 1 sub d en kent een hoogte van het daar genoemde percentage vermenigvuldigd met het 12 maal het maandsalaris.
Artikel 19 Promotie in een hoger ingedeelde functie.
1. De werknemer die wordt gepromoveerd in een hoger ingedeelde functie en die naar oordeel van de werkgever over voldoende niveau aan opleiding, kennis en ervaring beschikt om deze functie te kunnen uitoefenen, wordt in de met deze nieuwe functie overeenkomende hogere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand direct volgend op de maand waarin de promotie heeft plaatsgevonden.
2. Bij de in lid 1 bedoelde indeling in een hogere salarisschaal bedraagt de verhoging 2% van het maandsalaris met dien verstande dat de werknemer niet lager ingedeeld zal worden dan het minimum van zijn nieuwe salarisschaal. Een en ander tot het maximumsalaris (100%) van de nieuwe schaal.
Artikel 20 Indeling in een lager ingedeelde functie
1. De werknemer die door eigen toedoen – zoals onbekwaamheid, gedrag en/of eigen verzoek – wordt geplaatst in een lagere functie, wordt in de met deze nieuwe respectievelijk lager ingedeelde functie overeenkomende lagere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand direct volgende op de maand waarin de plaatsing in de ze lagere functie heeft plaatsgevonden. In geval van onbekwaamheid zal demotie pas plaatsvinden nadat tussen werkgever en werknemer een verbeterplan is opgesteld en is vastgesteld dat dit niet het gewenste effect heeft.
2. Bij de in lid 1 bedoelde indeling in een lagere salarisschaal bedraagt de salarisvermindering de plaatsing op hetzelfde salarisbedrag in de lagere klasse. Echter, daarbij kan het maximum salaris van de lagere klasse niet worden overschreden. Indien dit laatste wel het geval is dient het salaris verminderd te worden.
3. De werknemer die op grond van bedrijfseconomische redenen wordt geplaatst in een lager ingedeelde functie, wordt in de met deze nieuwe respectievelijk lager ingedeelde functie overeenkomende lagere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand direct volgende op de maand waarin de plaatsing in de ze lagere functie heeft plaatsgevonden. Bij deze bedoelde indeling in een lagere salarisschaal bedraagt de salarisvermindering de plaatsing op hetzelfde salarisbedrag in de lagere klasse. Echter, daarbij kan het maximum salaris van de lagere klasse niet worden overschreden. Indien het maximum van de nieuwe schaal ontoereikend is om het verschil met het oude schaalsalaris te overbruggen, dan wordt het verschil toegekend als een nominaal bevroren persoonlijke toeslag. Daarom dat de toeslag niet geïndexeerd wordt met salarisstijgingen. Bij toekomstige promoties, wordt de toeslag afgebouwd.
E. BELONING
Artikel 21 Bijzondere beloningen
1. Bijzondere beloning wordt toegekend indien door werkgever een groter beroep op de werknemer wordt gedaan, dan in beginsel uit een volledige functievervulling in dagdienst voortvloeit. Incidentele afwijkingen, inclusief afwijkingen in verband met reguliere overdracht van werkzaamheden van een half uur of minder worden geacht deel uit te maken van de normale arbeidstijd en normale functievervulling.
2. Bijzondere vergoedingen zoals in dit hoofdstuk bedoeld, worden in beginsel bepaald als percentage op het voor de werknemer geldende maandsalaris.
Artikel 22 Ploegendienst
1. De werknemer die structureel werkzaam is in een ploegendienstrooster komt in aanmerking voor een ploegentoeslag, uitgedrukt als percentage van het voor de werknemer geldende maandsalaris. De hoogte van deze ploegentoeslag is:
a. bij een 2-ploegendienst een toeslag van 15% op het jaarsalaris;
b. bij een 3-ploegendienst een toeslag van 24% op het jaarsalaris;
c. bij een 5-ploegendienst een toeslag van 30% op het jaarsalaris;
2. Sprongtoeslag
Een werknemer in ploegendienst die op verzoek van werkgever wordt overgeplaatst naar een andere ploegendienst, ontvangt een eenmalige sprongtoeslag van 1,5% van het maandsalaris, uit te betalen in de maand volgend op de maand waarin de werknemer wordtovergeplaatst.
3. Bij terugplaatsing naar de eerdere ploegendienst heeft de werknemer alleen dan opnieuw recht op deze sprongtoeslag indien de werknemer ten minste 5 diensten (5 x 8 uur) in de afwijkende ploegendienst heeft gewerkt.
Artikel 23 Toeslag voor stand-by dienst
1. Uitsluitend de werknemer structureel werkzaam in de functie van Maintenance Technician komt in aanmerking voor een zogenaamde stand-by (consignatie) vergoeding. Onder stand-by wordt verstaan de uren die de werknemer in opdracht van de werkgever, binnen een tijdvak tussen twee elkaar opvolgende diensten verplicht beschikbaar moet zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden in opdracht van de werkgever zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen de daarvoor tussen werkgever en werknemer afgesproken tijd de bedongen arbeid binnen de onderneming van werkgever te verrichten.
2. Voor de bereikbaarheid in de vaste stand-by dienst ontvangt de werknemer werkzaam als Maintenance Technician, de volgende toeslag op het maandsalaris:
a. bij een stand-by dienst bestaande 1 week stand-by dienst, twee weken geen stand-by dienst: 14.6% van het bruto maandsalaris;
b. bij een stand-by dienst bestaande uit 1 week stand-by dienst, drie weken geen stand-by dienst: 11% van het bruto maandsalaris;
c. bij een stand-by dienst bestaande uit 1 week stand-by dienst, vijf weken geen stand-by dienst: 7.3% van het bruto maandsalaris
Artikel 24 Toeslag voor overwerk
1. Toeslag voor overwerk
Voor ieder uur overwerk ontvangt werknemer de volgende toeslag op het maandsalaris:
a. Bij dagdienst en een 3-ploegendienst:
- 50% van het bruto uurloon voor uren op maandag t/m vrijdag;
- 100% van het bruto uurloon voor uren op zaterdag en zondag;
- 200% van het bruto uurloon voor uren op feestdagen.
b. In afwijking en met uitsluiting van het bepaalde onder sub-lid a geldt voor de werknemer structureel werkzaam in 5-ploegendienst per gewerkt overuur:
- 100% van het bruto uurloon voor uren op maandag t/m vrijdag;
- 150% van het bruto uurloon voor uren op zaterdag;
- 200% van het bruto uurloon voor uren op zondag;
- 300% van het bruto uurloon voor uren op feestdagen.
2. In overleg met de leidinggevende kan de werknemer overwerk opnemen in vrije tijd. De opgenomen compenserende vrije tijd wordt in mindering gebracht op de in lid 1 genoemdetoeslag:
- 100% van het bruto uurloon voor uren opgenomen op maandag t/mvrijdag;
- 150% van het bruto uurloon voor uren opgenomen op zaterdagen;
- 200% van het bruto uurloon voor uren opgenomen op zondagen.
Het maximum aan openstaand saldi, aan de in dit lid bedoelde compenserende vrije tijd bedraagt maximaal 40 uren. In afwijking en uitsluitend voor de werknemers werkzaam in de volcontinu en logistiek geldt een maximum van 64 uren.
Indien dit maximum is bereikt vervalt de keuze voor opnemen van vrije tijd en worden de overuren boven dit maximum uitsluitend uitbetaald. Indien het saldi onder de 40 uur respectievelijk voor volcontinu en logistiek onder de 64 uur komt, dan herleeft het recht op keuze voor compenserende vrije tijd.
Artikel 25 Toeslag voor extra opkomst
- De werknemer die in opdracht van werkgever een extra reis van huis naar de onderneming van werkgever maakt voor de uitvoering van zijn werkzaamheden in verband met overwerk op verzoek van werkgever, ontvangt per opkomst een vergoeding van:
- 1% van het maandsalaris op maandag t/m vrijdag;
- 1,5% van het maandsalaris op zaterdag;
- 2% van het maandsalaris op zondag en feestdagen.
Artikel 26 Reiskostenvergoeding
1. Voor het gebruik van de privéauto van werknemer in het kader van de door deze op grond van de arbeidsovereenkomst te verrichten werkzaamheden zal werkgever aan werknemer een vergoeding
betalen ter hoogte van maximaal het fiscaal onbelast te vergoeden bedrag per gereden kilometer (thans €
0,19), zulks na deugdelijke schriftelijke opgave ter zake van Werknemer.
2. Werkgever zal werknemer geen vergoeding betalen voor eventueel door werknemer te maken parkeerkosten.
3. Deze vergoeding strekt mede ter dekking van de kosten van een door werknemer afgesloten of af te sluiten behoorlijke verzekering, die niet alleen dekking biedt voor schade die werknemer aan derden toebrengt, maar ook dekking biedt voor (zaak- en letsel-) schade die werknemer zelf lijdt als gevolg van een hem in of met zijn auto overkomen verkeersongeval.
4. Werknemer is bij ontvangst van een vergoeding voor zakelijk gebruik van diens privéauto verplicht een behoorlijke verzekering als bedoeld in het vorige lid af te sluiten.
5. Indien werknemer zorgdraagt voor werk gerelateerd vervoer van collega’s of daarmee in het kader van de uitvoering van de werkzaamheden op één lijn te stellen personen, dient werknemer tevens een inzittendenverzekering af te sluiten. Zonder een inzittendenverzekering zal werknemer niet voor dergelijk vervoer zorgdragen.
6. Werknemer ontvangt een vaste maandelijkse vergoeding voor de kosten van woon-werkverkeer conform het maximaal fiscaal onbelast te vergoeden bedrag per gereden kilometer (thans € 0,19). Voor de berekening van de vergoeding wordt de afstand woon-werk tot een maximum van 150 kilometer in acht genomen.
7. Voor de berekening van de afstand voor de reiskostenvergoeding gebruikt werkgever de routeplanner van Routenet.
Artikel 27 Vakantietoeslag
1. Het tijdvak waarover de werknemer de vakantietoeslag verwerft loopt van 1 juni tot en met 31 mei.
2. De werknemer bouwt over de periode vanaf 1 juni van enig jaar tot en met 31 mei van het daaropvolgende jaar 8% vakantiebijslag per jaar op ter grootte van 12 maal het voor hem geldend maandinkomen, zoals bedoeld in artikel 1 van de maand mei van betreffende vakantiejaar. Betaling vindt uiterlijk plaats met de salarisbetaling van maand mei.
F. ARBEIDSONGESCHIKTHEID
Artikel 28 Loondoorbetaling en aanvulling eerste 104 weken arbeidsongeschiktheid
1. Indien een werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, dan gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet, de Wet Arbeid en Zorg en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald.
2. Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer gedurende de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW, 70% van het maandinkomen tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Wet financiering Sociale Verzekeringen worden doorbetaald.
3. Gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling een aanvulling tot 100% van het maandinkomen plus de eventuele stand-by toeslag, gerekend vanaf de eerste dag van arbeidsongeschiktheid.
4. Gedurende de tweede periode van 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7: 629 BW ontvangt de werknemer een aanvulling op de loonbetalingen aanvulling tot 70% van het maandinkomen plus de eventuele stand-by toeslag.
5. Indien een werknemer in het kader van zijn re-integratie passend werk verricht, ontvangt hij 100% van het maandinkomen over deze gewerkte uren.
6. Arbeidsongeschikt en AOW-gerechtigde leeftijd
a. Conform het bepaalde in artikel 7:629 lid 2 onderdeel b BW heeft de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en die (nog steeds) in dienst is van de werkgever, in afwijking van bovenstaande leden recht op loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid gedurende een periode van maximaal 13 weken. Gedurende deze periode zal het maandinkomen 100% worden doorbetaald.
b. Voor de arbeidsongeschikte werknemer die na de AOW-gerechtigde leeftijd een arbeidsovereenkomst aangaat en waarvan de arbeidsongeschiktheid een aanvang heeft genomen voordat de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt, geldt de periode van 13 weken vanaf die datum, met dien verstande dat de totale periode van loondoorbetaling en aanvulling niet meer dan 104 weken bedraagt. Indien op grond van een algemene maatregel van bestuur de periode van 13 weken wordt aangepast, dan geldt die aangepaste periode.
c. Indien bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) de periode van 13 weken wordt gewijzigd, geldt per ingangsdatum van de AMvB de gewijzigde periode.
7. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel 28 bedoelde loondoorbetaling en aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die:
a. door opzet arbeidsongeschikt is geworden of arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek, waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt en daardoor de toetsing aan de voor de functie gestelde belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd;
b. zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd;
c. zonder deugdelijke grond geen passend werk verricht;
d. zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan door de werkgever of een deskundige gegeven redelijke voorschriften of maatregelen om passend arbeid te verrichten;
e. zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan opstelling, evaluatie of bijstelling van een plan van aanpak tot reïntegratie;
f. zonder deugdelijke grond zijn aanvraag voor een WIA-uitkering later indient dan wettelijk
is voorgeschreven.
8. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel 28 bedoelde loondoorbetalingen en de aanvullingen op te schorten dan wel aanvulling te weigeren ten aanzien van de werknemer:
a. die zich niet houdt aan de voor hem geldende regels en aanwijzingen bij ziekte;
x. xxxxxxx medewerking te verlenen aan een door de werkgever gevraagd deskundigenoordeel (second opinion) van het UWV;
x. xxxxxxx gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmiddelen dan wel de voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid overtreedt en als gevolg daarvan arbeidsongeschikt is geworden.
9. Indien de werknemer op grond van voormelde geen recht heeft op loonbetaling, aanvullingen en/of toeslag, dan heeft de werknemer ook geen aanspraak op een evenredig deel van de vakantietoeslag, vakantiedagen en overige beloningen.
10. Regres:
Indien de werkgever ter zake van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer tegen een of meer derden een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden, dan zal de werknemer de daartoe benodigde informatie verstrekken. Indien de werknemer dit weigert, dan heeft hij geen recht op de in dit artikel 28 genoemde aanvullingen, uitkeringen en kan sprake zijn van beëindiging van de wettelijke loondoorbetaling.
Artikel 29 Bijdrage in de ziektekosten
Iedere werknemer ontvangt maandelijks een netto bijdrage ten behoeve van de ziektekostenverzekering van
€120,- per maand. De uitbetaling van deze vergoeding maakt onderdeel uit van de werkkostenregeling.
Artikel 30 Duur van de CAO
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 eindigt op 31 december 2019 van rechtswege, derhalve zonder dat enige opzegging is vereist.
Rechten voortvloeiend uit de arbeidsvoorwaardenregeling zoals deze golden voor het van kracht worden van deze cao vervallen met ingang van de datum waarop deze cao van kracht wordt. De in deze cao geldende bepalingen treden daarvoor in de plaatst.
Aldus tussen partijen vastgesteld en ondertekend te Rotterdam,
Namens Alco Energy Rotterdam B.V. Federatie Nederlandse Vakbeweging als partij aan werkgeverszijde als partij aan werknemerszijde
Xxxxxx Xxxxxxx Xxx Xxxxxx
Plant Manager Bestuurder
BIJLAGE 1 Functieclassificatie Functielijst, als bedoeld in artikel 18 lid 1
Salary group/ | Operations | Maintenance | Logistics | SHEQ | Sales/Staff |
0 | Xxxxxxxx X0 Xxxxxxxx X0 | Xxxxxxxxxxx planner mechanical | QA &S assistant | HR technican training & development | |
Maintenance planner E&I | |||||
5 | Operator A4 | Maintenance technician mechanical | Logistics administrative | Laboratory technician | HR technician pay rolling Office assistant |
Maintenance technician E&I | Logistics coordinator | ||||
4 | Operator A3 | Warehouse assistant Maintenance administrator | |||
3 | Operator A2 | ||||
2 | Operator A1 | Logistics operator | |||
1 | Aspirant operator | ||||
A |
BIJLAGE 2 Salarisstructuur (basis maand- en jaarsalaris, als bedoeld in artikel 18)
Januari 2018 (inclusief verhoging met 2,5%)
Functiegroep | Minimum maandsalaris | Maximum maandsalaris | Minimum jaarsalaris | Maximum jaarsalaris |
A | € 1.992 | € 2.760 | € 25.819 | € 35.766 |
1 | € 2.094 | € 2.941 | € 27.142 | € 38.114 |
2 | € 2.184 | € 3.143 | € 28.302 | € 40.733 |
3 | € 2.305 | € 3.431 | € 29.868 | € 44.471 |
4 | € 2.465 | € 3.802 | € 31.946 | € 49.276 |
5 | € 2.673 | € 4.248 | € 34.646 | € 55.052 |
6 | € 2.938 | € 4.762 | € 38.074 | € 61.720 |
Maart 2019 (inclusief verhoging met 2,5%)
Functiegroep | Minimum maandsalaris | Maximum maandsalaris | Minimum jaarsalaris | Maximum jaarsalaris |
A | € 2.042 | € 2.829 | € 26.464 | € 36.660 |
1 | € 2.147 | € 3.014 | € 27.820 | € 39.067 |
2 | € 2.238 | € 3.222 | € 29.010 | € 41.751 |
3 | € 2.362 | € 3.517 | € 30.615 | € 45.583 |
4 | € 2.527 | € 3.897 | € 32.745 | € 50.508 |
5 | € 2.740 | € 4.354 | € 35.512 | € 56.429 |
6 | € 3.011 | € 4.881 | € 39.026 | € 63.263 |
*) Jaarfactor bedraagt 12,96 & bedragen zijn afgerond op hele getallen.
BIJLAGE 3 Protocollaire afspraken behorende bij deze CAO
1. Wijziging uitvoering uitbetaling overwerktoeslag en stand-byvergoeding.
Geconstateerd is dat de overwerktoeslag en de stand-bytoeslag niet volgens de arbeidsvoorwaardenregeling werd uitbetaald, omdat het maandsalaris niet als grondslag voor deze toeslagen werd genomen: overwerkvergoeding en stand-bytoeslag werd vastgesteld op maandinkomen in plaats van maandsalaris.
Partijen zijn overeengekomen dat met ingang van 1 maart 2018 deze overwerkvergoeding en stand-bytoeslag conform de regelingen wordt vastgesteld op grond “maandsalaris” in plaatst van “maandinkomen.
Voor de werknemer in dienst voor 1 januari 2018 geldt dat hij in aanmerking komt voor een afbouwregeling gebaseerd op het verschil van zijn Maandinkomen versus Maandsalaris:
a. 2018: | 83,4% | van verschil |
b. 2019: | 66,8% | van verschil |
c. 2020: | 50,2% | van verschil |
d. 2021: | 33,6% | van verschil |
e. 2022: | 17% | van verschil |
Toelichting:
Overwerk- en stand-bygrondslag wordt in deze afbouwregeling per kalenderjaar vastgesteld door uit te gaan van het voor de werknemer geldend maandsalaris + ( betreffend % zoals hierboven maal het verschil tussen zijn maandinkomen – maandsalaris).
2. Studie ploegentoeslag & vergoeding werken op Feestdag.
Partijen zullen gedurende de looptijd van de cao een verkennende studie verrichten naar de methodieken van bepalen hoogte ploegentoeslagen in relatie tot Feestdagen.
3. Pensioen:
Werkgever zal FNV gedurende de looptijd van de cao informeren over de pensioenregeling.
4. Reparatie 3e WW-jaar
In haar brief van op 6 september 2017 heeft de Stichting van de Arbeid laten weten dat de “reparatie’ van het 3e WW jaar (en de WGA) definitief mogelijk is en heeft de Stichting een integraal pakket aangeboden voor reparatie. Via deze faciliteit kan voor groepen van werknemers de “reparatie” van het 3e WW-jaar worden gerealiseerd. Daarmee is invulling gegeven aan de afspraken zoals die zijn gemaakt in het sociaal akkoord van 2013.
De faciliteit voorziet in de “reparatie” van het 3e jaar” voor zowel de WW als de WGA. In afwijking van de oorspronkelijke afspraken in het sociaal akkoord van 2013 blijft de premie voor de wettelijke WW voor rekening van de werkgever en zijn de kosten voor de faciliteit van de Stichting PAWW volledig voor rekening van de werknemer. Werkgever stelt zich hierbij facilitair op en is niet het aanspreekpunt voor de inhoud noch de wijze van uitvoering van de reparatievoorziening.
Cao partijen hebben afgesproken dat de werknemers die onder de werkingssfeer van de cao vallen, middels de overeenkomst tot deelname, na goedkeuring door de leden van de vakbonden aangemeld zullen worden voor de faciliteit van de Stichting PAWW en aan te sluiten bij een zogenaamde verzamel-cao die algemeen verbindend moet worden verklaard. Werkgever zal met de OR onderzoeken of bij niet-cao-personeel in meerderheid belangstelling bestaat voor deelname aan deze voorziening. Zo dit blijkt, dan zal de werkingssfeer daarop worden uitgebreid.
Stichting PAWW zal zorgdragen voor de opname in de verzamel cao en de aanmelding voor AVV daarvan bij het Ministerie.