OVEREENKOMST SOCIALE BEGELEIDING HERSTRUKTURERING RSV
PRINCIPE-OVEREENKOMST D.D. 28 APRIL 1977.
OVEREENKOMST SOCIALE BEGELEIDING HERSTRUKTURERING RSV
(gewijzigd per 1 juni 1977)
INHOUD
Blz.
INLEIDING c-y 3
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN 5
Hoofdstuk Il BEGELEIDINGSKOMMISSIE 5
Hoofdstuk 111 OVERPLAATSING 6
Bijlage | 1 | REISKOSTENREGELING | 10 |
Bijlage | 2 | PENSIONKOSTENREGELING | 10 |
Bijlage | 3 | VERHUISKOSTENREGELING | 10 |
Bijlage | 4 | WOONKOSTENREGELING | 11 |
Hoofdstuk IV AFVLOEIING � 7
-·
3
INLEIDING
Met erkenning van ieders verantwoordelijkheid zijn RSV en de vakverenigingen .een aan tal uitgangspunten en regels overeengekomen inzake de sociale begeleiding bij herstrukture
. ringen.
In de periode welke voor ons ligt zullen door de zich steeds wijzigende omstandigheden om ons heen veranderingen, die leiden tot herstrukturering, onvermijdelijk zijn. Deze verande ringen kunnen gevolgen hebben t.a.v. aard en omvang van de werkgelegenheid in de verschil lende delen van het RSV-concern en daardoor de positie van groepen RSV-werknemers direkt of indirekt beïnvloeden.
Het beleid van RSV is erop gericht de kontinuiteit van het concern en de werkgelegenheid, in het bijzonder voor de Nederlandse bedrijven, te verzekeren en te bevorderen. Dit beleid, dat is vastgelegd in de RSV-strategie en de daaruit volgende "Uitgangspunten voor een open sociaal beleid RSV", maakt het noodzakelijk dat de begeleiding van dergelijke verande ringen met alle zorgvuldigheid geschiedt.
Hierbij zal de in paragraaf 4.4 van het Rapport Commissie Xxxxxxxxx gedane aanbeveling in acht worden genomen, nl.:
.. Alvorens het herstruktureringsplan, waarin tevens de sociale begeleiding zal worden ge regeld, gereed is, zullen geen personeelsmutaties plaatsvinden, die vooruit lopen op een herstrukturering.
Naar het oordeel van de Commissie zal er zowel tijdens als na de periode van Integratie en herstrukturering en voorzover het de gevolgen hiervan betreft, geen sprake zijn van een vermindering van het aantal bezette arbeidsplaatsen.
Integendeel is de Commissie van mening dat RSV ten aanzien van de werkgelegenheid meer zekerheid zal kunnen bieden dan elk van de afzonderlijke concerns. Het zou echter niet van realiteitszin getuigen om te denken dat dit in alle gevallen de onveranderde arbeidsplaatsen van nu zullen zijn. Er zullen overplaatsingen voorkomen die overigens in volledige overeenstemming met de doelstelling van herstrukturering, gericht kunnen zijn op een minstens gelijkwaardig funktieniveau.
Met het oog hierop en tevens om de eventueel noodzakelijke geografische mobiliteit tot een minimum te beperken zullen om- en herscholingsfaciliteiten beschikbaar moeten komen. Deze faciliteiten zullen eveneens ten dienste moeten staan van die werknemers, die door een kombinatie van omstandigheden méér gediend zullen zijn met overplaatsing buiten het concern. Het zal naar het oordeel van de Commissie vast moeten staan dat, voorzover het de gevolgen van integratie en herstrukturering betreft, er geen ontslag zonder gelijktijdige aanbieding van alternatieve werkgelegenheid zal plaatsvinden, tenzij hierover in een af vloeiingsregeling een anders luidende regeling wordt getroffen".
De raad van bestuur en de centrale ondernemingsraad van RSV zijn op 12 oktober 1973 tot de konklusie gekomen dat de herstrukturering tot stand moet komen met inachtneming van onder andere de volgende uitgangspunten:
a. van de aanvang af zullen de COR en de betrokken overlegorganen worden ingeschakeld bij die elementen, die leiden tot een eventuele herstrukturering; een en ander in overeen stemming met de betreffende bepalingen in het rapport Xxxxxxxxx;
b. de omvang en de plaats van de huidige produktieplaatsen zullen tijdens de besprekingen over de herstrukturering gehandhaafd blijven;
c. het gezamenlijk streven van de COR en raad van bestuur is erop gericht dat de eventuele herstrukturering zal plaatsvinden zonder ontslagen; een en ander in overeenstemming met de betreffende bepalingen in het rapport Xxxxxxxxx;
x. xx xxxx van bestuur zal zo spoedig mogelijk een Centraal Personeelsbemiddelingsbureau instellen binnen RSV, zodat voor alle vakatures allereerst de werknemers in aanmerking ko men, die reeds binnen RSV werkzaam zijn.
----- ,.--
4
RSV en de vakverenigingen zijn van mening dat herstruktureringen in het belang van alle betrokkenen goed voorbereid en begeleid dienen te worden. Hiertoe zal RSV vroegtijdig met de vakverenigingen overleg plegen inzake:
a. de bestaande situatie: b. de voorziene situatie:
- organisatiestruktuur - organisatiestruktuur
- aantal werknemers - aantal werknemers
- indeling in funkties - indeling in funkties
- leeftijdsopbouw - de gevolgen voor betrokkenen
- woonplaats - andere relevante gegevens
- andere relevante gegevens
Op grond van deze gegevens zal per herstruktureringsgeval of per situatie worden beoordeeld op welke wijze dan toepassing zal plaatsvinden van de overeengekomen regelingen.
Het betrokken personeel zal volledig geïnformeerd worden op het moment, dat het besluit om trent herstrukturering en de wijze van uitvoering genomen is.
Voor elke herstrukturering zal telkenmale een periode overeengekomen worden, welke in de tijd gezien voldoende mogelijkheid biedt om de betrokkenen naar de nieuwe situatie toe te laten groeien.
Bij de opbouw van RSV arbeidsvoorwaarden-regelingen zullen eveneens regelingen worden opgenomen, welke van toepassing zijn bJj veranderingen binnen de organisatie.
Deze regelingen zullen uiteindelijk inhoudelJjk worden vastgesteld via de daarvoor geëigende overleg- en onderhandelingskanalen.
RSV en de vakverenigingen zijn van mening, dat door deze gezamenlijke beleidsafspraken en de overeengekomen regelingen inzake geografische en/of funktionele overplaatsing alsmede door de overeengekomen afvloeiingsregeling tenminste voldaan is aan de bepalingen daarom trent neergelegd in de CAO en naar letter en geest aan die passages in het Rapport Com missie Xxxxxxxxx, welke op de begeleiding van herstruktureringsprocessen betrekking hebben.
RSV en de vakverenigingen beschouwen deze beleidsafspraken en de toepassing daarvan als een gezamenlijke inspanning om met de divisiehoofden, de direkties van de bedrijven, de overlegorganen binnen RSV, zoals de COR, de in overleg met de COR ingestelde advies organen en de ondernemingsraden in de bedrijven, de opbouw van RSV optimaal te doen verlopen.
Op grond van bovenstaande beleidsafspraken zijn RSV en de vakverenigingen regelingen over eengekomen inzake:
- overplaatsing
- afvloeiing
- reiskosten
Rotterdam, 15 augustus 1975.
Industriebond C.N.V. Industriebond N.K.V. Industriebond N.V.V.
Nederlandse Bond van Middelbaar en Hoger Personeel "N.B.T."
Unie van Xxxxxxxx, Leidinggevend en Hoger Personeel
- pensionkosten
- verhuiskosten
- woonkosten
Raad van Bestuur RSV
De overeenkomst is gewijzigd met ingang van 1 juni 1977. Rotterdam, ................................................................
Industriebond C.N.V. Industriebond N.K.V. Industriebond N.V.V.
Unie van Xxxxxxxx, Leidinggevend en Hoger Personeel
Raad van Bestuur RSV
.5
1 ALGEMENE BEPALINGEN
1.1 Toepassing
Toepassing van deze Overeenkomst vindt plaats in geval van herstrukturering binnen RSV.
Onder herstrukturering in de zin van deze Overeen komst wordt de situatie verstaan zoals omschreven in artikel X.6.2. van de XXX Xxxxxxxxxxx 1975 en in het Rapport Commissie Xxxxxxxxx.
1.2 Geldigheidsduur
1.2.1 Deze Overeenkomst treedt In werking op 1 juni
1975 en is voor onbepaalde tijd van kracht.
1.2.2 Na het eindigen van de Overeenkomst blijven partijen aan haar voorschriften onderworpen ten aan zien van feiten die tijdens haar duur hebben plaats gevonden.
1.3 Wijzigingen
Tussentijdse wjzigingen kunnen slechts aanhangig worden gemaakt, Indien zich naar de mening van een der partijen wezenlijke veranderingen voordoen ten aanzien van een in de Overeenkomst geregeld on derwerp.
1.4 Garantie
Voor de naleving van de verplichtingen, die voor de werkgever uit deze regelingen voortvloeien, stelt RSV zich garant.
1.5 Subsidieregeling
lngeval door de overheid regelingen zijn getroffen, die subsidiëring inhouden in situaties welke door de ze Overeenkomst worden bestreken, Is de werkne mer verplicht medewerking te verlenen voor het ver krijgen van zo'n subsidie.
1.6 Indexering
Alle in deze Overeenkomst genoemde bedragen zul len jaarlijks worden aangepast aan de stijging van de kosten van levensonderhoud volgens de door het CBS gepubliceerde cijfers en in de CAO per 1 juli en 31 december gebruikte cijfers.
1.7 Beroep en arbitrage
1.7.1 Indien tussen de direktle van een der onder nemingen behorende tot RSV en de plaatselijke c.q. regionale vertegenwoordigers van de vakverenigingen verschil van mening ontstaat over de uitleg en de toe passing van deze Overeenkomst zal dit meningsver schil worden voorgelegd aan de raad van bestuur van RSV en de koördinatoren der vakverenig.lngen voor RSV te Rotterdam.
1.7.2 Indien het overleg, bedoeld In 1.7.1 niet tot overeenstemming leidt, heeft elk van laatstgenoemde
partijen de bevoegdheid dit meningsverschil voor te leggen aan een arbitragecommissie. Hiertoe zal elk der partijen een deskundige als lid aanwijzen, welke beide leden gezamenlijk een derde onafhankelijke deskundige als lid aanwijzen.
De deskundigen mogen niet in dienstbetrekking staan tot een der partijen. De arbltrage-kommlssie brengt een bindend advies uit. De kosten van de deskundige zijn voor rekening van RSV.
1.8 Hardheidsklausule
In gevallen waarin deze Overeenkomst niet voorziet, dan wel toepassing hiervan tot een individuele on billijke situatie zou leiden, in die zin dat betrokkene, of zijn weduwe, een aantoonbare financiële schade zou lijden, kan de onderneming in voor de betrokken werknemer gunstige zin afwijken.
Il BEGELEIDINGSKOMMISSIE
2.1 Doel
In de bedrijven waar deze Overeenkomst van toe passing is, wordt een begeleidingskommissie inge steld. Deze kommissie heeft ten doel de belangen van de betrokken werknemer te behartigen.
2.2 Samenstelling
Het aantal leden van de begeleidingskommissie be draagt vier, waarvan twee leden worden benoemd door de direktie en twee leden door de onderne mingsraad. Deze leden dienen in het betrokken be drijf werkzaam te zijn.
2.3 Taak
De taak van de kommissie is adviserend ten aanzien van de toepassing van deze Overeenkomst In de be trokken onderneming.
2.4 Beslissingen
2.4.1 De begeleidingskommlssie brengt advies uit aan de direktie.
2.4.2 De direktie zal de betrokken werknemer en de kommissie steeds schriftelijk de beslissing mededelen binnen twee weken nadat advies is uitgebracht.
2.5 GP.heimhouding
De leden van de begeleidingskommlssie zijn ver plicht tot geheimhouding van alle partikuliere en za kelijke gegevens die hun bij het uitoefenen van hun taak ter kennis komen, voor zover zij kunnen aanne men dat bekendmaking van deze gegevens hetzij aan de betrokkene, hetzij aan RSV of een der vestigingen nadeel zou kunnen berokkenen.
8
111 OVERPLAATSING
3.1 Definities
3.1.1 Overplaatsing:
Het in Nederland tewerkstellen van een werknemer ten gevolge van herstrukturering:
a. in een andere funktie in de eigen vestiging,
b. in een andere vestiging.
3.1.2 Vestiging:
RSV of een der tot RSV behorende ondernemingen.
3.1.3 Oude vestiging:
De vestiging waar de werknemer voor de overplaat sing respektievelijk voor de beëindiging van het dienstverband werkzaam was.
3.1.4 Nieuwe vestiging:
De vestiging waar de werknemer na overplaatsing werkzaam is.
3.2 Mededeling
Nadat het overleg over de nodige voorbereiding en begeleiding van de herstrukturering voor de werkne mers in het betrokken bedrijf heeft plaatsgevonden, zal de vestiging de individuele werknemer zo spoedig mogelijk mededeling doen van het wegvallen van zijn arbeidsplaats en hem mededelen of overplaat sing mogelijk wordt geacht.
3.3 Overplaatsingsaanbod
Bij een aanbod tot overplaatsing, ook binnen de eigen vestiging, zal de betrokken werknemer inzicht worden gegeven in de van belang zijnde aspekten van de nieuwe funktie. Het aanbod wordt schriftelijk bevestigd.
3.4 Oriëntatie
Binnen 2 weken na h🞋t overplaatsingsaanbod wordt de werknemer met zijn gezin, in de gelegenheid ge steld zich van de werk- en woonomstandigheden, be horende bij de aangeboden funktle, ter plaatse op de hoogte te stellen. >
3.5 Bedenktijd
Binnen 4 weken na het overplaatsingsaanbod zal de werknemer schriftelijk kenbaar moeten maken of hij hét overplaatsingsaanbod al of niet wil aanvaarden.
3.6 Aanvaarden overplaatsing
De werknemer, die een aanbod tot overplaatsing aan vaardt, maakt aanspraak op toepassing van de in dit hoofdstuk omschreven regellngen.
3.7 Tweede overplaatsingsaanbod
De werknemer die een overplaatsingsaanbod afwijst, of op een ingegane overplaatsing terugkomt ingevolge punt 3.8, zal een tweede aanbod worden gedaan. Indien dit in uitzonderingsgevallen niet mogelijk blijkt of indien op dit tweede aanbod niet wordt ingegaan, wordt een ontslagvergunning aangevraagd.
3.8 Terugkomen op overplaatsing
Zowel de nieuwe vestiging, als de betrokken werk nemer, kunnen binnen twee maanden terugkomen op een reeds ingegane overplaatsing. Deze termijn kan in bijzondere gevallen tot vier maanden worden ver lengd.
3.9 Inwerktijd, her-, om- of bijscholing
Bij overplaatsing zullen een zo goed mogelijke bege leiding, een redelijke inwerktijd en, indien noodza keüjk, een her-, om- of bijscholing worden gegeven, met behoud van het aan de oude funktie verbonden salaris. Dit salaris zal gedurende het tijdvak van her-, om- of bijscholing worden verhoogd met de alge mene verhogingen en de gebruikelijke periodieken. De her-, om- of bijscholing geschiedt in beginsel in werktijd. Indien her-, om- of bijscholing buiten werk tijd moet geschieden, zal dit met vrije tijd worden ge kompenseerd. De vestiging kan hierbij gebruik ma ken van de ter zake bestaande overheidsregelingen.
3.10 Inkomensgarantie
3.10.1 Bij tewerkstelling in een funktie in dezelfde salarisgroep wordt tenminste het laatstgenoten salaris verbonden aan de funktie vóór de overplaatsing, ge handhaafd. Dit salaris wordt verhoogd met de alge mene verhogingen en de gebruikelijke periodieken.
3.10.2 Bij tewerkstelling in een lager ingedeelde funk tie wordt het laatstgenoten salaris gehandhaafd. Dit salaris wordt verhoogd met de van toepassing zijnde algemene verhogingen op grond van de prijsindex, tot het salaris gelijk is aan het salaris verbonden aan de nieuwe funktie. Aan de werknemers van 55 jaar en ouder worden echter de volledige algemene ver hogingen toegekend.
3.11 Vakantierechten
Indien voor een werknemer in een nieuwe funktie of in een nieuwe vestiging minder vakantierechten gelden, behoudt hij de meerdere vakantierechten, tot dat deze worden ingehaald door uitbreiding van de vakantierechten.
3.12 Dienstjarenopbouw
Bij overplaatsing naar een andere vestiging wordt de dienstjarenopbouw door de andere vestiging voort gezet (opzegtermijn, vakantie, jubilea).
7
3.13 Sekundaire arbeidsvoorwaarden
BIJ overplaatsing naar een andere vestiging zijn de sekundaire arbeidsvoorwaarden van deze nieuwe ves tiging van toepassing. Indien het geheel van deze sekundaire arbeidsvoorwaarden voor de betrokken werknemer een achteruitgang In besteedbaar inkomen betekent zal een tijdelijke regeling worden getroffen.
3.14 Hypotheken, onderhandse schuldbekentenissen, studiekosten en leningen
Deze worden op basis van ter zake reeds door de oude vestiging getroffen regelingen en afspraken door de nieuwe vestiging overgenomen.
3.15 Huurovereenkomst
Bestaande huurovereenkomsten met de oude vesti ging worden door de overplaatsing naar een andere vestiging niet aangetast. Indien de huurovereenkomst onderdeel is van de arbeidsovereenkomst, wordt een nieuwe huurovereenkomst gesloten onder dezelfde voorwaarden.
3.16 Minderjarige werknemers
Overplaatsing van minderjarige werknemers kan pas plaatsvinden nadat de ouders of voogd hieromtrent zijn geïnformeerd en gelegenheid hebben gekregen eventuele bezwaren naar voren te brengen.
3.17 Plaatsing in oude funktie
Aan de werknemer, die in een andere funktie js over geplaatst, zal, bij het ontstaan van een vakature In zijn oude funktie voorrang worden verleend.
3.18 Overplaatsingsbewijs
De werknemer, die konform de overplaatsingsrege ling te werk wordt gesteld, heeft recht op een door RSV gewaarmerkt overplaatsingsbewijs, waarin ver meld dienen te worden:
- zijn dienstjaren-opbouw
- zijn vakantierechten
- eventuele andere bijzondere rechten
- zijn loopbaanoverzicht
3.19 Kostenregelingen
Tevens zijn de volgende kostenregelingen van toepas sing:
- reiskostenregeling: bijlage 1
- pensionkostenregeling: bijlage 2
- verhuiskostenregeling: bijlage 3
- woonkostenregeling: bijlage 4
IV AFVLOEIING
4.1 Definities
4.1.1 Afvloeiing:
Het beëindigen van het dienstverband met een werk nemer tengevolge van herstrukturering, niet gevolgd door een nieuw dienstverband binnen RSV.
4.1.2 Onder oud bruto salaris wordt verstaan: het op de laatste dag van het dienstverband verdiende salaris benevens eventuele inkomensbestanddelen, die gelden voor de vaststelling van de pensioengrondslag, alsmede de ploegentoeslag.
4.1.3 Onder oud netto salaris wordt verstaan: het oud bruto salaris, verminderd met de door de werknemer verschuldigde pensioenpremie, loonbelasting, premie AOW/AWW, premies overige sociale verzekeringen, alsmede met de eventuele werknemersbijdrage In de ziektekostenverzekering.
4.1.4 Onder nieuw bruto salaris wordt verstaan: het voor de werknemer geldend salaris bij de nieuwe werkgever benevens eventuele overige inkomensbe standdelen, gelijk aan of vergelijkbaar met die, ge noemd onder de begripsomschrijving van het oud bruto salaris.
4.1.5 Onder nieuw netto salaris wordt verstaan: het nieuw bruto salaris verminderd met de voor de werk nemer geldende inhoudingen, gelijk aan of vergelijk baar met de inhoudingen als genoemd onder oud netto salaris.
4.1.6 Onder aanvulling wordt verstaan de aanvulling als genoemd in par. 4.17 en 4.18.
4.1.7 Onder Beleidsplan wordt verstaan het Beleids plan voor de herstrukturering van de Nederlandse Scheepsnieuwbouw, uitgebracht door de Beleidskom missie Scheepsbouw.
4.2 Toepassing
Deze regeling geldt voor de werknemer, voor wie een ontslagvergunning is aangevraagd en verleend,
- omdat hij twee aanbiedingen tot overplaatsing heeft afgewezen,
- èf omdat hij terugkomt op een overplaatsing,
- èf omdat de nieuwe vestiging op andere gronden dan dringende redenen op een reeds ingegane overplaatsing terugkomt konform punt 3.8,
- èf omdat in bijzondere gevallen geen overplaat- singsaanbod kan worden gedaan,
èn t!e ontslagvergunning resulteert in e1;3n uitkering krachtens de werkloosheidswet; indien dè'werknemer door het aanvaarden van een betrekking bij een nieuwe werkgever geen gebruik hoeft te maken van de werkloosheidswet, zal per herstruktureringssituatle de toepassing worden vastgesteld.
4.3 Ontslag
4.3.1 Ontslagaanzegging
De betrokken werknemer wordt schriftelijk mede gedeeld, dat het dienstverband zal worden beëindigd, waarna een ontslagvergunning bij de direkteur van het GAB wordt aangevraagd. Na verkregen ontslag vergunning gaat de voor de werkgever geldende opzegtermijn in.
4.3.2 Vroegtijdige beëindiging dienstverband
De werknemer, die na de in 4.3.1 genoemde schrifte lijke mededeling het dienstverband in verband met
8
het aanvaarden van een nieuwe werkkring zelf be eindigt vóór het einde van de voor de werkgever geldende wettelijke opzegtermijn, ontvangt een bedrag ineens ter grootte van het salaris over de helft van de resterende opzegtermijn, onder voorbehoud van verrekening van dit bedrag ingeval de werknemer binnen de daarvoor gestelde termijn terugkomt op het aanvaarden van deze nieuwe betrekking.
4.4 Non-aktlef
Indien gedurende de opzegtermijn geen werk voor handen is, zal de werknemer op non-aktief worden gesteld met behoud van salaris.
4.5 Arbeidsongeschiktheid
Indien een werknemer tijdens de opzegtermijn ar beidsongeschikt wordt, wordt de opzegtermijn ver lengd met de duur van de periode van arbeidsonge schiktheid gedurende de opzegtermijn, voor zover deze periode tenminste een aaneengesloten periode van één week bedraagt.
4.6 Bemiddeling
Indien de werknemer hier prijs op stelt, steunt de onderneming de werknemer en het GAB zoveel moge lijk in de bemiddeling naar een andere werkgever.
4.7 Sollicitatiegegevens
Deze gegevens worden verstrekt aan de werknemer of aan de nieuwe werl<gever; in het laatste geval alleen met toestemming van de betrokkene.
4.8 Sollicitatiebezoek
Verzuim voor sollicitatiebezoek zal, met behoud van salaris naar rede[ijkheid worden toegestaan; bij voor keur op vertoon van een schriftelijke oproep.
Vooraf is echter overleg nodig met de chef van de betrokken werknemer.
4.9 Reiskosten sollicitatiebezoek
Reiskosten voor sollicitatiebezoek worden, op basis van de laagste klasse van openbaar vervoer en tegen overlegging van reisbiljetten vergoed, voor zover dit niet reeds heeft plaatsgevonden.
4.10 Jubileumuitkering
De werknemer, die binnen een jaar na beëindiging van het dienstverband een jubileum uit hoofde van zijn dienstverband zou hebben bereikt, ontvangt bij vertrek de gebruikelijke jubileumuitkering. De werl< nemer, dié na beëindiging van het dienstverband een aanvulling ontvangt op een uitkering krachtens de WW of WWV en die gedurende deze periode van uitkering een jubileum uit hoofde van zijn dienstver band zou hebben bereikt, ontvangt op het moment van dit jubileum de gebruikelijke jubileumuitkering, onder voorbehoud van verrekening van de verrichte jubileumuitkering bij vertrek.
4.11 Geldleningen
De afhandeling van onderhandse geldleningen en voorschotten welke door het bedrijf zijn verstrekt, zal op soepele wijze plaatsvinden teneinde de werknemer niet in betalingsmoeilijkheden te brengen. Met de betrokken werknemer zal zo nodig een individuele regeling worden getroffen.
4.12 Kontlnuering pen•sioenverzekerlng
Het is mogelijk de pensioenverzekering te kontinueren indien de werknemer niet valt onder een andere kol lektieve pensioenverzekering c.q. een wachttijd geldt. De voortzetting zal geschieden voor rekeni'ng van de oude werkgever en maximaal gedurende de tijd dat de werknemer recht heeft op een aanvulling op de uitkeringen ingevolge de WW respektievelljk WWV, verlengd met de tijd gedurende welke de werknemer aansluitend aan zijn dienstverband een scholing ont vangt zoals bedoeld onder par. 4.3 van het Beleids plan.
De periode, gedurende welke recht kan bestaan op kontinuering van de pensioenverzekering, vangt aan bij einde dienstverband. Voor werknemers, die op dat moment 57½ jaar of ouder zijn, wordt voor rekening van de oude werkgever met inachtneming van de hierbovengenoemde voorwaarden de verzekering ge kontinueerd tot hun pensioengerechtigde leeftijd, mits zulks mogelijk is tegen doorsnee-premie. De pensioen verzekering kan voor hen die op de datum van de fei telijke dienstbeëindiging jonger zijn dan 57½ jaar nooit langer dan 2½ Jaar na deze dienstbeëindiging tegen doorsnee-premie worden voortgezet.
De werkgever zal bij het bestuur van de pensioen fondsen de noodzakelijke toestemming aanvragen.
4.13 Kontinuering ziektekostenverzekering
Het is mogelijk de kollektieve ziektekostenverzekering te kontinueren, indien na het dienstverband met de werkgever de werknemer niet onder een andere· kol lektieve ziektekostenverzekering valt, mits de ver zekeraar hiermede akkoord gaat.
De voortzetting zal geschieden op basis van de premieverdeling bij einde dienstverband en maximaal gedurende de tijd dat de werknemer recht heeft op een aanvulling op de uitkeringen ingevolge WW res pektievelijk WWV, �erlengd met de tijd gedurende welke de werknemer aansluitend aan zijn dienstver band een scholing ontvangt zoals bedoeld onder par. 4.3 van het Beleidsplan.
De periode, gedurende welke recht kan bestaan op kontinuering van de ziektekostenverzekering, vangt aan bij einde dienstverband. Werknemers die op dat moment 57½ jaar of ouder zijn, kunnen met inacht neming van al de hierboven genoemde voorwaarden de verzekering kontinueren tot hun pensioengerech tigde leeftijd.
4.14 Studiekostenvergoeding
Bestaande toezeggingen ten aanzien van studiekosten vergoedingen zullen gedurende maximaal een jaar worden gehonoreerd, voor zover de nieuwe werk gever hier niet in voörziet.
9
Voor het geval toezeggingen zijn gedaan ten aanzien van het verkrijgen van een premie of tegemoetkoming bij het behalen van een diploma zal deze premie of tegemoetkoming ook na het beëindigen van het dienst verband worden uitgekeerd, mits het diploma uiterlijk een jaar na het beëindigen van het dienstverband wordt behaald.
4.15 Huurovereenkomst
Indien een werknemer een woning bewoont, waarvan de huurovereenkomst op grond van beëindiging van het dienstverband zou moeten worden opgezegd, zal de huurovereenkomst blijven bestaan.
4.16 Verhuiskosten
De verhuiskostenregeling (zie bijlage 3) is van toe passing met inachtneming van de volgende beper kingen:
a. de, door de nieuwe werkgever, vergoede bedragen worden op de, in de verhuiskostenregeling genoemde, bedragen in mindering gebracht;
b. de regeling vindt slechts toepassing bij verhuizing in Nederland en indien de afstand tussen de woning en de plaats waarin de werknemer zal gaan werken 30 kilometer of meer bedraagt.
4.17 Voorzieningen ingeval van uitkering WW respektievelijk WWV
4.17.1 Iedere betrokken werknemer heeft recht op een aanvulling op de uitkeringen uit hoofde van de WW respektievelijk WWV gedurende een periode en ter grootte van een bedrag als onder 4.17.2 en 4.17.3 aangegeven.
4.17.2 De aanvullingsperiode vangt aan bij einde dienstverband of op het moment dat de scholing in de zin van par. 4.3.2 van het Beleidsplan eindigt, mits deze scholing Is aangevangen bij einde dienstverband. De 100% aanvulling wordt eenmalig vastgesteld op basis van het oud netto salaris en de netto uitkering
ww.
Het bruto bedrag wordt zodanig vastgesteld, dat -
rekening houdend met loonbelasting en sociale ver zekeringspremies - netto op jaarbasis het oud netto salaris bereikt wordt.
Voor de berekening van de termijn en de hoogte van de financiële vergoedingen geldt als leeftijd van de werknemer de leeftijd, die hij heeft bereikt bij het einde van het dienstverband, waarbij een half jaar en meer als een volledig jaar zal worden gerekend.
75%
4.17.3 Schema van duur en hoogte van salarisaanvullingen.
Leeftijd | 100% aanvulling | aanvulling | 50% aanvulling | 25% aanvulling |
50 tot 65 1 ) | 0,5 jaar | 1 jaar | 0,5 jaar | 0,5 jaar |
40 t/m 49 30 t/m 39 tot 30 | 0,5 jaar | 0,5 jaar 0,5 jaar | 0,5 jaar 0,5 jaar 0,5 jaar | 0,5 jaar 0,5 jaar 0,5 Jaar |
1 ) alsmede de boven 45-jarigen met een dienstverband van 25 jaar of meer.
Opmerkingen
1. De aanvullingen vangen voor elke leeftijdskate gorie aan met die, aangegeven in de meest linkse kolom.
2. De procentuele afbouw van het aanvullingsbedrag vindt plaats op grond van het eenmalig vastgestelde
..100% bruto aanvullingsbedrag".
4.17.4 Indien tengevolge van een bij de onderneming doorgevoerde werktijdverkorting de WW-uitkering voor een werknemer niet over een periode van 6 maanden zou duren nadat het dienstverband Is ge eindigd, zal de netto WWV-uitkering over een periode eindigende 6 maanden na de eerste dag, waarover, na de datum van einde dienstverband, een WW-uit kering wordt verstrekt, worden aangevuld tot de hoogte van de netto WW-uitkering, respektievelijk van de netto WW-uitkering plus suppletie door de werkgever.
Indien tengevolge van bovenbedoelde doorgevoerde
werktijdverkorting de werknemer op de laatste dag van de periode waarin hij een WWV-uitkering ont vangt, nog onvrijwillig werkloos is en niet aansluitend pen-sioengerechtigd wordt, wordt hem op die dag een uitkering ineens verstrekt ter hoogte van de laatst genoten WWV-uitkering per dag, respektievelijk van de laatstgenoten WW-uitkering per dag plus supple tie van de werkgever maal het aantal dagen, dat ligt tussen genoemde dag en de dag 2½ jaar na einde dienstverband.
4.18 Aanpassing aan nieuw salaris
Gedurende de periode, waarin de werknemer recht heeft op een aanvulling op de uitkeringen WW res pektievelijk WWV, heeft hij eveneens recht op die aanvulling indien betrokkene werkzaam is, en een nieuw netto-salaris geniet dat lager is dan zijn oude netto-salaris.
Aanvulling kan geschieden tot maximaal 100% van het oude netto-salaris.
10
Toelichting
Het volledige aanvullingssysteem als genoemd onder
4.17.2 en 4.17.3 is hier van toepassing. Ter verduidea
!ijking:
a. De aanvullingsperiode, gedurende welke men recht heeft op hetzij een aanvulling op een lager loon, hetzij op de WW en WWV, vangt aan bij einde dienstverband c.q. zoveel later als de scholing krach tens het Beleidsplan eindigt, die aangevangen is direkt na dienstverband.
b. De aanvullingshoogte wordt konform 4.17.3 regel matig aangepast.
c. Indien men rechtstreeks van de oude naar een nieuwe werkgever gaat, wordt de aanvulling een malig vastgesteld en daarna aangepast konform 4.17.3.
d. Indien men vanuit WW, respektievelijk WWV naar een nieuwe werkgever gaat, wordt de "100% aanvulling" - voor zover dan nog rechten bestaan
- opnieuw berekend op basis van het verschil tussen het salaris van de oude en de nieuwe werkgever en vervolgens aangepast konform 4.17.3.
e. Verhogingen bij de nieuwe werkgever worden niet in mindering gebracht op de aanvulling.
BIJLAGE 1
Reiskostenregeling
Art. 1 Indien geen gebruik kan worden gemaakt van door het bedrijf betaald en goedgekeurd groepsver voer, zullen de noodzakelijke meerdere reiskosten worden vergoed op basis van de kosten van open baar vervoer in de laagste klasse.
Art. 2 Voor zover het in uitzonderlijke gevallen on mogelijk is, zowel van openbaar vervoer als groeps vervoer gebruik te maken, gelden de volgende bepa lingen:
a. De werknemer, die in zulke gevallen van zijn auto gebruik maakt, ontvangt een vergoeding zoals die gebruikelijk is in het bedrijf, waarbij hij in dienst is getreden.
b. Door de direktie kan pooling worden voorgesteld. De bezitter van de ter beschikking gestelde auto ont vangt dan de in het betrokken bedrijf gebruikelijke km-vergoeding.
c. Eén en ander vindt slechts plaats na goedkeuring door de direktie.
Art. 3 Als de werk- plus reistijd van huls tot huis meer dan 12 uur per dag zou bedragen, treedt de pensionkostenregeling in de plaats van de reiskos tenregeling.
Art. 4 De duur van deze vergoeding is maximaal 2 jaar. De regeling is bedoeld ter overbrugging van de periode waarin de werknemer nog geen nieuwe passende woonruimte heeft gevonden.
BIJLAGE 2
Pensionkostenregeling
Art. 1 Indien de totale werk- plus reistijd van huis tot huis meer dan 12 uur per dag zou bedragen, treden de volgende artikelen in werking.
Art. 2 De kosten van het pension worden door het bedrijf betaald. De keuze van het pension wordt door de werkgever, na overleg met de werknemer, bepaald.
Art. 3 Daarnaast ontvangt de werknemer een kosten vergoeding van f 7,50 per werkdag.
Art. 4 De werknemer wordt éénmaal per weék door het bedrijf in de gelegenheid gesteld naar zijn woon plaats en terug te reizen. De kosten worden op basis van het openbaar vervoer laagste klasse vergoed.
Art. 5 Indien een feestdag of verzuim konform artikel Vl. 1 van de CAO Grootmetaal 1975 de normale werk week onderbreekt, kan ten hoogste tweemaal In de week een dergelijke vergoeding worden gegeven.
Art. B De kosten verbonden aan het reizen van het pension naar het werk vallen onder de gebruikelijke reisfaclliteiten van de nieuwe vestiging.
Art. 7 De duur van deze vergoeding is maximaal 2 jaar. De regeling is bedoeld ter overbrugging van de periode waarin de werknemer nog geen nieuwe pas sende woonruimte heeft gevonden.
BIJLAGE 3
Verhuiskostenregeling
Art. 1 Voor gehuwden, kostwinners en ongehuwden, die op het moment van hun overplaatsing een zelf standige huishouding In Nederland voeren en waar voor de afstand tussen de woonplaats van de werk nemer en de plaats waarin hij zal gaan werken, der mate groot is, dat dagelijks heen en weer reizen bezwaarlijk is, worden als de verhuizing binnen twee jaar een feit is, de volgende vergoedingen gegeveh:
a. tweemaal reis- en verblijfkosten voor het gezin om zich te kunnen oriënteren op de nieuwe woon- en leef situatie;
b. inpak- en transportkosten van de inboedel en de daaraan verbonden assurantiekosten;
c. eenmalige reiskosten van het gezin per laagste klasse openbaar vervoer naar de nieuwe woonplaats;
d. tegemoetkoming in de inrichtingskosten tot een bedrag van 10% van het vaste jaarsalaris met een mi nimum van f 3.500,- en een maximum van f 7.500,-;
e. de aansluitkosten van gas, water, elektriciteit en tevens van telefoon, indien de werknemer xxxxxxx in zijn oude woning ook over telefoon beschikte;
f. tegemoetkoming in de noodzakelijk gemaakte kos ten voor het opknappen van een huurwoning, welke reeds eerder werd bewoond, tot een maximum van
f 2.000,-, indien dit opknappen niet door het bedrijf
wordt verzorgd.
11
At. 2 Indien de werknemer ten gevolge van de ver huizing extra kosten (zoals b.v. leermiddelen, reis en verblijfkosten) moet maken in verband met school bezoek van zijn kinderen wordt ter zake een indivi duele regeling getroffen.
Art. 3 Afhankelijk van de situatie vóór de overplaat sing wordt met de niet zelfstandig wonende werk nemer een individuele regeling getroffen inzake ver huiskosten.
Art. 4 Ingeval door invaliditeit van de werknemer of één van zijn gezinsleden aanpassingen in de woning moeten plaatsvinden, zal de werknemer voor de kos ten van deze aanpassingen een beroep kunnen doen op de hardheidsklausule.
Art. 5 De werknemer heeft bij verhuizing recht op twee dagen betaald verlof.
BIJLAGE 4
Art. 1 Woonkostenregeling
Indien de werknemer in geval van overplaatsing aan spraak heeft kunnen doen gelden op de verhuiskos tenregeling, gelden naast die regeling de volgende artikelen.
Art. 2 Algemene voorwaarden
a. De nieuwe vestiging moet met de keuze van de woonplaats instemmen;
b. De verhuizing moet zich binnen 2 jaar na de fei telijke tewerkstelling in de nieuwe vestiging voltrek ken.
Art. 3 Gelijkwaardigheid
Voor de toepassing van onderstaande regeling zal de werkgever uitgaan van de huurprijs respektievelijk koopprijs van een gelijkwaardige woning. Twee wo ningen worden als gelijkwaardig beschouwd indien de geschatte koopprijs van de ene woning niet meer dan 15% verschilt met de geschatte koopprijs van de andere woning.
Bij verschil in prijs van meer dan 15% dient de gelijk waardigheid te worden aangetoond.
Art. 4 Huurwoning - huurwoning
Art. 4.1 Werknemers, die ten gevolge van een over plaatsing vanuit een huurwoning naar een andere huurwoning verhuizen, komen voor de volgende te gemoetkomingen in aanmerking:
a. een vergoeding van de eventueel nog na de ople vering verschuldigde huur voor de oude woning in verband met een opzegtermijn van het oude huur kontrakt;
b. een vergoeding van het makelaarscourtage op het huren van de te betrekken woning, indien althans wettelijk verschuldigd;
c. in de hieronder geregelde omstandigheden, een zogenaamde huurvereveningsvergoeding:
Art. 4.2. De huurvereveningsvergoeding wordt toege kend, indien en voor zover de nieuwe huur hoger is dan de oude huur op het moment van oplevering van de nieuwe woning.
Als basis geldt de kale huur zoals omschreven in de huurwet.
Art. 4.3. De huurvereveningsvergoeding bedraagt: Gedurende 3 jaar een volledige kompensatie van het nadelige huurverschil;
Na deze 3 jaar vindt een afbouw plaats van 20% per kwartaal;
Zodra de kale huur tijdens de afbouwperiode 17% bedraagt van het bruto maandsalaris, vervalt de ver goeding.
Art. 5 Koopwoning - huurwoning
Art. 5.1 Werknemers, die tengevolge van een over plaatsing vanuit een koopwoning naar een huurwo ning verhuizen, komen voor de volgende vergoeding in aanmerking:
a. een vergoeding van de kosten van doorhaling van de oude hypotheek;
b. een vergoeding van het makelaarscourtage op de verkoop van de oude woning en de huur van de nieu we woning, indien deze wettelijk verschuldigd is;
c. indien de oude woning nog niet is verkocht, een vergoeding van de eventueel verschuldigde rente op de hypotheek gedurende maximaal 4 maanden na op levering van de huurwoning;
d. in de hieronder geregelde omstandigheden, een zogenaamde huurvereveningsvergoeding:
Art. 5.2. De huurvereveningsvergoeding wordt toe gekend indien en voor zover de huur van de te betrek ken woning meer bedraagt op het moment van ople vering, dan de huur van een met de achtergelaten koopwoning vergelijkbare woning.
Als basis geldt de kale huur zoals omschreven in de huurwet.
Art. 5.3 Deze vergoeding bedraagt:
Gedurende 3 jaar een volledige kompensatie van het nadelig huurverschil;
Na deze 3 jaar vindt een afbouw plaats van 20% per kwartaal.
Zodra de kale huur tijdens de afbouwperiode 17% bedraagt van het bruto maandsalaris, vervalt de ver goeding.
Art. 6 Koopwoning - koopwoning
Art. 6.1 Werknemers, die tengevolge van een over plaatsing van een koopwoning naar een andere koop woning verhuizen komen volgens de hieronder nader omschreven maatstaven in aanmerking voor een ver goeding van:
a. de kosten van doorhaling van de oude hypotheek;
b. het makelaarscourtage op de verkoop van de oude woning en de aankoop van de nieuwe woning, indien deze wettelijk verschuldigd is;
c. indien de oude woning nog niet is verkocht de, eventueel na de oplevering van de nieuwe koopwo ning, nog verschuldigde rente op de hypotheek op deze woning gedurende maximaal 4 maanden.
12
d. de kosten van de juridische levering (notaris en kadaster);
e. de overdrachtsbelasting, indien het een bestaande woning betreft respektievelijk de overdrachtsbelas ting over de grond en 5/116 x de bouwsom indien het een nieuwbouwwoning betreft.
Onder bouwsom wordt begrepen: het totaal van ma teriaalkosten, loonkosten en andere bouwkosten (niet de kosten in verband met de koop) dat verschuldigd is;
f. de kosten van vestiging van een nieuwe hypotheek (notariskosten);
g. afsluitprovisie en eventuele taxatiekosten;
h. de rentelastenstijging, gedurende de periode, waar in de rente krachtens de oorspronkelijke hypotheek overeenkomst nog niet voor herziening in aanmerking komt.
Art. 6.2 Indien de koopprijs, inklusief koperskosten, meer dan 3x het laatstverdiende bruto-jaarsalaris naar het moment van koop bedraagt, wordt deze voor de berekening op dit laatste bedrag gesteld.
Art. 6.3 In de berekeningen wordt ervan uitgegaan, dat de koper de opbrengst van de oude woning direkt na verkoop volledig heeft aangewend voor de finan ciering van de nieuwe woning.
Indien de oude woning niet binnen 4 maanden na op levering Is verkocht. zal een netto-opbrengst worden geschat en beschouwd worden 4 maanden na opleve ring in de financiering te zijn ingebracht. Blijkt de schatting nadien te hoog/laag te zijn, dan zal er een korrektle plaatsvinden.
Art. 6.4. De tegemoetkoming in de rentelastenstijging bedraagt: 3 jaar een volledige kompensatie en na 3 jaar een afbouw van 20% per kwartaal, van het vol gens de artikelen 6.1, 6.2 en 6.3 vastgestelde ver schil in rentelasten uit externe financiering In deze periode.
Als rentelasten van de oude woning worden steeds de lasten op het moment van ingang van de finan ciering van de nieuwe woning genomen.
Art. 6.5 Indien een wijziging ontstaat in de rechten op overheidsregelingen, die subsidie inhouden, wordt hiermede individueel rekening gehouden.
Art. 7 Huurwoning - koopwoning
Art. 7.1 Werknemers, die tengevolge van een over plaatsing vanuit een huurwoning naar een koopwo ning verhuizen, komen voor de volgende tegemoet komingen in aanmerking:
a. een vergoeding van de eventueel nog na de ople vering verschuldigde huur voor de oude woning In verband met een opzegtermijn van het oude huur kontrakt;
b. 80% van de kosten als bedoeld onder art. 6.1.b. d, e, f en g.
Art. 7.2 Bij de vaststelling van de tegemoetkomingen, die in art. 7.1.b. zijn bedoeld, Is artikel 6.2 van over eenkomstige toepassing.
,.l'.
j
;/
t't!
.:\.•
. ,•.&:
{•