MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 8613
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 17-10-1996, nr. 201
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR SUIKERWERK- EN CHOCOLADEVERWERKENDE INDUSTRIE
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van Xxxxxxxxxxxx Arbeidszaken NCW namens de Nederlandse Vereniging voor de Suikerwerk- en Chocoladeverwerkende Industrie als partij te ener zijde en de Voedingsbond FNV, de CNV Industrie- en Voedingsbond en de Unie als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Suikerwerk- en Chocolade- verwerkende Industrie, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Besluit:
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1996 CAO861396
6C0161 1
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 28 februari 1998 de navol- gende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Suikerwerk- en Chocoladeverwerkende Industrie alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting Sociaal Fonds voor de Suikerwerk- en Chocoladeverwerkende Industrie, zulks met inacht- neming van hetgeen onder II, III, IV, V en VI is bepaald:
Artikel 1
Definities
1. In deze CAO wordt verstaan onder:
a. onderneming: iedere onderneming in Nederland, waarin in hoofd- zaak of uitsluitend:
1. fabrieksmatig suikerwerken vervaardigd worden;
2. fabrieksmatig dropartikelen vervaardigd worden;
3. fabrieksmatig cacaomassa, cacaopoeder, cacaoboter, chocolademassa of couverture verwerkt worden ter ver- vaar- diging van al of niet gevulde chocoladeartikelen, inclusief boterhamstrooisels en pasta’s, met uitzondering van de onder- nemingen die van de cacaoboon af werken;
c. werkgevers: de natuurlijke of rechtspersonen, die de onderne- xxxx xxxxxxx;
e. 1. werknemer (m/v): een ieder in dienst van de werkgever wiens functieniveau wordt of behoort te worden bepaald conform de vakgroepenindeling van bijlage I;
2. vakantiewerkers (m/v): werknemers als bedoeld in lid e.1, die echter uitsluitend gedurende een periode van maximaal 4 weken in dienst zijn ter vervanging van die werknemers, die in de perioden waarin de schoolvakanties plaatsvinden, met vakantie zijn;
f. in deeltijd werken: arbeid verrichten in minder uren dan de gemiddelde arbeidsduur als bedoeld in artikel 5 lid 2;
g. schaalsalaris: het salaris als vermeld in bijlage III;
h. periode-inkomen: het voor de werknemer geldende schaalsalaris per periode vermeerderd met een eventuele persoonlijke toeslag, met de ploegentoeslag, alsmede de vergoeding voor het functie- gebonden regelmatig overwerk tot maximaal 5 uur per week;
i. weekinkomen: 25% van het periode-inkomen;
j. maandinkomen: 108,75% van het periode-inkomen;
k. uur-inkomen: 0,6854% van het periode-inkomen, resp. 2,7416% van het weekinkomen, resp. 0,6303% van het maandinkomen met uitzondering van de vergoeding voor het functiegebonden regelmatig overwerk en met uitzondering van de meeruren als bedoeld in artikel 11, lid 5 onder a;
x. xxxxxxxxxxxx uren: uren, waarop de werknemer volgens xxxxxxx vrij heeft, met dien verstande, dat niet genoten uren zijn verval-
2
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
len, tenzij de werknemer op verzoek van de werkgever arbeid heeft verricht.
x. xxxxxxxxxxxxxxxxxxx leeftijd: 65 jaar
n. minimuminkomen: voor de toepassing van de Wet Minimumloon en minimumvakantietoeslag wordt onder minimuminkomen ver- staan: het totale door de werknemer in een week verdiende loon met inbegrip van tarief- of stukloon, prestatie- of waarderings- premies doch met uitzondering van overwerkvergoedingen, ploegentoeslagen, toeslagen voor arbeid op ongunstige uren, diensttijdtoeslag, vakantietoeslag, winstuitkeringen en andere uit- keringen, hoe ook genaamd.
Artikel 2
Georganiseerd overleg
Het uit deze overeenkomst voortspruitende contact tussen partijen zal als regel geschieden door tussenkomst van de in artikel 25 bedoelde Contact- commissie.
Artikel 4
Arbeidsovereenkomst
1. De werkgever is verplicht met iedere werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst volgens burgerlijk recht aan te gaan. In deze arbeidsovereenkomst dient tenminste vermeld te worden:
– de duur van de arbeidsovereenkomst (bepaalde/onbepaalde tijd)
– de proeftijd
– de functie, waarin de werknemer werkzaam is en de daarbij behorende functiegroep
– de gemiddelde arbeidsduur per week
– het schaalsalaris.
2. a. De werkgever zal met de werknemer geen 0-uren arbeidsover- eenkomst aangaan.
b. In de arbeidsovereenkomst die de werkgever met de werknemer aangaat in de vorm van een oproepcontract, zal de minimale arbeidsduur per periode van 4 weken 32 uur bedragen.
3. De werknemers zijn verplicht in dienst van hun werkgever alle werk- zaamheden, welke hun door of namens de werkgever redelijkerwijze kunnen worden opgedragen en welke met het bedrijf in verband staan, naar hun beste vermogen en op ordelijke wijze te verrichten,
3
ook indien deze werkzaamheden niet tot hun gewone dagelijkse arbeid behoren en zich daarbij te gedragen naar de aanwijzingen, welke hun door of namens de werkgever worden verstrekt.
4. In afwijking van artikel 7a: 1639 f lid 3 BW kan een arbeidsover- eenkomst voor bepaalde tijd eenmalig worden verlengd zonder dat voor de bee¨indiging daarvan opzegging noodzakelijk is.
5. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op het moment dat de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Artikel 5
Arbeidsduur
1. De normale arbeidsduur bedraagt 40 uur per week en 8 uur per dag (zie tevens Bijlage IX).
2. a. Door toekenning van 184 roostervrije uren per jaar wordt een gemiddelde werkweek van 36 uur op jaarbasis gerealiseerd.
b. De werkweek van gemiddeld 36 uur op jaarbasis wordt gereali- seerd door middel van dienstroosters, die door de werkgever in overleg met de ondernemingsraad binnen de volgende grenzen moeten worden vastgesteld:
– de maximale normale duur van de werkweek bedraagt 42 uur
– de minimale normale duur van de werkweek bedraagt 32 uur
– de maximale normale duur van de werkdag bedraagt 9 uur
c. In overleg met de ondernemingsraad bedraagt de maximale duur van de werkweek gedurende 2 perioden van 4 weken 45 uur.
d. De onder sub b. genoemde dienstroosters worden vastgesteld voor de periode van minimaal 4 weken. Zij omvatten minimaal 4 werkdagen per week voor de dagdienst.
e. In overleg met de ondernemingsraad conform het bepaalde in artikel 27 Wet op de Ondernemingsraden, mag door de werkge- ver van de in dit lid onder b en c genoemde grenzen worden afge- weken.
3. Wanneer er sprake is van 3 of meer collectieve roostervrije dagen in een aaneengesloten periode en de werknemer heeft deze collectieve roostervrije dagen door ziekte niet kunnen genieten, dan krijgt de werknemer voor 50% van die niet genoten dagen vervangend rooster- vrij.
4. Voor werknemers, die in deeltijd werken, worden de arbeidsvoor- waarden, die aan de normale arbeidsduur zijn gerelateerd, naar even- redigheid toegepast (artikel 7 t/m 12, 14 t/m 19, 21, 22). Van over- werk is eerst sprake indien de normale arbeidsduur van het vastgestelde dienstrooster van een werknemer die niet in deeltijd werkt wordt overschreden.
4
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 6
Vakgroepenindeling
1. Alle in de suikerwerk- en chocoladeverwerkende industrie voorko- mende functies waarop de cao betrekking heeft, zijn of worden inge- deeld in e´e´n der vakgroepen genoemd in bijlage I en overeenkomstig de procedure in bijlage II.
2. Ten aanzien van de werknemer, die in de loop van het dagelijks pro- duktieproces werkzaamheden verricht, behorende tot verschillende vakgroepen, wordt bij de indeling uitgegaan van de hoogst geclassi- ficeerde werkzaamheden, tenzij deze werkzaamheden minder dan gemiddeld 1,5 uur per dag of 7,5 uur per week bedragen en niet reeds in de functiebeschrijving opgenomen zijn.
3. Ontheffing van de vakgroepenindeling:
a. De werkgever die een afwijkend systeem van functiewaardering hanteert, is ontheven van de bepalingen van dit artikel. Structuurwijzigingen in bestaande afwijkende systemen van functiewaardering behoeven overeenstemming met de organisa- ties van werknemers.1)
b. De werkgever die een afwijkend systeem van functiewaardering wil gaan voeren en hierover overeenstemming met de organisa- ties van werknemers heeft bereikt, is ontheven van de bepalingen van dit artikel.
4. Indien een werknemer bij introductie van een systeem van functie- waardering bezwaar heeft tegen de functie-indeling, dan kan hij in beroep gaan volgens de beroepsprocedure zoals omschreven in bij- lage V.
Artikel 7
Toepassing salarisschalen
1. a. Bij elke vakgroep behoort een salarisschaal, welke een schaal omvat gebaseerd op leeftijd en een schaal gebaseerd op functie- jaren, te weten de schalen A tot en met H. Deze schalen zijn opgenomen in bijlage III van deze overeenkomst.
b. Schaal 0 vormt de instroomschaal, niet behorende bij e´e´n van de vakgroepen. De medewerker die instroomt in een werkervarings-
1) Bedoeld wordt: Voedingsbond FNV, CNV Industrie- en Voedingsbond en De Unie.
5
plaats wordt beloond conform deze schaal. In het geval een vaste aanstelling volgt in aansluiting op de werkervaringsplaats, kan deze schaal nog voor een periode van maximaal een jaar worden toegepast.
2. De vakvolwassen werknemer, met uitzondering van de vakantie- werker:
a. Deze werknemer ontvangt het schaalsalaris zoals is aangegeven en behorende bij de vakgroep waarin zijn functie is ingedeeld.
b. De werknemer ontvangt bij indiensttreding als regel het schaal- salaris bij 0-functiejaren. Op grond van elders verkregen vaardig- heden en/of opgedane ervaring kunnen een of meer functiejaren worden toegekend.
c. Het schaalsalaris wordt opnieuw vastgesteld door toekenning van een functiejaarverhoging met ingang van 1 januari, voor zover het einde van de functiejarenschaal nog niet is bereikt en het dienstverband tenminste zes maanden bestaat.
3. De werknemer die nog niet over de vaardigheid en/of ervaring beschikt, welke voor de vervulling van de functie is vereist, kan gedurende maximaal 12 maanden op het naast lagere functieniveau worden ingedeeld.
4. De werknemer, met uitzondering van de vakantiewerker, beneden de vakvolwassen leeftijd:
Herziening van het loon in verband met de leeftijd van de werkne- mer vindt plaats:
bij weekbetalingen:
– per 1e dag van de week waarin de verjaardag valt; bij maand-/periodebetalingen:
– per 1e dag van de maand/periode, wanneer de verjaardag vo´o´r de helft van de maand/periode valt;
– per 1e dag van de volgende betaalperiode, wanneer de verjaardag na` de helft van de maand/periode valt.
5. Overplaatsing van een werknemer:
a. Bij indeling in een hogere vakgroep zal het nieuwe schaalsalaris tenminste gelijk zijn aan het oorspronkelijke schaalsalaris ver- meerderd met het verschil bij 0 functiejaren tussen de oorspron- kelijke en de nieuwe vakgroep. Deze verhoging wordt toegepast met ingang van de maand waarin de plaatsing in een hogere functiegroep heeft plaatsgevonden.
b. Bij indeling in een lagere functiegroep op eigen verzoek is het nieuwe schaalsalaris gelijk aan het naast lagere salaris in de nieuwe functiegroep.
Deze verlaging wordt toegepast met ingang van de maand vol- gend op die, waarin de plaatsing in een lagere functiegroep heeft plaatsgevonden.
6
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
c. Wanneer als gevolg van bedrijfsomstandigheden een functie door een werknemer niet langer kan worden uitgeoefend, zoekt de werkgever voor de betrokkene een gelijkwaardige functie elders in het bedrijf.
Indien geen gelijkwaardige functie beschikbaar blijkt, volgt inde- ling in een lagere functiegroep. In dat geval is het nieuwe schaal- salaris gelijk aan het naast hogere salaris in de nieuwe functie- groep.
Ligt het oude schaalsalaris boven het maximum van zijn nieuwe functiegroep, dan wordt het verschil tussen het oude schaalsalaris en dit maximum omgezet in een persoonlijke toeslag. De per- soonlijke toeslag wordt verhoogd met 75% van de algemene ini- tie¨le salarisverhoging. Bij herindeling in een hogere functiegroep wordt de persoonlijke toeslag evenveel verminderd als het (schaal-)salaris stijgt.
6. Voor elke volle dienst of gedeelte van een dienst, gedurende welke een werknemer in een betalingsperiode niet heeft gewerkt tengevolge van afwezigheid vanwege: militaire dienst 1e oefening onvrijwillige werkloosheid, willekeurig verzuim of wegens indiensttreding of ont- slag, wordt het inkomen met een evenredig deel verminderd.
7. Aan werknemers van 50 jaar en ouder, bij een dienstverband van 2 jaar en langer in de onderneming, zal het functieloon – zoals vermeld in bijlage III – worden gegarandeerd dat vo´o´r genoemde leeftijd werd genoten, indien werknemer op oudere leeftijd in een lager gekwalificeerde functie wordt ingedeeld, tenzij deze indeling op eigen verzoek plaatsvindt.
8. Aan een werknemer van 60 jaar en ouder, die
– in het verleden elders in de bedrijfstak de dienstbetrekking on- vrijwillig heeft moeten bee¨indigen, en
– een aaneengesloten periode van 25 jaar of langer in de bedrijfs- tak werkzaam is, en
– door de huidige werkgever op oudere leeftijd in een lager gekwa- lificeerde functie wordt ingedeeld, zal het functieloon zoals ver- meld in bijlage III worden gegarandeerd dat vo´o´r bedoelde leef- tijd bij de huidige werkgever werd genoten.
9. a. De werknemer die in opdracht van de werkgever een functie tij- delijk volledig waarneemt welke hoger is ingedeeld dan zijn eigen functie, blijft in zijn salarisgroep ingedeeld. Heeft de functiewaarneming tenminste 5 aaneengesloten diensten geduurd, dan ontvangt de werknemer over de gehele termijn van waarne-
7
xxxx als extra beloning een toeslag op zijn schaalsalaris. Deze toeslag bedraagt per volle dienst 1⁄5 deel van het verschil tussen de schaalsalarissen van de desbetreffende salarisgroepen bij 0-functiejaren. Deze uitkering wordt niet toegekend aan de werk- nemer bij wiens functiewaardering reeds met waarneming in een hogere functie is rekening gehouden.
b. De werknemer, die in opdracht van de werkgever een functie tij- delijk waarneemt die in een lagere functiegroep is ingedeeld, blijft in zijn salarisgroep ingedeeld.
10. De vakantiewerker wordt beloond volgens het wettelijk mini- mum(jeugd)loon.
11. Uitzendkrachten worden enkel van wettelijk erkende uitzendbureaus aangetrokken. De honorering van uitzendkrachten zal minimaal op basis van ABU-CAO plaatsvinden.
Ontheffing van de salarisbepalingen
12. a. De werkgever die een afwijkend salarissysteem hanteert als ge- volg van een afwijkend systeem van functiewaardering is onthe- ven van nader met de organisaties van werknemers vast te stellen bepalingen van dit artikel met dien verstande dat structuur- wijzigingen in deze systemen overeenstemming behoeven met de organisaties van werknemers.1)
b. De werkgever die een afwijkend salarissysteem hanteert, draagt er zorg voor dat het beloningsniveau niet beneden dat van verge- lijkbare functies en functieniveaus van de CAO ligt.
c. De werkgever, die een afwijkend systeem van beloning wil gaan invoeren, en hierover overeenstemming heeft bereikt met de organisaties van werknemers, is ontheven van nader met organi- saties van werknemers vast te stellen bepalingen van dit artikel.
d. Bij de werkgever die een afwijkend systeem van functie- waardering en een afwijkend systeem van salarisschalen hanteert, is door de organisaties van werknemers gewenste informatie daarover beschikbaar.
Artikel 8
Loonaanpassingen
– Per 1 juli 19962) zullen de schaalsalarissen worden verhoogd met 1%.
1) Bedoeld wordt: Voedingsbond FNV, CNV Industrie- en Voedingsbond en de Unie.
2) Avv heeft geen terugwerkende kracht.
8
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Per 1 januari 1997 zullen de schaalsalarissen worden verhoogd met 1,5%.
– Per 1 juli 1997 zullen de schaalsalarissen worden verhoogd met 1%.
– Op 1 juli 1997 zal een eenmalige uitkering worden betaald van 0,625% van het jaarloon, berekend zoals omschreven in artikel 18, lid 3 over de periode 1 juli 1996 tot 1 juli 1997.
– Per 1 januari 1998 zullen de schaalsalarissen worden verhoogd met 1%.
De in dit artikel bedoelde aanpassingen van de schaalsalarissen zijn ook van toepassing op de werkgever als bedoeld in artikel 7 lid 11.
De werkgever dient over iedere betalingsperiode aan de werknemer een gespecificeerde salarisstrook te verstrekken conform het bepaalde in arti- kel 7a: 1639 o BW.
Artikel 10 Minimuminkomen Vervallen
Artikel 11
Overuren
1. a. Onder overwerk wordt verstaan arbeid boven het voor de werk- nemer geldende dienstrooster zoals omschreven in artikel 5 lid 2. De werkgever draagt er zorg voor dat het aantal werknemers en de samenstelling van het personeel in vaste dienst zodanig is dat een werknemer niet meer dan 8 uren per week c.q. 200 uren per jaar overwerk behoeft te verrichten. Deze urengrens is niet van toepassing op de meeruren als bedoeld in lid 5 van dit artikel. Overschrijding van 8 overuren per week is mogelijk, indien – naar het oordeel van de werkgever – op grond van bedrijfsom- standigheden, bijv. extra werkzaamheden in verband met het sei- zoen, extra overwerk noodzakelijk is. Het beleid in deze vormt een punt van overleg met de ondernemingsraad. Indien de werk- gever zulks in het belang van de onderneming noodzakelijk acht, is het verrichten van overwerk verplicht, waarbij zoveel mogelijk met studiebelangen van de werknemer rekening zal worden ge- houden.
9
2. De overuren genoemd in het vorige lid worden uitbetaald vermeer- derd met de volgende toeslagen:
a. 35% voor alle uren op maandag t/m vrijdag
b. 80% voor uren op zaterdag, zondag en op de in artikel 16 genoemde feestdagen.
Alle dagen worden geacht te lopen van 00.0 uur tot 24.00 uur.
3. Tenzij de werkgever aantoont dat de bedrijfsomstandigheden dit ver- hinderen, zal de werkgever aan de werknemer toestaan geheel of gedeeltelijk zijn overuren in plaats van betaling in overeenkomstige tijd op te nemen. Het tijdstip en de hoeveelheid vrije tijd die wordt opgenomen – bij voorkeur in blokken van vier uren – wordt in onderling overleg tussen de werkgever en de werknemer vastgesteld. In dat geval worden geen overuren uitbetaald, doch uitsluitend de toeslag als bedoeld in lid 2.
4. Het door een werknemer te verrichten overwerk in samenhang met een extra gang naar het bedrijf buiten de normale werktijd zal, indien de werkgever tot deze extra gang opdracht heeft gegeven, worden gelijkgesteld met 2 overuren. Voor genoemd overwerk dat langer duurt dan 2 uur wordt uitsluitend het daadwerkelijk aantal gewerkte uren vergoed.
5. a. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan de werkge- ver met werknemers in de vakgroepen G en H meeruren over- eenkomen tot maximaal vier uren per week, uit te betalen zonder toeslag.
b. Voor elk overeengekomen meeruur dient het salaris te worden verhoogd naar rato van het aantal betaalde uren op jaarbasis dat langer wordt gewerkt. Het aantal roostervrije uren zoals genoemd in artikel 5 lid 2 sub a wordt overeenkomstig het aantal overeen- gekomen meeruren per jaar verminderd.
c. Deze bepaling is alleen van toepassing in ondernemingen waar in functies in de vakgroepen G en H voor 1 januari 19931) meer dan gemiddeld 36 uur maar niet meer dan 40 werd gewerkt. Deze regeling kan echter niet leiden tot een extra verlenging van de arbeidsduur voor functies in G en H ingeval deze arbeidsduur voor 1 januari 19931 reeds was vastgesteld boven de arbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week.
d. De werkgever kan de overeengekomen meeruren niet zonder instemming van de werknemer terugbrengen tot een lager aantal zolang de betrokken werknemer de functie volledig vervult.
e. De werknemer (met een functie die is ingedeeld in de vakgroep G en H) heeft het recht de werkgever te verzoeken voor hem een arbeidsduur vast te stellen als bedoeld in artikel 5 lid 2 sub a. De werkgever is gehouden dit verzoek te honoreren. Bij terug-
1) Bedoeld wordt de ingangsdatum van het nieuwe functieclassificatiesysteem.
10
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
gang in arbeidsduur naar een lagere dan de oorspronkelijke arbeidsduur zal het salaris worden herleid naar rato van het aan- tal betaalde uren op jaarbasis dat korter wordt gewerkt dan het oorspronkelijke aantal betaalde uren.
f. Vast overeengekomen meeruren als bedoeld onder sub a tellen niet mee ter bepaling van het aantal uren overwerk per week c.q. per jaar als bedoeld in lid 1 sub a.
g. Ondernemingen die dit artikel wensen toe te passen doen hiervan een inhoudelijke opgave aan het secretariaat van het Georgani- seerd Overleg.1)
Slaapuren
6. Indien een werknemer – na in een dienst het in zijn dienstrooster genoemde aantal uren gewerkt te hebben – overwerk verricht na 5 uren na afloop van deze dienst, vangt voor hem de daarop volgende dienst zoveel uren later aan als hij uren overwerk heeft verricht na 5 uur na afloop van de vorige dienst. Over deze vrije uren (zgn. slaap- uren) wordt het voor de werknemer geldende inkomen doorbetaald.
Verschoven uren
7. Niet als overwerk worden beschouwd verschoven uren.
Onder verschoven uren worden in deze overeenkomst de uren ver- staan, waarin arbeid wordt verricht met het van tevoren vastgestelde doel om bepaalde aangewezen uren in te halen, waarop niet werd gewerkt of niet gewerkt zal worden. Verschoven uren kunnen geen betrekking hebben op de in artikel 16 genoemde feestdagen alsmede vakantiedagen. Over verschoven uren, die afwijken van het voor de werknemer geldende dienstrooster, wordt niet het uurinkomen be- taald, maar wel de toeslag vermeld in lid 2. De toeslag is niet ver- schuldigd als de verschuiving van de werktijd op uitdrukkelijk ver- zoek van de werknemer(s) wordt vastgesteld.
Consignatie/extra opkomst-vergoeding2)
8. Onder consignatie wordt verstaan, dat de werknemer buiten het voor hem geldende dienstrooster bereikbaar is voor het bedrijf, zodat hij,
1) Per adres: Adviesbureau Arbeidszaken NCW, Postbus 84100, 2508 AC ’s-Gravenhage.
2) Noot van partijen:
Bestaande betere regelingen op het moment van invoering van deze regeling, blijven gehandhaafd.
11
indien dit nodig is, direct naar het bedrijf kan komen voor het ver- richten van extra werkzaamheden.
9. De werknemer, die geconsigneerd is, ontvangt hiervoor een vergoe- ding. De vergoeding bedraagt per geconsigneerd uur:
f 2,– op maandag tot en met vrijdag; f 2,50 op zaterdag;
f 3,– op zon- en feestdagen.
10. Indien een werknemer in opdracht van de werkgever voor het ver- richten van werkzaamheden extra wordt opgeroepen, geschiedt de beloning daarvoor conform het bepaalde in artikel 11 lid 4.
11. Indien een werknemer in opdracht van de werkgever voor het ver- richten van werkzaamheden extra wordt opgeroepen, zullen de ge- maakte reiskosten worden vergoed, conform de bij de betreffende werkgever normaal geldende reiskostenregeling.
Artikel 12
Arbeid in ploegendienst
1. a. Onder arbeid in tweeploegendienst wordt verstaan arbeid, die gedurende tenminste 15 achtereenvolgende uren per etmaal in twee ploegen wordt verricht.
b. Onder arbeid in drieploegendienst wordt verstaan arbeid, die gedurende 24 achtereenvolgende uren per etmaal in drie ploegen wordt verricht.
2. Bij invoering van een ploegendienstrooster ten gevolge van een structurele1) wijziging van de bedrijfstijd die uitgaat boven 80 produktie-uren per week; of als gevolg waarvan gewerkt wordt op dagen waarop normaal in de betreffende onderneming niet gewerkt wordt, dient door de werkgever met de werknemersorganisaties over- leg te worden gepleegd inzake regelingen van ploegendienst.
Dit laat onverlet de bevoegdheden van de Ondernemingsraad, inge- volge artikel 27 lid 1 van de W.O.R. De resultaten hiervan zullen bij de Contactcommissie worden aangemeld.
3. Een werknemer, die arbeid verricht in een ploegendienstrooster, ont- vangt boven het voor hem vastgestelde schaalsalaris per week een gemiddeld toeslagpercentage per week, dat als volgt is opgebouwd: Voor arbeid op uren op maandag tot en met zaterdag:
tussen 00.00 en 05.00 uur: 50%
1) Noot van partijen:
Onder ,,structurele’’ wordt verstaan een aaneengesloten periode van 6 maanden of meer, dan wel een kortere periode, wanneer deze regelmatig wordt herhaald.
12
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Voor arbeid op uren van maandag tot en met vrijdag: tussen 05.00 en 07.00 uur: 25%
tussen 07.00 en 18.00 uur: 0%
tussen 18.00 en 24.00 uur: 25% Voor arbeid op uren op zaterdag:
tussen 05.00 en 18.00 uur: 50%
tussen 18.00 en 24.00 uur: 100%
Voor arbeid op uren op zondag en feestdagen:
tussen 00.00 en 24.00 uur: 100%
Van de in dit lid genoemde tijden en/of toeslagen mag worden afge- weken op voorwaarde, dat de aldus berekende ploegentoeslag ten- minste gelijk is aan de ploegentoeslag berekend op basis van de in dit lid genoemde tijden en/of toeslagen.
4. a. Voor een werknemer, die overeenkomstig de normale arbeids- duur arbeid in tweeploegendienst verricht, wordt boven het voor hem vastgestelde schaalsalaris per week een gemiddelde toeslag vastgesteld, die niet lager is dan tenminste 11,5% per week, met dien verstande, dat het totale bedrag van de toeslag over een periode van twee weken tenminste gelijk is aan 23% van het schaalsalaris per week.
b. Indien de arbeid in tweeploegendienst voor alle betrokken werk- nemers regelmatig afwisselend per week in een nachtdienst aan- sluitend gevolgd door een dagdienst wordt verricht, zal de onder a bedoelde toeslag gemiddeld per week 16,5% en in totaal per 2 weken 33% van het schaalsalaris per week bedragen.
Van nachtdienst, als hier bedoeld is sprake, indien in de betref- fende week de diensten van alle tot de ploeg behorende werkne- mers aanvangen op of na 22.00 uur, doch vo´o´r 05.00 uur.
5. Voor een werknemer, die overeenkomstig de normale arbeidsduur arbeid in drieploegendienst verricht, wordt boven het voor hem vast- gestelde schaalsalaris per week een gemiddelde toeslag vastgesteld, die niet lager is dan 19% per week, met dien verstande dat het totale bedrag van de toeslag over een periode van 3 weken tenminste gelijk is aan 57% van het schaalsalaris per week.
6. Een werknemer jonger dan 22 jaar ontvangt een ploegentoeslag die gelijk is aan de ploegentoeslag van een werknemer van 22 jaar, die ingedeeld is in dezelfde vakgroep en arbeid verricht in dezelfde ploe- gendienst.
7. Indien door de werkgever overgeschakeld wordt van een ploegendienststelsel naar een normale dagdienst, geldt voor mede-
13
werkers die tenminste drie jaar in ploegendienst werkzaam zijn geweest de volgende afbouwregeling ten aanzien van de ploegen- toeslag.
a. gedurende de 1e tot en met de 12e week ontvangt de werknemer boven het voor hem vastgestelde schaalsalaris per week 100% van de ploegentoeslag die op hem van toepassing was; voorts achtereenvolgens:
b. gedurende de 13e tot en met de 36e week: 80% van de ploegen- toeslag
c. gedurende de 37e tot en met de 60e week: 60% van de ploegen- toeslag
d. gedurende de 61e tot en met de 84e week: 40% van de ploegen- toeslag
e. gedurende de 85e tot en met de 104e week: 20% van de ploegen- toeslag
8. Indien wordt overgeschakeld van een ploegendienststelsel naar een ploegendienststelsel met een lagere ploegentoeslag is het bepaalde in lid 7 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de in dat lid genoemde percentages worden berekend over het verschil van de ploegentoeslag die voor beide stelsels gelden.
9. De leden 7 en 8 zijn van overeenkomstige toepassing indien een individuele werknemer door de werkgever wordt overgeplaatst naar een stelsel met minder ploegen, c.q. dagdienst.
10. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet worden verplicht om vanuit de dagdienst in ploegendienst te gaan werken.
11. Werknemers in ploegendienst van 60 jaar en ouder zullen – gelet op het gestelde in artikel 31 lid 7 b – bij het ontstaan van vacatures waarbij het gaat om functies in een ander ploegenschema of dag- dienst als eerste in de gelegenheid worden gesteld daarnaar te solli- citeren.
Indien deze werknemer tenminste 5 jaar in ploegendienst heeft ge- werkt aansluitend op de overgang naar dagdienst c.q. het nieuwe ploegenschema, geldt de volgende afbouwregeling ten aanzien van de ploegentoeslag c.q. het verschil in ploegentoeslagen:
Ploegjaren: | 5 en meer | 10 en meer | 15 en meer | 20 en meer | 25 en meer | |
Suppletie | 1e jaar | 80 | 85 | 90 | 95 | 100 |
% | 2e jaar | 75 | 80 | 85 | 90 | 95 |
% | 3e jaar | 70 | 75 | 80 | 85 | 90 |
% | 4e jaar | 65 | 70 | 75 | 80 | 85 |
% | 5e jaar | 60 | 65 | 70 | 75 | 80 |
14
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Bij het 1e jaar van de afbouw wordt het af te bouwen bedrag vast- gesteld. De te verrichten suppleties worden in de volgende jaren ver- hoogd met de procentuele verhogingen van de basislonen.
12. Indien een werknemer van 55 jaar of ouder, die minimaal 25 jaren in ploegendienst bij de werkgever heeft gewerkt, wegens bedrijfs- omstandigheden wordt overgeplaatst naar dagdienst of een lager betaalde ploegendienst, zal hij zijn oude ploegentoeslag behouden.
Artikel 13
Extra beloning voor arbeid op ongunstige uren
1. Een werknemer, die zijn werkzaamheden aanvangt voor 07.00 uur ontvangt voor ieder uur of gedeelte van een uur dat hij werkt voor
07.00 uur een toeslag van 22,5% op het voor hem geldende uurloon. Een werknemer, die zijn werkzaamheden aanvangt voor 05.00 uur ontvangt voor ieder uur of gedeelte van een uur dat hij werkt voor
05.00 uur een toeslag van 45% op het voor hem geldende uurloon.
2. Een werknemer die structureel werkzaam is in de avonddienst en zijn werkzaamheden bee¨indigt na 19.00 uur ontvangt voor ieder uur of een gedeelte van een uur dat hij na 19.00 uur werkt een toeslag van 7,5%.
Bestaande toeslagen (februari 1996) van de betreffende werknemers worden behouden door de toekenning van een overeenkomstige toe- slag. De persoonlijke toeslag wordt ingetrokken indien de betrok- kene niet meer in de betreffende avonddienst werkt.
3. De in de leden 1 en 2 genoemde toeslagen gelden niet voor uren, waarin gewerkt wordt in verband met ploegenarbeid en voor arbeid, die krachtens een daartoe strekkende vergunning van de Arbeidsin- spectie als arbeid in overwerk verricht, dient te worden aangemerkt. Deze toeslagen mogen in totaal per week niet meer bedragen dan 15% van het voor de werknemer geldende schaalsalaris.
Artikel 14
Verzuim met behoud van loon
Met gehuwden worden gelijkgesteld ongehuwden die samenwonen op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract.
15
De werkgever is in afwijking van het bepaalde bij artikel 7a: 0000x XX verplicht aan de werknemers in de navolgende gevallen gedurende de daarbij aangegeven tijd vrijaf te geven met behoud van loon:
1. a. bij huwelijk van de werknemer: 2 dagen;
b. bij bevalling van echtgenote/xxxxxxxxxxxxxx: 2 dagen;
c. bij adoptie van een kind: 2 dagen;
2. de dag (dagen) waarop de plechtigheid respectievelijk het feest wordt gevierd:
x. bij ondertrouw van de werknemer: 1 dag;
b. bij huwelijk van een der kinderen, ouders, broers, zusters, xxx- xxxx of schoonzusters van de werknemer: 1 dag;
c. bij huwelijk van xxxxxxxxxxxxx: 1 dag;
d. bij 25- en 40-jarig huwelijksfeest van de werknemer en 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksfeest van ouders, schoonouders en groot- ouders van de werknemer: 1 dag; de onder b, c, d bedoelde dagen moeten tenminste e´e´n week tevo- ren aan de werkgever worden meegedeeld;
x. bij overlijden en/of uitvaart van:
– echtgeno(o)t(e) of levensgezel(xxx) met wie de werknemer in gezinsverband samenwoont: de dag van overlijden tot en met de dag van uitvaart
– inwonende ongehuwde kinderen
f. bij overlijden en/of uitvaart van: ouders/schoonouders, niet- inwonende eigen en aangehuwde kinderen: 2 dagen indien men de zorg voor de uitvaart heeft: de dag van overlijden tot en met de dag van uitvaart
g. bij overlijden en/of uitvaart van: xxxxxxxxxxx, broers, zusters, zwagers, schoonzusters en kleinkinderen: 1 dag indien men de zorg voor de uitvaart heeft: de dag van overlijden tot en met de dag van uitvaart
h. bij een 25- en 40-jarig dienstverband van de werknemer (of in de onderneming waar het decimalenstelstel wordt toegepast bij een 20-, 30- en 40-jarig dienstverband): 1 dag
3. Gedurende een door de werkgever naar billijkheid te bepalen tijds- duur tot een maximum van 2 dagen, indien de werknemer ten gevolge van de vervulling van een bij of krachtens de wet persoon- lijk opgelegde verplichting verhinderd is zijn arbeid te verrichten, mits deze vervulling niet in zijn vrije tijd kan geschieden en onder aftrek van de vergoeding, welke van derden kan worden ontvangen.
4. Bij voor de gezondheidstoestand van de werknemer noodzakelijk doktersbezoek (waaronder begrepen tandartsbezoek), dat niet kan geschieden buiten de voor de werknemer geldende arbeidstijd, gedu- rende de voor dit bezoek benodigde tijd tot ten hoogste twee uren en mits tevoren toestemming aan de werkgever tot het afleggen van dit bezoek is gevraagd. Indien de werknemer aantoont, dat een langer
16
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
verzuim dan twee uren noodzakelijk was, zal de werkgever ook over dit langere verzuim het loon doorbetalen.
De werkgever is verplicht langer dan twee uren verzuim met behoud van loon toe te staan voor bezoek door de werknemer aan een arts- specialist, indien door de werknemer het verwijsbriefje van zijn huis- arts wordt overgelegd en indien door de werknemer redelijkerwijze kan worden aangetoond, dat dit langere verzuim noodzakelijk is.
5. Bij oproep voor mondelinge toelichting op een sollicitatie, indien dit niet mogelijk is in de vrije tijd en de opzegging door de werkgever is aangekondigd: de tijd welke hiervoor nodig is tot maximaal 1 dag.
6. Voor het volgen van onderwijs op verzoek van de werkgever, en indien dit onderwijs in het belang van de onderneming en de werk- nemer is, gedurende de tijd die nodig is voor het bijwonen van de lessen indien deze tijdens de voor de werknemer geldende arbeids- tijd worden gedoceerd, alsmede de tijd benodigd voor het afleggen van een examen.
7. Voor verhuizing, indien deze plaatsvindt op een werkdag, maximaal 1 dag per jaar. Deze verzuimfaciliteit met behoud van loon geldt voor werknemers die zelfstandig (gaan) wonen.
9. Voor het deelnemen aan scholings- en vormingsactiviteiten (cursus- sen van werknemersorganisaties en de daaraan gelieerde jongeren- organisaties), zal aan de werknemer op zijn/haar verzoek en voor zover de werkzaamheden in overleg met betrokkene geregeld kun- nen worden, vrijaf worden gegeven gedurende de beoogde tijd. Deze verzuimfaciliteit wordt beperkt tot 1 mandag per 5 bij de vak- vereniging georganiseerde werknemers. Minimaal worden 5 manda- gen ter beschikking gesteld. Van de in lid 8 en 9 genoemde facilitei- ten kan/zal in redelijkheid gebruik worden gemaakt.
Artikel 14 a
Educatief verlof
De werkgever is in afwijking van het bepaalde in artikel 7a: 1638c van het Burgerlijk Wetboek verplicht aan de werknemer verzuim met behoud van loon toe te staan in het navolgende geval:
Voorbereiding pensionering. Voor het bijwonen van cursussen ter voor- bereiding op de aanstaande pensionering zal aan een werknemer op zijn
17
verzoek en voorzover de werkzaamheden in overleg met betrokkene geregeld kunnen worden, vrijaf worden gegeven gedurende de beno- digde tijd, doch tot een maximum van 40 uur gedurende de laatste drie jaren voorafgaande aan de pensionering.
Artikel 14 b
Onbetaald verlof
1. De werknemer kan in overleg met de werkgever onbetaald verlof opnemen tot een maximum van 5 dagen per jaar.
2. Aanspraken op vakantie, vakantietoeslag en pensioenopbouw wor- den niet verworven gedurende de periode van onbetaald verlof.
Artikel 15
Arbeidsongeschiktheid
1. In afwijking van het daaromtrent bepaalde in artikel 7a: 1638 c BW en de Ziektewet, ontvangt de werknemer in geval van arbeids- ongeschiktheid:
a. gedurende de eerste 52 weken 100% van het geldende inkomen;
b. gedurende de 53e week tot en met de 104e week van de arbeids- ongeschiktheid een aanvulling op de uitkering krachtens de Alge- mene Arbeidsongeschiktheidswet/Wet op de Arbeidsongeschikt- heidsverzekering, indien de werknemer volledig arbeids- ongeschikt is en hij bij het begin van de arbeidsongeschiktheid tenminste 1 jaar in dienst van de werkgever was, van 30% van het voor hem geldende inkomen.
Indien de werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, ontvangt de werknemer de bovenbedoelde aanvulling naar rato van de mate van arbeidsongeschiktheid.
2. De werkgever heeft het recht om de in dit artikel bedoelde loondoor- betaling1) en de aanvullingen te weigeren of in te trekken ten aan- zien van de werknemer die:
a. door opzet arbeidsongeschikt is geworden;
b. arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek waar- over hij bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst de werkge- ver opzettelijk valse inlichtingen heeft gegeven;
c. zijn genezing belemmert of vertraagt en/of zonder deugdelijke grond geen passende arbeid verricht.
Daarnaast is de werkgever gerechtigd om ingeval van overtreding van de in bijlage XI vermelde controlevoorschriften de loondoor- betaling te korten overeenkomstig de bij de controlevoorschriften
1) Artikel 1638C BW is onverkort van toepassing.
18
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
vermelde sanctievoorschriften. Toepassing van deze sanctie- voorschriften kan er in geen geval toe leiden dat de loondoorbetaling verder zou worden gekort dan 70% van het loon met een minimum van het wettelijk minimumloon.
Bedoelde voorschriften hebben het karakter van een vangnetbepaling en kunnen eerst worden toegepast nadat deze in de onderneming aan de werknemers zijn kenbaar gemaakt.
In overleg met de Ondernemingsraad c.q. de personeels- vertegenwoordiging mag van de regels in Bijlage XI worden afge- weken.
Artikel 16
Feestdagen
1. Op Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pink- sterdag, eerste en tweede Kerstdag, Koninginnedag (30 april) en 5 mei 1995 wordt niet gewerkt. Voorzover deze dagen niet vallen op zondag of op een zaterdag, waarop de werknemer volgens het voor hem geldende dienstrooster vrij heeft, wordt het loon doorbetaald op basis van het voor de betrokken werknemer geldende inkomen.
2. Aan een werknemer die ter viering van een voor hem geldende reli- gieuze feestdag een snipperdag aanvraagt, kan deze dag niet gewei- gerd worden, voor zover het aantal van twee snipperdagen op jaar- basis niet wordt overschreden.
Artikel 17
Vakantie
1. a. De normale vakantie waarop de werknemer die in een rooster werkt dat vijf dagen per week omvat, in het vakantiejaar aan- spraak kan maken, bedraagt met inachtneming van het anders en overigens bepaalde in dit artikel, 25 werkdagen per jaar.
b. Voor de werknemer die in een rooster werkt dat minder dan vijf dagen per week omvat, wordt het aantal vakantiedagen in dit arti- kel naar rato berekend.
2. De in lid 1 sub a bedoelde vakantie wordt als volgt opgebouwd: voor elke maand, gedurende welke de werknemer vo´o´r 1 mei van enig jaar sedert 1 mei van het daaraan voorafgaande jaar in dienst is geweest bij de werkgever en waarvoor hij nog geen vakantie of
19
vakantievergoeding heeft xxxxxxx, wordt in eerstgenoemd jaar aan de werknemer 2.08 dagen vakantie met behoud van loon toegekend.
3. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werkne- mer, die vo´o´r of op de 15e van enige maand in dienst treedt, c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na´ de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getre- den c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan e´e´n maand heeft geduurd, de werkne- mer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen.
4. Desverlangd geniet de werknemer – voor zover de aanspraak op vakantie-uren toereikend zal zijn – drie weken aaneengesloten va- kantie tenzij de werkgever aantoont dat bedrijfsomstandigheden dit verhinderen. In dat geval worden tenminste twee weken aaneenge- sloten vakantie verleend.
De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of het personeel, drie vakantiedagen aanwijzen als verplichte vrije dagen voor de gehele onderneming of een gedeelte daarvan.
5. De aaneengesloten vakantie zal zoveel mogelijk worden genoten in de periode van 1 mei tot 1 september. Indien in een onderneming een algemene fabrieksvakantie geldt, zal het tijdstip van de aaneengeslo- ten vakantie worden vastgesteld met instemming van de onderne- mingsraad of bij het ontbreken daarvan na overleg met de werkne- mer. Indien geen algemene fabrieksvakantie geldt, wordt het tijdstip van de aaneengesloten vakantie in overleg met de betrokken werk- nemer vastgesteld.
6. a. Een werknemer in volledige dienst, die op 1 mei van het vakantie- jaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, ontvangt voor iedere aaneengesloten periode van 12 gehele maanden gedurende welke hij sedert 1 mei van het voorafgaande jaar in dienst van de werkgever is geweest, 2 dagen extra vakantie met behoud van loon.
b. Een werknemer in volledige dienst, die tenminste 25, respectie- velijk 30, respectievelijk 40 aaneengesloten jaren in dienst van de onderneming werkzaam is geweest, ontvangt jaarlijks in het vakantiejaar 2 dagen respectievelijk 3 dagen, respectievelijk 4 dagen extra vakantie met behoud van loon.
c. Een werknemer in volledige dienst heeft recht naar rato op de navolgende leeftijdsvakantie:
45–49-jarigen 2 dagen extra vakantie 50–54-jarigen 3 dagen extra vakantie 55–59-jarigen 4 dagen extra vakantie
20
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
60–64-jarigen 5 dagen extra vakantie
In geval men zowel op dienst- als op leeftijdsvakantie recht heeft, dan geldt voor betrokkene het hoogste recht.
d. De werknemer die in aanmerking komt voor de onder a, b en c genoemde extra vakantiedagen zal niet kunnen verlangen, dat deze dagen kunnen worden opgenomen aansluitend aan de aan- eengesloten vakantieperiode.
7. Werknemers werkzaam in een ploegensysteem waarin nachtdiensten regelmatig voorkomen, verwerven extra vakantiedagen over de in ploegendienst, effectief gewerkte dagen. De werknemer verwerft ook rechten over de tijd gedurende welke hij wegens een betaalde verlof- reden geen werkzaamheden verricht. Gebaseerd op de volgens de sociale verzekering in aanmerking te nemen dagen (max. 260 per jaar) heeft men per 260 dagen 3 dagen extra vakantie. Indien men in enig jaar minder dan 260 sociale verzekeringsdagen heeft, wordt per 43 dagen een halve dag vakantie opgebouwd. Bijtelling van deze extra dagen geschiedt per 1 januari op basis van het jaar daarvoor opgebouwde rechten. De werkgever kan in overleg deze dag(en) aan- wijzen als collectief vast te stellen vakantiedag(en).
8. Gedurende de vakantiedagen mag een werknemer geen betaalde beroepsarbeid van welke aard ook voor derden verrichten, noch mag een werkgever door een werknemer arbeid doen verrichten gedu- rende de dagen waarop hij ingevolge zijn arbeidsverhouding bij een andere werkgever vakantie geniet.
9. In aansluiting op lid 8 van dit artikel, zullen eventuele aanspraken op extra vakantiedagen, zoals geregeld in lid 6 en 7 van dit artikel, voorzover deze dagen bij bee¨indigen van de arbeidsverhouding nog niet waren opgenomen, eveneens als vakantievergoeding worden uit- betaald.
Artikel 18
Vakantietoeslag
1. Een werknemer ontvangt voor elke maand gedurende welke hij vo´o´r 1 mei van enig jaar sedert 1 mei van het daaraan voorafgaande jaar in dienst is geweest bij een werkgever een vakantietoeslag ter grootte van 1⁄12 deel van 8% van het voor hem geldende jaarloon.
b. Aan een werknemer van 22 jaar of ouder, die op jaarbasis een gemiddelde arbeidsduur van 36 uur per week heeft, zal een
21
vakantietoeslag van tenminste f 2.700,– vanaf het vakantiejaar 1994/1995 worden toegekend.
c. De vakantietoeslag zal uiterlijk in de maand mei worden uitge- keerd.
2. De werknemer, wiens dienstbetrekking in enig jaar eindigt, ontvangt een vakantietoeslag ter grootte van 1⁄12 deel van 8% van het voor hem geldende jaarloon voor elke maand gedurende welke hij sedert 1 mei van het aan dat jaar voorafgaande jaar in dienst is geweest en waarvoor hij nog geen vakantietoeslag heeft genoten. Bij de bereke- ning van de te ontvangen vakantietoeslag bij bee¨indiging der dienst- betrekking dient voor werknemers van 22 jaar en ouder met het bepaalde in lid 1 onder b rekening te worden gehouden.
3. Onder het in de leden 1 en 2 van dit artikel genoemde jaarloon wordt verstaan 52 x het weekinkomen, respectievelijk 13 x het periode- inkomen, respectievelijk 12 x het maandinkomen, als genoemd in artikel 1 van deze cao, berekend naar het gemiddelde week-, respec- tievelijk periode-, respectievelijk maandinkomen over de laatste 13 weken of zoveel korter als de werknemer bij de werkgever in dienst is geweest.
4. Aan werknemers, die langdurig ziek zijn, wordt de vakantietoeslag uitbetaald op het moment waarop c.q. in de periode waarin deze aan de overige werknemers wordt uitbetaald.
Artikel 19
Vrije uren oudere werknemers
1. De werknemer, die de leeftijd van 60 jaar of ouder heeft bereikt en die gedurende de in artikel 5 genoemde gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 36 uur op jaarbasis in de onderneming werkzaam is, kan per kalenderkwartaal vrije uren opnemen met inachtneming van de volgende regels.
2. a. De beschikbare vrije uren bedragen voor de in het eerste lid bedoelde werknemer, die op de eerste dag van het kalender- kwartaal de leeftijd van:
– 60 jaar heeft bereikt: 26 uren per kalenderkwartaal;
– 61 jaar heeft bereikt: 39 uren per kalenderkwartaal;
– 62 jaar heeft bereikt: 39 uren per kalenderkwartaal;
– 63 jaar heeft bereikt: 39 uren per kalenderkwartaal;
– 64 jaar heeft bereikt: 52 uren per kalenderkwartaal;
b. Een werknemer als bedoeld in het eerste lid, die minder dan de in artikel 5 genoemde gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 36 uur op jaarbasis doch 1⁄3 of meer dan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 36 uur op jaarbasis in de onderneming werk-
22
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
zaam is, heeft aanspraak op een proportioneel deel van de in lid 2a genoemde aantallen uren. Een werknemer die minder dan 1⁄3 gedeelte van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 36 uur op jaarbasis in de onderneming werkzaam is, heeft geen aan- spraak op vrije uren.
3. De in lid 2a genoemde uren worden proportioneel per week opge- bouwd. Geen uren worden opgebouwd gedurende de tijd, die de werknemer verzuimt bijvoorbeeld vanwege vakantie, arbeids- ongeschiktheid of verzuim krachtens artikel 14.
4. De tijden, waarop de werknemer de vrije uren opneemt, worden in overleg met de werkgever volgens een nader overeen te komen roos- ter vastgesteld vo´o´r de aanvang van elk kalenderkwartaal.
5. a. De in lid 2a bedoelde vrije uren kunnen uitsluitend in het betref- fende kalenderkwartaal worden opgenomen.
b. De per week opgebouwde vrije uren kunnen worden opgespaard om in blokken van meer dan 2 aaneengesloten uren voor een 60-jarige, respectievelijk 3 aaneengesloten uren voor een 61-, 62- en 63-jarige, respectievelijk 4 aaneengesloten uren voor een 64-jarige te worden vastgesteld. Is dit het geval en is de werkne- mer niet in staat deze aldus opgespaarde vrije tijd te genieten vanwege verzuim bijvoorbeeld als gevolg van vakantie, arbeids- ongeschiktheid of verzuim krachtens artikel 14, dan zijn de eer- ste 2, respectievelijk 3, respectievelijk 4 uur van deze opge- spaarde vrije tijd vervallen. De aanspraak op de overige uren blijft bestaan en kan later worden ingehaald.
c. Vrije uren waarop aanspraak bestaat, maar die niet in het betref- fende kalenderkwartaal worden opgenomen zijn vervallen.
6. De werknemer, die gebruik maakt van de in lid 2 bedoelde moge- lijkheid tot het opnemen van vrije uren, ontvangt over deze vrije uren 85% van het voor hem geldende bruto inkomen.
7. De vrije uren mogen niet worden vervangen door een uitkering in geld.
8. Deze regeling geldt onverminderd de in artikel 17 genoemde rege- ling betreffende extra vakantiedagen voor oudere werknemers.
9. Voor de toepassing van pensioenregelingen, sociale verzekerings- wetgeving en overige arbeidsvoorwaarden blijven de opgenomen vrije uren voor 100% van het uurinkomen gelden.
23
10. Deze regeling vervalt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de werknemer.
Artikel 20
Uitkering bij pensionering resp. vervroegd uittreden
De werknemer wiens dienstverband bij de werkgever onafgebroken 10 of meer jaren heeft bestaan, zal wanneer het dienstverband bij of na het bereiken van de pensioen- of VUT-gerechtigde leeftijd op regelmatige wijze eindigt, van de werkgever een uitkering ontvangen gelijk aan een bruto periode-inkomen. De uitkeringen bij VUT c.q. pensioen cumule- ren niet met elkaar.
Artikel 21
Leerlingen- en diplomatoeslag
1. Aan de werknemer, die een voor de onderneming van belang zijnde vakopleiding volgt in het kader van een leerlingstelsel, als bedoeld bij de Wet op het leerlingstelsel, wordt een extra uitkering verleend:
a. van f 120,– na afloop van het eerste leerjaar, mits hij tot het tweede leerjaar is toegelaten, c.q. het diploma heeft behaald;
b. van f 180,– na afloop van het tweede leerjaar, mits hij tot het derde leerjaar is toegelaten, c.q. het diploma heeft behaald;
c. van f 250,– na afloop van het derde leerjaar, mits hij het einddi- ploma van de opleiding heeft behaald;
d. in plaats van een uitkering ineens van respectievelijk f 120,– en f 180,–, genoemd in lid 1a en b, kan uitkering van de leerlingen- toeslag eveneens per week geschieden.
Gedurende het tweede leerjaar wordt alsdan f 2,90 per week uit- gekeerd, terwijl gedurende het derde leerjaar f 4,30 per week als leerlingentoeslag wordt uitgekeerd.
2. Indien een werknemer in het bezit is van een einddiploma van een in lid 1 van dit artikel bedoelde vakopleiding, zal hij een diploma- toeslag van f 7,50 per week ontvangen, zolang hij nog niet het func- tieloon behorende bij de vakvolwassen leeftijd ontvangt van de vak- groep waarin hij is ingedeeld.
Artikel 21 a
Leer- en arbeidsovereenkomst
Een jeugdige werknemer kan niet uitsluitend op basis van een leerover- eenkomst in de onderneming werkzaam zijn. Ingeval de jeugdige werk- nemer in de onderneming een opleiding volgt, wordt met hem een leer- en arbeidsovereenkomst gesloten, waarbij de aanspraken op grond van
24
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
deze cao naar evenredigheid worden verminderd, afhankelijk van de mate waarin de jeugdige werknemer tijd aan opleiding besteedt.
Artikel 22
Bijdrage ziektekostenverzekering
De werkgever verstrekt aan de werknemer die niet onder de Ziekenfonds- wet valt, een bijdrage ter hoogte van 60% van diens premie voor de par- ticuliere ziektekostenverzekering op basis van het standaardpakket 3e klasse (excl. M.O.O.Z., W.T.Z. en andere van toepassing zijnde overheidstoeslagen), met een maximum van het bedrag van het werkgeversdeel in de premie Ziekenfondswet over het salaris dat de werknemer bij de werkgever verdient.
Artikel 23
Artikel 24
Uitkering bij overlijden1)
Indien een werknemer overlijdt, zal aan zijn nagelaten betrekkingen een overlijdensuitkering worden verstrekt, gelijk aan het bedrag van het de werknemer laatstelijk rechtens toekomend loon over het resterende deel van de kalendermaand van overlijden plus de twee daaropvolgende kalendermaanden.
Op dit bedrag wordt door de werkgever in mindering gebracht, hetgeen de nagelaten betrekkingen xxxxxxx van het overlijden van de werknemer toekomt ingevolge Ziektewet en/of WAO.
Onder nagelaten betrekkingen wordt verstaan:
x. xx xxxxxxxxxxxxx der echtgenoten, mits deze niet duurzaam geschei- den leefden;
b. indien deze niet meer in leven is of de echtgenoten duurzaam gescheiden leefden; de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen;
x. xx xxxxxxxxxxx(xxx) met wie de werknemer in gezinsverband sa- menwoonde.
Onder laatstelijk rechtens toekomend loon wordt in dit artikel verstaan het laatstelijk genoten salaris vermeerderd met oververdiensten, ploegen- toeslag, beloningen voor overwerk voor zover deze extra beloningen niet een incidenteel karakter dragen, vakantietoeslag, kerstuitkering en even- tueel andere vast overeengekomen jaarlijkse uitkeringen.
1) Artikel 1639 l BW is onverkort van toepassing.
25
Geen uitkering is verschuldigd, indien ten gevolge van het toedoen van de werknemer geen aanspraak bestaat op een uitkering krachtens de Ziektewet en/of WAO.
Artikel 25
Contactcommissie
1. Ter bevordering van eenvormige uitlegging en toepassing van de bepalingen dezer overeenkomst en ter voorkoming van geschillen omtrent de uitlegging en de toepassing daarvan zal door contrac- tanten van deze overeenkomst een Contactcommissie worden inge- steld bestaande uit 6 personen.
2. Door de Nederlandse Vereniging voor de Suikerwerk- en Chocolade- verwerkende Industrie worden evenals door de werknemers- organisaties1) gezamenlijk, drie leden en drie plaatsvervangende le- den van de Contactcommissie benoemd.
3. De Contactcommissie bepaalt in onderling overleg zelf haar werk- wijze.
Artikel 26
Dispensaties
De Contactcommissie, bedoeld in artikel 25, is bevoegd aan een werk- gever toestemming te verlenen af te wijken van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Artikel 27
Bedrijfskleding
Het dragen van bedrijfskleding is verplicht. Door de werkgever zal aan de betrokken werknemers jaarlijks twee stel van de voorgeschreven bedrijfskleding kosteloos in bruikleen worden verstrekt. De kosten van het reinigen van de bedrijfskleding zijn voor rekening van de werkge- ver. De bedrijfskleding blijft het eigendom van de werkgever en dient bij het einde van de dienstbetrekking te worden ingeleverd.
1) Bedoeld wordt partijen te anderer zijde.
26
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 30
Overleg bij massaal ontslag
Ingeval de werkgever van oordeel is, dat op grond van bedrijfs- economische omstandigheden, daaronder mede begrepen afstoting van activiteiten en liquidatie in belangrijke mate tot inkrimping van het aan- tal werknemers in vaste dienst moet worden overgegaan, zal hij in over- leg treden met de werknemersorganisaties op een zodanig tijdstip dat de gevolgen die hieruit voor de werknemers voortvloeien nog be¨ınvloed- baar zijn.
Artikel 31
Sociaal beleid
1. Ter bevordering van het overleg over het sociaal beleid zal de werk- gever in een onderneming, waar de Wet op de Ondernemingsraden van toepassing is, tenminste eenmaal per jaar aan de ondernemings- raad feitelijke gegevens verstrekken waaruit blijkt het algemeen beleid ten aanzien van aanstelling, beloning, opleiding, promotie, werkoverleg, ontslag en de inschakeling van uitzendbureaus. De werkgever zal deze gegevens op aanvraag tevens aan ieder perso- neelslid ter beschikking stellen.
2. a. Indien met betrekking tot het produktiepersoneel door een werk- gever gebruik wordt gemaakt van geleende arbeidskrachten mid- dels uitzendbureaus, zal hieromtrent door de werkgever aan de ondernemingsraad mededeling worden gedaan. De ondernemings- raad zal in de gelegenheid worden gesteld advies uit te brengen. Bij gebreke van een ondernemingsraad zal de werkgever de personeelsvertegenwoordiging terzake informeren.
3. De werkgever zal de ondernemingsraad vo´o´raf en tijdig informeren over omvangrijke investeringen die van ingrijpend belang zijn voor de werkgelegenheid. Tevens dient de werkgever de ondernemings- raad te informeren over het eventueel gebruik maken en de aanwen- ding van overheidssubsidies, voorzover deze worden gegeven om de werkgelegenheid in de onderneming veilig te stellen.
4. De werkgever zal, daar waar een sociaal jaarverslag wordt opgesteld, dit vo´o´r 1 juli van enig jaar voor de bespreking in de ondernemings- raad ter visie van het personeel leggen. Het sociaal jaarverslag zal aan alle medewerkers ter beschikking worden gesteld.
27
5. Op verzoek van de OR moet de werkgever per kwartaal schriftelijk gegevens verstrekken over het aantal gemaakte overuren per half jaar, indien mogelijk uitgesplitst naar afdeling.
6. Bij het aantrekken van personeel zal aandacht worden besteed aan zwakkere groeperingen op de arbeidsmarkt zoals ouderen, jeugdigen en gehandicapte medewerkers. Met de ondernemingsraad wordt over- leg gepleegd over de mogelijkheden voor deze categoriee¨n medewer- kers arbeidsplaatsen geschikt te maken.
7. a. Bij het ontstaan van vacatures binnen de onderneming zullen eerst de medewerkers in dienst van de onderneming, in de gele- genheid worden gesteld naar deze vacatures te solliciteren, mits deze medewerkers voldoen aan de opleidings- en functie-eisen die gesteld worden voor de vervulling van de betreffende vaca- tures.
b. Medewerkers van 60 jaar en ouder zullen als eerste in de gele- genheid worden gesteld te solliciteren naar vacatures in dag- dienst, indien zij te kennen hebben gegeven niet langer in ploe- gendienst te willen werken. Hiertoe kunnen zij op hun verzoek op een wachtlijst worden geplaatst, totdat een zinvolle functie beschikbaar is.
8. Teneinde de inzichtelijkheid van de arbeidsmarkt te bevorderen zal de werkgever alle daarvoor relevante vacatures aanmelden bij het desbetreffende Regionaal Bureau voor de Arbeidsvoorziening. Mits dit bedrijfseconomisch verantwoord is, zal bij vacatures beke- ken worden of er eventuele mogelijkheden zijn hierin te voorzien middels deeltijdarbeid of door inschakeling van langdurig werklo- zen. Indien voorzien is in de betreffende vacature zal deze weer wor- den afgemeld bij het Regionaal Bureau voor de Arbeidsvoorziening.
9. Partijen betrokken bij deze cao bevelen de werkgevers aan de pro- cedure inzake werving en selectie van personeel zich te houden aan de aanbevelingen van de Stichting van de Arbeid.
10. De werkgever heeft de inspanningsverplichting om voor de werkne- mer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geworden binnen de onder- neming een aan de mate van arbeidsongeschiktheid gerelateerde, aangepaste functie te zoeken en deze aan de werknemer aan te bie- den.
11. Partijen betrokken bij deze cao bevelen de werkgevers aan om in de onderneming te komen tot een regeling ter voorkoming van c.q. een opvang van de werknemer bij ongewenste intimiteiten op de werk- plek.
28
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 33
Veiligheid, gezondheid en hygie¨ne
1. De werkgever zal alle maatregelen nemen welke nodig zijn voor de veiligheid, gezondheid en hygie¨ne in zijn onderneming. De werkge- ver zal zich hierbij houden aan de bepalingen terzake in de Arbeids- omstandighedenwet en de Wet op de Weerkorpsen.
2. De werknemer kan niet worden verplicht werkzaamheden te verrich- ten waarbij niet aan de in de onderneming bestaande voorschriften is voldaan.
Artikel 37
Dienstverband en opzeggingstermijn
De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek omtrent het ontslag bij arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing met dien verstande, dat ieder der partijen gedurende de eerste acht weken/2 maanden van de dienst- betrekking, welke als proeftijd gelden, zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen de dienstbe- trekking kan doen eindigen.
Onverminderd het omtrent ontslag bij arbeidsovereenkomsten in het Burgerlijk Wetboek bepaalde bedraagt ten aanzien van werknemers, die onafgebroken langer dan e´e´n jaar in dienst van de werkgever zijn geweest, de opzeggingstermijn wederzijds tenminste twee weken.
29
BIJLAGE I
VAKGROEPINDELING
Toelichting
1. Werkzaamheden die typerend zijn voor een lagere vakgroep kunnen ook deel uitmaken van een functie die tot een hogere vakgroep behoort. Ze worden echter, ter wille van de overzichtelijkheid, niet opnieuw vermeld.
2. De niveautyperingen zijn een hulpmiddel om het zoeken naar een bedrijfstakreferentiefunctie, waarmee een bedrijfsfunctie vergeleken kan worden, te vergemakkelijken.
3. Het basiskennisniveau geeft het vereiste denkniveau voor een func- tie aan. Het al dan niet bezitten van een bepaald diploma is niet bepa- lend voor de vakgroepindeling.
VAKGROEP A
Niveautypering – produktie- en verpakkingsfuncties
Xxxx van het werk – handmatige werkzaamheden van een repete-
rend karakter
Kennis/vaardigheid – basiskennis op het niveau van enkele jaren
basisschool of minder
– geen/nauwelijks ervaring vereist
Bedrijfstakreferentiefuncties
1.09 Opvanger
2.06 Inpakker
7.02 Medewerker huishoudelijke dienst
VAKGROEP B
Niveautypering – produktie- en verpakkingsfuncties
Aard van het werk – handmatige werkzaamheden, gebruik
makend van eenvoudige mechanische hulp- middelen,
danwel:
– bediening van eenduidig werkende, slechts enkele bedieningshandelingen vereisende, (inpak) apparatuur
30
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Kennis/vaardigheid – basiskennis op het niveau van enkele jaren
basisschool
– enige ervaring op de werkplek (inwerken)
Niveautypering – administratieve functies
Xxxx van het werk – inbrengen van gegevens in geautomatiseerd
systeem via toetsenbord, vanaf invoerstaten
Kennis/vaardigheid – basiskennis op basisschool niveau
– enige ervaring op de werkplek
– typevaardigheid
Bedrijfstakreferentiefuncties
1.08 Transporteur
2.04 Bediener transwrapmachine
2.05 Bediener rollen-inpakmachine
7.01 Corveee¨r
7.03 Medewerker kantine
VAKGROEP C
Niveautypering – produktie- en verpakkingsfuncties
Aard van het werk – bediening van eenduidig werkende, slechts
enkele bedieningshandelingen vereisende, produktie-apparatuur, danwel:
– bediening/bewaking van een conventionele verpakkingsinstallatie van behoorlijke capa- citeit, die meerdere deelbewerkingen in e´e´n procesgang uitvoert
– controle en (zo mogelijk) correctie van produkt- of verpakkingskwaliteit
Kennis/vaardigheid – basiskennis op basisschoolniveau
– functiegerichte bedrijfsinstructie, ervaring op de werkplek
31
Niveautypering – administratieve functies
Aard van het werk – registreren van eenduidige gegevens op
lijsten (geen eigen interpretatie vereist), uit- voeren van tellingen en cijfermatige controle, uitzoeken van verschillen
– aanmaken van overzichten uit geregistreerde gegevens, volgens model
Kennis/vaardigheid – basiskennis op basisschool/LBO-niveau
– functiegerichte bedrijfsinstructie, ervaring op de werkplek
– typevaardigheid
Bedrijfstakreferentiefuncties
1.10 Glanzer
2.03 All-round medewerker inpak
3.03 Heftruckchauffeur
6.12 Administratief assistent
VAKGROEP D
Niveautypering – produktie- en verpakkingsfuncties
Aard van het werk – bediening/bewaking van conventionele
(batchgewijs werkende, niet/nauwelijks geautomatiseerde) produktie-apparatuur van aanzienlijke capaciteit
– controle en (zo mogelijk) correctie van produktkwaliteit
– voorbereiding van eigen werk (op basis van werkopdracht)
Kennis/vaardigheid – basiskennis op basisschool/LBO-niveau
– functiegerichte bedrijfsinstructie, langere ervaring op de werkplek
Niveautypering – administratieve functies
Aard van het werk – registreren van gegevens en uitvoeren van
verbandcontroles (eigen interpretatie vereist), bewerken van gegevens volgens rekenregels;
32
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Inbrengen via toetsenbord en laten verwer- ken van gegevens door geautomatiseerd systeem (meerdere programma’s/menu’s reageren op boodschappen)
Kennis/vaardigheid – basiskennis op LBO- of MAVO-niveau
– functiegerichte bedrijfstraining, langere ervaring op de werkplek
– typevaardigheid
Bedrijfstakreferentiefuncties
1.01 Koker
1.03 Medewerker drups
1.05 Dragist
1.06 Bediener gietmachine
3.02 Medewerker magazijn
3.04 Materiaalverzorger verpakkingsafdeling
4.01 Kwaliteitscontroleur
4.02 Medewerker kleur- en smaakstoffenbereiding
4.03 Medewerker bedrijfsbureau
6.07 Telefonist/receptionist
6.09 Medewerker orderverwerking
6.10 Datatypiste/operator
7.04 Portier
VAKGROEP E
Niveautypering – produktie- en verpakkingsfuncties
Aard van het werk – bediening/bewaking van geavanceerde
produktie-installatie (procesmatig werkend en/of sterk geautomatiseerd, controle/ besturing deels via controlepanelen) van aanzienlijke capaciteit, danwel:
– bediening/bewaking van een geavanceerde (sterk gemechaniseerde/geautomatiseerde) verpakkingslijn van aanzienlijke capaciteit, met inbegrip van de vaktechnische leiding aan enkele, aan de lijn ingeschakelde, medewerkers
– controle en (zo mogelijk) correctie van produktiekwaliteit
33
– voorbereiding van het eigen werk (op basis van dagplan)
Kennis/vaardigheid – basiskennis op LBO-niveau
– functiegerichte bedrijfstraining, langere ervaring op de werkplek
Niveautypering – administratieve functies
Aard van het werk – uitvoeren van onderdelen van een admini-
stratieve procedure c.q. van voorbereidende werkzaamheden voor de grootboekhouding (zoals factuurcontrole en -codering), danwel:
– secretarie¨le werkzaamheden, alleen gebruik- makend van de Nederlandse taal, met weinig eigen vormgeving van teksten en met in hoofdzaak interne contacten
Kennis/vaardigheid – basiskennis op LBO- of MAVO-niveau
– functiegerichte bedrijfstraining, ervaring in het werkveld
– typevaardigheid
Bedrijfstakreferentiefuncties
1.04 Operator dragee
2.02 Lijnvoerder blister-inpaklijn
3.01 Voorman magazijn
3.05 Vrachtwagenchauffeur
5.02 Monteur werkplaats
5.05 Timmerman/metselaar
6.02 Medewerker factuurcontrole
6.06 Afdelingssecretaresse
VAKGROEP F
Niveautypering – produktie- en verpakkingsfuncties
Xxxx van het werk – vaktechnische leiding aan een kleine groep
produktiemedewerkers in een overwegend conventioneel produktieproces, danwel:
– vaktechnische leiding aan een kleine/ middelgrote groep verpakkingsmedewerkers op meerdere inpakmachines
34
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– voorbereiding, regeling, controle en regis- tratie van de groepswerkzaamheden (op basis van dagplan)
Kennis/vaardigheid – basiskennis op LBO-niveau
– gerichte bedrijfstraining, grondige ervaring in het eigen werkveld
– vaardigheid in omgaan met mensen
Niveautypering – administratieve functies
Aard van het werk – volledig uitvoeren van een beperkte admini-
stratieve procedure c.q. bijhouden van een subadministratie (zelfstandige toepassing van een overzichtelijk stelsel regels/ voorschriften vereist),
danwel:
– secretarie¨le werkzaamheden, gebruikmakend van de Nederlandse en 1 of 2 vreemde talen, met eigen vormgeving van standaard- matige teksten en met aanzienlijke externe contacten
Kennis/vaardigheid – basiskennis op LBO-/MBO- of MAVO-/ HAVO-niveau
– functiegerichte bedrijfstraining, langere ervaring in het werkveld
– enige redactionele vaardigheid
– typevaardigheid
Bedrijfstakreferentiefuncties
1.02 Voorman drups
1.07 Voorman steekafdeling
2.01 Groepsleider verpakking
3.06 Chef magazijn
5.03 Monteur verpakkingsmachines
6.01 Medewerker debiteurenadministratie
6.04 Medewerker inkoop
6.05 Secretaresse
6.08 Medewerker verkoop binnendienst
6.11 Assistent salarisadministratie
35
VAKGROEP G
Niveautypering – produktie- en verpakkingsfuncties
Aard van het werk – volledige leiding over een kleinere/
middelgrote produktie-afdeling in een over- wegend conventioneel produktieproces danwel:
– volledige leiding over een middelgrote verpakkingsafdeling met overwegend con- ventionele verpakkingsapparatuur
– planning, voorbereiding, controle en regis- tratie van de afdelingswerkzaamheden (op basis van weekplan)
Kennis/vaardigheid – basiskennis op LBO-/MBO-niveau
– gerichte training/cursussen, grondige ervaring in het eigen werkveld
– vaardigheid in het omgaan met mensen
Bedrijfstakreferentiefuncties
1.11 Chef kook-/gietafdeling
2.07 Chef inpak
4.04 Analist
4.05 Produktieplanner
5.01 Elektro-/electronicamonteur
5.04 All-round monteur
6.03 Medewerker grootboekadministratie
6.13 Systeembeheerder/operator
VAKGROEP H
Niveautypering – produktie- en verpakkingsfuncties
Aard van het werk – volledige leiding over een middelgrote
produktie-afdeling met overwegend geavan- ceerde produktie-installaties (procesmatig werkend en/of sterk geautomatiseerd, controle/besturing deels via controle- panelen)
danwel:
– volledige leiding over een grote verpakkingsafdeling met gedeeltelijk geavanceerde (sterk gemechaniseerde/ geautomatiseerde) verpakkingslijnen
36
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– planning, voorbereiding, controle en regis- tratie van de afdelingswerkzaamheden (op basis van weekplan)
Kennis/vaardigheid – basiskennis op MBO-niveau
– gerichte training/cursussen, grondige ervaring in eigen werkveld
– vaardigheid in het omgaan met mensen
Niveautypering – administratieve functies
Aard van het werk – volledige leiding over een kleine admini-
stratieve groep, belast met bijhouden van een bedrijfs- of financie¨le administratie
– zorgen voor juistheid en compleetheid van registraties/boekingen en van periodieke overzichten
– opstellen van toelichtingen bij periodieke rapportages (volgens model)
Kennis/vaardigheid – basiskennis op een ruim MBO-niveau
– meer algemene bedrijfstraining, ruime ervaring in het werkveld
– redactionele vaardigheid
– vaardigheid in het omgaan met mensen
Bedrijfstakreferentiefuncties
1.12 Chef dragee
2.08 Chef verpakking
5.06 Groepsleider elektro/electronica
5.07 Chef technisch onderhoud
6.14 Chef boekhouding
6.15 Inkoper
37
OVERZICHT BEDRIJFSTAKREFERENTIEFUNCTIES
Bedrijfstakreferentiefuncties uit het CAO-traject, onderverdeeld naar functiecategorie:
Vakgroep | ||
1. | PRODUKTIE | |
1.01 | Koker | D |
1.02 | Voorman drups | F |
1.03 | Medewerker drups | D |
1.04 | Operator dragee | E |
1.05 | Dragist | D |
1.06 | Bediener gietmachine | D |
1.07 | Voorman steekafdeling | F |
1.08 | Transporteur | B |
1.09 | Opvanger | A |
1.10 | Glanzer | C |
1.11 | Chef kook-/gietafdeling | G |
1.12 | Chef xxxxxx | X |
2. | VERPAKKING | |
2.01 | Groepsleider verpakking | F |
2.02 | Lijnvoerder blister-inpaklijn | E |
2.03 | All-round medewerker inpak | C |
2.04 | Bediener transwrapmachine | B |
2.05 | Bediener rollen-inpakmachine | B |
2.06 | Inpakker | A |
2.07 | Chef inpak | G |
2.08 | Chef verpakking | H |
3. | MAGAZIJN/EXPEDITIE | |
3.01 | Voorman magazijn | E |
3.02 | Medewerker magazijn | D |
3.03 | Heftruckchauffeur | C |
3.04 | Materiaalverzorger verpakkingsafdeling | D |
3.05 | Vrachtwagenchauffeur | E |
3.06 | Chef magazijn | F |
4. | PRODUKTIE-ONDERSTEUNING | |
4.01 | Kwaliteitscontroleur | D |
4.02 | Medewerker kleur- en smaakstoffenbereiding | D |
4.03 | Medewerker bedrijfsbureau | D |
4.04 | Analist | G |
4.05 | Produktieplanner | G |
38
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Vakgroep | ||
5. | TECHNISCHE DIENST | |
5.01 | Elektro-/electronicamonteur | G |
5.02 | Monteur werkplaats | E |
5.03 | Monteur verpakkingsmachines | F |
5.04 | All-round monteur | G |
5.05 | Timmerman/metselaar | E |
5.06 | Groepsleider elektro/electronica | H |
5.07 | Chef technisch onderhoud | H |
6. | ADMINISTRATIEKANTOOR | |
6.01 | Medewerker debiteurenadministratie | F |
6.02 | Medewerker factuurcontrole | E |
6.03 | Medewerker grootboekadministratie | G |
6.04 | Medewerker inkoop | F |
6.05 | Secretaresse | F |
6.06 | Afdelingssecretaresse | E |
6.07 | Telefonist/receptionist | D |
6.08 | Medewerker verkoop binnendienst | F |
6.09 | Medewerker orderverwerking | D |
6.10 | Datatypiste/operator | D |
6.11 | Assistent salarisadministratie | F |
6.12 | Administratief assistent | C |
6.13 | Systeembeheerder/operator | G |
6.14 | Chef boekhouding | H |
6.15 | Inkoper | H |
7. | OVERIG | |
7.01 | Corveee¨r | B |
7.02 | Medewerker huishoudelijke dienst | A |
7.03 | Medewerker kantine | B |
7.04 | Portier | D |
39
BIJLAGE II
PROCEDURE VOOR HET INDELEN VAN EEN BEDRIJFSFUNCTIE
1. Vaststellen van de inhoud van de bedrijfsfunctie. Toelichting:
De werkgever stelt de functie-inhoud vast. De belangrijkste taken/ verantwoordelijkheden van de functie worden vastgelegd.
2. Zoeken van e´e´n of meer vergelijkbare bedrijfstakreferentiefuncties in het handboek.
3. Vaststellen van de verschillen tussen bedrijfsfunctie en bedrijfstak- referentiefunctie (BTRF), te onderscheiden in plus-aspecten (wel aanwezig in bedrijfsfunctie, niet in BTRF) en min-aspecten (niet aanwezig in bedrijfsfunctie, wel in BTRF). Onder ,,aspecten’’ van de functie worden zowel taken/verantwoordelijkheden verstaan als be- zwarende omstandigheden.
4. Beoordelen van de zwaarte van de plus- en min-aspecten en trekken van conclusies over de niveaumatige gelijkheid van bedrijfsfunctie en BTRF.
Toelichting:
Wanneer de plus- en min-aspecten ongeveer even zwaar zijn, is het niveau van de bedrijfsfunctie ongeveer gelijk aan dat van de BTRF en wordt de bedrijfsfunctie in dezelfde vakgroep als de BTRF inge- deeld. Wanneer de bedrijfsfunctie lichter is dan de BTRF, is verge- lijking noodzakelijk met een BTRF uit een lagere vakgroep.
5. Bekend maken van de vakgroepindeling van de bedrijfsfunctie aan de betrokken medewerkers.
6. Wanneer het niet lukt om een bevredigende niveaumatige vergelij- king van een bedrijfsfunctie met BTRF’s uit te voeren kan gebruik worden gemaakt van de algemene niveautyperingen. Het bedrijf dient zo’n bedrijfsfunctie aan te melden bij zijn werkgevers- organisatie. Deze kan zonodig op basis van de verzamelde aanmel- dingen maatregelen nemen om het bedrijfstakreferentiemateriaal uit te breiden.
7. De functiegegevens en vakgroepindeling worden schriftelijk vastge- legd.
40
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
FORMULIER FUNCTIE/VAKGROEPINDELING
Naam werknemer ......................................................................................
Functie categorie .......................................................................................
Benaming van de bedrijfsfunctie ..............................................................
Belangrijkste kenmerken van de bedrijfsfunctie
Plaats in de organisatie .............................................................................
Voornaamste taken/verantwoordelijkheden ..............................................
Inconvenie¨nten ...........................................................................................
Bedrijfstakreferentiefunctie(s), waarmee is vergeleken
Afwijkingen (+ en –) t.o.v. de bedrijfstakreferentiefuncties
Voornaamste taken/ verantwoordelijkheden .............................................
Inconvenie¨nten ...........................................................................................
Beslissing
Uw functie is ingedeeld in vakgroep A B C D E F G H1)
Opmerkingen/bijzonderheden
Plaats ..........................................................................................................
Datum ........................................................................................................
Naam werkgever .......................................................................................
Handtekening .............................................................................................
1) Aangeven wat van toepassing is.
41
BIJLAGE III
A. Salarisschalen per periode per 1 juli 19961) (incl. 1% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 772 | 1 354 | |||||||
17 jr. | 884 | 1562 | 1636 | ||||||
17,5 jr. | 884 | 1562 | 1741 | ||||||
18 jr. | 0000 | 0000 | 0000 | ||||||
18,5 jr. | 1020 | 1771 | 1952 | ||||||
19 jr. | 1176 | 1979 | 2058 | 2086 | 2119 | ||||
19,5 jr. | 1176 | 1979 | 2163 | 2193 | 2228 | ||||
20 jr. | 1376 | 2187 | 2269 | 2300 | 2337 | 2375 | 2417 | ||
20,5 jr. | 1376 | 2187 | 2374 | 2407 | 2445 | 2486 | 2530 | ||
21 jr. | 1624 | 2396 | 2480 | 2514 | 2554 | 2596 | 2642 | ||
21,5 jr | 1624 | 2396 | 2559 | 2594 | 2635 | 2679 | 2727 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 1900* | 2604 | 2638 | 2674 | 2717 | 2762 | 2811 | 2862 | 2919 |
1 functiejaar | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 2766 | 2817 | 2889 | 2951 | 3020 |
2 functiejaren | 2663 | 2711 | 2763 | 2815 | 2872 | 2968 | 3043 | 3124 | |
3 functiejaren | 2695 | 2746 | 2806 | 2861 | 2931 | 3053 | 3134 | 3234 | |
4 functiejaren | 2725 | 2783 | 2849 | 2910 | 2989 | 3140 | 3232 | 3347 | |
5 functiejaren | 2959 | 3047 | 3227 | 3332 | 3463 | ||||
6 functiejaren | 3106 | 3317 | 3436 | 3584 | |||||
7 functiejaren | 3542 | 3710 | |||||||
8 functiejaren | 3651 | 3837 | |||||||
9 functiejaren | 3972 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 1900 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
1) AVV heeft geen terugwerkende kracht.
42
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
B. Salarisschalen per week per 1 juli 19961) (incl. 1% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 193 | 339 | |||||||
17 jr. | 221 | 391 | 409 | ||||||
17,5 jr. | 000 | 000 | 000 | ||||||
18 jr. | 255 | 443 | 462 | ||||||
18,5 jr. | 255 | 443 | 488 | ||||||
19 jr. | 294 | 495 | 515 | 522 | 530 | ||||
19,5 jr. | 294 | 495 | 541 | 549 | 557 | ||||
20 jr. | 344 | 547 | 568 | 575 | 584 | 594 | 605 | ||
20,5 jr. | 344 | 547 | 594 | 602 | 611 | 622 | 633 | ||
21 jr. | 406 | 599 | 620 | 629 | 638 | 650 | 661 | ||
21,5 jr | 406 | 599 | 640 | 649 | 659 | 670 | 682 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 475* | 651 | 660 | 669 | 679 | 691 | 703 | 716 | 730 |
1 functiejaar | 559 | 659 | 669 | 680 | 692 | 704 | 722 | 738 | 755 |
2 functiejaren | 666 | 678 | 691 | 704 | 718 | 742 | 761 | 781 | |
3 functiejaren | 674 | 687 | 702 | 715 | 733 | 763 | 784 | 809 | |
4 functiejaren | 681 | 696 | 712 | 728 | 747 | 785 | 808 | 837 | |
5 functiejaren | 740 | 762 | 807 | 833 | 866 | ||||
6 functiejaren | 777 | 829 | 859 | 896 | |||||
7 functiejaren | 886 | 928 | |||||||
8 functiejaren | 913 | 959 | |||||||
9 functiejaren | 993 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 475 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
1) AVV heeft geen terugwerkende kracht.
43
C. Salarisschalen per maand per 1 juli 19961) (incl. 1% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 840 | 1473 | |||||||
17 jr. | 961 | 1699 | 1779 | ||||||
17,5 jr. | 961 | 1699 | 1894 | ||||||
18 jr. | 1109 | 1926 | 2008 | ||||||
18,5 jr. | 1109 | 1926 | 2123 | ||||||
19 jr. | 1279 | 2152 | 2238 | 2268 | 2305 | ||||
19,5 jr. | 1279 | 2152 | 2353 | 2385 | 2423 | ||||
20 jr. | 1496 | 2379 | 2467 | 2501 | 2541 | 2583 | 2629 | ||
20,5 jr. | 1496 | 2379 | 2582 | 2617 | 2660 | 2704 | 2751 | ||
21 jr. | 1766 | 2605 | 2697 | 2734 | 2778 | 2824 | 2874 | ||
21,5 jr. | 0000 | 0000 | 0000 | 2821 | 2866 | 2914 | 2965 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 2066* | 2832 | 2869 | 2908 | 2955 | 3004 | 3057 | 3112 | 3174 |
1 functiejaar | 2432 | 2864 | 2908 | 2957 | 3008 | 3063 | 0000 | 0000 | 0000 |
2 functiejaren | 2896 | 2948 | 3005 | 0000 | 0000 | 0000 | 3309 | 3397 | |
3 functiejaren | 2931 | 2986 | 3052 | 3111 | 3187 | 3320 | 3408 | 3517 | |
4 functiejaren | 2963 | 3027 | 3098 | 3165 | 3251 | 3415 | 3515 | 3640 | |
5 functiejaren | 3218 | 3314 | 3509 | 3624 | 3766 | ||||
6 functiejaren | 3378 | 3607 | 3737 | 3898 | |||||
7 functiejaren | 3852 | 4 035 | |||||||
8 functiejaren | 3970 | 4 173 | |||||||
9 functiejaren | 4 320 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 2066 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
1) AVV heeft geen terugwerkende kracht.
44
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
A. Salarisschalen per periode per 1 januari 1997 (incl. 1,5% verhoging)
Leeftijdschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 772 | 1374 | |||||||
17 jr. | 844 | 1586 | 1660 | ||||||
17,5 jr. | 884 | 1586 | 1767 | ||||||
18 jr. | 1020 | 1797 | 1875 | ||||||
18,5 jr. | 1020 | 1797 | 1982 | ||||||
19 jr. | 1176 | 2009 | 2089 | 2117 | 2151 | ||||
19,5 jr. | 1176 | 2009 | 2196 | 2225 | 2262 | ||||
20 jr. | 1376 | 2220 | 2303 | 2334 | 2372 | 2411 | 2454 | ||
20,5 jr. | 1376 | 2220 | 2410 | 2443 | 2482 | 2523 | 2568 | ||
21 jr. | 1624 | 2432 | 2517 | 2551 | 2593 | 2635 | 2682 | ||
21,5 jr. | 0000 | 0000 | 0000 | 2633 | 2675 | 2719 | 2767 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 1900* | 2643 | 2678 | 2714 | 2758 | 2803 | 2853 | 2905 | 2963 |
1 functiejaar | 2236 | 2674 | 2714 | 2760 | 2807 | 2859 | 2932 | 2995 | 3065 |
2 functiejaren | 2703 | 2752 | 2804 | 2857 | 2915 | 3013 | 3089 | 3171 | |
3 functiejaren | 2735 | 2787 | 2848 | 2904 | 2975 | 3099 | 3181 | 3283 | |
4 functiejaren | 0000 | 0000 | 0000 | 2954 | 3034 | 3187 | 3280 | 3397 | |
5 functiejaren | 3003 | 3093 | 3275 | 3382 | 3515 | ||||
6 functiejaren | 3153 | 3367 | 3488 | 3638 | |||||
7 functiejaren | 3595 | 3766 | |||||||
8 functiejaren | 3706 | 3895 | |||||||
9 functiejaren | 4032 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 1900 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
45
B. Salarisschalen per week per 1 januari 1997 (incl. 1,5% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 193 | 344 | |||||||
17 jr. | 221 | 397 | 415 | ||||||
17,5 jr. | 221 | 397 | 442 | ||||||
18 jr. | 255 | 449 | 469 | ||||||
18,5 jr. | 255 | 449 | 496 | ||||||
19 jr. | 294 | 000 | 000 | 000 | 000 | ||||
19,5 jr. | 294 | 502 | 549 | 557 | 566 | ||||
20 jr. | 344 | 555 | 576 | 584 | 593 | 603 | 613 | ||
20,5 jr. | 344 | 555 | 603 | 611 | 621 | 631 | 642 | ||
21 jr. | 406 | 608 | 630 | 638 | 649 | 659 | 670 | ||
21,5 jr. | 000 | 000 | 000 | 659 | 669 | 680 | 692 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 475* | 661 | 670 | 679 | 690 | 701 | 713 | 726 | 741 |
1 functiejaar | 000 | 000 | 000 | 690 | 702 | 715 | 733 | 749 | 766 |
2 functiejaren | 676 | 688 | 701 | 714 | 729 | 753 | 772 | 793 | |
3 functiejaren | 000 | 000 | 000 | 726 | 744 | 775 | 795 | 821 | |
4 functiejaren | 692 | 706 | 723 | 739 | 759 | 797 | 820 | 849 | |
5 functiejaren | 751 | 773 | 891 | 846 | 879 | ||||
6 functiejaren | 000 | 000 | 000 | 910 | |||||
7 functiejaren | 899 | 942 | |||||||
8 functiejaren | 927 | 974 | |||||||
9 functiejaren | 1008 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 475 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
46
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
C. Salarisschalen per maand per 1 januari 1997 (incl. 1,5% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 840 | 1494 | |||||||
17 jr. | 961 | 1724 | 1805 | ||||||
17,5 jr. | 961 | 1724 | 1922 | ||||||
18 jr. | 1109 | 1954 | 2038 | ||||||
18,5 jr. | 1109 | 1954 | 2155 | ||||||
19 jr. | 1279 | 2184 | 2271 | 2302 | 2339 | ||||
19,5 jr. | 1279 | 2184 | 2388 | 2420 | 2459 | ||||
20 jr. | 1496 | 2414 | 2504 | 2538 | 2579 | 2621 | 2669 | ||
20,5 jr. | 1496 | 2414 | 2621 | 2656 | 2699 | 2743 | 2793 | ||
21 jr. | 0000 | 0000 | 0000 | 2774 | 2819 | 2865 | 2917 | ||
21,5 jr. | 0000 | 0000 | 0000 | 2862 | 2909 | 2957 | 3010 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 2066* | 2874 | 2912 | 2951 | 2999 | 3048 | 3103 | 3159 | 3222 |
1 functiejaar | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 3053 | 3109 | 3189 | 3257 | 3333 |
2 functiejaren | 2940 | 2993 | 3049 | 3107 | 3170 | 3277 | 3359 | 3448 | |
3 functiejaren | 2974 | 3031 | 3097 | 3158 | 3235 | 3370 | 3459 | 3570 | |
4 functiejaren | 3008 | 3072 | 3145 | 3212 | 3299 | 3466 | 3567 | 3694 | |
5 functiejaren | 3266 | 3364 | 3562 | 3678 | 3823 | ||||
6 functiejaren | 0000 | 0000 | 0000 | 3956 | |||||
7 functiejaren | 3910 | 4096 | |||||||
8 functiejaren | 4030 | 4236 | |||||||
9 functiejaren | 4385 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 2066 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
47
A. Salarisschalen per periode per 1 juli 1997 (incl. 1% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 772 | 1388 | |||||||
17 jr. | 844 | 1601 | 1677 | ||||||
17,5 jr. | 884 | 1601 | 1785 | ||||||
18 jr. | 0000 | 0000 | 0000 | ||||||
18,5 jr. | 1020 | 1815 | 2002 | ||||||
19 jr. | 1176 | 2028 | 2110 | 2138 | 2173 | ||||
19,5 jr. | 1176 | 2028 | 2218 | 2248 | 2285 | ||||
20 jr. | 1376 | 2242 | 2326 | 0000 | 0000 | 0000 | 2479 | ||
20,5 jr. | 1376 | 2242 | 2435 | 2467 | 2507 | 2548 | 2594 | ||
21 jr. | 1624 | 2455 | 2543 | 2577 | 2619 | 2661 | 2709 | ||
21,5 jr. | 1624 | 2455 | 2624 | 2659 | 2702 | 2746 | 2796 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 1900* | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 2934 | 2993 |
1 functiejaar | 2236 | 2701 | 2741 | 2788 | 2835 | 2888 | 2961 | 3025 | 3096 |
2 functiejaren | 2730 | 2780 | 2832 | 2886 | 2944 | 3043 | 3120 | 3203 | |
3 functiejaren | 2762 | 2815 | 2876 | 2933 | 3005 | 3130 | 3213 | 3316 | |
4 functiejaren | 0000 | 0000 | 0000 | 2984 | 3064 | 3219 | 3313 | 3431 | |
5 functiejaren | 3033 | 3124 | 3308 | 3416 | 3550 | ||||
6 functiejaren | 3185 | 3401 | 3523 | 3674 | |||||
7 functiejaren | 3631 | 3804 | |||||||
8 functiejaren | 3743 | 3934 | |||||||
9 functiejaren | 4072 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 1900 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
48
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
B. Salarisschalen per week per 1 juli 1997 (incl. 1% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 193 | 347 | |||||||
17 jr. | 221 | 400 | 419 | ||||||
17,5 jr. | 221 | 400 | 446 | ||||||
18 jr. | 255 | 454 | 473 | ||||||
18,5 jr. | 255 | 454 | 500 | ||||||
19 jr. | 294 | 507 | 527 | 534 | 544 | ||||
19,5 jr. | 294 | 507 | 554 | 562 | 572 | ||||
20 jr. | 344 | 560 | 581 | 589 | 599 | 609 | 620 | ||
20,5 jr. | 344 | 560 | 608 | 617 | 627 | 637 | 649 | ||
21 jr. | 406 | 614 | 635 | 644 | 655 | 666 | 678 | ||
21,5 jr. | 000 | 000 | 000 | 664 | 676 | 687 | 699 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 475* | 667 | 676 | 685 | 697 | 708 | 721 | 734 | 748 |
1 functiejaar | 559 | 675 | 685 | 697 | 709 | 722 | 740 | 756 | 774 |
2 functiejaren | 683 | 695 | 708 | 722 | 736 | 761 | 780 | 801 | |
3 functiejaren | 691 | 704 | 719 | 733 | 751 | 783 | 803 | 829 | |
4 functiejaren | 699 | 713 | 730 | 746 | 766 | 805 | 828 | 858 | |
5 functiejaren | 758 | 781 | 827 | 854 | 888 | ||||
6 functiejaren | 796 | 850 | 881 | 919 | |||||
7 functiejaren | 908 | 951 | |||||||
8 functiejaren | 936 | 984 | |||||||
9 functiejaren | 1018 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 475 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
49
C. Salarisschalen per maand per 1 juli 1997 (incl. 1% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 840 | 1510 | |||||||
17 jr. | 961 | 1742 | 1824 | ||||||
17,5 jr. | 961 | 1742 | 1942 | ||||||
18 jr. | 1109 | 1974 | 2059 | ||||||
18,5 jr. | 1109 | 1974 | 2177 | ||||||
19 jr. | 1279 | 2206 | 2295 | 2325 | 2363 | ||||
19,5 jr. | 1279 | 2206 | 2412 | 2444 | 2485 | ||||
20 jr. | 1496 | 2439 | 2530 | 2564 | 2606 | 2648 | 2695 | ||
20,5 jr. | 1496 | 2439 | 2648 | 2683 | 2727 | 2771 | 2821 | ||
21 jr. | 1766 | 2671 | 2765 | 2802 | 2848 | 2894 | 2946 | ||
21,5 jr. | 1766 | 2671 | 2854 | 2892 | 2939 | 2987 | 3040 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 2066* | 2903 | 2942 | 2981 | 0000 | 0000 | 0000 | 3191 | 3255 |
1 functiejaar | 2432 | 2937 | 2981 | 3032 | 3083 | 3141 | 3220 | 3290 | 3367 |
2 functiejaren | 2969 | 3023 | 3080 | 3139 | 3202 | 3309 | 3393 | 3483 | |
3 functiejaren | 3004 | 3061 | 3128 | 3190 | 3268 | 3404 | 3494 | 3606 | |
4 functiejaren | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 3332 | 3501 | 3603 | 3731 | |
5 functiejaren | 3298 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | ||||
6 functiejaren | 3464 | 3699 | 3831 | 3995 | |||||
7 functiejaren | 3949 | 4137 | |||||||
8 functiejaren | 4071 | 4278 | |||||||
9 functiejaren | 4428 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 2066 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
50
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
A. Salarisschalen per periode per 1 januari 1998 (incl. 1% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 772 | 1402 | |||||||
17 jr. | 844 | 1618 | 1694 | ||||||
17,5 jr. | 884 | 1618 | 1803 | ||||||
18 jr. | 1020 | 1833 | 1912 | ||||||
18,5 jr. | 1020 | 1833 | 2022 | ||||||
19 jr. | 1176 | 2049 | 2131 | 2159 | 2195 | ||||
19,5 jr. | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | ||||
20 jr. | 1376 | 2265 | 2350 | 2380 | 2420 | 2459 | 2503 | ||
20,5 jr. | 1376 | 2265 | 2459 | 2491 | 2533 | 2573 | 2620 | ||
21 jr. | 1624 | 2480 | 2568 | 0000 | 0000 | 0000 | 2736 | ||
21,5 jr. | 1624 | 2480 | 2650 | 2685 | 2730 | 2773 | 2824 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 1900* | 2696 | 2732 | 2768 | 2814 | 2859 | 2911 | 2963 | 3023 |
1 functiejaar | 2236 | 2728 | 2768 | 2816 | 2863 | 2917 | 2991 | 3055 | 3127 |
2 functiejaren | 2757 | 2808 | 2860 | 2915 | 2973 | 3073 | 3151 | 3235 | |
3 functiejaren | 2790 | 2843 | 2905 | 2962 | 3035 | 3161 | 3245 | 3349 | |
4 functiejaren | 2822 | 2882 | 2950 | 3014 | 3095 | 3251 | 3346 | 3465 | |
5 functiejaren | 3063 | 3155 | 3341 | 3450 | 3586 | ||||
6 functiejaren | 3217 | 3435 | 3558 | 3711 | |||||
7 functiejaren | 3667 | 4842 | |||||||
8 functiejaren | 3780 | 3973 | |||||||
9 functiejaren | 4113 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 1900 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
51
B. Salarisschalen per week per 1 januari 1998 (incl. 1% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 193 | 350 | |||||||
17 jr. | 221 | 404 | 423 | ||||||
17,5 jr. | 221 | 404 | 451 | ||||||
18 jr. | 255 | 458 | 478 | ||||||
18,5 jr. | 255 | 458 | 505 | ||||||
19 jr. | 294 | 512 | 533 | 540 | 549 | ||||
19,5 jr. | 294 | 512 | 560 | 567 | 577 | ||||
20 jr. | 344 | 566 | 587 | 595 | 605 | 615 | 626 | ||
20,5 jr. | 344 | 566 | 615 | 623 | 634 | 644 | 655 | ||
21 jr. | 406 | 620 | 642 | 650 | 662 | 672 | 684 | ||
21,5 jr. | 406 | 620 | 663 | 671 | 683 | 694 | 706 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 475* | 674 | 683 | 692 | 704 | 715 | 728 | 741 | 756 |
1 functiejaar | 559 | 682 | 692 | 704 | 716 | 729 | 748 | 764 | 782 |
2 functiejaren | 000 | 000 | 000 | 729 | 743 | 768 | 788 | 809 | |
3 functiejaren | 698 | 711 | 726 | 741 | 759 | 790 | 811 | 837 | |
4 functiejaren | 706 | 721 | 738 | 754 | 774 | 813 | 837 | 866 | |
5 functiejaren | 766 | 789 | 835 | 863 | 897 | ||||
6 functiejaren | 804 | 859 | 890 | 928 | |||||
7 functiejaren | 917 | 961 | |||||||
8 functiejaren | 945 | 993 | |||||||
9 functiejaren | 1028 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 475 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
52
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
C. Salarisschalen per maand per 1 januari 1998 (incl. 1% verhoging)
Leeftijdsschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
16,5 jr. | 840 | 1525 | |||||||
17 jr. | 961 | 1759 | 1842 | ||||||
17,5 jr. | 961 | 1759 | 1961 | ||||||
18 jr. | 1109 | 1994 | 2080 | ||||||
18,5 jr. | 1109 | 1994 | 2199 | ||||||
19 jr. | 1279 | 2228 | 2317 | 2348 | 2387 | ||||
19,5 jr. | 1279 | 2228 | 2436 | 2468 | 2509 | ||||
20 jr. | 1496 | 2463 | 2555 | 2589 | 2632 | 2674 | 2723 | ||
20,5 jr. | 1496 | 2463 | 2674 | 2709 | 2754 | 2798 | 2849 | ||
21 jr. | 1766 | 2697 | 2793 | 2829 | 2876 | 2922 | 2976 | ||
21,5 jr. | 1766 | 2697 | 2882 | 2920 | 2968 | 3016 | 3071 |
Periodiekenschaal
Vakgroep | O | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 functiejaren | 2066* | 2932 | 2971 | 3010 | 3060 | 3109 | 3166 | 3222 | 3288 |
1 functiejaar | 2432 | 2967 | 3010 | 3062 | 3114 | 3172 | 3253 | 3322 | 3401 |
2 functiejaren | 2998 | 3054 | 3110 | 3170 | 3233 | 3342 | 3427 | 3518 | |
3 functiejaren | 3034 | 3092 | 3159 | 3221 | 3301 | 3438 | 3529 | 3642 | |
4 functiejaren | 0000 | 0000 | 0000 | 3278 | 3366 | 3535 | 3639 | 3768 | |
5 functiejaren | 3331 | 3431 | 3633 | 3752 | 3900 | ||||
6 functiejaren | 3498 | 3736 | 3869 | 4036 | |||||
7 functiejaren | 3988 | 4178 | |||||||
8 functiejaren | 4111 | 4321 | |||||||
9 functiejaren | 4473 |
Indien het wettelijk minimumloon wordt verhoogd wordt de O-schaal naar even- redigheid aangepast.
* = 2066 is van toepassing op werknemers van 22 jaar.
53
BIJLAGE IV
PROTOCOL
Inpassings- en overgangsregels als gevolg van de invoering van een nieuw systeem van Functieclassificatie en de daaraan gekoppelde salaris- structuur.
1. Invoering van de functieclassificatie en de nieuwe salarisstructuur zal plaatsvinden per 1 januari 19931).
Inschaling zal plaatsvinden op basis van het salaris inclusief de periodieke verhoging en de prijscompensatie.
2. Inschalingsprocedure voor werknemers die momenteel 36 uur per week werken:
Hierbij kunnen zich de volgende situaties voordoen.
a. Huidige salarisgroep blijft ongewijzigd.
– Diegene, die als gevolg van de herziene functieclassificatie in dezelfde vakgroep blijft ingedeeld, zal per 1 januari 1993 geplaatst blijven in dezelfde salarisgroep.
– Voor zover de werknemer wordt ingedeeld in de groepen G en H zal inschaling plaatsvinden middels toekenning van het gelijke of naasthogere salaris of door toekenning van het maximum van de betreffende schaal.
– Voor zover de werknemer een Voormans- of B.O.-toeslag ont- vangt, worden deze toeslagen omgezet in een persoonlijke toeslag.
– Een eventueel verschil tussen het huidige salaris en het maxi- mum salaris van de betreffende schaal wordt omgezet in een persoonlijke toeslag.
b. Inschaling in een hogere groep.
– Diegene, die als gevolg van de herziene functieclassificatie wordt ingedeeld in een hogere vakgroep, zal worden inge- schaald op het gelijke of naasthogere salaris van de daarbij behorende salarisgroep.
– Voor zover de werknemer een Voormans- of B.O.-toeslag ont- vangt, vindt indeling plaats op basis van het schaalsalaris inclusief genoemde toeslagen.
– Ingeval het (totale) schaalsalaris uitkomt boven het maximum van de nieuwe salarisgroep, zal het verschil tussen het hui- dige salaris en het maximum worden omgezet in een persoon- lijke toeslag.
c. Inschaling in een lagere groep.
– Diegene, die als gevolg van de herziene functieclassificatie wordt ingedeeld in een lagere vakgroep, zal worden inge-
1) Avv heeft geen terugwerkende kracht.
54
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
schaald op het gelijke of naasthogere salaris van de daarbij behorende salarisgroep.
– Voor zover de werknemer een Voormans- of B.O.-toeslag ont- vangt, worden deze toeslagen omgezet in een persoonlijke toeslag.
– Ingeval het huidige schaalsalaris uitkomt boven het maxi- mum van de nieuwe salarisgroep, zal het verschil tussen het huidige salaris en het maximum worden omgezet in een per- soonlijke toeslag.
3. Inschalingsprocedure voor werknemers in de vakgroepen G en H, die momenteel meer dan gemiddeld 36 uur doch niet meer dan gemid- deld 40 uur per week werken en tevens vanaf 1 januari 1993 onder de werkingssfeer van de cao komen te vallen:
– Het huidige salaris zal worden herleid tot een salaris behorende bij een 36-urige werkweek, op basis van het aantal loonuren. Bij een werkweek van gemiddeld 36 uur behoren per jaar 1904 loon- uren. Indien de gemiddelde werkweek meer dan 36 uur bedraagt, wordt het aantal loonuren van 1904 verhoogd met 46 x het aan- tal uren dat gemiddeld meer wordt gewerkt dan 36 uur. Voor zover de werknemer een Voormans- of B.O.-toeslag ontvangt, vindt inschaling plaats op basis van het salaris inclusief ge- noemde toeslagen.
– Vervolgens zal inschaling plaatsvinden middels toekenning van het gelijke of naasthogere salaris of door toekenning van het maximum van de betreffende schaal.
– Het verschil tussen het huidige salaris en het herleide salaris zal worden omgezet in een aan de arbeidsduur gerelateerde persoon- lijke toeslag. Ingeval het herleide salaris uitkomt boven het maxi- mum van de betreffende schaal, zal het verschil tussen het her- leide salaris en het maximum eveneens worden omgezet in een persoonlijke toeslag.1)
– Voor zover en zo lang de betrokken werknemer nog niet het maximum van de schaal heeft bereikt, vindt afbouw plaats met de volgens de cao toe te kennen initie¨le loonsverhogingen en de toe te kennen prijscompensatie. In het geval de werknemer op het maximum van de schaal is ingeschaald en vanaf het moment dat
1) Toelichting van c.a.o.-partijen:
Indien het herleide salaris binnen de salarisschaal valt zal het nieuwe schaalsalaris plus de persoonlijke toeslag minstens het huidige salaris bedragen, in de meeste gevallen zal dat hoger zijn. Indien het herleide salaris boven het maximum van de salarissschaal uitkomt zal het nieuwe salaris (=maximum schaalsalaris) plus de 2 persoonlijke toesla- gen tezamen even hoog zijn als het huidige salaris.
55
hij het maximum van de schaal heeft bereikt, vindt afbouw plaats met de volgens de cao toe te kennen prijscompensatie1).
4. Inschalingsprocedure voor werknemers in de vakgroepen G en H, die momenteel volgens de arbeidsovereenkomst meer dan gemiddeld 40 uur werken en geen apart berekende overwerkvergoeding ontvangen voor de vast overeengekomen uren die meer dan 40 uur worden gewerkt.
– Het huidige salaris zal worden herleid tot een salaris behorende bij een 36-urige werkweek, op basis van het aantal loonuren, vol- gens het principe als onder punt 3 vermeld.
– Bij de herleiding worden uren tussen gemiddeld 36 en 40 uur per week beschouwd als meeruren zonder toeslag en uren boven gemiddeld 40 uur per week als overuren. Voor zover die overuren normaliter op maandag t/m vrijdag worden gemaakt wordt met een toeslagpercentage van 35% gerekend en met een toeslag- percentage van 80% als de overuren normaliter op zaterdag, zon- dag en feestdagen worden gemaakt. Een en ander overeenkom- stig artikel 11 lid 2. Indien de overuren normaliter zowel op maandag t/m vrijdag als op zaterdag, zondag en/of feestdagen worden gemaakt dan wordt met een gemiddeld percentage tussen 35% en 80% gerekend2).
– Het nieuwe salaris bestaat aldus uit het schaalsalaris, plus een persoonlijke toeslag als het herleide salaris behorend bij een
1) Toelichting van c.a.o.-partijen:
De huidige gemiddelde arbeidsduur is bijvoorbeeld 38 uur en men verdient f 3.600,– per periode. Men is dus al in het bezit van 92 roostervrije uren en heeft 1996 loonuren. Bij gemiddeld 36 uur werken per week behoren 184 roostervrije uren (zie artikel 5 lid
2 sub a) en 1904 loonuren op jaarbasis. Het huidige salaris wordt herleid met een factor 0.9539 of 95.39% (d.i. 1904 uur gedeeld door 1996 uur). De aan de arbeidsduur gerelateerde persoonlijke toeslag bedraagt dus 4.61% van het huidige salaris: 92 uur is ook 4.61% van 1996 uur. Het herleide salaris bedraagt dus f 3.434,– en de persoonlijke toeslag f 166,–. 1% initie¨le loonsverhoging leidt tot een afbouw van de p.t. met f 36,–. Tegelijkertijd verkrijgt men 1% roostervrije uren d.i. afgerond 20 uur, op te nemen in een periode van 12 maanden na de omzetting van salaris in roostervrije uren. De per- soonlijke toeslag van 4.61% van het huidige salaris wordt aldus in een aantal stappen omgezet in 92 roostervrije uren zonder dat de koopkracht van het inkomen achteruit gaat. Als de huidige gemiddelde arbeidsduur 40 uur bedraagt, is de herleidingsfactor 0.9119 (d.i. 1904 uur gedeeld door 2088 uur). De persoonlijke toeslag van 8.81% van het huidige salaris wordt in de loop van de tijd omgezet in 184 roostervrije uren.
2) Toelichting van c.a.o.-partijen:
Huidige gemiddelde werkweek bijvoorbeeld 45 uur, overuren worden op maandag t/m vrijdag gemaakt. Het aantal loonuren bedraagt 2088 uur plus 46 x 5 uur = 230 overuren met een toeslag van 35%. Totaal dus: 2398.5 loonuren. Herleiding van het huidige salaris vindt plaats in 2 stappen t.w. van 45 naar 40 uur en van 40 naar 36 uur. stap 1: van 45 naar 40 uur. Het huidige salaris wordt herleid tot een salaris behorende bij een 40-urige werkweek, door het huidige salaris te vermenigvuldigen met een factor 0.8705 (2088 gedeeld door 2398.5). stap 2: van 40 naar 36 uur. Het salaris behorende bij een 40-urige werkweek wordt herleid tot een salaris behorende bij een 36-urige werkweek en ingeschaald overeenkomstig de procedure vermeld onder punt 3.
56
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
36-urige werkweek hoger is dan het maximum van de betref- fende schaal. Voorts worden de werknemer uitbetaald gemiddeld
4 meeruren en zoveel overuren als de werknemer gemiddeld meer dan 40 uur werkt overeenkomstig de bepalingen in artikel 11 lid 81).
– De werknemer kan de werkgever om een kortere werkweek ver- zoeken. De werkgever is gehouden dit verzoek van de werkne- mer te honoreren. Herleiding van het salaris vindt plaats overeen- komstig bovenstaande regels. Indien de werknemer minder dan gemiddeld 40 uur/week wil gaan werken dan worden hem naar rato van het aantal loonuren minder dan 2088 uur per jaar roostervrije uren toegekend (zie methodiek onder punt 3).
– De werkgever kan bepalen dat de gemiddelde werkweek wordt verminderd. Voor de vermindering van het traject tot gemiddeld 40 uur/week gelden onderstaande regels als tenminste 1 jaar meer dan gemiddeld 40 uur is gewerkt. Voor het traject van gemiddeld 40 uur/week tot gemiddeld 36 uur/week gelden de onder punt 3 genoemde regels van afbouw van de aan de arbeidsduur gerela- teerde persoonlijke toeslag en opbouw van roostervrije uren.
– De werkgever kan zonder instemming van de werknemer de vast overeengekomen overuren niet ineens terugbrengen tot 40 uur. Dit kan slechts volgens de volgende afbouwregeling:
13 weken na aankondiging met 1 uur/week 37 weken na aankondiging met 2 uur/week 61 weken na aankondiging met 3 uur/week 85 weken na aankondiging met 4 uur/week 105 weken na aankondiging met 5 uur/week
– Het systeem van afbouw van vast overeengekomen overuren
1) Toelichting van c.a.o.-partijen:
Voorbeeld als bovengenoemd, huidig inkomen f 4.400,– per periode, indeling in vakgroep G.
Herleiding van 45 tot 40 uur geeft 0.8705 x f 4.400,– = f 3.830,20.
Herleiding van 40 naar 36 uur geeft 0.9119 x f 3.830,20 = f 3.492,76, afgerond
f 3.493,–.
Inschaling in G levert op G max. f 3.458,– en een persoonlijke toeslag van f 35,–. Voorts ontvangt deze werknemer per jaar 184 meeruren zonder toeslag a` f 24,26/uur
d.i. gemiddeld per periode f 342,– (184 uur maal f 24,26 gedeeld door 13.05 periode). Totaal salaris op basis van 40 uur bedraagt f 3.835,–.
En deze werknemer ontvangt per jaar 230 overuren met een toeslag a` 35% = f 32,75/ uur d.i. gemiddeld per periode f 577,– is f 4.412,–.
N.B. Het nieuwe totaalsalaris komt iets hoger uit dan het huidige inkomen van f 4.400,–, omdat de berekening van de meer- en overuren op een iets andere basis gebeurt dan de herleidingen van het salaris. Eigenlijk zouden meeren overuren niet berekend moeten worden op basis van 36 uur/week, maar op basis van 36.475 uur/ week (1904 uur gedeeld door 52,2 weken).
57
heeft voorrang boven het systeem van afbouw van de aan de arbeidsduur gerelateerde persoonlijke toeslag.
5. Behandeling persoonlijke toeslagen
De genoemde persoonlijke toeslagen worden aangepast indien en voor zover de salarisschalen in de cao worden aangepast en wel overeenkomstig hiermee en zullen slechts worden afgebouwd in geval van promotie en in geval van loonsverhogingen zonder bestemmingskarakter, zoals bij een aanpassing van het loongebouw. De onder punt 3 bedoelde aan de arbeidsduur gerelateerde persoon- lijke toeslag is ook welvaartsvast, maar wordt in de loop van de tijd omgezet in roostervrije uren. Als alle op te bouwen roostervrije uren zijn verkregen blijft uiteindelijk een kleine persoonlijke toeslag over ter grootte van 4.61% resp. 8.81% van de oorspronkelijke aan de arbeidsduur gerelateerde persoonlijke toeslag bij een 38- resp. 40- urige werkweek.
Over de persoonlijke toeslagen, die ontstaan door invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem, worden in voorkomende geval- len ook de ploegentoeslagen toegekend.
58
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE VII
MODEL ARBEIDSOVEREENKOMST
Tussen ......................................... gevestigd te .........................................
in deze vertegenwoordigd door ................................................................
(hierna te noemen werkgever) en
..................... geboren op (hierna te noemen medewerker)
wonende te .................................................................................................
is overeengekomen de volgende arbeidsovereenkomst af te sluiten.
1. Medewerker treedt in dienst bij werkgever met ingang van .............
in de functie van ..................................................................................
Het aanvangsbasissalaris zal bedragen f bruto per maand/week/
vier weken1).
Overeenkomstig de daartoe strekkende regeling wordt de medewer- ker geplaatst in functiegroep ..... en salarisgroep .....
2. ofwel
De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd, met inachtneming van een proeftijd van 2 maanden, c.q. 8 weken. ofwel
De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd en wel tot. (datum of een nader te omschrijven bepaalde gebeurtenis) met in- achtneming van een proeftijd van 2 maanden, c.q. 8 weken.
4. De normale arbeidsduur bedraagt ..... uur per week en uur per
dag.
Per kalenderjaar worden roostervrije uren toegekend.
7. Op deze arbeidsovereenkomst zijn de wettelijke bepalingen van toe- passing.
8. Op deze arbeidsovereenkomst zijn verder de volgende, bijzondere, voorwaarden van toepassing: (kan per onderneming worden inge- vuld)
Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend.
............................................ (plaats) (datum)
(werkgever) (medewerker)
(de wettelijke vertegenwoordiger van de medewerker)
1) Doorhalen wat niet van toepassing is.
59
BIJLAGE VIII
AFSPRAKEN TUSSEN PARTIJEN
Werkervaringsplaatsen
Gedurende de looptijd van deze cao zullen werkgevers 60 werkervarings- plaatsen beschikbaar stellen. Het doel van de werkervaringsplaatsen is om een langdurig en/of moeilijk plaatsbare werkloze via het aanbieden van werkervaring te begeleiden tot een zgn. start-kwalificatie, welke nodig is om een vaste aanstelling te verkrijgen binnen of buiten de bedrijfstak. Een en ander in het kader van de mogelijkheden binnen de afzonderlijke bedrijven. Ten behoeve van de instroom zal een aanloop- schaal worden gecreerd, welke op het niveau ligt van 10% boven het wettelijk minimumloon/-jeugdloon. Indien sprake is van een vaste aan- stelling in aansluiting op de werkervaringsplaats, kan de aanloopschaal nog voor maximaal een jaar worden gehanteerd.
Deeltijdarbeid
De werkgever staat in beginsel niet negatief tegenover deeltijdarbeid. Een verzoek van de werknemer zijn of haar arbeidsduur te verkorten is in principe bespreekbaar en zal worden gehonoreerd mits redelijkerwijze bedrijfsbelangen zich daartegen niet verzetten. Bij de beoordeling van de aanvraag zal rekening worden gehouden met de aard en de organisatie van de werkzaamheden en de wensen van de betreffende werknemer.
Reparatie WAO-hiaat
De werkgever is gehouden de werknemer de mogelijkheid te bieden zich te verzekeren tegen de korting op de uitkering krachtens de WAO, welke het gevolg is van de inwerkingtreding van de wet TBA. De premie voor de hier bedoelde verzekering is voor rekening van de werknemer. Indi- viduele werknemers kunnen desgewenst afzien van deelname door het tekenen van een afstandsverklaring.
Een door de werkgever gesloten verzekering dient tenminste te voldoen aan de in bijlage X van deze cao genoemde randvoorwaarden.
Kinderopvang, 20% afdrachtskorting loonbelasting en premie volks- verzekeringen
De werkgever die kosten maakt voor de opvang van kinderen van zijn werknemers kan met ingang van 1 januari 1996 20% van deze kosten in mindering brengen op de af te dragen loonbelasting en premie volksver- zekeringen. De regeling geldt in geval van eigen kinderen, stiefkinderen en pleegkinderen die jonger zijn dan 13 jaar. Daarbij moet het gaan om erkende kinderopvang, d.w.z. opvang die voldoet aan de kwaliteitsregels zoals vastgesteld bij gemeentelijke verordeningen. Nadere informatie over deze regeling is te verkrijgen via de belastingtelefoon voor onder- nemers, tel. 06-0443 of bij het secretariaat van Nevesuco, tel. 000- 0000000.
60
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE IX
URENBEREKENING
Uitgangspunt: artikel 5 lid 1 en 2 van de cao.
Een jaar telt gemiddeld 261 werkdagen (52,2 weken) en 6 feestdagen. Een jaar telt 13.05 perioden (52.2 weken : 4).
De omrekeningsfactor van periode naar maandinkomen is 13.05 : 12 = 1.0875.
De normale arbeidsduur bedraagt dus 8 uur per dag/40 uur per week. De normale arbeidsduur bedraagt dus 2088 uur (261 x 8 uur) per jaar. Per jaar worden 184 roostervrije uren toegekend. Deze uren zijn als volgt berekend:
10% van (2088 uur – 200 uur vakantie – 48 uur feestdagen)
d.i. 10% van 1840 uur = 184 uur.
Verdeling uren:
normale uren 2088 = 261 dagen = 52.2 weken
roostervrije uren 184 = 23 dagen = 4.6 weken
betaalde uren 1904 = 238 dagen = 47.6 weken
feestdagen 48 = 6 dagen = 1.2 weken
vakantie-uren 200 = 25 dagen = 5.0 weken
werkuren 1656 = 207 dagen = 41.4 weken
1656 werkuren = 41.4 werkweken van 40 uur of
46 werkweken van 36 uur (gemiddelde werkweek art. 5 lid 2a)
(N.B. 46 werkweken + 5 weken vakantie + 1.2 weken feestdagen = 52.2 weken)
Betaalde uren per week 1904 : 52.2 = 36.475 uur Basis voor loonberekening = loon : betaalde uren Dus: uurloon is weekloon: 36.475 uur
periodeloon: 145.9 uur
Per kalenderjaar varieert het aantal werkdagen (260-262) en het aantal feestdagen niet vallend op zondag (4-7). Vakantie-uren en roostervrije uren zijn vast. Het aantal werkuren per kalenderjaar is dus variabel. Bij de berekeningen wordt van een ,,standaard’’jaar uitgegaan.
61
BIJLAGE X
RANDVOORWAARDEN REPARATIE WAO-HIAAT
De werkgever is gehouden de werknemer de mogelijkheid te bieden zich te verzekeren tegen de korting op de uitkering krachtens de WAO, welke het gevolg is van de inwerkingtreding van de wet TBA.
De Nederlandse Vereniging voor de Suikerwerk- en Chocolade- verwerkende Industrie heeft ten behoeve van ondernemingen, die vol- doen aan het gestelde in artikel 1 lid a, een mantelovereenkomst geslo- ten met een verzekeraar, omtrent de door de ondernemingen, als werkgevers, aan hun werknemers gedane toezegging hen een verzeke- ring voor een WAO-aanvullingsrente aan te bieden. Deze mantel- overeenkomst voldoet aan de vereisten die door werkgevers- en werk- nemersorganisaties met elkaar zijn afgesproken.
Ondernemingen hebben de vrijheid met een andere verzekeraar dan hier- boven genoemd of een (ondernemings-)pensioenfonds een mantel- overeenkomst ten behoeve van hun werknemers te sluiten. Deze over- eenkomsten dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:
– alleen werknemers met een WAO-hiaat behoeven zich te verzekeren;
– de verzekering vult de WAO-uitkeringen aan tot 70% van het inko- men in de zin van de Coo¨rdinatiewet Sociale Verzekering;
– de premiegrondslag is inkomen minus minimumloon dan wel de omvang van het WAO-hiaat;
– bij het vaststellen van de premie(s) dient geen onderscheid te wor- den gemaakt op basis van het invaliditeitsrisico van mannen en vrou- wen, beroepen/functies en/of inkomen. Er kan wel onderscheid wor- den gemaakt op basis van leeftijd;
– de gemiddelde premie van werknemers die deelnemen aan een indi- vidueel door een onderneming afgesloten contract, mag niet meer dan 10% hoger zijn dan de gemiddelde premie die betaald had moe- ten worden als de onderneming had deelgenomen aan de door Ne- vesuco afgesloten mantelovereenkomst. Het meerdere boven 10% is voor rekening van de werkgever;
– iedere werknemer dient bij aanvang van het contract en bij indienst- treding, indien de onderneming aanstellingskeuringen verricht, zon- der voorwaarden door de verzekeraar/het pensioenfonds te worden geaccepteerd;
– de verzekeraar/het pensioenfonds kan aanvullende voorwaarden stel- len aan de werknemer die later toetreedt dan bij aanvang van het contract danwel later dan bij indiensttreding;
– de mate van arbeidsongeschiktheid wordt bepaald door de Bedrijfs- vereniging voor het Bakkersbedrijf;
– uitkeringen dienen te worden ge¨ındexeerd op basis van overrente danwel op basis van vast overeengekomen percentage.
Het vast overeengekomen indexeringspercentage dient gemiddeld hoger te zijn dan indexering op basis van overrente van de door Nevesuco gesloten mantelovereenkomst.
62
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE XI
A. Controleregels in het kader van de bestrijding van het ziekteverzuim. Hieronder volgen de in artikel 15, lid 2 bedoelde controlevoorschrif- ten.
I. Ziekmelding
a. De werknemer dient zich bij ziekte voor aanvangstijdstip van de werkzaamheden ziek te melden bij de directe chef of bij een door de werkgever aangegeven meldpunt in het bedrijf. Dit dient telefonisch te geschieden.
b. De werknemer dient binnen 24 uur een zogenaamde ,,eigen verklaring’’ in te vullen en op te sturen naar de Arbodienst.
II. Maak contact mogelijk
a. De werknemer moet beschikbaar zijn voor contact.
De werknemer dient thuis te blijven tot het eerste bezoek van de controlerende instantie.
b. Na het eerste bezoek mag de werknemer – als de controle- rende instantie daartegen geen bezwaar heeft – buitenshuis gaan, maar dient de eerste 3 weken ’s morgens tot 10.00 uur thuis te zijn.
c. Een eventuele verandering van verpleegadres dient binnen 24 uur aan de werkgever te worden doorgegeven.
d. Xxxxxxx xxx xxxxxxxxxxx tijdens verblijf in het buitenland dient de werknemer contact op te nemen met de arts van de Arbodienst om te overleggen over de mogelijkheden om zo spoedig als mogelijk naar Nederland terug te keren.
e. Tijdens arbeidsongeschiktheid dient voor een meerdaags ver- blijf naar het buitenland toestemming te zijn verkregen van de controlerende instantie.
III. Genezing niet belemmeren
De werknemer dient zich tijdens de arbeidsongeschiktheid niet schuldig te maken aan gedragingen, welke de genezing kunnen belemmeren of vertragen. Zulks ter beoordeling van de controle- rende instantie.
IV. Behandeling
a. De werknemer dient tijdens de arbeidsongeschiktheid de voorschriften van de behandelend arts op te volgen.
b. De werknemer dient gehoor te geven aan een oproep op het spreekuur van de arts van de Arbodienst te verschijnen.
c. De werknemer dient op verzoek aan de arts van de Arbo- dienst de nodige inlichtingen te verschaffen, resp. een beno- digd geneeskundig onderzoek mogelijk te maken.
63
V. Herintreding/Hervatten bij (gedeeltelijk) herstel
a. De werknemer dient passende arbeid te aanvaarden, resp. zich in voldoende mate in te spannen passende arbeid te ver- krijgen.
b. Indien de werknemer passende arbeid kan verrichten dient de werknemer het werk te hervatten. De werknemer dient zich bij de direct chef te melden voor deze werkhervatting. Indien de werknemer na arbeidsgeschiktheidsverklaring het werk niet hervat, dient dit gemeld te worden aan de Arbo- dienst en dient de werknemer op het eerstvolgende spreekuur van de arts van de Arbodienst te verschijnen.
c. Indien de werknemer opnieuw het werk staakt binnen drie dagen na werkhervatting, dient de werknemer op het eerstvol- gende spreekuur van de arts van de Arbodienst te verschijnen. In het geval de werknemer bezwaar maakt tegen de arbeids- geschiktheidsverklaring, dient de werknemer de bezwaren terstond aan de arts van de Arbodienst kenbaar te maken. In het geval het werk niet wordt hervat, zal de werkgever de loondoorbetaling stopzetten. De werknemer zal vervolgens een GAK-arts om een medische beoordeling vragen van het geschil (second opinion).
In het geval de werknemer in het gelijk wordt gesteld, zal met terugwerkende kracht het loon worden doorbetaald. In het geval de werknemer in het ongelijk wordt gesteld, dient het werk terstond te worden hervat en zal er geen loondoor- betaling met terugwerkende kracht plaatsvinden.
B. Sancties
I. Ziekmelding
a. Te late ziekmelding.
b. Eigen verklaring niet/te laat teruggezonden.
II. Maak contact mogelijk
a. Niet thuis eerste bezoek.
c. Niet thuis eerste 3 weken.
c. Juiste adres.
d. Geen overleg tijdens ziekte in het buitenland.
e. Verblijf buitenland zonder toestemming.
III. Genezing niet belemmeren of vertragen
Door de arts niet toegestane activiteiten verrichten die de gene- zing kunnen belemmeren of vertragen.
IV. Behandeling
a. Niet onder behandeling stellen.
b. Niet voldoen aan oproep te verschijnen bij arts Arbodienst.
c. Xxxxxxxxx gevraagde inlichtingen te verstrekken.
V. Herintreding/Hervatten bij (gedeeltelijk) herstel
a. Xxxx aanvaarding passende arbeid.
b. Niet naar spreekuur arts Arbodienst en geen bericht over werkhervatting na arbeidsgeschiktheidsverklaring.
64
Suiker- en Chocoladeverwerkende industrie 1996/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
c. Niet naar spreekuur arts Arbodienst als werkhervatting mis- lukt binnen 3 dagen.
De werknemer die een van de hierboven vermelde overtredingen begaat, kan door het bedrijf worden geconfronteerd met een sanctie. Bij de eerste overtreding gedurende een periode van 12 maanden is de werkgever bevoegd de werknemer schriftelijk te waarschuwen. Bij elke volgende overtreding in een periode van 12 maanden is de werkgever bevoegd:
* bij de 2e overtreding een half dagloon in te houden;
* bij de 3e overtreding een dagloon in te houden;
* bij de 4e overtreding twee dagen loon in te houden;
* bij de 5e en volgende overtreding drie dagen loon in te houden.
65
II. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgeno- men bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een onthef- fing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd.
III. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeids- voorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, pre- valeren deze regelen.
IV. Dit besluit is niet van toepassing op Koninklijke Fabrieken Boon
B.V. te Wormerveer, Union B.V. te Haarlem en Nestle´ Nederland B.V., vestiging Elst.
V. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.
VI. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.
’s-Gravenhage, 15 oktober 1996
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Arbeidsinspectie,
X. xxx Xxxx.
66