Contract
81. (1965 -1966) _ N' 1
Kamer
van Volksvertegenwoordigers
ZITTING 1965·1966
21 DECEMBER 0000
XXXXXXXXXXXX
betreffende de overeenkomst van dienstverhurinq voor handenarbeid van het huispersoneel en de reglementering van hun arbeid,
TOELICHTING
DAMES EN HEREN.
De dienstboden genieten de bcschermlnq niet die door de arbeidswetgeving aan de andere werknemers wordt verzekerd. Waar de wetten in zake arbeidsoveree:nkomst
der werklieden en der bedienden wellicht niet in al hun bepalingen kunnen overqenornen worden voor de dienst- boden, is het onrbrekcn van enig wcttelijk statuut voor deze belangrijke kategorie: van werknemers, toch door niets gewettigd.
De noodzaak om deze leemte in onze sociale wetgeving aan te vullen werd reeds lang aanqevoeld. Als belangrijkste parlernentair initiatief verwijzen we naar het wetsvoorstel dat door [u Hrouw Xxxxx in 1946 bij de Senaat werd inge- diend. Uit de besprekingen in de Senaat groeide een wets- oritwerp dat door die vergadering werd goedgekeurd en overgezonde:n aan de Kamer van Volksve:rtegenwoordigers (Doe. n' 621 van de zitting 1947-1948). Hoe:wel de: aldus overgezonden tekst nog altijd aanhangig is bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers is het onderzoek ervan door de bevoegde Karnercornmissie nog steeds niet beëmdiqd.
Onderhaviq wetsvoorstel is in ruime mate qeïnspireerd
door de hij de Kamer aanhangige tckst. De aanqebrachte wijzigingen hebben hoofdzakelijk tot doel op die gebieden waar het ons aangewezen lijk t, aan de dienstbode:n ecn analoge bescherming te schenken als deze die aan de andere werknemers geboden wordt door de inmiddels ge:ëvolueerde arbeidswetge:ving.
ONDERZOEK DER ARTIKELEN.
Titel I houdt de regeling in betreffende de arbeidsover- cenkomst der dienstboden. De 31 .irtikelen van deze titel zijn onderverdccld in 6 hoofdstukken.
Hct ccrsti: hooîdstuk bctreft de alqernene bepalinqen: Na de beqrlpsomschrijvinq van de arbcidsovereeukomst
81 (1965 - 1966) _ N° 1
Chambre
des Représentants
SESSION 1965-1966
21 DÉCEMBRE 1965
PROPOSITION DE LOI
relative au contrat de louage de services manuels des travailleurs domestiques et à la réglementation de leur travail.
DEVELOPPEMENTS
MESDAMES, MESSIEURS.
Les travailleurs domestiques ne jouissent pas de la pro- tection que la législation du travail assure: aux autres travailleurs. Le fait de ne pas pouvoir appliquer aux tra- veilleurs domestiques toutes les dispositions des lois en matière de: contrat de: travail des ouvriers et employés ne justifie toutefois aucunement l'absence de tout statut légal pOUl' cette catégorie importante de travailleurs.
La nécessité de: combler cette lacune de notre législation sociale a été ressentie: depuis longtemps déjà. L'initiative· parlementaire la plus importante: que nous citerons est la proposition de loi déposée en 1946 au Sénat par Xxxx Xxxxx. Les discussions au Sénat ont donné nais- sance à un projet de loi qui fut adopté par cette: assern- blée et transmis à la Chambre des Représentants (Doc, n'' 621 de Ja session 1947~1948). Bien que le texte: trans- mis à 10 Chambre des Représentants ne soit pas caduc. la Commission compétente de la Chambre: n'en a toujours pas terminé l'examen.
La présente proposition de loi s'inspire largement du texte en instance à la Chambre. Les modifications apportées tendent principalement à offrir aux travailleurs dornesti- ques, dans les domaines où cela nous semble indiqué, une protection analogue à celle que la législation du travail - qui n'a pas cessé d'évoluer depuis - offre: aux autres travailleurs.
COMMENTAIRE DES ARTICLES.
Le titre I porte réglementation du contrat de: travail domestique. Les 31 articles de: ce: titre sont répartis en
6 chapitres,
Le premier chapitre concerne les dispositions genera- les. A la définition de la notion «contrat de travail
G. - 83
81 (1965-1966) N. I
[ 2 I
der dienstboden (art, I; wordcu de hrounen ro; rcncjin~l van uenoemde (,\'crcci1k()::::,~ ;\'tllges}c··:cn I art. 2). Dc:: ver- pllchte procltijd van 1-1 d;!iJen wordt voorcie n (art, 3) en ten slorte wordr de ,1,111 onze ,HbeidswètU'2\'ÜIÇJ çlemcne regcliog in::Llke bc\'vijs en '\'crjilriaH voorz.en ill l).~ ,ud ...
kelcn 4 en 5,
domestique ,) (urt. 1) succède une indication des sources de rè~l:el11elltatioJl dudit contrat (art. 2). Une période d'essai obhqatoire de 14 jours est prévue à l'article 3. Enfin, les articks -1 et 5 prévoient en matière cle preuve et de prescrip- tion la réglementation qui est commune à l'ensemble de
notre législation du travail.
. . .
Het ttoccdc hootclstu}: handelt ovcr de wcdcrz ijdse ver- plichtingen der partijcn. De artikclc n () lot lObetreffen
de verplichtinqen van de wcrkqcvcr : xx xxxx hoofdzn- kelijk om cen aanqepaste O\Trn,W!C y,n het~lcen voor de
gewone handarbeiders wcttclijk voorzien is: artikcl la
houdt evcnwe] ccn speciale reqclinq i:l t.o.v. de inwoncndc dienstboden. De vcrplichtinqcn V;!11 de dicnstboclcn wor- den voorz icn in de artikclen IJ tot 13: de verantwoor- delijkheidsreqelinq wijkt in dit laatste artikel licht af van hetgeen daaromtrent in de wet op de arbeidsovereenkomst
. .
der werklicdcn voorzien is. O.i. wordt zulks qerech tvaar- digd door de speciale toestand van het huispersoneel.
"
De gevallen waarin de uirvocrinq der, overcenkomst geschorst wordt, zijn samen qebrach t ill het derde hoo'[dstuk, Na het principe. gesteld ill artikel 14, wordt de betaling van het ge'"vaarhorgd wcekloon voorz ien in geval van ziekte en wordt revens gepreciseerd in welke ornstandiq- heden de ziekte van de dienstbodc aan de werkgever het recht geeft de overeenkomst te verbreken (art. 15 en 16). Artikel 1 7 betreft specifiek de inwonende dienstboden.
Het gewnarborgd weekloon is ook van toepassinq tijdens één van de schorsingsperioden die voor de dienstbcde voor- zien zijn in geval van bevalling (art. 18).
De regeling inzake opzeg waarvan sprake in artikel 19
is qemeenschappelijk aan de arbeidswetqevinq,
De bepalingen van artik el 20 i.v.m. de schorsing van de uitvoering der overeenkomst in geval van legerdienst stemrnen overcen met het.qeen de wet op cie arbeidsovercen- komst der werklieden daarorntrent voorziet.
• • •
Hoojdstnk IV bctreft de verschillendc wijzen van beëin- cliginfj van de ovcreenkornst. Al lijkt het ons aanqewezen dat de opzeggingstermijnen aanvankelijk korter dienen te zijn dan deze die gelden voor de werklieden. dan menen wij clat toch geen albreuk mag qedaan worden aan het prin .. cipe dat de door de werkncmer te geven opzeg slechts de helft mag bedraqen van de termijn voorz icn voor de werk- gever. De schiftelijke opz.eqqinq lijkt ons meer rechts .. zekerheid (art. 21) te bicden.
De artikelen 22 tot 26 bevattcn bepalingen die ovcreen- stemmcn met wat wettelijk voorz icn is inzake de bcëindi- ging der arbcidsovereenkomst voor wcrklieden.
. .
Artikcl 27 betreft cen specian 1 recht, toegekencl aan de
dicnstbodc. clat in verband moct worden qebracht met artikcl 40. ..
Le dcuxicnu; cluipitre traite des obligations reciproques de'i parties. Les articles 6 à 10 concernent les obligations de l' emp lovcur : ils se bornent principalement à reprendre, en les adoitant, les dispositions légales prévues pour les travailleurs manuels ordinaires; l'article 10 prévoit tou- tefois tine réglementation spéciale relative aux travailleurs domestiques internes. Les articles Il à 13 prévoient les obligations des travailleurs domestiques: dans ce dernier article la réglementation en matière de responsabilité s'ècar- te légèrement de ce qui est prévu à ce sujet dans la loi sur le contrat de travail des ouvriers. Ce qui se justifie d'ailleurs
à notre sens par la situation spéciale du personnel dornes- tique,
Le troisième chapitre traite des cas de suspension de l'exécution du contrat. Le principe en ayant été énoncé à l'article- 14, le texte prévoit en cas de maladie, le paie- ment du salaire hebdomadaire garanti: il précise en même temps les conditions dans lesquelles l'employeur a le droit de rompre ledit contrat du fait de la maladie du travailleur domestique (art. 15 et 16). L'article 17 concerne spéciale- ment le travailleur domestique interne.
Le salaire hebdomadaire garanti entre également en ligne de compte: au cours d'une des périodes de suspension, pré- vues pour la travailleuse domestique en cas d' accouche- ment (art. 18).
La réqlemëntation en matière de préavis, dont il est ques- tian à l'article 00, xxx xxxxxxx x x'xxxxxxxx xx xx xxxxxxx- tion du travail. .
Les dispositions de l' article 20 relatives à la suspension de l'exécution du contrat en cas d'appel ou de rappel sous les armes concordent avec celles que la loi, sur le contrat de travail des ouvriers prévoit à cc sujet.
• • •
Le chapitre IV a trait aux différents modes de cessation du contrat. Bien qu'il nous semble justifié que les délais de préavis soient. au début, plus courts que ceux appli- l'ables aux ouvriers, nous pensons toutefois qu'il ne peut être dérogé au principe en vertu duquel le délai du préavis x xxxxxx par le travailleur ne peut s'élever qu'à la moitié du délai prévu pour l'employeur. Le préavis, écrit nous paraît présenter plus de sécurité juridique (art. 21).
Les articles 22 ft 26 contiennent des dispositions concor- dant avec celles qui sont légalement prévues en matière de cessation du contrat de travail pour ouvriers.
.
L'article 27 a trait à un droit particulier qui est attribué au travailleur domestique et qu'il convient de considérer par rapport Ô l'article 40. " ..
. . .
Bij de speciale bepalingen van fJ(lofdstrtk V voor de ruinde cjariqe dicnr opÇ)cnH'J'kt dar de uitdrukkclljkc toc- lat iuq van de vader of vooqd in principe ueëist wordt opdat ccn miudcrjariqe zich als dicnstbodc zou kuunen verbinden. Butten de bepaling van art ike] 30 t.o.v. de inwonende mindcrjariqe dicnstbode is cr voor het ovcriqe volledige analoqic met hctnecil voo rz icn i:, voor cie m lndcrjariqe wcrk licdc n.
Il y a lieu. à propos des dispositions spéciales du chnpi- tre ,",' relatives au mineur d'âge. de remarquer qu'en principe xxxxxxxxxx iou expresse du père ou du tuteur est requise pour qu'un mineur puisse s'engager comme travailleur dornesti- q uc. Hormis I" disposition de l'article 30 relative au travail- leur domestique. il y a analogie complète avec ce qui est prévu en faveur des ouvriers. mineurs d'âne.
• • •
[ 3 l 81 (1965-1966) N. I
Het eniq artikel 31 van het zcsde hooldstuk betreft een bescherminqsmaatreqel ten voordele van de dienstbode.
.
Deze formule wordt Irekwcnt gebruikt in onze sociale wetgeving.
.. •.
Trtel II betreft de arbeidsreglementering der dienstboden.
Artikel 32 houdt een verbod van tewerkstelling in van personen béneden de 14 jaar of van deqenen die aan de schoolplicht niet hebben voldaan.
Als maatregelen, overgenomen uit de wetgeving inzake vrouwenarbeid, voorziet artikel 33 eenzelfde verbod voor de vrouwen gedurende de 6 weken die op de bevalling volqen.
De artikelen 34 tot 37 houden een regeling in inzake arbeidsduur waarvan het principe overgenomen is uit de alqernene voorschriften inzake arbeidsduur, maar die binnen die grenzen de moqelijkheid openlaat voor particulariteiten. Overiqens dient de nadruk er op gelegd te worden dat de begrenzing de effectieve arbeidsduur betreft.
Artikel 38 heeft tot doel aan de dienstboden een zelfde verlofregeling te waarborgen als aan arbeiders en bedien- den, te weten : 3 weken verlof en 5 weken betaald.
Artikel 39 voorziet o.m. in de regeling inzake klein verlet z0<1Isdeze geldt voor werklieden en bedienden.
Artlkel 40 strekt ertoe de mogelijkheid te scheppen om tot een regeling te komen inzake minimumlonen zoals dat ook voor arbeiders en bedienden gebeurt.
Artikel 41 geeft een algemene bepaling van het begrip
,~bezoldiging ».
De artikelen 42 en volgende voorzien in controlernaat- regelen en sancties t.o.v. de arbeidsreglementering der dienstboden.
Le seul article du sr.rrerne chapitre - l'article 31 - a pour objet une mesure de protection en faveur du travail- leur domestique. Cette formule est fréquemment utilisée dans notre législation sociale.
•. •. •.
Le titre II concerne la réglementation du travail domes- tique.
L'article 32 interdit l'occupation au travail de personnes qui sont âgées de moins de 14 ans ou qui n'ont pas satisfait ti leurs obligations scolaires,
Comme mesure reprise 'de la législation sur le travail des femmes, l'article 33 prévoit une interdiction similaire pour les femmes pendant les 6 semaines qui suivent leur accou- chement.
Les articles 34 à 37 portent réglementation en matière de duréede travail dont le principe est repris des règles géné~ l'ales l'datives à la durée du travail, mais en laissant, dans le cadre de cette limitation, subsister la possibilité de moda- lités particulières. Il y a d'ailleurs xxxx xx xxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxxx xxxxx xxx xx xxxxx effective du travail.
L'article 38 vise à garantir aux travailleurs domestiques la même réglementation en matière de vacances qu'aux ouvriers et employés, c'est-à-dire: 3 xxxxxxxx xx xxxxxxxx xx 0 xxxxxxxx xxxxxx,
X'xxxxxx 39 prévoit en ce q ui concerne le petit chômage tine réqlernentation analogue à celle qui est en vigueur pour les ouvriers et les employés,
L'article 40 a pour but de permettre de parvenir, en matière de salaires minima, à une réglementation similaire à celle des ouvriers et des employés.
L'article 41 donne une définition générale de la notion
« rémunération ».
Les articles 42 et suivants prévoient les mesures de con- trôle et les sanctions en matière de réglementation du travail des travailleurs domestiques,
X. XXXXXX.
WETSVOORSTEL
TITEL I.
De arbeidsovereenkomst voor dienstboden.
HOOFDSTUK I.
Algemel1e bepalingen.
Eerste artikel,
Bij deze wet wordt de arbeidsovereenkomst qcreqeld. waarbij een werknemer zich verbindt tegen bezoldiging, onder gezag, leidinq en toezicht van de wcrkqever. voor- narnelijk huishoudelijke arbeid van licharne lijke aard te vernchten in vcrband met de huishoudinq van de werk- gever (Jf dieus gezin.
PROPOSITION DE LOI
TITRE 1.
Du contrat de travail domestique.
CHAPITRE l'l'.
Dispositions générales.
Article premier.
La présente loi régit le contrat de travail par lequel un travailleur s'engage, moyennant rémunération, à effectuer sous j'autorité, la direction et la surveillance de l'employeur, principalement des travaux domestiques d'ordre manuel pour les besoins du ménage de ]'employeur ou de sa famille,
81 (1965~1966) N. 1
[ 4 I
An.2.
Onverrninderd de bepalinqen van deze wct of van de beslisslnqen die alqerneen bindeud worden verklaard vol- gens de in artikel 10 voorziene procedure. worden de aard van het werk, de plaats waar het wordt uitqevocrd. het bedraq voor de bezoldiqinq en alle andere voorwaarden vastgesteld bi] de overeenkomsr.
Bij koninklijk besluit kan een model van geschreven dtenstverhunnqsoverecnkomst voor handenarbeid der dienstboden bepaald worden.
Art. 3,
De eerste veertien dagen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst worden beschouwd als procltijd.
'I'ijdens die periode kan elk der partijen een einde maken
aan de arbeidsovereenkornst mits een vooropzeg van twee dagen. Deze vooropzeg rnoet schriftelijk gegeven worden en begint te lopen de dag die volgt op de kennisgeving.
Art. 4,
Bij gebrek aan schriftelijk bewijs, is hct getuigenbewijs tccqelaten. ongeacht de waarde van het geschil.
Art. 5,
De uit de arbeidsovereenkomst voor dicnstboden ontstane vorderingen verjaren èén jaar na het eindiqen van de arbeidsovereenkornst.
HOOFDSTUK II.
Wederzijdse verplichtinqen der partijen,
Art, 6.
De werkqever is verplicht :
de dienstboden te laten werken onder de voorwaarden, op de tijd en op de plaats die bij de overeenkomst werden bepaald, door eventueel, behoudens tegenbepaling, de mede-
werkers, het gereedschap. het gerief en de stoffen die tot de uitvoerinq van het werk nodig zijn, te hunner beschik- king te stellen:
als goede huisvader en onverminderd elke strijdiqe over- eenkomst, te zorqen dat het wcrk wordt uitqevoerd in be- hoorlijke omstandigheden ten opzichte van de veiliqheid, de gezondheid, de hyqiëne en het comfort. namelijk door een billijke verdeling van het zwaar en het licht werk in de loop van de arbeidsdaq:
gedurende de uitvoering van het contract de goede zeden
en gewoonten in acht te nernen en te docn in acht nernen: de bezoldiging uit te kercn onder de voorwaarden, op
de tijd en op de plaats zoals werd overeenqekornen. enver- minderd de bepalingen van artikel 2 van deze wet:
aan de inwonende dienstbode een behoorlijk Jocaal tot huisvesting te vcrstrekken. met rechtstreekse luchtverver- sing, voorzien van een met cen sleutel sluitcnde deu r, en voorzleu. voor elkc pcrsoon, van een bed met zindelijk en voldoende bcddeqoed: de dienstbode hel voor cen degelijke lichamchjke verplegiùg nodige mat ericel tel' beschikking te stellen; de dienstbode cen gezonde en voldoende voedinq le verschaffen in verhoudinq tot de levenswijze van het Bezin, in geval hij ztch heeft verbonden hem huisvesting en vocdinq te bezorgen:
Art. 2.
Sans préjudice: des dispositions prévues par la présente loi ou par les décisions rendues obligatoires suivant la pro- cédure prévue par l'article 40, la nature du travail. le lieu où il est effectué, le montant de la rémunération, la durée de l'engagement et toutes les autres conditions sont détermi- nées par la convention.
Un arrêté royal peut prévoir un type de contrat écrit de louage de services manuels des travailleurs domestiques.
Art. 3.
Les quatorze premiers jours de l'éxêcunon du contrat 'sont considérés comme période d'essai.
Pendant cette période, chacune des deux parties peut mettre fin au contrat de travail à tout moment, moyennant un préavis de deux jours. Ce préavis doit être donné par écrit et il commence à courir le lendemain de la notification,
Art. 4,
A défaut de preuve écrite, la preuve testimoniale est admise, quelle que soit la valeur du litige.
Art. 5.
Les actions naissant du contrat de travail domestique sont prescrites un an après la cessation du contrat.
CHAPITRE II,
Des obligations réciproques des parties,
Art. 6,
L'employeur a l'obligation:
de faire travailler le travailleur domestique dans les conditions, aux temps et lieu convenus, notamment en met- tant à sa disposition, s'il y échet et sauf stipulation con- traire, xxx xxxxxxxxxxxxxx, xxx xxxxxx, xxx xxxxxxxxxx xx xxx
.xxxxxxxx nécessaires à l'accomplissernent du travail;
de veiller en bon père de famille et nonobstant toute convention contraire à ce que le travail s'accomplisse clans des conditions convenables au point de vue .de la sécurité, de la santé, de l'hygiène et du confort, notamment par une répartition éq uitable des travaux lourds et légers au cours de la journée de travail;
d'observer et de faire observer les bonnes mœurs et les convenances pendant I'èxécution du contrat;
de payer la rémunération aux conditions, au temps et all lieu convenus, sans préjudice des dispositions prévues par l'article 2 de la présente loi;
de fournir au travailleur domestique interne pour son logement, un local convenable, directement aéré, fermant à clef, et pourvu pour chaque personne d'un lit avec literie propre et suffisante; de mettre à la disposition du travailleur domestique le matériel nécessaire à la pratique d'une bonne hygiène corporelle; de fournir au travailleur domestique une nourriture saine, suffisante et en rapport avec le mode de vie de la maison, au cas où il s'est engagé à le loger et à le nourrir;
[ 5 1 81 (1965-1966) N. 1
aan de dienstbode de nodige tijd te verlencn om zijn essentiële geloofsplichten. -alsmede zijn burgerlijke verplich- tingen die uit de wet voortvloeien te vervullen.
Art. 7.
De bezoldiging moet op reqelmatiqe tijdstippen en min- stens éénmaal per maand uitbetaald worden.
Gedurende de proeftijd wordt de bezoldiging wekelijks
uitbetaald.
Wanneer de arbeidsovereenkornst eindigt, dient de bezol- diging uitbetaald te wordcn de dag waarop de diensten op- houden.
Art. 8.
De werkgever moet aan de bewaring van al de voor- werpen, die aan de dienstboden toebehoren, de zorgen van een goede huisvader besteden, In generlei geval heeft hij het recht ze achter te houden.
Elke strijdiqe overeenkomst is nietiq.
Art. 9.
Wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt, rnoet de werk- gever, indien de dienstbode er om vraagt hem een qetuiq- schrift aflevcren waarbij de duur en de aard van zijn diensten worden vastgesteld.
Dit getuigschrift mag geen enkele andere aanduiding behelzen, tenzij op uitdrukkelijk veraoek van de dienstbode.
Elke afstand van het bij dit artikel aan de dienstbode toegekend recht is zonder uitwerking.
Art. 10.
Indien de werkgever zijn gezin voorlopig naar een andere plaats overbrengt, zonder de inwonende dienstbode mede te nemen, heeft deze recht, zolang hij bi] zijn werkgever in dienst blijft, buiten zijn loon in specién, op de voordelen in natura welke hi] vóór de overbrenging genoot of op een daqelijkse vergoeding, die met de waarde er van overeen- stemt en waarvan het bedrag door de Koning wordt vast- gesteld.
Indien de duur van de overbrenging twee dagen te boven gaut, is de werkgever verplicht de dienstbode onder de 18 jáar naar zijn huis terug te zenderi of hem onder het gezag van een aangestelde te plaatsen.
Art. 11.
De dienstboden zijn verplicht:
hun werk nauwgezet en ge'\vetensvol onder de overeen- gekomen voorwaarden uit te voeren, en Inzonderlieid het geheim te bewaren omtrent elke zaak van vertrouwelijke of persoonlijke aard waarvan zij tijdens de uitvoering van hun dienst kennis rnochten gekregen hebben:
te handelen volgens de bevelen en onderrichtinqen die zij, met het oog op de uitvcerinq van het contract, van hun werkgever of zijn aangestelden onlvangen;
te zorgen voor de aan hun hoede toevertrouwde personen en voorwerpen en over de belanqen van hun werkqever te waken:
zich le onthouden WUI alles wat hetzij hun eigen veilig-
xxxx, hetzij die van de andere dienstboden of van derden. hetzij van de werkgever kan schaden:
de donner au travailleur domestique le temps nécessaire pour remplir [es devoirs essentiels de son culte ainsi que [es obligations civiques résultant de la loi.
Art. 7.
La rèmuuération doit être payée à intervalles réguliers et au moins une fois par mois.
Pendant la période d'essai. la rémunération est payée
hebdomadairement.
Lorsque le contrat de travail prend fin, la rémunération doit être payée le jour de la cessation des services.
Art. 8.
L'employeur doit apporter fi la conservation de tous les objets appartenant au trnvailleur domestique les soins d'un bon père de famille. En aucun cas, il n' Cl le droit de les retenir.
Toute convention contraire est nulle.
Art. 9.
Lorsque le contrat de travail prend fin, l'employeur doit. si le travailleur domestique en fait la demande, lui délivrer
- un certificat constatant la durée et la nature de ses services.
Ce certificat ne peut contenir aucune autre indication, sauf à la demande expresse du travailleur domestique.
Toute renonciation au droit. reconnu au travailleur do- mestique par le présent article est. sans effet.
Art. la.
Si l'employeur transfère provisoirement son ménage dans un autre endroit sans emmener le travailleur domestique interne, celui-cio, outre sa rémunération en espèces. a droit, tant qu'il reste au service de son employeur, aux avan- tages en nature dont. il jouissait avant. le transfert ou à une indemnité journalière qui correspond à la valeur de ceux-ci et dont le montant est fixé par le Roi.
Si la durée du transfert excède deux jours, ]'employeur a l'obligation de renvoyer dans son foyer le travailleur domestique. âgé de moins de 18 ans. ou de le placer sous l'autorité d'un préposé.
Art. 11.
Le travailleur domestique a l'obligation:
d'exécuter son travail. ponctuellement. et avec conscience, duns les conditions convenues et notamment de garder le secret sur toute affaire à caractère confidentiel ou personnel dont il aurait eu connaissance duns l'exécution de son service:
d'agir conformément aux ordres et aux instructions qu'il reçoit de l'employeur ou de ses préposés en vue de ]'exêcu- tion du contrat;
de prendre soin des personnes et des objets confiés à sa garde et de veiller aux intérêts de son employeur;
de s'abstenir de tout ce qui peut nuire soit à sa propre sécurité. soit fi celle des autres domestiques ou de tiers. soit à celle de l'employeur;
81 (1965-1966) N. 1
de goede zeden en gewoonten tijdens de uitvoering van het contract te eerbiediqen.
Art. 12.
[ 6 1
d'observer le respect des convenances et des bonnes mœurs pendant l' exécution du contrat.
Art. 12.
De werkgever en de dienstbode moeten elkander eerbied en inschikkelijkheid betonen.
Art. 13.
De dienstbode verantwoordt enkel ztjn bedrog of zware schuld, in geval van vernietiqinq, beschadiging of verkeerd gebruik van het materleel, de grondstoffen of producten die voor de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst te zij- ner beschikking worden gesteld.
De autohestuurder verantwoordt enkel zijn bedrog.
De uit dien hoofde verschuldiqde verqoediuqen en scha- deloosstellinq, welke bij accoord der partijen of bi] rechter- lijke beslissing worden vastgesteld, mogen slechts worden ingehouden ten belope van één vljfde der bij elke vervaldag te betalen som. Xxxxxxx, wanneer de dienstbode zijn ar- beidsovereenkornst vrijwillig beêindiqt alvorens zijn schuld bctaald is, of wanneer hij met bedrog heeft gehandeld, mag de werkgever het loon van de dienstbodc inhouden ten belope van het saldo van zijn schuldvordering.
HOOFDSTUK III.
Over de schorsing van de uituoerinq der ooereenkomst,
Art. 14.
De door overmacht ontstane gebeurtenissen brengen de verbreking van de vcrbintenis niet mee, wanneer ze slechts tijdelijk de naleving van de overeenkomst opschorten.
Art. 15.
De onrnoqelijkheid voor de dienstbode wegens ziekte of ongeval zijn werk te verrichten, schort de uitvoering van de arbeidsovereenkornst op.
Gedurende de eerste zeven dagen van arbeidsonqeschikt- heid behoudt de dienstbode het recht op zijn bezoldiging.
Het staa t de werkgever vrij een einde te rnaken aan de overeenkomst wanneer de duur van de arbeidsonqeschikt- heid zes maanden overtrcft.
Van dit recht kan nochtans slcchts gebruik gemaakt wor- den mits aan de dienstbode een vergoeding te betalen, gelijk nan de bezoldiging die overeenstemt hetz ij met de duur van de opzeggingstermijn, hetzij met het nog te lopen gedeelte van die terniijn onder aftrek - in voorkomend geval - van de bezoldiging die sedert de achtste dag van de periode van arbeidsongeschiktheid we rd uitbetaald.
Art. 16.
Onverminderd het bepaa Ide in artikelIS, tweede alinea, mag de werkgever zonder vergoeding een einde maken aan de overeenkomst wanncer de arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval zich voordoet tijdens de proefperlode en wanncer deze arbeldsonqescluktheid langer dan zeven dagen duurt.
L'employeur et le travailleur domestique se doivent le respect et des égards mutuels.
Art. 13.
Le travailleur domestique ne répond que de son dol ou de sa faute lourde en cas de destruction, de détérioration ou d'emploi abusif du matériel, des matières premières Oll des produits mis à sa disposition pour exécuter son contrat.
Le chauffeur cl'auto ne répond que de son dol.
Les indemnités et les dommages et intérêts dus de ce chef et fixés par l'accord des parties ou par décision de justice ne peuvent être retenus qu'à concurrence du cinquième de la somme payable à chaque échéance. Toutefois, lorsque le travailleur domestique met volontairement fin à son con- trat avant le paiement de sa dette, ou lorsqu'il a agi par dol, l'employeur peut retenir les gages du travailleur dornes- tique jusqu'à concurrence du solde de sa créance.
CHAPITRE III,
De la suspension de l'exécution du contrat.
Art. 11.
Les événements de force majeure n'entraînent pas la rupture de l'engagement lorsqu'ils ne font que suspendre momentanément l'exécution du contrat.
Art. 15.
L'impossibilité pour le travailleur domestique de xxxxxxx' son travail par suite de maladie ou d'accident suspend l'exécution du contrat.
Pendant les sept premiers jours d'incapacité de travail, le travailleur domestique conserve le droit à sa rémunération.
IJ est loisible à J'employeur de mettre fin au contrat lorsque la durée de I'mcapucité de travail dépasse six mois.
IJ ne peut cependant être fait usage de ce droit que moyennant paiement au travailleur domestique d'une indern- nité égale à la rémunération correspondant soit au délai. de préavis, soit à la partie de ce délai restant à courir, moyen- nant déduction, le cas échéant, de la rémunération payée depuis le huitième jour de la période d'incapacité de travail.
Art. 16.
Sans préjudice des dispositions de l'article 15. deuxième alinéa. il est loisible à l'employeur de mettre fin au contrat. sans indemnité, lorsque l'incapacité de travail par suite de maladi« ott d'accident survient pendant ln période d'essai et que ladite incapacité a une durée de plus de sept jours.
l 7 1 81 (1965-1966) N. I
Art. 17.
Onverminderd de in artikelen 15 en 16 bedoelde bepa- lingen, moet de werkqever aan de inwonende dienstbode. die arbeidsonqeschikt is, een normale huisvesting en gepaste verzorging verz ekeren gedurende een rninirnurnperiode van zeven daqen,
De medische. heelkundige, pharrnaceutische en hospita- lisatiekosten zijn nier ten laste van de werkgever.
De werkqever is er toe gehouden de familie van de dienst- bode in kennis te stellen van de ziekte of van het ongeval dat aan deze laatste is overkomen.
Art. 18.
De uitvoering der arbeidsovereenkomst is geschorst ge- durende de zes weken, die op de bevallinq volgen. Zij dient eveneens geschorst op verzoek van de dienstbode, gedu- rende de zes weken die de vermoedelijke datum der beval- ling voorafgaan.
De schorsing van de overeenkomst voor de periode die de geboorte voorafgaat. duurt voort tot de werkelijke datum der bevalling.
Gedurende de eerste zeven dagen van een dezer rust- periodes, behoudt de dienstbode het recht op haar normale bezoldiging.
Art. 19.
Tijdens de schorsing van de uitvoering der arbeidsover- eenkomst bedceld bi] de artikelen 15 en 18, kan de dienst- bode een opzegging geven en de opzeggingstermijn loopt wat hem betreft.
De opzegging ken eveneens door de werkgever worden gegeven, rnaar de opzeggingstermijn loopt slechts vanaf de verdwijning van de oorzaak der schorsing.
Indien de opzeggingstermijn niet ten einde is bi] de schorsing van de arbeidsovereenkornst. loopt hij niet meer tijdens de duur van die schorsing.
Art. 20.
De oproeping of de wederoproeping van de dienstbode onder de wapens schorst enkel de uitvoerinq van de arbelds- overeenkomst.
Wanneer de arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde duur is gesloten. kan de werkqever. bij middel van de in artikel 21 bedoelde opzegging, geen einde maken aan de arbeidsovereenkomst vanaf cie maand die aan cie oproepinq of cie wederoproepinq onder de wapens voorafgaat, tot het einde der eerste 15 dagen, volgende op het zenden van de dienstbode melonbepaald verlof, behoudens wegens vol- cloende redenen die aan het oordeel van de rechter wor- den overgelaten en waarvan de aard en de oorsprong vreemd zijn aan de oproeping of de wederoproeping van de dienstbode onder de wapens.
De dienstbode onder de wapeus die zijn arbeidsovereen- komst wenst te beëindigen, moet de werkgever hiervan ken- nis geven binnen de termijnen die hi] in normale tijd bij de werkgever, die hem tewerkstelt, had moeren nakornen, voor zover de opze~HJingstermijn ten laatste verstrijkt bij het einde van de oproeping of de wederoproeping onder de wapens,
Elke tekortkoming van cie werkqever ten opzichte van de bcpalinqcn van dit artikel verplichr tot cie betaling van een verqocdinq, die gelijk is aan het norrnaal loon gedu- rende de niet nnqckomcn periode die de schorsing vooraf- gaat en er op volgt, met cen maximum van 15 dagen.
Art. 17.
Sans préjudice des dispositions visées aux articles IS et 16, l'employeur doit assurer au travailleur domestique inter- ne. atteint d'incapacité de travail. l'hébergement normal ain- si que les soins appropriés pendant une période minimum de sept jours.
Les frais médicaux, chirurgicaux, pharmaceutiques et
d'hospitalisation ne sont pas à la charge de l'employeur.
L'employeur est tenu d'avertir la famille du travailleur domestique de la maladie ou de l'accident survenu à ce dernier.
Art. 18.
L'exécution du contrat est suspendue pendant les six semaines qui suivent J'accouchement. Elle doit, à la deman- de de la travailleuse domestique, l'être pendant les six der- nières semaines qui précèdent la date présumée de l'accou- chement.
La suspension du contrat pour· la période prénatale se prolonge jusqu'à la date réelle de l'accouchement.
Pendant les sept premiers jours de l'une de ces périodes de repos, la travailleuse domestique conserve le droit à sa rémunération normale.
Art. 19.
Pendant la suspension de l'exécution du contrat visée aux articles 15 et 18, le travailleur domestique peurdonner un préavis de congé et le délai de congé court en ce qui le concerne.
Le préavis de congé peut aussi être donné par l'em- ployeur, mais le délai de congé ne court qu'à partir de la disparition de la cause de la suspension.
Si le délai de congé n'est pas terminé lors de la sus- pension du contrat, il cesse de courir pendant la durée de cette suspension.
Art. 20.
L'appel ou le rappel du travailleur domestique sous les armes ne font que suspendre l'exécution du contrat.
Lorsque le contrat est conclu pour une durée indé- terminée, la faculté d'y mettre fin moyennant le préavis prévu à l'article 21 ne pourra être exercée par l'employeur à partir du mois qui précède l'appel ou le rappel sous les armes jusqu'à l'échéance des 15 premiers jours qui suivent J'envoi du travailleur domestique en congé illimité, sauf pour des motifs suffisants laissés à J'appréciation du juge et dont la nature et l'origine sont étrangères à l'appel ou au rappel sous les armes du travailleur domestique.
Le travailleur domestique qui se trouve sous les armes ct qui désire mettre fin à son contrat doit en aviser J'em- ployeur dans les délais qu'il aurait dû respecter en période normale chez l'employeur qui l'occupe, pour autant que le délai de préavis expire au plus tard à la fin de J'appel ou du rappel sous les armes.
Toute infraction aux dispositions du présent article, commise par l'employeur. contraint cc dernier au paiement d'une indemnité égale à la rémunération normale pendant la période précédant et suivant la suspension qui n'a pas été' respectée. avec un maximum de 15 jours,
81 (1965-1966) N. l
l 8 j
De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassinq op het weerhouden of de wederoproeping onder de wapens wegens disciplinaire reden.
HOOFDSTUK IV.
Over de beëindiqinq l'art de ooereenkomst.
Art. 21.
Onverminderd de wijzen waarop aan de verbintenissen een einde wordt gemaakt, heeft ieder der partijen het recht de voor onbepaalde tijd afgesloten verbintenis te beëindiqen mits een aan de andere parti] gegeven opzegging.
Deze. opzegging moet schriltelijk gegeven worden met vermeldinq van begin en einde van de opzeggingstermijn.
De door de werkgever na te leven opzeggingstermijn is vastgesteld op :
- 7 dagen wanneer de dienstbode minder dan 6 maand bij dezelfde werkqever in dienst is gebleven;
- 14 dagen wanneer de dienstbode rninstens 6 maand tot minder dan 10 jaar bij dezellde werkgever in dienst is gebleven;
- 28 dagen wanneer de dienstbode minstens 10 jaar tot minder dan 20 jaar bij dezelfde werkgever in dienst is gebleven;
. - 56 dagen wanneer de dienstbode minstens 20 jaar bij dezelfde werkgever in dienst is gebleven;
De door de dienstbode na te leven opzeggingstermijn bedraagt de helft van de terrnijn die voorzien is door de werkqever.
De terrnijn van opzegging gaat in de maandag volgend op de week waarin hij werd betekend.
Art. 22.
Om een nieùwe betrekking te zoekcn, heeft de dienst- bode het recht tij dens de opzeggingstermijn, tweemaal per week afwezig te zijn, zonder vermindering van loon, gedu~ rende vier opeenvolgende uren, genomen op de werk- dagen.
Art. 23.
Indien de arbeidsovereenkomst gesloten is zonder bepa-
. ling van duur, is de parti] die aan de ovcreenkomst een einde maakt zonder ernstige reden en zonder de opzeg- gingstermijn na te komen, er toe gehouden a811 de andere parti] een vergoeding uit te: betalen, die gelijk is aan het loon dat overeenstemt hetzij met de duur van de opzeq- gingstermijn, hetzij met het nog lopend qedeelte van die terrnijn.
Les dispositions du présent article ne s'appliquent pas au maintien ou au rappel sous les armes pour cause disci- plinaire.
CHAPITRE IV.
De la cessation du contrat.
Art. 21.
Sans préjudice des modes d'extinction propres aux obli- gations. chacune des parties a le droit de mettre fin à l'engagement conclu pour une durée indéterminée. moyen- nant un préavis donné à l'autre partie.
Ce préavis doit être donné par écrit et indiquer le début et la fin du délai de congé.
Le délai de congé à respecter par]' employeur est fixé à :
- 7 jours lorsque le travailleur domestique est resté au service du même employeur pendant moins de 6 mois;
- 14 jours lorsque le travailleur domestique est resté au service du même employeur pendant une période allant de
6 mois au moins à moins de lOans;
- 28 jours lorsque le travailleur domestique est resté au service du même employeur pendant une période allant de la ans au moins à moins de 20 ans;
- 56 jours lorsque le travailleur domestique est resté au service du même employeur pendant 20 ans au moins.
Le délai de congé à respecter par le travailleur domesti- que est égal à la moitié du délai prévu pour l'employeur.
Le délai de congé prend cours le lundi suivant la semaine pendant laquelle il est donné
Art. 22.
En vue de rechercher' un nouvel emploi. Je travailleur domestique a le droit, pendant le délai de congé, de s'ab- senter deux fois par semaine pendant quatre heures censé- cutives prises sur les jours ouvrables, sans qu'il en résulte une réduction de rémunération,
Art. 23.
Si le contrat est conclu sans indication de durée, la partie qui met fin au contrat sans motif grave et sans respecter le délai de congé est tenue de payer à l'autre partie une indemnité égale à la rémunération qui serait due soit pour la durée du délai de congé, soit pour la partie du délai restant à courir.
Art. 24.
Indien de arbeldsovereenkornst voor een bepaalde duur of voor een bepaald werk werd gesloten, geeft de opzeg~ ging ervan, als zij gedaan werd zonder ernstiqe redenen voor dat de terrnijn ten einde is, aan de benadeelde partij recht op een vergoeding die gelijk is aan het bedrag van het loon dat nog verschuldiqd was tot aan die termijn, zonder
Art. 24.
Si le contrat a été conclu pour une durée déterminée ou pour un travail déterminé, sa dénonciation avant terme, sans motif grave. donne à la partie lésée le droit à une indemnité égale au montant de la rémunération restant due jusqu'à ce terme, sans pouvoir excéder le double de la rémunération qui serait clue pour la durée du congé
[ 9 ] 81 (1965-1966) N, 1
dar zij hoqer mag z ij n dan het dubbel van het loon dat verschuldiqd zou zijn voor de duur van de opzegging die had moeren in acht qenomen wordcn. indien de arbeids- overeenkomst zonder termijn was gesloten qeweest.
Art. 25,
Ieder der partijen , mag de verbinterus zonder vooraf- gaande opzegging of vóór het verstrijken van de bepaakle tijd verhreken wegens dringende redenen die aan het ocr- deel van de rechter worden overqelaten.
Het ontsJag wegens dringende redenen mag niet meer zonder opzegging of vóór het verstrijken van de termijn worden gegeven wanneer het Ieit dat het zou gerecht- vaardigd hebben sedert tenminste drie dagen bekend is aan de partij die het inroept.
Alleen de redcnen waarvan kennis wordt gegeven bij aangetekende brlel, gezonden binnen drie dagen na het ontslag kunnen worden ingeroepen tot rechtvaardiging van het ontsJag zonder opzegging of v6ór het verstrijken van de termijn.
De bepalingen van dit artikeJ doen, in vcorkomend geval, geen afbreuk aan het recht op schadevergoeding in hoofde van de partij die de dringende rcden inroept.
Art. 26,
De vrouwelijke dienstbode heeft het recht de arbeïds- overeenkornsten zonder opzegging te beéindiqen indien de echtqenote van de werkqever of elke andere vrouw, die het huishouden bestuurde bij de sluiting van de arbeids-
'overeenkomst, niet meer onder hetzelfde dak woont als
de werkqever.
qui aurait dù être rcspertèe si le contrat avait été fait sans terme.
Art. 25.
Chacune des parties peut. sans préavis ou avant I'expira- tian ÙU terme déterminé. rompre l'engagement pour motifs urgents laissés à l'appréciation du juge.
Le congé pour motifs urgents ne péut plus être donné sans préavis 0\1 avant l'expiration du terme lorsque le fait qui l'aurait justifié est connu depuis trois jours au moins par la partie qui l'invoque.
Peuvent seuls être invoqués pour justifier Je congé sans préavis Oll avant l'expiration du terme, les motifs notifiés par lettre recommandée expédiée dans les trois jours du congé.
Les dispositions de cet article sont sans préjudice, Je cas échéant, du droit à tous dommages et intérêts dans le chef de la partie qui invoque le-motif urgent.
Art. 26.
La travailleuse domestique a Je droit de mettre fin. sans préavis, au contrat de travail lorsque l'épouse de l'em- ployeur, ou toute autre femme dirigeant le ménage Jars de la conclusion du contrat, cesse d'habiter sous le même toit que l'employeur.
Art, 27.
De arbeidsovereenkomst kan worden vernietiqd, wan- neer het bewezen is dat de aan de dienstbode toegekende bezoldiging lager is dan de bezoldiging die hem normaal diende verleend te worden.
De vordering tot nietigverklaring moet, op straf van verval, worden ingesteld binnen drie maanden na het slui- ten van de arbeidsovereenkomst.
Bij de nietigverklaring kent de rechter schadeverqoe- ding toe indien daartöe gronden bestaan,
HOOFDSTUK V,
Speciale bepelinqen POOI' de minderjarige.
Art. 28.
De minderjarige kan een arbeidsovereenkomst aanqaan, mits de uitdrukkelijke toelating van zijn vader of voogd.
ßij uebrek aan deze toelating, is hel tweede lid van arti- kei 34 van de wet van 10maart 1900 betreffende de arbeidsovereenkomst van toepassinq.
Art. 29.
De artikelen 35 en 36 Vi\J1 de wet van 10maart 1900
betreffende de arbeidsovcreenkornst zij n toepasselijk op de minderjarige dicnstboden.
Art. 27.
Le contrat peut être rescindé lorsqu'il est démontré que la rémunération accordée au travailleur domestique est infé- rieure de plus de la moitié à celle qui aurait do normale- ment lui être allouée,
L'action en rescision doit, à peine de déchéance, être in- tentée dans les trois mois de la conclusion du contrat.
En prononçant Ja rescision, le juge allouera s'il y a lieu des dommages et intérêts.
CHAPITRE V.
Dispositions spéciales concernant le mincltr d'âge.
Art. 28,
Le mineur d'âge est capable d'engager son travail moyen- nant l'autorisation expresse cle son père ou de son tuteur.
A défaut de cette autorisation, l'alinéa 2 de l'article 34 de la loi du 10 mars 1900 sur le contrat de travail est appli- cable.
Art. 29,
Xxx xxxxxxxx 00 xx 00 xx xx xxx du 10mars 1900 sur le contrat de travail sont applicables aux travailleurs domes- tiques mineurs.
81 (1965-1966) N. 1
[ 10 ]
Art. 30.
In geval van beëindiging of verbreking van de arbeids- overeenkomst, is de werkgever er toe gehouden onmiddellijk de persoon er van te verwittiqen. die belast is met de ge- wone bewaking van de niet ontvoogde inwonende minder- jarige dienstbode,
HOOFDSTUK VI.
Algemene bepalinq,
Art. 31.
Van de bepalingen van deze titel mag niet worden afge- weken ten nadele van de dienstbode.
TITEL Il.
Arbeidsreq lementerinq, Art. 32,
Het is verboden, de dienstboden, welke minder dan 11 jaar oud zijn of die welke nan hun schoolplichten niet zou- den voldaan hebben op de daq van de inwerkingtreding
der overeenkomst, te doen of te laten werken.
Art. 33.
Het is verboden de vrouwelijke dienstboden te doen of te laten werken gedurende de periode van zes weken die op hun bevalling volgt.
Art. 34,
De duur van de werkelijke arbeid van de dienstboden mag niet meer bedragen dan acht lllll' per dag en vij] en veertiq uur per week.
Deie bepaling is niet toepasselijk op de huisbewaarders boven 21 jaar,
Art. 35.
De arbeidsdaq is begrepen tussen 6 L111r's morgens en la
uur 's avonds.
Deze bepaling is nier toepasselijk :
Il) op het werk van autobestuurders, particulière bos- wachters en huisbewaarders;
b ) op de ingevolge overmacht nodig gedane werken;
c) op de voor de goede gang van het gezin buitengewone drinqcnde ('11 volstrekt noodzakelij ke werken.
Art. 36.
Een onondcrbrcken rust van 10 LIllI' moet aan de dienst- bode verzekerd wor den.
Daarenboven heeft de dienstbode recht op een half Ulll'
rust pel' maaltijd.
Art. 30.
En cas de cessation ou de rupture du contrat, l'em- ployeur est tenu d'en avertir immédiatement la personne qui a la garde habituelle du travailleur domestique interne mineur, non émancipé.
CHAPITRE VI.
Disposition générale.
Art. 31.
Il ne peut être dérogé aux dispositions du présent titre au détriment du travailleur domestique.
TITRE II.
De la réglementation du travail.
Art. 32.
Il est interdit de faire Ott de laisser travailler les travail- leurs domestiques âgés de moins de 11 am ou ceux qui n'auraient pas satisfait à leurs obligations scolaires au jour de l'entrée en vigueur du contrat.
Art. 33.
Il est interdit de faire ou de laisser travailler les travail- leuses domestiques pendant la période de six semaines qui suit leur accouchement.
Art. 34.
La durée du travail effectif des travailleurs domestiques ne peut excéder huit heures par jour ni quarante-cinq heu- res par semaine.
Cette disposition n'est pas applicable aux concierges âgés de plus de 21 ans.
Art. 35.
La journée de travail est comprise entre 6 heures du ma tin et lOheures d u soir.
Cette disposition ne s'applique pas;
a) au travail des chauffeurs d'auto, des qardes-chasse particuliers et des concierges;
b) aux travaux rendus nécessaires par un événement de force majeure;
c) aux travaux exceptionnels, urgents et indispensables à la bonne marche du ménage.
Art. 36.
Un repos ininterrompu de 10heures doit être" assuré nu travailleur domestique.
En outre, le travailleur domestique a droit à un repos d' une demi-heure par repas,
[ 11 ) 81 (1965-1966) N. 1
Art. 37.
In ieder geval heeft de dienstbode recht op een verlof van anderhalve dag per week te rekenen vanaf zaterdaq- middag tot maandagmorgen,
Art. 38.
De dienstbode heeft recht op jaarlijks verlof met loon.
De duur van dit verlof wordt berekend naar rata van anderhalve dag per maand dienst gedurende het verlof- dienstjaar.
Voor de periode van jaarlijks verlof heeft de dienstbode recht op een verlofgeld ten laste van de werkgever. Dit verlofgeld qelijk aan 10 % van het in het verlofdienstjaar verdiende brute-loon.
Het verlofdienstjaar valt samen met het kalenderjaar dat het jaar voorafgaat waarin het verlof dient te worden toe- gekend,
De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel,
Art. 39.
De werkqever moet aan de dienstbode de nodige tijd geven om zijn godsdienstige plichten zornede de uit de wet voortvloeiende burgerplichten te kunnen volbrenqen.
Onverminderd gunstiger bepalingen voorzien in de ar- beidsovereenkomst, is het koninklijk besluit genomen in uit- voering van artikel 28sexies van de wet op de arbeidsover- eenkomst, van toepassing.
Art. 40.
De minimumbezoldigingen der dienstboden worden vast- gesteld door een paritaire commissie waarvan de samenstel- ling, de werking en de bevoegdheid bij koninklijk besluit bepaald worden.
De beslissingen van deze paritaire commissie kunnen al- gemeen bmdend verklaard worden volgens de procedure voorzien door de besluitwet van 9 juni 1945.
Art. 41.
Voor de toepassing van deze wet ornvat de bezoldiging niet alleen het loon in speciën, maar tevens de voordelen in natura of de waarde van deze voordelen en waarvan het bedrag door de Koning wordt vastgesteld.
Art. 42.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid wijst de ambtenaren en beambten aan die belast zijn met het toe- zicht op de uitvoering van deze wet en van de krachtens deze wet genomen besluiten.
De in het voriqe lid bedoelde arnbtenaren en beambten zullen slechts hun opdracht uitoefenen, in elk bijzonder geval, voor zover de Minister van Tewerkstelling en Arbeid ingevolge een klacht, hen daartoe speciaal rnandateert,
Art. 43.
De werkqever, zijn aanqestelde of lasthebber, evenals de dienstbode zijn er toc gehouden aan de krachtens arti- kel 42 aangewezen arnbtenaren en beambten de inlichtin-
Art. 37.
Le travailleur domestique a, en tout cas. droit à un congé d'un jour et demi par' semaine prenant cours le samedi midi et se terminant le lundi matin.
Art. 38.
Le travailleur domestique a droit à des vacances annuelles payées.
La durée de ces vacances est calculée à raison d'un jour et demi par mois de services durant l'exercice de vacances.
Pour la période de vacances annuelles, le travailleur domestique a droit à un pécule de vacances, à charge de l'employeur. Ce pécule correspond à 10 % de la rèmunêra- tian brute proméritêe pendant J'exercice de vacances.
L'exercice de vacances coïncide avec l'année civile qui précède celle xx xxxxx xx xxxxxxxx xxx xxxxxxxx xxxxxxx xxxx xxxxxxxxx.
Xx Xxx détermine les modalités d'application du présent article.
Art. 39.
L'employeur doit fournir au travailleur domestique le 'temps nécessaire pour remplir les devoirs de son culte ainsi que les obligations civiques résultant de la loi.
Sans préjudice des dispositions plus favorables prévues par le contrat, il est fait application de l'arrêté royal pris en vertu de l'article 28sexies de la loi sur le contrat de travail.
Art. 40.
Les rémunérations minima des travailleurs domestiques sont fixées par une commission paritaire dont la composi- tion, le fonctionnement et les attributions sont déterminées par arrêté royal.
Les décisions de cette commission paritaire peuvent être rendues obligatoires suivant la procédure prévue par l'arrêté- loi du 9 juin 1945.
Art. 41.
Pour l'application de la présente loi, la rémunération com- prend non seulement le salaire en espèces, mais aussi les avantages en nature ou xx xxxxxx xx xxxx-xx, xxxx xx xxxxxxx xxx xxxx xxx xx Xxx.
Art. 42.
Le Ministre de l'Emploi et du Travail désigne les fonc- tionnaires et les agents chargés de surveiller l'exécution de la présente loi et des arrêtés pris en vertu de celle-ci.
Les fonctionnaires et les agents visés à l'alinéa précédent n'exerceront, dans chaque cas particulier, que pour autant qu'à la suite d'une plainte, le Ministre de l'Emploi et du Travail les ait spécialement mandatés à cet effet.
Art. 43.
L'employeur, son préposé ou son mandataire, ainsi que le travailleur domestique, sont tenus de fournir aux fonction- naires et aux agents désignés en vertu de l'article 42, les
81 (1965-1966) N. 1
[ 12 J
gen te verstrekken, welke zij vragen om zich van de nale- ving der wet en dezer uitvoeringsbesluiten te kunnen ver- gewissen.
In geval van inbreuk, maken bedoelde ambtenaren en beambten processen-verbaal op, waarvan een afschrift aan de overtreder wordt toegezonden binnen 7 daqen, op straf van nietigheid.
Art. 44.
,
Elke inbreuk op de bepalingen van de artikelen 32 tot en met 41 en op de uitvoeringsbesluiten er van zal gestraft worden met een geldboete van 1 tot 25 frank.
De geldboete is zo dikwijls toepasselijk als er personen waren die in overtreding van verrnelde artikelen en besluiten werden tewerkqesteld zonder dat het totaal der geldboeten 2 000 F te boven gaan.
Art. 45.
Zal gestraft worden met e~n gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 maand en met een geldboete van 26 tot 200 F of enkel met een van deze straffen, al wie het krachtens deze wet ingericht toezicht zal hebben verhinderd.
Art. 46.
Al wie, nadat hij bij toepassing der artikelen 4:4 en 4:5 werd veroordeeld, binnen het jaar volgend op de datum van die veroordeling een nieuwe inbreuk zal hebben ge- pleegd, die bij een van die bepalingen wordt gestraft, zal kunnen veroordeeld worden tot een straf die het dubbel van het bepaalde maximum kan belopen,
Art. 47.
Het Eerste boek van het Strafwetboek, Hoofdstuk VII en artikel 85 niet uitgezonderd, is toepasselijk op de bij deze wet bedoelde inbreuken.
Art. 4:8.
Deze wet draagt als titel « Wet op het huispersoneel »,
14: decernber 1965.
renseignements qu'ils demandent pour s'assurer de l'obser- vation de la loi et de ses arrêtés d'exécution.
En cas d'infraction, lesdits fonctionnaires et agents dres- sent des procès-verbaux dont une copie est adressée au contrevenant dans les 7 jours, à peine de nullité.
Art. 44.
Toute infraction aux dispositions des articles 32 à 41 inclusivement et à leurs arrêtés d'exécution sera punie d'une amende de 1 à 25 F.
L'amende est applicable autant de fois qu'il y a eu de personnes occupées en contravention aux dits articles et arrêtés, sans que le total des amendes puisse excéder 2000 F.
Art. 45.
Sera puni d'un emprisonnement de 8 jours à 1 mois et d'une amende de 26 à 200 F ou d'une de ces peines seulement, quiconque aura mis obstacle à la surveillance organisée en vertu de la présente loi.
Art. 46.
Quiconque ayant été condamné en application des arti- eies 4:4 et 4:5 aura, clans l'année à compter de la date de cette condamnation, commis une nouvelle infraction punie par une de ces dispositions pourra être condamné à une peine allant jusqu'au double du maximum prévu.
Art. 47.
Le livre Ie,' du Code pénal, le Chapitre VII ainsi que l'article 85 inclus, est applicable aux infractions prévues par la présente loi.
Art. 48.
La présente loi portera le titre de « Loi sur le personnel domestique ».
14 décembre 1965.
J. POSSaN,
L. VERHENNE,
X. XXXXXX,
R. P1;;TRE,
X. XXXXXXXX-XXXXXXX,
PI. DE PAEPE.