MODEL STAGEOVEREENKOMST BALIE PROVINCIE ANTWERPEN en BALIE LIMBURG
MODEL STAGEOVEREENKOMST
BALIE PROVINCIE ANTWERPEN en BALIE LIMBURG
TUSSEN:
Meester ...
advocaat, kantoorhoudende te ...
hierna genoemd: "de stagemeester", opgenomen op de lijst van erkende patroons van de balie te …..
EN
...
met woonplaats te ...
hierna genoemd "de stagiair"
EN
...
voor wat de aan de stagiair verschuldigde vergoeding en terugbetaling van kosten betreft
hierna "het kantoor"
vertegenwoordigd door …
WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:
artikel 1: voorwerp van de overeenkomst:
Deze overeenkomst wordt afgesloten overeenkomstig de Codex Deontologie voor advocaten, Deel II, Hoofdstuk II.1 De Stage, art. 25-39 en het stagereglement van de Orde van advocaten bij de rechtbank Antwerpen en Limburg.
De overeenkomst wordt uitgevoerd op zelfstandige basis, zonder enig dienstverband.
De stagemeester waakt erover dat de stagiair zijn activiteiten uitoefent met naleving van de deontologische regels en dat de stagiair kennis en praktische vaardigheden verwerft.
De stagemeester houdt zich ter beschikking van de stagiair voor het verlenen van bijstand en het geven van richtlijnen.
artikel 2: aanvang van de stageovereenkomst:
(schrappen wat niet past)
De overeenkomst neemt een aanvang bij de eerste inschrijving, zijnde op de datum van de opname op de lijst van de advocaten-stagiairs, zoals te bepalen bij de beslissing van de raad van de Orde.
De Partijen verklaren te weten dat tot op de datum van opname op de Lijst van stagiairs ingevolge de beslissing van de Raad van de Orde, de stagiair de toga niet mag dragen, geen handelingen mag stellen als advocaat, geen stukken mag ondertekenen als advocaat en zich niet als advocaat mag uitgeven (onder meer op de sociale media en/of de website van het kantoor). De stagiair is ervan op de hoogte dat hij tot op de datum van opname op de Lijst van Stagiairs niet kan genieten van de collectieve voorzieningen van de balie (zoals de beroepsaansprakelijkheidsverzekering, hospitalisatieverzekering, verzekering tegen arbeidsongeschiktheid,…). Eventuele handelingen gesteld voor het Kantoor voorafgaand aan de opname op de Lijst van stagiairs kunnen hooguit worden gesteld als (zelfstandig) jurist.
of
De overeenkomst neemt een aanvang (in geval van wijziging van stagemeester) op de datum zoals goedgekeurd bij beslissing van of geacteerd door de raad van de Orde.
artikel 3: prestaties van de stagiair:
De prestaties van de stagiair worden dagelijks (voltijdse beschikbaarheid) verricht.
De stagemeester verleent aan de stagiair de nodige tijd om bij voorrang zijn stageverplichtingen te vervullen.
Indien zich tijdens de duur van de stage een verminderde beschikbaarheid voordoet, dienen de partijen hieromtrent duidelijke, schriftelijke afspraken te maken en mee te delen aan de Stagecommissie die hierover advies verstrekt aan de stafhouder en de raad van de Orde.
artikel 4: plichten van de stagiair:
De stagiair behartigt de zaken die hem door de stagemeester zijn toevertrouwd met de nodige ijver en zorg. Hij heeft de plicht een zaak te weigeren die hij naar eer en geweten niet gelooft rechtvaardig te zijn.
De stagiair volgt de beroepsopleiding georganiseerd door de OVB en woont gedurende de gehele duur van zijn stage de vergaderingen van het Bureau voor Juridische Bijstand stipt bij.
De stagiair voert de taken uit die hem door de stafhouder of in het kader van de juridische bijstand worden opgelegd.
artikel 5: kantoor en uitrusting:
De stage wordt in principe vervuld vanuit het kantoor van de stagemeester die daartoe de nodige middelen en ruimte ter beschikking stelt overeenkomstig het oogmerk en de noodwendigheden van de stage en de waardigheid van het beroep, zoals kantoorruimte, bibliotheek, telefoon, fax, computer, secretariaat, vergaderruimte.
Deze uitrusting wordt gebruikt voor de eigen zaken van de stagiair met inbegrip van de zaken toegewezen door het Bureau voor Juridische Bijstand of door de stafhouder.
De stagemeester en de stagiair kunnen overeenkomen dat de stagiair een vergoeding betaalt voor het gebruik van de lokalen, de infrastructuur of andere kantoorkosten. Deze vergoeding kan nooit tot gevolg hebben dat afbreuk wordt gedaan aan de vergoeding vermeld in artikel 36 van de Codex Deontologie.
artikel 6: vergoeding van de stagiair:
De vergoeding van de stagiair, in onderling overleg tussen de stagemeester en stagiair bepaald, bedraagt maandelijks, exclusief BTW:
€……………….. voor het eerste stagejaar
€……………….. voor het tweede stagejaar
€……………….. voor het derde stagejaar
De vergoeding wordt maandelijks betaald en deze betaling geschiedt uiterlijk ………
Deze vergoeding mag in geen geval lager zijn dan de minimumvergoeding zoals opgenomen in artikel 36 van de Codex Deontologie. (vanaf 1.09.2020 1800 € voor het eerste stagejaar en 2.200 € vanaf het tweede jaar)
De verplaatsingskosten worden afzonderlijk vergoed en niet meegerekend bij de bepaling van de minimumvergoeding.
Indien deze vergoeding de minimumvergoeding bedraagt zoals opgenomen in artikel 36 van de Codex Deontologie, wordt deze jaarlijks aangepast, conform de beslissing van de algemene vergadering van de OVB.
De stagemeester verleent aan de stagiair minimaal 5 werkdagen voor de voorbereiding van de examens tot het behalen van het bekwaamheidsattest (art. 46 Codex Deontologie) , zonder dat dit tot een verminderde vergoeding wegens verminderde beschikbaarheid leidt.
artikel 7: terugbetaling van kosten:
Indien de stagiair zich moet verplaatsen in opdracht van de stagemeester, betaalt de stagemeester de stagiair een bedrag van … € per kilometer. (voor Balie Provincie Antwerpen: Dit bedrag mag in geen geval minder zijn dan het door de Raad van de Orde bepaalde bedrag per kilometer. (artikel 38.1 Codex Balie Provincie Antwerpen)).
Indien de verplaatsing gebeurt met het openbaar vervoer, wordt de prijs van het gebruik van het openbaar vervoer terugbetaald.
De verplaatsingskosten worden afzonderlijk vergoed.
De verplaatsingskosten worden aangerekend vanaf het kantoor.
artikel 8:
Alle bedragen die ingevolge deze overeenkomst aan de stagiair betaald moeten worden door de stagemeester en/of het kantoor zijn expliciet "exclusief BTW".
( schrappen wat niet past)
De stagiair komt met zijn stagemeester en/of kantoor overeen om de normale BTW - regeling te volgen. Derhalve zal de stagiair maandelijks aan de stagemeester/ het kantoor een factuur toezenden, tegen de 15de van de maand volgend op de maand waarin de diensten werden verleend, waarin enerzijds de ingevolge artikel 6 overeengekomen vergoeding en anderzijds de ingevolge artikel 7 verschuldigde terugbetaling van kosten, met betrekking tot de voorafgaande maand, gefactureerd worden met toepassing van de BTW ( behalve voor zover gebruik gemaakt kan worden van het regime van de voorgeschoten kosten als bedoeld in artikel 28, 5°, WBTW en/of gebruik kan worden gemaakt van de vrijstelling waarvan sprake in randnummer 16 juncto 14 van de Circulaire 47/2013 (E.T. nr. 124.411) d.d. 20 november 2013 ( hierna genoemd "de circulaire")).
OF
(schrappen wat niet past)
De stagiair komt met zijn stagemeester en/of kantoor overeen om gebruik te maken van de "facultatieve bijzondere regeling" geformuleerd in de randnummers 164 e.v. van de circulaire AAfisc nr. 47/2013 (E.T. 124.411) d.d. 20 november 2013. Derhalve zal de stagemeester/ het kantoor instaan voor de opstelling van alle facturen in naam van de stagiair voor wat de vergoedingen betreft die de stagemeester/ het kantoor aan de stagiair verschuldigd is. Verder zal de stagemeester/ het kantoor de desbetreffende BTW-verplichtingen ( waaronder het voldoen van de verschuldigde BTW) en BTW-formaliteiten op zich nemen ( met uitzondering van de activering van het BTW-identificatienummer, waarvoor de stagiair zelf verantwoordelijk blijft).
De stagemeester/ het kantoor is echter niet verantwoordelijk voor de BTW-verplichtingen die voortvloeien uit prestaties die de stagiair niet voor zijn stagemeester/ het kantoor verricht, maar voor derden. Voor deze prestaties aan derden zal de stagiair zelf de nodige BTW-formaliteiten moeten verrichten en de BTW voldoen overeenkomstig randnummer 185 van de circulaire AAfisc nr. 47/2013 (E.T. 124.411) d.d. 20 november 2013.
artikel 9: afwezigheid:
In onderling overleg tussen stagemeester en stagiair worden minstens 20 werkdagen afwezigheid verleend, waarvan 10 opeenvolgende werkdagen, zo de stagiair hierom verzoekt.
Tijdens de afwezigheid van de stagiair en met naleving van de afspraken met betrekking tot het verder behandelen van de hem toevertrouwde dossiers, wordt de maandelijkse vergoeding overeenkomstig artikel 6 van huidige overeenkomst betaald.
artikel 10: einde van de overeenkomst:
De stageovereenkomst neemt automatisch een einde op het ogenblik dat de stagiair op het tableau wordt ingeschreven.
De overeenkomst neemt een einde bij de weglating of de schrapping van de lijst van de stagiairs, evenals bij onderbreking van de stage.
De schorsing van de stage maakt geen einde aan huidige overeenkomst. Enkel de wederzijdse verplichtingen van de stagemeester en de stagiair worden voor de periode van de schorsing geschorst.
Bij het einde van de stageovereenkomst leggen stagemeester en stagiair een eindverslag neer bij de stagecommissie.
De intentie tot een vroegtijdige beëindiging van de stageovereenkomst evenals de redenen, de wijze en de modaliteiten van de beëindiging van de overeenkomst zal voorafgaandelijk worden meegedeeld aan de stagecommissie, die hierover advies verstrekt en desgevallend oproept in verzoening of bemiddeling.
Iedere partij kan de stageovereenkomst vóór het einde van de stage schriftelijk beëindigen met inachtneming van een redelijke opzegtermijn, minstens 3 maanden.
De partijen kunnen bij beëindiging van deze overeenkomst in onderling akkoord verzaken aan een opzegtermijn.
De beëindiging van de overeenkomst wordt tezelfdertijd ter kennis gebracht van de stagecommissie door de partij die de overeenkomst opzegt.
Gedurende de opzegperiode blijven alle bepalingen van huidige overeenkomst van kracht.
artikel 11: stagecommissie:
Partijen nemen kennis van de bevoegdheden van de stagecommissie zoals opgenomen in artikel 39 van de Codex Deontologie.
Opgemaakt te ………………….. op……………………………….. in zoveel exemplaren, als er partijen zijn, waarbij elk van de partijen een origineel exemplaar ontvangt. Een afschrift wordt overeenkomstig artikel 25 van de Codex Deontologie overgemaakt aan de stagecommissie van de Orde van advocaten.
de stagiair de stagemeester
het kantoor