SOCIAAL PLAN
SOCIAAL PLAN
Ten behoeve van reorganisaties van de
Stichting Amaris Zorggroep
pagina
INHOUD 2
Overeenkomst 4
Preambule 6
1. Doel en afspraken 7
1.1. Doel Sociaal Plan 7
1.2. Afspraken 7
2. Werkingssfeer, looptijd, hardheidsclausule, interpretatie en beschikbaarstelling Sociaal Plan 10
2.1. Werkingssfeer 10
2.2. Looptijd 10
2.3. Hardheidsclausule 10
2.4. Interpretatie 10
2.5. Beschikbaarstelling Sociaal Plan 10
3. Begripsbepalingen 11
4. Regels bij reorganisaties 13
4.1. Organisatiestructuur, formatieplaatsenoverzicht, formatieplaatsenplan 14
4.2. Besluitvorming 14
5. Boventalligheid en herplaatsingen 15
5.1. Vaststellen boventalligheid 15
5.2. Herplaatsing 15
5.3. Functieaanbod 16
5.4. Herhaalde plaatsing 16
5.5. Stroomschema herplaatsingsprocedure 17
5.6. Overige maatregelen en rechten in het kader van herplaatsing 18
5.6.1. Vacatures 18
5.6.2. Detacheren 18
6. Algemene rechten in het kader van het Sociaal Plan 19
6.1. Overgang naar andere werkgever binnen Amaris 19
6.2. Xxxxxxx bij hogere functie/gelijkwaardige functie 19
6.3. Xxxxxxx bij lagere functie 19
6.4. Onregelmatigheidstoeslag 20
7. Mobiliteitsbevorderende maatregelen 22
7.1. Werkingssfeer 22
7.2. Opzegtermijn 22
7.3. Sollicitatie 22
7.4. Onbetaald verlof 22
7.5. Recht op interne sollicitatie 22
7.6. Studiekosten 22
7.7. Jubilea 23
7.8. Reiskosten woon-werkverkeer 23
7.9. Verhuiskosten 24
7.10. Scholing 24
7.11. Outplacement 24
7.12. Voorstellen door de werknemer 24
7.13. Persoonlijk mobiliteitsplan 24
8. Bezwarenadviescommissie 26
8.1. Instelling en samenstelling 26
8.2. Taak en bevoegdheden 26
8.3. Werkwijze 26
8.4. Geheimhouding 27
Bijlagen
1. Formulier Belangstellingsregistratie 28
OVEREENKOMST
Ondergetekenden,
Werkgevers:
Stichting Amaris Zorggroep statutair gevestigd te Naarden verder te noemen Amaris, waaronder de volgende locaties ressorteren:
• Protestants Christelijke Stichting Amaris Arkemheen, Nijkerk
• Protestants Christelijke Stichting Amaris De Amerhorst, Amersfoort
• Stichting Xxxxxx Xx Xxxxxx, Xxxxxxxxxx xxx Xxxx
• Xxxxxxxxx Amaris De Veste, Naarden
• Stichting Amaris Florisberg, Muiderberg
• Stichting Christelijk Verpleeghuis Amaris Gooizicht, Hilversum
• Stichting Hervormd Woon-zorgcentrum Amaris Schoonoord, Baarn
• Stichting Johanniter Huis Amaris Theodotion, Laren
• Stichting Hervormd Woon-Zorgcentrum Amaris Voor Anker, Huizen
• Stichting Protestants Christelijk Zorgcentrum Amaris Zuiderheide, Hilversum
Werknemersorganisaties:
• Abvakabo FNV, gevestigd te Zoetermeer
• CNV Publieke Zaak, gevestigd te Den Haag
• FBZ, gevestigd te Utrecht
• NU ’91, gevestigd te Utrecht
• RMU Werknemers, gevestigd te Veenendaal/Christennetwerk GMV, gevestigd te Zwolle
komen het navolgende Sociaal Plan overeen:
Datum:
Ondertekening werknemersorganisaties:
Abvakabo FNV
X. Xxxxxxxx, bestuurder ………………………………………..
CNV Publieke Zaak
X. Xxxxxxx Bouwman, bestuurder ………………………………………..
FBZ
mevrouw mr. M.S. Langerak, onderhandelaar
arbeidsvoorwaarden ……………………………………….
NU ‘91
xxxxxxx X. Xxxxx, belangenbehartiger NU’91 ……………………………………….
regio Noord West
RMU Werknemers/Christennetwerk GMV
X. Xxxxxxxxx, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid ……………………………………….
Ondertekening werkgevers:
Stichting Amaris Zorggroep
A. Hup, bestuurder ……………………………………….
X. xxx Xxxxx, bestuurder ………………………………………..
PREAMBULE
Stichting Amaris Zorggroep zal zich steeds vaker moeten aanpassen aan veranderende regelgeving, veranderende financieringsstromen, marktwerking en andere maatschappelijke ontwikkelingen. Met elkaar staan we voor de uitdaging om alle veranderingen het hoofd te bieden, zodanig dat een goede zorg voor onze cliënten voorop blijft staan.
Voor het leveren van goede vraaggerichte zorg, dienstverlening, ondersteuning en huisvesting zijn onze medewerkers van enorm belang. De kwaliteit van onze zorg en dienstverlening wordt voor een zeer groot deel bepaald door het directe contact tussen onze medewerkers en onze cliënten.
Met dit sociaal plan wil Amaris als goed werkgever en met inachtneming van de beschikbare middelen, de rechtspositionele gevolgen voor de medewerkers van eventuele veranderingen zo goed mogelijk opvangen.
Een belangrijk uitgangspunt van dit sociaal plan is dat er geen gedwongen ontslagen zullen plaatsvinden. Afgesproken is dat wanneer zich onvoorziene omstandigheden voordoen, waardoor naleving van dit sociaal plan in redelijkheid niet verwacht kan worden, de bij de totstandkoming van dit sociaal plan betrokken partijen met elkaar in overleg zullen treden over de dan ontstane situatie.
Hoofdstuk 1. Doel en afspraken
1.1. Doel Sociaal Plan
Het Sociaal Plan heeft als doel om, met handhaving van de reeds bestaande rechtspositie, optredende rechtspositionele gevolgen voor één of meer werknemers, die voortvloeien uit een reorganisatie, zoveel mogelijk op te vangen. Het Sociaal Plan voorziet daartoe in een serie maatregelen die een aanvulling zijn op de CAO Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg en XXX Xxxxxxx & Maatschappelijke Dienstverlening
1.2. Afspraken
In dit plan zijn de volgende afspraken gemaakt:
a. Tijdens de looptijd van het sociaal plan zullen als gevolg van reorganisaties geen gedwongen ontslagen plaatsvinden, tenzij er sprake is van onvoorziene omstandigheden, zoals bedoeld in lid h. van dit artikel of van een situatie als omschreven in de artikelen 5.3 en 5.4.
b. De werkgever en werknemer zijn verplicht om mee te werken aan de uitvoering van dit Sociaal Plan.
c. De werknemer dient te werken in een functie waarvoor hij voldoende capaciteiten en competenties heeft. De capaciteiten en competenties van de werknemer moeten zo veel mogelijk tot hun recht komen.
d. Extra zorgvuldig zal worden omgegaan met werknemers in kwetsbare situaties. De werkgever zal specifiek aandacht besteden aan oudere werknemers en zich daarbij richten op het optimaal aanpassen van functies, werkplek en arbeidstijden. Er kan een situatie ontstaan dat de werknemer niet verwijtbaar niet inpasbaar is in de nieuwe situatie na reorganisatie. Werkgever en werknemer kunnen dan op basis van maatwerk tot een oplossing komen.
e. Uitgaande van de continuïteit van zorgverlening/bedrijfsvoering zal een voortdurende afweging plaatsvinden van sociale, economische en organisatorische factoren.
f. Bij het vervullen van nieuwe functies hebben medewerkers die re-integreren dezelfde status als herplaatsingskandidaten.
g. Dit Sociaal Plan laat onverlet hetgeen is vastgelegd in de vigerende rechtspositie en/of de individuele arbeidsovereenkomst.
h. Indien er zich, naar het gezamenlijk oordeel van partijen, onvoorziene omstandigheden voordoen waardoor van de werkgever in alle redelijkheid niet verlangd kan worden zich aan het Sociaal Plan te houden, treden partijen bij dit Sociaal Plan binnen één maand na melding van de onvoorziene omstandigheden in overleg teneinde te komen tot een wijziging van het bestaande Sociaal Plan dan wel tot de opstelling van een nieuw Sociaal Plan.
i. Onverlet het bepaalde in het voorgaande punt plegen partijen jaarlijks overleg over de voortgang en eventuele bijstelling van het Sociaal Plan op grond van nieuwe inzichten
en regelgeving. Indien maatregelen van kracht worden die dit artikel betreffen, wordt zo snel mogelijk opnieuw overleg gevoerd.
j. Iedere werknemer heeft er recht op te weten welke rechten en plichten van toepassing zijn en op welke voorzieningen een beroep kan worden gedaan.
k. Het personeelsbeleid is erop gericht om elke werknemer zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, rekening houdend met de specifieke leeftijdsfase waarin de werknemer zich bevindt. De werkgever zal bij reorganisatie specifiek aandacht besteden aan de oudere werknemers. De werkgever zal zich daarbij richten op het optimaal aanpassen van functie, werkplek en arbeidstijden. Mocht dit desondanks leiden tot het niet voldoen aan de gestelde eisen conform de functieomschrijving, dan verplicht de werkgever zich een zorgvuldige oplossing te vinden.
l. Indien een functie niet vervalt, maar uitsluitend het aantal werknemers dat aan de functie-eisen voldoet het aantal formatieplaatsen overtreft, zullen bij de invulling van de personele bezetting de anciënniteit van betrokken werknemers de herplaatsingsvolgorde bepalen. Indien op basis hiervan geen uitsluitsel kan worden gegeven, geldt leeftijd als aanvullend criterium, waarbij oud voor jong gaat.
De werkgever streeft, via het bestaande HRM-beleid, actief naar het bewerkstelligen van een zo evenwichtig mogelijke spreiding van leeftijdscategorieën binnen de verschillende organisatieonderdelen. Indien het toepassen van het anciënniteitsprincipe, in vergelijking met het afspiegelingsprincipe, voor een bepaalde reorganisatie leidt tot een onevenwichtiger leeftijdsopbouw binnen de betreffende afdeling(en) of functie(s) ten opzicht van de leeftijdsopbouw binnen de afdelingen(en) of functie(s) voor de reorganisatie, en de leeftijdsopbouw na reorganisatie zal leiden tot aantoonbare problemen, kan de werkgever voorstellen het afspiegelingsbeginsel (laagste anciënniteit per leeftijdscategorie) toe te passen in plaats van het anciënniteitsprincipe. Dit voorstel heeft het karakter van een voorgenomen besluit.
De werkgever motiveert het voornemen om af te wijken van het anciënniteitsprincipe. Een voorgenomen besluit tot afwijking van het anciënniteitsprincipe dient gemotiveerd te worden aan de hand van een kwalitatief en een kwantitatief criterium.
Met betrekking tot het kwantitatieve criterium dient aangetoond te worden dat de leeftijdsopbouw na de reorganisatie met gebruikmaking van het anciënniteitsprincipe onevenwichtiger is dan de leeftijdsopbouw voor de reorganisatie. Met betrekking tot het kwalitatieve criterium dient gemotiveerd te worden dat deze onevenwichtigere leeftijdsopbouw na reorganisatie zal leiden tot aantoonbare problemen in de bedrijfsvoering. Hierbij moet met name worden gedacht aan aantoonbare problemen met betrekking tot roostering, spreiding van taken, ervaring en kennis binnen de afdeling of functie, loopbaankansen, ontwikkelingsmogelijkheden en/of het teniet doen van recente stappen die de werkgever heeft gezet in het bewerkstelligen van een evenwichtige samenstelling binnen de betreffende functie.
Nadat werkgever een voorgenomen besluit tot afwijking van het anciënniteitsprincipe heeft ingediend, treden partijen bij dit sociaal plan zo spoedig mogelijk in overleg.
Indien, indachtig het bovenstaande en gehoord het oordeel van de (Centrale) Ondernemingsraad, de werknemersorganisaties die partij zijn bij dit Sociaal Plan het oordeel van de werkgever deelt dat van de werkgever in redelijkheid niet verlangd kan worden het anciënniteitsprincipe toe te passen, zal de werkgever voor de betreffende reorganisatie worden toegestaan af te wijken van het uitgangspunt van anciënniteit.
m. De beperkte looptijd van het sociaal plan laat onverlet dat artikelen in dit sociaal plan op grond van hun inhoud ook nadien van toepassing blijven.
n. Binnen de te onderscheiden bedrijfseenheden blijven de CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg en de XXX Xxxxxxx & Maatschappelijke Dienstverlening van toepassing.
o. Indien een medewerker een aanspraak heeft uit hoofde van een sociaal plan dat voor de ingangsdatum van dit sociaal plan is afgesloten, prevaleert die aanspraak voor zover de rechten daarvan uitstijgen boven de in dit sociaal plan vermelde rechten.
p. Medewerkers die tengevolge van de reorganisatie problemen ondervinden, kunnen voor verdere ondersteuning gebruik maken van de vakbondsconsulent.
Hoofdstuk 2. Werkingssfeer, looptijd, hardheidsclausule, interpretatie en beschikbaarstelling Sociaal Plan
2.1. Werkingssfeer
Het Sociaal Plan vindt toepassing bij een wijziging in de organisatie met rechtspositionele gevolgen voor één of meer werknemers als gevolg van een besluit door de bestuurder in de zin van de WOR. Het Sociaal Plan is van toepassing op werknemers, die vallen onder het begrip ‘Werknemer”, zoals genoemd in hoofdstuk 3. Begripsbepalingen en die een arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen met de Stichting Amaris Zorggroep of één van haar dochterstichtingen, zoals genoemd in hoofdstuk 3. Begripsbepalingen onder “Werkgever”.
2.2. Looptijd
Dit Sociaal Plan treedt in werking op 1 januari 2012 en is geldig tot en met 31 december 2014. Uiterlijk een half jaar voor de expiratiedatum treden partijen in overleg over een eventuele verlenging van de werkingsduur. De werkgever neemt hiertoe contact op met de werknemersorganisaties. Indien niet drie maanden voor expiratie door één der partijen wordt opgezegd, zal de geldigheidsduur automatisch met één jaar worden verlengd. Garanties met een langere werkingsduur dan dit Sociaal Plan worden ook na ommekomst van het Sociaal Plan gehandhaafd.
2.3. Hardheidsclausule
In gevallen waarin de toepassing van het Sociaal Plan leidt tot een onbillijke situatie voor de individuele werknemer zal de werkgever in een voor de werknemer gunstige zin van dit Sociaal Plan afwijken.
2.4. Interpretatie
Interpretatie van dit Sociaal Plan is voorbehouden aan partijen bij dit plan.
2.5. Beschikbaarstelling Sociaal Plan
De werkgever draagt er zorg voor dat elke werknemer kennis kan nemen van de inhoud van dit Sociaal Plan.
Hoofdstuk 3. Begripsbepalingen
In dit Sociaal Plan wordt verstaan onder:
Afspiegelingsbeginsel
Het personeelsbestand binnen het formatieplaatsenplan wordt onderverdeeld in leeftijdsgroepen van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder. Binnen die leeftijdsgroepen wordt vervolgens anciënniteit toegepast.
Anciënniteit
Het aantal dienstjaren aaneengesloten doorgebracht bij de werkgever en diens rechtsvoorgangers(s). Indien de diensttijd eenmalig is onderbroken voor een periode van maximaal drie maanden, wordt dit beschouwd als een ononderbroken periode. De periode direct voorafgaand aan het dienstverband, waarin men als uitzendkracht bij de werkgever heeft gewerkt, geldt ook als diensttijd. Een periode van onbetaald verlof geldt ook als diensttijd. Als peildatum voor de bepaling van het aantal dienstjaren geldt de datum waarop het desbetreffende formatieplaatsenplan wordt vastgesteld.
Anciënniteitsbeginsel
Het toepassen van een onderscheid op grond van het aantal dienstjaren tussen werknemers die een gelijke aanspraak hebben.
Belangstellingsgesprek
Gesprek tussen werkgever en herplaatsingskandidaat, waarin onder meer aan de orde komt welke herplaatsingsmogelijkheden en –wensen er zijn. De door de herplaatsingskandidaat verstrekte informatie wordt schriftelijk vastgelegd.
Bezwarenadviescommissie
De op grond van dit Sociaal Plan ingestelde commissie.
Detacheren
Het gedurende een bepaalde tijd met instemming van de werknemer bij een andere werkgever werkzaam zijn, waarbij het dienstverband met de werkgever gehandhaafd blijft.
Formatieplaats
Een formatieplaats wordt als eenheid gehanteerd om een functie in een aantal arbeidsuren uit te drukken. De grootte van formatieplaats is gerelateerd aan een voltijds dienstverband.
Formatieplaatsenoverzicht
Een overzicht van functies, functie-eisen, bijbehorende indelingen en het aantal formatieplaatsen op een bepaald moment.
Formatieplaatsenplan
Een overzicht van functies en formatieplaatsen in de nieuwe situatie (na reorganisatie) met een omschrijving van eisen, inhoud en niveau van alle functies.
Functie, dezelfde
De in een vastgestelde functiebeschrijving omschreven taken en werkzaamheden die gelijk zijn aan de huidige functie.
Functie, gelijkwaardige
De in een vastgestelde functiebeschrijving omschreven taken en werkzaamheden die voor wat betreft functie-eisen, voorzover mogelijk de verantwoordelijkheden en bevoegdheden, en waardering en indeling niet of nagenoeg niet afwijken van de huidige functie.
Functie, geschikte
De in een vastgestelde functiebeschrijving omschreven taken en verantwoordelijkheden die buiten het domein van een passende functie vallen en die qua inhoud en verantwoordelijkheden naar de mening van werknemer en werkgever kan worden uitgeoefend en die de werknemer bereid is te accepteren.
Functie, hogere
Een functie die in één hogere FWG-functiegroep is ingedeeld.
Functie, lagere:
Een functie die in één lagere FWG-functiegroep is ingedeeld.
Functie, nieuwe
Een functie die qua aard en inhoud wezenlijk verschilt van de functies in de oude situatie en tevens qua opleiding, functieniveau en/of functie-eisen/competenties verschilt, en in het formatieplaatsenoverzicht van voor de reorganisatie niet voorkwam. Indien de werkgever van mening is dat er sprake is van nieuwe functies, worden deze in het formatieplaatsenplan benoemd en bij adviesaanvraag als bijlage opgenomen.
Functie, passende
Een functie die, gelet op het niveau van de huidige functie, de genoten opleiding of binnen afzienbare tijd af te ronden opleiding, werkervaring en persoonlijke omstandigheden, redelijkerwijs aan de werknemer kan worden opgedragen. Hierbij is de verwachting dat de werknemer voldoet aan de functie-eisen dan wel binnen een redelijke termijn zal kunnen voldoen aan de gestelde functie-eisen. Een passende functie kan één hoger, een gelijk als ook een maximaal één FWG-niveau lager salarisniveau hebben.
Functieniveau
De functiewaarde (functiegroep) die aan een functie is toegekend door middel van het functiewaarderingssysteem gezondheidszorg (FWG 3.0).
Herplaatsing
Het plaatsen van de werknemer door de werkgever in een functie in verband met het feit dat als gevolg van de reorganisatie de huidige functie van werknemer komt te vervallen.
Herplaatsingskandidaat
Werknemer die als gevolg van boventalligheid in aanmerking komt voor herplaatsing.
Outplacement:
Interne of externe begeleiding bij het sollicitatieproces of in het algemeen bij het zoekproces naar een nieuwe functie buiten Amaris met het doel de zoekactiviteiten te stimuleren en de effectiviteit van de sollicitatie te vergroten, waarbij de werkgever de opdrachtgever is.
Overplaatsing
Het op aanwijzing van de werkgever als gevolg van de reorganisatie op een andere plaats en/of locatie binnen Amaris gaan vervullen van dezelfde functie.
Reorganisatie:
Een verandering in de organisatie met rechtspositionele gevolgen voor één of meer werknemers als gevolg van een besluit door de bestuurder in de zin van de WOR.
Salaris:
Het voor de werknemer geldende bruto maandsalaris exclusief eindejaarsuitkering en vakantietoeslag en exclusief in de CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg of XXX Xxxxxxx & Maatschappelijke Dienstverlening genoemde toeslagen en vergoedingen.
Werkgever:
Stichting Amaris Zorggroep, statutair gevestigd te Naarden (verder te noemen Amaris), waaronder de volgende locaties ressorteren:
• Protestants Christelijke Stichting Amaris Arkemheen, Nijkerk
• Protestants Christelijke Stichting Amaris De Amerhorst, Amersfoort
• Stichting Xxxxxx Xx Xxxxxx, Xxxxxxxxxx xxx Xxxx
• Xxxxxxxxx Amaris De Veste, Naarden
• Stichting Amaris Florisberg, Muiderberg
• Stichting Christelijk Verpleeghuis Amaris Gooizicht, Hilversum
• Stichting Hervormd Woon-zorgcentrum Amaris Schoonoord, Baarn
• Stichting Johanniter Huis Amaris Theodotion, Laren
• Stichting Hervormd Woon-Zorgcentrum Amaris Voor Anker, Huizen
• Stichting Protestants Christelijk Zorgcentrum Amaris Zuiderheide, Hilversum
Werknemer: de persoon die in de zin van het Burgerlijk Wetboek een (leer)arbeidsovereenkomst heeft aangegaan met de betrokken werkgevers. Met uitzondering van:
• de medewerker in de proeftijd;
• de medewerker die een tijdelijk dienstverband heeft vanwege vervanging of vanwege een project;
• de medewerker die heeft opgezegd voordat definitief een besluit omtrent de voorgenomen maatregelen genomen is. Tenzij het duidelijk is dat de opzegging verband houdt met de aankomende wijziging en de werkgever op voorhand de medewerker tot de keuze van ontslag heeft gebracht;
• de medewerker die ontslagen wordt wegens een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW (denk o.a. aan frauduleuze handelingen, wangedrag, wanprestaties, bedreiging, misdrijven);
• de medewerker die tijdens de schoolvakantie incidenteel werkzaamheden verricht;
• de medewerker die uitsluitend als stagiaire werkzaamheden verricht;
• de medewerker die wordt ontslagen of van wie het dienstverband eindigt als gevolg van een andere reden dan als bedoeld in dit sociaal plan;
• de medewerker die ten tijde van de daadwerkelijke toepassing van dit sociaal plan de AOW leeftijd bereikt of reeds had bereikt.
• de leden van de Raad van Bestuur..
Hoofdstuk 4. Regels bij reorganisaties
4.1. Organisatiestructuur, formatieplaatsenoverzicht, formatieplaatsenplan.
a. De bestaande organisatiestructuur en het bijbehorende formatieplaatsenoverzicht wordt door de werkgever aan de werknemersorganisaties en de (Centrale) Ondernemingsraad bekend gemaakt.
b. Op basis van de organisatiestructuur na reorganisatie stelt de werkgever een formatieplaatsenplan op. Een formatieplaatsenplan geeft een indicatief overzicht van functies, personeelsformatie, de salarisschaal en eisen ten aanzien van opleiding en ervaring. In het aldus verkregen formatieplaatsenplan is het functieniveau volgens de geldende functiewaarderingssystematiek opgenomen. In het formatieplaatsenplan wordt tevens aangegeven of er sprake is van onmiddellijke plaatsing dan wel of er sprake is van boventalligheid en als gevolg hiervan herplaatsing.
4.2. Besluitvorming
De bestuurder in de zin van de WOR legt de (nieuwe) organisatiestructuur en het daarbij behorende formatieplaatsenplan voor advies voor aan de (Centrale) Ondernemingsraad conform artikel 25 van de WOR. Na vaststelling door de bestuurder in de zin van de WOR wordt het plan aan de (Centrale) Ondernemingsraad en de werknemersorganisaties bekend gemaakt. De bestuurder in de zin van de WOR informeert de (Centrale) Ondernemingsraad regelmatig over de stand van zaken met betrekking tot de reorganisatie.
Bij kleinere reorganisaties (waarbij 5 of minder werknemers betrokken zijn) die op grond van artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) niet adviesplichtig zijn, informeert de bestuurder in de zin van de WOR voorafgaand aan het voorgenomen besluit de (Centrale) Ondernemingsraad over de sociale gevolgen en de toepassing van het Sociaal Plan.
Hoofdstuk 5. Boventalligheid en herplaatsingen
5.1. Vaststellen boventalligheid
a. Een werknemer is boventallig als de functie die hij vervult (de “huidige” functie) op het moment dat de toekomstige organisatiestructuur en bijbehorende formatieruimte zijn vastgesteld vervalt.
b. Van boventalligheid is voorts sprake bij die werknemers waarvoor het aantal formatieplaatsen voor de huidige functie vermindert.
c. Een werknemer is boventallig zodra de werkgever de boventalligheid schriftelijk aan de werknemer heeft bevestigd. Deze bevestiging vindt plaats zo spoedig mogelijk na vaststelling van het in artikel 4.1. bedoelde formatieplaatsenplan.
d. Indien het aantal werknemers dat aan de functie-eisen voldoet het aantal beschikbare formatieplaatsen overtreft, wordt boventalligheid bepaald met inachtneming van de criteria genoemd onder artikel 1.2. sub l.
e. De werknemer van wie de boventalligheid is vastgesteld, krijgt de status van herplaatsingskandidaat en wordt op de herplaatsingslijst geplaatst met vermelding van datum boventalligheid.
5.2. Herplaatsing
De uitgangspunten bij herplaatsing zijn:
a. Met elke herplaatsingskandidaat wordt een belangstellingsgesprek gevoerd om te verkennen welke herplaatsingsmogelijkheden en -wensen er zijn. Aan een dergelijk gesprek kunnen door partijen geen rechten worden ontleend. Het gesprek wordt op een daartoe bestemd en als bijlage opgenomen formulier vastgelegd en door beide partijen voor waarheidsgetrouw getekend.
b. Herplaatsing mag niet leiden tot meer boventalligheid dan op grond van het formatieplaatsenplan reeds was vastgesteld in de betreffende functiegroep.
c. Er wordt naar gestreefd om elke werknemer te herplaatsen in een functie die hij/zij ambieert. Wanneer er meer kandidaten dan functies zijn, zal er op grond van de volgende afspraken worden geplaatst:
- Voldoen aan de functie-eisen op grond van kennis, ervaring en/of opleiding, dan wel binnen afzienbare termijn daaraan kunnen voldoen.
- Indien meerdere herplaatsingskandidaten voldoen aan de functie-eisen, vindt herplaatsing plaats overeenkomstig het gestelde onder artikel 1.2., lid l.
d. Aan herplaatsingskandidaten wordt bij voorrang een passende functie aangeboden. Daarbij wordt voor wat het aanbieden van functies betreft als volgorde aangehouden:
a. dezelfde functie
b. een gelijkwaardige functie
c. een functie die ingedeeld is in één hogere functiegroep
d. een functie die ingedeeld is in één lagere functiegroep.
e. Indien een werknemer in het kader van een eerdere reorganisatie reeds in een lagere functie is herplaatst, zal bij een volgende reorganisatie niet zonder zijn instemming wederom een lagere functie worden aangeboden.
f. Indien er geen passende functie beschikbaar is, zal aan de werknemer een geschikte functie worden aangeboden, zijnde een functie die buiten het domein passende functie valt, maar die de werknemer bereid is te aanvaarden.
g. Indien drie maanden na plaatsing van de werknemer op de herplaatsingslijst blijkt dat de werkgever de werknemer geen passend functieaanbod kan doen, treedt artikel 7.13 in werking. De werkgever stelt de werknemer hiervan schriftelijk in kennis.
h. Indien op het moment van het ontstaan van de boventalligheid al duidelijk is dat de functie van de medewerker binnen de organisatie niet meer voorkomt, dan wel dat
plaatsingsmogelijkheden in een andere functie evenmin tot de reële mogelijkheden behoort, treedt artikel 7.13. in werking. De werkgever stelt de werknemer hiervan schriftelijk in kennis.
5.3. Functieaanbod
a. De werkgever biedt de werknemer een passende functie aan volgens de herplaatsingsregels zoals beschreven onder 5.2. Het voorlopige herplaatsingsbesluit wordt de medewerker schriftelijk meegedeeld onder vermelding van omschrijving van de functie, alsmede van de consequenties voortvloeiende uit deze wijziging. De werknemer heeft vervolgens 14 kalenderdagen (behoudens omstandigheden waarin dit redelijkerwijs niet mogelijk is) bedenktijd.
b. Indien na het verstrijken van de bedenktijd de werknemer het passende aanbod als bedoeld in artikel 5.2. lid d. aanvaardt, neemt de werkgever een definitief besluit tot herplaatsing. De boventalligheid is daarmee opgeheven.
c. Een aanbod van dezelfde functie kan niet worden geweigerd. Indien de werknemer van oordeel is dat een aanbod van een gelijkwaardige, hogere of lagere functie niet acceptabel is, dient de werknemer dit binnen twee weken schriftelijk en met redenen omkleed aan de werkgever mee te delen.
d. De werkgever vraagt de Bezwarenadviescommissie de redelijkheid van het functieaanbod te toetsen.
e. Indien de Bezwarenadviescommissie van oordeel is dat het gedane aanbod niet redelijk is, wordt dit aanbod als niet gedaan beschouwd. De werkgever dient een nieuw aanbod te doen.
f. Indien de Bezwarenadviescommissie van oordeel is dat een aanbod ten onrechte is geweigerd, wordt de werknemer hierover door de werkgever schriftelijk geïnformeerd. De werknemer krijgt na ontvangst van dit bericht nog twee weken de gelegenheid om het passende aanbod alsnog te accepteren. Xxxxxxxx de werknemer in zijn weigering dan kan de werkgever een ontslagprocedure in werking stellen.
5.4. Herhaalde plaatsing
a. Indien binnen zes maanden na herplaatsing in een nieuwe functie blijkt dat de betrokken werknemer buiten zijn schuld niet kan voldoen aan de gestelde functie-eisen, zal de werkgever, met inachtneming van het gestelde onder 5.3., de werknemer een ander functieaanbod doen.
b. Indien de werknemer dit aanbod weigert, vraagt de werkgever de Bezwarenadviescommissie om de redelijkheid van het functieaanbod te toetsen.
c. Indien de Bezwarenadviescommissie van oordeel is dat het gedane aanbod niet redelijk is, wordt dit aanbod als niet gedaan beschouwd. De werkgever dient dan binnen drie weken een nieuw aanbod te doen. Bij niet aanvaarding legt de werkgever dit aanbod opnieuw ter toetsing voor aan de Bezwarenadviescommissie.
d. Indien de Bezwarenadviescommissie van oordeel is dat een aanbod ten onrechte is geweigerd, wordt de werknemer hierover door de werkgever schriftelijk geïnformeerd. De werknemer krijgt na ontvangst van dit bericht nog twee weken de gelegenheid om het passende aanbod alsnog te accepteren. Xxxxxxxx de werknemer in zijn weigering dan kan de werkgever een ontslagprocedure in werking stellen.
e. Indien de werknemer binnen de genoemde termijn van zes maanden te kennen geeft de nieuwe functie niet te ambiëren, zal de werkgever indien er een passende functie vacant is, deze aan de werknemer aanbieden. Indien er sprake is van herhaalde plaatsing, zal dit artikel slechts éénmalig worden toegepast.
Bovenstaande mogelijkheden worden in het hiernavolgende schema weergegeven.
5.5. Stroomschema herplaatsingsprocedure
5.6. Overige maatregelen en rechten in het kader van herplaatsing.
Indien er (nog) geen sprake is van herplaatsing binnen de vastgestelde formatie worden de volgende maatregelen genomen:
5.6.1. Vacatures
Aan werknemers die op de herplaatsingslijst zijn geplaatst, wordt voorrang gegeven op de interne arbeidsmarkt. Indien er een vacature ontstaat, wordt eerst nagegaan of er re- integratiekandidaten voor deze vacature in aanmerking komen. Indien dit niet het geval is, neemt de werkgever de volgende bepalingen in acht:
a. De vacature wordt aangeboden aan de herplaatsingskandidaten op wie het Sociaal Plan van toepassing is. Indien voor de vacature meerdere belangstellenden voldoen aan de functie-eisen, is het anciënniteitsprincipe van toepassing.
b. Als er sprake is van een passende functie, wordt de betrokken werknemer in de vacature geplaatst. Zowel vacaturehouder als werknemer is verplicht deze plaatsing te accepteren.
c. Indien de in lid b genoemde procedure niet heeft geleid tot vervulling van de vacature, wordt de vacature intern gepubliceerd overeenkomstig het wervings- en selectiebeleid.
d. Indien na een termijn van twee weken de interne vacaturestelling geen geschikte kandidaten heeft opgeleverd, kan de werkgever overgaan tot externe werving. De vacature zal tevens onder de aandacht worden gebracht van voormalige werknemers die gezien de functie daarvoor in aanmerking komen en op het moment van verandering van werkgever – anders dan na een redelijk aanbod voor een andere functie als beschreven in artikel 5.3. - kenbaar hebben gemaakt op de hoogte te willen blijven van het ontstaan van vacatures.
5.6.2. Detacheren
De werkgever kan de werknemer voor wie nog geen functie voorhanden is, ten behoeve van de vervulling van een tijdelijke vacature of in het kader van vervanging, detacheren. Dit kan zowel binnen als buiten Amaris. In overleg met de werknemer worden er afspraken gemaakt over de duur van de tijdelijke plaatsing. De arbeidsovereenkomst en arbeidsvoorwaarden blijven onverminderd van kracht. Alle kosten die direct verband houden met de detachering komen voor rekening van de werkgever. Zo worden de eventuele door de werknemer te maken reiskosten vergoed op basis van de vigerende reiskostenregeling woon-werkverkeer van de werkgever. De reistijd wordt gecompenseerd overeenkomstig het gestelde in artikel 7.8., lid d.
5.6.3. Op peil houden van deskundigheden en vaardigheden
De werkgever stelt de werknemer in de gelegenheid zijn vaardigheden, deskundigheden en eventuele beroepsregistraties op peil te houden. In ieder geval bij detachering van een werknemer of wanneer de werknemer tijdelijk geplaatst is in een andere functie. De kosten en tijd voor deze scholing worden vergoed door de werkgever.
Hoofdstuk 6. Algemene rechten in het kader van het Sociaal Plan
6.1. Overgang naar andere werkgever binnen Amaris
Indien een werknemer als gevolg van de reorganisatie overgaat naar een nieuwe werkgever binnen Amaris, zal deze werknemer overgaan met behoud van volledige rechten, of anders als dit uit de afspraken van het sociaal plan voortkomt, waaronder tenminste te verstaan: functie, salaris, salarisuitloop, datum van indiensttreding, arbeidsduur, werktijden en verworven rechten.
In de individuele arbeidsovereenkomst wordt een artikel opgenomen dan wel bij de individuele arbeidsovereenkomst wordt een aanhangsel opgenomen, dat luidt: “Deze arbeidsovereenkomst is een voortzetting van de arbeidsovereenkomst d.d. ………………
tussen de werknemer ………………… en de voormalige werkgever met
als aanvangsdatum Voor alle wettelijke en CAO-bepalingen geldt de
datum waarop de werknemer in dienst kwam van de oude werkgever als datum van indiensttreding bij de nieuwe werkgever.”
Wijzigingen in plaats van tewerkstelling en functiewijziging zijn slechts mogelijk als deze voortvloeien uit een na advies van de (Centrale) Ondernemingsraad vastgesteld formatieplaatsenplan, met inachtneming van de in dit Sociaal Plan overeengekomen afspraken.
6.2. Salaris bij hogere functie/gelijkwaardige functie
Indien de werknemer binnen Amaris een andere functie aanvaardt en deze functie hoger of op gelijkwaardig niveau is ingedeeld, vergeleken met de functie in de oude situatie, ontvangt de werknemer vanaf het moment van daadwerkelijke uitoefening van die andere functie het salaris, inclusief de uitloopmogelijkheden behorende bij de nieuwe functie. Als een medewerker door toepassing van dit sociaal plan een functie op een hoger niveau gaat uitoefenen, is daardoor niet automatisch sprake van de bevorderingsregeling uit de CAO. Het salaris wordt horizontaal overgeschaald, of wanneer dat inpassingsnummer in de hogere schaal niet aanwezig is, in het naasthogere inpassingsnummer.
6.3. Salaris bij lagere functie
Indien de medewerker een functie aanvaardt en deze functie is op een lager niveau ingedeeld, vergeleken met de oude functie, ontvangt de medewerker vanaf het moment van daadwerkelijke uitoefening van de andere functie het salaris behorende bij de nieuwe functie. Het salaris wordt horizontaal overgeschaald, of wanneer dat inpassingsnummer in de lagere schaal niet aanwezig is, in het naasthogere inpassingsnummer. Indien de medewerker in de huidige functie een salaris ontvangt welke het maximum van de nieuwe schaal overstijgt, behoudt de medewerker het huidige salaris.
- De medewerker houdt gedurende twee jaar na aanvaarding van een functie op een lager niveau recht op de bij zijn oude salarisschaal behorende uitloopperiodieken. Gedurende deze twee jaar is de medewerker verplicht de hem aangeboden passende functies op zijn oude niveau te accepteren, ook als deze functies door een andere locatie van Amaris worden aangeboden. Indien de werkgever gedurende deze twee jaar geen passende functie op het oude niveau aan de betrokken medewerker heeft aangeboden, behoudt de medewerker recht op de bij zijn oude salarisschaal behorende uitloopperiodieken.
- Het salaris wordt overeenkomstig de in de CAO afgesproken indexering aangepast.
- Wanneer na of bij het aanvaarden van een functie op een lager niveau urenuitbreiding plaatsvindt, is op deze urenuitbreiding het salaris van toepassing behorende bij de nieuwe functie.
- Als de medewerker alsnog geplaatst wordt in een functie op het niveau dat hij voordien uitoefende, wordt hij ingedeeld in de bij die functie behorende salarisschaal. Vindt deze overstap naar het oorspronkelijke niveau plaats tijdens dezelfde looptijd van het sociaal plan als ten tijde van de functiewijziging naar de lagere functie, is er bij deze wijziging naar het oorspronkelijke niveau niet automatisch sprake van promotie. Het salaris wordt horizontaal overgeschaald, of wanneer dat inpassingsnummer in de hogere schaal niet aanwezig is in het naasthogere inpassingsnummer.
6.4. Onregelmatigheidstoeslag
De medewerker die niet meer (geheel of gedeeltelijk) in aanmerking komt voor onregelmatige dienst heeft recht op de volgende compensatie:
- Medewerkers jonger dan 50 jaar, die te maken krijgen met een vermindering van ORT krijgen deze vermindering in de vorm van een tegemoetkoming als volgt gecompenseerd:
* het eerste jaar: 75% van de vermindering
* het tweede jaar: 50% van de vermindering
* het derde jaar: 25% van de vermindering.
- Medewerkers in de leeftijd van 50 tot 58 jaar krijgen deze vermindering in de vorm van een tegemoetkoming als volgt gecompenseerd:
* de eerste 12 maanden: 100% van de vermindering;
* de daaropvolgende 12 maanden: 75% van de vermindering;
* de daaropvolgende 12 maanden: 50% van de vermindering.
- Medewerkers in de leeftijd van 58 jaar en ouder krijgen deze vermindering in de vorm van een tegemoetkoming als volgt gecompenseerd:
* de eerste 12 maanden: 100% van de vermindering;
* de daaropvolgende diensttijd tot aan de uitdiensttreding: 75% van de vermindering.
Wanneer de medewerker tijdens de looptijd van de afbouwregeling in een volgende leeftijdsgroep komt, blijft de oorspronkelijke afbouwregeling gelden.
De vermindering wordt berekend over het verschil tussen:
• enerzijds het salaris verhoogd met het gemiddelde per maand van de in de afgelopen twaalf maanden genoten vergoeding voor onregelmatige dienst en
• anderzijds het – al dan niet nieuwe – salaris verhoogd met de eventueel nog te geniten gemiddelde vergoeding voor onregelmatige dienst (te meten over een periode van drie maanden na de beëindiging of vermindering van de onregelmatige dienst). Indien dit niet leidt tot een representatief beeld, wordt een vergelijking gemaakt met een reële situatie. Een periode waarin ouderschapsverlof dan wel onbetaald verlof is genoten, wordt buiten beschouwing gelaten.
De duur van de compensatieregeling kan nooit langer zijn dan de periode waarin in onregelmatige dienst is gewerkt.
Indien dezelfde functie voor de betrokken werknemer weer beschikbaar komt, wordt deze aan de werknemer aangeboden en dient hij deze functie te accepteren. Indien de werknemer de functie niet accepteert, wordt de compensatie van de vermindering van ORT per direct beëindigd
Hoofdstuk 7. Mobiliteitsbevorderende maatregelen
7.1. Werkingssfeer
De bepalingen uit dit hoofdstuk zijn - tenzij anders aangegeven - van toepassing op alle werknemers die:
a. ten gevolge van de reorganisatie door de werkgever schriftelijk als boventallig zijn aangewezen;
b. voor de boventalligstelling al geplaatst zijn in een andere functie waardoor daadwerkelijk vacatureruimte ontstaat voor boventallige werknemers;
c. niet boventallig zijn maar door (gedeeltelijk) vertrek uit de organisatie daadwerkelijk een functie (gedeeltelijk) vrij maken voor een boventallige werknemer.
Wanneer de werkgever aan de werknemer een passende functie heeft aangeboden en de medewerker aanvaardt een dienstbetrekking elders, dan zijn de bepalingen in dit hoofdstuk niet van toepassing tenzij lid b. van toepassing is en de werkgever dit van tevoren schriftelijk heeft bevestigd.
7.2. Opzegtermijn
Indien de werknemer daarom verzoekt, wordt bij vrijwillige uitdiensttreding afgezien van de geldende opzegtermijn. Werkgever en werknemer bepalen in goed overleg de datum van uitdiensttreding.
7.3. Sollicitatie
Aan de werknemer wordt desgevraagd betaald verlof verleend ten behoeve van sollicitatie. Indien de potentiële nieuwe werkgever de reiskosten (in principe binnen Nederland) ten behoeve van sollicitatie niet op zich neemt, worden deze door de werkgever vergoed op basis van kosten openbaar vervoer.
7.4. Onbetaald verlof
Indien de werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst bij een andere werkgever heeft afgesloten, zal op verzoek van de werknemer onbetaald verlof worden verleend voor de duur van de wettelijke proeftijd. Dit om de wettelijke proeftijd volgens het Burgerlijk Wetboek bij de nieuwe werkgever te kunnen overbruggen. Wanneer de arbeidsovereenkomst bij de nieuwe werkgever een overeenkomst voor bepaalde tijd is, kan de werknemer onbetaald verlof worden verleend voor de periode van maximaal één jaar. Het verzoek tot onbetaald verlof dient voor indiensttreding bij de nieuwe werkgever schriftelijk te worden ingediend.
7.5. Recht op interne sollicitatie
Als blijkt dat binnen een periode van een jaar na datum uitdiensttreding de werknemer bij een andere organisatie in de nieuwe functie – al dan niet naar eigen oordeel – niet voldoet, dan heeft hij het recht om als interne sollicitant mee te dingen naar een vacature bij Amaris (zie 5.6.1.).
7.6. Studiekosten
Indien de werknemer in dienst treedt bij een andere werkgever en de nieuwe werkgever de verplichtingen inzake studiekosten niet overneemt, is Amaris gehouden de regeling te blijven
toepassen als ware de werknemer in zijn dienst gebleven. Indien van toepassing, zal een terugbetalingsverplichting inzake studiekosten hem worden kwijtgescholden.
7.7. Jubilea
De boventallige werknemer die vrijwillig ontslag neemt, dan wel de werknemer bij wie het dienstverband op grond van de reorganisatie wordt beëindigd, en die binnen 12 maanden na beëindiging van het dienstverband op grond van een jubileum recht zou hebben gehad op een jubileumuitkering, krijgt deze uitkering bij zijn vertrek uitbetaald.
Deze uitkering wordt niet uitbetaald als de nieuwe werkgever een vergelijkbare regeling kent en daarbij de jaren bij de vorige werkgevers meerekent bij de bepaling van het aantal dienstjaren.
7.8. Reiskosten woon-werkverkeer
a. De werknemer die als gevolg van een herplaatsing dagelijks een kortere reisafstand woon-werkverkeer moet afleggen, ontvangt een vergoeding op basis van de nieuwe afstand conform de van toepassing zijnde reiskostenregeling woon-werkverkeer.
b. Een werknemer die in verband met een wijziging in de plaats van tewerkstelling extra reiskosten moet maken, krijgt deze extra reiskosten vergoed gedurende een periode van 24 maanden à € 0,19 per kilometer. Na deze periode valt de werknemer terug op de gebruikelijke vergoeding conform de van toepassing zijnde reiskostenregeling woon- werkverkeer.
c. Wanneer de wijziging in de plaats van tewerkstelling ernstige verstoringen veroorzaakt in de privé-omstandigheden van de werknemer, dan zal de werkgever in overleg treden met de werknemer over een individuele voorziening. Deze voorziening dient redelijkerwijs tegemoet te komen aan de praktische problemen die de wijziging in de plaats van tewerkstelling tot gevolg heeft.
d. Met betrekking tot reistijd: De werknemer die ten gevolge van een herplaatsing dagelijks een langere reistijd woon-werkverkeer heeft, ontvangt een compensatie. De grondslag van deze compensatie is het verschil tussen de nieuwe reistijd enkele reis en de oude reistijd enkele reis, mits het verschil meer bedraagt dan 30 minuten (peildatum: datum wijziging plaats van tewerkstelling) en wordt als volgt vergoed:
* gedurende het eerste jaar na herplaatsing: 75% van de grondslag
* gedurende het tweede jaar na herplaatsing: 50% van de grondslag
* gedurende het derde jaar na herplaatsing: 25% van de grondslag.
De reistijd wordt bepaald aan de hand van het normaliter door de werknemer gebruikte vervoermiddel. Bij gebruikmaking van openbaar vervoer wordt de reistijd bepaald aan de hand van de normaal geldende dienstregeling openbaar vervoer, rekening houdend met de voor- en natrajecten, volgens de snelste route. Bij gebruikmaking van de auto wordt de reistijd bepaald aan de hand van door de werkgever vast te stellen algemeen aanvaarde ervaringsgegevens. De werknemer geeft aan of hij compensatie in geld of tijd wil ontvangen. De werkgever gaat hiermede akkoord tenzij het belang van de werkgever zich daartegen verzet. Indien een werknemer kiest voor compensatie in tijd en de werkgever daarmee akkoord gaat, vindt het opnemen van de compensatietijd plaats in overleg.
De reiscompensatietijd vindt plaats op basis van het aantal gewerkte dagen. Toename van reistijd als gevolg van verhuizing van de werknemer valt niet onder deze regeling.
7.9. Verhuiskosten
De werknemer die al dan niet vrijwillig ontslag neemt als direct gevolg van reorganisatie worden, indien van toepassing, de terug te betalen verhuiskostenvergoeding kwijt- gescholden. Indien de werknemer bij een andere werkgever, buiten het woon-werkgebied, niet in aanmerking komt voor een verhuiskostenregeling, dan komt hij in aanmerking voor de vergoedingen uit de verhuiskostenregeling uit de voor de werknemer oorspronkelijk geldende ondernemersovereenkomst. Als de vergoedingen bij de nieuwe werkgever lager zijn, worden deze aangevuld tot de vergoedingen uit deze ondernemersovereenkomst.
7.10. Scholing
a. De werknemer kan naar het oordeel van de werkgever, indien dit redelijkerwijs noodzakelijk is, verplicht worden een opleiding, her- of bijscholing te volgen.
b. Indien naar het oordeel van de werkgever her- of bijscholing noodzakelijk is, worden de kosten en tijd voor deze scholing volledig vergoed door de werkgever. Wanneer het dienstverband eindigt, is geen terugbetaling verschuldigd.
7.11. Outplacement
De werknemer die geen of onvoldoende perspectief heeft bij de werkgever kan outplacement als faciliteit aangeboden krijgen dan wel hierom verzoeken om zodoende meer mogelijkheden te hebben om elders een passende functie te vinden. De keuze voor het outplacementtraject vindt plaats in overleg met de werknemer. De werkgever biedt de werknemer voldoende gelegenheid om in werktijd outplacement activiteiten te verrichten. De kosten van het overeengekomen outplacementtraject zijn voor rekening van de werkgever, mits de werkgever en werknemer voorafgaand in overleg afspraken hebben gemaakt over de voorwaarden, vorm en inhoud van het outplacementtraject.
7.12. Voorstellen door de werknemer
Individuele werknemers die als gevolg van de reorganisatie boventallig worden, kunnen voorstellen doen die leiden tot verbetering van toekomstperspectief of het realiseren van een nieuw toekomstperspectief, daaronder begrepen een mogelijk overeen te komen premie bij vrijwillig ontslag. Deze voorstellen kunnen aan de werkgever worden voorgelegd en zullen in de geest van de vigerende rechtspositie worden besproken en beoordeeld. Acceptatie door werkgever en werknemer van een dergelijk voorstel kan leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst en finale kwijting. Indien een voorstel leidt tot een dergelijk besluit kan een werknemer geen beroep meer doen op andere maatregelen uit het Sociaal Plan.
7.13. Persoonlijk mobiliteitsplan
Indien op het moment dat de medewerker boventallig wordt verklaard geen passende functie kan worden aangeboden en de verwachting is dat deze niet binnen een termijn van drie maanden zal ontstaan, wordt de werknemer de mogelijkheid geboden om binnen de periode van één maand een persoonlijk mobiliteitsplan op te stellen. Amaris zal de werknemer daarbij faciliteren. De kosten hiervan komen voor rekening van de werkgever, met dien verstande dat vooraf overleg wordt gepleegd over de hoogte van de kosten.
In het persoonlijk mobiliteitsplan wordt in ieder geval vastgelegd:
a. een reëel toekomstperspectief binnen of buiten de organisatie.
b. de benodigde faciliteiten in de vorm van outplacement, scholing en de kosten daarvan.
c. welke activiteiten worden ondernomen om de werknemer geplaatst te krijgen.
d. de periode waarin het individueel mobiliteitsplan wordt uitgevoerd en afgerond.
Het persoonlijk mobiliteitsplan wordt ondertekend door werknemer en werkgever.
Indien de werkgever of de werknemer onredelijk weigert mee te werken aan het opstellen van een persoonlijk mobiliteitsplan kunnen partijen deze weigering om mee te werken toetsen bij de Bezwarenadviescommissie. Indien de Bezwarenadviescommissie van oordeel is dat de werknemer inderdaad onredelijk is in de weigering van medewerking aan het opstellen van een persoonlijk mobiliteitsplan of de afspraak om tot een mobiliteitsplan te komen verwijtbaar niet is nagekomen, is de werkgever gerechtigd over te gaan tot ontslag, met dien verstande dat werknemer nog één maand de gelegenheid heeft om een mobiliteitsplan af te spreken met de werkgever. Indien de Bezwarenadviescommissie van oordeel is dat de werkgever onredelijk is in de weigering van medewerking aan het opstellen van een persoonlijk mobiliteitsplan of de afspraak om tot een mobiliteitsplan te komen verwijtbaar niet is nagekomen, dient de werkgever onverwijld medewerking te verlenen aan het opstellen van het mobiliteitsplan.
Indien de werkgever of de werknemer de afspraken in het mobiliteitsplan verwijtbaar niet nakomt, kunnen zij het niet nakomen van afspraken toetsen bij de Bezwarenadviescommissie. Indien de Bezwarenadviescommissie van oordeel is dat de werknemer verwijtbaar de afspraken in het mobiliteitsplan niet is nagekomen, is de werkgever gerechtigd over te gaan tot ontslag, met dien verstande dat werknemer nog één maand de gelegenheid heeft om de afspraken van het mobiliteitsplan na te komen. Indien de Bezwarenadviescommissie ook van mening is dat de werkgever verwijtbaar de afspraken uit het mobiliteitsplan niet is nagekomen, is de werkgever verplicht de afspraken overwijld na te komen.
Werkgever en werknemer maken afspraken over tussentijdse evaluaties tijdens het mobiliteitstraject. Dit om de voortgang te bewaken en de gelegenheid te bieden het mobiliteitsplan indien nodig tussentijds bij te stellen om de slaagkans te vergroten.
Hoofdstuk 8. Bezwarenadviescommissie
8.1. Instelling en samenstelling
De werkgever stelt een Bezwarenadviescommissie in. De commissie bestaat uit vijf leden, niet zijnde lid van de Raad van Bestuur of directeur.
• één lid wordt benoemd door de werknemersorganisaties partij bij dit Sociaal Plan, zijnde geen bestuurder die belast is met de belangenbehartiging bij de werkgever;
• één lid wordt benoemd door de Centrale Ondernemingsraad;
• twee leden worden benoemd door de Raad van Bestuur;
• de hierboven genoemde leden benoemen gezamenlijk een onafhankelijk voorzitter van de Bezwarenadviescommissie.
Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door de werkgever.
8.2. Taak en bevoegdheden
De Bezwarenadviescommissie heeft de volgende taken en bevoegdheden:
• Het op verzoek van werkgever dan wel individuele werknemer adviseren over de toepassing van de in dit Sociaal Plan neergelegde bepalingen;
• Uitbrengen van advies aan de werkgever bij geschillen tussen de individuele werknemer en de werkgever inzake de uitvoering van het Sociaal Plan.
• Horen van bij geschillen betrokken partijen en deskundigen.
De kosten van de commissie komen voor rekening van de werkgever, voorzover deze daarmee vooraf heeft ingestemd.
De commissie doet regelmatig verslag van haar werkzaamheden aan de Centrale Ondernemingsraad, de werknemersorganisaties partij bij dit Sociaal Plan en de Raad van Bestuur. In dit verslag worden geen tot individuele zaken of personen herleidbare gegevens opgenomen.
8.3. Werkwijze
a. In alle gevallen waarin ingevolge de bepalingen van dit Sociaal Plan de Bezwarenadvies-commissie dient te worden gehoord, geschiedt voorlegging van de desbetreffende kwestie door de werkgever en/of de werknemer. De voorlegging heeft een opschortende werking ten aanzien van het voor te leggen besluit, doch laat onverlet de mogelijkheid tot tijdelijke plaatsing of wijziging van taken.
b. Een beroep op de commissie wordt schriftelijk en gemotiveerd bij het secretariaat van de commissie ingediend, maximaal 14 kalenderdagen na een door de werkgever ter zake genomen (voorlopig) besluit. Bij het beroep worden alle relevante stukken bijgevoegd. Het secretariaat stelt de commissieleden direct van het beroep in kennis. Het secretariaat is bevoegd aanvullende relevante stukken op te vragen.
c. Binnen 14 kalenderdagen na ontvangst van het beroep komt de commissie bijeen ter behandeling van de voorgelegde kwestie. In bijzondere omstandigheden kan na overleg met de betrokken partijen hiervan worden afgeweken. De betrokken partijen worden vooraf door het secretariaat schriftelijk geïnformeerd over de datum en plaats van de bijeenkomst.
d. Tijdens de behandeling worden werknemer en werkgever gehoord, waarbij zij zich op eigen kosten desgewenst door een raadsman kunnen laten bijstaan. De werkgever en werknemer melden dit vooraf aan het secretariaat.
e. De behandeling van de voorgelegde kwestie en de beraadslagingen geschieden in een vergadering die niet openbaar is.
f. Behandelingen en beraadslagingen geschieden bij voorkeur in voltalligheid, doch in ieder geval dienen minimaal 3 leden aanwezig te zijn, waarvan in ieder geval één lid benoemd door de werknemersorganisaties of de Centrale Ondernemingsraad en één lid benoemd door de Raad van Bestuur.
g. Uiterlijk drie weken na voorlegging maakt de commissie zijn advies bekend aan de werkgever en de betrokken werknemer. Het advies wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld. Het advies en de motivering waarop het berust worden schriftelijk medegedeeld aan de werknemer en de werkgever.
h. Van de vergaderingen van de commissie wordt verslag gemaakt. Verslagen van vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar en blijven binnen de commissie. Alleen eindconclusies en overwegingen die tot een bepaald standpunt hebben geleid, worden aan partijen bekend gemaakt.
i. De adviezen van de commissie worden door de voorzitter ondertekend.
j. Het advies van de commissie wordt door de werkgever en de werknemer als een bindend advies opgevat, waarvan alleen op basis van een uitspraak van de kantonrechter kan worden afgeweken.
8.4. Geheimhouding
Ten aanzien van de aan de Bezwarenadviescommissie verstrekte persoonlijke gegevens geldt een geheimhoudingsplicht.
Bijlage 1.
FORMULIER BELANGSTELLINGSREGISTRATIE
Algemene gegevens:
Naam : ……………………………………………………………………………
Adres : ……………………………………………………………………………
Postcode en woonplaats :
…………………………………………………………………………… Geboortedatum: : ……………………………………………………………………………
Huidige dienstverbandgegevens
Functie : ……………………………………………………………………………
Locatie / afdeling : ……………………………………………………………………………
Datum in dienst : ……………………………………………………………………………
Omvang : uren per week
Salaris : Functiegroep: ……. Periodiek: Inpassingstabelnummer:
………….
Opleidingsgegevens
Gevolgde opleidingen: Datum diploma:
…………………………………………………………….. …………………………………………
…………………………………………………………….. …………………………………………
…………………………………………………………….. …………………………………………
…………………………………………………………….. …………………………………………
…………………………………………………………….. …………………………………………
Volgt u op dit moment een opleiding? 0 Ja 0 Nee
Zo ja, welke? : ……………………………………………………………………………
Datum afronding : ……………………………………………………………………………
Heeft u hiervoor een studieovereenkomst met de werkgever? 0 Ja 0 Nee
Voorkeursfuncties
Functies waarvoor u reeds voldoet aan de functie-eisen:
Functie Afdeling / rayon
1. ………………………………………………………. ………………………………………….
2. ………………………………………………………. …………………………………………
Functies waarvoor scholing is vereist:
1. ………………………………………………………. ………………………………………….
2. ………………………………………………………. ………………………………………….
Xxxx u bereid een opleiding te volgen voor bovenstaande functies? 0 Ja 0 Nee
Wijziging omvang arbeidsduur
Bent u bereid om: | Ja | Nee | Bespreekbaar | Opmerkingen |
Xxxxxx te werken | 0 | 0 | 0 | …………………………………………. |
Korter te werken | 0 | 0 | 0 | ………………………………………… |
Andere werktijden | 0 | 0 | 0 | ………………………………………… |
Ongewenste functie, afdeling, werktijden en toelichting
....................................................................................................................................................
.............
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
Opmerkingen en/of aanvullingen
....................................................................................................................................................
.............
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
Ingevuld op: (datum)
Handtekeningen:
……………………………………………….. ……………………………………………… werkgever werknemer