OVEREENKOMST TUSSEN
OVEREENKOMST TUSSEN
DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE
EN
DE REGERING VAN HONG KONG
INZAKE DE BEVORDERING EN BESCHERMING VAN INVESTERINGEN
OVEREENKOMST
TUSSEN
DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE
EN
DE REGERING VAN HONG KONG
INZAKE DE BEVORDERING EN BESCHERMING VAN INVESTERINGEN
De Regering van het Koninkrijk België, De Regering van het Vlaamse Gewest, De Regering van het Waalse Gewest,
De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en
De Regering van het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds,
en
De Regering van Hong Kong,
naar behoren tot het sluiten van deze overeenkomst gemachtigd door de regering van de soevereine Staat die
verantwoordelijk is voor de buitenlandse zaken van Hong Kong, anderzijds,
Hierna te noemen de “Overeenkomstsluitende Partijen”
Verlangend gunstige voorwaarden te bevorderen voor meer investeringen door investeerders van de ene
Overeenkomstsluitende Partij in het gebied van de andere;
Erkennend dat door een overeenkomst de aanmoediging en wederzijdse bescherming van die investeringen zal
bijdragen tot het stimuleren van particuliere zakelijke initiatieven en de welvaart in beide gebieden zal
vergroten;
Zijn het volgende overeengekomen :
ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVMGEN
Voor de toepassing van deze Overeenkomst :
omvat de term “gebied” :
a) wat Xxxx Xxxx xxxxxxx, Xxxx Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx en de New Territories ;
b) wat de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie betreft, het grondgebied waarover België of Luxemburg overeenkomstig het internationale recht soevereine rechten of rechtsmacht uitoefenen ;
omvat de term “vennootschappen” :
a) wat Hong Kong betreft, ondernemingen, deelgenootschappen en verenigingen die zijn opgericht krachtens het in zijn gebied geldende recht ;
b) wat de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie betreft, rechtspersonen opgericht overeenkomstig de Belgische of Luxemburgse wetgeving en waarvan de maatschappelijke zetel op het grondgebied van België of Luxemburg is gevestigd ;
omvat de term “vrij verhandelbaar” : vrij van alle deviezencontrole, en over te maken naar het buitenland in iedere munt ;
omvat de term “investeringen” : alle vormen van activa, rechtstreeks of onrechtstreeks gehouden of geïnvesteerd, en met name, doch niet uitsluitend :
a) roerende en onroerende goederen en alle andere eigendomsrechten zoals hypotheken, voorrechten of panden ;
b) aandelen in en effecten en obligaties van een vennootschap en iedere overige vorm van deelneming in een vennootschap ;
c) vorderingen en rechten op geld of op enige contractuele prestatie met financiële waarde ;
d) intellectuele eigendomsrechten en handelsfondsen;
e) publiekrechtelijke of contractuele concessies, met inbegrip van concessies voor de opsporing, de teelt, de ontginning of winning van natuurlijke rijkdommen.
Veranderingen in de vorm waarin de activa werden geïnvesteerd doen geen afbreuk aan het feit dat zij investeringen zijn ;
5. omvat de term “investeerders” :
a) wat Hong Kong betreft :
natuurlijke personen die het recht hebben in het gebied van Hong Kong te verblijven, en bedrijven die zijn opgericht krachtens het in zijn gebied geldende recht ;
b) wat de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie betreft : iedere natuurlijke persoon die overeenkomstig de Belgische of Luxemburgse wetgeving onderdaan is van België of Luxemburg, en elke rechtspersoon opgericht overeenkomstig de Belgische of
Luxemburgse wetgeving en waarvan de maatschappelijke zetel op het grondgebied van België of Luxemburg is gevestigd ;
6. omvat de term “opbrengst” : de bedragen opgeleverd door een investering, en met name, doch niet uitsluitend, winst, intrest, kapitaalvermeerdering, dividenden, royalties en vergoedingen.
ARTIKEL 2
BEVORDERING EN BESCHERMING VAN INVESTERINGEN EN OPBRENGSTEN
1) Elke Overeenkomstsluitende Partij stimuleert en bevordert gunstige voorwaarden voor investeerders van de andere Overeenkomstsluitende Partij om investeringen te doen in haar gebied, en, met inachtneming van haar recht de door haar wetten verleende bevoegdheden uit
te oefenen, laat zij zulke investeringen toe.
2) Aan investeringen en opbrengsten van investeerders van elke Overeenkomstsluitende Partij wordt te alle tijde een billijke en rechtvaardige behandeling toegekend, alsmede algehele bescherming en veiligheid in het gebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
Geen van beide Overeenkomstsluitende Partijen belemmert op enigerlei wijze, door onredelijke of discriminatoire maatregelen, het beheer, de instand-houding, het gebruik, het genot of de vervreemding van investeringen in haar gebied van investeerders van de andere
Overeenkomstsluitende Partij. Elke Overeenkomstsluitende Partij komt alle verplichtingen na die zij is aangegaan met betrekking tot de investeringen van investeerders van de andere
Overeenkomstsluitende Partij, met inbegrip van verplichtingen aangegaan bij een bijzondere overeenkomst.
ARTIKEL 3
BEHANDELING VAN INVESTERINGEN
1. Geen van beide Overeenkomstsluitende Partijen kent in haar gebied aan investeringen of opbrengsten van investeerders van de andere Overeenkomstsluitende Partij een behandeling toe die minder gunstig is dan die welke zij toekent aan investeringen of opbrengsten van haar eigen investeerders of aan investeringen of opbrengsten van investeerders van andere Staten.
2. Geen van beide Overeenkomstsluitende Partijen kent in haar gebied aan investeerders van de andere Overeenkomstsluitende Partij, wat betreft het beheer, de instandhouding, het gebruik, het genot of de vervreemding van hun investeringen, een behandeling toe die minder gunstig is dan die welke zij toekent aan haar eigen investeerders of aan investeerders van andere Staten.
ARTIKEL 4 SCHADEVERGOEDINGEN
1. De investeerders van een Overeenkomstsluitende Partij waarvan de investeringen in het gebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij schade lijden wegens oorlog of een ander gewapend conflict, revolutie, een nationale noodtoestand, opstand, oproer of ongeregeldheden in het gebied van de laatstgenoemde Overeenkomstsluitende Partij, genieten, wat teruggaven, schadeloosstellingen, compensaties en andere schadevergoedingen betreft, geen minder gunstige behandeling dan die welke die Overeenkomstsluitende Partij aan haar eigen investeerders of aan investeerders van andere Staten toekent. Hieruit voortvloeiende betalingen zijn vrij inwisselbaar.
2. Onverminderd het bepaalde in paragraaf (1) van dit artikel wordt aan investeerders van een Overeenkomstsluitende Partij die in één van de in die paragraaf bedoelde situaties in het gebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij verliezen lijden ten gevolge van :
a) vordering van hun eigendom door haar strijdkrachten of overheden, of
b) vernieling van hun eigendom door haar strijdkrachten of overheden die niet is veroorzaakt door gevechtshandelingen of die, gezien de situatie, niet noodzakelijk was, teruggaven of een redelijke schadevergoeding toegekend. Hieruit voortvloeiende betalingen zijn vrij inwisselbaar.
3. Voor de toepassing van paragraaf (2) van dit artikel wordt verstaan onder “strijdkrachten”, wat Hong Kong betreft, de gewapende strijdkrachten van de regering van de soevereine Staat die verantwoordelijk is voor de buitenlandse zaken van Hong Kong.
ARTIKEL 5
ONTEIGENING
1. Investeerders van een van beide Overeenkomstsluitende Partijen zullen hun investeringen, niet ontnomen worden noch onderworpen worden aan maatregelen die een gelijkwaardige effect hebben als een dergelijke ontneming in het gebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, behalve volgens de wet, het openbaar nut in verband met de binnenlandse behoeften van die Partij, en tegen betaling van een schadevergoeding. Deze schadevergoeding moet overeenstemmen met de werkelijke waarde van de investering onmiddellijk voorafgaand aan de ontneming of voordat de voorgenomen ontneming openbaar werd, naargelang van welke situatie zich eerder voordoet. Indien die waarde niet dadelijk kan vastgesteld worden, dan wordt de schadevergoeding berekend overeenkomstig algemeen erkende waardebeginselen en
rechtvaardige beginselen, rekening houdend met het geïnvesteerde kapitaal, de waardevermindering, het reeds gerepatrieerde kapitaal, de vervangingswaarde, de wisselkoersschommelingen en andere relevante factoren. De schadevergoedingen geven intrest aan een normaal handelstarief tot de datum van betaling; zij dient te geschieden zonder onnodige vertraging en dient werkelijk uitvoerbaar te zijn en vrij inwisselbaar te zijn. De getroffen investeerder dient het recht te hebben, krachtens het recht van de Overeenkomstsluitende Partij die hem de investering ontneemt, op onmiddellijke herziening door een rechterlijke of andere onafhankelijke overheid van die Partij, van de zaak van de investeerder en van het vaststellen van de waarde van de investering in overeenstemming met de in deze paragraaf beschreven beginselen.
2. Wanneer een Overeenkomstsluitende Partij de activa onteigent van een vennootschap die is opgericht krachtens het in een deel van haar gebied geldende recht, en waarin investeerders van de andere Overeenkomstsluitende Partij aandelen bezitten, verzekert zij dat de bepalingen van paragraaf (1) van dit artikel worden toegepast voor zover nodig om de in paragraaf (1) bedoelde schadevergoeding ten aanzien van de desbetreffende investering te waarborgen voor investeerders van de andere Overeenkomstsluitende Partij die eigenaar van die aandelen zijn.
ARTIKEL 6
OVERMAKING VAN INVESTERINGEN EN OPBRENGSTEN
1. Elke Overeenkomstsluitende Partij waarborgt, ten aanzien van investeringen, aan investeerders van de andere Overeenkomstsluitende Partij het onbeperkte recht hun investeringen en opbrengsten naar het buitenland over te maken.
2. De overmaking van gelden dient zonder vertraging te geschieden, in een verhandelbare munt. Tenzij anderszins met de investeerder is overeengekomen, gebeuren de overmakingen tegen de wisselkoers die van toepassing is op de dag van de overmaking.
ARTIKEL 7
SUBROGATIE
1. Indien een der Overeenkomstsluitende Partijen of een van haar openbare instellingen schadevergoeding uitkeert aan haar eigen investeerders op grond van een voor een investering verleende waarborg, erkent de andere Overeenkomstsluitende Partij dat de eerstgenoemde Overeenkomstsluitende Partij of de betreffende openbare instelling gesubrogeerd is als verzekeraar in de rechten van de schadeloosgestelde investeerders.
De verzekeraar is ingevolge de subrogatie gerechtigd de rechten van de investeerders uit te oefenen en de betreffende vorderingen in te roepen in dezelfde hoedanigheid als bedoelde investeerders en binnen de grenzen van de op die wijze overgedragen rechten.
Subrogatie in rechten is ook van toepassing op de rechten van overmaking of arbitrage, als bedoeld in de artikelen 6 en 9.
Zodanige rechten worden uitgeoefend door de verzekeraar naar evenredigheid van het risico dat door het waarborgcontract is gedekt en door de investeerder die aanspraak kan maken op de waarborg naar evenredigheid van het risico dat niet door het waarborgcontract is gedekt.
In verband met de overgedragen rechten kan de andere Overeenkomstsluitende Partij jegens de verzekeraar die in de rechten van de schadeloosgestelde investeerders is getreden de verplichtingen laten gelden die wettelijk of contractueel op de investeerders rusten.
ARTIKEL 8
UITZONDERINGEN
De bepalingen van deze Overeenkomst betreffende de toekenning van een behandeling die niet minder gunstig is dan deze die wordt toegekend aan de investeerders van een van beide Overeenkomstsluitende Partijen of aan investeerders van andere Staten, mogen niet zodanig worden uitgelegd dat een Overeenkomstsluitende Partij verplicht is investeerders van de andere Overeenkomstsluitende Partij het voordeel te doen genieten van een behandeling, voorkeur of voorrecht voortvloeiend uit haar deelneming aan of associatie met een vrijhandelszone, een douane- unie, een gemeenschappelijke markt, een andere vorm van regionale economische organisatie, een internationale overeenkomst of regeling die betrekking heeft op belastingen dan wel uit een nationale wetgeving die geheel of hoofdzakelijk betrekking heeft op belastingen.
ARTIKEL 9
REGELING VAN GESCHILLEN MET BETREKKING TOT INVESTERINGEN
Een geschil tussen een investeerder van de ene Overeenkomstsluitende Partij en de andere Overeenkomstsluitende Partij betreffende een investering van de eerstbedoelde in het gebied van de laatstbedoelde, dat niet in der minne werd geregeld, wordt na een periode van zes maanden vanaf de schriftelijke kennisgeving van de eis, onderworpen aan regelingsprocedures die de partijen bij het geschil kunnen overeenkomen. Indien zij binnen die periode van zes maanden geen overeenstemming over die procedures hebben bereikt, dienen de partijen bij het geschil het aan arbitrage te onderwerpen krachtens de op dat tijdstip van kracht zijnde Arbitragevoorschriften van de Commissie voor Internationaal Handelsrecht van de Verenigde Naties. De partijen kunnen schriftelijk overeenkomen die voorschriften aan te passen.
ARTIKEL 10
GESCHILLEN TUSSEN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN
1. Indien tussen de Overeenkomstsluitende Partijen een geschil ontstaat betreffende de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst, trachten de Overeenkomstsluitende Partijen het in de eerste plaats in der minne te regelen.
2. Indien de Overeenkomstsluitende Partijen er niet in slagen het geschil binnen zes maanden in der minne te regelen, kunnen zij het voorleggen aan een door hen overeen te komen persoon of lichaam of, op verzoek van een van beide Overeenkomstsluitende Partijen, dienen zij het te onderwerpen aan beslissing door een scheidsgerecht, bestaande uit drie scheidsmannen, dat op de volgende wijze wordt samengesteld:
a) binnen dertig dagen na ontvangst van een verzoek om arbitrage benoemt elke Overeenkomstsluitende Partij een scheidsman. Binnen zestig dagen na de benoeming van de tweede scheidsman benoemen de twee scheidsmannen in onderlinge
overeenstemming een onderdaan van een Staat die als onpartijdig ten aanzien van het geschil kan worden beschouwd, als derde scheidsman, die als Voorzitter van het scheidsgerecht optreedt;
b) indien een van deze benoemingen niet is geschied binnen de hierboven gegeven termijnen, kan elk van beide Overeenkomstsluitende Partijen de Voorzitter van het Internationale Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming binnen dertig
dagen op persoonlijke en individuele titel te verrichten. Indien de Voorzitter van mening is dat hij onderdaan is van een Staat die niet als onpartijdig ten aanzien van het geschil kan worden beschouwd, wordt de benoeming verricht door de Vice-Voorzitter of door het lid dat het hoogst in anciënniteit is en dat hiertoe niet op dezelfde grond onbevoegd is.
3. Behoudens onderstaande bepalingen van dit Artikel of tenzij anders overeengekomen door de Overeenkomstsluitende Partijen, bepaalt het scheidsgerecht de grenzen van zijn rechtsbevoegdheid en stelt het zijn eigen procedureregels vast. Op last van het scheidsgerecht of op verzoek van een van de Overeenkomstsluitende Partijen wordt binnen dertig dagen nadat het scheidsgerecht volledig is samengesteld een bijeenkomst belegd waarop de punten die aan arbitrage dienen te worden onderworpen, alsmede de te volgen procedures worden vastgelegd.
4. Tenzij anders overeengekomen door de Overeenkomstsluitende Partijen of voorgeschreven door het scheidsgerecht, dient elke Overeenkomstsluitende Partij binnen vijfenveertig dagen nadat het scheidsgerecht geheel is samengesteld een memorandum in. Antwoorden hierop dienen zestig dagen daarna te zijn ontvangen. Het scheidsgerecht belegt een hoorzitting op verzoek van een der Overeenkomstsluidende Partijen, of wanneer het dit wenselijk acht, binnen dertig dagen nadat de antwoorden dienen te zijn ontvangen.
5. Het scheidsgerecht streeft ernaar een schriftelijke uitspraak te doen binnen dertig dagen na afronding van de hoorzitting, of, indien geen hoorzitting wordt belegd, na de datum waarop beide antwoorden zijn ingediend. De uitspraak wordt gedaan bij meerderheid van stemmen.
6. De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen binnen vijftien dagen na ontvangst van de uitspraak verzoeken om verduidelijking van de uitspraak indienen, en die verduidelijking wordt gegeven binnen vijftien dagen na het verzoek.
7. Het scheidsgerecht doet uitspraak op basis van internationaal erkende rechtsregels. De
uitspraak van het scheidsgerecht is Overeenkomstsluitende Partijen.
onherroepelijk en bindend voor d e
8. Elke Overeenkomstsluitende Partij draagt de kosten van de door haar benoemde scheidsman. De overige kosten van het scheidsgerecht worden in gelijke delen door de Overeenkomstsluitende Partijen gedeeld, met inbegrip van kosten die worden gemaakt door de Voorzitter, de Vice-Voorzitter of het lid dat het hoogst in anciënniteit is van het Internationale Gerechtshof vanwege de toepassing van de in lid (2) (b) van dit artikel beschreven procedures.
Het scheidsgerecht kan in zijn vonnis evenwel een andere kostenverdeling vastleggen.
ARTIKEL 11
TOEPASSING.
Deze Overeenkomst is van toepassing op alle investeringen, ongeacht of deze voor of na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst werden gedaan.
ARTIKEL 12
INWERKINGTREDING
Deze Overeenkomst treedt in werking dertig dagen na de datum waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan hun onderscheiden vereisten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst is voldaan.
ARTIKEL 13 DUUR EN BEËINDIGING
1. Deze Overeenkomst blijft van kracht voor een periode van vijftien jaar. Tenzij door een van beide Overeenkomstsluitende Partijen ten minste twaalf maanden voor de datum van het verstrijken van de geldigheidsduur mededeling van beëindiging is gedaan, wordt de Overeenkomst telkens stilzwijgend verlengd voor een tijdvak van tien jaar, waarbij elke Overeenkomstsluitende Partij zich het recht voorbehoudt de Overeenkomst te beëindiging met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste twaalf maanden voor de datum van het verstrijken van de lopende termijn van geldigheid.
2. Ten aanzien van investeringen die zijn gedaan voor de datum van beëindiging van deze Overeenkomst blijft het bepaalde in de artikelen 11 tot 12 van kracht gedurende een periode van vijftien jaar vanaf die datum.
Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN in drievoud te Brussel op 7 oktober 1996 in de Nederlandse, de Franse, de Engelse en de Chinese taal, alle teksten gelijkelijk authentiek.
VOOR DE BELGISCH-LUXEMBURGSE VOOR DE REGERING ECONOMISCHE UNIE : VAN HONG KONG :
VOOR DE REGERING VOOR DE REGERING
VAN HET KONINKRIJK VAN HET GROOTHERTOGDOM BELGIE : LUXEMBURG :
VOOR HET VLAAMSE GEWEST :
VOOR HET WAALSE GEWEST :
VOOR HET BRUSSELS-HOOFD- STEDELIJK GEWEST :