Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen
Raad van Toezicht
NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen
Xxxxxxx 000
0000 XX XXXXXX
T: 035-6994210 F: 035-6945045
Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Incasso-
ondernemingen, gevestigd te ’s-Gravenhage, verder te noemen de Raad, gegeven op 6 oktober 2010
in de zaak van
verder te noemen “klager” tegen:
Solveon Incasso B.V.,
gevestigd te Utrecht, vertegenwoordigd door J.A. Koning, verder te noemen “verweerster”
De procedure:
Klager heeft bij brief van 7 april 2010 een klacht ingediend bij de Raad.
Pogingen voordien om de klacht in der minne af te doen hebben niet tot het gewenste resultaat geleid.
Partijen hebben alle stukken betrekking hebbend op het geschil overgelegd.
Bij verweerschrift d.d. 25 juni 2010 heeft verweerster inhoudelijk gereageerd op de klacht,
De voorzitter van de Raad heeft besloten dat partijen niet uitgenodigd zullen worden om ter zitting hun standpunten mondeling toe te lichten nu de klacht voldoende schriftelijk is toegelicht.
Beoordeling van het beroep:
1. Het standpunt van klager betreft – samengevat en in hoofdzaak - het volgende:
De Raad begrijpt de klacht aldus, dat klaagster verweerster verwijt, dat verweerster maatregelen ter incasso heeft genomen en gelden heeft geïncasseerd zonder aan klager daarvan, ondanks herhaalde verzoeken, verantwoording af te leggen.
2. Het standpunt van verweerster betreft – samengevat en in hoofdzaak - het volgende:
De ABN AMRO Bank heeft in oktober 2003 een drietal rekeningen-courant, een Financial lease contract en een woninghypotheek ter afwikkeling overgedragen. Nu sprake was van zekerheden is verweerster enige tijd later begonnen met het uitwinnen van de zekerheden. In 2007 is een saneringsvoorstel afgewezen. De afwikkeling van de zekerheden is door de opdrachtgever rechtstreeks verantwoord via de rekeningen die op naam van klager stonden. De geldstroom en de financiële informatiestroom lopen ook niet via verweerster, maar rechtstreeks via de bank. Aan verweerster kan derhalve niet worden verweten, dat zij geen overzicht heeft verstrekt. Xxxxxxxxx heeft verweerster op verzoek van klaagster herhaalde malen schriftelijk inzicht en informatie verstrekt in onder andere de hoogte van de vordering
bij aanvang van de overdracht daarvan en het feit dat er geen boeterente in rekening is gebracht.
Klager heeft op enig moment gesteld rekeningafschriften niet te hebben ontvangen. Hoewel deze door de bank zijn verzonden, heeft verweerster aangeboden kopieën te willen opvragen op kosten van klager, waarop van de zijde van klager geen reactie is gekomen.
3. De Raad beoordeelt de klacht als volgt.
De Raad is uitsluitend belast met het toezicht op de gedragsregels die gelden voor leden van de NVI. De vraag of en in hoeverre er is gehandeld in strijd met bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek blijft derhalve buiten de beoordeling. De Raad beoordeelt daarom ook niet het inhoudelijke geschil tussen partijen.
Indien en voor zover klager van mening is dat verweerster haar bancaire verantwoordelijkheden of verplichtingen heeft geschonden mag en zal de Raad zich daarover - als daarvan al sprake zou zijn - in verband met het vorenstaande niet uitlaten.
In dit geval doet zich de bijzondere situatie voor, dat het gaat om diverse vorderingen van verweersters opdrachtgever ABN AMRO, ter zake waarvan door klager kennelijk meerdere zekerheden waren verstrekt. Uit het dossier blijkt, dat verweerster aan klager - uit de correspondentie blijkt bij herhaling - kopieën heeft gezonden van de afrekeningen, die betrekking hebben op de uitwinning van het onroerend goed en de afkoop van de aan de hypotheek verbonden verzekeringspolissen. Bovendien mag klager bekend verondersteld worden met de uitvoerig gespecificeerde dagvaarding en het daarop volgende verstekvonnis van 27 september 2006. Klager heeft niet bestreden, dat opbrengsten, afkomstig van de uitwinning van de zekerheden op (één van) zijn rekeningen zijn bijgeschreven. De klacht dat hij in het geheel geen inzicht had in de uitwinning van de zekerheden en de opbrengst daarvan snijdt derhalve geen hout. In de gegeven (complexe) feitelijke situatie kan van verweerster een informatieplicht in de door klager gewenste gedetailleerde vorm niet te worden verwacht. Concrete vragen naar aanleiding van die afrekeningen/bijschrijvingen zijn overigens - voor zover dat blijkt uit het dossier - door klager aan verweerster niet gesteld.
Voor zover de klacht behelst, dat verweerster niet akkoord is gegaan met het aanbod tegen finale kwijting overweegt de Raad, dat deze beslissing niet aan verweerster als incassogemachtigde kan en mag worden toegerekend.
Het bovenstaande brengt mee, dat de klacht ongegrond is. Hetgeen klager overigens nog heeft aangevoerd betreft niet enig handelen van verweerster, maar betreft ofwel de relatie tussen verweerster en ABN AMRO, die klager niet regardeert en waarover de Raad niet vermag te oordelen ofwel gaat het om een juridisch inhoudelijke beoordeling, waarover de Raad evenmin een oordeel mag geven.
Nu de Raad niet heeft kunnen vaststellen dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de toepasselijke gedragsregels, is de klacht ongegrond.
Uitspraak:
De Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen: Verklaart de klacht ongegrond
Deze beslissing is gegeven te ‘s-Gravenhage op 6 oktober 2010
De Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen De heer mr. L.F.A. Xxxxxx, voorzitter, mr. R. Brand en X.X. xxx Xxxxxxxx.
Voor deze
L.F.A. Husson Voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak wordt toegezonden aan partijen en het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen.