ONDERHANDELAARSAKKOORD CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL 2015-2016 29 JUNI 2015
ONDERHANDELAARSAKKOORD CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL 2015-2016 29 JUNI 2015
Akte, inhoudende wijziging van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Omroeppersoneel
De ondergetekenden, optredend namens:
Omroepwerkgevers:
1. Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, gevestigd en kantoorhoudend te Hilversum, krachtens het bepaalde in artikel 2.2, tweede lid sub g Mediawet 2008 mede handelend in naam van de instellingen die zendtijd hebben gekregen voor landelijke omroep;
2. Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking, gevestigd en kantoorhoudend te Hilversum;
(zie verder lijst) enerzijds, en:
Werknemersorganisaties:
1. FNV Kunsten Informatie en Media, gevestigd en kantoorhoudend te Amsterdam;
2. CNV Dienstenbond, gevestigd en kantoorhoudend te Hoofddorp;
3. Nederlandse Vereniging van Journalisten, NVJ gevestigd en kantoorhoudend te Amsterdam;
anderzijds
In overweging nemende dat:
▪ de looptijd van de huidige cao voor het Omroeppersoneel is verstreken op 31 december 2014;
▪ deze cao met inachtneming van artikel 19 Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomsten is verlengd voor de duur van één jaar.
komen het volgende overeen:
tussen partijen ter ene zijde en partijen ter andere zijde is overeenstemming bereikt om de per
31 december 2014 geëindigde en vervolgens stilzwijgend verlengde XXX voor het Omroeppersoneel te verlengen met een looptijd van 24 maanden, aldus ingaande op 1 januari 2015 en eindigend op
31 december 2016 met inachtneming van de navolgende wijzigingen:
1. Looptijd
Deze CAO heeft een looptijd van 24 maanden, ingaande 1 januari 2015 en derhalve eindigend op 31 december 2016.
2. Salarismaatregelen
- Met ingang van 1 augustus 2015 worden de salarissen op basis van de salaristabel als bedoeld in artikel 13 CAO voor het Omroeppersoneel verhoogd met 1.25%.
- Met ingang van 1 januari 2016 worden de salarissen op basis van de salaristabel als bedoeld in artikel 13 CAO voor het Omroeppersoneel verhoogd met 1.25%.
- In augustus 2015 wordt aan medewerkers die op 1 augustus 2015 in dienst zijn een eenmalige uitkering verstrekt van 1% van het maandsalaris van augustus 2015 X 12 (exclusief eindejaarsuitkering en vakantietoeslag). Deze uitkering geldt naar rato van het aantal maanden dat de werknemer gedurende het tijdvak 1 januari 2015 – 31 juli 2015 in dienst was van de werkgever.
- In december 2015 wordt aan medewerkers die op 1 december 2015 in dienst zijn een eenmalige uitkering verstrekt van 1% van het maandsalaris van november 2015 X 12 (exclusief eindejaarsuitkering en vakantietoeslag). Deze uitkering geldt naar rato van het aantal maanden dat de werknemer gedurende het tijdvak 1 januari 2015 – 31 november 2015 in dienst was van de werkgever.
3. Sociale Regeling
In de CAO voor het Omroeppersoneel wordt als bijlage XV de als bijlage 1 bij dit protocol gevoegde Sociale Regeling opgenomen. Deze treedt in werking op 1 september 2015.
Separate onderhandelingen
Deze Sociale Regeling is overeengekomen tijdens separate onderhandelingen. Werkgevers en werknemersorganisaties zullen ook in de toekomst uitsluitend separaat van de reguliere CAO-onderhandelingen overleg voeren over deze Sociale Regeling. Mocht één der partijen niet de bereidheid hebben deze Sociale Regeling na het verstrijken van de looptijd van een CAO te handhaven, dan zal de betreffende partij dit uiterlijk twee maanden voor het einde van de reguliere looptijd van de betreffende CAO schriftelijk aan de andere partij kenbaar maken. Deze regeling zal alsdan niet in de daaropvolgende CAO worden opgenomen.
Partijen hebben evenwel de afspraak gemaakt geen gebruik te maken van deze mogelijkheid voor 31 december 2018.
Reikwijdte Sociale Regeling
De Sociale Regeling is van toepassing op iedere werknemer met een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een looptijd 18 maanden of meer waarvan de arbeidsovereenkomst na de looptijd niet wordt verlengd, tenzij de aanleiding voor het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is gelegen in een van de redenen vermeld in de laatste volzin.
Deze Sociale Regeling is tevens van toepassing op iedere werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd , waarvan de arbeidsovereenkomst eindigt vanwege het vervallen van zijn arbeidsplaats (als bedoeld in artikel 7:669, derde lid sub a BW).
De Sociale Regeling is niet van toepassing indien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet wordt verlengd of de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt beëindigd waarbij het einde van de arbeidsovereenkomst verband houdt met andere redenen zoals het bereiken van de AOW-leeftijd of een proeftijdontslag, of één van de redenen genoemd
in artikel 7:669, derde lid sub b t/m h BW (zoals ziekte, disfunctioneren en/of een arbeidsconflict), noch bij dringende redenen als bedoeld in artikel 7:678 BW en/of ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, als bedoeld in 7:679 BW).
Voor de tekstuele wijzigingen van de CAO ten gevolge van deze afspraak zie bijlage 2.
Flankerend beleid (duurzame inzetbaarheid)
Werkgevers stellen beleid vast gericht op het stimuleren van de duurzame inzetbaarheid van werknemers. Met het oog hierop is er een Sectorplan Nederlandse Publieke Omroep – looptijd van 1 januari 2015 tot 1 januari 2017 – gerealiseerd. In dit Sectorplan zijn veel activiteiten opgenomen die moeten leiden tot een vergroting van de duurzame inzetbaarheid van het personeel binnen de publieke omroepsector. Teneinde de multi- inzetbaarheid van medewerkers te bevorderen is het noodzakelijk dat medewerkers zich ontwikkelen en nieuwe competenties aanleren.
Omroepwerkgevers participeren in scholings- en ontwikkelingsprogramma’s van het Sectorplan. Daarbij zal specifiek aandacht worden besteed aan talentontwikkeling en ruimte worden geboden voor talentvolle medewerkers om zich verder te ontwikkelen.
4. Ketenbepaling
Partijen zijn een ketenbepaling in overeenstemming met de Wet Werk & Zekerheid overeengekomen met de hiernavolgende inhoud.
- Ten aanzien van de contractering van werknemers op basis van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd geldt het bepaalde in artikel 7:668a BW (maximaal drie contracten gedurende 24 maanden);
- Uitbreiding tot zes contracten gedurende 48 maanden ingevolge artikel 7:668a, vijfde lid BW is mogelijke voor bepaalde functies of functiegroepen indien de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering dit vereist.
Functies en functiegroepen die voor uitbreiding in aanmerking komen.
Partijen hebben vastgesteld dat in beginsel uitbreiding tot zes contracten gedurende 48 maanden gerechtvaardigd is t.a.v. programma- en of productiegebonden functies die zijn opgenomen of afgeleid van “bijlage IV- Centraal Functieraster Omroep, functieraster programmafuncties” .
De overige functie en/of functiegroepen komen in beginsel niet in aanmerking voor uitbreiding, tenzij de werkgever en Ondernemingsraad in overleg hebben vastgesteld dat deze uitbreiding voor specifieke functies eveneens gerechtvaardigd is en de Ondernemingsraad daarmee heeft ingestemd.
Bandbreedte
Overeengekomen is dat de percentuele verdeling binnen de gehele organisatie van werknemers werkzaam op basis van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd en werknemers werkzaam op basis van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd binnen de volgende bandbreedte blijft:
75% contracten voor onbepaalde tijd - 25% contracten voor bepaalde tijd.
Met instemming van de Ondernemingsraad kunnen afwijkende percentages worden afgesproken binnen een bandbreedte van:
60% contracten voor onbepaalde tijd en 40% contracten voor bepaalde tijd. Met betrekking tot een uitbreiding naar een percentage tussen de 25 en 40%
arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd geldt de voorwaarde dat loonkosten worden gefinancierd uit de toekenning van middelen boven het niveau van het mediawettelijke garantiebudget. Indien aan een media-instelling toekenningen plaatsvinden boven het niveau van twee maal dit garantiebudget, dan wel m.b.t de taakorganisatie het garantiebudget plus 30% vallen de daarvoor in te zetten werknemers buiten het kader van bovenvermelde percentages.
Overleg met OR
- De werkgever stelt jaarlijks een formatieplan vast bestaande uit een overzicht van het aantal contracten voor bepaalde en onbepaalde tijd. Dit formatieplan wordt besproken met de Ondernemingsraad;
- De werkgever en de OR voeren overleg indien de werkgever functies en/of functiegroepen wil benoemen die in aanmerking komen voor uitbreiding en of de wens heeft de bandbreedte uit te breiden. De OR dient hier mee in te stemmen.
- Indien de werkgever en de Ondernemingsraad over de twee hierboven genoemde onderwerpen geen overeenstemming bereiken kunnen zij gezamenlijk of ieder voor zich dit voorleggen aan de Vaste Commissie als bedoeld in artikel 49 CAO.
Overige afspraken
- CAO-partijen nemen de verantwoordelijkheid de Ondernemingsraden goed voor te lichten en te ondersteunen in het kader van hun rol met betrekking tot deze nieuwe contracteerregeling. Werkgevers zullen dit faciliteren;
- Werkgevers zullen de nieuwe contracteerregeling aan (programma)management/leidinggevenden en de werknemers communiceren en toelichten op basis van een gezamenlijk tekst van CAO-partijen.
- Werkgevers hebben de intentie uitgesproken in het kader van de uitbreidingsmogelijkheid tot 48 maanden en zes overeenkomsten, de overeenkomsten na 24 maanden, voor zover de programmering het toestaat, aan te gaan voor een zo lang mogelijke duur;
- De huidige contracteerregeling (artikel 6, eerste tot en met vierde lid CAO) blijft in stand tot en met 31 augustus 2015. Contracten voor bepaalde tijd aangegaan of verlengd voor 31 augustus 2015 eindigen na 31 augustus 2015 nog met inachtneming van deze regeling. De nieuwe contracteerregeling treedt in werking op 1 september 2015.
Paritaire werkgroep
Een paritaire werkgroep krijgt de opdracht de nieuwe regeling te evalueren en zo nodig verder te ontwikkelen en/of bij te stellen. NPO en omroepen zullen, vanuit het gegeven dat
in de nieuwe intekensystematiek de garanties voor omzet bij omroepen afnemen, gezamenlijk meewerken aan het vinden van oplossingen voor knelpunten in de regeling.
Voor de tekstuele wijzigingen van de CAO ten gevolge van deze afspraak zie bijlage 3.
5. Partiële Terugtreding Ouderen (PTO)
In de CAO wordt een Regeling Partiële Terugtreding Ouderen ingevoerd met de hiernavolgende inhoud:
- Vanaf 57 jaar:11% reductie omvang dienstverband, doorbetaling 94.5% salaris en 100% voortzetting pensioenopbouw.
- Premieverdeling tussen werkgever en werknemer blijft ongewijzigd. Werknemer betaalt aldus het werknemersdeel pensioenpremie over 100% salaris.
De zgn. leeftijdsdagen (artikel 27, eerste lid sub c CAO) vervallen. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016.
Deze regeling zal voor het eerst één jaar en vervolgens drie jaar na inwerkingtreding worden geëvalueerd. Werkgevers zullen ten behoeve van deze evaluatie de gegevens omtrent de mate waarin van deze regeling gebruik wordt gemaakt aan werknemersorganisaties ter beschikking stellen.
Overgangsregeling
De werknemer behoudt zijn op 31 december 2015 reeds ingevolge artikel 27, eerste lid sub c CAO toegekende leeftijdsdagen, met dien verstande dat indien hij er voor kiest gebruik te maken van deze regeling hij de leeftijdsdagen waarover hij op grond van deze overgangsregeling nog beschikt inlevert.
Voor de tekstuele wijzigingen van de CAO ten gevolge van deze afspraak zie bijlage 3.
6. Vakbondscontributie
Partijen zijn overeengekomen het bruto bedrag dat werknemers op grond van artikel 43 zesde lid CAO kunnen aanwenden voor het betalen van hun vakbondscontributie tot een bedrag van € 360,-- per jaar op te nemen in de WKR.
Voor de tekstuele wijzigingen van de CAO ten gevolge van deze afspraak zie bijlage 3.
9. Algemeen verbindend verklaren CAO
Partijen zijn overeengekomen op basis van de wet AVV de CAO voor het Omroeppersoneel algemeen verbindend te laten verklaren.
Voor de tekstuele wijzigingen ten gevolge van deze afspraak zie bijlage 3.
10. Aanbevelingen Stichting van de Arbeid inzake reparatie WW
Partijen zullen in de geest van de aanbevelingen uiteengezet in de brief van Stichting van
de Arbeid van 17 april 2015, nadere collectieve afspraken maken.
11. Salaristabel
De salaristabel per 1 augustus 2015 alsmede de salaristabel per 1 januari 2016 zijn als bijlage 5 bij dit protocol gevoegd en zal als bijlage III worden opgenomen in de CAO voor het Omroeppersoneel.
Bijlage I
BIJLAGE XV – SOCIALE REGELING
Inhoudsopgave Pagina
Artikel 1 Definities 4
a) Werkgever
b) Werknemer
c) CAO
d) Werknemersorganisaties
e) Bruto maandinkomen
f) Uitwisselbare functie
g) Passende functie
h) Aanzegdatum in het kader van deze Sociale Regeling
Artikel 2 Werkingssfeer en werkingsduur 4
a) Werkingssfeer
b) Werkingsduur
c) Wijziging
Artikel 3 Algemene bepalingen en voorwaarden 5
a) Informatieverstrekking door werkgever
b) Informatieverstrekking door werknemer
c) Fiscale afwikkeling
d) Samenloop
e) Overheids- en andere voorzieningen
f) Mogelijkheid tot bezwaar
Artikel 4 Hardheidsclausule 6
a) Hardheidsclausule
b) Additionele vergoeding schrijnende gevallen
Artikel 5 Mededeling beëindiging dienstverband 6
a) Mededeling
b) Aanzegtermijn inclusief opzegtermijn
Artikel 6 Interne herplaatsing 7
Aanbod passende functie
a) Procedureel/bedenktijd
b) Weigeren passende functie
c) Scholing
d) Arbeidsvoorwaarden bij herplaatsing
Artikel 7 Herplaatsing bij andere publieke omroepwerkgever 7
Aanbod passende functie
Artikel 8 Beëindiging arbeidsovereenkomst 8
a) Verplichting werkgever
b) Financiële regeling
c) Transitievergoeding
d) Xxxxx xxx xxxxxxxx
e) Kosten juridisch advies
f) Kosten financieel-/pensioenadvies
g) Beëindiging van het dienstverband van bepaalde tijd
h) Beëindiging van het dienstverband van onbepaalde tijd
i) Referenties en getuigschrift
j) Verlof van sollicitaties
k) Vrijstelling van werkzaamheden
l) Xxxxxx in aanzegtermijn
m) Xxxxxxxx ex werknemer bij sollicitatie
Artikel 9 Additionele vergoeding freelancejaren 10
Artikel 10 Actieve bemiddeling 11
Artikel 11 Vertrekstimulering remplaçanten 12
Artikel 12 Overige financiële regelingen 12
a) Pensioen
b) Gratificatie vanwege dienstjubileum
c) Kwijtschelding terugbetalingsverplichtingen
d) Eindafrekening
Artikel 13 Begeleidingscommissie 13
a) Samenstelling
b) Xxxx en werkwijze
c) Uitspraak
d) Geheimhouding
e) Kosten
Bijlage 1 Lijst landelijke publieke omroepwerkgevers 15
Bijlage 2 Lijst regionale publieke omroepwerkgevers 16
Artikel 1 Definities
a) Werkgever
De landelijke publieke media-instellingen die op grond van de Mediawet 2008 zendtijd hebben gekregen voor landelijke omroep alsmede de NPO (zie bijlage 1) en de regionale media-instellingen als genoemd in bijlage 2)
b) Werknemer
Iedere persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van werkgever.
c) CAO
De geldende CAO voor het Omroeppersoneel.
d) Werknemersorganisaties
FNV Kunsten, Informatie en Media CNV Dienstenbond
Nederlandse Vereniging van Journalisten NVJ
e) Bruto maandsalaris
Het bruto maandsalaris dat met de individuele medewerker is overeengekomen op grond van bijlage III van de CAO.
f) Bruto maandinkomen
Het op het moment van de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt geldende bruto maandsalaris, inclusief pro rata vakantietoeslag en decemberuitkering.
g) Uitwisselbare functie
Uitwisselbare functies zijn functies die naar functie-inhoud, vereiste kennis en vaardigheden en vereiste competenties vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn.
h) Passende functie
Onder passende functie wordt verstaan: een functie bij werkgever die voor wat betreft inhoud, benodigde kennis en vaardigheden en positie in de organisatie, voldoende verwant is aan de functie die de werknemer voorheen vervulde, en die voor wat betreft het salaris niet meer dan één salarisschaal lager is ingedeeld.
i) Aanzegdatum in het kader van deze Sociale Regeling
De datum waarop de werknemer de mededeling krijgt van zijn werkgever, dat de werkgever het voornemen heeft de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te verlengen alsmede dat datum waarop een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd de mededeling krijgt dat de werkgever het voornemen heeft, behoudens in de situatie dat er zich een nieuwe passende functie voor de werknemer aandient, het dienstverband te beëindigen.
Artikel 2 Werkingssfeer en werkingsduur
a) Werkingssfeer
De Sociale Regeling is van toepassing op iedere werknemer met een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een looptijd 18 maanden of meer waarvan de arbeidsovereenkomst na de looptijd niet wordt verlengd.
Deze Sociale Regeling is tevens van toepassing op iedere werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd , waarvan de arbeidsovereenkomst eindigt
vanwege het vervallen van zijn arbeidsplaats (als bedoeld in artikel 7:669, derde lid sub a BW).
De Sociale Regeling is niet van toepassing indien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet wordt verlengd of de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt beëindigd waarbij het einde van de arbeidsovereenkomst verband houdt met andere redenen zoals het bereiken van de AOW-leeftijd of een proeftijdontslag, of één van de redenen genoemd in artikel 7:669, derde lid sub b t/m h BW (zoals ziekte, disfunctioneren en/of een arbeidsconflict), noch bij dringende redenen als bedoeld in artikel 7:678 BW en/of ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, als bedoeld in 7:679 BW).
b) Werkingsduur
Deze Sociale Regeling maakt deel uit van de CAO voor het Omroeppersoneel, maar is overeengekomen tijdens separate onderhandelingen. Werkgevers en werknemersorganisaties zullen ook in de toekomst uitsluitend separaat van de reguliere CAO-onderhandelingen overleg voeren over deze Sociale Regeling. Mocht één der partijen niet de bereidheid hebben deze Sociale Regeling na het verstrijken van de looptijd van een CAO te handhaven, dan zal de betreffende partij dit uiterlijk twee maanden voor het einde van de reguliere looptijd van de betreffende CAO schriftelijk aan de andere partij kenbaar maken. Deze regeling zal alsdan niet in de daaropvolgende CAO worden opgenomen.
c) Wijziging
Indien tijdens de werkingsduur wijzigingen in wetgeving of overige regelgeving hiertoe aanleiding geven, zullen partijen tijdig in overleg treden over een eventuele wijziging van deze Sociale Regeling.
Artikel 3 Algemene bepalingen en voorwaarden
a) Informatieverstrekking door werkgever
Werkgever zal iedere organisatiewijziging op een correcte, zorgvuldige en open wijze uitvoeren. Informatie zal steeds zo tijdig en volledig mogelijk aan werknemers en ondernemingsraad (hierna: OR) worden verstrekt conform artikel 45 en 46 CAO voor het Omroeppersoneel.
b) Informatieverstrekking door werknemer
De werknemer die een beroep doet op de financiële voorzieningen van deze Sociale Regeling, verplicht zich aan de werkgever de ter zake doende inlichtingen en gegevens tijdig en naar waarheid te verstrekken. Het geven van onjuiste- en/of onvolledige inlichtingen alsmede oneigenlijk gebruik of misbruik van de geboden voorzieningen, heeft uitsluiting van deze Sociale Regeling tot gevolg en zal leiden tot terugvordering van het inmiddels betaalbaar gestelde.
c) Fiscale afwikkeling
Alle in deze Sociale Regeling genoemde vergoedingen zijn, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, bruto vergoedingen. Werkgever zal de wettelijk verplichte inhoudingen plegen. Vergoedingen worden slechts onbelast uitgekeerd voor zover de fiscale- en/of sociale wetgeving zich hier niet tegen verzet.
d) Overheids- en andere voorzieningen
De werknemer en werkgever zijn verplicht een beroep te doen op en hun medewerking te verlenen aan het verkrijgen van sociale uitkeringen, subsidies etc.
e) Mogelijkheid tot bezwaar
De werknemer die van mening is dat deze Sociale Regeling op onjuiste wijze, dan wel niet naar redelijkheid of billijkheid, op hem wordt toegepast, kan zijn bezwaar schriftelijk indienen bij de Begeleidingscommissie als omschreven in artikel 13.
Dit bezwaar dient uiterlijk binnen vier weken nadat de werkgever een schriftelijk voorstel voor een beëindigingsregeling aan de werknemer heeft gedaan bij de Begeleidingscommissie te zijn ingediend. Daarna is het niet mogelijk bezwaar in te dienen en dient de Begeleidingscommissie zich niet ontvankelijk te verklaren.
Bezwaren tegen de mededeling dat de functie komt te vervallen, het aanbieden en overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst, het aanvragen van een ontslagvergunning bij UWV Werkbedrijf en het indienen van een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter kunnen niet aan de Begeleidingscommissie worden voorgelegd.
Artikel 4 Hardheidsclausule
a) Hardheidsclausule
Als een voor het overige juiste toepassing van de Sociale Regeling in een individueel geval zou leiden tot een onbillijke situatie1, kan werkgever van de Sociale Regeling afwijken ten gunste van de werknemer. In die gevallen waarin de Sociale Regeling niet voorziet, zal werkgever handelen in de geest van de Sociale Regeling.
b) Additionele vergoeding schrijnende gevallen
De leeftijd, beloning en het huidige dienstverband van de werknemer bij de werkgever zijn bepalend voor de berekening van de beëindigingsvergoeding. Indien een werknemer meent dat zich in zijn geval bijzondere omstandigheden voordoen of hebben voorgedaan die een additionele vergoeding bij de beëindiging van het dienstverband bij de huidige werkgever rechtvaardigen, waaronder nadrukkelijk begrepen zodanige negatieve effecten op de pensioenopbouw van de werknemer dat zijn situatie na pensionering als schrijnend gekwalificeerd kan worden, dan kan hij zich wenden tot de Begeleidingscommissie (zie artikel 13). Bijzondere omstandigheden die financieel of anderszins al zijn gecompenseerd komen niet voor een additionele vergoeding in aanmerking. Deze Begeleidingscommissie oordeelt of een additionele vergoeding op basis van aangevoerde feiten (bewijslast werknemer) en gronden van redelijkheid en billijkheid op zijn plaats is. Een werknemer die aanspraak doet op een additionele vergoeding stemt in met verificatie van door hem aangevoerde feiten bij derden door de Begeleidingscommissie. Het staat
de Begeleidingscommissie vrij om criteria vast te stellen voor het benoemen van schrijnende (pensioen)gevallen en criteria vast te stellen voor het toekennen van een vergoeding.
De Begeleidingscommissie is samengesteld uit twee vertegenwoordigers van werknemersorganisaties en twee vertegenwoordigers van de werkgevers. De voorzitter is één van de werkgeversvertegenwoordigers. De Begeleidingscommissie beschikt t.a.v. werknemers werkzaam voor één van de landelijke publieke media-instellingen over een budget van € 200.000 te financieren uit de Algemene Reserve van de NPO, alsmede over eveneens € 200.000 ten behoeve van de medewerkers werkzaam voor één van de regionale media-instellingen te financieren door de Regionale Omroepen waaruit toegekende additionele vergoedingen worden uitgekeerd. Indien dit budget niet toereikend blijkt zal het budget worden aangevuld door omlegging van structurele werkgelegenheidsgelden. Cumulatie van deze additionele vergoedingen en vergoedingen conform artikel 9 ‘additionele vergoeding freelancejaren’ is niet mogelijk.
Artikel 5 Mededeling beëindiging dienstverband
a) Mededeling
Indien vaststaat dat de werkgever niet het voornemen heeft de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van de werknemer te verlengen, dan wel het voornemen heeft de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van de werknemer, behoudens in de situatie dat
1 De arbeidsmarktpositie van de werknemer kan aanleiding zijn op basis van deze bepaling de aanzegtermijn van vier maanden uit artikel 5 sub b te verlengen.
er zich een nieuwe passende functie voor de werknemer aandient, te beëindigen zal de werkgever dit zo spoedig mogelijk in een persoonlijk gesprek mededelen. Werkgever zal deze mededeling schriftelijk aan de werknemer bevestigen.
b) Aanzegtermijn inclusief opzegtermijn
Contracten voor bepaalde tijd eindigen van rechtswege per datum einde looptijd. Hierbij worden de volgende aanzegtermijnen in acht genomen:
- contracten met een looptijd van 6-12 maanden: aanzegtermijn van 1 maand
- contracten met een looptijd van >12 maanden: aanzegtermijn van 1,5 maand
Contracten voor onbepaalde tijd eindigen met inachtneming van een aanzegtermijn van 4 maanden. In deze aanzegtermijn zit de geldende opzegtermijn besloten.
De termijn tussen de laatste dag van de maand waarin de werkgever bovenvermelde mededeling heeft ontvangen en de dag waarop het dienstverband voor onbepaalde tijd eindigt bedraagt vier maanden. In deze aanzegtermijn zit de geldende opzegtermijn besloten.
Artikel 6 Interne herplaatsing
Aanbod passende functie
De werkgever zal de werknemer van wie de functie is komen te vervallen waar mogelijk een andere passende functie aanbieden.
a) Procedureel/bedenktijd
Indien aan een werknemer een andere passende functie wordt aangeboden, mag hij gedurende twee weken het aanbod in beraad houden.
b) Weigeren passende functie
Indien de werknemer een aanbod voor een passende functie weigert, zonder dat daarvoor naar het oordeel van werkgever een redelijke grond aanwezig is, wordt hij uitgesloten van de voorzieningen van deze Sociale Regeling en zal werkgever direct overgaan tot een procedure ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Indien de werknemer bezwaar tegen het aanbod heeft ingediend bij de Begeleidingscommissie (artikel 13) zal werkgever, na het advies van de Begeleidingscommissie, de werknemer schriftelijk meedelen of hij het aanbod handhaaft of dat hij het aanbod intrekt. Een uitspraak van de Begeleidingscommissie geldt als een zwaarwegend advies aan werkgever. Indien werkgever besluit tot afwijking van het advies van de Begeleidingscommissie zal hij zijn beslissing schriftelijk en gemotiveerd ter kennis van de betrokken werknemer brengen:
▪ Indien werkgever het aanbod handhaaft heeft de werknemer gedurende twee weken, na ontvangst van de mededeling dienaangaande, de mogelijkheid het aanbod alsnog te accepteren.
▪ Indien de werknemer het aanbod alsnog accepteert, zal een eventueel gestarte beëindigingsprocedure worden gestaakt.
▪ Indien werkgever het aanbod intrekt is de Sociale Regeling alsnog op de werknemer van toepassing.
c) Scholing
Indien een werknemer een andere functie bij zijn werkgever accepteert, zal werkgever er zorg voor dragen dat de werknemer – indien nodig – tijdig en voor rekening van werkgever scholing ondergaat conform artikel 48 lid 2 CAO voor het Omroeppersoneel. Werknemer zal aan deze scholing volledige medewerking verlenen.
d) Arbeidsvoorwaarden bij herplaatsing
De CAO-bepalingen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden bij herplaatsing (artikel 47 en 48) zullen van toepassing zijn op de werknemer die in een andere functie bij de eigen werkgever wordt geplaatst.
Artikel 7 Herplaatsing bij andere publieke omroepwerkgever
Aanbod passende functie
De werkgever zal de werknemer waar mogelijk een andere passende functie aanbieden bij één van de publieke omroepwerkgevers. Dit aanbod betreft geen gedwongen plaatsing, maar zowel de werkgever als de werknemer kunnen de Begeleidingscommissie bedoeld in artikel 13 van deze Sociale Regeling vragen een zwaarwegend plaatsingsadvies uit te brengen.
Artikel 8 Beëindiging arbeidsovereenkomst
a) Verplichting werkgever
Werknemers met een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een looptijd van 18 maanden of meer ontvangen een financiële vergoeding conform het bepaalde in sub b van deze bepaling
Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontvangen een financiële vergoeding conform het bepaalde in sub c, van deze bepaling. Hiernaast biedt de werkgever deze werknemers professionele begeleiding bij het zoeken naar een nieuwe arbeidsplaats buiten de onderneming.
b) Financiële regeling arbeidsovereenkomst bepaalde tijd
Werknemers met een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een looptijd van 18 maanden of meer ontvangen een vergoeding bij beëindiging van het
dienstverband volgens onderstaande staffel:
Looptijd in maanden | vergoeding in bruto maandsalaris |
=18 of meer | 1.5 |
=24 | 2 |
=30 | 2.5 |
=36 | 3 |
=42 | 3.5 |
=48 | 4 |
Bij de berekening van de vergoeding zal worden uitgegaan van het bruto maandsalaris als gedefinieerd in artikel 1 sub e van deze regeling.
De vergoeding is naar rato verschuldigd, indien en voor zover een lopende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor minder dan de overeengekomen wekelijkse arbeidsduur wordt verlengd voor bepaalde tijd of wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Arbeidsovereenkomsten die elkaar opvolgen met onderbrekingen korter dan zes maanden gelden als opeenvolgend met dien verstande dat deze onderbrekingen niet meetellen bij het bepalen van de totale som van de duur van de feitelijke arbeidsovereenkomsten.
Indien er ten behoeve van de individuele werknemer een onbenutte reservering openstaat ingevolge het bepaalde in artikel 35 CAO (loopbaantraject) is de werkgever gerechtigd deze vergoeding uit die reservering te financieren.
c) Financiële regeling arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd
De financiële regeling die geldt in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd heeft de huidige (zgn. nieuwe) kantonrechtersformule als uitgangspunt. Deze kantonrechtersformule (AxBxC=beëindigingsvergoeding) bestaat uit een bruto bedrag gebaseerd op het aantal gewogen dienstjaren bij werkgever (A), het maandinkomen (B) en de correctiefactor (C). De peildatum voor de berekening van de vergoeding is de datum waarop
het dienstverband eindigt. Het bedrag van de vergoeding wordt berekend met toepassing van correctiefactor C = 1.0 én met dien verstande dat deze vergoeding eventueel aangevuld met een vergoeding ingevolge artikel 9 van deze sociale regeling nooit hoger zal zijn dat de redelijkerwijs te verwachten inkomstenderving tot aan de AOW- leeftijd. De inkomstenderving wordt vastgesteld op basis van het bruto maandinkomen conform artikel 1 lid f zoals vastgesteld per datum einde dienstverband. Deze bedragen worden na vaststelling niet meer gewijzigd.
Aantal gewogen dienstjaren (A)
Voor de berekening van A wordt de diensttijd berekend aan de hand van de dienstjaren, de leeftijd bij aanvang van de arbeidsrelatie en de leeftijd bij beëindiging van de arbeidsrelatie:
- dienstjaren tot de leeftijd van 35 jaar tellen voor 0,5;
- dienstjaren vanaf de leeftijd van 35 tot de leeftijd van 45 tellen voor 1;
- dienstjaren vanaf de leeftijd van 45 tot de leeftijd van 55 tellen voor 1,5;
- dienstjaren vanaf de leeftijd van 55 tellen voor 2.
Hierbij geldt dat bij niet volledige dienstjaren een periode van langer dan 6 maanden als een vol jaar wordt beschouwd. Bij de berekening van het aantal dienstjaren worden uitsluitend de periodes meegeteld waarin een werknemer vóór aanvang van zijn dienstverband met de werkgever of één van diens rechtsvoorgangers, bij deze zelfde werkgever heeft gewerkt op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst of op basis van uitlening door een derde (detachering of uitzendwerk) in dezelfde of vergelijkbare functie. Deze periodes tellen tot 30 juni 2015 niet mee na een onderbreking van drie maanden of meer en ten aanzien van periodes vallend na 1 juli 2015 niet mee bij een onderbreking van zes maanden of meer. Dienstjaren die eerder al met een vergoeding zijn gehonoreerd zoals toegekende beëindigingsvergoedingen op grond van het tot de totstandkoming van deze Sociale Regeling geldende artikel 6, vijfde lid CAO voor het Omroeppersoneel tellen niet mee voor de bepaling van de duur van het dienstverband.
Beloning (B)
Bij de berekening van B zal worden uitgegaan van het bruto maandinkomen als gedefinieerd in artikel 1 sub f van deze regeling.
Correctiefactor (C)
De correctiefactor C bedraagt 1.
De vergoeding is naar rato verschuldigd, indien de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt opgevolgd door een nieuwe arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor minder dan de oorspronkelijke overeengekomen wekelijkse arbeidsduur.
d) Transitievergoeding
Er vindt geen cumulatie plaats tussen de vergoeding op grond van deze sociale regeling en de wettelijke transitie vergoeding. De vergoeding op grond van deze sociale regeling geldt aldus tevens als transitievergoeding en wordt naar boven bijgesteld indien de wettelijk transitievergoeding hoger mocht uitvallen dan de vergoeding conform deze bepaling.
e) Wijze van betaling
De werknemer kan de werkgever verzoeken een deel van de vergoeding te bestemmen voor voortzetting van zijn pensioenopbouw gedurende maximaal drie jaar na einde dienstverband en door middel van rechtstreekse afdracht door de werkgever van de in verband daarmee verschuldigde pensioenpremies. De werkgever zal uitsluitend aan dit verzoek voldoen, nadat de verantwoordelijke belastinginspecteur hier goedkeuring aan heeft verleend.
f) Kosten juridisch advies
Eventuele kosten voor juridische bijstand zullen door werkgever voor iedere werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, onder overlegging van de originele nota op naam gesteld van de werknemer p/a de werkgever, tot een bedrag van € 800,-- inclusief kantoorkosten en exclusief BTW worden vergoed. Indien de werknemer wordt bijgestaan door een van de advocaten of juristen van de werknemersorganisaties, zal het voor rechtsbijstand beschikbare bedrag rechtstreeks aan de juridische afdeling van de werknemersorganisatie worden voldaan, eveneens onder overlegging van de originele op naam van de werknemer gestelde factuur.
De werknemer die afziet van juridisch advies heeft geen recht op een vervangende vergoeding.
g) Kosten financieel-/pensioenadvies
Werknemers van 50 jaar of ouder met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontvangen naast de kosten voor juridisch advies ook een budget van € 1000,-- inclusief kantoorkosten en exclusief BTW voor financieel-/pensioenadvies. Facturering vind op dezelfde wijze plaats als geregeld in het voorgaande artikel.
h) Scholings- of opleidingskosten
Kosten gemaakt door de werknemer ten behoeve van opleiding of scholing zullen voor rekening komen en voor rekening blijven van werkgever. Het is werkgever niet toegestaan deze kosten te verrekenen met de te betalen vergoeding uit dit artikel en of de wettelijke transitievergoeding. Dit geldt vanzelfsprekend eveneens voor de benutting van het op grond van artikel 10 van de regeling ter beschikking gestelde budget.
i) Beëindiging van het dienstverband voor bepaalde tijd
De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, door middel van de daar beschreven schriftelijk bevestigde mededeling onder toevoeging van een uitzetting van de voorzieningen uit deze Sociale Regeling waarop de werknemer aanspraak heeft.
j) Beëindiging van het dienstverband voor onbepaalde tijd
Werkgever zal in beginsel zo spoedig mogelijk de procedure tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gang zetten door middel van het overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst, waarin alle afspraken omtrent de beëindiging zijn opgenomen. Indien de werknemer dan wel werkgever geen vaststellingsovereenkomst wenst overeen te komen dan zal de werkgever een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV Werkbedrijf.
k) Referenties en getuigschrift
De werknemer ontvangt bij einde dienstverband desgewenst een getuigschrift van werkgever. Desgevraagd zal werkgever referenties verstrekken over het functioneren van de werknemer.
l) Verlof voor sollicitaties
De werknemer zal binnen redelijke grenzen en na toestemming van zijn leidinggevende betaald verlof krijgen voor sollicitaties en eventuele psychologische en medische onderzoeken. Behoudens indien het bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt zal de toestemming niet geweigerd worden.
Eventuele reiskosten zullen op basis van 2e klasse openbaar vervoer door werkgever worden vergoed indien hierin niet door de werkgever waarbij de werknemer solliciteert wordt voorzien.
m) Vrijstelling van werkzaamheden
De verschillende belangen afwegend kan de werkgever beslissen dat de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van zijn werkzaamheden wordt vrijgesteld gedurende de aanzegtermijn.
De werknemer met een contract voor onbepaalde tijd wordt op zijn verzoek vrijgesteld van werk gedurende de laatste twee maanden van de aanzegtermijn van vier maanden, mits hij actief deelneemt aan het mobiliteitscentrum voor de omroep, of outplacement volgt, of scholing en of opleiding volgt. Vakantie-uren, opgebouwd in de vrijgestelde periode, worden geacht in de vrijgestelde periode te zijn opgenomen.
Indien aan de functie van werknemer werkgerelateerde vergoedingen zijn verbonden, worden deze vergoedingen beëindigd nadat de werknemer van zijn werkzaamheden is vrijgesteld. Door de werkgever ter beschikking gestelde apparatuur zoals mobiele telefoons en laptops/PC’s (inclusief randapparatuur) dienen door de werknemer te worden ingeleverd zodra hij van zijn werkzaamheden is vrijgesteld. Ter beschikking gestelde leaseauto’s dienen uiterlijk op de laatste dag van het dienstverband te worden ingeleverd.
n) Verlof in aanzegtermijn
De werknemer kan een verzoek bij de werkgever indienen om verlof op te nemen gedurende de aanzegtermijn. De werkgever honoreert het verzoek, tenzij op grond van zwaarwegende bedrijfsorganisatorische redenen het verlof niet kan worden toegewezen. De werknemer die onvoldoende vakantie-uren heeft om verlof op te nemen kan een verzoek tot onbetaald verlof bij de werkgever indienen. De artikelen 29 lid 1 sub b en lid 2 CAO voor het Omroeppersoneel zijn ingeval van onbetaald verlof onverminderd van toepassing.
o) Xxxxxxxx ex-werknemer bij sollicitatie
Werkgever zal de ex-werknemer gedurende 12 maanden nadat de arbeidsovereenkomst is beëindigd op diens verzoek met voorrang in beschouwing nemen voor extern vacant gestelde functies bij werkgever.
Artikel 9 Additionele vergoeding freelancejaren
Freelancejaren zijn geen dienstjaren en kunnen derhalve niet meetellen voor de dienstjarentelling conform artikel 8.
Aan een werknemer die met schriftelijke stukken kan aantonen dat hij binnen een termijn van minder dan 3 maanden voorafgaand aan het in dienst treden bij de huidige werkgever werkzaam is geweest op basis van aansluitende opdrachtovereenkomsten wordt een additionele vergoeding betaald, waarbij periodes die met 3 maanden of minder worden onderbroken als aaneengesloten periodes gelden.
Deze vergoeding bedraagt 1/24 van het huidige bruto maandsalaris dat betrokkenen op voornoemde basis, gemaximeerd tot 6 jaar, heeft gewerkt (de maximale additionele vergoeding bedraagt aldus 3 keer een bruto maandsalaris).
De werknemer waarop deze Sociale Regeling van toepassing is, kan tot uiterlijk de datum van zijn uitdiensttreding een verzoek tot betaling van een additionele vergoeding freelancejaren bij de werkgever indienen.
Deze additionele vergoeding geldt als onverschuldigd betaald door de werkgever. Derhalve kunnen werknemers noch freelancers hieraan enig ander recht ontlenen en behoudt werkgever zich ten aanzien van andere vorderingen alle rechten voor. Cumulatie van additionele vergoedingen conform artikel 4 ‘hardheidsclausule’ en dit artikel is niet mogelijk.
Artikel 10 Actieve bemiddeling
De werkgever draagt zorg voor professionele begeleiding bij het zoeken naar een nieuwe arbeidsplaats buiten de onderneming van werkgever c.q. het verbeteren van zijn positie op de arbeidsmarkt. De werkgever stelt een budget ter beschikking voor opleiding, bemiddeling en scholing. De hoogte van dit budget is afhankelijk van het aantal dienstjaren.
▪ 18 maanden tot 3 dienstjaren: een budget van € 1.500,- excl. BTW
▪ 3 tot 5 dienstjaren: een budget van € 3.000,- excl. BTW
▪ 5 of meer dienstjaren: een budget van € 5000,- excl. BTW
De werkgever neemt de kosten hiervan voor zijn rekening onder overlegging van de originele facturen op naam gesteld van de werkgever.
De werknemer krijgt de keuze het budget in te zetten bij het mobiliteitscentrum, of een erkend (gecertificeerd) outplacementbureau of voor het volgen van een opleiding bij een erkende instelling of opleidingsinstituut of een combinatie daarvan.
Een outplacement traject kan voorzien in onder andere:
- persoonlijke coaching
- actieve jobsearch
- sollicitatietraining
- leren netwerken
- het wijzen op vacatures
Met alle werknemers waarop deze Sociale Regeling van toepassing is wordt een intakegesprek gevoerd, teneinde een op de individuele werknemer afgestemd traject vast te stellen. De werknemer kan daarna zelf bepalen of gebruik wordt gemaakt van de beschikbaar gestelde faciliteit.
De trajecten kunnen doorlopen na ontslag doch duren in totaal niet langer dan een periode van 12 maanden. Indien aannemelijk is dat dit de kans op het vinden van ander werk wezenlijk beïnvloedt, kan de werkgever deze periode op verzoek van de werknemer verlengen. Het recht op deze vergoeding dan wel een nog resterend deel er van vervalt achttien maanden na einde dienstverband.
Indien de werknemer er de voorkeur aan geeft dit budget in te zetten voor scholing kan een verzoek hiertoe worden ingediend bij de werkgever. De werkgever honoreert dit verzoek indien aannemelijk is dat de arbeidsmarktpositie van de werknemer door de scholing wordt verbeterd.
Als de werknemer afziet van outplacement en/of opleiding dan heeft hij geen recht op een vervangende vergoeding in plaats van de vergoeding voor deze faciliteiten.
Artikel 11 Vertrekstimulering remplaçanten
De niet-aangezegde werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan zijn werkgever verzoeken de plaats in te nemen van een wel-aangezegde werknemer.
Indien de werkgever vaststelt dat door het beëindigen van het dienstverband van de verzoekende werknemer, de arbeidsovereenkomst met een wel aangezegde werknemer niet hoeft te worden beëindigd en de werkgever ook geen ander belemmeringen ziet, kan de werkgever besluiten het verzoek van de werknemer te honoreren. De verzoekende werknemer heeft in dit geval recht op een remplaçantenvergoeding. Voorwaarde is dat de niet-aangezegde werknemer op het moment van beëindiging niet arbeidsongeschikt is en
dat hem niet reeds is meegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst, om redenen gelegen buiten de in deze Sociale Regeling toepasselijke gronden, zou moeten eindigen.
De remplaçantenregeling is budget neutraal. . De vergoeding van de remplaçant wordt berekend als ware deze Sociale Regeling op de remplaçant van toepassing waarbij de vergoeding gemaximeerd is tot het bedrag dat de aangezegde werknemer bij onvrijwillig vertrek op grond van deze Sociale Regeling zou zijn uitgekeerd.
Iedere werkgever biedt werknemers die belangstelling hebben voor de remplaçantenregeling de mogelijkheid om vertrouwelijk (dus buiten medeweten van de werkgever) te kunnen informeren naar de toepassing van de regeling. Iedere werkgever maakt intern bekend hoe hierin is voorzien.
Met uitzondering van deze regeling hebben niet-aangezegde werknemers geen aanspraak op andere regelingen uit deze Sociale Regeling.
Artikel 12 Overige financiële regelingen
a) Pensioen
De werknemer ontvangt bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een premievrije polis van PNO Media overeenkomstig de bepalingen van het voor de werknemer geldende pensioenreglement van werkgever. Na einde dienstverband stopt derhalve de pensioenopbouw, tenzij de werknemer zijn vergoeding inzet voor continuering van zijn pensioenopbouw op de wijze beschreven in artikel 8 sub e van deze Sociale Regeling.
b) Gratificatie vanwege dienstjubileum
De werknemer die op enige datum binnen 6 maanden na datum einde dienstverband een dienstjubileum zou mislopen, ontvangt bij het einde van het dienstverband alsnog de bijbehorende gratificatie.
c) Kwijtschelding terugbetalingsverplichtingen
De volgende terugbetalingsverplichtingen komen bij einde dienstverband te vervallen, mits zij zijn aangegaan vóór de aanzegging als bedoeld in artikel 5 van deze Sociale Regeling:
- restant eigen bijdrage leaseauto;
- schuld fietsplan;
- opleidingskosten.
d) Eindafrekening
Niet opgenomen vakantie-uren, de bijkomende vakantietoeslag en de decemberuitkering zullen pro rata worden uitbetaald bij de eindafrekening.
Artikel 13 Begeleidingscommissie
Er zal een Centrale Begeleidingscommissie worden ingesteld die erop toeziet dat deze Sociale Regeling in individuele gevallen bij alle werkgevers waarop deze Sociale Regeling van toepassing is juist wordt toegepast.
a) Samenstelling
De Begeleidingscommissie bestaat uit 4 leden. Twee leden worden benoemd door werkgevers, twee leden door de werknemersorganisaties. Het voorzitterschap is voorbehouden aan een werkgeverslid.
b) Xxxx en werkwijze
De Begeleidingscommissie adviseert werkgever in individuele gevallen met betrekking tot de uitvoering van deze sociale regeling. De Begeleidingscommissie komt zo spoedig
mogelijk bijeen nadat werkgever dan wel de werknemer een schriftelijk verzoek heeft gedaan om een uitspraak De Begeleidingscommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Voor het overige bepaalt zij haar eigen werkwijze.
c) Uitspraak
Uitspraken van de Begeleidingscommissie op grond van het bepaalde in artikel 4 van deze Sociale Regeling zijn bindend. Overige uitspraken gelden als een zwaarwegend advies aan de werkgever. Indien werkgever besluit tot afwijking van een zwaarwegend advies van de commissie zal hij zijn beslissing schriftelijk en gemotiveerd ter kennis van de betrokken werknemer brengen. De Begeleidingscommissie ontvangt hiervan een afschrift.
d) Geheimhouding
De Begeleidingscommissie is verplicht tot geheimhouding van alle particuliere en zakelijke gegevens die haar bij het uitoefenen van haar taak ter kennis komt.
e) Kosten
Eventuele kosten die de Begeleidingscommissie maakt in verband met de uitoefening van haar taak, komen -binnen redelijke grenzen- voor rekening van werkgever.
Bijlage 2
Wijzigingen CAO-bepalingen in verband met opname van de Sociale Regeling in de CAO voor het Omroeppersoneel
- Artikel 6 vijfde lid CAO (beëindigingsvergoedingen Flexposities) vervalt.
- De definitie van het begrip “passende functie’’ (bijlage I sub r CAO) wordt gewijzigd als volgt:
“Passende functie”
een functie bij werkgever die voor wat betreft inhoud, benodigde kennis en vaardigheden en positie in de organisatie, voldoende verwant is aan de functie die de werknemer voorheen vervulde, en die voor wat betreft het salaris niet meer dan één salarisschaal lager is ingedeeld.
- De volgende artikelen worden gewijzigd en komen te luiden als volgt:
ARTIKEL 45: UITVOERING
1. Reorganisatieplan
Voordat de werkgever toepassing geeft aan de in de artikel 45 tot en met 48 vastgelegde bepalingen overlegt hij met de werknemersorganisaties en de ondernemingsraad omtrent de voorgenomen reorganisatie aan de hand van een schriftelijk uitgewerkt plan. In dit plan worden de te verwachten personele gevolgen van de reorganisatie zichtbaar gemaakt en de in verband daarmede voorgenomen maatregelen aangegeven.
ARTIKEL 46: INLICHTEN WERKNEMERS
1. De werknemers van een bij een reorganisatie betrokken bedrijfsonderdeel of afdeling worden zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld van een voorgenomen reorganisatie en de voor hen daaruit mogelijk voortvloeiende consequenties.
2. Vaststelling van de boventalligheid vindt plaats met inachtneming van het daartoe bepaalde (onder meer het afspiegelingsbeginsel) in het Ontslagbesluit (Staatscourant 2015, nr. 12685).
3. Als door de reorganisatie de functie van de werknemer geheel of gedeeltelijk komt te vervallen of zodanig van karakter verandert dat deze niet meer door hem kan worden vervuld, wordt dit aan hem medegedeeld. Hem wordt tegelijkertijd medegedeeld dat getracht zal worden voor hem een andere passende functie bij de werkgever te vinden. Tevens wordt hem gewezen op de mogelijkheid dat hij wellicht door bij- of herscholing voor een andere functie binnen het bedrijf geschiktheid kan verwerven.
4. Blijkt dit niet mogelijk, dan wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd met inachtneming van de in bijlage XV bij deze CAO opgenomen Sociale Regeling.
5. Mochten er zich in het kader van een specifieke reorganisatie omstandigheden voordoen die niet of niet toereikend in de Sociale Regeling geregeld zijn, dan kunnen de bij de betreffende reorganisatie betrokken werkgevers met werknemersorganisaties aanvullende afspraken maken die in het kader van de betreffende, specifiek omschreven, reorganisatie in aanvulling op de Sociale Regeling zullen gelden.
Bijlage 3. Tekstuele wijzigingen ten gevolge van gemaakte afspraken
Contracteerregeling
Met ingang van 1 september 2015 vervalt Artikel 6 lid 1 tot en met 4 CAO en wordt vervangen door de hiernavolgende bepaling.
Artikel 6 lid 5 vervalt eveneens in verband met opname beëindigingsvergoedingen in de Sociale Regeling (bijlage XV ). Er vindt geen cumulatie plaats tussen gedurende het tijdvak 1 juli 2015 - 31 augustus 2015 toegekende beëindigingsvergoedingen op grond van artikel 6 vijfde lid CAO en de wettelijke transitievergoeding.
Artikel 6: Contracteren
1. Arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst kan worden aangegaan:
- hetzij voor onbepaalde tijd;
- hetzij voor bepaalde tijd.
2. Ten aanzien van de contractering van werknemers op basis van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd geldt het bepaalde in artikel 7:668a BW (maximaal drie contracten gedurende 24 maanden). Uitbreiding tot zes contracten gedurende 48 maanden ingevolge artikel 7:668a, vijfde lid BW is mogelijke indien voor de betreffende functie of functiegroepen is vastgesteld dat de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering dit vereist.
3. De in het voorgaande lid genoemde uitbreidingsmogelijkheid is in beginsel van toepassing op programma- en of productiegebonden functies die zijn opgenomen of afgeleid van “bijlage IV- Centraal Functieraster Omroep, functieraster” programmafuncties.
4. De uitbreidingsmogelijkheid is niet van toepassing op overige functie en/of functiegroepen, tenzij door de werkgever en Ondernemingsraad in overleg hebben vastgesteld dat deze uitbreiding voor specifieke functies eveneens gerechtvaardigd is en de Ondernemingsraad daarmee heeft ingestemd.
5. Bandbreedte
De percentuele verdeling tussen werknemers werkzaam op basis van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd en werknemers werkzaam op basis van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd dienen binnen de volgende bandbreedte te blijven:
75% contracten voor onbepaalde tijd - 25% contracten voor bepaalde tijd.
6. Met instemming van de Ondernemingsraad kunnen afwijkende percentages worden afgesproken binnen een bandbreedte van:
- 60% contracten voor onbepaalde tijd en 40% contracten voor bepaalde tijd.
Hierbij geldt de voorwaarde dat loonkosten worden gefinancierd uit de toekenning van middelen boven het niveau van het mediawettelijke garantiebudget. Indien aan een media- instelling toekenningen plaatsvinden boven het niveau van twee maal dit garantiebudget danwel m.b.t taakorganisaties het garantiebudget plus 30% vallen de daarvoor in te zetten werknemers buiten het kader van bovenvermelde percentages.
7. Overleg met OR
- De werkgever stelt jaarlijks een formatieplan vast bestaande uit een overzicht van het aantal contracten voor bepaalde en onbepaalde tijd. Dit formatieplan wordt besproken met de Ondernemingsraad;
- De werkgever en de OR voeren overleg indien de werkgever functies en/of functiegroepen wil benoemen die in aanmerking komen voor uitbreiding dan wel de wens heeft de bandbreedte uit te breiden. De Ondernemingsraad dient hiermee in te stemmen.
- Indien de werkgever en de Ondernemingsraad over de twee hierboven genoemde onderwerpen geen overeenstemming bereiken kunnen zij gezamenlijk of ieder voor zich dit voorleggen aan de Vaste Commissie als bedoeld in artikel 49 CAO.
8. Indien een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een looptijd heeft gehad van 18 maanden of meer en niet (verder) wordt verlengd en aldus van rechtswege eindigt, is de Sociale Regeling (bijlage XV bij deze CAO) van toepassing.
In verband met de mogelijk inzet van de Vaste Commissie wordt artikel 49 van de CAO gewijzigd en komt te luiden als volgt:
ARTIKEL 49: VASTE COMMISSIE
1. Ter bevordering van een juiste en eenvormige toepassing van het gestelde in deze CAO en ter voorkoming en beslechting van geschillen omtrent de uitleg daarvan is door CAO-partijen een Vaste Commissie ingesteld.
2. Alle geschillen over de uitleg van de bepalingen in deze CAO zullen uitsluitend worden beslecht middels een bindend advies dat wordt gegeven door de Vaste Commissie. Geschillen inzake functiewaardering zijn uitgesloten van de behandeling door de Vaste Commissie. Dergelijke geschillen worden voorgelegd aan de Beroepscommissie toetsingsprocedure functie-indelingen, als bedoeld in artikel 15, vijfde lid en bijlage IX van deze CAO.
3. De Commissie doet een bindende uitspraak in geschillen tussen werkgevers en hun Ondernemingsraad inzake het vaststellen van de bandbreedte bedoeld in artikel 6, zesde lid dan
wel het benoemen van functies en of functiegroepen waarvoor uitbreiding van de contracteerregeling gerechtvaardigd is, als bedoeld in artikel 6 vierde lid van deze CAO.
4. De samenstelling en werkwijze van de Vaste Commissie zijn geregeld in het reglement voor de Vaste Commissie voor de CAO voor het omroeppersoneel (Bijlage XIII). Hierin is opgenomen de wijze waarop een verzoek om een uitspraak moet worden ingediend.
5. Het reglement is op te vragen bij het secretariaat van de Vaste Commissie.
Het Reglement van de Vaste Commissie (bijlage XIII CAO) wordt door de leden van de Vaste Commissie herzien en gepubliceerd op de corporate site van de NPO.
Na vaststelling wordt het Reglement in het kader van een volgende CAO als bijlage aan de CAO toegevoegd.
Partiële Terugtreding Ouderen (PTO)
Met ingang van 1 januari 2016 vervalt het bepaalde in artikel 27, eerste lid sub c CAO en wordt aan artikel 7 CAO twee artikelleden toegevoegd.
Artikel 7 CAO luidt dan als volgt:
ARTIKEL 7: DEELTIJD ARBEIDSOVEREENKOMST EN PARTIELE TERUGTREDING OUDEREN (PTO)
1. (..)
2. Vanaf de leeftijd van 57 jaar kunnen werknemers gebruik maken van de Regeling Partiële Terugtreding Ouderen met de hiernavolgende inhoud:
- 11% reductie omvang dienstverband, doorbetaling 94.5% salaris en 100% voortzetting pensioenopbouw.
- Pensioenpremieverdeling tussen werkgever en werknemer blijft ongewijzigd.
3. De werknemer in dienst op 1 januari 2016 behoudt de hem met ingang van die datum toegekende rechten ex artikel 27 eerste lid sub c.
De werknemer die er voor kiest gebruik te maken van de PTO-regeling en nog beschikt over leeftijdsdagen toegekend op grond van het per 1 januari 2016 vervallen artikel 27, eerste lid sub c CAO, dient deze bij gebruikmaking van deze regeling in te leveren.
Het met ingang van 1 januari 2016 vervallen artikel 27, eerste lid sub c CAO luidde als volgt:
a. De werknemer die op 31 december van het kalenderjaar 50 jaar of ouder is, heeft naast de onder a en b genoemde vakantierechten, recht op bovenwettelijke vakantie met behoud van salaris en vaste inkomensbestanddelen volgens onderstaande tabel:
Leeftijd | Bovenwettelijke vakantie |
50 jaar 51 jaar 52 jaar | 7,2 uur 14,4 uur 21,6 uur |
53 jaar | 28,8 uur |
54 jaar | 36 uur |
55 jaar | 43,2 uur |
56 jaar | 50,4 uur |
57 jaar | 57,6 uur |
58 jaar | 64,8 uur |
59 jaar | 72 uur |
60 jaar | 79,2 uur |
Vakbondscontributie
Artikel 43 zesde lid wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
6. Fiscaal faciliteren vakbondscontributie
De werknemer die lid is van een vakvereniging kan op uiterlijk 1 december van een kalenderjaar de werkgever schriftelijk verzoeken een bedrag van zijn bruto loon ter grootte van door hem betaalde bedrag aan vakbondscontributie tot een maximum van € 360,-- in het betreffende kalenderjaar als eindheffing aan te wijzen. De werknemer hoeft over dit bedrag geen belasting te betalen en ontvangt dit bedrag netto. De werknemer overlegt bij het schriftelijk verzoek het bewijs van de betaling van de jaarcontributie van het lidmaatschap van de vakvereniging en eventueel verdere benodigde informatie. De werkgever zal dit verzoek inwilligen
AVV verklaren CAO
In verband met het algemeen verbindend verklaren van de CAO wordt de CAO gewijzigd als volgt: Aan artikel 1 CAO wordt een nieuw lid 4 toegevoegd met de volgende inhoud:
4. a. Deze CAO is van toepassing op de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, als bedoeld in artikel 2.2. Mediawet (Wet van 29 december 2008, Stb. 2008, 583, laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 18 december 2013, Stb. 2013, 570) en de landelijke publieke media- instellingen als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van deze Mediawet en hun medewerkers werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Deze CAO is voorts van toepassing op regionale instellingen die ingevolge artikel 2.61 van deze Mediawet door het Commissariaat voor de Media zijn aangewezen voor de verzorging van de publieke mediadienst op regionaal niveau en hun medewerkers werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst.
b. Deze CAO is voorts van toepassing op instellingen niet vallend onder bovenstaande reikwijdte maar die mede opgericht zijn ten behoeve van het functioneren van bovenvermelde instellingen en werknemers in dienst hebben die zijn belast met de uitvoering van werkzaamheden die direct of indirect samenhangen met omroepactiviteiten
en/of de bedrijfsvoering van deze instellingen en/of andere partijen die om toetreding hebben verzocht en door CAO-partijen zijn als zodanig zijn aanvaard.
Bijlage I- definities wordt gewijzigd als volgt:
a. Werkgever: een rechtspersonen vallend onder de reikwijdte van artikel 1 vierde lid sub a van deze CAO. Tevens is werkgever een rechtspersoon vallend onder de reikwijdte van artikel 1 vierde lid sub b van deze CAO.
b. Werknemer; iedere persoon de op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is voor een werkgever als bedoeld in artikel 1 vierde lid sub a van deze CAO. Tevens is werknemer iedere persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is voor een werkgever als bedoeld in artikel 1 vierde lid sub b van deze CAO.
Bijlage II-Partijen vervalt.
Bijlage 4 overige wijzigingen
▪ Technische wijzigingen t.g.v. Wet Werk & Zekerheid
Artikel 8: Proeftijdbeding wordt aangepast aan de Wet W&Z en komt te luiden als volgt:
ARTIKEL 8: PROEFTIJD
Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van minder dan zes maanden geldt er geen proeftijd.
Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van meer dan zes maanden en korter dan twee jaar geldt er een wederzijdse proeftijd van één maand.
Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van twee jaar of langer en bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt wederzijds een proeftijd van twee maanden.
Artikel 10 inzake de aanzegtermijn mededeling einde van rechtswege wordt aangepast aan de Wet W&Z en komt te luiden als volgt:
ARTIKEL 10: MEDEDELING EINDE VAN RECHTSWEGE
Indien de werkgever besluit niet over te gaan tot voortzetting van het tijdelijke dienstverband van werknemer geldt er een aanzegtermijn van één maand bij een contractduur van meer dan zes maanden en minder dan een jaar.
Ten aanzien van contracten die zijn aangegaan voor een jaar of langer geldt een aanzegtermijn van anderhalve maand.
Indien de werkgever de aanzegtermijn niet in acht neemt wordt het contract verlengd met de duur van de niet in acht genomen aanzegtermijn.
▪ Wijziging t.g.v. uitspraak Vaste Commissie
Artikel 19 CAO wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
ARTIKEL 19: DECEMBERUITKERING
1. Werknemers ontvangen met het salaris over de maand december een uitkering gelijk aan 6% van twaalf maal het salaris in de maand december verhoogd met de vakantietoeslag, met dien verstande dat de decemberuitkering wordt berekend naar rato van de gedurende het betreffende kalenderjaar overeengekomen arbeidsuren inclusief eventuele wijzigingen alsmede de daadwerkelijk uitbetaalde vakantietoeslag.
ARTIKEL 22: ALGEMEEN
6. Bijzondere feestdagen
Koninginnedag wijzigen in Koningsdag.
ARTIKEL 37: ARBEIDSONGESCHIKTHEID
3. (…)
b. De werknemer die geheel of gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid ontvangt:
Gedurende periode B:
- 70% van zijn gebruikelijke maandinkomen
De werknemer die gedurende periode B al dan niet op therapeutische basis
werkzaamheden verricht ontvangt
- 70% van zijn gebruikelijke maandinkomen over de uren dat hij niet werkzaam is;
- 100% van het gebruikelijke maandinkomen over de uren dat hij (feitelijk) wel werkzaam is.
Toelichting
Het begrip arbeidstherapie komt niet langer voor in de Wet Verbetering Poortwachter.
ARTIKEL 38
1. Kinderbijslag
Artikel 38 eerste lid XXX xxxxxxx.
ARTIKEL 6: Contracteren
6. Cyclische arbeid
Dit artikellid, alsmede de definitie van cyclische arbeid in Bijlage I sub Q vervallen vervalt.
Bijlage 5 Salaristabellen per 1 augustus 2015 en 1 januari 2016.
Salaristabel m.i.v. 1 augustus 2015 | |||||||||||
periodieke verhoging afhankelijk van beoordeling | |||||||||||
schaal | schaalnr. | minimum | (=%) | maximum | ver onder | te ont- | conform | boven | ver boven | uitloop | waarnemings |
salarisadmin | de norm | wikkelen | de norm | de norm | de norm | toeslag | |||||
0% | 1,25% | 2,50% | 3% | 4% | 107,50% | ||||||
1-8-2015 | 1-8-2015 | 1-8-2015 | 1-8-2015 | 1-8-2015 | 1-8-2015 | 1-8-2015 | 1-8-2015 | 1-8-2015 | 1-8-2015 | ||
A | 4 | 1.460,08 | 93,75% | 1.557,40 | 19,47 | 38,94 | 46,72 | 62,30 | 1.674,21 | 0,00 | |
B | 5 | 1.489,57 | 83,07% | 1.793,14 | 22,41 | 44,83 | 53,79 | 71,73 | 1.927,63 | 169,35 | |
C | 6 | 1.584,07 | 77,65% | 2.040,02 | 25,50 | 51,00 | 61,20 | 81,60 | 2.193,02 | 192,67 | |
D | 7 | 1.746,95 | 75,04% | 2.328,04 | 29,10 | 58,20 | 69,84 | 93,12 | 2.502,64 | 219,87 | |
E | 8 | 1.923,31 | 71,41% | 2.693,35 | 33,67 | 67,33 | 80,80 | 107,73 | 2.895,35 | 254,38 | |
F | 9 | 2.169,18 | 67,99% | 3.190,43 | 39,88 | 79,76 | 95,71 | 127,62 | 3.429,71 | 301,32 | |
G | 10 | 2.494,43 | 65,55% | 3.805,38 | 47,57 | 95,13 | 114,16 | 152,22 | 4.090,78 | 359,40 | |
H | 11 | 2.920,40 | 63,58% | 4.593,27 | 57,42 | 114,83 | 137,80 | 183,73 | 4.937,77 | 433,82 | |
J | 12 | 3.483,39 | 61,79% | 5.637,45 | 70,47 | 140,94 | 169,12 | 225,50 | 6.060,26 | 532,43 | |
K | 13 | 4.120,55 | 61,68% | 6.680,54 | 83,51 | 167,01 | 200,42 | 267,22 | 7.181,58 | 630,95 | |
L | 14 | 4.846,43 | 61,53% | 7.876,53 | 98,46 | 196,91 | 236,30 | 315,06 | 8.467,27 | 743,91 | |
M | 15 | 5.745,07 | 61,43% | 9.352,19 | 116,90 | 233,80 | 280,57 | 374,09 | 10.053,60 | 883,28 | |
percentages jeugdstaffel | 15 jaar: | 55,0% | 18 jaar: | 77,5% | vakantietoeslag: 8 % | ||||||
16 jaar: | 62,5% | 19 jaar: | 85,0% | decemberuitkering: 6 % | |||||||
17 jaar: | 70,0% | 20 jaar: | 92,5% | jaarsalaris: maandsalaris x 12 x1,08 x1,06 | |||||||
Salaristabel m.i.v. 1 januari 2016 | |||||||||||
periodieke verhoging afhankelijk van beoordeling | |||||||||||
schaal | schaalnr. | minimum | (=%) | maximum | ver onder | te ont- | conform | boven | ver boven | uitloop | waarnemings |
salarisadmin | de norm | wikkelen | de norm | de norm | de norm | toeslag | |||||
0% | 1,25% | 2,50% | 3% | 4% | 107,50% | ||||||
1-1-2016 | 1-1-2016 | 1-1-2016 | 1-1-2016 | 1-1-2016 | 1-1-2016 | 1-1-2016 | 1-1-2016 | 1-1-2016 | 1-1-2016 | ||
A | 4 | 1.478,33 | 93,75% | 1.576,87 | 19,71 | 39,42 | 47,31 | 63,07 | 1.695,14 | 0,00 | |
B | 5 | 1.508,19 | 83,07% | 1.815,55 | 22,69 | 45,39 | 54,47 | 72,62 | 1.951,72 | 171,47 | |
C | 6 | 1.603,87 | 77,65% | 2.065,52 | 25,82 | 51,64 | 61,97 | 82,62 | 2.220,43 | 195,08 | |
D | 7 | 1.768,79 | 75,04% | 2.357,14 | 29,46 | 58,93 | 70,71 | 94,29 | 2.533,93 | 222,62 | |
E | 8 | 1.947,35 | 71,41% | 2.727,02 | 34,09 | 68,18 | 81,81 | 109,08 | 2.931,55 | 257,56 | |
F | 9 | 2.196,29 | 67,99% | 3.230,31 | 40,38 | 80,76 | 96,91 | 129,21 | 3.472,58 | 305,09 | |
G | 10 | 2.525,61 | 65,55% | 3.852,95 | 48,16 | 96,32 | 115,59 | 154,12 | 4.141,92 | 363,90 | |
H | 11 | 2.956,91 | 63,58% | 4.650,69 | 58,13 | 116,27 | 139,52 | 186,03 | 4.999,49 | 439,24 | |
J | 12 | 3.526,93 | 61,79% | 5.707,92 | 71,35 | 142,70 | 171,24 | 228,32 | 6.136,01 | 539,09 | |
K | 13 | 4.172,06 | 61,68% | 6.764,05 | 84,55 | 169,10 | 202,92 | 270,56 | 7.271,35 | 638,84 | |
L | 14 | 4.907,01 | 61,53% | 7.974,99 | 99,69 | 199,37 | 239,25 | 319,00 | 8.573,11 | 753,21 | |
M | 15 | 5.816,88 | 61,43% | 9.469,09 | 118,36 | 236,73 | 284,07 | 378,76 | 10.179,27 | 894,32 | |
percentages jeugdstaffel | 15 jaar: | 55,0% | 18 jaar: | 77,5% | vakantietoeslag: 8 % | ||||||
16 jaar: | 62,5% | 19 jaar: | 85,0% | decemberuitkering: 6 % | |||||||
17 jaar: | 70,0% | 20 jaar: | 92,5% | jaarsalaris: maandsalaris x 12 x1,08 x1,06 | |||||||
Aldus opgemaakt en getekend,
Namens de werkgeversdelegatie Werkgevers:
1. Stichting Nederlandse Publieke Omroep
2. Stichting Regionale Omroep Overleg en samenwerking (bij machtiging mede namens de regionale omroepen)
3. Stichting Bedrijfstak Pensioenfonds voor de Media PNO
4. Vereniging Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland
5. Bindinc. BV
6. Stichting AKN
Werknemersorganisaties:
1. FNV Kunsten Informatie en Media
2. Nederlandse Vereniging van Journalisten NVJ
3. CNV Dienstenbond
Werkgevers
Aldus opgemaakt en getekend, 1. Stichting Nederlandse Publieke Omroep, mede in naam van de instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep Naam: Drs. H.N. Hagoort Handtekening:………………………………………. Datum:………………………………………………….. | |
Aldus opgemaakt en getekend, 2. Stichting Regionale Omroep Overleg en samenwerking, bij machtiging mede namens de regionale omroepen Naam: ………………………………………………….. (s.v.p. in blokletters) Handtekening:………………………………………. Datum:………………………………………………….. | Aldus opgemaakt en getekend, 3. Stichting Bedrijfstak pensioenfonds voor de Media PNO Naam: ………………………………………………….. (s.v.p. in blokletters) Handtekening:………………………………………. Datum:………………………………………………….. |
Aldus opgemaakt en getekend, 4. Vereniging Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland Naam: ………………………………………………….. (s.v.p. in blokletters) Handtekening:………………………………………. Datum:………………………………………………….. | Aldus opgemaakt en getekend, 5. Bindinc. BV Naam: ………………………………………………….. (s.v.p. in blokletters) Handtekening:………………………………………. Datum:………………………………………………….. |
Aldus opgemaakt en getekend, 6. Stichting AKN Naam: N. van ‘t Hooft Y.E.A.M. de Haan Handtekening:………………………………………. Datum:………………………………………………….. |
Werknemersorganisaties
Aldus opgemaakt en getekend, 1. FNV Kunsten Informatie en Media Naam: ………………………………………………….. (s.v.p. in blokletters) Handtekening:………………………………………. Datum:………………………………………………….. | Aldus opgemaakt en getekend, 2. Nederlandse Vereniging van Journalisten NVJ Naam: ………………………………………………….. (s.v.p. in blokletters) Handtekening:………………………………………. Datum:………………………………………………….. |
Aldus opgemaakt en getekend, 3. CNV Dienstenbond Naam: ………………………………………………….. (s.v.p. in blokletters) Handtekening:………………………………………. Datum:………………………………………………….. |