AD VIESPOCKET
AD VIESPOCKET
Uw eerste medewerker in de bouw
Kiezen voor aanwerving, interim of samenwerking
XXXX WIL HAAR BEDRIJf VERDER
UITBOUWEN
Dora, 47 jaar, mede-zaakvoerster bouwfirma
AD VIESPOCKET
| 2
Uw eerste medewerker in de bouw
Kiezen voor aanwerving, interim of samenwerking
Xxx je als bedrijfsleider steeds bezig met je onderneming?
Laat je net als Dora bij de uitbouw van je bedrijf bijstaan door een team van echte specialisten. SBB garandeert niet alleen een perfecte boekhouding, maar ook een totaalbegeleiding op het vlak van fiscaliteit, omgevingsreglementering en zakelijk recht.
Op xxx.xx lees je hoe wij de zaken aanpakken om ook van jouw KMO een succes te maken.
Inhoudstafel
Info 4
Inleiding 6
1. U werft iemand aan 8
1.1 Het financiële plaatje 8
1.2 De administratieve stappen 11
1.3 Welke steunmaatregelen zijn er? 14
1.4 Enkele praktische vragen 17
1.5 Welke mogelijkheden bieden werkplekleren en opleiding 26
2. U kiest voor samenwerking 31
2.1 Welke zijn de mogelijke voordelen en valkuilen? 31
2.2 Welke samenwerkingsvormen zijn er? 32
3. U kiest voor een uitzendkracht 38
3.1 Interimkracht versus werknemer 38
3.2 Wanneer, waarvoor en hoe lang? 38
3.3. Vereisten en verplichtingen 39
Info
Deze adviespocket is een publicatie van Xxxxxxxx,
de Unie van het KMO-bouwbedrijf. Met dank aan Liantis, Accent Construct en SBB Accountants & Adviseurs.
Bouwunie
Uw adviseurs voor alle vragen rond arbeids- en loon- en opleidingsvoorwaarden in de bouwsector. Xxx Xxxxxxxxx (sociaal advies)
Xxxxx Xxxxxxxx (juridisch advies) Xxxxxxxxx Xxxxxxx (opleidingen en stages) t 02 588 11 00 • e xxxx@xxxxxxxx.xx
Hebt u vragen over financiële planning of hebt u advies nodig over de financiële situatie van uw onderneming? Contacteer SBB Accountants & Adviseurs: xxx.xxx.xx
Hebt u vragen over loonberekening en HR administratie? Contacteer Liantis: xxx.xxxxxxx.xx
Xxxx u zoek naar interimpersoneel in de bouwsector?
Contacteer Accent Construct: xxxxxxxxx@xx.xxxxxx.xxxx • t 051 46 05 00
Inleiding
U heeft zoveel werk dat u het niet langer alleen kan bolwerken? Goed nieuws. Maar de vraag rijst natuurlijk hoe u dit luxeprobleem zal aanpakken.
In deze pocket worden de verschillende mogelijkheden toegelicht. U kan iemand aanwerven voor beperkte of onbepaalde duur. U kan een stagiair inschakelen. U kan samenwerken met een andere zelfstandige aannemer, hetzij in nevenaanneming, hetzij in onderaanneming, hetzij in een tijdelijke handelsvennootschap. Of u kan een beroep doen op een uitzendkracht. In deze pocket nemen al deze mogelijkheden onder de loep. En staan we stil bij de financiële en administratieve gevolgen.
Belangrijk is dat u op voorhand goed uw huiswerk maakt. Een eerste medewerker betekent een ingrijpende verandering voor uw onderneming. Om te beginnen moet u duidelijk uw behoeften aflijnen. Weet u wat u exact zoekt? Is uw bedrijf er klaar voor? Die zaken zet u best vooraf op een rijtje.
De volgende tien vragen zetten u alvast op weg:
1. Gaat het om een tijdelijke overvloed aan werk? Of mikt u op een blijvende groei?
2. Welk profiel van medewerker hebt u nodig? Een specialist of een allrounder? Iemand die u zelf nog kan vormen of een man met ervaring?
3. Xxxx de kandidaat meteen kan meedraaien op de werf of krijgt hij de tijd om de job onder de knie te krijgen?
4. Werkt u het liefst samen met een onervaren medewerker of geeft u de voorkeur aan een meer ervaren iemand?
5. Xxxx u zelf op zoek naar een kandidaat of legt u die taak liever in handen van een expert?
6. Schrikt het administratieve werk dat gepaard gaat met een werknemer in dienstverband u wel/niet af?
7. Beschouwt u zichzelf als een goede werkgever?
Beschikt u over voldoende geduld? Bent u niet te kort van stof?
8. Xxxx u bereid om zelf in te boeten aan productiviteit en meer tijd achter uw bureau door te brengen?
9. Is uw onderneming wel voldoende winstgevend om een medewerker onder de arm te nemen?
10. Waar hoopt u binnen dit en enkele jaren met uw onderneming te staan?
Veel succes!
1. U werft iemand aan
De voorbije jaren zijn er heel wat maatregelen getroffen om aanwervingen te stimuleren. Ook de veelbesproken taxshift en de vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen voor een eerste aanwerving geven ondernemers een
fiks zetje. Maar hoe u het ook draait of keert, een eerste aanwerving betekent een belangrijke stap voor een aannemer. Waar moet u allemaal rekening mee houden?
1.1 Het financiële plaatje
Voor u iemand in dienst neemt, moet u nagaan of dat financieel haalbaar is.
1.1.1 IS UW ONDERNEMING KLAAR VOOR EEN EERSTE AANWERVING?
Voor u iemand aanwerft, bespreekt u uw plannen het best met uw boekhouder/ accountant. Want uw onderneming moet klaar zijn om een eerste medewerker te kunnen bekostigen. Op basis van cijfers uit het verleden en van uw ambities en plannen voor de toekomst, licht die samen met u uw onderneming door. Is uw onderneming voldoende winstgevend? Zit uw uurtarief goed? Welke bedrijfskosten hebt u? Maakt u per werf een financiële afrekening op? Stuurt u bij waar nodig?
Uw boekhouder/accountant kan u behoeden voor te overhaaste stappen. Als u bijvoorbeeld van plan bent om op korte termijn een vennootschap op te richten, kan u beter wachten tot die firma bestaat voor u een eerste medewerker aanwerft. Zoniet dreigt u de sociale en fiscale voordelen voor een eerste aanwerving te verliezen.
1.1.2 HOEVEEL LOON MOET U UW BOUWVAKARBEIDER BETALEN?
Het loon van een bouwvakarbeider hangt af van zijn beroepsbekwaamheid, die u als werkgever bepaalt. In het paritair comité voor de bouwsector (PC 124) legden de sociale partners zes bekwaamheidscategorieën vast, die elk overeenstemmen met een basisbarema en een minimumloon. Die zes zijn categorie I, IA, II, IIA, III en IV. Een starter die beschikt over een bouwdiploma, begint in categorie IA, verkast na zes maanden naar categorie II en stroomt na maximaal 24 maanden door naar categorie IIA.
De barema’s worden per kwartaal geïndexeerd. Om u een idee te geven: de minimumuurlonen bedragen 14,829 euro voor categorie IA en 17,000 euro voor categorie IV (bedragen geldig op 1 juli 2018).
1.1.3 MET WELKE XXXXX XXX MOET U REKENING HOUDEN?
Zodra u weet wie u wil aanwerven en in welk barema die arbeider valt, kan u het sociaal secretariaat een simulatie van de jaarloonkost vragen.
Wat het loon betreft, bestaat de kost uit het brutoloon vermeerderd met de werk- geversbijdragen, het vakantiegeld, de eindejaarspremie en andere voordelen zoals premies voor gevaarlijk of hoogtewerk.
Een voorbeeld
U werft Xxx aan, een arbeider die van aanpakken weet en meteen kan meedraaien op uw werven. Xxx is 30 jaar, gehuwd en heeft geen kinderen. Hij valt onder categorie III (geschoolde arbeider eerste graad).
U betaalt hem het minimumuurloon uit die categorie, dat wil zeggen 16,016 euro. Dat komt neer op een brutomaandloon van 2.776,11 euro en een netto- maandloon van 1.804,37 euro.
Wat is uw totale loonkost? Het jaarloon 29.213,18 euro + de patronale lasten 19.236,10 euro (RSZ, FBZ) – vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing startende onderneming (eerste 48 maanden) 461,52 euro + ecocheques 100 euro +
Goed om te weten! Zet alles op een rijtje.
» Ga op voorhand met uw boekhouder/ accountant overleggen.
Het aanwerven van een eerste medewerker is een sleutelmoment in uw onderneming.
» Bespreek op voorhand uw groeiambities.
» Ga na of uw onderneming financieel gezond is en voldoende financiële draagkracht heeft.
» Vraag advies over de investering die u wil doen.
» De lonen in de bouw worden per kwartaal geïndexeerd.
De actuele lonen vindt u op xxx.xxxxxxxx.xx
bijkomende patronale lasten 2.070,69 euro = 48.186,76 euro.
Dit betekent dat u rekening moet houden met een loonkost per gewerkt uur van 27,63 euro.
Kan u ook nog genieten van de doelgroepvermindering “eerste aanwerving” (zie verder punt 1.3 steunmaatregelen), dan krijgt u nog een korting van de patronale lasten van 7.620,44 euro. De totale loonkost daalt dan tot 40.014,68 euro.
Daarnaast bent u wettelijk verplicht om een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten. Verder moet u uw werknemer laten opnemen in uw polis BA-uitbating. Die verzekering dekt eventuele schade die uw werknemer berokkent aan derden door de uitoefening van zijn taken. Kosten zijn er ook voor de verplichte aansluiting bij een aantal diensten zoals die voor de preventie en bescherming op het werk.
Bovendien moet u enkele andere uitgaven mee in rekening brengen. U moet bv. voor vervoer naar de werf zorgen en daarvoor misschien een extra camionette aanschaffen. U moet voorzien in werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen.
Tegenover al die kosten staan mogelijke tegemoetkomingen zoals vrijstelling voor de betaling van sociale bijdragen of van bedrijfsvoorheffing (zie verder).
Zodra u alle uitgaven op een rij hebt, kan uw boekhouder/accountant berekenen welke extra omzet u moet realiseren om de aanwerving te doen renderen.
1.2 De administratieve stappen
In dit hoofdstuk geven we u mee wat u moet weten over de arbeidsovereen- komst, het arbeidsreglement en de administratieve stappen die komen kijken bij een eerste aanwerving.
1.2.1 HOE ZIT HET MET DE ARBEIDSO VEREENK OMST?
Voor de arbeidsovereenkomst zijn er verschillende opties, afhankelijk van wat u en uw werknemer beogen.
» U kan een contract van bepaalde duur sluiten.
» U kan een contract van onbepaalde duur sluiten.
» Het contract kan slaan op een duidelijk omschreven werk.
» Het kan gaan om een voltijds of een deeltijds contract.
» …
Naast een arbeidsovereenkomst moet u een arbeidsreglement opstellen. Dat bevat de rechten en plichten van de werknemer en uw plichten als werkgever. Heel wat gegevens moet u wettelijk verplicht opnemen, onder andere de arbeidsvoorwaarden, de betaling van het loon, de wettelijke vakantiedagen,
Goed om te weten! Gebruik de modeldocumenten van Xxxxxxxx.
» Surf naar de website van Bouwunie voor een voorbeeld van een arbeidsreglement en diverse modellen van een arbeidsovereenkomst in de bouw. xxx.xxxxxxxx.xx/ nl/content/modeldocumenten-brieven-contracten
Goed om te weten! Uw polis BA Uitbating.
» Vergeet bij een aanwerving zeker niet uw polis BA Uitbating te laten aanpassen. Die verzekering dekt uw burgerlijke aansprakelijkheid ten overstaan van derden wanneer zij schade lijden en die schade
is veroorzaakt door werken die u uitvoert. Voortaan kan immers ook uw werknemer tijdens de uitvoering van werken schade veroorzaken aan derden.
de duur van de opzegtermijnen. Uw sociaal secretariaat kan u helpen bij de redactie van het arbeidsreglement.
1.2.2 WELKE ADMINISTRATIEVE STAPPEN MOET U ZETTEN?
Bij een eerste aanwerving komt veel administratie kijken. Het goede nieuws is dat uw sociaal secretariaat dat grotendeels op zich neemt. Tijdig uw sociaal secretariaat contacteren is dan ook de boodschap.
Uw sociaal secretariaat zorgt onder andere voor:
» de aanvraag van een RSZ-nummer,
» de aansluiting bij een kinderbijslagfonds,
» de aansluiting bij een vakantiefonds,
» het afsluiten van een verplichte arbeidsongevallenverzekering,
» de aansluiting bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk,
» de aansluiting bij de Patronale Vereveningsdienst van Bouwunie,
» de tijdige Dimona-aangifte met vermelding van het nummers van de controlekaart bouw voor de RVA (C3.2A) voor de lopende en komende maand. Als u dit zelf doet, moet dat tijdig gebeuren (d.w.z. voor de werknemer van start gaat), anders riskeert u zware sancties,
» het opstellen van de individuele rekening met de prestaties en de daarvoor betaalde bezoldiging,
» de aanvraag van een medisch onderzoek dat voor risicofuncties verplicht is.
1.2.3 W AT MOET U A CHTERAF ZELF OPV OLGEN?
Zelf moet u de maandelijkse prestaties doorgeven aan uw sociaal secretariaat en de nodige stappen zetten in geval van tijdelijke (economische) werkloosheid.
Maandelijkse prestaties
Maandelijks moet u volgende informatie doorgeven aan uw sociaal secretariaat:
» de prestaties van uw werknemer: afwezigheden, ziekte, gepresteerde overuren (dat kan online),
» de mobiliteitsvergoeding, die u dagelijks moet bijhouden. Zowel Bouwunie als het sociaal secretariaat beschikken over tools om de mobiliteitsvergoeding te berekenen (zie verder nuttige tools).
Uw sociaal secretariaat staat dan in voor de verplichte driemaandelijkse aangifte bij de RSZ (DmfA – multifunctionele aangifte), voor de berekening van de sociale bijdragen die u moet betalen en voor de inhouding van de bedrijfsvoorheffing op het loon.
Tijdelijke werkloosheid
Voor het begin van elke maand moet uw werknemer een controlekaart C3.2A krijgen, ook als u geen economische werkloosheid plant. Die kaarten ontvangt u van Constructiv. Voor uw eerste werknemer moet u de kaart de eerste keer zelf aanvragen bij Constructiv. Uw werknemer moet de kaart elke dag invullen. In geval van tijdelijke werkloosheid laat hij het vakje voor die dag blanco.
Als u tijdelijke werkloosheid plant, moet u uw werknemer tijdig verwittigen. Als de activiteiten volledig worden geschorst, moet u dat vier werkdagen op voorhand laten weten. Bij een gedeeltelijke schorsing is dat zeven kalender- dagen op voorhand.
Goed om te weten! Wat doet Constructiv?
» Constructiv is een fonds voor bestaanszekerheid en een sectoraal opleidingsfonds voor bouwbedrijven. Opgericht door de sociale partners van het bouwbedrijf, ijvert deze organisatie ervoor dat talent zijn weg vindt naar de bouwsector en er zich een hele loopbaan in kan ontplooien. Bij Constructiv kan u terecht voor steunmaatregelen bij opleidingen voor uw arbeiders, alsook voor het het aanvragen van C3.2A-kaarten (of nominatieve werkloosheidsdocumenten). Meer info op xxx.xxxxxxxxxxx.xx
Binnen diezelfde periodes moet u de RVA op de hoogte brengen. Aan de RVA moet u elke maand opnieuw de eerste dag van effectieve werkloosheid melden. Deze verplichting mag u zeker niet vergeten, gezien de toenemende controle op sociale en fiscale fraude.
1.3.1 VRIJSTELLING RSZ-BIJDRA GEN BIJ EERSTE WERKNEMER
Als u voor eind 2020 een eerste werknemer in dienst neemt, krijgt u een vrij- stelling van de RSZ-basisbijdrage die u betaalt bovenop het brutoloon van uw werknemer. De vrijstelling geldt voor de volledige periode dat die werknemer bij u in dienst blijft. De basisbijdrage bedraagt 25%. Let wel, daarnaast bent u andere werkgeversbijdragen verschuldigd die niet vrijgesteld worden, onder meer voor het fonds voor sluiting van ondernemingen; op het dubbel vakan- tiegeld; voor het fonds voor bestaanszekerheid; voor de vakopleiding et cetera. Xxxxxx modi komen die andere bijdragen neer op nog eens circa 25%. De RSZ int deze bijdragen en stort ze door aan het fonds of de instelling waarvoor ze bestemd zijn.
Wat als u in het verleden al iemand in dienst had? Valt de regeling voor de eerste werknemer dan weg? Neen, als u iemand aanwerft, wordt die beschouwd als eerste werknemer indien u de voorafgaande vier kwartalen niemand in dienst had.
Goed om te weten! RSZ-vrijstelling voor meerdere aanwervingen.
» De vermindering van de RSZ-bijdrage geldt niet alleen voor de eerste werknemer, maar voor de eerste zes aanwervingen.
Vanaf de tweede aanwerving zijn de vrijstellingen wel beperkt inzake bedrag en duur.
NUTTIGE T OOLS
» Bereken de mobiliteitsvergoeding - xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx
of xxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
» Procedure tijdelijke werkloosheid:
xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
1.3 Welke steunmaatregelen zijn er?
Er zijn heel wat steunmaatregelen voor bedrijven die voor het eerst aanwerven.
1.3.2 VRIJSTELLING DOORST ORTING BEDRIJF SV OORHEFFING V OOR STARTENDE ONDERNEMINGEN
Op het loon van uw werknemer moet u bedrijfsvoorheffing inhouden, zeg maar een voorschot op de definitieve inkomstenbelasting van de werknemer. Als startende kleine onderneming komt u in aanmerking voor een vrijstelling op het doorstorten van die bedrijfsvoorheffing.
» Wanneer wordt u beschouwd als een startende onderneming?
Vereist is dat u niet langer dan vier jaar (48 maanden) ingeschreven bent in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). De regeling geldt zowel voor zelfstandige ondernemers als voor vennootschappen.
» Hoeveel bedraagt de vrijstelling?
De vrijstelling bedraagt 10% van de bedrijfsvoorheffing voor kleine ondernemingen en 20% voor micro-ondernemingen. Als het om uw eerste werknemer gaat, is normaal het hoogste percentage (micro- onderneming) van toepassing voor u. De vrijstelling heeft geen invloed op de personenbelasting die uw werknemer moet betalen.
» Voor welke periode geldt de vrijstelling?
De vrijstelling geldt uitsluitend tijdens de eerste vier jaar dat uw onderneming bestaat. Die periode start de maand nadat u zich voor het eerst liet inschrijven in de KBO. Als u bv. al drie jaar bent ingeschreven en dan pas uw eerste werknemer engageert, kan u dus nog een jaar gebruik maken van de vrijstelling.
Goed om te weten! Andere fiscale vrijstellingen
Er bestaan nog andere fiscale vrijstellingen. We beperken ons
in onderstaande opsomming tot degene die mogelijk interessant zijn voor u.
» U kan een vrijstelling op de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing
krijgen voor maximaal 180 overuren waarvoor u een wettelijke overurentoeslag moet betalen.
» Er bestaat een vrijstelling op de doorstorting van de
bedrijfsvoorheffing voor bedrijventerreinen, bedrijvencentra en incubatoren in afgebakende steunzones (Genk, Turnhout).
1.3.3 KAN IK NU AL GENIETEN VAN EEN LOONLASTENVERLAGING IN DE BOUW?
Begin 2018 kondigde de Federale Regering een loonlastenverlaging in de bouw aan. Dat zorgt immers voor wat financiële ademruimte voor bouw- bedrijven. Met de wet van 26 maart 2018 geldt er nu een loonlastenverlaging voor ploegenarbeid in de bouw. Dit wil zeggen dat u als bouwonderneming moet werken met minimum 1 ploeg, bestaande uit minstens twee personen die hetzelfde werk of complementair werk verrichten. Bovendien zijn er nog twee bijkomende voorwaarden:
» Het minimum brutoloon van de arbeider moet ten minste 14,128 euro
per uur bedragen (situatie op 1 juli 2018).
» De arbeiders moeten op een bouwwerf werken.
Voldoet u aan de voorwaarden dan kan u een vrijstelling krijgen van bedrijfs- voorheffing. In 2018 zal die vrijstelling 3% bedragen en de komende jaren stelselmatig toenemen tot 18% in 2020.
Xxxxxxxx werkt ondertussen aan de praktische finaliteiten met de fiscus zodat u als bouwonderneming zo spoedig mogelijk kan genieten van het voordeel.
Meer weten? Neem contact op met de sociaal adviseur van Xxxxxxxx xxx.xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx • t 02 588 11 00
1.4 Enkele praktische vragen
In dit hoofdstuk bekijken we de arbeidsduur, de schorsing van prestaties en de vergoeding voor woon-werkverkeer en mobiliteit.
1.4.1 WELKE ZIJN DE SPELREGELS V OOR DE ARBEIDSDUUR?
Een werkweek loopt van maandag tot en met vrijdag. Zaterdag en zondag zijn verplichte rustdagen. Per week wordt er gemiddeld 38 uur gewerkt. In de praktijk is dat 40 uur. Om de twee extra uren uit te vlakken, zijn er in totaal 12 inhaalrustdagen collectief door de sector vastgelegd per jaar.
Wat met overuren?
De algemene regeling luidt dat u een overurentoeslag van 50% betaalt als u meer dan 9 uur per dag/ meer dan 40 uur per week laat presteren. Er bestaan diverse mogelijkheden tot flexibel werken die afwijken van deze algemene regeling. Om gebruik te maken van die flexibele werkuren, moet u telkens wel voldoen aan bepaalde voorwaarden. Xxxxxxxx of uw sociaal secretariaat kan u daar meer over vertellen.
Welke mogelijkheden tot flexibiliteit zijn er?
» Een uur extra werken per dag
U kan uw arbeider een uur extra per dag laten werken zonder overloon (wettelijke basis: cao 22 december 2005). De extra gepresteerde uren moet u verplicht laten recupereren tijdens periodes van slecht weer of economische werkloosheid. Voor acht extra gepresteerde uren geeft dat een recuperatiedag.
» Twee uur extra werken per dag
U kan uw arbeider twee uur extra per dag laten werken zonder overloon (wettelijke basis: CAO 22 december 2005). Daarbij moet u rekening houden met de zogenaamde interne grens van de arbeidsduur (zie verder). De extra gepresteerde uren moet u verplicht laten recupereren tijdens periodes van slecht weer of economische werkloosheid. Acht extra gepresteerde uren leveren één recuperatiedag op.
» Eén uur extra per dag voor xxx. 180 dagen
U kan uw arbeider een uur extra per dag laten werken gedurende maximaal 180 dagen per jaar (KB 213). U betaalt daarvoor een overurentoeslag van 20% per uur of u kan betaalde inhaalrust (één dag per acht extra gepresteerde uren) toekennen zonder toeslag. De keuze voor inhaalrust of uitbetaling aan 20% ligt bij de werknemer. Hij moet maandelijks vóór de loonafrekening zijn keuze maken. Pas bij gebreke hieraan is er inhaalrust vereist.
» Vrijwillige overuren tot 11 uur per dag
U kan met uw arbeider een individueel akkoord sluiten, waardoor hij tot 100 ‘vrijwillige’ overuren per jaar kan presteren (wettelijke basis: wet van 5/3/2017 betreffende het werkbaar en wendbaar werk – invoeging van art. 25bis in de Arbeidswet). Voor deze regeling moet u een overurentoeslag van 50% betalen. Ze laten recupereren is niet mogelijk. U moet rekening houden met de interne grens van de arbeidsduur (zie verder).
» 4 uur extra per dag (grote flexibiliteit – nieuwe arbeidsregeling)
U kan uw arbeider 4 uur extra per dag laten werken (wettelijke basis: wet van 17 maart 1987). U moet dan rekening houden met de interne grens van de arbeidsduur. Deze regeling kan ook gebruikt worden om te werken op zater- en zondagen, feestdagen of in de nacht.
Wat is de “interne grens van de arbeidsduur”?
De interne grens van de arbeidsduur is het maximum aantal uren waarmee de normale wekelijkse arbeidsduur mag overschreden worden en dat nog moet worden ingehaald. Normaal bedraagt die grens 143 uren, maar ze kan worden verhoogd door een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsover- eenkomst. Overuren die niet moeten worden ingehaald, tellen niet mee voor de berekening van de interne grens.
Op dat laatste bestaat een uitzondering. Hoewel vrijwillige overuren niet kunnen worden ingehaald, worden ze wel meegeteld voor de berekening van de interne grens, zij het op een speciale manier. De eerste 25 uren tellen namelijk niet mee voor de berekening. Dat aantal kan via een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst bovendien worden verhoogd van 25 tot maximaal 60 uren.
Welke oplossing verdient uw voorkeur?
Welke oplossing voor u de meest interessante is, hangt af van uw behoeften. Wilt u de gepresteerde overuren laten recupereren met inhaalrust of betaalt
u ze liever uit? Wilt u in dat tweede geval de overurentoeslag beperken, of is het aantal te presteren overuren voor u belangrijker, bijvoorbeeld omdat u te veel werk hebt voor één werknemer maar te weinig voor twee?
Contacteer Xxxxxxxx of uw sociaal secretariaat en bespreek met hen wat voor u de beste oplossing is.
1.4.2 W AT GEBEURT ER BIJ ZIEKTE OF SLECHT WEER?
In dat geval spreken we officieel van schorsing.
Wat moet u weten over de schorsing wegens ziekte?
Als uw werknemer arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ten gevolge van een ongeval van gemeen recht (dus geen arbeidsongeval!) moet hij u daar onmid- dellijk van verwittigen. Dat moet hij doen op de manier die wordt opgelegd door het arbeidsreglement of de arbeidsovereenkomst. Hij moet u ook een medisch attest bezorgen als dat zo is vastgelegd of als u daarom vraagt. Dat attest moet hij versturen binnen twee werkdagen na het begin van de ziekteperiode, tenzij u anders bent overeengekomen.
Uw arbeider heeft gedurende twee weken recht op een gewaarborgd loon. De eerste week komt dat neer op het volledige loon. De tweede week betaalt u 85,88% van het normale loon. Als de ziekte langer duurt, betaalt u nog twee weken een opleg (25,88% van het loon) bovenop de ziekte-uitkering van het ziekenfonds.
U kan als bouwbedrijf gratis aansluiten bij de Patronale Vereveningsdienst Bouwunie (PV Bouwunie). Zij zorgen voor een bijna volledige terugbetaling van het gewaarborgd loon. De voorwaarden om gratis aan te sluiten zijn:
» gemiddeld minder dan 20 werknemers in dienst,
» vallen onder het RSZ-kengetal 024, 026, 044 of 054,
» de arbeidsongeschiktheid is het gevolg van ziekte of een ongeval van gemeen recht.
Xxxx u aangesloten bij PV Bouwunie? Dan beschikt u daarenboven over de mogelijkheid om de arbeidsongeschiktheid van uw werknemer gratis te laten controleren door een controlearts.
Wat moet u weten over de schorsing wegens slecht weer?
Als het werk niet kan worden uitgevoerd wegens de weersomstandigheden, zijn er twee mogelijkheden. Bepalend is de vraag of uw werknemer al dan niet het werk al had aangevat.
Als hij dat nog niet had gedaan, kan u een beroep doen op tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer. Ook als uw arbeider al op de werf is aangekomen maar het werk niet kan aanvatten, is dat nog mogelijk. U moet in dat geval geen loon betalen voor de niet-gepresteerde uren.
Als uw werknemer al aan het werk is gegaan maar zijn werkzaamheden moet stopzetten wegens de weersomstandigheden, heeft hij recht op een gewaarborgd dagloon. In dat geval moet u de helft van de verloren arbeidsuren betalen. De andere helft wordt geregeld via weerverletzegels van Constructiv ter waarde van 2% van het brutoloon.
Procedure tijdelijke werkloosheid:
xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Van naar | Uw werknemer komt met de fiets | Uw werknemer komt met trein/ bus/eigen auto/ bromfiets … | ||||
Mobiliteit Fietsvergoeding Verplaatsing | Mobiliteit Verplaatsing | |||||
Woonplaats | opstapplaats | neen | ja | neen | ja | ja |
Woonplaats | zetel bedrijf | neen | ja | neen | ja | ja |
Woonplaats | werf | neen | ja | neen | ja | ja |
Opstapplaats | zetel | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Opstapplaats | werf | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Zetel werf | neen | ja | neen | ja | ja |
Goed om te weten! Maak gebruik van winteropleidingen
» Van 1 oktober tot 31 maart kan u tijdens werkloosheid wegens slecht weer, tegen een beperkte kostprijs bijscholingen organiseren voor uw arbeider. Dit noemen we winteropleidingen. Als uw arbeider in die periode een opleiding volgt, moet u geen loon betalen en krijgt u een tussenkomst van Constructiv in de opleidingskost.
Ook voor uw werknemer is de regeling voordelig.
Hij verwerft niet alleen extra skills, maar lijdt tijdens de bijscholing ook geen loonverlies. Hij krijgt immers een werkloosheidspremie van de RVA, een aanvullende vergoeding bouw van Constructiv
en een premie van 40 euro. Houd er wel rekening mee dat u vooraf een opleidingsplan moet opmaken.
» Xxxx weten over winteropleidingen? Contacteer Bouwunie
Xxxxxxxxx Xxxxxxx • xxxxxxxxx.xxxxxxx@xxxxxxxx.xx • t 02 588 11
Van naar | U haalt uw werknemer op/laat hem ophalen | Uw werknemer gebruikt een bedrijfsvoertuig | |||
Mobiliteit Verplaatsing | Mobiliteit Verplaatsing | ||||
Woonplaats | opstapplaats | n.v.t. | n.v.t. | ja | neen |
Woonplaats | zetel bedrijf | ja | neen | ja | neen |
Woonplaats | werf | ja | neen | ja | neen |
Opstapplaats | zetel | ja | neen | ja | neen |
Opstapplaats | werf | ja | neen | ja | neen |
Zetel werf | ja | neen | Ja | neen |
1.4.3 WELKE VERGOEDING BENT U VERSCHULDIGD V OOR W OON-WERKVERKEER EN MOBILITEIT?
Voor het woon-werkverkeer is er een tweeledige vergoeding: een tussenkomst voor privévervoer en een mobiliteitsvergoeding.
» De tussenkomst voor privévervoer geldt vanaf de eerste kilometer en wordt berekend per vervoersmiddel: openbaar vervoer, eigen vervoer, fietsvergoeding.
» De mobiliteitsvergoeding is bedoeld als vergoeding voor de tijd die de verplaatsing van thuis naar de werf vergt en wordt toegekend zodra de afstand minstens 10 kilometer bedraagt.
Wanneer heeft uw werknemer recht op welke vergoeding?
In de tabel hiernaast vindt u het antwoord.
Gelden er vaste barema’s voor de mobiliteitsvergoeding?
In de bouwsector is dat inderdaad het geval. Een overzicht (geldig vanaf 1/2/2018)
Daadwerkelijk afgelegde afstand per dag in totaal (heen en terug)
0 - 59 km | 0,0516 euro | 130 - 155 km | 0,0644 euro |
60 - 77 km | 0,0563 euro | 156 - 207 km | 0,0682 euro |
78 - 103 km | 0,0583 euro | 208 - 259 km | 0,0703 euro |
104 - 129 km | 0,0603 euro | 260 km+ | 0,0723 euro |
Het prijskaartje kan fiks oplopen. Twee voorbeelden.
Voorbeeld 1
Uw werknemer Xxx rijdt met de eigen wagen van thuis naar het ophaalpunt, een enkele afstand van 10 km. Vanaf het ophaalpunt gaat hij mee met de bedrijfscamionette naar de werf, opnieuw een enkele afstand van 10 km.
van de camionette, waardoor de mobiliteitsvergoeding voor passagiers van toepassing is.
» Ook hier moet u de geldende mobiliteitsvergoeding per km, zijnde
0,0516 euro/km (zie tabel met barema’s hierboven), vermenigvuldigen met het aantal km heen en terug • 20 km x 0,0516 euro/km = 1,0320 euro/dag
Totaal te betalen:
1. een verplaatsingsvergoeding van 3,48 euro/dag (eigen auto arbeider),
2. een mobiliteitsvergoeding van 1,032 euro/dag (eigen auto arbeider),
3. een mobiliteitsvergoeding van 1,032 euro/dag (camionette werkgever). Dat geeft in totaal 5,544 euro/dag of 116,424 euro/maand (voor een maand van 21 werkdagen).
Voorbeeld 2
Uw werknemer Xxx rijdt met de eigen wagen van thuis naar de werf, een
Wat moet u hem betalen voor het deel woonplaats ophaalplaats?
De arbeider verplaatst zich op eigen kracht, maar niet met de trein. Dan is Barema B van toepassing.
De verplaatsing met het eigen voertuig van de arbeider bedraagt dagelijks 10 km heen en 10 km terug: totaal 20 km. Voor deze verplaatsing betaalt u zowel een verplaatsingsvergoeding en daarenboven een mobiliteitsvergoeding.
1. De verplaatsingsvergoeding (gebruik eigen voertuig arbeider) De wekelijkse bijdrage op basis van het aantal km per dag: 17,40 euro/week = 3,48 euro/dag
2. Mobiliteitsvergoeding (voor rit met eigen voertuig arbeider)
Voor de mobiliteitsvergoeding vermenigvuldigt u het aantal km heen en terug met 0,0516 euro/km (zie tabel met barema’s hierboven) 20 km x 0,0516 euro/km = 1,0320 euro/dag
Voor het deel van de verplaatsing met de camionette van de werkgever dient u enkel een mobiliteitsvergoeding te betalen. De arbeider is niet de bestuurder
verplaatsing van 40 km enkele afstand. Hij gebruikt zijn eigen voertuig voor de volledige afstand, waardoor u zowel verplaatsings- als mobiliteitsvergoeding moet betalen.
Hoeveel moet u hem betalen voor de verplaatsing woonplaats werf?
1. De verplaatsing bedraagt 40 km heen en 40 km terug: totaal 80 km. Voor de verplaatsingskosten hanteert u wederom Xxxxxx X.
42 euro/week = 8,40 euro/dag
2. Voor de mobiliteitsvergoeding vermenigvuldigt u het aantal km heen en terug met 0,0583 euro/km (zie tabel met barema’s hierboven): 80 km x 0,0583 euro/km = 4,6640 euro/dag
Totaal te betalen:
1. een verplaatsingsvergoeding van 8,40 euro/dag,
2. een mobiliteitsvergoeding van 4,6640 euro/dag.
Dat geeft in totaal 13,064 euro / dag of 274,344 euro/maand (voor een maand van 21 werkdagen).
Goed om te weten!
Gebruik de tool van Bouwunie om de mobiliteitsvergoeding te berekenen. Het is niet altijd eenvoudig om mobiliteitsvergoeding te berekenen. Daarom ontwikkelde Xxxxxxxx een makkelijke berekeningsmethode die u kan helpen bij het becijferen van de mobiliteit.
» Meer info: xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx
Nog meer informatie?
Zit u nog altijd met twijfels en onzekerheden? Wil u weten of een (nieuwe) medewerker financieel wel haalbaar is voor u? Als partner in de bouwsector geeft Xxxxxxx u graag goed advies.
» Hoeveel kost een werknemer?
» Xxxxxxx vakantiegeld en -dagen krijgt een werknemer in de bouw?
» Welke extra kosten moet ik voorzien? Informeer u vooraf via xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
» Doelgroepvermindering voor jongeren en ouderen. Deze incentive is sinds 1 juli 2016 actief. U kan een lastverlaging krijgen als u jonge of oudere werknemers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in dienst neemt. U krijgt hierbij een korting op de sociale zekerheidsbijdrage.
» Daarnaast zijn er nog een aantal specifieke incentives mogelijk. Deze zijn afhankelijk van het type werkplekleren of opleiding.
Verlies bij deze mogelijkheden echter niet uit het oog dat u telkens een mentor moet aanstellen. En het gaat om een intensieve begeleiding waar u als ondernemer behoorlijk wat tijd in moet investeren.
1.5 Welke mogelijkheden bieden werkplekleren & opleiding
In plaats van rechtstreeks iemand aan te werven, kan u ook kiezen voor een stagiair uit het bouwonderwijs, voor duaal leren of een andere vorm van werk- plekleren, zoals IBO. Dankzij de Bouwingroeibaan (BiB) is het voor de werkgever financieel en inhoudelijk aantrekkelijk om een jongere aan te werven met het oog op duurzame tewerkstelling.
Werken met een stagiair, duaal leren of werkplekleren hebben een aantal zeer interessante financiële incentives voor de werkgever die het overwegen waard zijn. Die incentives zijn:
» Doelgroepvermindering voor mentor. Het gaat hierbij om een
lastenverlaging op RSZ voor werkgevers die opleidingen op de werkvloer organiseren voor jongeren of hun leerkrachten en die daarvoor een of meer werknemers als begeleider/opleider inzetten.
Hou er ook rekening mee dat uw nieuwe werknemer mogelijk een aantal specifieke opleidingen moet volgen om aan de slag te kunnen gaan in de bouw. Denk hierbij aan VCA-attest, de bediening van machines zoals bv. een hoogtewerker of heftruck.
1.5.1 EEN STA GIAIR AANWERVEN
Als toekomstige werkgever denkt u eraan om een stagiair aan te werven. Want dankzij een stage weet u of uw toekomstige werknemers over de nodige praktische vaardigheden beschikt. Tijdens de stage krijgt u meteen een realistisch beeld van de leerling:
» Wat kan hij al?
» Welke attitude heeft hij?
» Pikt hij snel iets op?
» Hoe pakt hij problemen aan?
» Is hij zelfredzaam?
Een stagiair onder de arm nemen heeft een aantal voordelen. Tijdens de stage- periode kan u eigen accenten leggen en de leerling de vereiste kennis en ervaring bijbrengen voor het geval hij later bij u aan de slag zou gaan.
Ook leerlingen hebben baat bij een stageplek. Ze doen ervaring op met nieuwe technieken, ze leren correct werken met machines en materialen en maken kennis met de bedrijfscultuur.
1.5.2 XXXXX XXXXX
Misschien is duaal leren wel iets voor u? Bij duaal leren wordt een theoretische opleiding gekoppeld aan een praktische opleiding in uw onderneming. Dat wordt de overeenkomst alternerende opleiding (OAO) genoemd. Deze overeen- komst wordt afgesloten tussen uzelf als werkgever, de opleidingsverstrekker en de leerling en ze geldt voor een volledig leertraject onder het toezicht van een mentor (uzelf) en een trajectbegeleider (een begeleider aangeduid vanuit de school) is de leerling minstens 20 uur per week actief in uw onderneming. Daarvoor betaalt u hem een stagevergoeding.
Onderschat niet dat u als ondernemer wel wat tijd moet steken in de opleiding en begeleiding van de jongeren. Bovendien moet u als bedrijf ook voldoen aan een aantal voorwaarden. Dus, daar moet u zeker rekening mee houden.
1.5.3 DE INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING (IBO)
Een IBO houdt in dat u, ondersteund door de VDAB, in uw onderneming een werkzoekende opleidt gedurende één tot zes maanden. Na die opleiding moet u hem in dienst nemen met een contract van onbepaalde duur.
Het systeem van IBO wordt in 2018 herbekeken, waardoor de modaliteiten in de loop van het jaar zullen veranderen. Neem contact op met Xxxxxxxx voor meer informatie.
1.5.4 DE BOUWINGROEIBAAN (BIB)
Een bouwingroeibaan is bedoeld om een jonge werknemer gedurende achttien maanden te begeleiden op de werkvloer. U sluit daartoe een arbeidsover- eenkomst voor onbetaalde tijd, waarin verplicht een specifieke bijlage (het BIB-beding) is opgenomen. Die bijlage moet een opleidingsprogramma bevatten en er moet een begeleider worden aangeduid. Als het om uw eerste werknemer gaat, treedt u zelf als begeleider op. Na zes maanden moet u een functione- ringsgesprek organiseren. Het loon dat u uw BIB-werknemer moet betalen, start in categorie I (voor iemand zonder bouwopleiding) of IA (voor iemand met een bouwopleiding) en evolueert na 18 maanden naar categorie II.
Ook de kandidaat-werknemer moet aan bepaalde voorwaarden voldoen:
» Hij moet jonger zijn dan 27 jaar.
» Hij mag niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht.
» Hij mag in het verleden hoogstens twaalf maanden tewerkgesteld geweest zijn in de bouwsector.
Voor een bouwingroeibaan kan u via Constructiv een premie van 1.000 euro krijgen, die wordt uitbetaald vanaf de zevende maand tewerkstelling.
1.5.5 OPLEIDINGEN IN DE BOUW
In een snel evoluerende bouwsector is het belangrijk om bij te blijven over hedendaagse technieken of om nieuwe opdrachten binnen te halen. Voor sommige opdrachten bent u verplicht om bepaalde attesten of certificaten voor te leggen. Voor beide zaken is bijscholing aan te raden.
Het tijdstip bepaalt u zelf: tijdens de werkuren, ’s avonds of op zaterdagen of in de winter (van 1 oktober tot 31 maart) tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer.
Weet dat u voor de bijscholing van uw medewerkers telkens een financiële tussenkomst in de opleidings- en de loonkost via uw sectorfonds Constructiv. Bovendien is dat combineerbaar is met Vlaamse subsidie uit de KMO-portefeuille.
Goed om te weten!
Laat u goed begeleiden als u wil investeren in werkplekleren en opleiding. Laat u in de keuze van stage of opleiding op de werkvloer adviseren en bijstaan door Xxxxxxxx, Constructiv, VDAB, Syntra en het bouwvak- onderwijs. Zij kunnen u adviseren om de juiste formule op maat van uw onderneming te kiezen.
Contacteer Xxxxxxxxx Xxxxxxx, Xxxxxxxx voor alle vragen rond opleiding & vorming • xxxxxxxxx.xxxxxxx@xxxxxxxx.xx • t 02 588 11 00
» Nuttige info vindt u eveneens op:
• xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxx
» Meer info over de opleidingen of bijscholingen in de bouw?
xxx.xxxxxxxxxxx.xx • xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx • Bouwunie
» Meer info over mentor?
xxx.xxxx.xx/xxxxxx-xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxx of contacteer Xxxxxxxx
» Meer weten over het aanwerven van een stagiair?
xxx.xxxxxxxxxxx.xx • Bouwunie
» Meer info over duaal leren?
xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx • xxx.xxxxxxxxxxx.xx • Bouwunie
» Meer info over IBO?
xxx.xxxx.xx• xxx.xxxxxxxxxxx.xx • Bouwunie
» Meer info over bouwingroeibaan?
xxx.xxxxxxxxxxx.xx • Bouwunie
2. U kiest voor samenwerking
In plaats van iemand in dienst te nemen, kan u ook een samenwerking met een andere zelfstandige ondernemer opzetten, hetzij een aannemer, hetzij een andere bouwprofessional. Op die samenwerking gaan we in dit hoofdstuk dieper in.
2.1 Welke zijn de mogelijke voordelen en valkuilen?
Een samenwerking biedt kansen om beter in te spelen op de markt maar heeft ook een schaduwzijde.
Welke zijn de argumenten pro?
Er zijn meerdere argumenten pro:
» één + één is soms meer twee. Met name dankzij specialisatie kan de som meer zijn dan het geheel van de delen.
» Via een samenwerking kan u vlotter een antwoord bieden op een aantal tendensen in de markt. Aan de vraagzijde zien we onder meer dat opdrachtgevers neigen naar schaalvergroting en zoeken naar partners die dankzij hun manier van werken goedkoper en/of efficiënter zijn. Denk maar aan de evolutie bij sociale-huisvestingsmaatschappijen naar een centrale aankoopdienst en naar raamcontracten.
» Samenwerking kan uw positie op de markt versterken. Door de hierboven opgesomde evoluties hebben heel grote aannemingsbedrijven en internationale bouwgroepen of consortia de wind in de zeilen. Kmo’s kunnen dat commerciële nadeel counteren door samen naar synergie- effecten te zoeken en die uit te spelen ten overstaan van opdrachtgevers.
Wat is de schaduwzijde?
Een samenwerking tussen zelfstandige bouwondernemers kadert in een aan- nemingsovereenkomst. Daardoor heeft zij verregaande consequenties waarvan
Goed om te weten! Samenwerken is niet per definitie gelijk aan werken in een bouwteam.
» Als het woord samenwerking valt, denkt u wellicht ook aan bouwteams. Let wel, het bouwteam is geen team van aannemers. Werken in bouwteam is ook geen wettelijk geregelde formule.
Wat is het dan wel? Een bouwteam is een projectgebonden samenwerking die begint in de ontwerpfase en eventueel tot aan de uitvoeringsfase loopt. In een bouwteam zijn, naast andere mogelijke bouwprofessionals, minstens de bouwheer, de
architecten, de studiebureaus en uitvoerders betrokken. Bedoeling van de bouwteamaanpak is een optimalisatie van het resultaat, de kost, de termijn en/of de kwaliteit van het project.
niet iedereen zich altijd even goed bewust is. Om dat te verduidelijken, bekijken we even de definitie van een aannemingsovereenkomst.
Definitie aannemingsovereenkomst
‘De aannemingsovereenkomst is een overeenkomst tussen een aannemer en een opdrachtgever waarbij de aannemer zich verbindt om voor de bouwheer een materieel werk uit te voeren tegen een bepaalde prijs, zonder dat er tussen de aannemer en de opdrachtgever een band van ondergeschiktheid bestaat.’
Wat moeten we uit deze definitie onthouden met betrekking tot een samenwerking tussen zelfstandige ondernemers?
1. Een samenwerking tussen zelfstandige aannemers is geen vrijblijvende stap. Zij moeten rekening houden met de wederkerige rechten en plichten, opgelegd door de aannemingsovereenkomst, en kunnen zich daaraan niet zomaar onttrekken.
De belangrijkste verplichting van de aannemer houdt in dat hij een bepaald materieel werk (bv. de bouw van een woning of de herstelling van een installatie) moet afleveren. De belangrijkste verplichting van de opdrachtgever is dat hij de afgesproken prijs moet betalen.
2. Met een aannemingsovereenkomst bestaat er geen band van ondergeschiktheid tussen de opdrachtgever en de aannemer, in tegenstelling tot de gezagsverhouding tussen een werkgever en een werknemer. Een aannemer voert het opgedragen werk uit op zelfstandige wijze, volgens zijn eigen kennis en met toepassing van de regels der kunst. U ziet meteen al het mogelijke probleem van schijnzelfstandigheid de kop opsteken (zie verder).
2.2 Welke samenwerkingsvormen zijn er?
Er zijn verschillende mogelijkheden om via een samenwerking naar de opdracht- gever te stappen. Ze hebben elk hun voordelen en beperkingen.
2.2.1 NEVENAANNEMING
Sommige aannemers kiezen voor de formule van nevenaanneming als ze een samenwerking opzetten. In een nevenaanneming sluit elke aannemer een apart contract met de bouwheer, met eigen betalings- en andere voorwaarden.
Wanneer is deze formule interessant?
Nevenaanneming kan een interessante oplossing zijn voor een duidelijk afgebakende opdracht, als de aannemers duidelijk de bedoeling hebben om hun werk en opdracht gescheiden te houden.
Waarmee moet u rekening houden?
Er zijn nogal wat aandachtspunten.
» Omdat elke aannemer zijn eigen voorwaarden hanteert, bv. wat uurloon en winstmarge betreft, stijgt het risico op discussies met de bouwheer.
» De kans dat de samenwerking wordt stopgezet, is reëel.
De vraag is dan wat er moet gebeuren.
» Aansprakelijkheden moeten duidelijk worden afgebakend om ellenlange discussies en erger te voorkomen in geval van problemen.
In heel wat gevallen is dat niet zo eenvoudig. Denk maar aan twee ruwbouwaannemers die samenwerken, en op zeker ogenblik
geconfronteerd worden met een verborgen gebrek in het metselwerk.
2.2.2 HOOFD- EN ONDERAANNEMING
In geval van hoofd- en onderaanneming sluit de opdrachtgever een aanne- mingscontract met de hoofdaannemer. Die laatste maakt een contract op met de onderaannemer, die niet per definitie kleiner hoeft te zijn dan de hoofdaannemer.
Wanneer is deze formule interessant?
Deze formule kan in heel wat gevallen interessant zijn.
» U kan ze benutten om een gespecialiseerd deelaspect van uw opdracht te laten uitvoeren in onderaanneming. Dat kan bv. gaan om specifieke loten in woningbouw of om gestuurd boren in wegenbouw.
» U kan een beroep doen op onderaannemers als u te veel werk hebt of over onvoldoende personeel beschikt voor een bepaalde opdracht.
» De formule is uiteraard zinvol voor zuivere coördinatieaannemers.
Waarmee moet u rekening houden?
Volgende zaken mag u niet uit het oog verliezen.
» Mag u wel een beroep doen op een onderaannemer? Kijk het lastenboek na, want soms is dat uitdrukkelijk verboden, moet u minstens een bepaald percentage van de werken zelf uitvoeren of moet u op voorhand melden welke onderaannemer u wil inschakelen en de toestemming van de opdrachtgever vragen.
» Als hoofdaannemer geeft u weliswaar een deel van de opdracht door aan de onderaannemer, maar ten overstaan van de opdrachtgever blijft u wel de volledige verantwoordelijkheid voor het werk van die onderaannemer dragen. Dat kan erg vervelend zijn, bv. als zijn werk vertraging oploopt, de kwaliteit van de uitvoering te wensen overlaat of de onderaannemer in faling gaat.
» Stel een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst op met de onderaannemer waarin alle afspraken duidelijk zijn omschreven. U kan daarvoor terugvallen op modelcontracten van Bouwunie.
» Verschillen in modaliteiten tussen uw eigen aannemingscontract en uw overeenkomst met de onderaannemer kunnen voor problemen zorgen. Stem bv. de betalingsvoorwaarden op elkaar af. Zo vermijdt u dat u uw onderaannemer al moet betalen, terwijl u zelf nog wacht op de betaling door uw opdrachtgever. Stem ook de uitvoeringsmodaliteiten op elkaar af.
» Uw onderaannemer staat niet onder uw gezag. Als dat wel het
geval is, riskeert u dat de inspectiediensten besluit dat het om schijnzelfstandigheid gaat. Enkele mogelijke alarmsignalen die u beter vermijdt: u werkt systematisch met dezelfde onderaannemer; u regelt het werk en de werkuren voor hem; u beslist over de periode waarin hij vakantie neemt; u organiseert zijn vervoer met uw camionette en stelt hem uw materiaal en materieel ter beschikking.
» Houd er rekening mee dat u een aantal administratieve verplichtingen
moet naleven (zie verder).
Welke verplichtingen moet u naleven?
Een korte opsomming:
» In geval van een overheidsopdracht moet u instaan voor de verplichte identificatie van uw onderaannemers.
» Voor een overheidsopdracht mag u uitsluitend werken met erkende onderaannemers. Als de werken die u aan een onderaannemer toevertrouwt, onder de erkenningsreglementering vallen, moet uw onderaannemer over de vereiste klasse en (onder)categorie beschikken voor de werken die hij zal uitvoeren. Als u zelf als onderaannemer optreedt, mag u uw deel van de opdracht niet volledig in onderaanneming doorgeven of alleen de coördinatie van de opdracht behouden.
» U bent verantwoordelijk voor de correcte werfmelding 30bis bij de RSZ en voor de aanwezigheidsregistratie als die verplicht is (d.w.z. voor werken vanaf 25.000 euro).
» Voor u een contract sluit met de onderaannemer en voor u achteraf een factuur van hem betaalt, moet u telkens nagaan of hij sociale of fiscale schulden heeft. U bent immers én hoofdelijk aansprakelijk wanneer u contracteert met een onderaannemer met sociale en/of fiscale schulden én u hebt een zogenaamde inhoudings- en doorstortingsplicht ingeval van sociale en/of fiscale schulden op het tijdstip van iedere uitbetaling van een factuur. Op de website van Xxxxxxxx vindt u een tool waarmee u kan controleren of een aannemer sociale en/of fiscale schulden heeft.
» U draagt in bepaalde gevallen een hoofdelijke aansprakelijkheid
voor de lonen van werknemers van de onderaannemers in de aannemingsketen waarin u zit. U kan met andere woorden opdraaien voor de betaling van die lonen.
» U mag een beroep doen op buitenlandse onderaannemers, maar in
dat geval moet u strikt de regels volgen. Xxxxxxxx heeft hierover een handige checklist opgesteld.
Goed om te weten! De Bouwunie checklists en modeldocumenten Op de website van Xxxxxxxx vindt u een hele reeks handige checklists.
» Modelcontracten voor een samenwerking:
xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx
» Overheidsopdrachten
xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxx
» Aangifte werken: xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxx
» Aanwezigheidsregistratie: xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-XXXX
» Sociale en fiscale schulden – hoofdelijke aansprakelijkheid:
Sociale schulden: xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxxx
Fiscale schulden: xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxx-xxxxxxxx
» Hoofdelijke aansprakelijkheid lonen:
xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxx
» Werken met buitenlandse onderaannemers:
xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxx-xxx-xxxxxxxxxxxxx
2.2.3 TIJDELIJKE HANDELSVENNOO TSCHAP
Zoals de naam al suggereert, is de tijdelijke handelsvennootschap (THV) een samenwerking om een tijdelijke opdracht uit te voeren. De opdrachtgever sluit een overeenkomst met de THV.
Wanneer is deze formule interessant?
De THV is een interessante oplossing om een tijdelijke behoefte in te vullen, bijvoorbeeld een opdracht die te groot is voor u alleen.
Interessant is ook inzake overheidsopdrachten dat een THV automatisch een klasseverhoging meebrengt voor de erkenning als aannemer. Als u beschikt over een definitieve erkenning klasse 2 en in THV samenwerkt met een aannemer die over identiek dezelfde erkenning beschikt, mag u zonder meer werken uitvoeren waarvoor een erkenning klasse 3 is vereist.
Niet ideaal voor kleine opdrachten
De THV is niet onmiddellijk bedoeld om een langdurige samenwerking tussen (kleinere) aannemingsbedrijven op te starten. Daar bestaan andere mogelijk- heden voor. In ieder geval moet u ook rekening houden dat dat bij het oprichten van een THV ook heel wat administratie komt kijken.
Waarmee moet u rekening houden?
» De THV heeft zelf geen rechtspersoonlijkheid. Er is dus geen afgescheiden eigen vermogen, in tegenstelling tot onder andere een nv of een bvba.
De partners in de THV zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alles wat de THV doet. Dat veronderstelt een groot onderling vertrouwen, want in geval van een fout van partij A, kan een opdrachtgever zijn eis tot schadevergoeding perfect alleen tot partij B richten.
» Een THV hoeft geen eigen btw-nummer aan te vragen, maar het is wel
mogelijk. Contacteer tijdig uw boekhouder wanneer u gaat werken in THV.
» Sommige opdrachtgevers verbieden in hun lastenboek een samenwerking in een tijdelijke handelsvennootschap.
3. U kiest voor een uitzendkracht
Naast een aanwerving of een samenwerking is er nog een derde oplossing om een teveel aan werk op te vangen: een interimkracht inschakelen.
3.1 Interimkracht versus werknemer
Waarom zou u een uitzendkracht onder de arm nemen?
Enkele mogelijke argumenten op een rij.
» Een goede bouwvakker vinden is geen sinecure. Een gespecialiseerd uitzendbureau kan wellicht vlotter geschikte kandidaten presenteren.
» Een proefperiode bij een aanwerving is wettelijk al meerdere jaren niet langer toegestaan. Via uitzendarbeid kan u nog wel gedurende een zekere periode nagaan of een kandidaat beantwoordt aan uw verwachtingen.
» U heeft minder administratie. Een uitzendkracht moet een medisch onderzoek ondergaan, beschikken over een VCA attest en altijd een werkloosheidsdocument C3.2A controlekaart bij zich hebben.
Het uitzendkantoor neemt die verplichtingen op zich en sluit een arbeidsongevallenverzekering af. Het kan u ook helpen bij het opstellen van een arbeidsreglement, wat vereist is als u nog geen personeel hebt en een interim inschakelt. Als een uitzendkracht afwezig is wegens ziekte, staat het uitzendkantoor in voor de betaling.
» Uiteraard hangt er wel een prijskaartje aan die dienstverlening. U betaalt het gebruikelijke uurloon, vermenigvuldigd met een coëfficiënt die afhangt van de specialisatie van de uitzendkracht en van uw afspraken met het uitzendkantoor. Daarnaast moet u zelf instaan voor de betaling van een aantal zaken, zoals het woon-werkverkeer en de mobiliteitsvergoeding.
3.2 Wanneer, waarvoor en hoe lang?
Uitzendarbeid is gebonden aan een aantal beperkingen.
Mag u om het even wanneer een uitzendkracht inschakelen?
Neen, u moet dat kunnen motiveren. Uitzendarbeid is toegelaten voor drie motieven, waarvan de eerste twee belangrijk zijn voor wie nog geen werknemers in dienst heeft.
» U mag een beroep doen op een interimarbeider om een tijdelijke toename
van het werkvolume op te vangen.
» U mag een uitzendkracht aan het werk zetten om een vacante betrekking in te vullen (instroom). U mag voor één vacante betrekking maximaal drie uitzendkrachten testen binnen een periode van maximaal negen maanden. U moet het uitzendkantoor meedelen of het om een eerste, tweede of derde poging gaat om de vacature in te vullen. Voor u kan overgaan tot een aanwerving, moet u eerst de in het interimcontract vastgelegde looptijd respecteren.
» Voor de volledigheid vermelden we dat u ook een uitzendkracht mag inschakelen om een vaste werknemer die werkonbekwaam is (ziekte, zwangerschap, ongeval) te vervangen.
Mag u om het even waarvoor een uitzendkracht inzetten?
Neen, er gelden beperkingen. U mag de uitzendkrachten alleen inschakelen voor de normale functies en activiteiten. Hem asbest laten verwijderen, is niet toegestaan. Werken op hoogte mag wel als de betrokkene beschikt over de vereiste attesten en u de veiligheidsreglementering respecteert.
Mag u een uitzendkracht zolang als u wil inschakelen?
Neen, een contract voor uitzendarbeid duurt maximaal zes maanden. Contracten voor één dag zijn niet toegelaten, ook niet voor studenten.
3.3. Vereisten en verplichtingen
Werken met een uitzendkracht is gebonden aan een aantal vereisten, zowel voor u als werkgever als voor het uitzendkantoor. U heeft ook enkele verplichtingen.
Goed om te weten! Vergeet werfmelding 30bis niet.
Vergeet niet dat een uitzendkantoor een onderaannemer is. U moet dus indien nodig de werfmelding 30bis doen, of de gegevens van uw onderaannemer aan de hoofdaannemer doorgeven. Bovendien moet u de inhoudingsplicht voor sociale en fiscale schulden controleren, zowel als het contract wordt afgesloten als bij elke betaling. Eventueel moet u instaan voor de inhoudingen en doorstortingen.
Voor meer informatie
» xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
Aan welke vereisten moet uw bedrijf/eenmanszaak voldoen?
» U moet onder de bevoegdheid van het paritair comité voor het bouwbedrijf ressorteren.
» U moet voldoen aan de vestigingsreglementering.
» U mag niet op inhoudingsplicht staan voor sociale of fiscale schulden.
Welke verplichtingen heeft u?
» U moet het uitzendkantoor een nauwkeurige omschrijving van de vereiste beroepskwalificaties, de specifieke kenmerken van de werkpost en de risicoanalyse van het uit te voeren werk bezorgen. Het uitzendbureau kan u hierbij helpen.
» U moet nagaan of de uitzendkracht de verplichte voorafgaande
veiligheidsopleiding heeft gevolgd of zich terecht kan beroepen op een vrijstelling.
» U moet nagaan of de uitzendkracht over een werkloosheidsdocument
C 3.2A beschikt.
» In geval van weerverlet moet u aangifte doen bij het uitzendkantoor.
» Als u niet voldoet aan de voorwaarden van de CAO over uitzendarbeid in de bouw, wordt uw contract met de uitzendkracht beschouwd als een vaste arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.
» Arbeidsongevallen met uitzendkrachten moet u in uw eigen statistieken opnemen.
Waarop moet u letten als u een uitzendkantoor kiest?
» Het uitzendkantoor moet een aparte juridische entiteit hebben om uitsluitend actief te zijn in de bouw.
» Het uitzendkantoor moet een gewestelijke erkenning hebben. Bepalend is de plaats waar de uitzendkracht effectief werkt. Deze vereiste is ook van toepassing op buitenlandse uitzendkantoren.
Uitzendkracht | 42
43 | Uitzendkracht
Colofon
De reproductie van teksten is toegelaten mits toestemming van Xxxxxxxx.
De redactie van deze pocket heeft gestreefd naar een maximale betrouwbaar- heid van de gepubliceerde informatie waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan gesteld worden.
Deze pocket is bijgewerkt tot juli 2018.
Redactionele input: Xxxxx Xxxxxxx (Accent Construct), Xxxxx Xxxxxxxx (Xxxxxxxx) Xxxxxxxx Xxxxx (SBB Xxxxxxxxxx & Adviseurs)
en Xxxxxx Xxxxxxxxx (Liantis) Coördinatie: Xxxxx Xxxxxxx - Bouwunie Coverbeeld: Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx: xxxx-xxxxxxx.xx
Een uitgave van Bouwunie vzw
Xxxxx Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxxx
t 02 588 11 00
f 02 253 07 45
e xxxx@xxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxx.xx
V.U.: Xxxx-Xxxxxx Xxxxxxxx
Disclaimer – Deze bijdrage vormt een algemene benadering inzake de toepassing van verschillende regelingen inzake tewerkstelling in de bouwsector of samenwerking in de bouwsector. Niettegenstaande deze met de grootste zorg werd samengesteld, is de hier opgenomen informatie eerder richtinggevend en gezien de vereenvoudigde bena- deringswijze en beknoptheid niet altijd volledig. De inhoud kan bijgevolg geenszins gebruikt worden om oplossingen en antwoorden te bieden aan reële en concrete situaties. Bouwunie wijst dan ook elke aansprakelijkheid af voor schade van welke vorm ook die voortvloeit uit het gebruik van de aangeboden informatie
Dé rekruteringsspecialist
in de bouw met 82 kantoren.
Meer dan 3.000 bouwbedrijven doen beroep op de kwalitatieve service van Accent Construct.
Vind je het uitdagend om de geschikte kandidaat te vinden? Nood aan persoonlijk HR-advies?
Werken met de nummer één in de bouwsector?
Contacteer ons op
VU: ACCENT Construct NV - Xxxxxxxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxxxxxx - VG.1312/BC — 00000-000-00000000 — W.INT.010
xxxxxxxxx@xx.xxxxxx.xxxx of 051/460 500.
Follow Us
Uitzendkracht | 44
Vanaf
10 september
Samen bouwen aan jouw ondernemers- verhaal, van eerste steen
tot oplevering.
xxxxxxx.xx