CAO
Rotterdam Port Services BV
1 oktober 2012 t/m 30 juni 2016 voor werknemers in dienst van de
Rotterdam Port Services BV (RPS) in het havengebied van Rotterdam
A. ALGEMENE ARTIKELEN 6
Artikel A1: Algemene definities 6
HOOFDSTUK I: XX XXXXXXXXXXXX 0
Artikel A2: Duur, verlenging en beëindiging van de overeenkomst 7
Artikel A3: Vaststelling van de loon en arbeidsvoorwaarden 7
Artikel A4: Aanvullingen en wijzigingen van de loon- en arbeidsvoorwaarden 7
Artikel AS: Wijziging van de overeenkomst tijdens contractperiode 7
Artikel A6: Reorganisatie van partijen 8
HOOFDSTUK II: VERPLICHTINGEN 9
Artikel A7: Verplichtingen van de werkgevers 9
Artikel A8: Te werk te stellen werknemers 9
Artikel A9: Verplichtingen van de werknemers 9
HOOFDSTUK 111: WERKNEMERSORGANISATIES 10
Artikel AIO: Werkgeversbijdrage voor sociale doeleinden 10
Artikel All: Organisatieverlof 10
Artikel A12: Vakbeweging en onderneming 10
HOOFDSTUK IV: SOCIAAL BELEID 11
Artikel A13: Hoofdlijnen sociaal statuut 1
Artikel A14: Veiligheid en milieu 12
Artikel A15: Fusies en reorganisaties 12
HOOFDSTUK V: OVERIGE VOORZIENINGEN 13
Artikel Al6: Vrijwillige ziektekostenverzekering en WGA premie 13
Artikel Al7: Salaris bij ziekte of ongeval 13
Artikel A18: Pensioenvoorziening 14
Artikel Al9: WGA-hiaatverzekering 16
Artikel A20: Uitkering bij overlijden 16
Artikel A21: ANW Hiaat verzekering 17
HOOFDSTUK VI: DIENSTVERBAND 18
Artikel A22: Formeel ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid 18
Artikel A23: Einde dienstverband 18
Artikel A24: Vakantieregeling 18
Artikel A25: Kort verzuim 19
Artikel A26: Onbetaald verlof 20
Artikel A27: Feestdagen 20
HOOFDSTUK VII: SALARISSEN EN TOESLAGEN 22
Artikel A28: Prijscompensatie 22
Artikel A29: Inkomensontwikkeling 22
Artikel A30: Vakantietoeslag 22
Artikel A3 l: Toeslag bij inzet P&O NSF verschoven dienst 23
B. SPECIFIEKE ARTIKELEN 24
Artikel Bl: Specifieke definities 24
HOOFDSTUK I:
Artikel B2: Artikel B3: Artikel B4: Artikel BS:
HOOFDSTUK II:
Artikel B6: Artikel B7:
HOOFDSTUK III:
Artikel B8: Artikel B9: Artikel BIO: Artikel B11: Artikel B12: Artikel B 13: Artikel Bl4: Artikel B 15: Artikel B 16: Artikel B 17: Artikel Bl8:
BIJLAGE! BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV BIJLAGE V
ARBEIDSDUUR 25
Arbeidsduur per etmaal en per week 25
Arbeidstijden 30
Arbeid op feestdagen (werkverplichting) 30
Activiteiten waarvoor betaling in vaste salaris begrepen is 31
XXXXXXXXXXXXXXX 00
Salarissen en functielijsten 32
Betaling van overwerk en arbeid op feestdagen 32
33
OVERIGE SPECIFIEKE REGELINGEN
Inhouding bij verzuim 33
Aanvangstijden 33
Proeftijd 33
Ploegendienst. 33
Werkkleding 34
Anciënniteitdatum 34
Arbeidstijden 34
Werkschema's 34
Seniorenfitregeling 35
Inhaaldagen 35
Werknemers van 55 jaar of ouder 35
Functie- en loonschalen 37
Winstdeling voor medewerkers bij Rotterdam Port Services B.V 42
Verplichtingen van de werknemer bij arbeidsongeschiktheid 43
Varia 45
Protocol 46
Rotterdam Port services B.V.
RPS-CAO
1 oktober 2012 t/m 30 juni 2016 voor werknemers in dienst van RPS in het havengebied van Rotterdam.
De ondergetekende:
En;
I. Rotterdam Port Services BV
IL
a. CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht
b. FNV Bondgenoten, gevestigd te Utrecht
verklaren met ingang van 01 oktober 2012 de navolgende Collectieve Arbeidsovereenkomst te hebben gesloten voor werknemers in diensttredend van RPS in het havengebied van Rotterdam.
A. ALGEMENE ARTIKELEN
Artikel Al: Algemene definities
In deze overeenkomst wordt onder werkgever verstaan: onderneming(en) genoemd bij ondergetekenden onder 1.
Waar in deze voorwaarden gesproken wordt van werknemers, worden bedoeld: mannelijke en vrouwelijke werknemers, vallende onder deze overeenkomst, in dienst van de onderneming.
HOOFDSTUK 1: DE OVEREENKOMST
Artikel A2: Duur, verlenging en beëindiging van de overeenkomst
Deze overeenkomst is aangegaan voor de tijd van 01 oktober 2012 t/m 30 juni 2016. Waar geen ingangsdatum is genoemd bij wijzigingen van de cao, wordt 1 januari 2015 als ingangsdatum gehanteerd. De overeenkomst kan zowel door ondergetekenden onder I als door ondergetekenden onder II tegen het einde van de contractperiode worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden. Een en ander dient te geschieden door middel van een aangetekende brief.
Zolang geen van de pai1ijen tot opzegging dezer overeenkomst overgaat wordt deze stilzwijgend verlengd. Beëindiging van de overeenkomst kan ook dan niet anders worden verkregen dan met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden.
Artikel A3: Vaststelling van de loon en arbeidsvoorwaarden
De loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werknemers werkzaam in de havenbedrijven in het havengebied van Rotterdam zijn vastgesteld gelijk omschreven in de aan de akte gehechte en - overeenkomstig het in artikel A4 bepaalde - alsnog te hechten bijlagen, welke door partijen zijn gewaarmerkt. Arbeidscontracten voor bepaalde tijd conform de wettelijke bepalingen.
Artikel A4: Aanvullingen en wijzigingen van de loon- en arbeidsvoorwaarden
Partijen keuren bij voorbaat goed, dat bijzondere loon- en arbeidsvoorwaarden, die na ondertekening van de akte tussen partijen mochten worden overeengekomen, alsnog aan deze akte zullen worden gehecht. Bij tussentijdse wijziging of aanvulling bij gemeen overleg in de aan deze akte gehechte, door partijen gewaarmerkte loon- en arbeidsvoorwaarden, zullen deze gewijzigde of nieuwe loon- en arbeidsvoorwaarden eveneens aan deze akte worden gehecht en door partijen worden gewaarmerkt. Deze overeenkomst blijft overigens onveranderd van kracht.
Artikel AS: Wijziging van de overeenkomst tijdens contractperiode
Ingeval van buitengewone veranderingen in de algemeen sociaaleconomische verhoudingen in Nederland en/of wijziging in de loon- en prijspolitiek der regering, zijn zowel partijen ter ene zijde als partijen ter andere zijde gerechtigd tijdens de duur van de overeenkomst wijzigingen van de overeenkomst, die met deze veranderingen in direct verband staan, aan de orde te stellen. Partijen zijn in deze gevallen verplicht de aan de orde gestelde voorstellen in behandeling te nemen. Indien binnen een maand, nadat deze voorstellen door een van de partijen door middel van een aangetekende brief zijn ingediend, geen overeenstemming is bereikt, is de partij, die de voorstellen heeft ingediend, gerechtigd de overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van een maand op te zeggen.
Onverminderd het voorgaande komen partijen voorts overeen dat, indien en voor zover tijdens de duur van dit contract in overleg tussen de regering en het georganiseerde bedrijfsleven wijziging wordt gebracht in de bij de totstandkoming van dit contract ten aanzien van de loonvorming geldende gedragsregels of daarbij gehanteerde formules, in gezamenlijk overleg zal worden nagegaan of en op welke wijze een voorziening zal worden getroffen om een en ander, met inachtneming van de alsdan geldende spelregels, te realiseren.
Artikel A6: Reorganisatie van partijen
In geval van reorganisatie van bij deze overeenkomst betrokken partijen keuren ondergetekenden onder I en II deze bij voorbaat goed en staan er tegenover elkaar voor in, dat hun wederzijdse rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst voortvloeiende zullen mogen en moeten worden overgenomen door die rechtsperso(o)n(en), die daartoe door enige partij schriftelijk aan de wederpartij zal (zullen) worden aangewezen.
8
HOOFDSTUK II: VERPLICHTINGEN
Artikel A7: Verplichtingen van de werknemers
De ondergetekenden onder II zullen bevorderen, dat hun leden van RPS in het havengebied van Rotterdam voor het verrichten van arbeid aan geen werkgever andere voorwaarden zullen stellen dan de hiervoor in Artikel A3 genoemde en slechts op deze zich voor arbeid bij werkgevers beschikbaar zullen stellen en hun werkzaamheden zullen verrichten.
De ondergetekenden onder II verbinden zich bovendien te bevorderen, dat bedoelde loon- en arbeidsvoorwaarden ook worden nageleefd door andere werknemers van RPS dan hun leden. De werknemer mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van zijn werkgever arbeid tegen betaling bij een derde verrichten. Aan de niet voltijd medewerkers zal toestemming worden verleend voor zover niet in strijd met de diensten van RPS en arbeidstijdenwet.
Artikel A8: Te werk te stellen werknemers
RPS zal voor het verrichten van werkzaamheden, vallende onder deze Collectieve Arbeidsovereenkomst, in eerste instantie gebruikmaken van werknemers die in hun eigen vaste dienst zijn. In dit kader is het tevens mogelijk om volgtijdelijk bij erkende bedrijven in de Rotterdamse haven regiefuncties in te huren of te verhuren.
Artikel A9: Verplichtingen van de werkgevers
Ondergetekenden onder I zullen op geen andere voorwaarden arbeid doen verrichten of arbeidsovereenkomsten aangaan dan de in artikel A3 genoemde. Individuele arbeidsovereenkomsten zullen schriftelijk worden aangegaan.
De werkgever zal, met inachtneming van de wettelijke bepalingen terzake (Wet op de Medische Keuringen - 1998), alleen in het geval de aard van de functie bijzondere eisen aan de medische geschiktheid van de werknemers stelt, werknemers in dienst nemen, die van tevoren medisch zijn goedgekeurd door een arts, verbonden aan een bedrijfsgezondheidsdienst.
RPS CA020!2-2016
HOOFDSTUK 111: WERKNEMERSORGANISATIES
Artikel AlO: Werkgeversbijdrage voor sociale doeleinden
Over de periode 1 oktober 2012 t/m 30 juni 2016 zal de werkgever een bijdrage van 0,3 % van de loonsom van de onder de in deze CAO genoemde loon- en arbeidsvoorwaarden vallende werknemers aan de contracterende werknemersorganisaties afdragen ten behoeve van scholings-, vormings- en voorlichtingsactiviteiten voor de werknemers vallende onder deze CAO. De onderlinge verdeling van dit bedrag is een aangelegenheid van de genoemde werknemersorganisaties onder II.
Artikel All: Organisatieverlof
1. Aan een werknemer die lid is van een der werknemersorganisaties, waarmee deze overeenkomst is aangegaan, kan met inachtneming van het hier onder in lid 2 bepaalde vrijaf worden gegeven met behoud van salaris -hierna te noemen organisatieverlof-voor de volgende activiteiten:
a. het deelnemen aan bondscongressen, bondsraad of daarmee gelijk te stellen bijeenkomsten;
b. het deelnemen aan door genoemde werknemersorganisaties georganiseerde cursussen.
2. Hierbij gelden de navolgende maxima:
a. Per georganiseerde werknemer kunnen, indien de werkzaamheden dit naar het oordeel van de werkgever toelaten, ten hoogste 8 organisatieverlofdagen per jaar worden opgenomen. In bijzondere gevallen kan, voor met name genoemde vakbondsleden die kaderfuncties vervullen, dit aantal - in overleg tussen bonden en de werkgever - worden verhoogd. Xxxxxx nader overeen te komen.
b. De werkgever zal voor een organisatieverlofdag een vergoeding van de betreffende werknemersorganisatie ontvangen, welke deze organisatie bekostigt uit de werkgeversbijdrage van 0,3 % van de loonsom ten behoeve van scholings-, vormings en voorlichtingsactiviteiten.
3. Onder salaris te verstaan het basis-, respectievelijk schemasalaris dat betrokkene bij arbeid zou hebben ontvangen.
Artikel A12: Vakbeweging en onderneming
1. De bedrijven zullen de oprichting van vakbondsafdelingen ofledengroepen van de vakbonden, zoals vermeld bij ondergetekenden II niet in de weg staan. De verantwoordelijkheid voor het functioneren van de vakbondsafdeling ofledengroep binnen de onderneming, waaronder het doen van publicaties, berust bij de bij bezoldigde bestuurders. Nieuwsbrieven en pamfletten (geschriften) namens CNV en FNV dienen ondertekend te zijn door de bezoldigde bestuurders.
2. Aan bezoldigde vakbondsvertegenwoordigers van contracterende partijen zal gelegenheid worden gegeven conform te maken afspraken hun functie in de onderneming uit te oefenen.
De ondernemer behoudt het recht in ernstige conflictsituaties deze faciliteit in te trekken.
HOOFDSTUK IV: SOCIAAL BELEID
Artikel A13: Hoofdlijnen sociaal statuut
Partijen bij deze Collectieve Arbeidsovereenkomst betrokken geven hieronder de hoofdlijnen van het naar hun opvatting in de onderneming te voeren beleid weer.
1. Het ondernemingsbeleid zal er in het bijzonder op gericht zijn een zodanig rendement van het geïnvesteerde kapitaal na te streven, dat de continuïteit en een gezonde groei van de onderneming worden bevorderd, alsmede dat de werkgelegenheid, de bestaanszekerheid en het voeren van een verantwoord sociaal beleid veilig worden gesteld.
2. Het sociaal beleid als wezenlijk onderdeel van het ondernemingsbeleid vindt zijn grondslag in de erkenning van de persoonlijke waardigheid van de mens, hetgeen tot uitdrukking zal worden gebracht door de werknemers in staat te stellen hierop langs de weg van de rechtstreekse betrokkenheid in de werksfeer en door middel van de daartoe geëigende overlegorganen van de onderneming hun invloed uit te oefenen.
3. Het personeelsbeleid als onderdeel van het sociaal beleid heeft onder meer tot doel een arbeidsklimaat te scheppen, waarin de werknemer de gelegenheid heeft zijn werkkracht en capaciteiten te ontplooien in het belang van de onderneming en van zichzelf.
4. Het personeelsbeleid zal onder meer omvatten:
a. het bevorderen van een zodanige interne communicatie, dat inzicht in het ondernemingsbeleid mogelijk is;
b. het voeren van een verantwoord wervingsbeleid met ruimte voor introductie en instructie voor nieuwe werknemers;
c. het ontwikkelen van een loopbaanplanning, welke in relatie tot de behoefte van het bedrijf rekening houdt met aanleg, capaciteit en ambities van het personeel;
d. het bevorderen van trainings-, resp. bij- en herscholingsprogramma's, al dan niet gegeven bij instituten welke onder supervisie staan van de Vakopleiding Transport en Logistiek en/ of de Stichting Scheepvaart en Transport Onderwijs;
e. een adequaat beleid ten aanzien van de gezondheid, veiligheid en het welzijn van de werknemers. Zo nodig zal overleg gevoerd worden met de Bedrijfsgezondheidsdienst.
5. Partijen wijzen discriminatie af en verklaren zich te willen inzetten om gelijke kansen voor mannen en vrouwen in het arbeidsproces te bevorderen. Dergelijke kansen dienen o.m. tot uitdrukking te komen bij het selectie-, wervings-, opleidings- en Joopbaanbegeleidings beleid van de werkgever. Periodiek zal tussen CAO-partijen de voortgang bij het scheppen van gelijke kansen worden besproken. De werknemer kan conform het ter zake in deze CAO bepaalde een verzoek indienen voor onbetaald verlof ten behoeve van de verzorging van een kind waarvoor de werknemer de feitelijke verzorging heeft.
6. Partijen bij deze CAO achten ongewenste intimiteiten onaanvaardbaar. De werkgever zal, indien noodzakelijk, maatregelen treffen m.b.t. de werkorganisatie en de inrichting van de werkomgeving, ter voorkoming van ongewenste intimiteiten binnen de arbeidsorganisatie.
7. Werkgever ziet het tot zijn taak om voor zover dat redelijkerwijs in zijn vermogen ligt, gelijke kansen voor gehandicapte en niet-gehandicapte werknemers voor wat betreft de deelname aan het arbeidsproces te bevorderen en de nodige voorzieningen te treffen voor het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van werknemers.
Uitgangspunt bij het realiseren van deze doelstelling is ter zake van toepassing zijnde wetgeving.
Artikel A14: Veiligheid en milieu
De werknemer is gehouden alle wettelijke voorschriften alsmede de bedrijfsinstructies met betrekking tot de veiligheid, gezondheid en het milieu op te volgen en de aan hem verstrekte beschermingsmiddelen te dragen en/of te gebruiken. Indien de werknemer in gebreke blijft de vereiste beschermingsmiddelen te gebruiken, wordt hij geacht de bedongen arbeid niet te willen verrichten en wordt het salaris over de periode dat hij/zij in gebreke blijft niet uitbetaald.
VCR-certificering: partijen spreken af dat in de nieuwe cao (ingangsdatum 1 juli 2016) zal worden bezien of de bijdrage aan SVH kan worden hervat.
Artikel A15: Fusies en reorganisaties
Overeenkomstig het SER-besluit Fusiegedragsregels (2000) en de Wet op de Ondernemingsraden zullen:
bij voorgenomen ingrijpende reorganisatie, inkrimping of sluiting/opheffing van een onderneming, waarbij ontslag, vervroegde pensionering, dan wel overplaatsing van werknemers naar een plaats buiten het havengebied het gevolg is, zullen de ondernemingsraad en vakorganisaties tijdig worden ingelicht en in de gelegenheid worden gesteld advies uit te brengen;
in overleg met de vakorganisaties regelingen worden getroffen voor een eventuele afvloeiing, welke een sociale begeleiding van de betrokken werknemers garandeert;
de vakorganisaties onmiddellijk door de werkgever in kennis worden gesteld van een aanvraag van surseance van betaling of van een ingediend verzoek tot faillietverklaring.
HOOFDSTUK V: OVERIGE VOORZIENINGEN
Artikel A16: Vrijwillige ziektekostenverzekering en WGA premie.
Aan de medewerkers wordt de mogelijkheid geboden deel te nemen aan een collectieve verzekering ter dekking van kosten van zorg. Daarnaast neemt RPS gedurende de looptijd van de CAO met ingang van 1 januari 2011 de WGA premie volledig voor haar rekening(inclusief werknemersdeel). RPS heeft de mogelijkheid om te onderzoeken en te beslissen om al dan niet wettelijk gedwongen eigen-risico-drager voor de WGA premie te worden.
Artikel Al7: Salaris bij ziekte of ongeval
Zie ook bijlage III.
1. De werknemer die wegens arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht te handelen conform de vastgestelde ziekte- en verzuimrichtlijnen.
Het niet voldoen aan deze richtlijnen kan tot gevolg hebben dat de betaling van uitkeringen tijdens arbeidsongeschiktheid als bedoeld in de navolgende artikelen na kennisgeving wordt gestaakt.
2. Ingeval van (volledige) arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval ontvangt de werknemer voor de duur van maximaal 52 weken het schemasalaris bij arbeid waarbij eventuele wettelijke uitkeringen aan de werkgever worden uitgekeerd.
Bij voortduring van de arbeidsongeschiktheid zal 90% van het schemasalaris voor de duur van maximaal 26 weken worden doorbetaald.
Bij voortduring van de arbeidsongeschiktheid zal 80% van het schemasalaris voor de duur van maximaal 26 weken worden doorbetaald.
Bij actieve deelname aan een reïntegratieplan wegens terugkeer in een functie bij het bedrijf respectievelijk aan een reïntegratieplan voor plaatsing elders zal de loondoorbetaling, zoals hiervoor aangegeven in dit artikel, worden aangevuld tot 100% van het bruto schemasalaris.
3. Voor gedeeltelijk arbeidsgeschikte medewerkers, die kunnen worden tewerkgesteld, wordt het salaris in onderling overleg door partijen vastgesteld, rekening houdend met de mate van validiteit voor het werk dat betrokkene gaat verrichten.
4. Daar waar inzichtelijk wordt dat de eigen werkzaamheden niet kunnen worden hervat zal de werkgever een aanbod tot re-integratie doen. De arbeidsmogelijkheden van de werknemer kunnen worden geïnventariseerd op basis van een belastbaarheids- en/of arbeidskundig onderzoek. In ieder geval zullen de volgende elementen bij de evaluatie worden betrokken: opleiding, werkervaring, motivatie en mobiliteit.
Werkgever zal in eerste instantie trachten passende/vervangende arbeid binnen de onderneming aan te bieden. Indien er geen interne mogelijkheden bestaan en/of redelijke alternatieven kunnen worden gecreëerd zal een aanbod tot externe re integratie worden gedaan. Passende en/of vervangende arbeid mag in principe lager betaalde arbeid zijn; de werknemer dient een dergelijke functie in zijn algemeenheid te aanvaarden. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zal bij re-integratie uitsluitend worden gezocht naar mogelijkheden die een volledige arbeidsparticipatie waarborgen.
Bij een externe herplaatsing zal eventueel gebruik worden gemaakt van de diensten van een re-integratiebureau. Voor zowel interne als externe re-integratietrajecten zal de werkgever periodiek de ondernemingsraad informeren.
5. De werknemer, die op een dag buiten zijn arbeidsweek of op een in zijn arbeidsweek vallende feestdag niet voor arbeid op zijn werk kan verschijnen, ontvangt geen betaling over deze dag.
6. De werknemer, die op een dag buiten zijn arbeidsweek of op een in zijn arbeidsweek vallende feestdag als gevolg van een ongeval het werk moet staken, ontvangt de volledige betaling over deze dag.
7. De werknemer, die op een dag buiten zijn arbeidsweek of op een in zijn arbeidsweek vallende feestdag het werk wegens ziekte moet staken, ontvangt de betaling van de halve dienst, waarin het werk is gestaakt.
Artikel A18: Pensioenvoorziening
Ten behoeve van de onder deze overeenkomst vallende werknemers is door de werkgever een pensioenverzekering ondergebracht bij OPTAS Pensioenen N.V. (Aegon N.V.) te 's Gravenhage.
De belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling(en) zijn hieronder omschreven.
De volledige regelingen zijn in het pensioenreglement en addenda omschreven. Alleen aan het pensioenreglement en de addenda kunnen rechten worden ontleend.
De pensioenreglementen alsmede de addenda zijn verkrijgbaar bij Personeelszaken.
Periode vanaf 1 ianuari 2015
Door de beschikbaarheid van Stap 3 vanuit SVBPVH is met ingang van 1 januari 2015 de premiestaffel voor de B-deelnemers gewijzigd. Tevens zijn - waar noodzakelijk - de regelingen aangepast aan het fiscale kader per 1 januari 2015.
De belangrijkste kenmerken van beide regelingen zijn hieronder vermeld.
A-regeling
• Beschikbare premieregeling.
• Deelnemers zijn de werknemers in dienst van RPS, die niet vallen onder de B-regeling.
• Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00 jaar.
• Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00 jaar.
• Pensioengrondslag is het pensioengevend jaarsalaris minus de franchise.
• Het pensioengevend jaarsalaris is 12 maal het schemamaandsalaris plus vakantietoeslag plus het zogeheten meerwerk.
• De franchise is gelijk aan 100/70 AOW voor een samenwonende inclusief de vakantietoeslag (2015: € 13.545).
• De beschikbare netto premie wordt gebaseerd op 66,43 % van de maximale fiscale staffel 2 op 3% rekenrente (staffelbesluit 2009). De leeftijdsafuankelijke netto premie is een percentage van de pensioengrondslag en bedraagt:
20-24 jaar 6,78 %
25- 29 jaar | 7,84 % |
30-34 jaar | 9,17 % |
35- 39 jaar | 10,63 % |
40-44 jaar | 12,36 % |
45- 49 jaar | 14,42 % |
50-54 jaar | 16,94 % |
55- 59 jaar | 20,00 % |
60- 64 jaar | 23,85 % |
• De eigen bijdrage van de deelnemer is 6 % van de pensioengrondslag en wordt in maandelijkse termijnen verrekend met het salaris van de deelnemer.
• Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en nabestaandenpensioenen (volgens de
eindloonsystematiek) bij overlijden voor de pensioendatum zijn op risicobasis verzekerd gedurende het dienstverband met de werkgever. Over de diensttijd bij RPS tot 1 januari 2015 wordt het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum berekend op basis van de pensioengrondslag 2014 en het percentage van 1,225 per meetellend dienstjaar voor 1 januari 2015. Over de meetellende diensttijd vanaf 1 januari 2015 geldt per dienstjaar een percentage van 1,16% van de laatste pensioengrondslag. Voor verhogingen van de pensioengrondslag op of na 1 januari 2015 geldt een percentage van 1,16 per totaal meetellend dienstjaar met een maximum van 45 jaar.
• Het wezenpensioen bij overlijden voor de pensioendatum bedraagt 20% van het verzekerde partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum.
B-regeling
• Beschikbare premieregeling.
• Deelnemers zijn de werknemers in dienst van RPS, die geboren zijn in de geboortejaren 1950-1976 en voor 1 januari 1998 pensioen hebben opgebouwd bij PVH en vanaf 1 januari 1998 verzekerd zijn in een B-regeling .
• Pensioenrichtleeftijd 65 jaar.
• Pensioengrondslag is het pensioengevend jaarsalaris minus de franchise.
• Het pensioengevend jaarsalaris is 12 maal het schemamaandsalaris plus vakantietoeslag plus het zogeheten meerwerk.
• De franchise is gelijk aan 100/75 AOW voor een samenwonende inclusief de vakantietoeslag (2015: € 12.642).
• De beschikbare netto premie wordt gebaseerd op 100 % van de maximale fiscale staffel
2 op 3% rekenrente (staffelbesluit 2014). De leeftijdsafuankelijke netto premie is een percentage van de pensioengrondslag en bedraagt:
20- 24 jaar 8,00 %
25-29 jaar | 9,30 % |
30 - 34 jaar | 10,80 % |
35-39 jaar | 12,50 % |
40-44 jaar | 14,60 % |
45- 49 jaar | 17,00 % |
50-54 jaar | 19,80 % |
55 - 59 jaar | 23,30 % |
60 - 64 jaar | 27,70 % |
• De eigen bijdrage van de deelnemer is 5,85 % van de pensioengrondslag en wordt in maandelijkse termijnen verrekend met het salaris van de deelnemer.
• Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en nabestaandenpensioenen (volgens de
eindloonsystematiek) bij overlijden voor de pensioendatum zijn op risicobasis verzekerd gedurende het dienstverband met de werkgever. Over de diensttijd bij RPS tot 1 januari 2015 wordt het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum berekend op basis van de pensioengrondslag 2014 en het percentage van 1,225 per meetellend dienstjaar voor 1 januari 2015. Over de meetellende diensttijd vanaf 1 januari 2015 geldt per dienstjaar een percentage van 1,16% van de laatste pensioengrondslag. Voor verhogingen van de pensioengrondslag op of na 1 januari 2015 geldt een percentage van 1,16 per totaal meetellend dienstjaar met een maximum van 45 jaar.
Algemeen
Mocht de bijdrage van SVBPVH uit hoofde van stap 3 op enig moment worden verminderd of gestaakt, dan zullen CAO-partijen in overleg treden over de gevolgen.
Artikel A19: WGA-hiaatverzekering
De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) geldt voor iedereen die op of na 1 januari 2004 ziek is geworden en op of na 1 januari 2006 blijvend arbeidsongeschikt wordt verklaard. De Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) geldt voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten en voor medewerkers die wel volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Deze wettelijke WGA-regeling is verdeeld in twee periodes. In de eerste, loongerelateerde periode is de hoogte van de uitkering gebaseerd op het (maximum dag)loon. De duur van de loongerelateerde periode is afhankelijk van het arbeidsverleden. In de tweede, vervolgperiode is de hoogte van de uitkering gebaseerd op het (maximum dag)loon dan wel, indien niet ofminder dan de helft van de verdiencapaciteit wordt benut, op het wettelijk minimumloon. De WGA-hiaatverzekering voorziet gedurende de vervolgfase in een aanvulling tot 70% van het laatstverdiende salaris met een maximum van 70% van het maximum dagloon. Sprake is van een vrijwillige verzekering.
Artikel A20: Uitkering bij overlijden
Bij overlijden van de werknemer wordt aan de nagelaten betrekkingen een uitkering ineens verstrekt tot een bedrag van driemaal zijn basis- resp. schemamaandsalaris. Onder nagelaten betrekkingen worden verstaan:
1. de echtgenoot/echtgenote, tenzij de overledene duurzaam gescheiden leefde; met echtgenoot/echtgenote zal worden gelijkgesteld de persoon waarmee de werknemer een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voerde, voor zover hiervan schriftelijk mededeling aan de werkgever is gedaan.
2. bij ontstentenis van de echtgenoot/echtgenote, de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen;
3. bij ontbreken van de onder 1. en 2. bedoelde personen, degene ten aanzien van wie de overledene grotendeels in de kosten van levensonderhoud voorzag.
Uitkeringen ter zake van het overlijden aan genoemde nagelaten betrekkingen krachtens de ZW of de WAO/WIA worden op deze uitkering in mindering gebracht.
Artikel A21: ANW Hiaat verzekering
Na instemming op het CAO-resultaat zal de werkgever ASR Levensverzekering N.V. opdracht geven om voor alle bij Personeelszaken bekende werknemers met een (huwelijks)partner het ANW-hiaatverzekering te verzekeren. De hiervoor verschuldigde kosten zullen ten laste komen van het bij SVBPVH ondergebrachte depot; dit geldt ook voor de bestaande deelnemers aan de ANW-hiaatverzekering. Informatie over de dekking en de voorwaarden is verkrijgbaar bij Personeelszaken. Belangrijk is dat de werknemer tijdig wijzigingen in de burgerlijke staat aan Personeelszaken doorgeeft!
Algemeen
Mocht er op enig moment onvoldoende middelen in het depot aanwezig zijn, dan zullen CAO partijen in overleg treden over de gevolgen.
HOOFDSTUK VI: DIENSTVERBAND
Artikel A22: Xxxxxxx ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid
Het dienstverband met de werknemer, die volledig arbeidsongeschikt is, wordt tenminste twee jaar gehandhaafd. Daarna houdt de wettelijke verplichting - handhaving van het dienstverband
- op. Ofschoon in de praktijk veelal wordt aangenomen, dat de band met de werknemer daarmede verbroken is en er derhalve geen verplichtingen meer bestaan, is dit slechts juist, indien na het verstrijken van de periode van twee jaar formeel ontslag is aangezegd. Indien de betrokken werknemer bezwaar maakt tegen dit ontslag dient de werkgever de wettelijke procedures voor ontslag te volgen.
Artikel A23: Einde dienstverband
Tenzij anders wordt overeengekomen (o.a. bij aanvang van deelneming aan de regeling conform artikel 20), eindigt het dienstverband zonder nadere opzegging met ingang van de eerste van de maand waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt.
Artikel A24: Vakantieregeling
1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De werknemer, die gedurende een volledig vakantiejaar in vaste dienst arbeid verricht, zich voor arbeid beschikbaar stelt of ongeschikt is te werken wegens ziekte en/of ongeval, verwerft - met inachtneming van het in dit artikel bepaalde - aanspraak in dat jaar op 4 weken vakantie. Voor de toepassing van deze aanspraak zal in verband met de diverse arbeidsschema's worden uitgegaan van 25 vrije dagen voor de niet-volcontinudiensten en 21 dagen voor de volcontinudiensten. Indien het dienstverband in het vakantiejaar korter zal zijn dan 12 maanden, verwerft de betrokken werknemer aanspraken op een evenredig deel, met dien verstande dat bij indiensttreding voor of op de 15e van de maand, die maand meetelt; bij indiensttreding na de 15e van de maand telt die maand niet mee; bij uitdiensttreding geldt het omgekeerde. Heeft de werknemer in een voorafgaande dienstbetrekking vakantierechten verworven, waarvoor het loon is uitgekeerd, dan zal de werkgever de werknemer in de gelegenheid stellen een overeenkomend aantal dagen vrijaf te nemen, evenwel zonder behoud van salaris.
De vrije dagen dienen zoveel mogelijk, na overleg tussen werkgever en werknemer te bepalen tijdstippen, in het lopende vakantiejaar te worden opgenomen.
In principe kunnen ook halve snipperdagen worden aangevraagd c.q. toegekend met dien verstande dat nadelige consequenties ten gevolge van halve snipperdagen, w.o. vervoer, te allen tijde voor rekening van de werknemer zijn.
Ook tijdens de schoolvakanties voor de regio zuid is een opname van drie weken vakantie achtereen mogelijk. Met inachtneming van het voor vakantie geldende aanwezigheidspercentage. Het hoogseizoen is opgesplitst in twee periodes. De aangevraagde vakantie mag deze twee periodes niet overlappen.
Voor wat betreft de werknemers die in de regio midden wonen, zal met de voor die regio geldende periode rekening worden gehouden.
18
2.
Gedurende de vakantiedagen wordt het op dat moment voor de werknemer geldende schemasalaris doorbetaald.
3. Dagen waarover de werknemer volledige loondoorbetaling conform artikel 17 geniet, zullen niet als vakantiedagen gelden.
4. Bij langdurige volledige arbeidsongeschiktheid (langer dan 6 maanden) vindt opbouw van vakantie volgens de wettelijke bepalingen plaats, dat wil zeggen over de laatste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid. Bij het verrichten van aangepaste arbeid vindt opbouw van vakantie normaal plaats, terwijl in geval van de opname van vrije dagen gewoon vakantiedagen worden afgeschreven.
5.
Bij beëindiging van de dienstbetrekking wordt over de volgens lid 1 verworven vakantieaanspraken een vakantievergoeding in geld verstrekt, een en ander onder schriftelijke vermelding van het aantal dagen waarop deze vergoeding betrekking heeft.
6. De wettelijke opzegtermijn mag niet als vakantie gelden.
7. Het opnemen van afzonderlijke vrije dagen geschiedt zoveel mogelijk buiten het normale vakantieseizoen.
8. Ingeval de dienstbetrekking wordt beëindigd op verzoek van werknemer of wegens een voor de werkgever dringende reden, kan de werkgever te veel genoten vakantiedagen verrekenen met c.q. terugvorderen van het salaris of andere aanspraken op betaling.
9. Inzake de systematiek van vakantiedagen en vakantiegeld. Bij deeltijd volgt bij meerwerk (tot voltijds) een herrekening van beide emolumenten in februari van het opvolgende jaar. Aan de medewerkers die een contract voor bepaalde tijd hebben getekend is gelijk (na ondertekening) het verschil over de garantieperiode in vakantiedagen bijgeschreven en vakantiegeld uitgekeerd.
Artikel A25: Kort verzuim
In de volgende gevallen wordt over de binnen de voor betrokkene geldende arbeidsweek vallende werkdagen verlof met behoud van (schema)salaris verleend.
1 dag bij:
ondertrouw van de werknemer;
huwelijk van een van haar/zijn (stiet) ouders, schoonouders, kinderen, broers, zusters, kleinkinderen, zwagers, schoonzusters;
haar/zijn 12Yz, 25- en 40-jarig huwelijk; valt haar/zijn huwelijksjubileum op een zon- of feestdag of een niet-verplichte zaterdag, dan behoudt de werknemer het recht op een vrije werkdag, op te nemen een week voorafgaande aan of een week volgende op de huwelijksdag.
Bij haar/zijn 25-jarig huwelijksjubileum; 25-, 40-, 50-, 60- en 70-jarig huwelijk van (stiet) ouders of schoonouders;
overlijden
Heeft een overlijden tijdens de vakantie van de werknemer plaats, dan kan de werkgever, op een desbetreffend verzoek van de werknemer, zijn vakantie opschorten en de kort verzuimdagen verlenen. De resterende vakantiedagen zal betrokkene alsnog op een later tijdstip kunnen opnemen, of voor het bijwonen van de begrafenis/crematie van een
haar/zijner grootouders, broers, zusters, zwagers, schoonzusters, schoonzoons, schoondochters, kleinkinderen;
het afleggen van een vakexamen ter verkrijging van een erkend diploma, indien dit in het belang van het bedrijf is;
verhuizing (maximaal lx per jaar).
2 dagen bij:
huwelijk van de werknemer; bevalling van zijn echtgenote;
overlijden van een van haar/zijn (stief)ouders, schoonouders of niet-inwonende kinderen.
4 dagen bij:
overlijden van haar echtgenoot/zijn echtgenote of een van haar/zijn inwonende kinderen; overlijden van een der (stief)ouders of schoonouders ingeval voor de crematie/begrafenis wordt zorggedragen.
In zeer bijzondere gevallen kan in overleg met, en ter beoordeling van de afdeling Personeelszaken, voor in deze regeling niet genoemde zaken vrijaf met behoud van salaris worden verleend.
Rechten op grond van de kortverzuimregeling, die gelden voor gehuwden, zullen eveneens worden toegekend aan werknemers, die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren. Hiervan dient schriftelijk mededeling aan de werkgever te zijn gedaan.
Artikel A26: Onbetaald verlof
De mogelijkheid tot het verstrekken van onbetaald verlof is bespreekbaar, mits:
1. de werkgever te allen tijde de vrijheid behoudt de aanvraag al of niet te honoreren;
2. alle financiële en verzekeringstechnische gevolgen van dit onbetaald verlof voor rekening van de werknemer zijn;
3. wordt bepaald dat gedurende het onbetaald verlof de werknemer geen arbeid als gevolg van een ter zake afgesloten (arbeids)overeenkomst mag verrichten;
4. dit verlof voor gedurende minimaal een week en tot maximaal een maand wordt aangevraagd.
5.
Artikel A27: Feestdagen
De feestdagen zijn:
• Nieuwjaarsdag;
• 1 e en 2e Paasdag;
• Hemelvaartsdag;
• 1 e en 2e Pinksterdag;
• 1 e en 2e Kerstdag;
• Nationale feestdag(Koningsdag 27 april) ;
• Bevrijdingsdag (5 mei; éénmaal per vijf jaar, ingaande 1990).
Alle medewerkers zijn verplicht op de hier bovengenoemde feestdagen arbeid te verrichten, indien de feestdag binnen het voor hen geldende rooster valt.
RPS CAO 2012-2016
Er wordt niet gewerkt van 24 december aan het eind van de dagdienst tot 26 december aan het begin van de dagdienst en op 31 december aan het eind van de dagdienst tot 1 januari aan het begin van de avonddienst.
Roostervrije dag
Indien een roostervrije dag samenvalt met een feestdag, wordt hiervoor aan medewerkers een extra vrije dag toegekend, met uitzondering van medewerkers werkzaam in de dag- of een C dienst. Deze toekenning van een extra vrije dag blijft achterwege indien het de feestdagen 1e Paasdag en/of 1 e Pinksterdag betreft.
Feestdagentoeslag
De feestdagentoeslag, opgenomen in Hoofdstuk V, aiiikel 36, is van toepassing vanaf de avonddienst dan wel een eventuele verlenging van de dagdienst conform artikel 27 op de dag voorafgaande aan de feestdag tot en met de nachtdienst op die feestdag.
"Feestvrij"
Op feestdagen kan niet gesnipperd worden. Wel kan de medewerker ten minste 72 uur van te voren een aanvraag "feestvrij" indienen. De medewerker wordt ten minste 48 uur voor aanvang van de betrokken dienst meegedeeld of de medewerker "feestvrij" is. Bij voorrang wordt aan medewerkers werkzaam in de dag- of een C-dienst die een aanvraag "feestvrij" hebben ingediend vrijaf gegeven.
De werkgever kan beslissen dat - afhankelijk van het werkaanbod - op een feestdag niet wordt gewerkt. Indien er niet wordt gewerkt wordt dit voor aanvang van de betrokken dienst meegedeeld. In dat geval kan de werkgever tegelijkertijd medewerkers verzoeken zich beschikbaar te houden voor werken op de feestdag. Deze medewerkers dienen tijdens de feestdag op de volgende uren telefonisch contact op te nemen met RPS:
• Avonddienst: 13.30- 14.00 uur op de dag zelf;
• Nachtdienst: 15.30 - 17.00 uur op de dag zelf;
• Dagdienst: 15.30 - 17.00 uur voorafgaand aan de feestdag. Ter verduidelijking van het werken op bovengenoemde feestdagen, zie onderstaande tabel:
Feestvrij schematisch Werken Vrij Extra Extra
Feestdag vrije Overwerk Feestdag vrije
toeslag dag betaling toeslag dag
Volgens rooster Ja Nee Nee Nee 1Nee
of ; (wel
(TVT plus toeslag ! betaald
Overwerk betaling
Nee
!
deel) ! vrij)
1
(TVT plus toeslag i
Geen rooster Ja Ja Nee Nee !1 Ja* of 1
i
1
Nee
deel) i
* Geen toekenning van extra vrije dag op le paasdag en/of le pinksterdag
HOOFDSTUK VII: SALARISSEN EN TOESLAGEN
Artikel A28: Prijscompensatie
Het systeem voor toekenning van de Automatische Prijscompensatie (APC) wordt ongewijzigd voortgezet. De lonen worden per 1 januari van elk jaar aangepast met het percentage van de jaarmutatie (januari tot en met december) van het CBS Consumenten Prijsindexcijfer alle huishoudens afgeleid (CPI afgeleid) van het jaar daarvoor. De toeslagen die als bedrag in de CAO zijn opgenomen, worden eveneens jaarlijks per 1 januari met het genoemde percentage geïndexeerd. Negatieve percentages worden tijdens de looptijd van de CAO niet toegepast.
De lonen en in geld uitgedrukte toeslagen worden verhoogd per 1 januari 2013 met 2,16%, per 1 januari 2014 met 1,01% en per 1 januari 2015 met 0,38%. Deze zijn reeds uitbetaald.
Artikel A29: Inkomensontwikkeling
De salarissen worden per 1 januari 2015 en 1 januari 2016 met 1% verhoogd.
Indien het aantal diensten per 1 juli 2016 ten opzichte van l juli 2015 met niet meer dan 20% afneemt (op gemiddeld werknemersniveau) zal per 1 september 2016 0.75% van de loonsom beschikbaar gesteld worden voor de Senioren Haven Fit Regeling.
Artikel A30: Vakantietoeslag
1. Iedere werknemer, die op 1 januari van het lopende kalenderjaar in dienst van de werkgever is en gedurende het gehele jaar in dienst van de werkgever blijft, heeft recht op een vakantietoeslag van in totaal 8 % van 12 (schema)maandsalarissen, zoals voor hem/haar van toepassing op het moment van uitkering. Mocht er sprake zijn van wekelijkse verloning zal dit 8% van het weekloon bedragen.
De vakantietoeslag, waarop de werknemer recht heeft, zal aan hem worden betaald apart doch tegelijk met de betaling van het salaris over de maand april.
2. Indien een werknemer na 1 januari van enig jaar in dienst treedt of voor 31 december van dat jaar uit dienst treedt, heeft hij aanspraak op een gedeelte van de vakantietoeslag naar rato van het aantal vastgestelde maanden dienstverband in dat jaar.
3. Bij indiensttreding voor of op de 15e van een maand telt die maand mee; bij indiensttreding na de 15e niet; bij uitdiensttreding andersom.
4. Zij, van wie ten tijde van de betaling de proeftijd nog niet is verstreken, zullen de vakantietoeslag ontvangen bij de eerste salarisbetaling na afloop van de proeftijd.
5. Indien de werknemer in de loop van het kalenderjaar de dienst van de werkgever verlaat, zal het eventueel teveel aan hem uitbetaalde met hem worden verrekend.
6. Indien de werknemer komt te overlijden, zullen de opgebouwde rechten aan vakantietoeslag naar rato van het aantal vastgestelde maanden dienstverband in het jaar van overlijden worden toegekend aan de nabestaanden.
7. fudien het dienstverband korter heeft geduurd dan een maand, bedraagt de vakantietoeslag in totaal:
aantal werkdagen tijdens dienstverband x 0,96 bruto (schema)maandsalaris: 261 werkdagen (5-ploegen volcontinu: 219 werkdagen).
Artikel A31: Toeslag bij inzet P&O NSF verschoven dienst
Er is een toeslag overeengekomen voor inzet bij P&O NSF voor de 'verschoven dienst'. Deze toeslag bedraagt€ 22,50 (APC van toepassing)
B. SPECIFIEKE ARTIKELEN Artikel Bl: Specifieke definities
Onder arbeid bij RPS, samen te vatten als het verlenen van diensten wordt onder meer het navolgende verstaan:
1. het verrichten van werkzaamheden waarvoor men, op basis van in de CAO's vastgelegde inhuur- of tewerkstellingsregelingen van personeel van derden, kan worden ingezet;
2. het bijstaan van bedrijven bij allerlei voorkomende verrichtingen voornamelijk liggende op het terrein van transporteren, laden en lossen.
RPS CAO 2012-2016
HOOFDSTUK I: ARBEIDSDUUR
Artikel B2: Arbeidsduur per etmaal en per week
De dagdienst of avonddienst bedraagt 7,75 uur per etmaal en per arbeidsweek van 15,50 tot en met 38,75 uur. Onder arbeidsweek in dit verband te verstaan het tijdvak liggend tussen maandag 06.15 uur en vrijdag 18.30 uur.
Voor de 5-ploegendienst ofvolcontinudienst bedraagt de normale arbeidsduur 7,75 uur per etmaal en gemiddeld per arbeidsweek 32,55 uur op basis van gemiddeld 4,2 diensten van 7,75 uur per week.
Deeltijdwerk
Voor het werken in deeltijd zijn de wettelijke bepalingen van toepassing. Werken in deeltijd vindt altijd plaats op basis van vrijwilligheid.
Voor deeltijdwerkers zijn de arbeidsvoorwaarden, zoals vastgelegd in de CAO, op pro rata basis volledig van toepassing.
Overwerk deeltijdwerk
In geval van deeltijdwerk is er van overwerk eerst sprake, indien de in het bedrijfgebruikelijke arbeidsduur voor een voltijds dienstverband is overschreden.
Randvoorwaarden deeltijdwerk
• Tewerkstelling in deeltijd wordt zodanig georganiseerd, dat er ten minste sprake is van een gemiddelde arbeidsduur van 7,75 of 15,50 uur per week per
medewerker of een veelvoud hiervan, tenzij partijen hiervan in overleg afwijken.
• Per werkdag wordt minimaal vier uur aaneengesloten gewerkt, met dien verstande dat, indien mogelijk, of aan het begin van een dienst wordt gestart of aan het einde van een dienst wordt geëindigd.
Schematoeslag | ||
1. A-dienst dagdienst;maandag t/m vrijdag | 0% | |
2. C-dienst | dag/avond;2 ploegen | 11% |
3. E-dienst volcontinu;5-ploegendienst | 30% |
RPS CAO 2012-2016
Ad 1. A-dienst:
De A-dienst tot 15,50 uur per week. Deze medewerkers kunnen opgeven conform onderstaande regels;
Werkinstructies voor operationele medewerkers in de A-dienst
1. Het telefoonnummer van de Planning is: 010-4910606 ; dit nummer geldt altijd, ook in het weekend.
Het kantoor is bereikbaar tussen 9.00- 17.00 uur.
2. Als een medewerker niet beschikbaar wil/kan zijn, dient men dit, in geval van een doordeweekse dagen voor 10.00 uur aan de Planning gemeld te hebben. De Planning gaat er anders van uit dat hij elke dienst beschikbaar is. Minimaal 80% aanwezigheid.
3.
In het geval van een weekenddienst (vrijdagavonddienst t/m maandagdagdienst) dient dit voor vrijdag 10.00 uur gemeld te worden aan de planning. In het weekend kan, indien men is ingedeeld, niet meer worden afgezegd! Ook niet voor 10.00 uur!! Dit is wel mogelijk als de betreffende medewerker "reserve staat" (zie punt 5), echter alleen voor 10.00 uur.
4. Een ieder dient zich altijd en uitsluitend op onderstaande tijden bij de planning te melden om zijn werkinstructies in ontvangst te nemen. Andere zaken die een werknemer aan de planning wil doorgeven of met de planning wil bespreken dienen tijdens kantooruren te geschieden (uitgezonderd beltijden werkinstructie).
Op doordeweekse dagen:
Avonddienst (15.15 - 23.30)
Nachtdienst (23.15 - 07.30)
Dagdienst (07.15 - 15.30)
(Afwijkende werktijden ziin mogelijk)
: 13.00- 13.30 uur
: 15.30-16.30 uur
: 15.30- 16.30 uur
5. Het kan zijn dat er onvoldoende werk is voor iedereen. Als men voor werk beschikbaar wil blijven kan ervoor gekozen worden om "reserve" te blijven staan. Het mag duidelijk zijn dat de medewerker die "reserve" staat wel zo goed als mogelijk altijd telefonisch bereikbaar moet zijn voor de planning. Dit geldt ook voor diegenen die reeds zijn ingedeeld, er kan immers altijd iets veranderen.
6. Als een medewerker door ziekte niet in staat is zijn werk uit te voeren dient dit z.s.m. aan de Planning te worden medegedeeld, doch uiterlijk voor 10.00 uur (telefoonnummer 010- 4910606).
7. Bij de salarisstrook zal een werkbriefje worden meegestuurd. Het werkbriefje moet uiterlijk iedere opvolgende dinsdag voor 17.00 volledig ingevuld worden gemaild (Word-document op aanvraag beschikbaar), of ingeleverd in de brievenbus van ons kantoor aan de Xxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx.
8. Als een medewerker in een schoolvakantie, vakantie op wil nemen, dient dit in overleg met de planning te gebeuren.
9. Iedereen dient altijd zijn werkkleding bij zich te hebben, zodat tussentijdse wijzigingen in functie of locatie geen probleem zijn. Het is strikt verplicht de veiligheidsmiddelen zoals helm, signaalkleding, veiligheidsschoenen te dragen tijdens operationeel werk.
10. Een werklocatie kan niet worden geweigerd!
RPS CAO 2012-2016
Toeslagen A- dienst:
Onregelmatigheidstoeslagen
Overwerk aansluitend aan de da dienst
maandag t/m
vri·da 130,00%
1 maandag t/m
Overwerk aansluitend aan de avonddienst
vrijdag 1 150,00% 1
Overwerk aansluitend aan de da dienst
zaterdag en
zonda 200,00%
1
1 zaterdag en
Overwerk aansluitend aan de avonddienst
zondag 1 200,00% 1
1
Î
Maanda2 | Dinsda2 | woensda2 | donderda2 | vri.ida2 | zaterda2 | zonda2 | |
da2 | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% 126,21% | 100,00% 126,21% | 150,00% | 200,00% |
avond | 126,21% | 126,21% | 126,21% | 200,00% | 200,00% | ||
nacht | 135,42% | 135,42% | 135,42% | 135,42% | 135,42% | 200,00% | 200,00% |
RPS CA02012-2016
Ad 2. C-dienst
Binnen de C-dienst zijn medewerkers geplaatst met een contract van 15,50 t/m 38,75 uur per week. Een ieder is ingeschaald in de C 1 of C2 dienst. Omspillen van dienst behoort tot de mogelijkheden, mits het aanwezigheidspercentage dit toelaat.
Overwerktoeslag
Voor gemaakt overwerk kan een vergoeding in geld of een compensatie in vrije tijd en geld worden toegekend.
Overwerk wordt per dag op halve uren en per maand op hele uren afgerond.
De vergoeding bedraagt, ongeacht het tijdstip waarop het overwerk wordt verricht, 1,05% van het basismaandsalaris per uur, bestaande uit 0,57% als basisbeloning en 0,48% als toeslag.
Wordt voor gemaakt overwerk een compensatie in vrije tijd en geld gegeven, dan is over de gecompenseerde periode bovendien verschuldigd een vergoeding van 0,48% van het basismaandsalaris per uur.
Bij deeltijd dienstverbanden is het voltijds basismaandsalaris, voor de berekening van de overwerktoeslag van toepassing.
Ad 3. E-dienst
Binnen de E-dienst zijn medewerkers geplaatst met een contract van 32,55 uur. Omspillen van dienst behoort tot de mogelijkheden, mits het aanwezigheidspercentage dit toelaat.
Overwerktoeslag
Voor gemaakt overwerk kan een vergoeding in geld of een compensatie in vrije tijd en geld worden toegekend.
Overwerk wordt per dag op halve uren en per maand op hele uren afgerond.
De vergoeding bedraagt, ongeacht het tijdstip waarop het overwerk wordt verricht, 1,05% van het basismaandsalaris per uur, bestaande uit 0,57% als basisbeloning en 0,48% als toeslag.
Wordt voor gemaakt overwerk een compensatie in vrije tijd en geld gegeven, dan is over de gecompenseerde periode bovendien verschuldigd een vergoeding van 0,48% van het basismaandsalaris.
Bij deeltijd dienstverbanden is het voltijds basismaandsalaris, voor berekening van de overwerktoeslag van toepassing.
Beschikbaarstelling
Na geplaatst te zijn in een der schema's zijn de werknemers gehouden zich beschikbaar te stellen voor dagen/diensten binnen hun werkschema.
Artikel B3: Arbeidstijden
Arbeidstijdindeling
Het arbeidsetmaal is in diensten verdeeld, te weten een dagdienst, een avonddienst en een nachtdienst.
De begintijden van de diensten zijn gelijk aan die, welke bij de bedrijven waar de werknemers worden tewerkgesteld, volgens de aldaar geldende CAO worden gebezigd.
Schafttijden
Telkens na een werktijd van ten hoogste 5,5 uur zal een schafttijd worden gegeven van ten minste een half uur. Schafttijden van ten minste een half uur worden niet als werktijd beschouwd en komen niet voor betaling in aanmerking.
Verlenging
Verlengen is het, aansluitend aan de normale arbeidstijd, 1,5 uur langer dan de in artikel B2 genoemde normale arbeidstijd verrichten van arbeid, doch indien bij het bedrijf waar de werkzaamheden worden verricht een langere verlengmogelijkheid bestaat zal deze langere verlengmogelijkheid gelden, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidstijdenwet en onder de voorwaarde dat dit ten minste 1 uur voor het einde van de normale arbeidstijd aan de werknemer wordt kenbaar gemaakt. Verlenging kan niet plaatsvinden na de nachtdienst.
Afwerken
Afwerken is het voltooien van de werkzaamheden op een op vertrek liggend zeeschip. Afwerken kan uitsluitend plaatsvinden in aansluiting op de in artikel B2 van deze overeenkomst genoemde normale arbeidstijd, m.u.v. de 5-ploegen systematiek, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidstijdenwet en onder de voorwaarde dat de mogelijkheid tot afwerken bij aanvang van de genoemde normale arbeidstijd aan de werknemer is kenbaar gemaakt én er ten minste 1,5 uur voor het einde van de genoemde normale arbeidstijd aan de werknemer is kenbaar gemaakt of er sprake zal zijn van 'afwerken'. Afwerken kan niet plaatsvinden na de nachtdienst.
Artikel B4: Arbeid op feestdagen (werkverplichting)
Bij arbeid op feestdagen geldt voor de werknemers in de niet-volcontinudienst dat deze groep bij vrij vragen voorrang krijgt.
De werknemers in volcontinudienst zijn verplicht op die feestdagen, die binnen het voor hen geldende rooster vallen, arbeid te verrichten. Er zal niet worden gewerkt van 24 december aan het eind van de dagdienst tot 26 december aan het begin van de dagdienst en op 31 december aan het eind van de dagdienst tot 1 januari aan het begin van de avonddienst.
Indien een roostervrije dag samenvalt met een feestdag in de arbeidsweek van maandag tot en met vrijdag, dan wordt hiervoor aan werknemers in de volcontinudienst een vervangende, in overleg opneembare, dag toegekend. Snipper anders dan vakantie is niet mogelijk.
'. I
Artikel B5: Activiteiten waarvoor betaling in vaste salaris begrepen is
Elke werknemer, ongeacht rang of functie, is gehouden op een zodanig tijdstip aanwezig te zijn of tot een zodanig tijdstip aanwezig te blijven, dat de werkzaamheden, op juiste wijze voorbereid, stipt op tijd kunnen worden aangevangen, overgedragen of afgesloten, ongeacht waar het werkobject zich in het havengebied van Rotterdam bevindt.
HOOFDSTUK II: ARBEIDSBELONING
Artikel B6: Salarissen en functielijsten
Voor alle functies geldt dat stackerdraaien een integraal onderdeel is van de werkzaamheden/functies. Xxxxxxxx is bijvoorbeeld een verplichte werkzaamheid.
Afbouwregeling bij schemawijziging
Ingeval van inkomstenvermindering bij een schemawijziging wordt de afbouwregeling gekoppeld aan de duur waarin de betrokken medewerker in een bepaald schema heeft gewerkt. De regeling wordt gebaseerd op twee maanden per dienstjaar in dat schema met een minimum van twee maanden en een maximum van twaalfmaanden. Over deze maanden zal het afte bouwen bedrag worden gespreid.
Artikel B7: Betaling van overwerk en arbeid op feestdagen Algemeen
Betaling overwerk
1. De niet-volcontinudiensten:
a. Overwerk direct voorafgaand aan het begin van de arbeidsdienst ofdirect volgend op de arbeidsdienst:
0,78 % van het basismaandsalaris per uur
b. Overwerk op zaterdag (tot 18.00 uur): 0,9 % van het basismaandsalaris per uur
c. Overwerk na zaterdag 18.00 uur tot maandag 07.00 uur: 1,2 % van het basismaandsalaris per uur.
2. De volcontinudienst
De vergoeding bedraagt, ongeacht het tijdstip waarop het overwerk wordt verricht, 1,05 % van het basismaandsalaris per uur.
3. Algemeen:
Ingeval van gebruikmaking van de tijd-voor-tijd regeling dient het salarisgedeelte in mindering te worden gebracht, te weten per uur: 0,6 % van het basismaandsalaris.
Feestdagbetaling
De betaling van de in artikel A27 genoemde feestdagen is, voor die werknemers waarvoor de betreffende feestdag(en) tot het werkschema behoort, begrepen in de schemamaandsalarissen. Wordt op deze dagen arbeid verricht, dan is bovendien verschuldigd voor zowel de tijden/diensten die buiten als die binnen het voor betrokkene geldende schemarooster liggen: 1,2 % van het basismaandsalaris per uur.
RPS CAO 2012-2016
HOOFDSTUK 111: OVERIGE SPECIFIEKE REGELINGEN
Artikel BS: Inhouding bij verzuim
1. Verzuim voor eigen rekening bij een gedeelte van 1 dag. Per in te houden uur: 0,6 % van het schemamaandsalaris.
2.
Verzuim voor eigen rekening bij 1 of meer hele dagen.
Per in te houden dag: 1 : 21,75 van het schemamaandsalaris, met dien verstande dat bij een volle kalendermaand afwezigheid geen betaling plaatsvindt.
Artikel B9: Aanvangstijden
Als gebruikelijke aanvangstijden worden in dit verband beschouwd (naar keuze van de werkgever):
voor de dagdienst voor de avonddienst voor de nachtdienst
Artikel BlO: Proeftijd
: tussen 06.00 uur t/m 08.00 uur
: tussen 14.45 uur t/m 16.00 uur
: tussen 22.45 uur t/m 00.00 uur.
Bij aanvang van het dienstverband geldt wederzijds een proeftijd overeenkomstig het bepaalde in artikel 7a:652 BW.
Artikel Bll: Ploegendienst
Bij het bedrijf RPS bestaan voor de A-dienst, C-dienst en E-dienst de volgende verplichtingen:
Voor de medewerkers geldt dat zij op week- dan wel maandbasis een gemiddeld aantal spillen/taken moeten werken. Uitgangspunt is daarbij dat deze in redelijkheid worden verdeeld. Wanneer deze spillen/taken worden gemaakt, wordt grotendeels door de medewerker zelf bepaald, alsmede door het werkaanbod. Een medewerker kan de voorkeur aangeven voor indeling al dan niet in een vaste spil. Voor beide categorieën geldt dat zij te allen tijde
's morgens vóór 10.00 uur kunnen afbellen voor zover er wordt voldaan aan een aanwezigheidspercentage van 80%, exclusief langdurig zieken (6 weken). Er is een keus uit een dag-, avond- of nachtspil, met dien verstande dat de keuze bepaald wordt door: de mogelijkheden die de Arbeidstijdenwet biedt; het werkaanbod en de voorkeur van de betrokkenen. Het kan voorkomen dat de medewerker, ondanks voldoende beschikbaarheid, in enige maand de beoogde spillen niet heeft kunnen werken; in dit geval dient de medewerker het tekort aan gewerkte spillen in andere weken/maanden in te halen. Indien dit verzuimd wordt zullen er na overleg snipperdagen of loon worden ingehouden.
In afwijking van het bovenstaande is voor de arbeidsomvang overeengekomen in de aanvullende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geen inhaalverplichting
afgesproken. Ten aanzien van een willekeurige leegloopdag is afgesproken dat de toerekening aan de medewerker van de inhaalverplichting op pro rata basis wordt toegepast.
Met pro rata wordt bedoeld de verhouding tussen de arbeidsomvang voor onbepaalde tijd gedeeld door de totale arbeidsomvang per medewerker (arbeidsomvang
contract onbepaalde tijd plus arbeidsomvang bepaalde tijd= totale arbeidsomvang). Het resterende deel behoeft niet te worden ingehaald.
Bovenstaande afspraak is een gevolg van de gezamenlijk uitvraag naar tijdelijk contract uitbreiding en is derhalve slechts geldig gedurende de duur van de
aanvullende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Artikel B12: Werkkleding
Op jaarbasis wordt aan de werknemers ten minste verstrekt: twee paar werkhandschoenen, twee overalls en tegen de helft van de prijs twee paar veiligheidsschoenen. De werknemer is verplicht de verstrekte kleding c.q. schoeisel bij de arbeid te dragen.
Artikel B13: Anciënniteitdatum
De anciënniteitdatum is gelijk aan de indiensttredingsdatum RPS.
Artikel B14: Arbeidstijden
- dagdienst 07.15 uur tot 15.30 uur
- middagdienst 15.15 uur tot 23.30 uur
- nachtdienst 23.15 uur tot 07.30 uur
Artikel B15: Werkschema's
De medewerker in dienst voor meer dan 15,50 uur wordt geplaatst in en werkt volgens een werkschema. Vaststelling van het voor de medewerker geldende werkschema vindt plaats door de werkgever.
Beschikbaar stelling
Na geplaatst te zijn in een werkschema is de medewerker gehouden zich beschikbaar te stellen voor werk binnen het voor dat werkschema geldende rooster en binnen de voor dat werkschema vastgestelde arbeidstijden.
Tewerkstelling op tijden en dagen buiten het voor de medewerker geldende rooster, kan alleen geschieden op basis van vrijwilligheid en men kan gebruik maken van de omspilregeling.
Wijziging spil
Spilwijzigingen dienen door de werkgever één maand van tevoren schriftelijk aan de betreffende medewerker te worden meegedeeld. Hierbij zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de belangen van de werknemer. Met instemming van de betreffende medewerker kunnen spilwijzigingen op een eerder tijdstip dan één maand worden doorgevoerd.
Wijziging werkschema
In een periode van een kalenderjaar kan het werkschema, waarin een medewerker is tewerkgesteld, eenmaal worden gewijzigd. In dat geval dient de wijziging één maand van tevoren te worden meegedeeld. Eventuele wijzigingen in het werkschema vinden plaats door de werkgever, na overleg met de medewerker. Bij wijziging van het werkschema wordt, indien mogelijk, met de sociale omstandigheden van de medewerker rekening gehouden.
Artikel B16: Seniorenfitregeling
Voor de geboortejaren 1951 tot en met 1959 is een standaardregeling overeengekomen. Deze standaardregeling houdt het volgende in: uitgangspunt is een dienstverband van tenminste 80% 2 jaar lang 80% werken ten opzichte van tenminste 80% (maar 100% kan ook)-90% salaris (van tenminste 80% salaris bij 80% dienstverband als uitgangspunt)) en 100% pensioenpremiebetaling (uitgangspunt voor deelname aan SHFR)
Uitwerken aan de hand van verzoek SBPVH Standard regeling met mogelijke reservering verbetering SF bij teruggang in diensten.
Senioren Haven Fit Regeling: de 7 individuele regelingen (geboortejaar 1950) die in overleg met cao-partijen aangeboden zijn aan de betreffende werknemers zijn onderdeel van dit onderhandelingsresultaat
Cao-partijen spreken nog steeds het vertrouwen uit dat de gesprekken die eerder gevoerd zijn met gemeente Rotterdam en HavenbedrijfRotterdam zullen gaan leiden tot een verbeterde SHFR indien de werkgelegenheid voor RPS wederom onder druk komt te staan. Echter hiervoor is dan wel externe financiering voor nodig
Artikel B17: Inhaaldagen
Voor de inhaaldagen tot aan 1 januari 2015 geldt de volgende afspraak: 50% van deze dagen komen te vervallen en over de resterende 50% van deze inhaaldagen dient de werknemer een individuele afspraak te maken met de werkgever hoe dit opgelost gaat worden.
Er is geen inhaal verplichting voor het deel garantie wat voor bepaalde tijd is aangegaan.
Artikel B18: Werknemers van 55 jaar of ouder.
Werknemers die 55 jaar of ouder zijn en ook in hun werkcyclus nachtdiensten hebben, kunnen per dienst indien zij dit wensen en ook de mogelijkheid bij de klant bestaat de nachtdienst omzetten in een avonddienst met behoud van de nachttoeslag
Aldus overeengekomen en getekend te Rotterdam, 17 september 2015.
Namens Rotterdam Port Services B.V.
H.S. Keiman
IIA Namens CNV Vakmensen
T.T.S. Orie
X.X. xxx Xxxxxxxxxxx
IIB Namens FNV Bondgenoten
N.Stam
36
RPS CAO 2012-2016
BIJLAGE! Functie- en loonschalen
SHB Functies in te passen in de loonschalen Benaming Benaming EX na
Ex SHB benaming SHB Nieuw RPS benaming RPS voor 1/10/2000 1/10/2000
Allround
kraanmachinist AK Brugkraan/spoorkraan BK-SPK Spec Spec Brugkraan BK Brugkraan BK Spec Spec
Straddlecarrier se Straddlecarrier se Spec Spec
Controleur (papier
controle) co Contoleur poort+ algemene AC-C Controle Operator
Licht
FTF chauffeur FT is synoniem terminaltrekker TI besturend Operator
Radioman dek RD Radioman dek RD Fysiek Operator Ro/Ro RO/RO Zwaar
chauffeur RO Terminaltrekker TI besturend Operator Ro/Ro RO/RO Zwaar
chauffeur RP Terminaltrekker TI besturend Operator
RO/RO
terminalwerker terminalwerker TI Fysiek Operator
Reachstacker | RS | Reachstacker | RS | besturend | Operator | |
Radioman wal | RW | Radioman wal | RW | Controle | Operator | |
Radioman dek | RT | Radioman dek | RD | Fysiek Licht | Operator |
Zwaar
terminaltrekker Terminalwerker 4 uur
PNO T4
Terminalwerker 5 uur
XXX XX
Terminalwerker TS stuwer
terminaltrekker
chauffeur TI
Terminalwerker TW
Zware vorktruck zv
Stapelkraan sk
terminaltrekker Terminalwerker 4 uur
Terminalwerker 5 uur
Terminalwerker 1 functie stuwer
terminaltrekker chauffeur Terminalwerker
ZV boven 10 ton Stapelkraan
TI besturend Operator TW4 Fysiek Operator
TWS Fysiek Operator
TW Fysiek Operator
Fysiek Operator Licht
TI besturend Operator
TW Fysiek Operator Zwaar
HC besturend Operator
Zwaar
STK besturend Operator
Schaal | Trede | 36 | ||||
00 | 12 | 24 | 48 | 60 | ||
Term Al | 2164 | 2304 | 2447 | 2591 2651 | 2737 | 2881 |
Term A2 | 2210 | 2355 2355 | 2502 | 2797 2797 | 2942 | |
Term 81 2210 | 2502 | 2651 | 2942 | |||
Term 82 0000 | 0000 0000 | 2730 | 2882 | 3034 |
Term Al | TW+RD |
Term A2 | TW ofRD/(AC/C/RW) oITT |
Term 81 | n+RD+RW (ofAC/C) |
Term B2 | AC/C+TI+RW |
Schaal | 00 | 12 | 24 | 36 2785 | 48 2934 | 60 3095 |
ChaufAl | 2319 | 2474 | 2626 | |||
ChaufA2 | 2319 | 2474 | 2626 | 2758 | 2934 | 3095 |
Chauf 81 | 2347 | 2502 | 2664 | 2813 | 2973 | 3129 |
Chauf 82 | 2410 | 2568 | 2730 | 2889 | 3049 | 3204 |
Chauf83 | 2410 | 2568 | 2730 | 2889 | 3049 | 3204 |
ChaufDl | 2452 | 2614 | 2782 | 2940 | 3105 | 3266 |
ChaufAl | n+HC (ofSTK/RS/RORO) |
ChaufA2 | TW ofRD ofn + Se |
Chauf 81 | TI+RD ofRW O AC/C+HC (of STK/RS/RORO)+Se |
Chauf B2 | n+ HC(ofSTK/RS/RORO)+Se |
Chauf 83 | n+AC/C ofRW+Se |
ChaufDl | Se+3 x overige |
Schaal 00 | 12 2474 | 24 | 36 | 48 | 60 | |
Machi Al 2319 | 2626 | 2785 | 2934 | 3095 | ||
Machi B1 Machi Cl | 2319 | 2474 | 2626 | 2785 | 2934 | 3095 |
0000 | 0000 | 0000 | 2927 | 3093 | 3252 | |
Machi Dl | 2452 | 2614 | 2782 | 2940 | 3105 | 3266 |
Manchi Xx | XXxxxxxxxx |
Xxxxxx Xx | XXx0 x overige |
Manchi Cl | BK+3 x overige |
Manchi Dl | BK+Se+2 overige |
RPS CAO 2012-2016
Mensen in dienst voor 1-10- 2000 Basismaandsalaris geldig vanaf 1/1/ 2012 ( +2,33% prijscompensatie)
Paittimers die minder dan 15,50 uur werken worden wekelijks vertoond.
Trede | |||||||
Schaal | 00 | 12 | 24 | 36 | 48 | 60 | |
Term Al | 12,88 | 13,72 | 14,57 | 15,43 | 16,29 | 17,15 | |
Term A2 | 13,16 | 14,02 | 14,90 | 15,79 | 16,66 | 17,52 | |
Term Bl | 13,16 | 14,02 | 14,90 | 15,79 | 16,66 | 17,52 | |
Term B2 | 13,55 | 14,46 | 15,33 | 16,25 | 17,16 | 18,06 |
Term | Al TW+RD | |
Term | A2 | TW of RD/(AC/C/RW) oITT |
Term | Bl | n+RD + RW (of AC/C) |
Term | B2 | AC/C+TI+ RW |
Schaal | 00 | 12 | 24 | 36 | 48 | 60 |
Chauf Al | ||||||
13,81 14,73 | 15,64 | 16,58 | 17,48 | 18,43 | ||
Chauf A2 | ||||||
13,81 14,73 | 15,64 | 16,58 | 17,48 | 18,43 | ||
Chauf Bl | 13,98 | 14,90 | 15,86 | 16,75 | 17,70 | 18,62 |
Chauf B2 | 14,36 | 15,29 | 16,25 | 17,19 | 18,15 | 19,08 |
Chauf B3 | 14,36 | 15,29 | 16,25 | 17,19 | 18,15 | 19,08 |
Chauf Dl | 14,60 | 15,56 | 16,56 | 17,51 | 18,49 | 19,44 |
Chauf Al | n+ HC (of STK/RS/RORO) |
Chauf A2 | TW of RD of n+se |
Chauf Bl | TI+ RD of RW O AC/C + HC (of STK/RS/RORO) +se |
Chauf B2 | n+ HC(of STK/RS/RORO) +se |
Chauf B3 | n+ AC/C of RW+se |
Chauf Dl | se+ 3 x overige |
Schaal | 00 | 12 | 24 | 36 | 48 | 60 |
Machi Al | 13,81 | 14,73 | 15,64 | 16,58 | 17,48 | 18,43 |
Machi Bl | 13,81 | 14,73 | 15,64 | 16,58 | 17,48 | 18,43 |
Machi Cl | 14,53 | 15,50 | 16,44 | 17,43 | 18,42 | 19,36 |
Machi Dl | 14,60 | 15,56 | 16,56 | 17,51 | 18,49 | 19,44 |
Manchi Al | BK + overige |
Manchi Bl | BK + 2 x overige |
Manchi Cl | BK + 3 x overige |
Manchi Dl | BK +se+ 2 overige |
RPS CAO 2012-2016
Mensen in dienst voor 1-10-2000 Basismaandsalaris geldig vanaf 1/1/ 2012 ( +2,33% prijscompensatie)
RPS CAO 2012-2016
Mensen in dienst voor 1-10- 2000 Basismaandsalaris geldig vanaf 1/1/ 2012 ( +2,33% prijscompensatie) Terminaloperator A2 Terminaloperator A3
Totaal aantal functies
2 Totaal aantal functies 3 2 x groep operator 3 x groep operator
Xxxxxxxx xxxxxxxx X0 Xxxxxxxxxxxxxxxx X0
Totaal aantal functies
2 Totaal aantal functies 3
1 x groep operator lx groep specialist
1 of 2 groep operator
1 of 2 groep specialist
Terminaloperator B4
Totaal aantal functies 4
2 of 3 functies groep operator
1 of 2 functies groep specialist
Schaal periode
Instroomschaal 1 0-6 mnd
Instroomschaal 1 7-12 mnd
Instroomschaal 1 13-18 mnd
Instroomschaal 1 19-24 mnd
Schaal 0
Terminaloperator A2 1813
Terminaloperator A3 1847
Terminal operator B2 2101
Terminaloperator B3 2129
Terminaloperator B4 2165
trede
0
1
2
3
1
1887
1920
2172
2205
2234
2 3
1958 2035
1992 2063
2244 2319
2280 2351
2308 2381
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
0000 0000 0000 0000 0000 0000 2547
2137 2212 2287 2356 2432 2501 2573
2611
2391 2464 2542 0000 0000 0000 2906 2977 3049
2427 2497 2568 2644 2717 2790 2863 2932 3008 3080
2454 2531 2603 2675 2747 2817 2892 2969 3041 3113
40
14
3124
3155
3186
RPS CAO 2012-2016
Mensen in dienst voor 1-10- 2000 Basismaandsalaris geldig vanaf l/1/ 2012 ( +2,33% prijscompensatie) Terminaloperator A2 Terminaloperator A3
Totaal aantal functies
2 Totaal aantal functies 3 2 x groep operator 3 x groep operator
Terminal operator
82 Terminaloperator 83
Totaal aantal functies
2 Totaal aantal functies 3
1 x groep operator lx groep specialist
1 of 2 groep operator 1 of 2 groep specialist
Terminaloperator 84
Totaal aantal functies 4
2 of 3 functies groep operator 1 of 2 functies groep specialist
Schaal | periode | trede | |||||||||||||
Instroomschaal 1 | 0-6mnd | 0 | |||||||||||||
Instroomschaal 1 | 7-12mnd | 1 | |||||||||||||
Instroomschaal 1 | 13-18mnd | 2 | |||||||||||||
Instroomschaal 1 | 19-24mnd | 3 | |||||||||||||
Schaal | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 |
Terminaloperator A2 | 10,79 | 11,24 | 11,66 | 12,12 | 12,54 | 12,97 | 13,40 | 13,86 | 14,27 | 14,72 | 15,17 | ||||
Terminaloperator A3 | 11,00 | 11,44 | 11,86 | 12,29 | 12,72 | 13,17 | 13,61 | 14,03 | 14,48 | 14,90 | 15,32 | ||||
Terminal operator B2 | 12,51 | 12,94 | 13,37 | 13,82 | 14,24 | 14,67 | 15,14 | 15,55 | 15,97 | 16,42 | 16,85 | 17,31 | 17,73 | 18,16 | 18,60 |
Terminaloperator B3 | 12,68 | 13,12 | 13,58 | 14,00 | 14,45 | 14,86 | 15,29 | 15,74 | 16,18 | 16,61 | 17,04 | 17,46 | 17,91 | 18,33 | 18,79 |
Terminaloperator B4 | 12,89 | 13,31 | 13,75 | 14,18 | 14,62 | 15,08 | 15,51 | 15,93 | 16,36 | 16,78 | 17,23 | 17,68 | 18,11 | 18,55 | 18,98 |
RPS CAO 2012-2016
BIJLAGE II Winstdelingsregeling voor de medewerkers bij
Rotterdam Port Services B.V.
Rechthebbende zijn de medewerkers die in het boekjaar waarover winstdelingsrechten worden opgebouwd op grond van een uitzendovereenkomst voor RPS heeft gewerkt.
Het winstcijfer voor deze regeling volgt uit de jaarrekening zoals bij het bedrijf gebruikelijk wordt opgemaakt d.w.z. de netto winst na belasting.
Het percentage van de winst dat voor verdeling overeenkomstig deze regeling wordt gereserveerd is 15%.
De winstdelingsrechten worden onder de rechthebbenden verdeeld volgens een verdeelsleutel, die is opgesteld op basis van het aantal daadwerkelijk gewerkte uren.
Erbovenop wordt er 5% extra van de winst gereserveerd. Deze zal in overleg met sociale partners worden aangewend. Het totaal gereserveerde percentage komt aldus op 20%.
Er is geen maximum aan deze winstdelingsregeling gesteld, maar geen winst c.q. verlies houdt automatisch in dat er ook geen uitkering krachtens deze regeling aan het personeel kan volgen. De cijfers per boekjaar zijn bepalend, zonder eventuele verrekening van compensabele verliezen van vorige jaren.
Als datum voor uitbetaling zal eind juli gelden, volgend op en over voorafgaand boekjaar.
In het bedrag aan winstdeling is mede het werkgeversaandeel sociale premies begrepen en het werkgeversaandeel pensioenpremie voor zover van toepassing.
Aan iedere rechthebbende zal een exemplaar van deze winstdelingsregeling ter hand gesteld worden.
Gedurende de looptijd van deze CAO zijn alle mogelijke veranderingen/ aanpassingen in deze regeling mogelijk na overleg en overeenstemming tussen vakbonden en aandeelhouders R.P.S. X.X.
Xxxxxxxxx, 00 februari 2009
Î
RPS CAO 2012-2016
BIJLAGE 111 Verplichtingen van de werknemer bij arbeidsongeschiktheid
Behorende bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst 01-10-2012 t/m 30-06-2016 voor werknemers in dienst van de inleenbedrijven in het havengebied van Rotterdam.
Instructie:
Voor medewerkers die ziek zijn of worden en niet in staat zijn te werken geldt het volgende:
U moet direct de Planning op de hoogte stellen.
Daarnaast dient tijdens kantooruren Personeelszaken te worden geïnformeerd. Vermeld uw naam en adres en telefoonnummer.
De eventuele oorzaak van het verzuim. De vermoedelijke duur van de ziekte.
Personeelszaken zal deze gegevens zo snel mogelijk doorgeven aan de Arbo-dienst. U moet zich zo snel mogelijk onder behandeling van de huisarts stellen en diens voorschriften opvolgen.
Na de ziekmelding moet u thuisblijven tot uw herstel of totdat controle van de Arbo-dienst heeft plaatsgevonden.
U moet bereikbaar zijn voor de bedrijfsarts of de controleur en diens voorschriften of aanwijzingen opvolgen.
U mag uw huis alleen verlaten voor bezoek aan huisarts of de bedrijfsarts of om het werk weer te hervatten.
Indien u tijdens uw arbeidsongeschiktheid verhuist of op een ander verpleegadres verblijft moet u dit direct doorgeven aan de Salarisadministratie.
Aan een oproep om op het spreekuur te verschijnen van de bedrijfsarts dient u gehoor te geven, behalve als u die dag uw werk kunt hervatten of een geldige reden (ziekenhuisopname) heeft. Dit moet u direct doorgeven aan de Arbo-dienst.
U mag geen werkzaamheden uitvoeren, sporten of acties uitvoeren die uw genezing kunnen belemmeren. Doet u dit toch, dan kan de directie doorbetaling van uw salaris weigeren.
Zo mogelijk zal de werkgever in overleg en met toestemming van de bedrijfsarts trachten aangepast werk aan te bieden. Dit werk zal zodanig zijn dat dit het genezingsproces niet nadelig beïnvloedt. Het doel is het arbeidsproces weer zo snel mogelijk te kunnen oppakken. Zodra u hiertoe in staat bent dient u het werk weer te hervatten. U hoeft daar geen speciale opdracht voor af te wachten. Melding van werkhervatting dient zo snel mogelijk, in ieder geval vóór
10.00 uur, te worden doorgegeven aan de Planning. De leidinggevende zal, afhankelijk van uw ziektebeeld en duur van het ziekteverzuim, contact met u houden en geïnteresseerd zijn in het verloop van uw ziekte.
In het kader van het re-integratietraject bij ziekte kan de Arbo-dienst aangepaste werkzaamheden met u afspreken dan wel arbeidstherapie boven de sterkte.
Boven de sterkte
Na een periode van ziekte kan de Arbo-dienst met u afspreken dat de eigen werkzaamheden worden hervat boven de sterkte. De Arbo-dienst kan hiertoe besluiten wanneer er onvoldoende zekerheid bestaat m.b.t. de herstelmogelijkheden. Wanneer de arbeidstherapie goed verloopt kan de Arbo-dienst besluiten uw werkbelasting uit te breiden en/of uw inzet te wijzigen. Bij uitval en/of staking van uw werkzaamheden boven de sterkte dient u zich hiervoor (wederom) ziek te melden conform de bestaande procedure. Wanneer u ingedeeld bent boven de sterkte zal dat altijd plaatsvinden in uw eigen functie.
Uw inzet is als zodanig niet opgenomen in de operationele planning. Dagen gewerkt boven de sterkte tellen niet mee in de winstdelingsregeling.
Aangepast werk
De Arbo-dienst kan in het kader van re-integratie met u afspreken dat u aangepast zal werken al dan niet in eigen functie. Zodra er redelijke zekerheid is waartoe u in staat bent kan de Arbo dienst aangeven dat u aangepast werk dient te verrichten. Daarbij zal de Arbo-dienst vooral kijken naar de belasting qua tijd (een taak, om de dag enz.). Functie-indeling kan plaatsvinden in de eigen functie; echter andere functies/locaties blijven tot de mogelijkheden behoren.
Eigen functie
Wanneer u in uw eigen functie wordt ingedeeld zal u aanspraak kunnen maken op uw rooster, dan wel opgaaf. Uw inzet wordt opgenomen in de operationele planning. Diensten gewerkt in aangepaste vorm in de eigen functie worden meegeteld in de winstdelingsregeling.
Andere functie
Aangepast werk in andere functies worden voornamelijk van maandag tot en met vrijdag in dagdienst verricht. Men dient zich dan ook hiervoor te melden ongeacht het te volgen rooster, dan wel opgaaf. Uw inzet is niet opgenomen in de operationele planning. Diensten gewerkt in aangepaste vorm anders dan de eigen functie worden niet meegeteld in de winstdelingsregeling.
Combinaties van het bovenstaande leiden tot voorwaarden dienovereenkomstig. De wetgever heeft bepaald dat tegenover de betalingsplicht bij ziekte het recht op arbeid in aangepaste vorm bestaat. Derhalve zal in nauw overleg met de Arbo-dienst worden bepaald wat redelijkerwijs van u verlangd mag worden. De inzet is dan niet vrijblijvend; het vrij nemen is niet anders dan bij regulier werk. De directie behoudt zich het recht voor af te wijken van het advies van de Arbo-dienst (niet medisch inhoudelijk).
BIJLAGE IV Varia
Fiscaal voordeel vakbondscontributie
Aan de werknemer wordt (achteraf) de mogelijkheid geboden tot betaling van de vakbondscontributie uit het brutoloon. Hierdoor betaalt de werknemer over dit deel van zijn loon geen belasting en sociale verzekeringspremies. De werknemer dient hiertoe uiterlijk eind november van het jaar een brief van de vakbond te overleggen, waaruit blijkt dat hij lid van de vakbond is en zijn contributie heeft betaald. In de maand december vindt dan verrekening via de loonstrook plaats.
O&OFonds
RPS wijst participatie en een financiële bijdrage niet bij voorbaat af. Maar op dit moment is er bij RPS geen duidelijk beeld bij de doelstellingen, mogelijkheden en voor- en nadelen van een dergelijk fonds. Wij zijn bereid om de looptijd van de CAO te gebruiken om doelstellingen, mogelijkheden, voor- en nadelen en een eventuele financiële bijdrage te verzoeken.
WW
Na het SER - advies "Rol sociale partners bij toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur bij WW en inrichting WW" en nadat het STAR - advies aan sociale partners met betrekking tot de reparatie van de WW in de cao is afgerond, medio juni 2014, zullen cao - partijen met inachtneming van deze adviezen en de brief van de STAR van 24 december 2013, overleg voeren om inhoudelijke afspraken te maken over een private aanvullende WW - verzekering waarmee de hoogte en duur van de wettelijke WW - uitkering worden gehandhaafd. Zo nodig wordt de cao opengebroken.
Diverse
Wanneer RPS weer contracten wil uitbreiden op basis van beschikbaarheid en gewerkte dagen in het verleden, dienen bij de gewerkte dagen ook vakbondsverlof als werkdagen te worden meegeteld; het gaat immers om betaald verlof.
Paritaire werkgroep
Er wordt een Paritaire Werkgroep van cao-partijen geformeerd met de volgende opdracht:
De diensten conform dienstverband van de betreffende werknemers die vrijkomen als gevolg van deelname aan de SHFR zullen gebruikt worden om de vaste dienstverbanden van de RPS werknemers structureel op te hogen waarbij het uitgangspunt zal gelden dat de dienstverbanden die onder de 3 dagen per week eerst opgehoogd zullen worden naar 3 dagen per week; indien er dan nog diensten over zijn om te verdelen zal dit verdeeld worden over de dienstverbanden van 4 dagen per week. Uiteraard geldt hierbij het uitgangspunt dat als de individuele werknemer onlangs bij de schriftelijke uitvraag heeft aangegeven dat hij niet meer uren wil werken dat dit gerespecteerd zal worden.
De werkgroep zal aan het eind van het jaar haar werkzaamheden oppakken.