Contract
Uitspraak van de Geschillencommissie Bureau Krediet Registratie, nr. 21.19 d.d. 26 juli 2021 te Amsterdam (mr. I.M. Bilderbeek, xx. X. Xxxxx en mr. J.W. Wagenaar).
1. Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Commissie te laten beslechten, binnen de door het Reglement Geschillencommissie BKR (hierna: het Reglement) gestelde grenzen.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- een klachtschrift d.d. 8 mei 2020 van betrokkene;
- een aanvullend klachtschrift d.d. 10 mei 2020;
- een verweerschrift d.d. 28 september 2020 van de deelnemer;
- de schriftelijk repliek d.d. 23 oktober 2021;
- de schriftelijk dupliek d.d. 14 december 2020.
De Commissie heeft kennis genomen van de door partijen overgelegde stukken en heeft betrokkene en de deelnemer uitgenodigd voor een mondelinge behandeling van de klacht op 28 juni 2021 te Amsterdam.
Betrokkene heeft telefonisch deelgenomen aan de zitting. Namens de deelnemer is de heer [X] verschenen.
Ter zitting hebben partijen hun standpunt (nader) toegelicht.
2. Standpunt van partijen
2.1. Betrokkene maakt bezwaar tegen de registratie van een doorlopend krediet (nummer
**********601).
Betrokkene acht de registratie disproportioneel.
2.2. De deelnemer voert gemotiveerd verweer. De klacht is ongegrond en de registratie niet disproportioneel.
2.3. Op hetgeen partijen hebben gesteld in de schriftelijke stukken en hetgeen zij ter zitting hebben verklaard, wordt in de beoordeling voor zover nodig ingegaan.
3. Beoordeling van het geschil
Uit de stukken en de afgelegde verklaringen voor zover wederzijds erkend althans niet of onvoldoende betwist, is het volgende komen vast te staan.
3.1. Betrokkene heeft een registratie ter zake van een doorlopend krediet (nummer
**********601). De registratie kent een A op 26 juni 2017, een code 2 op 31 oktober 2017 en een werkelijke einddatum op 31 januari 2018. De bruto leensom is EUR 279.
3.2. Betrokkene heeft in het verleden aankopen gedaan bij de rechtsvoorganger van de deelnemer en die gefinancierd met het krediet. Xxxxxxxxxx heeft betalingsproblemen gehad. De deelnemer heeft code A geregistreerd en later ook code 2. In januari 2018 heeft betrokkene het verschuldigde bedrag alsnog betaald, waarna de deelnemer een werkelijke einddatum heeft geregistreerd.
Xxxxxxxxxx doet een beroep op disproportionaliteit.
3.3. Het proportionaliteitsbeginsel houdt in dat de inbreuk op de belangen van betrokkene niet onevenredig mag zijn in verhouding tot het met de registratie te dienen doel. Het belang van de registratie is enerzijds betrokkene te beschermen tegen het aangaan van financiële verplichtingen die hij niet kan dragen en anderzijds dat kredietverstrekkers middels het kredietregistratiesysteem in staat zijn de gegoedheid en het betaalgedrag van potentiële kredietnemers te toetsen en de afweging kunnen maken geen krediet te verlenen aan potentiële wanbetalers. Het hiertegenover staande belang van betrokkene is dat hij in de gelegenheid is kredieten af te sluiten voor het doen van aankopen of financiering van een woonhuis en daarin niet wordt belemmerd door een (negatieve) registratie die in veel gevallen verhindert dat betrokkene een krediet kan afsluiten.
3.4. Voor een geslaagd beroep op disproportionaliteit is vereist dat betrokkene een belang stelt en zo nodig aantoont dat hij of zij heeft bij schrapping van de registratie, bijvoorbeeld in de vorm van een vanwege de aangevochten registratie afgewezen financieringsaanvraag. Ook moeten er voldoende (bijzondere) omstandigheden zijn gesteld zodat aannemelijk is dat ondanks de correcte registratie in dit specifieke geval betrokkene geen (structurele) wanbetaler is waartegen potentiële kredietverstrekkers of betrokkene zelf moeten worden beschermd.
3.5. Betrokkene heeft een belang gesteld bij verwijdering van de registratie. De moeder van betrokkene heeft een tweede hypotheek genomen, zodat betrokkene op zichzelf kon wonen. Betrokkene betaalt huur aan haar moeder. De bedoeling was dat zodra betrokkene een vaste aanstelling had de hypotheek op haar naam zou worden overgezet. Zij heeft nu een vaste aanstelling maar de registratie houdt hypotheekverstrekking tegen. De bank heeft betrokkene en haar moeder als voorwaarde gesteld dat de hypotheek binnen twee à drie jaar moet worden overgezet op naam van betrokkene. Daar is nu twee jaar van verstreken. Betrokkene heeft haar belang hiermee voldoende onderbouwd. Of dat persoonlijke belang moet prevaleren boven het algemeen belang komt in het onderstaande aan de orde.
Voor de te maken belangenafweging zijn de volgende omstandigheden relevant.
3.6. Betrokkene heeft in 2014 gecontracteerd met de webshop waar zij goederen heeft afgenomen. Het totale krediet was beperkt (maximaal EUR 279), maar omdat betrokkene geen vast inkomen had, kon zij het verschuldigde niet betalen. De achterstand is uiteindelijk geregistreerd voor een bedrag van EUR 127. Betrokkene heeft de betalingsproblemen erkend. De schuld is daarmee in beginsel verwijtbaar ontstaan.
3.7. Niet lang nadat de problemen waren ontstaan heeft betrokkene in december 2017 een betalingsregeling getroffen. Die is zij nagekomen, waarna de deelnemer in januari 2018 een werkelijke einddatum heeft geregistreerd.
3.8. Betrokkene heeft thans een vaste aanstelling en beschikt over spaargeld. Dat weegt voor betrokkene positief.
3.9. De Commissie is van oordeel dat de te maken belangenafweging in het voordeel van betrokkene uitvalt. Betrokkene was bij het aangaan van de schuld betrekkelijk jong en beschikte niet over een vast inkomen, maar haar schuld was beperkt en de A is voor een bedrag van EUR 127 geregistreerd. De beperkte hoogte van een krediet en de grootte van een achterstand hoeven niet altijd een rol te spelen in de belangenafweging, maar in dit geval heeft betrokkene slechts één andere registratie in het CKI voor eveneens een beperkt bedrag, en die registratie heeft geen negatieve coderingen. Het gaat dus om een geïsoleerd probleem, van beperkte omvang. Xxxxxxxxxx heeft enkele maanden daarna een betalingsregeling getroffen die zij is nagekomen en thans is haar financiële situatie stabiel. De werkelijke einddatum op het contract is bovendien al meer dan drie jaren geleden. In deze omstandigheden moet het belang van betrokkene prevaleren boven het algemeen belang.
Potentiële kredietverstrekkers zijn al geruime tijd gewaarschuwd voor de betalingsproblemen van betrokkene in verband met dit contract. Het belang van betrokkene is van voldoende ernst om thans te prevaleren. Zij heeft de mogelijkheid het huis te kopen en haar woonlasten te beperken. Het kan niet van betrokkene worden verlangd dat zij de woning blijft huren en zich tegenover toekomstige eigenaren van de woning kan beroepen op huurbescherming, zoals de deelnemer heeft gesteld.
3.9. De Commissie oordeelt dat, gelet op de omstandigheden van het geval, de registratie moet worden geschrapt.
4. De beslissing
De Commissie beslist dat de klacht van betrokkene gegrond is. De deelnemer dient binnen tien werkdagen na dagtekening van deze beslissing de A2-codering op het doorlopend krediet met contractnummer **********601 te verwijderen. Voorts beslist de Commissie gezien de gegrondheid van de klacht, conform het bepaalde in artikel 9 lid 2 van het Reglement, tot terugbetaling van de door betrokkene betaalde bijdrage ad EUR 50.