Concept Principeakkoord cao-hbo 2017-2018
Concept Principeakkoord cao-hbo 2017-2018
Inleiding
De werkgeversorganisatie Vereniging Hogescholen enerzijds en de vakorganisaties Algemene Onderwijsbond, FNV Overheid, CNV Onderwijs (onderdeel van CNV Connectief), de UNIENFTO/FvOv anderzijds hebben op .. maart 2017 afgesproken de cao-hbo te verlengen, waarbij over de volgende onderwerpen afspraken zijn gemaakt:
I Looptijd en salarisontwikkeling
II Sociale zekerheid en bovenwettelijke werkloosheidsregeling III Technische wijzigingen
IV Overig
I Looptijd en salarisontwikkeling
De cao-hbo wordt verlengd voor een periode van 12 maanden tot 1 april 2018.
In het kader van deze verlenging wordt een eenmalige uitkering toegekend van € 500 bruto in november 2017. De werknemer met een dienstverband in deeltijd maakt aanspraak op de uitkering naar rato van de deeltijdfactor. De eenmalige uitkering is pensioengevend.
II Sociale zekerheid en bovenwettelijke werkloosheidsregeling
Uit het Sociaal Akkoord dat sociale partners en overheid in april 2013 hebben gesloten, zijn belangrijke wijzigingen voortgevloeid op het gebied van de sociale zekerheid, werkgelegenheid en het ontslagrecht.
In 2015 is de Wet Werk en Zekerheid in werking getreden, met daarin een verkorting van de uitkeringsduur van de WW tot 24 maanden en het invoeren van een transitievergoeding bij ontslag of afloop van het tijdelijke contract. In de cao-hbo 2016-2017 hebben cao-partijen afgesproken invulling te geven aan de afspraken uit de Wet Werk en Zekerheid en het Sociaal Akkoord, waarbij ook de nieuwe samenloop van vergoedingen en uitkeringen zou worden betrokken. Met dit akkoord geven sociale partners invulling aan deze afspraken.
De Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling hbo (BWRHBO) zal worden aangepast op de volgende punten:
a) sociale partners spreken af dat de versobering van de WW-uitkering in opbouw en duur wordt hersteld. Dit betekent een reparatie van het oude WW-recht, tot een maximum van 38 maanden.
Deze afspraak geldt ook voor de duur en opbouw van de WGA-uitkering;
b) de BWRHBO voorziet in een aanvulling op de WW-uitkeringen en een (extra) aansluitende uitkering na afloop van de WW-uitkering. Daarnaast is voorzien in een loonsuppletie gedurende de looptijd van de uitkering.
c) gedurende de eerste zes maanden van de WW-uitkering heeft de werknemer recht op een aanvulling op zijn WW-uitkering tot maximaal 75% van het laatstverdiende loon. Vervolgens bestaat gedurende maximaal 18 maanden recht op een aanvulling op de WW-uitkering tot 70% van het laatstverdiende loon.
Indien de werknemer recht heeft op een langere uitkering door de reparatie van het 3e WW-jaar komt hij of zij in aanmerking voor een aanvullende uitkering tot 70% van het laatstverdiende loon, gemaximeerd op het maximum van schaal 12 van de cao-hbo;
e) aansluitende uitkering: de werknemer heeft, zodra het einde van de duur van zijn WW-uitkering (inclusief het herstel van het 3e WW-jaar) is bereikt, recht op een aansluitende uitkering. Deze aansluitende uitkering bedraagt een maand per gewerkt jaar in het onderwijs, met een maximum van 34 maanden. Hierbij wordt een referte-eis van vijf jaar gesteld, wat inhoudt dat er pas recht bestaat op deze aansluitende uitkering zodra de werknemer meer dan vijf jaar in het onderwijs heeft gewerkt. Over de eerste vijf gewerkte jaren in het onderwijs vindt wel opbouw plaats. Per saldo is de publieke en private WW-duur maximaal 72 maanden. De hoogte van de aansluitende uitkering bedraagt 70% van het laatstverdiende loon, gemaximeerd op het maximum van schaal 12 van de cao-hbo;
f) extra aansluitende uitkering: de werknemer met tenminste 15 jaar diensttijd in het onderwijs die ontslagen wordt in de periode van 10 jaar voor AOW-gerechtigde leeftijd en na afloop van zijn aansluitende uitkering nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, heeft recht op een extra aansluitende uitkering tot AOW-gerechtigde leeftijd. De hoogte van deze uitkering bedraagt 70% van het laatstverdiende loon, gemaximeerd op 72% van het maximum van schaal 10;
g) de werknemerspremie ter financiering van de reparatie van het oude WW-recht wordt gedurende de looptijd van de cao vastgesteld op 0%;
h) de werknemer wiens recht op aansluitende uitkering is geëindigd in verband met het aanvaarden van een nieuwe functie en die in deze nieuwe functie minder salaris ontvangt dan het laatstverdiende loon heeft recht op loonsuppletie. Deze loonsuppletie is gelijk aan het verschil tussen enerzijds het loon in de nieuwe functie en anderzijds het laatstverdiende loon en duurt uiterlijk tot het einde van de duur van de aansluitende uitkering, zoals die is vastgesteld op de eerste werkloosheidsdag.
i) de werknemer wiens recht op de extra aansluitende uitkering is geëindigd in verband met het aanvaarden van een nieuwe functie, en die in deze nieuwe functie minder salaris ontvangt dan het maximum van schaal 12, heeft eveneens recht op loonsuppletie. Deze loonsuppletie is gelijk aan het verschil tussen enerzijds het salaris in de nieuwe functie en anderzijds het laatstverdiende loon, maar niet meer dan 70% van het maximum van schaal 12. De loonsuppletie duurt uiterlijk tot het einde van de duur van de extra aansluitende uitkering, zoals die is vastgesteld op de eerste werkloosheidsdag.
j) uitkeringsrechten die voor 1 april 2017 zijn ontstaan blijven ongewijzigd intact;
k) indien er een vaststellingsovereenkomst is overeengekomen voor 1 april 2017 blijft de BWRHBO zoals geldend op 31 maart 2017 van toepassing.
III Technische wijzigingen
Een overzicht van technische wijzigingen is in een aparte bijlage bij dit conceptprincipeakkoord gevoegd en maakt daar een onverbrekelijk onderdeel van uit.
IV Ingangsdatum
De gemaakte afspraken treden in werking op 1 april 2017 tenzij anders is aangegeven. Aldus overeengekomen te Utrecht op …maart 2017
X.X. xxx Xxxxxx (voorzitter werkgeversdelegatie)
X. xxx xxx Xxxxx (Algemene Onderwijsbond)
X. X. xxx Xxxxxx (FNV Overheid)
T.G.M. Reijn (CNV Onderwijs)
X. Xxxxxxxxxxx (UNIENFTO/FvOv)
Overzicht technische aanpassingen artikelsgewijs
Artikel A-1 Begripsbepalingen
Inkomen: aan de definitie van inkomen wordt ‘structurele eindejaarsuitkering’ toegevoegd. Artikel D-4 lid 1: toevoegen. Deze arbeidsovereenkomst kan niet tussentijds worden opgezegd.
Artikel M-1 duurzame inzetbaarheid
Opbouw bij ziekte: tot een maximum van 26 weken
Artikel Q-1 lid 1
Toevoegen: de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, met uitzondering van de lector, eindigt met opzegging
Artikel Q-2 lid 3 “onder verwijzing naar lid 1d” wordt vervangen door “onder verwijzing naar lid 1b” Artikel Q-4 lid 1: “als bedoeld in artikel Q-2, eerste lid onder d” wordt vervangen door “onder verwijzing naar lid 1b”.
Artikel S-1 lid 4 de zinsnede, als bedoeld in lid 3, vervalt.