COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 106 VAN 28 MAART 2013 TOT VASTSTELLING, VOOR 2013 EN 2014, VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN AANVUL- LENDE VERGOEDING IN HET KADER VAN DE REGELING VAN WERKLOOSHEID MET BE- DRIJFSTOESLAG VOOR SOMMIGE...
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 106 VAN 28 MAART 2013 TOT VASTSTELLING, VOOR 2013 EN 2014, VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN AANVUL- LENDE VERGOEDING IN HET KADER VAN DE REGELING VAN WERKLOOSHEID MET BE- DRIJFSTOESLAG VOOR SOMMIGE OUDERE WERKNEMERS DIE WORDEN ONTSLAGEN EN DIE 20 JAAR NACHTARBEID HEBBEN VERRICHT OF TEWERKGESTELD ZIJN IN HET BOUW- BEDRIJF EN ARBEIDSONGESCHIKT ZIJN
--------------------------
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 7, tweede alinea waarin is bepaald dat in de Nationale Arbeidsraad een collectieve arbeids- overeenkomst kan worden gesloten voor een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer een opgericht paritair comité niet werkt;
Gelet op artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aan- vullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17 bis van 29 januari 1976, nr. 17 nonies van 7 juni 1983, nr. 17 duodevicies
van 26 juli 1994, nr. 17 vicies van 17 december 1997, nr. 17 vicies quater van 19 december 2001, nr. 17 vicies
sexies van 7 oktober 2003 en nr. 17 tricies van 19 december 2006;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46 sexies van 9 januari 1995, nr. 46 septies van 25 april 1995 en nr. 46
duodecies van 19 december 2001;
Overwegende dat de sociale partners de bijzondere regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werkne- mers van minstens 56 jaar met een loopbaan van 33 jaar waarvan 20 jaar in een stelsel van nachtarbeid met twee jaar verlengen;
Overwegende dat ze uitvoering willen geven aan artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 en voorzien in de rechtsbasis die nodig is voor een bijzondere regeling voor bepaalde arbeidsongeschikte werkne- mers die tewerkgesteld zijn in het bouwbedrijf;
Overwegende dat voor de bedrijfstakken die niet onder een opgericht paritair comité ressorteren of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt, eveneens een suppletieve regeling moet worden gesloten om uitvoering te kunnen geven aan artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit tot regeling van het stelsel van werkloosheid met be- drijfstoeslag;
Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers:
op 28 maart 2013 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Deze overeenkomst geldt voor de werkgevers en de werknemers waarop de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités van toepassing is.
HOOFDSTUK II - INTERPROFESSIONEEL KADER
Artikel 2
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt een aanvullende vergoeding toe te kennen aan werknemers, indien zij worden ontslagen, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn en een beroepsverleden hebben van ten minste 33 jaar op voorwaarde:
a) dat zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst ten minste 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsover- eenkomsten nr. 46 sexies van 9 januari 1995, nr. 46 septies van 25 april 1995 en nr. 46 duodecies van 19 december 2001;
en
b) dat zij vallen onder een paritair comité of subcomité die hierover een collectieve arbeidsovereenkomst heeft afgesloten die dergelijk stelsel invoert of verlengt.
§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt er ook toe een aanvullende vergoeding toe te kennen aan de werknemers die op het ogenblik waarop ze worden ontslagen, voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Ze werden tewerkgesteld door een werkgever die ressorteert onder het paritair comité voor het bouwbe- drijf.
- Ze beschikken over attest van een arbeidsgeneesheer dat hun ongeschiktheid tot voortzetting van hun be- roepsactiviteit bevestigt.
- In het paritair comité voor het bouwbedrijf moet een collectieve arbeidsovereenkomst zijn gesloten die onder meer voorziet in de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden die niet lager mogen zijn dan 56 jaar en een beroepsloopbaan van 33 jaar als werknemer alsook een voorwaarde inzake de arbeidsgeschiktheid.
§ 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ingevolge artikel 3, § 1 van het Koninklijk Besluit van 3 mei 2007 tot regeling van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
Commentaar
Artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van een stelsel van werkloosheid met be- drijfstoeslag voorziet voor de in artikel 1 vermelde ontslagen werknemers in een regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag op voorwaarde dat dergelijk stelsel wordt ingesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad.
Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst geeft voor de periode 2013-2014 uitvoering aan deze bepaling.
HOOFDSTUK III - PROCEDURE VAN TENUITVOERLEGGING EN VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VER- GOEDING VOOR SOMMIGE OUDERE WERKNEMERS DIE WORDEN ONTSLA- GEN EN DIE TEWERKGESTELD ZIJN IN EEN BEDRIJFSTAK DIE NIET ONDER EEN OPGERICHT PARITAIR COMITE RESSORTEERT OF WANNEER HET OP- GERICHT PARITAIR COMITE NIET WERKT
Artikel 3
Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt tevens in afwijking van artikel 2, § 1 b) een stelsel in te voeren voor de toekenning van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontsla- gen en die tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt.
Commentaar
Deze regeling herneemt de suppletoire regeling van SWT voor 20 jaar nachtarbeid.
Artikel 4
In toepassing van artikel 3 kunnen werkgevers die ressorteren onder een niet opgericht paritair comité of een pari- tair comité dat niet werkt de in artikel 2 van deze overeenkomst genoemde regeling ten uitvoer te leggen door mid- del van een toetreding.
Deze toetreding kan gebeuren in de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst, een toetredingsakte opgemaakt overeenkomstig artikel 5 of een wijziging van het arbeidsreglement.
Zij heeft uitsluitend betrekking op de regeling en de voorwaarden voor de toekenning ervan, zoals bedoeld in arti- kel 2.
Ongeacht de vorm van de toetreding moet de neerlegging gebeuren ter Griffie van de Algemene Directie Collec- tieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Artikel 5
De toetredingsakte wordt opgemaakt overeenkomstig de volgende procedure en volgens het model dat als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd.
Het ontwerp van toetredingsakte wordt door de werkgever aan elke werknemer schriftelijk meegedeeld.
Gedurende acht dagen vanaf die schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de werknemers waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven. Gedurende dezelfde termijn van acht dagen kan de werknemer of zijn vertegenwoordiger eveneens zijn opmerkingen meedelen aan de sociaal inspecteur-directiehoofd van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Ar- beid en Sociaal Overleg waar de onderneming gevestigd is. De naam van de werknemer mag niet meegedeeld of ruchtbaar gemaakt worden.
Na deze termijn van acht dagen wordt de toetredingsakte, samen met het register, door de werkgever neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegen- heid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Artikel 6
In geval van geschil betreffende de toepassing van de artikelen 4 en 5, met uitzondering van de geschillen inzake het arbeidsreglement, zal de Nationale Arbeidsraad, waarbij de zaak door de meest gerede partij aanhangig is ge- maakt, teneinde uitspraak te doen het paritair comité aanwijzen waaronder de werkgevers met een soortgelijke activiteit ressorteren.
Commentaar
Wat de geschillen inzake het arbeidsreglement betreft, wordt in herinnering gebracht dat de artikelen 11 en 12 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen van toepassing zijn.
Daarin is bepaald dat, indien er voor een bedrijfstak geen paritair comité bestaat, de terzake bevoegde minister, die door de voorzitter van de ondernemingsraad van het geschil in kennis is gesteld, of, wanneer er geen ondernemings- raad bestaat, de door de Koning aangewezen ambtenaar de zaak aanhangig maakt bij de Nationale Arbeidsraad die, teneinde uitspraak te doen over het geschil, het paritair comité aanwijst waaronder de ondernemingen ressorteren die een soortgelijke activiteit hebben.
HOOFDSTUK IV - TOEPASSINGSREGELS
Artikel 7
De in artikel 2 en 3 vastgelegde regeling geldt voor de werknemers die worden ontslagen, behalve om een drin- gende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, en die 56 jaar zijn of die ouder zijn overeenkomstig de voorwaarden waarin de collectieve arbeidsovereenkomst van de bouwsector voorziet, gedurende de periode van 1 januari 2013 tot 31 december 2014 en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden als werknemer van ten minste 33 jaar of een langer beroepsverleden als werknemer waarin een collectieve arbeidsovereenkomst van de bouwsector voorziet, kunnen laten gelden.
Die werknemers moeten bovendien kunnen bewijzen dat zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeids- overeenkomst:
- ofwel ten minste 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46 sexies van 9 januari 1995, nr. 46 septies van 25 april 1995 en nr. 46 duodecies
van 19 december 2001;
- ofwel tewerkgesteld zijn door een werkgever die behoort tot het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf en be- schikken over een attest dat hun ongeschiktheid tot voortzetting van hun beroepsactiviteit bevestigt, afgegeven door een arbeidsgeneesheer.
De werknemer die de in de vorige alinea's vastgestelde voorwaarden vervult en wiens opzegtermijn na 31 de- cember 2014 verstrijkt, behoudt het recht op de aanvullende vergoeding.
Artikel 8
Voor de punten die niet door deze overeenkomst geregeld zijn, onder andere wat het bedrag van de aanvullende vergoeding betreft, wordt verwezen naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot in- voering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17 bis van 29 januari 1976, nr. 17 nonies van 7 juni 1983, nr. 17 duodevicies van 26 juli 1994, nr. 17 vicies van 17 december 1997, nr. 17 vicies qua-
ter van 19 december 2001, nr. 17 vicies sexies van 7 oktober 2003 en nr. 17 tricies van 19 december 2006.
HOOFDSTUK V - INWERKINGTREDING EN DUUR VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 9
Deze overeenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2014.
Gedaan te Brussel, op achtentwintig maart tweeduizend dertien.
x x x
Gelet op artikel 28 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritai- re comités, vraagt de Nationale Arbeidsraad dat deze overeenkomst bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.
BIJLAGE
MODEL
UITVOERING VAN ARTIKEL 4 VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 106 VAN 28 MAART 2013 TOT INSTELLING EN VASTSTELLING VAN DE PROCEDURE VAN TENUITVOERLEG- GING EN VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN REGELING VAN AANVUL- LENDE VERGOEDING VOOR SOMMIGE OUDERE WERKNEMERS DIE WORDEN ONTSLAGEN EN DIE TEWERKGESTELD ZIJN IN EEN BEDRIJFSTAK DIE NIET ONDER EEN OPGERICHT PARITAIR COMI- TE RESSORTEERT OF WANNEER HET OPGERICHT PARITAIR COMITE NIET WERKT
TOETREDINGSAKTE
Terug te sturen aan de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
* Identificatie van de onderneming ........................................................
* Adres
........................................................
* RSZ-inschrijvingsnummer
........................................................
* Nummer paritair comité ...................................
Ondergetekende, , die de voornoemde onderneming vertegen-
woordigt, verklaart toe te treden tot de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 106 van 28 maart 2013.