Inhoud
Inhoud
Inhoud
Deel I Algemene inleiding
1. Wat is een veilig arbeidscontract?
1.1. HET ARBEIDSRECHT 3
1.2. WAT IS NOU EIGENLIJK EEN ARBEIDSCONTRACT? 4
1.3. ZONDER CONTRACT AAN HET WERK 4
1.3.1. Nooit een arbeidscontract gesloten ... of toch wel? 4
1.3.2. Liever wel een werknemer 5
1.3.3. “Ik vermoed dat ik recht heb op meer uren loon ...” 6
1.3.4. Dat móét op papier worden gezet! 6
1.3.5. Hoe lang blijf ik in dienst? 6
1.4. CAO 7
2. Dus toch: met een schriftelijk arbeidscontract aan het werk!
2.1. WAT ZET U IN EEN ARBEIDSCONTRACT? 9
2.1.1. Schriftelijke opgave van de belangrijkste zaken 9
2.1.2. Kan meteen in het arbeidscontract 9
2.2. MOET IK DAT ALLEMAAL ZELF BEDENKEN? 10
Deel II Het arbeidscontract voor onbepaalde tijd artikel voor artikel
1. Aanhef, datum indiensttreding, functie, aard en plaats van werkzaamheden
1.1. AANHEF: NAAM EN WOONPLAATS VAN PARTIJEN 13
1.1.1. Natuurlijke of rechtspersoon 14
1.1.2. Van belang omdat 14
1.2. DATUM INDIENSTTREDING 15
1.2.1. Begin maar zo snel als je kunt 15
1.3. FUNCTIE EN AARD VAN DE WERKZAAMHEDEN 16
1.3.1. Andere werkzaamheden? 16
1.4. PLAATS VAN DE WERKZAAMHEDEN 17
1.4.1. Meerdere locaties 17
1.4.2. Xxxxxx van werkzaamheden wijzigen 17
1.5. SANCTIE 18
1.6. UW BEDRIJF VERHUIST, GAAT UW WERKNEMER MEE? 18
1.6.1. Maak er geen geheim van 18
1.6.2. Belangen 19
Inhoud
1.6.3. Reizen of verhuizen? 19
1.6.4. Verhuiskostenvergoeding 19
1.6.5. Ik ga toch maar niet mee 19
2. Duur dienstverband en proeftijd
2.1. DUUR VAN HET DIENSTVERBAND 21
2.2. DE WERKNEMER VAN 65 JAAR 22
2.2.1. Geen automatisch einde 22
2.2.2. Pensioentoezegging 22
2.2.3. Andere mogelijkheden 23
2.2.4. Blijf toch maar werken 23
2.3. XXXXXXXXX 00
2.3.1. Opgave van redenen alleen op verzoek 23
2.3.2. Maximaal twee maanden 24
2.3.3. Schriftelijk 24
2.3.4. Volgend arbeidscontract: nogmaals een proeftijd? 25
2.3.5. Uitzendkracht in dienst: meestal geen proeftijd 25
2.3.6. Proeftijd te kort? Eerst een tijdelijk contract 26
3. Opzegging
3.1. BEËINDIGINGSOVEREENKOMST 27
3.2. AANVRAGEN ONTSLAGVERGUNNING 27
3.2.1. Beperkte geldigheidsduur 28
3.2.2. Ontslagaanvraag en ziekmelding? 29
3.3. OPZEGTERMIJN 29
3.3.1. Let op: 1 maand korting opzegtermijn bij ontslagvergunning 30
3.3.2. Tegen het einde van de maand 30
3.3.3. Verlengen opzegtermijn 30
3.3.4. Onregelmatig ontslag 32
3.4. VIA HET CWI OF XXX XX XXXXXXXXXXXXX? 00
3.4.1. Via het CWI, ontslag op bedrijfseconomische gronden 33
3.4.2. Wanneer naar de kantonrechter? 33
3.4.3. Ontslagvergoeding? 34
3.4.4. Kantonrechtersformule 34
3.5. TOESTEMMING EN TOCH EEN VERGOEDING? 35
3.5.1. Kennelijk onredelijk ontslag 35
3.5.2. Wanneer onredelijk? 36
3.5.3. Gevolgen 36
3.6. ONTSLAG EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID 37
3.6.1. Ontslag na twee jaar arbeidsongeschiktheid 37
3.6.2. Ontslagvergunning en dan? 38
3.6.3. Ontbinding binnen twee jaar arbeidsongeschiktheid 39
4. Salaris
4.1. WETTELIJK MINIMUMLOON 41
4.1.1. Minimumuurloon 42
4.1.2. Minimumloon voor parttimers 42
4.2. CAO-LOONSCHALEN 42
4.2.1. Hoe zit het dan met de loonsverhogingen? 42
4.3. PARTTIMERS 44
4.4. SALARIS OP TIJD BETALEN! 44
4.4.1. Wettelijke verhoging en rente 44
4.4.2. Verjaring 45
4.5. WIJZE VAN BETALING 46
4.6. LOONBESLAG EN VERREKENING 46
Inhoud
4.6.1. Beslag 46
4.6.2. Verrekening 47
4.6.3. Voorrangsregels 47
4.6.4. Zelf loonbeslag leggen 48
5. Xxxxxxx bij arbeidsongeschiktheid en wachtdagen
5.1. ZIEKTE 49
5.1.1. Uw arboarts stelt de ziekte vast 50
5.1.2. Bij twijfel: second opinion 50
5.1.3. Langer ziek? 50
5.2. 104 WEKEN 51
5.3. WACHTDAGEN 52
5.4. LOON DOORBETALEN 52
5.4.1. 70% en in ieder geval het minimumloon 53
5.4.2. Maximumdagloon 53
5.5. VANGNETTERS 53
5.5.1. Zwangere werkneemsters 54
5.5.2. Andere categorieën vangnetters 55
5.6. XXXXX PASSEND WERK EN CONTROLEVOORSCHRIFTEN 55
5.6.1. Tijdelijk andere werkzaamheden 55
5.6.2. Werken bij een ander bedrijf 56
5.6.3. Controlevoorschriften 57
6. Arbeidsduur, werktijden en overwerk
6.1. DEELTIJD OF MEERTIJD 59
6.1.1. Minder dan 10 werknemers 60
6.1.2. Minimaal één jaar in dienst 60
6.2. XXXXXX XX XXXXX 00
6.2.1. Bedrijfstijd 61
6.2.2. Gemiddelde arbeidsduur 61
6.3. XXXXXXXXXXXXXXXX 00
6.3.1. Overlegregeling 62
6.3.2. Werken op zondag 62
6.3.3. Jeugdigen van 16 en 17 jaar en de Xxxxxxxxxxxxxxxx 00
6.3.4. Werktijden voor kinderen 64
6.4. OVERWERK 65
6.4.1. Wat is overwerk? 66
6.4.2. Plicht tot overwerk? 66
6.4.3. Leg de mogelijkheid van overwerk schriftelijk vast! 67
6.4.4. Xxxxxxxxxxxxxxxx 00
6.4.5. De beloning voor overwerk 68
7. Vakantie en vakantiebijslag
7.1. VAKANTIE 69
7.1.1. De regeling in vogelvlucht 69
7.1.2. Wie stelt de vakantie vast? 70
7.1.3. Verjaring 70
7.1.4. Dagen over? Afkopen! 70
7.1.5. Per dag of per uur 71
7.2. OPBOUW VAN VAKANTIE TIJDENS BEVALLINGSVERLOF OF ZIEKTE 71
7.2.1. Ziekte 71
7.2.2. Gedeeltelijk hervatten 72
7.2.3. Xxxxxxxxxxxxxxxx 00
7.2.4. Zelf ontslag nemen 72
7.2.5. Verrekenen van bevallingsverlof of ziekte met vakantie? 73
Inhoud
7.3. VERLOFSPAREN 73
7.3.1. Collectieve regeling 74
7.3.2. Individueel sparen 75
7.4. BIJZONDER VERLOF 75
7.4.1. Misverstand 1: uitputtend wettelijk geregeld 75
7.4.2. Misverstand 2: geen regeling, geen verlof 76
7.4.3. Altijd loon doorbetalen? 76
7.5. FEESTDAGEN 76
7.5.1. Doorbetalen? 77
7.5.2. Welke dagen? 77
7.5.3. Deeltijd/voltijd 77
7.5.4. Roosterpech 77
7.5.5. Werken op een feestdag 78
7.6. VAKANTIEBIJSLAG 78
7.6.1. Hoogte van de vakantiebijslag 78
7.6.2. Xxxxxxxx berekent u de vakantiebijslag? 79
7.6.3. Wanneer betaalt u de vakantiebijslag? 79
7.7. VAKANTIEBONNEN 79
8. Arbeids- en bedrijfsregels
8.1. HET NUT VAN REGELS 81
8.2. WAT ZET U IN UW HUISREGELS? 82
8.2.1. Sancties 82
8.2.2. Invoering 82
8.3. CONTROLEVOORSCHRIFTEN BIJ ZIEKTE 83
8.3.1. Wat mag u in deze voorschriften zetten? 83
8.3.2. Op schrift stellen en uitreiken! 83
8.3.3. Niet nakomen: loondoorbetaling opschorten 84
8.3.4. Uw werknemer is niet ziek, maar komt toch niet. Wat dan? 84
9. Pensioenregeling
9.1. AANVULLEND PENSIOEN 87
9.1.1. Een pensioenregeling is niet verplicht 87
9.1.2. Tenzij: bedrijfspensioenfonds 87
9.1.3. Tenzij: cao 88
9.1.4. Tenzij: onderscheid tussen collega’s 88
9.1.5. Belangrijke arbeidsvoorwaarde 88
9.2. ALS U EEN PENSIOENREGELING TREFT 88
9.2.1. Aanspraken onderbrengen 88
9.3. SOORTEN PENSIOENEN 89
9.3.1. Eindloonsysteem 89
9.3.2. Middelloonsysteem 90
9.3.3. Andere systemen 90
9.4. WIE BETAALT DE PREMIE? 90
9.4.1. Van het brutosalaris 91
9.4.2 Niet betalen is onrechtmatig! 91
9.5. FRANCHISE 91
9.6. TEN SLOTTE: LAAT U VOORLICHTEN! 91
10. Artikel 10: cao
10.1. TOEPASSING 93
10.1.1. Algemeen Verbindendverklaring (AVV) 93
10.1.2. Van toepassing verklaren 94
10.1.3. Daar wil ik niets mee te maken hebben! 95
Inhoud
10.2. MAG U VAN DE XXX XXXXXXXX? 95
10.2.1. Cao-bepalingen met een standaardkarakter 95
10.2.2. Cao-bepalingen met een minimumkarakter 95
10.2.3. Woorden cao beslissend 96
10.3. TEKST CAO 96
11. Ontvangst exemplaar arbeidscontract
11.1. LIGT VOOR DE HAND 97
11.2. BEWIJS, BEWIJS! 97
Deel III Het arbeidscontract voor bepaalde tijd
1. Duur dienstverband
1.1. TWEE SOORTEN ARBEIDSCONTRACTEN VOOR BEPAALDE TIJD 101
1.1.1. Voor de duur van een bepaalde periode 101
1.1.2. Voor de duur van het project 102
1.1.3. Einde project; maar wanneer? 102
1.1.4. Vervanging zieke werknemer 103
1.2. VOORTZETTEN VAN EEN TIJDELIJK CONTRACT 104
1.2.1. Voor bepaalde tijd 104
1.2.2. Andere afspraken 105
1.2.3. Stilzwijgende voortzetting 105
1.2.4. Een zieke tijdelijke kracht 106
1.3. TUSSENTIJDS VERTREKKEN 106
1.3.1. Mogelijkheid om tussentijds op te zeggen 107
1.3.2. Geen tussentijds vertrek mogelijk 107
1.3.3. Ontbinding door rechter 107
1.3.4. Ontbindingsverzoek van werknemer 108
2. De Wet Flexibiliteit en Zekerheid
2.1. FLEXIBEL VERLENGEN 109
2.1.1. Drie contracten na elkaar 109
2.1.2. Drie maanden tussenruimte 110
2.1.3. Binnen een periode van drie jaar 110
2.2. BIJZONDERHEDEN RONDOM VERLENGING 111
2.2.1. Uitzendkracht gaat bij u dezelfde werkzaamheden
verrichten 111
2.2.2. Uitzendkracht gaat ander werk verrichten 114
2.2.3. Binnen uw bedrijf een andere functie 114
2.2.4. U neemt een ander bedrijf over 115
2.2.5. Moraal van het verhaal 116
2.3. PROEFTIJD 116
2.3.1. Proeftijd moet schriftelijk 116
2.3.2. Lengte proeftijd is afhankelijk van duur contract 116
Inhoud
Deel IV Bijzondere bedingen
1. Inleiding
1.1. BIJZONDERE BEDINGEN ZIJN OPTIONEEL 121
1.2. BOETEBEDING 121
1.2.1. Exact vermelden waar de boete voor geldt 122
1.2.2. Minimumloners: bestemming vermelden 122
1.2.3. Uw werknemer verdient meer 122
1.2.4. Incassering boete 123
2. Het concurrentiebeding
2.1. WAAROM EEN CONCURRENTIEBEDING? 125
2.2. HOE SLUIT U ZO’N BEDING? 126
2.2.1. Altijd schriftelijk! 126
2.2.2. Selectief gebruik 126
2.3. INHOUD BEDING 127
2.3.1. Beperking in tijdsduur, werkgebied en/of soort werk 127
2.3.2. Niet onnodig belastend 127
2.4. AANPASSING CONCURRENTIEBEDING 128
2.4.1. Wijziging bedrijfsactiviteiten 128
2.4.2. Functiewijziging werknemer 128
2.5. MATIGING DOOR DE RECHTER 129
2.5.1. Goede redenen volgens de rechter 129
2.5.2. Mogelijk recht op vergoeding 129
2.6. ONTSLAG ONTERECHT: WEG CONCURRENTIEBEDING 130
2.7. NIEUWE WETTELIJKE REGELING 130
3. Het relatiebeding
3.1. POPULAIR 131
3.2. LIJST MET RELATIES 132
4. Verbod op nevenwerkzaamheden
4.1. ONGEWENSTE NEVENWERKZAAMHEDEN 134
4.1.1. Tijdens het arbeidscontract 134
4.1.2. Voorafgaande toestemming 134
4.1.3. Met boetebepaling 134
4.2. WIE BETAALT ER BIJ ZIEKTE? 135
5. Geheimhoudingsbeding
5.1. GEHEIMHOUDINGSPLICHT 137
5.1.1. Niet alleen voor vertrouwelijke gegevens 138
5.1.2. Boetebepaling 138
5.2. GOED WERKNEMER 138
5.2.1. Sancties 138
5.2.2. Ontslag 139
5.3. NA AFLOOP VAN HET DIENSTVERBAND 139
Deel V Modelcontracten
OVERZICHT MODELCONTRACTEN 141