GEDRAGSCODE ADIONA
GEDRAGSCODE ADIONA
voor deelnemers
Reikwijdte van de gedragscode
De gedragscode heeft betrekking op de professionele activiteiten van deelnemers van de ADIONA en beoogt de kwaliteit van kindercoaching, zoals uitgevoerd door coaches ten overstaan van hun cliënten en ten overstaan van de organisaties, waarmee deze coaches een overeenkomst hebben,
te garanderen. De gedragscode is niet van toepassing op werkbegeleiding, consultatie of andere begeleidingsactiviteiten die niet als of coaching kunnen worden aangemerkt.
INHOUD
1. Algemeen
2. Begeleidingscontract met cliënten
3. Geheimhouding
4. Ontheffing van de geheimhoudingsplicht
5. Professionaliteit en integriteit
6. Sancties
7. Evaluatie
1. Algemeen
Een kindercoach dient te handelen zoals het uit een oogpunt van behoorlijke functie-uitoefening betaamt met de gedragscode als richtlijn.
1.1 De kindercoach respecteert verschillen in etniciteit, levensovertuiging, sekse en sociale status van de cliënt(en).
1.2 De kindercoach zorgt ervoor dat de cliënt en, indien van toepassing, de organisatie op de hoogte is van de gedragscode.
2. Begeleidingscontract met cliënten
Begeleiding wordt gegeven in overeenstemming met een tussen de kindercoach, cliënt en -indien van toepassing - opdrachtgever overeengekomen contract, waaronder hier wordt verstaan een schriftelijk overeengekomen afspraak. In sommige situaties kan dus sprake zijn van twee soorten begeleidingscontracten.
2.1 Inhoud contract. In elk begeleidingscontract worden schriftelijk in ieder geval de volgende afspraken vastgelegd:
2.1.1 De bij het aanvangen van de begeleiding te formuleren doelen, dan wel hoe aan de totstandkoming van doelen gewerkt gaat worden.
2.1.2 Het aantal, de duur, de frequentie van de overeengekomen zittingen, plaats van samenkomst, honorarium.
2.1.3 Afspraken over geheimhouding door de kindercoach betreffende hetgeen door de cliënt wordt ingebracht.
2.1.4 De evaluatie- en beoordelingsmomenten alsmede de procedures volgens welke zal worden geëvalueerd en eventueel beoordeeld, rekening houdend met de opleiding- of werksituatie van de cliënt. En al naar gelang de situatie.
2.1.5 Indien sprake is van groepsbegeleiding wordt door de kindercoach van cliënten de belofte verlangd dat dezen zich binden aan geheimhouding m.b.t. de inbreng van medecliënten.
2.1.6 Indien sprake is van begeleiding in opdracht van een opleiding: - wat door de professioneel begeleider aan de opleiding wordt gerapporteerd en tevens - dat de rapportage met de cliënt wordt besproken alvorens deze aan de opleiding wordt gegeven.
2.1.7 Indien er in een begeleiding in opdracht van een organisatie gerapporteerd moet worden, wordt in het contract vastgelegd dat de kindercoach met de cliënt voorbereidt welke informatie aan de organisatie gegeven zal worden.
2.1.8 Indien begeleiding plaatsvindt in opdracht van een cliënt komt rapportage door de kindercoach aan derden niet voor, tenzij cliënt en de kindercoach het nuttig achten de organisatie via rapportage voor te lichten.
2.2 Begeleidingscontract met opleidingen en organisatie.
2.2.1 In het contract tussen de kindercoach en opleiding of organisatie wordt uitgegaan van de gedragscode voor Adiona deelnemers.
2.2.2 In het contract tussen de kindercoach en opleiding of organisatie wordt vastgelegd: het doel van de begeleiding, aantal bijeenkomsten, rapportage en honorarium (indien van toepassing).
2.2.3 In het contact met een organisatie is het de taak van de kindercoach zich op de hoogte te stellen van het beleid van de organisatie ten aanzien van begeleiding en zo mogelijk bij te dragen tot de ontwikkeling van dat beleid.
3. Geheimhouding
3.1 Een kindercoach is op grond van het aangaan van een functionele vertrouwensrelatie met een cliënt tot geheimhouding verplicht t.a.v. het aan hem in de begeleiding ter kennis gekomen.
3.2 Op grond van deze plicht zorgt de kindercoach ervoor dat het hem ter kennis gekomen materiaal vertrouwelijk wordt behandeld.
3.3 De kindercoach treedt over zijn werk met de cliënt niet in contact met derden, behoudens de in de artikelen 3.5 en 4 genoemde uitzonderingen.
3.4 Toestemming van de cliënt ontheft de kindercoach niet zonder meer van zijn plicht tot geheimhouding.
3.5 Een kindercoach dient zich in een eventuele gerechtelijke procedure te beroepen op het verschoningsrecht. Ruggenspraak met collega’s wordt aanbevolen, of eventueel met de Klachtencommissie van de Adiona.
3.6 Geheimhouding en intercollegiaal overleg.
3.6.1 Uitzondering op de in artikel 3 genoemde geheimhoudingsplicht vormt de situatie waarin de kindercoach meent te moeten overleggen met collega’s, dan wel consult nodig acht bij deskundigen die eveneens aan geheimhouding zijn gebonden. In dergelijke gevallen zal de kindercoach de privacy van degenen op wie het overleg of de consultatie betrekking heeft waarborgen en het materiaal anonimiseren.
3.6.2 In opleidingen, waarbij door de aard van de situatie bekendheid met een cliënt meestal groot is, dient de kindercoach eraan bij te dragen dat zeer zorgvuldige spelregels worden opgesteld m.b.t. overlegsituaties waarin studieresultaten van cliënten worden besproken. De kindercoach dient te waarborgen dat hetgeen over de resultaten Gedragscode Adiona februari 2016 3 van 4 van de begeleiding wordt besproken de privacy van de cliënt niet schaadt. De professioneel begeleider dient tevoren met de cliënt te bespreken wat hij te berde zal brengen.
3.6.3 In situaties waar belangen van de cliënt in het geding zijn en de kindercoach gebaat is met consult, verdient het aanbeveling een (collega-) geregistreerd supervisor of coach of een deskundige te raadplegen, of eventueel de klachtencommissie van de ADIONA.
3.7 Geheimhouding en social media
3.7.1 Bovenstaande bepalingen gelden tevens voor het gebruik van social media.
4. Ontheffing van de geheimhoudingsplicht
Aan de kindercoach kunnen gegevens ter kennis worden gebracht die hem in conflict brengen met zijn plicht tot geheimhouding. Situaties kunnen zich voordoen waarin belangen van de cliënten of van anderen ernstig kunnen worden geschaad. De kindercoach mag zich van zijn plicht tot geheimhouding ontheven achten, indien alle hierna in de onder 4.1 tot en met 4.3 genoemde voorwaarden in acht zijn genomen.
4.1 Als het niet opheffen van de geheimhoudingsplicht leidt tot inbreuk op de fysiek en/of psychische integriteit van cliënt of anderen.
4.2 Als zonder opheffing van de geheimhoudingsplicht het betreffende probleem onoplosbaar lijkt.
4.3 Als de kindercoach alles in het werk heeft gesteld om eventueel samen met de cliënt de betreffende gegevens naar buiten te brengen.
4.4 Indien de kindercoach het voornemen heeft tot het opheffen van de geheimhoudingsplicht over te gaan dient hij ter toetsing van de onder 4.1 tot en met
4.3 genoemde voorwaarden een (collega-)geregistreerd supervisor of coach te consulteren. De kindercoach stelt cliënt daarvan op de hoogte.
4.5 Indien de kindercoach na de in 4.4 genoemde consultatie besluit tot opheffing van de geheimhouding dient hij, alvorens daartoe over te gaan, de cliënt te informeren.
5. Professionaliteit en integriteit
5.1 Kindercoach
5.1.1 Een kindercoach dient geen vriendschappelijke, seksuele of anderszins niet- professionele betrekkingen met cliënten te hebben of aan te gaan.
5.1.2 De kindercoach wordt geacht aan cliënt alleen die informatie te vragen die voor de betreffende begeleiding relevant is.
5.1.3 De kindercoach vermijdt zoveel mogelijk professionele dubbelrollen. Daar waar dubbelrollen onvermijdbaar zijn, worden ze verduidelijkt en zorgvuldig gehanteerd, zodat het belang van de cliënt niet wordt geschaad.
5.2 Verwijzing: indien de situatie of vragen van de cliënt vallen buiten de leerdoelstellingen van begeleiding dient de cliënt verwezen te worden naar de meest geëigende hulp en/of begeleiding. De kindercoach verantwoordt deze verwijzingsbeslissing tegenover de cliënt.
5.3 Omgaan met begeleidingsmateriaal: Na de eindevaluatie wordt het door de cliënt ingeleverde materiaal vernietigd tenzij anders overeengekomen. De kindercoach kan eigen aantekeningen, evaluatie- en beoordelingsgegevens behouden. Deze gegevens dienen na drie jaar te worden vernietigd.
6. Sancties
Voorwaarde voor het lidmaatschap van de ADIONA is het onderschrijven van de Adiona gedragscode. Indien een supervisor/coach zich niet aan de bepalingen van de gedragscode houdt kan door belanghebbenden een klacht worden ingediend bij de Klachtencommissie. De bevoegdheden van de Klachtencommissie en de te volgen procedures bij het indienen en behandelen van klachten zijn in het reglement van de Klachtencommissie vastgelegd.
7. Evaluatie
Het is de verantwoordelijkheid van ADIONA deze gedragscode regelmatig te evalueren en naar gelang de opgedane ervaringen verder te ontwikkelen. De evaluatie van de gedragscode vindt elke vijf jaar plaats.
Stichting Adiona
Xxxx. X.X. Xxxxxxxxxx 00 0000 XX Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx
E: xxxx@xxxxxx.xx W: xxx.xxxxxx.xx