MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 9771
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 27-05-2002, nr. 97
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE CONTRACTCATERINGBRANCHE
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van de Stichting Vakraad voor de Contractcatering namens Veneca als partij te ener zijde mede namens FNV Horecabond en CNV Bedrijvenbond en de Unie als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Contractcateringbranche, strek- kende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze col- lectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Besluit:
I. Trekt in zijn besluit van 17 augustus 1999 (Stcrt. 1999, nr. 159), voor zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindendverklaren van
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 2002 CAO97712002
CAO2169 1
de artikelen I.1, X.4, XIV.3 en XIV.4 alsmede de daarbij behorende sta- tuten en reglementen van de Stichting Fonds Bevordering Arbeidsver- houdingen, de Stichting Opleidingen en de Stichting Leerplaatsenfonds van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Contractcatering- branche, zulks met inachtneming van hetgeen onder V en VI is bepaald;
IIa. Verklaart algemeen verbindend tot en met 28 februari 2003 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Contractcateringbranche en voorzover het betreft:
– artikel 1 leden 2 en 3;
– artikelen 2 en 3;
– artikel 100 met bijbehorende statuten en reglementen van de Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen;
– artikel 101 met bijbehorende statuten en reglementen van de Stichting Opleidingen;
– artikel 102 met bijbehorende statuten van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid;
– artikel 104 met bijbehorende statuten en reglementen van de Stichting Vakraad voor de Contractcateringbranche, tot en met 28 februari 2006 zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV, V en VI is bepaald:
ALGEMEEN DEEL – DEFINITIES
Artikel 1
Definities
In deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) wordt verstaan onder:
1. CAO:
De collectieve arbeidsovereenkomst voor de contractcateringbranche inclusief de daarbij behorende bijlagen, die geacht worden deel uit te maken van de CAO.
2. Werkgever:
Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die al of niet in hoofd- zaak een bedrijf maakt van het aanbieden en verrichten van contract- cateringactiviteiten.
3. Werknemer:
Iedere natuurlijke persoon met uitzondering van stagiaires waarmee de werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en wiens func- tie is ingedeeld in de in de CAO genoemde salarisgroepen en die op locatie werkzaam is. De eis van het op locatie werkzaam zijn geldt uit de aard der activiteiten niet indien er sprake is van productiekeu- kens.
Voor een werknemer met een werkduur van minder dan de normale
2
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
arbeidsduur worden de in deze CAO opgenomen arbeidsvoorwaar- den naar evenredigheid toegepast.
4. Parttime werknemer:
Iedere werknemer niet zijnde regiomedewerker waarmee een over- eenkomst is gesloten met betrekking tot het verrichten van contract- cateringactiviteiten voor minder dan de normale arbeidsduur.
5. Regiomedewerker:
Iedere werknemer die geen vaste formatieplaats bezet en op verschil- lende locaties werkzaamheden verricht of kan verrichten.
6. Opdrachtgever:
De natuurlijke of rechtspersoon die aan de opdrachtnemer op basis van een overeenkomst opdracht geeft tot het verrichten van contract- cateringactiviteiten
7. Opdrachtnemer:
De natuurlijke of rechtspersoon die met de opdrachtgever een over- eenkomst heeft gesloten tot het uitvoeren van contractcatering- activiteiten en werkgever is in de zin van deze CAO.
8. Locatie:
De plaats waar door de opdrachtnemer, op basis van een overeen- komst met de opdrachtgever, restauratieve diensten worden verstrekt. De plaats kan uit meerdere uitgifte/verstrekkingspunten bestaan al of niet verspreid over verschillende ruimten in een gebouw danwel een complex gebouwen die tezamen een huisvesting van de opdrachtge- ver vormen.
9. Levenspartner:
De ongehuwde persoon met wie de ongehuwde werknemer duur- zaam een gezamenlijke huishouding voert als ware hij gehuwd. Onder duurzaam wordt verstaan dat er langer dan 1 jaar aantoonbaar gezamenlijk een huishouding is gevoerd danwel er een samenlevings- contract is afgesloten.
10. Jeugdige werknemer:
De werknemer die jonger is dan 21 jaar.
11. Vakvolwassen werknemer:
De werknemer van 21 jaar en ouder.
3
12. Leerling:
De werknemer die bij de werkgever werkzaam is, welke als leer- bedrijf erkend is en waarvoor een praktijkovereenkomst bestaat.
13. Vakantiekracht:
De werknemer, die uitsluitend tijdens de vakanties van het dagon- derwijs werkzaamheden verricht.
14. Stagiaires:
Leerlingen die op grond van een leerplan van een onderwijsinstel- ling een stage lopen en met wie door de onderwijsinstelling en de werkgever een stageovereenkomst is afgesloten.
15. Arbeidsgehandicapte werknemer:
De werknemer als bedoeld in de Wet Reïntegratie Arbeids- gehandicapten (Wet REA).
16. Uurloon:
Het uurloon bedraagt voor een werknemer zijn maandsalaris gedeeld door 173,33, bij een 4-weekse periode gedeeld door 160.
17. Overwerk:
Arbeid, opgedragen door of vanwege de werkgever, welke verricht wordt boven de normale arbeidsduur per week danwel 9 uur per dag. Voor werknemers jonger dan 18 jaar wordt onder overwerk verstaan arbeid, welke verricht wordt boven de normale arbeidsduur per week danwel 8 uur per dag.
18. Meeruren:
Uren die uitgaan boven de contractueel overeengekomen uren maar die niet liggen boven de normale arbeidsduur per week.
19. Consignatie:
Onder consignatie wordt verstaan: een tijdruimte tussen twee opeen- volgende diensten of tijdens een pauze, waarin de werknemer uitslui- tend verplicht is bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten.
20. Roostervrije dagen:
Dagen waarop met behoud van loon geen arbeid wordt verricht en die niet worden opgebouwd of verdiend door de werknemer.
Voor aanwijzing van roostervrije dagen komen niet in aanmerking reeds overeengekomen vakantiedagen.
4
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
21. Ploegendienst:
Arbeid volgens een dienstrooster, dat voorziet in regelmatig wisse- lende tijdstippen van aanvang en einde, die buiten de dagdienst kun- nen liggen.
22. Chronische aandoening:
Een door een medisch deskundige vast te stellen aandoening van langdurige aard die het dagelijks functioneren beperkt.
23. Erkende feestdagen:
Erkende feestdagen in het kader van de CAO zijn:
Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste Pinksterdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag.
30 april en 5 mei zijn erkende feestdagen mits deze als nationale feestdagen worden gevierd.
24. RDA:
Regionaal Directeur voor de Arbeidsvoorziening (voorheen: Arbeids- bureau).
25. VCC:
Stichting Vakraad voor de Contractcateringbranche.
26. FBA:
Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contractcatering.
27. SUCON:
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Contractcatering- branche.
28. SKA:
Stichting Kwaliteit van de Arbeid voor de Contractcateringbranche.
29. SAVAC:
Stichting Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid in de Contractcateringbranche.
30. OCC:
Stichting Opleidingen Contractcatering.
31. Minimum-CAO:
Deze CAO draagt een minimum karakter hetgeen wil zeggen dat
5
minimaal de in deze CAO opgenomen bepalingen toegepast dienen te worden.
Verworven rechten zullen van kracht blijven.
WERKINGSSFEER
Artikel 2
Werkingssfeer algemeen
1. Deze CAO is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten tussen werkgevers (iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon) die zich bezighouden met het verrichten van contractcateringactiviteiten en hun werknemers die in het kader van hun arbeidsovereenkomst betrokken zijn bij activiteiten van hun werkgever op het gebied van contractcatering.
2. Voor contractcateringactiviteiten waarop deze CAO van toepassing is, is karakteristiek het verlenen van restauratieve diensten ten be- hoeve van personen met wie de opdrachtgever een durende band heeft anders dan die strekkende tot dat verlenen, en die diensten wor- den verleend in directe relatie tot die band.
Onder contractcateringactiviteiten dienen tevens te worden begrepen voedselbereidingsactiviteiten die plaats vinden buiten de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtgeverhieronder met name aparte rechtspersonen te verstaan- voor zover deze worden verricht ten behoeve van het verlenen van restauratieve diensten in de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtge- ver.
3. Tevens is sprake van contractcateringactiviteiten indien de restaura- tieve diensten door een opdrachtgever (bedrijf of instelling), binnen dat bedrijf of die instelling zijn ondergebracht in een aparte rechts- persoon. Deze aparte rechtspersoon, wordt dan aangemerkt als werk- gever in de zin van deze CAO.
4. Offshore cateringactiviteiten zijn geen contractcateringactiviteiten in de zin van deze CAO.
Artikel 3
Werkingssfeer sectoren
– Onder bedrijfscatering wordt verstaan die activiteit waarbij restaura- tieve diensten worden verleend in bedrijven, overheidsinstellingen en overige instellingen niet bedoeld in de institutionele of onderwijs- sectoren.
6
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Onder institutionele catering wordt verstaan die activiteit waarbij direct danwel indirect restauratieve diensten in gevangenissen, zie- kenhuizen, en verzorgingshuizen of verpleeghuizen worden verleend alsmede direct danwel indirect maaltijden worden verzorgd aan on- der meer thuiswonende bejaarden of gehandicapten en asielzoekers- centra.
– Onder inflightcatering wordt verstaan die activiteit waarbij restaura- tieve diensten in de ruimste zin des woords – ondersteunende dien- sten voorzover in hoofdzaak ten behoeve van bevoorrading van vliegtuigen uitgevoerd daaronder mede begrepen – worden verleend ten behoeve van passagiers van de opdrachtgever.
In geval er sprake is van activiteiten op het gebied van inflightcate- ring en het bedrijf waarbinnen die activiteiten worden uitgevoerd ressorteert onder een andere bedrijstak-CAO in de zin van de Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst, dan behoeft de onderhavige CAO niet verplicht te worden toegepast. Onder andere bedrijfstak- CAO valt niet te verstaan de CAO voor het Horecabedrijf.
– Onder onderwijscatering wordt verstaan die activiteit waarbij restau- ratieve diensten op onderwijsinstellingen worden verleend.
Artikel 5
Gemengde individuele werkzaamheden
Deze CAO is niet van toepassing op de werknemer die per week voor meer dan 50% van de met hem overeengekomen wekelijkse arbeidsduur werkzaamheden verricht bij een werkgever op wie de CAO voor het Horecabedrijf van toepassing is.
DE ARBEIDSOVEREENKOMST EN UITZENDARBEID
Artikel 6
Schriftelijke arbeidsovereenkomst en proeftijd
1. De werkgever is verplicht de arbeidsovereenkomst met een werkne- mer schriftelijk aan te gaan.
De werkgever is verplicht een exemplaar voor de aanvang van het dienstverband aan de werknemer te doen toekomen. Indien er sprake is van een proeftijd dient dit uit de schriftelijke arbeidsovereenkomst te blijken.
7
De proeftijd mag in alle gevallen maximaal twee maanden duren.
2. Wijzigingen of aanpassingen in de arbeidsverhouding dienen in een nieuwe of aanvullende schriftelijke arbeidsovereenkomst te worden vastgelegd en door beide partijen te worden bevestigd.
3. Gedurende en bij beëindiging van de proeftijd kan zowel de werk- gever als de werknemer de arbeidsovereenkomst zonder inachtne- ming van een opzegtermijn beëindigen; dit is eveneens van toepas- sing wanneer de werknemer tijdens deze periode arbeidsongeschikt is.
Artikel 7
De arbeidsovereenkomst
1. De arbeidsovereenkomst wordt steeds geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij met inachtneming van dit artikel anders wordt bepaald.
2. In afwijking van lid 1 kan een dienstverband voor bepaalde tijd wor- den aangegaan.
Vanaf het moment dat tussen dezelfde partijen, binnen een periode van maximaal drie jaar, meer dan drie voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan drie maanden, geldt de laatste arbeidsovereen- komst als aangegaan voor onbepaalde tijd.
Een voorafgaande uitzendrelatie met dezelfde werknemer, wordt in de keten niet meegerekend.
Artikel 8
Einde van de arbeidsovereenkomst
1. Voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst gelden de bepalin- gen van het Burgerlijk Wetboek, c.q. Buitengewoon Besluit Arbeids- verhoudingen met uitzondering van het in de volgende leden be- paalde.
2. Met inachtneming van artikel 7 lid 2 geldt dat indien een werkgever en een werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de eerste of tweede maal aansluitend hebben verlengd, voor deze verlengde tijdelijke arbeidsovereenkomsten, geen opzegging nodig is. (d.w.z. dat geen voorafgaande toestemming van de Regionaal Directeur van de Arbeidsvoorziening nodig is).
Ingeval de werkgever, danwel de werknemer deze verlengde tijde-
8
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
lijke arbeidsovereenkomst niet wenst voort te zetten, dient hij hier- van tijdig, voor het van rechtswege aflopen van de arbeidsovereen- komst, schriftelijk mededeling te doen aan de wederpartij. Als tijdig wordt beschouwd een termijn van een week indien de verlengde arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode van korter dan
6 maanden, en een termijn van een maand indien de verlengde arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode van 6 maanden of langer.
3. Indien een partij de in het vorige lid neergelegde verplichting niet nakomt, heeft de wederpartij aanspraak op schadevergoeding.
4. De arbeidsovereenkomst van een werknemer die de 65-jarige leeftijd heeft bereikt, eindigt van rechtswege op de eerste dag van de maand, waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt. Dit is niet van toepassing als werkgever en werknemer anders overeenkomen.
Voor wat betreft de opzegtermijnen voor werknemers geboren vóór 1 januari 1954 geldt dat de overgangsregeling in het kader van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid van toepassing blijft zolang betrokken werknemer aaneengesloten in de contractcateringbranche werkzaam is.
6. De werkgever kan gedurende maximaal drie maanden geen gebruik maken van toestemming voor ontslag indien de aanvang van de arbeidsongeschiktheid wegens een fysiek arbeidsongeval intreedt nadat het verzoek om toestemming voor ontslag door de directeur van het arbeidsbureau is ontvangen.
Artikel 9
Uitzendarbeid
1. Een specifieke formatieplaats op een locatie mag ten hoogste gedu- rende een half jaar worden ingevuld door een uitzendkracht. Hierna biedt de werkgever, indien de formatieplaats voorzienbaar blijft be- staan, een arbeidsovereenkomst aan, in volgorde aan een eigen werk- nemer, een medewerker uit de arbeidspool of een persoon daarbui- ten, waaronder een uitzendkracht.
2. Voor de beloning van een uitzendkracht wordt verwezen naar artikel 28 lid 3.
3. Van de daarvoor in aanmerking komende artikel(leden) van de CAO
9
voor de Contractcateringbranche zal op de door de SMU voorge- schreven wijze melding worden gemaakt bij de SMU.
CONTRACTWISSELING EN CONTRACTWIJZIGING
Artikel 10
Aanvullingsregeling bij contractwijziging
1. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst met de werknemer wij- zigen indien er als gevolg van wijzigingen in de omstandigheden op een locatie of een logisch samenstelsel van locaties veranderingen optreden in het contract met een opdrachtgever of het contract met de opdrachtgever wordt beëindigd of er als gevolg van die wijzigin- gen, in het met de opdrachtgever overeengekomen budget verande- ring(en) optreden van de inzet van medewerkers qua aantal, qua sala- ris en/of qua salarisindeling. De werkgever kan de arbeids- overeenkomst met de werknemer in geval van deze situaties alleen wijzigen met dien verstande dat:
– de wijziging in het salaris eerst pas mag worden doorgevoerd twee maanden nadat de werknemer schriftelijk is geïnformeerd over de wijziging in het contract respectievelijk de begroting;
– de werkgever al datgene doet wat redelijkerwijs van hem ver- wacht kan worden om een andere functie op een vaste locatie binnen het bedrijf met dezelfde arbeidsvoorwaarden, respectieve- lijk hetzelfde aantal uren voor de werknemer te vinden, zonder daarbij de belangen van andere bij hem in dienst zijnde werkne- mers te schaden, respectievelijk een functie die qua arbeidsvoor- waarden zo dicht mogelijk ligt bij de oorspronkelijke functie.
De werkgever volhardt in die inspanning ook tijdens en na de afbouwperiode;
– alleen plaatsing mogelijk is in de naast liggende lagere functie- groep, waarbij in deze functiegroep zoveel functiejaren worden toegekend als nodig is om het oorspronkelijke salaris zoveel mogelijk te handhaven;
– een aanbod van een arbeidsovereenkomst als regiomedewerker binnen dezelfde loonschaal als waar de oorspronkelijke functie volgens de cao was ingedeeld, als adequaat wordt beschouwd, indien een plaatsing vast op locatie niet mogelijk is en indien het aantal contracturen niet meer dan 20% lager ligt dan de oorspron- kelijke contracturen (met welk percentage wordt afgeweken van hetgeen in artikel 17 is opgenomen over de regiomedewerker);
– aan de werknemer een aanvulling wordt toegekend.
2. De lengte van de hiervoor genoemde aanvulling wordt als volgt bepaald:
* indien het dienstverband korter dan een jaar heeft geduurd wordt gedurende 1 maand een aanvulling toegekend;
10
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
* indien het dienstverband langer dan een jaar heeft geduurd wordt gedurende zoveel maanden een aanvulling verstrekt als het dienst- verband hele jaren heeft geduurd met een maximum van 2,5 jaar;
* indien het dienstverband langer dan een jaar heeft geduurd en de werknemer ouder is dan 45 jaar, is de aanvullingsperiode voor elk volledig jaar dat het dienstverband boven de 45 jaar heeft geduurd 2 maanden, met een maximum van 2,5 jaar.
3. De hoogte van de aanvulling wordt als volgt bepaald:
* gedurende de eerste helft van de aanvullingsperiode bedraagt de aanvulling het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris, ver- minderd met een eventuele uitkering volgens de WW;
* gedurende het derde kwart van de aanvullingsperiode bedraagt de aanvulling 50% van het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris, verminderd met een eventuele uitkering volgens de WW;
* gedurende het laatste kwart van de aanvullingsperiode bedraagt de aanvulling 25% van het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris, verminderd met een eventuele uitkering volgens de WW.
4. Voorts geldt het navolgende:
– de aanvulling maakt geen deel uit van het schaalsalaris en stijgt niet als gevolg van algemene salarisverhoging(en);
– de aanvulling wordt in geval van verbetering van de arbeidsvoor- waarden door b.v. promotie of uitbreiding van uren verminderd met het bedrag van de verbetering;
– de werknemer is, als zijn situatie voldoet aan de formele voor- waarden, verplicht om WW aan te vragen;
– de werkgever registreert separaat de werknemers die volgens de onderhavige regeling zijn of worden afgebouwd. De werkgever geeft de ondernemingsraad – of bij ontbreken daarvan de perso- neelsvertegenwoordiging –, op continubasis, doch anoniem, in- zicht in de registratie.
5. Indien er sprake is van een urenvermindering van minder dan 5 uur, of de helft van het gemiddelde aantal arbeidsuren bij een werkweek van minder dan 10 uur, toetst een door de ondernemingsraad c.q. personeelsvertegenwoordiging in te stellen commissie of:
* de wijziging zich als gevolg van veranderende omstandigheden op locatie voordoet en niet zijn gelegen in de persoon;
* de werkgever al datgene heeft gedaan wat in zijn vermogen ligt om de verslechtering van het salaris op uurbasis tegen te gaan.
De werkgever verstrekt daartoe aan de commissie de relevante infor- matie t.a.v. het contract en de beschikbare vacatures. De straal waar-
11
binnen de vacatures gezocht worden is een zaak van overleg tussen werkgever en werknemer.
Leidt dergelijk overleg tussen werkgever en werknemer niet tot resultaat, dan wordt een straal van 30 kilometer rond de werkplek aangehouden. De commissie geeft haar oordeel op relevante infor- matie. De commissie hoort de werknemer niet.
De Commissie toetst een functieverlaging in geval van toepassing van de aanvullingsregeling indien een individuele werknemer daar- toe bij de Commissie een verzoek indient.
6. Voorts geldt het navolgende:
– de rechten uit hoofde van andere afspraken respectievelijk rege- lingen komen in de plaats van deze regeling;
– wanneer het salaris en/of de functie-indeling van een werknemer wordt verlaagd door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek, dan geschiedt dit zonder toepassing van de onderhavige regeling, met ingang van de betalingsperiode vol- gend op dit verzoek of het vaststellen van het eigen toedoen of de onbekwaamheid;
– De aanvullingsregeling is ook van toepassing op contract- wisseling na eerdere contractsaanpassing of meer dan één contractswisseling, beide binnen een termijn van 2 jaar.
7. Indien een voorgenomen contractinkrimping achteraf niet door blijkt te gaan, heeft de werknemer het recht om tegen aanpassing van zijn arbeidsovereenkomst in beroep te gaan. Dit beroep kan zonder uit- sluiting van eventuele andere rechtsgangen worden ingesteld bij de Toetsingscommissie.
Artikel 11
Sociaal Statuut bij contractwisseling
1. Wanneer er sprake is van een situatie bij contractwisseling ten gevolge van heraanbesteding, respectievelijk hergunning door de opdrachtgever, zal de werkgever die het contract verliest, de conti- nuïteit van de arbeidsverhouding binnen zijn onderneming zoveel mogelijk trachten te waarborgen.
Hiertoe zal zoveel mogelijk vervangende werkgelegenheid binnen de onderneming, respectievelijk het concern worden gezocht en aange- boden. Bij het aanbieden van vervangende arbeidsplaatsen wordt rekening gehouden met een straal van 30 kilometer rond de werk- plek. Tevens is de werkgever bereid in overleg te treden met de andere in het geding zijnde werkgever, teneinde zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden.
De werknemer zal hieraan in alle redelijkheid zijn medewerking ver- lenen.
12
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. De werkgever die bij contractwisseling een contract verwerft, heeft de plicht bij de andere betrokken werkgever die het contract verliest, informatie in te winnen over de personeelssterkte,samenstelling en arbeidsvoorwaarden van de betrokken werknemers op het desbetref- fende project.
De werkgever die het contract verliest, heeft zelfstandig de plicht de hierboven bedoelde informatie met betrekking tot het contract te ver- strekken.
De informatie-opvraag, respectievelijk -verstrekking, gebeurt zodra de betrokken werkgever zekerheid over de gunning van de opdracht- gever heeft ontvangen. De te verstrekken informatie heeft betrekking op de situatie 3 maanden voorafgaand aan het moment van de offerte-aanvraag, of bij gebreke daarvan, de gunning, en geeft de sindsdien opgetreden mutaties aan.
3. De werkgever die het contract verwerft, is verplicht van het aantal arbeidsplaatsen dat na de wisseling op het project aanwezig is, op basis van het in de offerte/overeenkomst opgenomen rooster, binnen één maand na zekerheid van gunning tenminste 100% aan te bieden aan werknemers van de andere betrokken werkgever die het contract verliest.
Indien deze termijn van een maand niet haalbaar is, dient de werk- gever dit, zodra dit bekend is, te melden bij de Toetsingscommissie. Het anciënniteitsprincipe zal worden toegepast. In het kader van het Sociaal Statuut wordt hieronder verstaan dat gekeken dient te wor- den naar gelijksoortige functies binnen de eigen locatie.
Er bestaat geen verplichting tot aanbieding van arbeidsplaatsen aan het leidinggevend personeel. In dit verband wordt onder leidingge- vend personeel verstaan: degene die de functie vervult van catering- beheerder B en leiding geeft aan tenminste 3 medewerk(st)ers die tenminste de helft van de normale arbeidsduur arbeid verrichten dan- wel de functie vervult van cateringmanager A, B, C of D.
4. Het bedrijf dat het contract verliest en werknemers op grond van het bepaalde in lid 1 binnen zijn organisatie kan herplaatsen, zal bij het aanbieden van vervangende arbeidsplaatsen rekening houden met het anciënniteitsprincipe.
5. a. Aan de werknemers bedoeld onder lid 3 zal een arbeidsovereen- komst worden aangeboden, waarbij:
1. geen proeftijd geldt, tenzij de werknemer bij het bedrijf dat het project verliest nog in de proeftijd werkzaam was;
2. het CAO-loon, geldend voor betrokkenen, inclusief functie-
13
jaren alsmede andere (opgebouwde) rechten (o.a. functiejaren in de schalen waarin deze niet zijn komen te vervallen), voor zover gebaseerd op de CAO, worden gehonoreerd, respectie- velijk zullen verder worden doorgebouwd.
b. De werkgever zal trachten zo veel als mogelijk is rekening te houden met niet CAO-lijke voorwaarden zoals roosters en uren.
6. Op werknemers bedoeld onder lid 3 die worden geconfronteerd met aanpassing van arbeidsvoorwaarden, is de aanvullingsregeling van artikel 10 van toepassing indien deze werknemer eerder met een contractsaanpassing op grond van die regeling is geconfronteerd of eerder met een contractsaanpassing vanwege een contractswisseling, beide binnen een termijn van 2 jaar.
DIENSTROOSTERS, ARBEIDSTIJDEN EN RUSTTIJDEN
Artikel 12
Soorten dienstrooster
1. Iedere werknemer werkt volgens een van de volgende roosters:
a. Een dagdienstrooster dat een periode van 1 week omvat en een normale arbeidsduur aangeeft van gemiddeld 40 uur per week. In dagdienst wordt als regel gewerkt op maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 18.00 uur. Dit is van toepassing voor de bedrijfscatering en inflightcatering. Voor werknemers in de insti- tutionele catering (deel B) en de onderwijscatering (deel D) gel- den, afhankelijk van datum indiensttreding, afwijkende tijden voor de dagdienst.
b. Een 2-ploegendienstrooster dat een periode van twee aaneenge- sloten weken omvat en een normale arbeidsduur aangeeft van gemiddeld 40 uur per week. In 2-ploegenrooster wordt als regel maandag tot en met vrijdag gewerkt, waarbij de werknemers afwisselend in een ochtend of een middagdienst zijn ingedeeld. De roosters kunnen elkaar met maximaal een uur overlappen.
c. Een 3-ploegenrooster dat een periode van drie aaneengesloten weken omvat en een normale arbeidsduur aangeeft van gemid- deld 40 uur per week. In 3 ploegenrooster wordt als regel op maandag tot en met zaterdag gewerkt, waarbij de werknemers afwisselend in een nachtdienst, een ochtenddienst of een middag- dienst zijn ingedeeld. De roosters kunnen elkaar met maximaal een uur overlappen.
d. Een 5-ploegenrooster, waarbij als regel wordt gewerkt op alle dagen van de week en de werknemers afwisselend in een nacht- dienst, een ochtenddienst of een middagdienst zijn ingedeeld, onderbroken door roostervrije diensten.
In het kader van dit rooster is een gemiddelde van 33,6 uur per week de normale arbeidsduur.
14
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. Aanbevolen wordt een voorwaarts roterend rooster te hanteren.
Artikel 13
Invulling dienstroosters bedrijfsniveau
Op bedrijfsniveau kunnen met instemming van de Ondernemingsraad, of bij ontbreken daarvan met de personeelsvertegenwoordiging, andere varianten van ploegendiensten aan de orde zijn dan die beschreven in artikel 12 van deze CAO. Met instemming van Ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging kan dan invulling worden gegeven aan arbeidsduur en arbeidstijden alsmede aan percentages.
Indien op bedrijfsniveau geen andere regeling tot stand komt, gelden de bepalingen terzake van deze CAO.
Artikel 14
Geen verplichting ploegendienst
Het werken in ploegendienst is niet verplicht voor:
a. de werknemer van 55 jaar en ouder;
b. de werknemer die een beroep doet op zijn gezondheid. Bij verschil van mening dient zo mogelijk met inschakeling van een onafhanke- lijke arts een medische verklaring te worden overlegd;
c. zwangere vrouwen.
Artikel 15
Rustdagen
1. De werknemer heeft recht op tenminste 22 vrije zondagen in elke periode van 52 achtereenvolgende weken. De werknemer die werk- zaam is op een locatie waar een vijfploegendienst geldt, heeft – mits de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging daarmee in- stemt – recht op tenminste 16 vrije zondagen per 52 weken. Naast deze vrije zondagen heeft de werknemer tevens recht op 22 respec- tievelijk 16 vrije dagen hetzij voorafgaand aan hetzij aansluitend op een vrije zondag.
2. Een werknemer mag, indien hij op een dag gedurende de voor zijn functie in het desbetreffende bedrijf gebruikelijke volle arbeidstijd of langer in dienst van de werkgever arbeid heeft verricht, op die dag gedurende zijn rusttijden geen arbeid verrichten in dienst van een
15
andere werkgever xxxxx met inachtneming van het bepaalde in arti- kel 5:15 Arbeidstijdenwet.
Artikel 16
Normale arbeidsduur
De normale arbeidsduur is voor een werknemer:
a. Als hij 18 jaar of ouder is, 40 uur per week en 9 uur per dag;
b. Als hij jonger is dan 18 jaar, 40 uur per week en 8 uur per dag;
c. Bovengenoemde arbeidstijden gelden ook voor leerlingen. Hierin zijn dan begrepen de uren, waarop geen arbeid wordt verricht maar in plaats daarvan schoolbezoek in het kader van het leerlingstelsel (volledige schooldag is 8 uur) plaatsvindt.
Artikel 17
Arbeidsduur regiomedewerkers en parttime werknemers
1. Er kan een arbeidsrelatie met een zogenaamde regiomedewerker worden aangegaan.
a. Het aantal te werken uren bedraagt minimaal 15 uur per week. De berekeningsbasis is hierbij het gemiddelde per week over een periode van 3 maanden. Uitsluitend op verzoek van de werkne- mer mag een lager aantal uren overeengekomen worden.
b. In overleg tussen werkgever en werknemer zal in de arbeidsover- eenkomst een maximum aantal uren worden opgenomen, waar- toe de regiomedewerker verplicht kan worden. Dit maximum mag echter nooit meer dan 15 uur boven het overeengekomen minimum aantal uren per week uitkomen.
2. De parttime werknemer kan niet verplicht worden meer dan 20% langer te werken dan de met hem overeengekomen arbeidstijd. In overleg met werkgever en werknemer kan overeengekomen worden dat de 20% kan worden overschreden.
3. a. Voor parttime werknemers geldt een minimum aantal uren van gemiddeld 13 uren per week. In overleg tussen werkgever en werknemer kan hiervan worden afgeweken. Voor parttime werk- nemers die vóór 1 maart 1992 in dienst waren kan, uitsluitend indien dit tussen werkgever en werknemer wordt overeengeko- men, het minimum-urencontract worden opgetrokken tot 13 uur per week.
b. Voor parttime werknemers en regiomedewerkers geldt, dat indien men structureel, dat wil zeggen gemeten over een periode van 3 maanden meer uren werkt dan overeengekomen, de arbeidsover- eenkomst als volgt wordt aangepast.
Voor de toepassing wordt het gemiddeld aantal gewerkte uren
16
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
gedurende de laatste 3 maanden na afsluiting van de laatste over- eenkomst gehanteerd.
Het aantal uren dat in het aangepaste contract wordt opgenomen bedraagt het gemiddelde minus 15%, doch nooit minder dan het gemiddeld aantal gewerkte uren na afsluiting van de laatste over- eenkomst. De verandering van het aantal overeengekomen uren wordt aan de werknemer schriftelijk bevestigd.
Artikel 18
Rusttijd per dag
1. Na 41⁄2 uur werk heeft de werknemer recht op een onbetaalde rust- tijd van een 1⁄2 uur.
2. De dagelijkse rusttijd bedraagt tenminste 11 uur per 24 uur. Deze rusttijd kan eenmaal per periode van 7 maal 24 uur worden ingekort tot 8 uur.
3. De wekelijkse rusttijd bedraagt hetzij tenminste 36 uren in een aan- eengesloten periode van 7 maal 24 uren hetzij 60 uren in een aan- eengesloten periode van 9 maal 24 uren.
De wekelijkse rusttijd kan éénmaal in elke periode van 5 aaneenge- sloten weken worden bekort tot 32 uur.
4. Werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten tussen
23.00 en 7.00.
Artikel 19
Maximale reistijd en reistijd regiomedewerker
1. Tenzij in overleg met de werknemer een hoger maximum is afge- sproken, geldt voor de werknemer een maximum normale reistijd per dag van 2,5 uur, gemeten naar de reisduur via het openbaar vervoer. Het meerdere wordt beschouwd als werktijd, waarbij artikel 38 bui- ten toepassing blijft.
2. Indien een regiomedewerker aaneensluitend op meerdere projecten per dag moet werken wordt de tussenliggende reistijd aangemerkt als werktijd. Een regiomedewerker kan niet worden verplicht om op meer dan 2 locaties per dag te werken.
17
Artikel 20
Nachtdienst
Ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht in nachtdienst geldt dat hij:
1. in elke periode van 4 weken ten hoogste 16 maal arbeid in nacht- dienst verricht indien de arbeid eindigt vóór of op 2.00 uur;
2. indien de nachtdienst eindigt na 2.00 uur ten hoogste 10 maal arbeid in nachtdienst verricht, waarbij in elke periode van 13 achtereenvol- gende weken ten hoogste 25 maal arbeid in nachtdienst wordt ver- richt;
3. na het verrichten van arbeid in nachtdienst, welke eindigt na 2.00 uur, een onafgebroken rusttijd heeft van tenminste 14 uren;
4. een onafgebroken rusttijd van tenminste 48 uren heeft na een reeks van tenminste 3 en ten hoogste 6 maal achtereen arbeid te hebben verricht in nachtdienst indien de arbeid eindigt vóór of op 2.00 uur;
5. een onafgebroken rusttijd van tenminste 48 uren heeft in andere dan het in lid 3 genoemde geval na een reeks van tenminste 3 en ten hoogste 5 maal achtereen arbeid te hebben verricht in nachtdienst.
Artikel 21
Nachtdienst en vervoer
Indien een werknemer nachtdienst verricht en geen bedrijfsvervoer of openbaar vervoer danwel eigen vervoer voor woon–werkverkeer be- schikbaar is, zal (ad hoc), in overleg met de leidinggevende op locatie een aangepaste regeling worden getroffen.
De extra kosten komen voor rekening van de werkgever.
Artikel 22
Roostervrije dagen en adv oudere werknemers
1. Aan de werknemer worden 14 roostervrije dagen op jaarbasis toege- kend met behoud van loon.
2. Roostervrije dagen voor enig jaar worden in de maand december van het voorafgaande jaar, in overleg met de werknemer ingeroosterd. De inroostering kan voor onderdelen danwel projecten en/of perso- nen verschillend zijn.
18
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. Roostervrije dagen kunnen aaneensluitend worden vastgesteld tot een maximum van 3 dagen.
4. De werkgever kan jaarlijks 3 roostervrije dagen collectief per locatie aanwijzen.
5. Als de werknemer arbeidsongeschikt is op dagen dat hij volgens planning roostervrij is, komen de ingeroosterde roostervrije dagen niet te vervallen.
Vervangende roostervrije tijd zal in overleg tussen werkgever en werknemer, na diens herstel, worden vastgesteld.
6. De werknemer die 55 jaar of ouder is heeft, vanaf de maand waarin hij 55 jaar wordt, recht op verdere arbeidsduurverkorting.
De aanvullende rechten zijn als volgt:
55 jaar 36 uur per jaar
56 jaar 48 uur per jaar
57 jaar 60 uur per jaar
58 jaar 72 uur per jaar
59 tot 65 jaar 84 uur per jaar.
Het bepaalde in lid 2 t/m 5 is zoveel mogelijk, analoog van toepas- sing.
7. De werknemer van 55 jaar of ouder heeft tevens recht op het ruilen van loon voor roostervrije dagen conform het bepaalde in artikel 56.
FUNCTIE-INDELING EN FUNCTIEVERVULLING
Artikel 23
Functie-indeling
1. a. De werkgever dient bij de functie-indeling gebruik te maken van het Handboek Referentiefuncties Contractcatering. Zie voor dit Handboek bijlage 15 bij de algemeen verbindendverklaring van artikel II,1 van de CAO voor de Contractcateringbranche van 17 augustus 1999 (Stcrt. 1999 nr. 159 AI nr. 9252).
Het Handboek Referentiefuncties maakt deel uit van de CAO en is verkrijgbaar bij de Vakraad.
b. De werkgever stelt een bedrijfsfunctie vast door een omschrij- ving te maken van de belangrijkste taken en verantwoordelijkhe- den die aan de werknemer worden opgedragen.
c. De werkgever vergelijkt de bedrijfsfunctie met de in de meest
19
passende functiecategorie voorkomende referentiefuncties en be- paalt bij welke referentiefunctie(s) de bedrijfsfunctie het meest past. Mocht dit aan de hand van de in de functiecategorie voor- komende referentiefuncties niet mogelijk zijn, dan maakt hij gebruik van de referentiefuncties van andere functiecategorieën.
d. De bedrijfsfunctie wordt aan de hand van de, langs de in c. beschreven procedure gevonden vergelijkbare referentie- functie(s), ingedeeld in een functiegroep.
2. De werkgever is verplicht aan de werknemer mede te delen in welke functiegroep de door hem te vervullen bedrijfsfunctie wordt inge- deeld alsmede de gehanteerde referentiefunctie. Voorts is hij ver- plicht de desbetreffende functiegroep te vermelden in de schriftelijke arbeidsovereenkomst. Als de werknemer dat wenst, dient hem door de werkgever het handboek ter inzage te worden gegeven.
Artikel 24
Invoeringsbepaling functie-indeling
In zoverre de loongroepindeling ten aanzien van referentiefuncties tot gevolg zou hebben dat bestaande functies in een lagere loongroep zou- den moeten worden ingedeeld dan voorheen, geldt dat de werknemer die vóór de invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem in dienst was, recht blijft behouden op zijn oude salaris. Deze werknemer blijft ingedeeld in zijn oude loongroep en behoudt daarmee hetzelfde recht op functiejaarverhogingen als waarop hij recht zou hebben kunnen doen gelden zonder dat het nieuwe functiewaarderingssysteem zou zijn inge- voerd.
Artikel 25
Beroepsmogelijkheid functie-indeling
1. a. De werkgever is verantwoordelijk voor een juiste indeling van de bedrijfsfunctie.
b. Is de werknemer het niet (meer) eens met de indeling en/of de uitwerking of toepassing van horizontale vermenging, of is hij van mening dat zijn bedrijfsfunctie zodanig is gewijzigd dat de indeling moet worden herzien, dan dient de werknemer eerst te trachten in goed overleg met zijn directe leidinggevende tot een oplossing te komen. Aan deze overlegfase is een termijn gebon- den van ten hoogste 14 dagen.
Als de werknemer geen direct leidinggevende heeft, treedt de werknemer in plaats hiervan in overleg met de werkgever.
c. Indien het in b. genoemde overleg met de direct leidinggevende niet tot een voor de werknemer bevredigende oplossing leidt, dient de werknemer aansluitend op deze overlegfase, binnen een
20
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
termijn van 14 dagen, schriftelijk in overleg te treden met de werkgever.
d. Indien het in b. of c. genoemde overleg met de werkgever niet tot een voor de werknemer bevredigende oplossing leidt, kan de werknemer zich wenden tot een interne geschillencommissie, als die in het bedrijf is ingesteld. De interne geschillencommissie bestaat uit 2 medewerkers van het betrokken bedrijf en 2 verte- genwoordigers van de directie.
De interne geschillencommissie doet uitspraak binnen 14 dagen bij wijze van advies aan de werkgever, die zijn beslissing binnen een termijn van 14 dagen herziet danwel handhaaft.
e. Indien de werknemer van mening is dat de beslissing van de werkgever, zoals hierboven in d. genoemd, niet tot een bevredi- gende oplossing van het geschil heeft geleid, kan hij het geschil voorleggen aan de Vakraad. Dit geldt ook bij het ontbreken van een geschillencommissie in het bedrijf.
Namens de Vakraad doet de Commissie Bezwaren Functie- indeling een uitspraak in het geschil. De uitspraak van deze com- missie heeft het karakter van een bindend advies voor betrokken partijen, indien deze vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren. Toetsing door de bur- gerlijke rechter blijft daarnaast openstaan.
2. De procedure is opgenomen in bijlage 2 van de CAO.
Artikel 26
Functievervulling
1. De werknemer, met uitzondering van vakantiekrachten en leerlingen, is verplicht tijdelijk andere dan zijn gewone werkzaamheden te ver- richten als de werkgever dit noodzakelijk acht. De werkgever zal dit beperken tot de werkzaamheden die in redelijkheid aan de betrokken werknemer kunnen worden opgedragen en daarbij zoveel mogelijk rekening houden met de door de werknemer vervulde bedrijfsfunctie.
2. Horizontale vermenging van functies is niet toegestaan.
21
TOEPASSING SALARISSCHALEN
Artikel 27
Vaststellen functieloon en toepassing functiejarenschaal
1. Voor iedere werknemer, op wie dit hoofdstuk van toepassing is, stelt de werkgever het loon vast aan de hand van de groep waarin de werknemer is ingedeeld met behulp van het Handboek Referentie- functies contractcatering.
2. Toepassing functiejarenschalen (vanaf 1 januari 1991):
a. De vakvolwassen werknemer ontvangt tenminste het schaalsalaris van de functiejarenschaal bij 0 functiejaren, behorende bij de functiegroep waarin bij overeenkomstig de uit te oefenen functie is ingedeeld.
b. Daar waar recht bestaat op een functiejaar, wordt het schaal- salaris op 1 januari van enig jaar vastgesteld door toekenning van een functiejaarverhoging, zoals aangegeven in het schaalsalaris, mits de betrokken werknemer vóór 1 oktober voorafgaande in dienst van de werkgever was.
c. Indien het wegens reeds elders verworven kundigheden en erva- ring niet billijk zou zijn de vakvolwassen werknemer bij indienst- treding het schaalsalaris bij 0 functiejaren toe te kennen, kan de werkgever meer functiejaren toekennen.
d. Aan de werknemer die 52 weken of langer arbeidsongeschikt is geweest, behoeven geen functiejaarverhogingen, als bedoeld on- der b meer te worden toegekend.
Artikel 28
Jeugdlonen, loon vakantiekracht en loon uitzendkracht
1. De jeugdige werknemer heeft recht op het loon dat wordt berekend met toepassing van onderstaande percentages:
16 jaar: 40% van het basisloon (0 functiejaren)
17 jaar: 50% van het basisloon (0 functiejaren)
18 jaar: 60% van het basisloon (0 functiejaren)
19 jaar: 70% van het basisloon (0 functiejaren)
20 jaar: 80% van het basisloon (0 functiejaren)
Het loon van een werknemer die jonger is dan 21 jaar zal met ingang van de loonperiode, volgend op die waarin hij een jaar ouder wordt, worden verhoogd.
2. Het loon en eventuele loonaanpassingen voor de werknemer, werk- zaam als vakantiekracht, bedoeld in artikel 1 sub 13, wordt bepaald door in de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag 1968. Een vakantiekracht kan nooit werkzaamheden verrichten, welke
22
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
voorkomen in schaal 3 of hoger en komt niet in aanmerking voor initiële prijscompensatie conform deze CAO.
3. Werknemers, met uitzondering van vakantiekrachten, aangetrokken via uitzendbureaus, dienen te worden betaald op het niveau van de CAO op basis van de desbetreffende loonschaal en toeslagenma- trixen. De inlenende werkgever moet zich ervan verzekeren dat inleenkrachten een beloning op CAO-niveau ontvangen.
Artikel 29
Overplaatsing naar hogere groep of schaal en tijdelijke functiewaarneming
Overplaatsing naar andere functiegroep c.q. schaal:
a. Bij definitieve indeling in een hogere salarisschaal of functiegroep van de vakvolwassen werknemer bedraagt de verhoging zoveel als nodig is om het nieuwe schaalsalaris in overeenstemming te brengen met het gelijke of eerstkomende hogere bedrag in de nieuwe schaal of groep. Deze verhoging wordt toegepast met ingang van de betalingsperiode volgend op die waarin de plaatsing in de hogere functiegroep heeft plaatsgevonden.
b. De werknemer die de functie van een andere, in een hogere loongroep ingedeelde werknemer, anders dan wegens vakantie tijdelijk waar- neemt, heeft, indien er sprake is van volledige waarneming die lan- ger dan één aaneengesloten week heeft geduurd en de waarneming niet al ligt besloten in zijn functie, recht vanaf de eerste dag van waarneming op een extra betaling van welke het bedrag tenminste gelijk is aan het verschil tussen het schaalloon bij 0 functiejaren van die functie welke hij tijdelijk waarneemt en zijn feitelijk loon.
c. De jeugdige werknemer die de functie van een andere in een hogere loongroep ingedeelde werknemer – anders dan wegens vakantie – tij- delijk waarneemt, heeft, indien er sprake is van volledige waarne- ming die langer dan één aaneengesloten week heeft geduurd en de waarneming niet al ligt besloten in zijn functie, vanaf de eerste dag van waarneming recht op een extra betaling, van welke het bedrag tenminste gelijk is aan het verschil tussen het CAO-loon van zijn functie welke hij tijdelijk waarneemt en het CAO-loon van zijn eigen functie waarbij de leeftijd in acht wordt genomen.
d. De werknemer die met het oog op een plaatsing naar een hogere functiegroep (of hogere salarisschaal) in de gelegenheid wordt ge- steld een leertijd door te maken, kan gedurende die leertijd geen aan- spraak maken op een hogere salariëring. De leertijd en de duur daar-
23
van wordt aan de betrokken werknemer schriftelijk medegedeeld. De leertijd bedraagt maximaal 3 maanden.
Artikel 30
Vrijwillige verlaging functieniveau senioren
De werknemer van 55 jaar en ouder kan op basis van vrijwilligheid kie- zen voor een functie met een lager functieniveau. Hij behoudt daarbij pensioenrechten op basis van het loon dat bij het oorspronkelijke functie- niveau hoort.
LOONSVERHOGING EN LOONBETALING
Artikel 31
Initieel en prijscompensatie
1. Per 1 mei 2001 wordt het effect van 1,9% verhoging van de lonen vanuit de Wet Brutering Overhevelingstoeslag doorgevoerd.
Per 1 januari 2002 worden de lonen verhoogd met 4%.
2. Werknemers in loonschaal I en II die per 31 december 2001 in dienst zijn en die geen functiejaren hebben, ontvangen een éénmalige uit- kering van f 300,– (€ 136,13) (bruto) op basis van een dienstverband met de normale arbeidsduur welke tenminste 1 jaar heeft geduurd. Indien er geen sprake is van een dienstverband met de normale arbeidsduur en/of het dienstverband nog geen vol jaar heeft geduurd, wordt het bedrag van de éénmalige uitkering naar evenredigheid ver- minderd.
3. Het systeem van prijscompensatie blijft gehandhaafd maar zal met betrekking tot de contractsperiode van de CAO, niet tot uitbetaling leiden.
Artikel 32
Afrekening van het loon
De werkgever is verplicht conform het Burgerlijk Wetboek voor iedere werknemer gespecificeerd te berekenen wat hij ingevolge deze CAO en de sociale en fiscale wettelijke voorschriften aan de werknemer is ver- schuldigd of van de werknemer heeft te vorderen.
De werkgever dient hetgeen hij op grond van het in de vorige volzin is verschuldigd voor iedere werknemer afzonderlijk uit te betalen met een loonspecificatie.
Hierop moet duidelijk vermeld zijn:
a. De naam van de werknemer;
24
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
b. De functiebenaming (vermelding met ingang van 1 januari 2001);
c. Indien mogelijk salarisgroep en functiejaar;
d. De periode waarop de betaling betrekking heeft;
e. Het brutobedrag van het loon en de gratificatie, eventueel inclusief hetgeen de werkgever verschuldigd is ingevolge de geldende toesla- gen;
f. De toeslagen op grond van de CAO, afzonderlijk te vermelden;
g. De inhoudingen aan loonbelasting;
h. Het door de werknemer te betalen aandeel in premies, verschuldigd krachtens de sociale verzekeringswetten en aan de Stichting Bedrijfs- pensioenfonds voor het Horecabedrijf;
i. Het door de werknemer te betalen aandeel in de bijdrage aan het Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen voor de Contract Catering;
j. Andere bedragen, welke de werknemer is verschuldigd, nauwkeurig gespecificeerd.
Artikel 33
Beloningen in natura
1. Iedere werknemer heeft recht op minstens twee koppen koffie of thee per dag zonder hiervoor enige vergoeding aan de werkgever ver- schuldigd te zijn.
2. De werkgever is verplicht aan een werknemer, werkzaam op een locatie met de functiebenaming kok gratis die maaltijd te verstrek- ken die binnen de dienstverlening op het project wordt verstrekt.
3. De fiscus verplicht de werkgever het loon van de werknemer bedoeld in lid 2 te belasten met de door de fiscus vastgestelde norm voor loon in natura ongeacht de mate waarin die werknemer van dit recht gebruik maakt.
OVERWERK EN OVERWERKVERGOEDING
Artikel 34
Verplichting tot overwerk
Overwerk is verplicht voorzover de eisen van het bedrijf dat naar het oordeel van de werkgever noodzakelijk maken. Voor werknemers van 50 jaar of ouder bestaat geen overwerkverplichting.
25
Artikel 35
Arbeidstijd bij overwerk
Overwerk is toegestaan tot de in de Arbeidstijdenwet genoemde maxima.
Artikel 36
Overwerkvergoeding
1. De werknemer die overwerk heeft verricht, heeft recht op een ver- goeding. Bij deze vergoeding kan de werknemer in overleg met de werkgever kiezen voor vrije tijd volgens de geldende regeling dan- wel voor de geldende overwerktoeslag. Het recht op vergoeding geldt vanaf het moment dat de normale arbeidstijd 15 minuten is overschreden met terugwerkende kracht tot aanvang van deze 15 minuten.
De vergoeding in vrije tijd is gelijk aan de duur van het verrichte overwerk.
De vrije tijd moet worden gegeven buiten de normale vrije tijd. De vrije tijd dient uiterlijk in de maand voorafgaande aan of twee maan- den volgende op de kalendermaand waarin het overwerk wordt ver- richt, te worden toegekend. De vrije tijd wordt zoveel mogelijk aan- eengesloten toegekend.
Indien de vrije tijd later wordt gegeven, dan krijgt de werknemer een overwerktoeslag uitgekeerd zoals opgenomen in de overwerkmatrix die op de werknemer van toepassing is.
Xxxxx gekozen voor de overwerktoeslag of is vergoeding in vrije tijd niet mogelijk, dan geniet de werknemer naast zijn normale uurloon de geldende vergoeding zoals opgenomen in de overwerkmatrix die op de werknemer van toepassing is.
2. Bij de 4- en 5-ploegendienst geldt een vaste overwerkvergoeding van 75%.
ANDERE TOESLAGEN EN VERGOEDINGEN
Artikel 38
Toeslagen onregelmatige uren en uitzonderingsbepaling
1. Wanneer de werknemer werkt op onregelmatige uren, dan heeft de werknemer recht op een financiële vergoeding zoals opgenomen in de matrix onregelmatige uren die op hem van toepassing is.
26
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 39
Anticumulatie overwerk- en onregelmatigheidstoeslag
1. Er bestaat geen verplichting voor de werkgever om de van toepas- sing zijnde matrix overwerk en de van toepassing zijnde matrix onre- gelmatigheid cumulatief toe te passen.
2. De werkgever dient de voor de werknemer meest gunstige regeling toe te passen.
Artikel 40
Toeslag voor feestdagen
Indien sprake is van arbeid op feestdagen zoals in de CAO genoemd, gelden als basis de percentages van de onregelmatige urenmatrix die op de werknemer van toepassing is, verhoogd met een vergoeding van 100%.
Deze laatste vergoeding zal echter zoveel mogelijk worden toegekend in vrije tijd.
De werkgever is verplicht die vrije tijd te geven in de periode van 2 weken voorafgaande aan of 6 weken volgend op de kalendermaand waarin die feestdag valt.
Artikel 41
Behoud toeslag bij vervanging
De werknemer die op aanwijzing van de werkgever niet meer op onre- gelmatige uren werkzaam is, behoudt gedurende 1 maand het recht op toeslagen voor onregelmatige uren, voor zover die vast in zijn dienstver- band zijn opgenomen. Daarna gelden de voorwaarden van de nieuwe situatie.
Artikel 42
Behoud toeslag werknemers in continudienst
Een werknemer die, op aanwijzing van de werkgever, niet meer in con- tinudienst werkzaam is, danwel om gezondheidsredenen niet meer in continudienst werkzaam mag zijn, behoudt zijn onregelmatigheidstoe-
27
slag voor zoveel maanden als hij jaren de betreffende toeslag heeft geno- ten, tot een maximum van 6 maanden.
Indien de werknemer gedurende een gedeelte van een jaar de betreffende toeslag heeft ontvangen, wordt dit bij de toepassing van deze regeling als een vol jaar gerekend.
Artikel 43
Toeslagen ploegendienst
Voor toeslagen voor het werken in ploegendienst geldt de matrix toesla- gen onregelmatige uren zoals van toepassing op en opgenomen als bij- lage bij de onderscheiden sectoren (verbijzonderende delen A t/m D). Per betalingsperiode kan op basis van een jaar een gemiddelde worden aangehouden.
Artikel 44
Afbouwregeling ploegendienstmedewerkers
Voor de werknemer die in ploegendienst werkzaam is geweest respec- tievelijk die in een andere (getalsmatige lagere) ploegendienst komt waarbij nadelige financiële consequenties optreden, geldt de navolgende afbouwregeling:
Een werknemer die tenminste onafgebroken één jaar in een ploegendienstregeling werkt en op aanwijzing door de werkgever dan- wel om gezondheidsredenen niet meer in de ploegendienstregeling werk- zaam kan zijn, ontvangt de volgende garantie van inkomen:
a. gedurende zes salarisperioden de toeslag resp. het inkomen conform de ploegendienstregeling;
b. na de periode bedoeld in a. geldt dat het verschil tussen de verdien- sten tijdens de ploegendienst en de verdiensten in de nieuwe situatie afgebouwd worden met 50% per jaar als de ploegendienstregeling minder dan drie jaren aaneengesloten heeft geduurd;
met 25% per jaar als de ploegendienstregeling van drie tot vijf jaren aaneengesloten heeft geduurd;
met 15% per jaar als de ploegendienstregeling meer dan vijf jaren aaneengesloten heeft geduurd.
c. Indien de werknemer gedurende een gedeelte van een jaar in de ploegendienstregeling heeft gewerkt, wordt dit bij de toepassing van deze regeling als een vol jaar gerekend.
d. Als de ploegendienstregeling eindigt, omdat de werknemer 55 jaar of ouder is, worden de termijnen onder 1.a. en b. verdubbeld.
28
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 45
Bedrijfs- en beroepskleding
1. Onder bedrijfskleding wordt uitsluitend verstaan kleding, die kenne- lijk bestemd is om slechts in het bedrijf of de bedrijven van een bepaalde werkgever te worden gedragen.
2. De kosten van aanschaffing van door de werkgever voorgeschreven bedrijfskleding komen voor rekening van de werkgever; de kosten van herstelling en/of chemisch reinigen zijn voor rekening van de werkgever, tenzij de herstelling of het chemisch reinigen noodzake- lijk is geworden door opzet of grove schuld van de betrokken werk- nemer. Het chemisch reinigen zal plaatsvinden indien in het kader van de textiel- en wasvoorschriften chemische reiniging voorge- schreven is.
3. De bedrijfskleding, waarvan de aanschaffingskosten door de werkge- ver zijn voldaan, is het eigendom van de werkgever. De werkgever is verplicht de benodigde bedrijfskleding ter beschikking te stellen aan de werknemer die deze draagt ten behoeve van het bedrijf of de bedrijven van die werkgever, waarin hij werkzaam is.
4. Onder beroepskleding wordt verstaan: die specifieke kleding die ken- merkend is voor de uitvoering van een bepaald beroep, zoals koks- en kelnerskleding.
5. De kosten van aanschaffing, onderhoud en schoonhouden van be- roepskleding van een werknemer zijn voor rekening van die werk- nemer. Hiervoor wordt een kledingtoeslag toegekend volgens het bepaalde in artikel 46.
De werkgever heeft het recht de aanschaffing van de beroepskleding te doen en deze vervolgens ter beschikking te stellen aan de werk- nemer. Het onderhoud en de bewassing exclusief chemisch reinigen- conform lid 2, van deze kleding komen voor rekening van de werk- nemer.
Artikel 46
Kledingtoeslag
De werknemer die verplicht is beroepskleding op verlangen van de werkgever te dragen en deze zelf aanschaft, ontvangt daarvoor een toe-
29
slag van f 35,52 (€ 16,12) per maand of f 32,80 (€ 14,88) per periode van 4 weken als een tegemoetkoming in de kosten.
Artikel 47
Jubileumtoeslag
Bij een 12,5, 25-jarig respectievelijk 40-jarig dienstverband bij een werkgever ontvangt een werknemer 1/4 maandsalaris, 1 maandsalaris danwel 2x het maandsalaris. Bij de uitbetaling wordt gebruik gemaakt van de maximaal mogelijke fiscale vrijstellingen.
Artikel 48
Reiskosten
Reiskosten van de werknemer worden door de werkgever vergoed, indien en voorzover deze worden gemaakt voor vervoer tussen locaties of naar een afwijkende locatie op verzoek van de werkgever.
Deze vergoeding is op basis van 2e klas openbaar vervoer.
Artikel 49
Consignatie
1. Alleen werknemers van 18 jaar en ouder kunnen geconsigneerd wor- den.
2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer:
a. tenminste gedurende 2 maal een aaneengesloten tijdruimte van 7 maal 24 uren in elke periode van 4 achtereenvolgende weken geen consignatie wordt opgelegd;
tijdens de bij deze wet en de daarop berustende bepalingen voor- geschreven onafgebroken rusttijd direct voorafgaand aan een nachtdienst en direct volgend op een nachtdienst geen consigna- tie wordt opgelegd;
c. ten hoogste 13 uren in elke periode van 24 achtereenvolgende uren en 60 uren per week arbeid verricht;
d. ten hoogste gemiddeld 45 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende werken arbeid verricht.
3. Indien de consignatie geheel of gedeeltelijk de periode van 00.00 uur tot 06.00 uur bestrijkt, organiseert de werkgever de arbeid zodanig, dat de werknemer ten hoogste gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken arbeid verricht.
4. De minimum arbeidstijd per oproep bedraagt 30 minuten.
30
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
5. De werknemer die in opdracht van de werkgever is geconsigneerd heeft recht op een consignatietoeslag van f 1,50 (€ 0,68) per uur. De consignatievergoeding bedraagt tenminste 3 uren.
VAKANTIE EN VERLOF
Artikel 50
Algemene bepalingen vakantierechten
1. De vakantierechten bestaan uit vakantiedagen en vakantietoeslag.
2. Het bepaalde in de artikelen 50 t/m 55 is ook van toepassing op de regiomedewerker en de parttimer werknemer. De rechten worden opgebouwd naar evenredigheid van het feitelijk aantal gewerkte uren gedurende het vakantiejaar met een maximum van 40 uur per week.
3. Een dag geldt als vakantiedag wanneer de werknemer anders op die dag zou hebben gewerkt.
4. Als vakantiedagen worden niet beschouwd:
a. Dagen of gedeelten van dagen gedurende welke de werknemer wegens arbeidsongeschiktheid in de zin van de Ziektewet de bedongen arbeid niet heeft verricht.
b. Dagen of gedeelten van dagen gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet verricht, omdat er sprake is van erkende feestdagen, zoals bedoeld in artikel 1, sub 23.
c. De tijd gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht, omdat hij anders dan voor eerste oefening een ver- plichting naleeft, hem opgelegd door de wet of voortvloeiend uit een verbintenis door hem jegens de overheid aangegaan ten aan- zien van ’s lands verdediging of ter bescherming van de open- bare orde.
d. De tijd gedurende welke een jeugdige werknemer geen arbeid heeft verricht, omdat hij onderwijs volgt krachtens de wet of deze CAO, waartoe hij door de werkgever in de gelegenheid is ge- steld.
5. De werknemer, die tijdens vakantiedagen arbeidsongeschikt wordt, zal dit zo spoedig mogelijk aan de werkgever melden.
6. Indien het bepaalde in lid 4 onder A, C of D van toepassing is, gel- den deze dagen slechts dan niet als vakantiedagen indien aan de
31
werkgever tijdig van de desbetreffende omstandigheid mededeling is gedaan.
7. De werknemer mag gedurende zijn vakantiedagen geen beroeps- arbeid verrichten in dienst van een andere werkgever.
8. De werknemer geniet vrije dagen, zoals aangegeven in artikel 51 lid 2, met behoud van loon.
Artikel 51
Berekening vakantiedagen
1. Het vakantiejaar loopt van 1 juni tot 1 juni. Over deze periode wor- den het aantal vakantiedagen en de vakantierechten berekend.
2. a. De werknemer van 18 jaar en ouder, die gedurende het gehele jaar in dienst is geweest, heeft recht op tenminste 25 dagen per jaar, waarvan xxxxxxxxx drie weken aaneengesloten en de rest in de vorm van snipperdagen.
De werknemer die nog geen 18 jaar is, heeft recht op 28 vakan- tiedagen op jaarbasis.
b. De werknemer heeft het recht van de over een vakantiejaar opge- bouwde bovenwettelijke vakantiedagen, dagen te sparen met in- achtneming van de bepalingen omtrent verjaring.
c. Een werknemer, die niet het gehele vakantiejaar in dienst is geweest, heeft voor elke maand van het dienstverband recht op 1⁄12 van deze vakantie, waarbij een dienstverband van 15 dagen of meer als volle maand zal worden gerekend en een dienstver- band van minder dan 15 dagen niet wordt meegerekend.
3. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de aan- eengesloten vakantie en snipperdagen vast na overleg met de werk- nemer. Tenzij bijzondere omstandigheden dit verhinderen, gebeurt dit zo tijdig, dat de werknemer gelegenheid heeft tot het treffen van voorbereidingen voor de besteding van de vakantie.
4. De aaneengesloten vakantie wordt, indien de werknemer dit wenst en de werkzaamheden zulks toelaten, in de maanden april t/m septem- ber gegeven.
5. De werkgever kan, indien daartoe gewichtige redenen aanwezig zijn, na overleg met de werknemer, het door hem vastgestelde tijdvak van de aaneengesloten vakantie wijzigen. De schade die de werknemer tengevolge van de wijziging van dit tijdvak lijdt, wordt door de werkgever vergoed.
32
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
6. Vakantiedagen kunnen in overleg met de werkgever worden opgeno- men in het vakantiejaar, waarin ze zijn opgebouwd.
7. Bij beëindiging van het dienstverband worden de nog niet genoten vakantiedagen alle aaneengesloten onmiddellijk na het einde van het dienstverband gegeven. Het dienstverband wordt dan geacht te zijn verlengd met deze vakantiedagen voor zover de werknemer niet bij een andere werkgever in dienst treedt.
Wenst de werknemer de vakantie niet bij het einde van de dienstbe- trekking op te nemen, dan heeft hij recht op uitbetaling van zijn vakantierechten.
8. Bij beëindiging van de dienstbetrekking mogen vakantiedagen niet in de opzeggingstermijn worden begrepen tenzij dit gebeurt met wederzijds goedvinden.
9. De werknemer bouwt geen vakantiedagen op over de tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen recht heeft op zijn loon.
Het recht op opbouw van vakantiedagen wordt, naast het bepaalde onder artikel 54 lid 3, eveneens niet onderbroken:
a. Over de periode dat de bedongen arbeid niet wordt verricht wegens zwangerschap of bevalling;
b. Wanneer hij, anders dan voor eerste oefening, een verplichting naleeft, hem opgelegd door de wet of voortvloeiende uit een ver- bintenis, door hem jegens de overheid aangegaan ten aanzien van ’s lands verdediging of ter bescherming van de openbare orde;
c. Wanneer hij een jeugdige werknemer is, die geen arbeid verricht omdat hij onderwijs volgt, waartoe hij krachtens de wet of deze CAO door de werkgever in de gelegenheid wordt gesteld;
d. Bij onvrijwillige werkloosheid met handhaving van het dienst- verband;
e. Wanneer hij vakantiedagen geniet, ontleend aan een vorig dienst- verband, als bedoeld in lid 7.
10. Lid 9 onder B, C en E is slechts van toepassing voor een periode van maximaal 12 maanden, gedurende welke de werknemer zijn werk- zaamheden niet heeft verricht. Het bepaalde in lid 9 is voorts slechts van toepassing indien de werknemer de werkgever van de desbetref- fende omstandigheid tijdig in kennis heeft gesteld.
11. Hindoestaanse werknemers hebben het recht om op hun verzoek een vakantiedag op te nemen op de feestdag Wali. Islamitische werkne-
33
mers hebben dit recht op resp. het einde van de Ramadan en de feest- dag Eid Curban.
Artikel 52
Vervallen van vakantiedagen
1. De vakantiedagen, verworven op grond van artikel 51 lid 9 A, B, C, D en E vervallen indien de dienstbetrekking door de werknemer wordt beëindigd alvorens de arbeid is hervat.
2. Indien de werknemer zijn vakantiedagen niet heeft opgenomen voor 31 mei, volgend op het einde van het vakantiejaar, waarin ze zijn verdiend, stelt de werkgever de data voor deze vakantiedagen vast.
Artikel 53
Berekening vakantietoeslag
1. De vakantietoeslag is gelijk aan 8% van het loon respectievelijk de uitkering in het kader van de Ziektewet en de aanvullingen daarop welke de werknemer in het vakantiejaar bij die werkgever heeft ver- diend. Toeslagen en eventuele gratificaties worden niet meegerekend.
2. De werknemer die geen normale arbeidsduur werkt, maar meer dan het omschreven aantal uren, bouwt toch over dat meerdere vakantie- toeslag op.
3. De vakantietoeslag voor de vakvolwassen werknemer bedraagt ten- minste f 2.400,– (€ 1.089,07) per jaar als hij het gehele vakantiejaar in dienst is geweest.
Voor een werknemer met een werkweek van gemiddeld minder dan 40 uren bedraagt het minimum van de vakantietoeslag tenminste een evenredig gedeelte.
De vakantietoeslag bedraagt voor een werknemer, jonger dan de vak- volwassen werknemer, het percentage, dat is vermeld in artikel 28 lid 1, van het minimum zoals dit geldt voor de vakvolwassen werkne- mer. Wanneer hij korter dan een jaar in dienst is geweest bedraagt de vakantietoeslag een evenredig deel.
4. De werkgever is verplicht de vakantietoeslag, waarop de werknemer recht heeft over het vakantiejaar tot en met 31 mei van het lopende jaar, in de maand mei van dat jaar aan de werknemer te betalen.
34
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 54
Vakantietoeslag bij einde dienstverband, ziekte en overlijden
1. Bij beëindiging van het dienstverband vóór 1 juni is de werkgever verplicht de vakantierechten, waarop de werknemer recht heeft, op de dag van die beëindiging te betalen. De werkgever heeft het recht bij beëindiging van het dienstverband te veel ontvangen vakantie- rechten met het loon te verrekenen.
2. Wanneer de werknemer is overleden, worden de vakantierechten welke de werknemer nog niet had genoten, betaald aan de nabestaan- den.
3. De werknemer die de bedongen arbeid niet verricht wegens ziekte of ongeval heeft, tenzij de ziekte of het ongeval door zijn opzet is ver- oorzaakt, ongeacht of een aanspraak op in geld vastgesteld loon bestaat, aanspraak op vakantie over het tijdvak van de laatste zes maanden waarin de arbeid niet werd verricht, met dien verstande dat tijdvakken samengesteld worden als zij elkaar met onderbreking van minder dan een maand opvolgen.
De in eerste volzin genoemde aanspraak bestaat niet indien de werk- nemer de bedongen arbeid slechts gedurende een gedeelte van de tijd niet verricht.
ARBEIDSVOORWAARDEN OP MAAT
Artikel 55
Uitruil van roostervrije dagen in loon/loon in roostervrije dagen
1. Werknemers worden op basis van vrijwilligheid in de gelegenheid gesteld hetzij 3, hetzij 6 hetzij 9 roostervrije dagen op jaarbasis om te zetten in loon. De werknemer heeft de keuze dit loon al dan niet ineens te laten uitkeren.
2. De waarde van een volledige roostervrije dag wordt gesteld op 0,45% van het loon. Onder loon wordt in dit verband verstaan het bruto maandloon maal 12 plus vakantietoeslag.
3. Werknemers worden eveneens in de gelegenheid gesteld om 3 dagen op jaarbasis te kopen. De waarde daarvan is eveneens 0,45% van het loon.
35
4. De keuze voor het kopen of verkopen van roostervrije dagen dient in de regel in de maand november door de werknemer aan de werk- gever kenbaar gemaakt te worden. De werkgever kan hiervoor uitvoeringsvoorschriften vaststellen.
5. De door de werknemer gemaakte keuzes blijven bestaan bij contract- wisseling in de contractcateringbranche.
Artikel 56
Ruil loon in roostervrije dagen voor senioren
1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen op basis van vrijwilligheid loon omzetten in 3 respectievelijk 6 of 9 roostervrije dagen op jaar- basis. De waarde van zo’n dag wordt gesteld op 0,3% van het loon. Als er van deze regeling gebruik wordt gemaakt is het niet mogelijk gebruik te maken van de regeling waarbij roostervrije dagen worden omgezet in loon.
2. De waarde van een roostervrije dag wordt gesteld op 0,3% van het loon.
Onder loon wordt in dit verband verstaan het bruto maandloon maal 12 plus vakantietoeslag.
3. De keuze dient in de regel in de maand november door de werkne- mer aan de werkgever kenbaar gemaakt te worden. De werkgever kan hiervoor uitvoeringsvoorschriften geven.
4. De door de werknemer gemaakte keuzes blijven bestaan bij contract- wisseling in de contractcateringbranche.
Artikel 57
Afwijking CAO i.v.m. belastingfaciliteiten
Wanneer belastingfaciliteiten een regeling mogelijk maken waarin wordt afgezien van een deel van het loon of verlofdagen, is het toegestaan om in de individuele arbeidsovereenkomst van de CAO afwijkende afspra- ken te maken. Voorbeelden van belastingfaciliteiten betreffen pc-privé, aanschaf fiets en kinderopvang.
36
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
KORT VERZUIM
Artikel 58
Buitengewoon verlof
1. Aan de werknemer, die in de in lid 2 genoemde bijzondere omstan- digheden binnen de arbeidstijd moet verzuimen, wordt dit toegestaan mits hij dit tijdig aan de werkgever heeft medegedeeld.
2. 1. Bij zodanig verzuim wordt het loon doorbetaald in de navolgende gevallen en hoogstens over de hierbij vermelde duur:
a. Bij overlijden van:
zijn echtgeno(o)t(e), zijn levenspartner danwel van een inwonend kind van de dag van overlijden t/m de dag van de begrafenis of crematie met een minimum
van: 4 dagen.
Één van zijn ouders of schoonouders of een
niet inwonend kind: 2 dagen.
b. Bij begraven of cremeren van:
één van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte linie t/m grootouders (niet zijnde levenspartner, ouders of kinderen van de werknemer), een broer, zuster, zwager of
schoonzuster: 1 dag.
c. Bij huwelijk of registreren van partnerschap
van de werknemer: 2 dagen.
Één van zijn kinderen, pleegkinderen of kleinkinderen, broer, zuster, zwager of schoonzuster, vader, schoonvader, moeder of schoonmoeder, mits de plechtigheid
wordt bijgewoond: 1 dag.
d. Bij 25-jarig huwelijksfeest van de werknemer, diens ouders of schoonouders, mits hij gedurende een jaar aaneengesloten
in vaste dienst is: 1 dag.
e. Bij 40-, 50- of 60- jarig huwelijksfeest van de ouders, schoonouders of grootouders van de werknemer mits hij gedurende een jaar
aaneengesloten in vaste dienst is: 1 dag.
37
f. Bij bevalling van partner. Recht gaat in op de dag van de geboorte maar kan eventueel (gedeeltelijk) uitgesteld worden tot het moment van thuiskomst van partner en/of
kind uit het ziekenhuis: 3 dagen.
g. Ter gelegenheid van de eerste Heilige Communie, het dopen, xx Xxxxxx xxxx, het afleggen van de belijdenis, de Bar mitswah van één van zijn kinderen, pleegkinderen of kleinkinderen, mits de plechtigheid wordt
bijgewoond: 1 dag.
i. Bij verhuizing van de werknemer,
hoogstens éénmaal per jaar: 1 dag.
j. Bij het vervullen van een door de wet of de overheid zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichtingen, daaronder begrepen het verschijnen voor een bedrijfscommissie, voor zover deze verplichting persoonlijk moet worden nagekomen, dit niet in arbeidstijd kan geschieden en voor van de overheid geen geldelijke; over een redelijke tijd tot buiten de ten zover hiervoor hoogste vergoeding
kan worden verkregen: 1 dag.
k. Kort verzuim: een bezoek aan huisarts, tandarts dient zo veel mogelijk te geschieden buiten werktijden, indien de omstandigheden dit toelaten. Is zulks niet mogelijk dan is een verzuim toegestaan gedurende een redelijke tijd nodig voor zo’n bezoek. Voor een bezoek aan de specialist is kort verzuim toegestaan met behoud van loon over een naar redelijkheid met de werkgever te bepalen tijd.
2. Indien het verzuim, bedoeld in dit lid, samenvalt met de vrije er- kende feestdagen, bedoeld in artikel 1, sub 23 danwel het verzuim bij overlijden van echtgeno(o)t(e) xxxxxx xxxxxxxxxxxxx, ouders of kinderen of bij huwelijk van de werknemer samenvalt met de vakan- tiedagen, is de werkgever verplicht aan de werknemer extra vrije tijd te geven, gelijk aan de duur van dit verzuim met inachtneming van het bepaalde in dit artikel.
3. De werknemer verliest zijn recht op betaling van zijn loon krachtens lid 2, indien hij zijn werkgever of degene die de werkgever daarvoor heeft aangewezen, niet zo tijdig mogelijk van tevoren van het ver- zuim in kennis heeft gesteld.
38
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
VAKOPLEIDING EN EDUCATIEF VERLOF
Artikel 59
Faciliteiten
2. Tot de noodzakelijke opleidingen behoren de OCC-opleidingen en examens.
De vergoeding voor deze noodzakelijke opleidingen bedraagt 100%. Dit betreft de kosten van het opleidingsinstituut (inschrijvingskosten en lesgeld), de kosten van noodzakelijk en voorgeschreven studie- materiaal alsmede de examenkosten.
De noodzakelijke opleidingen worden in beginsel binnen de werktijd gevolgd. Voor zover dat niet mogelijk is en de opleiding (deels) bui- ten werktijd plaatsvindt, zal dit worden beschouwd als werktijd en tegen het voor de werknemer geldende basisuurloon worden ver- goed.
3. Voor opleidingen die door zowel werknemer als werkgever xxxxx- xxxx wordt geacht voor een door de werknemer beoogde loopbaan- ontwikkeling, zal 50% van de opleidingskosten zoals genoemd in lid 2 worden vergoed, vergoeding van werktijd zoals bij noodzakelijke opleidingen hieronder niet begrepen.
Werkgever en werknemer kunnen afspraken maken over het verlof voor deze opleidingen.
ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID
Artikel 60
Doelstelling verzuimaanpak
Het ziekteverzuim in de sector wordt door CAO-partijen als te hoog ervaren; een concrete en actieve aanpak gericht op verlaging van het ver- zuim is daarom noodzakelijk.
Doelstelling is het brancheverzuimcijfer, volgens de gegevens van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid voor de Contractcateringbranche, te laten dalen.
39
Artikel 61
Verzamelen verzuimgegevens
Werkgevers zullen zowel op ondernemings- als op locatieniveau ver- zuim registreren teneinde tot een effectieve verzuimaanpak te komen. Hierbij worden omvang en oorzaken vastgelegd. Werkgevers maken periodiek, bij voorkeur per kwartaal en per locatie, de ziekteverzuim- gegevens aan de werknemer bekend. Tevens maakt de werkgever bekend wat het totale ziekteverzuimcijfer in de onderneming is.
Artikel 63
Wachtdag bij ziekte
1. a. Per ziektegeval wordt aan de werknemer de eerste dag geen loon
c.q. uitkering verstrekt vanwege de werkgever. Deze dag is een wachtdag. Aan het aantal wachtdagen is een maximum verbon- den van 4 per kalenderjaar.
Wordt de werknemer op grond van dezelfde klachten binnen 4 weken weer ziek dan geldt niet opnieuw een wachtdag.
b. Lid 1.a van dit artikel is niet van toepassing indien door een des- kundige is vastgesteld dat het ziekteverzuim het gevolg is van een chronische aandoening.
Artikel 64
Extra roostervrije dag
De werknemer die gedurende een kalenderjaar niet arbeidsongeschikt is geweest, verkrijgt het daaropvolgende kalenderjaar recht op een extra roostervrije dag.
Artikel 65
Schadevergoeding bij ziekte
Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer veroorzaakt is of mede veroorzaakt is door een zodanig handelen of nalaten van een derde, dat deze derde terzake jegens de werknemer aansprakelijk is, heeft de werkgever jegens deze derde recht op schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:107a van het Burgerlijk Wetboek.
De arbeidsongeschikte werknemer is in dit kader gehouden zijn mede- werking te verlenen aan het onderzoek naar de feitelijke omstandighe- den van het ongeval c.q. afdoende medewerking te verlenen bij het ver- zamelen van gegevens, welke voor de werkgever noodzakelijk zijn.
40
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 66
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1e 52 weken
1. De werknemer behoudt gedurende de gehele arbeidsongeschikte pe- riode van 52 weken aanspraak op zijn loon en wel ter hoogte van 100% van zijn nettoloon dat verdiend zou zijn als de werknemer niet arbeidsongeschikt was geweest.
Indien bij een variabel arbeidspatroon, het toekomstig arbeidspatroon niet duidelijk is, wordt de hoogte van het loon gerelateerd aan het gemiddeld aantal gewerkte arbeidsuren over een periode van 13 weken voorafgaande aan de eerste arbeidsongeschiktheidsdag met een minimum van het aantal uren dat in de arbeidsovereenkomst staat vermeld. Indien de periode van 13 weken kennelijk geen juiste maatstaf voor vaststelling van het loon biedt, dan wordt uitgegaan van een periode van 13 vierweekse-tijdvakken of 12 maand- tijdvakken.
2. Deze termijn van genoemde arbeidsongeschikte periode van 52 we- ken wordt, met behoud van de hiervoor genoemde aanspraak, met de duur van de vertraging verlengd ingeval de werkgever de ziekte van de werknemer te laat meldt bij de uitvoeringsinstelling.
Artikel 67
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid (WAO)
1. Vanaf de eerste WAO-dag zal gedurende ten hoogste 104 weken, door de werkgever, aan de werknemer, die aansluitend een AAW/ WAO-uitkering geniet naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80 tot 100% een aanvulling op de uitkering van 30% van het laatst verdiende loon gedurende de eerste periode van 52 weken en van 20% gedurende de tweede periode van 52 weken worden ver- strekt.
Dit geldt ook voor de werknemer aan wie op of na 1 januari 1998 een gedeeltelijke AAW/WAO-uitkering is toegekend. De aanvulling is gerelateerd aan de AAW/WAO-uitkering met een maximum tot 100% van het laatst verdiende loon bij volledig werk gedurende het eerste jaar en 90% van het laatst verdiende loon bij volledig werk gedurende het tweede jaar.
2. De aanvullende uitkering als bedoeld in lid 3c van dit artikel wordt gerelateerd aan enerzijds de uitkering verstrekt vanwege de WAO en
41
anderzijds, de uitkering verstrekt in het kader van de collectieve brancheregeling SAVAC.
3. CAO-partijen hebben voor de reparatie van het zogenaamde WAO- gat afspraken vastgelegd in de XXX XXXXX. Deze afspraken voor- zien onder meer in een aanvullingspercentage met ingang van het eerste WAO-jaar tot een maximum van 70% van het laatst verdiende loon van de nader gedefinieerde werknemers.
Artikel 68
Reïntegratie bij arbeidsongeschiktheid
1. Verplichtingen van de werkgever
a. De werkgever zal, voorzover dat redelijkerwijs in zijn vermogen ligt, gelijke kansen van gehandicapte en niet gehandicapte werk- nemers voor wat betreft de deelname aan het arbeidsproces bevorderen en de nodige voorzieningen treffen, gericht op het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van werknemers.
c. De werkgever is gehouden tot het bevorderen van gelijke kansen bij de werving van nieuwe werknemers, zulks overeenkomstig het door partijen bij deze CAO geformuleerde aannamebeleid.
d. De werkgever is gehouden het in het bedrijf van werkgever gel- dende promotiebeleid op normale wijze van toepassing te laten zijn op gehandicapte werknemers.
e. Ten behoeve van gehandicapten zorgt de werkgever voor een optimale toegankelijkheid van de interne opleidingen op een zodanige wijze, dat gehandicapten zich binnen de opleidings- locatie onafhankelijk kunnen verplaatsen en daar onafhankelijk kunnen verblijven alsmede dat de leerstof en leermiddelen voor hen toegankelijk zijn. Gehandicapten hebben daarbij dezelfde opleidingsmogelijkheden als niet-gehandicapten.
f. De werkgever zal arbeidsgehandicapten registreren overeenkom- stig de definitie van de arbeidsgehandicapten in de Wet REA. Bovendien registreert de werkgever die werknemers, voor wie op grond van een medische indicatie maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van arbeidsongeschiktheid. Andere preventieve maatregelen worden eveneens geregistreerd.
2. Verplichtingen van de werknemer
a. De werknemer zal, voor zover dat redelijkerwijs in zijn vermo- gen ligt, al datgene doen wat het behoud, het herstel of de bevor- dering van de arbeidsgeschiktheid in positieve zin kan beïnvloe- den. Een geneeskundig onderzoek is hierbij niet uitgesloten.
42
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
OUDERSCHAP EN ZORG
Artikel 69
Zwangerschaps- en bevallingsverlof
1. De totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof bedraagt 18 weken waarvan 16 weken wettelijk en 2 weken bovenwettelijk op grond van de CAO.
2. De werkneemster kan het zwangerschaps- en bevallingsverlof flexi- bel opnemen, met dien verstande dat het zwangerschapsverlof ten vroegste 6 weken en uiterlijk 4 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum dient in te gaan.
De werkneemster is verplicht twee extra weken op te nemen vooraf- gaande aan het wettelijk zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Artikel 70
Ouderschapsverlof
1. De werknemer die als ouder in familierechtelijke betrekking staat tot een kind heeft recht op verlof zonder behoud van loon. Genoemde verlofmogelijkheid bestaat tevens voor degene die blijkens verklarin- gen uit het bevolkingsregister op hetzelfde adres woont als het kind en duurzaam de verzorging en opvoeding van dat kind als eigen kind op zich heeft genomen.
2. a. Het verlof wordt per week opgenomen gedurende een aaneenge- sloten periode van ten hoogste 6 maanden.
b. Deeltijd werken is ook mogelijk gedurende de periode genoemd in lid 2a.
c. In afwijking van het onder 2a vermelde kan de werknemer de werkgever verzoeken om verlof voor een langere periode dan zes maanden. De werkgever stemt in met dit verzoek tenzij gewich- tige redenen zich daartegen verzetten.
3. a. Voormeld recht bestaat voor werknemers met een kind tot de leeftijd van 8 jaren.
b. Bij meerdere kinderen in de leeftijd van 0 tot 8 jaren geldt het recht per kind (uitgezonderd meerlingen of meerdere adopties tegelijk).
43
4. De werknemer stelt de werkgever 2 maanden voor de gewenste ingangsdatum van het verlof schriftelijk op de hoogte van het voor- nemen om verlof op te nemen onder opgave van de periode, het aan- tal uren per week en de eventuele spreiding daarvan over de week.
5. De gevolgen van de ontstane pensioenbreuk worden door de werk- gever gedragen. Betrokken werknemer dient na hervatting van het dienstverband nog minimaal 6 maanden werkzaam te zijn in de onderneming om aanspraak te kunnen maken op de pensioenrechten van de eerste 6 maanden.
Wanneer de werknemer langer dan één maand onbetaald verlof neemt, heeft dat consequenties voor het verzekerd zijn ingevolge ZW, Ziekenfonds en dergelijke.
Artikel 71
Kinderopvang en kinderverzorging
1. Opvang voor kinderen van 0-12 jaar kan door de werknemer worden aangevraagd bij de werkgever. De door de werknemer te betalen bij- drage is gebaseerd op de door de VNG vastgestelde ouderbijdrage- tabel.
Voor het overige zullen de kosten worden gedragen door de Vakraad. Deze regeling geldt voor opvang via gastoudergezinnen alsmede via kinderdagverblijven. De financiële tegemoetkoming van de Vakraad voor kinderdagverblijven is maximaal het bedrag van de tegemoet- koming bij gastouderopvang.
2. Het Vakraadbestuur stelt jaarlijks budget beschikbaar ten behoeve van kinderopvang. Werknemers kunnen uit dit budget een bijdrage verkrijgen. Deze bijdrage wordt verstrekt op volgorde van binnen- komst totdat het totale budget is uitgeput.
Bij uitputting van het kinderopvangfonds zijn geen bijdragen van de Vakraad ten behoeve van kinderopvang meer mogelijk.
3. Er is een reglement kinderopvang. Dit reglement is op aanvraag ver- krijgbaar bij de Vakraad voor de Contractcateringbranche, Postbus 693, 4200 AR GORINCHEM.
Artikel 72
Calamiteitenverlof
1. Calamiteitenverlof is van toepassing indien er sprake is van een plot- selinge ernstige gebeurtenis in gezin of directe omgeving en die de werknemer in alle redelijkheid niet in staat stelt om die of de opvolg- ende dag arbeid te verrichten.
44
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. De werknemer heeft in geval van een calamiteit recht op verlof van 1 dag op jaarbasis met behoud van loon.
3. In overleg tussen werkgever en werknemer kan een langere duur van het verlof maar dan zonder behoud van loon worden vastgesteld met een maximum van 9 dagen op jaarbasis
Artikel 73
Zorgverlof
1. Zorgverlof is van toepassing bij ziekte van een kind alsook bij ziekte van de partner of huisgeno(o)t(e) van de werknemer of een andere verzorgingsbehoevende voor wie de werknemer de feitelijke verzor- ging heeft.
2. De duur van het verlof kan niet meer bedragen dan 30 dagen op jaar- basis waarvan met ingang van 1juli 2001 5 dagen met behoud van loon tot 70%.
Artikel 74
Doorbetaling premie Bedrijfspensioenfonds bij onbetaald verlof
Indien er gebruik wordt gemaakt van onbetaald verlofregelingen, ge- noemd in deze CAO, blijft gedurende de verlofperiode, de premie voor het Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf door de werkgever afgedragen worden.
Artikel 75
Terugkeerbeleid
Voor wie gezinsomstandigheden de redenen van ontslag waren zal –, indien zij terugkeer overwegen – desgewenst een oriënterend gesprek voor een ,,nieuwe functie’’ plaatsvinden. Daarnaast wordt uitdrukkelijk gekeken naar mogelijkheden van inpassing.
45
ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
Artikel 76
Antidiscriminatie
1. Met inachtneming van objectieve functie-eisen wijzen partijen dis- criminatie bij tewerkstelling op grond van factoren als leeftijd, sekse, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, samenlevingsvorm, levens- of geloofsovertuiging, huidskleur, ras of etnische afkomst, nationaliteit en politieke keuze af en verklaren gelijke kansen voor mannen en vrouwen in het arbeidsproces te willen bevorderen.
In dat verband zullen partijen nadere voorzieningen nastreven ten aanzien van werving en selectie, opleiding en loopbaanbegeleiding.
2. De Vakraad voor de Contractcateringbranche behandelt klachten met betrekking tot discriminatie. Hierbij hanteert zij de gedragscode anti- rassendiscriminatie van het Bedrijfschap. De gedragscode is op aan- vraag verkrijgbaar bij de Vakraad voor de Contractcateringbranche, Postbus 693, 4200 AR GORINCHEM.
Artikel 77
Voorkoming ongewenste intimiteiten
1. Partijen erkennen het recht van iedere werknemer op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en de onaantastbaarheid van het lichaam. In hun gedrag jegens elkaar dienen zowel werkgever als werknemer onderling dit recht te respecteren en tevens te handelen overeenkomstig de algemene regels van moraal en fatsoen.
In dit kader kunnen opmerkingen of gedragingen van seksuele aard of met een seksuele ondertoon, die voor de wederpartij vernederend en/of belastend zijn, binnen de arbeidsverhoudingen niet worden toe- gestaan en kunnen tot sancties leiden voor degene die zich daaraan schuldig maakt.
2. Er geldt de volgende klachtenprocedure in dit kader:
a. De werkgever wijst, met instemming van de ondernemingsraad
c.q. de personeelsvertegenwoordiging, een contact-/vertrouwens- persoon aan.
Deze kan lid zijn van de ondernemingsraad c.q. personeels- vertegenwoordiging.
Taak van de contact-/vertrouwenspersoon is kennisnemen, bege- leiding en bemiddeling bij klachten van werknemers over onge- wenste omgangsvormen.
b. Indien de bemiddeling niet het gewenste resultaat heeft, kan een betrokken werknemer een schriftelijk gemotiveerde klacht indie- nen bij de CAO-partijen.
46
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
CAO-partijen stellen een vertrouwenspersoon aan ter verdere behandeling. Voor de klachtenprocedure wordt verwezen naar bijlage 5 bij deze CAO.
Artikel 78
Veiligheid, gezondheid en milieu
2. a. De werkgever erkent het recht van de werknemer op een veilige arbeidsplaats.
Hij treft de nodige maatregelen teneinde deze veilige arbeids- plaats te verwezenlijken.
b. De werkgever is verplicht de werknemers op de hoogte te stellen van de te onderkennen specifieke gevaren, welke in hun arbeids- situatie kunnen optreden en van de veiligheidsvoorschriften, welke ter zake worden getroffen. Hij ziet toe op de naleving van de veiligheidsvoorschriften.
c. De werkgever zal in contact met de leveranciersgroep zoveel mogelijk gebruik maken van milieuvriendelijke middelen.
d. De werknemer heeft het recht een opdracht niet uit te voeren indien niet voldaan is aan de bedrijfsveiligheidsvoorschriften of wanneer zich daarbij een situatie voordoet die een gevaar voor zijn eigen leven of gezondheid of dat van anderen oplevert, zoda- nig dat van hem in redelijkheid niet kan worden geëist dat hij deze opdracht uitvoert. Hij dient hiervan onmiddellijk de leiding- gevende in lijn of diens plaatsvervanger in kennis te stellen.
e. De werknemer kan aangelegenheden die veiligheid, gezondheid of het milieu betreffen te allen tijde met zijn leidinggevende in lijn bespreken.
Ook kan hij deze onderwerpen inbrengen in het vertegenwoordi- gend overleg binnen de onderneming en via zijn werknemersor- ganisatie in de Vakraad.
Artikel 79
Melding werkdruk
Er geldt een Reglement Meldingsprocedure werkdruk. Dit reglement is als bijlage 6 in deze CAO opgenomen.
Meldingen kunnen volgens deze procedure voorgelegd worden aan de Toetsingscommissie en via haar aan de desbetreffende Geschillencom- missie van de Vakraad.
47
ARBEIDSMARKT EN WERKGELEGENHEID
Artikel 80
Arbeidsmarktanalyse
Partijen, in het bijzonder de werkgever, dienen ervoor zorg te dragen dat gegevens die relevant zijn om een inzicht in de bedrijfstak te verkrijgen resp. welke relevant zijn om op een bepaald terrein bedrijfstakbeleid te voeren, beschikbaar dienen te komen.
Artikel 81
Steunpunt Arbeidsmarkt en Werkgelegenheid (SAW)
Er is een Steunpunt Arbeidsmarkt en Werkgelegenheid (SAW), dat belast is met de uitvoering van bedrijfstakactiviteiten op het gebied van ar- beidsmarkt en werkgelegenheid. Daaronder vallen activiteiten die be- trekking hebben op de arbeidspool (oftewel ,,Vakwerk contractcatering’’), op doelgroepenbeleid (Steunpunt Doelgroepenbeleid), op reïntegratie en op employability. De regiekosten van de activiteiten van SAW vallen onder de kosten van de Vakraad welke worden gedragen door FBA.
Artikel 82
Arbeidspool
Voor werknemers in de bedrijfscatering met een arbeidscontract voor onbepaalde tijd die onverhoopt als gevolg van redenen anders dan bedoeld in artikel 10 niet meer bij een werkgever ressorterende onder de CAO voor de contract-cateringbranche werkzaam kunnen zijn, is er een pool ,,Vakwerk Contractcatering’’, bestuurd door sociale partners.
Artikel 83
Doelgroepenbeleid
1. Voor werkgevers geldt een inspanningsverplichting tot het plaatsen van personen behorende tot de doelgroepen (gedeeltelijk) arbeids- gehandicapten en gehandicapte werknemers alsmede herintredende vrouwen, jongeren met een afgebroken vakopleiding, langdurig werk- lozen en etnische minderheden. Voorwaarde is dat er een redelijk uit- zicht op een baan kan worden geboden.
2. Aan deze inspanningsverplichting zal uitvoering worden gegeven door het Steunpunt Doelgroepenbeleid. Het Steunpunt dient in het kader van de aan haar opgedragen taak optimaal gebruik te maken van overheidsvoorzieningen in het kader van arbeidsinpassing.
48
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Het steunpunt zal de aandacht extra richten op (gedeeltelijk) arbeids- gehandicapten.
3. Tenminste 2 maal per jaar (1 januari en 1 juli) zal aan het Vakraad- bestuur mededeling worden gedaan omtrent de resultaten van de inspanningsverplichting ten aanzien van vorengenoemde doelgroe- pen.
Artikel 84
Reïntegratie arbeidsgehandicapten
Partijen dragen zorg voor een bedrijfstakaanpak gericht op reïntegratie van (gedeeltelijk) arbeidsgehandicapten. De aanpak richt zich op her- plaatsing in het bedrijf, binnen de bedrijfstak of buiten de bedrijfstak. De uitvoering gebeurt door het Steunpunt Arbeidsmarkt en Werkgele- genheid.
Artikel 85
Positie van vrouwen
1. Partijen verbinden zich om, rekeninghoudend met de grenzen van de economische mogelijkheden van de werkgever, gezamenlijk een rol te spelen in het bevorderen van een betere positie voor vrouwen in de branche.
2. In het kader van artikel 72 komen partijen overeen enige specifieke maatregelen te treffen bedoeld om belemmeringen voor vrouwen weg te nemen. Op de terreinen van sociaal beleid zijn hiervoor de belangrijkste aandachtsgebieden: arbeidsvoorwaarden, opleidingen alsmede loopbaanpromotie en werving- en selectiemogelijkheden.
3. Rondom werving en selectie is verhoogde aandacht voor de catego- rie vrouwen. In het kader van een promotiebeleid zal nadrukkelijk gekeken worden naar de mogelijkheden en samenstelling van de ver- schillende groepen in de onderneming en een daarbij behorende afspiegeling tussen mannen en vrouwen.
49
Artikel 86
Vacaturemelding
Teneinde de inzichtelijkheid van de arbeidsmarkt te bevorderen zal de werkgever alle daarvoor relevante vacatures direct kenbaar maken aan het desbetreffende Arbeidsbureau.
VERPLICHTINGEN BIJ BEDRIJFSBEËINDIGING, REORGANI- SATIE E.D.
Artikel 88
Inschakeling werknemersorganisaties
1. De werkgever die overweegt:
– een fusie of overname aan te gaan,
– een bedrijf of bedrijfsonderdeel te sluiten en/of
– de personeelsbezetting te reorganiseren
zal bij het nemen van zijn beslissing de sociale consequenties betrek- ken.
2. a. In verband daarmede zal de werkgever zo spoedig mogelijk de werknemersorganisaties inlichten over de overwogen maatrege- len. Uiterlijk één week hierna zullen de Ondernemingsraad en de werknemers hierover door de werkgever worden ingelicht.
b. Daarna zal de werkgever de overwogen maatregelen en de daar- uit eventueel voor een aantal werknemers voortvloeiende gevol- gen bespreken met de werknemersorganisaties, alsmede met de Ondernemingsraad. Deze worden in de gelegenheid gesteld hun oordeel te geven.
De werkgever zal de resultaten van dit beraad mededelen aan de Raad van Commissarissen, danwel aan de daarmee vergelijkbare beleidsinstantie.
Artikel 89
Sociaal plan
Als genoemde maatregelen in artikel 88 gevolgen hebben voor werkne- mers zal de werkgever in overleg met de werknemersorganisaties een sociaal plan opstellen. Daarin wordt aangegeven met welke belangen van de werknemers in bijzonder rekening zal worden gehouden en welke voorzieningen in verband daarmee zullen worden getroffen.
In verband hiermede zal, indien de werknemersorganisaties zulks ver- zoeken, hierbij tevens het inzicht van het desbetreffende RDA worden gevraagd inzake de plaatsbaarheid van de betrokken werknemers.
50
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
VAKBONDSWERK EN MEDEZEGGENSCHAP
Artikel 91
Bescherming leden ondernemingsraden
1. Vakbondskaderleden genieten dezelfde rechtsbescherming als leden van de ondernemingsraad.
2. Daar waar sprake is van een personeelsvertegenwoordiging heeft dit orgaan en de afzonderlijke werknemers die deel uitmaken van dit orgaan, dezelfde rechten en faciliteiten als een ondernemingsraad respectievelijk leden van een ondernemingsraad.
Artikel 92
Werkoverleg en functioneringsgesprekken
1. Er dient tenminste éénmaal per jaar een functioneringsgesprek van de directe chef met de medewerker gehouden te worden.
2. a. Er dient op locaties tenminste tweemaal per jaar gestructureerd werkoverleg plaats te vinden, zoveel mogelijk binnen werktijd. Indien onverhoopt het werkoverleg (ten dele) plaatsvindt buiten werktijd, wordt aan de werknemer per werkoverleg maximaal 1 basisuurloon vergoed.
b. In het werkoverleg kunnen alle onderwerpen aan de orde komen die van invloed zijn op werkdruk en werkplezier, zoals:
– arbeidstijden
– inzet flexibele arbeidskrachten
– veiligheid, gezondheid en welzijn
– ziekteverzuim en RI&E
– doorstroombeleid.
Artikel 93
Toetsingscommissie
De ondernemingsraad c.q. personeelsvertegenwoordiging stelt een Toetsingscommissie samen, met dien verstande dat:
* één lid en twee plaatsvervangende leden worden aangewezen door bij de CAO betrokken vakorganisaties. Deze vakorganisaties kunnen een lid, niet zijnde een werknemer aanwijzen;
51
* de overige leden worden aangewezen door de ondernemingsraad c.q. personeelsvertegenwoordiging, waarbij tenminste de helft van de commissie uit ondernemingsraadsleden bestaat;
* de overige leden werknemers zijn, die onder de directe werkingssfeer van de CAO vallen;
* de commissie zo snel mogelijk een oordeel uitspreekt, echter op zijn laatst vier weken nadat om haar oordeel is gevraagd;
* indien de bedoelde commissie negatief oordeelt, de werkgever zijn voornemen kan voorleggen aan de Vakraad. De uitspraak van de Vakraad heeft altijd terugwerkende kracht tot het moment waarop de regeling werd toegepast.
LEERLINGEN
Artikel 94
Leerlingen en leermeesters
1. De leerling wordt ingeschaald in loonschaal 2.
2. De leerling kan uitsluitend werkzaam zijn in bedrijven, erkend als leerbedrijf door of namens het bestuur van de Stichting Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs voor Horeca, Toerisme en Voeding.
3. Ten behoeve van de leerling dient een praktijkovereenkomst te zijn gesloten tussen de patroon en de leerling, xxxxxx, bij diens minder- jarigheid, zijn wettelijke vertegenwoordiger(ster) en de school mede ondertekend door het Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs voor Ho- reca, Toerisme en Voeding.
De schriftelijke arbeidsovereenkomst voor leerlingen wordt in drie- voud opgemaakt. De werkgever is verplicht de leerling voor de aan- vang van het dienstverband een exemplaar van de schriftelijke ar- beidsovereenkomst te verstrekken. Het derde exemplaar is voor het Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs voor Horeca, Toerisme en Voe- ding.
4. De arbeidsovereenkomst voor leerlingen en de praktijkovereenkomst zijn aan elkaar gekoppeld. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst vervalt indien de praktijkovereenkomst eindigt en de praktijk- overeenkomst vervalt indien de arbeidsovereenkomst eindigt.
In bijlage 1c is een model arbeidsovereenkomst voor leerlingen opgenomen.
5. De werkgever is verplicht de leerling in de gelegenheid te stellen het aanvullend theoretisch en beroepsbegeleidend onderwijs te volgen aan de onderwijsinstelling, bedoeld in de praktijkovereenkomst.
52
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
6. De werkgever is verplicht de schooldag door te betalen voor leerlin- gen die een opleiding volgen via de beroepsbegeleidende leerweg (voorheen leerlingstelstel).
7. De praktijkovereenkomst eindigt als de arbeidsovereenkomst vervalt en mede op grond van het bepaalde in de praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8. lid 2 van de Wet Educatie en Beroepsonder- wijs (WEB).
8. De werkgever is verplicht de leermeester in de gelegenheid te stel- len het leermeesteroverleg bij te wonen. De werkgever dient hem hiertoe maximaal twee dagen per jaar in de gelegenheid te stellen.
Artikel 95
Uitzondering loonbetaling bij schoolbezoek
Geen loon is verschuldigd over dagen, waarop de werknemer ter vervul- ling van zijn wettelijke leerplicht een school, vormingsinstituut of cur- sus moet bezoeken; voor hem wordt het maandloon dan naar evenredig- heid verminderd.
Artikel 96
Stage
1. Een stage heeft tot doel het onder begeleiding opdoen van relevante ervaring binnen een stagebedrijf. De verantwoordelijkheid voor de stage berust bij de onderwijsinstelling. De stage heeft een opleidend en voorbereidend karakter.
2. In geval er sprake is van een stage wordt er tussen de onderwijsin- stelling, de werkgever en de stagiaire een stage-overeenkomst geslo- ten waarin in ieder geval wordt vastgelegd:
– begin en einde van de stage;
– de aard van de activiteiten die de stagiaire zal gaan verrichten conform de stageopdracht;
– wie als mentor zal optreden;
– werktijden;
– wanneer en op welke wijze de stage zal worden geëvalueerd;
– of en zo ja, welke de vergoedingen zijn die de stagiaire ontvangt.
53
3. De stagiaire is krachtens de wet verzekerd voor de ziektewet en de ziekenfondswet indien zij een stagevergoeding ontvangen. Stagiaires zijn verzekerd voor de wet op de arbeidsongeschiktheid ook indien zij geen stagevergoeding ontvangen. De werkgever draagt zorg voor de aanmelding van de stagiaire bij de uitvoeringsinstelling.
STICHTINGEN, FONDSEN EN COMMISSIES
Artikel 98
Commissie Werkingssfeer
Bij een geschil over de vraag of in een concreet geval sprake is van contractcateringactiviteiten in deze overeenkomst bedoelde zin of van activiteiten in het kader van de CAO voor het Horecabedrijf beslist de Commissie Werkingssfeer op verzoek van de meest gerede partij. De uit- spraak van de Commissie heeft het karakter van een bindend advies voor betrokken partijen indien deze vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren.
De samenstelling, taak en werkwijze van de Commissie Werkingssfeer zijn geregeld bij een van deze CAO deel uitmakend reglement (zie bij- lage 4).
Artikel 99
Commissie Bezwaren Functie-indeling
1. Deze commissie wordt paritair samengesteld uit partijen bij de CAO. De taak van de commissie is de begeleiding en behandeling van geschillen bij functie-indeling.
De commissie laat zich in voorkomende gevallen adviseren door een externe deskundige.
2. De procedure van de Commissie Bezwaren Functie-indeling is gere- geld in een reglement opgenomen in bijlage 2 van de CAO.
Artikel 100
Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen
1. Er is een Stichting Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Contractcatering, hierna te noemen FBA.
2. De statuten en in het kader hiervan vastgestelde reglementen van het FBA worden geacht deel uit te maken van deze overeenkomst.
3. a. De werkgever is over, 2002 en 2003 ten behoeve van FBA een bijdrage verschuldigd van de loonsom waarover hij ten aanzien
54
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
van de werknemers premie ingevolge de Wet op de Arbeidson- geschiktheidsverzekering verschuldigd is over respectievelijk de kalenderjaren, 2002 en 2003.
Tot het heffingsloon wordt ook gerekend het loon van de niet (meer) voor de wettelijke werknemersverzekeringen verplicht verzekerde werknemer welk loon mede in aanmerking zou zijn genomen als bedoelde verplichte verzekeringen voor hem zou gelden. De werkgever dient de in de vorige volzin bedoelde loon- gegevens te vermelden op de verzamelloonstaat.
De werkgever is verplicht aan het FBA of de door de FBA aan- gewezen administrateur opgave te doen van de loonsom als bedoeld in dit lid. De loonsomopgave moet zijn voorzien van een verklaring van een externe (register)accountant.
De werkgever en de werknemers zijn verplicht de inlichtingen te verschaffen die de stichting noodzakelijk acht voor een goede uit- voering van de regeling.
Indien de werkgever of de werknemers, ook na aanmaning niet aan deze verplichting voldoen, is het FBA bevoegd deze gege- vens naar beste weten vast te stellen.
b. De werknemer is als zijn aandeel in de in lid 3a. bedoelde bij- drage over de jaren, 2002 en 2003 een bijdrage verschuldigd over de loonsom ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsver- zekering over respectievelijk de kalenderjaren, 2002 en 2003. De werkgever is verplicht dit aandeel van de werknemer te vor- deren door inhouding iedere loonperiode op diens loon. Is de werkgever geen of onvoldoende loon aan de werknemer ver- schuldigd, dan is de werknemer verplicht zijn aandeel in de bij- drage aan de werkgever te betalen.
c. Werkgever en werknemer zijn verplicht als hun aandeel ten behoeve van FBA te voldoen:
periode | te heffen premie | werkgevers- aandeel | werknemers- aandeel |
1-7-2001 t/m 31-12-2003 | 1,40% | 0,90% | 0,5% |
4. Uit het FBA zullen aan de Vakraad middelen ter beschikking worden gesteld ter verwezenlijking van de kinderopvangregeling, zulks on- der verwijzing naar artikel 71. Ten behoeve van kinderopvang- voorzieningen zal vanuit FBA in ieder geval 0,25% ter beschikking worden gesteld.
55
5. Naast financiering van FBA strekt de opbrengst der bijdragen, ge- noemd in lid 3 tot financiering door het FBA van de kosten voor:
a. werkzaamheden van de stichting OCC;
b. werkzaamheden van de stichting SKA;
c. de werkgevers- en werknemersorganisaties voor activiteiten die rechtstreeks verband houden met het uitvoeren en doen naleven van de CAO. Daaronder worden begrepen:
1. de in dat kader gemaakte kosten van de activiteiten van de Vakraad;
2. de door de Vakraad gemaakte kosten ter zake van voorlich- ting en onderzoek op gebied van bij de CAO geregelde of te regelen arbeidsvoorwaarden.
6. De opbrengst der bijdragen, genoemd in lid 3 en waarnaar wordt ver- wezen in lid 5, komt ten goede aan alle werkgevers en werknemers in de Contractcateringbranche.
Artikel 101
Stichting Opleidingen
1. Er is een Stichting Opleidingen voor de Contractcateringbranche, hierna te noemen OCC.
2. De statuten en in het kader hiervan vastgestelde reglementen van OCC worden geacht deel uit te maken van deze overeenkomst.
3. De financiering van OCC vindt plaats middels een bijdrage vanuit FBA.
4. Onverminderd het bepaalde in de statuten van OCC stimuleert deze Stichting een opleidingsbeleid van werkgevers door inventarisatie van de opleidingsmogelijkheden en het geven van adviezen en voor- lichting aan alle betrokkenen binnen de Contractcateringbranche. De bedrijven werken aan dit stimuleringsbeleid mee door het ver- schaffen van relevante informatie over het eigen opleidingsbeleid.
Artikel 102
Stichting Kwaliteit van de Arbeid
1. Er is een Stichting Kwaliteit van de Arbeid.
De Stichting heeft de navolgende doelstelling: het verrichten van onderzoek (inclusief evaluatief onderzoek), het geven van voorlich- ting en adviezen en het ontwikkelen van instrumenten ten behoeve van bedrijven met betrekking tot arbeidsomstandigheden, arbeidson- geschiktheid en bedrijfsgezondheidszorg.
Het beleid wordt geformuleerd en uitgevoerd op ondernemings-
56
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
niveau nadat hierover conform de wettelijke bepalingen ter zake, met de ondernemingsraad overleg is gevoerd.
2. Het bestuur van de Stichting is paritair samengesteld en bestaat uit 4 werkgeversvertegenwoordigers en 4 werknemersvertegenwoordigers. Daarnaast zal voor ieder bestuurslid een plaatsvervanger worden aangewezen.
3. Het FBA stelt de financiële middelen beschikbaar ten behoeve van de Stichting die daartoe een begroting indient.
4. De statuten en reglementen van de Stichting Kwaliteit van de Arbeid maken integraal onderdeel uit van deze CAO.
Artikel 104
Vakraad voor de Contractcateringbranche
1. Er is een Vakraad voor de Contractcateringbranche verder te noemen de Vakraad.
2. De werkzaamheden respectievelijk de taken van de Vakraad bestaan, voorzover in de CAO niet reeds vernoemd, uit:
a. Op verzoek van één of meer partijen bij de CAO uitleg geven aan de bepalingen van deze CAO, ter bevordering van een éénvor- mige toepassing van de bepalingen. De uitleg gebeurt in de vorm van een bindend advies.
b. Het uitbrengen van een bindend advies over toepassing van de CAO, wanneer één of meer werkgevers samen met één of meer werknemers, daarom verzoeken.
c. Het geven van dispensatie van één of meerdere bepalingen van de CAO.
De bevoegdheid om een gegeven dispensatie te allen tijde in te trekken.
d. Het voeren van overleg over uitwerking van principe- of termijn- vraagstukken.
3. De Vakraad laat zich bijstaan door een ambtelijk secretaris.
De statuten en vastgestelde reglementen van de Vakraad worden geacht deel uit te maken van deze overeenkomst.
4. Een bindend advies op verzoek van partijen, zoals eerder genoemd, wordt slechts uitgebracht indien beide partijen hiertoe schriftelijk
57
verzoeken. De verdere procedure is in bijlage 3 bij deze CAO ver- meld.
5. Voor het overige regelt de Vakraad haar werkwijze zelf.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 105
Afwijkingen van bepalingen van deze CAO
Afwijkingen van de bepalingen van deze CAO zijn uitsluitend mogelijk na verkregen dispensatie van de Vakraad.
De Vakraad kan een gegeven dispensatie te allen tijde intrekken.
58
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
DEEL A – VERBIJZONDERENDE REGELING ARBEIDSVOOR- WAARDEN BEDRIJFSCATERING
Artikel 1
Algemeen
Voor de omschrijving van de werkingssfeer van de sector bedrijfs- catering wordt verwezen naar de artikelen 2 en 3, Algemeen Deel.
Artikel 2
Lonen
1. a. Op werknemers werkzaam in de sector bedrijfscatering zijn de loonschalen van toepassing die als bijlage A1 in dit deel zijn opgenomen.
De voor de bedrijfscatering geldende loonschalen zijn uitgesplitst in:
– tabel met ingang van 1 januari 2002 (bijlage A1).
2. De loonsverhoging wordt voor werknemers in de bedrijfscatering gebaseerd op de lonen zoals deze golden op 1 mei 2001.
Wanneer een werknemer werkzaam in de bedrijfscatering meer ver- dient – hierin de resterende vereveningstoeslag niet begrepen – dan het loon vermeld in de CAO wat voor hem geldt, wordt alleen dit CAO-loon verhoogd met:
– 1,9% vanuit de Wet Brutering Overhevelingstoeslag en 4% met ingang van 1 mei 2001;
– 4% met ingang van 1 januari 2002.
Het bedrag van deze verhogingen wordt opgeteld bij het feitelijk betaalde loon.
3. Aan de verhogingen voor de bedrijfscatering is een minimum ver- bonden van f 296,– (€ 134,31) per procent prijsstijging voor werkne- mers van 21 jaar en ouder en voor jongeren het percentage als bedoeld in artikel 28 lid 1.
59
Artikel 3
Overwerktoeslag
Voor werknemers, werkzaam in de bedrijfscatering is de matrix overwerktoeslag van bijlage A2 van toepassing.
Artikel 4
Onregelmatigheidstoeslag
Voor werknemers, werkzaam in de bedrijfscatering is de matrix toesla- gen onregelmatige uren van bijlage A3 van toepassing.
60
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE A1
Bedrijfscatering
Loontabel per 1 januari 2002
Loonschalen op basis van het loon per 1-5-2001. Functiejarenschaal in guldens per maand.
Salaris- groep | I | II | III | IV | V | VI | VII | VIII | IX |
0 fj | 3.048,60 | 3.156,28 | 3.267,09 | 3.580,72 | 4.019,29 | 4.471,71 | 4.919,60 | 5.385,37 | 5.703,94 |
1 fj | 3.338,76 | 3.658,80 | 4.106,32 | 4.567,97 | 5.024,99 | 5.500,27 | 5.818,01 | ||
2 fj | 3.410,44 | 3.736,87 | 4.193,34 | 4.664,23 | 5.130,39 | 5.615,17 | 5.934,38 | ||
3 fj | 3.483,54 | 3.816,49 | 4.282,10 | 4.762,40 | 5.237,89 | 5.732,37 | 6.053,06 | ||
4 fj | 3.558,07 | 3.897,69 | 4.372,60 | 4.862,50 | 5.347,50 | 5.851,87 | 6.174,12 | ||
5 fj | 4.464,84 | 4.964,54 | 5.459,21 | 5.973,66 | 6.297,61 | ||||
6 fj | 5.068,98 | 5.573,57 | 6.098,33 | 6.423,56 | |||||
7 fj | 6.225,29 | 6.552,04 | |||||||
8 fj | 6.683,08 | ||||||||
16 jaar | 1.219,45 | 1.262,52 | 1.306,85 | 1.432,29 | 1.607,72 | 1.788,69 | 1.967,84 | 2.154,16 | 2.281,58 |
17 jaar | 1.524,30 | 1.578,14 | 1.633,55 | 1.790,36 | 2.009,65 | 2.235,86 | 2.459,80 | 2.692,69 | 2.851,98 |
18 jaar | 1.829,17 | 1.893,77 | 1.960,26 | 2.148,44 | 2.411,58 | 2.683,04 | 2.951,76 | 3.231,23 | 3.422,36 |
19 jaar | 2.134,02 | 2.209,40 | 2.286,97 | 2.506,51 | 2.813,51 | 3.130,21 | 3.443,73 | 3.769,77 | 3.992,76 |
20 jaar | 2.438,89 | 2.525,03 | 2.613,68 | 2.864,58 | 3.215,44 | 3.577,38 | 3.935,68 | 4.308,30 | 4.563,15 |
61
Loonschalen op basis van het loon per 1-5-2001. Functiejarenschaal in euro’s per maand.
Salaris- groep | I | II | III | IV | V | VI | VII | VIII | IX |
fj | 1.383,39 | 1.432,26 | 1.482,54 | 1.624,86 | 1.823,87 | 2.029,17 | 2.232,42 | 2.443,77 | 2.588,34 |
1 fj | 1.515,06 | 1.660,29 | 1.863,37 | 2.072,85 | 2.280,24 | 2.495,91 | 2.640,10 | ||
2 fj | 1.547,59 | 1.695,72 | 1.902,85 | 2.116,54 | 2.328,07 | 2.548,05 | 2.692,90 | ||
3 fj | 1.580,76 | 1.731,85 | 1.943,13 | 2.161,08 | 2.376,85 | 2.601,24 | 2.746,76 | ||
4 fj | 1.614,58 | 1.768,69 | 1.984,20 | 2.206,51 | 2.426,59 | 2.655,46 | 2.801,69 | ||
5 fj | 2.026,06 | 2.252,81 | 2.477,28 | 2.710,73 | 2.857,73 | ||||
6 fj | 2.300,20 | 2.529,18 | 2.767,30 | 2.914,88 | |||||
7 fj | 2.824,91 | 2.973,19 | |||||||
8 fj | 3.032,65 | ||||||||
16 jaar | 553,36 | 572,91 | 593,02 | 649,94 | 729,55 | 811,67 | 892,97 | 977,52 | 1.035,34 |
17 jaar | 691,70 | 716,13 | 741,27 | 812,43 | 911,94 | 1.014,59 | 1.116,21 | 1.221,89 | 1.294,17 |
18 jaar | 830,04 | 859,36 | 889,53 | 974,92 | 1.094,33 | 1.217,51 | 1.339,45 | 1.466,27 | 1.553,00 |
19 jaar | 968,38 | 1.002,58 | 1.037,78 | 1.137,40 | 1.276,72 | 1.420,43 | 1.562,70 | 1.710,65 | 1.811,84 |
20 jaar | 1.106,72 | 1.145,81 | 1.186,04 | 1.299,89 | 1.459,10 | 1.623,34 | 1.785,93 | 1.955,02 | 2.070,67 |
62
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE A 2
Bedrijfscatering
Matrix toeslagen overwerk operationele functies.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 00/01 |
01/02 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 01/02 |
02/03 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 02/03 |
03/04 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 03/04 |
04/05 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 04/05 |
05/06 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 05/06 |
06/07 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 06/07 |
07/08 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 07/08 |
08/09 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 08/09 |
09/10 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 09/10 |
10/11 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 10/11 |
11/12 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 11/12 |
12/13 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 12/13 |
13/14 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 13/14 |
14/15 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 14/15 |
15/16 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 15/16 |
16/17 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 16/17 |
17/18 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 17/18 |
18/19 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 18/19 |
19/20 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 19/20 |
20/21 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 20/21 |
21/22 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 21/22 |
22/23 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 100 | 22/23 |
23/24 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 100 | 23/24 |
63
BIJLAGE A3
Bedrijfscatering
Matrix toeslagen onregelmatige uren.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 00/01 |
01/02 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 01/02 |
02/03 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 02/03 |
03/04 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 03/04 |
04/05 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 04/05 |
05/06 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 05/06 |
06/07 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 06/07 |
07/08 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 07/08 |
08/09 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 08/09 |
09/10 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 09/10 |
10/11 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 10/11 |
11/12 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 11/12 |
12/13 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 12/13 |
13/14 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 13/14 |
14/15 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 14/15 |
15/16 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 15/16 |
16/17 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 16/17 |
17/18 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 17/18 |
18/19 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 18/19 |
19/20 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 19/20 |
20/21 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 20/21 |
21/22 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 21/22 |
22/23 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 22/23 |
23/24 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 23/24 |
DEEL B – VERBIJZONDERENDE REGELING ARBEIDSVOOR- WAARDEN
Institutionele catering
Artikel 1
Algemeen
1. Voor de omschrijving van de werkingssfeer van de sector institutio- nele catering, wordt verwezen naar de artikelen 2 en 3 Algemeen deel.
2. Onverminderd het overige in de CAO bepaalde is op werknemers die 64
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
na 1 juli 1994 in dienst zijn getreden bij een werkgever in de zin van deze CAO die institutionele cateringactiviteiten verricht en die werk- zaam zijn in de institutionele sector, het hiernavolgende van toepas- sing.
Artikel 2
Loonindeling
De werknemer wordt ingedeeld in één van de loonschalen zoals opge- nomen in het direct aan dit hoofdstuk toegevoegde bijlagen.
Artikel 3
Lonen
1. a. Op werknemers werkzaam in de sector institutionele catering zijn de loonschalen opgenomen in het direct aan het onderhavige deel B toegevoegde bijlagen B1 en B2 van toepassing.
b. De voor de institutionele catering geldende loonschalen zijn uit- gesplitst in:
– schalen met ingang van 1 januari 2002, geldend voor werk- nemers in de institutionele sector in dienst vóór 1 juli 1994 (bijlage B1);
– schalen met ingang van 1 januari 2002, geldend voor werk- nemers in de institutionele sector, in dienst vanaf 1 juli 1994 (bijlage B2).
2. Voor werknemers werkzaam in de institutionele catering worden de verhogingen toegepast op de CAO-lonen en de feitelijk betaalde lonen.
3. Aan de verhoging voor de institutionele catering is een minimum verbonden van f 320,– (€ 145,20) per procent prijsstijging voor werk- nemers van 21 jaar en ouder en voor jongeren het percentage als bedoeld in artikel 28 lid 1.
Artikel 4
Roostervrije tijd
In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 22 lid 1, is de werkgever bevoegd ten aanzien van werknemers bedoeld in artikel 1, lid 2 deel B
65
werkzaam in de institutionele sector, de roostervrije tijd die deze werk- nemers hebben op grond van artikel 22 lid 1, in te roosteren in uren in plaats van in dagen. Dit geldt voor zowel toekomstige als voor bestaande contracten een en ander onder de voorwaarde dat alle betrokken werk- nemers zich hiermee schriftelijk akkoord verklaren. Alsdan dient aan de Vakraad ontheffing te worden gevraagd.
Artikel 5
Overwerktoeslag
Verwijzend naar artikel 36 lid 1, waarin wordt verwezen naar de ma- trixen overwerk bij de verbijzonderende delen, is op werknemers in de institutionele sector die vóór 1 juli 1994 in dienst waren bij een werk- gever in de zin van deze CAO die institutionele cateringactiviteiten ver- richt, de matrix overwerkvergoedingen zoals opgenomen in bijlage B3a van toepassing en op de werknemers bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, de matrix zoals opgenomen in bijlage B3b.
Artikel 6
Onregelmatigheidstoeslag
Verwijzend naar artikel 38 lid 1, waarin wordt verwezen naar de ma- trixen toeslagen onregelmatige uren bij de verbijzonderende delen, is voor werknemers vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van deze CAO die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4a van toe- passing. Op werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, kan de matrix onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4b worden toegepast. Voor werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst, geldt in afwijking van bijlage B4b, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur, een 0-tarief, een en ander zoals verwerkt in bijlage B4c.
Artikel 7
Ontwikkelingen
De Vakraad voor de Contractcateringbranche brengt jaarlijks aansluitend op een afgesloten CAO in de institutionele sector, de ontwikkelingen in kaart en brengt de consequenties voor de bepalingen in het onderhavige hoofdstuk in kaart. Het is immers niet de bedoeling dat bepalingen in het onderhavige hoofdstuk gaan achterlopen bij die in de CAO in de institutionele sector.
66
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE B1
Institutionele Catering
Loontabel per 1 januari 2002 voor werknemers in dienst vóór 1 juli 1994.
Loonschalen op basis van het loon per 1-5-2001. Functiejarenschaal in guldens per maand.
Salaris- groep | I | II | III | IV | V | VI | VII | VIII | IX |
0 fj | 3.293,33 | 3.401,01 | 3.511,82 | 3.825,46 | 4.264,03 | 4.716,45 | 5.164,33 | 5.630,11 | 5.937,27 |
1 fj | 3.360,55 | 3.470,41 | 3.583,49 | 3.903,53 | 4.351,04 | 4.812,70 | 5.269,73 | 5.745,01 | 6.051,35 |
2 fj | 3.427,75 | 3.539,82 | 3.655,16 | 3.981,59 | 4.438,07 | 4.908,95 | 5.375,12 | 5.859,91 | 6.167,71 |
3 fj | 3.496,31 | 3.610,62 | 3.728,27 | 4.061,23 | 4.526,83 | 5.007,14 | 5.482,62 | 5.977,10 | 6.286,40 |
4 fj | 3.566,21 | 3.682,80 | 3.802,80 | 4.142,42 | 4.617,33 | 5.107,24 | 5.592,23 | 6.096,60 | 6.407,46 |
5 fj | 3.756,38 | 3.878,77 | 4.225,17 | 4.709,57 | 5.209,26 | 5.703,95 | 6.218,39 | 6.530,94 | |
6 fj | 4.803,99 | 5.313,70 | 5.818,31 | 6.343,06 | 6.656,89 | ||||
7 fj | 5.420,06 | 5.934,76 | 6.470,02 | 6.785,36 | |||||
8 fj | 6.599,28 | 6.916,40 | |||||||
16 jaar | 1.317,34 | 1.360,41 | 1.404,73 | 1.530,19 | 1.705,62 | 1.886,59 | 2.065,74 | 2.252,05 | 2.374,92 |
17 jaar | 1.646,67 | 1.700,51 | 1.755,92 | 1.912,73 | 2.132,02 | 2.358,23 | 2.582,17 | 2.815,06 | 2.968,64 |
18 jaar | 1.976,00 | 2.040,61 | 2.107,10 | 2.295,28 | 2.558,42 | 2.829,88 | 3.098,60 | 3.378,07 | 3.562,37 |
19 jaar | 2.305,34 | 2.380,71 | 2.458,28 | 2.677,82 | 2.984,83 | 3.301,52 | 3.615,03 | 3.941,08 | 4.156,09 |
20 jaar | 2.634,67 | 2.720,81 | 2.809,46 | 3.060,37 | 3.411,23 | 3.773,16 | 4.131,47 | 4.504,09 | 4.749,82 |
67
Loonschalen op basis van het loon per 1-5-2001. Functiejarenschaal in euro’s per maand.
Salaris- groep | I | II | III | IV | V | VI | VII | VIII | IX |
0 fj | 1.494,45 | 1.543,31 | 1.593,59 | 1.735,92 | 1.934,93 | 2.140,23 | 2.343,47 | 2.554,83 | 2.694,22 |
1 fj | 1.524,95 | 1.574,81 | 1.626,12 | 1.771,34 | 1.974,42 | 2.183,91 | 2.391,30 | 2.606,97 | 2.745,98 |
2 fj | 1.555,45 | 1.606,30 | 1.658,64 | 1.806,77 | 2.013,91 | 2.227,58 | 2.439,12 | 2.659,11 | 2.798,78 |
3 fj | 1.586,56 | 1.638,43 | 1.691,82 | 1.842,91 | 2.054,19 | 2.272,14 | 2.487,90 | 2.712,29 | 2.852,64 |
4 fj | 1.618,28 | 1.671,18 | 1.725,64 | 1.879,75 | 2.095,25 | 2.317,56 | 2.537,64 | 2.766,52 | 2.907,58 |
5 fj | 1.704,57 | 1.760,11 | 1.917,30 | 2.137,11 | 2.363,86 | 2.588,34 | 2.821,78 | 2.963,61 | |
6 fj | 2.179,96 | 2.411,25 | 2.640,23 | 2.878,36 | 3.020,76 | ||||
7 fj | 2.459,52 | 2.693,08 | 2.935,97 | 3.079,06 | |||||
8 fj | 2.994,63 | 3.138,53 | |||||||
16 jaar | 597,78 | 617,33 | 637,44 | 694,37 | 773,98 | 856,10 | 937,39 | 1.021,94 | 1.077,69 |
17 jaar | 747,23 | 771,66 | 796,80 | 867,96 | 967,47 | 1.070,12 | 1.171,74 | 1.277,42 | 1.347,11 |
18 jaar | 896,67 | 925,99 | 956,16 | 1.041,55 | 1.160,96 | 1.284,14 | 1.406,08 | 1.532,90 | 1.616,53 |
19 jaar | 1.046,12 | 1.080,32 | 1.115,52 | 1.215,14 | 1.354,46 | 1.498,16 | 1.640,43 | 1.788,38 | 1.885,95 |
20 jaar | 1.195,56 | 1.234,65 | 1.274,88 | 1.388,74 | 1.547,95 | 1.712,19 | 1.874,78 | 2.043,87 | 2.155,37 |
68
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE B2
Institutionele Catering Loontabel per 1 januari 2002.
Van toepassing op werknemers in de institutionele sector in dienst na 1 juli 1994 bij een werkgever in de zin van de CAO.
Loonschalen op basis van het loon per 1-5-2001. Functiejarenschaal in euro’s per maand.
Salaris- groep | I | II | III | IV | V | VI | VII | VIII |
0 fj | 1.279,49 | 1.314,88 | 1.351,87 | 1.460,80 | 1.623,63 | 1.795,18 | 1.965,65 | 2.142,08 |
1 fj | 1.301,34 | 1.338,34 | 1.376,12 | 1.488,98 | 1.656,76 | 1.831,82 | 2.005,76 | 2.185,79 |
2 fj | 1.324,21 | 1.362,28 | 1.401,33 | 1.518,03 | 1.690,56 | 1.869,19 | 2.046,69 | 2.230,40 |
3 fj | 1.347,87 | 1.386,96 | 1.427,46 | 1.548,26 | 1.725,07 | 1.907,34 | 2.088,46 | 2.275,92 |
4 fj | 1.372,00 | 1.412,40 | 1.454,59 | 1.579,85 | 1.760,27 | 1.946,26 | 2.131,08 | 2.322,36 |
5 fj | 1.397,08 | 1.439,06 | 1.482,55 | 1.612,10 | 1.796,19 | 1.985,98 | 2.174,57 | 2.369,75 |
6 fj | 1.423,02 | 1.466,60 | 1.511,46 | 1.644,99 | 1.832,85 | 2.026,51 | 2.218,94 | 2.418,11 |
7 fj | 1.449,99 | 1.494,98 | 1.541,32 | 1.678,57 | 1.870,25 | 2.067,86 | 2.264,23 | 2.467,46 |
8 fj | 1.477,82 | 1.524,16 | 1.572,73 | 1.712,82 | 1.908,41 | 2.110,07 | 2.310,43 | 2.517,82 |
9 fj | 1.506,61 | 1.554,79 | 1.604,81 | 1.747,77 | 1.947,36 | 2.153,12 | 2.357,58 | 2.569,19 |
10 fj | 1.532,60 | 1.584,45 | 1.637,06 | 1.783,44 | 1.987,11 | 2.197,07 | 2.405,70 | 2.621,63 |
11 fj | 1.563,74 | 1.616,78 | 1.670,47 | 1.819,84 | 2.027,66 | 2.241,90 | 2.454,79 | 2.675,13 |
12 fj | 1.595,64 | 1.649,77 | 1.704,55 | 1.856,96 | 2.069,02 | 2.287,65 | 2.504,88 | 2.729,70 |
13 fj | 1.683,40 | 1.739,29 | 1.894,82 | 2.111,20 | 2.334,27 | 2.555,93 | 2.785,34 | |
14 fj | 2.154,39 | 2.382,18 | 2.608,22 | 2.842,32 | ||||
15 fj | 2.430,68 | 2.661,50 | 2.900,38 | |||||
16 fj | 2.959,51 | |||||||
16 jaar | 511,80 | 525,95 | 540,75 | 584,32 | 649,45 | 718,08 | 786,26 | 856,84 |
17 jaar | 639,75 | 657,44 | 675,94 | 730,40 | 811,81 | 897,59 | 982,83 | 1.071,04 |
18 jaar | 767,70 | 788,93 | 811,12 | 876,48 | 974,18 | 1.077,11 | 1.179,39 | 1.285,25 |
19 jaar | 895,65 | 920,42 | 946,30 | 1.022,56 | 1.136,54 | 1.256,63 | 1.375,96 | 1.499,46 |
20 jaar | 1.023,60 | 1.051,90 | 1.081,49 | 1.168,64 | 1.298,91 | 1.436,15 | 1.572,52 | 1.713,66 |
69
BIJLAGE B3A
Institutionele catering
Matrix toeslagen overwerkvergoedingen.
Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van de CAO.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 00/01 |
01/02 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 01/02 |
02/03 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 02/03 |
03/04 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 03/04 |
04/05 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 04/05 |
05/06 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 05/06 |
06/07 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 06/07 |
07/08 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 07/08 |
08/09 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 08/09 |
09/10 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 09/10 |
10/11 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 10/11 |
11/12 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 11/12 |
12/13 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 12/13 |
13/14 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 13/14 |
14/15 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 14/15 |
15/16 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 15/16 |
16/17 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 16/17 |
17/18 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 17/18 |
18/19 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 18/19 |
19/20 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 19/20 |
20/21 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 20/21 |
21/22 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 21/22 |
22/23 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 100 | 22/23 |
23/24 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 100 | 23/24 |
70
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE B3B
Institutionele catering
Matrix toeslagen overwerkvergoedingen.
Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van de CAO.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 100 | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 00/01 |
01/02 | 100 | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 01/02 |
02/03 | 100 | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 02/03 |
03/04 | 100 | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 03/04 |
04/05 | 100 | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 04/05 |
05/06 | 100 | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 05/06 |
06/07 | 100 | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 06/07 |
07/08 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 07/08 |
08/09 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 08/09 |
09/10 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 09/10 |
10/11 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 10/11 |
11/12 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 11/12 |
12/13 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 12/13 |
13/14 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 13/14 |
14/15 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 14/15 |
15/16 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 15/16 |
16/17 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 16/17 |
17/18 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 17/18 |
18/19 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 18/19 |
19/20 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 19/20 |
20/21 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 20/21 |
21/22 | 100 | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 50% | 21/22 |
22/23 | 100 | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 100% | 22/23 |
23/24 | 100 | 50% | 50% | 50% | 50% | 50% | 100% | 23/24 |
71
BIJLAGE B4A
Institutionele catering
Matrix toeslagen onregelmatige uren.
Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van de CAO.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 00/01 |
01/02 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 01/02 |
02/03 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 02/03 |
03/04 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 03/04 |
04/05 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 04/05 |
05/06 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 05/06 |
06/07 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 06/07 |
07/08 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 07/08 |
08/09 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 08/09 |
09/10 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 09/10 |
10/11 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 10/11 |
11/12 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 11/12 |
12/13 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 12/13 |
13/14 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 13/14 |
14/15 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 14/15 |
15/16 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 15/16 |
16/17 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 16/17 |
17/18 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 17/18 |
18/19 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 18/19 |
19/20 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 19/20 |
20/21 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 20/21 |
21/22 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 21/22 |
22/23 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 22/23 |
23/24 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 23/24 |
72
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE B4B
Institutionele catering
Matrix toeslagen onregelmatige uren.
Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van de CAO.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 00/01 |
01/02 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 01/02 |
02/03 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 02/03 |
03/04 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 03/04 |
04/05 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 04/05 |
05/06 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 05/06 |
06/07 | 50 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 35 | 06/07 |
07/08 | 50 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 35 | 07/08 |
08/09 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 08/09 |
09/10 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 09/10 |
10/11 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 10/11 |
11/12 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 11/12 |
12/13 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 12/13 |
13/14 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 13/14 |
14/15 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 14/15 |
15/16 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 15/16 |
16/17 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 16/17 |
17/18 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 17/18 |
18/19 | 50 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 35 | 18/19 |
19/20 | 50 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 40 | 19/20 |
20/21 | 50 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 40 | 20/21 |
21/22 | 50 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 40 | 21/22 |
22/23 | 70 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 70 | 22/23 |
23/24 | 70 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 70 | 23/24 |
73
BIJLAGE B4C
Institutionele catering
Matrix toeslagen onregelmatige uren.
Van toepassing op werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 00/01 |
01/02 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 01/02 |
02/03 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 02/03 |
03/04 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 03/04 |
04/05 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 04/05 |
05/06 | 50 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 50 | 05/06 |
06/07 | 50 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 35 | 06/07 |
07/08 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 07/08 |
08/09 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 08/09 |
09/10 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 09/10 |
10/11 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 10/11 |
11/12 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 11/12 |
12/13 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 12/13 |
13/14 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 13/14 |
14/15 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 14/15 |
15/16 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 15/16 |
16/17 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 16/17 |
17/18 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 17/18 |
18/19 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 18/19 |
19/20 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 40 | 19/20 |
20/21 | 50 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 40 | 20/21 |
21/22 | 50 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 40 | 21/22 |
22/23 | 70 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 70 | 22/23 |
23/24 | 70 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 70 | 23/24 |
74
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
DEEL C – VERBIJZONDERENDE REGELING ARBEIDSVOOR- WAARDEN
Inflightcatering
Artikel 1
Algemeen
1. Voor de omschrijving van de werkingssfeer van de sector inflightca- tering, wordt verwezen naar de artikelen 2 en 3 Algemeen deel.
2. Onverminderd het overige in de onderhavige CAO bepaalde is op werknemers die in dienst zijn getreden bij een werkgever in de zin van deze CAO die inflightcateringactiviteiten verricht en die werk- zaam zijn in de sector inflightcatering, het hiernavolgende van toe- passing.
Artikel 2
Loonindeling
De functies van de werknemers bedoeld in artikel 1, worden ingedeeld op een door de Vakraad voor de Contract-cateringbranche bepaalde wijze. De functiebeschrijvingen zijn vastgelegd in een Handboek Referentiefuncties Contractcatering.
De werknemer wordt ingedeeld in één van de loonschalen zoals opge- nomen in het direct aan het onderhavige hoofdstuk toegevoegde bijla- gen.
Artikel 3
Lonen
1. a. Op werknemers werkzaam in de sector inflightcatering zijn de loonschalen opgenomen in de direct aan het onderhavige deel C toegevoegde bijlage C1 van toepassing.
b. De voor de inflightcatering geldende loontabellen zijn uitgesplitst in:
– tabel per 1 januari 2002 (bijlage C1).
2. Voor werknemers werkzaam in de inflightcatering worden de verho- gingen toegepast op de CAO-lonen en de feitelijk betaalde lonen.
75
3. Aan de verhoging voor de inflightcatering is een minimum verbon- den van f 320,– (€ 145,20) per procentprijsstijging voor werknemers van 21 jaar en ouder en voor jongeren het percentage als bedoeld in artikel 28 lid 1.
Artikel 4
Roostervrije tijd
In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 22 lid 1, is de werkgever bevoegd ten aanzien van werknemers bedoeld in artikel 1, lid 2 deel C werkzaam in de Inflightcatering, de roostervrije tijd die deze werkne- mers hebben op grond van artikel 22 lid 1, in te roosteren in uren in plaats van in dagen.
Artikel 5
Uitzendarbeid
Het in artikel 9 van het Algemene Deel van deze CAO omtrent uitzend- arbeid bepaalde geldt voor de inflightcatering niet eerder dan 1 maart 2003.
Artikel 6
Overwerktoeslag
Voor werknemers, werkzaam in de inflightcatering, is de matrix overwerktoeslag van bijlage C2 van toepassing.
Artikel 7
Onregelmatigheidstoeslag
Voor werknemers, werkzaam in de inflightcatering, is de matrix toesla- gen onregelmatige uren van bijlage C3, van toepassing.
Artikel 8
Reiskosten, reistijden
Het bepaalde in artikel 19, 21 en 48 is niet van toepassing voor de inflightcatering. Van toepassing is de fiscale regeling ter zake van woon- werkverkeer en dienstverkeer. In geval van verhuizing wordt de vergoe- ding aangepast en eveneens bij ziekte vanaf de eerste ziektedag tenzij de werknemer in het bezit is van een OV-maand/jaarkaart.
76
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 9
Beloningen in natura
Onverminderd artikel 33 verstrekt de werkgever een gratis warme maal- tijd in geval van overwerk, dat op verzoek van de werkgever wordt ver- richt en langer dan 1 uur duurt, waardoor de werknemer vanaf 18.00 uur niet in de gelegenheid is een warme maaltijd elders te nuttigen.
Artikel 10
17/22-regeling en eindejaarsuitkering
De 17/22-regeling (de weekendtoeslagregeling) zal per 1 januari 2002 komen te vervallen, onder invoering van een eindejaarsuitkering. Hier- voor gelden de volgende afspraken:
1. Volledige beëindiging van de weekendregeling zoals deze in 1996 is overeengekomen, met ingang van 1 januari 2002.
2. In tijd: iedere werknemer ontvangt een basisrooster met tenminste 22 vrije weekenden, met ingang van 1 januari 2002.
3. In geld: ter vervanging van de 17/22-weekendregeling geldt een eindejaarsuitkering van 5,6% van het basisloon voor iedere werkne- mer die beloond wordt conform de loontabellen van de CAO. De eindejaarsuitkering geschiedt ineens in december 2002.
4. Indien en voor zover een werknemer feitelijk minder zou ontvangen dan bij behoud van de 17/22-weekendregeling over 2000, ontvangt deze een aanvulling tot het gelijke niveau van het in januari 2001 feitelijke uitbetaalde bedrag van de 17/22-weekendregeling over 2000.
77
BIJLAGE C1
Inflightcatering
Loontabel per 1 januari 2002.
Loonschalen op basis van het loon per 1-5-2001. Functiejarenschaal in euro’s per maand.
Salaris- groep | I | II | III | IV | V | VI | VII | VIII |
0 fj | 1.494,45 | 1.543,31 | 1.593,59 | 1.735,92 | 1.934,93 | 2.140,23 | 2.343,47 | 2.554,83 |
1 fj | 1.524,95 | 1.574,80 | 1.626,12 | 1.771,34 | 1.974,42 | 2.183,91 | 2.391,30 | 2.606,97 |
2 fj | 1.555,45 | 1.606,30 | 1.658,64 | 1.806,77 | 2.013,91 | 2.227,58 | 2.439,12 | 2.659,11 |
3 fj | 1.586,56 | 1.638,43 | 1.691,82 | 1.842,91 | 2.054,19 | 2.272,14 | 2.487,90 | 2.712,29 |
4 fj | 1.618,28 | 1.671,18 | 1.725,64 | 1.879,75 | 2.095,25 | 2.317,56 | 2.537,64 | 2.766,52 |
5 fj | 1.704,57 | 1.760,11 | 1.917,30 | 2.137,11 | 2.363,86 | 2.588,34 | 2.821,78 | |
6 fj | 2.179,96 | 2.411,25 | 2.640,23 | 2.878,36 | ||||
7 fj | 2.459,52 | 2.693,08 | 2.935,97 | |||||
8 fj | 2.994,62 | |||||||
16 jaar | 597,78 | 617,33 | 637,44 | 694,37 | 773,98 | 856,10 | 937,39 | 1.021,94 |
17 jaar | 747,23 | 771,66 | 796,80 | 867,96 | 967,47 | 1.070,12 | 1.171,74 | 1.277,42 |
18 jaar | 896,67 | 925,99 | 956,16 | 1.041,55 | 1.160,96 | 1.284,14 | 1.406,08 | 1.532,90 |
19 jaar | 1.046,12 | 1.080,32 | 1.115,52 | 1.215,14 | 1.354,46 | 1.498,16 | 1.640,43 | 1.788,38 |
20 jaar | 1.195,56 | 1.234,65 | 1.274,88 | 1.388,74 | 1.547,95 | 1.712,19 | 1.874,78 | 2.043,87 |
78
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE C2
Inflightcatering
Matrix toeslagen overwerk operationele functies.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 00/01 |
01/02 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 01/02 |
02/03 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 02/03 |
03/04 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 03/04 |
04/05 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 04/05 |
05/06 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 05/06 |
06/07 | 100 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 06/07 |
07/08 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 07/08 |
08/09 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 08/09 |
09/10 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 09/10 |
10/11 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 10/11 |
11/12 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 11/12 |
12/13 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 12/13 |
13/14 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 13/14 |
14/15 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 14/15 |
15/16 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 15/16 |
16/17 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 16/17 |
17/18 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 17/18 |
18/19 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 18/19 |
19/20 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 19/20 |
20/21 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 20/21 |
21/22 | 100 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 50 | 21/22 |
22/23 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 100 | 22/23 |
23/24 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 100 | 23/24 |
79
BIJLAGE C3
Inflightcatering
Matrix toeslagen onregelmatige uren.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 00/01 |
01/02 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 01/02 |
02/03 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 02/03 |
03/04 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 03/04 |
04/05 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 04/05 |
05/06 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 05/06 |
06/07 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 06/07 |
07/08 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 07/08 |
08/09 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 08/09 |
09/10 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 09/10 |
10/11 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 10/11 |
11/12 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 11/12 |
12/13 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 12/13 |
13/14 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 13/14 |
14/15 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 14/15 |
15/16 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 15/16 |
16/17 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 16/17 |
17/18 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 17/18 |
18/19 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 18/19 |
19/20 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 19/20 |
20/21 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 20/21 |
21/22 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 21/22 |
22/23 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 22/23 |
23/24 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 23/24 |
80
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
DEEL D – VERBIJZONDERENDE REGELING ARBEIDSVOOR- WAARDEN
Onderwijscatering
Artikel 1
Algemeen
1. Voor de omschrijving van de werkingssfeer van de sector onderwijs- catering, wordt verwezen naar de artikelen 1 en 2, Algemeen Deel.
2. Onverminderd het overige in de onderhavige CAO bepaalde, is op werknemers die werkzaam zijn in de onderwijscatering het hierna- volgende van toepassing.
Artikel 2
Spaarurenregeling
1. Voor locaties met een vaste bedrijfssluiting geldt dat indien het aan- tal vakantiedagen waarop werknemer recht heeft minder is dan het aantal dagen op jaarbasis waarop wegens sluiting van de locatie geen arbeid kan worden verricht, werkgever en werknemer een spaaruren- regeling overeen kunnen komen.
2. Werkgever deelt werknemer bij plaatsing op een locatie met een vaste bedrijfssluiting mede dat werknemer periodiek geen arbeid kan verrichten op die locatie vanwege de vaste bedrijfssluiting. Werkgever biedt werknemer aan een spaarurenregeling overeen te komen.
Voorschriften voor toepassing van een spaarurenregeling zijn opge- nomen in het direct aan het onderhavige hoofdstuk opgenomen bij- lage 1.
Artikel 3
Lonen
Voor werknemers als in artikel 1 bedoeld, zijn de loonschalen van de bedrijfscatering van toepassing (bijlage A1).
81
Artikel 4
Onregelmatigheidstoeslag
Voor werknemers als in artikel 1 bedoeld, vóór 1 juli 1999 in dienst, is de matrix toeslagen onregelmatige uren van bijlage D2a van toepassing. Voor werknemers als in artikel 1 bedoeld, vanaf 1 juli 1999 in dienst, is de matrix toeslagen onregelmatige uren van bijlage D2b van toepassing. In deze bijlage geldt, in tegenstelling tot bijlage D2a, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur een 0-tarief.
Artikel 5
Overwerktoeslag
Voor werknemers als in artikel 1 bedoeld is de matrix overwerktoeslag van de bedrijfscatering van toepassing (bijlage A2).
Artikel 6
Uitzonderingsbepaling uitruil
Artikel 55 lid 1 is niet van toepassing op werknemers in de scholen- sector op locaties met een vaste bedrijfssluiting.
82
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE D1
Voorschriften voor toepassing Spaarurenregeling
1. a. Om een zo vast mogelijk inkomenspatroon over het jaar te berei- ken, komen werkgever en werknemer overeen een spaaruren- regeling te sluiten.
b. De spaarurenregeling is van toepassing indien het aantal vakan- tiedagen waarop werknemer recht heeft, minder is dan het aantal dagen op jaarbasis waarop wegens sluiting van de locatie geen arbeid kan worden verricht.
2. Werknemer zal zijn vakantiedagen opnemen in de periode(s) waarin wegens sluiting van de locatie geen werkzaamheden kunnen worden verricht.
3. a. Werkgever stelt werknemer zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 1 oktober van enig jaar op de hoogte van de periodes van vaste sluiting van de locatie waarop deze werkzaam is.
b. Werkgever deelt gelijktijdig mede hoeveel, uitgedrukt in uren, het verschil bedraagt tussen de duur van de vaste bedrijfssluiting en de opgebouwde vakantierechten; dit verschil betreft het aan- tal te sparen uren op jaarbasis.
c. Werkgever verstrekt maandelijks een overzicht aan werknemer van het aantal gespaarde uren.
4. De opbouw van spaaruren zal ongewijzigd worden voortgezet indien werknemer wegens arbeidsongeschiktheid niet in staat is arbeid te verrichten.
5. a. Indien een werknemer meer- of overwerk verricht, zal uitbetaling daarvan plaatsvinden in de daarop volgende loonperiode.
b. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst zal het tegoed aan spaaruren worden uitbetaald.
6. Door ondertekening van deze spaarurenregeling machtigt werknemer de werkgever het in lid 3 onder b genoemde aantal uren te sparen door iedere loonperiode een aantal gewerkte uren niet uit te betalen; het aantal per periode te sparen uren wordt in overleg tussen werk- gever en werknemer vastgesteld.
83
BIJLAGE D2A
Onderwijscatering
Matrix toeslagen onregelmatige uren.
Van toepassing op werknemers in de onderwijscatering vóór 1 juli 1999 in dienst.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 00/01 |
01/02 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 01/02 |
02/03 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 02/03 |
03/04 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 03/04 |
04/05 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 04/05 |
05/06 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 05/06 |
06/07 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 06/07 |
07/08 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 07/08 |
08/09 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 08/09 |
09/10 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 09/10 |
10/11 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 10/11 |
11/12 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 11/12 |
12/13 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 12/13 |
13/14 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 13/14 |
14/15 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 14/15 |
15/16 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 15/16 |
16/17 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 16/17 |
17/18 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 17/18 |
18/19 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 18/19 |
19/20 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 19/20 |
20/21 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 20/21 |
21/22 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 21/22 |
22/23 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 22/23 |
23/24 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 23/24 |
84
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE D2B
Onderwijscatering
Matrix toeslagen onregelmatige uren.
Van toepassing op werknemers in de onderwijscatering vanaf 1 juli 1999 in dienst.
tijd zo | weekdagen ma | di | wo | do | vr | za | tijd | |
00/01 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 00/01 |
01/02 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 01/02 |
02/03 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 02/03 |
03/04 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 03/04 |
04/05 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 04/05 |
05/06 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 05/06 |
06/07 | 70 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 06/07 |
07/08 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 07/08 |
08/09 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 08/09 |
09/10 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 09/10 |
10/11 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 10/11 |
11/12 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 11/12 |
12/13 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 12/13 |
13/14 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 13/14 |
14/15 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 14/15 |
15/16 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 15/16 |
16/17 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 16/17 |
17/18 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 17/18 |
18/19 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 18/19 |
19/20 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 19/20 |
20/21 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 20/21 |
21/22 | 70 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 35 | 21/22 |
22/23 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 22/23 |
23/24 | 70 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 70 | 23/24 |
85
BIJLAGE 2 BIJ DE CAO CONTRACTCATERING
Reglement van de commissie bezwaren functie-indeling
1. De Vakraad stelt uit haar midden een Commissie Bezwaren Functie- indeling samen. Deze Commissie laat zich in voorkomende gevallen adviseren door een externe deskundige.
2. De Commissie doet namens de Vakraad uitspraak in geval een werk- nemer het niet of niet meer eens is met de indeling van de functie respectievelijk van mening is, dat de feitelijke inhoud niet meer in de overeenstemming is met de oorspronkelijke omschrijving.
3. De Commissie bestaat uit 4 leden en een onafhankelijke deskundige. Elk der leden kan zich door een plaatsvervanger laten vervangen. Twee leden en hun plaatsvervangers worden benoemd door de werkgeverspartij bij de CAO; twee leden en hun plaatsvervangers worden benoemd door de werknemerspartijen bij de CAO. De onaf- hankelijke deskundige heeft geen stemrecht.
4. De Commissie wordt bij haar werkzaamheden bijgestaan door de secretaris van de Vakraad.
5. De melding van het bezwaar moet worden vergezeld van een be- knopt overzicht van de feiten en omschrijving van het onderwerp van eis met een duidelijke en bepaalde conclusie.
6. De Commissie zal partijen te allen tijde horen.
7. Partijen dienen persoonlijk aanwezig te zijn bij de horing voor de Commissie. Bij de horing kunnen partijen zich laten vergezellen door een deskundige.
8. De horing door de Commissie kan indien partijen daar geen bezwaar tegen aantekenen in gezamenlijkheid plaatsvinden.
9. De Commissie doet uitspraak uiterlijk binnen 2 maanden na de laat- ste horing.
10. De uitspraak van de Commissie is voor de betrokken partijen bin- dend, indien partijen vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren. Toetsing door de burgerlijke rechter blijft daarnaast openstaan.
11. Partijen kunnen voor het bijwonen van een zitting van de Commis- sie hun reiskosten op basis van kosten openbaar vervoer 2e klasse declareren bij de Vakraad.
86
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
12. De Commissie regelt voor het overige haar procedure zelf.
87
BIJLAGE 3 BIJ DE CAO CONTRACTCATERING
Reglement bindend advies vakraad
1. Met inachtname van het daaromtrent bepaalde in de CAO is de Vak- raad bevoegd kennis te nemen van geschillen tussen een werkgever en één of meerdere werknemers met betrekking tot de uitvoering en toepassing van de CAO.
2. De melding van het geschil vergezeld van de verklaring respectieve- lijk het verzoek van partijen aan de Vakraad het geschil in behande- ling te nemen, dient schriftelijk te worden gedaan bij de secretaris van de Vakraad.
3. Een geschil moet zo snel mogelijk nadat het is ontstaan, doch uiter- lijk na 6 weken, aanhangig gemaakt worden.
Een geschil wordt geacht te zijn ontstaan zodra één der betrokken partijen het bestaan van het geschil aanwezig acht.
4. Indien de termijn van 6 weken wordt overschreden, is de Vakraad niettemin bevoegd van het geschil kennis te nemen.
5. De melding en het verzoek tot behandeling van het geschil moet worden vergezeld van een beknopt overzicht van de feiten en om- schrijving van het onderwerp van eis met een duidelijke en bepaalde conclusie.
6. Na ontvangst door de secretaris, van het in het vorige artikel be- paalde, zal deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken, de aanvraag verzenden naar de leden van de Vakraad alsmede naar de andere betrokken partij.
7. De andere betrokken partij heeft na dagtekening van de brief van de secretaris een periode van 14 dagen voor antwoord.
Dit antwoord zal door de secretaris zo spoedig mogelijk, doch ten hoogste binnen een week na ontvangst worden gezonden naar de leden van de Vakraad en de eisende partij.
8. De Vakraad zal allereerst bij partijen onderzoeken op basis van de eis en het antwoord of alsnog een minnelijke regeling kan worden bereikt.
Blijkt dit naar het oordeel van de Vakraad niet het geval te zijn, zal het geschil verder in behandeling worden genomen met in acht- neming van de volgende bepalingen.
9. Op basis van de conclusie van de eis en het antwoord kan de Vak- raad besluiten tot het vragen van een tweede schriftelijke reactie aan
88
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
beide partijen, xxxxxx rechtstreeks overgaan tot het horen van par- tijen bij het geschil.
10. Partijen bij het geschil kunnen zich zowel bij de schriftelijke presen- tatie van hun standpunten als bij de horing laten vergezellen door een deskundige respectievelijk zich doen vertegenwoordigen door een gemachtigde.
11. Partijen kunnen de Vakraad verzoeken getuigen te horen.
12. Indien partijen zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde, dan wel zich laten vergezellen door een deskundige, dan wel getui- ge(n) wil(len) laten horen, dient de secretaris van de Vakraad daar schriftelijk zo tijdig kennis van te kunnen nemen, dat Vakraad en de tegenpartij tenminste 7 dagen voor aanvang van de horing daarvan in kennis gesteld kunnen worden onder opgave van na(a)m(en) en woonplaats(en).
13. De Vakraad doet zo mogelijk uitspraak binnen 14 dagen na de ,,laat- ste’’ horing van partijen, doch uiterlijk binnen 6 maanden na ont- vangst van het verzoek.
14. De Vakraad is bevoegd een tussentijdse uitspraak te doen. Daarbij wordt, zo enigszins mogelijk, een termijn vastgesteld waarbinnen de behandeling van het geschil zal worden voortgezet.
15. De Vakraad doet een bindende uitspraak voor partijen.
16. De Vakraad bepaalt de eventuele kosten, welke door de behandeling van het geschil zijn veroorzaakt en in hoeverre en in welke verhou- ding partijen deze zullen dragen.
Onder kosten worden niet begrepen de kosten van een eventuele rechtskundige of andere bijstand van partijen.
17. De Vakraad kan ter bestrijding van de kosten bij de aanvang van de procedure via de secretaris een voorschot vragen. Het voorschot zal nimmer de f 75,– per geschil overschrijden.
18. De Vakraad regelt voor het overige haar procedure zelf.
89
BIJLAGE 4 BIJ DE CAO CONTRACTCATERING
Reglement commissie werkingssfeer
Artikel 1
Algemene bepaling
Onder ,,commissie’’ wordt in dit Reglement verstaan de Commissie Wer- kingssfeer.
Artikel 2
Taak van de Commissie
De Commissie Werkingssfeer heeft tot taak in concrete gevallen te bepa- len of al dan niet sprake is van Contractcateringactiviteiten, waarop de CAO’s Contractcatering van toepassing zijn, dan wel van activiteiten waarop de CAO’s in het Horecabedrijf van toepassing zijn.
Artikel 3
Samenstelling van de Commissie
De Commissie Werkingssfeer bestaat uit 9 leden, waarvan er drie wor- den aangewezen door Koninklijk Horeca Nederland, drie door Veneca, één door de Horecabond FNV, één door CNV BedrijvenBond en één door De Unie.
Desgewenst kunnen er plaatsvervangers worden benoemd.
Een lid kan te allen tijde worden vervangen door de organisatie die hem heeft benoemd.
Ontstaat een vacature in de Commissie, dan wordt deze vervuld door de organisatie door wie het gedefungeerde lid was benoemd.
Artikel 4
Duur van het lidmaatschap
De leden en eventuele plaatsvervangende leden van de Commissie wor- den benoemd voor onbepaalde tijd.
Het lidmaatschap van de Commissie eindigt door:
a. bedanken door het lid zelf c.q. door de betreffende organisatie alwaar het commissielid bij aangesloten is;
b. overlijden van het lid.
90
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 5
Secretariaat
De Commissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door een secre- tariaat.
Het secretariaat wordt, afhankelijk van via welke zijde het verzoek om een uitspraak is binnengekomen, wisselend uitgevoerd door het secreta- riaat van de Vakraad voor de Contractcateringbranche (Postbus 693, 4200 AR te Gorinchem) of het secretariaat van de Landelijke Bedrijfs- commissie voor het Horecabedrijf (Postbus 7308, 2701 AH Zoetermeer).
Artikel 6
Indienen van een verzoek
1. Een verzoek om een uitspraak door de Commissie kan worden gedaan door ieder van de partijen bij de CAO voor de Contract- cateringbranche en de Horeca-CAO alsmede, wat betreft de eigen onderneming, door iedere werkgever op wie één van die CAO’s in redelijkheid van toepassing kan worden geacht alsmede door iedere werknemer van zodanige werkgever.
2. De uitspraak van de Commissie heeft het karakter van een bindend advies voor partijen indien deze vooraf schriftelijk zijn overeenge- komen deze uitspraak als zodanig te accepteren.
3. Het verzoek dient te vermelden:
a. naam en adres van verzoeker c.q. werkgever;
b. een nauwkeurige beschrijving van de bedrijfsactiviteiten, even- tueel vergezeld van de argumenten die verzoeker heeft betref- fende toepasselijkheid van één van de beide in het geding zijnde CAO’s;
4. De secretaris zendt binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek, een ontvangstbevestiging aan verzoeker en een verklaring dat de par- tij die het verzoek heeft gedaan zich verbindt de uitspraak van de Commissie als bindend te aanvaarden. Indien de verzoeker de uit- spraak als bindend wenst te aanvaarden, dient deze verklaring, on- dertekend, binnen 14 dagen na verzending aan de secretaris te wor- den geretourneerd.
Tevens wordt ter gelegenheid van de ontvangstbevestiging gevraagd of de verzoeker in de gelegenheid gesteld wil worden om door de
91
Commissie te worden gehoord. De verzoeker dient hierop eveneens binnen 14 dagen na verzending te antwoorden.
5. De secretaris zendt binnen 14 dagen na ontvangst van alle voor de beoordeling noodzakelijke bescheiden, het verzoek aan de Commis- sie Werkingssfeer, met een verklaring aan ieder der betrokken par- tijen dat men zich verbindt de uitspraak als bindend te aanvaarden. Indien de desbetreffende partij(en) de uitspraak als bindend wensen te aanvaarden, dient de verklaring, ondertekend, binnen 14 dagen na verzending aan de secretaris te worden geretourneerd.
Tevens wordt ter gelegenheid van het in kennis stellen van het ver- zoek, gevraagd of éen of meerdere van de betrokken partijen een hoorzitting wenselijk acht.
Hierop dient eveneens binnen 14 dagen na verzending te worden geantwoord.
Artikel 7
Het horen van partijen
1. Indien de verzoeker of één der partijen zulks te kennen heeft gege- ven, roept de secretaris partijen op om op een zitting te verschijnen teneinde door de Commissie te worden gehoord.
Bij deze hoorzitting dient de Commissie zich laten vertegenwoordi- gen door minimaal één afgevaardigde namens Veneca, minimaal één afgevaardigde namens Koninklijke Horeca Nederland en minimaal één afgevaardigde namens de overige organisaties.
2. Deze hoorzitting wordt gehouden binnen één maand nadat de ver- zoeker heeft kenbaar gemaakt te willen worden gehoord.
De termijn van 1 maand kan door omstandigheden worden verlengd met maximaal 1 maand.
3. Xxxxxxxxx en/of de betrokken partijen kunnen zich laten bijstaan door deskundigen.
Artikel 8
Verdere behandeling van het verzoek
1. De Commissie neemt binnen 1 maand nadat zij kennis heeft geno- men van het verzoek of binnen 1 maand na de hoorzitting een besluit.
De Commissie wordt, ten behoeve van het te nemen besluit, in het bezit gesteld van het verslag van de eventueel gehouden hoorzitting. Deze termijn van 1 maand kan door omstandigheden worden ver- lengd met maximaal 1 maand.
92
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. Een besluit van de Commissie behoeft de steun van zeven of meer leden van de Commissie.
Ontbreekt in een voorkomend geval zodanige meerderheid, dan wordt het dossier in handen gesteld van een gezamenlijk door partijen aan- gewezen vertrouwenspersoon die binnen 1 maand na verwerking van het dossier een besluit neemt.
Deze termijn van 1 maand kan door omstandigheden worden ver- lengd met maximaal 1 maand.
3. Bij gebreke van eenstemmigheid aangaande de vertrouwenspersoon, wordt in de vacature voorzien, op verzoek van de meest gerede par- tij, door de voorzitters van de Stichting van de Arbeid.
4. De Commissie respectievelijk de vertrouwenspersoon baseert zich bij haar respectievelijk zijn besluiten op de in de CAO voor de contractcateringbranche en de Horeca-CAO neergelegde werkingssfeerbepalingen. Richtinggevend is wat ter zake van derge- lijke activiteiten in de bijlage bij dit Reglement is neergelegd.
5. De Commissie kan buiten vergadering rechtsgeldige besluiten ne- men. Voorwaarde is wel dat de mening van ieder Commissielid, schriftelijk bij de secretaris is ingediend.
6. Het besluit van de Commissie wordt terstond aan de verzoeker schriftelijk medegedeeld.
De uitspraak dient de gronden te bevatten waarop zij berust.
7. Indien het besluit zal worden genomen door de vertrouwenspersoon, wordt, zodra dit bekend is, de verzoeker daarvan in kennis gesteld.
8. Het besluit van de vertrouwenspersoon wordt terstond aan de ver- zoeker schriftelijk medegedeeld.
Artikel 9
Kosten
De vacatiegelden van de leden van de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig de voor de leden van het bestuur van de Vakraad/LBC vastgestelde regeling. Deze kosten komen ten laste van de Stichting Vak- raad voor de Contractcateringbranche/LBC.
93
Artikel 10
Slotbepaling
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Commis- sie.
94
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 4A BIJ DE CAO CONTRACTCATERING
Toelichting bij reglement Commissie Werkingssfeer
Restauratieve diensten waarbij van Contractcatering sprake is, doen zich voor bij dienstverlening ten behoeve van – bijvoorbeeld – de volgende opdrachtgevers: werkgevers (ten behoeve van diegenen die in hun on- derneming werkzaam zijn), instellingen actief in de gezondheidszorg (ten behoeve van patiënten), bejaarden- rusthuizen (ten behoeve van bewoners), correctionele instellingen (ten behoeve van diegene die tot een verblijf aldaar veroordeeld zijn), onderwijsinstellingen (ten behoeve van studenten en leerlingen), het leger (ten behoeve van militairen) en inflightcatering (ten behoeve van passagiers).
Offshore catering is uitgezonderd van de werkingssfeer van deze CAO. Uitgangspunt is dat van de restauratieve diensten in kwestie in overwe- gende mate gebruik gemaakt wordt door de categorie gebruikers met wie de opdrachtgever de in de CAO genoemde andere ,,durende band’’ heeft. Dat is in beginsel niet mogelijk indien de activiteiten niet in de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtgever worden aan- geboden en verricht. Zo is bij de publieke horeca-exploitatie van een gelegenheid als Xxxxxxxx niet van Contractcatering sprake. Hetzelfde geldt voor de exploitatie door een cateringbedrijf van een gelegenheid als het WTC-restaurant te Rotterdam: daar is immers sprake van een vol- ledige publieke openstelling alsmede van een vorm van dienstverlening die een horeca-exploitatie is tegen nagenoeg ,,normale’’ horeca- prijszetting van de aangeboden producten en diensten.
Tenslotte kan bij wijze van voorbeeld ook de dienstverlening door een cateringsbedrijf bij dierentuin Artis worden genoemd; ook daar staat de exploitatie volledig open voor het publiek, waarmee geen vaste andere relatie bestaat als hierboven bedoeld, en ook hier geldt dat de normale horeca-prijszetting grotendeels wordt gevolgd.
Bestaat twijfel over de vraag of in een concreet geval al dan niet van Contractcateringactiviteiten sprake is, dan is indicatief voor de aanwe- zigheid daarvan dat de opdrachtgever een overwegende invloed heeft bij de bepaling waar, wanneer en/of op welke condities de activiteiten wor- den verricht.
Daar waar in dit reglement wordt gesproken van CAO voor de Contract- cateringbranche wordt daaronder tevens verstaan de VUT-CAO voor de Contractcateringbranche en de SAVAC-CAO voor de Contractcatering- branche.
95
BIJLAGE 5 BIJ DE CAO CONTRACTCATERING
Klachtenregeling met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van seksuele intimidatie
Artikel 1
c. Van de werkgever mag worden verwacht dat deze in redelijkheid de werkorganisatie en werkomgeving zodanig inricht, dat seksuele inti- midatie wordt voorkomen. De werkgever is door het aangaan van deze overeenkomst verplicht tot het voeren van een samenhangend beleid, dat seksuele intimidatie in de werkorganisatie voorkomt en bestrijdt.
Een samenhangend beleid bevat de volgende onderdelen:
– het ontwikkelen en uitvoeren van preventief beleid;
– het instellen van een vertrouwenspersoon;
– ontwikkelen en tot uitvoering brengen van een klachtenprocedure.
Artikel 2 In deze regeling wordt verstaan onder:
– Seksuele intimidatie:
direct of indirect seksueel getinte uitingen in woord, gebaar, afbeel- ding of anderszins, welke door een werkne(e)m(st)er als ongewenst worden ervaren, en/of waarvan de pleger redelijkerwijs moet begrij- pen dat werkne(e)m(st)er deze ongewenst vindt;
– werkne(e)m(st)er:
degene die op arbeidsovereenkomst in dienst is van de werkgever, alsmede degene die als stagiaire, uitzendkracht, oproepkracht of anderszins voor de werkgever werkzaam is (geweest);
– werkgever:
natuurlijke of rechtspersoon die al of niet in hoofdzaak een bedrijf maakt van het aanbieden en verrichten van Contract- cateringactiviteiten;
– klachtencommissie:
de commissie tot wie de werkne(e)m(st)er die wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie zich kan wenden met een klacht en die deze klacht terzake behandelt;
– vertrouwenspersoon:
de functionaris tot wie de werkne(e)m(st)er die wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie zich kan wenden voor advies en ondersteu- ning.
96
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 3
Preventief beleid
Aan alle werkne(e)m(st)ers zal door de werkgever te kennen worden gegeven dat seksuele intimidatie niet getolereerd wordt en tot sancties kan leiden voor de persoon, die zich daar aan schuldig maakt. Alle werk- ne(e)m(st)ers zullen via de gebruikelijke informatiekanalen worden geïn- formeerd over het beleid ter preventie en bestrijding van seksuele inti- midatie op het werk.
Partijen bij deze CAO komen overeen hiertoe een gezamenlijke voorlichtingsbrochure te ontwikkelen.
Artikel 4
Vertrouwenspersoon
De werkgever wijst met instemming van de ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging, een vertrouwenspersoon aan. Deze kan lid zijn van de ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging.
a. Deze vertrouwenspersoon zal worden belast met de eerste opvang van werkne(e)m(st)ers, die ongewenst intiem gedrag hebben onder- gaan en daarover willen praten.
Gelet op de aard van de problematiek zal deze functionaris bij voor- keur een vrouw zijn, maar in ieder geval het vertrouwen genieten van het vrouwelijk personeel binnen de arbeidsorganisatie. Zij/hij moet gemakkelijk aanspreekbaar zijn, vertrouwelijk met informatie om kunnen gaan en bij voorkeur kennis en ervaring hebben op het ter- rein van individuele hulpverlening.
b. De vertrouwenspersoon heeft tot taak:
– een werkne(e)m(st)er die een klacht heeft inzake seksuele intimi- datie bij te staan en van advies te dienen;
– door onderzoek en overleg met de betrokkenen bij bedrijfs- onderdelen te trachten tot een oplossing van het gesignaleerde probleem te komen;
– de kla(a)g(st)er desgewenst te ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de eigen klachtencommissie, dan wel de klachten- commissie van derden (bijvoorbeeld de opdrachtgever);
– de directie en andere relevante bedrijfsonderdelen (bijvoorbeeld) personeelszaken, bedrijfsmaatschappelijk werk) gevraagd en on- gevraagd te adviseren op het gebied van preventie van seksuele intimidatie in de onderneming.
97
c. De vertrouwenspersoon verricht geen handeling ter uitvoering van haar/zijn taak dan met instelling van de betrokken kla(a)g(st)er.
d. De vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van haar/zijn taken uit- sluitend verantwoording schuldig aan de directie en geniet bescher- ming ter garantie van haar/zijn onafhankelijkheid.
e. De vertrouwenspersoon is bevoegd in het kader van een poging tot bemiddeling, gegevens te verzamelen die de vertrouwenspersoon nodig heeft om zich een goed oordeel te kunnen vormen. Dit kan plaatsvinden door dossieronderzoek en vertrouwelijke informele ge- sprekken met betrokkenen.
f. De werkgever dient de vertrouwenspersoon de nodige faciliteiten te verschaffen waardoor zij/hij op vertrouwelijke wijze schriftelijk dan wel telefonisch kan worden geraadpleegd, zoals bijvoorbeeld een eigen postbusnummer en/of een eigen telefoonlijn, afspraken over het ongeopend laten van aan haar/hem geadresseerde post en derge- lijke.
Voorts verschaft de werkgever de vertrouwenspersoon de mogelijk- heid om zich binnen werktijd op kosten van de werkgever nader te bekwamen voor de functie; een en ander voor zover noodzakelijk voor het door de betrokkene goed vervullen van deze functie en te bepalen in goed overleg tussen de werkgever en de vertrouwens- persoon.
Artikel 5
Voorkoming benadeling vertrouwenspersoon
a. Een vertrouwenspersoon zal door de werkgever niet worden belem- merd dan wel geschaad in haar/zijn positie, mogelijkheden of kan- sen binnen de onderneming door het enkele feit dat zij/hij een der- gelijke functie vervult en de bij die functie vervult en de bij die functie behorende taken uitvoert.
b. Indien een vertrouwenspersoon van mening is, dat ten opzichte van haar/hem in strijd hiermede wordt of is gehandeld, kan zij/hij hier- over een klacht indienen bij de Vakraad.
c. De Vakraad stelt vervolgens een geschillencommissie in die bestaat uit drie leden. Uit de Vakraad worden daartoe één werknemerslid en één werkgeverslid aangewezen. Voorts zal de Commissie bestaan uit een onafhankelijke voorzitter, niet zijnde de centrale vertrouwens- persoon. Bij de samenstelling van de Commissie zal er op worden toegezien, dat vertegenwoordigers van betrokken partijen geen zit- ting kunnen hebben.
d. De Commissie wordt bij haar werkzaamheden bijgestaan door de secretaris van de Vakraad.
e. De melding van het bezwaar moet worden vergezeld van een be- knopt overzicht van de feiten en omschrijving van het onderwerp en eis met een duidelijke en bepaalde conclusie.
f. De Commissie zal partijen te allen tijde horen.
98
Contractcatering 2002/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
g. Partijen dienen persoonlijk aanwezig te zijn bij de horing voor de Commissie. Bij de horing kunnen partijen zich laten vergezellen door een deskundige.
x. Xx xxxxxx door de Commissie kan indien partijen daartegen geen bezwaar aantekenen in gezamenlijkheid plaatsvinden.
i. De Commissie doet uitspraak uiterlijk binnen 2 maanden na de laat- ste horing.
j. Alvorens de Commissie uitspraak doet vraagt zij advies aan de cen- trale vertrouwenspersoon. De uitspraak van de Commissie is voor de betrokken partijen bindend, indien partijen vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren. Toetsing door de burgerlijke rechter blijft daarnaast openstaan.
k. Partijen kunnen voor het bijwonen van een zitting van de Commis- sie hun reiskosten op basis van openbaar vervoer 2e klasse declare- ren bij de Vakraad.
l. De Commissie regelt voor het overige haar procedure zelf.
Artikel 6
Klachtenprocedure
a. – de werkgever stelt met instemming van de ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging bij voorkeur permanent een klachtencommissie in;
– de klachtencommissie bestaat uit 3 leden, waarvan tenminste 1 vrouw; in beginsel maakt de vertrouwenspersoon geen deel uit van deze commissie;
– in de commissie moet bij voorkeur juridische deskundigheid en deskundigheid op het gebied van het bestrijden van seksuele inti- midatie aanwezig zijn;
– de leden van de commissie mogen niet direct betrokken zijn geweest bij seksuele intimidatie waarvoor een klacht is inge- diend. Is zulks wel het geval dan dient een vervanger te worden aangewezen door de werkgever in overleg met ondernemingsraad
c.q. personeelsvertegenwoordiging;
b. – een klacht kan worden ingediend door een werkne(e)m(st)er in de zin van deze klachtenregeling, alsmede door een ex- werkne(e)m(st)er tot en met het tweede jaar na uitdiensttreding;
– een klacht over seksuele intimidatie wordt door de werkne(e)m- (st)er die daarvan last beleeft en/of nadelige gevolgen heeft ondervonden schriftelijk ingediend bij de (secretaris van de) klachtencommissie;
99