Artikel 34. Pensioenregeling
Artikel 34. Pensioenregeling
1. De werkgever sluit een pensioenovereenkomst met de werknemer die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt en ten minste twee maanden in dienst is van de werkgever. De pensioenleeftijd is 67 jaar.
2. De pensioenovereenkomst betreft voor het ouderdomspensioen een premieovereenkomst. Het partnerpensioen betreft voor het deel dat ingaat bij overlijden op of na de pensioenleeftijd een premieovereenkomst en voor het deel dat ingaat bij overlijden vóór de pensioendatum en via een risicoverzekering is gedekt een uitkeringsovereenkomst. Het wezenpensioen dat volledig op basis van een risicoverzekering is verzekerd betreft een uitkeringsovereenkomst.
3. De pensioengrondslag is gelijk aan 12,96 maal het vaste maandsalaris verminderd met de AOW-franchise.
4. De AOW-franchise is gelijk aan 10/7 maal de enkelvoudige AOW voor gehuwde personen zonder toeslag en vermeerderd met de vakantietoeslag, zoals bedoeld in artikel 18a lid 8 van de Wet op de loonbelasting 1964. De hoogte van de AOW-franchise wordt jaarlijks per 1 januari vastgesteld.
5. De beschikbare premie is afhankelijk van de leeftijd en wordt uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag:
Leeftijd 20-24: 2,48% pensioengrondslag
Xxxxxxxx 00-00: 3,01% pensioengrondslag
Xxxxxxxx 00-00: 3,64% pensioengrondslag
Xxxxxxxx 00-00 4,43% pensioengrondslag
Xxxxxxxx 00-00 5,38% pensioengrondslag
Xxxxxxxx 00-00 6,60% pensioengrondslag
Xxxxxxxx 00-00 8,13% pensioengrondslag
Xxxxxxxx 00-00 9,97% pensioengrondslag
Xxxxxxxx 00-00 12,45% pensioengrondslag
Xxxxxxxx 00-00 14,62% pensioengrondslag
De premiestaffel is een netto premiestaffel (staffel 2) die is afgeleid van het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 17 december 2014 (Nr. BLKB2014/2132M) waarbij het ambitieniveau van het ouderdomspensioen afgerond naar boven 1% van de pensioengrondslagen per dienstjaar volgens het middelloonstelsel bedraagt met een medeverzekerd uitgesteld partnerpensioen afgerond naar boven 0,7% van de pensioengrondslagen per dienstjaar volgens het middelloonstelsel.
Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid conform de bepalingen van de WIA zal de premieopbouw volgens de premiestaffel worden voortgezet naar de mate van de toepasselijke klasse van de arbeidsongeschiktheid tot uiterlijk de pensioenleeftijd.
De administratiekosten, de premie voor medeverzekering van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en de risicopremie voor dekking van het bij overlijden van de werknemer direct ingaande partnerpensioen resp. wezenpensioen zijn niet begrepen in de hiervoor vermelde beschikbare premies.
Ter verduidelijking: onder een netto premiestaffel wordt verstaan de premie exclusief de administratiekosten en risicopremies.
De diensttijd wordt gereduceerd met het van toepassing zijnde parttimepercentage daar waar het de risicoverzekering voor het partner- en wezenpensioen bij overlijden vóór de pensioenleeftijd betreft.
De pensioengrondslag wordt vastgesteld als ware sprake van een fulltime dienstverband. In het geval van parttime zal vervolgens de minimale nettopremie voor de premieovereenkomst naar evenredigheid op basis van het parttimepercentage worden vastgesteld.
6. Voor alle werknemers wordt tijdens het deelnemerschap ten behoeve van de partner resp. de kinderen een partnerpensioen resp. wezenpensioen op risicobasis verzekerd, rekening houdende met de achterliggende en toekomstige dienstjaren tot de pensioenleeftijd ter grootte van 0,65% resp. 0,13% van de laatst vastgestelde pensioengrondslag. De risicodekking vervalt na het beëindigen van het deelnemerschap.
Het partnerpensioen gaat in op de dag van het overlijden van de werknemer en eindigt op de dag van overlijden van de medeverzekerde partner. Het wezenpensioen gaat in op de dag van overlijden van de werknemer en wordt uitgekeerd tot uiterlijk de 21-jarige leeftijd of eerdere datum overlijden van het kind.
7. De totale premie omvat de som van de beschikbare premies conform de premiestaffel zoals genoemd in lid 5, de premies voor de medeverzekering van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid als bedoeld in lid 5, de risicopremies voor dekking van het partnerpensioen en wezenpensioen tijdens het deelnemerschap als bedoeld in lid 6, en de apart in rekening gebrachte administratiekosten.
De werknemersbijdrage bedraagt 2,48% van de pensioengrondslag (ongeacht leeftijdsklasse) vermenigvuldigd met, en indien van toepassing, het parttimepercentage. De werkgever betaalt de resterende premie.
8. Een andere individueel overeengekomen pensioenregeling of collectieve pensioenregeling is toegestaan, onder de voorwaarde dat de regeling ten minste gelijkwaardig is aan de hiervoor beschreven pensioenregeling.