CAO VanDijk
XXX XxxXxxx
2024
VanDijk
The Learning Network Xxxxxxxxxxxx 0
8263 AE Kampen
Postbus 23
8260 AA Kampen
Telefoon 038 339 57 39
xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxx.xx
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 2 van 34
XXX XxxXxxx 2024
(Voorheen CAO The Learning Network)
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 3 van 34
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 4 van 34
Collectieve Arbeidsovereenkomst voor VanDijk te Kampen 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024
Tussen de ondergetekenden,
I. VanDijk te Kampen en
II. de volgende organisaties van medewerkers:
1. CNV, te Utrecht,
2. CGMV vakorganisatie, te Zwolle, hierna te noemen partijen bij deze CAO,
is een collectieve arbeidsovereenkomst, hierna te noemen CAO, aangegaan bestaande uit een preambule en artikelsgewijze bepalingen.
Getekend,
VanDijk
X.X. Xxxxxxxx (CFO)
CNV
P. Xxxxxxx (voorzitter)
CNV
E.P.J. Xxxxx (bestuurder)
CGMV Vakorganisatie
X. Xxxxxxxx (bestuurder)
Handtekening: Handtekening: Handtekening: Handtekening:
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 5 van 34
Inhoud
Preambule | 9 | |
Collectieve Arbeidsovereenkomst | 10 | |
1 Definities | 10 | |
1.1 Artikel 1 Definities | 10 | |
2 Xx Xxxxxxxxxxxxxx | 00 | |
2.1 Artikel 2 Algemene bepalingen | 12 | |
2.2 Artikel 3 Aard van het dienstverband | 12 | |
2.3 Artikel 4 Proeftijd | 13 | |
2.4 Artikel 5 Opzegtermijn | 13 | |
2.5 Artikel 6 Deeltijd | 13 | |
3 Functieniveau, salaris en tantième | 14 | |
3.1 Artikel 7 Functieniveaubepaling | 14 | |
3.2 Artikel 8 Salaris, salarisschalen en periodieken | 14 | |
3.3 Artikel 9 Uitbetaling van het salaris; inhoudingen | 17 | |
3.4 Artikel 10 Vakantietoeslag | 17 | |
3.5 Artikel 11 Tantième | 17 | |
4 Ziekte, arbeidsongeschiktheid en pensioen | 19 | |
4.1 Artikel 12 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid | 19 | |
4.2 Artikel 13 Doorbetaling salaris bij ziekte | 19 | |
4.3 Artikel 14 Opbouw vakantiedagen bij ziekte | 20 | |
4.4 Artikel 15 Terugvordering ziekengeld | 20 | |
4.5 Artikel 16 Pensioen | 20 | |
5 Werktijden, werken op afwijkende tijden en overwerk | 22 | |
5.1 Artikel 17 Werktijden 5.2 Artikel 18 Arbeid op zaterdag, zon- en feestdagen, meldingen OR overwerk | 22 22 | |
5.3 Artikel 19 Werken op afwijkende tijden | 23 | |
5.4 Artikel 20 Overwerk en compensatie-uren | 23 | |
5.5 Artikel 21 Vergoedingen | 24 | |
6 Vakantie en verlof | 25 | |
6.1 Artikel 22 Vakantie en verlof | 25 | |
6.2 Artikel 23 Buitengewoon verlof | 27 | |
6.3 Artikel 24 Arbeid en zorg | 28 | |
6.4 Artikel 25 Generatiepact | 30 | |
7 Overige bepalingen | 31 | |
CAO VanDijk 2024 | Pagina 6 van 34 |
7.1 Artikel 26 Reiskosten woon-werkverkeer, dienstreizen en opleidingsreizen 31
7.2 Artikel 27 WIA excedent, WGA- en ANW-hiaat verzekering 31
7.3 Artikel 28 Studiekostenregeling 31
7.4 Artikel 29 Seksuele intimidatie 32
7.5 Artikel 30 Milieu 32
7.6 Artikel 31 Aanvulling duur WW en loongerelateerde WGA 32
7.7 Artikel 32 PMO 32
7.8 Artikel 33 Vakorganisaties 32
8 Uitstroom 33
8.1 Artikel 34 Reorganisatie 33
9 Overgangs- en slotbepalingen 34
9.1 Artikel 35 Looptijd van de CAO 34
9.2 Artikel 36 Opzegging van de CAO 34
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 7 van 34
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 8 van 34
Preambule
Algemeen
In de CAO wordt geregeld over welke arbeidsvoorwaardelijke onderwerpen overeenstemmend overleg werd gevoerd tussen de werkgever en de werknemersorganisaties (CNV en CGMV). Daarbij zijn tevens afspraken gemaakt over de onderwerpen die nog nader tussen partijen in de loop van 2024 en daarna aan de orde zullen worden gesteld alsmede de onderwerpen die op ondernemingsniveau met de ondernemingsraad overeengekomen dienen te worden.
Deze CAO is van toepassing op de arbeidsverhouding tussen de vennootschappen van VanDijk en haar werknemers. Met de vennootschappen van VanDijk worden bedoeld: The Learning Network BV, VanDijk BV en STS BV.
VanDijk Kompas
De volgende afspraken zijn overeengekomen welke (ook) in het VanDijk Kompas worden gewijzigd:
- Een structurele thuiswerkvergoeding van € 2,35 netto per dag en een netto reiskostenvergoeding van € 0,23 per kilometer.
- De stagevergoedingen voor alle niveaus wordt opgehoogd naar € 500,- bruto op fulltime basis. “Bruikbaar afstudeerproject” zal vervallen in het Kompas.
- Bij een 50 jarig dienstjubileum is er recht op een netto uitkering van een maandsalaris
Bijdrage werkgever aan vakorganisaties in 2024
De vakorganisaties ontvangen een gezamenlijke bijdrage van € 1.300 voor hun werkzaamheden.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 9 van 34
Collectieve Arbeidsovereenkomst
1 Definities
1.1 Artikel 1 Definities
In deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden de volgende definities:
a. werkgever: De in de preambule genoemde vennootschappen van
VanDijk.
b. medewerker: Iedere man of vrouw die een arbeidsovereenkomst naar
burgerlijk recht is aangegaan met werkgever voor bepaalde of onbepaalde tijd.
c. werktijd: De tijd gedurende welke de medewerker ten behoeve van de werkgever arbeid verricht.
d. wekelijkse arbeidsduur: 40 uren.
e. seizoen Een periode van het kalenderjaar waarin er sprake is van seizoengebonden bedrijfstijden. Deze periode wordt jaarlijks voor 1 mei door de werkgever en de ondernemingsraad vastgesteld.
f. reguliere bedrijfstijd: Zie VanDijk Kompas
g. weekend: De periode gelegen tussen zaterdag om 00.00 uur en zondag om 24.00 uur.
h. overwerk: Arbeid die in opdracht van de werkgever wordt verricht en
waarmee de overeengekomen werktijd wordt overschreden en waarmee de in punt f van dit artikel genoemde bedrijfstijd kan worden overschreden.
i. fulltime medewerker: De medewerker die blijkens de arbeidsovereenkomst
gedurende de tijd als bedoeld onder punt d. van dit artikel arbeid verricht.
j. parttime medewerker: De medewerker die blijkens de arbeidsovereenkomst
gedurende kortere tijd als bedoeld onder punt d. van dit artikel arbeid verricht.
k. partner: De levenspartner van de medewerker, blijkende uit een notarieel verleden samenlevingscontract ofwel een bij een
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 10 van 34
kantongerecht gedeponeerd samenlevingscontract.
l. maandsalaris: Het vaste overeengekomen bruto salaris dat maandelijks
wordt betaald echter exclusief kostenvergoeding, toeslagen en vakantietoeslag.
m. personeelshandboek: Handboek ten behoeve van het personeel (VanDijk
Kompas), waarin regelingen zijn opgenomen, die na advies of met instemming van de ondernemingsraad zijn vastgesteld.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 11 van 34
2 De Arbeidsrelatie
2.1 Artikel 2 Algemene bepalingen
Lid 1
De individuele arbeidsovereenkomst mag geen bepalingen bevatten welke strijdig zijn met deze CAO.
Lid 2
De werkgever draagt er zorg voor dat iedere medewerker een exemplaar van deze CAO ter beschikking heeft.
2.2 Artikel 3 Aard van het dienstverband
Lid 1
Tenzij in de individuele arbeidsovereenkomst anders is overeengekomen, heeft de medewerker een fulltime dienstverband voor onbepaalde tijd.
Nieuwe medewerkers krijgen een tijdelijke arbeidsovereenkomst van 1 jaar (of onbepaalde tijd), waarbij minimaal 2 maand voor de einddatum uitsluitsel gegeven wordt over een eventueel vervolg. De medewerker kan aanspraak maken op de wettelijke aanzegboete (conform 7:668 BW), bij een schriftelijke bevestiging minder dan 1 maand voor de einddatum.
Lid 2
Wanneer er sprake is van opvolgende contracten voor bepaalde tijd, dan geldt er een maximale duur van in totaal 36 maanden. Medewerkers kunnen maximaal 3 opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten krijgen. Voor medewerkers met de AOW gerechtigde leeftijd zijn dat maximaal 6 tijdelijke arbeidsovereenkomsten van in totaal maximaal 48 maanden.
Lid 3
Uitzendarbeid is mogelijk in geval van:
A. Vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof;
B. Activiteiten van kennelijk tijdelijke aard;
C. Kennelijk onvoorziene omstandigheden.
Uitzendkrachten worden door de werkgever, voor wat betreft de toepassing van het taakbeleid en arbeids- en rusttijdenregeling, op dezelfde wijze behandeld als de werknemers die onder deze cao vallen. Voor uitzendkrachten die werkzaamheden voor de werkgever verrichten, geldt dat het betreffende uitzendbureau v.w.b. salaris, inclusief toelagen en onkostenvergoedingen overeenkomstige arbeidsvoorwaarden toekent als die welke worden toegekend aan de werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van het inlenende bedrijf. De werkgever is op grond van deze cao verplicht dit te bedingen in de uitzendovereenkomst die met het uitzendbureau wordt gesloten. De werkgever moet zich ten aanzien van de beloning van uitzendkrachten ervan vergewissen dat dit wordt toegepast.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 12 van 34
2.3 Artikel 4 Proeftijd
Voor arbeidsovereenkomsten langer dan 6 maanden of bij een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd geldt een proeftijd van twee maanden. Tijdens de proeftijd kunnen medewerker en werkgever de arbeidsovereenkomst elk moment (eenzijdig) opzeggen. Hierbij moet op verzoek schriftelijk een reden aangegeven worden.
2.4 Artikel 5 Opzegtermijn
Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt een wederzijdse opzegtermijn van 2 maanden. Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 6 maanden of langer, welke van rechtswege eindigt en waarvoor geen opzegging vereist is geldt een wederzijdse tussentijdse opzegtermijn van 2 maanden.
2.5 Artikel 6 Deeltijd
Lid 1
Het is mogelijk om in deeltijd te werken tenzij redelijkerwijze bedrijfsbelangen zich hiertegen verzetten. In dat geval zal de werkgever een schriftelijke motivatie geven van haar bezwaren.
Lid 2
De werkgever behoudt zich het recht voor om deeltijdarbeid in een piekperiode niet toe te staan.
Lid 3
De parttime medewerker met wie vooraf overeengekomen is dat die in het seizoen fulltime werkt, ontvangt gedurende de periode dat fulltime gewerkt wordt het salaris van een fulltime medewerker.
Lid 4
Een verzoek van een parttime medewerker om de arbeidsduur uit te breiden, zal slechts gehonoreerd worden wanneer er formatieruimte is voor de desbetreffende functie. Bovendien zal de leidinggevende het verzoek beoordelen op basis van gebleken competenties en geschiktheid van de medewerker voor de desbetreffende functie.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 13 van 34
3 Functieniveau, salaris en tantième
3.1 Artikel 7 Functieniveaubepaling
Lid 1
VanDijk maakt gebruik van de Hay-methode van Xxxx Xxxxx voor functie-evaluatie en –profilering, waarbij de drie functiekenmerken ‘kennis & kunde’, ‘probleemoplossend vermogen’ en ‘verantwoordelijkheid’ worden gewogen.
3.2 Artikel 8 Salaris, salarisschalen en periodieken
Lid 1 Collectieve verhoging
De medewerkers in dienst op 31 december 2023 ontvangen op 1 januari 2024 een structurele loonstijging van 4% over maximaal € 5.526,85 brutosalaris op fulltime basis. Over het meerdere zal geen indexatie plaats vinden. Medewerkers in dienst op 30 september 2024 ontvangen per 1 oktober 2024 een structurele loonstijging van 1% over maximaal € 5.526,85 brutosalaris op fulltime basis.
Over het meerdere zal geen indexatie plaats vinden.
De salarisschalen zullen per 1 januari 2024 met 4% stijgen en per 1 oktober met 1%, met uitzondering van het minimum van salarisschalen 7, 8 en 9, welke jaarlijks per 1 januari en 1 juli aangepast worden op basis van het dan geldende Wettelijk minimum(jeugd)loon. De jeugdloonschalen voor 15 jarigen en 16 jarigen vervallen per 1 januari 2024.
Het maximum van de reguliere schalen en het maximum van de uitloopschaal zal met 1 stap opgehoogd worden per 1 oktober 2024 (met respectievelijk 1,25% en 1% van het schaalgemiddelde).
Lid 2 Functieniveaumatrix
De functieniveaus in de functieniveaumatrix corresponderen met de salarisschalen.
Lid 3 Salarisschalen
Binnen de organisatie gelden van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024 de volgende salarisschalen:
Het schaalgemiddelde:
De uitloopschaal:
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 14 van 34
Binnen de organisatie gelden van 1 juli 2024 tot en met 30 september 2024 de volgende salarisschalen:
Het schaalgemiddelde:
De uitloopschaal:
Binnen de organisatie gelden van 1 oktober 2024 tot en met 31 december 2024 de volgende salarisschalen:
Het schaalgemiddelde:
De uitloopschaal:
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 15 van 34
Overgangsregeling Hay-methode
Bij een ft salaris boven het maximum van de uitloopschaal: het deel boven het maximum zal per 1 februari 2020 als persoonlijke toeslag worden uitbetaald. Over deze toeslag wordt vakantiegeld en basispensioen opgebouwd, maar geen excedentpensioen. In 2020 wordt deze toeslag niet afgebouwd. Vanaf 2021 wordt deze toeslag bij elke cao indexatie afgebouwd met 50% van de salarisverhoging.
Lid 4 Jaarlijkse competentieverhoging
De jaarlijkse competentieverhoging zal voor alle medewerkers worden vastgesteld op 1,25%, 1,5% of 1,75% van het schaalgemiddelde, afhankelijk van of men in het schaaldeel (respectievelijk) ‘Hoog’, ‘Midden’ of ‘Basis’ zit, waarbij de interne richtlijnen van HR onverkort van toepassing blijven:
- Medewerkers in de leeftijdsschalen komen niet in aanmerking voor een competentieverhoging (deze medewerkers ontvangen een salarisverhoging conform de volgende leeftijdsschaal per de eerste van de maand waarin ze jarig zijn).
- Medewerkers op / boven het maximum van de schaal komen niet in aanmerking voor een competentieverhoging.
- Medewerkers die op of na 1 september in dienst zijn getreden, komen nog niet in aanmerking voor een competentieverhoging.
- Het percentage competentieverhoging voor medewerkers die voor 1 september in dienst zijn getreden, wordt naar rato van de duur van het dienstverband toegekend.
- Medewerkers die in het betreffende boekjaar een verzuimpercentage van 25% of hoger hebben, ontvangen de competentieverhoging naar rato van het percentage dat zij arbeidsgeschikt zijn geweest. In geval van zwangerschapsverlof wordt deze correctie niet toegepast.
Salarisgroei in de uitloopschaal van 1% van het schaalgemiddelde is in uitzonderlijke situaties mogelijk bij (onderbouwd) excellent presteren.
Medewerkers die excellent of minder goed presteren, kunnen in aanmerking komen voor een hogere of lagere competentieverhoging dan 1,25%, 1,5% of 1,75%. De leidinggevende dient dit 1 maand voor de loonronde onderbouwd en gedocumenteerd aan de naast hogere leidinggevende aan te tonen. Deze hogere of lagere vergoeding dient door de directie te worden goedgekeurd.
Lid 5 Eenmalige competentie-uitkering
Vervallen per 1 januari 2020.
Lid 6 Toeslag tijdelijk leidinggeven
Wie gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 6 weken leidinggeeft aan 5 tot 10 medewerkers heeft recht op een eenmalige toeslag van 50% van het verschil tussen het maximum van de salarisschaal behorend bij de functie van de medewerker en het maximum van de naast hogere salarisschaal. Wie gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 6 weken leidinggeeft aan 10 medewerkers of meer heeft recht op een eenmalige toeslag van 100% van het verschil zoals hierboven beschreven. De medewerker kan de toeslag vooraf aanvragen via een speciaal formulier daartoe.
Lid 7 Overlijdensuitkering
Bij het overlijden van een vaste medewerker, ontvangt diens nabestaande een uitkering van 3 maandsalarissen (inclusief 8% vakantiegeld).
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 16 van 34
Lid 8 Cafetariasysteem
Medewerkers kunnen door uitruil van brutosalaris in het kader van het cafetariasysteem (tijdelijk) onder het minimum van de geldende salarisschaal komen. Medewerkers mogen echter niet onder het geldende wettelijke minimumloon uitkomen. Percentages voor prijscompensatie en competentieverhoging worden berekend over het oorspronkelijke brutoloon, waarna vervolgens de verlaging opnieuw wordt bepaald.
Lid 9 Stagevergoedingen
Voor stagiaires van alle niveaus (VO, MBO, HBO en WO) geldt een stagevergoeding van €500,- bruto per maand op fulltime basis.
3.3 Artikel 9 Uitbetaling van het salaris; inhoudingen
Lid 1
Salarissen zullen uiterlijk de 25ste van de maand van de rekening van XxxXxxx zijn afgeschreven. VanDijk draagt de verantwoordelijkheid dat het geld op de juiste plek terechtkomt en neemt verder (na melding door medewerker) initiatief als dit niet het geval blijkt te zijn.
Lid 2
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden op het salaris bedragen ingehouden voor loonheffing, sociale verzekeringspremies en pensioenfonds. De werkgever betaalt het daarbij behorende werkgeversaandeel.
3.4 Artikel 10 Vakantietoeslag
Lid 1
In de maand juni wordt de jaarlijkse vakantietoeslag over de periode juni van het voorafgaande jaar tot en met mei van het lopend jaar uitbetaald.
Lid 2
De vakantietoeslag bedraagt voor een volledig dienstjaar 8% van het jaarsalaris. Bij een niet volledig dienstjaar wordt de vakantietoeslag naar rato uitgekeerd.
Lid 3
Bij beëindiging van het dienstverband wordt bij uitdiensttreding vakantietoeslag uitgekeerd over dat deel van de in lid 1 genoemde periode, dat de medewerker nog in dienst was.
3.5 Artikel 11 Tantième
Lid 1
De hoogte van de tantième is afhankelijk van het geconsolideerde netto resultaat van TLN Holding BV en bedraagt 3,85% van de winst na rente en belasting (PAT).
Lid 2
Indien de actuele PAT in het betreffende jaar groter is dan de PAT die in dat betreffende jaar is gebudgetteerd, wordt 7,8% van dit hogere bedrijfsresultaat toegevoegd aan het totaalbedrag, zoals wordt genoemd in lid 1.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 17 van 34
Lid 3
Het maximaal uit te keren tantièmebedrag bedraagt per fulltime medewerker € 3.375,- bruto.
Lid 4
Medewerkers die in dienst treden ontvangen het eerste dienstjaar tantième naar rato van het deel van het jaar dat men in dienst was. Vervolgens geldt de volgende staffel (peildatum 31 december van het betreffende jaar):
- 25% voor minder dan 2 dienstjaren,
- 50% voor 2 of meer dienstjaren en minder dan 3 dienstjaren,
- 75% voor 3 of meer dienstjaren en minder dan 4 dienstjaren,
- 100% voor 4 of meer dienstjaren.
Daar waar in dit artikel gesproken wordt over dienstjaren, doelt de regeling op het aantal dienstjaren dat een medewerker onder deze cao en daarmee de tantièmeregeling valt.
Lid 5
Oproepkrachten hebben geen recht op tantième.
Lid 6
Medewerkers die een deeltijdcontract hebben, krijgen tantième naar rato (peildatum 31 december van het betreffende jaar).
Lid 7
Bij ziekte wordt over het eerste half jaar volledige tantième uitgekeerd. Na een half jaar wordt tantième uitgekeerd naar rato van het aantal uren dat de medewerker tegen loonwaarde werkt.
Lid 8
Over de periode van zwangerschapsverlof en ouderschapsverlof wordt wel tantième uitgekeerd. Over de periode van onbetaald verlof niet.
Lid 9
Indien een medewerker op 31 december van het betreffende kalenderjaar niet meer in dienst is, vervalt het recht op een tantième-uitkering.
Lid 10
Afhankelijk van de fiscale mogelijkheden kan de medewerker de uitkering besteden aan een fiets, de levensloopregeling, kopen vakantiedagen en bijsparen voor pensioen. Uitgangspunt is dat dit kostenneutraal is voor de werkgever.
Lid 11
De tantième wordt uitgekeerd na definitieve vaststelling van de jaarrekening. VanDijk kan besluiten de medewerkers in december een voorschot te geven.
Lid 12
Afwijken van deze regeling kan slechts gebeuren indien er sprake is van zwaarwegende redenen. Dit is ter beoordeling aan de algemeen directeur. Bij zwaarwegende redenen kan het bijvoorbeeld gaan om een medewerker die zich wegens structureel slecht functioneren in een afscheidstraject bevindt. In dat geval zal deze medewerker geen tantième ontvangen.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 18 van 34
4 Ziekte, arbeidsongeschiktheid en pensioen
4.1 Artikel 12 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
Met betrekking tot ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid is met instemming van de ondernemingsraad een reglement vastgesteld. Dit reglement is opgenomen in het personeelshandboek (VanDijk Kompas).
4.2 Artikel 13 Doorbetaling salaris bij ziekte
Lid 1 Eerste ziektejaar
In geval van ziekte van de medewerker verplicht de werkgever zich om gedurende het 1ste jaar het aan de medewerker verschuldigde salaris volledig door te betalen.
Lid 2 Tweede ziektejaar
Per de ingangsdatum van het tweede ziektejaar wordt over de ziekte-uren (d.w.z. de uren die de medewerker als gevolg van ziekte niet tegen loonwaarde werkt) 70% van het salaris uitbetaald. Indien een medewerker terminaal ziek is dan wel een levensbedreigende ziekte heeft (volgens de definitie van de wet 'arbeid en zorg') dan wordt het salaris van 70% in het tweede ziektejaar aangevuld tot 100%. Voor parttimers geldt dit naar rato dienstverband.
Lid 3 IVA
Indien een medewerker volledig en blijvend arbeidsongeschikt is en een IVA uitkering ontvangt in de eerste twee ziektejaren, dan zal VanDijk deze IVA uitkering aanvullen conform hetgeen hiervoor in dit artikel beschreven is.
Lid 4 Derde en volgende ziektejaren
Na 104 ziekteweken valt de medeweker onder de WIA. Afhankelijk van de arbeidsongeschiktheidsklasse ontvangt de medewerker het volgende:
IVA (>=80% duurzaam arbeidsongeschikt)
De medewerker ontvangt een inkomensvervangende IVA uitkering, zonder aanvulling van VanDijk. WGA (35-80% arbeidsongeschikt, of >=80% arbeidsongeschikt met herstelkans)
Medewerkers ontvangen een WGA uitkering, 100% salaris over de gewerkte uren en eventueel een aanvulling vanuit een WGA verzekering (op het moment dat men over gaat van de loongerelateerde uitkering naar een vervolguitkering).
< 35% arbeidsongeschikt
Medewerkers ontvangen 100% salaris over de gewerkte uren en 50% van het salaris over de niet gewerkte uren door ziekte in het derde ziektejaar. Vanaf het vierde ziektejaar vervalt de aanvulling van VanDijk.
Lid 5
VanDijk zal zich inspannen om gedeeltelijk arbeidsongeschikte medewerkers zo veel mogelijk aan het werk te houden door te zoeken naar passend werk binnen en buiten VanDijk en door het toepassen van prioriteitenbeleid.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 19 van 34
Lid 6
Medewerkers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn volgens de WIA zullen niet gedeeltelijk ontslagen worden:
- in de eerste 5 ziektejaren,
- bij minder dan 5 uur arbeidsverlies.
4.3 Artikel 14 Opbouw vakantiedagen bij ziekte
Bij een ziekteperiode van meer dan 6 maand wordt het vakantierecht vanaf 2012 niet meer gekort. Tijdens volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid bouwt de medewerker het volledige vakantierecht op. Vakantieopname tijdens ziekte wordt dan ook volledig afgeboekt. Het wettelijke deel van het verlof (160 uur op fulltime basis) mag niet wordt uitbetaald en vervalt een half jaar na het kalenderjaar waarin het opgebouwd is.
De werkgever stelt het begin en het einde van de vakantie vast. Dit gebeurt in overleg met de medewerker.
4.4 Artikel 15 Terugvordering ziekengeld
Indien een medewerker arbeidsongeschikt is door toedoen van een derde, zal de werkgever (eventueel met hulp van een regresbureau) de salariskosten van de medewerker terugvorderen bij de derde partij. De medewerker is verplicht om alle informatie die nodig is om de salariskosten terug te kunnen vorderen, aan te leveren aan de werkgever.
4.5 Artikel 16 Pensioen
Lid 1 Basisregeling en excedentregeling
De medewerker van 18 jaar en ouder met een arbeidsovereenkomst is verplicht deel te nemen aan de VanDijk-pensioenregeling.
Deze basisregeling is ondergebracht bij het BedrijfstakPensioenFonds (BPF) voor de detailhandel. De uitgangspunten van de BPF basispensioenregeling zijn (peildatum 2024):
1. opbouw ouderdomspensioen van 18 jaar tot 67 jaar,
2. pensioenopbouw wordt berekend volgens het middelloon-systeem (DB regeling) met indexatie,
3. opbouwpercentage ouderdomspensioen 1,622% van de pensioengrondslag,
4. pensioengrondslag = pensioen scheppend salaris (max het SVW loon, € 71.628,-) -/- franchise,
5. franchise bedraagt voor 2024 € 1.7522,-,
6. de bijdrage van de kosten medewerker/werkgever is 6,075%/18,675% van de grondslag xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Vanaf 1 april 2011 geldt er een excedentpensioenregeling waar alle medewerkers die op fulltime
basis meer verdienen dan het geldende SVW loon verplicht aan deelnemen.
De uitgangspunten voor de VanDijk excedentpensioenregeling zijn vanaf 1 januari 2014:
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 20 van 34
1. opbouw volgens een DC regeling (Defined Contribution),
2. inleg geschiedt op basis van de fiscaal maximaal toegestane premie (conform de 4% rekenrente staffel, staffelbesluit 2013),
3. de pensioengrondslag is het pensioengevend salaris minus de franchise,
4. de franchise is het geldende SVW loon,
5. het pensioengevend salaris is (maximaal) 1,5 maal het SVW loon,
6. premieverdeling 1/4e voor de werknemer en 3/4e voor de werkgever.
Lid 2 Premie
De medewerkersbijdrage van de pensioenpremie wordt maandelijks ingehouden op het salaris.
Lid 3 Bijspaarmogelijkheid
Medewerkers met een fulltime inkomen boven 1,5 maal het maximale SVW loon hebben vanaf 18 jaar de mogelijkheid om mee te doen aan de bijspaarregeling. Doel van deze regeling is het sparen voor:
- het vroeger in laten gaan van het (hogere) ouderdomspensioen, eventueel in combinatie met de mogelijkheid de hoogte te flexibiliseren (eerst hoog, daarna een lagere uitkering), of
- een hoger ouderdomspensioen op de pensioengerechtigde leeftijd.
De bijdrage van de medewerkers aan deze regeling is vrijwillig en fiscaal gemaximaliseerd (zie het reglement).
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 21 van 34
5 Werktijden, werken op afwijkende tijden en overwerk
5.1 Artikel 17 Werktijden
Lid 1
De werktijd is, behoudens overwerk, gelegen binnen de reguliere bedrijfstijd. De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht inzake nadere regelingen van de werktijd.
Met instemming van de ondernemingsraad is, als uitwerking van lid 2, een werktijdenregeling vastgesteld die is opgenomen in het personeelshandboek (VanDijk Kompas).
De werktijden van fulltime medewerkers en parttime medewerkers, die de wekelijkse arbeidsduur flexibel willen indelen, worden vastgesteld in overleg met de leidinggevende.
Lid 2
De werkgever biedt medewerkers de mogelijkheid de begin- en eindtijd van de dagelijkse werkzaamheden flexibel in te vullen waarbij de ongestoorde voortgang van de bedrijfsprocessen gewaarborgd dient te zijn. De werktijd is gelegen tussen 7.30 uur en 18.00 uur. In ieder geval is iedereen aanwezig tussen 09.00 uur en 12.00 uur en tussen 13.30 uur en 16.00 uur.
Lid 4
De bepaling zoals omschreven in lid 2 van dit artikel, geldt niet voor medewerkers die werkzaam zijn in een winkel en medewerkers die tijdens het seizoen in ploegendienst werkzaam zijn.
Lid 5
In afwijking van hetgeen in lid 2 van dit artikel is gesteld kunnen tijdens het seizoen door afdelingen waar niet in ploegendienst wordt gewerkt, nadere afspraken gemaakt worden omtrent de werktijd binnen de voor het seizoen vastgestelde bedrijfstijd. Deze afspraken dienen in een rooster te worden vastgelegd waarvoor instemming van de ondernemingsraad vereist is.
5.2 Artikel 18 Arbeid op zaterdag, zon- en feestdagen, meldingen OR overwerk
Op zaterdag en zondag kan per uitzondering gewerkt worden. Bij overschrijding van 8 zaterdagen en/of zondagen op jaarbasis zal de directie instemming vragen aan de ondernemingsraad.
Behoudens in geval van calamiteiten wordt er op feestdagen niet gewerkt. Feestdagen zijn de dagen, zoals omschreven in artikel 22 lid 7. De medewerker moet expliciet instemmen met arbeid op een zondag, indien dit door bedrijfsomstandigheden toch noodzakelijk is (5.4 ATW).
Overwerk moet tijdig aan de OR worden gemeld indien:
- er op zaterdag, zondag of een feestdag gewerkt wordt door minimaal 50% van de medewerkers van een afdeling, en
- er door minimaal 50% van een afdeling voor een langere periode achtereen overgewerkt wordt (dagelijks overwerk langer dan 1 week).
Bij een overschrijding van 8 dagen (zoals onder het eerste aandachtstreepje vermeld) op jaarbasis zal de directie instemming vragen aan de OR.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 22 van 34
5.3 Artikel 19 Werken op afwijkende tijden
Lid 1
Tijdens het seizoen kan door één of meerdere afdelingen in ploegendienst worden gewerkt. De ploegentijden staan vermeld in het personeelshandboek (VanDijk Kompas).
Lid 3
Indien de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken, kan uitsluitend van de werktijden als genoemd in het personeelshandboek (VanDijk Kompas) worden afgeweken met instemming van de ondernemingsraad.
Lid 4
Voor de uren waarop in opdracht van de leidinggevende wordt gewerkt tussen 18.00 en 7:00 gelden toeslagen in tijd voor medewerkers tot en met Hay schaal 13, conform artikel 21.
Medewerkers van schaal 14 en hoger die werken op afwijkende werktijden en die daarbij gebonden zijn aan door de leidinggevende/organisatie vastgestelde werktijden (die dus niet de autonomie hebben om zelf te bepalen wanneer het werk gedaan wordt) hebben ook recht op de toeslagen ‘afwijkende werktijden’ zoals vermeld in bovenstaande tabel. Bijvoorbeeld leidinggevenden die tijdens de ploegendiensten s ’avonds aanwezig moeten zijn.
5.4 Artikel 20 Overwerk en compensatie-uren
Lid 1
Uitgangspunt is dat overwerk wordt vermeden.
Lid 2 Overwerk of compensatie-uren
Er is sprake van overwerk indien:
- de overeengekomen werktijd op een werkdag in opdracht van de leidinggevende wordt overschreven met minimaal 1 uur;
of
- wanneer er in een periode van 6 dagen op minimaal 4 dagen de overeengekomen werktijd overschreden wordt in opdracht van de leidinggevende.
Uren meerwerk die niet aan bovenstaande voorwaarden voldoen zijn compensatie-uren.
Lid 3 Vergoeding van overwerk en compensatie-uren Lid 3.1
Voor medewerkers vanaf Hay schaal 14 vindt er een vergoeding in tijd plaats van 1 op 1 voor
overwerk en compensatie-uren. Deze uren dienen in overleg met de leidinggevende z.s.m. te worden opgenomen en worden niet aan het vakantiesaldo in Cobra toegevoegd.
Lid 3.2
Voor medewerkers van Hay schaal 13 of lager vindt er voor compensatie-uren een vergoeding in tijd plaats van 1 op 1. Deze uren dienen in overleg met de leidinggevende z.s.m. te worden opgenomen, indien dat niet op korte termijn mogelijk is mogen ze worden ingevoerd via de Cobra portal en worden ze toegevoegd aan de verlofregistratie.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 23 van 34
Voor medewerkers van Hay schaal 13 of lager vindt er voor overwerkuren een vergoeding in tijd plaats met een toeslag volgens artikel 21. Overwerk wordt ingevoerd via de Cobra portal en wordt toegevoegd aan de verlofregistratie.
Lid 4 Maaltijd
Bij meerwerk in opdracht van de leidinggevende tot minimaal 20:00 's avonds na een dagdienst heeft de medewerker recht op een door VanDijk bekostigde gepaste maaltijd.
5.5 Artikel 21 Vergoedingen
De volgende vergoedingen in tijd gelden:
Regeling | Overwerk (mw t/m schaal 13) | Werken op afwijkende tijden (mw t/m schaal 13 en mw die onder art 19, lid 4 vallen) | |
Maandag t/m vrijdag | 00:00 – 06:00 | 150% | 50% |
06:00 – 07:00 | 135% | 20% | |
07:00 – 18:00 | Nvt | ||
18:00 – 24:00 | 20% | ||
Zaterdag | 00:00 – 18:00 | 150% | 50% |
18:00 - 24:00 | 200% | 100% | |
Zon-/feestdag | 00:00 – 24:00 | 200% | 100% |
Het hoogste percentage geldt (dus geen dubbeling ‘overwerk’ en ‘afwijkende tijden’).
Lid 4 Opname overwerk toeslag- en compensatie-uren
Overwerk en aan de verlofregistratie toegevoegde toeslag- en compensatie-uren dienen zo veel mogelijk in het desbetreffende kalenderjaar te worden opgenomen. Naar rato dienstverband mogen er 80 uur worden meegenomen naar het volgende kalenderjaar. Indien een medewerker na 1 juni van het desbetreffende kalenderjaar meer dan 80 overuren maakt, dan mag deze maximaal dat aantal gemaakte overuren na 1 juni meenemen naar het volgende kalenderjaar, mits deze voor 1 juni van het volgende kalenderjaar opgenomen zijn.
Slechts indien de werkzaamheden het niet toelaten om alle overige uren op te nemen in het desbetreffende kalenderjaar mogen deze, na goedkeuring via de Cobra portal van de leidinggevende, worden uitbetaald in december.
Lid 5 Consignatie
De consignatieregeling met vergoedingen voor bereikbaarheidsdiensten is met instemming van de ondernemingsraad vastgesteld en opgenomen in het handboek personeel (VanDijk Kompas).
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 24 van 34
6 Vakantie en verlof
6.1 Artikel 22 Vakantie en verlof
Lid 1
Het vakantiejaar is het jaar waarin recht op vakantie-uren wordt opgebouwd en loopt gelijk met het kalenderjaar.
Lid 2
Iedere fulltime medewerker heeft recht op 224 uur vakantie per vakantiejaar.
160 uur is wettelijk verlof (4 x de wekelijkse arbeidsduur) welke na 1,5 jaar vervalt (dus 1 juli van het volgende kalenderjaar) en 64 uur is bovenwettelijk verlof welke na 5 jaar vervalt.
De medewerker moet daadwerkelijk de mogelijkheid hebben gekregen van zijn werkgever om vakantie op te nemen.
De werkgever dient zijn werknemers nauwkeurig en tijdig te informeren over het aanstaande verval van de vakantierechten. Dit zodat de werknemer hier desgewenst nog tijdig gebruik van kan maken. De werkgever dient te bewijzen dat hij dit tijdig heeft gedaan.
De parttime medewerker heeft recht op het aantal vakantie-uren naar rato van de overeengekomen wekelijkse arbeidsduur.
Lid 3 Leeftijdsverlof
Medewerkers van 35 t/m 44 jaar komen in aanmerking voor 8 uur extra vakantieverlof, medewerkers van 45 t/m 54 jaar 16 uur extra vakantieverlof en medewerkers van 55 t/m 59 24 uur extra vakantieverlof.
Seniorenverlof
Medewerkers van 60 jaar of ouder ontvangen 104 uur extra vakantieverlof welke voor 31 januari van het betreffende kalenderjaar ingepland dient te worden in overleg met de leidinggevende.
Als medewerkers gebruik maken van de regeling ‘Generatiepact’ (zie artikel 25), dan vervalt het Seniorenverlof.
Leeftijdsuren gaan in, in het kalenderjaar waarin medewerkers de desbetreffende leeftijd bereiken. Leeftijdsuren mogen niet worden uitbetaald en mogen niet meegenomen worden naar het volgende kalenderjaar.
Lid 4
Overgangsregeling (voor mw in dienst op 1 januari 2016): medewerkers die in 2016 55, 56, 57, 58 of 59 worden houden recht op 104 uur extra vakantieverlof (voor 31 januari van het betreffende kalenderjaar in te plannen).
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 25 van 34
Lid 5
Werkgever en medewerker bepalen in overleg de tijd waarop de vakantie zal worden genoten. Na de aanvraag voor vakantie zal door de leidinggevende binnen maximaal 1 maand besloten worden over de honorering van de aanvraag.
Lid 6
Aan het eind van het kalenderjaar mogen er, exclusief de vakantie-uren van lid 5, 40 uur naar rato worden overgeschreven naar het volgende vakantiejaar.
Daarnaast mag er maximaal 40 uur naar rato extra worden meegenomen aan bovenwettelijk verlof, om een langere verlofperiode mogelijk te maken (voor bijvoorbeeld studie, vakantie of zorgtaken). Het wettelijk verlof van 160 uur naar rato moet worden opgemaakt voor 1 juli van het volgende kalenderjaar. Dit wettelijke verlof mag niet verkocht worden. Het restant vervalt op 1 juli van het kalenderjaar opvolgend aan het jaar waarin het opgebouwd is.
Van de overwerkuren en aan de verlofregistratie toegevoegde toeslag- en compensatie-uren mogen naar rato dienstverband ook 80 uur worden meegenomen naar het volgende kalenderjaar.
Lid 7
Medewerkers hebben verlof op de volgende feestdagen: Nieuwjaarsdag, Koningsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag.
Lid 8
Medewerkers hebben eens per 5 jaar betaald verlof op 5 mei indien deze dag als zodanig is aangewezen als nationale feestdag. 5 mei 2020 is een nationale feestdag, de eerstvolgende zal waarschijnlijk in het jaar 2025 zijn.
Lid 9
Medewerkers hebben verlof op Goede Vrijdag vanaf 16.00 uur.
Lid 10
Jaarlijks wijst de directie, na overleg met de ondernemingsraad, maximaal 5 verplichte vrije dagen aan, rekening houdend met het seizoenskarakter van de verschillende bedrijfsonderdelen. Het aanwijzen van verplichte vrije dagen zal telkens voor het begin van ieder jaar worden vastgesteld. Wanneer tot de verplichte vrije dagen 4 of 5 dagen tussen kerst en Nieuwjaarsdag behoren, is 1 dag daarvan voor rekening van de werkgever. Medewerkers van de afdelingen die op aangeven van leidinggevende werken in de genoemde periode krijgen de verplichte uren teruggeboekt en ze mogen deze uren toevoegen aan het maximaal aantal uren dat overgeschreven mag worden naar het volgende jaar zoals genoemd in artikel 22, lid 6.
Lid 11
Medewerkers hebben recht op 1 dag betaald studieverlof per kalenderjaar voor het bijwonen van een opleiding, training of cursus die door de werkgever geheel of gedeeltelijk vergoed wordt. Deze dag mag maximaal 2 jaar opgespaard/meegenomen worden. Opleidingen, trainingen en cursussen die de werknemer in opdracht van de werkgever verplicht moet volgen vallen hier niet onder. Deze zijn altijd geheel onder werktijd.
Voor het afleggen van school- en vakexamens, waarvoor de studiekosten geheel of gedeeltelijk worden vergoed door de werkgever krijgt de medewerker de tijd die hiervoor nodig is.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 26 van 34
Daarnaast bestaat er een studiebelastinggerelateerde studieverlofregeling. Deze bestaat uit de volgende onderdelen:
– Opleidingen met een gemiddelde studiebelasting van 5 tot 10 uur per week geven recht op 1 uur studieverlof per week voor de voorbereiding op de lessen. Dit uur moet wekelijks of tweewekelijks opgenomen worden, maar mag niet opgespaard worden.
– Opleidingen met een gemiddelde studiebelasting van 10 tot 20 uur per week geven recht op 2 uur studieverlof per week voor de voorbereiding op de lessen. Deze uren moeten wekelijks of tweewekelijks opgenomen worden, maar mogen niet opgespaard worden.
– Per kalenderjaar mag er maximaal 40 uur aan studiebelastinggerelateerd studieverlof opgenomen worden.
– Indien een medewerker parttime werkt zal het recht op studieverlof naar rato worden berekend.
– Deze regeling voor extra studieverlof geldt alleen indien de gevolgde opleiding geheel of gedeeltelijk door de werkgever wordt vergoed en een duidelijke relatie heeft met alsmede nuttig is voor de huidige functie die de medewerker bekleedt.
– Mocht er bij uitdiensttreding een terugbetalingsregeling van toepassing zijn dan worden de studieverlofuren teruggevorderd door verrekening met het openstaande vakantieverlofsaldo conform het percentage dat van de studiekosten wordt teruggevorderd.
– Voor het voorbereiden van een toets of examen kan de medewerker indien gewenst gebruik maken van de reguliere jaarlijkse studiedag.
6.2 Artikel 23 Buitengewoon verlof
Bij de hieronder genoemde bijzondere gebeurtenissen wordt buitengewoon verlof met behoud van salaris toegekend voor ten hoogste de vermelde duur:
- Bij ondertrouw van de medewerker: de desbetreffende dag.
- Bij huwelijk* van de medewerker: 16 uur naar rato (minimaal de desbetreffende dag).
- Mits de plechtigheid wordt bijgewoond, de desbetreffende dag bij huwelijk* van:
- een (pleeg)kind of kleinkind;
- (pleeg)broer of (pleeg)zuster van de medewerker, alsmede de (pleeg)broer of (pleeg)zuster van echtgenoot/echtgenote of partner;
- één der ouders, pleegouders of grootouders van de medewerker of van zijn/haar echtgenoot/echtgenote of partner.
- Bij bevalling van de echtgenote / partner van de medewerker: 40 uur naar rato (m.u.v. de desbetreffende dag) op te nemen binnen 4 weken na de eerste dag van de bevalling.
- Bij overlijden van de echtgenoot/echtgenote of partner van de medewerker, van een (pleeg)kind, alsmede van (pleeg)ouders van de medewerker (eerste lijns): 10 werkdagen op fulltime basis, vanaf de dag van overlijden.
- Bij overlijden van (pleeg)ouders van echtgenoot/partner van de medewerker: vanaf de dag van overlijden tot en met één dag na de begrafenis of crematie.
- Bij overlijden van één der grootouders van de medewerker of zijn/haar echtgenoot/partner, van een (pleeg)broer of (pleeg)zuster van medewerker, alsmede de (pleeg)broer of (pleeg)zuster van echtgenoot of partner, alsmede van een kleinkind van de medewerker: de desbetreffende dag voor het bijwonen van de begrafenis of crematie. Tenzij de medewerker is aangewezen de begrafenis of crematie te regelen, dan 32 uur naar rato.
- Bij 25-jarig, 40-jarig en 50-jarig dienst- of huwelijksjubileum*, alsmede bij 25-jarig of 40-jarig dienstjubileum van de echtgenoot/partner van medewerker: 1 dag.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 27 van 34
- Voor het bijwonen van de viering van een huwelijksjubileum* (25, 40, 50 of 60 jaar) van (pleeg)ouders van de medewerker of echtgeno(o)t(e) / partner, de desbetreffende dag indien de viering onder werktijd van de medewerker valt.
- Bij verhuizing van de medewerker: 16 uur naar rato.
- Arts- en polikliniekbezoek mag onder werktijd geschieden mits het bezoek in verband met de gezondheidstoestand noodzakelijk is en het bezoek uitsluitend onder werktijd kan geschieden. Dit dient, indien mogelijk, 48 uur van te voren aan de leidinggevende gemeld te worden.
- Bij professie van broer, zus of (pleeg)kind van de medewerker of zijn/haar echtgenoot/partner, alsmede bij priesterwijding van een (pleeg)kind of broer van de medewerker of zijn/haar echtgenoot/partner: de desbetreffende dag.
- Bij vervulling van een wettelijk voorschrift of door de overheid opgelegde verplichting zonder
geldelijke vergoeding welke niet buiten werktijd kan geschieden: de benodigde tijd.
- Buitengewoon verlof wordt aangevraagd via de Cobra portal.
* Waar in dit artikel over “huwelijk” gesproken wordt, wordt ook “geregistreerd partnerschap” bedoeld.
6.3 Artikel 24 Arbeid en zorg
Lid 1 Calamiteitenverlof
Zie voor informatie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx
Lid 2
Kortdurend zorgverlof
Zie voor informatie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx
Aanvragen van kortdurend zorgverlof;
Werknemers kunnen meerdere keren per jaar kortdurend zorgverlof opnemen; dit moet dan aangevraagd worden bij de leidinggevende en goedgekeurd worden door HR. Bij kortdurend zorgverlof betaalt TLN het loon voor 100% door.
Lid 3
Langdurend zorgverlof:
Zie voor informatie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx
Aanvragen van langdurend zorgverlof
De werknemer vraagt het langdurend zorgverlof schriftelijk aan bij de leidinggevende. Dat moet minstens 2 weken voordat het verlof ingaat. De leidinggevende heeft daarna 1 week om de aanvraag te bespreken met HR (welke ook goedkeuring moet geven) en om te reageren. De leidinggevende mag vragen om bijvoorbeeld een doktersverklaring.
VanDijk kan het verlof alleen weigeren als dit het bedrijf of de organisatie in ernstige problemen brengt en mag niet oordelen over de vorm van hulp die de werknemer biedt of de noodzaak van de hulp aan de zieke.
Hoewel de uren van het langdurend zorgverlof niet worden doorbetaald blijft de werknemer wel een aantal rechten opbouwen tijdens de uren van het langdurend zorgverlof. De werknemer bouwt wel vakantiedagen op en kan bij werkgever aangeven dat deze de pensioenregeling vrijwillig wil
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 28 van 34
voortzetten (op basis van de normale premieverdeling). Tantièmerechten en vakantietoeslag worden over deze uren niet opgebouwd. Verder heeft het opnemen van langdurend zorgverlof geen gevolgen voor de eventuele WW-, ZW of WIA-uitkering van de werknemer. Het langdurend zorgverlof wordt in dat geval beschouwd als werktijd.
Als een werknemer ziek wordt tijdens zijn langdurend zorgverlof, betaalt de werkgever de uren dat de werknemer tijdens zijn verlof zou werken. De uren van het zorgverlof worden niet betaald.
Daardoor verandert het inkomen. Dat moet door de werknemer aan de Belastingdienst worden opgegeven omdat dat mogelijk gevolgen heeft voor toeslagen.
Werknemer kan met XxxXxxx afspreken dat de werknemer een deel van het langdurend zorgverlof compenseert met vakantiedagen. Daarvoor mogen alleen de bovenwettelijke vakantiedagen worden gebruikt. De wettelijke vakantiedagen zijn 4 keer het aantal dagen per week dat een werknemer werkt.
Lid 4
Bij adoptie of pleegzorg heeft de medewerker recht op 4 weken adoptieverlof, met een uitkering via het UWV (100% van het dagloon), in de periode van 2 weken voorafgaand aan en 16 weken volgend op de feitelijke adoptie of opneming van het pleegkind.
Lid 5
Bij zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft de medewerker recht op 16 weken verlof, met een uitkering via de UWV (100% van het dagloon). De regeling staat beschreven in het personeelshandboek (VanDijk Kompas).
Lid 6
Bij onbetaald ouderschapsverlof heeft de medewerker gedurende 26 weken flexibel op te nemen onbetaald verlof tijdens de eerste 8 levensjaren van het kind. Bij betaald ouderschapsverlof heeft de medewerker gedurende 9 weken (van de 26 weken) recht op verlof tegen een betaling van 70% van het maximum dagloon tijdens het eerste levensjaar van het kind. De regeling staat beschreven in het personeelshandboek (VanDijk Kompas).
Lid 7
Onbetaald verlof kan (bij uitzondering) worden toegekend bij zwaarwegende persoonlijke belangen (bijvoorbeeld ziekte van familieleden of studiedoeleinden). De regeling staat beschreven in het personeelshandboek (VanDijk Kompas).
Lid 8
Na 1 werkweek volledig doorbetaald partnerverlof (op te nemen binnen 4 weken na de geboorte) hebben partners recht op 5 weken aanvullend geboorteverlof tegen 70% van het (maximum) dagloon (op te nemen binnen 6 maanden na de geboorte). De regeling staat beschreven in het personeelshandboek (VanDijk Kompas).
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 29 van 34
6.4 Artikel 25 Generatiepact 00-00-000%
Vanaf 1 september 2024 mogen medewerkers die minimaal 10 jaar in dienst zijn en 5 jaar of minder voor hun AOW gerechtigde leeftijd zitten maximaal 20% minder gaan werken tegen maximaal 10% minder loon en een gelijkblijvende pensioenopbouw. De extra seniorenverlof uren (art 22, lid 3) vervallen bij gebruikmaking van deze regeling.
De invulling gaat als volgt:
80% geldt voor de uren die feitelijk (gemiddeld) per week gewerkt worden, de opbouw van vakantie uren, de norm voor een leaseauto, de vaste onkostenvergoeding en het tantièmerecht.
90% geldt voor met maandelijkse salaris, het vakantiegeld, toekomstige CAO indexaties, de jubileum uitkering en de haytoeslag.
100% geldt voor de opbouw van het ouderdoms- en partnerpensioen.
De regeling staat open voor fulltime en parttime medewerkers. Indien de medewerker in de 2 jaar voorafgaand aan de gewenste ingangsdatum zijn arbeidsduur heeft verhoogd, dan kan deze niet meedoen op basis van de hogere arbeidsduur. Wel kan hij dan gebruikmaken van de regeling op basis van de lagere arbeidsduur die hij had voorafgaand aan de ophoging. Voorbeeld: een medewerker die 32 uur werkte en in de 2 jaar voorafgaand aan de ingangsdatum naar een fulltime dienstverband van 40 uur is gegaan, kan niet van de regeling gebruik maken door weer 32 uur te gaan werken tegen 36 uur betaling en pensioenopbouw obv 40 uur. Maar bijvoorbeeld wel 26 uur gaan werken, tegen 29 uur betaling en pensioenopbouw op basis van 32 uur.
Doel van deze regeling is om ervoor te zorgen dat oudere medewerkers langer op een gezonde en prettige manier voor de organisatie kunnen blijven werken. De regeling is op vrijwillige basis.
Indien een medewerker hier gebruik van wenst te maken dient hij dat uiterlijk 2 maanden voorafgaand aan de gewenste ingangsdatum schriftelijk aan te geven bij HR en de leidinggevende. Daarbij geeft de medewerker aan hoeveel uur hij minder wil gaan werken en op basis van welk weekrooster of 2 wekelijks rooster. Medewerkers in de logistiek kunnen hun gemiddelde aantal uren ook invullen met een rooster dat in het hoogseizoen wekelijks meer uren heeft en daarbuiten minder uren. Werkgever mag de aanvraag niet afwijzen, maar kan de medewerker wel vragen een andere rooster te gaan werken in verband met bedrijfsbelangen. Gezien het doel van de regeling moet overwerk voorkomen zien te worden. Een uitzondering daarop is het hoogseizoen. Tijdens het hoogseizoen kunnen medewerkers in de logistiek gevraagd worden overuren te maken.
Gebruik maken van de regeling kan gevolgen hebben voor inkomensafhankelijke regelingen voor een medewerker zoals o.a. de huurtoeslag, de zorgtoeslag, een WW uitkering, PAWW, WGA hiaat/excedent en/of een WIA uitkering.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 30 van 34
7 Overige bepalingen
7.1 Artikel 26 Reiskosten woon-werkverkeer, dienstreizen en opleidingsreizen
Voor de medewerkers die buiten een straal van 10 kilometer van hun standplaats wonen bestaat de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een reiskostenvergoeding voor het woon- werkverkeer.
De werkgever vergoedt de reiskosten woon-werkverkeer op basis van de feitelijke reisdagen, op declaratiebasis ongeacht de wijze van vervoer, met de volgende uitgangspunten:
- km’s volgens ‘xxxxxxxx.xx’ optimale route (het genoemde bedrag is het bedrag retour en wordt berekend op basis van de heen en terugreis);
- werkgever vergoedt het fiscale netto maximale bedrag (obv 2024, € 0,23 p km);
- het aantal reisdagen en thuiswerkdagen dienen maandelijks via Cobra gedeclareerd te worden door de medewerker;
- het aantal extra zakelijke/opleidings kilometers dienen maandelijks via Cobra gedeclareerd te worden;
- mocht een medewerker met OV reizen en, op basis van het voordeligste reisproduct 2de klasse, meer kosten hebben dan volgens de hiervoor beschreven regeling, dan kunnen deze vergoed worden onder overlegging van documentatie via een declaratie in Cobra, in plaats van het declareren van het aantal reisdagen of kilometers.
Op dagen dat de medewerker niet naar kantoor reist, maar minimaal 4 uur thuis werkt ontvangt deze in plaats van een reiskostenvergoeding, een thuiswerkvergoeding van € 2,35 per dag. Werkt een medewerker op 1 dag zowel op kantoor als thuis, dan geldt de hoogste vergoeding.
Er bestaat geen recht op een vergoeding wanneer de werkgever het vervoer regelt of als een medewerker kosteloos gebruik kan maken van het openbaar vervoer door het bezit van een OV studentenkaart.
7.2 Artikel 27 WIA excedent, WGA- en ANW-hiaat verzekering
Alle medewerkers zijn collectief verplicht verzekerd voor het WIA excedent, het WGA-hiaat en eventueel vrijwillig voor het ANW-hiaat. De premieverdeling bedraagt voor alle verzekeringen 50%/50% werkgever/medewerker. De WIA excedent is van toepassing op medewerkers met een parttime salaris boven de SV grens (€ 71.628,-).
De premiebijdrage voor medewerkers bij de WGA hiaat aanvullingszekerheid verzekering is bovendien gemaximaliseerd op 0,3% van het bruto salaris.
7.3 Artikel 28 Studiekostenregeling
De medewerker kan deelnemen aan de studiekostenregeling. Deze regeling is met instemming van de ondernemingsraad vastgesteld en opgenomen in het personeelshandboek (VanDijk Kompas). Het opleidingsbudget voor de vaste medewerkers wordt vastgelegd met als basis een minimum percentage van 2% van de relatieve loonsom. Dit opleidingsbudget zal niet alleen voor
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 31 van 34
functiegerelateerde opleidingen ingezet worden, maar ook voor opleidingen die de mobiliteit vergroten (preventief beleid).
Er is voor elke medewerker een persoonlijk opleidingsbudget beschikbaar van € 500,- per kalenderjaar. Dit is vrij te besteden aan erkende opleidingen, coaching, loopbaanadvies, trainingen of cursussen en mag 1 jaar meegenomen worden naar het volgende kalenderjaar (opgespaard tot maximaal € 1.000,-). Het POB is gericht op het versterken van de positie op de arbeidsmarkt en/of het bevorderen van duurzame inzetbaarheid.
7.4 Artikel 29 Seksuele intimidatie
De werkgever heeft beleid en een klachtenprocedure ontwikkeld in verband met discriminatie en/of seksuele intimidatie. De regeling ten behoeve van dit beleid en deze procedure is met instemming van de ondernemingsraad vastgesteld en opgenomen in het personeelshandboek (VanDijk Kompas).
7.5 Artikel 30 Milieu
De werkgever streeft naar arbeidsomstandigheden en aandacht voor het milieu, waardoor de veiligheid, en de gezondheid van de medewerkers zoveel als mogelijk gewaarborgd zijn en waardoor het welzijn van hen zoveel als mogelijk bevorderd wordt. Middels de risico-inventarisatie- en evaluatie (RI&E) en het bijbehorende plan van aanpak zal hier aandacht aan worden gegeven.
7.6 Artikel 31 Aanvulling duur WW en loongerelateerde WGA
VanDijk kent miv 1 januari 2019 een private aanvullende verzekering waarmee de voormalige hoogte en duur van de wettelijke WW-uitkering en loongerelateerde WGA worden gehandhaafd. Deze wordt uitgevoerd door de stichting PAWW. De premie komt voor rekening van de werknemers.
7.7 Artikel 32 PMO
Eens in de 5 jaar zal er kosteloos een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) aangeboden worden aan alle medewerkers.
7.8 Artikel 33 Vakorganisaties
Lid 1
De vakorganisatie die de CAO ondertekend hebben, krijgen ongehinderd toegang tot de gebouwen en tot (niet) leden.
Lid 2
Medewerkers hebben de mogelijkheid om de kosten voor het vakbondslidmaatschap fiscaal vriendelijk te laten verrekenen (VanDijk Kompas).
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 32 van 34
8 Uitstroom
8.1 Artikel 34 Reorganisatie
De werkgever verplicht zich om zowel de ondernemingsraad (zoals vermeld in de WOR) als de werknemersorganisaties op een zodanig tijdstip in kennis te stellen van een plan tot reorganisatie dat wezenlijke invloed op het te nemen besluit mogelijk is.
Bij de in kennisstelling zal de werkgever informatie verschaffen over en inzicht geven in de motieven, die tot overweging van de maatregelen hebben geleid en over de verwachten economische en werkgelegenheidsgevolgen. De werknemersorganisaties zijn tot geheimhouding van de verkregen gegevens verplicht. In geval van een herstructurering zal de directie de werknemersorganisaties tijdig informeren. Bij reorganisaties die vallen onder de ‘Wet Melding Collectief Ontslag’, zal er met de vakorganisaties gesproken worden over een Sociaal plan.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 33 van 34
9 Overgangs- en slotbepalingen
9.1 Artikel 35 Looptijd van de CAO
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is aangegaan voor het tijdvak van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024.
De directie van VanDijk zal uiterlijk 2 maand voor het verstrijken van de looptijd van de CAO de bonden uitnodigen voor de onderhandelingen.
9.2 Artikel 36 Opzegging van de CAO
Tijdens de onderhandelingen als bedoeld in artikel 35 blijft de overeenkomst volledig van kracht. Zodra komt vast te staan dat tussen partijen geen volledige overeenstemming is bereikt, wordt de overeenkomst als verlengd beschouwd. Partijen zullen zich gedurende de verlenging tot het uiterste inspannen uit de impasse te geraken, eventueel door middel van bemiddeling.
XXX XxxXxxx 2024 Pagina 34 van 34
Document
CAO TLN 2024
Hoofddocument 34 pagina's
geïnitieerd op 2024-07-10 14:56:13 CEST (+0200) door Xxxxx Xxxxxxx (PJ)
Voltooid op 2024-07-11 13:16:33 CEST (+0200)
Initiatiefnemer
Xxxxx Xxxxxxx (PJ)
The Learning Network B.V
xxxxx.xxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
x00000000000
Ondertekenaars
Xxxx Xxxxxxxx (HR) xxxx.xxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx Ondertekend 2024-07-10 14:57:45 CEST (+0200) | Xxxxxx Xxxxx (EW) Ondertekend 2024-07-10 16:20:25 CEST (+0200) |
X Xxxxxxx (PF) Ondertekend 2024-07-11 10:56:45 CEST (+0200) | Xxxxxxx Xxxxxxxx (JW) Ondertekend 2024-07-11 13:16:33 CEST (+0200) |
1/2
Deze verificatie is uitgegeven door Scrive. De cursief gedrukte informatie is zorgvuldig geverifieerd door Xxxxxx. Voor meer informatie/bewijs over dit document, zie de verborgen bijlagen. Gebruik een PDF- reader zoals Adobe Reader die verborgen bijlagen kan tonen om de bijlagen te bekijken. Houd er rekening mee dat als het document wordt afgedrukt, de integriteit van een dergelijke afgedrukte kopie niet kan worden gecontroleerd zoals hieronder beschreven en dat de inhoud van de verborgen bijlagen ontbreekt in een basisafdruk. De digitale handtekening (elektronisch verzegeling) zorgt ervoor dat de integriteit van dit document, inclusief de verborgen bijlagen, wiskundig en onafhankelijk van Scrive kan worden bewezen. Voor uw gemak biedt Scrive ook een dienst waarmee u de integriteit van het document automatisch kunt verifiëren op: xxxxx://xxxxxx.xxx/xxxxxx
2/2