Sociaal Statuut
Definitieve versie
1 januari 2023
Inhoud
Artikel 3 Communicatie met de huurder, draagvlak en procedure huisvesting 8
3.2 Informatie over voorgenomen besluiten 8
4.4 Opzeggen huurcontract en achterlaten woning 9
4.5 Zoeken naar de nieuwe woning 9
4.6.1 Recht op herhuisvesting 10
4.7.1 Vertrek uit wisselwoning 10
4.7.2 In wisselwoning blijven wonen 10
5.1 Het betrekken van huurders 11
5.2 Renovatiebesluit / Planning werkzaamheden 11
5.4 Overeenstemming en renovatiecontract 11
5.7 Renovatie in de bewoonde woning 12
5.7.1 Overlast en schade. "Voorkomen is beter dan genezen" 12
5.7.2 Tijdelijke voorzieningen 12
5.7.3 Vergoedingen voor ongemak 12
5.7.4 Regeling voor schade of kleine herstelwerkzaamheden 13
5.7.5 Voorziene herstelwerkzaamheden 13
5.8 Tijdelijke huisvesting bij ingrijpende renovatie 13
6.2 Garantie op herhuisvesting 14
Artikel 7 Herhuisvesting algemeen 15
Artikel 8 Tijdelijke verhuur in het vernieuwingsgebied 16
10.1 Verhuiskostenvergoeding 18
10.2 Vergoeding Wisselwoning 18
10.3 Vergoeding overige kosten 18
10.4 Voorkomen dubbele huur 18
10.5 Vergoeding in hulp en natura 18
10.6 Uitbetaling wettelijke verhuiskostenvergoeding 18
Artikel 12 Zelf Aangebrachte Veranderingen (ZAV) 20
Artikel 13 Beheer en leefbaarheid 21
13.1 Beheer van de woningen 21
13.2 Leefbaarheid tijdens de uitvoering 21
Artikel 14 Dienstverlening ten behoeve van de huurders 22
Artikel 15 Bewonerscommissies 22
Artikel 16 Tevredenheid huurders 22
Artikel 17 Geschillenregeling 22
Artikel 18 Hardheidsclausule 23
Inleiding
Het sociaal statuut is het model dat wij, Woonservice, hanteren als uitgangspunt voor onze huurders bij sloop, renovaties of groot onderhoud. Wij willen het beste voor onze huurders en komen onze huurders zoveel mogelijk tegemoet bij sloop, vernieuwing of andere werkzaamheden. Wonen is persoonlijk en wij vinden het belangrijk dat er ruimte is voor maatwerk, zodat er oplossingen worden gevonden die passen bij de situatie van de huurder.
Dit statuut is goedgekeurd na overleg met de huurdersvereniging Samen Sterk en gaat in per 1 januari 2023. Pas wanneer er een vervangend statuut is, zal dit statuut komen te vervallen. Het statuut zal alleen gewijzigd worden wanneer wij als verhuurder dit afspreken met de huurdersvereniging.
Dit sociaal statuut fungeert als leidraad bij de uitvoering van sloop-, groot onderhoud- en renovatieprojecten. Woonservice gebruikt dit statuut als de basis voor de rechten van de huurders. Deze rechten komen terug in de brochures “Mijn woning wordt gesloopt” en
“Mijn huis wordt vernieuwd”. Deze laatste brochure gaat over groot onderhoud en niet ingrijpende renovaties.
De ondergetekenden:
Woonservice, vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxx, directeur-bestuurder en
Huurdersvereniging Samen Sterk, vertegenwoordigd door, de xxxx X. Xxx xxx Xxxxx, voorzitter
Overwegende dat:
• Woonservice voornemens is, in het kader van de wensportefeuille, woningen te slopen, groot onderhoud te plegen of te renoveren.
• Woonservice met de betrokken huurders zodanige afspraken wil maken dat hun belangen zo min mogelijk worden geschaad. Deze afspraken die in de vorm van een sociaal statuut zijn neergelegd hebben onder meer betrekking op de leefbaarheid in en rondom het betrokken complex, regelingen die bij sloop, renovatie en groot onderhoud van toepassing zijn, de herhuisvesting van bewoners, vergoedingen en ondersteuning.
• Woonservice samen met de huurdervereniging het sociaal statuut wil blijven ontwikkelen en evalueren waar nodig.
Artikel 1 Definities
Huurder: een natuurlijke persoon, die met betrekking tot een bepaalde woning of wooneenheid een huurovereenkomst is aangegaan met Woonservice. Onder huurder wordt ook begrepen de medehuurder(ster). Tevens wordt onder huurder verstaan degene die de woning met toestemming van Xxxxxxxxxxx huurt van een huurder die de woning huurt van Woonservice.
Woonservice: de instelling die als verhuurder optreedt. Huurovereenkomst: een overeenkomst voor woonruimte in de zin van art. 7:233
BW, niet zijnde een huurovereenkomst voor gebruik naar aard van korte duur (art. 7:232 lid 2 BW), een gemeentelijke sloopwoning (art. 7:232 lid 4 BW), een huurovereenkomst op grond van de Leegstandwet, of een voor huurovereenkomst voor ten hoogste twee jaren, aangegaan met een huurder behorend tot een daartoe door de minister aangewezen groep.
Huurwoning: de woning die in eigendom of beheer is van de Woonservice. Complex: een verzameling woningen van Woonservice die financieel,
administratief qua bouwwijze of anderszins een eenheid vormen.
Sloopbesluit: het definitieve besluit tot sloop dat door Woonservice is
genomen.
Formele sloopaanzegging: de formele aangetekende schriftelijke aanzegging van het sloopbesluit aan de huurder.
Peildatum: de datum die vermeld staat in de formele sloopaanzegging.
Vanaf de peildatum kan de huurder aanspraak maken op zijn rechten, zoals opgenomen in dit sociaal statuut en gelden ook de plichten hieruit.
Wijkvernieuwingsplan: het geheel van samenhangende inspanningen op het gebied
van leefbaarheid, verbetering en/ of vernieuwing van de woningen, verbetering van de voorzieningen, waardoor de huurders van het gebied een kans op een wooncarrière wordt geboden en waardoor de kwaliteit van woningen en woonomgeving in het gebied op een hoger niveau wordt gebracht.
Sloop: het slopen of zodanig verbouwen van het gehuurde dat dit niet mogelijk is met voortzetting van de huurovereenkomst, als bedoeld in art. 7:274 lid 3 sub a BW.
Renovatie: het verbeteren van het gehuurde als bedoeld in art. 7:220 lid
2 BW met toename van het woongenot, als gevolg van vervangende nieuwbouw of gedeeltelijke vernieuwing van de bestaande woning door middel van een (fysieke) verandering of toevoeging.
Ingrijpende renovatie: renovatie of woningverbetering waarbij het noodzakelijk is
dat de huurder (tijdelijk) de woning verlaat.
Niet ingrijpende renovatie: renovatie of woningverbetering waarbij de woning tijdens
uitvoering van de werkzaamheden (voor het grootste deel) bewoonbaar is.
Groot onderhoud: omvangrijk pakket van werkzaamheden, waarbij onderdelen
van de woning die versleten zijn of niet meer goed functioneren hersteld of vervangen worden.
Wisselwoning: een woning die tijdelijk, voor de duur van het project, kan
worden betrokken. Dit is een woning uit de bestaande woningvoorraad van Woonservice.
Nieuwbouwwoning: de na sloop te realiseren nieuwbouwwoning.
Tijdelijke verhuur: een huurovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan op
basis van de Leegstandwet of artikel 7:271 lid 1 BW (wisselwoning bij sloop of renovatie).
Huurdersorganisatie: huurdersvertegenwoordiging en gesprekspartner in het
overleg, volgens de “Wet op het Overleg Huurders Verhuurder”, tussen huurder en Woonservice. In dit statuut betreft het de huurdervereniging Samen Sterk.
Artikel 2 Algemeen
2.1 Vaststelling
Het sociaal statuut is vastgesteld op 22 november 2022 door het bestuur van Woonservice na overleg met huurdersvereniging Samen Sterk en gemeenten.
2.2 Toepassing
Het sociaal statuut is van toepassing op alle woningen van Woonservice waarbij sloop, ingrijpende renovatie, niet ingrijpende renovatie of een combinatie van deze maatregelen wordt uitgevoerd.
2.3 Werkingsgebied
Het sociaal statuut is van toepassing op huurders die:
• Een huurcontract hebben voor onbepaalde tijd.
• Bij de gemeente op hetzelfde adres staan ingeschreven.
• Feitelijk in de woning woonachtig zijn.
2.4 Wet- en regelgeving
De regels in dit sociaal statuut zijn aanvullend of stemmen overeen met de bestaande wet- en regelgeving. Naast deze regeling blijven vanzelfsprekend alle wettelijke rechten en plichten van de huurders van kracht en deze worden door Woonservice gerespecteerd. In deze regeling staan met name zaken die Woonservice aanvullend op de wettelijk bepalingen wil regelen.
Artikel 3 Communicatie met de huurder, draagvlak en procedure huisvesting
3.1 Informatie
De huurder krijgt informatie over het voorstel van Xxxxxxxxxxx voor de aanpak van de woningen. Dit is het resultaat van het overleg van Woonservice en alle betrokkenen. De concrete werkzaamheden in en aan de woning, de planning van de uitvoering met datum voor de start en de oplevering, de (nieuwe) huurprijs en de bijbehorende servicekosten worden besproken.
3.2 Informatie over voorgenomen besluiten
Nadat Xxxxxxxxxxx het voorgenomen besluit tot sloop of renovatie heeft genomen, worden de huurders hierover schriftelijk geïnformeerd en krijgen ze bericht over het vervolg van het traject.
3.3 Contactpersoon
Woonservice stelt een contactpersoon aan, die gedurende het gehele proces van herhuisvesting, sloop of renovatie de vaste contactpersoon van de huurder is.
De contactpersoon bezoekt de huurder en zal behulpzaam zijn bij alle procedures en regelingen, bijvoorbeeld bij de aanvraag van huurtoeslag voor de nieuwe woning.
3.4 Informatieverstrekking
De huurders worden regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang van de voorbereiding en de uitvoering van het vernieuwingsplan. Bewoners van omringende complexen die niet worden gesloopt of gerenoveerd, worden regelmatig op de hoogte gehouden van de werkzaamheden, de planning en mogelijke overlast.
Artikel 4 Sloop
4.1 Planning werkzaamheden
De periode tussen bekendmaking van het voorgenomen besluit tot sloop en de start van de werkzaamheden is ten minste 18 maanden.
4.2 Huisbezoek
Xxxxxxxxxxx maakt met elk huishouden een afspraak voor een huisbezoek, nadat het voorgenomen besluit is genomen en uiterlijk 12 maanden voor de geplande datum van sloop. De huurder mag zich laten bijstaan door een derde. Alle afspraken gemaakt tijdens de individuele huisbezoeken worden schriftelijk vastgelegd.
Doelen van het huisbezoek zijn onder andere:
• Het informeren van de huurder over het voorgenomen besluit tot sloop door Xxxxxxxxxxx;
• Het informeren van de huurder over zijn rechten en plichten, mede op basis van dit sociaal statuut, en over actuele wet en regelgeving met betrekking tot passend toewijzen;
• Het inventariseren van de woonwensen van de huurder en het aangeven van de mogelijkheden om daaraan tegemoet te komen;
• Het verhelderen van de procedure voor woningtoewijzing en het
vaststellen van het ‘zoekprofiel’ voor een andere woning op basis van het aantal personen, inkomen, leeftijd e.d.;
• Het inventariseren van door de huurder zelf aangebrachte veranderingen in de woning;
• Het inventariseren van de aanwezige woningaanpassingen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
• Het inventariseren van mogelijke knelpunten bij de huurder;
4.3 Formele sloopaanzegging
De periode tussen de formele sloopaanzegging (peildatum) en de start van de werkzaamheden is ten minste 12 maanden.
4.4 Opzeggen huurcontract en achterlaten woning
Huurders die het huurcontract opzeggen met ingang van een datum gelegen vóór de peildatum, dienen de woning op te leveren in verhuurbare staat, conform de regelingen bij Woonservice en conform de wettelijke regels. De huurder ontvangt een lijst met herstelwerkzaamheden die uitgevoerd moeten worden voor het einde van het huurcontract. Als de te slopen woning niet gebruikt gaat worden voor tijdelijke verhuur onder de leegstandswet, dan dient de woning niet opgeleverd te worden in verhuurbare staat. Dan worden er maatwerk afspraken gemaakt.
4.5 Zoeken naar de nieuwe woning
De huurder krijgt voor het zoeken naar een nieuwe woning, niet zijnde een wisselwoning, een zoekperiode van minimaal zes maanden. De huurder zoekt met gebruikmaking van zijn urgentie zelf naar een nieuwe woning. Voor het huisvesten van de kandidaten die daarom verzoeken bemiddelt Woonservice actief. Indien de huurder drie maanden voor de sloopdatum geen woning vindt, ontvangt de huurder twee keer een passende aanbieding van Woonservice. Bij weigering van dit aanbod vervalt de verplichting tot herhuisvesting van de huurder voor Woonservice; huurder wordt zelf verantwoordelijk voor het vinden van woonruimte.
4.6 Herhuisvesting
Huurders worden bij voorkeur niet geherhuisvest in woningen waarvan het voornemen bekend is dat die worden gesloopt of ingrijpend gerenoveerd.
4.6.1 Recht op herhuisvesting De huurder die door de sloop zijn woning moet verlaten, heeft het recht op herhuisvesting. In het vernieuwingsplan worden door fasering van de werkzaamheden en door passend aanbod voldoende sociale huurwoningen van de overeengekomen kwaliteit en huurprijs gerealiseerd en aangeboden aan de huurder die het recht heeft op deze huisvestingsgarantie.
4.7 Wisselwoning
De huurder die vanwege de sloop zijn woning moet verlaten en wil terugkeren in het vernieuwingsgebied heeft recht op een wisselwoning. De wisselwoning wordt verhuurd aan de huurder met een tijdelijk huurcontract. De wisselwoning bevindt zich, zoveel als mogelijk is, in het vernieuwingsgebied of in de directe omgeving daarvan. Woonservice merkt een woning als wisselwoning aan en zorgt ervoor dat de wisselwoning schoon, gestoffeerd en gesausd of behangen is.
Indien de huur van de wisselwoning hoger is dan de huur van de oude woning, dan zal de huur van de oude woning gelden als huur van de wisselwoning.
4.7.1 Vertrek uit wisselwoning De wisselwoning dient schoon opgeleverd te worden. Als de huurder schade heeft aangericht in de wisselwoning, wordt de schade door de
huurder vergoed. Het huurcontract voor de wisselwoning wordt gebaseerd op het tijdelijk huurcontract voor wisselwoningen (Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 artikel 22a lid b.)
4.7.2 In wisselwoning blijven wonen
De huurder mag op verzoek in de wisselwoning blijven wonen mits Woonservice akkoord is en de wisselwoning niet binnen het vernieuwingsplan valt. Voor de stoffering wordt een vergoeding gevraagd van de investering. De door Xxxxxxxxxxx betaalde stoffering van de wisselwoning kan door de huurder die definitief in de wisselwoning blijft wonen, worden overgenomen tegen 75% van de aanschafprijs. De huurder wordt tijdig geïnformeerd over de waarde van de stoffering. Verrekening vindt zover mogelijk plaats met de verhuiskostenvergoeding.
Het tijdelijke contract loopt door tot de opleverdatum van de nieuwe woning. Als de huurder binnen zes maanden aangeeft in de wisselwoning te willen blijven wonen, dan wordt het tijdelijke contract omgezet in een contract voor onbepaalde tijd. De huurprijs in de wisselwoning wordt vanaf dat moment aangepast naar de reguliere huurprijs voor deze woning.
Let op: Het verzoek om in de wisselwoning te blijven wonen, moet binnen zes maanden na het betrekken van de wisselwoning worden gedaan. Na zes maanden vervalt de mogelijkheid om in de wisselwoning te blijven wonen.
Artikel 5 Renovatie
5.1 Het betrekken van huurders
Voor het slagen van renovatieplannen is de betrokkenheid van onze huurders belangrijk. Per specifiek project bekijkt Woonservice hoe de huurders worden betrokken bij de voorbereiding en uitvoering ervan. Eventueel maken we gebruik van extra middelen, zoals advies van een deskundige, een onderzoek of een enquête. Deze middelen zijn dan een aanvulling op bestaande regelingen en voorzieningen.
Bij het verstrekken van informatie aan huurders wordt maatwerk geleverd. Dat wil zeggen dat voor iedere fase wordt bepaald op welke manier de huurders geïnformeerd worden. Woonservice maakt per project een communicatieplan waarin is vastgelegd op welke wijze er informatie wordt verstrekt, welke communicatiemiddelen worden gebruikt, het moment waarop de informatie wordt gegeven en welke informatie.
5.2 Renovatiebesluit / Planning werkzaamheden
Het renovatiebesluit wordt zo snel mogelijk, maar minimaal 12 maanden voor de geplande uitvoering, schriftelijk aan de huurders meegedeeld.
5.3 Huisbezoek
Xxxxxxxxxxx maakt met elk huishouden een afspraak voor een huisbezoek, nadat het besluit is genomen en uiterlijk zes maanden voor de start van de werkzaamheden voor (wel of niet ingrijpende) renovatie. Doelen van het huisbezoek zijn onder andere:
• Het informeren van de huurder over het besluit tot renovatie door Xxxxxxxxxxx.
• Het informeren van de huurder over zijn rechten en plichten, mede op basis van dit sociaal statuut.
• Het inventariseren van de woonwensen van de huurder en het aangeven van de mogelijkheden om daaraan tegemoet te komen.
• Het verhelderen van de procedure voor woningtoewijzing en het
vaststellen van het ‘zoekprofiel’ voor een andere woning op basis van het aantal personen, inkomen, leeftijd e.d.
• Het inventariseren van door de huurder zelf aangebrachte voorzieningen in de woning.
• Het inventariseren van de aanwezige woningaanpassingen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
• Het inventariseren van mogelijke knelpunten bij de huurder.
• De huurder mag zich laten bijstaan door een derde. Alle afspraken gemaakt tijdens de individuele huisbezoeken worden schriftelijk vastgelegd.
5.4 Overeenstemming en renovatiecontract
Als Woonservice de huurder renovatie van zijn woning heeft aangeboden en de huurder gaat daarmee akkoord, worden deze afspraken vastgelegd. Deze vastlegging houdt in: de concrete werkzaamheden in en aan de woning, de planning van de uitvoering met datum voor de start en de oplevering in de woning van de huurder, de huurverhoging en de nieuwe huurprijs met de bijbehorende servicekosten.
Verbeteringen die gepaard gaan met een huurverhoging kunnen alleen met instemming van de huurder plaatsvinden. Dit gaat via het ondertekenen van een akkoordverklaring. Deze
akkoordverklaring is bindend voor zowel de huurder als voor Woonservice.
5.5 Toestemming huurders
Woonservice vraagt voor (ingrijpende) renovatie met de bijbehorende huurverhoging toestemming van de huurder.
Complex met minimaal tien woningen
Voor een complex met minimaal tien woningen geldt dat Woonservice de (ingrijpende) renovatie mag uitvoeren bij alle woningen als 70% van de huurders van het betreffende complex instemt.
Huurders die ondanks instemming van 70% of meer van de huurders in het complex niet akkoord gaan, zijn vrij om dan zelf een gerechtelijke procedure te starten.
Als 70% instemming van de huurders niet gehaald wordt, dan staat het Woonservice vrij bij de rechtbank een uitspraak te vragen over het al dan niet doorgaan van de geplande renovatie.
Complex minder dan tien woningen Voor een complex met minder dan tien woningen geldt dat Woonservice de (ingrijpende) renovatie mag uitvoeren bij de desbetreffende woning(en) waarvoor toestemming is verkregen door de bewoner.
Als huurder niet instemt met de (ingrijpende) renovatie, dan staat het Woonservice vrij bij de rechtbank een uitspraak te vragen over het al dan niet doorgaan van de geplande renovatie voor desbetreffende woning.
5.6 Uitvoeringsdatum
Nadat Woonservice de akkoordverklaringen heeft ontvangen en voldaan is aan de norm van 70% stelt Woonservice zo snel mogelijk een uitvoeringsdatum vast. De uitvoeringsdatum wordt
gecommuniceerd met alle betreffende huurders.
5.7 Renovatie in de bewoonde woning
5.7.1 Overlast en schade. "Voorkomen is beter dan genezen"
Xxxxxxxxxxx maakt afspraken met de aannemer zodat deze voorzorgsmaatregelen treffen om de schades zo veel mogelijk te beperken. In ieder project wordt door gerichte voorlichting aan de huurder over de te nemen voorzorgsmaatregelen voorkomen dat er schade voor de huurder ontstaat. Indien tijdens de werkzaamheden schade aan de eigendommen van de huurder wordt veroorzaakt door werknemers van Xxxxxxxxxxx, werknemers van de aannemer of onderaannemers die in opdracht van Xxxxxxxxxxx werkzaamheden verrichten, dan heeft de huurder recht op schadevergoeding van Woonservice. Hetzelfde geldt in geval van diefstal. Woonservice regelt de schadeclaim met de aannemer en zorgt voor de uitbetaling aan de huurder. In deze gedragscode worden de noodzakelijke afspraken gemaakt waardoor het werken in een bewoonde woning mogelijk is.
5.7.2 Tijdelijke voorzieningen Door het aanbieden van tijdelijke voorzieningen wordt de uitvoering in de bewoonde woning mogelijk gemaakt. Indien de huurder een deel van de woning moet ontruimen, draagt Woonservice zorg voor voldoende opslagruimte voor de inboedel.
5.7.3 Vergoedingen voor ongemak
Bij ingrijpende renovatieprojecten worden er op projectniveau afspraken
gemaakt over eventuele compensatie. Woonservice streeft hierin maatwerk na.
5.7.4 Regeling voor schade of kleine herstelwerkzaamheden Het kan voorkomen dat er tijdens de uitvoering of ten gevolge van de werkzaamheden schade ontstaat. Hiervoor is de volgende regeling van toepassing: Wanneer onderhouds- of renovatiewerkzaamheden in de woning worden uitgevoerd, kan de huurder geconfronteerd worden met kleine herstelwerkzaamheden of schades. Hieronder wordt een onderscheid gemaakt naar voorziene herstelwerkzaamheden en onvoorziene schades.
5.7.5 Voorziene herstelwerkzaamheden Wanneer ten gevolge van de noodzakelijke werkzaamheden aan de woning kleine herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd aan het interieur van de woning, dan worden
deze zo goed mogelijk afgewerkt door de uitvoerende partij.
5.7.6 Onvoorziene schades Er kan ook schade ontstaan doordat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden per ongeluk schade
wordt toegebracht aan het interieur. De huurder dient de schade binnen vijf werkdagen schriftelijk te melden aan Woonservice. Woonservice handelt deze
xxxxxx verder af met de huurder en met de aannemer.
5.8 Tijdelijke huisvesting bij ingrijpende renovatie
5.8.1 Recht op terugkeer De huurder die door ingrijpende renovatie zijn woning moet verlaten, heeft het recht op terugkeer.
5.8.2 Wisselwoning
De huurder die vanwege de ingrijpende renovatie zijn woning moet verlaten heeft recht op een wisselwoning. De wisselwoning bevindt zich, zoveel als mogelijk is, in het vernieuwingsgebied of in de directe omgeving daarvan.
Woonservice merkt een woning als wisselwoning aan en zorgt ervoor dat de wisselwoning schoon, gestoffeerd en gesausd of behangen is. Indien de huur van de wisselwoning hoger is dan de huur van de oude woning, dan geldt de huur van de oude woning als huur van de wisselwoning.
De wisselwoning dient schoon opgeleverd te worden. Als de huurder schade heeft aangericht in de wisselwoning, wordt de schade door de huurder vergoed. Het huurcontract voor de wisselwoning wordt gebaseerd op het tijdelijk huurcontract voor wisselwoningen (Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 artikel 22a lid b.)
Artikel 6 Verhuizen
6.1 Urgentie
Huurders die verhuizen vanwege sloop krijgen voorrang als herstructurering kandidaat boven reguliere woningzoekenden en boven andere urgenten. Zij krijgen voorrang bij woningen die via het woonruimteverdeelsysteem voor verhuur worden aangeboden. Bij meerdere kandidaten voor eenzelfde woning, geldt als criterium voor de volgorde van toewijzing de woonduur van de kandidaat in de te verlaten woning. Kandidaten die niet terugkeren in het vernieuwingsgebied hebben voorrang op kandidaten die een wisselwoning zoeken.
6.2 Garantie op herhuisvesting
Huurders die door sloop of ingrijpende renovatie hun woning moeten verlaten, krijgen de garantie op herhuisvesting. In het vernieuwingsplan worden door fasering van de werkzaamheden en door passend aanbod zo veel als mogelijk sociale huurwoningen van de overeengekomen kwaliteit en huurprijs gerealiseerd en aangeboden aan de huurder die het recht heeft op deze herhuisvestingsgarantie.
6.3 Nieuwe woning vinden
Woonservice gaat met de huurder in gesprek over zijn/haar voorkeur naar plaats, grootte, huurprijs en woningtype. Woonservice geeft de huurder informatie over de woningen en buurten van zijn
voorkeur. De huurder reageert in eerste instantie zelf via de website op vrijkomende woningen, tenzij de huurder ervoor kiest om terug te keren in de nieuwbouw en daarom een wisselwoning nodig heeft.
6.4 Naar de nieuwe woning
De huurder krijgt twee maanden voorafgaand aan de beëindiging van de huurovereenkomst van zijn te verlaten woning de huurovereenkomst van zijn nieuwe woning. Hierdoor is hij in de gelegenheid zijn nieuwe woning in te richten, te verhuizen en zijn oude woning volgens afspraak achter te laten. (Zie ook art. 10.4 vergoedingen: voorkomen dubbele huur).
6.5 Spijtoptanten
Huurder die vanwege sloopwerkzaamheden een andere woning heeft aanvaard en die niet kan aarden in de nieuwe leefomgeving, kan binnen één jaar na ingangsdatum van het huurcontract van de betreffende woning aangeven terug te willen verhuizen. De huurder schrijft zich dan opnieuw in als woningzoekende en krijgt voorrang. In overleg met de huurder kijkt Woonservice waar hij/zij kan wonen. Er is geen garantie op terugkeer naar dezelfde straat of locatie.
Spijtoptanten die gebruikmaken van deze regeling kunnen bij terugkeer in de buurt geen aanspraak maken op alle overige bepalingen uit dit sociaal statuut.
Artikel 7 Herhuisvesting algemeen
7.1 Passende woning
De huurder heeft recht op een passende woning binnen gemeente c.q. regio. Dit is een woning waarvan de grootte past bij het aantal personen van het huishouden en waarvan de huur passend is bij het inkomen van het huishouden.
Om de huurder een gelijkwaardige en passende woning te kunnen aanbieden, maakt Woonservice zo nodig gebruik van
de mogelijkheid sociale huurwoningen toe te wijzen aan inkomens boven de maximale inkomensgrens woningtoewijzing. (Conform de herziene Woningwet 2022 artikel 48)
7.2 Behoud inschrijfduur
De huurder behoudt bij verhuizing met vernieuwingsurgentie zijn opgebouwde inschrijfduur bij terugkeer naar de nieuwe woning.
Artikel 8 Tijdelijke verhuur in het vernieuwingsgebied
Daar waar mogelijk maakt Woonservice gebruik van de mogelijkheden die de Leegstandwet biedt om in geval van voorgenomen ingrijpende renovatie of sloop tijdelijke huurovereenkomsten aan te gaan op basis van een door Burgemeester & Wethouders te verlenen vergunning. Deze huurovereenkomsten en ook de eventuele opzegging van deze huurovereenkomst zullen moeten voldoen aan de voorwaarden van de Leegstandwet.
Indien wordt overgegaan tot tijdelijke verhuur heeft Woonservice de intentie om de sociale samenhang zo goed als mogelijk te respecteren. De huurdersvereniging en Woonservice zijn
zich ervan bewust dat de sociale samenhang in een tijdelijke verhuur situatie van een andere aard is dan in een reguliere huursituatie.
Woningen die leeg komen voordat de feitelijke uitvoering van de renovatie of sloop aanvang neemt, zullen zo lang mogelijk tijdelijk worden verhuurd op basis van de Leegstandwet.
Woningen worden tijdelijk verhuurd nadat de peildatum van het betreffende complex is ingegaan. De tijdelijke huurder dan wel gebruiker behoud zijn of haar opgebouwde inschrijfduur binnen het woonruimteverdelingssysteem alleen bij terugkeer naar de nieuwbouw.
Artikel 9 Betaalbaarheid
9.1 Huurbevriezing
De huurprijs wordt bevroren voor woningen die ingrijpend gerenoveerd of gesloopt worden op het moment van de peildatum.
De huurprijs wordt ook bevroren of verlaagd van woningen die volgens art 7:207 BW in geval van vermindering van het huurgenot in aanmerking komen voor huurbevriezing of huurverlaging.
9.2 Huurgewenning
Woonservice biedt de huurder, volgens art 7:252c BW, in de nieuwe woning huurgewenning aan, als de huurder geen recht heeft op huurtoeslag.
De huurder gaat in drie jaar stapsgewijs meer huur betalen tot aan de streefhuur van de woning.
Na maximaal 3 jaar betaalt de huurder de nieuwe streefhuur.
Bij verhuizing naar de permanente woning wordt de oude huur met € 50,- verhoogd.
• Per 1/7 volgend op de verhuizing wordt de huur met 35% verhoogd met het verschil in huur tussen die bij verhuizing en streefhuur.
• Per 1/7 volgend op de eerste aanpassing van 35% zal de huur weer met 35% verhoogd worden. De verhoging wordt weer bepaald op basis van het verschil in huur tussen die bij verhuizing en streefhuur.
• Per 1/7 volgend op de tweede aanpassing van 35% zal de huur met 30% verhoogd worden. De verhoging wordt weer bepaald op basis van het verschil in huur tussen die bij verhuizing en streefhuur. Vanaf dit moment is de huur gelijk aan de streefhuur.
Artikel 10 Vergoedingen
10.1
Verhuiskostenvergoeding
De huurder maakt voor de verhuizing bij sloop voor herinrichting en voor verhuizing naar zijn nieuwe woning, kosten. De huurder heeft op grond van artikel 7:220 en 7:275 BW recht op de voor de dan geldende wettelijke verhuiskostenvergoeding.
Indien de huurder tijdelijk zijn woning moet verlaten in verband met een ingrijpende renovatie, levert Woonservice maatwerk als het gaat om eventuele vergoedingen.
10.2 Vergoeding Wisselwoning
Huurders die gebruik maken van een wisselwoning (en dus tweemaal moeten verhuizen) ontvangen een (extra)
vergoeding van € 1.000,-. De huurder
ontvangt € 250,- bij verhuizing naar
wisselwoning en € 750,- bij vertrek naar nieuwe woning.
10.3 Vergoeding overige kosten
De volgende kosten komen voor rekening van Xxxxxxxxxxx: administratiekosten van de nieuwe huurovereenkomst.
10.4 Voorkomen dubbele huur
Gedurende de periode dat de huurder zijn te verlaten woning huurt en de huur van zijn nieuwe woning is ingegaan, betaalt hij maximaal twee maanden geen dubbele huur. De huurder betaalt de huur van de nieuwe woning.
10.5 Vergoeding in hulp en natura
Woonservice kan in overleg (een deel van) de vergoedingen voor verhuis- en
herinrichtingskosten ook in natura uitbetalen of door hulp te bieden. Bijvoorbeeld de inzet van een klusjesman voor de herinrichting van de woning. De huurder moet schriftelijk toestemming geven voor vergoeding in hulp of natura in plaats van (een deel van) de afgesproken financiële vergoeding.
10.6 Uitbetaling wettelijke verhuiskostenvergoeding
De wettelijke verhuiskostenvergoeding wordt in twee delen aan de huurder uitbetaald, zowel in geval van sloop van de woning (waarna de huurder al dan niet terugkeert in de nieuwbouw) als in het geval waarin de huurder tijdelijk de woning moet verlaten in verband met renovatie, en vervolgens in dezelfde woning terugkeert:
• 75% van de vergoeding wordt voldaan op het tijdstip van een maand voorafgaande aan de geplande verhuizing naar andere woonruimte of zoveel later als de feitelijke verhuizing bekend wordt.
• De resterende 25% wordt voldaan op het moment van inleveren van de sleutel van de oude of tijdelijke huurwoning en het daadwerkelijk leeg beschikbaar stellen van de woonruimte.
10.7 Overlijden
Gedurende de looptijd van het sociaal statuut wordt bij het overlijden van de huurder de vergoeding voor de verhuis- en herinrichtingskosten niet uitgekeerd. Eventuele kosten die al gemaakt zijn vanwege de sloop of renovatie worden in overleg met Woonservice vergoed aan de nabestaanden, mits deze aantoonbaar zijn.
Artikel 11 Indexering
De verhuiskostenregeling is in 2010 opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties past jaarlijks het minimumbedrag aan.
Aanpassing van de bedragen van inkomen en huurprijs afkomstig uit de Wet op de huurtoeslag vindt plaats volgens de van toepassing zijnde jaarlijkse ministeriele beschikking.
Artikel 12 Zelf Aangebrachte Veranderingen (ZAV)
Huurders die zelf veranderingen (ZAV’s) in hun woning hebben aangebracht, mogen deze uit de woning verwijderen en meenemen.
De huurder die de huur opzegt ná de peildatum, heeft recht op een vergoeding voor zelf aangebrachte veranderingen als:
• De verandering een verbetering of toevoeging aan de woning inhoudt.
• De verandering is aangebracht vóór de peildatum.
• De verandering met toestemming van Xxxxxxxxxxx is uitgevoerd en een kopie van de factuur heeft ingediend.
• De huurder kan aantonen dat de verandering tegen betaling is of overgenomen.
De huurder die de huur opzegt vóór de peildatum, heeft recht op een vergoeding voor de zelf aangebrachte veranderingen als volgens het geldende ZAV beleid.
De hoogte van de vergoeding wordt gebaseerd op de nieuwwaarde van de verandering minus de afschrijvingen. Woonservice hanteert dezelfde afschrijftermijnen als bij haar algemeen ZAV-beleid.
Deze regeling geldt voor alle huurders die hun woning moeten verlaten vanwege sloop of ingrijpende renovatie.
Voor een ZAV ouder dan 10 jaar wordt geen vergoeding uitbetaald m.u.v. een gemetseld bijgebouw.
Artikel 13 Beheer en leefbaarheid
Gemeente, Woonservice en de huurdersorganisatie zetten zich ten tijde van sloop extra in voor de leefbaarheid van het vernieuwingsgebied en de betreffende complexen. Deze organisaties voeren geregeld overleg over de te nemen maatregelen om de leefbaarheid te garanderen.
13.1 Beheer van de woningen
Uitgangspunt bij het beheer van de woningen en de woonomgeving is de kwaliteit van het wonen in de buurt zo goed mogelijk te houden. Dit betekent enerzijds dat er gevaarlijke situaties vermeden worden. Het betekent anderzijds dat er extra aandacht is voor gebreken aan de woningen en de woonomgeving.
Woonservice doet haar uiterste best om tot het moment van renovatie c.q. sloop
van de woningen zorg te dragen voor een zodanige instandhouding van de tot het project behorende woningen, dat deze goed bewoonbaar blijven en dat de uitstraling van het complex geen verloedering in de hand werkt.
13.2 Leefbaarheid tijdens de uitvoering
Om de woningen er zo bewoond mogelijk uit te laten zien, worden gordijnen van vertrekkende huurders overgenomen of zorgt Woonservice voor andere maatregelen.
Woonservice, de gemeente en de huurders zorgen voor het schoonhouden van de omgeving. In geval van overlast maakt Woonservice passende afspraken met desbetreffende partijen om de overlast tegen te gaan.
Artikel 14 Dienstverlening ten behoeve van de huurders
Indien in de te renoveren of te slopen woning herbruikbare voorzieningen
o.b.v. de Wmo aanwezig zijn, dan worden deze in de nieuwe of gerenoveerde woning teruggeplaatst. Dit geschiedt zo nodig op basis van een nieuwe WMO aanvraag. Woonservice dient tijdig, met het oog op tijdige plaatsing van de voorzieningen, in samenwerking met de huurder deze aanvraag voor te bereiden. Gemeente
behandelt de Wmo-aanvraag tijdig zodat een tijdige plaatsing van de Wmo- voorziening(en) niet in gevaar komt.
Verhuizing van aangepaste sloopwoning naar nieuwbouwwoning
Wanneer de huurder niet terug kan naar de nieuwbouw, dan zoekt Woonservice in overleg met de huurder naar een andere passende woning.
Artikel 15 Bewonerscommissies
Woonservice stelt faciliteiten ter beschikking aan bewoners die zich organiseren in bewonerscommissies per project. Bij het ontwikkelen van plannen voor herstructurering, groot onderhoud/renovatie, sloop en nieuwbouw wordt er voor een specifiek project een bewonerswerkgroep geformeerd of wordt aansluiting gezocht bij de bestaande bewonerscommissie.
Artikel 16 Tevredenheid huurders
Woonservice en huurdersorganisatie laten na afloop van de uitvoering van het vernieuwingsplan een onderzoek uitvoeren naar de tevredenheid van de betrokken huurders.
Artikel 17 Geschillenregeling
Geschillen die voortvloeien uit de toepassing, uitvoering en/of interpretatie van dit sociaal statuut kunnen schriftelijk en gemotiveerd worden voorgelegd aan de regionale geschillencommissie waar Woonservice bij aangesloten is.
Artikel 18 Hardheidsclausule
Als dit sociaal statuut voor een huurder gevolgen heeft die voor hem of haar aanzienlijk ongunstiger zijn dan voor de andere huurders, kan deze persoon een beroep doen op de hardheidsclausule en Woonservice verzoeken in zijn of haar geval van het sociaal statuut af te wijken. Woonservice neemt over dit verzoek binnen 30 dagen een beslissing. Deze wordt schriftelijk en met redenen omkleed aan de betreffende huurder meegedeeld.
Xxxxxxxxxxx legt een dossier aan van beroepen op de hardheidsclausule en bijbehorende besluiten. Dit dossier speelt een rol in de evaluatie van dit sociaal statuut.
Getekend te Westerbork, (datum)
X. Xxxx
Directeur-bestuurder
X. xxx xxx Xxxxx
Voorzitter Huurdersvereniging Samen Sterk