Publicatieblad
van de Europese Unie
L 187
★ ★ ★
★ ★
★ ★
★ ★
★ ★ ★
Uitgave
in de Nederlandse taal
Inhoud
Wetgeving
62e jaargang 12 juli 2019
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
★ Besluit (EU) 2019/1187 van de Raad van 6 juni 2019 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van sommige bepalingen van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensover- schrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensover- schrijdende criminaliteit, van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en de bijlage daarbij, en van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van
aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten 1
laboratoriumactiviteiten
verrichten 3
VERORDENINGEN
★ Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1188 van de Commissie van 14 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad door de vaststelling van prestatieklassen met betrekking tot de weerstand tegen windbelasting van buitenzonnewering en luifels (1) 11
★ Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1189 van de Commissie van 8 juli 2019 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2368/2002 van de Raad tot uitvoering van de Kimberleyprocescertifi- cering voor de internationale handel in ruwe diamant 14
NL
(1) Voor de EER relevante tekst.
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.
Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.
★ Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1190 van de Commissie van 11 juli 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 wat betreft de verlaging van aan Spanje toegewezen vangstquota voor 2019 30
BESLUITEN
Rectificaties
★ Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2019/87 van de Raad van 21 januari 2019 tot uitvoering van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië
(PB L 18 I van 21.1.2019) 52
(1) Voor de EER relevante tekst.
(Niet-wetgevingshandelingen)
INTERNaTIONaLE OVEREENKOMSTEN
BESLUIT (EU) 2019/1187 VAN DE RAAD
van 6 juni 2019
betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van sommige bepalingen van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en de bijlage daarbij, en van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten
DE RaaD VaN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 82, lid 1, tweede alinea, onder d), en artikel 87, lid 2, onder a), in samenhang met artikel 218, lid 5,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op 10 juni 2016 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen over de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en de bijlage daarbij, en van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten (“de overeenkomst”).
(2) De onderhandelingen zijn met succes afgerond met de parafering van de overeenkomst op 24 mei 2018.
(3) De verbetering van de uitwisseling van rechtshandhavingsgegevens met het oog op de handhaving van de veiligheid in de Unie, kan niet in voldoende mate door de zelfstandig optredende lidstaten worden gerealiseerd, aangezien de internationale criminaliteit zich door haar aard niet door de grenzen van de Unie laat tegenhouden. De mogelijkheid dat alle lidstaten en de Zwitserse Bondsstaat wederzijds toegang krijgen tot de nationale
gegevensbanken betreffende
DNa-analysebestanden,
vingerafdrukidentificatiesystemen en voertuigregistratiege
gevens, is van cruciaal belang om de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van rechtshandhaving te bevorderen.
(4) Besluit 2008/615/JBZ van de Raad (1), Besluit 2008/616/JBZ van de Raad (2) en de bijlage erbij, en Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad (3) zijn bindend voor Ierland, dat derhalve deelneemt aan de vaststelling en toepassing van onderhavig besluit.
(1) Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 1).
(2) Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de
grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 12).
(3) Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad van 30 november 2009 over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die labora
toriumactiviteiten verrichten (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 14).
(5) Besluit 2008/615/JBZ, Besluit 2008/616/JBZ en de bijlage erbij, en Kaderbesluit 2009/905/JBZ zijn bindend voor het Verenigd Koninkrijk, dat derhalve deelneemt aan de vaststelling en toepassing van onderhavig besluit.
(6) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.
(7) De overeenkomst moet worden ondertekend en de daaraan aangehechte verklaring moet worden goedgekeurd. Sommige bepalingen van de overeenkomst moeten voorlopig worden toegepast in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VaSTGESTELD:
Artikel 1
De ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende crimina liteit, van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en de bijlage daarbij, en van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten (“de overeenkomst”), wordt gemachtigd, onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De aan dit besluit gehechte overeenkomst wordt namens de Unie goedgekeurd.
Artikel 3
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.
Artikel 4
Overeenkomstig artikel 8, lid 3, van de overeenkomst, worden artikel 5, leden 1 en 2, van de overeenkomst in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures vanaf de ondertekening van de overeenkomst (4) voorlopig toegepast.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 6 juni 2019.
Voor de Raad De voorzitter
x. XXXXXxXX
(4) De datum van ondertekening van de overeenkomst zal worden bekengemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie door het secretariaat-generaal van de Raad.
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en de bijlage daarbij, en van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten
DE EUROPESE UNIE,
enerzijds, en
DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,
anderzijds,
hierna gezamenlijk “de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,
GELEID DOOR DE WENS de politiële en justitiële samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat te verbeteren, onverminderd de regelgeving ter bescherming van de individuele vrijheid,
OVERWEGENDE dat de huidige betrekkingen tussen de overeenkomstsluitende partijen, met name de overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (1), een toonbeeld zijn van nauwe samenwerking bij de bestrijding van criminaliteit,
EROP WIJZEND dat alle overeenkomstsluitende partijen belang hebben bij een doeltreffende en vlotte politiële samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat, die verenigbaar is met de grondbe ginselen van hun nationale rechtsstelsels en in overeenstemming met de individuele rechten en de beginselen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950,
ERKENNENDE dat Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie (2) reeds regels bevat op grond waarvan de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten en de Zwitserse Bondsstaat snel en doeltreffend bestaande informatie en inlichtingen kunnen uitwisselen teneinde een strafrechtelijk onderzoek of een criminele-inlichtingenoperatie uit te voeren,
ERKENNENDE dat het van cruciaal belang is dat exacte informatie snel en doeltreffend kan worden uitgewisseld teneinde de internationale samenwerking op het gebied van rechtshandhaving te stimuleren,
INDACHTIG het doel om procedures in te voeren ter bevordering van snelle, efficiënte en goedkope gegevensuitwisselings middelen en dat voor het gezamenlijke gebruik van gegevens, in deze procedures de respectieve verantwoordelijkheden moeten worden bepaald en de procedures de nodige waarborgen moeten bieden wat betreft de juistheid en de beveiliging van de gegevens bij doorgifte en opslag, alsmede procedures voor de registratie van gegevensuitwisseling en beperkingen op het gebruik van de uitgewisselde gegevens,
EROP WIJZEND dat deze overeenkomst derhalve bepalingen bevat die zijn gestoeld op de voornaamste bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (3) en Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensi vering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensover schrijdende criminaliteit (4), met inbegrip van de bijlage, alsmede Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad van
30 november 2009 over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten (5), en die dienen ter verbetering van de informatie-uitwisseling waarbij de lidstaten van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat elkaar toegang verlenen tot hun geautomatiseerde DNA-analysebestanden, geautomatiseerde vingerafdrukidentificatiesystemen en voertuigregistratiegegevens,
(1) PB EU L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(2) PB EU L 386 van 29.12.2006, blz. 89.
(3) PB EU L 210 van 6.8.2008, blz. 1.
(4) PB EU L 210 van 6.8.2008, blz. 12.
(5) PB EU L 322 van 9.12.2009, blz. 14.
EROP WIJZEND dat in het geval van nationale DNA-analysebestanden en geautomatiseerde vingerafdrukidentificatie systemen een hit/no hit-systeem de verzoekende staat, in een tweede fase, in staat moet stellen specifieke met een dossier verband houdende persoonsgegevens op te vragen in de staat die het dossier beheert en, waar nodig, via rechtshulppro cedures, waaronder die welke ingevolge Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad zijn vastgesteld, om nadere informatie te verzoeken,
OVERWEGENDE dat deze bepalingen de bestaande procedures aan de hand waarvan de lidstaten van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat kunnen nagaan of een andere staat, over de door hen benodigde informatie beschikt, aanzienlijk zouden bespoedigen en, zo ja, welke staat,
OVERWEGENDE dat grensoverschrijdende gegevensvergelijking een nieuwe dimensie zal geven aan de misdaadbestrijding en dat de informatie die door het vergelijken van gegevens wordt verkregen, nieuwe onderzoeksmethoden mogelijk zal maken en daardoor een cruciale rol spelen bij de ondersteuning van de rechtshandhavings- en justitiële autoriteiten van de staten,
OVERWEGENDE dat de regels gebaseerd zijn op netwerkverbindingen tussen de nationale gegevensbanken van de staten,
OVERWEGENDE dat de staten onder bepaalde voorwaarden al dan niet persoonsgebonden gegevens moeten kunnen verstrekken teneinde in verband met grootschalige evenementen met een grensoverschrijdende dimensie de uitwisseling van gegevens te verbeteren met het oog op de voorkoming van strafbare feiten en de handhaving van de openbare orde en veiligheid,
ERKENNENDE dat niet alleen de informatie-uitwisseling moet worden verbeterd, maar ook andere vormen van nauwere samenwerking tussen politiediensten moeten worden gereguleerd, met name waar het gaat om gezamenlijke veiligheids operaties (bijvoorbeeld gezamenlijke patrouilles),
OVERWEGENDE dat het hit/no hit-systeem een structuur voor de vergelijking van anonieme profielen biedt, waarbij aanvullende persoonsgegevens pas na een hit worden uitgewisseld, en dat de verstrekking en de ontvangst van die gegevens vallen onder het nationale recht, met inbegrip van de rechtshulpvoorschriften en dat deze opzet een adequaat systeem waarborgt voor gegevensbescherming, met dien verstande dat voor de verstrekking van persoonsgegevens aan een andere staat een toereikend niveau van gegevensbescherming in de ontvangende staten is vereist,
OVERWEGENDE dat de Zwitserse Bondsstaat de kosten van zijn eigen autoriteiten in verband met de toepassing van deze overeenkomst draagt;
ERKENNENDE dat aangezien de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten, een belangrijke stap is naar een veiligere en effectievere uitwisseling van forensische informatie, sommige bepalingen van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad derhalve door de Zwitserse Bondsstaat dienen te worden nageleefd;
OVERWEGENDE dat de verwerking van persoonsgegevens, op grond van deze overeenkomst, door de autoriteiten van de Zwitserse Bondsstaat met het oog op het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit onderworpen dient te zijn aan normen voor de bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van het nationaal recht van de Zwitserse Bondsstaat die voldoen aan Xxxxxxxxx (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (6);
ZICH BASEREND op het wederzijds vertrouwen van de lidstaten van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat in de structuur en de werking van hun rechtsstelsels;
ERMEE REKENING HOUDENDE dat op grond van de overeenkomst tussen de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein ten aanzien van de samenwerking in het kader van de Zwitserse informatiesystemen wat betreft vingeraf drukgegevens en DNA-profielen (7), beide landen dezelfde gegevensbanken en informatie-uitwisselingssystemen gebruiken voor respectievelijk DNA en vingerafdrukgegevens;
ERKENNENDE dat de bepalingen van de bilaterale en multilaterale overeenkomsten van toepassing blijven voor alle aangelegenheden die niet in deze overeenkomst zijn geregeld;
(6) PB EU L 119 van 4.5.2016, blz. 89.
(7) AS/RO 2006 2031; SR/RS 0.360.514 1.
HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN:
Artikel 1
Onderwerp en doel
1. Behoudens deze overeenkomst zijn de artikelen 1 tot en met 24, artikel 25, lid 1, en de artikelen 26 tot en met 32 en artikel 34 van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, van toepassing op de bilaterale betrekkingen tussen de Zwitserse Bondsstaat en elke lidstaat.
2. Behoudens in deze overeenkomst zijn de artikelen 1 tot en met 19 en artikel 21 van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en, met uitzondering van punt 1 van hoofdstuk 4, van de bijlage ervan, van toepassing op de bilaterale betrekkingen tussen de Zwitserse Bondsstaat en elke lidstaat.
3. De verklaringen die de lidstaten uit hoofde van Besluiten 2008/615/JBZ en 2008/616/JBZ van de Raad hebben afgelegd, zijn ook van toepassing op hun bilaterale betrekkingen met de Zwitserse Bondsstaat.
4. Behoudens het bepaalde in deze overeenkomst zijn de artikelen 1 tot en met 5 en artikel 6, lid 1, van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten, van toepassing op de bilaterale betrekkingen tussen de Zwitserse Bondsstaat en elke lidstaat.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1) “overeenkomstsluitende partijen”: de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat;
2) “lidstaat”: een lidstaat van de Europese Unie;
3) “staat”: een lidstaat of de Zwitserse Bondsstaat.
Artikel 3
Eenvormige toepassing en uitlegging
1. Om ervoor te zorgen dat de in artikel 1 bedoelde bepalingen zo eenvormig mogelijk worden toegepast en uitgelegd, volgen de overeenkomstsluitende partijen de ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en van de bevoegde rechtscolleges van de Zwitserse bondsstaat betreffende die bepalingen op de voet. Daartoe wordt een mechanisme voor de regelmatige wederzijdse uitwisseling van die rechtspraak opgezet.
2. De Zwitserse Bondsstaat is gerechtigd memories of schriftelijke opmerkingen in te dienen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie wanneer een rechterlijke instantie van een lidstaat het Hof van Justitie een prejudiciële vraag voorlegt over de uitlegging van een in artikel 1 bedoelde bepaling.
Artikel 4
Geschillenbeslechting
Een geschil tussen de Zwitserse Bondsstaat en een lidstaat betreffende de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst of van een in artikel 1 bedoelde bepaling en daarop betrekking hebbende wijzigingen kan door een partij bij het geschil verwezen worden naar een vergadering van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie en van de Zwitserse Bondsstaat, met het oog op een snelle beslechting van het geschil.
Artikel 5
Wijzigingen
1. Indien een wijziging moet worden aangebracht in de in artikel 1 bedoelde bepalingen, stelt de Europese Unie de Zwitserse Bondsstaat zo spoedig mogelijk op de hoogte en neemt zij in voorkomend geval zijn opmerkingen in ontvangst.
2. Wijzigingen van de in artikel 1 bedoelde bepalingen worden de Zwitserse Bondsstaat door de Europese Unie na aanneming zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht.
De Zwitserse Bondsstaat besluit onafhankelijk of hij de inhoud van een dergelijke wijziging aanvaardt en die in zijn interne rechtsorde omzet. Dat besluit wordt binnen drie maanden na de in de eerste alinea bedoelde kennisgeving ter kennis van de Europese Unie gebracht.
3. Indien de inhoud van de wijziging voor de Zwitserse Bondsstaat pas bindend kan worden nadat aan zijn grondwet telijke verplichtingen is voldaan, deelt de Zwitserse Bondsstaat de Europese Unie zulks bij zijn kennisgeving mee. De Zwitserse Bondsstaat deelt de Europese Unie onverwijld schriftelijk mee wanneer aan alle grondwettelijke verplichtingen is voldaan. Wanneer geen referendum vereist is, vindt de kennisgeving plaats onmiddellijk na het verstrijken van de referendumtermijn. Indien een referendum vereist is, beschikt de Zwitserse Bondsstaat voor het verrichten van de kennisgeving over een termijn van ten hoogste twee jaar vanaf de kennisgeving door de Europese Unie. Vanaf de datum waarop de wijziging voor de Zwitserse Bondsstaat in werking moet treden, tot de mededeling dat aan de grondwettelijke verplichtingen is voldaan, past de Zwitserse Bondsstaat indien mogelijk de inhoud van de wijziging voorlopig toe.
4. Indien de Zwitserse Bondsstaat de inhoud van de wijziging niet aanvaardt, wordt deze overeenkomst opgeschort. De overeenkomstsluitende partijen komen bijeen om elke mogelijkheid tot voortzetting van de goede werking van de overeenkomst te onderzoeken, met inbegrip van de mogelijkheid om de gelijkwaardigheid van de wetgeving te erkennen. De opschorting wordt opgeheven zodra de Zwitserse Bondsstaat kennisgeving doet dat hij de inhoud van de wijziging aanvaardt of indien de overeenkomstsluitende partijen overeenkomen de bestaande overeenkomst opnieuw toe te passen.
5. Indien de overeenkomstsluitende partijen na afloop van een opschortingsperiode van zes maanden nog niet zijn overeengekomen de overeenkomst opnieuw toe te passen, wordt de toepassing van de overeenkomst beëindigd.
6. De leden 4 en 5 van dit artikel zijn niet van toepassing op wijzigingen betreffende hoofdstuk 3, 4 of 5 van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad of betreffende artikel 17 van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad ten aanzien waarvan de Zwitserse Bondsstaat de Europese Unie met redenen omkleed heeft meegedeeld de wijziging niet te aanvaarden. In dergelijke gevallen blijven, onverminderd het bepaalde in artikel 10 van deze overeenkomst, in de bilaterale betrekkingen tussen de Zwitserse Bondsstaat en elke lidstaat de betrokken bepalingen van toepassing in de versie van voor de wijziging.
Artikel 6
Evaluatie
De overeenkomstsluitende partijen stemmen ermee in deze overeenkomst uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding gezamenlijk aan een evaluatie te onderwerpen. De evaluatie heeft in het bijzonder betrekking op de praktische uitvoering, de uitlegging en de verdere ontwikkeling van de overeenkomst en behelst ook aangelegenheden zoals de gevolgen van de ontwikkeling van de Europese Unie met betrekking tot het voorwerp van de overeenkomst.
Artikel 7
Verhouding tot andere instrumenten
1. Het staat de Zwitserse Bondsstaat vrij om bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen inzake grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten die op de datum van de sluiting van deze overeenkomst van kracht zijn, te blijven toepassen, voor zover die overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met de doelstellingen van deze overeenkomst. De Zwitserse Bondsstaat stelt de Europese Unie in kennis van dergelijke overeenkomsten of regelingen die van toepassing zullen blijven.
2. Na de inwerkingtreding van deze overeenkomst staat het de Zwitserse Bondsstaat vrij om andere bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen inzake grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten te sluiten of in werking te doen treden, voor zover die overeenkomsten of regelingen de mogelijkheid bieden de doelstellingen van deze overeenkomst te verruimen of te verbreden. De Zwitserse Bondsstaat stelt de Europese Unie binnen drie maanden na de ondertekening van dergelijke nieuwe overeenkomsten of regelingen hiervan in kennis, of, wat betreft overeenkomsten of regelingen die reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze overeenkomst waren ondertekend, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dergelijke nieuwe overeenkomsten of regelingen.
3. De in de leden 1 en 2 bedoelde overeenkomsten en regelingen laten de betrekkingen met de lidstaten die daarbij geen partij zijn, onverlet.
4. Deze overeenkomst laat bestaande overeenkomsten betreffende rechtsbijstand of wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen onverlet.
Artikel 8
Kennisgevingen, verklaringen en inwerkingtreding
1. De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de noodzakelijke procedures, waarmee zij te kennen geven dat zij ermee instemmen door de overeenkomst te worden gebonden.
2. De Europese Unie kan ermee instemmen door deze overeenkomst gebonden te worden, zelfs al zijn de besluiten inzake de verwerking van persoonsgegevens die overeenkomstig Besluit 2008/615/JBZ van de Raad zijn of worden verstrekt, nog niet ten aanzien van alle lidstaten genomen.
3. Artikel 5, leden 1 en 2, worden vanaf de datum van ondertekening van deze overeenkomst voorlopig toegepast.
4. Ten aanzien van wijzigingen van de in artikel 1 bedoelde bepalingen die na de ondertekening maar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn aangenomen, vangt de in artikel 5, lid 2, tweede alinea, bedoelde periode van drie maanden aan op de datum waarop de overeenkomst in werking treedt.
5. Bij de in lid 1 bedoelde kennisgeving of, indien daarin is voorzien, op enig later tijdstip, legt de Zwitserse Bondsstaat de in artikel 1, lid 3, bedoelde verklaringen af.
6. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na de datum van de laatste kennisgeving als bedoeld in lid 1.
7. Verstrekking door de lidstaten en de Zwitserse Bondsstaat van persoonsgegevens op grond van deze overeenkomst vindt niet plaats voordat de bepalingen van hoofdstuk 6 van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad in het nationale recht van de bij de verstrekking betrokken staten zijn uitgevoerd.
Teneinde na te gaan of zulks in de Zwitserse Bondsstaat het geval is, worden overeenkomstig de voorwaarden en regelingen die met de Zwitserse Bondsstaat zijn overeengekomen, een evaluatiebezoek en een proefproject uitgevoerd, die identiek zijn aan die welke krachtens hoofdstuk 4 van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ van de Raad in de lidstaten zijn uitgevoerd.
Aan de hand van het verslag van de algehele evaluatie en nadat dezelfde stappen zijn gezet als bij de aanvang van geautomatiseerde gegevensuitwisseling in de lidstaten, besluit de Raad met ingang van welke datum of data de lidstaten persoonsgegevens overeenkomstig deze overeenkomst aan de Zwitserse Bondsstaat mogen verstrekken.
8. De bepalingen van Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad worden door de Zwitserse Bondsstaat ten uitvoer gelegd en toegepast. De Zwitserse Bondsstaat stelt de Europese Commissie in kennis van de tekst van de belangrijkste bepalingen die op het door die richtlijn bestreken gebied worden vastgesteld.
9. De artikelen 1 tot en met 24, artikel 25, lid 1, en de artikelen 26 tot en met 32 en artikel 34, van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad worden door de Zwitserse Bondsstaat uitgevoerd en toegepast. De Zwitserse Bondsstaat deelt de Europese Commissie de tekst mede van de belangrijkste bepalingen die op het door dat kaderbesluit van de Raad bestreken gebied worden vastgesteld.
10. De bevoegde autoriteiten van de Zwitserse Bondsstaat mogen de bepalingen van hoofdstuk 2 van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad niet toepassen totdat de Zwitserse Bondsstaat de in de leden 8 en 9 van dit artikel bedoelde maatregelen heeft uitgevoerd en toegepast.
Artikel 9
Toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie
De toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie schept krachtens deze overeenkomst rechten en verplichtingen tussen die nieuwe lidstaten en de Zwitserse Bondsstaat.
Artikel 10
Opzegging
1. Deze overeenkomst kan te allen tijde door een van de overeenkomstsluitende partijen worden opgezegd door nederlegging van een kennisgeving van opzegging bij de andere overeenkomststluitende partij.
2. De opzegging van deze overeenkomst overeenkomstig lid 1 wordt van kracht zes maanden na de nederlegging van de kennisgeving van opzegging.
Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Съставено в Брюксел на двадесет и седми юни две хиляди и деветнадесета година. Hecho en Bruselas, el veintisiete de junio de dos mil diecinueve.
V Bruselu dne dvacátého sedmého června dva tisíce devatenáct. Udfærdiget i Bruxelles den syvogtyvende juni to tusind og nitten.
Geschehen zu Brüssel am siebenundzwanzigsten Juni zweitausendneunzehn.
Kahe tuhande üheksateistkümnenda aasta juunikuu kahekümne seitsmendal päeval Brüsselis. Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι εφτά Ιουνίου δύο χιλιάδες δεκαεννέα.
Done at Brussels on the twenty seventh day of June in the year two thousand and nineteen. Fait à Bruxelles, le vingt sept juin deux mille dix-neuf.
Sastavljeno u Bruxellesu dvadeset sedmog lipnja godine dvije tisuće devetnaeste. Fatto a Bruxelles, addì ventisette giugno duemiladiciannove.
Briselē, divi tūkstoši deviņpadsmitā gada divdesmit septītajā jūnijā.
Priimta du tūkstančiai devynioliktų metų birželio dvidešimt septintą dieną Briuselyje. Xxxx Xxxxxxxxxxx, a kétezer-tizenkilencedik év június havának huszonhetedik napján. Magħmul fi Brussell, fis-sebgħa u għoxrin jum ta’ Ġunju fis-sena elfejn u dsatax.
Gedaan te Brussel, zevenentwintig juni tweeduizend negentien.
Sporządzono w Brukseli dnia dwudziestego siódmego czerwca roku dwa tysiące dziewiętnastego. Feito em Bruxelas, em vinte e sete de junho de dois mil e dezanove.
Întocmit la Bruxelles la douăzeci și șapte iunie două mii nouăsprezece. V Bruseli dvadsiateho siedmeho júna dvetisícdevätnásť.
V Bruslju, dne sedemindvajsetega junija leta dva tisoč devetnajst.
Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäseitsemäntenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattayhdeksäntoista. Som skedde i Bryssel den tjugosjunde juni år tjugohundranitton.
За Европейския съюз Рог la Unión Europea Za Evropskou unii
For Den Europæiske Union Für die Europäische Union Euroopa Liidu nimel
Για την Ευρωπαϊκή Ένωση For the European Union Pour l'Union européenne Za Europsku uniju
Per l'Unione europea Eiropas Savienības vārdā – Europos Sąjungos vardu Az Európai Unió részéről Għall-Unjoni Ewropea Voor de Europese Unie
W imieniu Xxxx Xxxxxxxxxxxx Xxxx Xxxxx Xxxxxxxx
Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xx Xxxxxxxx xxxx
Xx Evropsko unijo Euroopan unionin puolesta För Europeiska unionen
За Конфедерация Швейцария Por la Confederación Suiza Za Švýcarskou konfederaci For Det Schweiziske Forbund
Für die Schweizerische Eidgenossenschaft Šveitsi Konföderatsiooni nimel
Για την Ελβετική Συνομοσπονδία For the Swiss Confederation Pour la Confédération suisse Za Švicarsku Konfederaciju
Per la Confederazione Svizzera Šveices Konfederācijas vārdā – Šveicarijos Konfederacijos vardu A Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxx Xxxxx-Xxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx Voor de Zwitserse Bondsstaat
W imieniu Konfederacji Szwajcarskiej Xxxx Xxxxxxxxxxxx Xxxxx
Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xx Švajčiarsku konfederáciu Za Švicarsko konfederacijo Sveitsin valaliiton puolesta För Schweiziska edsförbundet
Verklaring van de Overeenkomststluitende partijen bij de ondertekening van de Overeenkomst
De Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat, partijen bij de Overeenkomst betreffende de toepassing van sommige bepalingen van Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, van Besluit 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, en de bijlage daarbij, en van Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die labora toriumactiviteiten verrichten (hierna “de overeenkomst” genoemd), verklaren:
Met het oog op de uitwisseling van gegevens betreffende DNA-profielen, vingerafdrukken en voertuigkentekens is het noodzakelijk dat de Zwitserse Bondsstaat voor elk van deze categorieën met elk van de lidstaten bilaterale verbindingen opzet.
Om deze taak te vergemakkelijken, worden alle beschikbare documenten, softwareproducten en lijsten met contacten aan de Zwitserse Bondsstaat toegezonden.
De Zwitserse Bondsstaat kan met lidstaten die dergelijke uitwisselingen reeds hebben uitgevoerd, een informeel partnerschap aangaan, teneinde in de opgedane ervaringen te delen en praktische en technische bijstand te krijgen. Over de gang van zaken bij een dergelijk partnerschap dient met de betrokken lidstaten overeenstemming te worden bereikt.
Voor informatie, verduidelijking of andere ondersteuning kunnen Zwitserse deskundigen zich altijd wenden tot het voorzitterschap van de Raad, de Commissie of erkende deskundigen op de betrokken gebieden. Evenzo kan de Commissie zich, wanneer zij contact heeft met vertegenwoordigers van de lidstaten bij de voorbereiding van voorstellen of mededelingen, ook contact opnemen met vertegenwoordigers van de Zwitserse Bondsstaat.
Zwitserse deskundigen kunnen worden uitgenodigd voor vergaderingen waar deskundigen van de lidstaten in het kader van de Raad technische aspecten bespreken die rechtstreeks betrekking hebben op de toepassing en ontwikkeling van de inhoud van bovengenoemde besluiten van de Raad.
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1188 VAN DE COMMISSIE
van 14 maart 2019
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad door de vaststelling van prestatieklassen met betrekking tot de weerstand tegen windbelasting van buitenzonnewering en luifels
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (1), en met name artikel 27, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Europese productnorm EN 13561 voor buitenzonnewering en luifels is in eerste instantie goedgekeurd door het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) in 2004 en gewijzigd in 2008. De norm bevat vier prestatieklassen voor buitenzonnewering en voor luifels, met name met betrekking tot de weerstand van deze producten tegen windbelasting.
(2) De klassen die zijn vastgesteld in de norm EN 13561 volstaan niet voor alle producten die momenteel op de markt beschikbaar zijn. De meest recente producten hebben een grotere weerstand tegen windbelasting dan voorheen. Het gebruik van de bestaande klassen kan in sommige gevallen aanleiding geven tot veiligheidspro blemen in verband met de bevestiging van de producten.
(3) Daarom moeten drie meer prestatieklassen voor de windbelasting worden opgenomen in de indeling in norm EN 13561. Het is ook noodzakelijk om onderscheid te maken tussen het gebruik van klassen voor de productsubfa milies die onder die norm vallen, met name voor knikarmluifels, voor buitenzonnewering waarvan het weefsel door laterale geleiders loopt en voor pergolaschermen.
(4) Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) nr. 305/2011 kunnen de prestatieklassen met betrekking tot essentiële kenmerken van bouwproducten door de Commissie of een Europese normalisatie-instelling worden vastgesteld op basis van een herzien mandaat dat is verleend door de Commissie. Aangezien zo spoedig mogelijk aanvullende prestatieklassen moeten worden vastgesteld, moet de Commissie nieuwe prestatieklassen vaststellen. Overeenkomstig artikel 27, lid 2, van die verordening moeten die klassen worden gebruikt in geharmoniseerde normen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Er worden prestatieklassen met betrekking tot de weerstand tegen windbelasting voor buitenzonnewering en luifels vastgesteld, zoals beschreven in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
(1) PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 maart 2019.
Voor de Commissie De voorzitter
Xxxx-Xxxxxx XXXXXXX
BIJLAGE
Tabel 1
Prestatieklassen met betrekking tot de weerstand tegen windbelasting voor buitenzonnewering waarvan het weefsel door laterale geleiders loopt en voor pergolaschermen
Klassen | 0 | 1 | 2 | 3 |
Nominale windbelasting pN (N/m2) | < 40 | ≥ 40 - < 70 | ≥ 70 - < 110 | ≥ 110 - < 170 |
Veiligheid windbelasting pN (N/m2) | < 48 | ≥ 48 - < 84 | ≥ 84 - < 132 | ≥ 132 - < 204 |
Xxxxxxx | 0 | 0 | 0 |
Xxxxxxxx windbelasting pN (N/m2) | ≥ 170 - < 270 | ≥ 270 - < 400 | ≥ 400 |
Veiligheid windbelasting pN (N/m2) | ≥ 204 - < 324 | ≥ 324 - < 480 | ≥ 480 |
Tabel 2
Prestatieklassen met betrekking tot de weerstand tegen windbelasting voor schaararmschermen, zwenkarmschermen, schuifarmschermen, verticale rolgordijnen, markisoletten, façadeluifels, dakluifels, verandaschermen en insectenschermen
Klassen | 0 | 1 | 2 | 3 |
Nominale windbelasting pN (N/m2) | < 40 | ≥ 40 - < 70 | ≥ 70 - < 110 | ≥ 110 |
Veiligheid windbelasting pN (N/m2) | < 48 | ≥ 48 - < 84 | ≥ 84 - < 132 | ≥ 132 |
Tabel 3
Prestatieklassen met betrekking tot de weerstand tegen windbelasting voor knikarmluifels
Klassen | 0 | 1 | 2 |
Nominale windbelasting pN (N/m2) | < 40 | ≥ 40 - < 70 | ≥ 70 |
Veiligheid windbelasting pN (N/m2) | < 48 | ≥ 48 - < 84 | ≥ 84 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1189 VAN DE COMMISSIE
van 8 juli 2019
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2368/2002 van de Raad tot uitvoering van de Kimberleyprocescertificering voor de internationale handel in ruwe diamant
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 2368/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot uitvoering van de Kimberleyprocescer tificering voor de internationale handel in ruwe diamant (1), en met name artikel 19, lid 6, en artikel 20,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Na een voorlopige aanvaarding tijdens de plenaire vergadering van Brisbane in december 2017 hechtten de deelnemers aan het Kimberleyproces tijdens de plenaire vergadering in Brussel in november 2018 hun goedkeuring aan de toevoeging van de Republiek Gabon aan de lijst van deelnemers.
(2) De adressen van de bevoegde autoriteiten van diverse deelnemers aan het Kimberleyproces in bijlage II en de adressen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in bijlage III moeten worden geactualiseerd.
(3) Na het verzoek om aanwijzing van een EU-autoriteit overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 2368/2002 door Ierland bezocht de Commissie de door Ierland aangewezen EU-autoriteit om na te gaan of zij klaar was om de in die verordening opgenomen taken uit te voeren. Uit de voorbereidingen die de door Ierland aangewezen EU-autoriteit heeft getroffen en de procedures die zij plant, blijkt dat zij in staat zal zijn om de in de hoofdstukken II, III en V van de genoemde verordening vastgestelde taken op betrouwbare, tijdige, doeltreffende en passende wijze uit te voeren. Het is noodzakelijk te voorzien in een realistisch tijdsschema zodat Ierland de nodige wijzigingen kan doorvoeren.
(4) Overeenkomstig het administratieve besluit “Opstelling van wijzigingen aan technische definities” door de deelnemers aan het Kimberleyproces tijdens de plenaire vergadering in Brussel in november 2018, moet de term “land van oorsprong” in de Kimberleyprocescertificaten worden vervangen door “land waar de ruwe diamant is gewonnen”.
(5) Om de vervanging van de term “land van oorsprong” door “land waar de ruwe diamant is gewonnen” door te voeren in het certificaat van de Europese Unie als bepaald in artikel 2, onder g), van Verordening (EG) nr. 2368/2002, moet bijlage IV bij die verordening dienovereenkomstig worden gewijzigd. Het is noodzakelijk te voorzien in een realistisch tijdsschema zodat de bevoegde autoriteiten van de Unie zich kunnen aanpassen aan deze wijzigingen, rekening houdend met de tijd die nodig is voor de beschikbaarstelling van de nieuwe certificaten.
(6) Derhalve dienen de bijlagen II, III en IV van Verordening (EG) nr. 2368/2002 dienovereenkomstig te worden gewijzigd.
(7) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 22 van Verordening (EG) nr. 2368/2002 bedoelde comité,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 2368/2002 wordt als volgt gewijzigd:
1) Bijlage II wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in bijlage I bij deze verordening.
2) Bijlage III wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.
3) Bijlage IV wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in bijlage III bij deze verordening.
(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 28.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1, punt 3, is evenwel van toepassing met ingang van 1 januari 2020.
Wat Ierland betreft, is bijlage III van toepassing met ingang van 1 september 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Xxxxxxx, 0 juli 2019.
Voor de Commissie Xxxxxxxx XXXXXXXXX Vicevoorzitter
BIJLAGE I
“BIJLAGE II
Lijst van deelnemers aan de Kimberleyprocescertificering en hun naar behoren aangewezen bevoegde autoriteiten, zoals bedoeld in de artikelen 2, 3, 8, 9, 12, 17, 18, 19 en 20
ANGOLA
Ministry of Mineral Resources and Petroleum Xxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxx xx Xxxxxxx, Xx 000 Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx
0000 Xxxxxx Xxxxxx
XXXXXXX
Department of Gemstones and Jewellery Ministry of Trade and Economic Development
X. Xxxxxxxxx 5 Yerevan Armenië
AUSTRALIË
Department of Foreign Affairs and Trade Trade Development Division
X.X. Xxxxx Xxxxxxxx Xxxx XxXxxx Xxxxxxxx Xxxxxx XXX 0000 Xxxxxxxxx
BANGLADESH
Export Promotion Bureau TCB Xxxxxx
0, Xxxxxx Xxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx
XXX-XXXXXXX
Ministry of Finance
Department for Precious Metals and Precious Xxxxxx Xxxxxxxxxx Xxx, 0
000000 Xxxxx Xxxxxxxxx Xxx-Xxxxxxx
BOTSWANA
Ministry of Minerals, Green Technology and Energy Security (MMGE) Xxxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxx, Xxxx Xx. 00000 Xxxxx X
X/Xxx 0000 Xxxxxxxx Xxxxxxxx
XXXXXXXX
Ministry of Mines and Energy
Esplanada dos Ministérios, Bloco “U”, 4o andar 70065, 000 Xxxxxxxx, XX
Xxxxxxxx
XXXXXXXX
Ministry of Commerce
Xxx 00-00, XXX Xxxx (000 Xxxx), Xxxx Teuk Thla, Sangkat Xxxx Xxxx Xxxx Sen Sok, Phnom Penh
Cambodja
KAMEROEN
National Permanent Secretariat for the Kimberley Process Ministry of Mines, Industry and Technological Development Intek Building, 6th floor,
Navik Street
BP 35601 Yaounde Kameroen
CANADA
Internationaal:
Global Affairs Canada Natural Resources and Governance Division (MES) 000 Xxxxxx Xxxxx Xxxxxx, Xxxxxxx X0X 0X0 Xxxxxx
Voor algemene inlichtingen bij Natural Resources Canada:
Kimberley Process Office
Lands and Minerals Sector Natural Resources Canada (NRCan) 000 Xxxxx Xxxxxx, 00xx xxxxx
Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxx X0X 0X0
CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK
Secrétariat permanent du processus de Kimberley BP: 26 Bangui
Centraal-Afrikaanse Republiek
CHINA (Volksrepubliek)
Department of Inspection and Quarantine Clearance
General Administration of Quality Supervision, Inspection and Quarantine (AQSIQ) 0 Xxxxxx Xxxx Xxxx
Xxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx 000000 Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx
HONGKONG (Speciale Administratieve Regio van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx)
Department of Trade and Industry Hongkong Special Administrative Region Peoples Republic of China
Xxxx 000, Xxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxx 000 Xxxxxx Xxxx
Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx
CONGO (Democratische Republiek)
Centre d'Expertise, d'Evaluation et de Certification des Substances Minérales Précieuses et Semi-précieuses (CEEC) 3989, av des cliniques
Kinshasa/Gombe
Democratische Republiek Congo
CONGO (Republiek)
Bureau d'Expertise, d'Evaluation et de Certification des Substances Minérales Précieuses (BEEC) XX 0000
Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Congo
IVOORKUST
Ministère de l'Industrie et des Mines
Secrétariat Permanent de la Représentation en Côte d'Ivoire du Processus de Kimberley (SPRPK-CI) Abidjan-Plateau, Immeuble les Harmonies II
Abidjan Ivoorkust
ESWATINI
Office for the Commissioner of Mines
Minerals and Mines Departments, Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx (Xxxx Xxxx), Xxxxxxxx Xxxx,
Xxxxxxx Xxxxxxxx
EUROPESE UNIE
Europese Commissie
Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid Xxxxxxx XXXX 00/000
0000 Xxxxxxx Xxxxxx
GABON
Centre Permanent du Processus de Kimberley (CPPK) Ministry of Equipment, Infrastructure, and Mines Immeuble de la Geologie, 000 xxx Xxxxxxx Mba B.P. 284/576
Libreville Gabon
GHANA
Ministry of Lands and Natural Resources Accra P.O. Box M 212
Ghana
GUINEE
Ministry of Mines and Geology Boulevard du Commerce — XX 000
Xxxxxxxx Xxxxxxx/Xxxxxxx xx Xxxxxx Xxxxxxx
Xxxxxx
GUYANA
Geology and Mines Commission P O Box 1028
Upper Brickdam Stabroek Georgetown Guyana
INDIA
Government of India, Ministry of Commerce & Industry Udyog Bhawan
New Delhi 110 011 India
INDONESIË
Directorate of Export and Import Facility, Ministry of Trade M. I. Xxxxxx Xxxx Road, No. 5 Blok I Iantai 0 Xxxxxxx Xxxxx Xxxxx Xxx. 00000
Xxxxxxx Xxxxxxxxx
ISRAËL
Ministry of Economy and Industry Office of the Diamond Controller 0 Xxxxxxxxxx Xxxx
Xxxxx Xxx 00000 Xxxxxx
XXXXX
Agency for Natural Resources and Energy Mineral and Natural Resources Division 1, Chiyoda-ku
Tokyo, Japan Japan
KAZACHSTAN
Ministry for Investments and Development of the Republic of Kazakhstan Committee for Technical Regulation and Metrology
00, Xxxxxxxx xx xxxxxx Xxx-Xxxxxx
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx
XXXXX (Xxxxxxxxx)
Ministry of Foreign Affairs
United Nations Division 60 Xxxxx-xx 0-xxx Xxxxxx-xx
Xxxxx 00000 Xxxxx
XXXX (Democratische Volksrepubliek)
Department of Import and Export Ministry of Industry and Commerce Phonxay road, Saisettha District Vientiane, Lao PDR
P.O Box: 4107 Laos
LIBANON
Ministry of Economy and Trade Lazariah Building
Down Town Beirut Libanon
LESOTHO
Department of Mines Ministry of Mining
Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxx Xxxx
X.X. Xxx 000 Xxxxxx 000 Xxxxxxx
XXXXXXX
Government Diamond Office Ministry of Mines and Energy Capitol Hill
P.O. Box 00-0000 0000 Monrovia 10 Liberia
MALEISIË
Ministry of International Trade and Industry MITI Tower,
No.7, Jalan Sultan Xxxx Xxxxx Xxxx 50480 Kuala Lumpur Malaysia
MALI
Ministère des Mines
Bureau d'Expertise d'Evaluation et de Certification des Diamants Bruts Cité administrative, P.O. BOX: 1909
Bamako République du Mali
MAURITIUS
Import Division
Ministry of Industry, Commerce & Consumer Protection 0xx Xxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxx
Xxxx Xxxxx Xxxxxxxxx
XXXXXX
Directorate-General for International Trade in Goods 000 Xxxxxxx Xxxxxx, Xxxxxxx, 00xx Xxxxx
Xxxxxx Xxxx, 00000 Xxxxxx
NAMIBIË
The Government of Republic of Namibia Ministry of Mines and Energy Directorate of Diamond Affairs Xxxxxxx Xxx 00000
0xx Xxxxxxxx Xxxx (Xxxx Xxxxxxx) Xxxxxxxx
Xxxxxxx
NIEUW-ZEELAND
Middle East and Africa Division Ministry of Foreign Affairs and Trade Xxxxxxx Xxx 00 000
Xxxxxxxxxx Xxxxx-Xxxxxxx
XXXXXXXXX
Ministry of Foreign Affairs Department for Regional Affairs
Section for Southern and Central Africa Xxx 0000 Xxx
0000 Xxxx, Xxxxxxxxx
PANAMA
National Customs Authority
Xxxxxx Xxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx, xxxxxxxx # 0000 Xxxxxxxxx Xxxxxx
RUSSISCHE FEDERATIE
Internationaal:
Ministry of Finance 9, Ilyinka Street
109097 Moscow Russische Federatie
In- en uitvoerautoriteit:
Gokhran of Russia 14, 1812 Goda St.
121170 Moscow Russische Federatie
SIERRA LEONE
Ministry of Mines and Mineral Resources Youyi Building
Brookfields Freetown Sierra Leone
SINGAPORE
Ministry of Trade and Industry 000 Xxxx Xxxxxx
#00-00, Xxx Xxxxxxxx
Xxxxxxxxx 000000
ZUID-AFRIKA
South African Diamond and Precious Metals Regulator 000 Xxx Xxxxxx
Xxxxxxxxxxxx 0000 Xxxxxxxxxxxx
Xxxx-Xxxxxx
XXX XXXXX
National Gem and Jewellery Authority 25, Galle Face Terrace
Post Code 00300
Colombo 03 Sri Lanka
ZWITSERLAND
State Secretariat for Economic Affairs (SECO) Sanctions Xxxx
Xxxxxxxxxxxxx 00
XX-0000 Xxxx/Xxxxxxxxxxx
XXXXXX, XXXXXX, KINMEN EN MATSU (Afzonderlijk douanegebied)
Administratie invoer/uitvoer:
Bureau of Foreign Trade Ministry of Economic Affairs 0, Xx Xxx Xxxxxx
Xxxxxx, 000 Xxxxxx
XXXXXXXX
Commission for Minerals Ministry of Energy and Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, X.X XXX
000, 00000 Xxxxxx Xxxxxxxx
XXXXXXXX
Department of Foreign Trade Ministry of Commerce
000 Xxxxxxxxxx Xxxx
Xxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxxxxx 00000 Xxxxxxxx
TOGO
The Ministry of Mines and Energy Xxxx Xxxxxx xx Xxxxx xxx Xxxxxxx 000, Xxxxxx Xxxxxxxx
X.X. 000 Xxxx Xxxx
XXXXXXX
Foreign Exchange Department Undersecretariat of Treasury
T.C. Bașbakanlık Hazine Xxxxxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx Xx 00 00000 Xxxx, Xxxxxx
Xxxxxxx
In- en uitvoerautoriteit:
Istanbul Gold Exchange/Borsa Istanbul Precious Metals and Diamond Market (BIST)
Borsa İstanbul, Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx Xx 0 Xxxxxxx, 00000, Xxxxxxxx
Xxxxxxx
OEKRAÏNE
Ministry of Finance
State Gemological Centre of Ukraine 00-00, Xxxxxxxxxxxx Xx.
Xxxx 00000 Xxxxxxxx
VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN
U.A.E. Kimberley Process Office Dubai Multi Commodities Centre Dubai Airport Free Zone Emirates Security Building
Block B, 2nd Floor, Office # 20
X.X. Xxx 00000 Xxxxx
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx
XXXXXXXXX XXXXXX VAN AMERIKA
United States Kimberley Process Authority
U.S. Department of State
Bureau of Economic and Business Affairs 0000 X Xxxxxx, XX
Xxxxxxxxxx XX 00000 Xxxxxx Xxxxxx of America
VENEZUELA
Central Bank of Venezuela
36 Xx. Xxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx
XXX Xxxx 0000
Xxxxxxxxx
XXXXXXX
Ministry of Industry and Trade
Agency of Foreign Trade 54 Hai Ba Trung Hoan Kiem
Hanoi Vietnam
ZIMBABWE
Principal Minerals Development Office Ministry of Mines and Mining Development 0xx Xxxxx, XXXXX Xxxxxx
Xxx X.Xxxxxxxx Xx/X. Xxxxxxx Xxx. Xxxxxx
Xxxxxxxx”
BIJLAGE II
“BIJLAGE III
Lijst van bevoegde autoriteiten van de lidstaten en hun taken, als bedoeld in de artikelen 2 en 19
BELGIË
Federale Overheidsdienst Economie, kmo, Middenstand en Energie, Algemene Directie Economisch Potentieel, Dienst Vergunningen/Service Public Fédéral Economie,
PME, Classes moyennes et Energie, Direction générale des Analyses économiques et de l'Economie internationale, Service Licences
Xxxxxxxxx 000, xxx 00 X-0000 Xxxxxxxxx
Tel. x00 (0)0 000 00 00
Fax x00 (0)0 000 00 00 of x00 (0)0 000 00 00
E-mail: xxxx-xxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xxxx.xx
In België worden de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2368/2002 vereiste controles op de in- en uitvoer van ruwe diamant en de douanebehandeling uitsluitend verricht door:
The Diamond Office Xxxxxxxxxxxxxx 00
X-0000 Xxxxxxxxx
TSJECHIË
In Tsjechië worden de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2368/2002 vereiste controles op de in- en uitvoer van ruwe diamant en de douanebehandeling uitsluitend verricht door:
Generální ředitelství cel Xxxxxxxxxxx 0
000 00 Xxxxx 0 Xxxxx xxxxxxxxx
Tel. (000-0) 00 00 00 00, (000-0) 00 00 00 00, mobiel (420-737) 213 793
Fax (000-0) 00 00 00 00
Permanente dienst in het aangewezen douanebureau Praha Ruzyně Tel. (000-0) 00 000 000 (maandag tot vrijdag: 7u30 — 15u30)
Tel. (000-0) 00 000 000 (zaterdag, zon- en feestdagen: 15u30 - 7u30)
DUITSLAND
In Duitsland worden de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2368/2002 vereiste controles op de in- en uitvoer van ruwe diamant, inclusief de afgifte van EU-certificaten, uitsluitend verricht door:
Hauptzollamt Koblenz Zollamt Idar-Oberstein
Zertifizierungsstelle für Rohdiamanten Xxxxxxxxxxx 000
X-00000 Xxxx-Xxxxxxxxx Tel. x00 0000 00 00 0
Fax x00 0000 00 00 00
E-mail: xxxxxxxxxx.xx-xxxx-xxxxxxxxx@xxxx.xxxx.xx
Voor de toepassing van artikel 5, lid 3, artikel 6, artikel 9, artikel 10, artikel 14, lid 3, artikel 15 en artikel 17 van deze verordening inzake de verplichte aanmelding bij de Commissie is onderstaande instelling in Duitsland bevoegd:
Generalzolldirektion Direktion VI —
Recht des grenzüberschreitenden Warenverkehrs/Besonderes Zollrecht Krelingstraβe 50
D-90408 Nürnberg
Tel. x00 000 000-00000
Fax x00 000 000-00000
E-mail: XXXX0.xxx@xxxx.xxxx.xx
IERLAND
The Kimberley Process and Responsible Minerals Authority Exploration and Mining Division
Department of Communications, Climate Action and Environment 00-00 Xxxxxxxx Xxxx
Xxxxxx X00 X000
Xxxxxxx
Tel. x000 0 000 0000
PORTUGAL
Autoridade Tributária e Aduaneira Direção de Serviços de Licenciamento
X. xx Xxxxxxxxx, 0 0000-000 Xxxxxx
Tel. x000 000 000 000/8
Fax + 000 000 000 000
In Portugal worden de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2368/2002 vereiste controles op de in- en uitvoer van ruwe diamant, inclusief de afgifte van EU-certificaten, uitsluitend verricht door:
Alfândega do Xxxxxxxxx xx Xxxxxx Xxxxxxxxx xx Xxxxxx,
Xxxxxxxx xx Xxxxx, Xxxxxxxx 000 0000-000 Lisboa
Tel. x000 000000000
Fax x000 000000000
E-mail: address: xxxxxxxx-xxxxxxxxx@xx.xxx.xx
ROEMENIË
Autoritatea Națională pentru Protecția Consumatorilor (Nationale autoriteit voor consumentenbescherming)
1 Bd. Xxxxxxxxxxx Xx. 00, xxxxxxxx 0 Xxxxxxxxx, Xxxxxxx (Xx. Xxxxxxxxxxx Xx. 00, xxxxxx 0, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxx) Cod postal 011865
Tel. (00-00) 000 00 00/000 00 00/000 00 00
Fax (00-00) 000 00 00/000 00 00
VERENIGD KONINKRIJK
Government Diamond Office Global Business Group Room W 3.111.B
Foreign and Xxxxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxx XX0X 0XX
Tel. x00 000 000 0000/5797
BIJLAGE III
“BIJLAGE IV
In artikel 2 bedoeld communautair certificaat
Overeenkomstig de in het Verdrag van Lissabon vervatte wijzigingen, waarbij de Europese Unie in de plaats treedt van de Europese Gemeenschap en deze opvolgt, verwijst voortaan de term “EU-certificaat” naar het communautair certificaat als bedoeld in artikel 2, onder g), van deze verordening.
Het EU-certificaat heeft de volgende kenmerken; de lidstaten zorgen ervoor dat de door hen afgegeven certificaten identiek zijn. Tot dat doel leggen de lidstaten aan de Commissie specimina over van de certificaten die zij zullen afgeven.
De lidstaten dragen zorg voor het drukken van de EU-certificaten. De EU-certificaten mogen worden gedrukt door drukkerijen die daartoe zijn aangewezen door de lidstaat waar zij zijn gevestigd. In dit geval dient op elk EU-certificaat een verwijzing naar deze erkenning door de lidstaat voor te komen. Voorts worden op elk EU-certificaat de naam en het adres van de drukker vermeld of een teken aan de hand waarvan deze kan worden geïdentificeerd. De drukker moet een drukker zijn van bankbiljetten met een hoge graad van beveiliging. De drukker moet passende referenties van zowel particuliere als regeringsklanten voorleggen.
De Europese Commissie stelt specimina van de originele EU-certificaten ter beschikking van de EU-autoriteiten.
Materialen
— Afmetingen: A4 (210 × 297 mm);
— Watermerk met onzichtbare (geel/blauw) UV-vezels;
— Gevoelig voor oplosmiddelen;
— Matte UV-druk (de kenmerken van het document moeten duidelijk tot uiting komen onder een UV-lamp);
— Papier van 95 g/m2.
Druk
— Achtergrond in irisdruk (gevoelig voor oplosmiddelen);
— Het “iriseffect” heeft een veiligheidsachtergrond die niet zichtbaar wordt bij fotokopiëren;
— De gebruikte inkten moeten gevoelig zijn voor oplosmiddelen, ter bescherming van het document tegen aantasting door chemicaliën, zoals bleekmiddelen, die worden gebruikt om de ingevulde tekst te veranderen;
— Eenkleurige achtergrond (lichtecht en lichtbestendig);
— Zorgen voor secundaire irisdruk om te vermijden dat de certificaten worden aangetast door blootstelling aan zonlicht;
— Onder UV-licht onzichtbare opdruk (sterren van de EU-vlag);
— De veiligheidsdrukker dient het correcte inktgewicht toe te passen om ervoor te zorgen dat de UV-elementen niet zichtbaar zijn bij normaal licht;
— EU-vlag: gedrukt goud en Europees blauw;
— Diepdrukomlijsting;
— Voelbare diepdrukinkt is een van de belangrijkste kenmerken van het document;
— Het woord “Kimberleyprocescertificaat” in microdruk;
— Latent beeld: “KP”;
— In microdruk: “KPCS”;
— Het ontwerp van het document moet antikopieerelementen (“medaillon”) omvatten in de haarlijnopdruk op de achtergrond.
Nummering
— Elk EU-certificaat heeft een uniek serienummer, voorafgegaan door de code “EU”;
— De Commissie kent de serienummers toe aan de lidstaten die voornemens zijn de EU-certificaten af te geven;
— Er dienen twee gelijke cijferreeksen te worden aangebracht: één zichtbare en één onzichtbare;
— Eerste reeks: acht cijfers, éénmaal op elk onderdeel van het document, zwarte druk;
— De drukker draagt de verantwoordelijkheid voor de nummering van elk certificaat;
— De drukker houdt ook een gegevensbank voor de nummering bij;
— Tweede reeks: acht cijfers in onzichtbare opdruk (gelijk aan bovenstaande cijfers), die fluorescerend oplichten onder een UV-lamp.
Taal
Engels en, indien van toepassing, de taal of talen van de lidstaat in kwestie.
Lay-out en afwerking
Verplichte kenmerken
Gleuf geperforeerd op één plaats, gesneden op A4-formaat, op 100 mm van de rechterrand.
a) linkerzijde
b) rechterzijde
”
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1190 VAN DE COMMISSIE
van 11 juli 2019
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 wat betreft de verlaging van aan Spanje toegewezen vangstquota voor 2019
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG)
nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (1), en met name artikel 105, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) In 2013 heeft de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 (2) bepaald dat bepaalde vangstquota die voor 2013 en de daaropvolgende jaren aan Spanje waren toegewezen, zouden worden verlaagd wegens overbevissing van een bepaald makreelquotum in 2009. In die verordening zijn verlagingen vastgesteld van het makreelquotum in ICES-sector 8c, in de ICES-deelgebieden 9 en 10, in de Uniewateren van Cecaf-zone 34.1.1, en van het ansjovisquotum in ICES-deelgebied 8.
(2) De kustvloot van Spanje is grotendeels op makreel aangewezen en de winstgevendheid van die vloot ligt al op een erg laag niveau. Daarnaast is het quotum van 2019 20 % lager dan dat van 2018 en deze verlaging loopt nog door tot 2023. Door alleen voor 2019 een geringere verlaging bij makreel toe te staan, zal de visserijdruk op het bestand die al was toegestaan bij Verordening (EU) 2019/124 van de Raad (3), niet toenemen. Om te voorkomen dat zowel de betrokken visserijsector als de daarmee verbonden verwerkende industrie hiervan negatieve gevolgen ondervinden, mag het jaarlijkse makreelquotum in geen enkel jaar met meer dan 33 % worden verlaagd. Wanneer de in mindering te brengen hoeveelheid meer dan 33 % van het jaarlijkse makreelquotum bedraagt, dient Uitvoe ringsverordening (EU) nr. 185/2013 te worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat de jaarlijkse, in mindering te brengen hoeveelheid wordt verlaagd en de verlagingsperiode dienovereenkomstig wordt verlengd.
(3) Het quotum van Spanje voor makreel in ICES-sector 8c, in de ICES-deelgebieden 9 en 10 en in de Uniewateren van Cecaf-zone 34.1.1 is voor 2019 vastgesteld op 24 597 ton, terwijl bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 is bepaald dat voor dat jaar 9 240 ton in mindering moet worden gebracht, hetgeen overeenkomt met 38 % van het Spaanse quotum. De voor 2019 in mindering te brengen hoeveelheden moeten dus tot 33 % van het quotum worden verlaagd en het verschil moet worden opgeteld bij de in 2023 in mindering te brengen hoeveelheden.
(4) Spanje heeft verzocht om het makreelquotum van 2019 te verlagen van de oorspronkelijk vastgestelde 5 544 ton naar 4 421 ton. Het verschil bedraagt 0,1 % van de totale TAC, zodat de biologische gevolgen voor het bestand minimaal blijven terwijl dit verschil voor de kleinschalige visserij van groot belang is. De vermindering in 2023 van hetzelfde quotum wordt verhoogd van oorspronkelijk 269 ton naar 1 392 ton. Het oorspronkelijke percentage dat in mindering wordt gebracht op het makreel- en het ansjovisquotum, loopt van jaar tot jaar uiteen, maar blijft over de gehele periode 2019-2023 bezien ongewijzigd. De in 2023 in mindering te brengen hoeveelheden blijven onder de jaarlijks in mindering te brengen hoeveelheden die voor 2016-2022 zijn vastgesteld.
(5) Ondanks de wijzigingen in de hoeveelheden die in mindering worden gebracht op het makreel- en het ansjovis quotum in 2019, worden de vangstmogelijkheden van 2019 voor die soorten niet overschreden. Ze blijven in overeenstemming met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.
(6) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(7) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie van 5 maart 2013 tot verlaging van bepaalde aan Spanje toegewezen vangstquota in 2013 en de daaropvolgende jaren wegens overbevissing van een bepaald makreelquotum in 2009 (PB L 62 van 6.3.2013, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2019/124 van de Raad van 30 januari 2019 tot vaststelling, voor 2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige
visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 29 van 31.1.2019, blz. 1).
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Xxxxxxx, 00 juli 2019.
Voor de Commissie De voorzitter
Xxxx-Xxxxxx XXXXXXX
ANE08 (1) | MAC8C 3411 | Bestand |
29 529 | Oorspronkelijk quotum 2009 | |
25 525 | Aangepast quotum 2009 | |
90 954 | Vastgestelde vangsten 2009 | |
– 65 429 | Verschil quotum-vangsten (overbevissing) | |
100 | Verlaging in 2013 | |
100 | Verlaging in 2014 | |
100 | Verlaging in 2015 | |
3 696 | 5 544 | Verlaging in 2016 |
4 539 | 6 283 | Verlaging in 2017 |
2 853 | 4 805 | Verlaging in 2018 |
3 696 | 4 421 | Verlaging in 2019 |
3 696 | 5 544 | Verlaging in 2020 |
3 696 | 5 544 | Verlaging in 2021 |
3 696 | 5 544 | Verlaging in 2022 |
180 | 1 392 | Verlaging in 2023 |
BIJLAGE
(1) Bij ansjovis geldt als jaar het jaar waarin het visseizoen van start gaat.
L 187/32
Publicatieblad van de Europese Unie
12.7.2019
NL
BESLUIT (EU) 2019/1191 VAN DE RAAD
van 8 juli 2019
betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 04 03 01 03 — Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten)
(Voor de EER relevante tekst)
DE raaD vaN DE EUrOPESE UNIE,
Gezien het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 46 en 48, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien verordening (EG) nr. 2894/94 van de raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Overeenkomst betreffende de Europese Economische ruimte (2) (hierna “de EEr-overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.
(2) Overeenkomstig artikel 98 van de EEr-overeenkomst kan onder meer Protocol 31 bij die overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EEr worden gewijzigd.
(3) Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst bevat bepalingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.
(4) Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EEr-overeenkomst voort te zetten bij uit de algemene begroting van de Europese Unie gefinancierde acties met betrekking tot het vrije verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen.
(5) Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2019 mogelijk te maken.
(6) Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EEr dient derhalve te worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit,
HEEFT HET vOLGENDE BESLUIT vaSTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EEr in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EEr.
(1) PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.
(2) PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Xxxxxxx, 0 juli 2019.
Voor de Raad De voorzitter a.-K. PEKONEN
ONTWERP
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …/2019
van …
tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
HET GEMENGD COMITÉ vaN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name de artikelen 86 en 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst voort te zetten bij uit de algemene begroting van de Europese Unie gefinancierde acties met betrekking tot het vrije verkeer van werknemers, de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen.
(2) Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2019 mogelijk te maken,
HEEFT HET vOLGENDE BESLUIT vaSTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 5, leden 5 en 13, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst worden de woorden “en 2018” vervangen door de woorden “, 2018 en 2019”.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*).
Het is van toepassing vanaf 1 januari 2019.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER
(*) [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]
BESLUIT (EU) 2019/1192 VAN DE RAAD
van 8 juli 2019
betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 02 03 01 — Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten, en Begrotingsonderdeel 02 03 04 — Instrumenten voor het bestuur van de interne markt)
(Voor de EER relevante tekst)
DE raaD vaN DE EUrOPESE UNIE,
Gezien het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien verordening (EG) nr. 2894/94 van de raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Overeenkomst betreffende de Europese Economische ruimte (2) (hierna “de EEr-overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.
(2) Overeenkomstig artikel 98 van de EEr-overeenkomst kan onder meer Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EEr worden gewijzigd.
(3) Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst bevat bepalingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.
(4) Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EEr-overeenkomst bij uit de algemene begroting van de Europese Unie gefinancierde acties met betrekking tot de werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten en met betrekking tot instrumenten voor het bestuur van de interne markt voort te zetten.
(5) Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2019 mogelijk te maken.
(6) Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EEr dient derhalve te worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit,
HEEFT HET vOLGENDE BESLUIT vaSTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EEr in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EEr.
(1) PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.
(2) PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Xxxxxxx, 0 juli 2019.
Voor de Raad De voorzitter a.-K. PEKONEN
ONTWERP
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …/2019
van …
tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
HET GEMENGD COMITÉ vaN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name de artikelen 86 en 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst voort te zetten bij uit de algemene begroting van de Europese Unie gefinancierde acties met betrekking tot de werking en de ontwikkeling van de interne markt van goederen en diensten en met betrekking tot instrumenten voor het bestuur van de interne markt.
(2) Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om die uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2019 mogelijk te maken,
HEEFT HET vOLGENDE BESLUIT vaSTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 7, leden 12 en 14, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst worden de woorden “en 2018” vervangen door de woorden “, 2018 en 2019”.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*).
Het is van toepassing vanaf 1 januari 2019.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER
(*) [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]
BESLUIT (EU) 2019/1193 VAN DE RAAD
van 8 juli 2019
betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 33 02 03 01
— Vennootschapsrecht)
(Voor de EER relevante tekst)
DE raaD vaN DE EUrOPESE UNIE,
Gezien het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien verordening (EG) nr. 2894/94 van de raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Overeenkomst betreffende de Europese Economische ruimte (2) (hierna “de EEr-overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.
(2) Overeenkomstig artikel 98 van de EEr-overeenkomst kan onder meer Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EEr worden gewijzigd.
(3) Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst bevat bepalingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.
(4) Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EEr-overeenkomst voort te zetten in uit de algemene begroting van de Europese Unie gefinancierde EU-acties met betrekking tot het vennootschapsrecht.
(5) Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2019 mogelijk te maken.
(6) Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EEr dient derhalve te worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit,
HEEFT HET vOLGENDE BESLUIT vaSTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EEr in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 bij de EEr-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EEr.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Xxxxxxx, 0 juli 2019.
Voor de Raad De voorzitter a.-K. PEKONEN
(1) PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.
(2) PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.
ONTWERP
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. …/2019 van …
tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
HET GEMENGD COMITÉ vaN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name de artikelen 86 en 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst voort te zetten voor uit de algemene begroting van de Europese Unie gefinancierde EU-acties met betrekking tot het vennootschapsrecht.
(2) Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2019 mogelijk te maken,
HEEFT HET vOLGENDE BESLUIT vaSTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 7, lid 13, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst worden de woorden “en 2018” vervangen door de woorden “, 2018 en 2019”.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*).
Het is van toepassing vanaf 1 januari 2019.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER
(*) [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1194 VAN DE COMMISSIE
van 5 juli 2019
betreffende de identificatie van 4-tert-butylfenol (PTBP) als zeer zorgwekkende stof over eenkomstig artikel 57, onder f), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 4987)
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name artikel 59, lid 9,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op 30 augustus 2016 heeft Duitsland overeenkomstig artikel 59, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 een dossier overeenkomstig bijlage XV bij die verordening (“bijlage XV-dossier”) ingediend bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het Agentschap”) met het oog op de identificatie van 4-tert-butylfenol (PTBP) (EG-nr. 000-000-0, CAS-nr. 98-54-4) als zeer zorgwekkende stof overeenkomstig artikel 57, onder f), van die verordening, wegens de hormoonontregelende eigenschappen ervan, ten aanzien waarvan wetenschappelijke aanwijzingen zijn gevonden voor waarschijnlijke ernstige gevolgen voor het milieu die even zorgwekkend zijn als die van andere stoffen die in artikel 57, onder a) tot en met e), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 zijn vermeld.
(2) Op 15 december 2016 heeft het Comité lidstaten van het Agentschap (“Member State Committee” of “MSC”) een advies (2) over het bijlage XV-dossier uitgebracht. Hoewel een meerderheid van de leden van het MSC van oordeel was dat PTBP moest worden geïdentificeerd als zeer zorgwekkende stof overeenkomstig artikel 57, onder f), van Verordening (EG) nr. 1907/2006, heeft het MSC daarover geen unanieme overeenstemming bereikt. Twee leden hebben hun twijfels geuit over de betrouwbaarheid van de belangrijkste wetenschappelijke studie (3) en waren van mening dat op grond van de beschikbare gegevens niet kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een gelijk waardig niveau van zorgwekkendheid als dat van andere stoffen die zijn opgenomen in artikel 57, onder a) tot en met e), van Verordening (EG) nr. 1907/2006. Een derde lid, dat de identificatie van PTBP als een zeer zorgwekkende stof ondersteunt, heeft ook twijfels geuit over de betrouwbaarheid van de belangrijkste studie. De Commissie is het niet eens met de twijfels over de betrouwbaarheid van de belangrijkste wetenschappelijke studie.
(3) Op 17 januari 2017 heeft het Agentschap overeenkomstig artikel 59, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 de Commissie in kennis gesteld van het advies van het MSC met het oog op het nemen van een besluit betreffende de identificatie van PTBP op grond van artikel 57, onder f), van die verordening.
(4) De Commissie is het eens met het advies van het MSC waarin dit zijn unanieme overeenstemming tot uitdrukking brengt dat er wetenschappelijke aanwijzingen voor schadelijke effecten bij vissen zijn in verband met een oestrogene werking van PTBP, hetgeen aantoont dat de stof voldoet aan de definitie van hormoonontregelaars van de Wereldgezondheidsorganisatie/het Internationaal Programma voor chemische veiligheid (WHO/IPCS) (4). Blootstelling aan PTBP leidt tot ernstige en onomkeerbare schadelijke effecten op de seksuele ontwikkeling van vissen, namelijk een volledige en onomkeerbare geslachtsomdraaiing van getroffen vispopulaties, met als gevolg volledig vrouwelijke populaties. De conclusie dat PTBP hormoonontregelende eigenschappen heeft, wordt verder ondersteund door interpolatiegegevens van andere stoffen (5) van dezelfde chemische klasse van alkylfenolen als PTBP. Om deze redenen concludeert de Commissie dat er voor PTBP wetenschappelijke aanwijzingen zijn voor waarschijnlijke ernstige gevolgen voor het milieu.
(1) PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
(3) Xxxxxx-Xxxxx, X. (2005). Wpływ wybranych ksenobiotyków na rozwój układu płciowego ryb. (Olsztyn, Uniwersytet Warminsko- Mazurski w Olsztynie — UWM Olsztyn), p. 61.
(4) Wereldgezondheidsorganisatie/Internationaal Programma voor chemische veiligheid (WHO/ICPS), 2002. Global Assessment
(5) 4-nonylfenol, vertakt en niet-vertakt; 4-tert-octylfenol (CAS-nr.: 140-66-1; EG-nr.: 205-426-2); 4- -heptylfenol, vertakt en niet-vertakt;
4-tert-pentylfenol (CAS-No.: 80-46-6; EG-nr.: 201-280-9);
(5) De Commissie is van oordeel dat de schadelijke effecten net zo groot zijn als bij andere stoffen die wegens de hormoonontregelende eigenschappen ervan met waarschijnlijke ernstige gevolgen voor het milieu zijn geïdenti ficeerd als zeer zorgwekkende stoffen overeenkomstig artikel 57, onder f), van Verordening (EG) nr. 1907/2006. De waargenomen effecten bij vissen zijn onomkeerbaar en kunnen relevant zijn voor populaties van in het wild levende dieren. De meerderheid van het MSC was van mening dat het op basis van de beschikbare informatie moeilijk lijkt om een veilig niveau van blootstelling af te leiden om de risico's adequaat te beoordelen, ofschoon dit wel kan bestaan. De Commissie is het met deze beoordeling eens. De Commissie is dan ook van oordeel dat de schadelijke effecten even zorgwekkend zijn als die van andere stoffen die in artikel 57, onder a) tot en met e), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 zijn vermeld. Het feit dat in het kader van de belangrijkste studie schadelijke gevolgen voor de seksuele ontwikkeling van vissen bij een lage concentratie zijn vastgesteld (laagste concentratie waarbij een effect werd vastgesteld: 1 µg/l), vergroot de bezorgdheid.
(6) PTBP moet overeenkomstig artikel 57, onder f), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 worden geïdentificeerd als een zeer zorgwekkende stof wegens de hormoonontregelende eigenschappen ervan met waarschijnlijke ernstige gevolgen voor het milieu die even zorgwekkend zijn als die van andere onder a) tot en met e) genoemde stoffen.
(7) De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het volgens artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 opgerichte comité,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. 4-Tert-butylfenol (PTBP) (EG-nr. 000-000-0, CAS-nr. 98-54-4) wordt geïdentificeerd als een zeer zorgwekkende stof overeenkomstig artikel 57, onder f), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 wegens de hormoonontregelende eigenschappen ervan met waarschijnlijke ernstige gevolgen voor het milieu die even zorgwekkend zijn als die van andere in artikel 57, onder a) tot en met e), van die verordening genoemde stoffen.
2. De in lid 1 vermelde stof wordt in de in artikel 59, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 bedoelde lijst van in aanmerking komende stoffen opgenomen met onder “Reden voor opname” de volgende vermelding“: “Hormoonontre gelende eigenschappen (artikel 57, onder f) — milieu)”.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot het Europees Agentschap voor chemische stoffen.
Gedaan te Xxxxxxx, 0 juli 2019.
Voor de Commissie Xxxxxxxx XXXXXXXXXX Lid van de Commissie
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1195 VAN DE COMMISSIE
van 10 juli 2019
tot wijziging van de Beschikkingen 2008/730/EG, 2008/837/EG en 2009/184/EG, Besluit 2011/354/EU, de Uitvoeringsbesluiten 2012/81/EU, 2013/327/EU, (EU) 2015/690, (EU) 2015/697, (EU) 2015/699, (EU) 2016/1215, (EU) 2017/1208 en (EU) 2017/2451 wat de vergunninghouder en de vertegenwoordiger voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde soja, katoen, koolzaad en mais betreft
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 5093)
(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (1), en met name artikel 9, lid 2, en artikel 21, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Bayer CropScience AG, gevestigd in Duitsland, is de houder van de in het kader van Verordening (EG) nr. 1829/2003 verleende vergunning voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (soja, katoen, koolzaad en mais) die onder Beschikkingen 2008/730/EG (2), 2008/837/EG (3) en 2009/184/EG (4) van de Commissie, Besluit 2011/354/EU van de Commissie (5) en Uitvoeringsbesluiten 2012/81/EU (6), 2013/327/EU (7), (EU) 2015/690 (8), (EU) 2015/697 (9), (EU) 2015/699 (10) en (EU) 2016/1215 (11) van de Commissie vallen.
(2) Bayer CropScience N.V., gevestigd in België, is de vergunninghouder voor het in de handel brengen van een genetisch gemodificeerd levensmiddel en diervoeder (katoen) en vertegenwoordigt Bayer CropScience LP, gevestigd in de Verenigde Staten, voor de vergunning in het kader van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1208 van de Commissie (12).
(3) Bayer CropScience N.V., gevestigd in België, is de vergunninghouder voor het in de handel brengen van een genetisch gemodificeerd levensmiddel en diervoeder (soja) en vertegenwoordigt M.S. Technologies LLC, gevestigd in de Verenigde Staten, voor de vergunning in het kader van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2451 van de Commissie (13).
(4) Bij brief van 1 augustus 2018 hebben Bayer CropScience AG, Duitsland, Bayer CropScience N.V., België en Bayer CropScience LP, Verenigde Staten de Commissie verzocht om hun rechten en verplichtingen met betrekking tot alle vergunningen en nog lopende aanvragen voor genetisch gemodificeerde producten over te dragen aan BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, gevestigd in de Verenigde Staten.
(5) Bij brief van 19 oktober 2018 heeft BASF Agricultural Solutions US LLC zijn instemming met deze overdracht bevestigd en BASF SE, gevestigd in Duitsland, gemachtigd om als zijn vertegenwoordiger in de EU op te treden.
(6) Op 11 oktober 2018 heeft M.S. Technologies LLC zijn instemming met de wijziging van zijn vertegenwoordiger bevestigd.
(7) De bijlagen bij de Beschikkingen 2008/730/EG, 2008/837/EG en 2009/184/EG en bij Besluit 2011/354/EU bevatten links naar de webpagina's van de American Oil Chemists' Society waar het referentiemateriaal voor de detectiemethode beschikbaar is en die naar Bayer doorverwijzen; die links moeten dienovereenkomstig worden aangepast.
(8) De voorgestelde wijzigingen van de vergunningshandelingen zijn louter administratief en maken geen nieuwe beoordeling van de betrokken producten noodzakelijk. Hetzelfde geldt voor de adressaten van de desbetreffende vergunningsbeschikkingen en -besluiten die tevens dienovereenkomstig moeten worden aangepast.
(9) Voor de uitvoering van de gevraagde wijzigingen moeten de beschikkingen en besluiten tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde producten waarvoor Bayer CropScience AG en Bayer CropScience N.V. de vergunninghouders zijn, worden gewijzigd. De volgende besluiten en beschik kingen moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd: Beschikkingen 2008/730/EG, 2008/837/EG en 2009/184/EG, Besluit 2011/354/EU en Uitvoeringsbesluiten 2012/81/EU, 2013/327/EU, (EU) 2015/690, (EU) 2015/697, (EU) 2015/699, (EU) 2016/1215, (EU) 2017/1208 en (EU) 2017/2451.
(10) De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Beschikking 2008/730/EG
Beschikking 2008/730/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 6 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxxx 00, X-00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door:
“a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
4) Het derde streepje van punt d) van de bijlage wordt vervangen door:
“— Referentiemateriaal: AOCS 0707-A en AOCS 0707-B, toegankelijk via de American Oil Chemists Society op xxxxx://xxx.xxxx.xxx/xxx”.
Artikel 2
Wijziging van Beschikking 2008/837/EG
Beschikking 2008/837/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 6 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxxx 00, X-00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door:
“a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
4) Het derde streepje van punt d) van de bijlage wordt vervangen door:
“— Referentiemateriaal: AOCS 0306-A en AOCS 0306-E, toegankelijk via de American Oil Chemists Society op xxxxx://xxx.xxxx.xxx/xxx”.
Artikel 3
Wijziging van Beschikking 2009/184/EG
Beschikking 2009/184/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 7 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 9 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxx 00, 00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door: “a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
4) Het derde streepje van punt d) van de bijlage wordt vervangen door:
“— Referentiemateriaal: AOCS 0208-A, toegankelijk via de American Oil Chemists' Society (AOCS) op xxxxx://xxx. xxxx.xxx/xxx”.
Artikel 4
Wijziging van Besluit 2011/354/EU
Besluit 2011/354/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 6 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxxx 00, 00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door: “a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
4) Het derde streepje van punt d) van de bijlage wordt vervangen door:
“— Referentiemateriaal: AOCS 1108-A en 0306-A, toegankelijk via de American Oil Chemists Society op xxxxx://xxx.xxxx.xxx/xxx”.
Artikel 5
Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2012/81/EU van de Commissie
Uitvoeringsbesluit 2012/81/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 6 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxxx 00, 00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door:
“a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
Artikel 6
Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/327/EU van de Commissie
Uitvoeringsbesluit 2013/327/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 6 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxx 00, 00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door:
“a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
Artikel 7
Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/690
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/690 wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 6 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxx 00, 00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door:
“a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
Artikel 8
Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/697
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/697 wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 6 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxxx 00, 00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door: “a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
Artikel 9
Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/699
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/699 wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 6 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxxx 00, X-00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door: “a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
Artikel 10
Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1215
Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1215 wordt als volgt gewijzigd:
1) In artikel 6 wordt “Bayer CropScience AG” vervangen door “BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, USA, vertegen woordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience AG, Xxxxxx-Xxxxx-Xxxxxxx 00, 00000 Xxxxxxx xx Xxxxx” vervangen door “XXXX XX, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door: “a) Aanvrager en vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
Artikel 11
Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1208
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1208 wordt als volgt gewijzigd:
1) Artikel 6 wordt vervangen door: “Artikel 6
Vergunninghouder
De vergunninghouder is BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, Verenigde Staten, vertegenwoordigd door BASF SE, Duitsland”.
2) In artikel 8 wordt “Bayer CropScience NV, J.E. Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxx, Xxxxxx” vervangen door “BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door: “a) Vergunninghouder:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
Artikel 12
Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2451
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2451 wordt als volgt gewijzigd:
1) Artikel 7 wordt vervangen door: “Artikel 7
Vergunninghouders
De vergunninghouders zijn:
a) BASF Agricultural Solutions Seed US LLC, Verenigde Staten, vertegenwoordigd door BASF SE, Duitsland, en
b) BASF SE, Duitsland, als vertegenwoordiger van M.S. Technologies, LLC, Verenigde Staten.”.
2) In artikel 9 wordt “Bayer CropScience N.V., J.E. Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxx, XXXXXX” vervangen door “BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx”.
3) Punt a) van de bijlage wordt vervangen door: “a) Aanvragers en vergunninghouders:
Naam: BASF Agricultural Solutions Seed US LLC
Adres: 000 Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika
vertegenwoordigd door BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx en
Naam: BASF SE Germany
Adres: Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx
namens X.X. Xxxxxxxxxxxx XXX, 000, Xxxxxx X, Xxxx Xxxxx, Xxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika”.
Artikel 13
Adressaat
Dit besluit is gericht tot BASF SE, Xxxx-Xxxxx-Xxx. 00, 00000 Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx.
Gedaan te Xxxxxxx, 00 juli 2019.
Voor de Commissie Xxxxxxx XXXXXXXXXXXX Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1.
(2) Beschikking 2008/730/EG van de Commissie van 8 september 2008 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde sojabonen A2704‑12 (ACS-GMØØ5‑3) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 247 van 16.9.2008, blz. 50).
(3) Beschikking 2008/837/EG van de Commissie van 29 oktober 2008 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met het genetisch gemodificeerde LLCotton25 (ACS-GHØØ1‑3) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 36).
(4) Beschikking 2009/184/EG van de Commissie van 10 maart 2009 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die het genetisch gemodificeerde koolzaad T45 (ACS-BNØØ8‑2) bevatten of daarmee zijn geproduceerd als gevolg van commercialisering van dit koolzaad in derde landen tot 2005, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 68 van 13.3.2009, blz. 28).
(5) Besluit 2011/354/EU van de Commissie van 17 juni 2011 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met het genetisch gemodificeerde katoen GHB614 (BCS- GHØØ2‑5) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 90).
(6) Uitvoeringsbesluit 2012/81/EU van de Commissie van 10 februari 2012 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja A5547‑127 (ACS-GMØØ6‑4) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 40 van 14.2.2012, blz. 10).
(7) Uitvoeringsbesluit 2013/327/EU van de Commissie van 25 juni 2013 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van levensmiddelen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit genetisch gemodificeerd koolzaad Xx0, Xx0 en Ms8 × Rf3 of met die genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 57).
(8) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/690 van de Commissie van 24 april 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde katoen GHB614 × LLCotton25 (BCS-GHØØ2‑5 × ACS-GHØØ1‑3) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 112 van 30.4.2015, blz. 35).
(9) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/697 van de Commissie van 24 april 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde mais T25 (ACS-ZMØØ3‑2) en tot verlenging van de bestaande vergunning voor producten op basis van de maisvariëteit T25 (ACS-ZMØØ3‑2), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 112 van 30.4.2015, blz. 66).
(10) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/699 van de Commissie van 24 april 2015 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met het genetisch gemodificeerde katoen T304‑40 (BCS-GHØØ4‑7) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 112 van 30.4.2015, blz. 77).
(11) Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1215 van de Commissie van 22 juli 2016 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde soja FG72 (MST-FGØ72‑2) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 199 van 26.7.2016, blz. 16).
(12) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1208 van de Commissie van 4 juli 2017 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met het genetisch gemodificeerde katoen GHB119 (BCS-GHØØ5‑8) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PB L 173 van 6.7.2017, blz. 23).
(13) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2451 van de Commissie van 21 december 2017 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja FG72 × A5547‑127 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodifi ceerde levensmiddelen en diervoeders (PB L 346 van 28.12.2017, blz. 20).
BESLUIT (EU) 2019/1196 VAN DE COMMISSIE
van 11 juli 2019
betreffende de deelneming van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Bij brief van 14 maart 2019 aan de voorzitter van de Raad heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het “Verenigd Koninkrijk”) kennis gegeven van zijn voornemen om deel te nemen aan Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad (1).
(2) Aangezien er geen specifieke voorwaarden verbonden zijn aan de deelneming van het Verenigd Koninkrijk aan Verordening (EU) 2018/1727, zijn er geen overgangsmaatregelen nodig.
(3) De deelneming van het Verenigd Koninkrijk aan Verordening (EU) 2018/1727 moet daarom worden bevestigd.
(4) Verordening (EU) 2018/1727 is in werking getreden op 11 december 2018 en van toepassing sinds 12 december 2019.
(5) Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). De Verdragen zijn niet meer van toepassing op het Verenigd Koninkrijk met ingang van de datum van inwerkingtreding van een terugtrek kingsakkoord of, bij gebreke daarvan, na verloop van twee jaar na die kennisgeving, tenzij de Europese Raad in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk met eenparigheid van stemmen besluit deze termijn te verlengen.
(6) Het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2) (hierna “het terugtrekkingsakkoord” genoemd) is in november 2018 overeengekomen door de Unie en de regering van het Verenigd Koninkrijk, maar de binnenlandse procedures die nodig zijn voor de inwerkingtreding ervan, zijn nog niet afgerond. Deel vier van het terugtrekkingsakkoord voorziet in een overgangsperiode die begint op de datum van inwerkingtreding van het akkoord. Gedurende de overgangsperiode moet het Unierecht op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing blijven overeenkomstig het terugtrekkingsakkoord.
(7) Op 22 maart 2019 is bij Besluit (EU) 2019/476 van de Europese Raad (3) in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn verlengd tot 22 mei 2019 in het geval dat het Lagerhuis het terugtrekkingsakkoord uiterlijk op 29 maart 2019 zou goedkeuren, of, in het andere geval, tot 12 april 2019. Het Lagerhuis heeft het terugtrekkingsakkoord niet uiterlijk op 29 maart 2019 goedgekeurd. Op 11 april 2019 is de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn bij Besluit (EU) 2019/584 van de Europese Raad (4) in overeen stemming met het Verenigd Koninkrijk verder verlengd tot 31 oktober 2019. Op verzoek van het Verenigd Koninkrijk kan die termijn verder worden verlengd na een in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk met eenparigheid van stemmen genomen besluit van de Europese Raad. Bovendien kan het Verenigd Koninkrijk de kennisgeving van zijn voornemen om zich terug te trekken uit de Europese Unie te allen tijde intrekken.
(1) Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 138).
(2) PB C 144 I van 25.4.2019, blz. 1.
(3) Besluit (EU) 2019/476 van de Europese Raad, vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, van 22 maart 2019 tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn (PB L 80 I van 22.3.2019, blz. 1).
(4) Besluit (EU) 2019/584 van de Europese Raad vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk van 11 april 2019 tot
verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn (PB L 101 van 11.4.2019, blz. 1).
(8) Verordening (EU) 2018/1727 zal dan ook uitsluitend op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn indien het Verenigd Koninkrijk op 12 december 2019 een lidstaat is of het terugtrekkingsakkoord tegen die datum in werking is getreden.
(9) Overeenkomstig artikel 4 van Protocol nr. 21 dient dit besluit met spoed in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De deelneming van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan Verordening (EU) 2018/1727 wordt bevestigd.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 11 juli 2019.
Voor de Commissie De voorzitter
Xxxx-Xxxxxx XXXXXXX
RECTIFICATIES
Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2019/87 van de Raad van 21 januari 2019 tot uitvoering van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië
(Publicatieblad van de Europese Unie L 18 I van 21 januari 2019)
Bladzijde 16, bijlage, toegevoegde vermelding 274 in deel A (Personen) van bijlage I, kolom “Identificatiegegevens”:
in plaats van:
“274. | Xxxxx Xxxxx (alias Xxxxx, Xxxxx) | Geslacht: mannelijk Naam: Nader Kalai Geboortedatum: 9.7.1965 Geboorteplaats: Damascus Nationaliteit: Syrisch Paspoortnummer (met vermelding van het land van afgifte en van de datum en plaats van afgifte): Syrische Arabische Republiek, N 010170320, afgiftenummer: 002-15- L062672, datum van afgifte: 24.5.2015, vervaldatum: 23.5.2021; Nummer identiteitskaart: Syrische Arabi sche Republiek, 010-40036453. Functie: Meerderheidsaandeelhouder van Castle Investment Holding, mede-eigenaar van Zubaidi and Qalei LLC, voorzitter van Kalai Industries Management Familie/zakenpartners of partners/banden met personen op de lijst: Khaled al-Zubaidi Adres: Young Avenue, Halifax, Canada | Vooraanstaand zakenman in Syrië met aanzienlijke investe ringen in de bouw, zoals een belang van 50 % in Zubaidi and Qalei LLC, dat het luxu euze toeristencomplex Grand Town bouwt, waarvoor het re gime een vergunning voor 45 jaar heeft verleend in ruil voor 19-21 % van de opbrengst er van. In die hoedanigheid heeft hij een band met Khaled al-Zu baidi. Xxxxx Xxxxx profiteert van het regime en/of steunt het via zijn zakelijke activitei ten, met name door zijn deel name aan het Grand Town- project. | 21.1.2019” |
lezen:
“274. | Nader Qalei | Geslacht: mannelijk | Vooraanstaand zakenman in Syrië met aanzienlijke investe ringen in de bouw, zoals een belang van 50 % in Zubaidi and Qalei LLC, dat het luxu euze toeristencomplex Grand Town bouwt, waarvoor het re gime een vergunning voor 45 jaar heeft verleend in ruil voor 19-21 % van de op brengst ervan. In die hoedanig heid heeft hij een band met Xxxxxx xx-Xxxxxxx. Xxxxx Xxxxx profiteert van het regime en/of steunt het via zijn zakelijke ac tiviteiten, met name door zijn deelname aan het Grand Town-project. | 21.1.2019” |
(alias Xxxxx, Xxxxx) | Naam: Nader Kalai | |||
Geboortedatum: 9.7.1965 | ||||
Geboorteplaats: Damascus | ||||
Nationaliteit: Syrisch | ||||
Paspoortnummer (met vermelding van het land van afgifte en van de datum en plaats van afgifte): Arabische Republiek Syrië, N 010170320, afgiftenummer: 002-15- L062672, datum van afgifte: 24.5.2015, vervaldatum: 23.5.2021; | ||||
Nummer identiteitskaart: Arabische Repu bliek Syrië, 010-40036453. | ||||
Functie: Meerderheidsaandeelhouder van Castle Investment Holding, mede-eigenaar van Zubaidi and Qalei LLC, voorzitter van Kalai Industries Management | ||||
Familie/zakenpartners of partners/banden met personen op de lijst: Xxxxxx xx-Xxxxxxx | ||||
Adres: | ||||
Young Avenue, Halifax, Canada |
ISSN 1977-0758 (elektronische uitgave) ISSN 1725-2598 (papieren uitgave)
★ ★ ★
★ ★
★ ★
★ ★
★ ★ ★
Bureau voor publicaties van de Europese Unie
0000 Xxxxxxxxx XXXXXXXXX
XX