MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 8845
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 25-9-1997, nr. 184
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET SLAGERSBEDRIJF
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van Georganiseerd Overleg Slagersbedrijf namens de Koninklijke Nederlandse Ambachtelijke Slagersorganisaties, Alge- meen Christelijke Bond van Slagersondernemers, de Vereniging van Grootslagersbedrijven als partijen te ener zijde mede namens de Voedingsbond FNV en de CNV Industrie- en Voedingsbond als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Slagers- bedrijf, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Besluit:
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1997 CAO884597
CAO1065 1
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 maart 1998 de navol- gende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Slagersbedrijf, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV, V en VI is bepaald:
ALGEMENE BEPALINGEN
Waar in deze C.A.O. de mannelijke vorm van voornaamwoorden of zelf- standige naamwoorden wordt gebruikt, gebeurt dat in neutrale zin, steeds eveneens omvattend de vrouwelijke vorm.
Artikel 1
Definities
In deze overeenkomst worden verstaan onder:
Algemeen erkende feestdagen:
A. Christelijke feestdagen: Nieuwjaarsdag, 2e Paasdag, Hemelvaarts- dag, 2e Pinksterdag en beide Kerstdagen.
B. Koninginnedag en andere door de overheid aangewezen nationale feestdagen.
C. Eén keer per vijf jaar zal vijf mei gelden als een algemeen erkende feestdag.
Voor de eerste keer zal vijf mei 2000 als zo’n erkende feestdag gel- den.
Ambulante werknemer: de werknemer, wiens functie met zich brengt dat hij regelmatig in verschillende vestigingen van de onderneming werkzaam is en als zodanig is aangesteld.
Commissie Arbeidsvoorwaarden: de commissie, waarin een gelijk aantal werkgevers- en werknemersorganisaties zitting heeft en die een aantal in deze C.A.O. vermelde taken heeft.
Noodhulp: de werknemer, die door de werkgever ter vervanging in dienst wordt genomen in geval van ziekte, ongeval, vakantie of buiten- gewoon verlof, zoals bedoeld in artikel 25 van deze C.A.O. De nood- hulp wordt door de werkgever voor bepaalde tijd, namelijk voor de tijd van de vervanging, aangesteld.
2
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Onderneming: een onderneming, waarin bedrijfsmatig voor menselijke consumptie vlees wordt bewerkt tot waren, al of niet in samenhang met de bereiding van vleeswaren, en het verkopen daarvan aan particulieren, alsmede voorverpakkingsinrichtingen.
Partieel leerplichtige: de jeugdige werknemer die op grond van de wet partieel leerplichtig is.
Parttimer: de werknemer, die een gedeelte van de normale wekelijkse arbeidsduur in loondienst werkzaam is. De beloning en de overige rech- ten uit deze C.A.O. voortvloeiend worden voor de parttimer berekend naar evenredigheid.
S.V.O.: S.V.O. Opleiding voor de vleessector.
Uurloon: het weekloon, gedeeld door het aantal uren van de normale wekelijkse arbeidsduur.
Vlees: delen van slachtdieren, te weten runderen, schapen, varkens, gei- ten en éénhoevige dieren die, al dan niet na toebereiding, tot menselijk voedsel kunnen dienen.
Voorverpakkingsinrichting: een bedrijf waarin bedrijfsmatig vlees wordt be- en/of verwerkt en wordt voorverpakt in consumenten- verpakking.
Werkgever: de natuurlijke of rechtspersoon, die de onderneming drijft.
Werknemer: iedere vrouw of man die in dienst van de werkgever werk- zaamheden verricht. Dit met uitzondering van de bestuurders van de onderneming en hoger leidinggevend personeel.
Dienstrooster: een arbeidsregeling die aangeeft op welke tijdstippen de werknemers hun werkzaamheden aanvangen, deze beëindigen en onder- breken.
Dienstroosters worden opgesteld per periode van 4 weken.
Overuren: uren, waarin door de werknemer in opdracht van de werk- gever arbeid is verricht en die uitgaan boven 9 uur per dag, gemiddeld 38 uur respectievelijk 43 uur per week voor manager vleesdetailhandel, over de periode van het dienstrooster (= 4 weken).
Voor werknemers die een 38-urige werkweek hebben en 4 dagen per week werken geldt dat uren waarin door de werknemer in opdracht van de werkgever werkzaamheden zijn verricht en die uitgaan boven de 9,5
3
uur per dag, over de periode van het dienstrooster, als overuren worden beschouwd.
Artikel 2
Verplichtingen van de werkgever
1. De werkgever is verplicht zich te gedragen zoals een goed werkge- ver betaamt.
2. De werkgever is verplicht de aanschaf en het onderhoud van de voor- geschreven werkkleding voor zijn rekening te nemen.
3. Indien bij de inwerkingtreding van deze C.A.O.1) voor één of meer werknemers (rechtens geldende) gunstiger arbeidsvoorwaarden be- staan dan in deze C.A.O. overeengekomen, blijven deze voor de betrokken werknemer gehandhaafd.
4. Werkgevers zullen een actief beleid voeren met betrekking tot de positie van vrouwen in de bedrijven. Vrouwen zullen extra gestimu- leerd worden om deel te nemen aan de vakopleiding.
Werkgevers zullen bevorderen dat vrouwen ook deelnemen aan de voortgezette opleiding en de ondernemersopleiding.
6.2)Indien een uitzendkracht zes maanden of langer werkzaam is bij één en dezelfde werkgever, dan is deze werkgever verplicht er zorg voor te dragen dat de werknemer een uurloon verdient dat minimaal gelijk is aan het salaris dat hij conform deze C.A.O. zou verdienen indien hij in dienst zou zijn van de werkgever.
Artikel 3
Verplichtingen van de werknemer
1. De werknemers zijn verplicht de hun opgedragen werkzaamheden, voortvloeiende uit hun functie, naar hun beste vermogen en op orde- lijke wijze te verrichten. Bijvoorbeeld door:
zuinig gebruik van materiaal;
goede verzorging van machines en gereedschappen; het bewaren van bedrijfsgeheimen;
het in acht nemen van de voorschriften omtrent veiligheid en hy- giëne.
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
2) Deze bepaling vindt geen toepassing wanneer en voor zover het uitzendbureau gehouden is de (algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de) cao voor uitzend- krachten na te leven. Zie in dit verband artikel 14 van de cao voor de uitzendkrachten.
4
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
AANVANG DIENSTBETREKKING
Artikel 4
Proeftijd
Voor ieder nieuw dienstverband geldt een proeftijd van 2 maanden, ten- zij de werkgever en de werknemer schriftelijk, op straffe van nietigheid, overeenkomen dat geen of een kortere proeftijd wordt bedongen.
2. Bij beëindiging van de dienstbetrekking tijdens de proeftijd deelt de werkgever of werknemer dit één dag voor de werkelijke beëindiging mede.
Artikel 5
Dienstbetrekking voor (on)bepaalde tijd
1. De dienstbetrekking wordt schriftelijk vastgelegd en wordt voor onbepaalde tijd aangegaan, tenzij anders is overeengekomen.
2. De dienstbetrekking, die voor bepaalde tijd is aangegaan, dient schriftelijk te worden vastgelegd en eindigt van rechtswege door het verstrijken van de tijd, waarvoor zij is aangegaan.
3. Voor parttimers moet de overeengekomen arbeidstijd worden vastge- legd in een individuele schriftelijke arbeidsovereenkomst.
FUNCTIE-OMSCHRIJVINGEN EN SALARISSCHALEN
Artikel 6
Schriftelijke mededeling functie-omschrijving
1. De werkgever is verplicht aan de werknemer schriftelijk mede te delen welke functie hij heeft en in welke groep hij is ingedeeld. Deze verplichting geldt bij indiensttreding en bij wijziging van de inde- ling.
2. Indien een werknemer geregeld meer dan één functie verricht is zijn beloning overeenkomstig de functie de het hoogst is geclassificeerd.
5
Artikel 7
Xxxxxxxxx werkzaam in de slagerij en in de voorverpakkingsin- richting
Manager vleesdetailhandel (bedrijfsbeheerder of filiaalhouder): De werknemer aan wie de volledige leiding van een zelfstandige slage- rij dan wel van een filiaal is opgedragen of die de leiding heeft van een versafdeling in een supermarkt, waarvoor hij volledig verantwoordelijk is. Hij is opgeleid op het gebied genoemd onder ,,chef productie’’. Daar- enboven is hij geschoold op het gebied van product management, total quality management, bedrijfsvoering en communicatie.
Leerling:
De werknemer die een opleiding volgt voor een van de hierna genoemde functies.
Chef:
De werknemer die onder verantwoordelijkheid van de ondernemer of manager vleesdetailhandel leiding geeft aan een of meerdere werkne- mers en in voorkomende gevallen de ondernemer of manager vlees- detailhandel vervangt.
Verkoper vlees:
De werknemer, die werkzaam is in de vleesverkoop en opgeleid is op het gebied van verkooptechniek, kennis heeft van vlees en vleesbereiding, van bedrijfshygiëne en vleesopslag, van presenteren en verpakken van vlees.
Verkoper vleeswaren:
De werknemer, die werkzaam is in de vleeswarenverkoop en opgeleid is op het gebied van verkooptechniek, kennis heeft van vleeswaren en de advisering hierover, van bedrijfshygiëne en vleeswarenopslag, van snij- den en portioneren, van presenteren en verpakken van vleeswaren.
Verkoper vlees- en vleeswaren:
De werknemer, die werkzaam is in zowel de vlees- als vleeswaren- verkoop en opgeleid is op de gebieden genoemd onder ,,verkoper vlees’’ en ,,verkoper vleeswaren’. Daarenboven is hij geschoold in de verkoop van vleeswaarspecialiteiten, luxe veka’s, salades en sauzen, maaltijden en maaltijdcomponenten.
Eerste verkoper vlees:
De werknemer, die werkzaam is in de vleesverkoop en opgeleid is op het gebied genoemd onder ,,verkoper vlees’’.
Daarboven is hij geschoold op het gebied van marketing en verkopen, goederenverwerking, inkoop en voorraadbeheer, promotie en verkoop-
6
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
bevordering; voorts beheerst hij minimaal twee vaktechnische elemen- ten uit assortimentsverdieping.
Eerste verkoper vleeswaren:
De werknemer, die werkzaam is in de vleeswarenverkoop en opgeleid is op het gebied genoemd onder ,,verkoper vleeswaren’’.
Daarboven is hij geschoold op het gebied van marketing en verkopen, goederenverwerking, inkoop en voorraadbeheer, promotie en verkoop- bevordering. Voorts is hij geschoold in minimaal twee vaktechnische elementen uit assortimentsverdieping.
Eerste verkoper vlees en vleeswaren:
De werknemer, die werkzaam is in zowel de vlees- als de vleeswaren- verkoop en opgeleid is op de gebieden genoemd onder ,,verkoper-vlees’’ en ,,verkoper vleeswaren’’.
Daarboven is hij geschold op het gebied van marketing en verkopen, goederenverwerking, inkoop en voorraadbeheer, promotie en verkoop- bevordering. Voorts is hij geschold in minimaal vier vaktechnische ele- menten uit assortimentsverdieping.
Chef verkoper:
De werknemer die werkzaam is in de vlees- en of vleeswarenverkoop, daar de dagelijkse leiding heeft en opgeleid is op de gebieden genoemd onder één van de eerste verkoopfuncties.
Daarenboven is hij geschoold op het gebied van verkoopstrategie, winkelinrichting en winkelverzorging, leiding geven, begeleiden en op- leiden en op het gebied van algemeen beheer.
Winkelslager:
De werknemer, die werkzaam is in de verkoop en opgeleid is op het gebied onder ,,productiemedewerker’’ en ,,eerste verkoper vlees- en vleeswaren’’. Hij bezit kennis en vaardigheden op het gebied van bewer- ken en portioneren van slachtdieren, presenteren en vleesbereiden. Hij is geschoold op het gebied van marketing, economie, recht en voedings- leer.
Productiemedewerker:
De werknemer, die werkzaam is in de productie en kennis en vaardig- heden bezit op het gebied van het bewerken van rund- en varkensvlees tot en met het verdelen. Hij is geschoold op het gebied van product- kennis, hygiëne, machineleer, arbo en elementaire EHBO.
Facultatief voor de productiemedewerker zijn de aandachtsgebieden culinaire technieken en uitbenen.
7
Vleesbewerker:
De werknemer, die werkzaam is in de productie en opgeleid is op het gebied onder ,,productiemedewerker’’. Hij bezit kennis en vaardigheden op het gebied van het bewerken en portioneren van slachtdieren, het opleggen en het voorverpakken. Hij is geschoold op het gebied van mar- keting, economie, recht, voedingsleer, machines en gereedschappen.
Beginnend productiemedewerker:
De werknemer, die werkzaam is in de productie in het eerste jaar van zijn praktijk in het slagersbedrijf en geen opleiding volgt.
Aankomend productiemedewerker:
De werknemer, die werkzaam is in de productie in het tweede jaar en derde jaar van zijn praktijk in het slagersbedrijf en geen opleiding volgt.
Vleeswarenbereider:
De werknemer, die werkzaam is in de productie en opgeleid is op het gebied onder ,,productiemedewerker’’. Hij bezit kennis en vaardigheden op het gebied van worstmaken en vleeswarenbereiden. Hij is geschoold op het gebied van marketing, economie, recht, voedingsleer, grond- en hulpstoffen, machines en gereedschappen.
Traiteur:
De werknemer, die werkzaam is in de productie en opleiding is op het gebied onder ,,productiemedewerker’’ inclusief het onderdeel ,,culinaire technieken’’. Hij bezit kennis en vaardigheden op het gebied van het bereiden en samenstellen van soepen en sauzen, ragoutachtige produc- ten, maaltijden c.q. maaltijdcomponenten, vers vlees specialiteiten en salades. Hij is geschoold op het gebied van marketing, economie, recht en voedingsleer.
Chef vleesbewerker:
De werknemer, die werkzaam is in de productie, daar de dagelijkse lei- ding heeft en opgeleid is op een van de volgende gebieden: winkelslager, vleesbewerken, vleeswarenbereider of traiteur.
Daarenboven is hij geschoold op het gebied van algemeen beheer, leidinggeven, bedrijfsinrichting, productiebeheersing, economie en recht.
Ambulante werknemer:
De werknemer wiens functie meebrengt dat hij regelmatig in verschil- lende vestigingen van de onderneming werkzaam is en als zodanig is aangesteld.
Inpakker/oplegger:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift vlees inpakt vol- gens de juiste snit en normering.
8
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Medewerker krattenwasserij:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift machinaal kratten reinigt.
Schoonmaker:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift schoonmaak- werkzaamheden verricht.
Expeditiemedewerker:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift en in de juiste laadvolgorde vrachtwagens inlaadt en de routeplanning maakt.
Orderpicker:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift partijen gereed maakt voor uitprijzen en deze vervoert naar de uitprijsruimte.
Machinebediende:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift de uitprijsmachine en de daarbij behorende randapparatuur bedient.
Uitbener:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift conform de gege- ven snitopdracht delen van een karkas uitbeent.
Deegbereider:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift vlees machinaal verwerkt tot deeg.
Voorbereider:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift vlees bewerkt en/of verwerkingsklaar maakt t.b.v. de bereiding van het vlees tot deeg.
Verdeler/vliezer:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift vlees bewerkt en verdeelt onder verwijdering van onzuiverheden en van overbodige delen, met name van de vliezen.
Portioneerder:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift vlees bewerkt, ver- deelt en portioneert conform de gegeven snitopdracht.
Hoofd Uitprijs:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift leiding geeft aan de uitprijsafdeling.
9
Hoofd Inpak:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift leiding geeft aan de inpakafdeling.
Hoofd Xxxxxxxx van een voorverpakkingsinrichting:
De werknemer die zelfstandig en volgens voorschrift leiding geeft aan de afdeling slagerij van een voorverpakkingsinrichting.
Artikel 8
Overig personeel
Hiertoe behoren administratief personeel, chauffeurs en expeditie- personeel. De werknemers worden naar de aard van de in hoofdzaak ver- richte arbeid door de werkgever in één der volgende groepen ingedeeld.
Groep 0
Het gedurende het eerste jaar verrichten van werkzaamheden waarvoor géén opleiding noodzakelijk is, alsmede van zeer eenvoudige, steeds wederkerende werkzaamheden van hetzelfde karakter, waarvoor geen of geringe praktijkervaring noodzakelijk is.
Het werk wordt onder directe leiding uitgevoerd, zoals:
loopwerk, telwerk, archief- en adresseerwerkzaamheden en zeer eenvou- dig registreerwerk.
Voorbeeldfuncties:
aankomend typist
aankomend administratief assistent transportmedewerker.
Groep 1
Het gedurende het tweede jaar verrichten van de hiervoor bij groep 0 aangeduide werkzaamheden.
Groep 2
Het verrichten van werkzaamheden waarvoor enige theoretische kennis en praktijkervaring nodig is.
De werkzaamheden worden soms met een zekere mate van zelfstandig- heid uitgevoerd.
Voorbeeldfuncties:
data/typist typist Nederlands
chauffeur-bezorger.
Groep 3
Het verrichten van werkzaamheden waarvoor enige algemene ontwikke- ling en theoretische kennis alsmede praktijkervaring noodzakelijk is.
Een redelijke mate van zelfstandigheid bij de uitvoering wordt verlangd. Voorbeeldfuncties:
10
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
steno-typist Nederlands administratief assistent typist moderne talen telefonist/receptionist telefonische-verkoper all-round chauffeur vrachtwagenchauffeur.
Groep 4
Het verrichten van werkzaamheden waarvoor naast een redelijke alge- mene ontwikkeling theoretische kennis en enige jaren praktijkervaring gewenst zijn. De werkzaamheden worden met een ruimte mate van zelf- standigheid uitgevoerd.
Voorbeeldfuncties:
assistent bedrijfsadministratie/boekhouding assistent inkoop
assistent loon- en salarisadministratie/personeelszaken magazijnmeester.
Groep 5
Het verrichten van werkzaamheden welke ruimte theoretische kennis, algemene ontwikkeling en praktijkervaring vragen. Het werk vraagt een grote mate van zelfstandigheid benevens het tonen van initiatief op het eigen werkterrein. Soms wordt leiding gegeven aan één of meer onder- geschikten.
Voorbeeldfuncties:
steno-typist moderne talen boekhouder bedrijfsadministrateur.
Artikel 9
1. Indeling in loongroepen en functieomschrijving slagerijpersoneel
Groep A 0:
– Werknemers zonder opleiding eerste jaar.
– Beginnend productiemedewerker.
Groep A 1:
– Verkoper vlees
– Verkoper vleeswaren
– Leerling deegbereider tweede jaar
– Leerling voorbereider tweede jaar
– Leerling portioneerder/orderpicker tweede jaar
11
– Xxxxxxxx uitbener tweede jaar
– Xxxxxxxx xxxxxxx/verdeler tweede jaar
– Leerling machine-bediende tweede jaar
– Aankomend productiemedewerker zonder opleiding tweede jaar
– Schoonmaker/medewerker krattenwasserij tweede jaar
– Werknemers zonder opleiding tweede jaar
Groep A 2:
– Verkoper vlees en vleeswaren
– Eerste verkoper vlees
– Eerste verkoper vleeswaren
– Inpakker/oplegger
– Schoonmaker/medewerker krattenwasserij
– Werknemers zonder opleiding derde jaar
– Aankomend productiemedewerker zonder opleiding derde jaar
– Expeditie medewerker
Groep B:
– Eerste verkoper vlees en vleeswaren
– Gediplomeerd machine-bediende
– Gediplomeerd orderpicker
– Productiemedewerker
Groep B1:
– Chef-verkoper
Groep C:
– Gediplomeerd uitbener
Groep D:
– Gediplomeerd deegbereider
– Gediplomeerd voorbereider
– Gediplomeerd vleesbereider
– Gediplomeerd verdeler/vliezer
Groep E:
– Winkelslager
– Gediplomeerd portioneerder
– Vleesbewerker
– Vleeswarenbereider
– Traiteur
Groep G:
– Chef-winkelslager
– Hoofd Uitprijs
– Hoofd Inpak
– Chef-vleesbewerker
– Chef-vleeswarenbereider
12
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Chef-traiteur
Groep H:
Manager vleesdetailhandel die dagelijks leiding geeft aan minder dan 3 werknemers over tenminste 3 dagen van een vijfdaagse arbeids- week of over tenminste 4 dagen van een zesdaagse arbeidsweek.
Groep I:
Manager vleesdetailhandel die dagelijks leiding geeft aan 3 t/m 6 werknemers over tenminste 3 dagen van een vijfdaagse arbeidsweek of over tenminste 4 dagen van een zesdaagse arbeidsweek.
Groep J:
– Hoofd slagerij van een voorverpakkingsinrichting
– Manager vleesdetailhandel die dagelijks leiding geeft aan meer dan 6 werknemers over tenminste 3 dagen van een vijfdaagse arbeidsweek of over tenminste 4 dagen van een zesdaagse arbeids- week
De salarissen behorende bij loongroep A 0 en loongroep 0 zijn gelijk aan het wettelijk minimum (jeugd)loon, vermeerderd met 10%.
Bij de hierboven genoemde loongroepen behoren de in lid 3, tabel 1 vermelde bruto lonen voor de daarvoor betreffende periode.
2. Voor managers vleesdetailhandel kan boven het functieloon een provisieregeling uitsluitend schriftelijk op straffe van nietigheid wor- den overeengekomen.
3. Bruto lonen personeel slagerij en voorverpakkingsinrichting: ta- bel 1
bruto lonen overig personeel: tabel 2 en 3.
De werknemer die conform artikel 9 van de C.A.O. Slagersbedrijf 1 april 1991 t/m 31 maart 1993 was ingedeeld in groep B1 danwel con- form de C.A.O. Slagersbedrijf 1 april 1995 t/m 31 maart 1997 als worstmaker c.q. chef-worstmaker was ingedeeld in groep f resp. groep G blijft aanspraak houden op het bij deze groep behorende salaris en de daarbij behorende verhogingen.
De in deze C.A.O. genoemde functielonen zijn minimumregelingen, waarvan naar boven kan worden afgeweken.
Waar het loon lager is dan het wettelijk minimumloon is dit mini- mumloon van toepassing.
In de lonen zijn de diplomatoeslagen verwerkt.
13
Artikel 9a
Inschaling
1. Inschaling geschiedt aan de hand van de uit te oefenen danwel de uitgeoefende functie en het aantal in die functie werkzaam geweest zijnde jaren.
2. Bij functieverhoging wordt men ingeschaald op het dichtstbijzijnde hogere bedrag van de dan geldende loongroep.
3. a. Indien het feitelijke loon hoger is dan het maximum van de betreffende loongroep, wordt ingeschaald op het hoogste bedrag van de voor betrokkene geldende loongroep. Het verschil tussen het feitelijk loon en het maximum van de loongroep wordt omge- zet in een persoonlijke toeslag.
b. Bij herindeling in een hogere loongroep wordt de persoonlijke toeslag verminderd met maximaal de helft van het bedrag, waar- mee het schaalloon stijgt.
c. De in lid 3a bedoelde persoonlijke toeslag wordt bij gelegenheid van algemene loonsverhoging afgebouwd met jaarlijks 1% van het schaalloon bij 0 functiejaren.
4. De ambulante werknemers zullen worden ingedeeld in de naast gele- gen hogere loongroep dan de functie waarin zij werkzaam zijn.
Artikel 10
Toeslagen
1. Koudetoeslag
De werknemer die, in verband met de voorbewerking en verpakking van vlees, in hoofdzaak werkzaam is in ruimten die gekoeld worden tot een temperatuur beneden 12 graden Celsius, heeft recht op een koudetoeslag van f 12,50 per week.
2. Overwerktoeslag in afwijking van het dienstrooster
De overwerktoeslag voor de eerste 2 overuren per week bedraagt 25% van het uurloon, voor de daarop volgende uren 50%.
De overwerktoeslag voor overuren op een vrije dag bedraagt 50% van het uurloon voor de eerste twee uur en 100% voor de daarop volgende uren (zie voor compensatie in vrije tijd: artikel 20, lid 5). Eén en ander conform de systematiek van de definitie van overuren ex artikel 1.
3. Avond-/nachttoeslag
indien de werknemer werkzaamheden verricht in de periode die ligt tussen 20.00 uur ’s avonds en 06.00 uur ’s ochtends heeft hij recht
14
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
op een toeslag die 30% van het uurloon bedraagt indien arbeid wordt verricht tussen 20.00 uur en 22.00 uur, en die 50% van het uurloon bedraagt indien de werkzaamheden worden verricht tussen 22.00 uur en 06.00 uur.
4. Samenloop van toeslagen
Een werknemer die recht heeft op de in lid 3 genoemde toeslag kan daarnaast voor de uren waarop deze toeslag betrekking heeft, geen aanspraak maken op overwerktoeslag.
Artikel 11
Loon, niet in de vorm van geld
1. kost en inwoning
Loon in de vorm van kost en/of inwoning zal in geld worden omge- rekend volgens de voorschriften, zoals deze zijn vastgelegd in de handleiding voor werkgevers op de loonbelasting, met dien ver- stande, dat het loon in geld niet mag dalen beneden 50% van de in artikel 9 genoemde lonen1).
2. verstrekkingen in natura
Indien verstrekkingen in natura aan werknemers worden gegeven, moeten deze een waarde hebben van fl. 10,- per week. De waarde van de verstrekkingen mag niet op het loon in mindering worden gebracht.
Artikel 12
Bijdrage ziektekosten en reiskostenregeling
1. werkgeversbijdrage in particuliere ziektekostenverzekering De werkgever zal aan de werknemer, die niet verplicht verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet, een bijdrage verstrekken in de premie voor een particuliere ziektekostenverzekering volgens onderstaande regeling en voorwaarden:
a. werkgeversbijdrage van 50% van de premie van een ziektekos- tenverzekering 3e klas incl. huisarts;
b. het maximum van deze bijdrage is de maximale werkgeversbij- drage ZFW;
c. zo in een onderneming een collectief contract geldt, wordt deze bijdrage alleen aan de werknemer toegekend indien hij zich bij
1) Onverminderd het bepaalde in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
15
dit collectieve contract heeft aangesloten, tenzij redelijkerwijze van de werknemer niet gevraagd kan worden zijn individuele verzekering op te zeggen.
2. reiskostenregeling
De werknemer heeft recht op een reiskostenvergoeding woon- werkverkeer volgens onderstaande regeling.
1. Deze regeling geldt voor alle werknemers die voor hun woon- werkverkeer geen gebruik maken van een auto van de werkge- ver.
2. Als regel worden de reiskosten berekend op basis van het ter beschikking staand openbaar vervoer via de kortst mogelijke route en tegen de laagst mogelijke kosten.
3. Er is een eigen bijdrage in de reiskosten. De eigen bijdrage is gelijk aan de kosten voor het reizen in een 2-sterabonnementstarief.
4. De reiskostenvergoeding wordt berekend op basis van de weekkaarttarieven voor het ter beschikking staande openbaar ver- voer.
5. Indien een werknemer voor zijn woon-werkverkeer gebruik moet maken van de trein, waarvoor het stertarief niet geldt, wordt de reiskostenvergoeding bepaald op grond van het weekkaarttarief van de spoorwegen van plaats naar plaats onder aftrek van de in lid 3 bedoelde eigen bijdrage. De maximale vergoeding voor treinkosten woon-werk is afgeleid van de jaarkaart van de spoor- wegen op basis van de tweede klasse, herleid naar een week- bedrag minus de in lid 3 bedoelde eigen bijdrage.
6. De reiskostenvergoeding geldt alleen voor gewerkte dagen, dus niet tijdens vakantie en/of ziektedagen en/of buitengewoon ver- lofdagen.
7. De reiskostenvergoeding gaat nooit uit boven het door de fiscus gehanteerde forfait voor toegestane reiskosten.
8. Bij overplaatsing van een werknemer wordt de reiskostenvergoe- ding herzien op basis van de nieuwe woon-werkafstand.
9. Een werknemer die op eigen initiatief verder weg gaat wonen van zijn werkplaats ontvangt geen hogere reiskostenvergoeding dan is vastgesteld op grond van zijn oorspronkelijke woonplaats. Van deze regel kan worden afgeweken na overeenstemming met de werkgever.
10. Bij overplaatsing op verzoek van werkgever naar een werkplek, waarbij wegens reistijd redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat werknemer gebruik maakt van het openbaar vervoer en werk- nemer dientengevolge aangewezen is op individueel vervoer, krijgt werknemer een toeslag van 50% op zijn reiskostenvergoe- ding conform onderhavige regeling.
De maximale vergoeding bedraagt nimmer meer dan het door de fiscus gehanteerde forfait voor toegestane reiskosten. Bij inciden-
16
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
tele verplaatsingen is van toepassing de regeling incidentele over- plaatsing.
11. Incidentele overplaatsing.
Indien een werknemer, in opdracht van de werkgever, incidenteel werkzaamheden verricht in een filiaal dat gelegen is op een afstand van tenminste 5 kilometer van het filiaal waar hij normaal zijn werkzaamheden verricht en sprake is van hogere reiskosten, zal een reiskostenvergoeding worden verstrekt.
De vergoeding bedraagt:
– bij gebruik van het openbaar vervoer: de kosten van de laag- ste tarieven openbaar vervoer
– bij gebruik van eigen auto in opdracht van de werkgever: 44 cent per kilometer.
Indien er geen opdracht door de werkgever is verstrekt, kiest de werknemer de aard van het vervoer.
12. Reiskostenregeling ambulante werknemers.
Aan de werknemer, die in opdracht van de werkgever regelmatig in verschillende filialen werkzaamheden verricht en in opdracht van de werkgever voor vervoer gebruik maakt van een eigen auto, wordt een vergoeding van 44 cent per kilometer verstrekt. Indien voor vervoer gebruik gemaakt wordt van het openbaar vervoer geldt een vergoeding van de kosten tegen de laagste tarieven.
Indien er geen opdracht door de werkgever is verstrekt, kiest de werknemer de aard van het vervoer.
Artikel 13
Uitbetaling van loon
1. Uitbetaling van weekloon gebeurt op donderdag.
Uitbetaling per 4 weken of per maand gebeurt zodanig dat de werk- nemer op de voorlaatste dag van de betalingsperiode over het loon kan beschikken.
2. Wijziging van betalingsperiode gebeurt slechts na overleg tussen werkgever en werknemer.
3. Er dient een schriftelijke specificatie van de berekening van het bru- toloon, het nettoloon en de toeslagen aan de werknemer te worden verstrekt zowel bij indiensttreding als bij wijziging van het loon. Wordt boven het op deze wijze berekende loon het hierdoor ontstane loonbedrag vermeerderd met vergoedingen waarop geen belastingen
17
of premie-inhoudingen van toepassing zijn, dan dient deze vergoe- ding in de schriftelijke specificatie apart vermeld te worden.
4. In afwijking van lid 1 vindt bij beëindiging van het dienstverband de uitbetaling van het loon plaats zo spoedig mogelijk na beëindiging van het dienstverband.
5. De werkgever is verplicht het loon over de aaneengesloten vakantie en de vakantiebijslag op een zodanig tijdstip te betalen aan de werk- nemer dat deze bij aanvang van de aaneengesloten vakantie na 1 mei het totale bedrag in zijn bezit heeft.
Artikel 14
Initiële verhogingen
1. Met ingang van 1 juli 19971) zullen de lonen worden verhoogd met 2%.
2. Met ingang van 1 januari 1998 zullen de lonen worden verhoogd met 0,75%.
3. De in de vorige drie leden genoemde verhogingen zijn niet van toe- passing op loongroep A0 en loongroep 0.
Arbeidsduur Artikel 15 Arbeidsweek
1. De arbeidsweek loopt van maandag tot en met zaterdag.
2. Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestda- gen.
3. Van het bepaalde in het vorige lid kan slechts met instemming van de werknemer worden afgeweken. In dat geval heeft hij recht op een toeslag van 100% van het uurloon.
Artikel 16
Arbeidsduur personeel van 16 jaar en ouder
1. De normale arbeidsduur, berekend volgens het dienstrooster (= 4 weken) bedraagt gemiddeld 38 uur verdeeld over maximaal 5 dagen.
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
18
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Voor de arbeidsduur van manager vleesdetailhandel wordt verwezen naar artikel 17.
De normale arbeidsduur ligt volgens dienstrooster tussen 06.00 uur en 22.00 uur. Het dagmaximum bedraagt 9 uur, tenzij de werknemer een 38-urige werkweek heeft en vier dagen per week werkt, in welk geval het dagmaximum 9,5 uur bedraagt.
2. De werknemer verricht de normale arbeidsduur volgens het dan gel- dende dienstrooster (=4 weken). Dienstroosters worden steeds 2 weken voor de ingangsdatum door de werkgever vastgesteld en die- nen vervolgens ter kennis van de werknemer gebracht te worden.
3. De werkgever is verplicht de werknemer ononderbroken zijn werk- zaamheden te laten verrichten. Werkgever en werknemer kunnen op verzoek van de werknemer beslissen dat van deze verplichting wordt afgeweken. Een koffie- of theepauze (15 minuten) of lunchpauze geldt niet als onderbreking en evenmin als arbeidstijd.
Artikel 17
Arbeidsduur voor managers vleesdetailhandel
1. De normale wekelijkse arbeidsduur voor managers vleesdetailhandel bedraagt volgens dienstrooster gemiddeld 43 uur verdeeld over 5 of 6 dagen per week. Het dagmaximum bedraagt 9 uur.
2. In afwijking van lid 1 wordt de normale wekelijkse arbeidsduur voor managers vleesdetailhandel van 50 jaar en ouder verdeeld over 5 dagen per week.
3. Het vroegste tijdstip van aanvang van de werkzaamheden voor deze werknemers is 06.00 uur, het laatste van beëindiging is 22.00 uur.
Artikel 18
Ambulante werknemers
1. Voor ambulante werknemers zal het gedeelte van de reistijd boven de 60 minuten per dag worden beschouwd als werktijd.
2. Voor werknemers die incidenteel ambulant zijn zal de reistijd die meer bedraagt dan de normale reistijd worden beschouwd als werk- tijd.
19
Artikel 19
Arbeidsduur van een week waarin één of meer algemeen erkende feestdag(en) vallen
In weken waarin één of meer algemeen erkende feestdag(en) vallen, wordt de normale wekelijkse arbeidsduur van de werknemer verminderd met het aantal uren dat de werknemer op de feestdag(en) zou werken. Indien de wekelijkse vrije dag samenvalt met de feestdag wordt de nor- male wekelijkse arbeidsduur met 1⁄5 verminderd, tenzij de werknemer werkt volgens een vast arbeidspatroon en de feestdag samenvalt met de dag waarop de werknemer volgens dit arbeidspatroon niet werkt.
Artikel 20
Overwerk
1. Overuren: uren waarin door de werknemer in opdracht van de werk- gever arbeid is verricht en die uitgaan boven 9 uur per dag, gemid- deld 38 uur respectievelijk 43 uur per week voor managers vlees- detailhandel over de periode van het dienstrooster (= 4 weken). Voor werknemers die een 38-urige werkweek hebben en 4 dagen per week werken geldt dat uren waarin door de werknemer in opdracht van de werkgever werkzaamheden zijn verricht en die uitgaan boven de 9,5 uur per dag, over de periode van het dienstrooster, als over- uren worden beschouwd.
2. Overwerk wordt door of namens de werkgever opgedragen, indien het bedrijfsbelang dit vereist.
3. Overwerk dient zoveel mogelijk te worden voorkomen.
4. Aan werknemers van 55 jaar en ouder kan de verplichting tot het verrichten van overwerk niet worden opgelegd.
5. In overleg tussen werkgever en werknemer kunnen de overgewerkte uren en de daarbij behorende toeslag geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd in vrije tijd. Deze vrije tijd moet binnen dertig dagen na het verrichten van het overwerk worden opgenomen.
(Zie voor betaling overuren + toeslag: artikel 10, lid 2).
6. Voor parttimers is er sprake van overwerk, indien wordt afgeweken van de arbeidsduur, als bedoeld in de artikelen 16 en 17 en van de voor de onderneming geldende normale arbeidsduur.
20
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 21
Gebruik van maaltijd
Werknemers die 7,6 uur of meer per dag werken en die werkzaamheden verrichten voor 17.00 uur en na 19.00 uur en niet in de gelegenheid zijn thuis een maaltijd te gebruiken hebben recht op een maaltijdvergoeding op basis van een menu, tenzij door de werkgever een gelijkwaardige maaltijd wordt verstrekt. Per 1 januari 19961) is de prijs van dit menu vastgesteld op fl. 25,-.
Artikel 22
Pre-pensionering
1. Op basis van wederzijdse vrijwilligheid zullen de 62-jarigen 3 uur, de 63-jarigen 4 uur en de 64-jarigen 5 uur per week korter mogen werken tegen doorbetaling van 80% over de niet gewerkte tijd. De overuren voor deze werknemers gaan pas gelden na de in artikel 15 en volgende vermelde werktijd per week.
De pensioenpremie voor deze werknemers dient te worden berekend alsof de niet gewerkte uren voor 100% worden betaald.
2. Voor oudere werknemers is er een regeling voor vrijwillig vervroegd uittreden, welke is opgenomen in de C.A.O. Vrijwillig Uittreden Slagersbedrijf.
Vakantie en buitengewoon verlof
Artikel 23
Vakantie-uren
1. Iedere werknemer die op 1 mei gedurende 1 jaar onafgebroken bij dezelfde werkgever in dienst is geweest, heeft recht op 182,4 uren (24 x 7,6 uur) vakantie met behoud van loon. Voor managers vlees- detailhandel bedraagt dit aantal uren 206,4 (24 x 8,6 uren).
2. Met ingang van het vakantiejaar 1997–1998 zal aan werknemers die op 1 mei 1998 55 jaar of ouder zijn, op dit tijdstip tenminste gedu- rende 1 jaar onafgebroken bij dezelfde werkgever in dienst zijn geweest en een fulltime dienstverband hebben, jaarlijks een extra
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
21
vakantie van 22,8 uur ( 3 x 7,6 uur) worden toegekend. Voor mana- gers vleesdetailhandel bedragen deze uren 25,8 ( 3 x 8,6 uur).
Indien de werknemer parttime in dienst is, zal deze toekenning naar evenredigheid plaatsvinden.
3. Indien met een werknemer van 55 jaar of ouder individueel andere afspraken zijn gemaakt over toekenning van extra vakantiedagen
i.v.m. zijn leeftijd, dan blijven deze afspraken gelden maar heeft de werknemer geen recht op de in het vorige lid toegekende extra vakantie-uren. Dit is slechts anders indien de werknemer kenbaar maakt dat hij van mening is dat de in het vorige lid toegekende extra vakantie-uren voor hem gunstiger is; in dat geval vervallen de eer- der gemaakte individuele afspraken en heeft de werknemer recht op de in het vorige lid toegekende extra vakantie-uren.
4. Van de 182,4 vakantie-uren heeft de werknemer recht op 114 aan- eengesloten uren vakantie. Voor managers vleesdetailhandel bedraagt dit aantal uren 129 van het totaal aantal uren van 206,4. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat de aaneengeslo- ten vakantie zal worden gegeven in 76 uren aaneengesloten en 38 uren aaneengesloten. Voor managers vleesdetailhandel bedragen deze uren 86 respectievelijk 43.
De aaneengesloten vakantie zal worden gegeven tussen 1 mei en 1 november.
In overleg tussen werkgever en werknemer kan de aaneengesloten vakantie op een ander tijdstip worden genoten.
Over het opnemen van de aaneengesloten vakantie dient tussen de werkgever en de werknemer voor 1 februari voorafgaande aan de aaneengesloten vakantie overleg te worden gepleegd.
Bij sluiting van het bedrijf wegens vakantie is de werknemer gehou- den zijn aaneengesloten vakantie daarmede te doen samenvallen indien de sluitingsperiode hem uiterlijk 1 december voorafgaande aan de aaneengesloten vakantie of bij indiensttreding van de werk- nemer door de werkgever is medegedeeld.
5. De andere vakantie-uren.
a. 7,6 uren kunnen door de werkgever aangewezen worden als ver- plichte snipperuren, mits deze twee maanden van tevoren door de werkgever aan de werknemer worden bekend gemaakt. Voor managers vleesdetailhandel is dit aantal uren 8,6.
b. Wat de overige vakantie-uren betreft dient tussen werkgever en werknemer over het opnemen daarvan tenminste één week van tevoren overleg te worden gepleegd.
c. Een werknemer die op grond van erkende Christelijke, Islamiti- sche en andere religieuze feestdagen vakantie-uren wenst op te nemen heeft daartoe het recht met inachtneming van het onder b. gestelde.
22
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
6. De werknemer, die op 1 mei van enig jaar nog niet gedurende een vol jaar bij dezelfde werkgever in dienst is geweest, heeft per maand dienstverband recht op 182,4⁄12 uren vakantie met behoud van loon. Voor managers vleesdetailhandel bedraagt dit aantal uren 206,4⁄12. Indien de werknemer recht kan doen gelden op minder dan 76 uren vakantie moeten de vakantie-uren, waarop hij recht heeft, aaneenge- sloten worden gegeven tussen 1 mei en 1 november.
7. Bij tussentijdse beëindiging zal, gerekend van 1 mei van het vorige kalenderjaar over de periode tot aan de beëindiging van de arbeids- overeenkomst, per maand dienstverband 182,4⁄12 uren vakantie in geld worden uitbetaald voorzover de over deze periode gekweekte vakantie-uren nog niet zijn opgenomen. Voor managers vlees- detailhandel bedraagt de norm 206,4⁄12.
8. De werkgever is verplicht aantekening te houden van de door de werknemers opgenomen vakantie-uren, op een vakantiekaart.
9. Behoudens bij beëindiging van de arbeidsverhouding kan het recht op vakantie nooit vervangen worden door een uitkering in de vorm van loon.
Artikel 24
Vakantiebijslag
1. Iedere werknemer heeft recht op een vakantiebijslag van 8% van het loon, uiterlijk te betalen in de maand mei.
2. a. De vakantiebijslag bedraagt per 1 mei 1998 tenminste fl. 2.525,- per vol jaar.
b. Voor werknemers, werkzaam in de slagerij en ingedeeld in één der loongroepen van artikel 9, van 16 t/m 23 jaar geldt een mini- mum vakantiebijslag berekend volgens onderstaande tabel.
23 jaar en ouder | 100 % |
22 jaar | 87,5 % |
21 jaar | 75 % |
20 jaar | 65 % |
19 jaar | 55 % |
18 jaar | 47,5 % |
17 jaar | 40 % |
16 jaar | 36 % |
3. De werknemer, die op 1 mei van enig jaar nog niet gedurende een
23
vol jaar bij dezelfde werkgever in dienst is, of voor wie het dienst- verband tussentijds is beëindigd, heeft recht op een tijdsevenredig deel van de vakantiebijslag als bedoeld in dit artikel.
4. De vakantiebijslag wordt berekend over het door de werknemer in de periode van 1 mei tot en met 30 april gemiddeld verdiende loon, exclusief de bijdrage van artikel 12, lid 1.
Artikel 25
Buitengewoon verlof
1. a. De werknemer heeft recht op buitengewoon verlof met behoud van loon in de volgende gevallen:
a. bij eigen huwelijk gedurende twee dagen;
b. bij ondertrouw gedurende één dag, mits met één jaar in dienst is geweest;
c. voor het bijwonen van het huwelijk van één der ouders, eigen kinderen, broers, zusters, zwagers en schoonzusters, gedu- rende één dag;
d. bij bevallen van de echtgenote, gedurende één dag;
e. bij 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijk van de werknemer, de ouders en schoonouders, gedurende één dag;
f. bij overlijden van de echtgenote of echtgenoot en eigen inwo- nende kinderen, van de sterfdag tot één dag na de teraarde- bestelling, met een maximum van 5 dagen;
g. bij overlijden van ouders, xxxxxx- en grootouders en van eigen en aangehuwde kinderen, van inwonende broers en zus- ters gedurende één dag alsmede voor het bijwonen van de ter- aardebestelling, gedurende één dag;
h. voor het bijwonen van de teraardebestelling van niet- inwonende broers, zusters, zwagers, schoonzusters, en al dan niet inwonende grootouders van de echtgenote of echtgenoot gedurende één dag;
i. indien vooraf gevraagd, voor persoonlijk geneeskundig on- derzoek, gedurende de daarvoor nodige tijd;
j. voor het afleggen van vakexamens of vaktesten uitsluitend en rechtstreeks op het slagersbedrijf betrekking hebbend, gedu- rende de daarvoor benodigde tijd;
b. De bepalingen van lid 1a. zijn niet alleen van toepassing op gehuwden, maar teven sop werknemers die, blijkens de aanwe- zigheid van een notariële overeenkomst, anders dan in gehuwde staat samenleven.
2. Verzuim voor vakbondsvergaderingen
De werkgever zal op verzoek van de vakbond, waarvan de betrok- ken werknemer lid is, aan een werknemer verzuim met behoud van loon toekennen in de volgende gevallen:
24
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
a. het als officieel afgevaardigde deelnemen aan bijeenkomsten van bondscongres, bondsraad, landelijke vakgroep, C.A.O.-commissie of andere daarmee gelijk te stellen en in de statuten van de vak- bond opgenomen organen, tot een maximum van 6 dagen per jaar;
b. het deelnemen aan een door de vakbond georganiseerde vormings- of scholingsbijeenkomst;
het volgen van een cursus die door de vakbond of een aan de vakbond verbonden organisatie, waarvan betrokkene lid is, wordt gegeven, tot een maximum van 3 dagen per jaar;
x. xx xxxxxxxxxx van de onder a. en b. genoemde gevallen worden aan de werkgever op diens verzoek vergoed door de Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds in het Slagersbedrijf;
d. het vrijaf geven met behoud van loon voor de onder a. en b. genoemde gevallen, geldt niet voor de vrijdag en de zaterdag;
e. dit recht op vrijaf nemen met behoud van loon door de werkne- mer geldt voor bedrijven van 1 tot 50 werknemers voor maxi- maal 1 werknemer en voor bedrijven met meer dan 50 werkne- mers voor maximaal 1 werknemer per 50 fulltime-werknemers tot een maximum van 20 werknemers per bedrijf.
De loonkosten (i.e. bruto-loon vermeerderd met een opslag van 50%) van de onder a. en b. genoemde gevallen worden aan de werkgever vergoed door de Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds in het Slagersbedrijf.
Xxxxxxxxxx, leerlingwezen, vakopleiding en educatief verlof
Artikel 26
Vakopleiding slagersbedrijf
1. Jeugdige werknemers tot de leeftijd van 23 jaar, die niet in het bezit zijn van een vakdiploma zijn behoudens dispensatie van de Commis- sie Arbeidsvoorwaarden verplicht tot deelname aan de vakopleiding ingevolge de Xxx op het leerlingwezen. Deze verplichting geldt ook voor in het bedrijf werkzame kinderen van de werkgever.
Artikel 27
Leerlingwezen, diplomatoeslag
1. Indien een werknemer en een werkgever een arbeidsovereenkomst sluiten tegelijk met of vooruitlopend op het afsluiten van een leer-
25
overeenkomst in het kader van het leerlingstelsel wordt de arbeids- overeenkomst schriftelijk gesloten.
2. De leerling die in het schooljaar 1995/19961) of daarna is gaan deel- nemen aan het primaire leerlingstelsel heeft recht op een toeslag per behaald diploma van fl. 250,- welke toeslag wordt uitbetaald door de Stichting Opleidingsfonds Vleesbe- en verwerkende bedrijven.
Artikel 28
Her-, om- of bijscholing
1. Ten hoogste 250 werknemers hebben het recht om met behoud van brutoloon verlof op te nemen teneinde een her-, om- of bijscholing- scursus te volgen, mits de cursus is goedgekeurd door de Stichting Opleidingsfonds vleesbe- en -verwerkende bedrijven.
De cursus moet een relatie hebben met werkzaamheden die in de bedrijfstak worden verricht.
Het bestuur van eerdergenoemde stichting bepaalt welke werknemers in aanmerking komen voor het volgen van een cursus in de zin van dit artikel.
2. Het in het vorige lid bedoelde verlof bedraagt wee dagen per jaar over een periode van ten hoogste twee jaar, waarbij dit verlof van – derhalve – maximaal 4 dagen ook in één jaar kan worden genoten.
3. Het in lid 1 bedoelde bruto loon wordt de werkgever vergoed door de Stichting Opleidingsfonds Vleesbe- en -verwerkende bedrijven.
Arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval
Artikel 29
Ziekmelding
1. In geval van arbeidsongeschiktheid is de werknemer verplicht de werkgever daarvan op maandag t/m vrijdag voor 09.00 uur en op zaterdagen voor 08.30 uur in kennis te stellen, tenzij de werkgever andere instructies heeft verstrekt.
2. De werknemer moet zich houden aan de navolgende instructies en voorschriften:
1. geneeskundige hulp inroepen
1. De werknemer moet binnen een redelijke termijn geneeskun- dige hulp inroepen en dient zich gedurende het gehele ver-
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
26
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
loop van de ziekte onder behandeling van de behandelend geneeskundige te stellen en diens voorschriften op te volgen.
2. verplichting om thuis te blijven
1. De werknemer blijft thuis tot het eerste bezoek van (een rap- porteur of geneeskundige van) de door de werkgever inge- schakelde arbodienst heeft plaats gehad.
2. Na het eerste bezoek blijft de werknemer thuis:
– ’s morgens tot 10.00 uur;
– ’s middags van 12.00 tot 14.30 uur.
Buiten deze uren mag de werknemer zijn woning verlaten.
3. Indien de ongeschiktheid langer dan 2 weken duurt, vervalt de verplichting om thuis te blijven, tenzij door de arbodienst anders wordt bepaald.
4. De verplichting om thuis te blijven geldt niet van ’s middags
17.00 uur tot 18.00 uur of indien de werknemer een bezoek brengt aan de behandelend arts, de door de werkgever xxxx- xxxxxxxxx arbodienst, dan wel indien hij zijn arbeid hervat of passende arbeid gaat verrichten.
5. De arbodienst kan op verzoek van de werknemer vrijstelling verlenen van de verplichting om thuis te blijven.
3. controle mogelijk maken
1. De werknemer is verplicht controle door de dor de werkge- ver ingeschakelde arbodienst, c.q. een rapporteur of genees- kundige daarvan, die zich met een daartoe strekkende mach- tiging als zodanig kan legitimeren, mogelijk te maken. Daartoe dient hij op zijn woon- of verblijfadres bereikbaar te zijn of er zorg voor te dragen, dat de arbodienst kan vernemen waar hij bereikbaar is.
2. Indien de werknemer verhuist, tijdelijk elders verblijft of van verpleegadres verandert, of na een tijdelijk verblijf elders weer thuis verblijft, meldt hij dit tevoren doch uiterlijk bin- nen 24 uur aan de werkgever.
4. verblijf in het buitenland
1. De werknemer heeft voor een meerdaags verblijf in het bui- tenland toestemming van de geneeskundige nodig.
2. Op verzoek van de arbodienst wordt bij ziekmelding of op een door de arbodienst nader te bepalen tijdstip door of namens de in het buitenland verblijvende werknemer, een door de behandelend arts afgegeven bewijs van ongeschikt- heid overgelegd.
5. de verplichting om op het spreekuur te verschijnen
1. De werknemer die zijn arbeid niet heeft hervat geeft gevolg aan een oproep om te verschijnen op het spreekuur van de door de werkgever ingeschakelde arbodienst.
27
2. Indien de werknemer verhinderd is aan een oproep, bedoeld in het vorige lid, te voldoen deelt hij dit onverwijld mede aan de arbodienst, onder opgave van de reden van de verhinde- ring.
3. In het geval, bedoeld in het vorige lid, blijft de werknemer thuis tot het bezoek van de geneeskundige of van de rappor- teur heeft plaatsgehad. Het bepaalde in lid 2.2., onder 4, is van overeenkomstige toepassing.
6. hervatten bij herstel
1. De werknemer hervat zijn arbeid zodra hij zich hiertoe in staat acht.
2. Indien de werknemer andere arbeid dan zijn arbeid gaat ver- richten, meldt hij dit tevoren doch uiterlijk binnen 24 uur aan de werkgever.
3. Op de werknemer, die binnen drie dagen na werkhervatting het werk opnieuw staakt omdat hij meent niet tot het werk in staat te zijn, is het onder 2.7 bepaalde van overeenkomstige toepassing.
7. niet hervatten ondanks hersteldverklaring
1. De werknemer die op de dag, met ingang waarvan de door de werkgever ingeschakelde arbodienst hem geschikt heeft ge- acht zijn arbeid te verrichten, meent niet tot hervatting in staat te zijn, deelt dit onverwijld mede aan de werkgever en verschijnt op het eerstvolgende spreekuur van de arbodienst.
2. Indien de werknemer, bedoeld in het vorige lid, verhinderd is op het spreekuur van de arbodienst te verschijnen, deelt hij dit onverwijld mede aan de arbodienst, onder opgave van de reden van de verhindering.
3. In het geval, bedoeld in het vorige lid, blijft de werknemer thuis tot het bezoek van de geneeskundige of van de rappor- teur heeft plaats gehad. Het bepaalde in lid 2.2, onder 4, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 30
Ziekengeld
1. Met inachtneming van hetgeen in de volgende leden is vermeld wordt gedurende het eerste jaar van ziekte zoals bedoeld in artikel 19 van de Ziektewet, een uitkering uitbetaald gelijk aan 100% van het nettoloon.
2. In geval de werknemer meer dan twee keer in een kalenderjaar arbeidsongeschikt is zal na de tweede ziekmelding over de eerste dag van arbeidsongeschiktheid geen loon betaald worden, tenzij de arbeidsongeschiktheid 10 werkdagen of langer duurt.
3. Tijdens de arbeidsongeschiktheid wordt het loon behoudens over de 28
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
wachtdag als bedoeld in het vorige lid normaal aan de werknemer doorbetaald, tenzij de werkgever op grond van het bepaalde in of krachtens artikel 1538 c BW het loon niet of niet geheel behoeft door te betalen.
Artikel 31
Aanvulling op W.A.O./A.A.W.-uitkering
1. Voorzover en voor zolang de arbeidsongeschiktheid na 52 weken nog voortduurt, maar daarna gedurende ten hoogste 104 weken, wordt aan de werknemer die een uitkering geniet naar een arbeids- ongeschiktheid van 80–100% een toeslag van maximaal 20% van het loon gedurende het 1e jaar en maximaal 10% van het loon gedurende het 2e jaar van de uitkering verstrekt. De uitkering en toeslag teza- men zullen niet meer bedragen dan 100% van het netto-loon.
Op deze toeslag wordt in mindering gebracht de uitkering uit enig fonds of verzekering waarop de werknemer, in verband met deze arbeidsongeschiktheid, aanspraak heeft.
2. Een aanvullende toeslag wordt gedurende de in het vorige lid ge- noemde tijdvakken ook verstrekt aan de werknemer die een uitkering krijgt toegekend naar enige andere arbeidsongeschiktheidsklasse. Deze aanvullende toeslag is een evenredig gedeelte van de in het vorige lid genoemde toeslag van 20 resp. 10%, afhankelijk van de arbeidsongeschiktheidsklasse en de op basis daarvan verleende uit- kering.
Op deze toeslag wordt in mindering gebracht de uitkering uit enig fonds of verzekering waarop de werknemer, in verband met deze arbeidsongeschiktheid, aanspraak heeft.
3. De werkgever sluit ten behoeve van en voor rekening van zijn werk- nemers een verzekering af ter reparatie van het WAO-hiaat. Onder WAO-hiaat wordt verstaan het verschil tussen de WAO-uitkeringen dit een werknemer die vóór 25 januari 1993 WAO-uitkering ontvangt en een werknemer die bij overigens gelijke omstandigheden op of na 25 januari 1993 een WAO-uitkering ontvangt. De werkgever is vrij in de keuze van de verzekeringsmaatschappij waar hij de verzeke- ring onderbrengt, met dien verstande dat de verzekeringspolis ten minste gelijkwaardig dient te zijn aan de door de Stichting Aanvul- lende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf aangebo- den polis.
29
4. Werknemers nemen verplicht deel aan de aangeboden verzekering voor zover sprake is van een WAO-hiaat.
5. De door de werknemer betaalde premie zal per betalingsperiode wor- den ingehouden1).
Artikel 32
Arbeid gehandicapte werknemers
1. De werkgever is desgevraagd gehouden om zijn werknemer, die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is voor de eigen functie, binnen het bedrijf te herplaatsen in een functie die zoveel mogelijk aansluit bij de capaciteiten van de gehandicapte werknemer. De werkgever zal aantonen welke inspanningen zijn verricht om de arbeidsplaats voor de werknemer te behouden.
2. Werkgevers hebben tot taak, voorzover dat redelijkerwijs in hun ver- mogen ligt:
– gelijke kansen van gehandicapte en niet-gehandicapte werkne- mers voor wat betreft de deelname aan het arbeidsproces te bevorderen en
– de nodige voorzieningen te treffen gericht op het behoud, het her- stel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van werkne- mers.
Artikel 33
Ziekte en vakantie-uren
1. Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid kan de werknemer maximaal recht doen gelden op de vakantie-uren over de laatste 6 maanden van de periode van de arbeidsongeschiktheid, tenzij de ziekte of het onge- val door zijn opzet is veroorzaakt. Dit recht vervalt, indien de dienst- betrekking door de werknemer wordt beëindigd alvorens de arbeid is hervat.
2. Arbeidsongeschiktheid tijdens vakantie.
Wanneer de werknemer tijdens de vakantie arbeidsongeschikt wordt, zullen de vakantie-uren die daardoor niet worden genoten na het weer arbeidsgeschikt worden alsnog worden verstrekt.
De betrokken werknemer moet zich onmiddellijk onder medische behandeling stellen en direct van het ziektegeval kennis geven aan de werkgever.
1) Artikel 7:631 BW blijft onverkort van kracht.
30
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 34
Ziekte en vakantiebijslag
De werkgever is verplicht de vakantiebijslag over het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid te betalen.
Overlijdensuitkering
Artikel 35
Uitkering bij overlijden1)
1. Xxxxxxx van overlijden van een werknemer zal aan diens nagelaten betrekkingen, waarvoor hij tijdens zijn leven zorgdroeg, over de periode vanaf de dag na overlijden tot en met de laatste dag van de tweede maand na die waarin het overlijden plaatsvond, door de werkgever een bruto-uitkering ineens worden verstrekt ten bedrage van het loon dat de overledene normaal zou hebben genoten.
2. Dit bedrag kan worden verminderd met het bedrag van de uitkering dat de nagelaten betrekkingen toekomt krachtens de Ziektewet of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet of de Wet op de arbeidsonge- schiktheidsverzekering of het Uitkeringsreglement SAS.
Beëindiging arbeidsovereenkomst
Artikel 36
Opzegtermijn bij beëindiging dienstverband
1. Het dienstverband eindigt op de 65e verjaardag van de werknemer zonder opzegging, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
2. Het dienstverband voor bepaalde tijd aangegaan eindigt door het ver- strijken van de bepaalde tijd, zonder opzegging.
3. Beëindiging van het dienstverband vanwege een dringende onver- wijld schriftelijk meegedeelde reden gebeurt zonder opzegging.
4. Bij beëindiging van een aangegane arbeidsovereenkomst voor de fei-
1) Artikel 7:764 BW is onverkort van toepassing.
31
telijke indiensttreding bedraagt de opzegtermijn wederzijds tenmin- ste een week.
5. Opzegging van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan alleen gebeuren tegen de eerste dag van de betalingsperiode.
6. De opzegtermijn bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd bedraagt voor de werkgever tenminste zoveel weken per dienstjaar als in onderstaand schema is weergegeven.
aantal volle leeftijdjaren dat de dienstbetrekking ná het 21ste jaar heeft geduurd:
21 t/m 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 en ouder | |
1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 |
2 | 2 | 3 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |
3 | 3 | 4 | 5 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 |
4 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 |
5 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 |
6 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 |
7 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 |
8 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 |
9 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 |
10 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 20 | 20 | 20 |
11 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 19 | 20 | 20 | 21 | 22 | 22 | 22 |
12 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 24 |
13 en | ||||||||||||||
meer | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 |
7. De opzegtermijn voor managers vleesdetailhandel bedraagt weder- zijds tenminste vier weken.
8. De opzegtermijn voor werknemers bedraagt zoveel weken als het dienstverband tijdvakken van twee volle jaren heeft geduurd met een minimum gelijk aan de betalingsperiode en een maximum van zes weken.
9. Indien tussen werkgever en werknemer een andere betalingsperiode is overeengekomen dan een week, geldt de overeengekomen betalingsperiode als de minimum opzegtermijn.
Opm.: voor beëindiging tijdens proeftijd zie artikel 4.
Artikel 37
Einde dienstbetrekking en vakantie-uren
Aan de werknemer worden de hem nog toekomende vakantie-uren uit- betaald in de vorm van een uitkering gelijk aan het loon over die uren. De werkgever is verplicht de werknemer een verklaring af te geven, waaruit blijkt xxxxxxx vakantie-uren in geld zijn uitbetaald.
32
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 38
Einde dienstbetrekking en vakantiebijslag
De werkgever is verplicht de aan de werknemer toekomende vakantie- bijslag bij het einde van de dienstbetrekking uit te betalen en de werk- nemer een specificatie hiervan te geven.
Artikel 39
Vacaturemelding
1. Bij het ontstaan van vacatures binnen de onderneming zullen de werknemers in die onderneming eerst in de gelegenheid worden gesteld om te solliciteren, alvorens wordt overgegaan tot een wervingsprocedure buiten de onderneming. Dit vervalt indien het bovenstaande geregeld wordt in een regeling die met de onderne- mingsraad of met de vakbonden overeengekomen is.
2. De Regionaal Directeur Arbeidsvoorziening dient te worden inge- schakeld bij het vervullen van vacatures die niet door de werknemers in de onderneming kunnen worden opgevuld. Deze vacatures dienen zodanig gemeld te worden dat nauwkeurig wordt omschreven welke functie het betreft (aard, niveau, werkomstandigheden, werktijden e.d.) en welke kwaliteiten men van de werknemers verlangt (met name opleiding en ervaring). Ook deeltijd-vacatures en vacatures voor tijdelijke werkzaamheden moeten bij de Regionaal Directeur Arbeidsvoorziening worden gemeld. Er dient tevens een goede af- melding van vacatures waarin is voorzien, plaats te vinden.
Pensioen Artikel 40 Pensioenfonds
1. Er is een Bedrijfspensioenfonds voor het Slagersbedrijf.
33
Collectieve bepalingen Artikel 41 Kinderopvang
1. Gedurende het jaar 19981) hebben werknemers bij wijze van experi- ment onder de hierna genoemde voorwaarden recht op vergoeding van de kosten van kinderopvang die ontstaan gedurende de periode dat de werknemer zijn werkzaamheden verricht.
2. De vergoeding bedraagt maximaal f. 2.500,– per kind van een werk- nemer die een fulltime dienstverband heeft en van wie het kind gedu- rende de gehele arbeidsduur is ondergebracht bij een instelling of ouder als in het volgende lid is genoemd.
Indien de werknemer minder werkt danwel zijn kind minder lang onderbrengt dan de duur van zijn werkzaamheden bedraagt, heeft hij recht op een vergoeding naar evenredigheid.
3. Op de vergoeding bestaat alleen aanspraak indien het kind van de werknemer jonger is dan 5 jaar en de kinderopvang wordt verzorgd door:
a. een extern kinderdagverblijf dat bedrijfsmatig werkt met behulp van één of meerdere speciaal voor kinderopvang opgeleide werk- nemers en in het bezit is van de benodigde gemeentelijke vergun- ning, of
b. een gastouder die is aangesloten bij een gastoudercentrale welke in het bezit is van de benodigde gemeentelijke vergunning.
4. Op de vergoeding bestaat geen recht indien op de in het volgende lid genoemde middelen een zo groot beroep is gedaan dat deze midde- len zijn komen te ontbreken.
5. Ter financiering van de in dit artikel genoemde vergoedingen staat in 1998 een bedrag ter beschikking dat gelijk is aan 0,1% van de loonsom waarover de VOS-heffing wordt geheven als bedoeld in de CAO VOS.
6. De uitvoering van de in dit artikel genoemde regeling wordt over- gelaten aan de Commissie Arbeidsvoorwaarden.
Artikel 43
Vakbondswerk binnen de onderneming
1. Indien er tussen een werkgever en de werknemersorganisaties over-
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
34
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
eengekomen wordt activiteiten van de werknemersorganisaties in het kader van het bedrijvenwerk binnen de onderneming toe te staan, zal de werkgever ten behoeve hiervan faciliteiten verlenen voorzover door deze faciliteiten de voortgang van de werkzaamheden niet wordt geschaad.
2. Om contacten mogelijk te maken tussen de werknemersorganisaties en hun leden in de onderneming en tussen deze leden onderling, als- mede om de werknemersorganisaties in staat te stellen de leden van de ondernemingsraad in hun werk te ondersteunen kan het overleg tussen de werkgever en de werknemersorganisaties betrekking heb- ben op de volgende faciliteiten:
a. De werknemersorganisaties kunnen in overleg met de werkgever elk uit de kring van hun leden binnen elke onderneming een con- tactpersoon aanwijzen. Van een definitieve aanwijzing wordt de werkgever mededeling gedaan.
b. Mogelijkheden voor de contactpersoon binnen de onderneming, maar buiten de werktijd, met zijn mede-leden te overleggen.
c. Mogelijkheden voor de contactpersoon op korte termijn binnen eigen werktijd, in overleg met de werkgever met de bestuurders van zijn organisatie te overleggen.
d. Mogelijkheden voor de contactpersoon binnen werktijd te over- leggen met de leden van de ondernemingsraad indien de onder- nemingsraad het initiatief daartoe neemt.
e. Het beschikbaar stellen – als regel buiten werktijd – door de werkgever, nadat hem daarom is verzocht, van bedrijfsruimte voor vergaderingen met de onder b., c. en d. genoemde personen.
f. Het toestaan van aankondigingen onder verantwoordelijkheid van de werknemersorganisaties op publikatieborden van de onderne- ming.
g. De contactpersoon wordt vanwege zijn werkzaamheden in het kader van het vakbondswerk in de onderneming niet benadeeld in zijn positie in de onderneming, bijvoorbeeld ten aanzien van promotie of beloning.
Artikel 48
Bedrijfsrechtspraak
In de bedrijfstak is de bedrijfsrechtspraak van toepassing, zoals geregeld in de bijlage welke geacht wordt een integrerend onderdeel uit te maken van deze C.A.O.
35
Artikel 49
Dispensatie
Het is de werkgever toegestaan om met voorafgaande goedkeuring van de Commissie Arbeidsvoorwaarden af te wijken van de bepalingen van de C.A.O. De Commissie Arbeidsvoorwaarden hecht haar goedkeuring aan een daartoe strekkend verzoek van een werkgever, indien dit haar, alle feiten en omstandigheden in acht nemende, redelijk voorkomt. De commissie kan aan de verlening van haar goedkeuring voorwaarden ver- binden.
36
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ DE C.A.O. SLAGERSBEDRIJF
Bedrijfsrechtspraak
Artikel 1
Commissie Arbeidsvoorwaarden
1. Er bestaat een Commissie Arbeidsvoorwaarden, waarin een gelijk aantal werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers zitting heeft.
2. De Commissie bestaat uit drie werkgeversleden en drie werknemers- leden, die op voordracht van resp. de werkgevers- en werknemers- organisaties, contractanten bij deze C.A.O., worden aangewezen. Op dezelfde wijze worden twee plaatsvervangende leden, één werkgevers- en één werknemerslid, aangewezen.
3. Een reglement regelt haar wijze van werken. Daarin wordt tevens de taakverdeling geregeld tussen de voorzitter en secretaris.
De secretaris kan ambtelijk worden toegevoegd, in welk geval hij geen stemrecht heeft.
Artikel 2
Taak en bevoegdheden
Tot taak en bevoegdheden van de Commissie Arbeidsvoorwaarden beho- ren:
1. Het verrichten van werkzaamheden welke haar krachtens deze C.A.O. worden opgedragen.
2. Het in bijzondere en op zichzelf staande gevallen en onder nader te bepalen voorwaarden toestaan van afwijkingen van deze C.A.O. voor enig tegelijkertijd vast te stellen tijdvak.
3. Het geven van adviezen en het doen van voorstellen aan het Geor- ganiseerd Overleg Slagersbedrijf betreffende de uitleg en de toepas- sing van de bepalingen dezer C.A.O.
4. Het behandelen en zo mogelijk oplossen van geschillen verband hou- dende met de C.A.O.
5. Het instellen van een Geschillencommissie.
37
6. Het begeleiden en coördineren van de taken van de Geschillencom- missie.
Artikel 3
Geschillencommissie
1. Voor het behandelen en zo mogelijk oplossen van geschillen verband houdende met de C.A.O. is de Commissie Arbeidsvoorwaarden be- voegd een Geschillencommissie in te stellen.
2. De Geschillencommissie bestaat uit twee leden, zijnde een werkgevers- en een werknemerslid die geen lid van de Commissie Arbeidsvoorwaarden en/of het Georganiseerd Overleg Slagersbedrijf mogen zijn, te benoemen door de Commissie Arbeidsvoorwaarden.
3. De Geschillencommissie heeft tot taak bemiddelend op te treden bij geschillen tussen werkgevers en werknemers verband houdende met de C.A.O.
Artikel 5
Geschillen tussen werkgevers en werknemers
1. Geschillen welke tussen werkgevers en werknemers naar aanleiding van deze C.A.O. ontstaan, kunnen ter beslechting worden voorgelegd aan de Geschillencommissie, zulks overeenkomstig de bepalingen van het Geschillenreglement, dat geacht wordt deel uit te maken van deze C.A.O.
2. De beslissing van de Geschillencommissie ter zake van de haar voor- gelegde geschillen draagt het karakter van een minnelijk schikkings- voorstel.
3. Indien geen oplossing in der minne wordt bereikt, bestaat voor de meest gerede partij de mogelijkheid het geschil voor te leggen aan de daartoe bevoegde rechter.
Geschillenreglement
1. Geschillen tussen een werkgever en een werknemer naar aanleiding van deze C.A.O. kunnen worden voorgelegd aan de Geschillencom- missie, teneinde zo mogelijk een minnelijke oplossing te bereiken.
2. Een geschil dient schriftelijk door of namens de eisende partij voor- gelegd te worden aan het secretariaat van de Geschillencommissie.
3. Het verzoek zal een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de 38
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
aard van het geschil en van de omstandigheden welke aanleiding tot het geschil hebben gevormd, de eventuele vordering, alsmede een duidelijke en bepaalde conclusie dienen te bevatten.
4. Het secretariaat zal de gedaagde partij een afschrift toezenden en uit- nodigen binnen 14 dagen bij geschrifte aan de Geschillencommissie te verklaren al dan niet aan beslechting van het geschil door de Geschillencommissie te willen meewerken.
5. Nadat de gedaagde partij aan de Geschillencommissie zich daartoe bereid heeft verklaard zal zij worden uitgenodigd binnen 14 dagen schriftelijk mededeling te doen van haar verweer, van welk verweer het secretariaat een afschrift aan de eisende partij zal toezenden.
6. Voor mondelinge behandeling van het geschil worden partijen opge- roepen om voor de Geschillencommissie te verschijnen. Partijen hebben het recht zich te doen vertegenwoordigen door een gemach- tigde of zich door een raadsman te doen bijstaan.
7. De oproeping vindt binnen 4 weken na ontvangst van het verweer van de gedaagde partij plaats, zulks met een termijn van minstens 7 dagen voor de zitting.
8. Indien de verwerende partij, ondanks behoorlijke oproeping, niet ter zitting verschijnt en geen deugdelijk bericht van verhindering heeft gezonden is de Geschillencommissie bevoegd het geschil te behan- delen.
39
Tabel 1 Bruto lonen
personeel, slagerij en voorverpakkingsinrichting tot 1 januari 1998
Loongroep Weekloon Loon per 4 weken
A0 15 jaar | 170,87 | 683,48 |
16 jaar | 196,51 | 786,04 |
17 jaar | 224,98 | 899,92 |
18 jaar | 259,16 | 1.036,64 |
19 jaar | 299,03 | 1.196,12 |
20 jaar | 350,29 | 1.401,16 |
21 jaar | 412,95 | 1.651,80 |
22 jaar | 484,14 | 1.936,56 |
23 jaar | 569,58 | 2.278,32 |
A1 16 jaar | 232,26 | 929,04 |
17 jaar | 258,03 | 1.032,12 |
18 jaar | 306,45 | 1.225,80 |
19 jaar | 354,83 | 1.419,32 |
20 jaar | 419,37 | 1.677,48 |
21 jaar | 483,87 | 1.935,48 |
22 jaar | 564,55 | 2.258,20 |
23 jaar | 633,49 | 2.533,96 |
A2 16 jaar | 239,62 | 958,48 |
17 jaar | 266,24 | 1.064,96 |
18 jaar | 316,18 | 1.264,72 |
19 jaar | 366,11 | 1.464,44 |
20 jaar | 432,67 | 1.730,68 |
21 jaar | 499,21 | 1.996,84 |
22 jaar | 582,44 | 2.329,76 |
23 jaar en ouder | 665,64 | 2.662,56 |
1 functiejaar | 676,92 | 2.707,68 |
2 functiejaren | 688,41 | 2.753,64 |
3 functiejaren | 698,29 | 2.793,16 |
B 17 jaar | 307,84 | 1.231,36 |
18 jaar | 355,31 | 1.421,24 |
19 jaar | 406,05 | 1.624,20 |
20 jaar | 473,81 | 1.895,24 |
21 jaar | 541,52 | 2.166,08 |
40 |
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Loongroep Weekloon Loon per 4 weken
22 jaar 23 jaar en ouder | 609,38 677,33 | 2.437,52 2.709,32 |
1 functiejaar | 688,89 | 2.755,56 |
2 functiejaren | 700,50 | 2.802,00 |
3 functiejaren | 712,36 | 2.849,44 |
4 functiejaren | 724,24 | 2.896,96 |
B1 Chef verkoper 18 jaar | 373,07 | 1.492,28 |
19 jaar | 426,37 | 1.705,48 |
20 jaar | 497,42 | 1.989,68 |
21 jaar | 568,49 | 2.273,96 |
22 jaar | 639,55 | 2.558,20 |
23 jaar en ouder | 710,61 | 2.842,44 |
1 functiejaar 723,05 2.892,20
2 functiejaren 735,71 2.942,84
3 functiejaren 748,57 2.994,28
4 functiejaren 761,67 3.046,68
C Gediplomeerd uitbener
20 jaar 542,04 2.168,16
21 jaar 595,78 2.383,12
22 jaar en ouder | 699,38 | 2.797,52 |
1 functiejaar | 711,36 | 2.845,44 |
2 functiejaren | 723,66 | 2.894,64 |
3 functiejaren | 735,95 | 2.943,80 |
4 functiejaren | 748,43 | 2.993,72 |
D Gediplomeerd vleesbereider e.v.
17 jaar | 388,27 | 1.553,08 |
18 jaar | 441,23 | 1.764,92 |
19 jaar | 494,15 | 1.976,60 |
20 jaar | 547,10 | 2.188,40 |
21 jaar | 600,05 | 2.400,20 |
22 jaar en ouder | 705,98 | 2.823,92 |
1 functiejaar 718,23 2.872,92
2 functiejaren 730,77 2.923,08
3 functiejaren 743,27 2.973,08
4 functiejaren 756,52 3.026,08
41
Loongroep Weekloon Loon per 4 weken
E Winkelslager gediplomeerd portioneerder e.v. | ||
19 jaar | 498,77 | 1.995,08 |
20 jaar | 552,23 | 2.208,92 |
21 jaar | 605,70 | 2.422,80 |
22 jaar en ouder | 712,55 | 2.850,20 |
1 functiejaar | 725,13 | 2.900,52 |
2 functiejaren | 737,98 | 2.951,92 |
3 functiejaren | 751,03 | 3.004,12 |
4 functiejaren | 764,15 | 3.056,60 |
F Worstmaker | ||
21 jaar | 611,42 | 2.445,68 |
22 jaar en ouder | 719,31 | 2.877,24 |
1 functiejaar | 732,16 | 2.928,64 |
2 functiejaren | 745,21 | 2.980,84 |
3 functiejaren | 758,51 | 3.034,04 |
4 functiejaren | 771,95 | 3.087,80 |
G Chef Xxxxxxxxxxxx/Hoofd Uitprijs/Hoofd Inpak e.v.
22 jaar en ouder | 732,98 | 2.931,92 |
1 functiejaar | 746,37 | 2.985,48 |
2 functiejaren | 759,91 | 3.039,64 |
3 functiejaren | 773,70 | 3.094,80 |
4 functiejaren | 787,79 | 3.151,16 |
H Manager vleesdetailhandel minder dan 3 werknemers
22 jaar en ouder | 896,52 | 3.586,08 |
1 functiejaar | 914,47 | 3.657,88 |
2 functiejaren | 932,39 | 3.729,56 |
3 functiejaren | 950,36 | 3.801,44 |
4 functiejaren | 968,28 | 3.873,12 |
5 functiejaren | 986,20 | 3.944,80 |
I Manager vleesdetailhandel van 3 t/m 6 werknemers
22 jaar en ouder | 957,27 | 3.829,08 |
1 functiejaar | 976,45 | 3.905,80 |
2 functiejaren | 995,57 | 3.982,28 |
3 functiejaren | 1.014,76 | 4.059,04 |
4 functiejaren | 1.033,93 | 4.135,72 |
42
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Loongroep Weekloon Loon per 4 weken
5 functiejaren 1.053,12 4.212,48
J Manager vleesdetailhandel meer dan 6 werknemers
Hoofd slagerij van een voorverpakkings- inrichting
22 jaar en ouder | 1.018,06 | 4.072,24 |
1 functiejaar | 1.038,42 | 4.135,68 |
2 functiejaren | 1.058,78 | 4.235,12 |
3 functiejaren | 1.079,16 | 4.316,64 |
4 functiejaren | 1.099,51 | 4.398,04 |
5 functiejaren | 1.119,88 | 4.479,52 |
Tabel 2
Bruto maandlonen overig personeel tot 1 januari 1998
Loongroepen | ||||||
Xxxxxxxx | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
15 jaar | 740,44 | – | – | – | – | – |
16 jaar | 851,54 | 1.412,75 | – | – | – | – |
17 | 974,91 | 1.631,14 | – | – | – | – |
18 | 1.123,03 | 1.855,58 | 1.892,50 | – | – | – |
19 | 1.295,80 | 2.066,53 | 2.119,94 | 2.237,81 | – | – |
20 | 1.517,92 | 2.284,82 | 2.347,43 | 2.477,33 | 2.609,78 | – |
21 | 1.789,45 | 2.501,88 | 2.574,89 | 2.716,14 | 2.861,59 | – |
22 | 2.097,94 | 2.757,28 | 3.028,49 | 3.197,00 | 3.374,96 | 3.563,42 |
23 | 2.468,18 | – | – | – | – | – |
Functiejaren 0 | – | 2.938,59 | – | – | – | – |
1 | – | 2.986,66 | 3.081,09 | 3.256,02 | 3.440,39 | 3.634,84 |
2 | – | 3.036,33 | 3.135,05 | 3.315,26 | 3.507,19 | 3.706,21 |
3 | – | 3.086,41 | 3.187,80 | 3.376,41 | 3.574.03 | 3.777,68 |
4 | – | 3.137,76 | 3.246,17 | 3.438,89 | 3.640,92 | 3.849,09 |
43
Tabel 3
Bruto lonen overig personeel per vierwekelijkse periode tot 1 januari 1998
Loongroepen
Xxxxxxxx | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
15 jaar | 683,48 | – | – | – | – | – |
16 jaar | 786,04 | 1.304,08 | – | – | – | – |
17 | 899,92 | 1.505,67 | – | – | – | – |
18 | 1.036,64 | 1.712,84 | 1.746,92 | – | – | – |
19 | 1.196,12 | 1.907,57 | 1.956,87 | 2.065,67 | – | – |
20 | 1.401,16 | 2.109,06 | 2.166,86 | 2.286,77 | 2.409,03 | – |
21 | 1.651,80 | 2.309,43 | 2.376,82 | 2.507,21 | 2.641,47 | – |
22 | 1.936,56 | 2.545,18 | 2.795,53 | 2.951,08 | 3.115,35 | 3.289,31 |
23 | 2.278,32 | – | – | – | – | – |
Functiejaren 0 | – | 2.712,54 | – | – | – | – |
1 | – | 2.756,92 | 2.844,08 | 3.005,56 | 3.175,74 | 3.355,24 |
2 | – | 2.801,77 | 2.893,89 | 3.060,24 | 3.237,41 | 3.421,12 |
3 | – | 2.848,99 | 2.942,58 | 3.116,69 | 3.299,10 | 3.487,09 |
4 | – | 2.896,39 | 2.996,46 | 3.174,36 | 3.360,85 | 3.553,01 |
Tabel 1 Bruto lonen
personeel slagerij en voorverpakkingsinrichting 1 januari 1998 tot 1 april 1998
Loongroep | Weekloon | Loon per 4 weken |
A0*) | ||
15 jaar | ||
16 jaar | ||
17 jaar | ||
18 jaar | ||
19 jaar | ||
20 jaar | ||
21 jaar | ||
22 jaar | ||
23 jaar | ||
A1 16 jaar | 234,00 | 936,00 |
17 jaar | 259,97 | 1.039,88 |
18 jaar | 308,75 | 1.235,00 |
19 jaar | 357,49 | 1.429,96 |
20 jaar | 422,52 | 1.690,08 |
21 jaar | 487,50 | 1.950,00 |
44 |
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Loongroep | Weekloon | Loon per 4 weken |
22 jaar | 568,78 | 2.275,12 |
23 jaar | 638,24 | 2.552,96 |
A2 16 jaar | 241,42 | 965,68 |
17 jaar | 268,24 | 1.072,96 |
18 jaar | 318,55 | 1.274,20 |
19 jaar | 368,86 | 1.475,44 |
20 jaar | 435,92 | 1.743,68 |
21 jaar | 502,95 | 2.011,80 |
22 jaar | 586,81 | 2.347,24 |
23 jaar en ouder | 670,63 | 2.682,52 |
1 functiejaar 682,00 2.728,00
2 functiejaren 693,57 2.774,28
3 functiejaren 703,53 2.814,12
B
17 jaar | 310,15 | 1.240,60 |
18 jaar | 357,97 | 1.431,88 |
19 jaar | 409,10 | 1.636,40 |
20 jaar | 477,36 | 1.909,44 |
21 jaar | 545,58 | 2.182,32 |
22 jaar | 613,95 | 2.455,80 |
23 jaar en ouder | 682,41 | 2.729,64 |
1 functiejaar 694,06 2.776,24
2 functiejaren 705,75 2.823,00
3 functiejaren 717,70 2.870,80
4 functiejaren 729,67 2.918,68
B1 Chef verkoper
18 jaar | 375,87 | 1.503,48 |
19 jaar | 429,57 | 1.718,28 |
20 jaar | 501,15 | 2.004,60 |
21 jaar | 572,75 | 2.291,00 |
22 jaar | 644,35 | 2.577,40 |
23 jaar en ouder | 715,94 | 2.863,76 |
1 functiejaar 728,47 2.913,88
2 functiejaren 741,23 2.964,92
3 functiejaren 754,18 3.016,72
4 functiejaren 767,38 3.069,52
45
Loongroep Weekloon Loon per 4 weken
C Gediplomeerd uitbener | ||
20 jaar | 546,11 | 2.184,44 |
21 jaar | 600,25 | 2.401,00 |
22 jaar en ouder | 704,63 | 2.818,52 |
1 functiejaar | 716,70 | 2.866,80 |
2 functiejaren | 729,09 | 2.916,36 |
3 functiejaren | 741,47 | 2.965,88 |
4 functiejaren | 754,04 | 3.016,16 |
D Gediplomeerd vleesbereider e.v.
17 jaar | 391,18 | 1.564,72 |
18 jaar | 444,54 | 1.778,16 |
19 jaar | 497,86 | 1.991,44 |
20 jaar | 551,20 | 2.204,80 |
21 jaar | 604,55 | 2.418,20 |
22 jaar en ouder | 711,27 | 2.845,08 |
1 functiejaar 723,62 2.894,48
2 functiejaren 736,25 2.945,00
3 functiejaren 748,84 2.995,36
4 functiejaren 762,19 3.048,76
E Winkelslager gediplomeerd portioneerder e.v.
19 jaar 502,51 2.010,04
20 jaar 556,37 2.225,48
21 jaar 610,24 2.440,96
22 jaar en ouder | 717,89 | 2.871,56 |
1 functiejaar | 730,57 | 2.922,28 |
2 functiejaren | 743,51 | 2.974,04 |
3 functiejaren | 756,66 | 3.026,64 |
4 functiejaren | 769,88 | 3.079,52 |
F Worstmaker | ||
21 jaar | 616,01 | 2.464,04 |
22 jaar en ouder | 724,70 | 2.898,80 |
1 functiejaar | 737,65 | 2.950,60 |
2 functiejaren | 750,80 | 3.003,20 |
3 functiejaren | 764,20 | 3.056,80 |
4 functiejaren | 777,74 | 3.110,96 |
46
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Loongroep Weekloon Loon per 4 weken
G Chef Xxxxxxxxxxxx/Hoofd Uitprijs/Hoofd Inpak e.v.
22 jaar en ouder | 738,48 | 2.953,92 |
1 functiejaar | 751,97 | 3.007,88 |
2 functiejaren | 765,61 | 3.062,44 |
3 functiejaren | 779,50 | 3.118,00 |
4 functiejaren | 793,70 | 3.174,80 |
H Manager vleesdetailhandel minder dan 3 werknemers
22 jaar en ouder | 903,24 | 3.612,96 |
1 functiejaar | 921,33 | 3.685,32 |
2 functiejaren | 939,38 | 3.757,52 |
3 functiejaren | 957,49 | 3.829,96 |
4 functiejaren | 975,54 | 3.902,16 |
5 functiejaren | 993,60 | 3.974,40 |
I Manager vleesdetailhandel van 3 t/m 6 werknemers
22 jaar en ouder | 964,45 | 3.857,80 |
1 functiejaar | 983,77 | 3.935,08 |
2 functiejaren | 1.003,04 | 4.012,16 |
3 functiejaren | 1.022,37 | 4.089,48 |
4 functiejaren | 1.041,68 | 4.166,72 |
5 functiejaren | 1.061,02 | 4.244,08 |
J Manager vleesdetailhandel meer dan 6 werknemers Hoofd slagerij van een voor- verpakkingsinrichting
22 jaar en ouder | 1.025,70 | 4.102,80 |
1 functiejaar | 1.046,21 | 4.184,84 |
2 functiejaren | 1.066,72 | 4.266,88 |
3 functiejaren | 1.087,25 | 4.349,00 |
4 functiejaren | 1.107,76 | 4.431,04 |
5 functiejaren | 1.128,28 | 4.513,12 |
47
Tabel 2
Bruto maandlonen overig personeel 1 januari 1998 tot 1 april 1998
Loongroepen | ||||||
Leeftijd | 0*) | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
15 jaar | – | – | – | – | – | – |
16 jaar | – | 1.423,35 | – | – | – | – |
17 | – | 1.643,37 | – | – | – | – |
18 | – | 1.869,50 | 1.906,69 | – | – | – |
19 | – | 2.082,04 | 2.135,85 | 2.254,59 | – | – |
20 | – | 2.301,95 | 2.365,04 | 2.495,91 | 2.629,36 | – |
21 | – | 2.520,65 | 2.594,20 | 2.736,51 | 2.883,05 | – |
22 | – | 2.77,96 | 3.051,21 | 3.220,98 | 3.400,28 | 3.590,15 |
23 | – | – | – | – | – | – |
Functiejaren 0 | – | 2.960,62 | – | – | – | – |
1 | – | 3.009,07 | 3.104,19 | 3.280,44 | 3.466,19 | 3.662,10 |
2 | – | 3.059,11 | 3.158,56 | 3.340,12 | 3.553,50 | 3.734,01 |
3 | – | 3.109,56 | 3.211,70 | 3.401,74 | 3.600,83 | 3.806,01 |
4 | – | 3.161,29 | 3.270,51 | 3.464,68 | 3.668,23 | 3.877,97 |
Tabel 3
Bruto lonen overig personeel per vierwekelijkse periode 1 januari 1998 tot 1 april 1998
Loongroepen
Xxxxxxxx | 00) | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
15 jaar | – | – | – | – | – | |
16 jaar | – | 1.313,86 | – | – | – | – |
17 | – | 1.516,96 | – | – | – | – |
18 | – | 1.725,69 | 1.760,02 | |||
19 | – | 1.921,88 | 1.971,55 | 2.081,16 | – | – |
20 | – | 2.124,88 | 2.183,11 | 2.303,92 | 2 427,10 | – |
21 | – | 2.326,75 | 2.394,65 | 2.526,01 | 2.661,28 | – |
22 | – | 2.564,27 | 2.816,50 | 2.973,21 | 3.138,72 | 3.313,98 |
23 | – | – | – | – | – | – |
Functiejaren | ||||||
0 | – | 2.732,88 | – | – | – | – |
1 | – | 2.777,60 | 2.865,41 | 3.028,10 | 3.199,56 | 3.380,40 |
2 | – | 2.823,79 | 2.915,59 | 3.083,19 | 3.261,69 | 3.446,78 |
3 | – | 2.870,36 | 2.964,65 | 3.140,07 | 3.323,84 | 3.513,24 |
4 | – | 2.918,11 | 3.018,93 | 3.198,17 | 3.386,06 | 3.579,66 |
* Nog niet bekend t.t.v. het drukken van deze bestellen.
48
Slagersbedrijf 1997/1998 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Model arbeidsovereenkomst
De ondergetekenden: ...................................................(Werkgever)...................................................
aan de ........................................................................gevestigd te ........................................................................
en
...........................................Werknemer) geboren ...........................................19 ...........................................
aan de.........................................................................wonende te.........................................................................
verklaren de volgende arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan:
– De werkgever neemt de werknemer in dienst als: ..................................................
in de functiegroep welke dienstbetrekking de werknemer aanvaardt.
– De dienstbetrekking vangt aan op.19.en is aangegaan van onbepaalde tijd/voor de tijd van....................................................................................................................................
Wederzijds geldt een proeftijd van 2 maanden.
– Het salaris wordt bij het aangaan van deze arbeidsovereenkomst vastgesteld op f bruto per week/maand/vier weken.
– De werktijden zijn als volgt verdeeld:
Maandag van..............................tot.............................. en van ..............................tot..............................
Dinsdag van ..............................tot .............................. en van ..............................tot ..............................
Woensdag van.............................tot............................. en van .............................tot.............................
Donderdag van ............................tot ............................ en van ............................tot ............................
Vrijdag van...............................tot............................... en van ...............................tot...............................
Zaterdag van..............................tot.............................. en van ..............................tot..............................
Totaal uren per week.
Aldus overeenkomen op ..., 19 , in tweevoud opgemaakt en door beide
partijen ondertekend te ...................................................................................................................................
De werkgever: De werknemer:
N.B.:
Exemplaren van deze arbeidsovereenkomst zijn verkrijgbaar bij uw organisatie of het secretariaat van het Georganiseerd Overleg Slagers- bedrijf.
49
II. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgeno- men bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een onthef- fing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd.
III. Indien en voorzover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeids- voorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, pre- valeren deze regelen.
IV. Dit besluit tot algemeen verbindendverklaring is niet van toepassing op leden van de Vereniging Grootwinkelbedrijven in Levensmiddelen.
V. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publikatie in de Nederlandse Staatscourant.
VI. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.
’s-Gravenhage, 22 september 1997
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Arbeidsinspectie,
C. J. Meerhof.
50