ARBEIDSREGLEMENT
ARBEIDSREGLEMENT
(gecoördineerde versie)
I. VOORAFGAANDE DEFINITIES
Onder personeelslid wordt verstaan:
ieder personeelslid, ongeacht zijn rechtspositie, dat tewerkgesteld is door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de stad Izegem met hoofdzetel in de Kokelarestraat 2 te 0000 Xxxxxx.
Onder werkgever wordt verstaan:
Het openbaar bestuur dat het personeelslid tewerkstelt, zijnde OCMW Izegem.
Onder rechtspostieregeling wordt verstaan:
Het geheel van rechtsregels die de administratieve en geldelijke toestand van het personeelslid regelen. De rechtspostieregeling en latere wijzigingen worden vastgelegd bij OCMW-raadsbesluit
Onder vakbondsafgevaardigde wordt verstaan:
De afgevaardigde aangeduid overeenkomstig de wet van 19 december 1974 en alle ter zake nuttige uitvoeringsbesluiten.
Onder secretaris wordt verstaan:
De OCMW-secretaris
Onder Arbeidsreglementenwet wordt verstaan:
De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
II. ALGEMEEN
Artikel 1 – Toepassingsgebied
De bepalingen vervat in dit reglement zijn enkel van toepassing op al de personeelsleden tewerk- gesteld bij OCMW Izegem met uitzondering van :
• de art. 60&7- personeelsleden die een apart arbeidsreglement naleven
• de vrijwilligers
• de stagiairs
• de vastbenoemde personeelsleden van Xxx Xxx die ter beschikking gesteld worden aan de St. Jozefskliniek en onder het arbeidsreglement van de gebruiker vallen.
Dit arbeidsreglement is van toepassing voor zover het niet in strijd is of zal zijn met de algemene wettelijke bepalingen die voorrang hebben op dit arbeidsreglement.
De bijlagen aan dit arbeidsreglement maken integraal deel uit van het arbeidsreglement.
Artikel 2 – Afgifte en naleving van het arbeidsreglement
Elk personeelslid ontvangt, bij de inwerkingtreding ervan of bij de indiensttreding, een exemplaar van het arbeidsreglement.
De personeelsleden worden in kennis gesteld van de wijzigingen van het arbeidsreglement. De personeelsleden zijn ertoe gehouden het arbeidsreglement na te leven.
In individuele gevallen kan, ofwel tijdelijk ofwel definitief, afgeweken worden van het arbeidsreglement.
• De afwijking mag de bestaande wettelijke of reglementaire voorschriften niet overtreden
• De afwijking gebeurt telkens in akkoord tussen de werkgever en het personeelslid en wordt schriftelijk opgemaakt in twee exemplaren, waarvan één voor beide partijen
• Deze afwijking wordt in addendum aan de arbeidsovereenkomst toegevoegd.
• De bedoelde afwijkingsmogelijkheid is niet van toepassing op de statutaire personeelsleden.
Artikel 3 – Arbeidsreglement en rechtspositieregeling.
De rechtspositieregeling van het personeel maakt integraal deel uit van het arbeidsreglement. De wijziging van de rechtspositieregeling wordt gelijkgesteld met de wijziging van het arbeidsreglement
III. ONTHAAL WERKNEMERS
Artikel 4 – Onthaal nieuwe werknemers
Bij de indiensttreding zal een daartoe door het diensthoofd aangeduide mentor het nieuwe personeelslid in de werking inleiden.
De personeelsdienst informeert het nieuwe personeelslid over de bestaande regels, over de rechten, verplichtingen en verlofregelingen, over de bepalingen van het arbeidsreglement en de bijlagen erbij, en over de bepalingen van de rechtspositieregeling. De personeelsdienst informeert de preventie- adviseur binnen de 48u over het in dienst treden van een nieuw personeelslid.
De preventieadviseur informeert het nieuwe personeelslid over de nodige veiligheidsvoorschriften tijdens de uitoefening van de functie.
IV. ARBEIDSDUUR
Artikel 5 – Arbeidstijd
De wekelijkse arbeidsduur voor een voltijds personeelslid is gemiddeld 38 uur. Bij een deeltijds werkend personeelslid wordt dit aantal te presteren uren evenredig aan de prestatiebreuk verminderd.
De aanvang en het einde van de werkdag wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 1
(werktijdenregeling) en bijlage 2 (tijdsregistratie).
Tijdstip en duur van de rustpauzes zijn deze zoals voorzien in de uurroosters. Xxxxxxxxxx die als dusdanig voorzien zijn in het uurrooster worden NIET als arbeidstijd beschouwd.
Artikel 6 – Prestaties buiten normale uurrooster
Het personeelslid kan, indien noodzakelijk, opgeroepen worden om prestaties te leveren buiten het normale uurrooster. De werkgever beslist wanneer de inhaalrust voor deze prestaties dient opgenomen te worden.
Behoudens in geval van overmacht zal het personeelslid tenminste 24 uur vooraf persoonlijk en mondeling van die oproep in kennis gesteld worden.
V. AFWEZIGHEDEN
Artikel 7 – Rustdagen
De gewone dagen van inactiviteit zijn:
• de zaterdagen,
• de zondagen,
• de wettelijke feestdagen of de dagen die de wettelijke feestdagen vervangen,
• de sectorale feestdagen,
behalve voor de medewerkers die werken in een dienst waar deze dagen behoren tot het normale uurrooster zoals opgenomen in bijlage 1.
De wettelijke en sectorale feestdagen zijn deze zoals vermeld in de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel en opgenomen in bijlage 3 bij dit reglement.
Indien één van de feestdagen samenvalt met een gewone inactiviteitsdag, zal deze feestdag worden vervangen of toegevoegd worden aan het jaarlijks vakantieverlof (= compensatieverlof).
Een overzicht van alle feestdagen en compensatiedagen wordt bij het begin van ieder jaar aan ieder personeelslid meegedeeld.
Artikel 8 – Jaarlijkse vakantie
De duur van de jaarlijkse vakantie en de toekenningsmodaliteiten van de jaarlijkse vakantie worden geregeld conform de bepalingen van de rechtspostieregeling van het OCMW-personeel.
De aanvraag- en opnamemodaliteiten zijn weergegeven in bijlage 1. In ieder geval dient de continuïteit van de dienstverlening ten allen tijde te worden gewaarborgd.
Artikel 9 – Verloven
De verloven worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van de rechtspositieregeling. Ze worden toegekend en opgenomen overeenkomstig de regels bepaald in de rechtspositieregeling.
Artikel 10 – Ziekte
Bij afwezigheid wegens ziekte moeten de in bijlage 4 gevoegde bepalingen worden nageleefd.
Medische onderzoeken gebeuren behoudens overmacht buiten de diensturen. Een zwangere werkneemster heeft het recht van haar werk afwezig te zijn voor de nodige onderzoeken, nadat ze de werkgever heeft ingelicht.
VI. LOON
Artikel 11 – Vaststelling van het salaris
Het salaris van een personeelslid wordt vastgesteld zoals bepaald in de rechtspositieregeling.
Bij iedere (her)vaststelling van het salaris ontvangt het personeelslid een exemplaar van de individuele weddefiche.
Artikel 12 – Betaling van het salaris
Het salaris wordt maandelijks uitbetaald overeenkomstig de wet van 12 april 1965 betref-fende de bescherming van het loon.
Het salaris wordt uitbetaald op een bank- of postrekening, waarvan het personeelslid het rekeningnummer en de wijzigingen ervan doorgeeft aan de personeelsdienst.
Als het maandsalaris niet volledig verschuldigd is, krijgt het personeelslid voor die maand het gedeelte van het maandsalaris dat overeenstemt met de gepresteerde en gelijkgestelde werkdagen.
Het salaris wordt maandelijks betaald vanaf de indiensttreding. Het salaris wordt uitbetaald ten laatste de vijfde werkdag van elke maand. Voor het statutair personeelslid wordt het vooruit betaald , het salaris van het overige personeel wordt betaald nadat de termijn verstreken is.
VII. RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET PERSONEEL
Artikel 13 – Plichten van het personeelslid
Het personeelslid moet bij de indiensttreding aan de werkgever alle gegevens verstrekken nopens de burgerlijke stand, de samenstelling van het gezin, de beroepsactiviteiten en alle feiten die een invloed kunnen hebben op de rechtspositie en/of op de bezoldigingsregeling.
Het personeelslid moet tijdens de loopbaan uit eigen beweging onverwijld, en uiterlijk binnen de 5 werkdagen, aan de personeelsdienst alle wijzigingen meedelen die zich daaromtrent voordoen.
Laattijdige, onjuiste of onvolledige aangifte van deze gegevens kan aanleiding geven tot terugvordering van de ten onrechte genoten voordelen.
Het personeelslid moet zich houden aan de deontologische regels die opgenomen zijn in bijlage 5.
Het personeelslid mag niet weigeren om voor een periode van hoogstens 6 maanden een ander werk te verrichten dat overeenstemt met zijn lichamelijke en geestelijke geschiktheid.
Artikel 14 – Plichten van het leidinggevend personeel
Het leidinggevend personeel staat in voor het onthaal, de opvang en de inwerking van nieuwe personeelsleden binnen de dienst.
Het leidinggevend personeel is belast met de naleving van de arbeidsvoorwaarden. In die hoedanigheid controleren zij de aanwezigheden en prestaties van de medewerkers, verdelen de taken, zorgen voor de goede werking van de dienst en waken over de orde, tucht en het werlzijn. Daartoe mogen zij vaststellingen doen.
VIII. VEILIGHEID EN WELZIJN
Artikel 15 – Veiligheid
De personeelsleden moeten zich schikken naar de algemene richtlijnen die uitgaan van de werkgever of personen gelast door de werkgever, in het bijzonder de interne preventie-adviseur.
Zij moeten zich onderwerpen aan de wettelijk verplichte medische onderzoeken bij de arbeidsgeneesheer en eventuele bijkomende medische consultaties bij de arbeidsgenees-heer en/of controleart op uitdrukkelijke vraag van de secretaris.
Artikel 16 – Werkkledij en beschermingsmiddelen
In de functies waar de werkgever dit oplegt, dragen de personeelsleden de voorziene werkkledij of herkenningstekens. De kosten voor de aankoop, het onderhoud, het herstellen en het reinigen van deze werkkledij of herkenningstekens komt ten laste van de werkgever.
De werkgever stelt de wettelijk voorziene en nodige persoonlijke en collectieve beschermingskledij en
–middelen ter beschikking van het personeel. De personeelsleden zijn verplicht deze individuele beschermingskledij of –middelen te gebruiken bij de uitvoering van hun werk.
De dress-code voor het personeel is opgenomen in bijlage 6.
De werkgever verbindt zich ertoe dat de personeelsleden hun persoonlijk gerief en kledij afgesloten kunnen opbergen.
Artikel 17 – Verbandkist
Elk personeelslid dat tijdens de uitoefening van de dienst een letsel heeft opgelopen, hoe onbeduidend ook, is verplicht dit te laten verzorgen. Melding bij de personeelsdienst of de preventieadviseur is verplicht. De plaatsen waar de verbandkisten te vinden zijn, worden vermeld in bijlage 7.
Artikel 18 – Arbeidsongeval, ongeval op weg naar en van het werk, ander ongeval
Het personeelslid dat slachtoffer is van een arbeidsongeval of ongeval op weg naar en van het werk, al dan niet met arbeidsongeschiktheid tot gevolg, brengt onmiddellijk de personeelsdienst op de hoogte. Het personeelslid geeft een volledige beschrijving van de omstandigheden waarin het ongeval zich heeft voorgedaan.
Het personeelslid dat slachtoffer is van een ander ongeval meldt dit aan zijn diensthoofd, of laat dit melden.
Het personeelslid volgt hiervoor de meldingsprocedure zoals bepaald in bijlage 4 van het arbeidsreglement.
Artikel 19 – Richtlijnen bij zwangerschap
Bij zwangerschap dienen ter bescherming van het personeelslid enkele richtlijnen te worden nageleefd.
• Het betrokken personeelslid verwittigt zo vlug mogelijk het diensthoofd en geeft aan de personeelsdienst een zwangerschapsattest af met vermelding van de vermoedelijke bevallingsdatum.
• De personeelsdienst verwittigt de arbeidsgeneesheer die zijn advies geeft in verband met de moederschapsbescherming.
• Als de aanbeveling een aanpassing van de werkpost inhoudt, onderzoekt de werkgever in eerste instantie of een aanpassing van de werkpost of tewerkstelling op een andere dienst mogelijk is. Indien een aanpassing niet mogelijkheid is , wordt het personeelslid preventief verwijderd uit het werk. Vanaf het ogenblik van de werkverwijdering ontvangt het contractueel personeelslid een vervangingsinkomen van de mutualiteit.
Artikel 20 – Psychosociale xxxxxx’x op het werk
Het is elke werknemer verboden om enige handeling te stellen van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag bij de uitvoering van het werk. Verduidelijking en procedures hieromtrent zijn opgenomen in bijlage 8.
Artikel 21 – Nuttige adressen
Een aantal nuttige adressen zijn opgenomen in bijlage 10.
IX. BEËINDIGING VAN DE RECHTSVERHOUDING – EINDE VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 22 – Opzeggingstermijnen
Het vastbenoemd personeelslid kan zijn ambt vrijwillig geheel of gedeeltelijk neerleggen. In dit geval mag het personeelslid slechts na een behoorlijke machtiging en na een opzeggingstermijn, die in onderling akkoord bepaald wordt, zijn dienst verlaten.
De opzeggingstermijn gaat in de dag na ontvangst ervan, hetzij aangetekend, hetzij tegen ontvangstbewijs.
De arbeidsovereenkomst van contractuele personeelsleden wordt beëindigd overeenkomstig de wettelijke bepalingen zoals opgenomen in de wet van 3/7/1978 op de arbeidsovereenkomsten.
Artikel 23 – Dringende reden
Zonder afbreuk te doen aan het soevereine beslissingsrecht van de rechter, gelden onder andere de volgende handelingen als een ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen het bestuur en het contractueel personeelslid onmiddellijk en definitief onmogelijk maken:
• Het voorleggen van valse attesten
• het plegen van zedenfeiten of ongewenst seksueel gedrag op het werk
• herhaald en/of ernstig druggebruik, alcoholintoxicatie en dronkenschap op het werk
• diefstal
• geweld
• ernstige en moedwillige overtreding van de veiligheidsvoorschriften
• opzettelijk schade toebrengen aan de inrichting(en) van de werkgever, met inbegrip van het bewust binnenbrengen of verspreiden van een virus op de informaticaserver of elke poging om de veiligheidssystemen van de informatica te schenden,
• herhaald en/of ernstig pesten en morele intimidatie
• ongerechtvaardigde afwezigheid en afwezigheid zonder verwittiging, na schriftelijke ingebreke- stelling
• het zich herhaaldelijk opzettelijk onttrekken aan geneeskundigte controles, zonder geldige redenen
• de herhaalde en/of ernstige overtreding van de deontologische code
X. SLOTBEPALINGEN
Artikel 24 – Basiswetgeving.
Dit arbeidsreglement kwam tot stand overeenkomstig de procedure voorzien in de Arbeids- reglementenwet, en wordt toegestuurd aan de sociale inspectie.
Artikel 25 - Inwerkingtreding
Dit reglement, inclusief de bijlagen, treedt in werking op 1 januari 2015.
BIJLAGEN
Bijlage 1A werktijdregeling glijdende uurroosters
1Ba werktijdregeling vaste uurroosters (arbeidstijdwet) 1Bb werktijdregeling vaste uurroosters (arbeidswet) 1C werktijdregeling variabele uurroosters
Bijlage 2 reglement m.b.t. de registratie van de werktijden Bijlage 3A overzicht feestdagen (14)
3B overzicht feestdagen (11) 3C overzicht feestdagen (16)
Bijlage 4 aanwezigheidsbeleid: ziekte en ziektecontroles Bijlage 5 deontologische code
Bijlage 6 dress-code
Bijlage 7 locaties EHBO-verbandkisten Bijlage 8 psychosociale risico’s op het werk Bijlage 9 middelengebruik (nog te ontwerpen)
Bijlage 10 samenstelling Basisoverlegcomité (BOC), Bijzonder onderhandelingscomité (BonC) en Comité Preventie en Bescherming op het Werk.
Bijlage 11 nuttige adressen
Bijlage 1XA – Werktijdenregeling glijdende uurroosters
Hoofdstuk I - Toepassingsgebied
Deze werktijdenregeling is van toepassing op volgende personeelsleden van Stad Izegem:
- Het personeel van het administratief centrum
- Het administratief personeel van de vrijetijdsdiensten
- Het administratief personeel (incl. leidinggevenden) van het technisch team
Deze werktijdenregeling is van toepassing op volgende OCMW-personeelsleden:
- Het administratief personeel van de centrale administratie
- Het administratief personeel (incl. maatschappelijk werkers) van de sociale dienst
- Het administratief personeel van het Sociaal Huis
Hoofdstuk II - Arbeidstijd
Artikel 1 – Definities
Arbeidstijd: De gemiddelde wekelijkse tijd dat een medewerker moet presteren
Tijdsvork: De uren waarbinnen de gemiddelde arbeidstijd normaal gepresteerd wordt en waarbinnen het personeelslid zijn uur van aankomst en vertrek kiest.
Meer- en minuren: Alle uren die binnen de tijdsvork gepresteerd worden en boven
op (meeruren) of minder dan (minuren) de gemiddelde arbeidstijd, gezien over een referentieperiode. Meeruren zijn enkel mogelijk voor medewerkers met een glijdend uurrooster.
Overuren: Alle uren die uitzonderlijk buiten de voorziene tijdsvork gepresteerd worden. Overuren zijn enkel toegestaan indien ze kaderen in de dienstnoodwendigheid en vooraf toegestaan werden door de directe leidinggevende.
Nachtprestaties: Alle uren die gepresteerd worden tussen 22u en 6u Zaterdagprestaties: Alle uren die gepresteerd worden tussen 0u en 23u59 op
zaterdag en die buiten de tijdsvork vallen.
Overgangsmaatregel zaterdagprestaties: Alle uren die gepresteerd worden binnen een
tijdsvork op zaterdag in functie van de bediening van een balie tijdens de servicetijd (met inbegrip van 15 min voor de servicetijd en 15 min na de servicetijd. Deze overgangsmaatregel voor zaterdagprestaties is enkel mogelijk indien het specifieke uurrooster hierin expliciet voorziet, en ze zijn enkel van toepassing voor werknemers die op 1/1/2015 reeds tewerkgesteld waren bij het stadsbestuur van Izegem in een statutaire functie of met een contract van onbepaalde duur.
Zondagprestaties: Alle uren die gepresteerd worden tussen 0u en 23u59 op zondagen en feestdagen.
Servicetijd: De uren waarbinnen de dienstverlening aan de burger moet verzekerd zijn. Deze uren worden vastgelegd bij besluit van het college van burgemeester en schepenen.
Werkjaar: Een werkjaar bestaat uit 12 opeenvolgende maanden en wordt per dienst vastgesteld door de algemeen directeur.
Werkrooster: Een werkrooster kan opgesteld worden in het belang van de continuïteit van de dienst en bepaalt welke uren de werknemer zeker aanwezig moet zijn in de dienst om deze continuïteit te waarborgen.
Werkroosters worden vastgelegd in een vast roulement opgemaakt in het kader van dagelijks personeelsbeheer. Werkroosters worden opgemaakt rekening houdende met de wettelijke vastgestelde regels omtrent arbeids- en rusttijden.
De dagelijkse werkroosters moeten ten minste vijf werkdagen vooraf ter kennis worden gebracht van de werknemers op één van de volgende manieren:
• door uithangen van een bericht gedateerd door de werkgever in de lokale van de organisatie op een zichtbare en toegankelijke plaats. De datum van het uithangen van het bericht wordt daarbij vermeld.
• ofwel door kennisgeving via mailbericht aan de betrokken
werknemers.
Artikel 2 – Arbeidstijd
De arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt gemiddeld 38 uur per week. Deze gemiddelde duur dient voor alle personeelsleden bereikt te worden over een periode van 4 maand. Bij een deeltijds werkend personeelslid wordt dit aantal te presteren uren evenredig aan de prestatiebreuk verminderd.
Artikel 3 – Glijdende werktijden
§1 De tijdsvork geeft aan op welke tijdstippen een medewerker in gewone omstandigheden zijn/haar prestaties kan leveren. De medewerkers kiezen zelf hun werktijd (met in achtneming van de permanentie tijdens de servicetijd en/of hun werkrooster). Een medewerker mag tijdens de tijdsvork van de uurroosters maximaal 6 keer per dag registreren, de geleverde prestaties (en bijhorende registraties) na of voor deze tijdsvork worden voor dit maximum dus niet meegeteld. De ononderbroken werktijd tussen 2 registraties bedraagt minimaal 30 minuten. De ononderbroken rusttijd tussen twee registraties bedraagt minimaal 30 minuten. Indien de medewerker een halve werkdag of meer afwezig is, zonder hiervoor verlof of overuren op te nemen, moet dit vooraf gemeld worden aan het diensthoofd, die dit in functie van de continuïteit van de dienstverlening kan weigeren. De medewerker en het diensthoofd spreken onderling deze modaliteiten van verwittigen af.
§2 Tijdens de servicetijd zijn er steeds voldoende medewerkers aanwezig om de burgers goed en vlot te kunnen ontvangen en/of de continuïteit van de werking van de dienst te garanderen. Het diensthoofd neemt hierbij het initiatief om de nodige afspraken en zo nodig werkroosters te maken. Dit gebeurt bij voorkeur in onderling overleg. Bij gebrek aan een haalbare oplossing kan het diensthoofd dit met de goedkeuring van de algemeen directeur eenzijdig vastleggen.
§3 De maximale arbeidsduur per werkdag bedraagt 10 uur. Overschrijding van dit maximum is slechts in uitzonderlijke omstandigheden en met de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de directe leidinggevende mogelijk. Per ononderbroken werktijd van 6 uur moet minimum 30 minuten pauze genomen worden. Indien deze pauze niet geregistreerd wordt zal automatisch een pauze aangerekend worden van 90 minuten.
§4 Meeruren gepresteerd binnen de tijdsvork moeten worden gecompenseerd binnen de tijdsvork. De volgende referentieperiodes gelden:
Negatief saldo
- Op het einde van iedere maand mag het saldo in negatief niet meer dan 8 uren bedragen, dit saldo kan worden overgedragen naar de volgende maand. Een groter negatief saldo wordt in mindering gebracht van het overblijvende verlof of de overuren. Indien op het einde van de maand het saldo in negatief meer dan 8 uren bedraagt en er geen saldo verlof of overuren meer beschikbaar is moet het personeelslid vanaf dan de gemiddelde arbeidstijd op weekbasis behalen tot het saldo terug op 0 is gebracht. Indien dit niet het geval is zal het tekort op weekbasis beschouwd worden als onwettige afwezigheid. Indien het wegens onvrijwillige omstandigheden (bijv. ziekte) niet mogelijk was het negatieve surplus binnen de maand te compenseren moet er goedkeuring gevraagd worden aan de algemeen directeur om het negatieve surplus zo snel mogelijk te compenseren.
- Op het einde van het kalenderjaar mag er geen negatief saldo meer bestaan.
Positief saldo:
- Op het einde van het werkjaar mag het saldo in positief niet meer dan 40 uren bedragen, dit saldo kan worden overgedragen naar het volgende werkjaar. Een hoger positief saldo wordt automatisch afgerond naar 40 uur voor voltijdse personeelsleden en pro rata voor deeltijdse personeelsleden (referentiemaand 4de maand voor het einde van het werkjaar).
Artikel 4 – Opname verlof
§1 De personeelsleden met een glijdende uurregeling nemen hun verlof en/of overuren steeds in uren en minuten. Per arbeidsdag mag de som van het aantal opgenomen verlofuren, het aantal opgenomen overuren en het aantal gepresteerde uren niet meer bedragen dan 10u. De leidinggevende staat in voor de controle op het naleven van deze maximumgrenzen.
§2 Rekening houdend met de noodwendigheden van de dienst wordt de vakantie vrij gekozen mits ze aangevraagd wordt bij de directe leidinggevende en ze voorafgaandelijk goedgekeurd wordt. De directe leidinggevende kan weigeren vakantieverlof toe te staan in het belang van de dienst. In ieder geval dient de continuïteit van de dienst te allen tijde gewaarborgd te worden. Het personeelslid moet zijn meerdaags vakantieverlof aanvragen aan zijn direct leidinggevende ten minste 2 weken voor de aanvangsdatum. Hij moet het ten minste één dag vooraf aanvragen als de vakantie slechts één dag duurt. Deze termijnen kunnen worden ingekort op uitdrukkelijke toelating van de direct leidinggevende.
§3 Er kunnen maximaal 40 uren van de vakantie worden overgedragen naar het volgend kalenderjaar. Dit aantal uren wordt evenredig verminderd volgens de deeltijdse prestaties (referentiemaand september).
§4 Compensatieverlof wegens een wettelijke feestdag in het weekend kan opgenomen worden vanaf de datum van het ontstaan van het recht. Indien dit compensatieverlof niet opgenomen werd vóór 31/12 wordt het toegevoegd aan het contingent over te dragen verlofuren (bovenop het maximum).
Artikel 5 – Compensatie van onregelmatige uren
§1 Als compensatie van onregelmatige uren geldt onderstaande regeling van compensatieverlof. Onderstaande compensaties zijn niet te cumuleren. Als verschillende compensaties samenvallen moet steeds de hoogste compensatie gegeven worden.
1° Medewerkers ingeschaald in niveau A of hoger
Onregelmatige uren worden steeds met 100% compensatieverlof vergoed.
2° Voor de overige medewerkers geldt het onderstaande schema van compensatieverlof:
Compensatie bovenop de 100% | |
Nachtprestaties | 25 % |
Zaterdagprestaties buiten tijdsvork | 50% |
Overgangsmaatregel zaterdagprestaties (binnen tijdsvork) | 50% |
Zondag en feestdagen | 100 % |
Artikel 6 – Bijzondere regelingen
§1 Er kan slechts in uitzonderlijke omstandigheden en met uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de algemeen directeur dienstvrijstelling worden verleend voor persoonlijke redenen. Dit wordt steeds vooraf, met vermelding van de reden, aan de personeelsdienst gemeld.
§2 2 Het voor de 3de keer niet respecteren van de servicetijd, het werkrooster of de schriftelijk met de direct leidinggevende gemaakte afspraken, kan aanleiding geven tot een sanctie. Deze sanctie bestaat uit de afname van 15 extra minuten van het contingent verlof, bovenop de niet gepresteerde uren, voor deze en elke volgende overtreding. Het is de algemeen directeur die beslist over te gaan tot de sanctie.
§3 Wanneer er middagvergaderingen of –opleidingen plaatsvinden die het in- en/of uit-registreren verhinderen wordt een pauze aangerekend van 30 minuten bij een inbegrepen broodmaaltijd en 60 minuten bij een inbegrepen warme maaltijd.
§4 In afwijking van deze standaardreglementering kan de algemeen directeur voor specifieke organisatorische eenheden en/of werkzaamheden een bijzondere werktijdregeling vaststellen.
§5 De overuren die historisch opgebouwd zijn (dus voor invoering van het tijdsregistratiesysteem) moeten per jaar met minimum 50 uur afgebouwd worden. De uren die niet tijdig afgebouwd worden (zijnde 50 uur min het aantal afgebouwde uren) verdwijnen op 31 december automatisch uit het saldo overuren.
Hoofdstuk III - Uurroosters
Artikel 7 – Glijdende uurroosters
Om te bepalen wie binnen welk uurrooster werkt wordt het organogram als basis gebruikt. Bij twijfel beslist de algemeen directeur welk uurrooster van toepassing is.
Voor prestaties op zaterdag tijdens de tijdsvork is er een voorafgaand akkoord van de direct leidinggevende nodig. De direct leidinggevende bepaalt zelf op welke manier dit akkoord verleend wordt.
Administratie
Dit uurrooster is van toepassing op alle administratieve medewerkers tenzij zij in een ander uurrooster werden ingedeeld.
tijdsvork | van | tot |
maandag | 7:00 | 19:30 |
dinsdag | 7:00 | 19:30 |
woensdag | 7:00 | 19:30 |
donderdag | 7:00 | 19:30 |
vrijdag | 7:00 | 19:30 |
zaterdag* | 8:45 | 12:15 |
zondag |
* Dit uurrooster voorziet in overgangsmaatregelen voor zaterdagprestaties
Sociale dienst
Dit uurrooster is van toepassing op de medewerkers van de sociale dienst.
tijdsvork | van | tot |
maandag | 7:00 | 19:30 |
dinsdag | 7:00 | 19:30 |
woensdag | 7:00 | 19:30 |
donderdag | 7:00 | 19:30 |
vrijdag | 7:00 | 19:30 |
zaterdag | ||
zondag |
Museum
Dit uurrooster is van toepassing op alle medewerkers van de dienst museum.
tijdsvork | van | tot |
maandag | 7:00 | 19:00 |
dinsdag | 7:00 | 19:00 |
woensdag | 7:00 | 19:00 |
donderdag | 7:00 | 19:00 |
vrijdag | 7:00 | 19:00 |
zaterdag* | 7:00 | 19:00 |
zondag |
* Dit uurrooster voorziet in overgangsmaatregelen voor zaterdagprestaties
Bibliotheek
Dit uurrooster is van toepassing op alle medewerkers van de dienst bibliotheek.
tijdsvork | van | tot |
maandag | 7:00 | 19:30 |
dinsdag | 7:00 | 19:30 |
woensdag | 7:00 | 19:30 |
donderdag | 7:00 | 19:30 |
vrijdag | 7:00 | 19:30 |
Zaterdag* | 9:30 | 16:30 |
zondag |
* Dit uurrooster voorziet in overgangsmaatregelen voor zaterdagprestaties, uitsluitend voor de servicetijd tussen 13:00 en 16:00 (en tot einde tijdsvork)
Administratie vrije tijd
Dit uurrooster is van toepassing op alle administratieve en technische medewerkers van de cluster vrije tijd die niet onder de toepassing van één van de voorgaande uurroosters vallen. *
tijdsvork | van | tot |
maandag | 7:00 | 22:00 |
dinsdag | 7:00 | 22:00 |
woensdag | 7:00 | 22:00 |
donderdag | 7:00 | 22:00 |
vrijdag | 7:00 | 22:00 |
zaterdag | 7:00 | 22:00 |
zondag |
* Medewerkers van de administratie vrije tijd die vóór 1/1/2020 tewerkgesteld waren volgens het uurrooster “stadsadministratie” blijven in het uurrooster “stadsadministratie” ingedeeld bij wijze van overgangsmaatregel.
Sportdienst
Deze uurroosters zijn van toepassing op het personeel van de sportdienst, meer bepaald redders, kassiers, toezichters en poetspersoneel sportdienst. Zij dienen volgens een werkrooster in overleg de directe leidinggevende de gemiddelde arbeidstijd te presteren binnen de onderstaande tijdsvork.
− Redders/ Kassiers / Toezichters
tijdsvork | van | tot |
maandag | 6:45 | 22:00 |
dinsdag | 6:45 | 22:00 |
woensdag | 6:45 | 22:00 |
donderdag | 6:45 | 22:00 |
vrijdag | 6:45 | 22:00 |
zaterdag | 7:45 | 22:00 |
zondag |
− Poetspersoneel sportgebouwen
tijdsvork | van | tot |
maandag | 6:00 | 19:45 |
dinsdag | 6:00 | 19:45 |
woensdag | 6:00 | 19:45 |
donderdag | 6:00 | 19:45 |
vrijdag | 6:00 | 19:45 |
Zaterdag | 6:00 | 19:45 |
zondag |
Bijlage 1XB – Werktijdenregeling vaste uurroosters
Hoofdstuk I - Toepassingsgebied
Deze werktijdenregeling is van toepassing op het personeel van stadsbestuur Izegem met een vaste werktijdenregeling:
- De uitvoerende medewerkers van het technisch team
- Het poetspersoneel (m.u.v. poetspersoneel voor de sportinfrastructuur)
- De conciërges
Deze werktijdenregeling is van toepassing op het personeel van OCMW Izegem met een vaste werktijdenregeling:
- De uitvoerende medewerkers van de technische dienst/technisch team
Hoofdstuk II - Arbeidstijd
Artikel 1 – Definities
Arbeidstijd: De gemiddelde wekelijkse tijd dat een medewerker moet presteren
Overuren: Alle uren die buiten het voorziene uurrooster gepresteerd worden. Overuren zijn enkel toegestaan indien ze kaderen in de dienstnoodwendigheid en vooraf toegestaan werden door de directe leidinggevende.
Nachtprestaties: Alle uren die gepresteerd worden tussen 22u en 6u Zaterdagprestaties: Alle uren die gepresteerd worden tussen 0u en 23u59 op
zaterdag.
Overgangsmaatregel zaterdagprestaties: Alle uren die gepresteerd worden op zaterdag in
functie van een specifieke schoonmaakopdracht. Deze overgangsmaatregel voor zaterdagprestaties is enkel mogelijk indien het specifieke uurrooster hierin expliciet voorziet, en ze zijn enkel van toepassing voor werknemers die op 1/1/2015 reeds tewerkgesteld waren bij het stadsbestuur van Izegem in een statutaire functie of met een contract van onbepaalde duur.
Zondagprestaties: Alle uren die gepresteerd worden tussen 0u en 23u59 op zondagen en feestdagen.
Onvoorziene oproepen: Een oproep die valt buiten de normaal te verwachten
prestaties of buiten de wachtdiensten en die niet vooraf gepland was. Onvoorziene oproepen gebeuren enkel met goedkeuring van de direct leidinggevende.
Opkuis zaterdagmarkt: Het geheel van prestaties geleverd in functie van het opzetten
en opruimen van de wekelijkse zaterdagmarkt.
Wielerwedstrijden: Het geheel van prestaties in het weekend geleverd in functie
van het aanvoeren en weghalen van alle materialen en plaatsen van signalisatie voor wielerwedstrijden in het weekend.
Artikel 1 – Arbeidstijd
De arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt gemiddeld 38 uur per week. Bij een deeltijds werkend personeelslid wordt dit aantal te presteren uren evenredig aan de prestatiebreuk verminderd.
Artikel 2– Opname verlof
§1 De personeelsleden die onder een vast uurrooster vallen nemen hun vakantieverlof op per halve dag. Compensatieverlof kan opgenomen worden in uren en minuten. Uitzonderlijk en enkel mits goedkeuring van de directe leidinggevende wordt vakantieverlof per uur toegestaan.
§2 Rekening houdend met de noodwendigheden van de dienst wordt de vakantie vrij gekozen mits ze aangevraagd wordt bij de directe leidinggevende en ze voorafgaandelijk goedgekeurd wordt. De directe leidinggevende kan weigeren vakantieverlof toe te staan in het belang van de dienst. In ieder geval dient de continuïteit van de dienst te allen tijde gewaarborgd te worden. Het personeelslid moet zijn meerdaags vakantieverlof aanvragen aan zijn direct leidinggevende ten minste 2 weken voor de aanvangsdatum. Hij moet het ten minste één dag vooraf aanvragen als de vakantie slechts één dag duurt. Deze termijnen kunnen worden ingekort op uitdrukkelijke toelating van de direct leidinggevende.
§3 Er kunnen maximaal 40 uren van de vakantie worden overgedragen naar het volgend kalenderjaar. Dit aantal uren wordt evenredig verminderd volgens de deeltijdse prestaties.
§4 Compensatieverlof wegens een wettelijke feestdag in het weekend kan opgenomen worden vanaf de datum van het ontstaan van het recht. Indien dit compensatieverlof niet opgenomen werd vóór 31/12 wordt het toegevoegd aan het contingent over te dragen verlofuren (bovenop het maximum).
Artikel 2 – Compensatie van onregelmatige uren
§1 Als compensatie van onregelmatige uren geldt onderstaande regeling van compensatieverlof. Onderstaande compensaties zijn niet te cumuleren. Als verschillende compensaties samenvallen moet steeds de hoogste compensatie gegeven worden. De onderstaande met * aangeduide compensaties zijn niet te cumuleren met een permanentievergoeding zoals voorzien in de rechtspositieregeling.
Schema van compensatieverlof:
Compensatie bovenop de 100% | |
Prestaties op weekdagen buiten het uurrooster | 50% |
Nachtprestaties | 100 % |
Zaterdagprestaties | 50% |
Zondag en feestdagen | 100 % |
Onvoorziene oproepen* | 300% het eerste uur na de oproep |
Opkuis zaterdagmarkt* | 8u compensatieverlof per drie opeenvolgende markten. |
Wielerwedstrijden* | 8u compensatieverlof per wielerwedstrijddag. |
Artikel 3 – bijzondere regelingen
§1 Er kan slechts in uitzonderlijke omstandigheden en met uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de algemeen directeur dienstvrijstelling worden verleend voor persoonlijke redenen. Dit wordt steeds vooraf, met vermelding van de reden, aan de personeelsdienst gemeld.
§2 Het voor de 3de keer niet respecteren van de werkuren kan aanleiding geven tot een sanctie. Deze sanctie bestaat uit de afname van 15 extra minuten van het contingent verlof, bovenop de niet gepresteerde uren, voor deze en elke volgende overtreding. Het is de algemeen directeur die beslist over te gaan tot de sanctie.
§3 In afwijking van deze standaardreglementering kan de algemeen directeur voor specifieke organisatorische eenheden en/of werkzaamheden een bijzondere werktijdregeling vaststellen.
§4 De overuren die historisch opgebouwd zijn (dus voor invoering van het tijdsregistratiesysteem) moeten per jaar met minimum 50 uur afgebouwd worden. De uren die niet tijdig afgebouwd worden (zijnde 50 uur min het aantal afgebouwde uren) verdwijnen op 31 december automatisch uit het saldo overuren.
Hoofdstuk III - Uurroosters
Artikel 4 – Vaste uurroosters
Om te bepalen wie binnen welk uurrooster werkt wordt het organogram als basis gebruikt. Bij twijfel beslist de algemeen directeur welk uurrooster van toepassing is.
Uitvoerende medewerkers technisch team
Dit uurrooster is van toepassing op alle uitvoerende medewerkers van het technisch team.
tijdsvork | van | tot | van | tot |
maandag** | 7:30 | 12:00 | 13:00 | 17:00 |
dinsdag** | 7:30 | 12:00 | 13:00 | 17:00 |
woensdag** | 7:30 | 12:00 | 13:00 | 16:45 |
donderdag** | 7:30 | 12:00 | 13:00 | 16:45 |
vrijdag | 7:30 | 12:00 | ||
zaterdag | ||||
zondag |
** De uren in de namiddag kunnen mits vermelding in de arbeidsovereenkomst ook op vrijdag gewerkt worden.
Het deeltijds werkend personeel dient de gemiddelde arbeidstijd te presteren binnen uren van het voltijds rooster.
Zomerregeling
Wanneer de weersvoorspelling een periode van hoge temperaturen aankondigt kan de algemeen directeur de personeelsleden van het technisch team die buitenwerkzaamheden uitvoeren de mogelijkheid bieden om te werken volgens onderstaand uurrooster.
tijdsvork | van | tot | van | tot | van | tot |
Maandag | 6:00 | 9:00 | 9:15 | 12:00 | 12:15 | 15:00 |
Dinsdag | 6:00 | 9:00 | 9:15 | 12:00 | 12:15 | 15:00 |
Woensdag | 6:00 | 9:00 | 9:15 | 12:00 | 12:15 | 14:45 |
Donderdag | 6:00 | 9:00 | 9:15 | 12:00 | 12:15 | 14:45 |
vrijdag | 7:30 | 12:00 | ||||
zaterdag | ||||||
zondag |
Poetspersoneel
Dit uurrooster is van toepassing op alle poetspersoneel, met uitzondering van het poetspersoneel van de sportdienst.
tijdsvork | van | tot | Van | tot |
maandag** | 6:00 | 12:00 | 12:30 | 16:30 |
dinsdag** | 6:00 | 12:00 | 12:30 | 16:30 |
woensdag | 6:00 | 12:00 | ||
donderdag | 6:00 | 12:00 | ||
vrijdag | 6:00 | 12:00 | ||
zaterdag* | ||||
zondag |
* Dit uurrooster voorziet in overgangsmaatregelen voor zaterdagprestaties voor de locaties De Leest en musea. ** De uren in de namiddag kunnen mits vermelding in de arbeidsovereenkomst ook op woensdag, donderdag of vrijdag gewerkt worden.
Het deeltijds werkend poetspersoneel dient de gemiddelde arbeidstijd te presteren binnen uren van het voltijds rooster.
Conciërges
Dit uurrooster is van toepassing op alle personeelsleden die ook door het stadsbestuur aangesteld zijn als conciërge.
De personeelsleden die ook door het stadsbestuur aangesteld zijn als conciërge kunnen enkel werken binnen een vast uurrooster. Als dat op basis van het organogram niet het geval is vervalt hun variabel uurrooster, en wordt het vervangen door een vast uurrooster. Dat vast uurrooster omvat de gemiddelde arbeidstijd en wordt opgemaakt in overleg met de directe leidinggevende en met akkoord van de algemeen directeur binnen de onderstaande tijdsvork. Het vaste uurrooster wordt toegevoegd aan de arbeidsovereenkomst. Alle opdrachten die buiten dit uurrooster vallen worden beschouwd als taken binnen hun opdracht van conciërge, tenzij ze vallen onder de definitie van overuren en zich expliciet onderscheiden van de opdracht van conciërge.
tijdsvork | van | Tot |
maandag | 7:00 | 19:00 |
dinsdag | 7:00 | 19:00 |
woensdag | 7:00 | 19:00 |
donderdag | 7:00 | 19:00 |
vrijdag | 7:00 | 19:00 |
zaterdag | ||
zondag |
Bijlage 1XC – registratie van de werktijden
1. HET TIJDSREGISTRATIESYSTEEM
Art.1 D oelstelling
Het tijdsregistratiesysteem wordt gebruikt ter automatisering van het aan- en afwezigheids-beheer, en van de berekening van de maaltijdcheques, het zaterdag en zondagwerk en de fietsvergoeding. In tweede instantie ter invulling van allerhande sociale documenten waarin prestaties en afwezigheden vermeld moeten worden.
Voor de personeelsleden die voor de uitoefening van hun werk over een computer beschikken betekent het tijdsregistratiesysteem daarnaast de automatisering van verlof- en andere afwezigheidaanvragen en registratieaanvragen.
Art. 2 De badge
Bij indiensttreding krijgt elk – ook tijdelijk – personeelslid een badge, vereist om zijn aanwezigheid op de werkvloer te laten registreren. De badge bevat enkel een nummercode die in het tijdsregistratieprogramma gekoppeld wordt aan het personeelslid. Dit uniek nummer wordt samen met de prestaties en afwezigheden ingelezen door het loonverwerkingspakket.
De badge is strikt persoonlijk en mag enkel door het personeelslid zelf gebruikt worden. Inbreuken hierop vormen een zware beroepsfout.
Vanaf het tweede verlies van de badge of de beschadiging ervan zal de kostprijs van een nieuwe badge aan het personeelslid aangerekend worden.
Art. 3 Het registreren
Alle personeelsleden tewerkgesteld in het stadsbestuur of OCMW van Izegem registreren hun aanwezigheid aan een prikklok met hun persoonlijke badge. De personeelsleden die werken op een arbeidsplaats zonder geautomatiseerde prikklok houden hun aanwezigheid handmatig bij in een register dat ze dan doorgeven aan hun diensthoofd, of maken gebruik van de virtuele prikklok indien deze op hun persoonlijke of gedeelde PC is geactiveerd. Voor het handmatig bijhouden van de aanwezigheid is een voorafgaande toestemming van de algemeen directeur vereist.
Op volgende locaties een prikklok voorzien:
-
- Stadhuis
- Bibliotheek
- Loodsen
- De Leest
- JOC De Schuur
- Eperon d’Or
- Sportdienst
- Krekel Zuid
- Wzc De Plataan (centrale ingang + ingang Villa van Gogh)
- Lokaal technische dienst site Kokelarestraat
- Vrijetijdsdienst zaal ISO
- BKO Okido
- Sociale dienst / thuiszorgdiensten
Er kan aan elke klok getikt worden, maar de standaardregel is dat iedereen tikt aan de klok die het dichtst bij zijn werkplek gelegen is.
Uitzonderingen op de verplichting te badgen zijn de personen tewerkgesteld in het kader van art. 60 van de organieke wet op de OCMW’s die buiten de instellingen werken. Deze personen badgen niet.
Het in- en uitbadgen gebeurt door de badge bij de prikklok aan te bieden. De eerste registratie van de dag is steeds een in-registratie, de tweede registratie steeds een uit-registratie. Een werkdag kan pas afgesloten en verder verwerkt worden als prestatiedag na een even aantal registraties.
Het badgen gebeurt steeds in werkkledij. Het is niet toegelaten werkkledij te dragen buiten de werktijd, tenzij dit vlak voor- of na de werktijd is en in functie van de verplaatsing van of naar het werk.
Zowel bij het binnenkomen als bij het verlaten van het gebouw dient gebadged te worden. Ook bij pauzes (middagpauzes), dienstreizen en externe opleidingen wordt gebadged of wordt een dienstverplaatsing aangevraagd.
De personeelsleden moeten in geval van het niet registreren hoe dan ook binnen de 2 werkdagen een verantwoording geven aan de direct leidinggevende met betrekking tot het niet-registreren.
Indien er geen registratie is en er daarna niet binnen de 2 werkdagen een melding bij de personeelsdienst of het diensthoofd is gebeurd, dan wordt in principe een hele of halve dag verlof geregistreerd (voor personeelsleden met een vast uurrooster) of wordt er geen prestatie in rekening gebracht (voor de personeelsleden met een glijdende uurregeling).
Wie niet kan registreren wegens een dienstverplaatsing moet dit op voorhand doorgeven. Bij de onmogelijkheid dit vooraf te doen moet dit ook binnen de 2 werkdagen worden geregulariseerd.
Iedereen moet persoonlijk zijn eigen aanwezigheid registreren. Het niet-registreren vormt een beroepsfout.
Het niet persoonlijk registreren is een zware beroepsfout, zowel in hoofde van diegene die voor zichzelf laat registreren als van diegene die registreert voor een ander. Beiden stellen zich bloot aan een sancties.
Het meermaals niet respecteren van de werktijden kan aanleiding geven tot tuchtsancties.
Het zich registreren als aanwezig en vervolgens de werkplaats opnieuw verlaten zonder dat dit gebeurt
i.f.v. een dienstreis, wordt als een zware beroepsfout beschouwd.
Art. 4 Functietoetsen van de prikklok
Fietsvergoeding
De fietsvergoeding wordt door het tijdsregistratiesysteem zelf berekend. Indien het personeelslid met de fiets naar het werk is gekomen geeft hij of zij dat aan bij de prikklok.
Dienstreis
Bij vertrek op dienstreis wordt uitgebadged met de voorziene functietoets. Bij terugkomst dient gewoon ingebadged te worden.
Opleiding
Bij vertrek op externe opleiding wordt uitgebadged met de voorziene functietoets. Bij terugkomst dient gewoon ingebadged te worden.
Oproep technische dienst
Wanneer de leden van de technische dienst buiten de arbeidsuren een oproep krijgen, badgen zij in met de voorziene functietoets en badgen ze gewoon uit.
2. HET BEHEER VAN DE REGISTRATIES
Art. 5 Beheerders en afsluiting
De registraties worden beheerd door de zgn. decentrale beheerders zijnde de diensthoofden, zoals aangesteld door de algemeen directeur. Deze hebben de dagelijkse controle op de registraties en afwezigheden.
Tegen de 10de van de maand dienen de aan- en afwezigheden van de voorgaande maand door de decentrale beheerders gecontroleerd en op punt gesteld te zijn.
Na de 10de van de maand zal de personeelsdienst, als centrale beheerder, de maand afsluiten en worden de registraties automatisch verwerkt in het loonverwerkingspakket.
Art. 6 Te vroeg IN- badgen of te laat UIT- badgen
Voor personeelsleden met een vast uurrooster heeft een registratie voor of na het werkrooster geen gevolgen, tenzij deze uren als overuren worden goedgekeurd door de direct leidinggevende. Voor personeelsleden met een glijdend uurrooster heeft een registratie voor de start van de tijdsvork geen gevolgen, tenzij deze uren als overuren worden goedgekeurd door de direct leidinggevende.
3. DE VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN
Art. 7 Jaarlijks verlof
Het jaarlijks verlof van elk personeelslid wordt berekend en bijgehouden in uren en minuten. Uitgangspunt zijn het aantal dagen jaarlijks verlof waar men volgens het personeelsstatuut aanspraak kan op maken. Dit aantal wordt vermenigvuldigd met 7,6 uren of 3,8 uren etc. naargelang de contractuele prestatieduur.
Een gebruiksvriendelijk systeem van schriftelijk aanvragen van dit jaarlijks verlof wordt uitgewerkt op dienstniveau, voor personeelsleden die daarvoor geen beroep kunnen doen op hun pc. Voor personeelsleden die beroep kunnen doen op een pc gebeurt de aanvraag via het tijdsregistratiesysteem.
Art. 8 Het gewoon omstandigheidsverlof
Het gewoon omstandigheidsverlof nav een huwelijk, overlijden van een familielid, waar de personeelsleden conform het personeelsstatuut aanspraak kunnen op maken, dient eveneens zo spoedig mogelijk vooraf aangevraagd te worden.
WERKTIJDREGELING PERSONEEL GLIJDENDE WERKROOSTERS
Goedgekeurde versie 05/11/2014
Art. 1 Toepassingsgebied
Deze werktijdregeling is van toepassing op volgende OCMW-personeelsleden:
• het administratief personeel van de Centrale Administratie
• het administratief personeel van de Sociale Dienst
• het administratief personeel van de Dienst Gezins- en Seniorenzorg, inclusief het Sociaal Huis
• directie, verantwoordelijke bewonerszorg, kwaliteitscoördinator, maatschappelijk werker, financieel-administratief medewerker en animatieverantwoordelijke van WZC De Plataan + keukenverantwoordelijke-diëtiste Ten Bos)
• het diensthoofd van het lokaal dienstencentrum
• het diensthoofd van het dagverzorgingscentrum
Art. 2 Arbeidstijd
De arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt gemiddeld 38 uur per week. Deze gemiddelde duur dient bereikt te worden over een periode van vier maanden.
Bij een deeltijdse werkend personeelslid wordt dit aantal te presteren uren evenredig aan de prestatie- breuk verminderd.
Art. 3 Glijdend uurrooster
vm glijtijd | vm stamtijd | middag glijtijd | nm stamtijd | nm glijtijd | |
Maandag | 08:00 - 08:45 | 08:45 - 11:30 | 11:30 - 13:30 | 13:30 - 16:30 | 16:30 - 18:00 |
Dinsdag | 08:00 - 08:45 | 08:45 - 11:30 | 11:30 - 13:30 | 13:30 - 16:30 | 16:30 - 18:00 |
Woensdag | 08:00 - 08:45 | 08:45 - 11:30 | 11:30 - 13:30 | 13:30 - 18:00* | |
Donderdag | 08:00 - 08:45 | 08:45 - 11:30 | 11:30 - 13:30 | 13:30 - 16:30 | 16:30 - 18:00 |
Vrijdag | 08:00 - 08:45 | 08:45 - 11:30 | 11:30 - 13:30 | 13:30 - 18:00* |
Bij een deeltijds werkend personeelslid wordt het aantal dagdelen (voor- en/of namiddagen) waarop dient gewerkt te worden bepaald in evenredigheid met de prestatiebreuk: 5 dagdelen bij halftijdse tewerkstelling, 8 dagdelen bij 4/5de tewerkstelling, etc.
Het diensthoofd legt in samenspraak met het personeelslid de concrete dagdelen vast, daarbij rekening houdend met de continuïteit van de dienstverlening. Dit glijdend deeltijds uurrooster wordt als bijlage aan de arbeidsovereenkomst van de contractuele personeelsleden toegevoegd.
Art. 4 Definities en begrippen m.b.t. het glijdend uurrooster.
Stamtijd: de uren waarin het personeelslid aanwezig moet zijn. Afwezigheid tijdens de stamtijd kan alleen worden gerechtvaardigd door verlof, ziekte, recuperatie overuren of een dienstvrijstelling.
Glijtijd: de periode in de loop van de dag waarin het personeelslid zijn uur van aankomst en vertrek kiest.
Meeruren/minuren: de uren die bovenop/onder het gemiddelde van 38 uur per week worden gepresteerd, binnen de grenzen van het glijdend uurrooster
Overuren: uren die uitzonderlijk worden gepresteerd vóór 08:00 uur en na 18:00 uur, op verzoek van of met uitdrukkelijke voorafgaandelijke toestemming van de leidinggevende.
Onregelmatige uren: uren die worden gepresteerd tussen 22:00 en 06:00 uur (= nachturen), op zaterdag of op zondag.
Servicetijd: de uren waarin de diensten (en niet elk individueel personeelslid) bereikbaar moet zijn voor het publiek.
Art. 5 Regelingen m.b.t. het glijdend uurrooster
Personeelsleden met een glijdend uurrooster kunnen maximaal 9,5 uur per dag werken (tussen 08u00 en 18u00 uur, met aftrek van de minimale middagpauze).
Bij een halve dag werken (voor- of namiddag) kan maximaal 5 uur gewerkt worden, waarbij de voormiddag loopt van 08:00 tot 13:00 uur, en de namiddag van 13:00 tot 18:00 uur.
Overschrijding van deze grenzen is slecht in uitzonderlijke omstandigheden mogelijk, hetzij op vraag van het diensthoofd, hetzij met diens uitdrukkelijke voorafgaandelijke toestemming. De maximumprestatie per dag bedraagt 11 uur, met een maximum van 50 uur per week
Op woensdag- en vrijdagnamiddag gelden geen stamtijden. Slechts één van beide namiddagen kan volledig als glijtijd worden opgenomen. Voor de namiddag die niet volledig als glijtijd opgenomen wordt, geldt de gebruikelijke stamtijd (13:30 tot 16:30 uur).
Wanneer bij een deeltijds werkend personeelslid geen arbeidsprestaties zijn voorzien op deze namiddagen, kan de woensdag- of vrijdagvoormiddag volledig in glijtijd worden opgenomen.
Op het einde van iedere maand mag het positief uursaldo (meeruren) maximaal 8 uur bedragen, en mag het negatief uursaldo (minuren) maximaal 4 uur bedragen. Binnen deze grenzen wordt het saldo overgedragen naar de volgende maand.
Bij een hoger positief uursaldo wordt het aantal meeruren op het einde van de maand automatisch afgerond naar 8 uur.
Bij een hoger negatief saldo wordt het teveel aan minuren op het einde van de maand in mindering gebracht van het resterende jaarlijks vakantieverlof.
Wie gedurende drie opeenvolgende maanden een negatief saldo (minuren) heeft, moet dit in de loop van de volgende maand volledig wegwerken (geen minuren), zoniet wordt het negatief saldo op het einde van de 4° maand volledig in mindering gebracht van het overblijvend jaarlijks vakantieverlof.
De servicetijd loopt gelijk met de stamtijden, met uitzondering van de dinsdag, waar de servicetijd binnen de Centrale Administratie, de Sociale Dienst en de Dienst Gezins- en Seniorenzorg loopt tot 18:00 uur. De diensthoofden van deze diensten werken een sluitende permanentieregeling uit.
Art. 6 Pauzes
Personeelsleden die zowel ’s voormiddags als ’s namiddags werken nemen steeds een middagpauze. Deze duurt minimaal 30 minuten en maximaal 2 uur, en wordt genomen tussen 11:30 en 13:30 uur.
Er kan maximaal 6 uur aan één stuk gewerkt worden. Bij overschrijding (vergaderingen na 18:00 uur die aansluiten op de werkuren) dient een avondpauze van minimaal 30 minuten genomen te worden.
Art. 7 Opname verlof
De personeelsleden met een glijdende uurregeling nemen hun verlof steeds per halve dag (3,8 uur) of per hele dag (7,6 uur) op. Dit verlof wordt aangevraagd bij het diensthoofd en moet voorafgaandelijk goedgekeurd worden vooraleer het kan opgenomen worden.
Losse verlofdagen worden tijdig aangevraagd zodat de permanentie op de dienst kan verzekerd worden.
Verlof van 4 of meer dagen in dezelfde week wordt 1 maand op voorhand aangevraagd.
Het jaarlijks vakantieverlof dat opgenomen wordt tussen 1 juli en 30 september wordt ten laatste tegen 1 juni aangevraagd.
Aan elk personeelslid wordt minstens een ononderbroken periode van twee weken vakantie gewaarborgd. Dit kan uitgebreid worden tot maximaal drie weken ononderbroken voor zover dit de
goede werking van de dienst niet in het gedrang brengt en dit opgenomen wordt in overleg met het diensthoofd.
Elk personeelslid kan zijn persoonlijke verlofteller consulteren in het tijdsregistratiesysteem, via zijn virtuele tikklok waar iedere dag een saldoberekening gebeurt.
Een volledige dag afwezig blijven d.m.v. het combineren van een halve verlofdag met een glijnamiddag is enkel mogelijk wanneer het personeelslid over een positief uursaldo (meeruren) beschikt. Zoniet moet een volledige dag verlof opgenomen worden.
Er kunnen maximaal 5 dagen van de vakantie (extra- legaal verlof) worden overgedragen naar het volgend kalenderjaar. Overgeplaatste dagen van het voorgaande jaar dienen uiterlijk tegen 1 mei volledig opgenomen te zijn. Zoniet vervalt het overgebleven saldo
Art. 8 Compensatie van overuren en van onregelmatige uren
Bij het presteren van overuren en onregelmatige uren wordt compensatieverlof toegekend conform volgende modaliteiten:
• Onregelmatige uren van medewerkers niveau A of hoger : 100 %,
• Onregelmatige uren m.b.t. prestaties van de overige medewerkers
- Weekdagen (tot 22:00 u) 100 %
- Nacht: : 125 %
- Zaterdag: 100 %
- Zondag 200 %
Dit compensatieverlof dient te worden opgenomen ofwel in halve dagen ofwel binnen de glijtijden. De opname van compensatieverlof in uren is slechts ten uitzonderlijken titel mogelijk, mits voorafgaandelijke goedkeuring van het diensthoofd.
Het compensatieverlof wordt binnen de 4 maanden na prestatie van de overuren of onregelmatige uren opgenomen. Op het einde van het jaar kan enkel het compensatie-verlof voor overuren of onregelmatige uren gepresteerd in december, overgedragen worden naar het volgende jaar.
Art. 9 Bijzondere regelingen
In afwijking van deze standaardreglementering kan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voor specifieke organisatorische eenheden en/of werkzaamheden een bijzondere werktijdregeling vaststellen.
WERKTIJDREGELING PERSONEEL MET VASTE UURROOSTERS – ARBEIDSTIJWET
Goedgekeurde versie 05/11/2014
Art. 1 Toepassingsgebied
Deze werktijdregeling is van toepassing op volgende OCMW-personeelsleden:
• de medewerkers van de Technische Dienst
• de medewerkers van de ondersteundende dienst Facilities
Art 2 : Arbeidstijd
De arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt gemiddeld 38 uur per week.
Bij een deeltijdse werkend personeelslid wordt dit aantal te presteren uren evenredig aan de prestatiebreuk verminderd.
Art. 3 Vaste uurroosters
TECHNISCHE DIENST – ROOSTER 1 | |||
Voormiddag | Middagpauze | Namiddag | |
T1 | 07:45-12:00 | 12:00-12:50 | 12:50-17:00 |
T2 | 07:45-12:05 |
DIENST FACILITIES – ROOSTER 1 | |||
Voormiddag | Middagpauze | Namiddag | |
A1 | 07:00-11:00 | ||
A2 | 07:00-11:00 | 11:00-11:30 | 11:30-15:00 |
A3 | 07:00-11:00 | 11:00-11:30 | 11:30-14:06 |
A4 | 06:45-11:00 | 11:00-11:30 | 11:30-16:15 |
A5 | 06:45-11:00 | 11:00-11:30 | 11:30-14:15 |
A6 | 06:45-11:00 | 11:00-11:30 | 11:30-15:39 |
A7 | 06:45-11:15 | ||
A8 | 06:45-11:30 | 11:30-12:00 | 12:00-15:45 |
A9 | 09:00-11:00 | 11:00-11:30 | 11:30-14:00 |
A10 | 10:00-14:00 | ||
A11 | 06:45-10:45 | ||
A12 | 09:30-14:30 | ||
Voor een deeltijds werkend personeelslidwordt het aantal dagdelen waarop dient gewerkt te worden bepaald in evenredigheid met de prestatiebreuk. Het diensthoofd legt in samen-spraak met het personeelslid de concrete dagdelen vast, daarbij rekening houdend met de continuiteit van de dienstverlening. Het deeltijdse uurrooster wordt als bijlage aan de arbeidsovereenkomst van de contractuele personeelsleden toegevoegd.
Art. 4 Definities en begrippen m.b.t. de vaste uurroosters
Overuren: uren die uitzonderlijk worden gepresteerd buiten de uren van het uurrooster, maar die zonder onderbreking aansluiten op dat rooster , en dit op verzoek van of met uitdrukkelijke voorafgaandelijke toestemming van de leiding- gevende.
-2–
Onregelmatige uren: uren die uitzonderlijk worden gepresteerd buiten de uren van het uurrooster, maar die niet aansluiten op dat rooster (heroproep door de leidinggevende in geval van noodsituaties of i.f.v. specifieke op- drachten).
Art. 5 Pauzes
De middagpauze wordt geregeld zoals aangegeven in de uurroosters.
Art. 6 Aanvraag en opname verlof
De personeelsleden met een vast uurrooster nemen hun verlof per uur, per halve dag of per hele dag op. Verlofdagen worden vrij genomen mits ze aangevraagd worden bij het diensthoofd en ze voorafgaandelijk goedgekeurd worden.
Elk personeelslid ontvangt in de loop van januari zijn individuele verloffiche van het diensthoofd. Daarin wordt het verlof waar het recht op heeft uitgedrukt in verlofuren.
Losse verlofdagen worden tijdig aangevraagd zodat de permanentie op de dienst kan verzekerd worden.
Verlof van 4 of meer dagen in dezelfde week wordt 1 maand op voorhand aangevraagd.
Het jaarlijks vakantieverlof dat opgenomen wordt tussen 1 juli en 30 september wordt ten laatste tegen 1 juni aangevraagd.
Aan elk personeelslid wordt minstens een ononderbroken periode van twee weken vakantie gewaarborgd. Dit kan uitgebreid worden tot maximaal drie weken ononderbroken voor zover dit de goede werking van de dienst niet in het gedrang brengt en dit opgenomen wordt in overleg met het diensthoofd.
Er kunnen maximaal 5 dagen van de extra- legale vakantie overgedragen worden naar het volgende kalenderjaar. Overgeplaatste dagen dienen uiterlijk tegen 1 mei van het volgende kalenderjaar te zijn opgenomen, zoniet vervalt het overgebleven saldo.
Art. 7 Compensatie van overuren en van onregelmatige uren
Bij het presteren van overuren en onregelmatige uren wordt compensatieverlof toegekend conform volgende modaliteiten:
• Overuren : 100 %
• Onregelmatige uren
- weekdagen (tot 22:00 uur): 100%
- zaterdag: 100 %
- zondag 200%
- nacht (van 22:00 tot 06:00 uur): 125%
Dit compensatieverlof kan worden opgenomen per uur, per halve dag of per dag.
Het compensatieverlof wordt binnen de 4 maanden na prestatie van de overuren of onregelmatige uren opgenomen. Op het einde van het jaar kan enkel het compensatieverlof voor overuren of onregelmatige uren gepresteerd in december, overgedragen worden naar het volgende jaar.
Art. 8 Bijzondere regelingen
In afwijking van deze standaardreglementering kan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voor specifieke organisatorische eenheden en/of werkzaamheden een bijzondere werktijdregeling vaststellen.
WERKTIJDREGELING PERSONEEL MET VASTE WERKROOSTERS - ARBEIDSWET
Goedgekeurde versie 05/11/2014
Art. 1 Toepassingsgebied
Deze werktijdregeling is van toepassing op volgende OCMW-personeelsleden:
• de medewerkers van de Poetsdienst
• de medewerkers van Lokaal Dienstencentrum De Leest (excl. centrumleider)
Art 2 : Arbeidstijd
De arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt gemiddeld 38 uur per week.
Bij een deeltijdse werkend personeelslid wordt dit aantal te presteren uren evenredig aan de prestatiebreuk verminderd.
Art. 3 Vaste uurroosters
POETSDIENST AAN HUIS * | |||||
dagrooster | voormiddag | pauze | Namiddag | ||
A1 | 08:00 | 12:00 | 13:00 | 17:00 | |
A2 | 08:00 | 12:00 | 12:30 | 16:30 | |
A3 | 08:15 | 12:15 | 13:00 | 17:00 | |
A4 | 08:00 | 12:00 | |||
A5 | 08:00 | 11:00 | |||
A6 | 08:15 | 12:15 | |||
A7 | 12:30 | 16:30 | |||
A8 | 13:00 | 16:00 | |||
A9 | 13:00 | 17:00 | |||
A10 | 13:15 | 17:15 |
* De concrete uurroosters per week vormen een combinatie van 1 of meerdere dagroosters
DVC DE LEEST – ROOSTER 2 | |||
Voormiddag | Middagpauze | Namiddag | |
L1 | 10:00-14:00 | ||
L2 | 10:00-14:15 | ||
L3 | 10:00-14:30 | ||
L4 | 09:00-13:30 | ||
L5 | 13:00-17:15 | ||
L6 | 12:00-17:15 | ||
L7 | 12:00-17:30 | ||
L9 | 12:15-17:15 | ||
L10 | 13:15-17:15 | ||
L11 | 10:30-13:30 | ||
A1 | 08:30-12:15 | ||
A2 | 08:30-12:30 | ||
A3 | 08:45-12:30 | ||
A4 | 08:45-12:30 | 12:30-13:00 | 13:00-17:00 |
A5 | 08:30-12:15 | 12:15-13:45 | 13:45-16:45 |
A6 | 08:30-12:15 | 12:15-13:45 | 13:45-17:00 |
A7 | 08:45-12:30 | 12:30-13:00 | 13:00-16:30 |
D1 | 08:00-11:00 | 11:00-12:00 | 12:00-14:45-15:00-17:15 |
D2 | 08:00-11:00 | 11:00-11:30 | 11:30-14:00 |
D3 | 08:00-11:00 | 11:00-11:30 | 11:30-14:45-15:00-17:15 |
Art. 4 Definities en begrippen m.b.t. de vaste uurroosters
Overuren: uren die uitzonderlijk worden gepresteerd buiten de uren van het uurrooster, maar die zonder onderbreking aansluiten op dat rooster , en dit op verzoek van of met uitdrukkelijke voorafgaandelijke toestemming van de leiding- gevende.
Onregelmatige uren: uren die uitzonderlijk worden gepresteerd buiten de uren van het uurrooster, maar die niet aansluiten op dat rooster (heroproep door de leidinggevende in geval van noodsituaties of i.f.v. specifieke opdrachten).
Art. 5 Pauzes
De middagpauze wordt geregeld zoals aangegeven in de uurroosters.
Art. 6 Aanvraag en opname verlof
De personeelsleden met een vast uurrooster nemen hun verlof per uur, per halve dag of per hele dag op. Verlofdagen worden vrij genomen mits ze aangevraagd worden bij het dienst-hoofd en ze voorafgaandelijk goedgekeurd worden.
Elk personeelslid ontvangt in de loop van januari zijn individuele verloffiche van het diensthoofd. Daarin wordt het verlof waar het recht op heeft uitgedrukt in verlofuren.
Losse verlofdagen worden tijdig aangevraagd zodat de permanentie op de dienst kan verzekerd worden.
Verlof van 4 of meer dagen in dezelfde week wordt 1 maand op voorhand aangevraagd.
Het jaarlijks vakantieverlof dat opgenomen wordt tussen 1 juli en 30 september wordt ten laatste tegen 1 juni aangevraagd.
Aan elk personeelslid wordt minstens een ononderbroken periode van twee weken vakantie gewaarborgd. Dit kan uitgebreid worden tot maximaal drie weken ononderbroken voor zover dit de goede werking van de dienst niet in het gedrang brengt en dit opgenomen wordt in overleg met het diensthoofd.
Voor de poetsdienst aan huis gelden nog volgende bijkomende bepalingen:
• losse verlofdagen worden de maand voordien schriftelijk aangevraagd bij de planner. Na goedkeuring brengt het personeelslid zelf de klant op de hoogte.
• met het oog op voldoende verlofspreiding wordt van de personeelsleden verwacht dat zij in de loop van de eerste zes maanden van het jaar een minimum aantal uur verlof opnemen volgens onderstaand schema :
Prestatieduur | tegen 31 maart | tegen 30 juni |
Voltijds : | 24 uur | 48 uur |
4/5 | 18 uur | 36 uur |
3/4: | 16 uur | 32 uur |
Halftijds | 12 uur | 18 uur |
Als aanvragen daartoe de planner niet tijdig bereiken, zal deze dit verlof zelf inplannen.
• in de kerstperiode wordt ofwel verlof genomen de week van kerstdag ofwel de week van nieuwjaar, zodat de klant maximaal één week geen hulp krijgt.
Er kunnen maximaal 5 dagen van de extra- legale vakantie overgedragen worden naar het volgende kalenderjaar. Overgeplaatste dagen dienen uiterlijk tegen 1 mei van het volgende kalenderjaar te zijn opgenomen, zoniet vervalt het overgebleven saldo.
Art. 7 Compensatie van overuren en van onregelmatige uren
Bij het presteren van overuren en onregelmatige uren wordt compensatieverlof of loontoeslag toegekend conform volgende modaliteiten:
• Overuren : 100 % compensatieverlof
• Onregelmatige uren:
- weekdagen en zaterdagen (tot 22:00 uur) 100 % compensatieverlof
- zondag en feestdag: 100% loontoeslag
- nacht (van 22:00 tot 06:00 uur): 125% compensatieverlof Dit compensatieverlof kan worden opgenomen per uur, per halve dag of per dag.
Het compensatieverlof wordt binnen de 12 maanden na prestatie van de overuren of onregelmatige uren opgenomen. Op het einde van het jaar kan enkel het compensatieverlof voor overuren of onregelmatige uren gepresteerd in december, overgedragen worden naar het volgende jaar.
Het compensatieverlof in de Leest wordt bij voorkeur opgenomen in de schoolvakanties gezien het merendeel van de activiteiten stilliggen in deze periode.
Art. 8 Bijzondere regelingen
In afwijking van deze standaardreglementering kan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voor specifieke organisatorische eenheden en/of werkzaamheden een bijzondere werktijdregeling vaststellen.
WERKTIJDREGELING PERSONEEL VARIABELE UURROOSTERS
Goedgekeurde versie 05/11/2014
Art. 1 Toepassingsgebied
Deze werktijdregeling is van toepassing op volgende OCMW-personeelsleden:
• het verplegend en verzorgend personeel, paramedisch personeel, animatiepersoneel, onderhoudspersoneel, keukenpersoneel en onthaalpersoneel van WZC De Plataan
• het keukenpersoneel van WZC De Plataan, campus Ten Bos.
• het verplegend en verzorgend personeel, paramedisch personeel en onderhoudspersoneel van DVC Dischveld
• de maaltijdbedeelsters van de dienst Thuisbezorgde Maaltijden
• de technische medewerkers van de klusjesdienst
Deze werktijdregeling is niet van toepassing op het statutair personeel van OCMW Izegem dat werkzaam is in Revalidatiecentrum Ten Bos, en daar onder de werktijdregeling van VZW Sint Jozefskliniek Izegem valt.
Art. 2 Arbeidstijd
De arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt gemiddeld 38 uur per week. Deze gemiddelde duur dient bereikt te worden over een referteperiode van een jaar.
Bij een deeltijdse werkend personeelslid wordt dit aantal te presteren uren evenredig aan de prestatiebreuk verminderd.
Art. 3 Variabele uurroosters
Bij deze personeelsleden wordt met een variabel uurrooster gewerkt dat samengesteld is uit de dagroosters die hieronder vermeld zijn. Het variabel uurrooster zal per maand uitgehangen worden en dit ten laatste op de 25ste van de maand voor de volgende maand.
OVERZICHT DAGROOSTERS verpleging en verzorging Wzc de Plataan
Ploeg | Omschrijving | Uren planning |
*A | Avonddienst Plataan VVG | 07:50-10:15,10:30-12:15,17:30-20:50 |
*AD | Avond-Dag Plataan VVG | 07:50-10:15,10:30-12:15,15:30-19:00 |
*AL5W | Avond-logistiek weekend Pl VVG | 07:50-10:15,10:30-12:15,14:00-15:45, 16:00-19:00 |
*ALN3 | Avond-logistiek Plataan VVG | 07:50-10:15,10:30-12:15,16:00-19:00 |
*ALN5 | Avond-logistiek5 Pl VVG | 07:50-10:15,10:30-12:15,13:30-15:30, 16:00-19:00 |
*AN | Avondnam. Plataan VVG | 17:30-20:50 |
*AN5W | Avond-log ALN5 weekend Pl VVG | 07:50-10:15,10:30-12:15,14:00-17:00, 17:15-19:00 |
*AV | Avondvoorm. Plataan VVG | 07:50-10:15,10:30-12:15 |
*D | Dagdienst Plataan VVG | 07:00-10:15,10:30-11:45,15:30-19:00 |
*DA | Dag-avond Plataan VVG | 07:00-10:15,10:30-11:45,17:30-20:50 |
*DLN | Dagdienst+LN Pl VVG | 07:00-10:15,10:30-11:45,16:00-19:00 |
*DN | Dagnam. Plataan VVG | 15:30-19:00 |
*DV | dagvoorm. Plataan VVG | 07:00-10:15,10:30-11:45 |
*L8 | Logistiek dag Plataan verz VVG | 07:30-10:30,10:45-12:30,16:00-19:00 |
*LN3 | Logistiek Plataan avond VVG | 16:00-19:00 |
*LN5 | Logistiek Plataan nam. VVG | 13:30-15:30,16:00-19:00 |
*LN5W | Log Plataan nam.weekend VVG | 14:00-17:00,17:15-19:00 |
*LV | Logistiek Plataan verz VVG | 07:30-10:30,10:45-12:30 |
*LVAN | Logistiek Pl LV+AN verz VVG | 07:30-10:30,10:45-12:30,17:30-20:50 |
*LVDN | Logistiek+ dag Pl verz VVG | 07:30-10:30,10:45-12:30,15:30-19:00 |
*LVEN | Logistiek+ergo Pl verz VVG | 07:30-10:30,10:45-12:30,13:30-17:15 |
*M | Morgendienst Plataan VVG | 06:40-10:15,10:30-11:10,11:45-15:30 |
*MD | Morgen + dagdienst Pl VVG | 06:40-10:15,10:30-11:10,15:30-19:00 |
*MLN | Morgendienst+LN3 Pl VVG | 06:40-10:15,10:30-11:10,16:00-19:00 |
*MN | morgennam. plataan VVG | 11:45-15:30 |
*MV | morgenvoorm plataan VVG | 06:40-10:15,10:30-11:10 |
*V | voormiddag Plataan VVG | 07:30-10:15,10:30-11:30 |
*VA | voormiddag-avond Plataan VVG | 07:30-10:15,10:30-11:30,17:30-20:50 |
*VD | voormiddag-dag Plataan VVG | 07:30-10:15,10:30-11:30,15:30-19:00 |
*VLN3 | ochtend-logistiek3 Plataan VVG | 07:30-10:15,10:30-11:30,16:00-19:00 |
*VW | Voormiddag weekend plataa VVG | 07:00-10:00 |
*VWA | Voormiddag-avond WE plataa VVG | 07:00-10:00,17:30-20:50 |
*VWD | Voormiddag-DN WE plataan VVG | 07:00-10:00,15:30-19:00 |
*VWL3 | dag-logistiek 3 plataan VVG | 07:00-10:00,16:00-19:00 |
*VWL5 | dag logistiek 5 plataan VVG | 07:00-10:00,13:30-15:30,16:00-19:00 |
01W | logistieke hulp weekend | 08:00-12:00 |
A* | Avonddienst PL | 07:00-10:30,10:45-12:00,17:00-20:00 |
A1 | Avonddienst PL VG volle dag | 07:00-10:30,10:45-12:00,17:30-20:45 |
A2 | Avonddienst PL M volle dag | 07:00-10:30,10:45-12:00,17:30-20:45 |
A3 | Avonddienst PL D volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,17:15-20:45 |
A4 | Avonddienst PL P volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,17:15-20:45 |
A5 | Avonddienst RVT TB volle dag | 07:00-10:30,10:45-12:00,17:30-20:45 |
AD1 | Avonddienst PL VG | 07:00-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
AD2 | Avonddienst PL M | 07:00-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
AD3 | Avonddienst PL D | 07:15-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
AD4 | Avonddienst PL P | 07:15-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
AD5 | Avonddienst RVT TB | 07:00-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
AN1 | Avonddienst PL VG namiddag | 17:30-20:45 |
AN2 | Avonddienst PL M namiddag | 17:30-20:45 |
AN3 | Avonddienst PL D namiddag | 17:15-20:45 |
AN4 | Avonddienst PL P namiddag | 17:15-20:45 |
AN5 | Avonddienst RVT TB namiddag | 17:30-20:45 |
AV1 | Avonddienst PL VG voormiddag | 07:00-10:30,10:45-12:00 |
AV2 | Avonddienst PL M voormiddag | 07:00-10:30,10:45-12:00 |
AV3 | Avonddienst PL D voormiddag | 07:15-10:30,10:45-12:00 |
AV4 | Avonddienst PL P voormiddag | 07:15-10:30,10:45-12:00 |
AV5 | Avonddienst RVT TB voormiddag | 07:00-10:30,10:45-12:00 |
AVN1 | Avonddienst vm+nm Pl VG | 07:00-10:30,10:45-12:00,14:00-17:00, 17:15-19:00 |
AVN2 | Avonddienst vm+Log Pl | 07:00-10:30,10:45-12:00,14:00-17:00 |
D | Dagdienst PL volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
D* | Dagdienst PL volle dag* | 07:15-10:30,10:45-12:00,16:15-19:15 |
D1 | Dagdienst PL VG volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
D2 | Dagdienst PL M volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
D3 | Dagdienst PL D volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
D33 | Dagdienst PL D dag vf 2013 | 07:15-10:15,10:30-11:30,15:30-19:30 |
D4 | Dagdienst PL P dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
D44 | Dagdienst PL P dag vf 2013 | 07:15-10:15,10:30-11:30,15:30-19:30 |
D5 | Dagdienst RVT TB volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
DA1 | Dag- avonddienst PL volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,17:30-20:45 |
DA2 | Dag- avonddienst PLM volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,17:30-20:45 |
DA3 | dag- avonddienst PLD volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,17:15-20:45 |
DA4 | Dag- avonddienst PLP volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,17:15-20:45 |
DA5 | Dag- avonddienst RVT volle dag | 07:15-10:30,10:45-12:00,17:30-20:45 |
DH | Dagdienst PL log.hulp | 07:15-11:00 |
DL2 | Dagdienst PL M + logistiek | 07:15-10:30,10:45-12:00,13:00-16:30 |
DL21 | Dagdienst PL DV + logistiek | 07:15-10:30,10:45-12:00,13:00-17:00 |
DL22 | Dagdienst PL RVT + logistiek | 07:15-10:30,10:45-12:00,14:00-17:30 |
DN | Dagdienst PL namiddag | 15:30-19:00 |
DN* | Dagdienst PL namiddag 3uur | 16:15-19:15 |
DN1 | Dagdienst PL VG namiddag | 15:30-19:00 |
DN2 | Dagdienst PL M namiddag | 15:30-19:00 |
DN3 | Dagdienst PL D namiddag | 15:30-19:00 |
DN34 | Dagdienst PL D nm vf 2013 | 15:30-19:30 |
DN4 | Dagdienst PL P namiddag | 15:30-19:00 |
DN44 | Dagdienst PL P nm vf 2013 | 15:30-19:30 |
DN5 | Dagdienst RVT TB namiddag | 15:30-19:00 |
DNM* | Dagdienst PL matisse nam3uur | 17:00-20:00 |
DV | Dagdienst PL voormiddag | 07:15-10:30,10:45-12:00 |
DV1 | Dagdienst PL VG voormiddag | 07:15-10:30,10:45-12:00 |
DV2 | Dagdienst PL M voormiddag | 07:15-10:30,10:45-12:00 |
DV3 | Dagdienst PL D voormiddag | 07:15-10:30,10:45-12:00 |
DV34 | Dagdienst PL D vm vf 2013 | 07:15-10:15,10:30-11:30 |
DV4 | Dagdienst PL P voormiddag | 07:15-10:30,10:45-12:00 |
DV44 | Dagdienst PL P vm vf 2013 | 07:15-10:15,10:30-11:30 |
DV5 | Dagdienst RVT TB voormiddag | 07:15-10:30,10:45-12:00 |
DVC1 | DVC – verpleegkundige | 08:45-12:33 |
DVC2 | DVC – zorgk/ergo 1 | 08:30-12:00-12:30-16:36 |
DVC3 | DVC – zorgk/ergo 2 | 09:30-12:30-13:00-17:36 |
DVC4 | DVC – zorgk/ergo nam | 13:30-17:30 |
DVN1 | Dag vm+nm PL VG | 07:15-10:30,10:45-12:00,14:00-17:00, 17:15-19:00 |
DVN2 | Dag vm+nm PL Delv | 07:15-10:30,10:45-12:00,14:00-17:00 |
DW1 | Dagdienst PL VG weekend | 07:00-10:30,10:45-12:00,15:45-19:00 |
DWN1 | Dagdienst PL VG NM weekend | 15:45-19:00 |
DWV1 | Dagdienst PL VG VM weekend | 07:00-10:30,10:45-12:00 |
H | Hoofdverpleegkundige PL | 07:30-11:30,13:00-17:00 |
H1 | Hoofdverpleegkundige PL VG | 07:30-12:00,13:30-17:00 |
H2 | Hoofdverpleegkundige PL algem | 07:30-12:00,13:00-16:30 |
HD | Hoofdverpleegkundige PL doorw | 07:30-11:30,12:00-16:00 |
HD1 | Hoofdverpleegkundige PL VGdoor | 07:30-12:00,12:30-16:00 |
HN | Hoofdverpleegkundige PL namidd | 13:00-17:00 |
HN1 | Hoofdverpleegkundige PL VG nam | 13:30-17:00 |
HV | Hoofdverpleegkundige PL voormi | 07:30-11:30 |
HV1 | Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx XX 0/0xxx | 07:30-12:00 |
HVA1 | Hoofdverpl PL VG + avond | 07:30-11:30,17:30-20:45 |
HVA2 | Hoofdverpl PL M + avond | 07:30-11:30,17:30-20:45 |
HVA3 | Hoofdverpl PL D + avond | 07:30-11:30,17:15-20:45 |
HVA4 | Hoofdverpl PL P + avond | 07:30-11:30,17:15-20:45 |
HVA5 | Hoofdverpl RVT + avond | 07:30-11:30,17:30-20:45 |
HVD | Hoofdverpl PL + dag | 07:30-11:30,15:30-19:00 |
HVEN | Hoofdverpl PL ergo | 07:30-11:30,14:00-17:30 |
L | Logistiek PL | 13:00-16:30 |
L' | Logistiek PL Mat | 07:45-11:30 |
L1 | Logistiek PL VG | 13:00-16:30 |
L2 | Logistiek PL M | 13:00-16:30 |
L3 | Logistiek PL D | 13:00-16:30 |
L4 | Logistiek PL P | 13:00-16:30 |
L5 | Logistiek RVT TB | 14:00-17:30 |
LH | Logistiek PL P-D | 09:00-12:00 |
LW | log hulp weekend pic/del | 08:00-11:00 |
LWN2 | log hulp we pic/del | 08:00-11:00 |
LWNM | log hulp wee pic/del | 08:00-11:00,13:00-17:00 |
M | Morgendienst volle dag | 06:45-09:30,09:45-11:30,12:00-15:30 |
M1 | Morgendienst VG volle dag | 06:45-09:30,09:45-11:30,12:00-15:30 |
M2 | Morgendienst M volle dag | 06:45-09:30,09:45-11:30,12:00-15:30 |
M3 | Morgendienst D volle dag | 06:45-09:30,09:45-11:30,12:00-15:30 |
M34 | Morgendienst M 13/5/2014 | 06:45-09:30,09:45-11:00,11:30-15:30 |
M4 | Morgendienst P volle dag | 06:45-09:30,09:45-11:30,12:00-15:30 |
M44 | Morgendienst Ens 13/5/2014 | 06:45-09:30,09:45-11:00,11:30-15:30 |
M5 | Morgendienst RVT TB volle dag | 06:45-09:30,09:45-11:30,12:00-15:30 |
MA* | Morgendienst en avond | 06:45-09:30,09:45-11:30,17:00-20:00 |
MA1 | Morgendienst VG avond | 06:45-09:30,09:45-11:30,17:30-20:45 |
MA2 | Morgendienst M avond | 06:45-09:30,09:45-11:30,17:30-20:45 |
MA3 | Morgendienst D avond | 06:45-09:30,09:45-11:30,17:15-20:45 |
MA4 | Morgendienst P avond | 06:45-09:30,09:45-11:30,17:15-20:45 |
MA44 | Morgendienst P avond 2014 | 06:45-09:30,09:45-11:00,17:15-20:45 |
MA5 | Morgendienst RVT avond | 06:45-09:30,09:45-11:30,17:30-20:45 |
MD | Morgendienst + namiddag PL | 06:45-09:30,09:45-11:30,15:30-19:00 |
MD1 | Morgendienst + namiddag VG | 06:45-09:30,09:45-11:30,15:30-19:00 |
MD2 | Morgendienst + namiddag M | 06:45-09:30,09:45-11:30,15:30-19:00 |
MD3 | Morgendienst + namiddag D | 06:45-09:30,09:45-11:30,15:30-19:00 |
MD34 | Morgendienst + namiddag 2014 | 06:45-09:30,09:45-11:00,15:30-19:30 |
MD4 | Morgendienst + namiddag P | 06:45-09:30,09:45-11:30,15:30-19:00 |
MD5 | Morgendienst + namiddag RVT | 06:45-09:30,09:45-11:30,15:30-19:00 |
ML2 | vroegdienst PL M + logistiek | 06:45-10:30,10:45-11:30,13:00-16:30 |
MN | Morgendienst namiddag | 12:00-15:30 |
MN1 | Morgendienst VG namiddag | 12:00-15:30 |
MN2 | Morgendienst M namiddag | 12:00-15:30 |
MN3 | Morgendienst D namiddag | 12:00-15:30 |
MN34 | Morgendienst D nm vf 2013 | 11:30-15:30 |
MN4 | Morgendienst P namiddag | 12:00-15:30 |
MN44 | Morgendienst P nm vf 2013 | 11:30-15:30 |
MN5 | Morgendienst RVT TB namiddag | 12:00-15:30 |
MV | Morgendienst voormiddag | 06:45-09:30,09:45-11:30 |
MV1 | Morgendienst VG voormiddag | 06:45-09:30,09:45-11:30 |
MV2 | Morgendienst M voormiddag | 06:45-09:30,09:45-11:30 |
MV3 | Morgendienst D voormiddag | 06:45-09:30,09:45-11:30 |
MV34 | Morgendienst D vm vf 2013 | 06:45-09:30,09:45-11:00 |
MV4 | Morgendienst P voormiddag | 06:45-09:30,09:45-11:30 |
MV44 | Morgendienst P vm vf 2013 | 06:45-09:30,09:45-11:00 |
MV5 | Morgendienst RVT TB voormiddag | 06:45-09:30,09:45-11:30 |
N | Nachtdienst PL volle | 20:45-06:45 |
N1 | dagdienst PL VG namiddag | 14:00-17:00,17:15-19:00 |
N2 | dagdienst PL M namiddag | 13:00-17:00 |
N34 | dagdienst PL Del/piv namiddag | 13:00-17:00 |
N8 | Nachtdienst PL korte | 20:45-04:45 |
NE | Namiddag Pl | 14:00-17:00 |
OA4 | Pl Pic 01 + AN 2014 | 08:00-12:00,17:15-20:45 |
OD4 | Dagdienst Pic Pl volle dag | 08:00-12:00,15:30-19:30 |
OD5 | Dagdienst Ens Pl volle dag | 08:00-12:00,15:30-19:00 |
ON34 | log hulp pic.del dag | 08:00-12:00,13:00-17:00 |
V1 | Voormiddagdienst PL VG | 07:00-11:00 |
V2 | Voormiddagdienst PL M | 07:00-11:00 |
V3 | Voormiddagdienst PL D | 06:45-10:45 |
V4 | Voormiddagdienst PL P | 06:45-10:45 |
V5 | Voormiddagdienst RVT TB | 07:00-11:00 |
VA1 | Voormiddag +1/2 avond PL VG | 07:00-11:00,17:30-20:45 |
VA2 | Voormiddag +1/2 avond PL M | 07:00-11:00,17:30-20:45 |
VA3 | Voormiddag +1/2 avond PL D | 06:45-10:45,17:15-20:45 |
VA4 | Voormiddag +1/2 avond PL P | 06:45-10:45,17:15-20:45 |
VA5 | Voormiddag +1/2 avond RVT TB | 07:00-11:00,17:30-20:45 |
VD1 | Voormiddag +1/2 dag PL VG | 07:00-11:00,15:30-19:00 |
VD2 | Voormiddag +1/2 dag PL M | 07:00-11:00,15:30-19:00 |
VD3 | Voormiddag +1/2 dag PL D | 06:45-10:45,15:30-19:00 |
VD33 | Voormiddag +1/2 dag PL D 2013 | 06:45-10:45,15:30-19:30 |
VD4 | Voormiddag +1/2 dag PL P | 06:45-10:45,15:30-19:00 |
VD5 | Voormiddag +1/2 dag RVT TB | 07:00-11:00,15:30-19:00 |
VE | Voormiddagdienst medicatie PL | 06:45-10:30 |
VE3 | Voormiddagdienst extra PL D | 06:45-10:30 |
VE4 | Voormiddagdienst extra PL P | 06:45-10:30 |
VEA3 | Voormiddag- late dienst PL D | 06:45-10:30,17:15-20:45 |
XXXX | Xxxxxxxxxxx halve avond PL | 06:45-10:30,17:30-20:45 |
VEDN | Voormiddag+ halve dag PL | 06:45-10:30,15:30-19:00 |
VEL | Voormiddag+ logistie PL | 06:45-10:30,13:00-16:30 |
VEMN | Voormiddag+ halve morgen PL | 06:45-10:30,12:00-15:30 |
VENE | Voormiddag medicatie + nam. PL | 06:45-10:30,14:00-17:00 |
VEPA3 | Voormiddag- avonddienst PL D | 06:45-10:00,17:15-20:45 |
VL2 | Voormiddagdienst + logist PL M | 07:00-11:00,13:00-16:30 |
VPA* | Voormiddag medicatie + A PLE | 07:15-10:30,17:30-20:45 |
VPDN | Voormiddag medicatie + DN PL | 06:45-10:00,15:30-19:00 |
VPDN* | Voormiddag medicatie + DN PLE | 07:15-10:30,15:30-19:00 |
VPE | Voormiddag medicatie PL | 06:45-10:00 |
VPE* | Voormiddag medicatie PL Xxxxx | 07:15-10:30 |
VPEA3 | Voormiddag- avond PL D | 06:45-10:00,17:15-20:45 |
VPEA5 | Voormiddag- avond PL Xxxxx | 06:45-10:00,17:30-20:45 |
VPEE | Voormiddag PL P-D | 06:45-10:30 |
VPENE | Voormiddag+ medicatie PL P-D | 06:45-10:30,14:00-17:00 |
VPMN* | Voormiddag medicatie + MN PLE | 07:15-10:30,12:00-15:30 |
VPNE | Voormiddag+ HV medicatie PL | 06:45-10:00,14:00-17:00 |
VR1 | Voormiddag PL VG | 07:00-10:45 |
VR2 | Voormiddag PL M | 07:00-10:45 |
VR3 | Xxxxxxxxxx XX X | 00:00-00:00 |
XX00 | Xxxxxxxxxx XX X 0000 | 06:45-10:15 |
VR4 | Voormiddag PL P | 07:00-10:45 |
VR44 | Voormiddag PL P 2013 | 06:45-10:15 |
VR5 | Voormiddag 3uur PL P | 07:00-10:00 |
VRA* | Voormiddag +halve avond PL | 07:00-10:45,17:00-20:00 |
VRA1 | Voormiddag +halve avond PL VG | 07:00-10:45,17:30-20:45 |
VRA2 | Voormiddag +halve avond PL M | 07:00-10:45,17:30-20:45 |
VRA2* | Voormiddag +halve avond* PL M | 07:00-10:45,16:15-19:15 |
VRA3 | Voormiddag +halve avond PL D | 07:00-10:45,17:30-20:45 |
VRA4 | Voormiddag +halve avond PL P | 07:00-10:45,17:30-20:45 |
VRD1 | Voormiddag + halve dag PL VG | 07:00-10:45,15:30-19:00 |
VRD2 | Voormiddag + halve dag PL M | 07:00-10:45,15:30-19:00 |
VRD3 | Voormiddag + halve dag PL D | 07:00-10:45,15:30-19:00 |
VRD4 | Voormiddag + halve dag PL P | 07:00-10:45,15:30-19:00 |
VRDN | Voormiddag 3uur PL P + DN | 07:00-10:00,15:30-19:00 |
VRL2 | Voormiddagdienst+halve Log PL | 07:00-10:45,13:00-16:30 |
VRMN | Voormiddagdienst+halve M PL | 07:00-10:45,12:00-15:30 |
VRN2 | Voormiddag 3uur PL P + N2 | 07:00-10:00,13:00-17:00 |
VRNE | Voormiddag VR3 PL P + NE | 07:00-10:45,14:00-17:00 |
X4 | Wachtdienst 4u | 07:00-11:00 |
X8 | Wachtdienst 8u | 07:15-10:30,10:45-12:00,15:30-19:00 |
XN | Nachtdienst X | 20:45-06:45 |
OVERZICHT DAGROOSTERS paramedici&onthaal Wzc de Plataan
*E | Ergo Plataan dag VVG | 07:30-10:15,10:30-11:30,13:30-17:15 |
*EN | Ergo Plataan nam. VVG | 13:30-17:15 |
*EV | Ergo Plataan voorm VVG | 07:30-10:15,10:30-11:30 |
EA3 | Ergo/anim Pl 7.75 uur | 07:45-10:00,10:15-11:45,13:30-17:15 |
EAN3 | Ergo Plataan nam 3,75 uur | 13:30-17:15 |
EAV3 | Ergo Plataan 3,75 uur | 07:45-10:30,10:45-11:45 |
RD1 | Animatie volle dag 8u | 08:00-12:00,13:15-17:15 |
RN1 | Animatie namiddag 4u | 13:15-17:15 |
RN2 | Animatie namiddag 3u75 | 13:15-17:00 |
RV | Animatie voormiddag | 08:00-12:00 |
PD | Kine volle dag Plataan | 07:30-11:15,13:30-17:00 |
PD1 | Kine volle dag 8u Plataan | 07:15-11:15,13:00-17:00 |
PD2 | Kine volle dag 7u15 Plataan | 07:15-11:15,13:45-17:00 |
PD3 | kine volle dag 7u Plataan | 07:15-11:15, 13:00-16:00 |
PN | Kine namiddag Plataan | 13:30-17:00 |
PN1 | Kine namiddag 4u Plataan | 13:00-17:00 |
PN2 | Kine namiddag 3u15 Plataan | 13:45-17:00 |
PV | Kine voormiddag Plataan | 07:30-11:15 |
PV1 | Kine voormiddag 4u Plataan | 07:15-11:15 |
PV2 | Kine voormiddag 3,75 Plataan | 07:15-11:00 |
PV3 | Kine voormiddag 3,5 Plataan | 07:15-10:45 |
O | Onthaal PL volle dag – 17:45 | 08:00-12:00, 13:15-17:45 |
ON | Onthaal PL namiddag | 13:15-18:00 |
OV | Onthaal PL voormiddag | 08:00-12:00 |
OZ | Onthaal PL zaterdag | 08:30-12:00, 13:45-17:00 |
OVERZICHT DAGROOSTERS Schoonmaak Wzc de Plataan
C | Cafératia PL volle dag | 08:00-11:15,14:30-18:30 |
XX | Xxxxxxxxx XX xxxxxxxx | 00:00-00:00 |
XX | Xxxxxxxxx XX namiddag | 14:30-18:30 |
CV | Cafératia PL voormiddag | 08:00-11:15 |
S | Schoonmaak PL afdeling FT | 07:15-10:00,10:15-11:30,12:00-15:00 |
S0 | Schoonmaak PL VVG | 07:00-10:00,10:15-12:00,12:30-14:15 |
S0W | Schoonmaak PL VVG weekend | 07:00-10:00,10:15-12:45 |
S1 | Schoonmaak PL afdeling VG&M | 07:15-10:00,10:15-11:30,12:00-14:30 |
S1W | Schoonmaak PL W&F VG | 07:00-10:00,10:15-12:15 |
S2 | Schoonmaak PL afdeling D&P | 07:15-10:00,10:15-11:30,12:00-14:00 |
S2W | Schoonmaak PL W&F M,D&P | 07:30-10:00,10:15-12:15 |
S3 | Schoonmaak campus TB laar 6,00 | 07:30-10:00,10:15-11:30,12:00-14:15 |
S3W | Schoonmaak PL | 07:15-10:00,10:15-12:30 |
S4 | Schoonmaak PL 7.5 uur | 07:15-10:00,10:15-11:30,12:00-15:30 |
S4W | Schoonmaak PL weekend | 06:45-10:00,10:15-12:45 |
SA | Schoonmaak PL atrium volle dag | 07:00-10:00,10:15-12:00,12:30-14:45 |
SA1 | Schoonmaak PL atrium 7.5 uur | 07:00-10:00,10:15-12:00,12:30-15:15 |
SAV | Schoonmaak PL atrium VM | 07:00-11:00 |
SL | Linnen PL volle dag | 08:00-10:00,10:15-11:30,12:00-15:15 |
SL1 | Linnen PL voormiddag | 08:00-10:00,10:15-11:45 |
SL2 | Linnen PL voormiddag 1/2 T | 08:00-10:00,10:15-11:30 |
SL3 | Linnen PL halve dag | 08:00-10:00,10:15-12:30 |
SL4 | Linnen PL 1/2 dag namiddag | 11:30-15:30 |
SL5 | Linnen PL 1/2 dag vroeg | 07:00-10:30 |
SLCN | Linnen PL vm+caf | 08:00-10:00,10:15-11:45,14:30-18:30 |
OVERZICHT DAGROOSTERS Keuken Wzc de Plataan
K3 | wachtdienst Keuken PL 3.75 | 07:15-11:00 |
K5 | wachtdienst keuken PL 5.75 | 11:15-15:15,15:30-17:15 |
K7 | wachtdienst Keuken PL 7 | 08:30-12:30,14:30-17:30 |
KC* | Keuken PL Chef-kok 2014 | 07:30-12:00,12:30-15:00 |
KD | Keuken PL dieetdienst | 09:00-12:00,12:30-15:15 |
KDL | Keuken PL dieet- avond | 08:00-12:00,12:30-15:30 |
KDW | Keuken PL dieetdienst weekend | 06:30-12:15,12:45-15:00 |
KEA | Keuken PL extradienst | 08:00-12:00,12:30-15:30 |
KEU | Schoonmaak PL W&F Keuken | 07:30-10:30 |
KH | Keuken PL hulp | 07:15-11:00 |
KH* | Keuken PL hulpen | 07:15-10:45 |
KHL | PL keuken khl | 07:15-10:30,14:30-18:15 |
KKA | Keuken PL kok A | 08:00-12:00,12:30-15:30 |
KKA* | Keuken PL kok A 2014 | 07:30-12:00,12:30-15:00 |
KKC | Keuken PL Chef-kok avond | 08:00-12:00,14:30-17:30 |
KKC* | Keuken PL Chef-kok avond 14u15 | 08:00-12:00,14:15-17:15 |
KKW* | Keuken PL kok 7uur | 07:15-12:15,14:30-17:30 |
KL | Keuken PL avonddienst | 08:00-12:00,12:30-15:30 |
KLA | Keuken PL avonddienst A | 11:15-15:15,15:30-17:15 |
KLA* | Keuken PL 3.75 | 12:00-15:45 |
KLB | Keuken PL avonddienst B | 14:30-18:15 |
KLC | Keuken PL avonddienst C | 09:15-12:00,12:30-17:15 |
KLC* | Keuken PL avonddienst 7 | 09:45-12:00,12:30-17:15 |
KLW | Keuken PL avonddienst weekend | 09:45-12:45,13:15-18:15 |
KM* | Keuken PL vroege morgendienst | 06:30-11:30,12:00-14:00 |
KMA | Keuken PL morgendienst A | 07:15-11:30,12:00-13:30 |
KMB | Keuken PL late morgen | 07:15-11:30,12:00-14:45 |
KMW | Keuken PL morgendienst weekend | 07:15-12:15,12:45-15:45 |
KO1 | PL keuken dag | 07:30-12:15,12:45-13:45 |
KOW | PL keuken morgen | 08:30-12:30 |
KP* | Keuken PL pottenwas | 11:30-15:15 |
KR | Keuken PL halve dienst | 12:30-16:15 |
KV | Keuken PL verantw. dag | 08:30-12:00,12:30-17:00 |
KV* | Keuken PL verantw. dag 7u30 | 08:30-12:00,12:30-16:30 |
KVN | Keuken PL verantw. nm 4u30 | 12:30-17:00 |
KVV | Keuken PL verantw. 3u30 | 08:30-12:00 |
KW* | Keuken PL kok weekend2 | 07:30-12:15,14:30-17:45 |
OVERZICHT DAGROOSTERS Keuken Ten Bos
°/ | Keuken TB kok halve dag | 07:30-09:40,09:55-12:00 |
°A* | Keuken TB afwas 2011 | 08:00-09:55,10:10-11:30,11:45-15:30 |
°A4* | Keuken TB 1/2 T2 2011 | 12:30-15:30 |
°A5. | Keuken TB afwas 70%VM 2014 | 07:45-09:55,10:10-12:00 |
°A6 | Keuken TB afwas 70%NM | 11:30-15:30 |
°C | Keuken TB chefkok dag | 07:45-12:00,12:15-15:15 |
°CV* | Keuken TB chefkok verlof2011 | 07:30-11:30,14:15-17:15 |
°D* | Keuken TB dieet dag 2011 | 06:45-09:55,10:10-11:45,13:00-15:15 |
°DW- | Keuken TB dieetmorgen | 07:15-11:45,12:00-13:00 |
°E* | Keuken TB art. 60 vroegen2011 | 07:30-09:55,10:10-12:00,12:15-15:30 |
°E1. | Keuken TB Warme Maalt (vroeg) | 09:15-12:45 |
°E2. | Keuken TB WarmeM (extra ronde) | 10:10-13:00,13:15-13:55 |
°G* | Keuken TB grootkeuken FT 2011 | 08:00-09:55,10:10-11:30,11:45-15:30 |
°L* | Keuken TB late dienst FT 2011 | 08:00-09:55,10:10-12:30,15:15-18:00 |
°L1* | Keuken TB laten 1/2 T2011 | 15:00-18:00 |
°L2 | Keuken TB late dienst 70%A | 12:00-14:45,15:00-18:00 |
°LW* | Keuken TB laten weekend 2011 | 11:45-14:00,14:30-17:45 |
°MA | Keuken TB afwas 2014 | 07:30-09:55,10:10-12:00,12:15-14:40 |
°MK | Keuken TB 2014 | 07:30-09:55,10:10-12:00,12:15-14:40 |
°N* | Keuken TB kok nam.2011 | 07:30-10:00,10:15-11:45,14:15-17:15 |
°N- | Keuken TB kok nam.2013 | 07:30-10:00,10:15-12:00,14:15-17:15 |
°NM | Keukenassistent TB nm | 14:15-17:15 |
°O2 | Keuken TB kok ochtend 2 | 07:30-09:40,09:55-12:00,12:15-15:15 |
°OM | Keukenassistent TB vm | 07:45-09:55,10:10-11:45 |
°R1. | Keuken TB WarmeM ronde 1 | 10:10-13:00,13:15-13:55 |
°R2. | Keuken TB WarmeM ronde 2 | 10:10-13:00,13:15-13:55 |
°R3. | Keuken TB WarmeM ronde 3 | 10:10-13:00,13:15-13:55 |
°R4. | Keuken TB WarmeM ronde 4 | 10:10-13:00,13:15-13:55 |
°VW- | Keuken TB morgen | 08:15-11:45,12:00-14:00 |
°VW. | Keuken TB Vroeg-dienst weekend | 08:00-12:00,12:30-15:00 |
°W* | Keuken TB weekend 2011 | 08:30-12:15,15:30-17:15 |
C/ | Keuken TB chefkok 1/2 dag | 07:45-12:00 |
G/ | Keuken TB grootkeuken 1/2 dag | 08:00-09:40,09:55-12:30 |
G1* | Keuken TB 1/2 T 2011 | 08:30-09:55,10:10-11:45 |
G5 | Keuken TB grootkeuken 70% | 08:00-09:40,09:55-12:00,12:15-15:30 |
Art. 4 Definities en begrippen m.b.t. de variabele uurrooster.
Overuren: uren die uitzonderlijk worden gepresteerd buiten de uren van het uurrooster, maar die zonder onderbreking aansluiten op dat rooster , en dit op verzoek van of met uitdrukkelijke voorafgaandelijke toestemming van de leiding- gevende.
Onregelmatige uren: uren die uitzonderlijk worden gepresteerd buiten de uren van het uurrooster, maar die niet aansluiten op dat rooster (heroproep door de leidinggevende in geval van noodsituaties of i.f.v. specifieke opdrachten).
Art. 5 Regelingen m.b.t. de variabele uurroosters
Na aanplakking is het uurrooster definitief, en kan dit enkel nog gewijzigd worden:
• hetzij op vraag van het diensthoofd met schriftelijk akkoord van de werknemer,
• hetzij op uitdrukkelijke schriftelijk verzoek van de werknemer. (vrijwillige wissel) en dit met inachtname van de regels rond zondagsrust en wekelijkse rust.
Een wissel wordt schriftelijk aangevraagd bij het diensthoofd en moet goedgekeurd worden.
Art. 6 Pauzes
De pauzes wordt geregeld zoals aangegeven in de dagroosters.
Art. 7 Opname verlof
De personeelsleden met een vast uurrooster nemen hun verlof per uur, per halve dag of per hele dag op. Verlofdagen worden vrij genomen mits ze aangevraagd worden bij het diensthoofd en ze voorafgaandelijk goedgekeurd worden.
Elk personeelslid ontvangt in de loop van januari zijn individuele verloffiche van het diensthoofd. Daarin wordt het verlof waar het recht op heeft uitgedrukt in verlofuren.
Losse verlofdagen worden voor de 20ste van de maand aangevraagd voor de volgende maand, zodat de permanentie op de dienst kan verzekerd worden en de dienstregeling ten laatste op de 25ste van de maand kan aangeplakt worden. In het dienstbelang kan verlof geweigerd worden.
Met het oog op een minimale spreiding van het verlof wordt van het personeel in de continu-diensten verwacht dat in de loop van de eerste zes maanden van het jaar minimaal volgend aantal uren verlof wordt opgenomen :
Prestatieduur | tegen 31 januari | tegen 28 februari | tegen 31 maart | tegen 30 april | tegen 31 mei | tegen 30 juni |
Voltijds : 6 uur | 7 uur | 14 uur | 21 uur | 28 uur | 35 uur | 42 uur |
¾ en meer : 5 uur | 5 uur | 10 uur | 15 uur | 20 uur | 25 uur | 30 uur |
Halftijds en meer : 3 uur | 3 uur | 6 uur | 9 uur | 12 uur | 15 uur | 18 uur |
Indien aanvragen daartoe de planner niet tijdig bereiken, zal deze zelf dit verlof inplannen.
Het hoofdverlof wordt aangevraagd voor 1 maart zodat de definitieve vakantieregeling zo snel mogelijk kan meegedeeld worden. Laattijdige aanvragen worden maar in aanmerking genomen volgens de dienstmogelijkheden en de nog beschikbare periodes. Bij de aanvraag van het verlof worden volgende afspraken gerespecteerd :
• Tijdens alle schoolvakanties van minstens één week (herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie) mag een personeelslid maximaal 3 weken jaarlijkse vakantie opnemen.
• Tijdens de periode van 01 juli tot en met 30 september wordt aan elk personeelslid minstens een ononderbroken periode van twee weken vakantie gewaarborgd en dit voor zover niet meer dan één week reeds werd opgenomen in een andere schoolvakantie.
• De periode van twee weken kan worden uitgebreid tot maximaal 3 weken ononderbroken vakantie voor zover ze de goede werking van de dienst niet in het gedrang brengen en de vakantiedagen opgenomen worden in overleg met het diensthoofd.
Er kunnen maximaal 5 dagen van de extra- legale vakantie overgedragen worden naar het volgende kalenderjaar. Overgeplaatste dagen dienen uiterlijk tegen 1 mei van het volgende kalenderjaar te zijn opgenomen, zoniet vervalt het overgebleven saldo.
Art. 8 Compensatie van overuren en van onregelmatige uren
Bij het presteren van overuren en onregelmatige uren wordt compensatieverlof toegekend conform volgende modaliteiten:
• Overuren : 100 %
• Onregelmatige uren m.b.t dienstvergadering of opleiding : 100 %
Dit compensatieverlof kan worden opgenomen per uur, per halve dag of per dag en kan in gemeenschappelijk overleg worden bepaald. Als er geen aanvraag is van de werknemer, zal het diensthoofd deze compensatie zelf inplannen.
Het compensatieverlof wordt binnen het jaar na prestatie van de overuren of onregelmatige uren opgenomen.
Art. 9 Bijzondere regelingen
In afwijking van deze standaardreglementering kan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voor specifieke organisatorische eenheden en/of werkzaamheden een bijzondere werktijdregeling vaststellen.
Reglement m.b.t. registratie van de werktijden
Goedgekeurde versie 05/11/2014
1. HET TIJDSREGISTRATIESYSTEEM
Art. 1 Doelstelling
Het tijdsregistratiesysteem wordt gebruikt ter automatisering van het aan- en afwezigheids-beheer, en van de berekening van de maaltijdcheques, het zaterdag en zondagwerk en de fietsvergoeding. In tweede instantie ter invulling van allerhande sociale documenten waarin prestaties en afwezigheden vermeld moeten worden, zoals :
• werkloosheidsbewijs voor de inactiviteituren (C131b)
• bewijs van jeugdvakantie (C103)
• vergoedingsbewijs voor de werkuitkering activa
• inlichtingen formulier ziekenfonds in geval van ziekte
Voor de personeelsleden die voor de uitoefening van hun werk over een computer beschikken betekent het tijdsregistratiesysteem daarnaast de automatisering van verlof- en andere afwezigheidaanvragen en registratieaanvragen.
De planmodule van het systeem wordt gebruikt om de personeelsleden met een variabel uurrooster in te plannen.
Art. 2 De badge
Bij indiensttreding krijgt elk – ook tijdelijk – personeelslid een badge, vereist om zijn aanwezigheid op de werkvloer te laten registreren. De badge bevat enkel een nummercode die in het tijdsregistratieprogramma gekoppeld wordt aan het personeelslid. Dit uniek nummer wordt samen met de prestaties en afwezigheden ingelezen door het loonverwerkingspakket.
De badge is strikt persoonlijk en mag enkel door het personeelslid zelf gebruikt worden. Inbreuken hierop vormen een zware beroepsfout.
Vanaf het tweede verlies van de badge of de beschadiging ervan zal de kostprijs van een nieuwe badge aan het personeelslid aangerekend worden.
Art. 3 Het registreren
Alle personeelsleden tewerkgesteld in het OCMW van Izegem registreren hun aanwezigheid aan een tikklok van SDP met hun persoonlijke badge. De personeelsleden die werken op een arbeidsplaats zonder geautomatiseerde prikklok houden hun aanwezigheid handmatig bij in een register dat ze dan doorgeven aan hun diensthoofd, of maken gebruik van de virtuele tikklok indien deze op hun persoonlijke PC is geactiveerd.
In OCWM Izegem is op volgende locaties een tikklok voorzien:
• centrale administratie
• revalidatiecentrum Ten Bos
• sociaal huis ’t Antwoord
• WZC de Plataan, centrale ingang
• WZC de Plataan ingang Villa Xxx Xxxx
Er kan aan elke klok getikt worden, maar de standaardregel is dat iedereen tikt aan de klok die het dichtst bij zijn werkplek gelegen is.
Uitzonderingen op de verplichting te badgen zijn het personeel van de poetsdienst en de personen tewerkgesteld in het kader van art. 60 van de organieke wet op de OCMW’s die buiten de instellingen werken. Deze personen badgen niet.
Het in- en uitbadgen gebeurt door de badge bij de terminal aan te bieden. De eerste registratie van de dag is steeds een in-registratie, de tweede registratie steeds een uit-registratie. Een werkdag kan pas afgesloten en verder verwerkt worden als prestatiedag na een even aantal registraties.
Het badgen gebeurt steeds in werkkledij. Op dit principe wordt slechts uitzondering gemaakt voor de personeelsleden van de technische dienst en de klusjesdienst, die badgen in Revalidatiecentrum Ten Bos en voor wie gewerkt wordt met een looptijd (dit is een tijdsmarge ingebouwd tussen de registratie en de werkelijke aanvang of het einde van de werktijd).
Zowel bij het binnenkomen als bij het verlaten van het gebouw dient gebadged te worden. Ook bij pauzes (middagpauzes), dienstreizen en externe opleidingen wordt gebadged.
• Uitzondering 1: bij pauzes tot maximaal ½ uur waarbij men het gebouw niet verlaat, dient door het personeel met een vast rooster (= zonder glijtijden) niet gebadged te worden.
• Uitzondering 2: bij dienstverplaatsingen binnen de OCMW-campus dient eveneens niet gebadged te worden.
• NB: indien personeel met glijtijden niet badgt over de middag, heeft dit tot gevolg dat de maximale middagglijtijd (11u30 tot 13u30) aangerekend wordt.
De personeelsleden moeten in geval van het niet registreren hoe dan ook binnen de 2 werkdagen een verantwoording geven aan de dienstchef met betrekking tot het niet-registreren.
Indien er geen registratie is en er daarna niet binnen de 2 werkdagen een melding bij de personeelsdienst of het diensthoofd is gebeurd, dan wordt in principe een hele of halve dag verlof geregistreerd.
Wie niet kan registreren wegens een dienstverplaatsing moet dit op voorhand doorgeven. Bij de onmogelijkheid dit vooraf te doen moet dit ook binnen de 2 werkdagen worden geregulariseerd.
Iedereen moet persoonlijk zijn eigen aanwezigheid registreren. Het niet-registreren vormt een beroepsfout.
Het niet persoonlijk registreren is een zware beroepsfout, zowel in hoofde van diegene die voor zichzelf laat registreren als van diegene die registreert voor een ander. Beiden stellen zich bloot aan een sancties.
Het meermaals niet respecteren van de stamtijden kan aanleiding geven tot tuchtsancties.
Het zich registreren als aanwezig en vervolgens de werkplaats opnieuw verlaten zonder dat dit gebeurt i.f.v. een dienstreis, wordt als een zware beroepsfout beschouwd.
Art. 4 Functietoetsen van de terminal
Fietsvergoeding (F1+1+oke)
De fietsvergoeding wordt door het tijdsregistratiesysteem zelf berekend. Indien het personeelslid met de fiets naar het werk is gekomen geeft hij of zij dat aan aan de terminal.
Dienstreis (F2+1+oke)
Bij vertrek op dienstreis wordt uitgebadged met de functietoets F2. Bij terugkomst dient gewoon ingebadged te worden.
Opleiding (F2+2+oke)
Bij vertrek op externe opleiding wordt uitgebadged met de functietoets F3. Bij terugkomst dient gewoon ingebadged te worden.
Oproep technische dienst F3
Wanneer de leden van de technische dienst buiten de arbeidsuren een oproep krijgen, badgen zij in met F3 en badgen ze gewoon uit.
Consultatie tellers (F4)
De functietoets F4 kan gebruikt worden om tellers zoals stand jaarlijks verlof, opgebouwde overuren,
… te consulteren. Dit consulteren dient wel te gebeuren buiten de diensturen, en op een wijze dat het in- of uitbadgen van collega’s niet gehinderd wordt.
2. HET BEHEER VAN DE REGISTRATIES
Art. 5 Beheerders en afsluiting
De registraties worden beheerd door de zgn. decentrale beheerders zijnde de diensthoofden, volgens de lijst in bijlage. Deze hebben de dagelijkse controle op de registraties en afwezigheden.
Tegen de 10de van de maand dienen de aan- en afwezigheden van de voorgaande maand door de decentrale beheerders gecontroleerd en op punt gesteld te zijn.
Na de 10de van de maand zal de personeelsdienst, als centrale beheerder, de maand afsluiten en worden de registraties automatisch verwerkt in het loonverwerkingspakket.
Art. 6 Te laat IN-badgen
Het diensthoofd dient onmiddellijk van het te-laat-komen verwittigd te worden.
Laattijdigheid van minder dan 15 minuten leidt bij herhaling tot inkorting van het compensatieverlof of bij gebrek daaraan, van het jaarlijks verlof (1 kwartier inkorting per begonnen schijf van 15 minuten laattijdigheid).
Laattijdigheid van meer dan 15 minuten zonder aanvaardbare reden leidt meteen tot inkorting van het compensatieverlof of bij gebrek daaraan, van het jaarlijks verlof (1 kwartier inkorting per begonnen schijf van 15 minuten laattijdigheid).
Art. 7 Te vroeg IN- badgen
Voor personeelsleden met een variabel uurrooster heeft een te vroege registratie geen gevolgen. Voor personeelsleden met een glijdend uurrooster heeft een registratie voor 08:00 uur geen gevolgen.
Art. 8 Te vroeg UIT- badgen
Het diensthoofd dient onmiddellijk van het voortijdig uit-badgen verwittigd te worden.
Voortijdigheid van minder dan 15 minuten leidt bij herhaling tot inkorting van het compensatieverlof of bij gebrek daaraan, van het jaarlijks verlof (1 kwartier inkorting per begonnen schijf van 15 minuten voortijdigheid).
Voortijdigheid van meer dan 15 minuten zonder aanvaardbare reden leidt meteen tot inkorting van het compensatieverlof of bij gebrek daaraan, van het jaarlijks verlof (1 kwartier inkorting per begonnen schijf van 15 minuten voortijdigheid).
Art. 9 Te laat UIT- badgen
Voor personeelsleden met een variabel uurrooster heeft een laattijdige uitboeking enkel gevolgen (erkenning als overuur) voor zover het minimaal om 15 minuten gaat en voor zover ze te wijten is aan bijkomende arbeidsprestaties die hetzij op voorhand werden gevraagd hetzij nadien werden goedgekeurd door het diensthoofd (zie regeling overuren).
Voor personeelsleden met een glijdend uurrooster geldt vanaf het einde van de glijtijd (18:00 uur) dezelfde bepaling.
Art. 10 Niet badgen
Het niet badgen – ongeacht de reden – dient zo spoedig mogelijk gemeld te worden aan het diensthoofd om te vermijden dat de arbeidsprestaties niet gerekend worden. Als er binnen de 2 werkdagen geen verantwoording gegeven wordt, dan wordt dit beschouwd als zijnde verlof of vrij in het uurrooster.
3. DE PLANNING VAN DE VARIABELE UURROOSTERS
Art. 11 Werkelijke uren
In de planning, zowel op vlak van aanwezigheden als op vlak van afwezigheden wordt uitgegaan van werkelijke uren :
• een dag verlof, ziekte, arbeidsduurvermindering of elke andere afwezigheid heeft als waarde het aantal uren dat volgens het rooster die dag dient gepresteerd
• alle door het systeem gehanteerde aanwezigheidscodes slaan op werkelijke uren
De enige uitzondering op dit principe vormen de feestdagen : om elk personeelslid het recht op evenveel feestdagen te garanderen is het niet van belang of men op die feestdag volgens het rooster dient te werken. Er wordt een op de contractduur afgestemd aantal uren feestdag-recuperatie toegekend (voltijds: 16 dagen x 7,6 uur / halftijds: 16 dagen x 3,8 uur, etc).
Art. 12 Bruto-planning
In de instellingen wordt voor de continudiensten een bruto-basisroulement opgesteld dat minimaal een periode van 1 jaar omvat. Het gaat om een bruto-roulement omdat het enkel aanwezigheidsdagen (=dagen met een aanwezigheidscode, zie bijlage) en inactieve dagen bevat. Andere afwezigheden zoals verlof, arbeidsduurvermindering edm. komen hierop niet voor. Het gaat dus niet om het definitief roulement en houdt het een zekere mate van overbezetting in.
Op basis van dit voorlopig roulement dient het personeel tegen de 20ste van elke maand zijn verlofaanvragen in voor de volgende maand.
Art. 13 Netto-planning
De planner heeft naast de toegekende verloven oa. volgende instrumenten om de overbezetting van de bruto-planning weg te werken, in zo ruim mogelijk overleg met het personeelslid en rekening houdend met de dienstregeling :
- recuperatie feestdagen
- recuperatie overuren
- arbeidsduurvermindering
Na de verlofaanvragen verwerkt te hebben zal de planner een netto-planning opstellen en uiterlijk de 25ste van de maand ter kennisgeving op de werkvloer uithangen. Deze planning beslaat een periode van één maand.
Art. 14 Gerealiseerde planning
Na afloop van de maand zal de planner de gerealiseerde planning (zoals effectief werd gewerkt en met aanduiding van ziektes, wissels, edm.) ter inzage van het personeel leggen met inbegrip van voldoende informatie omtrent de stand van het verlof, feestdagen, edm.
4. DE VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN
Art. 15 Jaarlijks verlof
Het jaarlijks verlof van elk personeelslid wordt berekend en bijgehouden in uren. Uitgangspunt zijn het aantal dagen jaarlijks verlof waar men volgens het personeelsstatuut aanspraak kan op maken. Dit aantal wordt vermenigvuldigd met 7,6 uren of 3,8 uren etc. naargelang de contractuele prestatieduur.
Een soepel, gebruiksvriendelijk systeem van schriftelijk aanvragen van dit jaarlijks verlof wordt uitgewerkt op dienstniveau, voor personeelsleden die daarvoor geen beroep kunnen doen op hun pc.
Art. 16 Het gewoon omstandigheidsverlof
Het gewoon omstandigheidsverlof nav een huwelijk, overlijden van een familielid, waar de personeelsleden conform het personeelsstatuut aanspraak kunnen op maken, dient eveneens zo spoedig mogelijk vooraf aangevraagd te worden, zodat de planning kan aangepast worden. Deze afwezigheidsdagen komen in mindering van de netto- planning die uitgehangen is.
Art. 17 Afwezigheidsgronden algemeen
De afwezigheidgronden (ziekte, ADV, jaarlijks verlof, dienstvrijstelling, omstandigheidsverlof en feestdagen of hun recuperatie) kunnen enkel uitwerking hebben op activiteitsdagen (= dagen aangeduid met een activiteitscode) op de uitgehangen nettoplanning.
Art. 18 Feestdagen
Naast het vakantieverlof heeft elk personeelslid recht op een aantal feestdagen zoals voorzien in bijlage 3. Personeelsleden met een vast uurrooster of met een glijdend uurrooster worden geacht niet te werken op deze dagen of op hun vooraf vastgelegde vervangingsdagen.
Bij personeelsleden met een variabel uurrooster die zowel volgens bruto- als de nettoplanning niet dienen te werken op een feestdag, blijft de inactiviteitscode (--) op het planbord staan. Op het ogenblik dat ze de vervangende feestdag opnemen, vervangt de code voor recuperatie-feestdag (RFD) de voor die dag geplande activiteitscode.
Bij personeelsleden met een variabel uurrooster die volgens de bruto-planning op een feestdag dienden te werken maar omwille van de verminderde bezetting volgens de netto-planning niet dienen te werken, wordt de activiteitscode uit de bruto-planning overschreven door de code voor feestdag (FD).
Bij personeelsleden met een variabel uurrooster die zowel volgens de bruto- als de netto-planning op een feestdag dienden te werken, blijft op de feestdag zelf een activiteitscode vermeld. Op het ogenblik dat ze de recuperatie-feestdag opnemen, vervangt de code voor recuperatie-feestdag (RFD) de voor die dag geplande activiteitscode.
Art. 19 Arbeidsduurvermindering (ADV)
Het recht op arbeidsduurvermindering wordt per maand en in volle dagen opgenomen en op voorhand vastgelegd in het netto-roulement, in overleg tussen diensthoofd en personeelslid.
Zijn er onvoldoende uren ADV ter beschikking om toe te laten dat een van de geplande arbeidsprestaties die maand wordt omgevormd tot ADV, dan worden de uren overgedragen naar de volgende maand, tot zolang er voldoende uren zijn opgebouwd.
Art. 20 Ziekte
Xxxxxxx van ziekte overschrijft het diensthoofd voor de betrokken dagen de in het netto-roulement geplande prestatie-uren (activiteitscode) door de code voor ziekte (Z). Men is bijgevolg evenveel uren ziek als men geacht werd te werken.
Art. 21 Dienstvrijstelling
In de gevallen waarin het personeel conform de rechtspositieregeling dienstvrijstelling kan krijgen (uitgedrukt in dagen), overschrijft het diensthoofd voor de betrokken dag(en) de in het netto-roulement geplande prestatie-uren (activiteitscode) door de code voor dienstvrijstelling (DV). Men geniet bijgevolg evenveel uren dienstvrijstelling als men geacht werd te werken.
WETTELIJKE EN SECTORALE FEESTDAGEN – 11
Goedgekeurde versie 05/11/2014
Artikel 1
Deze bijlage is van toepassing op volgende personeelsleden van OCMW Izegem:
• De personeelsleden van Wzc de Plataan die in dienst gekomen zijn na 01.01.2011
• De personeelsleden van DVC Dischveld die in dienst gekomen zijn na 01.01.2011
• De personeelsleden van DC de Leest die in dienst gekomen zijn na 01.01.2011
• De bedelers van de thuisbezorgde maaltijden die in dienst gekomen zijn na 01.01.2011
• De interieurverzorgers aan huis van de poetsdienst voor bejaarden die in dienst gekomen zijn na 01.01.2011
• De technische medewerkers van de klusjesdienst die in dienst gekomen zijn na 01.01.2011
• De dagelijks verantwoordelijke van de serviceflats die in dienst gekomen is na 01.01.2011
• De personeelsleden van de dienst gezins- en seniorenzorg wiens takenpakket in hoofdzaak bestaat uit de praktische organisatie en opvolging van de poetsdienst, de klusjesdienst, de thuisbezorgende maaltijden en de personenalarmtoestellen
Artikel 2
Behalve het jaarlijks vakantieverlof wordt aan alle bovenvermelde personeelsleden verlof toegestaan op de wettelijke feestdagen (W) en op de sectorale feestdagen (S) :
- 1 januari (W) - 21 juli (W)
- Paasmaandag (W) - 15 augustus (W)
- 1 mei (W) - 1 november (W)
- O.H. Hemelvaartsdag (W) - 11 november (W)
- Pinkstermaandag (W) - 25 december (W)
- 11 juli (S)
Artikel 3
Als één van deze feestdagen op een gewone inactiviteitsdag of op een zondag valt, wordt er een vervangingsdag vastgelegd.
Het personeelslid dat krachtens de arbeidsregeling die op hem/haar van toepassing is, of ten gevolge van de behoeften van de dienst, verplicht is te werken op één van bedoelde dagen, bekomt inhaalrust. Het diensthoofd bepaalt wanneer de inhaalrust moet opgenomen worden en dit binnen de 6 weken.
Het diensthoofd zal de feestdagen, vervangingsfeestdagen of de inhaalfeestdagen inplannen in het uurrooster van het personeelslid, en deelt deze tijdig mee aan het personeelslid.
WETTELIJKE EN SECTORALE FEESTDAGEN – 16
Versie goedgekeurd 05/11/2014
Artikel 1
Deze bijlage is van toepassing op volgende personeelsleden van OCMW Izegem:
• Alle personeelsleden van Wzc de Plataan die in dienst waren voor 01.01.2011
• Alle personeelsleden van DVC Dischveld die in dienst waren voor 01.01.2011
Artikel 2
Behalve het jaarlijks vakantieverlof wordt aan alle bovenvermelde personeelsleden verlof toegestaan op de wettelijke feestdagen (W) en op de sectorale feestdagen (S) :
1 januari (W) 15 augustus (W)
2 januari (S) kermismaandag Izegem (S)
Paasmaandag (W) 1 november (W)
1 mei (W) 2 november (S)
O.H. Hemelvaartsdag (W) 11 november (W)
Pinkstermaandag (W) 15 november (S)
11 juli (S) 25 december (W)
21 juli (W) 26 december (S)
Artikel 3
Als één van deze feestdagen op een gewone inactiviteitsdag of op een zondag valt, wordt er een vervangingsdag vastgelegd.
Het personeelslid dat krachtens de arbeidsregeling die op hem/haar van toepassing is, of ten gevolge van de behoeften van de dienst, verplicht is te werken op één van bedoelde dagen, bekomt inhaalrust. Het diensthoofd bepaalt wanneer de inhaalrust moet opgenomen worden en dit binnen de 6 weken.
Het diensthoofd zal de feestdagen, vervangingsfeestdagen of de inhaalfeestdagen inplannen in het uurrooster van het personeelslid, en deelt deze tijdig mee aan het personeelslid.
AANWEZIGHEIDSBELEID : ZIEKTE EN ZIEKTECONTROLES
Goedgekeurde versie 05/11/2014
Ziek zijn of afwezig zijn wegens een ongeval heeft niet alleen ernstige gevolgen voor de zieke maar ook voor de dagelijkse activiteiten van de dienst, voor de werklast van de collega’s en voor de dienstverlening. Een correct en doeltreffend aanwezigheidsbeleid is dan ook van belang voor zowel de zieke als voor de gezonde personeelsleden. OCMW Izegem werkt hiervoor samen met het geneeskundig controle-orgaan Mensura.
1. PROCEDURES BIJ ZIEKTE
Elk personeelslid dat afwezig is wegens ziekte of wegens een ongeval, moet 2 zaken doen :
1. persoonlijk zijn leidinggevende verwittigen
2. een medisch attest van arbeidsongeschiktheid bezorgen
1.1 Wanneer en hoe de leidinggevende verwittigen
Het personeelslid telefoneert persoonlijk naar zijn leidinggevende of de door hem aangeduide plaats- vervanger. Verwittigingen onder de vorm van SMS, e-mail, fax of andere volstaan niet.
Deze telefonische verwittiging gebeurt tijdens de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid, en dit ten laatste vóór het verplichte begin van de arbeidsprestaties (shift).
Personeel met variabele uurroosters | Vóór 08u45 |
Personeel in continudiensten + Personeel met vaste werktijden | Shifts die aanvangen vanaf 6u00 tot 10u : vóór aanvang shift |
Shifts die aanvangen tussen 10u en 12u: vóór 09u00 | |
Shifts die aanvangen tussen 12u en 18u: vóór 10u00 | |
Shifts die aanvangen tussen 18u en 6u00: vóór 12u00 |
Op welk telefoonnummer de leidinggevende of zijn plaatsvervanger kan bereikt worden, zal per dienst worden bekendgemaakt door middel van een interne nota.
Ook als het personeelslid tijdens de werkuren ziek wordt, dient hij/zij de leidinggevende persoonlijk in te lichten.
Het is belangrijk dat het personeelslid zich onmiddellijk ziek meldt, ook al is de arts nog niet langs geweest.
Van zodra de arts wel is langs geweest, dient het personeelslid de einddatum van de ziekte en het feit dat hij de woning al dan niet mag verlaten, telefonisch – zo snel mogelijk – door te geven aan de leidinggevende.
Indien het personeelslid tijdens de ziekte niet op zijn domicilie verblijft, moet hij/zij ook de plaats waar hij zich bevindt meedelen aan zijn direct leidinggevende.
1.2 Wanneer en hoe het medisch attest van arbeidsongeschiktheid bezorgen
Elke ziekteperiode moet door een voorbedrukt medisch attest van arbeidsongeschiktheid van Mensura geattesteerd worden door een arts, ook al is het personeelslid maar enkele uren ziek. Dit geldt eveneens ‒ op vraag van de leidinggevende ‒ wanneer men ziek wordt terwijl men aan het werk is en om die reden het werk verlaat.
Deze attesten zijn reeds gefrankeerd en kunnen bekomen worden op de personeelsdienst. Ze bestaan uit twee delen, waarvan het onderste dient afgescheurd en door het personeelslid bewaard te worden.
Het personeelslid zorgt dat het volledige ingevulde en dichtgekleefde bovenste deel van het ziekte- attest per post opgestuurd wordt naar:
Mensura
Tav de hoofdgeneesheer Taxandria Center ( gelijkvloers ) Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Het opsturen van dit attest dient te gebeuren binnen de eerste twee werkdagen van de ongeschiktheid.
Als werkdag wordt verstaan, elke dag van de week met uitzondering van zon –en feestdagen. Bij deze verzending telt de poststempel als datum.
1.3 Acties bij niet naleving van de procedures bij ziekte
Het correct opvolgen van de telefonische meldingsplicht maakt deel uit van het functioneren van het personeelslid en kan dan ook aan bod komen tijdens functioneringsgesprekken en evaluatie.
Bij het niet naleven van de meldingsplicht gaat het recht op gewaarborgd loon verloren voor de dagen die aan de melding vooraf gaan.
Personeelsleden die hun medisch attest niet bezorgen, worden als onwettig afwezig beschouwd vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid en dit gedurende de hele geattesteerde ziekteperiode. Zij die hun medisch attest te laat bezorgen, worden tot de dag dat het attest wordt bezorgd als onwettig afwezig beschouwd. Onwettige afwezigheid houdt in dat er voor die dagen geen recht op gewaarborgd loon bestaat.
Deze acties gelden slecht voor zover er geen overmacht wordt aangetoond door het personeelslid.
2. GENEESKUNDIGE CONTROLE
2.1 Wie wordt gecontroleerd?
Het controletoezicht op de zieke personeelsleden zal uitgevoerd worden door het controleorganisme MENSURA Absenteïsme vzw. De controlearts verifieert of het personeelslid werkelijk arbeids- ongeschikt is en verifieert de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid. Een personeelslid mag zich niet aan een controleonderzoek onttrekken.
Een personeelslid kan gecontroleerd worden vanaf de eerste dag afwezigheid, gedurende de hele afwezigheidperiode en dit op elke dag van de week.
Het is in de eerste plaats op basis van het aantal ziektes en de duur ervan tijdens het afgelopen jaar, de zogenaamde verzuimindex, dat het personeelslid al of niet controle krijgt. In uitzonderlijke gevallen
-3–
kan echter ook zonder rekening te houden met de verzuimindex een controle aangevraagd worden door de werkgever.
De controles kunnen ofwel gebeuren aan huis, ofwel in het kabinet van de controlearts.
Dit is mede afhankelijk van het feit of het medisch attest vermeldt dat het verlaten van de woning toegelaten is of niet.
• Het personeelslid wiens verzuimindex een door het OCMW Izegem bepaalde norm overschrijdt, zal daarvan door de personeelsdienst via een aangetekend schrijven verwittigd worden.
Dit personeelslid zal bij ziekte tijdens de periode waarin de norm wordt overschreden, per definitie aan een controle aan huis onderworpen worden, tenzij de werkgever dergelijke controle niet aan- gewezen acht.
Dit personeelslid dient bij ziekte tijdens deze periode niet alleen de rechtstreekse leidinggevende te verwittigen zoals aangegeven onder punt 1.1, maar dient tevens telefonisch contact op te nemen met de personeelsdienst van het OCMW, en dit vóór 09u30. Daarbij dient het personeelslid de info te verstrekken die nodig is om de controle vlot te laten organiseren (verblijfplaats, periodes van aanwezigheid in deze verblijfplaats, (mobiele) telefonische bereikbaarheid bij afwezigheid).
• Het personeelslid wiens verzuimindex een door het OCMW Izegem bepaalde norm niet overschrijdt, kan onderworpen worden aan een controle aan huis.
• Is het personeelslid niet thuis of kan de controle om een andere reden niet doorgaan, dan laat de controlearts een bericht achter waarin het personeelslid verzocht wordt zich op een bepaalde datum, uur en plaats ter controle aan te bieden, voorzien van het onderste (afgescheurde) deel van het medisch attest. Het personeelslid controleert regelmatig de inhoud van zijn brievenbus en dient aan dit oproepingsbericht onmiddellijk gevolg te geven.
• Het personeelslid dat volgens het medisch attest de woning niet mag verlaten, dient zich thuis, op zijn domicilie, of op het bij de verwittiging doorgegeven adres ter beschikking te houden . Hij/zij kan onderworpen worden aan een controle, die per definitie aan huis zal gebeuren.
In geval op het medisch attest niet werd aangeduid of het personeelslid al dan niet de woning mag verlaten, wordt ervan uitgegaan dat de woning mag verlaten worden.
2.2 Acties bij niet naleving van de regelingen rond medische controle
Het personeelslid mag niet weigeren een bevoegde controlearts te ontvangen of zich door deze te laten onderzoeken. Als een personeelslid dit wel weigert, of op andere wijze een controle onmogelijk maakt, dan zal de controlearts dit melden aan de werkgever. Het personeelslid wordt dan als onwettig afwezig beschouwd, met verlies van het recht op gewaarborgd loon.
Het niet nakomen van de verruimde meldingsplicht bij ziekte door een personeelslid wiens verzuim- index een door het OCMW bepaalde norm overschrijdt, kan worden beschouwd als het verhinderen van een controle.
Als het personeelslid dat volgens het medisch attest de woning niet mag verlaten, niet thuis is wanneer de controlearts zich aanmeldt, dan wordt dit beschouwd als een weigering van medische controle.
Deze acties gelden slecht voor zover er geen overmacht wordt aangetoond door het personeelslid.
3. ADVIES VAN DE CONTROLE-ARTS EN SCHEIDSRECHTERLIJKE PROCEDURE
De controlearts vult ter plaatse een document in waarvan één exemplaar aan het personeelslid afgegeven wordt. Het personeelslid ondertekent dit document voor ontvangst en kennisname. Op dit controledocument formuleert de controlearts zijn advies.
De controlearts gaat ofwel akkoord met de voorgeschreven periode van arbeidsongeschiktheid, ofwel niet akkoord. Hij vult in die zin het controledocument in. Wanneer de controlearts niet akkoord gaat, dan dient het personeelslid op de door de controlearts aangegeven dag het werk te hervatten. Hervat het personeelslid niet, dan is hij/zij onwettig afwezig, tenzij hij/zij in beroep is gegaan tegen het advies. Hervat het personeelslid wel, dan wordt hij/zij geacht akkoord te zijn met het advies van de controlearts.
Indien het personeelslid niet akkoord gaat met het advies van de controlearts, kan hij dit steeds aan de controlearts meedelen. Deze zal dit vermelden op het controle-document. Dit geldt als beroep tegen het advies van de controlearts.
Het personeelslid dient zijn behandelende arts onmiddellijk, dat wil zeggen op de dag van het controle-onderzoek, hierover in te lichten. De behandelende arts kan dan in ieder geval vóór de datum van werkhervatting, contact nemen met de controlearts om over de gerezen betwisting van gedachte te wisselen en zo tot een vergelijk te komen. Gebeurt dit niet, dan wordt verondersteld dat de behandelende arts met het standpunt van de controlearts akkoord gaat, en is het advies tot werkhervatting bindend.
Indien de betwisting tussen behandelende arts en de controlearts blijft bestaan na het overleg, dan dient binnen de twee dagen na het eerste controleonderzoek een arts-scheidsrechter aangesteld te worden. In overleg met de controlearts kiest de arts van het personeelslid een andere arts als scheids- rechter.
Deze scheidsrechter voert binnen de drie dagen een nieuw onderzoek uit en neemt in alle objectiviteit een beslissing, die bindend is voor alle partijen. De kosten van dit onderzoek vallen ten laste van de partij die in het ongelijk wordt gesteld.
• Als de scheidsrechter oordeelt dat de afwezigheid niet gerechtvaardigd is, dan zal de volledige afwezigheidperiode, vanaf de datum waarop het personeelslid verplicht was om te hervatten, als onwettige afwezigheid worden beschouwd.
In dit geval heeft het geen zin om een nieuw medisch attest in de te dienen. Het personeelslid blijft onwettig afwezig als hij het werk niet hervat.
• Als de scheidsrechter oordeelt dat de afwezigheid gerechtvaardigd is, wordt de volledig toegestane periode als ziekte beschouwd.
4. HERVALLEN EN/OF VERLENGING VAN DE ZIEKTE
Wanneer een personeelslid hervalt in dezelfde ziekte of wanneer een ziekteperiode wordt verlengd, dan gelden dezelfde procedures als onder punt 1 : persoonlijk telefoneren naar de leidinggevende of zijn plaatsvervanger, verwittigen vóór aanvang van de arbeidsprestatie, tijdig het medisch attest opsturen, enz.
Bij een nieuwe ziekteperiode binnen de 14 kalenderdagen volgend op het einde van een vorige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, moet op het medisch attest duidelijk vermeld staan of de nieuwe arbeidsongeschiktheid een hervalling is van een voorgaande ziekte of te wijten is aan een nieuwe ziekte. Komt deze vermelding niet voor op het medisch attest, dan zal vermoed worden dat de beide ongeschiktheden aan dezelfde ziekte te wijten zijn. Dit vermoeden kan niet worden weerlegd door een nieuw medisch attest dat aan de werkgever wordt voorgelegd na de genezing.
-5–
Wanneer een ziekteperiode wordt verlengd, dan dient het personeelslid zijn leidinggevende of de door hem aangeduide plaatsvervanger ten laatste te verwittigen op de laatste dag van de lopende periode van arbeidsongeschiktheid. Voor het overige gelden dezelfde procedures als onder punt 1.
5. ZIEKTE EN VAKANTIE
Een reis naar het buitenland tijdens een ziekteperiode is toegestaan als het personeelslid voorafgaande toestemming krijgt:
• Van de adviserend geneesheer, indien het om een contractueel personeelslid gaat dat een uitkering van de mutualiteit ontvangt.
• Van de arbeidsgeneesheer, indien het om een statutair personeelslid gaat.
Verlof nemen aansluitend op een ziekteperiode is mogelijk, op voorwaarde dat de verlofaanvraag goedgekeurd is door de leidinggevende.
6. (VERVROEGD) HERVATTEN
Een personeelslid dat vroeger het werk wil hervatten dan de voorgeschreven einddatum, kan dit op voorwaarde dat de leidinggevende en de personeelsdienst zijn ingelicht.
Na een periode van werkonbekwaamheid van 4 weken of meer is de werkhervatting van het personeelslid afhankelijk van de uitslag van het medisch werkhervattingsonderzoek van de arbeidsgeneesheer.
DEONTOLOGISCHE CODE
Goedgekeurde versie 05/11/2014
HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze deontologische code is van toepassing op het personeel van het bestuur. Onverminderd een mogelijke strafrechtelijke vervolging kan het herhaald en/of ernstig overtreden van deze deontologische code aanleiding geven tot:
• het opleggen van een tuchtsanctie aan de vast benoemde personeelsleden;
• het ontslaan, al dan niet wegens dringende reden, van het contractuele personeelslid of het op proef benoemde personeelslid.
HOOFDSTUK II. Algemene verplichtingen van de personeelsleden
Afdeling I. Loyauteit
Art. 2. Het personeelslid moet zijn ambt op een loyale wijze uitoefenen.
Commentaar:
Uiteraard zijn we het niet altijd eens met de raad, onze leidinggevenden of collega’s. In die situatie zijn we toch loyaal aan het bestuur. Dit doen we door over het bestuur, over onze leidinggevenden en over onze dienst in positieve termen te spreken en de beslissingen van de raad en van onze leidinggevenden te verdedigen.
Wanneer er spanningen optreden, die helaas onvermijdelijk zijn, is het belangrijk dat we positief ingesteld blijven en dat deze spanningen bespreekbaar zijn en uitgepraat worden in een open en opbouwende sfeer met alle betrokken partijen , maar niet in aanwezigheid van burgers. Een standpunt/beslissing dat als team of als dienst werd genomen, wordt eensgezind naar buiten uit gebracht.
Als personeelslid moeten we integer zijn, m.a.w correct en betrouwbaar handelen. In de praktijk betekent dit o.a. eerlijk zijn tegenover collega’s en leidinggevenden en tegenover het bestuur.
Je hebt het recht om met collega's, dienst- of departementshoofden en medewerkers informatie uit te wisselen, ideeën te formuleren over beleidsvoorbereidingen en -beslissingen, over de uitvoering van deze beslissingen, de taakverdeling, de samenwerking binnen en tussen de diensten. Een dergelijke soepele communicatie is ook een plicht want ze draagt bij tot een goede werking van de organisatie en evenwichtige beslissingen. Genomen beslissingen dien je evenwel loyaal uit te voeren, ook al stroken ze niet met je standpunt.
Art. 3. Het personeelslid moet zich bij elke aangelegenheid inzetten voor het uitvoeren van het door het bestuur vastgelegde beleid. Bij het uitvoeren van dat beleid dient het zich te laten leiden door het algemeen belang.
In geval van conflict tussen het vastgelegde beleid en de interpretatie van het algemeen belang door het personeelslid, heeft dat beleid voorrang.
Commentaar:
Artikel 2 van het OCMW-decreet stelt dat het de taak is van het bestuur om op het lokale niveau bij te dragen tot het welzijn van de burgers. Er wordt van alle personeelsleden verwacht dat zij zich achter deze missie scharen. Het handelen en de activiteiten van de personeelsleden moeten erop gericht zijn deze missie waar te maken. In het streven om bij te dragen tot het welzijn van de burgers, wordt van elke medewerker verwacht dat hij zich volledig inzet om een dienstenaanbod op maat te kunnen leveren, met bijzondere aandacht aan de meest kwetsbaren in onze samenleving.
De politici nemen de beslissingen. Zij voeren het beleid. Het kan best zijn dat je het daar niet mee eens bent. Toch ben je xxxxxx aan het bestuur en werk je constructief en met kennis van zaken mee aan de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van dat beleid, met inachtname van de geldende regelgeving.
Art. 4. § 1. Het personeelslid onthoudt zich ervan bij mandatarissen of bij burgers de indruk te wekken dat het voor betrokkene gunstige advies te danken is aan zijn individuele inbreng of houding binnen het bestuur.
Commentaar:
Een personeelslid is geen solozeiler. Bijdragen aan het welzijn van de burgers is een gezamenlijk project waarvoor we allen moeten samenwerken. Je mag best fier zijn op je werk, maar pronken met wat je deed gaat net iets te ver.
Samenwerken betekent dat we onze inspanningen richten op de gezamenlijk taak van onze dienst, ons team en het bestuur. Daarom steken we onze energie in samenwerken, in het vlot nakomen van afspraken, in het open omgaan met mekaar, in opbouwende opmerkingen en/of kritiek over de manier van werken, in het nemen van initiatieven en verantwoordelijkheid. Kortom elkaar steunen en goede raad geven, een goede werksfeer creëren waar ruimte is voor creativiteit en goede ideeën.
§ 2. Het personeelslid mag, zelfs buiten zijn ambt, noch rechtstreeks noch via een tussenpersoon, giften, beloningen of enig ander voordeel dat verband houdt met het ambt, vragen, eisen of aannemen.
Wanneer een gebruiker van de dienst een geschenk overhandigt mag het personeelslid dit aannemen, mits dit te melden aan het bestuur en de niet-persoonsgebonden giften aan zijn dienst over te maken.
Commentaar:
Je mag van andere personeelsleden of van derden geen enkele gift of ander persoonlijk voordeel vragen of aanvaarden. Je staat ten dienste van de burgers, niet van jezelf. Bovendien wek je dan de indruk dat je omkoopbaar bent. Door geen geschenken te vragen of te aanvaarden komt je objectiviteit niet in het gedrang en kan je niet tot een wederdienst verplicht voelen of zelfs verplicht worden.
Een geschenk aanvaarden is evenwel ook een erkenning van de gever. Elk personeelslid dat een relatiegeschenk aanvaardt of op een uitnodiging van een derde in wil gaan, meldt dit aan zijn leidinggevende. Het moet duidelijk zijn dat het geschenk gegeven wordt vanuit een algemene waardering en niet als tegenprestatie voor een dienst.
Bij het aanvaarden van een geschenk wordt dit in overleg met de leidinggevende verdeeld onder de collega’s van de eigen dienst. De leidinggevende beoordeelt of het geschenk binnen aanvaardbare normen valt en of het past in het kader van een normale professionele relatie. Als dit niet het geval is zorgt de leidinggevende ervoor dat het geschenk wordt teruggegeven.
Het bestuur zal naar gebruikers van de dienstverlening communiceren dat er geen giften of fooien kunnen gegeven worden aan het personeel.
Art. 5.
Buiten de uitoefening van de normale functie is het verboden het uniform of herkenningsteken of de werk- en beschermkledij te dragen. De aanwezigheid op zekere samenkomsten of plechtigheden die als een normaal uitvloeisel van de functie moeten worden beschouwd, wordt voor dit artikel met dienstuitoefening gelijkgesteld.
Afdeling II. Correcte uitvoering van taken
Art. 6. Het personeelslid moet zijn ambt op een correcte en professionele wijze uitoefenen.
Commentaar:
Het bestuur streeft naar een efficiënte werking en een professionele organisatie te zijn. Ieder personeelslid draagt hiertoe bij door zijn opdrachten correct en professioneel uit te voeren.
Art. 7. Het personeelslid moet in het bijzonder:
• de van kracht zijnde wetten, decreten en reglementeringen naleven volgens de richtlijnen van het bestuur;
• zorgvuldig en plichtbewust de beslissingen uitvoeren;
• de billijkheid en de doelmatigheidsaspecten in acht nemen;
• de opgedragen taken efficiënt en effectief uitvoeren.
Commentaar:
Wetten, decreten en reglementen zijn voor interpretatie vatbaar. Je moet inderdaad stoppen als het licht op oranje verspringt, maar dat moet je met gezond verstand doen, of er gebeuren ongelukken. Bij twijfel raadpleeg je jouw rechtstreeks leidinggevende.
Art. 8. Met het oog op de vergoedingen geeft het personeelslid alleen kosten aan die werkelijk zijn gemaakt in de uitoefening van zijn functie. Hij geeft geen kosten aan die reeds op een andere manier, eventueel door een andere instantie, worden vergoed.
Commentaar:
Zich vergoedingen of voorwerpen toe-eigenen waarop men geen recht heeft, is diefstal. Ook als het ‘slachtoffer’ van jouw toe-eigening je werkgever is.
Afdeling III. Inzet
Art. 9. Het personeelslid moet zich op een actieve wijze inzetten voor de realisatie van de opdracht en de doelstellingen van het bestuur.
Het personeelslid moet andere personeelsleden helpen in de mate waarin de dienstverlening zulks vereist.
Art. 10. Het personeelslid voert de taken uit zoals omschreven in zijn takenpakket, alsook de bijkomende opdrachten van zijn hiërarchische meerderen.
Hij voert die taken en opdrachten uit volgens de instructies van zijn meerderen.
Art. 11. Het personeelslid zet zich op een constructieve wijze in voor de realisatie van de opdracht en de doelstellingen van het bestuur.
Commentaar:
Tijdens je arbeidstijd geldt slechts één doel: het welzijn van de burgers. Private belangen, zoals het verlangen iemand het je aangedane onrecht betaald zetten, het plezier van het saboteren, het ongenoegen dat je ervaart als je met een bepaald persoon moet samenwerken, enz. mogen geen rol spelen op de werkvloer.
Art. 12. Elk personeelslid is ertoe gehouden zijn diensttijd volledig aan het bestuur en aan de hem opgelegde taken te besteden.
Zonder voorafgaande toelating van de hiërarchische meerdere mag het personeelslid de uitoefening van de dienst niet opschorten.
Tijdens de diensturen mogen geen activiteiten uitgevoerd worden die niet tot het takenpakket behoren.
Tijdens de diensturen is het gebruik voor privédoeleinden van het eigen gsm-toestel/smartphone/ tablet/… niet toegelaten. Eventuele uitzonderingen op dit verbod worden uitgewerkt in een dienstnota.
Commentaar:
Tijdens de diensturen wijd je je volledig aan jouw job.
Je wordt betaald voor je arbeidstijd. Het bestuur, de burgers waarvoor je concreet werkt en de belastingbetaler hebben er recht op dat je die overeengekomen arbeidstijd zo volledig, zo efficiënt en zo effectief mogelijk aan je takenpakket besteedt.
Art. 13. § 1. Het personeelslid dient zoveel mogelijk te vermijden dat documenten, hetzij in fysieke, hetzij in elektronische vorm, die zijn privéleven betreffen, toekomen bij het bestuur. Daarom wordt elk document dat bij het bestuur toekomt geacht gericht te zijn aan het bestuur.
§ 2. Het personeelslid dat door de secretaris aangewezen is, is gemachtigd en gerechtigd elk ingekomen document in papieren versie te openen en centraal te registreren.
De vorige alinea geldt niet voor documenten waarbij uit de briefomslag blijkt dat het document persoonlijk gericht is aan een raadslid of een personeelslid. Mocht een dergelijk document per ongeluk geopend worden, dan wordt het onmiddellijk opnieuw gesloten en niet verder behandeld, maar doorgegeven aan de bestemmeling.
HOOFDSTUK III. Respect voor de persoonlijke waardigheid
Art. 14. § 1. Het personeelslid heeft de plicht de persoonlijke waardigheid van iedereen respecteren.
Commentaar:
In alle omstandigheden toon je respect in contact met collega’s, met leidinggevenden, met burgers/gebruikers en met derden. Je houdt steeds rekening met de waardigheid van personen.
Ook een leidinggevende is eerlijk en respectvol tegenover zijn medewerkers
§ 2. Het personeelslid is gehouden tot wellevendheid, zowel in de dienstbetrekkingen met de meerderen, collega's of ondergeschikten, als in de omgang met het publiek.
Commentaar:
De burger/gebruiker verwacht van het bestuur een klantvriendelijke en professionele dienstverlening. In elke correspondentie vermeld je je naam, functie, contactgegevens, dagen en uren waarop je beschikbaar bent. Zo kan de burger/gebruiker je gemakkelijk bereiken. Bij mondelinge contacten met burgers/gebruikers vermeld je tenminste je naam.
Zowel schriftelijk als mondeling gebruik je een duidelijke en correcte taal.
In je contact met de burgers/gebruikers geef je duidelijke en volledige informatie volgens uw functie. Als ze bij jou aan het verkeerde adres zijn, dan verwijs je hen door naar de juiste persoon of dienst. Je bezorgt je dienst een professioneel imago.
Je handelt dossiers en taken efficiënt en binnen de opgelegde of afgesproken termijn af. Xxx je niet aan een datum gebonden, dan neem je een redelijke termijn in acht.
Burgers/gebruikers met klachten help je zo goed mogelijk en informeer je over het bestaan van de klachtenprocedure.
Art. 15. § 1. Het personeelslid moet de gebruikers van zijn dienst welwillend en zonder enige discriminatie behandelen.
Commentaar:
Onze diensten staan open voor alle burgers ongeacht zijn ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging.
Gelijke gevallen moeten op een gelijke manier en onpartijdig worden behandeld. Dat is het gelijkheidsbeginsel, waaraan we ons allen strikt moeten houden. Daarom moeten we op ieder moment onze objectiviteit bewaren en onze functie op een neutrale wijze, zonder vooroordelen, uitoefenen.
Elke vorm van discriminatie is onaanvaardbaar. In ons werk mogen we ons niet laten beïnvloeden door persoonlijke overtuigingen (filosofische, politieke of religieuze).
Je maakt geen onderscheid op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid.
Je brengt de nodige eerbied op voor de waardigheid, de gevoelens en overtuigingen van iedereen.
§ 2. Het personeelslid formuleert de raadgevingen, adviezen en opties in mondelinge en schriftelijke verslagen op basis van een precieze, volledige en praktische voorstelling van de feiten. Hij stelt de documenten nauwgezet en correct op.
Commentaar:
Persoonlijke voorkeuren en overtuigingen of het engagement in een vereniging (privéleven) mogen geen invloed hebben op de objectiviteit waarmee we onze taken uitvoeren.
Eenzelfde welwillendheid en non-discriminatie geldt ten aanzien van de personeelsleden van het bestuur.
Commentaar:
Als personeelslid van het bestuur moeten we integer zijn, m.a.w correct en betrouwbaar handelen. In de praktijk betekent dit o.a. eerlijk zijn tegenover collega’s en leidinggevenden en tegenover het bestuur.
§ 3. Het personeelslid is ertoe gehouden de rechten van de mens en fundamentele vrijheden in acht te nemen, zoals deze voortvloeien uit onder meer de Grondwet en de internationale verdragen.
Commentaar:
Krijg je een opdracht waarvan je denkt dat ze indruisen tegen de mensenrechten of tegen een of andere regel of wet, dan breng je de leidinggevende of de secretaris hiervan op de hoogte.
Art. 16. Het is verboden in de gebouwen of in de motorvoertuigen van het bestuur te roken.
Art. 17. § 1. Het is verboden in de gebouwen, op de arbeidsplaats of in de motorvoertuigen van het bestuur:
• alcoholische dranken of drugs binnen te brengen;
• alcoholische dranken of drugs te gebruiken.
Het is personeelsleden verboden de arbeid aan te vangen wanneer zij onder invloed zijn van alcohol of drugs. In voorkomend geval dienen zij een dag vakantie te nemen. De enige uitzondering op het gebruik van alcohol zijn feestelijke gelegenheden waarvoor door het diensthoofd voorafgaand toestemming werd gegeven en waarbij ook een aanbod aan niet-alcoholische dranken beschikbaar is.
Art. 18. Het personeelslid dient zich ten aanzien van collega's, ondergeschikten, hiërarchische meerderen of gebruikers van de dienst te onthouden van:
• elke vorm van verbaal en non-verbaal geweld;
• pesten;
• elke vorm van verbale en non-verbale intimiteit die door de betrokkene of omstanders als ongewenst wordt aanzien;
• elk wederrechtelijk gebruik van de klachtenprocedure.
Commentaar:
Grensoverschrijdend gedrag (ongewenst seksueel gedrag, racisme,…), zowel door middel van woorden als door feitelijke handelingen of gedragingen, is verboden.
Art. 19.§ 1. Het personeelslid moet in overeenstemming met zijn functie en de door het bestuur gegeven instructies, overal:
• de veiligheidsverplichtingen naleven;
• op positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid i.v.m. ongewenste omgangsvormen op het werk.
§ 2. Wanneer het uitvoeren van een opdracht een manifest onveilige situatie creëert voor het personeelslid, hetzij door de opdracht zelf, hetzij door de omstandigheden waarin deze moet uitgevoerd worden, dan heeft het personeelslid het recht deze opdracht te weigeren, mits zijn dienstverantwoordelijke hiervan in kennis te stellen.
HOOFDSTUK IV. Informatie en vorming
Art. 20. Het personeelslid moet zich in de mate waarin het bestuur daartoe de middelen geeft en de noodzaak aangeeft op de hoogte houden van de evolutie van de technieken, regelingen en onderzoekingen in de materies waarmee het beroepshalve belast is.
Commentaar:
Elk personeelslid heeft het recht en de plicht om zijn vaardigheden en kennis verder te ontwikkelen door opleiding en bijscholing, maar ook door te leren uit eigen ervaringen en die van anderen. Kennis en vaardigheden moeten voortdurend worden uitgewisseld en bijgehouden.
Iedereen kan fouten maken. Fouten zijn leermomenten en kansen om het eigen functioneren en de dienstverlening te verbeteren. Daarom mogen fouten niet toegedekt worden, maar moeten ze besproken worden. Het toedekken van fouten heeft trouwens voor gevolg dat deze niet kunnen worden rechtgezet en blijven voortduren.
Art. 21. Het personeelslid heeft recht op informatie en vorming zowel met betrekking tot aspecten die nuttig zijn voor de uitoefening van de functie als om te kunnen voldoen aan de bevorderingsvereisten.
Commentaar:
Het recht op informatie houdt ook een plicht in voor de collega’s. Als een collega informatie nodig heeft over je dienst, dan bezorg je zo snel mogelijk alle relevante informatie.
Art. 22. De vorming is een plicht indien deze noodzakelijk blijkt voor een betere uitoefening van de functie of het functioneren van een dienst, of als ze een onderdeel uitmaakt van een herstructurering of reorganisatie van een afdeling of een implementatie van nieuwe werkmethodes en infrastructuur.
Commentaar:
Een opgelegde vorming moet gevolgd worden. Je mag je er niet aan onttrekken.
HOOFDSTUK V. Xxxxxxxxxxx, zwijgplicht en spreekplicht
Afdeling I. Spreekrecht
Art. 23. Het personeelslid heeft spreekrecht met betrekking tot de feiten waarvan hij kennis heeft uit hoofde van zijn ambt.
Het spreekrecht geldt zowel ten aanzien van collega’s en meerdere, als ten aanzien van derden. Het spreekrecht is niet afhankelijk van de goedkeuring van de rechtstreeks leidinggevende(n).
Commentaar bij dit en volgende artikelen:
We zijn actief en kritisch met het oog op de verbetering van de dienstverlening als er beslissingen moeten worden genomen. We zetten onze kennis, onze vaardigheden en ons inzicht in voor het beste beleid en de beste manier om deze uit te voeren. We stellen onze collega’s en onze leidinggevenden op de hoogte van alles wat belangrijk is voor de taken waar we samen aan werken.
Je hebt het recht om met collega's, dienst- of departementshoofden en medewerkers informatie uit te wisselen, ideeën te formuleren over beleidsvoorbereidingen en -beslissingen, over de uitvoering van deze beslissingen, de taakverdeling, de samenwerking binnen en tussen de diensten.
Als leidinggevende zijn we altijd aanspreekbaar voor onze medewerkers. We luisteren naar hun mening en/of opmerkingen en we proberen er wat mee te doen. We vertellen hen duidelijk en volledig wat ze over hun werk en hun dienst moeten weten.
Je geeft de feitelijke informatie op een correcte, volledige en objectieve manier.
Je bent volledig vrij om te publiceren, voordrachten te houden of op een andere manier als privépersoon derden te informeren over de domeinen waarin je ervaring hebt opgebouwd. Toch moet hierbij rekening gehouden wordt met de commentaar in verband met integriteit, eerlijkheid, respect en de vereiste objectiviteit.
Het spreekrecht is jouw persoonlijke recht. Dit moet onderscheiden worden van jouw verplichtingen als personeelslid van jouw bestuur.
Als iemand van de pers je contacteert om het standpunt van het bestuur te vernemen, dan verwijs je hem of haar door naar de secretaris. Dit neemt niet weg dat je in de pers een persoonlijk standpunt kan vertolken, waarbij je duidelijk maakt dat je in eigen naam spreekt. Dat geldt trouwens altijd als je een persoonlijk standpunt inneemt: zeg dat je in eigen naam spreekt en niet namens het bestuur. Uiteraard hou je hierbij rekening met de beperkingen aan het spreekrecht en je behoedt je voor interpretaties.
Art. 24. Het personeelslid heeft het recht om onder meer tegenover de media, een eigen standpunt in te nemen over dossiers, beslissingen of de werking van het bestuur, voor zover daarbij:
• geen andere bepaling van deze code overtreden wordt, zoals de loyauteitsplicht;
• het personeelslid duidelijk in eigen naam spreekt of als lid van een belangengroep;
• de kritiek gereserveerd wordt gebracht.
Art. 25. Bij het uitoefenen van het spreekrecht moet het personeelslid ernaar streven een billijk evenwicht te waarborgen tussen de behoeften van de burgers, de belangen van de overheid (inbegrepen de goede werking van de diensten van het bestuur) en de rechten van het personeelslid.
Art. 26. Bij het uitoefenen van het spreekrecht dient het personeelslid erover te waken dat het voor de personen die kennis krijgen van de bedoelde informatie duidelijk is, dat deze mening de persoonlijke mening van het personeelslid is en niet de mening van (een deel van) het bestuur.
Derhalve is het verboden om zijn persoonlijke mening kenbaar te maken via een medium eigendom van het bestuur. Daarbij dient o.a. gedacht aan:
• het briefpapier van het bestuur;
• het e-mailadres dat het bestuur aan het personeelslid ter beschikking gesteld heeft met het oog op het uitoefenen van zijn functie;
• de publicaties uitgegeven door of namens het bestuur;
• persmededelingen of uitspraken tijdens interviews of publieke optredens als personeelslid van het bestuur.
Afdeling II. Zwijgplicht
Art. 27. Het is verboden feiten bekend te maken die betrekking hebben op: 1° de veiligheid van het land;
2° de bescherming van de openbare orde; 3° de financiële belangen van de overheid;
4° het voorkomen en het bestraffen van strafbare feiten; 5° het medisch geheim;
6° het vertrouwelijke karakter van commerciële, intellectuele en industriële gegevens; 7° het vertrouwelijke karakter van de beraadslagingen.
Art. 28. Het is verboden feiten bekend te maken als de bekendmaking ervan een inbreuk vormt op de rechten en de vrijheden van de burger, in het bijzonder op het privéleven, tenzij de betrokkene toestemming heeft verleend om de gegevens die op haar of hem betrekking hebben, openbaar te maken.
Art. 29. Het personeelslid dat krachtens de wet of het decreet een besloten vergadering bijwoont van de raad of van een andere vergadering waarin raadsleden zetelen, is tot geheimhouding verplicht omtrent de zaken die besproken zijn tijdens die vergadering.
Commentaar op de voorgaande artikelen:
Je kan niet om het even wat vertellen. Je moet altijd rekening houden met een geheimhoudingsplicht. Dit kan te maken hebben met het beroepsgeheim, de discretieplicht en de plicht tot gereserveerdheid (= de manier waarop je met het spreekrecht omgaat). Zo mag je bijvoorbeeld aan derden niets zeggen over:
• gegevens over het intern beraad
• gegevens die geheim zijn of door uw leidinggevende als dusdanig worden gedefinieerd;
• medische, fiscale, sociale of andere gegevens uit de persoonlijke levenssfeer van collega’s of burgers/gebruikers;
• vertrouwelijke commerciële, industriële of intellectuele gegevens.
Art. 30. De bepalingen van deze afdeling gelden ook m.b.t.:
• het bijhouden van informatie op papier, op de harde schijf van de computer of op memorysticks;
• het plaatsen bij derden op hun website of het versturen van vertrouwelijke documenten via derden (denk aan Gmail, Google Docs & gelijkaardige diensten).
Het personeelslid dient erover te waken dat onbevoegden geen toegang krijgen tot de informatie die overeenkomstig deze afdeling niet bekend mag worden gemaakt.
Art. 31. De bepalingen van deze afdeling gelden niet ten aanzien van de informatie gedeeld of te delen met de hiërarchische meerdere(n) van het personeelslid of ten aanzien van het uitvoerend orgaan.
Art. 32. De bepalingen van deze afdeling blijven gelden wanneer het personeelslid zijn ambt heeft beëindigd.
Afdeling III. Spreekplicht
Art. 33. Het personeelslid dat in de uitoefening van zijn ambt nalatigheden, misbruiken of misdrijven vaststellen, heeft de plicht hiervan een hiërarchische meerdere onmiddellijk op de hoogte
brengen. Xxxxxxxx hiërarchische meerdere is al naar gelang het geval de meerdere van de persoon die in de fout is gegaan of indien die meerdere niet werkzaam is bij het bestuur, de eigen meerdere. Het is het personeelslid toegestaan deze informatie over te maken aan de meerdere van de aangesproken meerdere indien deze nalaat de nodige acties te ondernemen. Het is het personeelslid niet toegestaan deze informatie door te geven aan derden.
Commentaar:
Bij een vermoeden van onregelmatigheden geldt de spreekplicht. Je brengt je leidinggevende of de secretaris op de hoogte. Voor het uitoefenen van je spreekplicht kan je niet gesanctioneerd worden.
Art. 34. Het personeelslid is ook onderworpen aan de spreekplicht die voortvloeit uit de wetgeving.
Commentaar
De geheimhoudingsplicht is ook ondergeschikt aan grondwettelijke, wettelijke of decretale bepalingen die u tot spreken verplichten. Indien u bijvoorbeeld voor de rechtbank moet getuigen.
HOOFDSTUK VI. Onverenigbaarheden
Art. 35. De hoedanigheid van personeelslid is onverenigbaar met elke activiteit die het personeelslid zelf of via een tussenpersoon verricht en waardoor:
1° de ambtsplichten niet kunnen worden vervuld;
2° de waardigheid van het ambt in het gedrang komt; 3° de eigen onafhankelijkheid wordt aangetast;
4° een belangenconflict ontstaat.
Commentaar:
Je functie brengt met zich mee dat je de waardigheid van je ambt moet in het oog houden. Je mag dus in je privéleven niets doen, waardoor je:
• het voor jezelf onmogelijk maakt goed te functioneren op de werkvloer (b.v. zondagavond uitgaan en tot in de vroege uurtjes op maandag morgen blijven feesten als je die maandag moet werken;
• jouw functie ten schande maakt (gekende voorbeelden: politieagenten die in dronken toestand achter het stuur zitten en een ongeval veroorzaken);
• het onmogelijk maakt om nog te kunnen optreden (b.v. xxxxxx zo voordoen op sociale media of in het publiek, zodat je niet meer in eer en geweten kan optreden tegen je ondergeschikten als zij datzelfde doen);
• xxxxxx in een positie brengen waardoor je rechter en partij bent in eenzelfde zaak.
Art. 36. Het personeelslid mag in kledij en voorkomen de waardigheid van het ambt niet in het gedrang brengen.
Art. 37. Buiten de uitoefening van de functie moet het personeelslid elke handelwijze vermijden die het vertrouwen van het publiek in het bestuur kan aantasten.
Commentaar:
Als personeelslid moeten we integer zijn, m.a.w correct en betrouwbaar handelen. In de praktijk betekent dit o.a. dat de personeelsleden in het openbaar niet participeren aan activiteiten die de waardigheid van het ambt in het gedrang kunnen brengen.
Het is de secretaris en de financieel beheerder verboden zelf of door een tussenpersoon daden van koophandel te stellen in de zin van artikel 2 van het Wetboek van koophandel.
Art. 38. Het personeelslid dient erover te waken dat zowel in de diensttijd als buiten de diensttijd geen belangenvermenging ontstaat.
Indien deze situatie zich toch voordoet dient hij zijn hiërarchische meerdere hiervan in kennis te stellen.
Art. 39. Het personeelslid mag, naar aanleiding van de uitoefening van de functie, geen daden stellen die voordeel opleveren voor zichzelf, zijn echtgenoot, zijn samenwonende partner, zijn kinderen of die van zijn echtgenoot of samenwonende partner.
Commentaar:
We sluiten privébelangen uit. Dat is bijvoorbeeld het geval als je zelf of via een tussenpersoon belangen hebt in bedrijven of organisaties die je in je functie moet beoordelen bij een administratieve procedure. Doet zo’n situatie zich voor, dan breng je je leidinggevende op de hoogte en kan het dossier worden doorgegeven aan een collega.
Art. 40. Het personeelslid mag geen vergoedingen, wedden, toelagen, presentiegelden of andere tegenprestaties ontvangen van de rechtspersonen waarin hij het bestuur vertegenwoordigt.
Art. 41. Het personeelslid mag niet deelnemen aan de bespreking en de stemming over aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij zijn echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen.
Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.
Art. 42 Het personeelslid mag niet deelnemen aan de bespreking en de stemming over de vaststelling of goedkeuring van de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of waarvan hij tot het uitvoerend orgaan behoort.
Deze bepaling is niet van toepassing op het personeelslid dat zich in bovenvermelde omstandigheden bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van het bestuur is aangewezen in andere rechtspersonen.
Art. 43. Het personeelslid mag niet rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werken in geschillen ten behoeve van het bestuur.
Dat verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het personeelslid werken.
Art. 44. Het personeelslid mag niet rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werken in geschillen ten behoeve van de tegenpartij van het bestuur of ten behoeve van een personeelslid van het bestuur aangaande beslissingen in verband met de tewerkstelling binnen het bestuur.
Dit verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het personeelslid werken.
Art. 45. Het personeelslid mag niet rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst sluiten, behoudens in geval van een schenking aan het bestuur of een extern verzelfstandigd agentschap opgericht door het bestuur,
of deelnemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van het bestuur
of een extern verzelfstandigd agentschap opgericht door het bestuur, behoudens in de gevallen waarbij het personeelslid een beroep doet op een door het bestuur of een extern verzelfstandigd agentschap opgericht door het bestuur aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat.
HOOFDSTUK VII. Neutraliteit van de dienstverlening
Art. 46. Het personeelslid moet elke schijn van partijdigheid of vooringenomenheid vermijden met betrekking tot een aangelegenheid waarin zijn advies, zijn toelichting of zijn deelname aan de bespreking, beraadslaging of stemming wordt vereist.
Bij de uitoefening van zijn functie mag het personeelslid geen uitdrukking geven aan enige politieke, ideologische, religieuze of filosofische gezindheid.
Het personeelslid laat zich bij de uitoefening van zijn functie niet leiden door eigen partijpolitieke voorkeuren of door motieven die te maken hebben met ras, herkomst, politieke, religieuze, filosofische of syndicale overtuiging of seksuele geaardheid van de betrokkene(n) in een dossier.
Commentaar:
Er worden dus bij publiekscontact geen religieuze tekens (kruisjes, religieuze hoofddoeken, levensbeschouwelijke of partijpolitieke pins, e.d.) gedragen.
Art. 47. Het personeelslid aanvaardt geen beïnvloeding of poging tot beïnvloeding in dossiers. Indien nodig brengt het personeelslid zijn hiërarchische meerdere op de hoogte of indien de beïnvloeding uitgaat van die hiërarchische meerdere, diens meerdere.
Commentaar:
Indien een mandataris (politicus) wil tussenkomen in een dossier, gelden in alle gevallen drie basisregels:
• Je behoudt je objectiviteit
• Je wijkt niet af van de normale administratieve procedures.
• Je moet dit altijd melden aan je leidinggevende en de secretaris. Bij een administratief dossier dient dit in het dossier geregistreerd te worden.
Art. 48. Het is het personeelslid verboden tijdens de diensturen enige politieke, ideologische of filosofische propaganda te voeren en dat zowel ten aanzien van collega’s, als ten aanzien van burgers.
Elk voornemen een openbaar mandaat te aanvaarden dient voor de aanvaarding ervan aan het uitvoerend orgaan te worden meegedeeld. Zo een voorafgaande kandidaatstelling vereist is, dient deze mededeling gedaan voor de datum waarop de kandidatenlijsten worden afgesloten.
HOOFDSTUK VIII. Gebruik van bestuurlijk materieel
Art. 49. Het gebruik van bestuurlijk materieel voor private doeleinden is verboden, tenzij hiervoor een specifieke gebruiksovereenkomst werd opgemaakt.
Onder bestuurlijk materieel wordt verstaan: materieel dat eigendom is van het bestuur, zoals motorvoertuigen, meubilair, pc’s en randapparatuur, machines, werktuigen, telecomapparatuur en vergelijkbare roerende voorwerpen.
Commentaar:
Als personeelslid moeten we integer zijn, m.a.w correct en betrouwbaar handelen. In de praktijk betekent dit o.a. het respecteren van de eigendommen en de rechten van het bestuur door deze enkel voor ons werk te gebruiken.
Je maakt geen gebruik van uitrusting of materiaal van het bestuur voor privédoeleinden, tenzij met een gebruiksovereenkomst.
Art. 50. Het gebruik van bestuurlijk materieel op een wijze die schade kan berokkenen aan mensen, aan dat materieel of die de veiligheid van computer systemen of informatie in het gedrang kunnen brengen is verboden.
Wanneer het personeelslid vermoedt of vaststelt dat het toegang heeft tot bestanden of netwerken waartoe het niet geautoriseerd is, moet het dit melden aan de systeembeheerder en/of veiligheidsconsulent.
Art. 51. § 1. Het gebruik op de werkvloer van het internet voor private doeleinden is verboden tijdens de werkuren.
Onder privaat internetgebruik wordt verstaan: het aanwenden van bestuurlijk materieel, ten einde hetzij private e-mails te verzenden, hetzij om voor private redenen naar websites te surfen.
§ 2. Het personeelslid mag zonder toestemming van de informaticadienst niet zijn password(en) aan derden (inclusief firma’s zoals Cevi, SDP, Logins, Xxxxxxxx, Infohos, …) doorgeven.
Het personeelslid is verplicht de informaticadienst op de hoogte te houden van externe logingegevens (bijvoorbeeld een toegang tot een gouvernementele website) die cruciaal zijn voor de goede werking van het bestuur. Deze logingegevens mogen volgens eigen inzicht gedeeld worden met collega’s.
Art. 52. Het personeelslid mag geen e-mailberichten die voor andere personeelsleden of voor raadsleden bestemd zijn, lezen, kopiëren, wijzigen, afdrukken of wissen, behoudens uitdrukkelijke en schriftelijk daartoe verleende toestemming van de rechthebbenden of opdracht van de secretaris.
Art. 53. In geval van langdurige afwezigheid van het betrokken personeelslid kan de informaticadienst het nodige doen om de inkomende mails van het afwezige personeelslid te openen en/of te doen toekomen in een andere mailbox.
Art. 54. Het personeelslid mag niet:
• inbreken in de netwerkinfrastructuur. Onder ‘inbreken’ wordt ongeacht het doel waartoe men dit doet verstaan: via eender welke ongeoorloofde manier méér proberen te doen dan wat het personeelslid geacht wordt te kunnen;
• de werking van het netwerk doelbewust te verstoren;
• het netwerk te gebruiken voor illegale activiteiten.
• het netwerk te gebruiken om persoonlijke commerciële activiteiten uit te voeren.
Art. 55.Het personeelslid mag enkel van thuis uit inbellen op het netwerk van het bestuur via apparatuur die eigendom is van het bestuur.
Commentaar:
Onder inbellen wordt verstaan: het gebruik van een VPN-verbinding of gelijkaardig systeem waarmee je effectief in de netwerkomgeving van het bestuur komt. Het is wel toegestaan om e-mail en agenda te raadplegen via een eigen toestel.
Art. 56. De directe leidinggevenden hebben het recht controle uit te (laten) oefenen op het privaat gebruik van bestuurlijk materieel, mits zij daarbij het recht van het personeelslid op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer eerbiedigen.
Als de vaststelling toch een inmenging in de persoonlijke levenssfeer van personeelslid impliceert, mag niet de reden van het gebruik, maar de frequentie en de omvang ervan gecontroleerd worden. Uiteraard mag de leidende ambtenaar de nodige stappen ondernemen om na te gaan of het gebruik te maken heeft met de functie, dan wel met private doeleinden van het personeelslid.
De controle op het gebruik van het bestuurlijk materiaal door de secretaris en de financieel beheerder gebeurt door het evaluerend orgaan.
Art. 57. De controle op het privaat internetgebruik is toegestaan met het oog op:
• de naleving van artikel 12.;
• het voorkomen van ongeoorloofde of lasterlijke feiten;
• het voorkomen van feiten die strijdig zijn met de goede zeden of die de waardigheid van een andere persoon kunnen schaden;
• de bescherming van de belangen van het bestuur die vertrouwelijk zijn, alsook het tegengaan van praktijken die daarmee in strijd zijn;
• de veiligheid en/of de goede technische werking van de IT-netwerksystemen van het bestuur, met inbegrip van de controle op de kosten die ermee gepaard gaan alsook de fysieke bescherming van de installaties van het bestuur;
• het te goeder trouw naleven van de beginselen en regels die binnen het bestuur gelden voor het gebruik van on-linetechnologieën.
Art. 58. Wanneer het bevoegde orgaan bij een niet vooraf aangekondigde steekproef of bij een toevallige aanwezigheid bij het personeelslid vaststelt dat het personeelslid het verbod op het privaat gebruik van bestuurlijk materieel of het privaat internetgebruik overtreedt, maakt het daarover een nota op die het aan het persoonlijk dossier toevoegt. Bij het eerstvolgende evaluatiegesprek wordt rekening gehouden met de nota's i.v.m. het persoonlijk gebruik van bestuurlijk materieel.
Onverminderd de mogelijkheid van een tuchtrechtelijk procedure kan het bevoegde orgaan zo de noodzaak zich voordoet de nodige stappen ondernemen opdat ordemaatregelen genomen worden.
Art. 59. Het personeelslid mag geen oneigenlijk gebruik maken van voorzieningen of faciliteiten die door het bestuur ter beschikking worden gesteld met het oog op het uitoefenen van zijn functie, zoals bijvoorbeeld toegang tot beveiligde sites, bevolkingsgegevens of andere databases.
Commentaar:
We moeten onze nieuwsgierigheid intomen. Dit verbod op misbruik geldt uiteraard nog meer wanneer we informatie inwinnen die we nodig hebben in onze (juridische) strijd met familieleden, buren en relaties in het algemeen. De informatie die je in je eigen belang wenst te krijgen en niet zou krijgen indien je die als burger bij het bestuur zou opvragen, mag je niet als personeelslid opzoeken.
HOOFDSTUK IX. Vakbondsrechten
Art. 60. De representatieve en erkende vakbondsorganisaties en hun afgevaardigden oefenen hun prerogatieven uit binnen de perken gesteld door de wet, door het decreet en door de reglementaire uitvoeringsbesluiten.
HOOFDSTUK X. Aansprakelijkheid
Art. 61. Indien een personeelslid bij de uitvoering van de functie het bestuur of derden schade berokkent, is het enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij
enkel aansprakelijk wanneer die schuld bij het personeelslid eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
Art. 62. Na de feiten kunnen het bestuur en het personeelslid een overeenkomst sluiten omtrent de vergoedingen en de schadeloosstellingen die het personeelslid het bestuur verschuldigd is krachtens dit .
Indien beiden niet tot een overeenkomst kunnen komen worden de vergoedingen en de schadeloosstellingen door de rechter vastgesteld.
De aldus vastgestelde sommen kunnen op het loon van het personeelslid ingehouden worden overeenkomstig de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers (B.S. 30 april 1965). Het totaal van de inhoudingen mag niet meer bedragen dan één vijfde van het netto loon. Deze beperking is niet van toepassing wanneer het personeelslid bedrog heeft gepleegd of vrijwillig ontslag genomen heeft vooraleer de vergoedingen en schadeloosstellingen die het verschuldigd is overeenkomstig dit artikel betaald heeft.
RICHTLIJNEN INZAKE DRESS- EN HYGIENECODE VOOR HET OCMW-PERSONEEL
Deze richtlijnen hebben tot doel de arbeidsveiligheid van de medew erkers (inclusief vrijw illigers) te bevorderen én de overdracht van ziektekiemen via de medew erkers naar de patiënten / bew oners / gebruikers te voorkomen. Ze w erden op 27/06/2012 vastgesteld door de OCMW-raad na overleg met de vakorganisaties, en maken deel uit van het arbeidsreglement van OCMW Izegem.
PERSONEEL | De Plataan, keuken Ten Bos en DVC Dischveld | OCMW | De Leest | t Antw oord Steunpunt Emelgem | ||||||||||||||||||||
verpl. & verz. Personeel | paramedisch personeel | keukenpersoneel | schoonmaak & log. ass. & linnen | cafetaria | administratief personeel | onthaal | animatie & activatie personeel | kapsalon | technische dienst + klusjesdienst | poetsdienst intern | administratief personeel | onthaal | maaltijdbedeling | poetsdienst keuken + toiletten | cafetaria | administratief personeel | chauffeur + hulp | onthaal | poetsdienst extern | poetsdienst intern | cafetaria | administratief personeel | maaltijbedeling | |
KLEDIJ | ||||||||||||||||||||||||
DIENSTKLEDIJ | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | ||||||||||||
geen zichtbare kledij onder de dienstkledij | x | x | x | x | ||||||||||||||||||||
geen pantalon onder stofjas | x | x | x | x | ||||||||||||||||||||
geen kledij boven de dienstkledij | x | x | x | x | x | x | x | x | x | |||||||||||||||
reflecterend mouw loos veiligheidvestje | x | |||||||||||||||||||||||
papierschort, haarnetje, handsch. | x | x | ||||||||||||||||||||||
SCHOEISEL | ||||||||||||||||||||||||
veiligheidsschoenen verplicht | x | x | x | x | x | |||||||||||||||||||
eigen schoeisel type sportschoen (antislipzool, gesloten schoeisel, onopvallende kleuren en modellen, geen plateauzolen, geen naaldhakken, geen laarzen). Geen Crocs of gelijkaardig. | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | ||||||||||||
PANTY'S / SOKKEN | ||||||||||||||||||||||||
panty's verboden | x | |||||||||||||||||||||||
panty's niet verplicht (w el verzorgde benen!) | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | |||||
onopvallende kleuren en types | x | x | x | x | x | x | x | x | x | |||||||||||||||
HAARTOOI | ||||||||||||||||||||||||
lange haren samenbinden | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | ||||||||||||
haarnet (HACCP) | x | x | x |
JUWELEN | ||||||||||||||||||||||||
JUWELEN verboden aan handen (ook trouw ringen en uurw erken), hals, voorarmen, voeten en enkels. | x | x | x | x | x | beperken | x | x | x | beperken | x | x | beperken | x | x | beperken | x | |||||||
PIERCINGS: grijpbare piercings verboden (exclusief kleine oorversieringen). | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
grote oorbel(len) verboden | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | ||||||||||||||
HANDHYGIENE | ||||||||||||||||||||||||
NAGELS: kort, vrij van nagellak, geen kunstnagels | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x | ||||||||||||||
HANDWASSEN HANDONTSMETTING HANDSCHOENGEBRUIK | volgens richtlijnen standaardvoorzorgsmaatregelen en procedures inzake voorkoming verspreiding besmettingen (o.a. MRSA, ….), richtlijnen HACCP opgenomen in kw alilteitshandboek van de instelling |
EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN (EHBO)
Goedgekeurde versie 05/11/2014
Plaats van de verbandkisten
Gebouw | Adres | Locatie verbandkist |
Centrale Administratie | Xxxxxxxxxxxxxx 0 | berging naast keuken |
WZC De Plataan | Meensesteenweg 74 | - keuken - fotocopielokaal (1e verdieping atrium) - bewonersafdelingen (ver- pleegposten) |
DVC Dischveld | Odiel Spruyttestraat 33/2 | vergaderlokaal |
Keuken Ten Bos | Xxxxxxxxxxxxxx 00 | bereidingsgedeelte, t.h.v. portioneerband |
Atelier Technische Dienst | Odiel Spruyttestraat 33/1 | refterlokaal |
Polyvalente zaal Vijverhof | Vijverhof | keukenlokaal |
Serviceflats Xxxx Xxxxx | Xxxx Xxxxxxxxxxx 00 | keukengedeelte in polyvalente zaal |
Sociaal Huis ‘t Antwoord | Sint Jorisstraat 60 | keukenlokaal (achter balie) |
LDC De Leest | Sint Jorisstraat 62 | kopielokaal (naast balie) |
Dorpshuis Emelgem | Xxxxxxxxxxxxxx 0 | berging palend aan eetzaal. |
PSYCHOSOCIALE RISICO’S OP HET WERK
Goedgekeurde versie 05/11/2014
I. Definities omtrent de psychosociale risico’s
Psychosociaal risico =
de kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden.
Psychosociale xxxxxx’x op het werk omvatten ondermeer:
Geweld op het werk =
Elke feitelijkheid waarbij een personeelslid psychisch of fysisch wordt bedreigd of aangevallen wordt bij de uitvoering van het werk.
Pesterijen op het werk =
een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen, buiten of binnen de onderneming of instelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een persoon bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd dat zich inzonderheid uit in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften.
Ongewenst seksueel gedrag op het werk =
elke vorm van ongewenst verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd
II. Psychosociale preventieadviseur en vertrouwenspersoon
Elk personeelslid dat bij de uitvoering van het werk het slachtoffer meent te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag, kan zich wenden tot één van volgende personen:
• de door het bestuur aangestelde interne vertrouwenspersoon (contactgegevens in bijlage 10)
• de psychosociale preventieadviseur van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waar het OCMW mee samenwerkt (contactgegevens in bijlage 10)
III. Interne procedure
Informele procedure (luister-, informatie- en bemiddelingsfase)
Het personeelslid kan in eerste instantie een afspraak maken met de interne vertrouwenspersoon, die hem/haar zal horen en informatie omtrent de mogelijke stappen zal aanreiken. Op verzoek van het slachtoffer, zal de vertrouwenspersoon een poging tot verzoening of een bemiddeling met de aangeduide (vermeende) daders opstarten.
Formele procedure (verzoek tot formele psychosociale interventie)
Als de bemiddelingspoging geen resultaat heeft of dergelijke poging onmogelijk blijkt, kan het personeelslid een met redenen omkleed verzoek tot formele psychosociale interventie indienen. Het is in elk geval het slachtoffer dat beslist om al dan niet een verzoek in te dienen. Dat verzoek wordt bezorgd aan de psychosociale preventieadviseur.
Vanaf het moment dat het verzoek ingediend, in ontvangst genomen en aanvaard werd is het slachtoffer beschermd tegen ontslag of eenzijdige verandering van de arbeidsvoorwaarden om reden van de klacht. Die ontslagbescherming verhindert dus geen ontslag of tuchtprocedure om een reden die vreemd is aan het verzoek.
Zodra een gemotiveerd verzoek is ingediend, brengt de preventieadviseur psychosociaal welzijn de secretaris op de hoogte van het feit dat een met redenen omkleed verzoek werd ingediend, deelt de identiteit van de verzoeker mee. De preventieadviseur stuurt geen kopie van de klacht aan de secretaris en deelt hem evenmin de naam van de aangeklaagde mee.
De psychosociale preventieadviseur onderzoekt volledig onpartijdig het verzoek en doet aan de secretaris, binnen een termijn van drie maanden, een voorstel van te nemen maatregelen.
De secretaris heeft de bevoegdheid om passende maatregelen te nemen en zo een einde te maken aan de feiten die de oorzaak zijn van het verzoek.
Wanneer de secretaris ordemaatregelen dient te treffen, dient hij de hoorplicht na te leven.
Indien het een verzoek met betrekking tot de secretaris betreft, neemt het Vast Bureau van het OCMW de bevoegdheden van de secretaris over.
Eindfase
Als de feiten na het in werking treden van de maatregelen niet ophouden of als de secretaris of het Vast Bureau nalaat de nodige maatregelen te treffen, eindigt de interne procedure.
IV. Externe procedure
Bij Toezicht op het Welzijn op het Werk
Bij het mislukken van de interne procedure of het nalaten van de werkgever om de passende maatregelen te treffen, wendt de preventieadviseur psychosociaal welzijn zich, na akkoord van het personeelslid, tot het Toezicht op het Welzijn van het Werk.
Het slachtoffer kan zich ook rechtstreeks, zonder interne procedure of tussenkomst van de preventieadviseur tot Toezicht op het Welzijn van het Werk richten.
Het Toezicht op het Welzijn op het Werk zal de werkgever verplichten om de door haar opgelegde maatregelen te treffen binnen een termijn die zij bepaalt.
Indien ook deze interventie niet lukt, zal het Toezicht op het Welzijn op het Werk een proces- verbaal opstellen en overmaken aan de arbeidsauditeur. De arbeidsauditeur zal eveneens proberen te zorgen dat de situatie zich regulariseert. Hij oordeelt zelf over de noodzaak en de opportuniteit om strafvervolging in te stellen.
De arbeidsauditeur kan ofwel de dader van de feiten ofwel het bestuur dat weigert de nodige maatregelen te nemen of een lid van de hiërarchische lijn als uitvoerder van het preventiebeleid, dagvaarden voor de correctionele rechtbank. Hij kan ook de klacht seponeren (= beslissen om niet te vervolgen).
Bij de arbeidsrechtbank
Het personeelslid kan ook rechtstreeks een rechtsvordering instellen bij de arbeidsrechtbank om de naleving van de wettelijke bepalingen inzake psychosociale risico’s op het werk af te dwingen.
Wanneer het personeelslid echter geen beroep heeft gedaan op de interne procedure, terwijl deze procedure wettig kan worden toegepast, kan de rechter aan dit personeelslid bevelen eerst de interne procedure te doorlopen. De gerechtelijke procedure wordt dan geschorst tot dat de psychosociale preventieadviseur zijn advies heeft gegeven.
V. Derden, andere dan collega’s
Wanneer personeelsleden in contact komen met derden, namelijk personen die zich op de arbeidsplaats bevinden maar niet behoren tot het personeel van de eigen organisatie of hiermee niet kunnen worden gelijkgesteld, kunnen specifieke risico’s ontstaan. Daartoe dient de werkgever een feitenregister bij te houden, waarin de verklaringen worden opgenomen betreffende feiten van grensoverschrijdend gedrag, gepleegd door derden ten aanzien van het personeelslid.
Het feitenregister beschrijft feiten en het tijdstip van deze feiten, maar vermeldt de identiteit van het personeelslid dat aangifte doet, niet.
De medewerker doet zijn relaas op het formulier ‘feitenregister’ en bezorgt dit onder gesloten omslag aan de preventieadviseur. De medewerker kan kiezen om een gesprek te hebben met de vertrouwenspersoon of met de preventieadviseur psychosociaal welzijn.
Het feitenregister wordt bijgehouden door de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociaal welzijn, is enkel toegankelijk voor de werkgever, de vertrouwenspersoon en de preventieadviseur psychosociaal welzijn, en wordt ter beschikking gehouden van de inspectie.
De verklaringen in het feitenregister worden gedurende 5 jaar bijgehouden, vanaf de dag dat het personeelslid deze verklaringen heeft laten optekenen.
Samenstelling BasisOverlegComité (BOC), Bijzonder OnderhandelingsComité (BOnC), Hoog OverlegComité (HOC) en Comité Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW)
Goedgekeurde versie 05/11/2014
I. Samenstelling BasisOverlegComité (BOC)
Namens de overheid
Xxxx Xxxxxxxxxxxx, voorzitter Xxxxx Xxxxxx, lid Vast Bureau Xxxxx Xxxxxxxxx, lid Vast Bureau Xxxxxxx Xxxxxxxxxx, lid Vast Bureau
Namens de vakorganisaties A.C.O.D.
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, regionaal verantwoordelijke
Xxxx-Xxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxxxx – tel. 051/25.20.24 email: xxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx personeelsafgevaardigde 1 (ocmw) : Xxxxxxxxxxx Xxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 2 (ocmw) : Xxxxxxx Xxxxx
A.C.V. Openbare Diensten
Xxxxx Xxxxxxx, regionaal verantwoordelijke
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx 00 X, 0000 Xxxxxxxx – tel. 056/23.56.07 email: x00xxx@xxx-xxx.xx
personeelsafgevaardigde 1 (ocmw) : Xxxxxxxx Xxxxx
V.S.O.A.
Xxxxxx Xxxxxxxxx, regionaal verantwoordelijke Xxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx – tel. 0495/68.00.44 xxxx-xx@xxxx-xxxxxxx.xx
Technici
Xxxx Xxxxxxxx, secretaris OCMW
Xxx Xxxxxxx, personeelsconsulent OCMW Xxxxx Xx Xxxx, directeur WZC De Plataan
II. Samenstelling Bijzonder Onderhandelingscomité (BOnC) & Hoog Overlegcomité
Namens de overheid Xxxx Xxxxxxxx, voorzitter
Xxxx Xxxxxxxxxxxx, voorzitter
Namens de vakorganisaties A.C.O.D.
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, regionaal verantwoordelijke
Xxxx-Xxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxxxx – tel. 051/25.20.24 email: xxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx personeelsafgevaardigde 1 (stad) : Xxxxxx Xxxxxxxxxx personeelsafgevaardigde 2 (stad) : Xxx Xxxx personeelsafgevaardigde 3 (ocmw) : Xxxxxxxxxxx Xxx
-2–
A.C.V. Openbare Diensten
Xxxxx Xxxxxxx, regionaal verantwoordelijke
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx 00 X, 0000 Xxxxxxxx – tel. 056/23.56.07 email: x00xxx@xxx-xxx.xx
personeelsafgevaardigde 1 (stad) : Xxxx Xxxx personeelsafgevaardigde 2 (stad) : Xxxx Xxxxxx personeelsafgevaardigde 3 (stad): Ronny D’Hondt personeelsafgevaardigde 4 (ocmw) : Xxxxxxxx Xxxxx
V.S.O.A.
Xxxxxx Xxxxxxxxx, regionaal verantwoordelijke Xxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx – tel. 0495/68.00.44 xxxx-xx@xxxx-xxxxxxx.xx
personeelsafgevaardigde 1 (stad): Xxxxx Xxxxxx
Technici
Xxxxx Xxxxxxx, stadssecretaris Xxxx Xxxxxxxx, secretaris OCMW
Xxx Xxxxxxx, afgevaardigde personeelsdienst OCMW Xxxxx Xxxxx, afgevaardigde personeelsdienst Stad
Xx. Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, arbeidsgeneesheer (enkel HOC) Xxxx Xxxxxx, preventieadviseur (enkel HOC)
III. Samenstelling Comité Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW)
Namens de overheid
Xxxx Xxxxxxxxxxxx, voorzitter Xxxxx Xxxxxx, lid Vast Bureau Xxxxx Xxxxxxxxx, lid Vast Bureau Xxxxxxx Xxxxxxxxxx, lid Vast Bureau
Namens de vakorganisaties A.C.O.D.
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, regionaal verantwoordelijke personeelsafgevaardigde 1 (ocmw) : Xxxxxxxxxxx Xxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 2 (ocmw) : Xxxxxxx Xxxxx
A.C.V. Openbare Diensten
Xxxxx Xxxxxxx, regionaal verantwoordelijke personeelsafgevaardigde 1 (ocmw) : Xxxxxxxx Xxxxx
V.S.O.A.
Xxxxxx Xxxxxxxxx, regionaal verantwoordelijke
Technici
Xxxx Xxxxxxxx, secretaris OCMW
Xxx Xxxxxxx, personeelsconsulent OCMW Xxxxx Xx Xxxx, directeur WZC De Plataan
Xxxxxxxxx Xxxxxxx, intern vertrouwenspersoon OCMW Xxxxx Xxxxxxxxxx, intern preventieadviseur OCMW
Xx. Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, arbeidsgeneesheer
NUTTIGE ADRESSEN
Goedgekeurde versie 05/11/2014
Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW)
PROVIKMO : Xxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx, tel : 051/26.06.00 Arbeidsgeneesheer : Xx. Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx
Preventieadviseur : Mevr. Xxxxxxxx Xxxxxx, diensthoofd cel psychosociaal welzijn. Zij is bereikbaar tijdens de kantooruren op 050/47.47.42 of buiten de kantooruren op de crisisfoon 078/150 200
Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW)
Xxxxx Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxx, 051/33.66.43, xxxxx.xxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx
Ziektecontrolefirma :
Mensura, Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, tel : 02/000.00.00
Verzekeringsmaatschappijen :
Arbeidsongevallen : Belfius verzekering, Xxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx - polisnr 185502010 Hospitalisatieverzekering : DKV, Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0-0, 0000 Xxxxxxx - polisnr 42003487
Omnuimverzekering eigen motorvoertuig bij dienstverplaatsingen : Ethias, Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx - polisnr 02725199
Kinderbijslagfonds :
RSZPPO, rijksdienst voor sociale zekerheid voor de plaatselijke en provinciale overheidsdiensten, dossier kinderbijslag, Xxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxx, aansluitingsnr 5030
Inspectiediensten :
1/ Algemene directie toezicht op de sociale wetten
Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxxx, tel 051/26.54.30
2/ Algemene directie toezicht op het welzijn op het werk
FAC Kamgebouw, Koning Albert I- Xxxx 0/0 xxx 0 , 0000 Xxxxxx, tel 050/44.20.20
3/ Ministerie van Sociale Zaken, volksgezondheid en leefmilieu
Sociale Inspectie, Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 0X, 0000 Xxxxxxx, tel 02/000.00.00
4/ Directie- Generaal Sociale inspectie
Eurostation II , Xxxxxx Xxxxxxxxxx 40 bus 20 te 0000 Xxxxxxx
Vakbondsorganisaties :
ACOD- LRB (algemene centrale der openbare diensten – lokale en regionale besturen) Xxxx- Xxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxxxx
-2–
ACV- openbare diensten (algemeen christelijk vakverbond – openbare diensten) Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 00X – 0000 Xxxxxxxx
VSOA - LRB (vrij syndicaat voor het openbaar ambt – lokale en regionale besturen) Xxxxxxxxxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxxxx
Vertrouwenspersoon psycho-sociaal welzijn:
Xxxxxxxxx Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxx, 051/33.66.38, xxxxxxxxx.xxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx