Conceptversie vakorganisaties De Unie en FNV Bondgenoten maart 2013 voor instemming vakbondsleden.
CONCEPT Collectieve Arbeidsovereenkomst NEDAP
1 april 2013 t/m 31 maart 2014
Conceptversie vakorganisaties De Unie en FNV Bondgenoten maart 2013 voor instemming vakbondsleden.
Conceptversie vakorganisaties De Unie en FNV Bondgenoten maart 2013 na instemming leden
Inhoud
Inleiding
De volgende partijen hebben deze CAO afgesloten:
1. N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek "Nedap" te Groenlo
en
2. de vakorganisaties:
FNV Bondgenoten te Utrecht De Unie te Culemborg
Nedap is in de afgelopen jaren sterk veranderd. Van een inventieve toeleverancier (producent) naar een zelfbewuste innovatieve leverancier van technologische oplossingen voor maatschappelijke relevante thema’s.
Nedap heeft zich een solide autonome omzetgroei en groei van toegevoegde waarde per medewerker ten doel gesteld. Om deze groei te bereiken, is het kunnen aantrekken en behouden van talentvolle medewerkers de meest bepalende factor.
Er worden dan ook hoge eisen aan de professionaliteit van Nedap‐ medewerkers en Nedap als werkgever gesteld. Naast het opleidingsniveau verwacht Nedap van medewerkers continu leervermogen, creativiteit, ondernemerschap, doorzettingsvermogen en collegialiteit.
Medewerkers verwachten van Nedap als werkgever begeleiding in hun carrière, door naar hun wensen en mening te luisteren, zodat er een gezonde balans bestaat tussen medewerkersdoelen en Nedap doelen. Medewerkers wensen waardering voor hun bijdrage aan de groei van Nedap en een gezonde werk‐privé balans.
Belangrijk is dat medewerkers zich bij Nedap thuis voelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen in het kader van zowel functionele en persoonlijke groei. De basis daarvoor is wederzijds vertrouwen.
Vertrouwen dat je vindt in de manier waarop wij met elkaar omgaan, de vrijheid van ondernemen.
Nedap en de vakorganisaties hebben het volgende met elkaar afgesproken in deze CAO.
HOOFDSTUK 1
Algemene bepalingen
1.1 Overeenkomst
Tussen Nedap te Groenlo en de vakorganisaties
FNV Bondgenoten te Utrecht en De Unie te Culemborg is overeengekomen deze Collectieve Arbeidsovereenkomst van toepassing te laten zijn op de medewerkers
werkzaam bij Nedap te Groenlo op basis van een tussen de medewerker en Nedap gesloten individuele arbeidsovereenkomst.
1.2 Werkingssfeer
Deze CAO is van toepassing op medewerkers die een individuele arbeidsovereenkomst hebben met Nedap.
1.3 Looptijd, nawerking, beschikbaarheid
Deze CAO treedt in werking op 1 april 2013 en loopt tot en met 31 maart 2014. Indien geen van de partijen uiterlijk 3 maanden voor de datum waarop deze CAO eindigt, bij aangetekend schrijven, het tegendeel verlangt, wordt de duur elk jaar met een kalenderjaar verlengd.
De tekst van deze CAO is digitaal beschikbaar op het intranet van Nedap, genaamd ‘xxxxxxxx.xxx’.
1. 3 Definities
a. Werkgever: N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek "Nedap"
te Groenlo
b. Nedap: de onder a. genoemde werkgever
c. Vakorganisatie(s): FNV Bondgenoten en/of De Unie
d. OR De Ondernemingsraad van Nedap
e. Medewerker: iedereen in dienst van werkgever op basis van
een individuele arbeidsovereenkomst
f. Maandsalaris: het voor een medewerker vastgestelde salaris
of het salaris in de salarisschaal
1.4 Geschillen
Als Nedap en vakorganisaties van mening verschillen over de toepassing van (bepalingen van) de CAO, zullen zij met elkaar overeenstemming bereiken over een oplossing.
1.5 Vakbondsfaciliteiten
Nedap zal vakorganisaties en hun (kader)leden in alle redelijkheid faciliteiten geven ten behoeve van hun vakbondswerk binnen Nedap. Zo kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van vergaderruimtes en mag een gedeelte van de werktijd worden besteed aan activiteiten die nodig zijn voor vakbondswerk. Voorwaarde is wel dat dit met het werk van de betreffende medewerker te combineren is.
Nedap zal er op toezien dat kaderleden niet op grond van hun vakbondsfunctie als medewerker worden benadeeld. Inzake ontslag zullen dezelfde maatstaven gelden als die van medewerkers zonder vakbondsfunctie.
Medewerkers kunnen via de salarisadministratie van Nedap gebruik
maken van de fiscaalvriendelijke regeling om een gedeelte van de vakbondscontributie in een bepaald kalenderjaar terug te vragen.
1.6 Regeling werkgeversbijdrage
De werkgever verklaart zich, voor het contractjaar dat loopt van 1 april 2013 tot en met 31 maart 2014, bereid tot het verstrekken van een werkgeversbijdrage volgens de in het contractsjaar geldige norm overeenkomstig de tussen AWVN, FNV Bondgenoten en de Unie gesloten overeenkomst met betrekking tot de bijdrageregeling aan vakorganisaties.
1.7 Werkgeversverplichtingen CAO en pensioenregeling
De werkgever neemt of houdt geen medewerkers in dienst op arbeidsvoorwaarden die strijdig zijn met deze CAO.
De werkgever neemt nieuwe werknemers op in de bij hem bestaande pensioenregeling, met in achtneming van de geldende richtlijnen.
In elke individuele arbeidsovereenkomst van een dienst zijnde medewerker wordt verwezen naar de Nedap‐CAO en de geldende pensioenregeling.
1.8 Sociaal ‐ en werkgelegenheidsbeleid
Nedap streeft naar continuïteit van de onderneming en het behoud van verantwoorde werkgelegenheid. Nedap voert een Sociaal beleid en zal daartoe tenminste één keer per jaar de OR feitelijke gegevens verstrekken over de bedrijfsvoering, aanstelling, beloning, opleiding, promotie, gelijke behandeling van mannen en vrouwen wat betreft functiemogelijkheden, werkoverleg en ontslag. De OR zal een verslag ontvangen van werkgever, eventueel ook de vakorganisaties.
Vakorganisaties en Nedap zullen minimaal één keer per jaar met elkaar spreken over de algemene gang van zaken, de verwachtingen en de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de onderneming.
Op ‘xxxxxxxx.xxx’ worden vacatures binnen Nedap vermeld. Bij vacatures zal altijd eerst worden gekeken of er binnen Nedap geschikte kandidaten zijn voor invulling van de vacature, rekening houdend met de taak en de positie van de OR.
Nedap zal speciale aandacht schenken aan geschikte sollicitanten die een zwakke positie hebben op de arbeidsmarkt, zoals jongeren, ouderen, langdurig werklozen, gehandicapte medewerkers (o.a. ‘Wajongers’).
1.9 Fusie, reorganisatie en bedrijfssluiting
In het kader van de SER‐ Fusiegedragregels, de Wet op de Ondernemingsraden en de Wet Melding Collectief Ontslag zal Nedap bij reorganisaties, fusies en overnames, in‐ en outsourcing en het verplaatsen van werk de personele gevolgen betrekken. Nedap zal vervolgens met vakorganisaties en OR overleg voeren om de maatregelen en de personele gevolgen te bespreken.
HOOFDSTUK 2
Medewerkers en Nedap
Nedap is verantwoordelijk voor de continuïteit van haar onderneming. Medewerkers en hun expertise zijn een kritieke succesfactor voor Nedap. Zij hecht daarom groot belang aan zowel de vakinhoudelijke als de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Nedap faciliteert persoonlijke groei door medewerkers de mogelijkheid te bieden gerichte trainingen en opleidingen te volgen. De medewerker speelt daarbij een belangrijke initiërende rol.
Nedap biedt medewerkers de kans om te ondernemen in technologie die er toe doet. Door de platte organisatie is het niet de plaats in de hiërarchie die telt maar de kwaliteit van argumenten. Eigen initiatief, doorzettingsvermogen, creativiteit en persoonlijk ondernemerschap zijn daarbij cruciaal. Persoonlijk ondernemerschap staat binnen Nedap voor het nemen van verantwoordelijkheid en het omzetten van ideeën in actie.
Nedap en medewerkers hebben een gedeelde verantwoordelijkheid voor het op peil houden van de vitaliteit, gezondheid en inzetbaarheid van de medewerkers. Al sinds jaar en dag werkt Nedap in nauw overleg met haar medewerkers aan een gezonde, veilige en inspirerende werkomgeving. Daarbij biedt Nedap medewerkers individuele vrijheid om werk en werkplek volgens eigen wensen in te richten, echter altijd zodanig dat er een goede balans is tussen de belangen van de medewerker en Nedap.
2.1 Positie van uitzendmedewerkers
Nedap zal de inzet van uitzendmedewerkers tot het minimum beperken, bijvoorbeeld t.a.v. piek‐ en ziekperioden. In situaties waarin dit onvermijdelijk is zal overleg worden gevoerd met de OR.
Nedap zal alleen gebruik maken van ABU aangesloten uitzendbureaus. Uitzendmedewerkers worden vanaf dag één beloond volgens de Nedap‐CAO en ontvangen tijdens hun indiensttreding bij Nedap alle looncomponenten volgens deze CAO vergelijkbaar met vaste medewerkers.
2.2 Verantwoordelijkheid van medewerker en Nedap
De medewerker zal zich als “goed werknemer” gedragen en Nedap zal zich als “goed werkgever” gedragen. Hierbij zullen ze rekening houden met elkaars belangen.
2.3 Ontwikkeling van medewerkers
Nedap wil talentvolle medewerkers aantrekken en behouden. Talentvolle medewerkers vragen om ontwikkeling t.a.v. hun persoonlijke en functionele groei. Nedap vergoedt de opleidingsverzoeken in tijd en geld van haar medewerkers, tenzij medewerker en leidinggevende iets anders overeenkomen.
2.4 Nevenwerkzaamheden
Medewerker zal zijn nevenactiviteiten kenbaar maken aan Nedap en zal in overeenstemming met zijn leidinggevende deze uitoefenen. De nevenactiviteiten zullen zodanig worden ingericht dat de medewerker
en Nedap hier beide geen hinder van ondervinden.
2.5 Salaris
Nedap gaat uit van verantwoordelijkheden en daaruit voortvloeiende werkzaamheden ten aanzien van haar medewerkers.
Indeling medewerkers
Iedere medewerker is ingedeeld in één van de functiegroepen binnen Nedap. Deze functiegroepen zijn gebaseerd op de zwaarte van de functie‐inhoud van een medewerker. De functiegroepen zijn vermeld in bijlage 2 van deze CAO.
Vaststelling salaris en periodieke verhoging
De indeling en de vaststelling van de salarissen en de bijbehorende jaarlijkse periodieken zijn opgenomen in bijlage 1.
De functie‐inhoud bepaalt welke salarisschaal van toepassing is. De bedragen in de salarisschalen zijn brutobedragen per maand. Deze gelden bij een fulltime dienstverband. Als een medewerker in deeltijd werkt, gelden de bedragen naar evenredigheid.
Als een medewerker nog niet de hoogste periodiek in de betreffende salarisgroep heeft bereikt, zal zijn salaris na een voltooid dienstjaar met een periodiek worden verhoogd.
Als de verantwoordelijkheden van een medewerker wijzigen, zal Nedap in overeenstemming met de betreffende medewerker deze wijzigingen overeenkomen in de individuele arbeidsovereenkomst met het daarbij behorende (hogere) salaris en functie.
De medewerker ontvangt zijn salaris uiterlijk op de 25e van de kalendermaand op de giro‐ of bankrekening die de medewerker aan Nedap heeft opgegeven.
Nedap verstrekt maandelijks een specificatie van het betaalde salaris inclusief alle salariscomponenten.
2.6 Reiskosten woon‐werkverkeer
Medewerkers kunnen gebruik maken van een reiskostenvergoeding woon‐werkverkeer. De maximale enkele reisafstand die voor vergoeding in aanmerking komt, bedraagt 55 kilometer. Over de eerste 4 kilometer wordt geen vergoeding verstrekt. De vergoeding wordt uitbetaald over 240 dagen per jaar.
De vergoeding wordt gebaseerd op de variabele kosten van een auto in de klasse “C” (Ford Focus 1.6 benzine) in de prijsklasse van € 24.000 tot € 25.000, waarbij de gebruiksduur wordt gesteld op 4 jaar en het aantal kilometers per jaar op 20.000. De bron hiervoor is de ANWB Autokosten Begroting. Voor 2012 was de vergoeding 9,9 cent per kilometer.
Medewerkers die in de nieuwe regeling een lagere vergoeding ontvangen dan in de oude regeling behouden de oude vergoeding tot het moment dat de nieuwe vergoeding de oude overtreft. Dit geldt niet voor medewerkers die op of na 1‐1‐2011 in dienst treden.
Zolang de fiscus het toestaat, is uitruil van het niet benutte deel van de reiskostenvergoeding mogelijk. Fiscaal mag op dit moment een vergoeding van € 0,19 per kilometer worden verstrekt. Het verschil kan worden uitgeruild met de 13e maand waardoor hierover een belastingvoordeel ontstaat. Bij uitruil wordt het dagloon voor aanspraken op sociale uitkeringen verlaagd. Voor de pensioenopbouw heeft dit geen consequenties.
2.7 Arbeidsduur en werktijden
De arbeidsduur van een (fulltime) medewerker bedraagt gemiddeld 38 uur per week.
Het dagdienstrooster ligt tussen de 7:00 – 18:00 uur op de eerste 5 werkdagen van de week. Het tweeploegendienstrooster ligt tussen 6:00 – 23:00 uur op de eerste 5 werkdagen van de week. Een dienstrooster is een vastgestelde werktijdenregeling van een week of langer welke niet in strijd mag zijn met de Arbeidstijdenwet.
De individuele arbeidsduur en werktijden worden tussen medewerker en zijn leidinggevende schriftelijk overeengekomen. Nedap zal daarbij de wettelijke voorschriften, de bepalingen van deze CAO en de redelijkheid in acht nemen. Hierbij wordt voor zover het bedrijfsbelang het toelaat, ernstig rekening gehouden met de belangen van de medewerker.
Als met de medewerker een vast dienstrooster is overeengekomen, dan is deze geldend voor wat betreft pauzetijden, overwerk en ploegen‐ en overwerktoeslagen.
Wordt de werktijdenregeling aangepast, dan heeft de OR instemmingsrecht en wordt overleg gevoerd met vakorganisaties. Indien de wijziging van het dienstrooster verband houdt met arbeid op een zondag, voert Nedap overleg met vakorganisaties. Medewerkers hebben een individueel instemmingsrecht ten aanzien van het werken op zondag.
2.8 Leeftijdsfasebewustpersoneelsbeleid / Duurzaam inzetbaarheidsbeleid / Vitaliteitsbeleid
Medewerkers van 60 jaar en ouder kunnen op vrijwillige basis extra vrije tijd opnemen. Deze vrije tijd bedraagt maximaal per jaar: voor 60‐jarigen : 96 uur
voor 61‐jarigen : 192 uur voor 62‐jarigen en ouder : 288 uur
Over bovenstaande uren zal 90% van het salaris worden betaald. Leidinggevende en medewerker zullen overeenkomen hoe het aantal uren wordt opgenomen.
Nedap zal ten aanzien van oudere medewerkers zoveel mogelijk rekening houden met hun fysieke en mentale conditie.
2.9 Beloning voor arbeid in ploegendienst
Als een medewerker in ploegendienst werkt, ontvangt hij een toeslag op het basissalaris. Deze toeslag bedraagt per maand voor de tweeploegendienst 15%.
Als een medewerker niet meer in ploegendienst werkt, zonder dat hij zelf om een wijziging hierin heeft gevraagd, geldt de volgende overgangsregeling ten aanzien van betaling van de toeslag.
Bij een ononderbroken ploegendienst gedurende:
>3 maanden < 6 maanden : 100% met minimum van 2 weken;
> 6 maanden < 3 jaar : 100% in lopende en volgende maand;
> 3 jaar < 5 jaar : 100% in lopende en volgende maand;
: 80% gedurende 2 maanden;
: 60% gedurende 2 maanden;
: 40% gedurende 1 maand;
: 20% gedurende 1 maand;
> 5 jaar en < 60 jaar : 100% in lopende en volgende maand;
: 80% gedurende 4 maanden;
: 60% gedurende 4 maanden;
: 40% gedurende 3 maanden;
: 20% gedurende 3 maanden;
> 5 jaar en 60 jaar of ouder : 100% toeslag tot pensioengerechtigde
leeftijd.
Indien een medewerker die normaliter niet in ploegendienst werkt tijdelijk meer dan 3 dagen in ploegendienst gaat werken, ontvangt hij een toeslag van 15%.
Medewerkers van 50 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden om arbeid in ploegendienst te verrichten.
2.10 Gezond en veilig werken
medewerker deze meeruren in de regel in tijd in een verhouding 1:1.
Indien dit niet mogelijk c.q. wenselijk is, worden voorafgaand aan het maken van deze meeruren tussen leidinggevende en in overeenstemming met de medewerker afspraken gemaakt over uitbetaling. In dat geval zullen deze meeruren worden uitbetaald tegen het normale uursalaris, verhoogd met vakantietoeslag en 13e maand.
2.13 Het Nieuwe Werken
Gezond en veilig werken is voor medewerker en Nedap bijzonder belangrijk. Nedap zal voor medewerkers alle (wettelijke) maatregelingen nemen welke nodig zijn om veilig en gezond werk mogelijk te maken, rekening houdend met de arbeidsomstandighedenwet. Deze maatregelen worden in samenwerking met de OR besproken en uitgevoerd. Medewerkers houden zich ook aan de wettelijke maatregelen, waarvan ze door Nedap in kennis worden gesteld.
Als Nedap of de medewerker zich niet houdt aan de maatregelen kunnen ze elkaar daarop aanspreken.
2.11 Zon‐ en feestdagen
Op zon‐ en feestdagen hoeft een medewerker niet te werken. Over de zon‐ en feestdagen wordt het salaris doorbetaald. Indien de leidinggevende met de medewerker heeft afgesproken dat zijn werkzaamheden op een zon‐ en/of feestdag wel moeten worden verricht, dan geldt voor de betaling het bepaalde in artikel 2.12.
Medewerker ontvangt dezelfde vrije uren met behoud van salaris als de gewerkte uren op de zon‐ en/of feestdag.
Zon‐ en feestdagen zijn:
Nieuwjaarsdag, beide Paasdagen, Hemelvaartsdag, beide Pinksterdagen, beide Kerstdagen en 30 april.
2.12 Overwerk
Nedap zal overwerk tot het uiterste beperken.
Van overwerk is in beginsel sprake als de uren buiten het voor medewerker geldende afgesproken dagdienstrooster of tweeploegendienstrooster, artikel 2.7, vallen. Bij langdurig overwerk zal vooraf met de OR worden overlegd.
Het kader van Het Nieuwe Werken, artikel 2.13, kan tussen medewerker en leidinggevende overeengekomen worden dat er van overwerk sprake is als de gemiddelde arbeidsduur van 38 uur wordt overschreden met in achtneming van de Arbeidstijdenwet.
Overwerkuren worden vergoed (met de overwerkuren overeenkomende) in tijd of in geld. Als een vergoeding in tijd niet mogelijk is vanuit het belang van Nedap of vanuit het belang van de medewerker, worden voorafgaand aan het overwerk met de leidinggevende en in overeenstemming met de medewerker afspraken gemaakt over uitbetaling van de overwerkuren overeengekomen tijd. In dat geval krijgt de medewerker een vergoeding in geld van het salaris per uur voor elk overwerkuur, inclusief pauzetijd, met een uurtoeslag van 0,58% van het maandsalaris van:
1. 50%, indien het verricht wordt tussen maandag 0.00 uur en zaterdag 12.00 uur;
2. 100%, indien het verricht wordt tussen zaterdag 12.00 uur en zondag 24.00 uur of op een feestdag.
Meeruren bij deeltijdwerk
Als een medewerker in deeltijd werkt en in opdracht van Nedap buiten de afgesproken arbeidsduur meer uren werkt, dan compenseert de
Het Nieuwe Werken betekent plaats‐ en/of tijdonafhankelijk werken. De medewerker heeft in overeenstemming met zijn leidinggevende, indien de aard van het werk het toelaat, de mogelijkheid om plaats‐ en/of tijdonafhankelijk te werken. Medewerker en leidinggevende maken onderling afspraken over het aantal dagen, de bereikbaarheid, faciliteiten en vergoedingen e.d.
2.14 Betaald Buitengewoon of bijzonder verlof
In geval van bijzondere persoonlijke omstandigheden kan een medewerker in overeenstemming met de leidinggevende doorbetaald verlof krijgen op basis van de Wet Arbeid en Zorg en de Wet Aanpassing Arbeidsduur.
Het salaris zal worden doorbetaald bij:
▪ ondertrouw: maximaal 4 uur;
▪ huwelijk of geregistreerd partnerschap: 2 dagen;
▪ 00‐, 00‐ en 50 jarig huwelijk van de medewerker of (schoon)ouders: 1 dag;
▪ bij overlijden van de echtgeno(o)t(e), inwonende (schoon‐)ouders en kinderen: de dag van overlijden tot en met de begrafenis/crematie;
▪ bij overlijden van niet‐inwonende (xxxxxx)ouders en eigen of aangehuwde kinderen, broers en zusters: de dag van overlijden en de dag van de begrafenis/crematie;
▪ bij overlijden van xxxxxxx, schoonzusters en grootouders: één dag;
▪ bezoek aan dokter of specialist: de benodigde tijd indien dit niet buiten werktijd kan plaatsvinden;
▪ bijeenkomsten ter voorbereiding op de pensionering, met bewijs van inschrijving, voor bijna pensioengerechtigden: maximaal 5 dagen.
2.15 Vakantie
Een goede balans tussen werk en privé is belangrijk. Uitgangspunt is dat een medewerker in dialoog met zijn leidinggevende op een goede manier invulling kan geven aan de combinatie werk en privé.
Per volledig kalenderjaar bouwt een medewerker bij een voltijdse dienstverband 25 vakantiedagen. De waarde van een vakantiedag is 7,6 uur (gemiddelde arbeidsduur van 38 uur gedeeld door 5 werkdagen), wat neerkomt op totaal 190 vakantie‐uren per jaar bij een voltijdsdienstverband van gemiddeld 38 uur per week. De vakantierechten van parttimers worden naar verhouding (pro rato) van hun arbeidsduur berekend. De vakantiedagen worden opgenomen met behoud van salaris.
Bovendien heeft de medewerker, die zonder onderbreking in dienst van Nedap is, per vakantiejaar recht op de navolgende extra dagen vakantie met behoud van salaris:
▪ bij 12½ jaren dienstverband of bij het bereiken van de 45‐jarige leeftijd: 1 dag;
▪ bij 20 jaren dienstverband of bij het bereiken van de 50‐jarige leeftijd: 2 dagen;
▪ bij 25 jaren dienstverband of bij het bereiken van de 55‐jarige leeftijd: 3 dagen;
▪ bij 40 jaren dienstverband of bij het bereiken van de 60‐jarige leeftijd: 4 dagen.
De betreffende leeftijden gelden bij de aanvang van het vakantiejaar.
Jeugdige werknemers die op 1 januari van enig jaar de leeftijd van 19 jaar nog niet hebben bereikt, hebben per vakantiejaar recht op 5 extra vakantiedagen met behoud van salaris.
Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt ervan uitgegaan dat een medewerker:
- die vóór of op de 15e van de maand in dienst komt of vertrekt, op de eerste van die maand in dienst is getreden
c.q. uit dienst is gegaan en
- die ná de 15e van de maand in dienst komt of vertrekt, op de eerste van de volgende maand in dienst is getreden c.q. uit dienst is gegaan.
Als een medewerker korter dan 1 maand in dienst is geweest, wordt het recht op vakantie zuiver proportioneel berekend.
Als de vakantiedagen samenvallen met bijzonder persoonlijke omstandigheden onder artikel 2.14, inclusief een bevalling van de echtgenote, ziekte of ongeval, dan gelden ze niet als vakantiedagen.
Vakantiedagen worden in overleg met de leidinggevende opgenomen, waarbij uitgangspunt is dat de leidinggevende instemt met de wensen van de medewerker, tenzij het bedrijfsbelang dit niet toelaat. In het kader van een goede balans tussen werk en privé probeert de medewerker vakantiedagen zoveel mogelijk op te nemen in het jaar waarin hij ze krijgt.
2.16 Vakantietoeslag
Iedere medewerker ontvangt een vakantietoeslag, die 8% van zijn brutojaarsalaris bedraagt. Werknemers van 23 jaar en ouder ontvangen bruto minimaal € 2190,=. Als een medewerker niet het hele jaar in dienst van Nedap is geweest, of gedurende het jaar uit dienst gaat, wordt de vakantietoeslag naar rato (in twaalfden) berekend.
Het jaarsalaris is 12 x het maandsalaris van de maand juni van het jaar, inclusief eventueel verdiende ploegentoeslagen, voor zover de medewerker in ploegendienst werkt. Bij uitdiensttreding vóór juni van het jaar wordt de vakantietoeslag berekend op basis van het salaris in de maand van beëindiging.
Als de arbeidsduur voor een medewerker gedurende het jaar is gewijzigd, zal bij de berekening van de vakantietoeslag hier rekening mee worden gehouden.
2.17 13e maand
Iedere medewerker heeft recht op een uitkering van een 13e maand. De 13e maand is gelijk aan een brutobedrag ter grootte van het maandsalaris in december van het voorgaande kalenderjaar.
Als een medewerker gedurende het kalenderjaar in dienst is gekomen of uit dienst is gegaan, wordt de 13e maand pro rato berekend.
De uitkering van deze 13e maand vindt plaats in de maand januari.
2.18 Winstdelingsregeling
Nedap kent over het jaar 2012 aan de medewerkers gezamenlijk een aandeel in de winst toe. Dit aandeel in de winst is 6,5% van de winst vóór belasting van de moedervennootschap (dus exclusief deelneming(en)).
Het hiermee overeenkomende bedrag wordt op een zodanige wijze verdeeld dat iedere medewerker een gelijk brutobedrag ontvangt. Afwijkingen van het gelijke brutobedrag kunnen uitsluitend ontstaan door:
1. parttime werk: brutobedrag naar evenredigheid van de gewerkte uren;
2. medewerkers jonger dan 23 jaar: brutobedrag verminderd met het voor de leeftijd geldende kortingspercentage op 31 december;
3. medewerkers die in de loop van het jaar zijn gekomen of vertrokken: brutobedrag naar evenredigheid gewerkte maanden.
De medewerker heeft de mogelijkheid de winstdelingsregeling met het actuele Nedap certificaten participatieplan te koppelen.
2.19 Ziekte en arbeidsongeschiktheid
Als een medewerker wegens ziekte niet kan werken dan betaalt Nedap gedurende 156 weken:
▪ het 1e ziektejaar (52 weken): 100% van het netto maandinkomen;
▪ het 2e ziektejaar (52 weken): 100% van het netto maandinkomen;
▪ het 3e jaar (52 weken): een aanvulling tot 100% van het netto maandinkomen indien er een WIA uitkering (IVA of WGA) en/of WW‐uitkering wordt ontvangen voor de duur van maximaal 3 jaar.
Het maandinkomen is het maandsalaris, zoals dat gold op de dag voorafgaand aan de eerste ziektedag, inclusief de gemiddeld per dag genoten ploegentoeslag, persoonlijke toeslag, overwerktoeslag , vakantietoeslag, winstdelingsregeling en overige looncomponenten berekend over de voorafgaande 12 maanden.
De werkgever heeft het recht bij gebleken bedrog of nalatigheid van de medewerker met betrekking tot de regels van de Wet Verbetering Poortwachter het loon van de medewerker niet aan te vullen.
2.20 Uitkering bij overlijden
Als een medewerker overlijdt, zal Nedap aan de nabestaanden (= alle nagelaten betrekkingen als bedoeld in artikel 1: 674 lid 3 BW) een overlijdensuitkering verstrekken. Deze uitkering bestaat uit het salaris van de medewerker over het resterende deel van de kalendermaand van overlijden en dat van de 2 volgende kalendermaanden inclusief opgebouwde rechten zoals vakantiedagen, 13de maand, ploegentoeslag, persoonlijke toeslag, overwerktoeslag, winstdelingsregeling en overige looncomponenten.
Deze uitkering wordt verminderd met de eventuele overlijdensuitkering waarop nabestaanden aanspraak kunnen maken op grond van een wettelijk voorgeschreven ziekte‐ of arbeidsongeschiktheidsverzekering of op grond van de Toeslagenwet.
2.21 Indiensttreding, proeftijd, opzegging
Bij indiensttreding geldt voor medewerker en Nedap de wettelijke proeftijd. Nedap en medewerker kunnen schriftelijk afspreken dat er geen proeftijd of een kortere proeftijd geldt.
Nedap en medewerker gaan schriftelijk een individuele arbeidsovereenkomst aan, waarin deze CAO is opgenomen.
Voor medewerker en Nedap gelden de wettelijke opzegtermijnen, waarbij het einde van de individuele arbeidsovereenkomst altijd samenvalt met het einde van een kalendermaand of waarin medewerker en leidinggevenden anders overeenkomen.
Aldus overeengekomen en getekend:
De Unie
FNV Bondgenoten
N. V. Nederlandsche Apparatenfabriek “Nedap”
BIJLAGE 1 Salarisschalen behorend bij de functies
Voorstel om een aantal referentiefuncties (Nedap functies die herkenbaar, veel voorkomen en doorsnee zijn), onder gezamenlijke leiding van Nedap en de vakorganisaties FNV Bondgenoten en De Unie te beschrijven en te waarderen. Deze referentiefuncties vormen tezamen met de waardering en de salarisbepaling een praktisch toepasbaar functiewaarderingssysteem.
Voorstel vanuit vakorganisaties voor een praktisch toepasbare en functiewaarderingssystemen voor Nedap zijn:
- Functiewaarderingssysteem ISF/ SAO Vereniging FME‐CWM (Metalectro) xxx.xxx.xx
- Functiewaarderingssysteem Cats (Metaal en Techniek). xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx
- Functiewaarderingssysteem Orba EVZ xxx.xxx.xx
Salarisschalen voor de groepen I t/m….. doortrekken tot alle salarisschalen binnen Nedap Aanpassen o.b.v. te kiezen functiewaarderingssysteem en weging referentiesfuncties
(ingaande 1 juni 2012 EUR) + 2,2 %
Functiegroepen: | I | II | III | IV | V | VI | VII | VIII | IX | |
0‐functiejaren: bij 23 jaar | 2068 | 2084 | 2134 | 2180 | 2286 | 2420 | ||||
bij 24 jaar bij 25 jaar bij 26 jaar | 2555 | 2690 | 2825 | |||||||
periodieken | 44 | 56 | 62 | 86 | 86 | 89 | 97 | 122 | 143 | |
aantal en bedrag | 2 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | |
Schaal: na 1e functiejaar | 2112 | 2140 | 2196 | 2266 | 2372 | 2509 | 2652 | 2812 | 2968 | |
2e | 2156 | 2196 | 2258 | 2352 | 2458 | 2598 | 2749 | 2934 | 3111 | |
3e | 2320 | 2438 | 2544 | 2687 | 2846 | 3056 | 3254 | |||
4e | 2524 | 2630 | 2776 | 2943 | 3178 | 3397 | ||||
5e | 2716 | 2865 | 3040 | 3300 | 3540 | |||||
6e | 2954 | 3137 | 3422 | 3683 | ||||||
7e | 3234 | 3544 | 3826 | |||||||
8e | 3666 | 3969 | ||||||||
9e | 4112 | |||||||||
jeugdschaal: 16 | 47,50 | 982 | 990 | 1014 | ||||||
16 1/2 jaar | 51,25 | 1060 | 1068 | 1094 | ||||||
17 | 55,00 | 1137 | 1146 | 1174 | 1199 | 1257 | ||||
17 1/2 jaar | 58,75 | 1215 | 1224 | 1254 | 1281 | 1343 | ||||
18 | 62,00 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | |||
18 1/2 jaar | 66,25 | 1370 | 1381 | 1414 | 1444 | 1514 | 1603 | |||
19 | 70,00 | 1448 | 1459 | 1494 | 1526 | 1600 | 1694 | |||
19 1/2 jaar | 73,75 | 1525 | 1537 | 1574 | 1608 | 1686 | 1785 | |||
20 | 77,00 | 0000 | 0000 | 0000 | 1690 | 1772 | 1876 | |||
20 1/2 jaar | 81,25 | 1680 | 1693 | 1734 | 1771 | 1857 | 1966 | |||
21 | 85,00 | 0000 | 0000 | 0000 | 1853 | 1943 | 2057 | |||
21 1/2 jaar | 88,75 | 1835 | 1850 | 1894 | 1935 | 2029 | 2148 | |||
22 | 92,00 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | |||
22 1/2 jaar | 96,25 | 1990 | 2006 | 2054 | 2098 | 2200 | 2329 |
Bijlage 2 Functiewaarderingssysteem en functies
Voorstel om een aantal referentiefuncties (Nedap functies die herkenbaar, veel voorkomen en doorsnee zijn), onder gezamenlijke leiding van Nedap en de vakorganisaties FNV Bondgenoten en De Unie te beschrijven en te waarderen. Deze referentiefuncties vormen tezamen met de waardering en de salarisbepaling een praktisch toepasbaar functiewaarderingssysteem.
Voorstel vanuit vakorganisaties voor een praktisch toepasbare en functiewaarderingssystemen voor Nedap zijn:
- Functiewaarderingssysteem ISF/ SAO Vereniging FME‐CWM (Metalectro) xxx.xxx.xx
- Functiewaarderingssysteem Cats (Metaal en Techniek). xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx
- Functiewaarderingssysteem Orba EVZ xxx.xxx.xx
FUNCTIES GROEP I, behorend tot salarisgroep I.
Nader te bepalen functies in productie, R&D, ICT, Commercie, marketing, receptie, financieel, administratief, facilitair, logistiek, leidinggevend.
FUNCTIES GROEP II, behorend tot salarisgroep II.
Nader te bepalen functies in productie, R&D, ICT, Commercie, marketing, receptie, financieel, administratief, facilitair, logistiek, leidinggevend.
FUNCTIES GROEP III, behorend tot salarisgroep III.
Nader te bepalen functies in productie, R&D, ICT, Commercie, marketing, receptie, financieel, administratief, facilitair, logistiek, leidinggevend.
FUNCTIES GROEP IV, behorend tot salarisgroep IV.
Nader te bepalen functies in productie, R&D, ICT, Commercie, marketing, receptie, financieel, administratief, facilitair, logistiek, leidinggevend.
FUNCTIES GROEP V, behorend tot salarisgroep V.
Nader te bepalen functies in productie, R&D, ICT, Commercie, marketing, receptie, financieel, administratief, facilitair, logistiek, leidinggevend.
FUNCTIES GROEP VI, behorend tot salarisgroep VI.
Nader te bepalen functies in productie, R&D, ICT, Commercie, marketing, receptie, financieel, administratief, facilitair, logistiek, leidinggevend.
FUNCTIES GROEP VII, behorend tot salarisgroep VII.
Nader te bepalen functies in productie, R&D, ICT, Commercie, marketing, receptie, financieel, administratief, facilitair, logistiek, leidinggevend.
FUNCTIES GROEP VIII, behorend tot salarisgroep VIII.
Nader te bepalen functies in productie, R&D, ICT, Commercie, marketing, receptie, financieel, administratief, facilitair, logistiek, leidinggevend.
FUNCTIES GROEP IX, behorend tot salarisgroep IX.