Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2021-0932
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2021-0932
(mr. J. Xxxxxx, voorzitter, mr. dr. H.O. Kerkmeester, xxxx. xx. X. Xxxxx, leden en mr. P.V. Remmerswaal, secretaris)
Klacht ontvangen op : 4 januari 2021 Ingediend door : De consument
Tegen : ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen ASR, en
Van Lanschot Kempen N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Van Lanschot
Datum uitspraak : 3 november 0000
Xxxx uitspraak : Niet-bindend advies
Uitkomst : Vordering afgewezen
Bijlage : Relevante bepalingen uit de algemene voorwaarden en wet- en regelgeving
Samenvatting
Opzegging door ASR van een beleggingsrekening gekoppeld aan een hypothecaire geldlening. Vanwege het uitblijven van een keuze door de consument is de beleggingsrekening geliquideerd en de opbrengst daarvan overgebracht naar Evi Van Lanschot. Dat bedrag is vervolgens een tijd lang niet belegd geweest. De consument stelt ASR en Van Lanschot aansprakelijk voor de schade. De commissie is van oordeel dat ASR voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de consument. Het beroep op de opzeggingsbevoegdheid is daarom niet onaanvaardbaar. Van Lanschot is niet aansprakelijk voor de misgelopen koerswinst. De consument had zelf zijn schade moeten beperken door een product te accepteren dat door Xxx werd aangeboden. De vorderingen worden afgewezen.
1. De procedure
1.1 De commissie beslist op basis van haar reglement en op basis van de door partijen aan Kifid ingestuurde documenten inclusief bijlage. Het gaat om: 1) het klachtformulier van de consument; 2) de aanvullende stukken van de consument; 3) de verweerschriften van ASR en Van Lanschot; 4) de repliek van de consument en 5) de duplieken van ASR en
Van Lanschot.
1.2 Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 10 september 2021. Partijen zijn aldaar verschenen.
1.3 De consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. Dit betekent dat partijen elkaar niet aan de uitspraak kunnen houden.
2. Het geschil
Wat is er gebeurd?
2.1 De consument heeft op 19 december 2007 een hypothecaire geldlening afgesloten bij een voorganger van Florius (hierna: de geldverstrekker) met een hoofdsom van € 1.860.000,-. Aan de geldlening is een bij ASR geopende beleggingsrekening gekoppeld. Op de beleggings- rekening is bij aanvang van de geldlening een bedrag van € 105.000,- gestort. Dat bedrag werd volledig belegd in het OBAM beleggingsfonds. De beleggingsrekening diende tot zekerheid voor de terugbetaling van de geldlening en is daarom verpand aan de geld- verstrekker. Op de beleggingsrekening waren de Voorwaarden Effectenbemiddeling ASR Bank (hierna: de voorwaarden) van toepassing. De relevante bepalingen uit deze voorwaarden zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
2.2 ASR heeft de consument op 7 januari 2020 een brief gestuurd. Daarin staat:
““(…) a.s.r. bank heeft besloten om te stoppen met het verlenen van beleggingsdiensten. Dit
besluit heeft gevolgen voor uw Hypotheek Beleggersrekening met nummer [nummer]. (…)
Waarom stopt a.s.r. bank met het verlenen van beleggingsdiensten?
In 2019 heeft a.s.r. besloten om zich sterker te richten op haar belangrijkste kernactiviteiten. Als onderdeel van de maatregelen om de strategische focus aan te scherpen heeft a.s.r besloten om de bankactiviteiten van a.s.r. bank af te bouwen. Het stoppen met het verlenen van beleggingsdiensten is in lijn met deze beslissing.
Wat betekent dit voor u?
Met het stoppen van onze dienstverlening, zal uw Hypotheek Beleggersrekening met nummer [nummer] bij a.s.r. bank worden beëindigd. Op basis van de voorwaarden houden wij rekening met een redelijke opzegtermijn van minimaal één kwartaal. Vanaf 15 april 2020 is het niet langer mogelijk om uw rekening bij a.s.r. bank aan te houden en zullen wij uw rekening beëindigen.
Wat kunt u van ons verwachten?
Wij begrijpen dat het opzeggen van onze dienstverlening vervelend voor u is. Het betekent dat u opnieuw moet kiezen wat u wilt doen met uw vermogen. Om u daarbij te helpen ontvangt u van ons volgende week meer informatie. Daarin staat hoe u elders eenvoudig verder kunt beleggen en welke mogelijkheden er zijn als u dit niet wilt.”
2.3 Op 14 januari 2020 heeft ASR de consument per brief geïnformeerd over de consequenties van het besluit om haar beleggingsdienstverlening te beëindigen:
“Omdat a.s.r. bank stopt met haar dienstverlening moet u een keuze maken. U hebt daarbij drie
mogelijkheden:
Mogelijkheid 1: beleggen bij Evi van Lanschot
Wij zijn een samenwerking aangegaan met Xxx xxx Xxxxxxxx en bieden u graag de mogelijkheid
om eenvoudig uw beleggingsrekening over te zetten naar Evi van Lanschot. (…)
Besluit u om online te beleggen bij Evi? Dan hoeft u alleen voor 15 april 2020 uw keuze kenbaar te maken, wij regelen de rest voor u. Dit doen we volledig kosteloos. De geldverstrekker van uw hypotheek is ook geïnformeerd over deze mogelijkheid. Als u ervoor kiest om bij Evi te gaan beleggen wordt uw rekening wederom verpand aan uw geldverstrekker.
Mogelijkheid 2: beleggen bij een andere aanbieder
Wilt u liever beleggen bij een andere aanbieder? Dan is het belangrijk om te weten met welke aanbieders uw geldverstrekker samenwerkt. U kunt alleen beleggen bij een aanbieder waarmee uw geldverstrekker samenwerkt. (…) Als u kiest voor deze mogelijkheid is het belangrijk dat u vóór 15 april 2020 de overstap hebt gemaakt naar een andere aanbieder.
Mogelijkheid 3: u past zelf uw hypotheek aan
Misschien is dit een goed moment om na te gaan of uw huidige hypotheekvorm nog past bij uw persoonlijke situatie. Neem dan contact op met uw adviseur en vraag naar de mogelijkheden. (…) Als u samen met uw adviseur ervoor kiest uw hypotheek aan te passen, dan is het belangrijk dat u dit regelt vóór 15 april 2020.”
2.4 De aankondiging van de beëindiging van de beleggingsdienstverlening is op 15 januari 2020 ook per e-mail aan de consument verstuurd. Deze e-mail is niet aangekomen. Op 16 januari 2020 is een brief met een persoonlijke inlogcode, behorend bij de brief van 14 januari 2020, aan de consument verstuurd. Met de informatie uit beide brieven kon hij zijn keuze doorgeven.
2.5 Op 13 februari 2020 is een herinneringsbrief aan de consument verstuurd waarin hij erop werd gewezen dat hij nog geen keuze had doorgegeven. In de brief werd herhaald wat de keuzemogelijkheden waren.
Daarnaast bevatte de brief informatie over de consequentie van het uitblijven van een keuze:
“Wat doen wij als u geen keuze doorgeeft?
Omdat uw beleggingsrekening in verband met uw hypotheeklening is verpand aan uw geld- verstrekker, kunnen wij het vermogen op uw beleggingsrekening niet aan u overmaken. Als u niet vóór 15 april 2020 uw keuze aan ons doorgeeft, dan zullen wij namens u een rekening openen bij Evi van Lanschot. Het vermogen op uw a.s.r. beleggingsrekening zullen wij overmaken naar uw nieuwe rekening bij Evi van Lanschot. Omdat u echter geen keuze hebt gemaakt hoe u wilt beleggen, zal het vermogen als spaargeld worden aangehouden. Dit heeft invloed op de opbouw van uw vermogen en heeft mogelijk gevolgen voor de aflossing van uw hypotheek.”
2.6 ASR heeft op 24 februari, 2 maart en 30 maart 2020 pogingen gedaan om telefonisch contact op te nemen met de consument, maar is daar niet in geslaagd. Op 24 maart 2020 is een tweede herinneringsbrief aan de consument verstuurd. Deze brief is aangetekend verstuurd en uitgereikt op 25 maart 2020 bij de eerste uitreikpoging.
2.7 Naast de brieven aan haar klanten heeft ASR samenwerkende adviseurs geïnformeerd over de beëindiging van haar beleggingsdienstverlening door middel van brieven en een bericht op haar extranet. Op 4 en 5 april 2020 heeft ASR berichten over de beëindiging gepubliceerd in landelijke dagbladen.
2.8 Op 21 april 2020 heeft ASR de consument per brief geïnformeerd dat zij geen keuze van hem had ontvangen en wat daarvan het gevolg was:
“(…)
Wat gaan wij doen
Omdat wij onze dienstverlening hebben opgezegd wordt uw rekening bij a.s.r. bank met nummer [nummer] beëindigd. Uw rekening is verpand aan uw hypotheekverstrekker en daardoor kunnen we het saldo niet naar uw tegenrekening boeken. Wij dragen daarom uw vermogen per 11 mei over aan Evi van Lanschot.
Omdat u geen keuze heeft gemaakt wordt uw vermogen liquide op een spaarrekening gezet. Dit heeft gevolgen voor het rendement op uw vermogen. Dit kan zowel positief als negatief voor u uitpakken. De huidige spaarrente van Evi is 0,00%. U betaalt geen kosten voor deze spaarrekening. Dat u niet belegt, kan wel gevolgen hebben voor het aflossen van uw hypotheeklening aan het einde van de looptijd van die lening (u loopt dan bijvoorbeeld het risico van een restschuld). Als u daar vragen over hebt, kunt u contact opnemen met uw adviseur.
Samen met Evi hebben we de overdracht van uw saldo zorgvuldig voorbereid. We laten u graag weten hoe dat straks verloopt.
- Op 11 mei worden de fondsen die u op uw rekening bij a.s.r. aanhoudt verkocht. Nadat wij van de fondsbeheerder de verkoopkoersen hebben terugontvangen, is de verkoopopbrengst en daarmee uw saldo bekend.
- Het saldo op uw rekening wordt vervolgens overgedragen aan Evi van Lanschot en bij Evi op een spaarrekening gezet. Deze spaarrekening is gekoppeld aan uw nieuwe beleggingsrekening bij Evi.
- Zodra de overdracht van uw vermogen is uitgevoerd, ontvangt u hierover bericht van Xxx.
- Nadat de overdracht is afgerond, wordt uw rekening bij a.s.r. bank opgeheven. Wij informeren u hierover.
Informatie over uw rekening bij Evi van Lanschot
Op 30 april ontvangt u een bericht van Xxx xxx Xxxxxxxx. Daarin leest u alles over de wijze waarop u uw rekening bij Evi kunt beheren.
(…)
Verlengingsperiode om uw keuze door te geven
In deze brief hebben wij u geïnformeerd over de stappen die wij zetten om uw rekening te beëindigen. Wilt u alsnog zelf uw keuze doorgeven en ervoor zorgen dat u belegd blijft? Dan kunt u tot 27 april uw keuze aan ons doorgeven op xxx.xx/xxxxxxxxxxxxx.”
2.9 Omdat een keuze van de consument uitbleef is de beleggingsportefeuille op 11 mei 2020
geliquideerd en is de opbrengst daarvan, een bedrag van € 319.867,39, overgeboekt naar een spaarrekening bij Evi Van Lanschot (hierna: Evi) dat onderdeel is van Van Lanschot. Bij brief van 11 mei 2020 heeft ASR de verwerking van de opdracht tot liquidatie aan hem bevestigd. Het transactieoverzicht is als bijlage verzonden. Op 19 mei 2020 is de opheffing van de beleggingsrekening bij ASR aan de consument bevestigd.
2.10 Van Lanschot heeft op 24 juni 2020 geprobeerd telefonisch in contact te komen met de consument om het van ASR overgekomen vermogen te bespreken. De consument heeft op zijn beurt enkele keren teruggebeld, maar is er niet in geslaagd in contact te komen met de persoon die verantwoordelijk is voor zijn portefeuille bij Evi.
2.11 De geldverstrekker heeft de consument bij brief van 14 juli 2020 geïnformeerd over de verkoop van zijn beleggingen bij ASR en de overdracht van de opbrengst naar een spaarrekening bij Evi. Na kennisname van deze brief heeft de consument op 28 juli 2020 contact opgenomen met zijn private banking-contactpersoon bij Van Lanschot en aangegeven dat hij belegd wil zijn in het OBAM fonds of een vergelijkbaar fonds. Zijn contactpersoon is vervolgens de mogelijkheden gaan onderzoeken om dat te bewerkstelligen.
2.12 Bij Evi was het alleen mogelijk om te beleggen in modelportefeuilles op basis van het profiel van de consument. Aan die optie wilde de consument niet meewerken.
Een van de besproken alternatieven was om een Zelf-Beleggen-portefeuille te openen bij Van Lanschot, dat het OBAM fonds wel aanbood. Daarvoor heeft de geldverstrekker echter geen toestemming verleend. Uiteindelijk bleek het mogelijk om bij het Noordnederlands Effektenkantoor B.V. (hierna: NNEK) een beleggingsrekening te openen op basis van vermogensbeheer en te beleggen in het OBAM fonds. Nadat de gelden waren overgeboekt van Evi naar NNEK is op 3 december 2020 aan de consument bevestigd dat het OBAM fonds is aangekocht bij NNEK.
De klacht en vordering
2.13 De consument heeft klachten ingediend tegen zowel ASR als Van Lanschot. Die klachten houden in dat bij het beëindigen van de beleggingsdienstverlening door ASR, de liquidatie van zijn beleggingsportefeuille en de overgang naar een andere beleggingsdienstverlener geen rekening is gehouden met het belang van de consument. Het gevolg daarvan is dat hij in de periode van 11 mei 2020 tot 3 december 2020 niet belegd is geweest en daardoor koerswinst is misgelopen. Daarnaast zag hij zich genoodzaakt over te stappen naar NNEK om in hetzelfde fonds te kunnen blijven beleggen, wat tot een stijging van de kosten van de beleggingsdienstverlening heeft geleid.
Ten aanzien van ASR
De consument stelt de brieven van ASR over de beëindiging van de dienstverlening niet te hebben ontvangen of niet te hebben gelezen. Voor het liquideren van zijn beleggings- portefeuille heeft hij nooit toestemming gegeven. ASR had bovendien meer alternatieven moeten bieden dan alleen Evi.
Daarnaast maakt de consument ASR een verwijt in verband met de hogere kosten door de overgang naar andere beleggingsdienstverleners. Bij aanvang van de relatie in 2007 zijn afspraken gemaakt over de aan de hypotheeklening gekoppelde beleggingsrekening. De beleggingsdienstverlening kende een aantrekkelijke kostenstructuur die gemaximeerd was op
€ 500,- per jaar. Als hij in 2007 had geweten dat de kosten voor de beleggingsdienstverlening in de laatste 8 jaar van de looptijd met, naar schatting, € 52.324,- zouden worden verhoogd, had hij een ander product gekozen. Onder deze omstandigheden is de beëindiging van de dienstverlening door ASR volgens de consument niet redelijk als hem niet de mogelijkheid wordt geboden de hypotheeklening boetevrij af te lossen.
Ten aanzien van Van Lanschot
De consument verwijt Van Lanschot eveneens dat zijn beleggingsportefeuille geliquideerd is, zonder daarbij rekening te houden met zijn belangen. Volgens de consument had Van Lanschot zonder zijn toestemming geen rekening op zijn naam mogen openen. Bij het openen van de rekening is geen customer due diligence verricht, terwijl dat bij het openen van een beleggingsrekening bij NNEK wel noodzakelijk was.
Verder verwijt de consument Van Lanschot onvoldoende zorgvuldig te hebben gehandeld door geen dan wel beperkt contact met hem te zoeken om de bestemming van het van ASR overgekomen vermogen te bespreken. Daarnaast heeft Van Lanschot nagelaten om risico- beperkende maatregelen te nemen. Dit had zij volgens hem kunnen doen door het overgekomen vermogen te beleggen in het OBAM fonds of een vergelijkbaar alternatief. Van Lanschot is daarom aansprakelijk voor de koerswinst die hij is misgelopen door in de periode van 11 mei 2020 tot 3 december 2020 niet belegd te zijn.
2.14 De consument vordert een schadevergoeding van € 106.074,-. Dat bedrag is opgebouwd uit
€ 52.324,- aan hogere beheerskosten over de gehele resterende looptijd van de geldlening,
€ 41.000,- aan verlies vanwege een stijging van de koers van het OBAM fonds en € 12.750,- voor vergoeding van de tijd die hij aan dit geschil heeft besteed.
Het verweer
2.15 ASR en Van Lanschot hebben verweer gevoerd tegen de stellingen van de consument. Voor zover relevant zal de commissie bij de beoordeling daarop ingaan.
3. De beoordeling
Algemeen
3.1 Het geschil tussen partijen komt in de kern neer op de vraag 1) of ASR dan wel Van Lanschot onzorgvuldig heeft gehandeld bij het liquideren van de beleggingsportefeuille van de consument en 2) of Van Lanschot onzorgvuldig heeft gehandeld na de overgang van het vermogen naar Evi. De commissie zal deze vragen achtereenvolgens behandelen.
De opzegging van de beleggingsdienstverlening en liquidatie van de portefeuille
3.2 De consument verwijt zowel ASR als Van Lanschot dat zijn beleggingsportefeuille is geliquideerd na de beëindiging van de beleggingsdienstverlening door ASR. De commissie stelt vast dat ASR verantwoordelijk is voor de liquidatie van zijn beleggingsportefeuille. Het betreft immers een portefeuille die bij ASR werd aangehouden. De stelling van de consument dat Van Lanschot zijn beleggingsportefeuille niet had mogen liquideren is om die reden ongegrond.
3.3 Bij de beoordeling van de vraag of ASR haar beleggingsdienstverlening mocht beëindigen stelt de commissie voorop dat de overeenkomst tussen ASR en de consument een duur- overeenkomst is die voor onbepaalde tijd is aangegaan. Of een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd mag worden opgezegd, moet worden beoordeeld aan de hand van inhoud en strekking van die overeenkomst. In de met de consument gesloten overeenkomst had ASR zich in de bevoegdheid voorbehouden de overeenkomst op te zeggen met een opzegtermijn van een kwartaal (artikel 14 van de voorwaarden).
Van die bevoegdheid mocht ASR gebruik maken, tenzij de wijze waarop zij dat heeft gedaan naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (artikel 6:248 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek).1
3.4 Naar het oordeel van de commissie is de opzegging naar die maatstaven niet onaanvaard- baar. Voor dat oordeel is het volgende van belang. ASR heeft de beëindiging van haar beleggingsdienstverlening ruim van tevoren via verschillende communicatiekanalen aangekondigd. Aan de consument zijn meerdere brieven verstuurd, waaronder een aangetekende brief, om hem te informeren over de opzegging en de gevolgen daarvan. Dat de consument al deze brieven niet heeft ontvangen acht de commissie niet aannemelijk, temeer omdat hij zelf heeft gesteld dat hij niet alle brieven van ASR leest. Voor de opzegging heeft ASR conform de voorwaarden een opzegtermijn van een kwartaal gehanteerd en deze bovendien nog iets verruimd bij het uitblijven van een keuze. Verder heeft ASR zich ingespannen om de gevolgen van de beëindiging van haar dienstverlening te beperken door afspraken te maken met andere partijen om de consument in staat te stellen op eenvoudige wijze over te stappen. Tot het aanbieden van meer alternatieven was zij niet verplicht. Dat de beleggingsdienstverlening van ASR goedkoper was dan die van andere partijen nu is, brengt nog niet mee dat ASR haar opzegbevoegdheid niet mocht uitoefenen of dat zij schadeplichtig is.
3.5 Gelet op het voorgaande oordeelt de commissie dat ASR de overeenkomst van beleggings- dienstverlening met de consument mocht opzeggen. Daarmee staat eveneens vast dat ASR de beleggingsrekening van de consument mocht liquideren. Zou zij daartoe in zo’n geval niet gerechtigd zijn, dan zou dat immers betekenen dat ASR haar beleggingsdienstverlening niet kan beëindigen bij het uitblijven van een reactie van haar klanten.
Het handelen van Van Lanschot
3.6 Van Lanschot heeft zich verweerd door aan te voeren dat zij ervan mocht uitgaan dat de consument ervoor had gekozen om (tijdelijk) liquide te staan door geen keuze door te geven aan ASR. Uit de aan hem verstuurde brieven bleek immers duidelijk dat het gevolg daarvan zou zijn dat de opbrengst van zijn beleggingsportefeuille gestald zou worden bij Evi. Zij kon daarom een rekening openen op zijn naam en was niet verplicht om op een eerder moment dan 24 juni 2020 contact op te nemen om na te gaan of het de bedoeling was om liquide te staan.
3.7 De commissie overweegt dat Van Lanschot, gelet op het uitblijven van een keuze voor een ander alternatief, bij de ontvangst van de aan de consument toebehorende gelden ervan mocht uitgaan dat deze in ieder geval tijdelijk liquide wilde staan.
1 Zie Hoge Raad 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141, r.o. 3.7.
Van Lanschot is jegens de consument niet tekortgeschoten door op zijn naam een rekening te openen, waarvoor zij overigens geen kosten in rekening heeft gebracht.
3.8 Van Lanschot kan dan ook niet worden verweten dat zij niet al op of omstreeks 11 mei 2020 contact met de consument heeft opgenomen om de bestemming van het overgekomen vermogen te bespreken. De consument stelt dat Van Lanschot zich in de daarop volgende periode onvoldoende heeft ingespannen om ervoor te zorgen dat het vermogen overeen- komstig zijn wensen werd belegd. Die stelling kan niet tot toewijzing van de vordering leiden omdat de consument volgens artikel 6:101 lid 1 BW zelf verplicht was zijn uit misgelopen koerswinst bestaande schade te beperken. Door niet akkoord te gaan met beleggen volgens een door Van Lanschot gehanteerd profiel en in door Van Lanschot gekozen fondsen, en vervolgens af te wachten of Van Lanschot met een oplossing zou komen die voldeed aan de wensen van zowel de consument als de geldverstrekker, heeft de consument niet aan die schadebeperkingsplicht voldaan.
Vergoeding eigen tijd
3.9 Ten aanzien van de vordering voor vergoeding van geïnvesteerde eigen tijd overweegt de commissie dat dergelijke vorderingen naar vast oordeel van de Geschillencommissie in beginsel niet worden toegewezen.2 De consument heeft niet gesteld dat hij door de tijd die hij aan de zaak heeft besteed inkomsten is misgelopen. Ook dit deel van de vordering kan daarom niet worden toegewezen.
Conclusie
3.10 De commissie komt tot de conclusie dat de klacht ongegrond is. De vorderingen worden afgewezen.
4. De beslissing
De commissie wijst de vorderingen af.
Deze uitspraak is een niet-bindend advies. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open bij de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening. U kunt de zaak nog wel aan de rechter voorleggen.
Binnen twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak kunt u een schriftelijk verzoek indienen tot herstel van vergissingen in de uitspraak zoals schrijffouten, een verkeerde naam/datum of rekenfouten. De beslissing van de geschillencommissie in de uitspraak kan hiermee niet ter discussie worden gesteld. Binnen een maand na de verzenddatum van de uitspraak kunt u een schriftelijk verzoek indienen om de uitspraak aan te vullen als u vindt dat de geschillencommissie niet heeft beslist over alle onderdelen van uw vordering. Dit ziet niet op de situatie waarin u meent dat de geschillencommissie in haar uitspraak niet uitdrukkelijk al uw argumenten, ter onderbouwing van uw vordering, heeft behandeld. Meer informatie hierover staat in artikel 40 van het reglement van de geschillencommissie, te vinden op de website xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxxx.
2 Zie Geschillencommissie Kifid, nrs. 2018-118, 2017-868 en 2016-360.
Bijlage - Relevante bepalingen uit de algemene voorwaarden en wet- en regelgeving
Algemene Voorwaarden
Voorwaarden Effectenbemiddeling ASR Bank
Artikel 14 Duur en beëindiging van Cliëntenovereenkomst
1 De Cliëntenovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd. Zowel Rekeninghouder als ASR Bank is gerechtigd de Cliëntenovereenkomst schriftelijk aan de wederpartij op te zeggen, met inachtneming van een termijn van een kwartaal indien de opzegging door ASR Bank plaats vindt. De opzegging door Rekeninghouder zal met onmiddellijke ingang plaats vinden tenzij Rekeninghouder beëindiging van de Cliëntenovereenkomst op een later tijdstip wil doen plaats vinden. Bij beëindiging van de Cliëntenovereenkomst zal tevens de ASR Effectenrekening van Rekeninghouder van rechtswege worden opgeheven, een en ander met inachtneming van de Voorwaarden.
Wet- en regelgeving
Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek Artikel 101 lid 1
1 Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.
Artikel 248
1 Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.
2 Een tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.