AANVULLENDE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
- Concept 28112011-
AANVULLENDE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
VOOR HET WINKELMANAGEMENT VAN XXXXXX XXXXX BV
REGELENDE:
VOOR DE SUPERMARKTMANAGER, DE ASSISTENT SUPERMARKTMANAGER
*DE SALARISSEN EN SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN
DE TEAMLEIDER EN DE VERKOOPSPECIALIST
* DE SALARISSEN
1 april 2010 - 31 maart 2013
INHOUD blz.
1. Werkingsfeer, arbeidsvoorwaarden en definities
1.1 Werkingssfeer 9
1.2 Arbeidsvoorwaarden VGL-CAO 9
1.3 Definities 9
2. Aanstelling, dienstverband en ontslag
2.1 Verplichtingen van de werkgever 11
2.2 Verplichtingen van de werknemer 12
2.3 Nevenwerkzaamheden 13
2.4 Einde dienstverband 13
3. Salarissen en toeslagen
3.1 Salarissen 14
3.2 Algemene salarisaanpassing 18
3.3 Vaste toeslag 18
3.4 All-in inkomen 18
3.5 Werken op zondag 19
4. Vakantierechten en flexi-uren
4.1 Opbouw van vakantie-uren 19
4.2 Opname van vakantie-uren 20
4.3 Vakantietoeslag 20
4.4 Xxxxxxxxxxx 00
4.5 Flexi-uren 20
4.6 Bestemming flexi-uren 21
5. Bijzonder verlof
5.1 Verlof aansluitend aan het bevallingsverlof 23
5.2 Ouderschapsverlof 23
5.3 Loonaanvulling bij zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en 24
Pleegzorgverlof en doorbetaling bij kortdurend zorgverlof
6. Uitkering bij arbeidsongeschiktheid
6.1 Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 24
6.2. Reïntegratie 25
INHOUD (vervolg)
blz.
7. Woonruimte, pensioen, ongewenste intimiteiten, concernregelingen
7.1 Woonruimte 27
7.2 Pensioen 27
7.3 Ongewenste intimiteiten 27
7.4 Concernregelingen 28
8. Schorsing en rehabilitatie
8.1 Inleidende schorsing en rehabilitatiemaatregelen 28
9. Duur, wijziging en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst
9.1 Duur, wijziging en opzegging 29
Bijlage blz.
Bijlage I Salarisschaal Supermarktmanager m.i.v. 3 december 2007 30
Salarisschaal Supermarktmanager m.i.v. 14 juli 2008 30
Salarisschaal Supermarktmanager m.i.v. 18 mei 2009 30
Bijlage II Salarisschaal Assistent Supermarktmanager I en II m.i.v. 3 december 2007 31
Salarisschaal Assistent Supermarktmanager I en II m.i.v. 14 juli 2008 31
Salarisschaal Assistent Supermarktmanager I en II m.i.v. 18 mei 2009 31
Bijlage III: Salarisschaal Teamleider m.i.v. 3 december 2007 32
Salarisschaal Teamleider m.i.v. 14 juli 2008 32
Salarisschaal Teamleider m.i.v. 18 mei 2009 32
Bijlage IV Salarisschaal Verkoopspecialist m.i.v. 3 december 2007 33
Salarisschaal Verkoopspecialist m.i.v. 14 juli 2008 33
Salarisschaal Verkoopspecialist m.i.v. 18 mei 2009 33
Bijlage V: Overzicht artikelen van de VGL-CAO die door artikelen van deze
CAO worden vervangen c.q. daardoor worden aangevuld 34
Bijlage VI : Intentieverklaring behoud, bevordering en herstel
arbeidsgeschiktheid 35
Bijlage VII: Protocol Betreffende Doorstroming; Veiligheid, Gezondheid
en Welzijn (VGW); Ouderenbeleid; Criminaliteit en werkdruk 36
Protocol Beleidsmaatregelen ziekteverzuim 36
Protocol Tussentijds overleg 36
Protocol Veiligheid 37
Protocol Scholing en ontwikkeling 37
Bijlage (vervolg)
Protocol Reïntegratie gedeeltelijk arbeidsongeschikten 37
Protocol Vakbondscontributie 37
Protocol Studie leeftijdbewust personeelbeleid, employability en EVC’s 37
Protocol Werkdruk 37
Bijlage VIII: Protocol ouderenbeleid Supermarktmanagers 38
INDEX
blz.
Algemene salarisaanpassing 18
All-in inkomen 18
Xxxxxxxxxxx 00
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx XXX-XXX 9
Bestemming flexi-uren 21
Concernregelingen 28
Definities 9
Duur, wijziging en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst 29
Einde dienstverband 13
Flexi-uren 20
Inleidende schorsing en rehabilitatiemaatregelen 28
Intentieverklaring behoud, bevordering en herstel arbeidsgeschiktheid 35
Loonaanvulling bij zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en pleegverlof 24
en doorbetaling bij kortdurend zorgverlof
Nevenwerkzaamheden 13
Ongewenste intimiteiten 27
Opbouw van vakantie-uren 19
Opname van vakantie-uren 20
Ouderschapsverlof 23
Overzicht artikelen van de VGL-CAO die door artikelen van deze CAO
worden vervangen c.q. daardoor worden aangevuld 34
Pensioen 27
Protocol Beleidsmaatregelen ziekteverzuim 36
Protocol Betreffende Doorstroming; Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW); Ouderenbeleid; Criminaliteit en Werkdruk. 36
Protocol Ouderenbeleid Supermarktmanagers 38
Protocol Reïntegratie gedeeltelijk arbeidsongeschikten 37
Protocol Scholing en ontwikkeling 37
Protocol Studie leeftijdsbewust personeelbeleid, employability en EVC’s 37
Protocol Tussentijds overleg 36
INDEX (vervolg)
blz.
Protocol Vakbondscontributie 37
Protocol Veiligheid 37
Protocol Werkdruk 37
Reïntegratie 25
Salarisschalen Supermarktmanagers 30
Salarisschalen Assistent Supermarktmanagers I en II 31
Salarisschalen Teamleider 32
Salarisschalen Verkoopspecialisten 33
Salarissen 14
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 24
Vakantietoeslag 20
Vaste toeslag 18
Verlof aansluitend aan het bevallingsverlof 23
Verplichtingen van de werkgever 11
Verplichtingen van de werknemer 12
Werken op zondag 19
Werkingssfeer 9
Woonruimte 27
AANVULLENDE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET WINKELMANAGEMENT VAN XXXXXX XXXXX BV
Ondergetekenden,
De Besloten Vennootschap Xxxxxx Xxxxx bv
partij ter ene zijde,
en
de Unie
de FNV Bondgenoten de CNV Dienstenbond
partijen ter andere zijde,
zijn de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan.
Daarbij is er van uitgegaan dat het gewenst is voor de Supermarktmanagers en Assistent Supermarktmanagers naast of in afwijking van de minimum arbeidsvoorwaarden, zoals vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst voor personeel van Grootwinkelbedrijven in Levensmiddelen (VGL-CAO) en rekening houdende met artikel 3 lid 7 van de VGL-CAO, nadere afspraken te maken.
1. Werkingssfeer, arbeidsvoorwaarden en definities
1.1 Werkingssfeer
Deze overeenkomst geldt integraal voor alle werknemers die werkzaam zijn als Supermarktmanager of Assistent Supermarktmanager in een van de supermarkten van Xxxxxx Xxxxx bv. Op de Teamleider en Verkoopspecialist is uitsluitend bijlage III en IV van toepassing.
1.2 Arbeidsvoorwaarden VGL-CAO
Alle arbeidsvoorwaarden vermeld in de VGL-CAO, die niet in deze CAO door andere arbeidsvoorwaarden zijn vervangen, blijven voor de werknemer gelden voor de looptijd van de VGL-CAO (zie ook bijlage V).
1.3 Definities
In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:
Concern
Koninklijke Ahold nv en haar Nederlandse dochtervennootschappen.
Filiaal
Een Xxxxxx Xxxxx Supermarkt.
Werkgever
Xxxxxx Xxxxx bv.
Werknemer
Iedere natuurlijke persoon met een arbeidsovereenkomst met Xxxxxx Xxxxx bv.
Dienstverband
De relatie werkgever - werknemer die ontstaat na het afsluiten van een arbeidsovereenkomst.
Volledig dienstverband
Een dienstverband aangegaan voor de normale arbeidsduur.
Onvolledig dienstverband
Een dienstverband aangegaan voor minder dan de normale arbeidsduur.
Werktijdregelingen
Regelingen betreffende de arbeids- en rusttijden, inzake ploegendiensten, dienstroosters, roostervrije uren of dagen, overwerk, variabele werktijden etc., maar niet een regeling van de arbeidsduur.
Dienstrooster
Het voor de werknemer, op basis van een werktijdregeling, vastgestelde rooster van werk- en rusttijden.
Normale arbeidsduur
Het normaal, op grond van deze CAO, gemiddeld te werken aantal uren per week/periode in een fulltime dienstrooster.
Normale werkdag
De ingevolge het vastgestelde dienstrooster door de werknemer op een kalenderdag te werken aantal uren en tijden.
Salarisschaal
De in bijlage I tot en met IV opgenomen tabellen, waarin de minimum en maximum periodesalarissen en de basisuursalarissen, alsmede de normtredes per functieniveau staan vermeld.
Basisuursalaris
Het uursalaris waarop een werknemer aanspraak kan maken, rekening houdende met de indeling van de functie, de leeftijd en de ervaring van de werknemer.
Basissalaris
Het basisuursalaris vermenigvuldigd met de normale arbeidsduur, uitgedrukt in uren, per periode.
Periodesalaris
Het voor de werknemer geldende basisuursalaris, vermenigvuldigd met het aantal te betalen uren, niet zijnde overuren.
Periode
Het dertiende deel van een kalenderjaar.
De perioden van een jaar zijn genummerd van 1 t/m 13.
Tot de eerste periode van een kalenderjaar behoren eventueel ook de laatste dagen van december van het voorafgaande kalenderjaar.
Tot de dertiende periode van een kalenderjaar behoren eventueel ook de eerste dagen van januari van het volgende jaar.
Dienstwoning
Een woning, welke gehuurd wordt door of het eigendom is van Ahold nv of één van haar dochtervennootschappen en welke zodanig is verbonden met het filiaal, dat het noodzakelijk is dat deze door de werknemer uit hoofde van zijn functie wordt bewoond.
Filiaalcategoriecode
Een cijfer dat de moeilijkheidsgraad van het filiaal aangeeft.
2. Aanstelling, dienstverband en ontslag
2.1 Verplichtingen van de werkgever
1.a. Werkgever zal slechts dienstverbanden voor onbepaalde tijd aangaan.
b. Met externe kandidaten voor de functie van Assistent Supermarktmanager of Supermarktmanager kan éénmalig een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd worden overeengekomen, gekoppeld aan de duur van de opleiding, voor een periode van maximaal 1 jaar (Assistent Supermarktmanager ) resp. 15 maanden (Supermarktmanager ).
Na deze periode eindigt deze arbeidsovereenkomst, of wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2. Werkgever zal voor de datum van ingang iedere aanstelling van een werknemer aan deze bevestigen in een individuele aanstellingsbrief, waarin in elk geval worden vermeld:
- de ingangsdatum van de aanstelling;
- de functie, waarin de werknemer wordt aangesteld;
- de salarisgroep en het aanvangsalaris;
- het bestaan en de toepasselijkheid van de aanvullende collectieve arbeidsovereenkomst voor het winkelmanagement van Xxxxxx Xxxxx bv en de functiebeschrijving;
- het van toepassing zijn van het handboek personeelszaken;
- eventuele bijzondere voorwaarden.
3. Nadat een schriftelijke aanstelling is afgegeven, worden wijzigingen in de daarin vermelde voorwaarden schriftelijk aan de werknemer meegedeeld, onder vermelding van de datum van ingang.
4. De werkgever kan de werknemer onder andere op basis van capaciteiten, prestatie, sluiting filiaal, formulewijzigingen en dergelijke, overplaatsen naar een ander filiaal. Indien deze overplaatsing van de werknemer het verhuizen voor hem noodzakelijk maakt, dan zal werkgever dit aspect nadrukkelijk betrekken bij de afweging voorafgaande aan een definitieve besluitvorming.
5. Bij wijzigingen van de positie van de werknemer ten gevolge van reorganisatie, overplaatsing, herplaatsing en dergelijke zal de reactie van de werknemer eerst worden verlangd, nadat hem een bedenktijd van tenminste 3 maal 24 uur is gegeven, of, gelet op de omstandigheden, zoveel langer als noodzakelijk is, echter niet langer dan 10 maal 24 uur.
6. Aan de aangestelde werknemer zal een exemplaar van de aanvullende collectieve arbeidsovereenkomst en van de functiebeschrijving behorende bij zijn functie worden uitgereikt.
7. De werkgever is gerechtigd gelden, geldswaardige papieren en goederen toevertrouwd aan de werknemer, te controleren en te inventariseren.
8. De werkgever zet zich in voor een beleid, gericht op gelijke kansen op arbeid en gelijke kansen in de arbeidsorganisatie voor gelijkwaardige werknemers, ongeacht leeftijd, sekse, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, levens- of geloofsovertuiging, huidskleur, ras of etnische afkomst, nationaliteit en politieke keuze; één en ander op zodanige wijze toegepast dat er geen strijdigheid ontstaat met de objectieve vereisten van de functie.
2.2 Verplichtingen van de werknemer
1. De werknemer zal de taken overeenkomstig de voor hem van toepassing zijnde functiebeschrijving nauwgezet en naar behoren verrichten. Jaarlijks zullen de werkgever en de werknemer tot afspraken hierover komen. De werknemer zal de belangen van de werkgever naar behoren behartigen, rekening houdende met de belangen van het onder hem gestelde personeel.
2. De werknemer zal op verzoek van de werkgever rekening en verantwoording afleggen over het door hem gevoerde beheer.
De werknemer zal hieraan en aan het in artikel 2.1 lid 7 bepaalde zijn volle medewerking verlenen en zal alle daartoe gewenste inlichtingen of ophelderingen verschaffen.
3. De werknemer is verantwoordelijk voor de naleving zowel door hemzelf als door het onder hem gestelde personeel, van alle wetten, besluiten, verordeningen en interne instructies, betrekking hebbend op het
voeren van het winkelbedrijf en daarmee verband houdende werkzaamheden. Alle gevolgen van niet naleving, waarvan in redelijkheid aan de werknemer een verwijt kan worden gemaakt, komen voor rekening van de werknemer.
2.3 Nevenwerkzaamheden
1. Een werknemer, die een volledig dienstverband heeft, mag uitsluitend na overleg en met schriftelijke toestemming van de werkgever incidenteel in de voor hem geldende arbeidstijd nevenwerkzaamheden verrichten.
2. De werknemer mag zonder schriftelijke toestemming van de werkgever geen bedrijfsgegevens c.q. - hulpmiddelen gebruiken ten behoeve van nevenwerkzaamheden, zelfs al worden deze buiten arbeidstijd verricht.
3. De werkgever zal voor de tijd, dat de werknemer in arbeidstijd met toestemming van de werkgever nevenwerkzaamheden verricht diens salaris normaal doorbetalen.
De vergoeding voor in arbeidstijd verrichte nevenwerkzaamheden zullen in principe voor de tijd dat de nevenwerkzaamheden worden verricht tot het maximum van het normaal geldende salaris, aan de werkgever moeten worden afgedragen.
2.4 Einde dienstverband
1. Het dienstverband kan zowel door de werknemer als de werkgever worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van drie perioden van vier weken, tenzij de wet op grond van de duur van het dienstverband een langere opzegtermijn voorschrijft. Indien in de wet wordt gesproken van een opzegtermijn van een maand of meer maanden, dient voor de toepassing van dit lid in plaats van maand of maanden, periode van vier weken c.q. perioden van vier weken gelezen te worden.
De opzegging kan alleen geschieden tegen de laatste dag van een periode.
2. Het dienstverband eindigt met onmiddellijke ingang:
- door het overlijden van de werknemer;
- indien werknemer van de regeling volledig vervroegd uittreden uit de CAO VUT van Koninklijke Ahold nv gebruik gaat maken;
- door het aanbreken van de pensioendatum van de werknemer zoals in het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds Ahold is vastgesteld;
- door ontslag op staande voet op grond van een dringende reden tot ontslag voor de werkgever of de werknemer zoals bedoeld in artikel 7: 678 en 7: 679 van het Burgerlijk Wetboek.
3. Werknemer verbindt zich bij het einde van het dienstverband alle onder zijn berusting zijnde ontvangsten van het filiaal en alle bescheiden op de onderneming betrekking hebbende, xxxxxxxx aan werkgever af te geven.
4. Werknemer zal zowel tijdens als na het einde van het dienstverband stipte geheimhouding betrachten ten aanzien van die zaken, de dienst betreffende, waarvan de openbaarmaking in strijd zou zijn met de zorgvuldigheid en het fatsoen.
3. Salarissen en toeslagen
3.1 Salarissen
1. a. Werkgever zal aan de werknemer die valt onder de werkingssfeer van deze CAO, zoals bepaald in artikel 1.1, een salaris betalen volgens het bepaalde in deze CAO.
b. De salarisschalen van de Supermarktmanagers zijn door middel van hun nummer gekoppeld aan de filiaalcategorie waarop zij betrekking hebben.
2. a. Alle filialen van Xxxxxx Xxxxx bv zullen op basis van het filiaalclassificatiesysteem worden ingedeeld in één van de filiaalcategorieën I t/m VI.
Eénmaal per jaar, in de 8e periode, zal de filiaalcategorie opnieuw worden vastgesteld met behulp van het filiaalclassificatiesysteem op basis van de situatie van dát moment.
Een eventuele indeling gaat in per de daaropvolgende 10e periode.
b. Een Supermarktmanager wordt ingedeeld in de salarisschaal, behorende bij de filiaalcategoriecode van het filiaal, waarin betrokkene is aangesteld. Voorwaarde hiervoor is echter dat voldaan wordt aan de benoemingscriteria voor aanstelling in de desbetreffende filiaalcategorie.
3. a. Aanstelling van een nieuwe Supermarktmanager vindt in principe plaats in een filiaal met filiaalcategoriecode I of III. Dit is afhankelijk van vooropleiding en ervaring.
b. Jaarlijks zal worden beoordeeld of de Supermarktmanager voor aanstelling in een filiaal met een hogere
c.q. lagere filiaalcategoriecode in aanmerking komt.
c. De salariëring van de Supermarktmanager vangt aan op het minimumsalaris van de salarisschaal, behorende bij de filiaalcategorie waarin hij is ingedeeld. Indien een tot Supermarktmanager aan te stellen werknemer reeds een salarisniveau heeft, hoger dan het minimumsalaris van die salarisschaal, wordt betrokkene ingeschaald op dat salarisniveau, voor zover dit niet boven het maximum van de salarisschaal ligt. In dat geval vindt inschaling plaats op het maximum van de salarisschaal.
4. a. In afwijking van het gestelde onder lid 3 sub a. is het in uitzonderingsgevallen mogelijk een nieuwe Supermarktmanager direct aan te stellen in een filiaal met een filiaalcategoriecode II of IV. In dergelijke gevallen vindt salariëring plaats volgens de salarisschalen, behorende bij filiaalcategorie I resp. III, vermeerderd met een persoonlijke toeslag tot het minimum van de salarisschaal behorende bij de filiaalcategorie II resp. IV.
b. Na tenminste één en ten hoogste anderhalf jaar zal op basis van een beoordeling definitieve benoeming in een filiaal met filiaalcategoriecode II resp. IV plaatsvinden en zal betrokkene worden ingedeeld in de daarmee corresponderende salarisschaal.
c. Mocht op basis van deze beoordeling geen definitieve benoeming mogelijk zijn, dan volgt overplaatsing naar een filiaal met een filiaalcategoriecode I resp. III, waarbij de persoonlijke toeslag van lid 4 sub a. komt te vervallen per de aanstellingsdatum.
5. a. Op de eerste dag van de vierde periode van elk kalenderjaar wordt in het algemeen een periodieke verhoging, ter grootte van één normtrede, aan de Supermarktmanager toegekend, totdat het maximum salaris van de salarisschaal is bereikt.
De normtrede verschilt per salarisschaal en is eveneens vermeld in bijlage I.
b. Indien de taakvervulling van de Supermarktmanager in enig kalenderjaar daartoe aanleiding geeft, kan een extra verhoging worden toegekend ter grootte van de helft van de van toepassing zijnde normtrede, waarbij het maximum van de salarisschaal, waarin de werknemer is ingedeeld, niet mag worden overschreden. Het in dit lid bepaalde geldt niet voor de Supermarktmanager die naar een hogere categorie wordt bevorderd en ingedeeld wordt in een hogere salarisschaal.
c. Aan de Supermarktmanager zal geen normtrede worden toegekend, indien zijn taakvervulling in ernstige mate te wensen over laat. De Supermarktmanager zal hieromtrent tenminste 3 maanden van tevoren door werkgever worden geïnformeerd.
Een en ander zal schriftelijk aan betrokkene worden bevestigd. Het niet toekennen van de normtrede kan nooit twee maal achtereen plaatsvinden.
6. a. In geval van gebleken ongeschiktheid voor de filiaalcategorie, waarin hij is ingedeeld, zal de Supermarktmanager gedurende het volgende kalenderjaar in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen, dat de indeling in de oorspronkelijke filiaalcategorie gerechtvaardigd is. De Supermarktmanager ontvangt bij de aanvang van de vierde periode in dat kalenderjaar een salarisverhoging ter grootte van de normtrede, indien en voor zover het maximum van de salarisschaal nog niet is bereikt.
Aan het einde van laatstbedoeld kalenderjaar vindt een nieuwe toetsing plaats.
b. Indien de uitslag van deze toetsing positief is, blijft de Supermarktmanager het daarop volgende kalenderjaar ingedeeld in de tot op dat moment voor hem geldende salarisschaal.
Indien de uitslag van deze toetsing negatief is, zal de werknemer met ingang van het daarop volgende kalenderjaar in een filiaal met een lagere filiaalcategoriecode worden aangesteld en in de bijbehorende salarisschaal worden ingedeeld. Dit zal door de werkgever schriftelijk aan betrokkene worden bevestigd.
7. Indien een filiaal in een hogere filiaalcategorie wordt ingedeeld, zal de betrokken Supermarktmanager met ingang van de vierde periode van het eerst volgende kalenderjaar in de salarisschaal worden ingedeeld, behorende bij de nieuwe filiaalcategorie, indien betrokkene voldoet aan de voor die filiaalcategorie geldende benoemingscriteria en indien hij in dat filiaal volgens de geldende beoordelingssystematiek goed functioneert. In dat geval wordt het salaris naast de normtrede, behorende bij de oude salarisschaal, extra verhoogd met een halve normtrede, behorende bij de nieuwe salarisschaal. Het nieuwe salaris dient tenminste gelijk te zijn aan het minimumsalaris van de nieuwe salarisschaal, en kan niet hoger zijn dan het maximum van de nieuwe salarisschaal.
8. a. Indien het filiaal in een lagere filiaalcategorie wordt ingedeeld, zal gestreefd worden naar overplaatsing van de Supermarktmanager naar een filiaal, dat is ingedeeld in de filiaalcategorie, waarmee de salarisschaal waarin betrokkene is ingedeeld correspondeert.
b. Deze overplaatsing zal uiterlijk na twee jaar gerealiseerd moeten zijn. Gedurende deze twee jaar blijft de Supermarktmanager (met inachtneming van de daarvoor geldende voorwaarden) recht houden op salarisverhogingen in overeenstemming met de salarisschaal waarin betrokkene is ingedeeld.
c. Indien na uiterlijk twee jaar de overplaatsing niet gerealiseerd is, zullen geen individuele salarisverhogingen meer gegeven worden tot het moment waarop alsnog een overplaatsing plaatsvindt. Indien deze overplaatsing niet heeft kunnen plaatsvinden, wegens gebrek aan een geschikte plaatsingsmogelijkheid kan, bij beoordeling zeer goed of uitstekend, na verloop van deze twee jaar nog een verhoging ter grootte van één normtrede worden gegeven.
9. Wanneer op het moment dat een nieuwe Supermarktmanager in een filiaal benoemd gaat worden wijzigingen zijn opgetreden in de gegevens, die basis zijn geweest voor de indeling van dat filiaal, kan een tussentijdse weging van dat filiaal plaatsvinden. De nieuwe Supermarktmanager wordt dan op basis van de filiaalcategoriecode, die na die weging is vastgesteld, ingedeeld in een salarisschaal.
10. a. In uitzonderlijke situaties is het mogelijk dat een Supermarktmanager in principe tijdelijk, dat wil zeggen voor ten hoogste anderhalf jaar, wordt geplaatst in een filiaal van een lichtere of zwaardere filiaalcategorie, dan die correspondeert met de salarisschaal waarin betrokkene is ingedeeld.
b. Bij tijdelijke plaatsing in een filiaal met een lagere filiaalcategoriecode zullen zijn arbeidsvoorwaarden onverminderd op het niveau van voor de overplaatsing gehandhaafd blijven.
c. Bij tijdelijke plaatsing in een filiaal met een hogere filiaalcategorie zullen zijn vaste arbeidsvoorwaarden eveneens op het niveau van voor de overplaatsing gehandhaafd blijven, met dien verstande dat, indien het salaris van betrokkene lager is dan het minimum schaalsalaris behorende bij de filiaalcategorie waarin deze tijdelijke plaatsing plaatsvindt, een persoonlijke toeslag zal worden toegekend tot het minimum van de salarisschaal behorende bij die filiaalcategorie.
d. Na tenminste één en ten hoogste anderhalf jaar zal definitieve indeling plaatsvinden in de salarisschaal, behorende bij de filiaalcategorie waarin het filiaal is ingedeeld.
11.a. De Assistent Supermarktmanager I of II wordt beloond volgens de salarisschaal zoals opgenomen in Bijlage II.
b. Bij benoeming tot Assistent Supermarktmanager wordt een normtrede gegeven of zoveel meer tot het minimum van deze schaal bereikt is.
Het salaris kan nooit onder het schaalminimum of boven het schaalmaximum liggen.
c. Op de eerste dag van de vierde periode van elk kalenderjaar wordt in het algemeen een periodieke verhoging, ter grootte van één normtrede, aan de Assistent Supermarktmanager toegekend, totdat het maximum salaris van de salarisschaal is bereikt.
De normtrede verschilt per salarisschaal en is eveneens vermeld in Bijlage II.
d. Aan de Assistent Supermarktmanager zal geen normtrede worden toegekend, indien zijn taakvervulling in ernstige mate te wensen over laat. De Assistent Supermarktmanager zal hieromtrent tenminste 3 maanden van tevoren door werkgever worden geïnformeerd. Een en ander zal schriftelijk aan betrokkene worden bevestigd.
3.2 Algemene salarisaanpassing
Tijdens de looptijd van deze CAO zullen de basisuursalarissen en feitelijke uursalarissen worden aangepast op de momenten en met de percentages zoals vastgelegd in de dan geldende CAO voor personeel van grootwinkelbedrijven in levensmiddelen (VGL CAO).
Bij de berekening van de aanpassing van de salarisschalen wordt uitgegaan van het bijgehouden niet afgeronde periodeloon. Daaruit wordt het uurloon berekend en naar boven afgerond op hele centen. Met het aldus vastgestelde uurloon wordt het periodeloon berekend.
3.3 Vaste toeslag
1. De werknemer ontvangt naast het periodesalaris een vaste toeslag van 5,6% van het periodesalaris.
2. Het kan voorkomen dat de vaste toeslag van 5,6% niet als een redelijke vergoeding beschouwd kan worden voor de Assistent Supermarktmanager voor het werken op onder meer de avonduren, op zaterdagmiddag, feestdagen en overwerk.
In deze gevallen zal een individuele gerichte oplossing worden gezocht, waarbij het wegnemen van de oorzaken die daaraan ten grondslag liggen zal worden nagestreefd.
3.4 All-in inkomen
1. Het salaris conform artikel 3.1 voor de Supermarktmanager of Bijlage II voor de Assistent Supermarktmanager en de vaste toeslag conform artikel 3.3 vormen tezamen een all-in inkomen waarmee alle elementen die verbonden zijn aan de functie van de Supermarktmanager of Assistent Supermarktmanager beloond zijn.
2. Onder de elementen zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel vallen in elk geval werktijden gelegen op maandag tot en met zaterdag tussen 06.00 uur tot 22.00, gewerkte uren die de normale arbeidsduur overschrijden en eventueel gewerkte uren op de wekelijkse vrije dag of op feestdagen.
3.5 Werken op zondag
De werknemer die op zondag arbeid verricht ontvangt voor elk gewerkt uur op zondag het basisuursalaris vermeerderd met een toeslag van 100% van het basisuursalaris.
4. Vakantierechten en flexi-uren
4.1 Opbouw van vakantie-uren
1. Het vakantie kweekjaar loopt van de eerste dag van de achtste periode van enig jaar tot en met de laatste dag van de zevende periode van het daarop volgende jaar.
2. Werknemers met een volledig dienstverband hebben op jaarbasis recht op 200 vakantieuren met behoud van salaris.
Vakantierechten worden gekweekt op basis van het aantal uitbetaalde uren, niet zijnde overwerkuren, tot een maximum van 200 uren.
3. Voor de perioden aan het begin en het einde van het dienstverband geldt eveneens dat vakantierechten worden toegekend op basis van het aantal uitbetaalde uren, niet zijnde overuren, in die perioden.
4. Extra vakantieuren worden, volgens onderstaande tabel, aan werknemers toegekend die een bepaalde leeftijd hebben bereikt.
45 tot en met 49 jaar 24 uren.
50 tot en met 54 jaar 36 uren.
55 tot en met 59 jaar 40 uren.
60 jaar 56 uren.
61 jaar 72 uren.
62 jaar 88 uren.
63 jaar 104 uren.
64 jaar 120 uren.
De leeftijd aan het begin van het vakantie kweekjaar is bepalend voor het recht op extra vakantieuren.
NB. De in artikel 14 lid 4 sub c van de VGL-CAO en de hierboven genoemde extra rechten worden niet bij elkaar opgeteld, het hoogste aantal geldt.
4.2 Opname van vakantie-uren
1. Vakantieuren kunnen worden opgenomen in overleg met de werkgever.
2. In een vakantiejaar dient de werknemer tenminste 10 dagen aaneengesloten op te nemen, indien zijn vakantiesaldo daarvoor toereikend is.
3. De werknemer heeft het recht om 20 dagen aaneengesloten vakantie op te nemen, indien zijn vakantiesaldo daarvoor toereikend is.
4.3 Vakantietoeslag
1. Het kweekjaar voor de vakantietoeslag loopt van begin 6e betalingsperiode van enig jaar tot eind 5e betalingsperiode van het daaropvolgende jaar.
2. Werknemers ontvangen 8% vakantietoeslag. De vakantietoeslag wordt berekend op basis van de aan een werknemer in het vakantietoeslag- kweekjaar uitbetaalde uren, niet zijnde overuren, tegen het basisuursalaris op het moment van uitbetalen, vermeerderd met maximaal 13 maal de op de werknemer op het moment van uitbetalen van toepassing zijnde vaste toeslagen per periode.
4.4 Arbeidsduur
De normale arbeidsduur bedraagt (gemiddeld) 40 uur per week.
4.5 Flexi-uren
1. Een werknemer met een volledig dienstverband heeft recht op 156 flexi-uren per jaar.
2. Een werknemer met een onvolledig dienstverband verwerft flexi-uren naar verhouding van de feitelijke arbeidsduur en de normale arbeidsduur.
3. Indien een werknemer in de loop van een kalenderjaar in dienst treedt, kweekt betrokkene in dat betreffende jaar, met inachtneming van het hierboven bepaalde, vanaf het moment van indiensttreding, naar rato flexi-uren.
4. Indien een werknemer ná de eerste dag van de eerste periode van het kalenderjaar uit dienst treedt geldt het in lid 3 bepaalde op overeenkomstige wijze.
5. Een werknemer die na het eerste ziektejaar gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, heeft, in verhouding met het aantal uren dat betrokkene werkt, recht op flexi-uren.
Indien de arbeidsongeschiktheid op enig moment gaat toe- of afnemen, gaat vanaf dat moment meer of minder recht op flexi-uren ontstaan.
6. Een werknemer die gebruikmaakt van de VUT-regeling (gedeeltelijk VUT) of Vervroegde pensionering (gedeeltelijk vervroegd pensioen) heeft naar rato van deelname aan die regeling minder recht op flexi-uren.
7. a. De medewerker kan er voor kiezen de 40 bovenwettelijke vakantieuren om te zetten in flexi-uren.
b. De medewerker kan er voor kiezen extra vrije dagen op grond van leeftijd of dienstjaren zoals vermeld in artikel 14 lid 4 b en c van de VGL-CAO in flexi-uren om te zetten. Bij samenloop van extra vakantiedagen op basis van dienstjaren en leeftijd geldt het hoogste aantal.
c. De medewerker kan er voor kiezen de toeslag voor het werken op zondag om te zetten in flexi-uren.
d. Jaarlijks kan elke medewerker 40 flexi-uren kopen.
e. In plaats van het onder sub d. gestelde kan de medewerker er voor kiezen jaarlijks maximaal 40 uur onbetaald verlof op te nemen.
f. Voor medewerkers met een onvolledig dienstverband gelden de in lid a., b., d. en e. genoemde aantallen uren naar rato.
4.6 Bestemming flexi-uren
1. a. Flexi-uren kunnen als betaald verlof worden opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn:
- ouderschapsverlof;
- studieverlof ;
- lang durende vakantie;
- calamiteitenverlof;
- eerder stoppen met werken dan het VUT- of pensioneringsmoment;
- verkorting werktijd.
b. In overleg tussen werknemer en werkgever zal de wijze en het moment van opname van het verlof worden vastgesteld. Hierbij zal een afweging van belangen plaats vinden.
c. Het opnemen van het verlof zal plaatsvinden volgens het beginsel uren voor uren. Met één flexi-uur kan één uur verlof worden opgenomen.
2. a. Per kalenderjaar mogen maximaal 60 flexi-uren aan een medewerker met een fulltime dienstverband worden uitbetaald.
b. Indien flexi-uren worden uitbetaald om de opbrengst daarvan te bestemmen voor de aanschaf van een lijfrente, kapitaalverzekering bij overlijden of kinderopvang mogen in plaats van het maximaal aantal uit te betalen flexi-uren volgens sub a. van dit lid, maximaal 80 flexi-uren worden uitbetaald.
Het maximaal aantal uit te betalen uren volgens sub a. en sub b. van dit lid kan nimmer cumuleren.
c. De voorziening zoals bedoeld in lid b. wordt betaald uit de netto opbrengst van de uitbetaalde uren.
d. Aan een medewerker met een onvolledig dienstverband wordt het maximum aantal flexi-uren zoals genoemd in sub a. en b. van dit lid naar rato uitbetaald.
3. a. Uitbetaling van flexi-uren vindt plaats tegen het bruto uursalaris van de medewerker.
b. Indien flexi-uren aan de medewerker worden uitbetaald tellen deze uitbetaalde uren mee voor de opbouw van vakantieuren, vakantietoeslag, winstuitkering, VUT-uitkering en pensioenopbouw.
4. Indien flexi-uren door de medewerker worden aangekocht zoals bedoeld in artikel 4.5 lid 7 d., is de door de medewerker te betalen waarde per aangekocht flexi-uur de som van het uurloon op het moment van uitbetaling, de kosten van doorwerking in de arbeidsvoorwaarden zoals genoemd in lid 3.b., en werkgeverslasten.
5. Bijzonder verlof
5.1 Verlof aansluitend aan het bevallingsverlof
In aansluiting op het bevallingsverlof kan 4 weken onbetaald verlof worden opgenomen. Dit dient tenminste 10 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum aan de chef kenbaar te zijn gemaakt.
5.2 Ouderschapsverlof
1. De medewerker kan, inclusief het wettelijk recht op ouderschapsverlof, direct aansluitend aan het bevallingsverlof maximaal 52 maal de omvang van de arbeidsduur per week ouderschapsverlof opnemen. Dit verlof moet binnen een jaar worden opgenomen.
2. Indien en voor zover geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid van uitbreiding van ouderschapsverlof zoals bedoeld in lid 1, kan beroep worden gedaan op de wettelijke regeling ten aanzien van ouderschapsverlof.
3. De melding van de wens tot opname van het wettelijk verlof en de uitbreiding van het verlof zoals aangegeven in lid 1 van dit artikel moet vier maanden voor de ingangsdatum van het verlof plaatsvinden.
4. Gedurende het verlof bestaat geen recht op salaris en overige arbeidsvoorwaarden.
5. a. Over de verlofuren bouwt de medewerker geen ouderdoms- en nabestaandenpensioen op. Na afloop van het verlof zal de opbouw van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen onder aftrek van de verlofperiode worden voortgezet.
b. De medewerker kan er voor kiezen de opbouw van ouderdoms- en nabestaandenpensioen over de verlofuren onverkort voort te zetten.
De kosten van de werkgevers- en werknemersbijdrage zijn voor rekening van de medewerker. Betaling van deze bijdragen kan desgewenst ook gespreid in een tijdvak aansluitend aan het verlof plaatsvinden.
6. Voor gehuwde medewerkers of samenwonenden die zich bij het pensioenfonds als zodanig hebben aangemeld en middels een schriftelijke bevestiging zijn geaccepteerd, wordt tijdens de periode van het ouderschapsverlof het op grond van de pensioenregeling verzekerde partner- en wezenpensioen voor zover dat betrekking heeft op de verlofuren, op risicobasis voortgezet. De kosten van de risicoverzekering komen voor rekening van de werkgever.
5.3 Loonaanvulling bij zwangerschaps-, bevallings-,adoptie- en pleegzorgverlof en doorbetaling bij kortdurend zorgverlof
Indien de werknemer zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en pleegzorgverlof geniet zal de werkgever de geldelijke uitkering die de werknemer ontvangt van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen tijdens het verlof aanvullen tot 100% van het bruto loon indien de geldelijke uitkering lager is dan dat percentage.
De werknemer is verplicht de werkgever te machtigen de geldelijke uitkering van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen in ontvangst te nemen.
De werkgever zal bij doorbetaling van 70% van het loon bij kortdurend zorgverlof de hoogte van de doorbetaling niet maximeren op 70% van het maximum dagloon, bedoeld in artikel 17, eerste lid van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen.
6. Uitkering bij arbeidsongeschiktheid
6.1 Uitkering bij arbeidsongeschiktheid
1. In geval van arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval zal werkgever aan de
werknemer, tenzij de werknemer een uitkering ontvangt krachtens de IVA-regeling, de volgende uitkering doen:
a. Gedurende de eerste 26 weken : 100% van het loon; Gedurende de volgende 26 weken: 90% van het loon; Gedurende de daarop volgende 52 weken: 80% van het loon.
Loon is het bruto periodesalaris, vermeerderd met eventuele vaste toeslagen op basis van 3 voorafgaande perioden van 4 weken aan de 1e dag van de arbeidsongeschiktheid.
b. Tijdens het tweede ziektejaar zal tenminste het voor de werknemer geldende minimumloon worden doorbetaald.
2. Indien de medewerker in het tweede ziektejaar tenminste 25% van zijn contracturen werkt
(incl. arbeidstherapie) zal voor deze uren het loon 100% worden doorbetaald. Voor de resterende ziekte uren zal de doorbetaling van het loon worden aangevuld tot 90%.
Na 104 weken uitkering of indien op een eerder moment een uitkering krachtens de IVA-regeling is toegekend, is de CAO betreffende aanvulling op uitkeringen krachtens de WIA bij arbeidsongeschiktheid van toepassing, indien en voorzover aan de daarin gestelde voorwaarden is voldaan.
3. a. Indien werkgever en werknemer in onderling overleg gezamenlijk het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen verzoeken de wachttijd van 104
weken voor de toekenning van een WIA-uitkering te verlengen, zal werkgever gedurende deze verlenging aan werknemer per periode 80% van het loon doorbetalen zoals genoemd in lid 1 van dit artikel.
b. Indien het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen het tijdvak gedurende
welke de werkgever bij arbeidsongeschiktheid maximaal verplicht is het loon door te betalen (2 jaar) verlengt omdat werkgever de gestelde verplichtingen op grond van de wet Poortwachter niet nakomt, zal werkgever gedurende deze verlenging aan werknemer per periode 80% van het loon doorbetalen als genoemd in lid 1 van dit artikel.
De duur van de verlenging zoals hiervoor genoemd in sub b wordt in mindering gebracht op de totale duur van een aanvulling op een eventuele WIA- of WW-uitkering op grond van de CAO zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
4. De in dit artikel bedoelde aanvullingen respectievelijk uitkeringen uitgaande boven die, welke
krachtens de sociale verzekeringswetgeving worden genoten, zijn niet verschuldigd, indien en voor zover de werknemer, ingeval van ziekte dan wel uit hoofde van een hem overkomen ongeval, ten opzichte van derden een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving kan doen gelden. Hieronder tevens te begrijpen de uitkering vakantietoeslag en winstdeling.
In dit geval zal de werkgever de in dit artikel vermelde betalingen aan werknemer doen, doch alleen bij wijze van voorschot op schadevergoeding.
De werknemer wordt geacht zijn recht op schadevergoeding ten belopen van het bedrag van het voorschot aan de werkgever te hebben gecedeerd en is desverlangd verplicht een hierop betrekking hebbende akte van cessie te tekenen.
De werkgever zal het voorschot met de uit te keren schadevergoeding verrekenen.
6.2 Reïntegratie
1. Het streven is erop gericht de arbeidsongeschikte werknemer te reïntegreren binnen of buiten de werkgever.
2. Bij arbeidsongeschiktheid zal werkgever altijd eerst onderzoeken of reïntegratie binnen de werkgever, dan wel een andere werkmaatschappij van Xxxxx binnen Nederland mogelijk is.
3. De reïntegratie bij een andere werkgever is voltooid indien daar sprake is van een gelijke contractsvorm tussen werkgever en werknemer aan die welke met werkgever bestond. Zolang er geen gelijke contractsvorm is zal werkgever de arbeidsongeschikte werknemer detacheren of zal een terugkeergarantie gelden.
4. a. Indien de medewerker wordt gereïntegreerd bij de eigen of een andere werkgever zullen over de gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden op individueel niveau afspraken gemaakt worden, waarbij de volgende regeling als basis dient:
Nadat het eerste ziektejaar is verstreken het loon als volgt worden aangevuld:
- gedurende het eerste jaar 25% van het loon tot maximaal 95%;
- gedurende het tweede jaar 20% van het loon tot maximaal 90%;
- gedurende het derde 10% van het loon tot maximaal 80%;
- gedurende het vierde jaar 5% van het loon tot maximaal 75%; van het loon van de oorspronkelijke functie.
Voor de werknemer die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt wordt, xxxxx sub a als volgt:
a. Indien de werknemer gedurende de eerste twee ziektejaren intern of extern wordt gereïntegreerd in een functie met lagere arbeidsvoorwaarden, zal het loon als volgt worden aangevuld :
- gedurende het eerste jaar 25% van het loon tot maximaal 95%;
- gedurende het tweede jaar 20% van het loon tot maximaal 90%;
- gedurende het derde 10% van het loon tot maximaal 80%;
- gedurende het vierde jaar 5% van het loon tot maximaal 75%; van het loon van de oorspronkelijke functie.
b. Het loon zoals genoemd in sub a. is het verdiende bruto salaris per periode van vier weken, vermeerderd met eventuele vaste toeslagen die meetellen voor de vaststelling van de pensioengrondslag.
c. De aanvulling vindt plaats op basis van het aantal contracturen in de nieuwe functie. Indien dat aantal contracturen lager is dan het aantal contracturen in de oorspronkelijke functie, wordt dat lagere aantal aangevuld.
Indien het aantal contracturen hoger is dan het aantal contracturen in de oorspronkelijke functie, vindt aanvulling plaats op basis van het aantal contracturen in de oorspronkelijke functie.
d. In een logboek, waarin is opgenomen wat er volgens de wet Poortwachter en de daarmee samenhangende procedures binnen Xxxxxx Xxxxx van de werkgever en de werknemer wordt verwacht bij arbeidsongeschiktheid, kan de status van de arbeidsongeschikte medewerker worden bijgehouden.
7. Woonruimte, pensioen, ongewenste intimiteiten, concernregelingen
7.1 Woonruimte
1. In het algemeen zal de werknemer zelf voor een geschikte woonruimte zorgdragen. Werkgever zal werknemer hierbij in principe hulp verlenen.
2. Indien de werknemer zelf voor passende woonruimte heeft zorggedragen, verbindt hij zich deze woning niet te aanvaarden dan na overleg met de werkgever en zonder in het bezit te zijn van diens schriftelijke reactie, waarin afspraken worden gemaakt tussen werkgever en werknemer ten aanzien van onder andere reiskostenvergoeding, huurcompensatie, verhuizingconsequenties, bereikbaarheid filiaal en dergelijke.
3. Indien werkgever aan werknemer een dienstwoning ter beschikking stelt, is de laatste in het algemeen verplicht deze woning te aanvaarden.
4. In het geval dat de werkgever aan de werknemer een dienstwoning ter beschikking stelt zal de werknemer aan de werkgever hiervoor als vergoeding betalen in de vorm van een percentage van zijn bruto salaris. Dit percentage kan niet hoger zijn dan: 14% bij een niet-centraal verwarmde woning en 15 % bij een woning met centrale verwarming.
5. De kosten voor water, gas, elektriciteit alsmede stook- en andere particuliere servicekosten zijn voor rekening van de werknemer.
7.2 Pensioen
De werknemer wordt opgenomen in de pensioenregeling van de Stichting Pensioenfonds Ahold.
7.3 Ongewenste intimiteiten
1. Ongewenste intimiteiten moeten worden bestreden.
2. Indien een werknemer geconfronteerd wordt met ongewenste intimiteiten en daarover een klacht wil indienen, kan betrokkene daartoe gebruik maken van de individuele klachtenprocedure.
7.4 Concernregelingen
Alle met vakbonden voor het concern overeengekomen regelingen zijn, rekening houdende met de in de verschillende regelingen opgenomen werkingssfeerbepaling, van toepassing voor de werknemers die onder deze CAO vallen.
De tussen partijen overeengekomen regelingen zijn de navolgende:
- CAO betreffende aanvullingen op uitkeringen krachtens de WAO bij arbeidsongeschiktheid (WAO CAO);
- Collectieve arbeidsovereenkomst inzake de WIA (WIA CAO);
- CAO Gedeeltelijk vervroegd uittreden en Volledig vervroegd uittreden.
Een volledige tekst van deze regelingen is op verzoek verkrijgbaar.
8. Schorsing en rehabilitatie
8.1 Inleidende schorsing en rehabilitatiemaatregelen
1. Inleidende schorsing.
a. Onder inleidende schorsing wordt verstaan een verbod om gedurende een niet van tevoren te bepalen, zo gering mogelijk, aantal dagen de functie uit te oefenen.
b. De inleidende schorsing dient altijd te worden opgelegd door de directe chef of diens plaatsvervanger als onmiddellijke reactie op:
- de aanwezigheid van een dringende reden tot ontslag op staande voet;
- een verdenking van een vergrijp dat een dringende reden tot ontslag op staande voet zou kunnen zijn.
De inleidende schorsing dient schriftelijk bevestigd te worden.
2. Rehabilitatie.
Mocht blijken dat de inleidende schorsing niet gerechtvaardigd is, dan dient de werknemer volledig te worden gerehabiliteerd in de kring van personen die van de genomen maatregel op de hoogte kunnen zijn.
9. Duur, wijziging en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst
9.1 Duur, wijziging en opzegging
1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met ingang van 1 april 2010 en eindigt op 31 maart 2013.
2. Tussentijdse wijzigingen kunnen alleen tot stand komen met instemming van beide partijen.
3. Verlenging vindt stilzwijgend plaats voor de tijd van één jaar, tenzij één der partijen tenminste 3 maanden vóór de afloop van de overeenkomst schriftelijk kennis geeft aan de andere partij op (ongewijzigde) verlenging geen prijs meer te stellen.
Partij ter ene zijde: Partijen ter andere zijde:
Xxxxxx Xxxxx X.X. FNV Bondgenoten
A.D. Boer A.A. Makkinje
CEO
CNV Dienstenbond
X.X.X.X.X. xx Xxxxx F.A.M. Monsma EVP HRM
De Unie
H.E. Weiland
Bijlage I
Salarisschalen Supermarktmanagers m.i.v. | 18 mei 2009 | |||||
MINIMUM | MAXIMUM | XXXXX | ||||
XX | XX | XX | XX | XX | XX | |
X | 0000,00 | 15,47 | 3075,20 | 19,22 | 107,20 | 0,67 |
II | 2723,20 | 17,02 | 3473,60 | 21,71 | 121,60 | 0,76 |
III | 3075,20 | 19,22 | 4052,80 | 25,33 | 144,00 | 0,90 |
IV | 3568,00 | 22,30 | 4692,80 | 29,33 | 168,00 | 1,05 |
V | 4268,80 | 26,68 | 5420,80 | 33,88 | 188,80 | 1,18 |
VI | 4686,40 | 29,29 | 6222,40 | 38,89 | 222,40 | 1,39 |
Toevoegen: salarisschalen per 19 juli 2010
Bijlage II
Assistent Supermarktmanager m.i.v. | 18 mei 2009 | |||||
MINIMUM | MAXIMUM | TREDE | ||||
PP | PU | PP | PU | PP | PU | |
ASM I | 2136,00 | 13,35 | 2665,60 | 16,66 | 89,60 | 0,56 |
ASM II | 2449,60 | 15,31 | 3059,20 | 19,12 | 102,40 | 0,64 |
Toevoegen: salarisschalen per 19 juli 2010
Bijlage III
Salarisschalen Teamleider m.i.v. | 18 mei 2009 | VGL | ||||
Max is maximum schaal D | ||||||
VGL | Minimum | |||||
Leeftijd | uurloon | |||||
PP | PU | 20 | 8,89 | |||
MINIMUM | 1400,00 | 8,75 | 21 | 9,90 | ||
MAXIMUM | 1993,60 | 12,46 | 22 | 10,92 | ||
NORM-TREDE | 75,20 | 0,47 | 23 | 11,36 |
Toevoegen: salarisschalen per 19 juli 2010
Bijlage IV
Salarisschalen Verkoopspecialist m.i.v. | 18 mei 2009 | VGL | ||||
Max is maximum schaal D | ||||||
VGL | Minimum | |||||
Leeftijd | uurloon | |||||
PP | PU | 20 | 8,89 | |||
MINIMUM | 1400,00 | 8,75 | 21 | 9,90 | ||
MAXIMUM | 1993,60 | 12,46 | 22 | 10,92 | ||
NORM-TREDE | 75,20 | 0,47 | 23 | 11,36 |
Toevoegen: salarisschalen per 19 juli 2010
Bijlage V final check bert
Overzicht van artikelen van de VGL-CAO 2008/2010 die door artikelen in de aanvullende collectieve arbeidsovereenkomst voor het winkelmanagement van
Xxxxxx Xxxxx bv worden vervangen c.q. daardoor worden aangevuld.
CAO WM | VGL-CAO |
Artikel: | Artikel: |
1.1 | 1 |
1.3 | 2 |
2.1 | 3 |
2.2 | 4 |
2.3 | 5 |
2.4 | 19 |
3.1 | 20 |
3.2 | 21 |
3.3, 3.4 en 3.5 | 8, 10 en 6 lid 10 |
4.1 en 4.2 | 14 |
4.3 | 15 |
4.4 | 6 lid 2 |
4.5 en 4.6 | 7 en 16 |
6.1 | 11 |
6.2 | 12 |
7.1 | 23 |
7.2 | 28 |
7.4 | 11,12,27 |
8.1 | 18 |
Intentieverklaring behoud, bevordering en herstel arbeidsgeschiktheid
De werkgever neemt op zich gelijke kansen van gehandicapte en niet-gehandicapte werknemers voor wat betreft de deelname aan het arbeidsproces te bevorderen en de nodige voorzieningen te treffen gericht op het behoud, herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van werknemers.
De werkgever zal daarbij gebruik maken van instrumenten en ondersteuning die bij of krachtens de wet in het leven zijn geroepen.
De werkgever zal in overleg met deskundigen (zoals arts van een Arbo-dienst of van een uitvoeringsinstelling) een beleid voeren ter voorkoming van langdurig ziekteverzuim en van uitstroom naar de WAO/WIA van werknemers.
Protocol betreffende Doorstroming; Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW); Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid ; Criminaliteit en Werkdruk
Doorstroming; Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW); Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid; Criminaliteit en Werkdruk zijn onderwerpen die gedurende de looptijd van de CAO tussen partijen nader zullen worden besproken.
De werkgever zal initiatief nemen om het overleg hierover te doen plaatsvinden.
Protocol loopbaanonderbreking
De werkgever zal zich positief opstellen met betrekking tot mogelijkheden van loopbaanonderbreking.
Protocol tussentijds overleg
Indien noodzakelijk zal gedurende de looptijd van de CAO tussentijds (technisch) overleg volgen over specifieke onderwerpen die in de VGL-CAO of een Xxxxxx Xxxxx XXX worden afgesproken.
Tussentijds overleg over de aanpassing van de CAO op verzoek van één van de partijen is mogelijk.
Protocol veiligheid
Xxxxxx Xxxxx zal haar beleid voortzetten om de medewerkers adequate informatie te verstrekken en te trainen in het kader van veiligheid in de winkel.
Protocol scholing en ontwikkeling
In het jaarlijkse beoordelingsgesprek, en indien nodig ook op andere momenten, zal de ontwikkeling van de medewerker in het perspectief van ontwikkelingen binnen de organisatie besproken en vastgelegd worden, inclusief eventuele noodzakelijke opleidingen en trainingen.
Protocol reïntegratie gedeeltelijk arbeidsongeschikten
Xxxxxx Xxxxx zal zich positief opstellen tegenover reïntegratie van ex-medewerkers die vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid zijn ontslagen, en daarvoor mogelijk in aanmerking komen.
Xxxxxx Xxxxx zal zich positief opstellen tegenover initiatieven die gericht zijn op reïntegratie in het arbeidsproces van gedeeltelijk arbeidsongeschikten.
Protocol Vakbondscontributie
Xxxxxx Xxxxx zal zich inspannen om te bewerkstelligen dat de vakbondscontributie door medewerkers uit het brutoloon, dus fiscaal vriendelijk, kan worden betaald.
Protocol Onderzoek keuze in besteding arbeidsvoorwaarden
Werkgever zal onderzoek doen naar de mogelijkheid van verdere uitwerking van een keuzemogelijkheid voor de medewerker in de bestemming/uitruil van arbeidsvoorwaarden zoals opgenomen in de CAO (bijv. verdeling in tijd, geld, scholing) en de automatisering daarvan.
Werkgever zal in de eerste helft van 2011 de vakbonden over de resultaten van het onderzoek informeren.
Protocol Onderzoek NFKS
Partijen zullen in 2011 gezamenlijk een nader onderzoek doen naar het filiaalklassificatie systeem NFKS en de daarbij behorende bepalingen in artikel 3.1 van de CAO.
Partijen zullen de resultaten van dit onderzoek bespreken.
Bijlage VIII
Protocol leeftijdsfasebewust personeelsbeleid Supermarktmanagers
Het beleid van werkgever is erop gericht de oudere Supermarktmanager zo lang mogelijk in zijn functie werkzaam te laten zijn. Arbeidsongeschiktheid en uitstroom naar de WIA dient zoveel als mogelijk is te worden voorkomen.
In een eenmaal per jaar te houden gesprek tussen de Supermarktmanagers van 50 jaar of ouder en hun leidinggevende,,wordt het functioneren, in het licht van het leeftijdsfasebewust personeelsbeleid met betrekking tot Supermarktmanagers, nader besproken.
Het leeftijdsfasebewust personeelsbeleid vormt maatwerk en zal, afhankelijk van de situatie van de betrokken Supermarktmanager, specifiek ingevuld worden.
Afhankelijk van de feiten en omstandigheden, zal werkgever na overleg met de betrokken Supermarktmanager een of meer van de volgende beleidsmaatregelen separaat of in samenhang treffen:
- overplaatsing naar een ander (kleiner) filiaal;
- extra begeleiding;
- extra scholing;
- zwaardere kaderbezetting in het filiaal;
- andere geëigende maatregelen.
Indien tot overplaatsing wordt besloten naar een functie met een lagere beloning zal de regeling functieverlichting bij achterblijvende functievervulling, zoals deze geldt bij werkgever, van toepassing zijn.