Collectieve Arbeidsovereenkomst FloraHolland
Collectieve Arbeidsovereenkomst FloraHolland
tussen
de coöperatie Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A., gevestigd te Aalsmeer, als partij ter ene zijde, en FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond,
als partij ter andere zijde,
zijn een collectieve arbeidsovereenkomst, hierna te noemen cao aangegaan.
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de tijd van 18 maanden, ingaande 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2011.
Hoofdstuk I Definities
Artikel 1
In deze cao wordt verstaan onder:
A. De werkgever:Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A.
B. De werknemer:
Hij/zij die een arbeidsovereenkomst is aangegaan met de werkgever. Deze overeenkomst is niet van toepassing ten aanzien van:
a. werknemers van 65 jaar of ouder;
b. vakantiewerkers en stagiaires;
c. personen in opdracht van de werkgever volledig in het buitenland werkzaam.
C. Het uurloon:
Het uurloon bedraagt het 164,67 gedeelte van het fulltime maandsalaris.
D. Het (maand)salaris:
Het vast overeengekomen bruto salaris per maand, uitgezonderd de toeslagen, uitkeringen, vergoedingen e.d.;
E. Jaarsalaris:
Het maandsalaris dat over de afgelopen 12 maanden is verdiend.
F. Jaarinkomen:
Het jaarsalaris van een kalenderjaar, de vakantietoeslag, de vaste jaarlijkse uitkeringen en al datgene wat de werknemer op basis van deze cao aan (vaste) toeslagen ontvangt, niet zijnde (netto) onkostenvergoedingen.
G. Periode:
Een periode is gelijk aan een tijdvak van 4, 4 en 5 weken waardoor in 3 maanden 13 weken worden uitbetaald.
H. Betalingsperiode:
Deze is gelijk aan één maand.
I. Arbeidsduur:
Het aantal uren per week dat werknemers in de regel volgens dienstrooster werkzaam zijn;
J. Dienstrooster:
Een arbeidsregeling, die aangeeft op welke tijdstippen de werknemers als regel hun werkzaamheden aanvangen, deze beëindigen en eventueel onderbreken;
K. Wisselende dienstrooster:
Onder wisselende dienstrooster wordt verstaan arbeid die volgens rooster wordt verricht, waarbij de aanvangs- of beëindigingtijdstippen volgens een vastgesteld schema wisselen.
L. Dagdienst:
Een dienstrooster waarbij de werktijden steeds gelegen zijn tussen 6.00 en
18.00 uur.
M. Calamiteit:
Een calamiteit is een plotseling opkomende, niet te voorziene gebeurtenis die direct actie vereist, waarbij de handelingen afwijken van de normale gang van zaken en waarvoor de werknemer zonder uitstel maatregelen moet treffen.
N. Deeltijd:
Minder dan de normale arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week.
O. Meeruren:
Elk uur waarmee de voor een bepaalde dag geldende roostertijd wordt overschreden, niet zijnde een overuur;
P. Levenspartner:
a. De persoon met wie de werknemer, met het oogmerk duurzaam samen te leven, tenminste een half jaar een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een ten bewijze daarvoor door de werknemer aan de werkgever overlegde notariële verklaring. De partners mogen niet in rechte lijn of in tweede graad aan elkaar verwant zijn.
b. De persoon met wie de werknemer samenwoont en met wie een geregistreerd partnerschap is aangegaan als omschreven in boek 1, titel 5a BW.
Hoofdstuk II Arbeidsovereenkomst
Artikel 2
1. De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan of gewijzigd en wordt in tweevoud opgemaakt. De werkgever draagt zorg dat de werknemer een door beide partijen ondertekend exemplaar ontvangt van de overeenkomst of van de wijziging daarvan.
2. De schriftelijke overeenkomst bevat bepalingen over de navolgende onderwerpen:
a. de naam van de werkgever alsmede de functie van degene die de werkgever ten deze vertegenwoordigt,
b. naam, adres en woonplaats van de werknemer,
c. de aard van het dienstverband (bepaalde of onbepaalde tijd),
d. de duur van de proeftijd,
e. de standplaats en de functie,
f. het aan de functie verbonden salaris en de salarisschaal,
g. datum van aanvang van het dienstverband,
h. het aantal arbeidsuren,
i. opzegtermijn, indien deze afwijkt van de cao-regeling,
j. de bepaling dat deze cao met de arbeidsovereenkomst een geheel
vormt.
Artikel 3
De arbeidsovereenkomst wordt voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd aangegaan.
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan worden aangegaan;
a. Teneinde de geschiktheid van de werknemer te bepalen. De in dit lid bedoelde duur van het
dienstverband is ten hoogste 1 jaar.
b. Voor werkzaamheden die een tijdelijk karakter dragen of voor de uitvoering van een bepaald project.
c. Indien de arbeidsovereenkomst na het verstrijken van de bepaalde tijd bedoeld in lid 3a door de
partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet, wordt zij geacht voor dezelfde tijd, op de vroegere
voorwaarden wederom te zijn aangegaan.
d. Indien een voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst voor een tweede maal is voortgezet, is
voor haar beëindiging voorafgaande opzegging nodig (ontslagvergunning).
Artikel 4
1. Bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst (bepaalde- en onbepaalde-tijd) zal wederzijds een proeftijd van 2 maanden gelden, tenzij in de individuele arbeidsovereenkomst een kortere proeftijd wordt overeengekomen.
2. Indien enige bepaling in een arbeidsovereenkomst, aangegaan tussen de werkgever en werknemer, of een door de werkgever vastgesteld arbeidsreglement dan wel arbeidsinstructie, in strijd mocht zijn met deze cao, zal deze nietig zijn.
3. Iedere werknemer kan de cao op intranet raadplegen. Bij aanstelling ontvangt iedere werknemer een exemplaar van de CAO.
Hoofdstuk XXX Xxxxxxxxxxx verplichtingen van de werkgever en werknemer
Artikel 5
1. Behoudens de verplichtingen, welke voor de werkgever en werknemer voortvloeien uit artikel
7:611 BW, is de werknemer verplicht, indien - in bijzondere gevallen - zijn werkgever daartoe
opdracht geeft, tijdelijk hem passende, andere dan zijn gewone dagelijkse werkzaamheden te
verrichten, voor zover deze arbeid verband houdt met het bedrijf van de werkgever en de
werknemer kan worden geacht daartoe in staat te zijn.
2. De tijdelijk opgedragen werkzaamheden, zoals bedoeld in het vorige lid van dit artikel kunnen
geen aanleiding zijn tot verhoging of verlaging van het salaris van de werknemer.
3. Wanneer de werknemer meent, dat de hem tijdelijk opgedragen werkzaamheden in verband
met zijn persoonlijkheid en omstandigheden redelijkerwijze niet als voor hem passende
arbeid kunnen worden beschouwd, geeft hij daarvan kennis aan de werkgever.
Artikel 6
1. De werknemer is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem uit hoofde van zijn functie ter kennis komt, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt of hem uitdrukkelijk is opgelegd.
2. Het is de werknemer niet toegestaan een al dan niet gehonoreerde nevenfunctie te vervullen of al dan niet gehonoreerde nevenwerkzaamheden te verrichten welke redelijkerwijs geacht kunnen worden onverenigbaar te zijn met zijn functie dan wel met de belangen of het aanzien van FloraHolland, dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever. Aan een werknemer kan de benodigde toestemming geweigerd worden in geval van een fulltime dienstverband en bij een parttime dienstverband in geval van een belangenconflict. De fulltime werknemer die zonder schriftelijke toestemming van XxxxxXxxxxxx een nevenfunctie of nevenwerkzaamheden verricht, kan geschorst worden en kan - wanneer hij zonder toestemming nevenwerkzaamheden blijft verrichten - op staande voet ontslagen worden.
Een werknemer die ziek of arbeidsongeschikt wordt als gevolg van nevenwerkzaamheden waarvoor geen toestemming is verkregen, heeft geen recht op de (aanvullende) uitkering bij ziekte en arbeidsongeschiktheid conform de cao.
Artikel 7
1. Het is de werknemer verboden op straffe van ontslag;
a. direct of indirect deel te nemen aan werkzaamheden van of leveringen aan de werkgever, uit te voeren door derden.
b. direct of indirect geschenken, fooien, beloningen of provisie aan te nemen of te vorderen van:
- bedrijven of personen werkzaam ten behoeve van de
werkgever;
- leveranciers van de werkgever;
- bedrijven, instanties of personen met wie hij uit hoofde van zijn functie in aanraking komt.
c. het zonder voorafgaande toestemming op een computersysteem plaatsen van software en/of het gebruik van software waarvoor de werkgever geen gebruiksrecht heeft.
d. doorgedraaide sierteeltproducten aan te nemen of mee te nemen.
2. De werknemer onthoudt zich, op straffe van ontslag, tijdens de dienst van het gebruik van alcoholhoudende dranken en drugs. De werknemer vangt de dienst aan zonder onder invloed van bovengenoemde middelen te zijn. Het is de werknemer verboden om op het veilingterrein betrokken te zijn bij de handel in bedoelde middelen of daarvan in het bezit te zijn.
3. De werknemer is verplicht geld en goederen, welke door de werkgever aan zijn zorgen zijn toevertrouwd, zorgvuldig te beheren.
4. De werknemer kan slechts worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door de werkgever geleden schade, voor zover deze is ontstaan door opzet of bewuste roekeloosheid.
Artikel 8
1. De werkgever is verplicht al datgene te doen of na te laten wat een goed werkgever behoort te doen of na te laten.
2. De werkgever verschaft de werknemer, binnen het raam van de mogelijkheden van FloraHolland, de benodigde personele instrumentele en ruimtelijke voorzieningen.
3. De werkgever verplicht zich een verzekeringsovereenkomst te sluiten, welke de persoonlijke aansprakelijkheid van de werknemer dekt voor schade, aan derden toegebracht in de uitoefening van zijn functie. In de gevallen, dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer kan verhaalsrecht ontstaan.
4. De werkgever is verplicht aan de werknemer op diens verzoek inzage te verstrekken in de gegevens welke over zijn of haar persoon aanwezig zijn in het personeelsdossier. Bovendien heeft de werknemer het recht van correctie van onjuist geregistreerde persoonsgegevens.
Artikel 9
Onverminderd de bevoegdheid van de werknemer persoonlijk zijn belangen bij de werkgever te bepleiten, stelt de werkgever de vertegenwoordiger van de werknemer op een daartoe strekkend verzoek van de werknemer of zijn vertegenwoordiger, op korte termijn in de gelegenheid mondeling en schriftelijk de belangen van de werknemer te bepleiten. De werknemer heeft te allen tijde het recht hierbij aanwezig te zijn. Voor leden aangesloten bij een vakorganisatie geldt zonder meer het recht op vertegenwoordiging.
Hoofdstuk IV Arbeidsduur en werktijden
Artikel 10
De fulltime arbeidsduur per week bedraagt gemiddeld 38 uur en de werktijden van de werknemer worden vastgelegd overeenkomstig de Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd uit deze cao.
Hoofdstuk V Beloning
Artikel 11
1. De beloning van de werknemer geschiedt overeenkomstig een voor zijn functie vastgesteld salaris. Over de tijd waarover de werknemer in strijd met zijn verplichtingen nalaat zijn werkzaamheden te verrichten, is de werkgever hem geen salaris verschuldigd.
2. De werknemer die in een hogere functie wordt geplaatst en die over de voor die functie vereiste vaardigheden en ervaring beschikt, wordt met ingang van de betalingsperiode volgend op die waarin de plaatsing in een hogere functie heeft plaatsgevonden, beloond overeenkomstig de functie.
3. De werknemer die tijdelijk (maximaal 6 maanden), een functie waarneemt, die hoger is ingedeeld dan zijn eigen functie, blijft ingedeeld in de functiegroep en de salarisschaal die met zijn eigen functie overeenkomt.
4. De werknemer, met een inschaling tot en met concernschaal C1, die aangewezen is om, een functie, ingedeeld in tenminste één salarisgroep hoger, van een andere werknemer voor tenminste de helft waar te nemen, ontvangt indien de waarneming tenminste vier weken, met uitzondering van vakantieverlof, heeft geduurd, voor de waarneming een toeslag. De toeslag is acht procent (8,0%) van het huidige bruto salaris. De toeslag wordt per maand achteraf, naar evenredigheid, uitbetaald over het aantal waargenomen werkdagen. Een waarneming kan maximaal zes maanden duren. De uitkering wordt niet toegekend aan de werknemer voor wie bij beloning van zijn functie met het eventueel waarnemen van een hogere functie al rekening is gehouden (bijv. plaatsvervangend chef).
Artikel 12
Voor de werknemers met een deeltijd dienstverband wordt het salaris vastgesteld naar evenredigheid van het overeengekomen aantal arbeidsuren.
Artikel 13 Cao verhogingen:
1-1-2010 1% structureel. Over de periode van 1-1-2010 tot de maand van uitvoering vindt een
verrekening plaats over het salaris exclusief toeslagen.
1-7-2010 0,25% structureel
1-1-2011 0,75% structureel
Na de cao 1-1-2010 – 1-7-2011 vervalt de automatische prijscompensatie. Indien in de looptijd van deze cao de prijscompensatie hoger uitvalt dan de cao verhogingen, vindt overleg hierover plaats met vakbonden. Eventuele afspraken gelden dan concernbreed.
Hoofdstuk VI Vergoedingen
Artikel 14: Reiskosten woon-werkverkeer
Aan de werknemer wordt voor het heen en weer reizen van zijn woning naar zijn werk een tegemoetkoming in de kosten toegekend overeenkomstig de bepalingen van de Uitvoeringsregeling woon-werkverkeervergoeding.
Artikel 15: Reis- en verblijfkosten
Aan de werknemer worden de in opdracht van de werkgever gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed overeenkomstig de bepalingen van de Uitvoeringsregeling dienstreiskosten van deze cao.
Artikel 16: Zorgverzekering
De werknemer die deelneemt aan de collectieve basis en aanvullende zorgverzekering van de werkgever ontvangt een bijdrage voor de aanvullende verzekering van 6 euro bruto per maand. Deze bijdrage geldt niet voor werknemers die vallen onder het katern Aalsmeer.
Hoofdstuk VII Vakantie en buitengewoon verlof
Artikel 17
1. De werknemer heeft jaarlijks recht op vakantie overeenkomstig de bepalingen van de Uitvoeringsregeling vakantie van deze cao.
2. Het recht op buitengewoon verlof van de werknemer wordt vastgelegd overeenkomstig de bepalingen van de Uitvoeringsregeling buitengewoon verlof van deze cao.
Hoofdstuk VIII Arbeidsongeschiktheid
Artikel 18
In geval van verzuim door arbeidsongeschiktheid zijn de verzuimregels van toepassing voor kort- en
langdurig verzuim. Deze zijn beschikbaar op intranet.
Artikel 19
1.a. Eerste ziektejaar
Indien een werknemer arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ongeval heeft hij gedurende het eerste ziektejaar recht op de wettelijk verplichte doorbetaling van loon, als bedoeld in BW boek 7, artikel 629.
Aanvullingsregels (zie ook lid 3)
Indien de werknemer, bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid, korter dan een half jaar in dienst is zal wettelijk verplichte loonbetaling worden aangevuld tot 100% van het bruto inkomen, gedurende éénmaal de lengte van de diensttijd of tot het einde van het arbeidscontract.
Indien de werknemer, bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid, langer dan een half jaar in dienst is zal wettelijk verplichte loonbetaling worden aangevuld tot 100% van het bruto inkomen gedurende het eerste jaar. In het kader van artikel 19 lid 1 wordt onder bruto inkomen tevens verstaan: salaris, vakantietoeslag en vaste ingeroosterde onregelmatigheid toeslag.
b. Tweede ziektejaar
Indien de werknemer, bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid, korter dan een jaar in dienst is ontvangt hij/zij geen aanvulling.
Indien de arbeidsongeschiktheid na 52 weken voortduurt, wordt de wettelijke loondoorbetaling van 70% gedurende het tweede ziektejaar niet aangevuld als de werknemer niet werkt. De werknemer kan in aanmerking komen voor een loonaanvulling tot 85%. Deze aanvulling wordt toegekend indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever en de Arbodienst optimaal meewerkt aan het re-integratieplan van de Wet Verbetering Poortwachter. Dit kan ook zijn het meewerken aan een extern re-integratietraject.
Als de werknemer weer, met of zonder loonwaarde, aan het werk gaat ontvangt hij/zij over de gewerkte uren 100% van het bruto inkomen.
Gedurende het eerste en het tweede ziektejaar zal de pensioenopbouw worden voortgezet op basis van 100% van het vaste salaris.
c. Derde ziektejaar
De werkgever zal de loongerelateerde WGA uitkering in het derde ziektejaar aanvullen tot 85%.
Bij een arbeidsongeschiktheid van minder dan 35% zal de werkgever indien van toepassing aan de werknemer gedurende het derde ziektejaar een aanvulling betalen tot minimaal 85% van het salaris voorafgaande aan de ziekte. De werknemer ontvangt nimmer meer inkomen dan hetgeen hij zou hebben ontvangen indien hij niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
d. Indien de betrokken werknemer passende arbeid niet accepteert, kan de loondoorbetaling beëindigd worden conform BW boek 7, artikel 629. De werkgever en de werknemer kunnen evenwel gebruik maken van hun wettelijk recht op het aanvragen van een deskundigenoordeel bij het UWV. De werkgever betaalt de kosten van het deskundigenoordeel. Dit zal binnen 10 werkdagen na de ingangsdatum van de passende arbeid gebeuren.
Wanneer dit plaats vindt geldt het volgende:
Vanaf de aanvraag van het deskundige-oordeel zal gedurende maximaal 1 maand loondoorbetaling plaatsvinden. Indien de werknemer in het gelijk wordt gesteld zal FloraHolland de re-integratie activiteiten hervatten. Als de werkgever in het gelijk wordt gesteld, zal de werknemer onmiddellijk het werk moeten hervatten
of het aanbod van passend werk moeten aanvaarden. Als dit laatste niet gebeurt zal dit door de werkgever opgevat worden als werkweigering.
In afwijking van bovenstaande geldt voor werknemers vallend onder katern Aalsmeer dat de loondoorbetaling wordt beëindigd, indien betrokken werknemer passende arbeid niet accepteert (conform wet: geen arbeid geen loon). Alleen als uit het deskundigenoordeel van het UWV blijkt dat de werkgever in het ongelijk wordt gesteld, wordt het loon alsnog betaald.
e. Xxxxxxx een werknemer langer dan twee jaar ziek is en de WIA-uitkering gaat niet of later in als gevolg van een door de UWV opgelegde sanctie aan FloraHolland, betaalt FloraHolland de wettelijk verplichte doorbetaling van loon plus aanvulling. Deze doorbetalingsregeling geldt ook als FloraHolland en de werknemer in onderling overleg besluiten de aanvraag voor een WIA-uitkering uit te stellen. De doorbetalingsregeling geldt niet als het niet of later ingaan van de WIA-uitkering het gevolg is van een sanctie door de UWV opgelegd aan de werknemer. Indien de werknemer een sanctie krijgt opgelegd zal XxxxxXxxxxxx deze niet compenseren.
f. Een IVA uitkering
Wanneer een werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, naar de termen van XXX zal de werkgever de XXX uitkering danwel het salaris in het tweede en derde ziektejaar aanvullen tot 90% van het bruto inkomen. De aanvulling zal worden uitgekeerd in de vorm van een bruto schadeloosstelling.
g. Twee jaar na aanvang van de arbeidsongeschiktheid zoals genoemd in BW Boek 7, artikel 670 lid 1a, zal het dienstverband worden beëindigd door middel van een ontslagvergunning, indien en voor zover de arbeidsongeschiktheid van de werknemer voortduurt en er binnen FloraHolland geen passende functie voorhanden is (zie protocol afspraken re-integratie).
h. Om voor een aanvulling in aanmerking te komen is werknemer te allen tijde verplicht FloraHolland te informeren over uitkeringen ingevolge de Sociale Verzekeringswetten en eventuele verdiensten uit dienstverband elders.
2. De werkneemster die zwanger is, heeft recht op wettelijke beschermende maatregelen in verband met haar zwangerschap. Zij heeft recht op zwangerschapsverlof waarvan de totale duur niet langer kan zijn dan wat bij de wet is bepaald. Een zwangere werkneemster kan niet verplicht worden tot overwerk en/of tot het werken in nachtdiensten. Voor nachtdiensten zal de werkgever vervangende roosters bieden of, als dit niet mogelijk is, verlof met doorbetaling van het volledige loon, als bedoeld in artikel 19.
3. Indien en voor zover regelgeving ingrijpt op de in het kader van dit artikel gemaakte afspraken zullen partijen overleg voeren over de gevolgen van deze maatregelen.
4. Arbeidsvoorwaardelijke prikkel bij arbeidsongeschiktheid;
a. Vanaf de derde ziekmelding in een kalenderjaar wordt per ziekmelding één vakantiedag
ingehouden. Het maximum aantal in te houden vakantiedagen bedraagt vijf per jaar.
b. Werknemers die de eerste 6 volle maanden van het kalenderjaar niet met verzuim staan
vermeld in het verzuimsysteem, ontvangen 1 vakantiedag. Dit geldt ook voor het tweede
deel van het kalenderjaar.
c. Voor het vaststellen van het aantal ziekmeldingen zal bijzonder verlof zoals benodigd voor
doktersbezoek niet meetellen.
d. Voor een individuele werknemer kan een uitzondering gemaakt worden door FloraHolland
op advies van de bedrijfsarts. De werknemer is dan uitgesloten van malus en bonus.
e. een vakantiedag is in deze regeling: het aantal contracturen per week gedeeld door vijf.
Artikel 20
1. Het recht op aanspraak op uitkeringen over de dagen, waarop het verzuim betrekking heeft en het recht op de aanvulling op de wettelijk verplichte loonbetaling of het recht op de aanvullingen op de wettelijke uitkeringen vervalt, indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer veroorzaakt is door zijn nalatigheid of grove schuld, dan wel indien de werknemer zich niet houdt aan de door FloraHolland of andere bevoegde instanties gegeven voorschriften, door de werknemer tijdens de arbeidsongeschiktheid in acht te nemen.
De aanvulling die een werknemer ontvangt gedurende de WIA periode wordt, indien die werknemer een gekorte WIA-uitkering ontvangt ten gevolge van een door de UWV opgelegde sanctie aan die werknemer, niet toegekend over het gedeelte dat gekort is.
2. Het in lid 1 genoemd recht vervalt ook indien;
a. blijkt dat de verplichtingen ingevolge artikel 18 niet zijn nagekomen;
b. blijkt dat de werknemer zich niet heeft gehouden aan het gestelde in BW boek 7 titel 10, artikel 629, lid 3
c. de aanspraak op uitkering ingevolge de Ziektewet of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, geheel respectievelijk gedeeltelijk komt te vervallen, tenzij zulks aan de werkgever te wijten is;
d. de werknemer arbeidsongeschikt raakt als gevolg van het uitoefenen van een betaalde nevenfunctie, indien aangetoond door de uitvoeringsinstantie;
e. de werknemer nevenwerkzaamheden verricht waarvoor geen schriftelijke toestemming is verleend.
f. de werknemer naar het oordeel van de Arbo-arts weigert actief aan zijn herstel mee te werken;
g. de werknemer zich niet houdt aan de controlevoorschriften.
h. bij het beëindigen van het dienstverband;
3. Arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door derden:
a. Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer of het hem overkomen ongeval veroorzaakt is of mede veroorzaakt is door een zodanig handelen of nalaten van een derde, dat deze derde ter zake tegenover de werknemer aansprakelijk is, heeft de werkgever
tegenover de derde recht op schadevergoeding als bedoeld in BW Boek 6 artikel 107a.
b. De arbeidsongeschikte werknemer is in dit kader gehouden zijn medewerking te verlenen aan het onderzoek naar de feitelijke omstandigheden van het ongeval c.q. medewerking te verlenen bij het verzamelen van gegevens, welke voor de werkgever noodzakelijk zijn om zijn verhaalsrecht te kunnen uitoefenen. Indien de werknemer weigert mee te werken, verliest hij zijn aanspraak op de aanvulling op de wettelijk verplichte loonbetaling en op de aanvulling op de wettelijke uitkeringen.
c. Overige betalingen die samenhangen met de arbeidsongeschiktheid van de werknemer, niet zijnde de aanspraak op loon als bedoeld in BW Boek 6 artikel 107a, zijn door de werkgever niet verschuldigd indien de situatie als bedoeld in lid 3, sub a zich voordoet. In dat geval zal de werkgever aan de werknemer voorschotten uitkeren op de schadevergoeding, die de werknemer van de in het eerste lid bedoelde derde te vorderen heeft, dat echter op voorwaarde, dat de werknemer zijn vordering tot schadevergoeding jegens meergenoemde derde tot het in lid 3, sub d genoemde beloop aan de werkgever xxxxxxx.
d. De cessie zal geschieden tot het beloop van de voorschotten, welke door de werkgever aan de werknemer zijn en/of zullen worden uitgekeerd.
e. De werkgever zal hetgeen door hem uit hoofde van de aan hem gecedeerde vordering wordt ontvangen, verrekenen met de aan de werknemer uitgekeerde voorschotten.
f. Indien de werkgever ter zake van de door de cessie verkregen rechten door middel van een rechtsgeding een burgerrechtelijke vordering wenst in te stellen, zal hij de werknemer in de gelegenheid stellen om, in afwijking van het bepaalde in lid 3, sub d, de cessie betrekking te doen hebben op de volledige door de werknemer geleden schade. Dan zal de werkgever het meerdere, van de derde verkregen, aan de werknemer afdragen. De kosten, welke uit het rechtsgeding voortvloeien, zullen niet op de werknemer worden verhaald.
Tekst: BW boek 7, titel 10, artikel 629 a t/m f
De werknemer heeft het in lid 1 bedoeld recht niet:
a. indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of het gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt en daardoor de toetsing aan de voor de functie opgestelde belastbaarheideisen niet juist kon worden uitgevoerd;
b. voor de tijd, gedurende welke door zijn toedoen zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd;
c. voor de tijd, gedurende welke hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 voor de werkgever of voor een door de werkgever aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht;
d. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan door de werkgever of door een door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de
werknemer in staat te stellen passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 te verrichten;
e. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 658a lid 3;
f. voor de tijd gedurende welke hij zonder deugdelijke grond zijn aanvraag om een uitkering als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen later indient dan in dat artikel is voorgeschreven.
Hoofdstuk IX Uitkering bij overlijden
Artikel 21
1. In geval van overlijden van de werknemer wordt aan de nagelaten betrekkingen van de overleden werknemer een overlijdensuitkering toegekend ter grootte van drie bruto salarisperioden een en ander met inachtneming van hetgeen verder en overigens in artikel 7:674 van het BW is geregeld.
2. De in het eerste lid bedoelde uitkering wordt na het overlijden belasting- en premievrij uitbetaald.
3. De overlijdensuitkering als bedoeld in het eerste lid wordt verminderd met het bedrag der uitkering ter zake van overlijden krachtens de Ziektewet c.q. Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.
Toelichting
De bedoeling van artikel 21 is dat tot datum van overlijden op het salaris van de overleden werknemer nog de gebruikelijke inhoudingen worden gedaan en dat in de daaropvolgende betalingsperiode een eenmalige betaling plaatsvindt van 3 maal het bruto salaris zonder inhouding van loonbelasting en premies. De uitkering vindt plaats aan de nagelaten betrekkingen genoemd in de Wet.
Hoofdstuk X Einde van de arbeidsovereenkomst
Artikel 22
De arbeidsovereenkomst eindigt:
a. met wederzijds goedvinden;
b. wanneer de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
c. door het verstrijken van de termijn of door beëindiging van de werkzaamheden, waarvoor de overeenkomst is aangegaan;
d. in geval van een overeenkomst voor onbepaalde tijd door opzegging met inachtneming van artikel 23;
e. door beëindiging om dringende redenen, als bedoeld in de artikelen 7: 678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek;
f. in geval van overlijden van de werknemer;
x. xxxxxxxx door opzegging tijdens de proeftijd, ook ingeval van ziekte;
x. door ontbinding door de kantonrechter of met toestemming van de UWV.
Op een dienstverband voor onbepaalde tijd, dat is aangegaan met een werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, zijn artikel 23 (opzeggingstermijn) en artikel 7:670 BW, lid 3 (opzeggingsverbod tijdens arbeidsongeschiktheid) niet van toepassing.
Artikel 23
1. De opzegging geschiedt tegen het einde van de maand.
2. De opzegging, als bedoeld in artikel 22 sub d, geschiedt schriftelijk en met inachtneming van een opzegtermijn welke voor de werknemer 1 maand bedraagt. De opzegtermijn voor de werknemer met een inschaling vanaf C2 en hoger bedraagt twee maanden. De opzegtermijn voor de werknemer die is ingedeeld in een functiegroep boven de cao schalen bedraagt 3 maanden.
3. De door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging:
x. xxxxxx dan vijf jaar heeft geduurd: één maand
b. vijf tot tien jaar heeft geduurd: twee maanden
c. tien tot vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden
d. vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden
Voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst geldt artikel 672 BW behoudens voor zover hierna van de wet is afgeweken.
4. De termijnen bedoeld in lid 2, kunnen schriftelijk in de arbeidsovereenkomst worden verlengd. De termijn van opzegging mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden.
Bij verlenging van de termijn van opzegging is de termijn voor de werknemer en de werkgever gelijk.
5. Als een (collectieve) ontslagvergunning door het UWV is verleend, wordt de opzegtermijn voor de werkgever met een maand bekort. De resterende termijn van opzegging bedraagt ten minste een maand.
Het wettelijk overgangsrecht is van toepassing op de werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was.
Toelichting hoofdstuk X
De in artikel 23 genoemde opzegtermijnen dienen als minimumtermijn te worden beschouwd. Voorzien is in de mogelijkheid dat met de werknemer een langere opzegtermijn wordt overeengekomen. De opzegtermijn wordt in BW Boek 7: titel 10; art. 672 geregeld. Bij een schriftelijke arbeidsovereenkomst kan van de opzegtermijn in positieve zin worden afgeweken.
Hoofdstuk XI Schorsing
Artikel 24
1. De werkgever kan de werknemer, voor nader onderzoek naar de omstandigheden, voor ten hoogste één week schorsen, onder inhouding van salaris, indien het vermoeden bestaat van een zodanig ernstig vergrijp, dat voortzetting van de werkzaamheden door de werknemer naar het oordeel van de werkgever niet langer kan plaatsvinden. De schorsing wordt onverwijld, gemotiveerd en schriftelijk aan de werknemer ter kennis gebracht of bevestigd.
2. Bij het, ondanks herhaalde (schriftelijke) waarschuwing niet nakomen van de in artikel 5, 6 en 7 lid 1,2 en 3 opgelegde verplichtingen, kan de werkgever de werknemer eveneens schorsen. Schorsing is ook mogelijk indien het vermoeden bestaat van een vergrijp, dat noodzaakt tot een ontslag om dringende reden.
3. De werkgever is bevoegd de werknemer gedurende de periode van schorsing de toegang tot de gebouwen en terreinen van FloraHolland te ontzeggen.
4. Xxxxxxx mocht blijken dat de werknemer kennelijk ten onrechte door de werkgever werd geschorst, zal de werkgever op verzoek van de werknemer deze openlijk rehabiliteren en hem alsnog het salaris over de periode van schorsing uitbetalen.
Hoofdstuk XII Pensioen
Artikel 25
1. Voor werknemers die de leeftijd van 21 jaar bereiken, wordt een pensioenverzekering afgesloten. Voor de werknemer die jonger is en komt te overlijden, heeft de echtgeno(o)t)e) of vaste levenspartner en/of kinderen aanspraak op nabestaanden- en of wezenpensioen.
2. De rechten en plichten van de werkgever en de werknemer, betrekking hebbend op de voor de werknemers geldende pensioenregeling, daaronder begrepen de regeling inzake de door de werkgever en door de werknemer verschuldigde pensioenpremie, worden geregeld in de bepalingen van het pensioenreglement van FloraHolland.
3. Voor een meer uitvoerige informatie over het pensioen wordt verwezen naar de bepalingen van het pensioenreglement.
Hoofdstuk XIII Interpretatie
Artikel 26
1. Door partijen wordt een interpretatiecommissie ingesteld. Deze heeft tot taak uitspraak te doen over de uitleg en toepassing van de bepalingen in deze cao.
2. De samenstelling en werkwijze van deze commissie is bij reglement nader geregeld in C. Bijlagen (a) bij het
algemene deel van deze cao.
Dit reglement is bij de cao gevoegd en maakt daarvan deel uit.
3. In geschillen die aan de commissie worden voorgelegd, zal deze een bindend advies uitbrengen.
Hoofdstuk XIV Slotbepalingen
Artikel 27: Duur, wijziging en opzegging
1. Deze cao treedt in werking per 1 januari 2010 en eindigt van rechtswege op 30 juni 2011.
2. Met instemming van partijen kan deze cao tussentijds worden gewijzigd, indien naar het oordeel van partijen daartoe zwaarwegende omstandigheden zich voordoen.
3. Voor de werknemer in gunstige zin van deze cao afwijkende arbeidsvoorwaarden, blijven gehandhaafd indien en voor zover deze betrekking hebben op:
a. het voor de werknemer geldende maandsalaris;
b. de voor de werknemer geldende pensioenvoorziening.
Dergelijke in gunstige zin afwijkende voorwaarden worden in de arbeidsovereenkomst vastgelegd.
4. Arbeidsvoorwaarden die niet in de bepalingen van deze cao zijn geregeld en die voor een werknemer gelden, worden eveneens in de arbeidsovereenkomst vastgelegd.
5. Indien tussen de werkgever en een werknemer andere dan de in lid 3 genoemde arbeidsvoorwaarden zijn overeengekomen, welke in gunstige zin afwijken van de bepalingen van deze cao en van tijdelijke aard zijn, komen deze arbeidsvoorwaarden met ingang van de in lid 1 genoemde datum van inwerkingtreding van deze cao te vervallen.
6. Het is de werkgever geoorloofd, om in incidentele gevallen voor de werknemers in gunstige zin van deze cao af te wijken.
B. Uitvoeringsregelingen
a. Uitvoeringsregeling vakantie
Artikel 1
1. a. De werknemer heeft, bij een volledige werkweek, per kalenderjaar recht op 200 uur (25 dagen) vakantie met behoud van inkomen ( voor Venlo en Aalsmeer gelden afwijkende afspraken: zie katernen Venlo respectievelijk Aalsmeer).
b. De werknemer die in deeltijd werkt, verwerft vakantierechten naar evenredigheid van de overeengekomen arbeidsduur.
c. De werknemer heeft het recht om maximaal 40 vakantieuren per jaar bij te kopen. Parttimers naar evenredigheid. Deze bepaling is niet van toepassing voor werknemers die vallen onder katern Aalsmeer.
2. Onverminderd het in lid 1 bepaalde geniet de werknemer met behoud van salaris na het jaar waarin hij:
- 12,5 jaar in dienst dan wel de 45-jarige leeftijd bereikte 1 dag extra vakantie;
- 20 jaar in dienst dan wel de 50-jarige leeftijd bereikte 2 dagen extra vakantie;
- 25 jaar in dienst dan wel de 55-jarige leeftijd bereikte 3 dagen extra vakantie;
- 30 jaar in dienst dan wel de 57-jarige leeftijd bereikte 4 dagen extra vakantie;
- 35 jaar in dienst dan wel de 59-jarige leeftijd bereikte 5 dagen extra vakantie;
- 40 jaar in dienst dan wel de 61-jarige leeftijd bereikte 6 dagen extra vakantie.
De extra vakantie op grond van de leeftijd wordt alleen gegeven indien men minimaal 3 jaar in dienst is.
Voor werknemers die vallen onder katern Aalsmeer geldt een andere staffel. Zie hiervoor katern Aalsmeer.
3. De werkgever kan 16 uur aanwijzen als verplicht vakantieverlof. Bij parttimers wordt het aantal uren naar rato bepaald. Bedoelde uren zijn begrepen in het aantal uren, genoemd in lid 1. Deze aanwijzing vindt plaats in overleg met de ondernemingsraad.
4. De werknemer, die een andere dan christelijke godsdienst belijdt, kan voor maximaal 4 voor hen geldende religieuze feest- of gedenkdagen per jaar verlof opnemen. Er is een maximum van 2 aaneengesloten werkdagen per keer. De opgenomen verlofdagen zullen in mindering worden gebracht op het vakantietegoed. Hij dient dit minimaal 2 weken van tevoren bij de leidinggevende aan te vragen.
5. Eén keer per 2 jaar bestaat het recht om maximaal 6 weken aaneengesloten op te nemen. Voorwaarde hierbij is dat er geen sprake is van arbeidsongeschiktheid en dat leidinggevende en werknemer de verlofovereenkomst ondertekenen.
Artikel 2
1. De werknemer verwerft geen vakantie over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak heeft op salaris.
2. Tijdens ziekte worden gedurende maximaal een half jaar vakantierechten opgebouwd. De opbouw vindt plaats over het laatste half jaar van de ziekte. Bij een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer is de opbouw van vakantierechten evenals de opname volledig.
3. Het recht op vakantiedagen vervalt 5 jaar na het einde van het jaar waarin het recht daarop is ontstaan. De werknemer mag maximaal drie maal de jaarrechten opsparen voor een loopbaanonderbreking.
Artikel 3
De vakantie dient te worden opgenomen in het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. De in het belang van FloraHolland niet opgenomen vakantie wordt verleend in het volgend kalenderjaar.
Artikel 4
1. De vakantie- of snipperdagen worden, tenzij de belangen van FloraHolland zich hiertegen verzetten, op verzoek van de werknemer in overleg met de werkgever verleend. Snipperdagen dienen minimaal 3 werkdagen van tevoren aangevraagd te worden.
2. De werkgever heeft het recht geen vakantie- of snipperdagen toe te staan op bepaalde drukke dagen of in drukke weken. De drukke dagen of weken worden vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad.
3. De werknemer dient per kalenderjaar ten minste 120 uren vakantie op te nemen. Parttimers naar evenredigheid. Behoudens bij een ontheffing voor een loopbaanonderbreking.
Artikel 5
Het recht op vakantie mag niet worden vervangen door een vergoeding in geld. Het is de werknemer verboden op vakantiedagen elders in loondienst werkzaam te zijn.
Artikel 6
De werkgever kan, indien daartoe gewichtige redenen aanwezig zijn, na overleg met de werknemer, het door hem vastgestelde tijdvak van de vakantie wijzigen. De schade, welke de werknemer daardoor lijdt, wordt door de werkgever vergoed.
Artikel 7
Een verlofdag wordt, voor de werknemer die in roosterdienst werkt, geacht in te gaan bij aanvang van de roosterdienst.
Artikel 8
De werknemer heeft het recht om maximaal het verschil tussen de vakantierechten en het wettelijk minimum van twintig dagen om te zetten ten behoeve van de Levensloopregeling. Ook oude, boven wettelijke, verlofsaldo’s kunnen worden ingebracht. Voor de uren die worden ingezet is de waarde het bruto uurloon plus 12% pensioencompensatie (zie ook het levensloopreglement). Dit laatste (de pensioencompensatie) is niet van toepassing voor werknemers die vallen onder katern Aalsmeer.
Artikel 9
1. Bij het beëindigen van de dienstbetrekking zal de werknemer in de gelegenheid worden gesteld de hem nog toekomende vakantie-uren op te nemen. Deze vakantie-uren mogen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn worden begrepen waardoor de opzeggingstermijn wordt verkort. Tenzij dit tussen werkgever en werknemer nadrukkelijk is afgesproken.
2. Indien de werknemer de hem toekomende vakantie door bedrijfsorganisatorische omstandigheden niet tijdig heeft opgenomen zal hem voor elk uur vakantie een evenredig bedrag worden uitbetaald. De uiteindelijke datum van beëindiging van de dienstbetrekking kan daardoor niet op een later tijdstip worden gesteld.
3. Indien de werknemer bij het beëindigen van de dienstbetrekking te veel vakantie heeft genoten, zal een verrekening plaatsvinden.
Toelichting
In artikel 1, lid 1a wordt uitgegaan van het basisrecht van 25 vakantiedagen per jaar. Voor de eenvoud van de berekening wordt de volgende formule gehanteerd;
Het basisrecht van 25 dagen wordt opgebouwd met 9,615 % van elk gewerkt uur, behalve overuren. Elke extra dag is 0,3846 % meer opbouw.
Door de vakantierechten op te bouwen als een % van de uitbetaalde uren krijgen alle werknemers altijd de hoeveelheid vakantieuren waar ze recht op hebben.
Aan parttimers met wisselend aantal arbeidsuren zullen, per 1 januari, de vakantierechten die behoren bij het arbeidscontract als voorschot worden gegeven. Per half jaar zullen over de meeruren de vakantierechten worden bijgeschreven. Als de werknemer vakantiedagen opneemt, worden de uren van het basisrooster van de werknemer, dat behoort bij het arbeidscontract, afgeschreven.
Voorbeeld berekening:
Een werknemer met een arbeidscontract van 80 uur per maand en een recht op 25 dagen, bouwt in een jaar dus
80 x 12 x 9,615% is 92 1/4 uur op. Als hij in het eerste half jaar 21 meeruren heeft gemaakt dan worden in augustus nog
21 x 9,615% is 2 vakantie uren extra bijgeschreven.
De bepaling van artikel 3 beoogt te voorkomen, dat in enig kalenderjaar de werknemer meer dan gebruikelijk wegens vakantie afwezig is. In overleg met de leidinggevende kunnen vakantiedagen worden gereserveerd.
Ingevolge wettelijke bepalingen behoudt de werknemer gedurende het laatste half jaar van zijn ziekte aanspraak op de hem toekomende vakantiedagen. Deze kunnen dan ook na hervatting, uiteraard in overleg met de werkgever, worden opgenomen dan wel bij beëindiging van het dienstverband worden uitbetaald.
b. Uitvoeringsregeling buitengewoon verlof
Artikel 1
Aan de werknemer wordt buitengewoon verlof met behoud van salaris verleend;
1. Ongeacht of hij op de betreffende dag of dagen dienst zou moeten verrichten:
a. bij zijn huwelijk in totaal twee dagen;
b. bij bevalling van echtgenote dan wel levenspartner in totaal drie
dagen;
c. bij verhuizing (indien gehuwd of ongehuwde met een eigen huishouding) éénmaal per twee jaar, twee dagen;
d. bij zijn 25- en 40-jarig huwelijksfeest: één dag;
e. bij zijn 12½ -, 25-, 40-, 45- of 50-jarig dienstjubileum: één dag;
f. voor maximaal 20 werkdagen bij adoptie van een kind in zijn gezin. Dit aantal dagen geldt per geval en wordt alleen verleend bij adoptie van een kind uit het buitenland waarbij een in Nederland erkende instelling heeft bemiddeld. Deze 20 verlofdagen kunnen, in overleg, gespreid worden over de periode van voorbereiding en de periode tot maximaal 4 maanden nadat het kind in het gezin is gearriveerd.
2. Indien hij op de betreffende dag of dagen dienst zou moeten verrichten voor een tijdsduur vast te stellen door de werkgever na overleg met werknemer, behoudens in die gevallen waarbij de duur uitdrukkelijk is vermeld:
a. bij zijn huwelijksaangifte: één dag;
b. bij huwelijk van één van de leden van zijn gezin en van bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad: één dag;
c. bij het 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksfeest van ouders, schoonouders of pleegouders: één dag.
d. bij overlijden van de echtgeno(o)t(e), dan wel levenspartner, kinderen, pleegkinderen, ouders en schoonouders; van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis.
e. voor het bijwonen van de begrafenis van bloed- en aanverwanten in de tweede graad; één dag (broers, zusters, grootouders en aangehuwde broers of zusters).
3. Indien hij op de betreffende dag of dagen dienst zou moeten verrichten, tenzij ernstige belangen van FloraHolland zich daartegen verzetten, voor een tijdsduur vast te stellen door de werkgever na overleg met de werknemer, behoudens de gevallen waarvan de duur uitdrukkelijk in de regeling is vermeld:
a. Voor het bijwonen van statutaire vergaderingen van werknemersorganisaties, voor zover de werknemer als bestuurslid en/of afgevaardigde is aangewezen: maximaal 5 dagen per jaar.
b. Voor het deelnemen c.q. meewerken aan cursussen, conferenties, landelijke en regionale vergaderingen en werkgroepen, voor zover de werknemer daartoe als deskundige of afgevaardigde door het hoofdbestuur van de landelijke werknemersorganisatie, waarvan hij lid is, is uitgenodigd en zulks kan aantonen: maximaal 5 dagen per jaar.
c. Voor het deelnemen aan vergaderingen van Provinciale Staten, Gemeenteraad of Waterschap: maximaal 5 dagen per jaar. Heeft de werknemer ter zake meer werkdagen nodig dan kan de werkgever onbetaald verlof geven.
d. Het in lid 3.a. en 3.b. bedoelde buitengewoon verlof kan tezamen maximaal 5 dagen per jaar beslaan.
e. Werknemers die een contract hebben voor minder dan 5 dagen per week hebben deze rechten in evenredigheid.
Artikel 2
Aan de werknemer wordt buitengewoon verlof met behoud van salaris verleend voor de werkelijke benodigde tijd tot ten hoogste 2 uur per afspraak, voor noodzakelijke medische verzorging, tenzij de behandeling medisch aantoonbaar langer dan 2 uur duurt, (behandel en/of spreekuur afspraken) en voor zover deze verzorging niet buiten de arbeidstijd kan plaatsvinden. Voor of na het doktersbezoek dient de werknemer de overige arbeidstijd te werken.
Artikel 3
Voor onderstaande verlofvormen, van toepassing bij FloraHolland, kan levensloopsaldo worden ingezet:
1. Ouderschapsverlof
Vermindering van het aantal werkuren op verzoek van de werknemer is mogelijk in verband met de feitelijke verzorging van een kind in de leeftijd van 0 tot 8 jaar. Deze vermindering is mogelijk tot maximaal de helft van de vroegere werktijd en voor een periode van maximaal 1 jaar (zie verder Wet arbeid en zorg, hoofdstuk 6 ouderschapsverlof).
Na deze overeengekomen periode van tijdelijke werkvermindering wordt het dienstverband, zoals het vóór het ouderschapsverlof gold, hervat. Niet gewerkte uren worden niet uitbetaald.
2.Kortdurend zorgverlof
Bij kortdurend zorgverlof gaat het om verlof om bij ziekte van de echtgenoot, levenspartner, inwonende kinderen en ouders de noodzakelijke verzorging te kunnen verlenen.
De “noodzaak” heeft niet allen betrekking op de verzorging maar ook op het gegeven dat alleen de werknemer die verzorging moet verlenen.
De werknemer die gebruik maakt van het recht op kortdurend zorgverlof zoals bedoeld in de Wet arbeid en zorg hoofdstuk 5 art. 5.1 tot en met 5.8, heeft recht op verlof ter grootte van maximaal tweemaal de individuele arbeidsduur per week. De werknemer die gebruik maakt van het recht op kortdurend zorgverlof heeft het recht op de in de wet genoemde uitkering van 70% van het loon (minimaal het wettelijk bruto minimum loon) aan te vullen tot het reguliere inkomen over de verlofperiode door de inzet van verlofuren en/of tijd voor tijd uren. Het recht op het opnemen van kortdurend zorgverlof geldt in elke periode van 12 maanden.
3 Langdurend zorgverlof
Bij langdurend zorgverlof gaat het om een onbetaalde verlofvorm om daar waar spraken is van een levensbedreigende ziekte voor de verzorging te kunnen zorgen van de echtgenoot, levenspartner, kinderen en ouders. De werknemer die gebruik maakt van het recht op langdurend zorgverlof zoals bedoeld in de Wet arbeid en zorg hoofdstuk 5 art. 5.9 tot en met 5.14, heeft per kalenderjaar recht op verlof ter grootte van maximaal zesmaal de individuele arbeidsduur per week. Tijdens dit verlof worden vakantierechten opgebouwd.
4.Calamiteitenverlof
Aan de werknemer wordt betaald verlof verleend bij calamiteiten. Bij de melding moet de werknemer (eventueel achteraf) aangeven welke omstandigheid zich voordoet opgrond waarvan hij/zij verlof opneemt. Het moet hierbij gaan om situaties die vergen dat de werknemer, zonder dat uitstel mogelijk is, verlof nodig heeft om de noodzakelijke voorzieningen te treffen. De duur van het verlof wordt in overleg tussen werkgever en werknemer vastgelegd. De duur zal voldoende dienen te zijn om
een eerste opvang van de noodsituatie en voor het treffen van verdere maatregelen en voorbereidingen voor een meer duurzame oplossing. Een calamiteitenverlof eindigt na maximaal 1 dag (zie Wet arbeid en zorg hoofdstuk 4).
Toelichting bij deze artikelen
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- gebeurtenissen in verband waarmee de werknemer altijd een x-aantal werkdagen vrij heeft, ongeacht op welke dag de gebeurtenis plaatsvindt (artikel 1 lid 1);
- gebeurtenissen waarvoor de werknemer alleen vrijaf krijgt als deze op een voor hem geldende werkdag plaatsvinden (artikel 1 lid 2 en 3).
Bij de laatstgenoemde categorie wordt voor de onder artikel 1 in het derde lid genoemde gevallen bepaald, dat hiervoor geen verlof wordt verleend als ernstige belangen van FloraHolland zich daartegen verzetten. Het blijkt in de in het tweede lid genoemde gevallen (waarvoor deze voorwaarde niet is gesteld) evenwel mogelijk dat in heel bijzondere situaties hiervoor geen vrijaf wordt gegeven als dat niet in redelijkheid van de werkgever kan worden verlangd. Algemene regel is dat het buitengewoon verlof voor het deelnemen aan de genoemde gebeurtenissen alleen wordt gegeven als ook werkelijk hieraan wordt deelgenomen door de werknemer.
Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 1 derde lid worden onder werknemersorganisaties verstaan die organisaties die rechtstreeks partij zijn bij deze cao.
Artikel 1 lid 1b:
De werknemer heeft recht op 3 dagen verlof met behoud van salaris bij de bevalling van de partner. Dit recht gaat in op de dag van de geboorte, maar kan eveneens (gedeeltelijk) uitgesteld worden tot het moment van thuiskomst van partner en/of kind uit het ziekenhuis, of vertrek kraamhulp.
Artikel 1 lid 2
In dit artikel is er sprake van graden van bloedverwantschap. Eén graad van bloedverwantschap is één stap tussen twee generaties -naar boven of naar beneden. In het schema wordt dit uitgebeeld.
Betrokkene | |||
1e graad | ouders | kinderen | |
2e graad | grootouders | broers, zussen | kleinkinderen |
3e graad | overgrootouders | ooms, tantes | neven, nichten |
achterkleinkinderen
c. Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd
Artikel 1
Voor werknemers met volledige dagtaak (fulltime) geldt een arbeidsduur van gemiddeld netto 38
uur per week (of bruto 40 uur min de ATV. Bruto 40 min ATV geldt niet voor werknemers vallend onder het katern
Aalsmeer, zie ook uitvoeringsregeling arbeidstijdverkorting).
Partijen bij deze cao kunnen in bijzondere gevallen ten aanzien van bepaalde categorieën van
werknemers afwijkende regels stellen.
Artikel 2
1. a. Met inachtneming van hetgeen bij of ingevolge de wet is bepaald, wordt de indeling van werktijden door de werkgever geregeld. De werktijden liggen in de regel tussen 06.00 en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag tenzij de werktijden bij rooster zijn geregeld (artikel 4).
b. De aanvangstijd van het veilproces in vestiging Bleiswijk is 06.00 uur. Gedurende de periode van medio maart tot medio juni van enig jaar kan de vestiging Bleiswijk om 05.30 uur beginnen.
c. Voor bepaalde groepen werknemers, in overleg met de ondernemingsraad vast te stellen, met een volledige dagtaak worden de werktijden aangepast aan de wisselende werkdruk. De wekelijkse werktijd zal dan minimaal 32 uur en maximaal 44 uur bedragen. Op jaarbasis bevat het rooster gemiddeld 38 uur per week, respectievelijk 40 uur per week met ATV.
d. Een deeltijdwerkweek van 36 uur is niet in een 4x9 uur variant mogelijk of 4X10 voor een fulltimer (tenzij met wederzijds goedvinden).
2. Tenzij de aard van de werkzaamheden verbonden aan de functie zich hiertegen verzet, worden de diensten aaneengesloten verricht.
Artikel 3
1. De werknemer is verplicht zich te houden aan de door de werkgever vastgestelde werktijden. Indien en voor zover het belang van het werk het naar het oordeel van de werkgever noodzakelijk maakt, is de werknemer verplicht tijdelijk ook op andere dan de voor hem vastgestelde werktijden werk te verrichten.
2. De werkgever is verplicht de werknemer van een dergelijke wijziging tenminste één dag tevoren op de hoogte te stellen, tenzij door overmacht een kortere termijn aangehouden moet worden.
Artikel 4
Indien de werktijden afwijken van het bepaalde in artikel 2 worden deze bij rooster geregeld. De werktijden die bij rooster zijn geregeld worden door de werkgever zo spoedig mogelijk, doch tenminste 14 kalenderdagen voor de aanvang van de periode waarop zij betrekking heeft, ter kennis van de betrokken werknemers gebracht.
Indien roosters gebaseerd zijn op de verruimde normen van de overlegregeling ATW 1997 worden deze aan de ondernemingsraad voorgelegd. De andere roosters ontvangt de ondernemingsraad ter kennisname.
Voor werknemers vallend onder het katern Aalsmeer geldt in afwijking van bovenstaande, gedurende de looptijd van de cao, het volgende:
Een roosterwijziging moet minimaal 28 kalenderdagen van tevoren bekend gemaakt worden door de leidinggevende, zodat de werknemer de thuissituatie kan aanpassen.
Voor werknemers in een flexgroep worden de roostertijden uiterlijk op donderdagavond voor de komende roosterweek bekend gemaakt. Flexgroepen zijn afdelingen waarbij de werknemers ingezet kunnen worden op wisselende werkzaamheden en tijdstippen.
Artikel 5
Indien door bijzondere omstandigheden met een incidenteel karakter het dienstbelang dat vordert,
kan de werkgever, na overleg met de werknemer, van het bepaalde in de artikelen 2 en 4 afwijken.
Artikel 6
De werkgever stelt de werknemer in de gelegenheid binnen het dagelijkse dienstrooster pauzes op
te nemen. De koffie-theepauzes, die minimaal een kwartier duren, en de reguliere pauze (meestal
voor lunch) worden niet als werktijd aangemerkt. Alle pauzes zijn binnen de vastgestelde
werkroosters of werktijden opgenomen.
Artikel 7
FloraHolland kent verschillende contractvormen. Op hoofdlijnen zijn dat onder andere:
a. Het fulltime contract
Voor werknemers met fulltime contract is de arbeidsduur gemiddeld 38 uur per week (of bruto 40 minus 2 uur ATV, 40 minus 2 uur ATV geldt niet voor werknemers vallend onder het katern Aalsmeer).
De werktijden kunnen worden aangepast aan wisselende werkdruk. In dat geval zal de wekelijkse werktijd minimaal 32 uur en maximaal 44 uur bedragen. Op jaarbasis bevat het rooster gemiddeld 38 uur per week.
b. Het deeltijd contract
Werknemers met een parttime contract worden ingeroosterd op basis van het te verwachten werkaanbod, waarbij de gemiddelde werkweek gelijk is aan de overeengekomen contracturen per week. Voor werknemers met een deeltijd contract (parttimers) wordt onderscheidt gemaakt tussen parttimers met een in een rooster vastgelegde begin- en eindtijd en parttimers met een flex/variabel contract. Deze laatste categorie; de parttimers met een flex/variabel contract heeft een in een rooster vastgelegde begintijd, met een variabele eindtijd.
c. De jaarurenovereenkomst
Werknemers die een vastgesteld aantal uren per jaar werken, werken per werkdag tot het einde van het werkproces. Er zijn geen leegloopuren. Het aantal dagen per week bij bijvoorbeeld een 15 uurs-contract bedraagt drie tot vier. Het moment van einde van het werkproces wordt door de werkgever bepaald.
Er vindt een maandelijkse betaling plaats op basis van het overeengekomen gemiddeld aantal contracturen. Verrekening vindt jaarlijks plaats.
Toelichting Artikel 1
Werknemers met een rooster dat op jaarbasis gemiddeld 40 uur per week bevat (exclusief pauze),
bouwen ATV op. Voor de vormgeving van die ATV zie de uitvoeringsregeling arbeidstijdverkorting.
Dit is niet van toepassing op werknemers vallend onder katern Aalsmeer.
d. Uitvoeringsregeling overwerk en meerwerk
Artikel 1: Overwerk
a. Voor werknemers met een volledig (fulltime) dienstverband: Het voor de fulltime werknemers vastgestelde aantal uren per week bepaalt of er al dan niet sprake is van overwerk. Er is sprake van overwerk als er, in opdracht van de werkgever, arbeid is verricht voor of na het bij regeling of rooster vastgestelde dienstrooster. Voor fulltime werknemers in roosterdiensten met een wisselende arbeidsduur per week, wordt onder overwerk verstaan de arbeid die, in opdracht van de werkgever is verricht boven de vastgestelde roosters. Genoemde wisselende arbeidsduur per week is ook van toepassing op de fulltime werknemers die een rooster hebben wat naar het seizoen is ingericht tussen de 32 en 44 uur per week. Voor werknemers met een volledig dienstverband geldt het eerste kwartier doorwerken na het dienstrooster niet als overwerk. Is meer dan een kwartier doorgewerkt dan geldt ook het eerste kwartier als overwerk.
b. Voor werknemers met een parttime dienstverband: Voor parttimers is er sprake van overwerk als er, in opdracht van de werkgever, een aantal uren is gewerkt dat bij een werknemer met een volledig dienstverband als overwerk wordt beschouwd. Dus als de parttime werknemer langer werkt dan 38 uur per week netto. (uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd artikel 1).
Artikel 2: Meerwerk
Meerwerk voor parttime werknemer met een vaste begin- en eindtijd;
Betaling van meerwerk vindt plaats als de werknemer, in opdracht van de werkgever, meer dan een kwartier doorwerkt na het dienstrooster. Wordt meer dan een kwartier doorgewerkt dan geldt ook het eerste kwartier als meerwerk.
Artikel 3: Overwerkverplichting
De werknemer is verplicht op de eigen afdeling op verzoek overwerk te verrichten. Vergoeding voor overwerk wordt alleen gegeven indien de werknemer opdracht heeft gekregen tot het verrichten van overwerk. Overwerk wordt gemaximeerd op 104 uur in 13 weken (ATW).
Aan werknemers met de leeftijd van 50 jaar en ouder zal geen overwerk worden opgedragen, tenzij de werknemer ermee instemt om overwerk te verrichten. Een zwangere medewerkster en een medewerker met een dringende zorgplicht kan niet verplicht worden overwerk te verrichten.
Artikel 4: Beloning voor overwerk
Voor elk uur overwerk ontvangt de werknemer een geldelijke beloning, welke bestaat uit het uurloon plus een percentage van het uurloon.
- 50% voor overwerk aansluitend aan de normale werktijd tot 22.00 uur, op maandag tot en met vrijdag,
- 75% voor overwerk verricht tussen 22.00 en 06.00 uur, op maandag tot en met vrijdag,
- 100% voor overwerk verricht op zaterdagen,
- 150% voor overwerk verricht op zondagen.
Artikel 5: Beloning voor meerwerk
Voor elk uur meerwerk ontvangt de werknemer een beloning, welke bestaat uit het bruto uurloon.
Artikel 6: Bijzondere overwerkbepalingen
Er vindt geen geldelijke beloning plaats indien, op verzoek van de werknemer, in goed overleg tussen werkgever en werknemer, langer wordt gewerkt (meerwerk of overwerk) met het doel om, de in verband met bijzondere privé-omstandigheden, van tevoren niet gewerkte of later niet te werken uren in te halen.
De senior werknemer die arbeidsduurverkorting opneemt ontvangt overwerk als, in opdracht van de werkgever, een aantal uren wordt gewerkt dat bij een werknemer met een volledig dienstverband als overwerk wordt beschouwd.
Artikel 7: Verlofcompensatie voor overwerk
1. Op verzoek van de werknemer kan voor overwerk de vergoeding worden verstrekt in tijd voor tijd, gelijk aan het aantal uren dat het overwerk heeft geduurd, daarboven in de vorm van een geldelijke beloning, als bedoeld in artikel 4. De werknemer kan de tijd voor tijd uren opsparen tot een maximum van twee maal de contractuele arbeidsduur per week.
2. De in lid 1 bedoelde tijd voor tijd dient in overleg met de betrokken werknemer te worden opgenomen, op een voor het bedrijf gunstig tijdstip.
3. Ingeval het belang van de werkzaamheden zich naar het oordeel van de werkgever verzet tegen het geven van tijd voor tijd wordt de tijd voor tijd omgezet in een geldbedrag, bestaande uit het evenredige deel van het salaris.
4. Tijd voor tijd uren dienen minimaal 3 werkdagen van tevoren te worden aangevraagd en in blokken van 1⁄2 dag of hele dag te worden opgenomen.
5. Voor minder gewerkte uren kunnen tijd voor tijd uren worden ingezet ter aanvulling tot de dagnorm. Indien er ad hoc wordt besloten tot overwerk (dezelfde dag), dan zal de termijn voor de aanvraag voor de opname van tijd voor tijd, als genoemd in lid 4, worden verkort tot 1 werkdag. Dit lid geldt alleen voor werknemers die vóór 1 januari 2005 in dienst zijn van FloraHolland.
Artikel 8: Voor overwerk en meerwerk uitgesloten personeelsgroepen
De volgende werknemers komen niet in aanmerking voor de vergoeding van overwerk of meerwerk:
- werknemers met een salaris vanaf concernschalen C2 en hoger.
- Iedereen waarmee dit individueel is overeengekomen.
Artikel 9: Voor alle werknemers vallend onder het Katern Aalsmeer geldt een afwijkende regelgeving met betrekking tot overwerk. De regelgeving voor deze werknemers is opgenomen in het Katern Aalsmeer onder de uitvoeringsregeling Overwerk en meerwerk Aalsmeer.
Toelichting:
Algemeen.
Als algemene voorwaarde voor het betalen van overwerk geldt, dat de werkgever het overwerk noodzakelijk acht en hiertoe opdracht heeft gegeven.
Artikel 1a toelichting
De overwerkvergoeding geldt voor die uren waarop de fulltimer buiten het normale weekrooster heeft overgewerkt. De fulltimer ontvangt de in dit artikel genoemde overwerkvergoeding nadat hij langer als zijn weekrooster heeft gewerkt. Dat kan zijn na 36 uur bij een korte werkweek of na 44 uur bij een lange werkweek.
Het eerste kwartier doorwerken na de roostereindtijd geldt niet als overwerk. Wordt er echter, met een overwerk opdracht, meer dan een kwartier doorgewerkt dan geldt ook het eerste kwartier ook als overwerk. Indien tijdens het overwerken een pauze wordt genoten is dit geen overwerktijd.
Als langer werken binnen dezelfde week wordt gecompenseerd door korter werken is er ook geen sprake van overwerk. Ook het, zonder overwerk opdracht, voor de begintijd van het rooster aanvangen met de werkzaamheden kan niet leiden tot overwerkbetaling.
Een parttimer ontvangt de in dit artikel genoemde geldelijke beloning eerst indien en voor zover de 38 uren netto per week worden overschreden. Dit uitgangspunt geldt niet wanneer de parttimer in het kader van stand-by dienst extra werkzaamheden verricht. De uren die tijdens de stand-by dienst worden gewerkt zijn overwerkuren als bedoeld in deze regeling.
Artikel 2: toelichting
Over het uitbetaalde meerwerk vindt opbouw van vakantiedagen, vakantiegeld en pensioenopbouw plaats.
Artikel 6: toelichting
De werknemer kan, in overleg met de zijn leidinggevende, eerder weggaan of later komen op een ander tijdstip inhalen. De senior werknemer moet de ADV tijd eerst werken voordat hij voor overwerk in aanmerking komt.
Artikel 7: toelichting
De aanwijzing van data voor deze tijd voor tijd dagen geschiedt in goed overleg tussen werkgever en werknemer. Er is geen sprake van tijd voor tijd als roostertijd wordt verschoven.
e. Uitvoeringsregeling roosterdiensten
Artikel 1: Roosterdiensten
Onder roosterdiensten wordt verstaan arbeid waarvan de aanvangs- en of beëindigingstijdstippen van het werk niet liggen tussen 06.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag.
Artikel 2: Onaangename uren
Indien en voor zover een werknemer via overwerktoeslag of via zijn salaris voor het werken in roosterdiensten nog geen extra betaling ontvangt, ontvangt hij een toeslag voor het werken op roosteruren, niet liggend tussen 06.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag.
Artikel 3: Roostertoeslagen
De toeslag voor roosterdiensten wordt verstrekt in de vorm van een geldelijke beloning als een percentage van het uurloon:
25% voor roosterdienst op uren vallende tussen 18.00 en 22.00 uur op maandag tot en met vrijdag.
35% voor roosterdienst op uren vallende tussen 00.00 uur en 06.00 uur en tussen
22.00 uur en 24.00 uur op maandag tot en met vrijdag en voor uren op zaterdag.
50% voor roosterdienst op uren vallend op zondag.
Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer die normaal zijn arbeid in een roosterdienst verricht zal, conform de daarvoor geldende wettelijke bepalingen, de geldelijke toeslag worden betaald.
In geval van vakantie of verlofdagen wordt geen toeslag voor roosterdienst gegeven. Artikel 4: Anticumulatie van de toeslagen
Indien over gewerkte uren zowel een roostertoeslag als een overwerktoeslag van toepassing is vindt geen cumulatie van deze toeslagen plaats en is slechts één van deze twee toeslagen van toepassing en wel de hoogste.
Artikel 5: Afbouwregeling
1. Indien de roosterdienst van de werknemer door de werkgever wordt beëindigd of verminderd en dit niet is te wijten aan eigen schuld of toedoen van de werknemer heeft deze aanspraak op een tegemoetkoming indien:
a. de werknemer op het moment van de bedoelde beëindiging dan wel vermindering
tenminste 36 maanden onafgebroken roosterdiensten heeft verricht.
b. het verschil tussen: 1. enerzijds het salaris verhoogd met de gemiddelde toeslag voor de
roosterdienst volgens het oude basisrooster,
2. anderzijds het al dan niet nieuwe
salaris verhoogd met de eventueel nog
vergoeding voor de roosterdienst volgens het nieuwe basisrooster.
te genieten gemiddelde
meer bedraagt dan 1% van het in sub b1 genoemde bedrag.
2. De tegemoetkoming bedraagt gedurende de eerste 8 maanden 75%, gedurende de tweede 8 maanden 50% en gedurende de derde 8 maanden 25% van het in lid 1b genoemde verschil.
De aldus berekende tegemoetkoming blijft gedurende de hiergenoemde periode ongewijzigd.
Artikel 6: Voor roostertoeslagen uitgesloten personeelsgroepen.
Geen recht op vergoeding voor het verrichten van roosterdiensten hebben:
- werknemers met een salaris hoger dan driemaal het minimumloon;
- leidinggevenden indien incidenteel wordt gewerkt op de tijdstippen genoemd in artikel 1;
- iedereen waarmee dit individueel is overeengekomen.
Artikel 7. De ingangsdatum van de Uitvoeringsregeling roosterdiensten zoals hierboven beschreven, is in Aalsmeer op 1-1-2011. Tot die tijd geldt in Aalsmeer de bestaande roostertoeslag regelgeving.
Toelichting
Roosterdienst toeslagschema
0.00-6.00 uur | 6.00-18.00 uur | 18.00-22.00 | 22.00 – 24.00 |
uur | uur | |||
Maandag t/m vrijdag | 35% | - | 25% | 35% |
zaterdag | 35% | 35% | 35% | 35% |
Zondag | 50% | 50% | 50% | 50% |
De toeslag voor het verrichten van roosterdiensten moet gezien worden als een toeslag voor het werken op onaangename uren, en vormt dan ook geen vast bestanddeel van het salaris.
Toelichting artikel 5
Wanneer de werknemer overgaat van roosterdienst naar dagdienst ontvangt hij geen roosterdiensttoeslag meer. Betrokkene ervaart dit (zeker wanneer hij gedurende lange tijd deze toeslag heeft genoten) als een teruggang in zijn salaris. Teneinde aan dit ervaringsgegeven tegemoet te komen is een afbouwregeling ter zake van weggevallen of verminderde roosterdiensttoeslag gecreëerd. Indien kennelijk sprake is van een tijdelijke beëindiging of tijdelijke vermindering van de roosterdienst, dan wordt de tegemoetkoming vervat in artikel 5, niet gegeven. Met tijdelijk wordt bedoeld maximaal één maand.
f. Uitvoeringsregeling feestdagen
Artikel 1
1. Onder feestdagen worden verstaan: Nieuwjaarsdag,
1e en 2e Paasdag, Hemelvaartsdag,
1e en 2e Pinksterdag, 1e en 2e Kerstdag, Koninginnedag.
Een feestdag loopt van 00:00 uur tot 24:00 uur.
2. Op feestdagen wordt geen arbeid verricht, tenzij bedrijfsomstandigheden of werkroosters zulks, naar de mening van de werkgever, noodzakelijk maakt.
3. Indien op feestdagen als genoemd in lid 1 wordt gewerkt, zal een geldelijke toeslag worden gegeven overeenkomstig artikel 3.
Artikel 2
Indien voor de werknemer een rooster met wisselende diensten volgens een volcontinu rooster geldt, wordt voor elke feestdag welke niet op zondag valt, indien hij op die dag een geplande roostervrije dag geniet, een vrije dag op een ander tijdstip ter compensatie toegekend met behoud van salaris.
Artikel 3
De in artikel 1, lid 3, genoemde geldelijke beloning bestaat uit een toeslag van 200% van het uurloon.
Artikel 4
Op verzoek van de werknemer kan de toeslag voor de gewerkte uren gedeeltelijk worden verstrekt in vrije tijd. Voor ieder gewerkt uur wordt een uur vrije tijd verleend en 100% toeslag uitbetaald.
Artikel 5
31 december geldt als een vrije dag. Indien door bedrijfsomstandigheden of werkrooster, naar de mening van de werkgever, gewerkt moet worden, zal voor elk gewerkt uur, één uur vrije tijd ter compensatie worden toegekend. Artikel 1 lid 3 en artikel 3 zijn dus niet van toepassing op 31 december. Niet geldig voor werknemers van Venlo zie xxxxxx Xxxxx.
Artikel 6
Voor werknemers vallend onder het katern Aalsmeer gelden afwijkende toeslagen bij feestdagen. Deze zijn opgenomen in het Katern Aalsmeer onder de uitvoeringsregeling Overwerk en meerwerk.
g. Uitvoeringsregeling tegemoetkoming kosten woon-werkverkeer
De medewerker ontvangt een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer (het dagelijks heen en weer reizen van de woning naar de standplaats).
Uitgezonderd zijn:
• Medewerkers met een leaseauto van FloraHolland;
• Medewerkers met een afwijkende regeling voor autogebruik in woon- werkverkeer;
• Medewerkers met een (traject) OV-/ NS -jaarkaart die door FloraHolland- Naaldwijk vergoedt wordt en medewerkers met een bijzondere regeling, zoals de Schipholforenskaart in Aalsmeer
• Medewerkers voor wie het vervoer door FloraHolland in natura wordt verzorgd.
• Medewerkers met een carpoolregeling in Aalsmeer. Hiervoor gelden andere vergoedingen.
De vergoeding die de medewerker maandelijks ontvangt is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
• De afstand wordt bepaald met behulp van de ANWB routeplanner (kortste route).
• De postcode en huisnummer van uw huisadres en de postcode en huisnummer van het werkadres zijn bepalend voor afstand. Alle berekende afstanden worden ingedeeld in groepen.
• De vergoeding wordt bij woon-werkverkeer verstrekt vanaf 10,1 km tot maximaal 40,1 km enkele reis.
• Indien u wegens ziekte of onbetaald verlof niet naar het werk reist, wordt de vergoeding stopgezet en pas weer hervat met ingang van de dag waarop u het werk hervat.
• De vergoeding wordt maandelijks achteraf betaald.
De tegemoetkoming woon-werk verkeer bedraagt:
• Van 0 tot en met 10 km: geen vergoeding*
• Van 10,1 km tot en met 15 kilometer: € 2,88 per dag.
• Van 15,1 km tot en met 20 kilometer: € 4,03 per dag.
• Van 20,1 km tot en met 25 kilometer: € 5,18 per dag.
• Van 25,1 km tot en met 30 kilometer: € 6,33 per dag.
• Van 30,1 km tot en met 35 kilometer: € 7,48 per dag.
• Van 35,1 km tot en met 40 kilometer: € 8,63 per dag.
• Van 40,1 km en meer : € 9,78 per dag.
* voor werknemers die vallen onder xxxxxx Xxxxxxxx geldt een overgangsregeling voor 0-10 km indien zij indienst waren voor 1-1-2009 (zie katern 1 Aalsmeer)
Extra reiskilometers worden vergoed in geval van gebroken diensten, met een onderbreking langer dan 3 uur, en bij overwerk op uren die niet aansluiten op de normale arbeidstijd, voorzover de vergoeding niet boven het fiscaal toegestane maximum komt.
Indien in de kortste route tol- en veergelden moeten worden betaald worden deze kosten vergoed.
Bij een oproep in het kader van de bereikbaarheidsdienst gelden de uitvoeringsregelingen van de cao of de vervangende regeling die met de ondernemingsraad is vastgesteld.
Openbaarvervoer
Indien U reist met een openbaarvervoer-trajectkaart of OV jaarkaart, en de abonnementskosten op jaarbasis daarvan hoger zijn dan de vergoeding die U op basis van de vergoeding woon werkverkeer zou ontvangen voor het traject, krijgt U het meerdere, op OV kilometerbasis, vergoed met een maximum van 40 OV-kilometers enkele reis. Bij de vaststelling van de vergoeding wordt uitgegaan van de goedkoopste tarieven (inclusief eventuele werkgeverskortingen) van het openbaar vervoer.
Aan de werknemer voor wie FloraHolland vestiging Naaldwijk een openbaarvervoer- trajectkaart beschikbaar stelt, wordt geen vergoeding betaald. Een werknemer kan ontheffing krijgen van het gebruik van een openbaarvervoer-trajectkaart als het opstappunt meer dan 1,5 kilometer van de woning verwijderd is, én/of als de werktijden niet overeenkomen met de dienstregeling.
Bij werknemers, die op grond van een oude regeling een hogere vergoeding woon- werkverkeer ontvangen dan bovenstaande cao vergoeding, wordt deze bevroren (en naar rato aangepast bij wijziging van aantal werkdagen) totdat de medewerker verhuist.
h. Uitvoeringsregeling dienstreiskosten
Artikel 1
Aan de werknemer die in opdracht van de werkgever in het kader van zijn werkzaamheden incidenteel reiskosten voor dienstreizen moet maken worden deze kosten vergoed met inachtneming van de navolgende richtlijnen:
- de kosten van openbaar vervoer op basis van het laagste tarief of indien de dienstreis naar het oordeel van de leidinggevende niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen;
- een vergoeding van € 0,28 per kilometer, indien de werknemer met toestemming van de werkgever van een eigen auto gebruik maakt en reist via de meest gebruikelijke route. Een gedeelte van de vergoeding is bruto.(zie art.3)
In de kilometervergoeding is tevens een bedrag begrepen ter vergoeding van een door de werknemer af te sluiten all-risk autoverzekering. Als gevolg hiervan aanvaardt de werkgever geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele schade aan de eigen auto ontstaan tijdens de dienstreis.
Indien de dienstreis met de auto wordt ondernomen zal de werkgever, als de werknemer daartoe verzoekt, een bedrijfsauto (huurauto) beschikbaar stellen voor het maken van de dienstreis.
Artikel 2
Indien de dienstreis aanvangt vanuit de woonplaats, dient de reisafstand woonplaats- veiling-woonplaats niet als zakelijke kilometers te worden gezien. Deze kilometers zijn de woon-werk kilometers. Deze afstand wordt op de declaratie in mindering gebracht.
Artikel 3
Ten aanzien van de vergoeding van de kosten van dienstreizen, zijn de fiscale bepalingen onverkort van kracht. Indien de vergoeding niet of niet geheel opgrond van de fiscale bepalingen onbelast mag worden uitbetaald zal deze bruto worden uitbetaald.
i. Uitvoeringsregeling arbeidstijdverkorting
De vormgeving van 96 uur arbeidstijdverkorting op jaarbasis zal worden gerealiseerd door middel van roostervrije uren. De arbeidstijdverkorting (ATV) van 96 uur wordt opgebouwd door fulltime werknemers met een werkrooster van 40 uur per week.
Indien de werknemer per ziektegeval meer dan 30 werkdagen ziek is, worden over de ziektedagen geen ATV-uren opgebouwd. Indien de werknemer op arbeidstherapie- basis, of in combinatie met werk en arbeidstherapie, weer de volledige werktijd werkzaam is, vindt wel ATV-opbouw plaats. Jaarlijks vindt achteraf verrekening plaats.
De ATV-uren zijn opneembaar overeenkomstig de geldende interne richtlijnen voor vakantie- en snipperdagen (beperkt snipperen) die is overeengekomen met de OR, maar moeten worden opgenomen in het jaar waarin het recht daarop is ontstaan. Niet opgenomen uren vervallen.
De roostervrije uren hebben niet het karakter van vakantie, maar komen overeen met roostervrije dagen, zoals zaterdag en zondag in dagdienst.
Voor bepaalde afdelingen is de arbeidstijdverkorting in het werkrooster per week verwerkt (dus een 38-uur rooster).
De werknemer heeft het recht om de ATV uren in te zetten voor studieverlof. De werknemer heeft het recht om de ATV uren om te zetten ten behoeve van de Levensloopregeling.
Voor de uren die worden ingezet is de waarde het bruto uurloon plus 12% pensioencompensatie. ( zie ook het levensloopreglement)
De uitvoeringsregeling arbeidstijdverkorting is niet van toepassing op werknemers vallend onder Katern
Aalsmeer.
j. Uitvoeringsregeling vakantietoeslag
Artikel 1
De vakantietoeslag wordt éénmaal per jaar in de maand mei uitgekeerd over een periode van 12 maanden, aanvangende met de maand mei van het voorafgaande kalenderjaar en eindigend met de maand april van het daaropvolgende jaar.
Artikel 2
1. De vakantietoeslag bedraagt 8,33% van het jaarsalaris voor werknemers die sinds 1 mei van het voorgaande jaar een vol jaar in dienst zijn geweest.
2. Wanneer een werknemer slechts een deel van de in lid 1 genoemde periode, waarover de vakantiebijslag wordt berekend, in dienst is geweest dan wel parttime heeft gewerkt, heeft betrokkene recht op een vakantietoeslag naar evenredigheid.
Voor werknemers met een gedeeltelijke dagtaak geldt verder dat over de gewerkte meeruren van de afgelopen periodes mei tot en met april (totaal 12 maanden) 8,33% vakantietoeslag wordt uitbetaald bij de salarisbetaling in de maand mei.
Artikel 3
Indien de werknemer de dienst verlaat voor de uitkeringsdatum, wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid uitgekeerd.
Artikel 4
Voor de werknemers vallend onder de katernen Venlo, Eelde en Aalsmeer gelden overgangsregelingen ten aanzien van de uitvoering van het vakantiegeld. Zie hiervoor de katernen Venlo, Eelde of Aalsmeer.
Toelichting
De vakantietoeslag wordt uitgekeerd in de maand mei. Wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt vindt een verrekening plaats naar rato van het aantal maanden, dat de arbeidsovereenkomst na de maand april heeft geduurd
k. Uitvoeringsregeling opleidingen
Artikel 1: Werkingssfeer
1. Deze regeling heeft betrekking op het volgen van opleidingen, trainingen en cursussen waarbij het behalen van een bepaald diploma of het verkrijgen van een getuigschrift of daarmede overeenkomende verklaring van belang wordt
geacht voor het vervullen van de functie, waarin de betrokkene werkzaam is of voor het vervullen van een andere functie, waarin hij aangesteld dan wel bevorderd kan worden.
2. Deze regeling heeft geen betrekking op de door FloraHolland aangeboden basistrainingen, groepstrainingen en trainingen die op nadrukkelijk verzoek van FloraHolland worden gevolgd.
Artikel 2: Indiening verzoek
Een verzoek om tegemoetkoming in opleidingskosten moet vooraf worden ingediend bij de leidinggevende. Bij goedkeuring ondertekent de leidinggevende het aanvraagformulier.
Artikel 3: Vereisten voor toekenning
Als vereisten voor tegemoetkoming in de opleidingskosten wordt gesteld dat:
1. er redelijkerwijs verwacht kan worden dat de opleiding binnen de daarvoor gestelde tijd wordt volbracht;
2. de opleiding plaatsvindt onder een naar het oordeel van de werkgever bevoegde leiding;
3. de opleiding leidt tot het behalen van een diploma of het verkrijgen van een getuigschrift of daarmede overeenkomende verklaring, waarvan de waarde door de werkgever wordt erkend.
4. de betrokken werknemer niet tegelijkertijd meer dan één opleiding ter hand neemt of heeft genomen, tenzij de werkgever in een bijzonder geval anders beslist.
Artikel 4: Opleidingskosten
1. Kosten opleiding en arrangementskosten (cursus-, lesgelden, inschrijfkosten en excursiekosten, locatie, overnachtingen, eten en drinken).
2. reiskosten, op basis van de laagste klasse van openbaar vervoer en/of verblijfskosten, indien de lessen noodzakelijk buiten de woonplaats moeten worden gevolgd. Indien geen gebruik gemaakt wordt van het openbaar vervoer, wordt € 0,14 per km vergoed;
3. kosten voor deelname aan examens;
4. kosten van aanschaf van voorgeschreven boeken en opleidingsmateriaal;
5. kosten ten gevolge van de doorbetaling van het salaris gedurende de afwezigheid.
Artikel 5: Vergoeding
1. Geen vergoeding wordt gegeven indien er door de werkgever een schriftelijk beargumenteerde negatieve beslissing is gegeven en de aanvraag is afgewezen of er vóór aanvang van de opleiding geen aanvraag is ingediend.
2. Tegemoetkoming in de opleidingskosten, als bedoeld in artikel 4 sub 1 tot en met 4 bedraagt:
- 100% als de opleiding noodzakelijk of onmisbaar is voor het volledig kunnen uitoefenen in de huidige functie. Verder in het geval de opleiding een waardevolle aanvulling is op het functioneren in de huidige of toekomstige functie en in het geval de opleiding door de leidinggevende wordt voorgesteld.
- 50% als de opleiding nuttig is voor het functioneren in de huidige of toekomstige functie.
- 25% indien de opleiding niet valt onder bovenstaande categorieën. Deze optie moet gezien worden als een aanmoedigingspremie. Voorwaarde is dat er een erkend diploma aan verbonden is.
3. Het bepaalde in de voorgaande leden is niet van toepassing indien al een beurs of andere ondersteuning in de opleidingskosten genoten dan wel aangevraagd kan worden, voor zover deze voldoende kostendekkend is.
Artikel 6: Xxxxxx in verband met het volgen van een opleiding
1. De opleiding wordt in het algemeen geacht buiten werktijd te worden gevolgd. Indien de opleiding geheel of gedeeltelijk tijdens werktijd wordt gegeven, wordt, tenzij de belangen van de werkgever zich kennelijk daartegen verzetten, aan de werknemer daarvoor verlof met behoud van salaris verleend.
2. Indien tijdens de werktijd de opleiding in opdracht van de werkgever wordt gevolgd, wordt de voor het volgen van de opleiding benodigde tijd als werktijd aangemerkt.
Artikel 7: Examenverlof
Xxxxxx met behoud van salaris zal voorts worden verleend voor de tijd dat een examen tijdens de werktijd moet worden afgelegd. Xxxxxx met behoud van salaris ter voorbereiding van een examen kan, naar het oordeel van de werkgever, worden toegekend tot maximaal twee dagen per jaar voor alle onderdelen van het examen samen.
Artikel 8: Opleidingstermijn
1. De faciliteiten worden verleend voor het tijdvak dat redelijkerwijs voor het volbrengen van de opleiding als normaal wordt beschouwd.
2. Deze termijn kan worden verbroken in gevallen als genoemd in artikel 11.
3. Deze termijn kan op verzoek van betrokkene door de werkgever worden verlengd:
a. in geval van ziekte met zodanige termijn als de werkgever redelijk voorkomt;
b. in bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van de werkgever.
Artikel 9: Verplichtingen van de werknemer met betrekking tot de opleiding De werknemer verplicht zich:
1. de opleiding naar vermogen te verrichten en zich na het verstrijken van de in artikel 8 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn opleiding geldende toetsing of examen te onderwerpen;
2. de werkgever of de door hem met de uitvoering van deze regeling gemachtigde, op diens verzoek geregeld op de hoogte te houden van de voortgang van de opleiding;
3. het onderbreken, opschorten of afbreken van de opleiding onmiddellijk ter kennis van de werkgever te brengen. De werkgever is bevoegd na overleg met de werknemer inlichtingen bij het opleidingsinstituut in te winnen.
Artikel 10: Uitbetaling tegemoetkoming
1. De opleidingskosten, zoals omschreven in artikel 4 lid 1 tot en met 4, worden bij een 100% vergoeding door de werkgever betaald.
2. Voor opleidingen waarbij een vergoeding van 50% of 25% is toegekend, geldt dat de werknemer de opleiding betaald. De gedeeltelijke vergoeding
geschiedt nadat de werknemer de declaratie betreffende zijn uitgave heeft ingediend bij HRM onder overlegging van de bewijsstukken.
3. De uitbetaling van d reiskosten, artikel 4 lid 2, vindt plaats nadat de werknemer de declaratie van zijn uitgave heeft ingediend bij HRM onder overlegging van de bewijsstukken.
4. In bijzondere gevallen kan voor de uitbetaling van de tegemoetkoming een voorschot worden toegekend.
Artikel 11: Vervallen en schorsing regeling
1. De opleidingsregeling met alle daaraan verbonden faciliteiten komen te vervallen wanneer de betrokkene wegens aan hem te wijten omstandigheden onvoldoende vorderingen maakt en daardoor niet in staat kan worden geacht de opleiding in de normale tijd te volbrengen.
2. Bij uitzondering kan de toepassing van de regeling worden opgeschort, doch dan zal na hervatting het totaal der tegemoetkomingen tot aan de beëindiging van de opleiding geen hoger bedrag mogen gelden dan het bedrag dat zou zijn toegekend, indien de opleiding normale voortgang zou hebben gevonden overeenkomstig de in artikel 8 vermelde termijn.
Artikel 12: Terugbetaling
De betrokken werknemer is gehouden de ingevolge artikel 4 lid 1 tot en met 4e de genoten geldelijke opleidingstegemoetkoming terug te betalen in de onderstaande gevallen:
1. het hele bedrag aan opleidingskosten door de werkgever voor hem betaald:
a. indien hij zich niet houdt aan de aan hem gestelde verplichtingen zoals in artikel 9 vermeld of in geval van tekortkomingen zoals vermeld in artikel 11 lid 1 waardoor de studiekostenvergoedingsregeling komt te vervallen;
b. indien hij de opleiding waarvoor hij die tegemoetkoming ontvangt beëindigt voor het verstrijken van het in artikel 8 genoemde studietijdvak, zonder dat die opleiding tot het behalen van het daarmee beoogde diploma heeft geleid en zonder dat naar het oordeel van de werkgever daarvoor een aannemelijke reden bestaat;
c. indien de opleiding zonder aannemelijke reden in het algemeen langer dan een jaar is gestaakt of opgeschort;
d. indien hem voor het einde van de opleiding ontslag wordt verleend, hetzij op eigen verzoek, hetzij op grond van dringende, door de werknemer veroorzaakte en hem verwijtbare redenen.
2. een gedeelte van het bedrag aan opleidingskosten door de werkgever voor hem wordt betaald, indien hij, na het voltooien van de opleiding
a. hetzij op eigen verzoek;
b. hetzij als gevolg van aan hem zelf te wijten feiten of omstandigheden, anders dan met onmiddellijk ingaand pensioen, FloraHolland verlaat binnen een periode van 2 jaar. Het terug te betalen bedrag wordt verminderd met 1/24 voor elke maand die men na het voltooien van de opleiding in dienst van XxxxxXxxxxxx werkzaam was.
3. Bij een meerjarige opleiding wordt de terugbetalingsregeling zoals beschreven in artikel 12 lid 2 per jaar toegepast. Dit betekent dat de te vergoeden kosten van een meerjarige opleiding jaarlijks ( twee jaar na afronding van elk jaar) worden kwijtgescholden.
Artikel 13: Uitzonderingsbepaling
In bijzondere gevallen kan de werkgever al dan niet op verzoek van betrokkene tijdelijk, geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de ingevolge het voorgaande artikel op hem rustende verplichting tot terugbetaling.
Toelichting
Zoals uit de bepaling van artikel 1 blijkt, is deze regeling eerst van toepassing wanneer de werkgever van oordeel is, dat de opleiding van belang is voor het vervullen van de functie van de werknemer, dan wel voor het vervullen van de functie, waarin de werknemer binnen FloraHolland te zijner tijd kan worden aangesteld. Bij het in artikel 3 gestelde nadere vereiste, dat een opleiding met diploma, getuigschrift of verklaring wordt afgesloten, wordt de kanttekening geplaatst dat de werkgever ook in geval van bijvoorbeeld een niet met een verklaring afgesloten, training, congres of interne ontwikkelmogelijkheid, de nodige faciliteiten kan geven. Van de werknemer kan in dat geval verlangd worden, dat hij in dergelijke gevallen bijvoorbeeld verslag uitbrengt.
Wanneer de werknemer een verzoek indient om tegemoetkoming in de kosten van een opleiding, mag van de werkgever verlangd worden, dat hij zich gedegen oriënteert over de waarde van de betrokken opleiding en bij afwijzing van het verzoek aangeeft waarom het verzoek niet is ingewilligd.
Komt de werknemer voor vergoeding van opleidingskosten in aanmerking dan moeten de in de uitvoeringsregeling opgenomen faciliteiten onverkort onder de hierin gestelde voorwaarden en voorbehouden worden toegepast. Eén en ander uiteraard onder voorbehoud dat de belangen van FloraHolland zich kennelijk hiertegen niet verzetten.
l. Uitvoeringsregeling Salarisgarantieregeling bij herwaardering functies
Salarisgarantieregeling
Als door de herplaatsing een passende functie wordt aanvaard in een lagere loonschaal of als gevolg van functieherwaardering, zal de medewerker in een lagere schaal wordt ingedeeld, is de salarisgarantieregeling van toepassing.
Bij functieherwaardering is de salarisgarantieregeling eveneens van toepassing. Indien men op vrijwillige basis een lagere functie aanvaardt, geldt de salarisgarantieregeling niet.
Als een medewerker in de lagere schaal wordt ingedeeld, ontvangt de medewerker een persoonlijke toeslag voor het verschil tussen het huidige bruto maandsalaris en het nieuwe lagere bruto maandsalaris. Het nieuwe bruto maandsalaris en de ontstane persoonlijke toeslag zijn pensioengevend.
In de garantieregeling zijn de dienstjaren of is de leeftijd van de medewerker van belang. Ook hebben de garantie categorieën een verschillende waarde: bevriezen, waardevast en cao vast:
A. Bevriezen: Fixatie van het totaal van salaris en persoonlijke toeslag tot dat het nieuwe maximum van de schaal het oorspronkelijke salaris niveau
passeert. De schaalverhoging (cao verhoging) wordt in mindering gebracht op de persoonlijke toeslag.
B. Waardevast: Van de cao verhoging wordt het prijsinflatie onderdeel (CPI cijfer afgeleid alle huishoudens, oktober-oktober) ook over het persoonlijke toeslag deel gegeven. Het oorspronkelijke salaris niveau wordt dus met prijsinflatie onderdeel verhoogd.
C. Xxx vast: Alle cao verhogingen worden over het persoonlijke toeslag deel gegeven. Het oorspronkelijke salaris niveau volgt dus alle cao verhogingen.
Bovenstaande leidt tot het volgende schema:
Dienstjaren | Leeftijd | |
A. Bevriezen | tot en met 10 | Jonger dan 40 |
B. Waardevast | Tussen 10 en 25 | Tussen 40 en 50 |
C. cao vast | meer dan 25 | Ouder dan 50 |
Voor de medewerker wordt op het moment van herindeling op basis van dienstjaren of leeftijd een garantie categorie toegekend (A, B of C). Indien de medewerker in twee categorieën valt wordt de categorie genomen die voor de medewerker het meest gunstig is.
Voorbeeld
Situatie nu: Salaris € 2.000,- een persoonlijke toeslag van € 300,- is totaal € 2.300,-. Er volgt een cao verhoging van 3%. Het prijsinflatie onderdeel is 2%. Dit geeft het volgende resultaat:
Categorieën | A | B | C |
Salaris | 2.060 | 2.060 | 2.060 |
Persoonlijke toeslag | 240 | 286 | 309 |
Totaal | 2.300 | 2.346 | 2.369 |
C. Bijlagen
a. Reglement interpretatiecommissie
Artikel 1: Taak
De interpretatiecommissie heeft tot taak uitspraak te doen in geschillen tussen cao partijen over de uitleg en toepassing van de bepalingen van deze cao.
Artikel 2: Samenstelling
De interpretatiecommissie bestaat uit 4 leden, en een gelijk aantal plaatsvervangende leden, die afkomstig zijn van meerdere vestigingen.
De ene helft van de leden en plaatsvervangende leden worden benoemd door FloraHolland en de andere helft door FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond.
Artikel 3: Werkwijze
1. De leden der Commissie benoemen bij meerderheid van stemmen uit hun midden een voorzitter.
2. Uit de overige leden van de commissie wordt een secretaris benoemd.
3. De leden der Commissie hebben daarin voor onbepaalde tijd zitting.
4. In een vacature wordt binnen één maand voorzien door de werkgever of door de werknemersorganisatie, welke het aftredende lid had benoemd.
5. De voorzitter en de secretaris worden voor de duur van de cao benoemd.
6. Het secretariaat van de commissie wordt vervuld door één persoon, aangewezen door de commissie.
7. Het secretariaat wordt gevoerd door HRM van FloraHolland.
Artikel 4: Beëindiging van het lidmaatschap Het lidmaatschap der Commissie eindigt door:
a. bedanken;
b. beëindiging van het dienstverband;
c. de verklaring van de werkgever of van de werknemersorganisatie, welke de benoeming deed, dat betrokkene niet langer als lid fungeert.
Artikel 5: Behandeling van geschillen
1. Een geschil wordt door een der partijen of beide partijen schriftelijk en in tweevoud bij het secretariaat van de Commissie aanhangig gemaakt.
2. Het secretariaat stelt de wederpartij in kennis van het geschil door toezending van een afschrift van de brief van de klagende partij.
3. De wederpartij is bevoegd binnen 14 dagen na verzending door het secretariaat van de in het vorige lid bedoelde brief, schriftelijk van haar zienswijze kennis te geven.
4. Partijen in het geschil zijn bevoegd, na de wisseling van de in de vorige leden bedoelde stukken, nogmaals met inachtneming van een termijn van 14 dagen hun zienswijze aan het secretariaat kenbaar te maken, waarna de schriftelijke uiteenzetting van het wederzijdse standpunt wordt gesloten.
5. Partijen bij het geschil, hun waarnemer of één of meer leden der Commissie zijn bevoegd één of meer getuigen of deskundigen bij de mondelinge behandeling van het geschil mede te brengen, opdat deze door de Commissie kunnen worden gehoord.
Artikel 6: Vergadering
De interpretatiecommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of de drie leden dit vorderen en dient binnen veertien dagen daarna te worden gehouden.
Artikel 7: Besluitvorming
1. De vergadering is gerechtigd tot het nemen van beslissingen, mits de meerderheid van de leden aanwezig is.
2. Indien bij het nemen van een beslissing, partijen niet tot overeenstemming komen, wordt in dezelfde vergadering, bij voorkeur na behandeling van andere zaken, de zaak opnieuw aan de orde gesteld. Komen partijen dan wederom niet tot overeenstemming, dan onthoudt de commissie zich van advies en hebben partijen het recht het geschil aan de rechter ter beslissing voor te leggen.
Artikel 8: Uitspraak
De interpretatiecommissie doet uitspraak zo spoedig mogelijk na kennisneming van de aan haar voorgelegde zaak, doch uiterlijk binnen drie maanden.
Artikel 9: Verslag
Jaarlijks brengt de interpretatiecommissie verslag uit van haar werkzaamheden aan de benoemende partijen.
Artikel 10: Kosten
De leden van de Commissie brengen de gemaakte reis- en verblijfkosten in rekening bij de organisatie, die zij vertegenwoordigen.
Artikel 11: Wijziging reglement
Dit reglement kan door partijen bij de cao te allen tijde in gezamenlijk overleg worden gewijzigd.
b. Regeling van faciliteiten voor vakbondsactiviteiten
Artikel 1
De bonden zorgen er voor dat FloraHolland is geïnformeerd over de samenstelling van de betreffende kadergroepen.
Artikel 2
Vergaderingen worden zoveel mogelijk na werktijd gepland, in ieder geval na afloop van kritische werkprocessen.
Artikel 3
Ten behoeve van het houden van vergaderingen van het bestuur van de bedrijfsafdeling c.q. bedrijfsledengroep stelt FloraHolland vergaderruimte, koffie en thee beschikbaar.
Artikel 4
a. XxxxxXxxxxxx stelt vergaderruimte ter beschikking een half uur na het tijdstip waarop het distributieproces is beëindigd. De vergaderruimte wordt ter beschikking gesteld ten behoeve van het houden van ledenvergaderingen met de leden van de werknemersorganisaties in de onderneming.
b. De aanvragen tot het ter beschikking stellen van vergaderruimte worden gedaan een week voor de gewenste dag van de vergadering. Bij dit verzoek wordt melding gemaakt van:
- het tijdstip waarop de vergadering is gepland (dag en uur);
- de te verwachten tijdsduur van de vergadering en het aantal personen dat naar verwachting zal deelnemen aan de vergadering;
- deze mededelingen zullen zo mogelijk schriftelijk worden gedaan, hetzij door de contactpersoon of bezoldigde bestuurder.
deze mededelingen worden gericht aan FloraHolland.
c. Op verzoek om een vergaderruimte zal door XxxxxXxxxxxx zo spoedig mogelijk mededeling worden gedaan omtrent de beschikbare ruimte.
d. Schade aan de vergaderruimte of de inventaris, toegebracht door verwijtbaar handelen van de deelnemers aan de vergadering komt voor rekening van betrokken werknemersorganisaties.
Artikel 5
a. Het contact tussen FloraHolland en de werknemersorganisaties vindt plaats via de bezoldigde bestuurders van de werknemersorganisaties. Dit contact vindt tenminste twee maal per jaar plaats.
b. De bezoldigde bestuurders van de werknemersorganisaties hebben, toegang tot de onderneming voor overleg met FloraHolland.
c. De bezoldigde bestuurders van de werknemersorganisaties hebben tevens toegang voor het bijwonen van vergaderingen van het orgaan van de werknemersorganisatie, overeenkomstig de bepalingen van artikel 2 en 4.
Artikel 6
a. Ten behoeve van de communicatie met leden en niet-leden over zaken die de verantwoordelijkheden van FloraHolland en de vakorganisaties betreffen, kan het bestuur van de bedrijfsledengroep c.q. bedrijfskadergroep beschikken over de in de onderneming beschikbare publicatieborden en verspreiding in de personeelskantine.
b. De publicaties aan de leden kunnen omvatten:
- het doen van mededelingen van zakelijke en informatieve aard ten aanzien van FloraHolland;
- het bekendmaken van namen van contactpersonen of vertegenwoordigers van het orgaan van de werknemersorganisaties;
- het aankondigen van vergaderingen van de werknemersorganisaties;
- het publiceren van beknopte verslagen van deze vergaderingen;
- de kandidaatstelling van leden van de ondernemingsraad.
c. De publicatie wordt ter kennis gegeven aan FloraHolland, tevens wordt bepaald wanneer de publicatie wordt verwijderd.
d. FloraHolland borgt de privacy van kaderleden bij besprekingen met medewerkers.
Artikel 7
Voor het vervaardigen van publicaties en stukken ten behoeve van de bestuursvergaderingen kan het bestuur van de bedrijfsledengroep c.q. bedrijfskadergroep gebruik maken van tekstverwerking en fotokopieerapparatuur die binnen FloraHolland aanwezig zijn.
Artikel 8
Het bestuur van de bedrijfsledengroep c.q. bedrijfskadergroep heeft de mogelijkheid om voor het verspreiden van publicaties gebruik te maken van de reguliere routes van de interne post.
Artikel 9
Voor zover de gebruikmaking van de toegekende faciliteiten aanleiding voor problemen blijkt te vormen, zal FloraHolland ter zake in overleg met de begeleidend bezoldigde bestuurder van de bond treden.
Indien bestuursleden voor vergaderingen hun werkplek dienen te verlaten, overleggen zij dit met hun afdelingsleiding. FloraHolland is ervoor verantwoordelijk dat de afdelingsleiding over de positie van de betrokkene is geïnformeerd.
Artikel 10
De ondernemingsleiding draagt er zorg voor dat de vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie uit hoofde van zijn verenigingswerk in de onderneming niet in zijn positie als werknemer wordt geschaad. De wederzijdse naleving van de rechten en verplichtingen, voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst, zal niet worden beïnvloed door het functioneren als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie.
Artikel 11
Kaderleden in salarisgroepen C1 en lager ontvangen voor uren gewerkt ten behoeve van de onderhandelingsprocessen voor het tot stand komen van de cao en het Sociaal Plan, een vergoeding van 100% van het bruto uurloon. De toeslagen uit de cao zijn niet van toepassing.
d. Klachtenregeling (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en geweld
Artikel 1: Begripsomschrijvingen Onder deze regeling wordt verstaan:
a. onder (seksuele) intimidatie en discriminatie
ongewenste (seksuele) toenadering, verzoeken om (seksuele) gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard, ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van discriminerende aard, waarbij tevens sprake is van één van de volgende punten:
1. onderwerping aan dergelijk gedrag wordt hetzij expliciet, hetzij impliciet gehanteerd als voorwaarde voor de tewerkstelling van een persoon;
2. onderwerping aan of afwijzing van dergelijk gedrag door een persoon, wordt gebruikt of mede gebruikt als basis voor beslissingen die het werk van deze persoon raken;
3. dergelijk gedrag heeft het doel de werkprestaties van een persoon aan te tasten en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving te creëren, dan wel heeft tot gevolg, dat de werkprestaties van een persoon worden aangetast en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving wordt gecreëerd.
b. onder agressie en geweld
voorvallen waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de arbeid.
c. onder xxxxxx/klaagster
een (ex-) werknemer, vakantiewerker, stagiair in tijdelijke of vaste dienst bij de werkgever, of hier tijdelijk gedetacheerd, die zich met een klacht op het gebied van (seksuele) intimidatie, agressie en/of geweld tot een vertrouwenspersoon of de klachtencommissie wendt.
d. onder beklaagde
een werknemer (of werknemers) waartegen de klacht, zoals bedoeld in artikel 1c zich richt.
e. onder vertrouwenspersoon
de persoon, zoals omschreven in artikel 3 van dit reglement.
f. onder klachtencommissie
de commissie, bedoeld in artikel 4 van dit reglement.
Artikel 2: Geheimhouding
1. Een ieder, die ingevolge dit reglement op de hoogte is gebracht van feiten, dan wel in het bezit is gekomen van schriftelijke stukken met betrekking tot een (mogelijk) geval van (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, is verplicht tot geheimhouding van deze feiten tegenover derden en draagt er zorg voor, dat bedoelde stukken niet onder ogen van derden komen.
2. Het niet voldoen aan het gestelde in de voorgaande volzin wordt aangemerkt als plichtsverzuim. Van de voorgaande volzin kan uitsluitend worden afgeweken indien de klager of beklaagde een civiel rechterlijke procedure opstart, waarbij de klachtencommissie zich bevoegd acht de benodigde stukken te overhandigen aan de werkgever.
Artikel 3: Vertrouwenspersoon
1. De vertrouwenspersoon heeft tot taak:
a. de persoon die een klacht heeft inzake (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld bij te staan, te begeleiden en van advies te dienen;
b. door onderzoek en overleg met de betrokkene te trachten tot een oplossing van het gesignaleerde probleem te komen;
c. de klager/klaagster desgewenst te ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de eigen klachtencommissie en/of, indien het een strafbaar feit betreft (bijv. aanranding, verkrachting, mishandeling), tevens bij het doen van aangifte bij de politie;
d. de directie en andere relevante bedrijfsonderdelen gevraagd en ongevraagd te adviseren op het gebied van preventie en bestrijding van (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld.
2. De vertrouwenspersoon verricht geen handelingen ter uitvoering van zijn/haar taak, dan met instemming van de klager/klaagster.
3. De vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van zijn/haar taken uitsluitend verantwoording schuldig aan de werkgever, waarbij de vertrouwelijkheid van de informatie gerespecteerd wordt.
4. De werkgever dient de vertrouwenspersoon de nodige faciliteiten te verschaffen, waardoor hij/zij op vertrouwelijke wijze schriftelijk, mondeling en telefonisch kan worden geraadpleegd. Hieronder behoort tevens bescherming tegen benadeling en het verschoningsrecht, waardoor niemand binnen de organisatie de vertrouwenspersoon kan verplichten iets te zeggen over de klager/klaagster.
5. De vertrouwenspersoon maakt deel uit van een team van vertrouwenspersonen. Het aantal personen is afhankelijk van de grootte van
de locatie. Zij worden opgeleid voor de taak van vertrouwenspersoon en ondersteunt om een professioneel team te vormen en klachten zorgvuldig en naar tevredenheid op te lossen.
Artikel 4: Klachtencommissie
1. De werkgever benoemt voor FloraHolland een klachtencommissie, bestaande uit vier leden, waaronder de voorzitter.
2. In de klachtencommissie zijn beide geslachten vertegenwoordigd.
3. Voor elk lid wordt een plaatsvervangend lid benoemd.
4. De Centrale ondernemingsraad en de werkgever dragen ieder twee leden en één plaatsvervangend lid voor.
5. Een van de leden van de werkgever wordt als Voorzitter voorgedragen.
6. De Voorzitter, leden en plaatsvervangende leden worden door de werkgever benoemd voor een termijn van drie jaar.
7. De klachtencommissie kan zich laten bijstaan door een externe deskundige.
8. De werkgever is verantwoordelijk voor de aanwezigheid van voldoende deskundigheid in de klachtencommissie met betrekking tot de problematiek rond (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld alsmede het te voeren secretariaat hieromtrent.
9. De klachtencommissie wordt voor de administratieve en uitvoerende werkzaamheden bijgestaan door een secretaris die na overleg met de permanente leden van de klachtencommissie wordt benoemd door de directie.
De secretaris heeft als taak de commissie en haar leden technisch en administratief te ondersteunen en draagt zorg voor een juiste archivering van alle relevante stukken, dit met in achtneming van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Het archief is alleen toegankelijk voor de secretaris en leden van de commissie.
10. Een lid van de klachtencommissie wordt vervangen, indien deze direct of indirect betrokken is of is geweest bij (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, waarover een klacht is ingediend.
Artikel 5: Klachtenprocedure
De klachtenprocedure bestaat uit het vooronderzoek en uit de klachtbehandeling. Alle zittingen, zowel ten tijde van het vooronderzoek, als bij de behandeling van de klacht door de klachtencommissie, zijn besloten en strikt vertrouwelijk.
Art. 5.1: Vooronderzoek
1. De klager/klaagster kan zich tot de klachtencommissie wenden met een klacht, indien deze klacht gebaseerd is op een situatie/voorval op het gebied van (seksuele) intimidatie discriminatie, agressie en/of geweld.
2. De klacht moet betrekking hebben op een situatie/voorval van minder dan drie jaar geleden.
3. De klachtencommissie beslist binnen maximaal twee weken, na het eerste contact met de klager/klaagster, of de klacht ontvankelijk is en doet daaromtrent mededeling aan de klager/klaagster.
4. De klacht wordt schriftelijk door de klager/klaagster ingediend bij de klachtencommissie, of wordt middels een mondelinge melding door de klager/klaagster schriftelijk genoteerd door de klachtencommissie, waarna de klager/klaagster deze voor akkoord ondertekent. De klacht bevat in ieder geval:
a. de omschrijving van de confrontatie met (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld;
b. de naam of namen van de beklaagde;
c. de beschrijving van de door de klager ondernomen stappen.
5. Indien de klacht ontvankelijk wordt verklaard en in behandeling wordt genomen, start de klachtencommissie met het vooronderzoek. Dit wordt verricht door tenminste twee leden van de klachtencommissie. Hierbij wordt in elk geval de beklaagde ingelicht over de inhoud van de klacht en de klager/klaagster en beklaagde gehoord. Daarnaast kunnen de leden van de klachtencommissie besluiten getuigen en andere betrokkenen te horen. Van elk verhoor wordt verslag gemaakt. Deze wordt door de betrokkene voor akkoord ondertekend, al dan niet onder toevoeging van schriftelijk commentaar op het verslag.
6. Tijdens het vooronderzoek kan de klager/klaagster worden bijgestaan door de vertrouwenspersoon of een door de klager zelf gekozen raadsman of -vrouw. De beklaagde kan worden bijgestaan door een door de beklaagde zelf gekozen raadsman of -vrouw.
Art. 5.2: Behandeling van de klacht
1. De klachtencommissie behandelt de klacht na de verhoren in beslotenheid.
2. Is de klachtencommissie van mening dat haar onvoldoende gegevens ter beschikking staan om tot een oordeel te komen, dan kan zij tot hervatting van het vooronderzoek besluiten. De klachtencommissie bepaalt door wie dit voortgezet onderzoek zal worden verricht en brengt dit ter kennis van de klager/klaagster, beklaagde en de werkgever.
3. Is de klachtencommissie van mening dat haar voldoende gegevens ter beschikking staan, dan komt zij tot een oordeel over de ingediende klacht. De commissie besluit bij meerderheid van stemmen.
4. De klachtencommissie komt binnen twee maanden na ontvangst van de klacht tot een uitspraak. Indien binnen deze termijn niet tot een uitspraak kan worden gekomen, stelt de klachtencommissie de klager/klaagster en de beklaagde hiervan in kennis. Zij noemt daarbij een redelijke termijn waarbinnen wel tot een uitspraak kan worden gekomen. Een tweede verlenging van de termijn is uitgesloten.
Artikel 6: Uitspraak
1. De klachtencommissie verklaart de klacht in haar uitspraak gegrond of ongegrond.
De uitspraak houdt de gronden in, waarop zij berust.
2. Indien de klachtencommissie de klacht ongegrond acht, brengt zij haar uitspraak uitsluitend ter kennis van de klager/klaagster en de beklaagde.
3. Indien de klachtencommissie de klacht gegrond acht, brengt zij een schriftelijke rapportage uit aan de werkgever. Daarbij kan zij de werkgever een advies geven over een eventueel te treffen maatregel of sanctie. Het staat de werkgever vrij hieraan al dan niet opvolging te geven.
4. Indien de klachtencommissie de klacht gegrond acht, stelt zij de klager/klaagster en de beklaagde daarvan in kennis. De klachtencommissie doet aan de klager/klaagster of beklaagde geen uitspraak over het uitgebrachte advies aan de werkgever.
5. Binnen vier weken na ontvangst van het rapport en het advies van de klachtencommissie neemt de werkgever een beslissing en stelt de klachtencommissie en de klager/klaagster daarvan in kennis.
Artikel 7: Overige bepalingen
1. De klachtencommissie draagt na behandeling en lopende de klacht (en de procedure), al dan niet in samenwerking met de vertrouwenspersoon, zorg voor het voorkomen c.q. tegengaan van mogelijk te ontstane gevolgen ten aanzien van de klager/klaagster door beklaagde en/of andere werknemers.
2. De secretaris van de klachtencommissie houdt van de door de klachtencommissie behandelde klachten een archief bij. Dit archief is alleen voor de leden van de klachtencommissie toegankelijk. Stukken van behandelde klachten blijven vijf jaar na afhandeling behouden.
3. De klachtencommissie is niet verantwoordelijk voor het voeren van beleid (en voorlichting hieromtrent) ten aanzien van dit onderwerp. Deze verplichting ligt, conform bepalingen in de Arbowet, bij de werkgever. De werkgever kan advies inwinnen bij de klachtencommissie om haar beleid te toetsen aan de opgedane ervaringen.
4. De klachtencommissie brengt jaarlijks aan de werkgever en centrale ondernemingsraad schriftelijk verslag uit van het aantal en de aard van de bij haar aanhangig gemaakte klachten en het advies aan de directie.
Artikel 8: Slot- en overgangsbepalingen
De werkgever draagt zorg voor voldoende bekendmaking van deze regeling. Zij herhaalt deze bekendmaking bij iedere nieuwe aangegane cao-termijn.
e. Reglement individueel klachtrecht
Artikel 1: Begrippen Ontevredenheid
Elke ontevredenheid van een werknemer over de wijze waarop in het bedrijf in het kader van de eigen werksituatie met zijn persoonlijke belangen is rekening gehouden, met uitzondering van ontevredenheid als gevolg van een onjuiste uitvoering van de cao (voor deze klachten is de interpretatiecommissie bedoeld).
Klacht
Iedere ontevredenheid die conform dit reglement aan de klachtencommissie is voorgelegd.
Vertrouwensman
Een werknemer, die, als zodanig aangezocht en bereid gevonden, een klager bijstaat.
Artikel 2: Doelstelling
Het scheppen van de mogelijkheid voor iedere werknemer om ontevredenheid te uiten en te doen onderzoeken op zodanige wijze dat een in redelijkheid te verlangen bescherming van zijn individuele belangen is gewaarborgd.
De commissie heeft de inspanningsverplichting om binnen vier weken na het ontvankelijk verklaren van de klacht een advies voor de vestigings- of concernmanager te formuleren. De klachtenregeling vervangt niet de belangenbehartigingstaak van de vakbonden.
Artikel 3: Toepassing
1. De onderhavige regeling treedt niet in de plaats van bestaande mogelijkheden om ontevredenheid te uiten en te doen onderzoeken.
2. Klachten waarvoor specifieke beroepsprocedures functioneren zijn uitgesloten van behandeling overeenkomstig de onderhavige regeling.
Artikel 4: Instelling en samenstelling van de klachtencommissie
Er is één klachtencommissie. De samenstelling is geregeld in artikel 4 uit X.Xxxxxxx punt d van deze cao.
Klachtenprocedure
Artikel 5: Voorafgaand overleg
1. De werknemer dient, alvorens de klacht te kunnen indienen, zijn ontevredenheid aan zijn direct leidinggevende voor te leggen om een oplossing in onderling overleg te zoeken.
2. Bij het zoeken naar een oplossing van het aan de ontevredenheid ten grondslag liggende probleem hebben de leidinggevende en de werknemer de mogelijkheid om in de hiërarchische lijn tot aan het hoogste niveau alsnog te proberen in het geschil tot een bevredigende oplossing te komen. De betreffende leidinggevenden zijn verplicht om binnen redelijke termijn een beslissing te nemen over de ingediende klacht.
3. De werknemer kan zijn bezwaren voorafgaande aan de officiële indiening van de klacht bespreken met de manager HRM en wel met de bedoeling om noodzakelijke (achtergrond-)informatie te verkrijgen ten behoeve van de werknemer.
Behandeling van een klacht Artikel 6: Indiening van de klacht
1. De werknemer dient zijn klacht schriftelijk of mondeling in bij de secretaris van de klachtencommissie.
2. De secretaris van de klachtencommissie kan, al dan niet op verzoek van de klachtencommissie, de werknemer verzoeken zijn klacht nader toe te lichten. De toelichting kan zowel mondeling als schriftelijk worden gegeven. Wordt de toelichting mondeling gegeven, dan legt de secretaris in overeenstemming met de werknemer de toelichting schriftelijk vast. Tevens wordt aangetekend wie als vertrouwensman voor de werknemer optreedt.
3. De secretaris van de klachtencommissie bevestigt de ontvangst van de klacht en eventuele nadere informatie en stelt direct leidinggevende en de hiërarchische lijn in kennis van het indienen van de klacht.
Artikel 7: Werkwijze van de klachtencommissie
1. Alvorens de klacht in behandeling te nemen, onderzoekt de klachtencommissie of voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden met de direct leidinggevende en de hiërarchische lijn. Indien de klachtencommissie constateert dat geen voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden, dan bericht zij dit aan de werknemer, de direct leidinggevende en de hiërarchische lijn met de mededeling dat zij de klacht eerst na overleg in behandeling zal nemen.
2. Komt de klacht voor behandeling in aanmerking, dan onderzoekt de klachtencommissie de klacht; zij is bevoegd die informatie in te winnen die zij meent nodig te hebben om tot een oordeel te komen.
3. De klachtencommissie houdt één of meer zittingen, waarop zij de werknemer, zijn vertrouwensman, de direct leidinggevende en naast hogere manager en zo nodig anderen hoort.
4. Indien een lid of de voorzitter van de klachtencommissie op enigerlei wijze persoonlijk betrokken is bij een klacht, neemt een nader door de klachtencommissie te benoemen onafhankelijke functionaris zijn plaats in.
Artikel 8: Normen voor de beoordeling van een klacht
De klachtencommissie onderzoekt mede of naar haar oordeel is gehandeld in strijd met:
a. - wettelijke voorschriften;
- bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst;
- overige voor de werknemers geldende arbeidsvoorwaarden;
- al dan niet op schrift gestelde geldende richtlijnen of gedragsregels.
b. - normen van zorgvuldigheid, redelijkheid en billijkheid.
Artikel 9: Advies en uitspraak
1. Tenzij tijdens de behandeling van de klacht een oplossing wordt bereikt, die er toe leidt dat de werknemer zijn klacht intrekt, brengt de klachtencommissie advies uit aan de vestigings- of concernmanager binnen twee weken nadat de klachtencommissie zitting heeft gehouden.
2. Het advies van de klachtencommissie dient een gemotiveerd advies te zijn, waarin alle relevante informatie wordt opgenomen, waarover de klachtencommissie beschikte en die tot het advies leidde.
De klachtencommissie stelt alle in haar bezit zijnde documenten, die op de klacht en de behandeling betrekking hebben ter beschikking aan de vestigings- of concernmanager.
3. De vestigings- of concernmanager doet binnen twee weken na het uitbrengen van het advies van de klachtencommissie uitspraak.
4. Indien blijkt, dat de geldende termijnen voor het uitbrengen van advies of het doen van uitspraak ontoereikend zijn voor de klachtencommissie respectievelijk voor de vestigings- of concernmanager dan mag elk dezer instanties de voor haar geldende termijnen eenmalig verlengen met ten hoogste twee weken. Aan de betrokkenen wordt van een verlenging schriftelijk mededeling gedaan.
5. De vestigings- of concernmanager brengt zijn uitspraak schriftelijk ter kennis van de werknemer, zijn vertrouwensman, de klachtencommissie, de directe leidinggevende, de leidinggevende van de leidinggevende en andere betrokkenen.
Wijkt de uitspraak af van het advies van de klachtencommissie dan geeft de directie vestigings- of concernmanager tevens een schriftelijke motivering.
Artikel 10: Vertrouwensman/-vrouw
1. Iedere werknemer, die meent reden tot klagen te hebben kan zich laten bijstaan door een door hem vrijelijk te kiezen vertrouwensman/-vrouw, die bereid is als zodanig op te treden.
2. Als vertrouwensman/-vrouw kan iedere werknemer van FloraHolland in aanmerking komen.
3. De vertrouwensman/-vrouw ontvangt dezelfde informatie als de overige betrokken partijen.
4. De vertrouwensman/-vrouw is bevoegd de werknemer in alle stadia van het voorafgaand overleg en de klachtenbehandeling te vergezellen, voor of met
hem het woord te voeren, vragen te stellen en kennis te nemen van dezelfde informatie als de overige betrokken partijen. Hij is ten aanzien van de uitvoering van zijn taak alleen verantwoording schuldig aan de werknemer.
Bijzondere bepalingen
Artikel 11: Positie werknemers
Geen enkele werknemer mag in zijn positie binnen FloraHolland worden geschaad, doordat hij als klager, of vertrouwensman, lid of plaatsvervangend lid van de Klachtencommissie, betrokken is of is geweest bij een klachtenprocedure zoals neergelegd in dit reglement.
Artikel 12: Geheimhouding
Xxxxx die betrokken zijn bij een klachtenprocedure zijn gehouden tot geheimhouding van alle feiten en gegevens, waarvan zij bij de behandeling van een klacht kennis nemen.
Artikel 13: Rapportage aan de centrale ondernemingsraad (COR)
De klachtencommissie rapporteert jaarlijks voor 1 maart aan de COR en de vakbonden over het functioneren van de klachtenregeling in de afgelopen periode. In dit rapport wordt opgenomen een overzicht van de klachtencommissie van de door haar behandelde klachten, waarbij de commissie zich beperkt tot de aard, het advies en de uitspraak of oplossing van de klacht, daarnaast kan zij in haar rapport een evaluatie van haar algemene functioneren opnemen.
Artikel 14: Onvoorziene omstandigheden
Indien er zich omstandigheden voordoen, waarin dit reglement niet voorziet, dan beslist de directie na instemming van COR.
Toelichting
De onderhavige regeling beoogt, naast de bestaande mogelijkheden om een klacht aanhangig te maken een communicatiekanaal te scheppen met een formeel karakter, waarin voor een klachthebber duidelijk is aangegeven hoe, door wie en binnen welke tijd zijn klacht wordt behandeld.
Klachten, die betrekking hebben op specifieke onderwerpen en waarvoor beroepsprocedures zijn of in de toekomst worden ingesteld, kunnen niet middels de klachtenregeling aanhangig worden gemaakt. Met name wordt hierbij gedacht aan ontslag-, sollicitatie- en beoordelingsprocedures, functiewaardering, (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en geweld.
De klachtenregeling tast de bestaande verantwoordelijkheden van de leidinggevende niet aan. Integendeel, de regeling benadrukt middels het voorafgaand overleg met de werknemer de verantwoordelijkheid van de leidinggevende in deze. Hoewel het voorafgaand overleg als een essentieel onderdeel van de klachtenregeling moet worden beschouwd, mag dit voorafgaand overleg toch geen barrière vormen voor een werknemer om zijn ontevredenheid voor te leggen aan de klachtencommissie.
Constateert de klachtencommissie dat het voorafgaand overleg niet dan wel zo lang geleden heeft plaatsgevonden, dat het niet meer als zodanig kan worden aangemerkt, dan zal zij de betrokkene terugverwijzen voor het alsnog of opnieuw voeren van voorafgaand overleg.
f. Protocol
Overleg
Tenminste twee maal per jaar zal, tussen partijen bij de cao, overleg plaatsvinden over:
- middellange termijnplannen c.q. jaarplannen;
- organisatie-ontwikkeling;
- sociaal jaarplan c.q. jaarverslag;
- ‘kwaliteit van de arbeid’;
- uitvoering van cao afspraken
Dit overleg heeft tot doel elkaar wederzijds te informeren.
In ieder geval zal tijdig overleg plaatsvinden wanneer nieuwe investeringen, plannen tot afstoting van activiteiten, fusering, liquidatie of andersoortige wijzigingen ertoe leiden, dat de werkgelegenheid (kwantitatief dan wel kwalitatief) en/of de rechtspositie van een groep werknemers daardoor wordt aangetast.
1.
Ingeval van fusie, reorganisatie of inkrimping zal partij ter ene zijde wanneer werknemersbelangen in het geding komen, zich zo tijdig met partij ter andere zijde verstaan, dat redelijk overleg nog mogelijk is. Ten aanzien van een eventuele fusie zullen de fusiegedragsregels van de S.E.R. worden nagekomen.
Onder ‘tijdig’ wordt verstaan een zodanig tijdstip, dat de vakorganisaties door middel van een eventueel uit te brengen
advies de beslissing nog kunnen beïnvloeden.
Een uit te brengen advies door de vakorganisaties zal niet eerder worden uitgebracht dan nadat de aangesloten leden hierover zijn geïnformeerd en zich bij de meerderheid akkoord hebben verklaard met de inhoud ervan. Dit advies zal binnen één maand worden uitgebracht.
Sociaal beleid
De werkgever zal elk jaar een sociaal jaarverslag uitbrengen. Dit verslag wordt aan de ondernemingsraad en vakorganisaties aangeboden ter bespreking en aan alle werknemers uitgereikt. Mede aan de hand van dit verslag zal het gevoerde sociaal beleid jaarlijks onderwerp van bespreking zijn in de ondernemingsraad. In overleg met de centrale ondernemingsraad wordt een aantal onderwerpen vastgesteld waarover in het verslag gerapporteerd wordt.
Werkgever verbindt zich eenmaal per jaar een sociaal verslag als onderdeel van het jaarverslag van FloraHolland op te stellen en dit verslag in de OR ter bespreking te stellen. In dit verslag dient tenminste te worden vermeld:
a. de maatregelen die genomen zijn om de continuïteit van de veiling en daardoor werkgelegenheid te behouden, respectievelijk te bevorderen.
b. de indeling van de werknemers qua aantal over de in de cao vermelde groepen en de spreiding naar leeftijd en geslacht.
c. het aantal aangetrokken en ontslagen werknemers, met vermelding van interne verschuivingen en promoties.
d. mogelijkheden die aanwezig zijn om moeilijk plaatsbare werknemers in het personeelsbestand op te kunnen nemen, respectievelijk te handhaven.
e. het verzuim en de bedrijfsongevallen en de maatregelen die genomen zijn om het een en ander te beperken of te voorkomen.
f. maatregelen die genomen zijn om overlast te verhinderen.
g. alle andere maatregelen die gediend hebben tot het verkrijgen van een optimale kwantitatieve en/of kwalitatieve werkgelegenheid.
x. xxxxxxxxxxx inzicht in de positie van de vrouw.
Kwaliteit van de arbeid
FloraHolland, FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond rekenen het tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid de kwaliteit van de arbeid naar een zo hoog mogelijk niveau te brengen.
Bijzondere aandacht zal uitgaan naar werkdruk, arbeidsomstandigheden, veiligheid, gezondheid en welzijn in de organisatie. Aspecten als arbeidsongeschiktheid, ziekteverzuim en arbeidsomstandigheden zullen in de bedrijfsvoering continue aandacht houden. Preventie en begeleiding zijn hierbij de succesfactoren.
FloraHolland heeft dit, samen met de COR, uitgewerkt in een reglement Verzuim en Reïntegratie en een Reïntegratiegids( beschikbaar op het FloraHolland intranet).
Het bestaande Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) is vervangen door het Periodiek Afdelingsgericht Geneeskundig Onderzoek (PAGO). Dit onderzoek zal worden uitgevoerd op indicatie uit de RI&E’s en de enquête werkbeleving.
Vakbonden worden betrokken bij de evaluatie van het werkbelevingsonderzoek. Tevens zal het thema plezier in het werk, het functioneren van het werkoverleg en inzetbaarheid op de agenda worden gezet van het regulier overleg met vakbonden.
Wervingsbeleid/aannamebeleid
Bij vacatures zal tegelijkertijd zowel de externe als de interne procedure beginnen. Bij gelijke kwaliteiten geniet eigen personeel voorrang. Tot de externe werving behoort ook de inschakeling van het Centrum voor Werk en Inkomen. Bij voldoende geschiktheid/gelijkwaardigheid van sollicitanten voor het vervullen van een vacature, zal de werkgever bij benoeming de voorkeur geven aan een vrouw boven een man, in geval van een duidelijk onevenwichtig personeelsbestand door ondervertegenwoordiging van vrouwen. Ex-werknemers die als gevolg van het op zich nemen van de verzorgingstaak het dienstverband met FloraHolland hebben beëindigd, zullen, als zij dit wensen, als interne sollicitanten worden beschouwd bij herintreding.
XxxxxXxxxxxx zal in verband met werving een actief beleid voeren om zo mogelijk moeilijk plaatsbare werknemers (zoals ouderen, jongeren en gehandicapten) in zijn personeelsbestand op te nemen c.q. te handhaven.
In voorkomende gevallen kan bij indiensttreding beroep worden gedaan op een verhuiskostenvergoeding als aan de fiscale eisen is voldaan.
Leeftijdsbewust personeelsbeleid
Het leeftijdsbewust personeelsbeleid bij FloraHolland is gericht op het gedurende de gehele loopbaan optimaal benutten van het talent, de kennis en de ervaring van de werknemer en op het voorkomen van onnodig voortijdig vertrek bij FloraHolland.
FloraHolland wil de doelstelling van het leeftijdsbewust personeelsbeleid onder meer bereiken door:
- het door middel van functioneringsgesprekken tijdig signaleren van mogelijke problemen bij het vervullen van de functie
- het op initiatief van werknemer of werkgever maken van gerichte afspraken over functiewisseling, functie-inhoud en opleidingen
FloraHolland streeft naar zodanige arbeidsomstandigheden dat werknemers zo lang mogelijk gezond kunnen blijven werken.
Inzetbaarheid en scholing
De toenemende technologische ontwikkeling, concurrentiedruk en vergrijzing vergroten het belang van employability (bekwaamheid en aanpassingsvermogen). Investeren in kennis en vaardigheden is een noodzakelijke voorwaarde om de eigen positie van de werknemer te handhaven of te verbeteren.
Voor de werknemers van FloraHolland betekent scholing een vergroting van de wendbaarheid en inzetbaarheid, zowel binnen als buiten FloraHolland.
Medewerkers van FloraHolland moeten de Nederlandse taal spreken. XxxxxXxxxxxx zal hierin blijven investeren
FloraHolland zal trainingen organiseren voor leidinggevenden over het juist toepassen van de cao.
Vergroten werkzekerheid, opleiding en ontplooiing/plezier in het werk Werkzekerheid en employability gaan samen. Het voortdurend bijhouden en ontwikkelen van kennis en vaardigheden is de beste werkzekerheid. De werknemer is zelf verantwoordelijk voor zijn/haar loopbaan en arbeidsmarktpositie. Om dit te ondersteunen zal de werkgever opleiding en ontplooiing langdurig actief stimuleren. Het streven van FloraHolland is dat de persoonlijke ontwikkeling past bij de behoeften van het bedrijf.
In het specifieke opleidingsaanbod, toegesneden op onze processen, zullen de toekomstige FloraHolland ontwikkelingen in het werk aandacht krijgen. De medewerker kan de verworven kennis altijd benutten om elders aan de slag te gaan. Werkzekerheid en baanzekerheid versterken elkaar.
Dit wordt als volgt ingevuld:
a. Alle medewerkers zonder diploma (MBO-2 niveau) krijgen de gelegenheid op vrijwillige basis een Ervaringsprofiel (EVP) op te stellen, waarin de kwaliteiten van de medewerkers inzichtelijk worden. Het EVP kan gebruikt worden als versterking van de arbeidsmarktpositie en dienen als opstap naar het Ervaringscertificaat. Opvolgend na EVP kunnen EVC’s worden georganiseerd.
b. In alle vestigingen gaat FloraHolland Beroeps Begeleide Leerweg (BBL) (MBO-2 niveau) opleidingen aanbieden. De opleiding vindt net als nu plaats in eigen tijd. We zullen deze opleiding zoveel mogelijk onder de aandacht brengen van de doelgroep. Alle medewerkers die aan de instroom-eisen voldoen kunnen met de opleiding starten.
c. FloraHolland gaat een programma aanbieden om functioneel analfabetisme te verminderen. Indien de vraag groter is dan het aanbod zullen wij het dienstjarencriterium toepassen: voorrang voor werknemers met een lang dienstverband.
d. Medewerkers kunnen een loopbaanscan aanvragen via ons extern bureau en een daaraan gekoppelde mobiliteitstraining.
e. FloraHolland start een leergang personeelsmanagement voor het middenmanagement, met o.a. de volgende thema’s: verzuimgesprekken, toepassing arbeidsvoorwaarden en beoordelen.
f. FloraHolland biedt minimaal 75 stageplaatsen aan voor scholieren in het VMBO, MBO en HBO>WO.
g. Xxxxxxx in het werk: in het medewerkersonderzoek in 2010 wordt onder andere aandacht besteed aan werkplezier en werkdruk. De uitkomsten en het plan van aanpak zullen met de bonden worden gedeeld. Vakbonden ontvangen tevens een uitnodiging om input te leveren voor de afname.
h. De opleidingsregeling wordt redactioneel aangepast, verder is de terugbetalingsregeling vereenvoudigd.
Bovenstaande inspanningen worden gedurende 3 jaar vanaf 1-1-2010 gecontinueerd.
Orba-grenzen salarisschalen in Naaldwijk, Rijnsburg, Bleiswijk en Eelde
In de cao 2009 is afgesproken om de C-schalen in te voeren.
Hiervoor zijn vier geharmoniseerde en marktconforme schalen ontworpen. Deze vier loonschalen (C1 t/m C4) worden toegepast.
Gedurende 2009 zijn op basis van een conversie van IFA naar ORBA de functies in het C1 t/m C4 gebied bij de vestigingen Bleiswijk, Eelde, Naaldwijk en Rijnsburg ingedeeld. Venlo is niet meegenomen, gezien de ontwikkelingen in die vestiging. Per 1-1-2010 worden de C1 t/m C4 schalen in genoemde vestigingen van kracht.
Vervolgens wordt vanaf 1-1-2010, met behoud van de bestaande beloningsstructuren (onder het beloningsniveau van de nieuwe C1 schaal), voor de overige functies, de conversie van IFA naar ORBA uitgevoerd. Uitgangspunt hierbij is dat dezelfde ORBA puntengrens wordt gehanteerd in de vestigingen Bleiswijk, Eelde, Naaldwijk en Rijnsburg.
Vakbonden hebben bij de schaalconstructie aanbevolen te onderzoeken in hoeverre het wenselijk is om, in plaasts van schalen van 20 ORBA-punten bandbreedte, differentiatie aan te brengen aan de onderkant van het loongebouw. Dit zou betekenen dat het huidige aantal schalen aan de onderzijde zou worden uitgebreid. Om praktische redenen wordt uitgegaan van 5 schalen concernbreed met uitzondering van Aalsmeer. De functies die het betreft worden voorlopig ingedeeld. De definitieve vaststelling van de bandbreedtes en het aantal schalen vindt plaats na overleg met de vakorganisaties. Om praktische redenen wordt in het voorbereidingstraject uitgegaan van de volgende grenzen:
• 44 tot en met 63,5 ORBA punten. Functies met minder dan 44 ORBA punten vallen ook in die schaal
• 64 tot en met 83,5 ORBA punten
• 84 tot en met 000,0 XXXX punten
• 104 tot en met 000,0 XXXX punten
• 124 tot en met 000,0 XXXX punten
C1 kent een ondergrens van 144 punten. (C1: 144-163,5 punten, C2: 164-183,5 punten, C3: 184-208,5 punten en C4: 209-233,5 punten)
Onder schaal C1 zullen in de vestigingen Bleiswijk, Eelde, Naaldwijk en Rijnsburg de vijf loonschalen uit de cao worden gebruikt.
Voor Bleiswijk zijn dat de schalen 3 t/m 7, voor Eelde schalen 2 t/m 6, voor Naaldwijk schalen 3 t/m 7 en voor Rijnsburg schalen 1 t/m 5.
In Aalsmeer blijven de huidige 8 groepen, met het daarbij geldende loongebouw, gehandhaafd.
Als de gevolgen van de invoering van ORBA op functieniveau bekend is, zullen we in overleg treden met de vakbonden om afspraken te maken over de definitieve ORBA grenzen binnen de loongebouwen alvorens tot invoering over te gaan.
Correctie loongebouw Rijnsburg
Om de loonschalen goed te plaatsen wordt het loongebouw in Rijnsburg als volgt aangepast:
• Loonschaal 1 verlengen met 2 periodieken. Oud maximum is € 1.986,-
verhogen naar € 2.065,- (gelijk aan Bleiswijk en Naaldwijk). Loonschaal 1 gaat weer gebruikt worden. Huidige werknemers houden het recht om door te groeien tot hun huidige uitloop, middels RSP boven 100%
• Loonschaal 3: de laatste periodiek wordt geschrapt. Oud maximum is €
2.393,- nieuwe maximum wordt € 2.338,-. Huidige medewerkers houden het recht om door te groeien tot de huidige uitloop.
Onregelmatigheidstoeslagen
Er is 5% van de roostertoeslagenloonsom beschikbaar als budget ter verbetering van de roostertoeslagen in twee stappen:
• vanaf 1-1-2011 wordt de helft van het budget gebruikt voor verbeteringen
• en vanaf 1-1-2012 de andere helft van het budget
Er komt per 1-1-2011 1 matrix voor roostertoeslagen voor FloraHolland. Het systeem van roostertoeslagen zal conform de cao FloraHolland zijn. De exacte invulling van de verbeteringen van de matrix en de betalingssystematiek zal in overleg tussen FloraHolland en de vakbonden gebeuren.
De uitvoeringsregeling roosterdiensten, e, uit de cao FloraHolland wordt met ingang van 1-1-2011 in geheel FloraHolland van toepassing.
De invoering van de nieuwe roostertoeslagen matrix zal voor niemand van de medewerkers die onder de Aalsmeer regeling vallen leiden tot een achteruitgang. Bij de berekening van het verschil wordt er van uitgegaan dat de medewerker 8 weken per jaar vrij neemt. Bij de werknemers wordt dit gerealiseerd door middel van een garantieregeling (zie Xxxxxx Xxxxxxxx).
De huidige werknemers in continudienst bij de bedrijfsbeveiliging in Aalsmeer, behouden de verhoging van de pensioengrondslag, ter compensatie van het vervallen van de oude vroegpensioenregeling.
Saldo vakantieuren op 31-12-2010
Het saldo aan vakantieuren op 31-12-2010 kan op vrijwillige basis worden omgezet in geld;
Werknemers in VBA-1 BV
Werknemers van TFA die tijdelijk zijn opgenomen in de VBA-1 BV ontvangen ook de loonsverhogingen zoals in deze cao vermeld. Er is geen cumulatie in geval van samenloop met de cao van de VGB.
Levensloop
Als een medewerker spaart uit het loon voor de levensloopregeling, zal het oorspronkelijke salaris gelden als pensioengevend salaris. Gedurende de opname van het levenslooptegoed vindt geen opbouw van pensioen plaats.
Bij de opname van levensloopverlof zal FloraHolland de oude werkplek 1 jaar beschikbaar houden, tenzij dit leidt tot voor FloraHolland onacceptabele werksituatie. Bij verlof voorafgaande aan het pensioen vervalt de werkplek (zie ook het levensloopreglement). Voor werknemers vallend onder het katern Aalsmeer gelden andere regels ten aanzien van opbouw pensioen bij opname. (zie katern Aalsmeer).
Collegiale doorlening
Indien werknemers, via collegiale doorlening door de werkgever, werkzaamheden verrichten bij handelsbedrijven gelden de arbeidsvoorwaarden van de cao van FloraHolland.
Uitzendkrachten
Uitzendkrachten worden ingezet wanneer er sprake is van;
• piekvorming in het werk,
• opeenhoping van werk ten gevolge van ziekte, vakantie, vacatures of
• een overgangsfase in de organisatie ten gevolge van een voorgenomen structurele wijziging. De werkgever zal er dan naar streven de ondernemingsraad zoveel als mogelijk te raadplegen.
De werkgever verplicht zich bij de inzet van uitzendkrachten gebruik te maken van een uitzendbureau wat voldoet aan de NEN norm voor uitzendbureaus en wat aangesloten is bij de ABU of het Bundesverband Zeitarbeit in Duitsland. Het is bij FloraHolland bekend dat bij de Importafdeling jaarlijks seizoenswerkers actief zijn en op de vestiging Venlo is er een groep uitzendkrachten die niet bij FloraHolland in dienst willen treden. In andere voorkomende gevallen zal in overleg met vakbonden een passende contractoplossing worden gevonden ter voorkoming van de zogenaamde draaideuruitzendkrachten.
Aftrekbaarheid vakbondscontributie
De werknemer kan bij FloraHolland een verzoek indienen tot verlaging van de heffingsgrondslag met de kosten voor het lidmaatschap van een werknemersorganisatie. FloraHolland zal het ingehouden bedrag terugbetalen als een netto onkostenvergoeding. Daartoe dient hij het “Declaratieformulier vergoeding van de lidmaatschapskosten van een werknemersorganisatie” in te vullen.
Om aanspraak te kunnen maken op een vergoeding van de lidmaatschapskosten, dient de werknemer uiterlijk op 25 november van het desbetreffende kalenderjaar het declaratieformulier bij FloraHolland in te leveren. Hierbij wordt de jaaropgaven die men heeft ontvangen van de vakbond gevoegd als bewijs dat de contributie is betaald.
Vakbondsbijdrage
De werkgever zal bij achterafbetaling een bijdrage aan de vakorganisatie ten bedrage van € 18,33 per medewerker betalen. Het totaalbedrag wordt jaarlijks in december afgedragen.
Internationale solidariteitsfonds
Voor het internationale solidariteitsfonds zal de werkgever een bedrag van € 5,21 per FTE beschikbaar stellen. Voor de berekening van het bedrag zullen de normale arbeidstijden per week van alle werknemers worden opgeteld en de som daarvan gedeeld worden door 38.
Uitwerking garantieregeling bij nieuwe roosterdienst toeslag van FloraHolland (Naaldwijk/Bleiswijk, Rijnsburg, Venlo, Eelde).
De garantieregeling is van toepassing op alle werknemers die op 1 januari 2003 in een roosterdienst (RD of ORT) werkten en op die datum een dienstverband voor onbepaalde tijd (in vaste dienst) hadden bij FloraHolland.
Indien een werknemer conform zijn dienstrooster thans een hogere roosterdienst toeslag ontvangt dan hij bij de nieuwe roosterdienst regeling zal gaan ontvangen, is de garantieregeling van toepassing, mits aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan.
Voor de werknemers die vallen onder de garantieregeling en die in 2003 het gehele jaar onafgebroken onregelmatig hebben gewerkt, zal worden berekend welk bruto jaarbedrag aan (vaste) RD/ORT-toeslag zij in 2003 hebben ontvangen. Dit bedrag is het persoonlijke garantiebedrag 2003 dat bij deze garantieregeling als berekeningsbasis zal worden toegepast.
Vanaf de invoering van het nieuwe tijdregistratiesysteem in de betreffende vestiging, zal het op basis van de nieuwe roosterdienst toeslagen te ontvangen bruto jaarbedrag aan roostertoeslag vergeleken worden met het persoonlijke garantiebedrag 2003 van die medewerker. Als de ontvangen roostertoeslag van de komende jaren lager is dan het persoonlijke garantiebedrag, dan wordt het verschil bijbetaald. Daaraan zijn wel een drietal voorwaarden verbonden:
A. Voorwaarden voor garantie:
• De medewerker moet de roosterdienst blijven werken;
• De roosters moeten ongewijzigd blijven;
Als de roosters “lichter” worden, zal ook het garantiebedrag evenredig naar beneden worden bijgesteld. Bijstelling van het garantiebedrag naar boven kan niet plaatsvinden;
• De nieuwe roosterdienst toeslag moet tenminste 1% van het salaris lager zijn dat het oude bedrag.
B. Aanvullingsperiode en garantiehoogte:
De medewerkers ontvangen de bijbetaling zolang zij aan de onder A genoemde voorwaarden voor garantie voldoen. Gedurende de aanvullingsperiode zal het persoonlijke garantiebedrag worden verhoogd met de toekomstige cao verhogingen. Het garantiebedrag zal dus mee groeien met de cao verhogingen. De garantie wordt aangepast of vervalt als niet meer aan de voorwaarden onder A vermeld, wordt voldaan.
Vergoedingen
De volgende vergoedingen worden aangepast met de cao verhoging:
Algemeen deel: vakbondsbijdrage, bijdrage internationale solidariteitsfonds. Xxxxxx Xxxxxxxxx/Bleiswijk: beschikbaarheiddienst, koude toeslag.
Xxxxxx Xxxxxxxxx: gebroken dienst.
Werkgroep arbeidstijdenregelgeving
Samen met een werkgroep bestaande uit vakbondsbestuurders en FloraHolland vertegenwoordigers wordt de huidige arbeidstijdenregelgeving vereenvoudigd, transparanter en toegankelijker omschreven voor implementatie in een volgende cao. Verder wordt de invulling van de pilots besproken om medewerkers meer invloed te geven op roostering, bijvoorbeeld door te werken met voorkeurroosters of intekenroosters.
g. Procedure salarisschalen en functies
Functie-indeling
De werknemer wordt naar zijn leeftijd, respectievelijk naar de aard van de door hem in hoofdzaak verrichte arbeid ingedeeld in salarisgroepen. De functie-indeling boven de cao schalen vindt plaats door de directie.
Gefaseerde invoering ORBA
De functies in de concernafdelingen en vestiging Aalsmeer zijn ingedeeld in de C1 t/m C4 schalen Functies lager dan C1 blijven in de bestaande loonschalen.
Vanaf 1-1-2010 wordt, met behoud van de bestaande vestigings-beloningsstructuren (onder het beloningsniveau van de nieuwe C1 schaal), voor de overige functies, de conversie van IFA naar ORBA uitgevoerd.
Niet door functieweging vastgelegde aanloopschalen worden gebruikt in individuele situaties waarbij bij de aanstelling van een werknemer wordt vermeld dat de werknemer naar verwachting nog niet op vakvolwassen niveau kan functioneren en aan welke eisen de werknemer moet voldoen om als vakvolwassen te worden ingeschaald.
Bij de beoordeling van de vakvolwassenheid wordt gekeken of;
- de functievervuller zijn werk op de voor de functie belangrijke onderdelen volledig verricht en,
- onder normale omstandigheden bij de uitvoering van de functie geen hulp meer nodig heeft en,
- tenminste een werkprestatie realiseert die overeenkomstig is aan de door de werkgever aangehouden norm.
Indien bij de beoordeling van de werknemer blijkt dat de werknemer inmiddels het vakvolwassen niveau heeft bereikt, verlaat de werknemer de aanloopschaal bij de eerstvolgende beloningsronde van 1 januari. Een werknemer dient gewoonlijk na twee jaar het vakvolwassen niveau te hebben bereikt en te voldoen aan de normen van de functie welke gelden voor het vakvolwassen niveau.
Functieonderhoud
Voor het volledig en juist houden van de ORBA functiematrix komt de FloraHolland ORBA indelingscommissie tenminste tweemaal per jaar bijeen. Zij delen nieuw ontstane functies in en doen de herindeling van functies die gewijzigd zijn.
Bezwaar- en beroepsmogelijkheid
Het functiewaarderingssysteem ORBA kent zowel een bezwaar-, als een interne en externe beroepsfase.
Bezwaar
Het doel van de bezwaarfase is, het bieden van een mogelijkheid om een beslissing van de indelingscommissie te bespreken met de werknemer die het aanvankelijk niet eens is met de genomen beslissing.
Dit bezwaar moet binnen 6 weken nadat de indelingscommissie een uitspraak heeft gedaan over de (her)indeling, schriftelijk en gemotiveerd, worden ingediend bij de leidinggevende. De leidinggevende nodigt de werknemer binnen 6 weken uit voor een toelichting op de indeling.
Na dit gesprek stellen leidinggevende en werknemer een verklaring op dat de bezwaarfase is doorlopen. Als de werknemer zich vervolgens niet neerlegt bij de beslissing tekent de werknemer intern beroep aan.
Intern beroep
Nadat de bezwaarfase is doorlopen kan de werknemer, uiterlijk 6 weken nadat de bezwaarfase is afgerond, in beroep gaan bij de interne beroepscommissie. Het gemotiveerde beroepschrift inclusief “verklaring van doorlopen van de bezwaarfase” moet worden verzonden aan de secretaris van de beroepscommissie.
De secretaris van de beroepscommissie beoordeelt of het ingediende beroep aan de voorschriften voldoet en of het beroep ontvankelijk is.
Als het beroepschrift in behandeling wordt genomen ontvangt de werknemer en manager van de afdeling, apart een uitnodiging voor een toelichting. De commissie past het principe toe van hoor en wederhoor.
De interne beroepscommissie doet binnen 6 weken na ontvangst van het volledige beroepschrift, een uitspraak. Deze termijn kan echter langer zijn in geval meerdere werknemers in dezelfde functie bezwaar/beroep hebben aangetekend. De beroepszaken worden dan gebundeld en de uiterste termijn voor het in beroep gaan, wordt dan afgewacht. Tegen de uitspraak van de interne beroepscommissie kan extern beroep worden aangetekend binnen 6 weken na de uitspraak van de interne beroepscommissie.
Extern beroep
Afhankelijk van wel/geen lid zijn van een vakbond zijn de stappen als volgt:
Als de werknemer lid is van een vakbond schakelt de werknemer de vakbondsdeskundige in. De vakbondsdeskundige behandelt samen met de externe systeemhouder van het functiewaarderingssysteem het beroep en doet een bindende uitspraak.
Als de werknemer geen lid is van een vakbond tekent de werknemer extern beroep aan bij de secretaris van de beroepscommissie. Deze schakelt de externe systeemhouder in. Twee deskundigen behandelen vervolgens het beroep en doen een bindend uitspraak.
Eventuele salarisconsequenties gaan in per de eerstvolgende salarisperiode na het besluit.
De stappen die bij bezwaar en beroep genomen moeten worden en de bijbehorende formulieren zijn opgenomen onder functiewaardering op intranet.
Salarisschalen
De werkgever zal de werknemer met een volledig dienstverband, ingedeeld in één van de salarisgroepen, tenminste het salaris betalen als vermeld in bijgevoegde salarisschalen.
Bij de aanvang van de arbeidsovereenkomst wordt het salaris van de werknemer vastgesteld op:
a. hetzij het bij zijn leeftijd vermelde bedrag uit de bij zijn functie behorende salarisschaal;
b. hetzij het bij de 0 periodiek vermelde bedrag uit die schaal, dan wel, indien zijn elders verkregen ervaring daartoe aanleiding geeft, op een hoger bedrag uit die schaal;
c. de in de functiematrix vermelde functies betreft een vakvolwassen inschaling.
d. aanstelling kan plaatsvinden in een aanloopschaal voor het verkrijgen van die vakvolwassenheid.
Voor alle salarisgroepen geldt dat een goede beoordeling verdere groei door de schaal bepaalt. Herziening van het salaris vindt éénmaal per jaar op 1 januari plaats.
Indien de werknemer langer dan 6 maanden in het voorafgaande kalenderjaar wegens arbeidsongeschiktheid of onbetaald verlof niet heeft gewerkt, wordt geen verhoging toegekend. Indien na 31 juli van enig jaar de leeftijdsschaal wordt verlaten dan wel indiensttreding plaatsvindt, blijft de toekenning van een periodiek per eerstvolgende 1 januari achterwege.
De directie is in uitzonderingsgevallen bevoegd om een toeslag te bepalen die maximaal 10% hoger ligt dan het salaris overeenkomstig de salarisschalen.
De salarissen voor de werknemers, van wie de functie is ingedeeld boven de cao schalen worden door de directie vastgesteld.
Het salaris van de jeugdige werknemer wordt jaarlijks verhoogd naar het schaalbedrag vermeld bij de bereikte leeftijd. De verhoging geschiedt steeds op de eerste van de maand waarin de werknemer jarig is.
Werknemer en werkgever kunnen schriftelijk overeenkomen het bruto salaris te verlagen ten gunste van door werkgever aan werknemer aangeboden alternatieve arbeidsvoorwaarden, mits deze alternatieve arbeidsvoorwaarden in overleg met de vakbond tot stand zijn gekomen (bijvoorbeeld fietsplan).
Overplaatsing naar een hoger ingedeelde functie (promotie)
De werknemer die wordt overgeplaatst in een hoger ingedeelde functie, wordt in de overeenkomende hogere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand volgend op die waarin de overplaatsing in de hogere functie heeft plaatsgevonden.
De werknemer die bij overplaatsing naar een hogere functie nog niet over de kundigheden en ervaring beschikt, welke voor de vervulling van die functie zijn vereist (vakvolwassen), kan gedurende ten hoogste 2 jaar in een lagere dan met die functie overeenkomende salarisschaal worden of blijven ingedeeld. In geval van bevordering na 31 juli vindt de toekenning van een salarisverhoging eerst plaats per de eerstvolgende 1 januari van het daarop volgende jaar.
Salarisschalen
De uitzendkrachten worden in alle vestigingen beloond volgen de loonschalen U1 (minimum loon plus 5%) na twee maanden U2 (minimum loon plus 15%).
De concern salarisschalen per 1-7-2010 per maand in euro’s (schalen 1-1-2010 + 0,25%)
Concernschalen 1-7-2010
Salarisschaal | C1 | C2 | C3 | C4 |
Minimum bedrag | 2139 | 2372 | 2703 | 3080 |
Maximum bedrag | 3056 | 3388 | 3861 | 4400 |
De concern salarisschalen per 1-1-2011 per maand in euro’s
Salarisschaal | C1 | C2 | C3 | C4 |
Minimum bedrag | 2155 | 2389 | 2723 | 3103 |
Maximum bedrag | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 |
Concernschalen 1-1-2011
Voor de salarisschalen van de vestigingen, zie de katernen van de vestigingen. RSP
De salarissen in de C schalen 1 t/m 4 worden toegekend in een percentage van het maximum schaalbedrag. Dit is de relatieve salarispositie (RSP) De RSP kan variëren van 70 tot 100%, in hele of halve procenten.
Medewerkers die op 31 december 2008 in dienst zijn van FloraHolland behouden bij de omzetting van de huidige schaal naar de nieuwe concernschalen het recht op het oude perspectief in de vorm van een persoonlijk maximum RSP percentage. Voor de meest voorkomende omzettingen gelden de volgende persoonlijke maximum RSP percentages:
• Voor de omzetting van schaal 11 Naaldwijk/ Bleiswijk naar C4 behoud de medewerker het persoonlijk maximum RSP percentage van 101,3%;
• Voor de omzetting van schaal 7 van Rijnsburg naar C2 behoud de medewerker het persoonlijk maximum RSP percentage van 102,7%;
• Voor de omzetting van schaal 8 van Rijnsburg naar C3 behoud de medewerker het persoonlijk maximum RSP percentage van 103,2%;
• Voor de omzetting van schaal 9 van Rijnsburg naar C4 behoud de medewerker het persoonlijk maximum RSP percentage van 104,0%;
• Voor de omzetting van schaal 7 van Venlo naar C2 behoud de medewerker het persoonlijk maximum RSP percentage van 103,5%;
• Voor de omzetting van schaal 8 van Venlo naar C3 behoud de medewerker het persoonlijk maximum RSP percentage van 105,7%;
• Voor de omzetting van schaal 7 van Eelde naar C1 behoud de medewerker het persoonlijk maximum RSP percentage van 102,8%;
• Voor de omzetting van schaal 8 van Eelde naar C2 behoud de medewerker het persoonlijk maximum RSP percentage van 105,6%;
• Voor de omzetting van schaal 9 van Eelde naar C3 behoud de medewerker het persoonlijk maximum RSP percentage van 105,5%;
Katern 1
Geldend voor de vestiging Aalsmeer
A.1 Regeling van de arbeidsvoorwaarden
A.1 Hoofdstuk I Arbeidsovereenkomst
A.1 Hoofdstuk II Beloning
A.1 Hoofdstuk III Toeslagen
A.1 Hoofdstuk IV Arbeidsongeschiktheid
A.1 Hoofdstuk V Pensioen
B.1 Uitvoeringsregelingen
B.1.a Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd
B.1.b Uitvoeringsregeling vakantie
B.1.c Uitvoeringsregeling overwerk en meeruren
B.1.d Uitvoeringsregeling Import
B.1.e Uitvoeringsregeling 16 naar 18 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof
C.1 Bijlagen
C.1.a Protocol
C.1.b Beloning
C.1.c Salarisschalen
A.1 Regeling van de arbeidsvoorwaarden
Begrippen
1. “Cao salaris”: het bruto tabelsalaris per maand en vermeld in bijlage B van de cao, behorend bij de salarisgroep en leeftijd/ervaringsjaar voor werknemers met een fulltime dienstverband en naar rato van het aantal contracturen voor parttimers.
2. “Stamsalaris”: het bruto cao salaris inclusief eventuele persoonlijke toeslag, een vaste
ORBA toeslag en een combitoeslag
A.1 Hoofdstuk I Arbeidsovereenkomst
Artikel 1: Aanpassing contracturen bij parttimers
Contracturen voor een parttimer kunnen als volgt worden aangepast:
Op verzoek van de werknemer kunnen contracturen worden aangepast indien gedurende 3 maanden aaneengesloten voorafgaand aan het verzoek gemiddeld meer dan 2 uur/week boven contract is gewerkt. Voor de berekening van het gemiddelde worden de volgende periodes uitgesloten:
- De uren gemaakt in de periode tussen 15 maart en 15 juni;
- De uren gemaakt op basis van een contract-uitbreiding voor bepaalde tijd;
- De tijd in geval van vervanging bij zwangerschap- en bevallingsverlof, bij vervanging van
xxxxxxxxx verzuim en daar waar door werkgever en werknemer afspraken zijn gemaakt.
De tijd voor en na bovenstaande periodes wordt echter wel als aaneengesloten beschouwd.
Tijdelijke uitbreiding van contracturen is mogelijk d.m.v. een aanvullend contract voor bepaalde tijd. Een beroep op de Wet Aanpassing Arbeidsduur is alleen door bovenstaande criteria mogelijk.
Oude bestaande contracten met vaste arbeidstijden kunnen, indien de werkgever dat wenselijk acht en werknemer daarmee instemt, gehandhaafd blijven bij verandering van werktijden.
Wijzigingen van contracturen voor onbepaalde-, maar ook voor bepaalde tijd, worden altijd schriftelijk bevestigd door de werkgever.
Artikel 2: Tijdelijke contractuitbreiding bij parttimers
Tijdelijke contractuitbreiding is mogelijk. De periode is maximaal 1 jaar. Deze periode kan hooguit een keer verlengd worden, waarna voortzetting alleen mogelijk is met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
A.1 Hoofdstuk II Beloning
a. Periodieke groei
Het salaris wordt op 1 januari na de jaarlijkse beoordeling verhoogd volgens de Relatieve Salaris Positie (RSP) methodiek. Voor werknemers in de salarisgroepen A t/m H, vallend onder het katern van Aalsmeer wordt de RSP methodiek vanaf het jaar 2011 toegepast.
De verhoging geschiedt, voor de schalen A t/m H tot en met 2010, telkens bij de verjaring van de indiensttreding en wel op de eerste van de desbetreffende maand. Indien betrokkene dan later promoveert is de datum van de promotie bepalend voor het ingaan van verhogingen op grond van zijn nieuwe functiegroepindeling.
De directie kan in uitzonderingsgevallen besluiten per jaar enkele werknemers geen periodieke verhoging toe te kennen als gevolg van bijvoorbeeld ernstig disfunctioneren. Deze afwijkingen van de regel zullen aan de vakbonden worden gemeld.
De methodiek van periodieke verhogingen geldt tot 1-1-2011.
b. Promotie regeling tot 1-1-2011.
In geval van promotie wordt het stamsalaris als volgt aangepast:
Op de eerste plaats wordt aan de hand van het stamsalaris het eerst hogere bedrag in de nieuwe groep genomen, vervolgens worden daar 3 periodieken bijgeteld, voor zover de maximale periodiek binnen de groep nog niet is bereikt. Indien het maximum met minder dan 3 stappen is bereikt blijft dit het maximum.
Altijd geldt dat de datum van signalering van periodieke verhoging wordt aangepast naar de datum waarop de promotie plaatsvindt. Na een jaar wordt dus weer een volgende periodieke stap gemaakt tot het maximum is bereikt.
Deze promotie regeling geldt tot 1-1-2011. Vanaf 1-1-2011 zijn er geen periodieken en wordt de promotieregeling gebruikt gekoppeld aan de RSP methode.
c. Herwaardering van functies
Als gevolg van het herwaarderen van de functie kan men in dezelfde groep, een lagere groep of hogere groep worden ingedeeld. Vanaf periode 1/2006 tot 1-1-2011 wordt de promotieregel toegepast bij herwaardering zoals onder punt b is beschreven, ingeval van een hogere indeling. Bij lagere indeling is de Uitvoeringsregeling B.l. “Salarisgarantieregeling bij herwaardering van functies” van toepassing uit het Algemene deel van de cao.
d. Indeling van nieuwe functies
Indien er sprake is van een nieuwe functie, wordt de nieuwe functie beschreven via de ORBA systematiek door de leidinggevende en de naasthogere leidinggevende. De functienaam en functiebeschrijving worden voorlopig vastgesteld door de eindverantwoordelijke manager van het Bedrijfsonderdeel. De functie wordt vervolgens aangeboden aan de secretaris van de Indelingscommissie ORBA. Deze zorgt voor een voorlopige indeling en voor inplanning van de definitieve indeling bij de Indelingscommissie. Een definitieve indeling vindt plaats na ongeveer ½ jaar uitvoering van de functie. Als de indeling afwijkt van de voorlopige indeling vindt een verschuiving horizontaal door de tabel plaats. Met andere woorden het periodiek- niveau blijft gelijk, terwijl de salarisgroep wel wijzigt.
e. Aankomende functies
Elke functie kan in principe een aankomend niveau hebben. In geval van overgang van aankomend naar het vakvolwassen niveau wordt men ingedeeld in de vakvolwassen- groep, waarbij een periodiekniveau, respectievelijk RSP positie, wordt genomen dat gelijk is aan het huidige salaris of iets hoger om aan te sluiten met de periodiek bedragen van de nieuwe groep. Deze vorm van groepswijziging wordt dus opgevat als een onderdeel van een leertraject en niet als promotie.
Voor de overgang naar het vakvolwassen niveau moet voldaan zijn aan een aantal vooraf bekende criteria, bijvoorbeeld het halen van een vakdiploma.
Op dit moment zijn onderstaande aankomende functies gedefinieerd:
- aankomend veilingmeester (1 groep lager dan de vakvolwassen functie)
- aankomend medewerker Fin.adm.A (1 groep lager dan de mdw.Fin.adm.A)
- aankomend mdw salarisadministratie (1 groep lager dan de vakvolwassen functie)
- aankomend zoeker (2 groepen lager dan de vakvolwassen functie)
A.1 Hoofdstuk III Toeslagen
a. Vuilwerktoeslag
Vuilwerk is werk waarbij men in aanraking komt met afvalstoffen, zoals bij vuilverwerking en bij ontstoppen van riolen. Dit werk moet vervolgens minimaal 3 dagen per week voorkomen en meer dan 2 uur aaneengesloten per dag worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden kunnen overal voorkomen. Zij komen op dit moment voor bij een aantal functies bij de Afvalverwerking en bij Technische Services of vinden onder leiding van deze afdelingen plaats.
Wijzigingen op de definitie worden in overleg tussen cao partijen in het cao overleg vastgesteld.
Hiervoor geldt een toeslag van 5% op het bruto stamsalaris.
De vuilwerktoeslag voor werknemers bij de fustwasserij blijft bestaan voor zover zij werkzaam zijn in de fustwasserij Aalsmeer.
b. Combitoeslag
Bij het aanvaarden van ander werk, in een hogere salarisgroep, als aanvulling op het bestaande contract (de hoofdfunctie), worden de contracturen uitgebreid en wordt een combitoeslag toegepast, voor het verschil tussen het uurloon behorend bij de salarisgroep van het aanvullend werk en het uurloon van de hoofdfunctie, vermenigvuldigd met het aantal uren in de aanvullende functie (de combifunctie). Voor het bepalen van de positie in de hogere salarisgroep, wordt de promotieregel van de cao toegepast. De promotieregel is van toepassing tot 1-1-2010 in verband met de invoering van de RSP methodiek.
Bij het aanvaarden van ander werk, in een lagere salarisgroep, als aanvulling op het bestaande contract, wordt ook een combitoeslag toegepast. Voor het vaststellen van het uurloon in de combifunctie wordt echter de positie in de lagere schaal genomen die gelijk is aan het aantal ervaringsjaren van de hoofdfunctie. Deze toeslag is altijd negatief.
De combitoeslag wordt aangepast bij uurloonwijzigingen, zoals bijvoorbeeld bij periodieke verhogingen en initiële cao verhogingen. Het moment van wijziging als gevolg van de periodieke verhoging is voor de combifunctie en voor de hoofdfunctie gelijk. De datum van periodieke verhoging van de hoofdfunctie is uitgangspunt.
c. Premiespaarregeling
De premiespaarregeling is vervangen door de Flexibel Spaarpensioen regeling (FSP regeling). De premie van de werkgever, gemaximeerd op euro 18,92 per maand is toegevoegd aan de FSP regeling. Informatie hierover is verkrijgbaar bij de leidinggevende en is te vinden op Intranet onder HRM.
Het is tevens toegevoegd aan het a la carte systeem in de cao. Extra FSP sparen van bruto loon blijft uiteraard ook mogelijk.
d. Overgangsregeling Toeslag Compensatie 6.00-6.30 uur.
Er zijn in de bestaande regeling 3 groepen te onderscheiden:
1. Werknemers in dienst op 1 mei 2003 met een rooster tussen 6.00 en 6.30 uur;
2. Werknemers in dienst op 1 mei 2003 die geen rooster hebben, maar ad hoc meeruren/overuren
maken of uren verschuiven naar 6.00 - 6.30 uur;
3. Werknemers in dienst op 1 mei 2003 uit de voormalige salarisgroep 19 met een rooster tussen
6.00 en 6.30 uur.
Voor de eerste en derde categorie werknemers wordt de gemiddelde uitbetaalde toeslag tussen 6.00-6.30 berekend vanaf periode 1 in 2009 tot en met periode 13 in 2009 en deze wordt permanent opgenomen in de harmonisatietoeslag. Deze toeslag blijft van kracht, ook als er in de toekomst een rooster wordt gelopen buiten 6.00-
6.30 uur. Het verlies van indexatie wordt gecompenseerd door de berekende toeslag te verhogen met 20% (de verwachte indexatie over een periode van 10 jaar).
Voor de tweede categorie stopt de mogelijkheid tot het verkrijgen van de toeslag 6.00-6.30 aan het einde van periode 3 2010 (laatste betaling) Deze wordt vervolgens afgekocht in mei 2010, door een eenmalige uitkering gelijk aan het uitgekeerde bedrag in 2009.
e. Overgangsregeling vakantiegeld
Voor werknemers die op 31 december 2008 in dienst waren van FloraHolland Aalsmeer geldt onderstaande overgangsregeling:
Overgangsregeling:
- Het opgebouwde vakantiegeld van januari 2009 tot en met april 2009 wordt uitbetaald in mei 2009
- Het voorschot op het vakantiegeld van de maanden mei 2009 tot en met december 2009 wordt
uitbetaald in mei 2009.
- In mei 2010 wordt het vakantiegeld over de periode mei 2009 tot en met april 2010 uitbetaald.
- Het verrekenen van het voorschot van het vakantiegeld vindt jaarlijks vanaf 2010 plaats in de
maand mei, door jaarlijks 1/8 van dit voorschotbedrag in te houden op het vakantiegeld in de
maand mei.
f. Garantieregeling roostertoeslag Aalsmeer
Voor de medewerkers in Aalsmeer die in het jaar voorafgaande aan 1-11-2010 onafgebroken recht hadden op een roostertoeslag en deze de gehele periode van 12 maanden hebben ontvangen wordt de roostertoeslag vastgesteld op 1-11-2010 op basis van het dan geldende rooster. Dit rooster is ook uitgangspunt voor de berekening van de nieuwe variabele roostertoeslag. Als het verschil tussen beide percentages op jaarbasis nadelig uitkomt, dan ontvangt de werknemer een aanvulling in de vorm van een garantiebedrag .
Bij het berekenen van de variabele toeslag, voor de vergelijking met de bestaande roostertoeslag, wordt rekening houdend met een verlof van 8 weken op jaarbasis.
Deze garantieregeling geldt ook voor werknemers bij de bedrijfsbeveiliging in Aalsmeer met een continudienst toeslag. De huidige werknemers behouden de pensioenopbouw over de oude toeslag. Voor nieuwe medewerkers is deze niet van toepassing.
De werknemer ontvangt het garantiebedrag zolang de onregelmatigheid van toepassing is. Bij wijziging van functie waarbij werkzaamheden in principe niet meer plaatsvinden buiten normale werktijd, vervalt de toeslag.
Als het rooster "lichter" wordt, zal ook het garantiebedrag evenredig naar beneden worden bijgesteld. Bijstelling van het garantiebedrag naar boven kan niet plaatsvinden.
Het persoonlijke garantiebedrag zal worden verhoogd met de toekomstige cao verhogingen. Het groeit dus mee met de cao verhogingen.
Naast deze garantie is er bij overgang in 2011 voor werknemers met een roostertoeslag een vrije keuze voor een voorschot, voor het overbruggen van de betaling achteraf van de nieuwe roostertoeslag (ORT).
Tevens wordt over het saldo aan vakantieuren op 31-12-2010 roostertoeslag betaald in januari 2011. Het bruto uurloon van 31-12-2010 is hierbij uitgangspunt.
g. Overgangsregeling Tegemoetkoming kosten woon-werkverkeer Aalsmeer
- Voor huidige werknemers met een datum in dienst voor 1-1-2009 geldt een vergoeding van € 0,58 per dag bij een afstand woon-werk van 0-5 km
- Voor huidige werknemers met een datum in dienst voor 1-1-2009 geldt een vergoeding van € 1,73 per dag bij een afstand woon-werk van 5,1-10 km
h. Harmonisatietoeslag
Medewerkers die op 31 december 2008 in dienst waren ontvangen een vaste harmonisatietoeslag. De harmonisatietoeslag is niet pensioengevend en wordt niet verhoogd met de cao verhogingen. De harmonisatietoeslag wordt alleen naar rato aangepast bij contracturen vermindering.
A.1 Hoofdstuk IV Arbeidsongeschiktheid
WGA premie
De gedifferentieerde WGA-premie van 0,265% wordt vanaf periode 7/2007 niet meer ingehouden. Bij een eventuele verhoging tijdens de looptijd van de cao wordt 50% van de verhoging van het percentage betaald door de werkgever en 50% door de werknemer. Deze afspraak geldt gedurende de looptijd van deze cao.
A.1 Hoofdstuk V Pensioen en levensloopregeling
Artikel 1: Pensioen
Per 1 januari 2009 zijn werknemers vallend onder het katern Aalsmeer overgegaan naar de pensioenregeling van FloraHolland.
De pensioenpremie wordt betaald door werkgever en werknemer. De werknemersbijdrage is 2,0%. Voor werknemers indienst op 31 december 2008 vallend onder het katern Aalsmeer is er een overgangsregeling voor de werknemersbijdrage. Voor deze categorie werknemers geldt :
- een verhoging van de werknemerspremie per 1 januari 2009 van
0,5%;
0,5%;
2,0% is bereikt.
- een verhoging van de werknemerspremie per 1 januari 2010 van
- en per 1 januari 2011 een verhoging van 0,4%, waarmee totaal
Met ingang van 1-1-2009 is de pensioenregeling van Bloemenveiling Aalsmeer vervangen door de pensioenregeling van FloraHolland. De hieronder weergegeven bestaande overgangsregelingen zijn gehandhaafd.
Het toeslagenbeleid is toegevoegd aan het reglement.
De overgangsregelingen hieronder vermeld worden op polis gebracht door AZL en worden opgenomen in het pensioenreglement.
Overgangsregelingen:
- Er is sprake van een overgangsregeling, de zogenaamde 15-jaars optie, deze heeft de volgende kenmerken:
- De overgangsregeling is alleen van toepassing op de werknemers die voor 1-1-1998 indienst waren;
- de fiscale ruimte die de nieuwe pensioenregeling biedt en die in het verleden niet is benut, wordt over de achterliggende diensttijd voorwaardelijk toegekend
- toekenning en inkoop vindt plaats op het moment dat aansluitend aan het dienstverband met Bloemenveiling Aalsmeer met pensioen wordt gegaan;
- voor de betreffende werknemers die over 15 jaar nog indienst zijn en waarvoor de inkoop nog niet heeft plaats gevonden, wordt de voorwaardelijke aanspraak op dat moment toegekend en ingekocht.
- De resulterende uittreedleeftijd kan dan bij volledige opbouw 62,5 jaar worden, eerdere uittreding is niet mogelijk, tegen een uitkering van 75% bruto. Wel blijft het mogelijk om op 58 jarige leeftijd uit te treden tegen een actuarieel berekende uitkering die lager is.
- Toekenning en financiering vindt dus plaats in maximaal 15 jaar. Onderdeel van deze overgangsregeling is de toevoeging dat als gevolg van deze voorwaardelijke toekenning werknemers niet voor leeftijd 62,5 jaar met 75% kunnen uittreden.
- Daarnaast is sprake van een tweede overgangsregeling, die wat geboortejaar betreft aansluit op de huidige staffel in de cao voor werknemers van 50 jaar of ouder op 1-1-2006, voorzover zij in dienst waren voor 1-1-1998 en voorzover niet eerder een uitkering van 75% wordt behaald door vervroeging.
- De leeftijdsstaffel in de tweede overgangsregeling is als volgt: Xxxxxxxxxxxx Uittreedleeftijd
1946 62 jaar
1947 62 jaar en 1,5 maand
1948 62 jaar en 3 maanden
1949 62 jaar en 4,5 maanden
1950 62 jaar en 6 maanden
1951 62 jaar en 7,5 maanden
1952 62 jaar en 9 maanden
1953 62 jaar en 10,5 maanden
1954 63 jaar
1955 63 jaar en 1,5 maand
- Voor werknemers die in aanmerking komen voor de bovengenoemde 15 jaars optie wordt extra pensioen ingekocht, binnen de fiscale ruimte die er is, omdat er in het verleden gedurende de dienstbetrekking(en) een of meer perioden zijn geweest waarin minder pensioen is opgebouwd dan op grond van de fiscale regelgeving mogelijk is. De pensioentoezegging zoals beschreven in de 15 jaars optie wordt pas toegekend op het moment dat en voor zover de toegezegde aanspraken zijn gefinancierd. Wanneer deelname aan de pensioenregeling eindigt voordat de 15 jaar zijn verstreken, of voordat een eerdere uittredingsleeftijd is bereikt, is er alleen recht op het op dat moment gefinancierde en opgebouwde deel van deze pensioenaanspraken. Indien bij beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling nog geen toegezegd pensioen over verstreken dienstjaren is ingekocht en opgebouwd, is er dus ook geen recht op dit deel van de toezegging.
De extra pensioentoezegging ten aanzien van verstreken dienstjaren, die op basis van de hierboven beschreven overgangsmaatregel is gedaan aan werknemers, die reeds voor 1-1-98 in dienst waren bij de VBA, dient uiterlijk binnen 15 jaar nadat de toezegging is gedaan, te zijn gefinancierd. Wanneer de werknemer binnen die 15 jaar de uittredingsleeftijd bereikt, worden de in te kopen pensioenaanspraken uiterlijk op de datum van uittreding gefinancierd. Een eenmaal gedane toezegging tot inkoop van aanspraken over het verleden kan in beginsel niet worden ingetrokken of gewijzigd.
Pensioengarantie continudiensttoeslag
In verband met het wegvallen van de vroegpensioenregeling en dus ook de verhoogde uitkeringsgrondslag in geval van continudienst bij werknemers van de bedrijfsbeveiliging, is voor de bestaande werknemers bij de bedrijfsbeveiliging in continudienst, een aanvullende overgangsregeling van toepassing, te weten:
- De opbouw van het vroegpensioen op grond van de toeslag voor continudienst wordt omgezet in een verhoogde pensioengrondslag:Het jaarsalaris waarop de pensioenopbouw is gebaseerd, wordt met 3% verhoogd vanaf 1-1-2006 (dit ter compensatie van het wegvallen van de vroegpensioenopbouw over de continudiensttoeslag vanaf 1-1-2006).
- Over de jaren van 1-1-1998 tot 1-1-2006 is bij werknemers in continudienst vroegpensioen opgebouwd over de continudienst. Het vroegpensioen wordt, net als bij andere werknemers, geïntegreerd in de pensioenregeling vanaf 1-1-2006. De verhoging in de pensioengrondslag door de continudiensttoeslag geldt voor maximaal het aantal dienstjaren vanaf
1-1-1998 tot 1-1-2006.
- Voor werknemers die indienst waren op 31-12-1997 geldt voor uittreden de hiervoor genoemde leeftijdsstaffel per geboortejaar. De toeslag voor continudienst van 12% (ook geldend in de periode voor 1-1-1998) wordt bij de uitkering meegenomen. De uitkering bedraagt dan bruto 75% x ( stamsalaris + 12%) tot de leeftijd van 65.
Deze garantie is voorwaardelijk, dus alleen van toepassing indien het dienstverband wordt voortgezet tot de vervroegde pensioenleeftijd en voor zover de werknemer nog indienst is op 31-12-2005.
Artikel 2: Levensloopregeling Aalsmeer
Vanaf 1-1-2006 wordt een collectieve levensloopregeling gefaciliteerd door de werkgever. Doel, voorwaarden en procedures zijn beschreven in het reglement Levensloopregeling FloraHolland Aalsmeer. De bestaande verlofspaarregeling wordt met ingang van 1-1-2006 wettelijk gestopt. Het spaarsaldo van deze verlofspaarregeling mag worden overgezet in de levensloopregeling. De werknemer kan hiertoe een verzoek indienen bij de HRM helpdesk . Het uurloon (gebaseerd op het
bruto stamsalaris) van het moment van overzetten is bepalend.
Voor de opname van het levensloopverlof gelden de volgende bepalingen:
- Er is toestemming nodig van de werkgever;
- Het verlof is op voltijdse basis, dat wil zeggen dat bij opname het volledig aantal contract uren per week uit de individuele arbeidsovereenkomst van toepassing is;
- Er is sprake van onbetaald verlof. Alle verdere arbeidsvoorwaarden worden stopgezet zoals tegemoetkoming in de kosten voor woon-werkverkeer/carpoolen, vakantiegeld, vakantieopbouw, toeslagen en vergoedingen. Wat betreft de ziektekostenverzekering wordt de wet gevolgd. Dit betekent op dit moment dat de verzekering maximaal 1 ½ jaar onder de bestaande voorwaarden wordt voortgezet.
- Verder geldt als uitzondering dat de pensioenopbouw voor 75% wordt voortgezet tijdens het levensloopverlof.
- Bronnen voor het verlof zijn: alle salariscomponenten, zoals salaris, vakantiegeld, meeruren, overuren, spaaruren en het overschot aan verlofuren binnen de wettelijke kaders. Ook hier geldt dat bij het omzetten van uren, de waarde van het uurloon op moment van overzetten van toepassing is;
- Het verlof dient tenminste 2 maanden van te voren te worden aangevraagd bij de leidinggevende. Het weigeren van levensloopverlof kan alleen bij zwaarwegende bedrijfseconomische omstandigheden. Bij weigeren wordt een alternatief moment voorgelegd.
B.1 Uitvoeringsregelingen
B.1.a. Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd Artikel 1: veilzaterdagen
Jaarlijks, uiterlijk 31 maart, kan een beperkt aantal zaterdagen, voorafgaand aan hoogtijdagen, als veilzaterdagen worden aangewezen, waarover overleg met de Ondernemingsraad plaatsvindt.
Artikel 2: atv-uren voor ouderen
Werknemers die geboren zijn op of na 1 januari 1940 en op hun 58e een dienstverband hadden bij de werkgever, hebben de keuze om eerder uit te treden volgens onderstaande regeling:
4,5 maanden vroeger uittreden : indien de uittreedleeftijd 62 jaar en ouder is; 3 maanden vroeger uittreden : indien de uittreedleeftijd 61 jaar is;
1,5 maanden vroeger uittreden: indien de uittreedleeftijd 60 jaar is.
of de omgerekende tijd (uit bovenstaande tabel) voor de betreffende werknemer, op te nemen in de vorm van :
- 1 vol uur op dagbasis of;
- 1 dag per week. De dag wordt vastgesteld in onderling overleg met de leidinggevende, rekening houdend met het piek-dal patroon op de afdeling.
Het exacte tijdstip (leeftijd) waarop korter gewerkt kan worden op dagbasis, wordt teruggerekend aan de hand van de door de werknemer aangevraagde pensioendatum. Het korter werken kan op zijn vroegst vanaf de leeftijd van 60 jaar. Uiteraard moet de omgerekende tijd dan wel toereikend zijn.
Voor werknemers met een parttime flexcontract zal de ouderen-atv worden bepaald aan de hand van de contract-eindtijd op de werkdag.
In situaties waarbij de uren na verloop van tijd nog niet zijn opgenomen is er de mogelijkheid het restant op te nemen direct voorafgaande aan pensioneren. Er is geen recht op deze uren bij uitdienst treden.
Verder is er geen recht meer op korter werken op dagbasis als het saldo aan deze atv- uren voor ouderen nihil is geworden. Niet opgenomen uren worden niet uitbetaald.
B.1.b. Uitvoeringsregeling vakantie Artikel 1: Vakantieopbouw en -opname
Werknemers met een volledige dagtaak bouwen 25,5 vakantiedagen (= 194 uur) per jaar op met behoud van salaris. De werknemer heeft recht op vier aaneengesloten weken vakantieopname.
Artikel 2: Aanvragen snipperdagen
Snipperdagen worden in onderling overleg opgenomen en dienen minimaal 3 werkdagen van te voren aangevraagd te worden. Zij zullen als regel niet in perioden van topdrukte worden opgenomen.
Artikel 3: Extra opbouw
Werknemers hebben recht op 1 snipperdag extra vanaf het bereiken van de 45-jarige leeftijd of wanneer zij 10 jaar in dienst zijn; op 3 snipperdagen extra vanaf het bereiken van de 50-jarige leeftijd of wanneer zij 20 jaar in dienst zijn; op 4 snipperdagen extra vanaf het bereiken van de 55-jarige leeftijd of wanneer zij 30 jaar in dienst zijn; op 5 snipperdagen
extra vanaf het bereiken van de 60-jarige leeftijd of wanneer zij 35 jaar in dienst zijn.
Als peildatum voor bovengenoemde regeling geldt 1 juli van het lopende vakantiejaar. (Eén snipperdag = 7,6 uur bij een volledige werkweek van 38 uur).
Artikel 4: Opbouw en beëindiging dienstverband
Werknemers, die hun dienstverband beëindigen, respectievelijk bij wie het dienstverband door de werkgever beëindigd wordt, hebben voor zover zij nog geen vakantie hebben genoten, recht op een vakantie van 194/12 uren voor iedere maand, welke zij na de eerste januari, voorafgaande aan de opzegging in dienst waren, rekening houdend met de bepalingen in artikel 5.
Artikel 5
Het is de werknemer verboden op vakantiedagen of tijdens atv-uren uit artikel 2 van
B.1.a. Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd in loondienst werkzaam te zijn.
Artikel 6: Aanvragen vakantieperiode
De werknemers kunnen middels het invullen van een vakantie-enquêteformulier tijdig hun wensen t.a.v. de vakantieperiode kenbaar maken. De vakantielijst wordt door de werkgever samengesteld, waarbij zoveel mogelijk met de wensen van de werknemer rekening wordt gehouden. Er wordt serieus gekeken naar de aanvragen om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen.
De werknemer ontvangt voor 1 januari een overzicht waarin het verzoek voor de vakantieperiode kan worden opgegeven. Dit dient voor 1 februari te gebeuren bij de leidinggevende. Uiterlijk 15 februari ontvangt de werknemer een bevestiging of verzoek tot wijziging van de periode van de leidinggevende.
Artikel 7: Wijziging tijdvak vakantie
Indien de werkgever wegens gewichtige redenen, na overleg met de werknemer, het vastgestelde tijdvak bedoeld in artikel 6, van de vakantie wijzigt, nadat het is akkoord bevonden door de werkgever, dient de werkgever de schade, welke de werknemer ten gevolge van de wijziging van het tijdvak lijdt, te vergoeden aan de werknemer.
Artikel 8: Verklaring
De werkgever is conform het Burgerlijk Wetboek verplicht op verzoek van de werknemer bij het einde van de dienstbetrekking een verklaring uit te reiken aan de
werknemer, waaruit de duur van de vakantie blijkt, zonder behoud van xxxxxxx, welke de werknemer op dat tijdstip nog toekomt. Het doel hiervan is de werknemer bij de nieuwe werkgever in staat te stellen onbetaald verlof op te kunnen nemen.
Artikel 9: Sparen vakantiedagen
Werknemers kunnen met ingang van hun 50e jaar maximaal 5 vakantiedagen per jaar sparen ten behoeve van de opname direct voorafgaande aan pensioen.
B.1.c. Uitvoeringsregeling Overwerk en meeruren Artikel 1: Overwerk
De volgende percentages zijn van toepassing:
- 33 % voor overuren tot 21.00 uur en van 05.00 uur tot de aanvang van de morgenarbeid.
- 57 % voor overuren vanaf 21.00 uur tot 05.00 uur.
- 90 % voor het werken op zaterdag.
- 138 % voor arbeid op zondagen, alsmede de feestdagen genoemd in de uitvoeringsregeling feestdagen in het algemene
deel van deze cao, indien zij op een zaterdag of een zondag vallen.
- 233 % voor arbeid op feestdagen genoemd in de uitvoeringsregeling feestdagen, indien zij op een doordeweekse dag
vallen.
Overwerkbetaling voor werknemers met een (gemiddelde) volledige dagtaak gaat in na overschrijding van de roostertijd op die dag. Er vindt geen cumulatie plaats van de overwerktoeslag en de roostertoeslagen uit de uitvoeringsregeling roosterdiensten weergegeven in het algemene deel van deze cao. Voor werknemers met een gedeeltelijke dagtaak geldt overwerkbetaling na acht gewerkte uren per dag. Ook voor werknemers met een gedeeltelijke dagtaak geldt dat bij meer dan acht uur per dag werken, geen cumulatie plaatsvindt van de overwerktoeslag en de eventuele roostertoeslag.
De overwerkvergoeding geldt alleen voor de salarisgroepen A t/m C1, omdat de overwerkregeling alleen voor deze groepen van toepassing is.
De vergoeding voor het werken op zaterdag, zondag en feestdagen is alleen van toepassing op werknemers in salarisgroepen A t/m C1. In salarisgroep C2 en hoger wordt geen overwerk betaald. Indien werknemers in salarisgroep C2 of hoger in geval van calamiteiten extra (lang) moeten werken, worden de overuren in de week daaropvolgend gecompenseerd, na akkoord
van de directie.
De overwerkregeling voor de huidige werknemers die op 31 december 2008 waren ingedeeld in de schalen J en K en die na de conversie met ORBA punten zijn ingedeeld in C2 in het voorjaar van 2009, blijft voor die groep van toepassing. Als deze werknemer een andere functie aanvaardt vervalt deze uitzondering.
Overwerk is, met uitzondering van 55-jarigen en ouder, verplicht, doch wordt uitsluitend verricht wanneer het bedrijfsbelang dit vergt, waarbij zo mogelijk rekening wordt gehouden met aantoonbare redenen van verhindering van de betrokken werknemer.
Artikel 2: Meeruren van 55 jarigen en ouder
- Werknemers van 55 jaar en ouder met een gedeeltelijke dagtaak kunnen niet verplicht worden meeruren te verrichten, tenzij het werk in de verdeelafdelingen niet is beëindigd;
- Werknemers van 55 en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken op de genoemde erkende feestdagen in de uitvoeringsregeling feestdagen uit het algemene deel van deze cao.
- Werknemers van 55 en ouder, die akkoord gaan om te werken op genoemde feestdagen kunnen dan wel verplicht worden vroeger te beginnen, net als hun jongere collega’s.
Artikel 3: Extra werk op zaterdag
Extra werk op zaterdag zal zoveel mogelijk worden aangeboden aan parttimers met contracten van 32 uur of minder.
B.1.d. Uitvoeringsregeling Import
De uitvoeringsregeling Import uit het katern Naaldwijk/Bleiswijk is van toepassing op Import in Aalsmeer.
B.1.e. Uitvoeringsregeling 16 naar 18 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof
Indien de werkneemster na de bevalling op de werkplek terugkeert met de bedoeling het dienstverband voort te zetten, mag de termijn van zestien weken zwangerschaps- en bevallingsverlof worden verlengd naar achttien weken. Deze verlenging vervalt indien het dienstverband binnen één jaar na de bevallingsdatum wordt verbroken.
C. 1. Bijlagen
C.1.a. Salarisschalen
Salarisschalen katern Aalsmeer per maand vanaf 1 juli 2010 (schalen 1 januari 2010 + 0,25%) op fulltime basis in euro’s.
Het uurloon is het maandbedrag gedeeld door 164,67.
FULLTIME /
maand
salarisgroep | A | B | C | D | E | F | G | H |
Ervaringsjaar | ||||||||
0 | 1764,74 | 1792,86 | 1805,81 | 1866,20 | 1922,41 | 2017,56 | 2139,59 | 2264,48 |
1 | 1804,30 | 1832,79 | 1846,86 | 1913,07 | 1968,98 | 2071,08 | 2203,13 | 2321,97 |
2 | 1843,87 | 1872,76 | 1887,89 | 1959,91 | 2015,58 | 2124,59 | 2266,65 | 2379,41 |
3 | 1883,42 | 1912,71 | 1928,91 | 2006,76 | 2062,16 | 2178,09 | 2297,54 | 2415,34 |
4 | 1922,96 | 1952,67 | 1969,96 | 2053,59 | 2108,73 | 2204,80 | 2328,48 | 2451,30 |
5 | 1962,52 | 1992,60 | 2010,96 | 2075,32 | 2132,13 | 2232,40 | 2359,38 | 2486,36 |
6 | 1983,43 | 2013,46 | 2030,22 | 2097,06 | 2156,37 | 2259,11 | 2390,28 | 2522,29 |
7 | 2004,33 | 2034,38 | 2050,24 | 2117,93 | 2180,62 | 2285,86 | 2421,20 | 2558,23 |
8 | 2024,34 | 2056,11 | 2069,46 | 2139,64 | 2204,00 | 2313,43 | 2452,12 | 2594,16 |
9 | 2045,27 | 2077,00 | 2089,51 | 2161,37 | 2228,27 | 2340,15 | 2483,01 | 2630,07 |
10 | 2097,87 | 2109,58 | 2182,25 | 2251,62 | 2367,72 | 2513,93 | 2666,03 | |
11 | 2128,78 | 2204,00 | 2275,84 | 2394,48 | 2544,84 | 2701,05 | ||
12 | 2300,09 | 2421,20 | 2576,62 | 2737,00 | ||||
13 | 2772,95 |
De salaristabel heeft vanaf 1-1-2011 geen ervaringsjaren meer, maar alleen een minimum en maximumbedrag. De salarispositie zal worden uitgedrukt in een percentage van het maximum in de schaal. Dit is de zogenaamde Relatieve Salaris Positie (RSP).
In onderstaande tabel zijn de RSP posities weergegeven, uitgedrukt ten opzichte van het maximum van de schaal. Het maximum van de schaal = 100.
RSP schalen
xxx.xx. | A | B | C | D | E | F | G | H |
0 | 86,28% | 85,46% | 84,83% | 84,67% | 83,58% | 83,33% | 83,04% | 81,66% |
1 | 88,22% | 87,36% | 86,76% | 86,80% | 85,60% | 85,54% | 85,50% | 83,74% |
2 | 90,15% | 89,27% | 88,68% | 88,93% | 87,63% | 87,75% | 87,97% | 85,81% |
3 | 92,09% | 91,17% | 90,61% | 91,05% | 89,66% | 89,96% | 89,17% | 87,10% |
4 | 94,02% | 93,08% | 92,54% | 93,18% | 91,68% | 91,06% | 90,37% | 88,40% |
5 | 95,95% | 94,98% | 94,47% | 94,16% | 92,70% | 92,20% | 91,57% | 89,66% |
6 | 96,98% | 95,98% | 95,37% | 95,15% | 93,75% | 93,31% | 92,77% | 90,96% |
7 | 98,00% | 96,97% | 96,31% | 96,10% | 94,81% | 94,41% | 93,97% | 92,26% |
8 | 98,98% | 98,01% | 97,21% | 97,08% | 95,82% | 95,55% | 95,17% | 93,55% |
9 | 100,00% | 99,01% | 98,16% | 98,07% | 96,88% | 96,65% | 96,37% | 94,85% |
10 | 100,00% | 99,10% | 99,01% | 97,89% | 97,79% | 97,57% | 96,14% | |
11 | 100,00% | 100,00% | 98,95% | 98,90% | 98,77% | 97,41% | ||
12 | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 98,70% | ||||
13 | 100,00% |
Het salarismaximum per schaal (en het minimum) per 1 januari 2011 zijn hieronder weergegeven
(1 juli 2010 + 0,75%)
sal.groep | ||||||||
A | B | C | D | E | F | G | H | |
Min | 1778 | 1806 | 1819 | 1880 | 1937 | 2033 | 2156 | 2281 |
Max | 2061 | 2114 | 2145 | 2221 | 2317 | 2439 | 2596 | 2794 |
Salarisschalen uitzendkrachten per 1 juli 2010 Per maand op fulltimebasis
U1 (minimumloon plus 5%) na twee maanden U2 (minimumloon plus 15%)
leeftijd | U1 | U2 |
16 | 512,95 | 561,80 |
17 | 587,29 | 643,22 |
18 | 676,49 | 740,92 |
19 | 780,57 | 854,91 |
20 | 914,38 | 1001,47 |
21 | 1077,93 | 1180,59 |
22 | 1263,78 | 1384,14 |
0 | 1486,80 | 1628,4 |
Xxxxxx 0
Xxxxxxx voor de vestigingen Naaldwijk en Bleiswijk
A.2 Regeling van de arbeidsvoorwaarden
A.2 | Hoofdstuk I | Arbeidsovereenkomst |
A.2 | Hoofdstuk II | Beloning |
A.2 | Hoofdstuk III | Arbeidsongeschiktheid |
B.2 Uitvoeringsregelingen
B.2.a Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd
B.2.b Uitvoeringsregeling koude toeslag
B.2.c Uitvoeringsregeling Import
B.2.d Uitvoeringsregeling beschikbaarheiddienst
C.2 Bijlagen
C.2.a Protocol
C.2.b Salarisschalen
A.2 Regeling van de arbeidsvoorwaarden
A.2 Hoofdstuk I Arbeidsovereenkomst
a. Indien een parttime werknemer 27 weken of langer aaneengesloten structureel zoveel meeruren werkt dat het gemiddelde hoger is dan het verschil per maand tussen de huidige basissalaris-uren groep en de naast hogere basissalaris-uren groep zal FloraHolland, als de werknemer daar om verzoekt, het vaste aantal basissalaris-uren van de werknemer met een groep verhogen.
b. De meeruren die in de maanden april, mei en juni worden gemaakt, blijven bij het bedoelde in lid a buiten beschouwing. Voor de bepaling van de 27 weken termijn wordt, als in de maanden april, mei en juni meerwerk is verricht, de periode voor april en de periode na juni als aaneengesloten gezien.
A.2 Hoofdstuk II Arbeidsongeschiktheid
Parttimers die een vaste begintijd hebben en een variabele eindtijd krijgen bij ziekte de norm uren betaald.
B.2 Uitvoeringsregelingen
B.2.a Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd Artikel 1
Voor oudere werknemers in volledige dienst en tenminste 10 jaar aaneengesloten in dienst kan de in artikel 1 van B.c in het algemene deel genoemde arbeidsduur met behoud van salaris en volgens de door de werkgever te stellen regels als volgt verminderd worden;
- voor 59-jarigen maximaal 1/2 uur per dag
- voor 60-jarigen maximaal 1 uur per dag
- voor 61-jarigen maximaal 1 1/2 uur per dag
- voor 62, 63- en 64 jarigen maximaal 2 uur per dag
De uren worden per geheel gewerkte dag opgebouwd en dienen, naar keuze per dag of geclusterd per week te worden opgenomen. Op een eenmaal gemaakte keuze kan in overleg met de werkgever worden teruggekomen.
Artikel 2
1. Parttimers die een vaste begin- en eindtijd hebben.
Zij ontvangen een vast maandsalaris dat wordt berekend volgens de formule; (gemiddeld) gewerkte uren per week/38 uur, maal het fulltime maandsalaris. Deze werknemer heeft geen ATV dagen.
De berekening van meer- en minderuren vindt per week plaats, de verrekening en uitbetaling volgens het ritme 4-4-5 weken. Uitbetaling van overwerk en roosterdiensttoeslag vindt plaats volgens het ritme 4-4-5 weken.
2. Parttimers die een vaste begintijd hebben en een variabele eindtijd.
Zij ontvangen een vast bedrag per maand (basissalaris) dat, het dichtste ligt bij de werkelijk gemiddeld netto gewerkte uren per maand op jaarbasis. Dit basissalaris wordt in 12 gelijke termijnen betaald. Elke werknemer wordt ingedeeld in een basissalaris-uren groep.
a. Een indeling van de basissalaris-uren groepen ziet er als volgt uit:
Groep 1; Per jaar 300 uur is 25 uur per maand (5,8 uur netto per week)
Groep 2; Per jaar 480 uur is 40 uur per maand (9,2 uur netto per week)
Groep 3; Per jaar 720 uur is 60 uur per maand (13,8 uur netto per week)
Groep 4; Per jaar 960 uur is 80 uur per maand (18,5 uur netto per week)
Groep 5; Per jaar 1140 uur is 95 uur per maand (21,9 uur netto per week)
Groep 6; Per jaar 1320 uur is 110 uur per maand (25,4 uur netto per week)
Groep 7; Per jaar 1500 uur is 125 uur per maand (28,8 uur netto per week)
Groep 8; Per jaar 1800 uur is 150 uur per maand (34,6 uur netto per week)
Fulltime; Per jaar 1976 uur is 164,67 uur per maand (38 uur netto per week)
Het basissalaris van de werknemer is het aantal basissalarisuren maal zijn/haar uurloon.
De oude garantieregelingen zijn vervangen door deze regeling.
b. Het totaal aantal uren dat men in een halfjaar werkt, wordt opgeteld en vergeleken met de reeds uitbetaalde uren. De meetperiode is 1 januari tot 1 juli (week 1 tot en met 26) en 1 juli tot 1 januari (week 27 tot en met 52). Bij het salaris van februari en augustus zal de verrekening plaatsvinden.
c. De meeruren die men in een meetperiode gewerkt heeft, worden uitbetaald. Als de werknemer dat wenst, is het ook mogelijk om de meeruren als extra snipperuren bij het persoonlijke saldo te voegen of te gebruiken voor het bijsparen voor de levensloopregeling.
Indien er minder uren is gewerkt dan de uitbetaalde uren wordt het negatieve saldo doorgeschoven naar de volgende meetperiode om te worden verrekend met toekomstige meeruren. Er worden altijd minimaal 2 uren als werkuren geteld ook als er feitelijk korter gewerkt is op een dag. Bij werknemers die tussen de twee verrekeningperiodes fulltime gaan werken of FloraHolland verlaten, zal verrekening plaatsvinden. Betaling van overwerk en roosterdienst toeslag vindt plaats volgens het ritme 4-4-5 weken.
3. FloraHolland heeft het recht om bij een negatief uren saldo, bovenop de gewerkte uren passende aanvullende werkzaamheden op te dragen. Dit kan ook plaatsvinden ter voorkoming van dat negatieve saldo. De regeling kan er niet toe leiden dat een uur of gedeelte daarvan tweemaal wordt betaald.
B.2.b Uitvoeringsregeling koude toeslag Artikel 1
Onder koude toeslag wordt verstaan de vergoeding die wordt toegekend aan de daartoe aangewezen medewerkers voor het werken onder koude omstandigheden in de koelcel.
Artikel 2
Ter bepaling van de hoogte van de toeslag wordt de gemiddelde verblijfsduur vastgesteld aan de hand van het werkrooster en taakuitvoering. Bij de bepaling van de gemiddelde verblijfsduur wordt zoveel mogelijk uitgegaan van een jaargemiddelde.
Artikel 3
Na de vaststelling van de gemiddelde verblijfsduur wordt een groepsindeling vastgesteld. De groepen zijn als volgt ingedeeld:
gemiddeld 0 tot 6 netto uren per week groep 0; gemiddeld 6 tot 11 netto uren per week groep 1; gemiddeld 11 tot 20 netto uren per week groep 2; gemiddeld 20 tot 30 netto uren per week groep 3; gemiddeld 30 tot 38 netto uren per week groep 4.
Artikel 4
De vergoeding is afhankelijk gesteld van het te verwachten ongemak tijdens de werkzaamheden.
Er worden twee ongemakkencategorieën onderscheiden:
- A -koeling in bedrijf: maandag t/m vrijdag vanaf 15.00 tot 03.30 uur, zaterdag en zondag;
- B -stilstand: maandag t/m vrijdag vanaf 03.30 tot 15.00 uur.
Artikel 5
Groep | Categorie A | Categorie B |
0 | € 0,00 | € 0,00 |
1 | € 9,41 | € 5,88 |
2 | € 17,89 | € 11,18 |
3 | € 27,32 | € 17,07 |
4 | € 35,79 | € 22,38 |
De koude toeslag is, rekening houdend met het gestelde in artikel 3 en artikel 4 vastgesteld. De maandelijkse toeslag bedraagt:
De genoemde bruto bedragen worden maandelijks uitbetaald. Artikel 6
De toeslag wordt doorbetaald bij snipperdagen, ATV-dagen, bij vakanties en bij ziekte, indien de ziekteperiode korter dan een maand heeft geduurd. Als de ziekteperiode langer dan een maand duurt, stopt de uitbetaling van de koude toeslag.
B.2.c Uitvoeringsregeling Import Artikel 1
De uitvoeringsregeling Import geldt voor werknemers van Import, werkzaam op basis van het rooster van de afdeling VBB te Naaldwijk.
Artikel 2: Toepassing
De regeling is van toepassing voor:
a) fulltime werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd;
b) voor de parttime werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd zijn alleen artikel 3, lid 1 en 2 en lid 4, 5 en 6, artikel 5 en artikel 7 van (naar rato) toepassing;
c) voor werknemers met een dienstverband voor bepaalde tijd zijn alleen artikel 3, lid 1en 2 en lid 4, 5 en 6, artikel 5 en artikel 7 van toepassing.
Leidinggevenden met een functie in loonschaal C2 of hoger vallen buiten deze regeling.
Artikel 3: Arbeidsduur en werktijden en vergoeding
1. Arbeidsduur en werktijden zijn conform rooster van de afdeling. De roosters zijn aangepast aan de wisselende werkdruk. De wekelijkse ingeroosterde werktijd zal maximaal 44 uur in maximaal 6 dagen bedragen. Deze roosters bevatten een dag- en een avond/nachtrooster.
2. De vergoeding voor overwerk en onregelmatigheid zijn conform de betreffende uitvoeringsregelingen B.1.e en B.1.f van de CAO.
3. Na opbouw van de tijd-voor tijd buffer zoals bedoeld in artikel 4, heeft elke werknemer, in afwijking van de uitvoeringsregelingen E en F van de CAO, de keuzevrijheid om overuren, overwerktoeslagen en onregelmatigheidstoeslagen te laten uitbetalen of om te zetten in tijd-voor-tijd.
4. Indien een dienst wordt onderbroken, voor minimaal 3 uur, wordt maximaal 2 uur uitbetaald.
5. Indien door onderbroken diensten een werknemer meer dan 240 dagen per jaar naar het werk reist ontvangt de werknemer voor elke extra reisdag een vergoeding van een twintigste deel van de voor hem geldende woon- werkverkeervergoeding.
6. Werknemers ontvangen voor het zich beschikbaar houden voor verschoven diensten een vergoeding conform artikel 7.
Artikel 4: Tijd voor tijd buffer
Het seizoen loopt van week 48 t/m week 17 in het daarop volgende jaar.
Alle werknemers starten in week 48 van ieder seizoen met de opbouw van een buffer tijd-voor-tijd van 80 uur. Deze buffer wordt opgebouwd voor de verrekening van minder gewerkte uren bij te weinig werkaanbod in de aanloop en afloop op het importseizoen (september, oktober, november. resp. mei, juni).
Deze tijd-voor-tijd buffer kan daartoe door FloraHolland worden aangewend.
Is de buffer in week 48 van enig jaar niet (geheel) opgesoupeerd, dan zal - naar keuze van de werknemer - het tegoed worden opgeteld bij het saldo tijd-voor-tijd of worden uitbetaald.
Artikel 5: Binnen het importseizoen
In het importseizoen garandeert FloraHolland dat het aantal ingeroosterde uren ook daadwerkelijk aangeboden wordt. Leegloopuren zijn voor rekening van XxxxxXxxxxxx. Bij te weinig werkaanbod kan vervangend werk worden aangeboden. Het bovengestelde geldt niet voor werknemers die - om wat voor reden dan ook - niet het feitelijk gewerkte rooster van de afdeling (kunnen) volgen.
Artikel 6: Buiten het importseizoen
Buiten het importseizoen worden de werknemers zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld de opgebouwde tijd (verlof, ATV, TVT) op te nemen.
Daarnaast zal, bij onvoldoende werkaanbod, geheel of gedeeltelijk vervangend werk worden aangeboden buiten de Importafdeling, al of niet gecombineerd met deelwerk op de eigen afdeling.
Bij te weinig werkaanbod wordt dan het aantal te weinig gewerkte uren in mindering gebracht op het buffersaldo (zie artikel 4), dan wel door de werknemer op andere wijze in tijd gecompenseerd.
Artikel 7: Vergoeding van beschikbaarheid Import-werknemers
Importwerknemers ontvangen een vergoeding voor het aantal uren dat zij zich binnen de dagspiegel beschikbaar moeten houden voor werk op de afdeling Import.
Deze vergoeding bedraagt € 2,82 bruto per beschikbaarheidsdag.
Deze vergoeding is van toepassing onder de volgende voorwaarden
a. De werknemer dient beschikbaar te zijn voor werkzaamheden in verschoven diensten binnen de dagspiegel volgens onderstaande tabel.
b. Er wordt geen vergoeding gegeven voor dagen dat men wegens ziekte, ATV, TVT, verlofdagen, uitleen afwezig is of in geval er al een beschikbaarheidsdienst (semafoondienst) conform uitvoeringsregeling B.1.h van de CAO wordt gelopen.
Beschikbaarheid dagploeg
Dagspiegel | ||
Maandag | 06.00 uur tot | 20.00 uur |
Dinsdag | 06.00 uur tot | 20.00 uur |
Woensdag | 06.00 uur tot | 20.00 uur |
Donderdag | 06.00 uur tot | 20.00 uur |
Vrijdag | 06.00 uur tot | 17.30 uur |
Zaterdag | 06.00 uur tot | 18.00 uur |
Beschikbaarheid nachtploeg
Dagspiegel
Zondag | 13.00 uur tot | 02.00 uur |
Maandag | 15.00 uur tot | 04.00 uur |
Dinsdag | 15.00 uur tot | 04.00 uur |
Woensdag | 15.00 uur tot | 04.00 uur |
Donderdag | 15.00 uur tot | 04.00 uur |
NB. Voor werknemers van de losploeg, print- & plakploeg en zending volgen geldt 1 uur extra per dienst: dit geldt zowel voor de dagploeg als voor de nachtploeg.
B.2.d Uitvoeringsregeling beschikbaarheiddienst Artikel 1
Onder beschikbaarheiddienst wordt verstaan de omstandigheid dat een werknemer, die daartoe is aangewezen -buiten de voor de werknemer geldende vastgestelde werktijd, beschikbaar moet zijn om op oproep binnen de met de werknemer overeengekomen reactietijd arbeid te verrichten.
Tijdens de beschikbaarheiddienst mag slechts arbeid worden verricht voor zover deze geen uitstel toelaat.
Artikel 2
Wanneer tijdens beschikbaarheiddienst arbeid wordt verricht is, onverminderd de in artikel 3 vermelde compensatie, de uitvoeringsregeling overwerk van toepassing.
Ingeval de werknemer tijdens een beschikbaarheiddienst wordt opgeroepen, wordt per oproep voor de berekening van de overwerkvergoeding uitgegaan van de gewerkte tijd te vermeerderen met de werkelijke reistijd. Voor deze reistijd geldt een maximum vergoeding van één uur.
Artikel 3
1. De beschikbaarheiddienst wordt bij rooster geregeld.
2. De werknemer ontvangt voor de week doorgebracht in beschikbaarheiddienst, een compensatie in tijd voor tijd van 4 uur bij een beschikbaarheiddienst van 7 dagen. Bij een beschikbaarheiddienst korter dan 7 dagen wordt de compensatie naar rato vastgesteld.
Artikel 4
Naast de in artikel 3 genoemde compensatie ontvangt de werknemer welke beschikbaarheiddienst is opgedragen een vergoeding. Met ingang van 1 januari 2010 bedraagt de vergoeding € 0,82 per uur. Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd met hetzelfde % als waarmee de loonschalen zijn verhoogd.
C.2 Bijlagen
C.2.a Protocol
Minuren overeenkomst
• Binnen logistiek zal de vraag naar tijdelijke inzet van medewerkers volledig gecoördineerd worden door de afdeling Flexgroep. Deze afdeling wordt verantwoordelijk voor het aanbieden van aanvullende werkzaamheden aan medewerker met een te groot parttime contract.
• Er is een urentoewijzing volgorde vastgesteld. Hoofdlijnen van de uren toewijzing zijn; 1e de vaste flex-medewerker krijgt eerst de uren. 2e dan de medewerker met een minuren saldo. 3e dan de medewerker met een plusuren saldo en als laatste 4e een uitzendkracht wordt ingezet.
• De medewerker wordt zelf verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de planner van de Flexgroep over zijn/ haar beschikbaarheid voor het maken van aanvullende uren.
• Als de werknemer zich heeft aangemeld bij de Flexgroep om minuren weg te werken, dan geldt het volgende:
• Als FloraHolland binnen 4 weken geen afspraak voor werkzaamheden heeft ingepland, dan zullen de minuren boven de 20 uur worden kwijtgescholden.
• Voorwaarde is dat de werknemer beschikbaar is, op reële tijdstippen waarop er voldoende werkaanbod te verwachten is.
• Bijvoorkeur zijn de werkzaamheden aansluitend aan de werktijden van de werknemer.
• De werkzaamheden kunnen alle voorkomende werkzaamheden betreffen.
• Als de werknemer zich niet bij de Flexgroep heeft aangemeld om minuren weg te werken, worden de minuren boven de 20 ingehouden op het salaris.
Doorstroming van medewerkers
De toename van het aantal minuren op de ene afdeling, kan tot interesse leiden in een functie op een afdeling waar het standaardcontract groter is (bijv een verdeler die bij Afleveren wil werken). FloraHolland zal de doorstroming stimuleren.
Harmonisatietoeslag
Medewerkers die op 31 december 2008 in dienst waren ontvangen een vaste harmonisatietoeslag. De harmonisatietoeslag is niet pensioengevend en wordt niet verhoogd met de CAO verhogingen. De harmonisatietoeslag wordt alleen naar rato aangepast bij contracturen vermindering.
C.2.b Salarisschalen
Salarisschalen vestigingen Bleiswijk en Naaldwijk per maand in euro’s vanaf 1 juli 2010 (1 januari 2010 + 0,25%)
Fulltime op basis van 38 uur, Uurlonen is maand :164,67
Salarisschaal: | 2 | 3 | 4 | 5 |
Xxxxxxxx | ||||
00 | 643,54 | 855,96 | ||
17 | 740,95 | 1003,44 | 1038,08 |
18 | 854,91 | 1182,24 | 1219,12 | 1240,34 |
19 | 1001,48 | 1384,48 | 1428,06 | 1449,28 |
Periodiek 0 | 1628,40 | 1847,09 | 1906,33 | 1971,14 |
1 | 1890,66 | 1953,24 | 2023,67 | |
2 | 1936,49 | 2002,42 | 2076,19 | |
3 | 1978,96 | 2049,37 | 2132,05 | |
4 | 2021,41 | 2097,39 | 2184,56 | |
5 | 2053,81 | 2135,41 | 2230,38 | |
6 | 2090,70 | 2175,63 | 2273,96 | |
7 | 2316,42 | |||
Salarisschaal | 6 | 7 | ||
Minimum | 1747 | 1907 | ||
Maximum | 2496 | 2724 |
Salarisschalen per maand in euro’s vanaf 1-1-2011 (1 juli 2010 + 0,75%):
Salarisschaal Xxxxxxxx 00 | 2 648,37 | 3 862,38 | 4 | 5 |
17 | 746,51 | 1010,97 | 1045,87 | |
18 | 861,32 | 1191,11 | 1228,26 | 1249,64 |
19 | 1008,99 | 1394,86 | 1438,77 | 1460,15 |
Periodiek 0 | 1640,61 | 1860,94 | 1920,63 | 1985,92 |
1 | 1904,84 | 1967,89 | 2038,85 | |
2 | 1951,01 | 2017,44 | 2091,76 | |
3 | 1993,80 | 2064,74 | 2148,04 | |
4 | 2036,57 | 2113,12 | 2200,94 | |
5 | 2069,21 | 2151,43 | 2247,11 | |
6 | 2106,38 | 2191,95 | 2291,01 | |
7 | 2333,79 | |||
Salarisschaal | 6 | 7 |
Minimum | 1760,30 | 1921,10 |
Maximum | 2514,95 | 2744,22 |
De salarissen in de schalen 6 en 7 worden toegekend in een percentage van het maximum schaalbedrag. Dit is de relatieve salarispositie (RSP) De RSP kan variëren van 70 tot 100%, in hele of halve procenten.
Salarisschalen uitzendkrachten 1 juli 2010
U1 (minimum loon plus 5%) na twee maanden U2 (minimum loon plus 15%).
Uitzendschaal
leeftijd | U1 | U2 |
16 | 512,95 | 561,80 |
17 | 587,29 | 643,22 |
18 | 676,49 | 740,92 |
19 | 780,57 | 854,91 |
20 | 914,38 | 1001,47 |
21 | 1077,93 | 1180,59 |
22 | 1263,78 | 1384,14 |
0 | 1486,80 | 1628,4 |
Xxxxxx 0
Xxxxxxx voor vestiging Rijnsburg
B.3 Uitvoeringsregelingen
B.3.a Uitvoeringsregeling vakantietoeslag
B.3.b Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd
B.3.c Uitvoeringsregeling functiegroepen en salaris
B.3.d Uitvoeringsregeling bijzondere beloning
C.3 Bijlagen
C.3.a Protocolafspraken
C.3.b Salarisschalen
B.3 Uitvoeringsregelingen
B.3.a Uitvoeringsregeling vakantietoeslag
Zie voor de vakantietoeslag de Uitvoeringsregeling vakantietoeslag in het algemene deel.
Voor medewerkers die op 31 december 2005 in dienst waren van FloraHolland en vielen onder het katern Rijnsburg geldt onderstaande overgangregeling:
Uitbetaling van het vanaf 1 januari 2006 opgebouwde vakantiegeld in de maand mei van 2006. Uitbetaling van een voorschot op het vakantiegeld voor de maanden mei tot en met december 2006. In mei 2007 uitbetaling van het vakantiegeld over de periode mei 2006 tot en met april 2007. Verrekening van het voorschot vakantiegeld vindt plaats in 8 jaarlijkse termijnen met een inhouding op het vakantiegeld.
B.3.b Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd Arbeidsduur
1. De wekelijkse arbeidstijd van werknemers die in vestiging Rijnsburg werkzaam zijn in de verdeling bedraagt gemiddeld 17,5 uur per week, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. De netto gerealiseerde arbeidsuren worden opgeteld over twee verrekenperiodes. De eerste verrekenperiode betreft januari t/m juni van het kalenderjaar. De tweede verrekenperiode betreft juli t/m december van het kalenderjaar. Bij overschrijding van de geldende gemiddelde arbeidstijd worden de eventuele meeruren uitbetaald tegen 100% van het uurloon. De uitbetaling van de meeruren vindt plaats in juli en januari. Er worden altijd minimaal 2 uren als werkuren geteld ook als er feitelijk korter gewerkt is op een dag.
Als er een minuren probleem ontstaat, zal de oplossing van de minuren- problematiek in de vestiging Naaldwijk ook in Rijnsburg worden toegepast.
Seniorenregeling
2. a. Werknemers van 60 jaar hebben recht op 1 uur arbeidsduurverkorting per week.
Werknemers van 61 jaar hebben recht op 2 uur arbeidsduurverkorting per week.
Werknemers van | 62 jaar hebben recht op | 3 uur |
arbeidsduurverkorting per week. | ||
Werknemers van | 63 jaar hebben recht op | 5 uur |
arbeidsduurverkorting per week. | ||
Werknemers van | 64 jaar hebben recht op | 10 uur |
arbeidsduurverkorting per week. |
b. De arbeidsduurverkorting zal slechts aan het einde van de dagelijkse dienst kunnen worden opgenomen en geschiedt met behoud van het salaris.
c. Deeltijdwerkers ontvangen de arbeidsduurverkorting pro rato.
B.3.c Uitvoeringsregeling functiegroepen en salaris Leeftijdsschaal
De werknemer die de functievolwassen leeftijd van 20 jaar nog niet heeft bereikt, valt onder de leeftijdsschaal en ontvangt het salaris dat met zijn leeftijd overeenkomt.
B.3.d Uitvoeringsregeling bijzondere beloningen
1. Werknemers die deelnemen aan de EHBO-herhalingscursussen buiten werktijd krijgen een compensatie in tijd van 100%.
2. Onderbroken diensten
Bij een onderbroken dienst van meer dan 2 uur wordt een vergoeding toegekend. Deze vergoeding komt neer op een bedrag van € 9,81 bruto per dienst. Bovendien geldt de onregelmatigheids- en/of overwerktoeslagregeling indien er op uren wordt gewerkt die aan de criteria voor de toewijzing van overwerk en/of onregelmatig werken beantwoorden. Wachttijden van < 2 uur worden aangemerkt als reguliere werktijd.
C.3 Bijlagen
C.3.a Protocolafspraken Beveiliging
Indien een medewerker van de bedrijfsbeveiligingsdienst door de groepschef in het bedrijfsbelang wordt gevraagd een andere (lichtere) dienst te lopen, zonder dat er sprake is van een onderlinge ruiling van diensten of overwerk, zal in het geval van gemiste ORT de groepschef bezien of de medewerker op een ander moment een andere (zwaardere) dienst kan lopen ter compensatie. Deze compensatie zal in gezamenlijk overleg plaatsvinden. Indien dat niet mogelijk is, zal de werkgever de medewerker die per saldo ( na verrekening van de lichtere en zwaardere diensten) financieel nadeel ondervindt compenseren door het betalen van de gemiste ORT- toeslag.
De compensatie zal halfjaarlijks achteraf plaatsvinden door middel van een schriftelijk opgave door de groepschef aan het hoofd de bedrijfsbeveiligingsdienst. Deze opgave zal vervolgens door het verantwoordelijke lid van het RMT worden beoordeeld. Na diens goedkeuring zal Het HSC tot betaling overgaan. Wellicht ten overvloede, wordt opgemerkt dat deze aanvullende garantieregeling uitsluitend van
toepassing is op die medewerkers van de afdelingen bedrijfsbeveiliging die op 1 januari 2003 in onregelmatigheidsdiensten werkten en die op die datum voor onbepaalde tijd in dienst van FloraHolland waren.
C.3.b Salarisschalen
Salarisschalen vestiging Rijnsburg per maand vanaf 1 juli 2010 (schalen 1 januari 2010
+ 0,25%)
Fulltime op basis van 38 uur (uurloon is maand delen door 164,67)
SALARISSCHALEN PER 1 Juli 2010
FULLTIME Salarisschaal: | 1 | 2 | 3 | |||
Xxxxxxxx 00 | 964,55 | 1007,67 | 1076,17 | |||
17 | 1157,47 | 1209,24 | 1291,40 | |||
18 | 1350,38 | 1410,76 | 1506,62 | |||
19 | 1639,73 | 1713,06 | 1829,48 | |||
Periodiek | 1 | 2 | 3 | |||
0 | 1929,11 | 2015,37 | 2152,34 | |||
1 | 1971,08 | 2066,66 | 2206,51 | |||
2 | 2011,31 | 2119,68 | 2261,30 | |||
3 | 2051,32 | 2168,05 | 2314,92 | |||
4 | 2090,70 | 2221,10 | 2366,82 | |||
Salarisschaal | 4 | 5 | ||||
Minimum | 1791 | 1950 |
Maximum 2559 2786
Salarisschalen vanaf 1-1-2011 (schalen 1 juli 2010 + 0,75%):
Salarisschaal XXXXXXXX | 0 | 2 | 3 |
16 | 971,78 | 1.015,23 | 1.084,24 |
17 | 1.166,15 | 1.218,31 | 1.301,09 |
18 | 1.360,51 | 1.421,34 | 1.517,92 |
19 | 1.652,03 | 1.725,91 | 1.843,20 |
Periodiek 0 | 1.943,58 | 2.030,49 | 2.168,48 |
1 | 1.985,86 | 2.082,16 | 2.223,06 |
2 | 2.026,39 | 2.135,58 | 2.278,26 |
3 | 2.066,70 | 2.184,31 | 2.332,28 |
4 | 2.106,38 | 2.237,76 | 2.384,57 |
Salarisschaal | 4 | 5 | |
Minimum | 1805 | 1965 | |
Maximum | 2579 | 2807 |
De salarissen in de schalen 4 en 5 worden toegekend in een percentage van het maximum schaalbedrag. Dit is de relatieve salarispositie (RSP) De RSP kan variëren van 70 tot 100%, in hele of halve procenten.
Salarisschalen uitzendkrachten 1 juli 2010
U1 (minimum loon plus 5%) na twee maanden U2 (minimum loon plus 15%).
Uitzendschaal
leeftijd | U1 | U2 |
16 | 512,95 | 561,80 |
17 | 587,29 | 643,22 |
18 | 676,49 | 740,92 |
19 | 780,57 | 854,91 |
20 | 914,38 | 1001,47 |
21 | 1077,93 | 1180,59 |
22 | 1263,78 | 1384,14 |
0 | 1486,80 | 1628,4 |
Xxxxxx 0
Xxxxxxx voor de vestiging Venlo
B.4 Uitvoeringsregelingen
B.4.a Uitvoeringsregeling vakantie
B.4.b Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd
B.4.c Uitvoeringsregeling vakantietoeslag
B.4.d Uitvoeringsregeling feestdagen
C.4 Bijlagen
C.4.a Protocol
C.4.b Salarisschalen
A.4 Regeling van de arbeidsvoorwaarden
B.4 Uitvoeringsregelingen
B.4.a Uitvoeringsregeling vakantie
De werknemer heeft, bij een volledige 38-urige werkweek, per kalenderjaar recht op 197,6 uur (26 dagen) vakantie met behoud van inkomen. Voor de werknemer met een “parttime” dienstverband wordt het aantal vakantie uren naar rato vastgesteld.
Voorbeeld; 24-urige werkweek 197,6 /38*24 = 124,8 uren. (zie verder Uitvoeringsregeling vakantie van het deel Algemeen)
B.4.b Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd
1. a. Werknemers van 63 en 64 jaar worden op hun verzoek in de gelegenheid gesteld om in goed overleg met de werkgever individueel extra vrije tijd op te nemen met behoud van loon en eventuele vaste en/of gegarandeerde toeslagen.
b. Voor werknemers van 63 jaar bedraagt de arbeidstijdverkorting 4 uren per week. Voor werknemers van 64 jaar 8 uren. Voor parttimers gelden deze aantallen naar rato.
c. Indien door arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, dan wel door vakantie niet een volledige werkweek wordt gewerkt, wordt de arbeidstijdverkorting voor die week (weken) naar evenredigheid met de niet gewerkte tijd verminderd. Eventueel teveel opgenomen extra vrije tijd zal worden verrekend.
d. De arbeidstijdverkorting moet worden opgenomen per dag of per
week.
e. Door arbeidstijdverkorting ontstaat geen vermindering van
pensioenaanspraken.
2. Parttimers die een vaste begintijd hebben en een variabele eindtijd.
a. De wekelijkse arbeidstijd van werknemers die in de vestiging Xxxxx werkzaam zijn in de verdeling bedraagt gemiddeld minimaal 12 uur per week, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Zij ontvangen een vast bedrag per maand van 52 uur (basissalaris-uren), dat ligt het dichtste bij de werkelijk gemiddeld netto gewerkte uren per maand op jaarbasis. Dit basissalaris wordt in 12 gelijke termijnen betaald.
Het basissalaris van de werknemer is het aantal basissalaris-uren maal zijn/haar uurloon.
b. Indien een parttime werknemer langer dan 6 maanden aaneengesloten structureel zoveel meeruren werkt dat de werkelijk gewerkte uren op de betreffende werkplek gemiddelde 5 uur per week hoger is dan het de huidige basissalaris-uren, zal FloraHolland, als de werknemer daar om verzoekt, het vaste aantal basissalaris-uren van de werknemer aanpassen.
c. De meeruren die in de maanden april, mei en juni van enig jaar worden gemaakt, blijven bij het bedoelde in lid b buiten beschouwing.
d. Het totaal aantal uren dat men in een halfjaar werkt, wordt opgeteld en vergeleken met de reeds uitbetaalde uren. De meetperiode is 1 januari tot 1 juli (week 1 tot en met 26) en 1 juli tot 1 januari (week 27 tot en met 52).
Bij het salaris van februari en augustus zal de verrekening
plaatsvinden.
e. De meeruren die men in een meetperiode gewerkt heeft, worden uitbetaald. Als de werknemer dat wenst, is het ook mogelijk om de meeruren als extra snipperuren bij het persoonlijke saldo te voegen of te gebruiken voor het bijsparen voor het vroegpensioen.
Indien er minder uren is gewerkt dan de uitbetaalde uren wordt het negatieve saldo doorgeschoven naar de volgende meetperiode om te worden verrekend met toekomstige meeruren. Op maandag tot en met donderdag worden er altijd minimaal 2 uurlonen uitbetaald ook als er feitelijk korter gewerkt is op die dag. Bij werknemers die tussen de twee verrekeningperiodes fulltime gaan werken of FloraHolland verlaten, zal verrekening plaatsvinden. Uitbetaling van overwerk en roosterdienst toeslag vindt plaats volgens het ritme 4-4-5 weken.
3. FloraHolland heeft het recht om bij een negatief uren saldo, bovenop de gewerkte uren, binnen de vestiging, passende aanvullende werkzaamheden op te dragen. Dit kan ook plaatsvinden ter voorkoming van dat negatieve saldo. De regeling kan er niet toe leiden dat een uur of gedeelte daarvan tweemaal wordt betaald.
4. Parttimers die een vaste begin- en eindtijd hebben.
Zij ontvangen een vast maandsalaris dat wordt berekend volgens de formule; (gemiddeld) gewerkte uren per week/38 uur, maal het fulltime maandsalaris. De berekening van meer- en minderuren vindt per week plaats, de verrekening en uitbetaling volgens het ritme 4-4-5 weken. Uitbetaling van overwerk en roosterdiensttoeslag vindt plaats volgens het ritme 4-4-5
weken.
B.4.c Uitvoeringsregeling vakantietoeslag
Zie voor de vakantietoeslag de Uitvoeringsregeling vakantietoeslag in het algemene deel.
Voor medewerkers die op 31 december 2005 in dienst waren van FloraHolland en vielen onder het katern Venlo geldt onderstaande overgangregeling:
Uitbetaling van het vanaf 1 januari 2006 opgebouwde vakantiegeld in de maand mei van 2006. Uitbetaling van een voorschot op het vakantiegeld voor de maanden mei tot en met december 2006. In mei 2007 uitbetaling van het vakantiegeld over de periode
mei 2006 tot en met april 2007. Verrekening van het voorschot vakantiegeld vindt plaats in 8 jaarlijkse termijnen met een inhouding op het vakantiegeld.
B.4.d Uitvoeringsregeling feestdagen
31 december geldt niet als een vrije dag. De werknemers van Xxxxx hebben een extra vakantiedag.
C.4 Bijlagen
C.4.a Protocol
Garantie uitvoeringsregeling vakantie
(art. 1, lid 2 van de Uitvoeringsregeling vakantie in deel Algemeen)
Werknemers die op 31 december 2004 op grond van de voormalige ZON-verlofregeling vanwege leeftijd en diensttijd aanspraak maakten op meerdagen, behouden deze rechten totdat instroom in de reguliere regeling (art. 1, lid 2 van de Uitvoeringsregeling vakantie) plaatsvindt.
C.4.b Salarisschalen
Salarisschalen vestiging Venlo in euro’s per maand vanaf 1 juli 2010 (schalen 1 januari 2010 + 0,25%)
Fulltime op basis van 38 uur, (uurloon is maand delen door :164,67)
Salarisschaal: | Instap | 1 | 2 | 3 |
Xxxxxxxx | ||||
00 | 727,22 | 792,24 | 848,13 | |
17 | 853,09 | 912,93 | 976,64 | |
18 | 1.006,92 | 1.055,95 | 1.127,48 | |
19 | 1.188,72 | 1.234,74 | 1.314,10 | |
Periodiek | ||||
0 | 1.746,54 | 1.805,75 | 1.890,66 | |
1 | 1.783,40 | 1.845,97 | 1.937,61 | |
2 | 1.820,30 | 1.886,20 | 1.984,53 | |
3 | 1.856,05 | 1.925,33 | 2.031,48 | |
4 | 1.891,80 | 1.964,43 | 2.078,41 |
5 | 2.003,53 | 2.125,34 | |||
6 | 2.171,15 | ||||
Salarisschaal | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
Minimum | 1.660 | 1.851 | 2.123 | 2.456 | 2.856 |
Maximum | 2.371 | 2.644 | 3.033 | 3.509 | 4.080 |
Salarisschalen vanaf 1-1-2011 (schalen 1 juli 2010 + 0,75%):
Salarisschaal LEEFTIJD | Instap | 1 | 2 | 3 | ||
16 | 732,67 | 798,18 | 854,49 | |||
17 | 859,49 | 919,78 | 983,96 | |||
18 | 1014,47 | 1063,87 | 1135,94 | |||
19 | 1197,64 | 1244,00 | 1323,96 | |||
Periodiek | ||||||
0 | 1759,64 | 1819,29 | 1904,84 | |||
1 | 1796,78 | 1859,81 | 1952,14 | |||
2 | 1833,95 | 1900,35 | 1999,41 | |||
3 | 1869,97 | 1939,77 | 2046,72 | |||
4 | 1905,99 | 1979,16 | 2094,00 | |||
5 | 2018,56 | 2141,28 | ||||
6 | 2187,43 | |||||
Salarisschaal | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | |
Minimum | 1672 | 1865 | 2139 | 2475 | 2877 | |
Maximum | 2389 | 2663 | 3055 | 3535 | 4111 |
De salarissen in de schalen 4 t/m 8 worden toegekend in een percentage van het maximum schaalbedrag. Dit is de relatieve salarispositie (RSP) De RSP kan variëren van 70 tot 100%, in hele of halve procenten.
Salarisschalen uitzendkrachten 1 juli 2010
U1 (minimum loon plus 5%) na twee maanden U2 (minimum loon plus 15%).
Uitzendschaal
leeftijd | U1 | U2 |
16 | 512,95 | 561,80 |
17 | 587,29 | 643,22 |
18 | 676,49 | 740,92 |
19 780,57 854,91
20 914,38 1001,47
21 1077,93 1180,59
22 1263,78 1384,14
0 1486,80 1628,4
Xxxxxx 0
Xxxxxxx voor vestiging Eelde
B.5 Uitvoeringsregelingen
B.5.a Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd
B.5.b Uitvoeringsregeling vakantietoeslag
C.5 Bijlagen
C.5.a Protocol
C.5.b Salarisschalen
B.5 Uitvoeringsregelingen
B.5.a Uitvoeringsregeling arbeidsduur en werktijd
1. Parttimers die een vaste begintijd hebben en een variabele eindtijd.
a. De wekelijkse arbeidstijd van medewerkers die in het veilcentrum Eelde werkzaam zijn in de verdeling bedraagt gemiddeld 10,5 uur per week, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
Zij ontvangen een vast bedrag per maand (basissalaris) dat, het dichtste ligt bij de werkelijk gemiddeld netto gewerkte uren per maand op jaarbasis. Dit basissalaris wordt in 12 gelijke termijnen betaald. Het basissalaris van de werknemer is het aantal basissalarisuren maal zijn/haar uurloon.
b. Indien een parttime werknemer langer dan 6 maanden aaneengesloten structureel zoveel meeruren werkt dat de werkelijk gewerkte uren op de betreffende werkplek gemiddelde 5 uur per week hoger is dan het de huidige basissalaris-uren, zal FloraHolland, als de werknemer daar om verzoekt, het vaste aantal basissalaris-uren van de werknemer aanpassen.
c. De meeruren die in de maanden april, mei en juni van enig jaar worden gemaakt, blijven bij het bedoelde in lid 2b buiten beschouwing.
d. Het totaal aantal uren dat men in een halfjaar werkt, wordt opgeteld en vergeleken met de reeds uitbetaalde uren. De meetperiode is 1 januari tot 1 juli (week 1 tot en met 26) en 1 juli tot 1 januari (week 27 tot en met 52).
Bij het salaris van februari en augustus zal de verrekening
plaatsvinden.
e. De meeruren die men in een meetperiode gewerkt heeft, worden op verzoek van de werknemer uitbetaald. Als de werknemer dat wenst, is het ook mogelijk om de meeruren als extra snipperuren bij het persoonlijke saldo te voegen of te gebruiken voor het bijsparen voor de levensloopregeling.
Indien er minder uren is gewerkt dan de uitbetaalde uren wordt het negatieve saldo doorgeschoven naar de volgende meetperiode om te worden verrekend met toekomstige meeruren. Bij werknemers die tussen de twee verrekeningperiodes fulltime gaan werken of FloraHolland verlaten, zal verrekening plaatsvinden. Uitbetaling van overwerk en roosterdienst toeslag vindt plaats volgens het ritme 4-4-5 weken
2. FloraHolland heeft het recht om bij een negatief uren saldo, bovenop de gewerkte uren passende aanvullende werkzaamheden op te dragen. Dit kan ook plaatsvinden ter voorkoming van dat negatieve saldo. De regeling kan er niet toe leiden dat een uur of gedeelte daarvan tweemaal wordt betaald.
3. Parttimers die een vaste begin- en eindtijd hebben.
Zij ontvangen een vast maandsalaris dat wordt berekend volgens de formule; (gemiddeld) gewerkte uren per week/38 uur, maal het fulltime maandsalaris. Deze werknemer heeft geen ATV dagen.
De berekening van meer- en minderuren vindt per week plaats, de verrekening en uitbetaling volgens het ritme 4-4-5 weken.
Uitbetaling van overwerk en roosterdiensttoeslag vindt plaats volgens het ritme 4-4-5 weken.
4. Seniorenregeling
In het kader van een arbeidstijdverkorting kan een oudere werknemer, mits hij in volledige dienst en volledig arbeidsgeschikt is en tenminste 10 jaar werkzaam is bij werkgever, met behoud van loon, gebruik maken van de volgende mogelijkheid:
60 jaar 1 uur arbeidsduurverkorting per week 61 jaar 2 uur arbeidsduurverkorting per week 62 jaar 3 uur arbeidsduurverkorting per week 63 jaar 5 uur arbeidsduurverkorting per week 64 jaar 10 uur arbeidsduurverkorting per week
Het is de werknemer verboden deze uren bij derden in loondienst te zijn.
B.5.b Uitvoeringsregeling vakantietoeslag
Zie voor de vakantietoeslag de Uitvoeringsregeling vakantietoeslag in het algemene deel.
Voor medewerkers die op 31 december 2005 in dienst waren van FloraHolland en vielen onder het katern Eelde geldt onderstaande overgangregeling:
Uitbetaling van het vanaf 1 januari 2006 opgebouwde vakantiegeld in de maand mei van 2006. Uitbetaling van een voorschot op het vakantiegeld voor de maanden mei tot en met december 2006. In mei 2007 uitbetaling van het vakantiegeld over de periode mei 2006 tot en met april 2007. Verrekening van het voorschot vakantiegeld vindt plaats in 8 jaarlijkse termijnen met een inhouding op het vakantiegeld.
C.5 Bijlagen
C. 5.a Protocol Harmonisatietoeslag
Medewerkers die op 31 december 2008 in dienst waren ontvangen een vaste harmonisatietoeslag. De harmonisatietoeslag is niet pensioengevend en wordt niet verhoogd met de CAO verhogingen. De harmonisatietoeslag wordt alleen naar rato aangepast bij contracturen vermindering.
C.5.b Salarisschalen
Salarisschalen vestiging Eelde in euro’s per maand vanaf 1 juli 2010 (schalen 1 januari 2010 + 0,25%)
Fulltime op basis van 38 uur, (uurloon is maand delen door :164,67)
Salarisschaal: | 1 | 2 | 3 | 4 |
Xxxxxxxx | ||||
00 | 552,38 | 769,74 | 795,13 | 812,86 |
17 | 636,32 | 888,19 | 920,34 | 937,91 |
18 | 734,23 | 1.040,45 | 1.074,28 | 1.098,71 |
19 | 860,08 | 1.226,53 | 1.265,46 | 1.295,23 |
Periodiek | ||||
0 | 1.398,50 | 1.691,79 | 1.730,69 | 1.786,50 |
1 | 1.610,60 | 1.733,38 | 1.773,55 | 1.836,06 |
2 | 1.679,93 | 1.775,02 | 1.816,39 | 1.885,59 |
3 | 1.742,52 | 1.816,62 | 1.859,27 | 1.935,17 |
4 | 1.858,24 | 1.902,13 | 1.984,70 | |
5 | 1.899,85 | 1.944,99 | 2.034,24 | |
6 | 1.987,83 | 2.083,80 | ||
7 | 2.133,32 | |||
Salarisschaal | 5 | 6 | ||
Minimum | 1.647 | 1.886 | ||
Maximum | 2.353 | 2.694 | ||
Salarisschalen vanaf 1-1-2011 (schalen 1 juli 2010 + 0,75%): | ||||
Salarisschaal | 1 | 2 | 3 | 4 |
Xxxxxxxx | ||||
00 | 556,52 | 775,51 | 801,09 | 818,96 |
17 | 641,09 | 894,85 | 927,24 | 944,94 |
18 | 739,74 | 1048,25 | 1082,34 | 1106,95 |
19 | 866,53 | 1235,73 | 1274,95 | 1304,94 |
Periodiek | ||||
0 | 1408,99 | 1704,48 | 1743,67 | 1799,90 |
1 | 1622,68 | 1746,38 | 1786,85 | 1849,83 |
2 | 1692,53 | 1788,33 | 1830,01 | 1899,73 |
3 | 1755,59 | 1830,24 | 1873,21 | 1949,68 |
4 | 1872,18 | 1916,40 | 1999,59 | |
5 | 1914,10 | 1959,58 | 2049,50 | |
6 | 2002,74 | 2099,43 | ||
7 | 2149,32 |
Salarisschaal 5 6
Minimum | 1659 | 1900 |
Maximum | 2371 | 2714 |
De salarissen in de schalen 5 en 6 worden toegekend in een percentage van het maximum schaalbedrag. Dit is de relatieve salarispositie (RSP) De RSP kan variëren van 70 tot 100%, in hele of halve procenten.
Salarisschalen uitzendkrachten 1 juli 2010
U1 (minimum loon plus 5%) na twee maanden U2 (minimum loon plus 15%).
Uitzendschaal
leeftijd | U1 | U2 |
16 | 512,95 | 561,80 |
17 | 587,29 | 643,22 |
18 | 676,49 | 740,92 |
19 | 780,57 | 854,91 |
20 | 914,38 | 1001,47 |
21 | 1077,93 | 1180,59 |
22 | 1263,78 | 1384,14 |
0 | 1486,80 | 1628,4 |