AMS 2023
Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten
AMS 2023
Inleiding
De NVZ en de LAD/ de Federatie hebben in juni 2023 een principeakkoord geslo- ten ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden voor medisch specialisten van 2022 en verder. De daarin overeengekomen voorwaarden zijn toentertijd in werking getreden zonder dat de AMS 2021 is aangepast. Vervolgens zijn partijen vanaf ok- tober 2023 met elkaar in gesprek gegaan over de arbeidsvoorwaarden 2023 en verder. Op 26 januari 2024 hebben partijen een onderhandelaarsakkoord bereikt.
Zowel het principeakkoord van 2023 als het onderhandelaarsakkoord van 2024 zijn hier opgenomen.
Principeakkoord juni 2023
Principeakkoord Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten 2022 van de NVZ, de LAD en de Federatie Medisch Specialisten 20 juni 2023
Gezond en Veilig Werken blijft de norm
In de AMS 2021 hebben AMS-partijen de visie uitgedragen dat Gezond en Veilig Werken de norm is. Deze visie is onveranderd gebleven. Wanneer medisch speci- alisten gezond en veilig werken, wordt een belangrijke randvoorwaarde gecreëerd voor duurzame inzetbaarheid en optimaal functioneren.
De raad van bestuur (verder: bestuur), Vereniging Medisch Specialisten in Dienst- verband (hierna: VMSD), de Organisatorische Eenheden (hierna: OE’s) en de indivi- duele medisch specialisten dragen ieder verantwoordelijkheid in het realiseren van Gezond en Veilig Werken. Samen moeten zij dit onderwerp bespreekbaar maken, concretiseren en de noodzakelijke afspraken hierover vastleggen.
Dit vraagt om goede basisafspraken in de AMS en een cultuur waarin Xxxxxx en Veilig Werken wordt gezien als onmisbare randvoorwaarde voor het leveren van kwalitatieve en patiëntveilige zorg.
Shared governance/gelijkgerichtheid, transparantie en naleving zijn noodzakelijke randvoorwaarden
Voor de AMS-partijen zijn shared governance/gelijkgerichtheid, transparantie en naleving noodzakelijke randvoorwaarden om te komen tot optimale zorgverlening in een gezond en veilig werkklimaat.
Het is noodzakelijk dat medisch specialisten en bestuur op basis van gelijkwaar- digheid tot partnerschap komen om op duurzame wijze hoogwaardige medisch specialistische zorg te kunnen leveren.
Transparantie
Om tot een goede shared governance/gelijkgerichtheid te komen, is het van be- lang dat medisch specialisten en bestuur over en weer transparant zijn naar elkaar. Dat geeft partijen inzage en begrip van elkaars visie. Zo is er openheid over bij- voorbeeld geactualiseerde roosters en werkbelasting en zijn medisch specialisten en bestuur gezamenlijk betrokken bij kwaliteitsbeleid, Gezond en Veilig Werken, arbeidsvoorwaarden, overleg met zorgverzekeraars en relevante beleidszaken. Ze betrekken elkaar in dit kader tijdig bij ontwikkelingen.
Om Gezond en Veilig Werken een impuls te geven zullen AMS-partijen nauw sa- menwerken via een gezamenlijke campagne. In deze campagne wordt onder meer samengewerkt aan het vergroten van kennis en bewustwording en het aanbieden van het gezamenlijke stappenplan Gezond en Veilig Werken en handreikingen om formatie, roostering, productie en omstandigheden zodanig in te richten en op el- kaar af te stemmen dat de medisch specialist in elke levensfase gezond kan werken en kwalitatieve en patiëntveilige zorg kan blijven leveren. Naleving van de AMS af- spraken maakt hiervan expliciet onderdeel uit en dat dragen de AMS- partijen uit.
Gemaakte afspraken
1. Loon/thuiswerkvergoeding
· Met terugwerkende kracht een eenmalige uitkering van € 250,- op basis van een fulltime dienstverband voor medisch specialisten die op 1 december 2021 in dienst waren bij een instelling die de AMS toepast.
· Met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 een structurele loonsverhoging van 2%.
· De invoering van een thuiswerkvergoeding van € 2,- per thuiswerkdag met ingang van 1 juli 2022.
2. Waarneming
a. Meerdere zieken binnen een vakgroep, frequent ziekteverzuim en verhoging waarneemvergoeding
In de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten 2021 zijn afspraken ge- maakt over waarneming bij afwezigheid langer dan een maand en bij voorzienbare afwezigheid langer dan een maand. In aanvulling daarop maken partijen in de AMS nadere afspraken rondom meerdere zieken en frequent ziekteverzuim. Daarnaast verhogen de AMS-partijen de waarneemvergoeding, zoals opgenomen in artikel
8.3.8 lid 2 met 5%.
Artikel 8.3.8, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Indien de afwezigheid langer dan een maand duurt of indien er sprake is van voor- zienbare afwezigheid langer dan een maand worden door het bestuur maatrege- len getroffen. Organisatorische eenheid en bestuur treden met elkaar in overleg over de te nemen maatregelen. Dit overleg vindt plaats zodra waarneming na een maand niet is geregeld of zoveel eerder als duidelijk is dat waarneming na een maand niet geregeld zal zijn.
Indien sprake is van frequent ziekteverzuim dan wel twee of meer afwezige me- disch specialisten binnen de organisatorische eenheid, dan is de in dit lid genoem- de termijn van een maand niet van toepassing maar zal direct het overleg met of namens het bestuur plaatsvinden zodat uiterlijk 3 weken daarna maatregelen wor- den getroffen.
Van frequent ziekteverzuim is sprake als een medisch specialist regelmatig zijn eigen werkzaamheden niet kan verrichten als gevolg van ziekte en/of arbeidson- geschiktheid en dit leidt tot extra werk of werkdruk binnen een organisatorische eenheid.
Mogelijke (combinaties van) maatregelen zijn:
• tijdelijk verminderen van de productie en- of overige werkzaamheden;
• tijdelijk uitbreiden van de formatie met een of meer waarnemer(s);
• tijdelijk uitbesteden van de productie;
• tijdelijk overnemen van de werkzaamheden door en met instemming van de individuele leden van de organisatorische eenheid tegen een waarneemver- goeding ter hoogte van het aantal uren maal 105% van het uursalaris van de waarnemend medisch specialist.
Doel van de waarneemverhoging is de waarneming door de medisch specialisten zoveel als mogelijk te voorkomen, waarmee de werkdruk van de medisch speci- alisten in de organisatorische eenheid niet verder toeneemt. Zo snel als mogelijk hebben medisch specialisten en het bestuur een gesprek om alternatieve maatre- gelen in te zetten.
De AMS-partijen zijn overeengekomen dat er een onderzoek plaatsvindt of de over- eengekomen extra prikkel van 5% bij de waarneemvergoeding de druk bij het be- stuur verhoogt om eerder een vervanger te regelen of om andere alternatieve maat- regelen in te zetten. Een evaluatiemoment wordt ingepland voor 31 december 2024.
b. Naleving
Partijen vinden het van belang dat de waarneemregeling wordt nageleefd. Op de websites van partijen wordt een gezamenlijke toelichting rondom de waarneemre- geling opgenomen en worden best practices gedeeld. De regeling moet overeen- komstig het doel van partijen worden nageleefd.
Daarnaast wordt in het ROA (Regulier Overleg AMS) een plan gemaakt om geza- menlijk de naleving van de waarneemregeling te bevorderen. Middelen die partijen onder andere willen inzetten zijn:
Een gezamenlijke campagne voor alle medisch specialisten in dienstverband en het bestuur;
Een gezamenlijke jaarlijkse AMS-enquête onder alle medisch specialisten in dienst- verband en het bestuur;
Een gezamenlijk bezoek door NVZ/ LAD/ FMS bij knelpunten aan de vakgroep, het bestuur en HR-afdelingen, indien advisering door partijen van de eigen achterban niet heeft geleid tot het oplossen van een knelpunt. Doel is om vanuit de geza- menlijkheid van NVZ/LAD/FMS de vakgroepen en het bestuur te informeren zodat zij zelf naar een oplossing kunnen bewegen.
Het actieplan wordt ultimo december 2023 ter besluitvorming aan de besturen voorgelegd (zie hiervoor tevens de afspraken rondom: Campagne “Gezond en Veilig Werken is de norm” en “Naleving”).
c. Naleving afbouwregeling
Partijen vinden het van belang dat de afbouwregeling nachtdiensten wordt na- geleefd. Op de websites van partijen wordt een gezamenlijke toelichting rondom de afbouwregeling nachtdiensten opgenomen en worden best practices gedeeld, waardoor de regeling overeenkomstig het doel van partijen wordt nageleefd.
Daarnaast wordt in het ROA een plan gemaakt om gezamenlijk de naleving van de afbouwregeling nachtdiensten te bevorderen.
Middelen die partijen onder meer willen inzetten zijn:
Een gezamenlijke campagne voor medisch specialisten in dienstverband en het bestuur;
Een gezamenlijke jaarlijkse AMS-enquête onder alle medisch specialisten in dienst- verband en het bestuur. Daarbij zal op alle elementen van de regeling worden uit- gevraagd. De uitkomst van de enquête moet ertoe leiden dat inzichtelijk wordt hoe de regeling in de verschillende instellingen en vakgroepen functioneert en beeld ontstaat of de regeling moet worden verduidelijkt. Daarmee wordt onder andere gelet op factoren zoals de omvang, geografische ligging en dienstintensiteit;
Een gezamenlijk bezoek door de NVZ/LAD/FMS aan de vakgroep, het bestuur en HR-afdelingen om vanuit de gezamenlijkheid van de NVZ/LAD/FMS vakgroepen en het bestuur te informeren zodat zij zelf naar een oplossing kunnen bewegen.
Het plan wordt ultimo december 2023 ter besluitvorming aan de besturen voor- gelegd. Zie hiervoor tevens de afspraken rondom: Campagne “Gezond en Veilig Werken is de norm” en “Naleving”.
d. Verhogen frequentie- en roostertoeslag
AMS-partijen zijn overeengekomen om per 1 januari 2023 de frequentietoeslagen en de roostertoeslagen (met terugwerkende kracht) met 0,5% te verhogen (het percentage van 0% blijft 0%).
Dit betekent het volgende voor de frequentie- en roostertoeslag: Frequentietoeslag: Roostertoeslag:
2% --> 2,5% 10,5% --> 11%
4% --> 4,5% 21% --> 21,5%
6% --> 6,5%
De artikelen 3.3.2 lid 5 en 3.3.3 lid 2 van de AMS worden hierop aangepast.
e. Betrokkenheid en facilitering VMSD
Faciliteren VMSD
Partijen hechten waarde aan de VMSD’s en het adequaat faciliteren daarvan.
Om die reden zijn partijen overeengekomen om de onderstaande tekst toe te voe- gen aan art. 8.2.3 lid 4 en nieuw lid 5:
Het bestuur faciliteert het bestuur van de VMSD voor de uitvoering van haar taken. Hieronder wordt verstaan dat het bestuur, in overleg met de VMSD, naar redelijk- heid en billijkheid faciliteiten, waaronder tijd en (financiële) middelen, beschikbaar stelt aan het bestuur van de VMSD om haar werkzaamheden te verrichten. Dit zal worden gefinancierd vanuit de algemene middelen en komt niet ten laste van het budget organisatorische eenheid (BOE). Bij het ontbreken van een VMSD worden de faciliteiten toegekend aan (het bestuur van) de onderscheiden groep van me- disch specialisten in dienstverband, die de rol van de VMSD vervult.
De facilitering moet dusdanig van omvang zijn dat op een volwaardige manier in- vulling kan worden gegeven aan de afspraak om te komen tot shared governance en gelijkgerichtheid.
Hierbij wordt – naast het beschikbaar stellen van uren aan het bestuur van de VMSD - onder meer gedacht aan:
• Minimaal secretariële ondersteuning ten behoeve van agendabeheer
VMSD-bestuurders en voorbereiden, organiseren en notuleren van VMSD-be- stuursvergaderingen en ledenvergaderingen;
• Beschikbaarstelling van zaal ten behoeve van VMSD-bestuursvergaderingen en ledenvergaderingen;
• Jaarlijks apart opleidingsbudget voor VMSD-bestuursleden (niet vanuit indivi- dueel opleidingsbudget of BOE);
• Beleidsadvies, waar de het bestuur in redelijkheid in mee zal gaan. Afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
Er worden tussen de VMSD en het bestuur eenmaal per jaar schriftelijk afspraken gemaakt over de facilitering van de VMSD en het aantal uur dat beschikbaar wordt gesteld aan de VMSD om haar werkzaamheden uit te kunnen voeren. Daarbij wordt rekening gehouden met het minimum aantal uren dat nodig is.
Criteria die meegenomen moeten worden om het minimum aantal uren te bepa- len zijn:
• De interne governance van de instelling;
• De vergaderstructuur van het bestuur;
• De verhouding met het MSB;
• De omvang van het aantal specialisten in loondienst voor zover dat van in- vloed is.
Na een jaar worden de afspraken geëvalueerd door het bestuur en VMSD. De eva- luatie wordt meegenomen bij het vaststellen van de afspraken voor het volgende jaar. Het nalopen van criteria kan in geen geval leiden tot een nihil aantal uren.
Indien de LAD/FMS signalen ontvangen dat VMSD’s onvoldoende zouden worden gefaciliteerd, wordt door de NVZ/LAD/FMS overlegd om gezamenlijk de instelling te bezoeken om de VMSD’s en het bestuur te informeren zodat zij zelf naar een oplossing kunnen bewegen.
f. Campagne Gezond en Veilig Werken is de norm en Naleving
AMS partijen zullen ultimo 2023 starten met een gezamenlijke campagne over Gezond en Veilig Werken en naleving, die zich in elk geval richt op onderstaande stakeholders.
• VMSD-bestuurders
• Medisch specialisten
• Raden van bestuur
• HR-afdelingen
De invulling van de campagne zal in ROA-verband nader worden uitgewerkt. In die campagne zal tevens worden meegenomen hoe aan het thema “Naleving” de gewenste impuls kan worden gegeven waarbij onder andere wordt gedoeld op de afspraken uit de AMS inzake de waarneemregeling en de afbouwregeling nacht- diensten.
De werking van afspraken wordt kwalitatief gemonitord en er zal een gezamenlijke AMS-enquête worden uitgezet. Tenslotte is er het gezamenlijk streven om jaarlijks een aantal ziekenhuizen te bezoeken.
De invulling van de campagne wordt ultimo december 2023 ter besluitvorming aan de besturen voorgelegd.
g. Positie statuut
Partijen agenderen de positie van het statuut in het ROA.
Dit Principeakkoord is overeengekomen op 20 juni 2023 door:
Xxxxxx Xxxxxxxxx, bestuurslid NVZ
Xxxxxxx Xxxxx, voorzitter LAD
Xxxxx Xxxxxxx, bestuurslid Federatie Medisch Specialisten
Onderhandelaarsakkoord januari 2024
Onderhandelaarsakkoord Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) 2023 van de NVZ, LAD en de Federatie Medisch Specialisten 26 januari 2024
Inleiding
Goede zorg doen we samen. Het is noodzakelijk dat medisch specialisten en Raad van Bestuur op basis van gelijkwaardigheid tot partnerschap komen om op duur- zame wijze hoogwaardige medisch specialistische zorg te kunnen blijven leveren.
AMS-partijen blijven als uitgangspunt hanteren dat gezond en veilig werken de norm is. Duurzame inzetbaarheid en optimaal functioneren lukt niet zonder goede randvoorwaarden. AMS-partijen vinden duurzame inzetbaarheid een belangrijk thema. Daarom maken AMS-partijen in dit onderhandelaarsakkoord aanvullende afspraken, waarbij AMS-partijen voortborduren op de reeds gemaakte afspraken in de AMS. Daarnaast zal er komende maanden nog intensief invulling gegeven wor- den aan de gemaakte afspraken uit het principeakkoord 2022.
1. Salaris Salarismutatie
• Per 1 februari 2023 een structurele salarisverhoging van 5% (terugwerkende
kracht);
• Per 1 december 2023 een structurele salarisverhoging van 5% met een maxi- mum van € 300 bruto per maand (terugwerkende kracht);
• Per 1 juni 2024 een structurele salarisverhoging van 2% plus € 180 bruto per maand.
Achtergrond en procesafspraak artikel 1.2. lid 3 en 4 AMS
Achtergrond
AMS-partijen hebben meerdere malen gesproken over de interpretatie van artikel
1.2 lid 3 en 4 AMS. Partijen verschillen van inzicht over de wijze waarop een aantal daarin gehanteerde begrippen moet worden uitgelegd als het gaat om de door- vertaling van de Cao-afspraken naar de AMS. Een eenduidige uitleg is van belang. Om ten aanzien van de interpretatie van dit artikel in de toekomst duidelijkheid te verkrijgen spreken partijen het volgende af:
Procesafspraak
AMS-partijen gaan gedurende de looptijd van deze AMS (2023 en verder) met el- kaar in gesprek om artikel 1.2. lid 3 en 4 AMS te verduidelijken, met de bedoeling om vóór het aflopen van deze AMS tot een gezamenlijke verduidelijking van de tekst te komen.
Hardheidsclausule koopkracht 2024
AMS-partijen zijn overeengekomen dat in de AMS de volgende hardheidsclausule wordt opgenomen:
Indien het percentage koopkracht voor werkenden in 2024 (mediaan 2024, Macro Economische Verkenningen zoals gepubliceerd door het CPB in het najaar van 2024), van de afgesproken salarisverhoging over het jaar 2024 significant afwijkt, treden AMS-partijen met elkaar in overleg als een van de partijen daartoe een ver- zoek doet én indien de werkgever- en werknemersverenigingen van de Cao Zie- kenhuizen hierover ook met elkaar in overleg zijn getreden.
2. Duurzame inzetbaarheid
Introductie meerkeuze systeem arbeidsvoorwaarden
AMS-partijen vinden duurzame inzetbaarheid van medisch specialisten belangrijk. Een goede werk/privébalans en levensfasebeleid zijn daarvoor belangrijke rand- voorwaarden. Om de medisch specialisten in het kader van duurzame inzetbaar- heid meer eigen regie te bieden, komen AMS-partijen een ‘Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden’ (verder: MKSA) overeen. Dit systeem bestaat uit twee onder- delen die niet los van elkaar gezien kunnen worden.
1. Een ‘persoonlijk keuzebudget’ (verder: PKB) bestaande uit tijd en geld;
2. Het goede gesprek.
Ad 1 PKB
De systematiek van het PKB wordt in het ROA verder uitgewerkt, waarna invoering plaats vindt.
Achtergrond: iedere medisch specialist in loondienst heeft een PKB bestaande uit 2 bronnen, welke tevens doelen kunnen zijn, te weten tijd en geld.
Tijd: Vijf bovenwettelijke vakantiedagen (op basis van een fulltime dienstverband). Ieder jaar kan de medisch specialist kiezen of hij zijn bovenwettelijke vakantieda- gen (tot een maximum van 5) wil omzetten in geld.
Geld: vakantietoeslag (8%).
Op grond van de AMS wordt de vakantietoeslag (achteraf) uitbetaald in de maand mei. Door de vakantietoeslag onderdeel te laten uitmaken van het PKB ontstaat automatisch de mogelijkheid om de vakantietoeslag maandelijks uit te laten keren. De keuze om de uitkering maandelijks te ontvangen is in beginsel eenmalig.
Als de medisch specialist geen keuze maakt, verandert er niets ten opzichte van de huidige situatie.
Kostenneutraal
Uitgangspunt voor deze AMS periode is dat het PKB voor zowel de werkgever als voor de werknemer zoveel als mogelijk kostenneutraal uitwerkt.
Ad 2 Het goede gesprek
Naast het PKB is ‘het goede gesprek’ een belangrijk onderdeel van het MKSA. Dit is het gesprek tussen de medisch specialisten binnen een organisatorische eenheid , en tussen de medisch specialist en (vertegenwoordiging van) de Raad van Bestuur.
Indien daarvoor middelen of afspraken over productie nodig zijn, dan wordt een gesprek met de Raad van Bestuur aangegaan. Het doel van ‘het goede gesprek’ is om vroegtijdig met elkaar te bespreken welke behoefte de individuele medisch specialist heeft ten aanzien van duurzame inzetbaarheid/werk- en privébalans.
Deze behoeften worden geïnventariseerd en besproken, voorafgaand aan het vaststellen van de productieafspraken van het komende jaar.
Te bespreken onderwerp in het kader van duurzame inzetbaarheid/werk- en pri- vébalans in relatie tot het MKSA is de vraag of de medisch specialist de behoefte heeft aan het maken van afspraken over onderstaande typen van verlof en zo ja, wanneer.
Diverse typen verlof, zoals
· Sabbatical
· Mantelzorgverlof
· Ouderschapsverlof
· een 80-80-100-regeling in de vijf jaar voorafgaand aan de AOW (80 werken tegen 80% loon en 100% pensioen opbouw)
· Afbouw nachtdiensten conform artikel 3.3.4.
De wens om van bovenstaande arbeidsvoorwaarden gebruik te maken moet mi- nimaal een half jaar van tevoren bij de (vertegenwoordiging van) de Raad van Be- stuur en binnen de organisatorische eenheid aangekondigd worden.
Inzage roosters
Medisch specialisten zorgen dat hun rooster systematiek transparant en zichtbaar is voor de Raad van Bestuur zodat het goede gesprek kan worden gevoerd.
Op het niveau van de organisatorische eenheid wordt besproken wat dit betekent voor de continuïteit van zorg, waarbij beide partijen zich maximaal inspannen om invulling te kunnen geven aan de wens tot verlof. Hierbij wordt verwezen naar de tekst “waarneming” in de AMS en ook de tekst behorende bij de afspraak in het Principeakkoord van “juni 2023.”
Rouwverlof
AMS-partijen zijn overeengekomen dat in de AMS het volgende wordt opgeno- men:
“Bij overlijden van:
· -De relatiepartner/echtgenoot
· -Kind
van de medisch specialist kan de medisch specialist 3 dagen (27 uur) betaald rouwverlof opnemen naar rato van het dienstverband. De medisch specialist neemt dit verlof in principe op aansluitend aan de begrafenis of crematie. In over- leg kunnen de medisch specialist en de werkgever overeenkomen dat de medisch specialist – in het kader van rouwverwerking – het (resterend) rouwverlof op een later moment opneemt.”
Bij- en nascholing
AMS-partijen komen overeen dat aan artikel 4.5 tweede lid van de AMS wordt toe- gevoegd dat scholingstijd die valt op een niet werkdag voor parttime medisch spe- cialisten wordt meegeteld als werktijd.
1. Overige afspraken
Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering
Werkgevers bieden voor medisch specialisten een collectieve aanvullende arbeids- ongeschiktheidsverzekering aan (inclusief inloopregeling). Deelname voor me- disch specialisten is op vrijwillige basis. De aanvulling is conform de regeling zoals afgesproken in de Xxx Xxxxxxxxxxxx.
Balans reguliere werkweek en drukke diensten
AMS-partijen agenderen dit als thema in het ROA teneinde meer balans te kunnen laten ontstaan tussen het werken in de nachtdienst en tijd voor rust bij intensieve diensten (al dan niet in combinatie met een reguliere werkweek).
Onderzoek
AMS-partijen onderzoeken gedurende de looptijd van de nieuwe AMS wat de impact is als de voltijd arbeidsduur (inclusief diensten) van medisch specialisten wordt verlaagd. In dit onderzoek wordt zowel het perspectief van de medisch spe- cialist als van het ziekenhuis in de maatschappelijke context betrokken.
Campagne instroom: positie startende medisch specialist
De positie van de startende medisch specialist wordt meegenomen in de nog op te starten campagne (uit principeakkoord AMS-2023). Het doel is bewustwor- ding voor de situatie van startende medisch specialisten en stimuleren dat zij kun- nen instromen.
Statuut
AMS-partijen bespreken in het ROA de doorontwikkeling van het Statuut (Hoofd- stuk 8).
Artikel 8.3.8 betreffende waarneming gaat uit het Statuut en wordt ondergebracht in een ander hoofdstuk (overige arbeidsvoorwaarden en bepalingen).
Activeringsregeling
AMS-partijen bespreken het nut en de noodzaak van de regeling in het ROA en de regeling komt als onderwerp terug op de agenda van de AMS 2025 en verder.
Algemeen verbindend verklaren
AMS-partijen onderzoeken de mogelijkheid om de AMS in de toekomst algemeen verbindend te laten verklaren.
Ingangsdatum afspraken
De indexeringen over 2023 worden meegenomen in de salarisronde van maart 2024. De overige afspraken gaan in de eerste maand nadat partijen hun handte- kening hebben gezet onder de definitieve versie van de AMS 2023 en verder, maar uiterlijk 1 mei 2024. Ook de afspraken uit het principe akkoord van 20 juni 2023 en verder worden meegenomen.
Dit onderhandelaarsakkoord is overeengekomen op 26 januari 2024,
Namens NVZ | Namens LAD/FMS |
Xxxxxx Xxxxxxxxx | Xxxxx Xxxxxx |
Bestuurslid NVZ | Onderhandelaar Arbeidsvoorwaarden |
Inhoudsopgave
Inleiding 2
Algemene bepalingen - Definities 15
Hoofdstuk 1 Werkingssfeer en arbeidsovereenkomst 18
Artikel 1.1 Werkingssfeer AMS 18
Artikel 1.2 Werkingssfeer AMS 18
Artikel 1.3 De arbeidsovereenkomst 18
Artikel 1.4 Functie, functieprofiel 19
Artikel 1.5 Nevenfuncties en nevenwerkzaamheden 19
Artikel 1.6 Einde arbeidsovereenkomst 20
Artikel 1.7 Overlijden 20
Hoofdstuk 2 Arbeidsduur 21
Artikel 2.1 De arbeidsduur 21
Artikel 2.2 Overschrijding overeengekomen arbeidsduur deeltijders 21
Hoofdstuk 3 Bepalingen ten aanzien van inkomen en vergoedingen 22
3.1 Inkomen, salaris, vakantietoeslag en pensioen 22
Artikel 3.1.1 Inkomen 22
Artikel 3.1.2 Salaris 22
Artikel 3.1.3 Hardheidsclausule 22
Artikel 3.1.4 Salaris van medisch specialisten afkomstig uit het buitenland 22
Artikel 3.1.5 Vakantietoeslag 23
Artikel 3.1.6 Pensioen 23
3.2 Inkomen en pensioen tijdens ziekte 23
Artikel 3.2.1 Inkomen tijdens ziekte, arbeidsongeschiktheid 23
Artikel 3.2.2 Pensioen tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid 23
3.3 Toeslagen 24
Artikel 3.3.1 Algemeen 24
Artikel 3.3.2 Inconveniëntentoeslagen 24
Artikel 3.3.3 Roostertoeslagen 24
Artikel 3.3.4 Waarneming (met ingang van 20 juni 2023) 25
Artikel 3.3.5 Afbouwregeling diensten in de nacht 25
3.4 Vergoedingen variabele kosten 26
Artikel 3.4.1 Algemeen 26
Artikel 3.4.2 Vergoedingen woon-werkverkeer en dienstreizen 26
Artikel 3.4.3 Vergoeding functiegebonden kosten 26
Artikel 3.4.4 Vergoeding verhuiskosten 27
Artikel 3.4.5. Thuiswerkvergoeding (met ingang van 1 juli 2022) 27
Hoofdstuk 4 Verlof 28
Artikel 4.1 Algemeen 28
Artikel 4.2 Vakantie 28
Artikel 4.3 Feest- en gedenkdagen 28
Artikel 4.4 Xxxxxx werkzaamheden verenigingen 28
Artikel 4.5 Bij- en nascholingsverlof 28
Artikel 4.6 Zorgverlof 29
Artikel 4.7 Zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptie- of pleegverlof en aanvullend verlof 29
Artikel 4.8 Rouwverlof 29
Hoofdstuk 5 | Duurzame inzetbaarheid | 30 |
Artikel 5.1 | Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden | 30 |
Artikel 5.2.1 | Bronnen PKB | 30 |
Artikel 5.2.2 | Doelen PKB | 30 |
Artikel 5.2.3 | Consequenties voor sociale verzekeringen en pensioen | 30 |
Artikel 5.3 | Het goede gesprek | 31 |
Artikel 5.4 | Inzage roosters | 31 |
Hoofdstuk 6 | Variflexregeling | 32 |
Artikel 6.1 | Variflex na 1 januari 2017 | 32 |
Artikel 6.2 | Overgangsrecht Variflex | 32 |
Hoofdstuk 7 | Activeringsregeling | 35 |
Artikel 7.1 | Werkingssfeer | 35 |
Artikel 7.2 | Activeringsbudget | 35 |
Artikel 7.3 | Nieuwe arbeidsovereenkomst bij andere werkgever | 35 |
Artikel 7.4 | Duur van de aanvulling op de WW-uitkering | 35 |
Artikel 7.5 | Hoogte van de aanvulling op de WW-uitkering | 36 |
Artikel 7.6 | Verplichtingen van de medisch specialist | 36 |
Artikel 7.7 | Vermindering van de activeringsregeling | 36 |
Artikel 7.8 | Vervallen van de WW-aanvulling | 36 |
Artikel 7.9 | Uitkering bij overlijden | 37 |
Artikel 7.10 | Uitbetaling van de activeringsregeling | 37 |
Artikel 7.11 | Pensioen tijdens WW-periode | 37 |
Hoofdstuk 8 | Overige arbeidsvoorwaarden en bepalingen | 38 |
8.1 | Disciplinaire maatregelen en aansprakelijkheids- en rechtsbijstandsverzekering | 38 |
Artikel 8.1.1 | Berisping en schorsing | 38 |
Artikel 8.1.2 | Non-actiefstelling | 38 |
Artikel 8.1.3 | Nadere regelingen met betrekking tot disciplinaire maatregelen | 38 |
Artikel 8.1.4 | Melding lopende procedures en klachten | 38 |
Artikel 8.1.5 | Aansprakelijkheids- en rechtsbijstandsverzekering | 38 |
Artikel 8.1.6 | Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering | 39 |
8.2 | Belangenbehartiging, interpretatie en geschillen | 39 |
Artikel 8.2.1 | Belangenbehartiging | 39 |
Artikel 8.2.2 | Interpretatie | 39 |
Artikel 8.2.3 | Geschillen | 39 |
Hoofdstuk 9 | Statuut medisch specialisten in dienstverband | 40 |
Afdeling I | Verantwoordelijkheid op niveau van de patiënt | 40 |
Artikel 9.1.1 | Respecteren professionele autonomie | 40 |
Artikel 9.1.2 | Verantwoordelijkheid behandeling | 40 |
Artikel 9.1.3 | Verantwoordelijkheid continuïteit | 41 |
Artikel 9.1.4 | Niet behandelen van patiënt | 41 |
Afdeling II | Verantwoordelijkheidsverdeling op het niveau van het ziekenhuis | 41 |
9.2 | Overleg | 41 |
Artikel 9.2.1 | Overlegorganen | 41 |
Artikel 9.2.2 | De medische staf | 41 |
Artikel 9.2.3 | Vereniging Medisch Specialisten in Dienstverband | 42 |
Artikel 9.2.4 | Adviezen van de medische staf aan het bestuur | 43 |
Artikel 9.2.5 | Regelingen en afspraken tussen medische staf/ VMSD en bestuur | 43 |
9.3 | Medisch specialist | 43 |
Artikel 9.3.1 | Goed hulpverlenerschap | 43 |
Artikel 9.3.2 | Patiëntendossiers | 43 |
Artikel 9.3.3 | Kwaliteits- en veiligheidsbeleid | 44 |
Artikel 9.3.4 | Functioneren medisch specialist | 44 |
Artikel 9.3.5 | Medisch onderzoek, keuring(en) en controles | 44 |
Artikel 9.3.6 | Samenwerking en continuïteit | 44 |
Artikel 9.3.7 | Veilig en Gezond werken | 45 |
Artikel 9.3.8 | Woongebied en verblijfplaats | 45 |
9.4 | Ziekenhuisorganisatie en informatie | 45 |
Artikel 9.4.1 | Strategisch ziekenhuisbeleid, zorginhoudelijk- en financieel kader | 45 |
Artikel 9.4.2 | Bijdrage aan de ziekenhuisorganisatie | 45 |
Artikel 9.4.3 | Zorgprofiel en productieafspraken | 46 |
Artikel 9.4.4 | Budget Organisatorische Eenheden | 46 |
Artikel 9.4.5 | Inzicht in productie, omzet en kostprijs | 47 |
Artikel 9.4.6 | Middelen | 47 |
Artikel 9.4.7 | Informatie en verantwoording door het bestuur | 48 |
Artikel 9.4.8 | Aanwijzingsbevoegdheid | 48 |
Artikel 9.4.9 | Informatie en verantwoording door de medisch specialist | 48 |
Artikel 9.4.10 | Registratie en informatie | 49 |
Bijlage I | Functieprofiel Medisch Specialist | 50 |
Bijlage Ia | Voorbeeld arbeidsovereenkomst (artikel 1.3 AMS) | 52 |
Bijlage II | Salaristabel in euro per maand | 55 |
Bijlage IIb | Budget functiegebonden kosten | 56 |
Bijlage IIc | Waarde Variflexmodules | 57 |
Bijlage III | Kaderstellende uitgangspunten veilig en gezond werken | 58 |
Algemene bepalingen - Definities
In de AMS wordt verstaan onder:
Partijen
De NVZ, LAD en de Federatie
Werkgeverspartij:
NVZ
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Werknemerspartijen:
LAD
De Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband
Federatie
Federatie Medisch Specialisten
Begrippen Behandeling
Alle verrichtingen - het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepen
- rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende hem van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen, dan wel deze verloskundige bijstand te verle- nen.
Bestuur
De directie of de Raad van Bestuur van het ziekenhuis, zoals statutair bepaald.
Collectieve regeling
Een regeling overeengekomen door het bestuur en de medische staf, of door het bestuur en de VMSD.
Feest- en gedenkdagen
Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag, de als zodanig door de overheid erkende nationale feest- en gedenkdagen, waaronder Koningsdag en elk jaar Bevrijdings- dag en de bijzondere feest- en gedenkdagen door de werkgever in overleg met de ondernemingsraad vastgesteld.
IFMS
Individueel functioneren medisch specialisten (IFMS) is een systeem dat gericht is op het verbeteren van het individuele professionele handelen van medisch specia- listen door in een periodiek gesprek de omgevingsfeedback en het eigen portfolio te bespreken en te gebruiken als input voor een individueel verbeterplan.
Inkomen
De som van het voor de medisch specialist geldende salaris in geld of anderszins, vermeerderd met de vakantietoeslag, toeslagen, gratificatie(s) en incidentele belo- ning(en) per maand of jaar, exclusief vergoeding(en) variabele kosten.
Medisch specialist
De in dienst van het ziekenhuis werkzame medisch specialist zijnde een arts, die is
ingeschreven in een door het CGS ingesteld register, bedoeld in artikel A.3 lid 2 en
A.4 van het Kaderbesluit CGS.
Medische staf
Het vertegenwoordigend orgaan in het ziekenhuis, waarvan alle in het ziekenhuis werkzame medisch specialisten en de daarmee gelijk gestelde beroepsbeoefe- naars deel uitmaken.
Medische verantwoordelijkheid
De verantwoordelijkheid voor de behandeling van een individuele patiënt, alsmede de coördinatie daarvan.
MSB
Medisch Specialistisch Bedrijf.
Organisatorische eenheid
De eenheid waarbinnen medisch specialisten van eenzelfde specialisme gezamen- lijk zorg aan patiënten leveren of het georganiseerd verband waarbinnen medisch specialisten met verschillende specialismen gezamenlijk zorg aan patiënten leve- ren.
Organisatorische verantwoordelijkheid
De verantwoordelijkheid van de medisch specialist voor de kwaliteit en het organi- seren van de zorgverlening in het ziekenhuis, vanuit zijn medisch specialisme.
Professionele autonomie
De vrijheid van oordeelsvorming van de medisch specialist om, gegeven de wette- lijke kaders en professionele standaard, zonder inmenging van derden en zonder preventief toezicht van het bestuur, in de individuele arts-patiënt relatie te komen tot diagnostiek, behandeling en advisering over de behandeling met de doelstel- ling de verbetering van de gezondheid van de patiënt.
Professionele standaard
Het medisch handelen dat binnen het medisch specialisme aanvaard en gebrui- kelijk is, rekening houdend met de stand van de medische wetenschap, wet- en regelgeving, medische ethiek en de door de beroepsgroep opgestelde (kwaliteits- en veiligheids)richtlijnen, protocollen en standaarden.
Salaris
Het voor de medisch specialist geldende bruto maandsalaris exclusief vergoedin- gen en toeslagen.
Scheidsgerecht
Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg.
Stafbestuur
Het bestuur van de medische staf
Statuut
Het Statuut voor medisch specialisten in dienstverband, zoals opgenomen in hoofdstuk 9.
Vertegenwoordigend orgaan
Medische staf of Vereniging Medisch Specialisten in Dienstverband. Deze organen vertegenwoordigen (een te onderscheiden) groep van medisch specialisten.
VMSD
De Vereniging Medisch Specialisten in Dienstverband die optreedt als vertegen- woordiger van deze medisch specialisten. Bij het ontbreken van een VMSD wordt de rol van de VMSD ingevuld door de onderscheiden groep van medisch specialis-
ten in dienstverband deel uitmakende van de medische staf.
Ziekenhuis
Het ziekenhuis is de instelling die een samenhangend pakket van medisch speci- alistische zorg biedt en waarmee de medisch specialist een dienstverband heeft. Onder ziekenhuis worden eveneens revalidatie-, categorale instellingen en zelf- standige behandelcentra verstaan.
Hoofdstuk 1 Werkingssfeer en arbeidsover- eenkomst
Artikel 1.1 Werkingssfeer AMS
1. Deze AMS treedt met ingang van 1 mei 2024 in werking, tenzij in een betreffen- de bepaling anders is overeengekomen.
2. Alle medisch specialisten in dienst van het ziekenhuis en werkzaam in de functie van medisch specialist, vallen onder de werkingssfeer van de AMS.
3. In overleg tussen bestuur en medisch specialist kan ten gunste van de medisch specialist worden afgeweken van de AMS.
4. Medisch specialisten die gebruik maken van de Kinderartsen (NVK) regeling kun- nen ook na invoering van deze AMS gebruik blijven maken van deze regeling.
Artikel 1.2 Werkingssfeer AMS
1. De AMS maakt als hoofdstuk 16 Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialis- ten deel uit van de Xxx Xxxxxxxxxxxx met dien verstande dat de AMS een volle- dige arbeidsvoorwaardelijke regeling is.
2. Het Statuut voor Medisch Specialisten maakt deel uit van de AMS.
3. In de AMS wordt op passende wijze aansluiting gezocht bij wijzigingen in de Cao Ziekenhuizen. Daarbij worden door partijen bij de AMS afspraken gemaakt die vallen binnen de beschikbare procentuele financiële ruimte zoals gebruikt in de Xxx Xxxxxxxxxxxx, waardoor de arbeidsvoorwaarden van medisch specialisten zich op een gelijkwaardige wijze ontwikkelen als die van werknemers die onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxx vallen.
4. AMS partijen overleggen uiterlijk binnen 3 maanden na afsluiting van de cao over deze gewenste aanpassingen. Vindt er binnen 6 maanden na het afsluiten van de Xxx Xxxxxxxxxxxx geen overeenstemming plaats dan worden de in de Xxx Xxxxxxxxxxxx overeengekomen beloningselementen overgenomen in de AMS.
Artikel 1.3 De arbeidsovereenkomst
1. De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd wordt schriftelijk aangegaan en in tweevoud opgesteld. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de voorbeeldarbeidsovereenkomst opgenomen in bijlage Ia.
2. Op een reeks arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd is artikel 7:668a BW van toepassing.
3. Conform de afwijkmogelijkheid 7:668a lid 9 BW kan in aansluiting op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een nieuwe arbeidsovereenkomst omwille van educatie voor de duur van een vervolgopleiding (fellow) worden aangegaan, waarbij de periode van 36 maanden en het aantal van drie elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten kan worden overschreden, zonder dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Dit geldt tevens voor de arbeidsovereenkomst met de promovendus.
4. Artikel 7:668a BW is uitgesloten ten aanzien van de:
· arbeidsovereenkomst aangegaan met betrekking tot de functie van weten- schappelijk onderzoeker waarvan de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering vereist dat de periode van 36 maanden wordt verlengd tot 48 maanden. Hiervan is sprake als de functie uitsluitend of in overwegende mate verbon- den is aan onderzoek dat afhankelijk is van projectmatige, tijdelijke financie- ring.
· arbeidsovereenkomst die is aangegaan in het kader van een wetenschap-
pelijke functie, niet zijnde een ondersteunende functie, gericht op het
doorlopen van een tenure track1 met als einddoel benoeming in een hogere wetenschappelijke functie, onder de voorwaarde dat de tenure track bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst schriftelijk is vastgelegd.
5. Bestuur en medisch specialist kunnen gelijke opzegtermijnen overeenkomen met een maximum van zes maanden.
6. De AMS vormt een integraal onderdeel van de arbeidsovereenkomst. Bij in- diensttreding wordt de AMS ter beschikking gesteld.
7. Voor de medisch specialist die in dienst komt na het bereiken van de AOW-ge- rechtigde leeftijd geldt de ‘Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd’. Bestuur en de AOW- gerechtigde medisch specialist maken bij indiensttreding afspraken over welke bepalingen in de AMS wel en niet van toepassing zijn op de arbeids- overeenkomst.
8. Alle in het ziekenhuis werkzame medisch specialisten maken deel uit van de medische staf en, indien deze in het ziekenhuis aanwezig is, van de VMSD. Me- disch specialisten aanvaarden de afspraken die door de medische staf en de VMSD zijn gemaakt.
Artikel 1.4 Functie, functieprofiel
1. De functie van de medisch specialist wordt door het bestuur vastgesteld met in achtneming van het functieprofiel, zoals opgenomen in bijlage I en het Statuut, hoofdstuk 9.
2. De medisch specialist is gehouden de overeengekomen werkzaamheden te ver- richten overeenkomstig de functie als vastgelegd op basis van het functieprofiel.
3. Het bestuur kan in overleg met de VMSD nadere regels stellen ter uitvoering van het functieprofiel.
Artikel 1.5 Nevenfuncties en nevenwerkzaamheden
1. Het is de medisch specialist, zonder dat het bestuur daarvoor schriftelijk toe- stemming heeft gegeven, niet toegestaan nevenfunctie(s) te aanvaarden en/of nevenwerkzaamheden te verrichten.
2. Het bestuur kan de toestemming voor het verrichten van nevenfunctie(s) of ne- venwerkzaamheden uitsluitend onthouden in de volgende gevallen:
a. Indien deze betrekking hebben op activiteiten die tot het ziekenhuis beho- ren en binnen werktijd kunnen leiden tot onderbreking van de overeenge- komen werkzaamheden;
b. Indien deze betrekking hebben op activiteiten die tot het ziekenhuis beho- ren en de medisch specialist deze werkzaamheden wil verrichten buiten werktijd, waarbij deze nevenfunctie(s) en/of nevenwerkzaamheden het be- lang van het ziekenhuis kunnen schaden;
c. Indien de medisch specialist een parttime dienstverband heeft, in die geval- len dat de nevenfunctie(s) en/of nevenwerkzaamheden betrekking hebben op activiteiten die tot het ziekenhuis behoren, waarbij door het aanvaarden van deze nevenfunctie(s) en/of nevenwerkzaamheden nadeel kan ontstaan voor het ziekenhuis.
3. Het bestuur geeft schriftelijk gemotiveerd aan waarom de toestemming als be- doeld in lid 2 wordt onthouden.
4. Staan de nevenfunctie(s) en/of nevenwerkzaamheden niet in relatie tot de zie- kenhuisactiviteiten, dan verleent het bestuur toestemming, tenzij deze in rede- lijkheid onverenigbaar zijn met de functie van de medisch specialist dan wel de belangen of het aanzien van het ziekenhuis.
5. Het bestuur kan aan het verlenen van toestemming voorwaarden verbinden.
1 Een tenure track wordt mede vormgegeven door elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, waarbij aan het einde van zo’n dienstverband wordt beoordeeld of het einddoel, benoeming in een hogere wetenschappelijke functie binnen de duur van de tenure track haalbaar is. Indien dit niet het geval is, wordt geen opvolgende arbeidsovereenkomst aangegaan. Tenure tracks duren normaliter langer dan 24 maanden. De intrinsieke aard van de bedrijfsvoering vereist derhalve dat voor wetenschappelijke functies gericht op het doorlopen van een tenure track wordt afgewek- en van de wettelijke ketenregeling. De mogelijke verlenging tot 48 maanden wordt schriftelijk in de arbeidsovereenkomst opgenomen.
Hieronder wordt begrepen de voorwaarde dat de medisch specialist gehouden is een opgave te doen van de inkomsten die uit de nevenfunctie(s) en/of neven- werkzaamheden onder 2 sub a en sub b worden genoten en van het tijdsbeslag dat met de nevenfunctie(s) en/of werkzaamheden is gemoeid.
6. Inkomsten voortvloeiend uit de onder 2 sub a beschreven nevenfunctie(s) en/of nevenwerkzaamheden komen ten goede aan het ziekenhuis. Over de verdeling van de inkomsten voortvloeiend uit onder 2 sub b beschreven nevenfunctie(s) en/of werkzaamheden worden tussen de medisch specialist en het bestuur af- spraken gemaakt.
7. De verleende toestemming kan worden ingetrokken als zich een wezenlijke wijziging voordoet in de omstandigheden waaronder de toestemming is ver- leend. Met dien verstande dat als de omstandigheden betrekking hebben op een uitbreiding van het werkgebied van het ziekenhuis, dan wel een fusie met een ander ziekenhuis/derde of een samenwerking met een ander ziekenhuis/derde, partijen met elkaar in overleg treden over de mogelijke schade die de medisch specialist ondervindt als daardoor de instemming wordt ingetrokken.
8. Trials worden aangemerkt als nevenwerkzaamheden in de zin van dit artikel.
Artikel 1.6 Einde arbeidsovereenkomst
1. Met betrekking tot het einde van de arbeidsovereenkomst zijn de bepalingen uit het BW van toepassing. Het bestuur gaat niet tot beëindiging van de arbeidsover- eenkomst voor onbepaalde tijd over, voordat de medisch specialist of organisa- torische eenheid waarvan de medisch specialist deel uit maakt en het stafbestuur zijn gehoord.
2. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst geldt de opzegtermijn zoals bepaald in artikel 1.3 lid 5.
3. De arbeidsovereenkomst eindigt op de dag voorafgaand aan de dag waarop de medisch specialist de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Artikel 1.7 Overlijden
1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de medisch specialist, wordt aan de nabestaanden, zoals bedoeld in artikel 7:674 BW, een overlijdensuitkering ver- strekt gelijk aan het inkomen over een tijdvak van drie maanden.
2. Opgebouwde, niet genoten vakantiedagen worden uitbetaald.
Hoofdstuk 2 Arbeidsduur
Artikel 2.1 De arbeidsduur
1. De voltijd arbeidsduur bedraagt gemiddeld 45 uur per week, exclusief de uren arbeid tijdens de avond-, nacht- of weekenddiensten. Inclusief de uren arbeid tijdens diensten geldt een maximale arbeidsduur van gemiddeld 52 uur per week. Incidenteel mag deze arbeidsduur maximaal 55 uur per week bedragen.
2. Indien de medisch specialist deelneemt aan de avond-, nacht en weekenddien- sten en aantoonbaar in deze diensten gemiddeld meer dan 7 uur per week ar- beid verricht, te meten over een referteperiode van drie maanden), dan worden de meerdere uren, zijnde de uren boven zeven, in mindering gebracht op de te werken uren volgens de overeengekomen arbeidsduur, zonder dat dit gevolgen heeft voor de contractueel overeengekomen arbeidsduur. Deze vermindering duurt voort, zolang de medisch specialist aantoonbaar meer dan gemiddeld 7 uur per week arbeid in de diensten verricht.
3. Alle werkzaamheden die de medisch specialist uitvoert worden gedaan binnen de vastgestelde arbeidsduur.
4. De referteperiode voor de berekening van de gemiddelde arbeidsduur bedraagt drie maanden, waarbij de tijd dat de medisch specialist afwezig is wegens be- taald verlof en/of arbeidsongeschiktheid aangemerkt als gewerkte tijd.
5. Indien een structurele overschrijding plaatsvindt van de overeengekomen ar- beidsduur treft het bestuur in overleg met de medisch specialist en/of de or- ganisatorische eenheid of de VMSD zodanige maatregelen dat de arbeidsduur wordt teruggebracht naar de overeengekomen arbeidsduur. Hierbij wordt aan- gesloten bij de uitgangspunten van veilig en gezond werken, verwoord in artikel 9.3.7.
Artikel 2.2 Overschrijding overeengekomen arbeidsduur deeltijders
1. Overschrijding van de overeengekomen arbeidsduur exclusief de uren arbeid tijdens avond-, nacht-, of weekenddiensten, wordt gecompenseerd in de vorm van vrije tijd of uitbetaald op basis van het geldende salaris. De compensatie wordt vooraf, na overleg met de medisch specialist door het bestuur bepaald.
2. Het voor uitbetaling in aanmerking komende aantal extra gewerkte uren betreft het verschil tussen de overeengekomen gemiddelde arbeidsduur per week en het aantal feitelijk gewerkte uren tot en met de maximum arbeidsduur van ge- middeld 45 uur per week, te meten per 3 maanden.
3. De medisch specialist is gehouden het bestuur zo spoedig mogelijk te informe- ren dat er sprake is van een overschrijding van de arbeidsduur.
Hoofdstuk 3 Bepalingen ten aanzien van
inkomen en vergoedingen
3.1 Inkomen, salaris, vakantietoeslag en pensioen
Artikel 3.1.1 Inkomen
1. Het inkomen wordt vastgesteld door het bestuur.
2. Op het inkomen wordt naast de wettelijk verplichte inhoudingen, een eigen bij- drage van de medisch specialist aan de pensioenregeling in mindering gebracht overeenkomstig artikel 3.1.6 lid 2.
3. Het ziekenhuisbeleid met betrekking tot de inhouding van de WGA-premie wordt gevolgd.
Artikel 3.1.2 Salaris
1. Voor de medisch specialist geldt een salaris conform de salaristabel opgenomen in bijlage II.
2. Het salaris van de medisch specialist wordt vastgesteld op trede 0, tenzij re- levante ervaring of bijzondere omstandigheden aanleiding geven een hogere trede vast te stellen. Voor de medisch specialist met een deeltijd dienstverband wordt het salaris naar rato vastgesteld.
3. Eén maal per jaar, per datum indiensttreding, wordt het salaris verhoogd met één trede van de salaristabel.
4. Het bestuur kan op grond van een functionerings- en beoordelingsmethodiek, vastgesteld in overleg met de VMSD, of indien deze niet aanwezig is in het ziekenhuis, met de gemandateerde meerderheid van de medisch specialisten in dienstverband binnen de medische staf, in afwijking van lid 3, besluiten in enig jaar geen of meerdere trede(n) toe te kennen.
5. Het bestuur kan aan de medisch specialist een gratificatie toekennen in het kader van de functievervulling, voor zover er sprake is van het leveren van een extra, een bijzondere of buitengewone bijdrage, ten behoeve van een in de regel vooraf vastgesteld(e) doel(en), of ten behoeve van een bijzondere gebeurtenis.
Artikel 3.1.3 Hardheidsclausule
Indien het percentage koopkracht voor werkenden in 2024 (mediaan 2024, Macro Economische Verkenningen zoals gepubliceerd door het CPB in het najaar van 2024), van de afgesproken salarisverhoging over het jaar 2024 significant afwijkt, treden AMS-partijen met elkaar in overleg als een van de partijen daartoe een ver- zoek doet en indien de werkgever- en werknemersverenigingen van de Cao Zie- kenhuizen hierover ook met elkaar in overleg zijn getreden.
Artikel 3.1.4 Salaris van medisch specialisten afkomstig uit het buitenland
1. De medisch specialist die afkomstig is uit het buitenland en de opleiding in een erkend medisch specialisme waarin men werkzaam is in het buitenland heeft voltooid, wordt ingedeeld in trede 0, tenzij ervaring of bijzondere omstandighe- den aanleiding geven een hogere trede vast te stellen.
2. Voor het meetellen van ervaring geldt de volgende regeling: Voor de medisch specialist afkomstig uit een EER land of Zwitserland die de opleiding in het er- kende specialisme heeft gevolgd en heeft afgerond, geldt dat het aantal jaren dat in het erkende medisch specialisme in het buitenland is gewerkt, gelijk wordt gesteld met het aantal jaren ervaring als bedoeld in artikel 3.1.2 lid 2.
3. Voor de medisch specialist afkomstig uit een land buiten de EER of Zwitserland die de opleiding in het erkende specialisme heeft gevolgd en heeft afgerond, en tevens aan de door het bevoegde Nederlandse gezag gestelde aanvullende voorwaarden heeft voldaan, geldt dat het aantal jaren dat in het erkende me-
disch specialisme in het buitenland is gewerkt, gelijk wordt gesteld met het aan- tal jaren ervaring als bedoeld in artikel 3.1.2 lid 2.
4. Indien de functie niet overeenkomstig het functieprofiel medisch specialist
wordt vervuld tellen de ervaringsjaren niet mee tenzij dit naar het oordeel van de werkgever tot een onredelijke uitkomst leidt.
5. Onder de EER wordt begrepen de Europese Economische Ruimte, betreffende de lidstaten van de Europese Unie alsmede Liechtenstein, Noorwegen en IJs- land.
Artikel 3.1.5 Vakantietoeslag
1. De medisch specialist ontvangt een vakantietoeslag van 8% over het geldende inkomen, exclusief incidentele toelagen, exclusief uitkeringen uit het budget or- ganisatorische eenheden (artikel 9.4.4) en exclusief vakantietoeslag. De vakantie- toeslag wordt eenmaal per jaar, in de maand mei, uitbetaald, tenzij de medisch specialist schriftelijk heeft aangegeven het vakantiegeld maandelijks te willen ontvangen op grond van artikel 5.2.2.
2. De vakantietoeslag wordt opgebouwd over een periode van 12 maanden, aan- vangende met de maand juni van het voorafgaande kalenderjaar.
3. Bij een opbouw over een kortere periode dan 12 maanden, in verband met in- of uitdiensttreding, wordt de vakantietoeslag berekend over die kortere periode.
Artikel 3.1.6 Pensioen
1. De medisch specialist neemt deel in de pensioenregeling, conform de voor- waarden opgenomen in het pensioenreglement, van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW).
2. Voor een deel van de branche is de verplicht gestelde pensioenregeling Zorg en Welzijn van toepassing, op grond waarvan de feitelijke premieverdeling werkge- ver en werknemer ieder 50% is. De pensioenpremie wordt door de werkgever afgedragen aan het pensioenfonds.
3. Ten aanzien van de pensioenopbouw wordt het percentage dienstverband van de parttime werkende medisch specialisten verhoogd met het percentage van de intensiteitstoeslag als bedoeld in artikel 3.3.2 lid 6.
4. In 2016 wordt de vrijgevallen werkgeverspremie pensioen (11,75%) volledig uit- gekeerd aan de medisch specialist.
3.2 Inkomen en pensioen tijdens ziekte
Artikel 3.2.1 Inkomen tijdens ziekte, arbeidsongeschiktheid
1. De medisch specialist die wegens arbeidsongeschiktheid door ziekte verhinderd is werkzaamheden te verrichten, heeft op grond van het BW, gedurende een termijn van maximaal 104 weken, recht op 70% van het naar tijdsruimte vastge- stelde loon. Gedurende de eerste 52 weken wordt dit loon aangevuld tot 100% van het geldende inkomen en gedurende de daaropvolgende 52 weken tot 70% van het geldende inkomen.
2. Over de uren waarin de medisch specialist volgens zijn re-integratieplan passen- de arbeid of werkzaamheden zonder loonwaarde verricht, ontvangt hij 100% van zijn inkomen. Onder werkzaamheden zonder loonwaarde worden verstaan, het verrichten van werkzaamheden op arbeidstherapeutische basis, het volgen van scholing en het lopen van stage.
3. Het inkomen wordt verminderd met het bedrag van de uitkering dat de medisch specialist ontvangt op grond van enige bij of krachtens de wet geldende regeling of een daarmee gelijk te stellen regeling.
4. Wanneer het bestuur verhaalsrechten tegenover derden kan doen gelden, zal, indien de medisch specialist dit wenst, het bestuur verhaalsrechten die de me- disch specialist kan doen gelden tegelijk met zijn eigen vordering, geldend ma- ken.
5. In het geval het bestuur van mening is dat ten aanzien van de arbeidsongeschik- te medisch specialist er sprake is van een chronische ziekte, beroepsziekte of een levensbedreigende aandoening, kan deze een naar hoogte en duur te bepa- len loonaanvulling aan de medisch specialist verstrekken.
Artikel 3.2.2 Pensioen tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid
Vanaf het tweede ziektejaar kan de medisch specialist, door vrijwillige voortzetting
van de pensioenvoorziening, pensioen opbouwen tot een maximum van het ni- veau geldend op de laatste dag van het eerste ziektejaar.
De medisch specialist ontvangt de geldende werkgeversbijdrage in de pensioen- premie op basis van het gekozen niveau van de voortzetting.
3.3 Toeslagen
Artikel 3.3.1 Algemeen
1. De toeslagen worden berekend over het voor de medisch specialist geldende salaris.
2. Met betrekking tot de toeslagen voor medisch specialisten met een deeltijd dienstverband, wordt het naar rato beginsel toegepast tenzij in de AMS anders is bepaald.
3. Inconveniëntentoeslagen worden berekend over het voltijd salaris.
4. Nadere uitwerking van de toeslagen vindt plaats in overleg met de VMSD of, indien deze niet aanwezig is in het ziekenhuis, met de gemandateerde meerder- heid van de medisch specialisten in dienstverband binnen de medische staf.
Artikel 3.3.2 Inconveniëntentoeslagen
1. Het bestuur kent aan de medisch specialist een maandelijkse toeslag toe voor het verrichten van avond-, nacht- en weekenddiensten, waarvoor de medisch specialist bereikbaar en/ of aanwezig moet zijn. De hoogte van de toeslag wordt gebaseerd op de frequentie en de intensiteit van avond-, nacht- en weekend- diensten.
2. Tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten wordt uitsluitend gewerkt indien en voor zover de acute patiëntenzorg dit noodzakelijk maakt, waarbij de gemaakte reistijd wordt aangemerkt als werktijd.
3. Een telefonisch consult tussen 00.00 uur tot 08.00 wordt aangemerkt als een half uur werktijd.
4. Voor toepassing van dit artikel begint een avond-/nachtdienst in beginsel om
18.00 uur en eindigt om 08.00 uur de volgende dag. Een weekenddienst op zaterdag en/of zondag bestaat uit twee diensten per dag. In totaal bestaat een week uit 9 diensten.
5. De hoogte van de frequentietoeslag wordt vastgesteld op basis van het gemid- deld aantal te verrichten avond-, nacht- en weekenddiensten per maand en bedraagt maximaal 6,5 %. De toeslag bedraagt met ingang van 1 januari 2023:
a. 0% bij gemiddeld minder dan 2 avond-, nacht- of weekenddiensten;
b. 2,5% bij gemiddeld 2 tot 6 avond-, nacht- of weekenddiensten;
c. 4,5% bij gemiddeld 6 tot 10 avond-, nacht- of weekenddiensten;
d. 6,5% bij gemiddeld 10 of meer avond-, nacht- of weekenddiensten.
6. De hoogte van de intensiteitstoeslag wordt vastgesteld op basis van het gemid- deld aantal gewerkte uren tijdens avond-, nacht- of weekenddienst per maand en bedraagt maximaal 15%. De toeslag bedraagt:
a. 0% bij gemiddeld minder dan 8 gewerkte uren;
b. 5% bij gemiddeld 8 tot 16 gewerkte uren;
c. 10% bij gemiddeld 16 tot 24 gewerkte uren;
d. 15% bij gemiddeld 24 of meer gewerkte uren.
7. Wanneer de frequentie of intensiteit wijzigt vindt overleg plaats over de aanpas- sing van de toeslag.
Artikel 3.3.3 Roostertoeslagen
1. Het bestuur kent aan de medisch specialist een maandelijkse toeslag toe voor het werken in een 24-uurs rooster. De hoogte van de toeslag wordt gebaseerd op het gemiddeld aantal gewerkte uren in dit rooster. Een 24-uurs rooster be- staat uit dag- avond- en nachtdiensten. In het weekend kan daarnaast sprake zijn van bereikbaarheids- of aanwezigheidsdiensten.
2. De hoogte van de roostertoeslag bedraagt met ingang van 1 januari 2023:
a. 11 % als de ingeroosterde diensten leiden tot een werkweek van maximaal gemiddeld 45 uur per week op jaarbasis;
b. 21,5% als de ingeroosterde diensten leiden tot een werkweek van meer dan
gemiddeld 45 uur per week tot maximaal gemiddeld 52 uur per week op jaarbasis.
3. De medisch specialist die in aanmerking komt voor een roostertoeslag kan niet in aanmerking komen voor inconveniënten toeslagen op grond van artikel 3.3.2.
Artikel 3.3.4 Waarneming (met ingang van 20 juni 2023)
1. De medisch specialisten dragen binnen de organisatorische eenheid zorg voor onderlinge waarneming bij verlof en bij een niet voorzienbare afwezigheid niet langer dan een maand.
2. Indien de afwezigheid langer dan een maand duurt of indien er sprake is van voorzienbare afwezigheid langer dan een maand worden door het bestuur maatregelen getroffen. Organisatorische eenheid en bestuur treden met elkaar in overleg over de te nemen maatregelen. Dit overleg vindt plaats zodra waar- neming na een maand niet is geregeld of zoveel eerder als duidelijk is dat waar- neming na een maand niet geregeld zal zijn.
3. Indien sprake is van frequent ziekteverzuim danwel twee of meer afwezige medisch specialisten binnen de organisatorische eenheid, dan is de in lid 2 ge- noemde termijn van een maand niet van toepassing maar zal direct het overleg met of namens het bestuur plaatsvinden zodat uiterlijk drie weken daarna maat- regelen worden getroffen.
4. Van frequent ziekteverzuim is sprake als een medisch specialist regelmatig zijn eigen werkzaamheden niet kan verrichten als gevolg van ziekte en/ of arbeids- ongeschiktheid en dit leidt tot extra werk of werkdruk binnen een organisatori- sche eenheid.
5. Mogelijke (combinaties van) maatregelen als bedoeld in lid 2 en/of lid 3 van dit artikel zijn:
a. tijdelijk verminderen van de productie en- of overige werkzaamheden;
b. tijdelijk uitbreiden van de formatie met een of meer waarnemer(s);
c. tijdelijk uitbesteden van de productie;
d. tijdelijk overnemen van de werkzaamheden door en met instemming van de individuele leden van de organisatorische eenheid tegen een waarneemver- goeding ter hoogte van het aantal uren maal 105% van het uursalaris van de waarnemend medisch specialist.
6. Indien het hiervoor in lid 2 en/of lid 3 genoemde overleg niet binnen twee we- ken leidt tot het treffen van een maatregel door het bestuur als bedoeld in lid 2 en/of lid 3, en de individuele leden van de organisatorische eenheid de waarne- ming voortzetten, dan ontvangen zij een waarneemvergoeding als bedoeld in lid 5, vanaf een maand na de start van de waarneming als bedoeld in lid 1. Een en ander duurt tot het moment dat het bestuur besluit een andere alternatieve maatregel te treffen.
7. Zodra de tijdelijke afwezigheid een meer structureel karakter krijgt worden structurele maatregelen getroffen. Organisatorische eenheid en bestuur treden hiervoor met elkaar in overleg.
Doel van de waarneemvergoeding is de waarneming door de medisch spe- cialisten zoveel als mogelijk te voorkomen, waarmee de werkdruk van de medisch specialisten in de organisatorische eenheid niet verder toeneemt. Zo snel als mogelijk hebben medisch specialisten en het bestuur een gesprek om alternatieve maatregelen in te zetten.
Artikel 3.3.5 Afbouwregeling diensten in de nacht
1. De medisch specialist, die geen gebruik maakt van de overgangsregeling Variflex (hoofdstuk 6) kan, met inachtneming van de leden 2 tot en met 8 van dit artikel, vanaf 60 jaar de door hem te verrichten diensten in de nacht conform onder- staande regeling afbouwen:
· vanaf 60 jaar: met maximaal 25% van het aantal diensten per maand
· vanaf 63 jaar: met maximaal 50% van het aantal diensten per maand
· vanaf 65 jaar: geen diensten meer.
2. Voor de vaststelling van de af te bouwen omvang van de diensten in de nacht geldt het gemiddelde over een referteperiode van zes maanden voorafgaand aan de ingangsdatum van de afbouwregeling behoudens uitzonderlijke situaties waardoor het gemiddelde over die periode niet representatief is. Peildatum voor de berekening van de procentuele vermindering is de ingangsdatum van de eer- ste stap in de afbouw.
3. De medisch specialist, die voor het eerst gebruik wil maken van de afbouwrege- ling, dient uiterlijk zes maanden voor de gewenste ingangsdatum van de afbouw het verzoek te hebben besproken in zijn organisatorische eenheid en te hebben ingediend bij het bestuur.
4. Bij indiening van het verzoek treden bestuur en organisatorische eenheid in overleg over de organisatorische consequenties van de voorgenomen afbouw.
5. Met ingang van de afbouwregeling dient het bestuur in overleg met de organisa- torische eenheid zodanige maatregelen te hebben getroffen, opdat het verzoek van de medisch specialist kan worden gehonoreerd.
6. Het bestuur kan het verzoek van de medisch specialist tot afbouw diensten in de nacht uitsluitend gemotiveerd en schriftelijk afwijzen in geval van zwaarwegende organisatorische consequenties die niet binnen zes maanden na het verzoek van de medisch specialist kunnen worden opgelost.
7. In dat geval dient het bestuur binnen één jaar na het verzoek van de medisch specialist, in overleg met de organisatorische eenheid zodanige maatregelen te hebben getroffen dat het verzoek van de medisch specialist alsnog kan worden gehonoreerd.
8. Zolang het verzoek van de medisch specialist niet kan worden gehonoreerd, wordt voor de medisch specialist naast de regulier ingeroosterde hersteltijd vier uur extra recuperatietijd ingeroosterd, indien tijdens de uren tussen 0.00 en 8.00 uur aantoonbaar 2 uur of meer arbeid wordt verricht. Deze extra recuperatietijd wordt aangemerkt als werktijd.
3.4 Vergoedingen variabele kosten
Artikel 3.4.1 Algemeen
1. Om aanspraak te kunnen maken op de in deze paragraaf beschreven vergoedin- gen overlegt de medisch specialist de originele bescheiden waaruit het te decla- reren bedrag van de variabele vergoedingen blijkt.
2. De toekenning van de vergoedingen geschiedt ongeacht de omvang van het dienstverband.
Artikel 3.4.2 Vergoedingen woon-werkverkeer en dienstreizen
1. Aan de medisch specialist wordt, in het kader van de functie-uitoefening, een vergoeding toegekend voor:
• reiskosten van woon-werkverkeer;
• de reiskosten van dienstreizen in opdracht van het bestuur;
• de noodzakelijke reiskosten bij bereikbaarheids- of aanwezigheidsdiensten;
• de verblijfskosten in relatie tot dienstreizen op basis van de werkelijk ge- maakte kosten.
2. Reiskosten worden vergoed conform het maximaal fiscaal vrijgestelde bedrag.
Artikel 3.4.3 Vergoeding functiegebonden kosten
1. Ongeacht de overeengekomen arbeidsduur wordt aan de medisch specialist per kalenderjaar een budget toegekend ten behoeve van de vergoeding van kosten in het kader van de functie-uitoefening, binnen de door de fiscus toegestane vrije vergoedingen terzake.
2. De hoogte van het budget is opgenomen in bijlage II b. Indien de medisch spe- cialist gedurende een kalender jaar in of uit dienst treedt wordt het budget naar rato toegekend.
3. De vergoedingen voor werkelijk gemaakte kosten worden verstrekt op declara- tiebasis.
4. Onder de functie gebonden kosten worden in ieder geval begrepen de kosten:
· in het kader van bij- en nascholing ten behoeve van de herregistratie als
voorgeschreven door de betreffende wetenschappelijke vereniging dan wel het College Geneeskundige Specialismen (CGS);
· ten behoeve van het lidmaatschap van een wetenschappelijke vereniging,
de KNMG en haar beroepsverenigingen;
· van individuele vakliteratuur, in samenhang met afspraken binnen het ziekenhuis of de organisatorische eenheid;
· van communicatiemiddelen, voor zover fiscaal vrijgesteld, in samenhang met afspraken binnen het ziekenhuis of de organisatorische eenheid.
5. Bij toekenning van het budget kan rekening worden gehouden met een over- loop als gevolg van het individuele accreditatie- bij- en nascholingspatroon. Als in enig jaar het toegekende budget niet volledig wordt gedeclareerd, kan het restant worden gereserveerd om in een volgend jaar de mogelijkheid te hebben hieraan een betere invulling te geven. Een en ander met in achtneming van de afspraken hierover met de VMSD en/of de organisatorische eenheid.
6. De medisch specialist kan de contributie voor de beroepsvereniging uit het bru- toloon laten betalen wanneer het volledige budget functiegebonden kosten van betreffende jaar is besteed aan andere vanuit betreffend budget te financieren activiteiten.
7. Aan de medisch specialist die uit hoofde van een andere (neven)functie, al dan niet in dienstverband, recht heeft op gelijke of vergelijkbare vergoedingen, wordt het budget naar rato toegekend.
8. Het budget wordt jaarlijks, per 1 januari, aangepast aan de consumentenprijsin- dex.
Artikel 3.4.4 Vergoeding verhuiskosten
1. De medisch specialist die wordt verplicht te verhuizen om binnen het woonge- bied van de instelling te wonen ontvangt een tegemoetkoming in de werkelijke verhuiskosten tot een maximum van 10% van het bruto jaarsalaris. Verhuiskosten zijn kosten die verband houden met het vervoer van bagage en inboedel, het
in- en uitpakken en overige daadwerkelijk gemaakte (herinrichtings)kosten die samenhangen met de verplichting te verhuizen.
2. Bij de vergoeding van de verhuiskosten is de fiscale regeling bepalend voor de hoogte van de netto vergoeding.
3. Indien de partner van de medisch specialist eveneens recht heeft op een tege- moetkoming verhuiskosten wordt deze aanspraak in mindering gebracht op de tegemoetkoming van de medisch specialist.
4. De tegemoetkoming verhuiskosten dient geheel of gedeeltelijk te worden te- rugbetaald indien de medisch specialist het dienstverband binnen twee jaar vrij- willig verbreekt of ingeval het dienstverband binnen deze termijn wordt beëin- digd op grond van aan de medisch specialist toe te rekenen gronden.
Artikel 3.4.5. Thuiswerkvergoeding (met ingang van 1 juli 2022)
De medisch specialist heeft met ingang van 1 juli 2022 recht op een thuiswerkver- goeding van € 2,- netto per thuiswerkdag.
Hoofdstuk 4 Verlof
Artikel 4.1 Algemeen
1. De medisch specialist zorgt, in overleg met de organisatorische eenheid, jaarlijks voor een zodanige planning van vakantieverlof en, voor zover mogelijk de plan- ning van overige (buitengewone) verlofdagen en bij- en nascholingsdagen, dat de continuïteit van de patiëntenzorg zoveel mogelijk is gewaarborgd. De organi- satorische eenheid meldt de planning tijdig aan het bestuur.
2. Het bestuur kan aan de medisch specialist betaald of onbetaald verlof verlenen. De over een periode van onbetaald verlof betaalde werkgevers- en werkne- merspremies kunnen op de medisch specialist worden verhaald.
3. Voor zover in dit hoofdstuk niet afwijkend of aanvullend is bepaald, is de Wet arbeid en zorg van toepassing. Voor kortdurend zorgverlof, calamiteitenverlof en ouderschapsverlof zijn de wettelijke bepalingen van toepassing.
Artikel 4.2 Vakantie
1. De medisch specialist heeft jaarlijks recht op 30 vakantie dagen. Voor een voltijd arbeidsduur komt dit overeen met 270 uur.
2. Voor de medisch specialist met een deeltijd dienstverband wordt het naar rato beginsel toegepast.
3. Op grond van artikel 7:640 lid 2 BW kan, op verzoek van de medisch specialist, het opgebouwde vakantieverlof worden uitbetaald voor zover de aanspraak het wettelijk minimum van 4 keer de arbeidsduur per week overschrijdt.
Artikel 4.3 Feest- en gedenkdagen
1. Op feest- en gedenkdagen, niet vallend op zaterdag en zondag, heeft de me- disch specialist aanspraak op een vrije dag met behoud van inkomen, voor zover de medisch specialist volgens zijn normale arbeidspatroon werkzaam zou zijn op die dag.
2. Indien het bedrijfs- of dienstbelang het noodzakelijk maakt dat de medisch specialist op een feest- of gedenkdag, niet vallend op een zaterdag of zondag, arbeid verricht, wordt voor het gewerkte aantal uren op deze dag compensatie verleend in de vorm van een gelijk aantal uren doorbetaalde vrije tijd.
3. De te verrichten werkzaamheden tijdens avond- nacht- en weekenddiensten tijdens feest- en gedenkdagen komen niet voor compensatie op grond van dit artikel in aanmerking. Hiervoor gelden de inconveniëntentoeslagen als bedoeld in artikel 3.3.2.
Artikel 4.4 Xxxxxx werkzaamheden verenigingen
1. De medisch specialist die:
· bestuurslid is van de wetenschappelijke vereniging voor zijn specialisme;
· bestuurslid is van de Federatie of LAD;
· optreedt als getuigedeskundige/arbiter, heeft jaarlijks recht op betaald verlof voor het tijdens werktijd bijwonen van (bestuurs) vergaderingen en daarmee samenhangende activiteiten of het optreden als getuigedeskundige/arbiter.
2. Dit verlof bedraagt de noodzakelijk aan de activiteit verbonden tijd maar niet meer dan de voor hem geldende arbeidsduur per week.
Artikel 4.5 Bij- en nascholingsverlof
1. De medisch specialist heeft jaarlijks recht op 10 dagen bij- en nascholingsverlof. Voor een voltijd arbeidsduur komt dit overeen met 90 uur.
2. Voor de medisch specialist met een deeltijd dienstverband wordt het naar rato beginsel toegepast. Indien de medisch specialist met een parttime dienstver- band bij- en nascholing volgt op een niet- reguliere werkdag (parttime dag), dan heeft hij aanspraak op een evenredige compensatie in tijd binnen de overeenge- komen reguliere werktijd.
3. In verband met een mogelijke overloop als gevolg van het individuele accre- ditatie- of bij- en nascholingspatroon kan een eventueel restant worden gere-
serveerd om in een volgend jaar de mogelijkheid te hebben hieraan een betere invulling te geven. Een en ander met in achtneming van de afspraken met de medische staf en/of de organisatorische eenheid.
Artikel 4.6 Zorgverlof
1. De medisch specialist heeft, in aanvulling op de Wet arbeid en zorg, aanspraak op zorgverlof met behoud van het inkomen, bij zeer ernstige ziekte van de echt- geno(o)t(e), de geregistreerde partner, de persoon met wie de medisch specialist ongehuwd samenwoont, een inwonend (pleeg)kind of een inwonende ouder, waarvoor thuisverpleging en/of verzorging noodzakelijk is en de medisch speci- alist de verzorging op zich neemt.
2. De duur van dit zorgverlof bedraagt maximaal een aaneengesloten periode van 12 weken, met inbegrip van het wettelijk kortdurend zorgverlof.
3. Het opnemen van dit zorgverlof door de medisch specialist vindt plaats in af- stemming met de organisatorische eenheid. Een zwaarwegend bedrijfsbelang kan reden zijn voor de weigering van dit verlof.
Artikel 4.7 Zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptie- of pleegverlof en aanvul- lend verlof
1. De medisch specialist heeft gedurende de periode van zwangerschap- en be- vallingsverlof recht op een uitkering van het UWV met een aanvulling van het ziekenhuis tot het voor haar geldende inkomen. De ingangsdatum van het zwangerschapsverlof wordt zo spoedig mogelijk aan het bestuur en de organi- satorische eenheid gemeld.
2. Na de derde maand van de zwangerschap heeft de medisch specialist het recht om gedurende de zwangerschap geen bereikbaarheidsdienst, avond-, nacht- en/of weekenddienst te verrichten.
3. De medisch specialist heeft recht op adoptieverlof en pleegzorgverlof, met behoud van het inkomen, onder vermindering van eventuele uitkeringen voort- vloeiend uit de Wet arbeid en zorg.
4. Het bestuur verleent de medisch specialist op verzoek onbetaald verlof ter aan- vulling op het bevallingsverlof of adoptie- of pleegzorgverlof, gedurende een periode van maximaal vier weken. Het verzoek wordt binnen drie maanden voor de vermoedelijke datum van de bevalling, adoptie of de aanvang van de pleeg- zorg, bij het bestuur ingediend.
5. Het opnemen van onbetaald aanvullend bevallingsverlof of adoptie- of pleeg- zorgverlof vindt plaats in afstemming met de organisatorische eenheid.
6. Indien bij (aanvullend) bevallingsverlof of adoptie- of pleegzorgverlof de me- disch specialist de pensioenverzekering vrijwillig voortzet betaalt het ziekenhuis de werkgeverspremies of –bijdragen op basis van het gekozen niveau van de voortzetting, tenzij het dienstverband aansluitend op het verlof eindigt.
Artikel 4.8 Rouwverlof
Bij overlijden van:
· De relatiepartner/echtgenoot
· Kind
van de medisch specialist kan de medisch specialist 3 dagen (27 uur) betaald rouwverlof opnemen naar rato van het dienstverband. De medisch specialist neemt dit verlof in principe op aansluitend aan de begrafenis of crematie. In over- leg kunnen de medisch specialist en de werkgever overeenkomen dat de medisch specialist – in het kader van rouwverwerking – het (resterend) rouwverlof op een later moment opneemt.
Hoofdstuk 5 Duurzame inzetbaarheid
AMS-partijen vinden duurzame inzetbaarheid van medisch specialisten belangrijk. Een goede werk/privébalans en levensfasebeleid zijn daarvoor belangrijke rand- voorwaarden. Om de medisch specialisten in het kader van duurzame inzetbaar- heid meer eigen regie te bieden, biedt de AMS aan medisch specialisten de ge- legenheid om een gedeelte van de arbeidsvoorwaarden naar eigen keuze samen te stellen via het ‘Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden (MKSA)’. Het goede gesprek is hier onderdeel van.
Artikel 5.1 Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden
1. De werkgever heeft een regeling meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden (MKSA) die de medisch specialist de mogelijkheid biedt om tijd- en geldbronnen uit te ruilen tegen geld- en tijddoelen.
2. Het MKSA bestaat uit twee onderdelen:
a. Een ‘persoonlijk keuzebudget’ (PKB);
b. Aanvullende afspraken voortvloeiend uit het goede gesprek als bedoeld in artikel 5.3.
3. De voorwaarden voor de uitruil vallen binnen de wettelijke grenzen en de AMS bepalingen.
4. Indien de medisch specialist geen keuze maakt verandert er niets in de samen- stelling van zijn arbeidsvoorwaardenpakket.
Artikel 5.2.1 Bronnen PKB
Het PKB is samengesteld uit de volgende arbeidsvoorwaarden:
a. Vijf van de bovenwettelijke verlofdagen als bedoeld in artikel 4.2 (tijdbron). Voor de medisch specialist met een deeltijd dienstverband geldt het naar rato begin- sel.
b. De vakantietoeslag ad 8% als bedoeld in artikel 3.1.5 (geldbron).
Artikel 5.2.2 Doelen PKB
1. Ieder kalenderjaar kan de medisch specialist kiezen of hij zijn tijdbron (zie artikel
5.2.1. sub a) geheel of gedeeltelijk uit wil laten uitbetalen in geld. De waarde van het vakantieverlof is gebaseerd op het uurloon, vermeerderd met 8% vakantie- toeslag en eventuele structurele toeslagen, waaronder de inconveniëntentoe- slag.
2. Ieder kalenderjaar kan de medisch specialist kiezen of hij zijn reserveringen voor de vakantietoeslag (8%) (geldbron, zie artikel 5.2.1. sub b)
· maandelijks wenst te ontvangen (1/12e deel). De keuze om de uitkering
maandelijks te ontvangen kan jaarlijks uiterlijk voor de aanvang van het ko- mende vakantietoeslagjaar worden gemaakt. Zie artikel 3.1.4. Dit betekent dat er voor 1 juni van enig jaar een keuze moet worden gemaakt die geldt tot en met mei van het komende jaar.
· geheel of gedeeltelijk wil laten omzetten in vrije tijd.
De medisch specialist kan zijn (reservering) vakantietoeslag geheel of ge- deeltelijk omzetten in vrije tijd. Bij een voltijdsdienstverband betekent dit hij maximaal 19 verlofdagen kan kopen op jaarbasis.
3. De gekochte verlofdagen worden in het jaar van aankoop opgenomen (zie lid 2), tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
Artikel 5.2.3 Consequenties voor sociale verzekeringen en pensioen
1. Indien verlofdagen in geld worden uitbetaald of de vakantietoeslag wordt inge- zet voor het kopen van verlofdagen, dan heeft dit geen gevolgen voor de pensi- oenopbouw.
Het inzetten van PKB kan gevolgen hebben voor het fiscaal en/of SV-loon (het salaris waarover de belastingen en sociale verzekeringspremies worden be- taald). Het kan daardoor zijn dat een recht op een uitkering ingevolge de socia- le verzekeringen of toeslagen voor kinderopvang, huur- en zorg verandert.
Artikel 5.3 Het goede gesprek
Het goede gesprek vindt plaats tussen:
1. de medisch specialist en (de vertegenwoordiging van) het bestuur; en/of de me- disch specialisten binnen een organisatorische eenheid met als doel om duurza- me inzetbaarheid en een goede werk- en privébalans van de medisch specialist te bevorderen.
2. In ‘het goede gesprek’ wordt (vroeg)tijdig besproken welke behoefte de medisch specialist heeft ten aanzien van zijn duurzame inzetbaarheid/werk- en privéba- lans. Deze behoeften worden geïnventariseerd en besproken, voorafgaand aan het vaststellen van de productieafspraken van het komende jaar.
3. Te bespreken onderwerpen in het kader van duurzame inzetbaarheid/werk- en privébalans zijn onder andere of de medisch specialist de behoefte heeft aan het maken van afspraken over verlof) en zoja, wanneer. Hierbij kan -aanvullend op de wettelijke verlofvormen zoals ouderschapsverlof en verlofvormen die al in de AMS zijn opgenomen- gedacht worden aan:
o Sabbatical
o Mantelzorg
o een 80-80-100-regeling in de vijf jaar voorafgaand aan de AOW (80% wer- ken tegen 80% loon en 100% pensioen opbouw).
4. De wens om van bovenstaande arbeidsvoorwaarden gebruik te maken moet mi- nimaal een half jaar voor de beoogde ingangsdatum bij de (vertegenwoordiging van) het bestuur en binnen de organisatorische eenheid aangekondigd worden, tenzij op basis van wettelijke bepalingen dan wel de AMS een kortere termijn geldt.
5. Onderdeel van het goede gesprek is de waarneming van de medisch specialist. Artikel 3.3.4 is van toepassing.
6. Op het niveau van de organisatorische eenheid wordt besproken wat de afspra- ken voortvloeiend uit het gesprek als bedoeld in dit artikel betekenen voor de continuïteit van zorg, waarbij de betreffende medisch specialist en de (vertegen- woordiging van) het bestuur zich maximaal inspannen om invulling te kunnen geven aan de wens tot verlof. Ook hierbij zijn de regels omtrent waarneming opgenomen in artikel 3.3.4 van toepassing.
Artikel 5.4 Inzage roosters
1. Medisch specialisten zorgen dat hun roostersystematiek transparant en zicht- baar is voor het bestuur zodat het goede gesprek kan worden gevoerd.
Hoofdstuk 6 Variflexregeling
Artikel 6.1 Variflex na 1 januari 2017
1. De Variflex en dervingstoeslag B zijn vanaf 1 januari 2018 komen te vervallen. De materiële waarde van de Variflex aanspraken per 31-12-2015 is toegevoegd aan het budget op instellingsniveau ten behoeve van de organisatorische eenheden (artikel 9.4.4 lid 1).
2. De materiële waarde van de verschillende modules is opgenomen in bijlage IIc.
3. Medisch specialisten die voor 1 juli 2014 55 jaar of ouder waren, behouden tot de AOW gerechtigde leeftijd de volledige aanspraak op de Variflexregeling. De waarde van de individuele aanspraken op grond van deze overgangsregeling komt ten laste van het budget op instellingsniveau ten behoeve van de organi- satorische eenheden (artikel 9.4.4. lid 1).
4. Voor medisch specialisten van wie de aanspraak op Variflex is ontstaan op of na 1 juli 2014 is deze aanspraak per 1 januari 2018 komen te vervallen. Zij hebben daarna recht op de oorspronkelijke omvang van de arbeidsovereenkomst.
Artikel 6.2 Overgangsrecht Variflex
De Variflex bestaat uit de volgende modules:
Module | Middel | Doel | Effect op arbeids- duur | Eigen bijdrage |
A1 | Reductie dienstfre- quentie | Minder dien- sten | In diensten | Inconveniënten- toeslag |
A2 | Meer herstel na diensten | Vergrot- ing her- steltijd na diensten | Overdag | Nee |
B | Verkorting feitelijke werkweek | Meer wekeli- jkse | Overdag | % salaris |
C | Leeftijdsdagen | Duur verlof | Overdag | Nee |
1. De medisch specialist kan, in overleg met het bestuur een keuze maken voor de Variflex modules A (1 en 2) of module B of module C.
2. De medisch specialist dient zes maanden voor de gewenste aanvangsdatum van de deelname aan de Variflex het voornemen en zo mogelijk de keuze voor een module kenbaar te maken aan het bestuur. Met ingang van de aanvangsdatum van de Variflex dient het bestuur zodanige maatregelen te hebben getroffen om de continuïteit van de zorg te waarborgen, opdat het voornemen kan worden geëffectueerd.
3. Indien en voor zover het in redelijkheid niet in het vermogen van het bestuur blijkt te liggen om binnen zes maanden voorafgaande aan het bereiken van de Variflex gerechtigde jarige leeftijd, door waarneming, vacaturestelling of het anderszins treffen van een voorziening, de continuïteit in zorgverlening te waar- borgen, dan is de medisch specialist, op verzoek van werkgever, gehouden tot overleg met het bestuur. In dit overleg wordt bezien of tot een voor werkgever en de medisch specialist bevredigende oplossing kan worden gekomen.
4. De medisch specialist die als gevolg van het gebruik maken van de Variflex mo- dule A geheel of gedeeltelijk inkomsten derft door het verminderen van incon- veniententoeslagen of een roostertoeslag, ontvangt een dervingstoeslag van maximaal 7,5% van het salaris. Hierop wordt de werkgeversbijdrage in de pensi- oenpremie als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 2 in mindering gebracht.
5. Module B kent vanaf 55 jaar een eigen bijdrage van 5% van het salaris bij een arbeidsduurverkorting van 10% van de overeengekomen arbeidsduur. De me-
disch specialist van 60 jaar of ouder kan kiezen voor een arbeidsduurverkorting van 20% van de overeengekomen arbeidsduur tegen een eigen bijdrage van 10% van het salaris.
6. Bij Module B kan zowel worden gekozen voor verkorting van de werkdag als van de werkweek. De arbeidsduurvermindering wordt aldus in de regel per dag of per week genoten, tenzij de continuïteit van de zorg dit verhindert. De arbeids- duurverkorting dient in die situatie aansluitend op de verhindering binnen één maand volledig te worden gecompenseerd in tijd.
7. Indien de medisch specialist kiest voor toepassing van module A of B en daar- door het pensioengevend inkomen vermindert, wordt de pensioenopbouw ge- handhaafd op het eerdere hogere pensioengevend inkomen, met inachtneming van de maximaal (wettelijk) toegestane pensioenopbouw. De werkgeversbij- drage blijft dan eveneens gehandhaafd op het niveau alsof het pensioengevend inkomen niet is verlaagd, met inachtneming van de maximaal (wettelijk) toege- stane pensioenopbouw.
8. Met uitzondering van de pensioenopbouw, inconveniententoeslagen en de vergoeding functiegebonden kosten, worden alle overige arbeidsvoorwaarden pro rato toegepast over de resterende gemiddelde arbeidsduur per week, na de arbeidsduurverkorting.
9. Bij keuze voor module C heeft de medisch specialist vanaf 55 jaar aanspraak op 8 leeftijd verlofdagen en vanaf 60 jaar aanspraak op 12 leeftijd verlofdagen.
10. Voor de deeltijder geldt het naar rato beginsel met betrekking tot de aanspraken bij de modules B en C.
Module A: Diensten
Leeftijd | Dienstfrequentie (A1), maximaal aantal diensten per week* | Hersteltijd zelfde werkdag (A2) | |
Gewerkt tussen 23.00 – 03.00 of tussen 03.00 – 07.00 uur (ma-vr) | Gewerkt tussen 23.00 – 03.00 en tussen 03.00 – 07.00 uur (ma-vr) | ||
55 | 2 | 2 uur (max) | 4 uur (max) |
60 | 1 | 4 uur (max) | 6 uur (max) |
* Een avond-, nacht- of weekenddienst (bereikbaarheids- of aanwezigheidsdienst) gaat in beginsel in om 18.00 uur `s avonds en eindigt om 08.00 uur de volgende dag. Een zaterdag en zondag telt voor 2 diensten, van 08.00 uur tot 18.00 uur en 18.00 uur tot 08.00 uur de volgende ochtend. In totaal zijn er 9 diensten per week. Aangezien frequentie en herstel in deze module gekoppeld zijn ligt het in de rede dat de frequentie van de diensten niet geheel tot nul wordt gereduceerd. Gemeten over
maximaal een periode van een maand kan in zeer bijzondere omstandigheden een hogere frequentie voorkomen met een gemiddelde van twee diensten per week. Voor de berekening van het gemiddel- de wordt de tijd dat de medisch specialist afwezig is wegens verlof en/of ziekte dan wel arbeidson- geschiktheid buiten beschouwing gelaten.
Module B: Werkweek
Leeftijd | Reductie werkweek of werkdag | Eigen bijdrage |
55 | 10% van de overeengekomen arbeidsduur | 5% van het salaris |
60 | 20% van de overeengekomen arbeidsduur | 10% van het salaris |
Module C: Leeftijd verlofdagen
Leeftijd | Leeftijd verlofdagen |
55 | 8 dagen |
60 | 12 dagen |
Hoofdstuk 7 Activeringsregeling
Artikel 7.1 Werkingssfeer
1. Aan de medisch specialist die voor onbepaalde tijd is aangesteld en die wordt ontslagen wegens:
· vermindering of beëindiging van de werkzaamheden; of
· reorganisatie; of
· onbekwaamheid c.q. ongeschiktheid voor de in de instelling te vervullen functie die niet aan zijn schuld of toedoen te wijten is, wordt met ingang van de dag, volgend op de dag waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, door de werkgever een activeringsregeling toegekend overeenkomstig de bepalingen uit dit hoofdstuk.
2. De activeringsregeling bestaat uit een activeringsbudget ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding en een aanvulling op de uitkering op basis van de Werkloosheidswet. Het activeringsbudget bedraagt ten minste 5000 euro bij een voltijd dienstverband. Voor de medisch specialist met een van de voltijdnorm afwijkende arbeidsduur wordt het naar rato- beginsel toegepast.
3. In geval van onbekwaamheid dient de medisch specialist vijftien jaar of langer bij de werkgever in dienst te zijn. Onder onbekwaamheid wordt geen arbeidsonge- schiktheid verstaan.
4. De activeringsregeling wordt uitsluitend toegekend indien de medisch specialist recht heeft op een uitkering op basis van de Werkloosheidswet als gevolg van ontslag wegens één van de in lid 1 genoemde redenen.
Artikel 7.2 Activeringsbudget
1. Het activeringsbudget heeft tot doel de medisch specialist te ondersteunen bij het vinden van ander werk.
2. Het budget kan in overleg met de medisch specialist worden ingezet voordat er sprake is van ontslag als bedoeld in artikel 7.1.
Artikel 7.3 Nieuwe arbeidsovereenkomst bij andere werkgever
1. De boventallig verklaarde medisch specialist, die voor de formele ontslagdatum met wederzijds goedvinden zijn arbeidsovereenkomst beëindigt teneinde een functie bij een andere werkgever te aanvaarden, heeft in afwijking van artikel 7.1, recht op de WW-aanvulling indien hij binnen de voor hem geldende termijn als bedoeld in artikel 7.4 werkloos wordt en een WW-uitkering krijgt toegekend. De looptijd van de nieuwe arbeidsovereenkomst wordt in mindering gebracht op de aanvullingsperiode als bedoeld in artikel 7.4.
2. De werkgever kan tevens een activeringsbudget toekennen.
Artikel 7.4 Duur van de aanvulling op de WW-uitkering
1. De medisch specialist die wordt ontslagen op grond van een van de redenen genoemd in artikel 7.1 en recht heeft op een uitkering op basis van de Werkloos- heidswet ontvangt een aanvulling op de WW-uitkering.
2. De duur van de aanvulling bedraagt drie maanden en wordt vermeerderd met 1 maand voor elk vol dienstjaar dat de medisch specialist langer dan drie jaar in dienst is geweest, met een maximum van 38 maanden.
3. Voor de medisch specialist die vijftien jaar of langer bij de werkgever in dienst is geweest wordt de duur van de aanvulling verhoogd met twee maanden, met dien verstande dat de maximum duur van de aanvulling 38 maanden bedraagt.
4. Voor de bepaling van het aantal dienstjaren als bedoeld in lid 2 tellen alle volle maanden tezamen aaneengesloten doorgebracht in dienst van bij de NVZ, NZf of diens rechtsvoorgangers aangesloten instellingen mee.
5. Is de duur van de WW-periode korter dan de aanvullingsperiode als bedoeld in lid 2 en 3 dan ontvangt de medisch specialist de uitkering van de werkgever.
6. Voor de medisch specialist die binnen vijf jaar na de datum van het ontslag de AOW- gerechtigde leeftijd zal bereiken en daarbij op de datum van het ontslag ten minste tien jaar in dienst bij de instelling is geweest, wordt de duur van de
aanvulling verlengd tot het bereiken van die leeftijd. De aanvulling vindt, na het aflopen van de WW-periode, plaats op basis van de IOW-uitkering van de me- disch specialist. De medisch specialist heeft geen recht op het activeringsbudget als bedoeld in artikel 7.2.
Artikel 7.5 Hoogte van de aanvulling op de WW-uitkering
1. De hoogte van de WW-uitkering vermeerderd met de aanvulling is gerelateerd aan de duur zoals opgenomen in artikel 7.4 lid 2 en 3 en bedraagt gedurende de eerste 6 maanden de hoogte van het laatstgenoten salaris. Gedurende de daar- opvolgende 3 maanden 80% van het salaris. Gedurende de daaropvolgende 24 maanden 75% en vervolgens 5 maanden 70% van het salaris. Voor de medisch specialist die voldoet aan de vereisten van artikel 7.4 lid 6 bedraagt de verlengde uitkering 70% van het salaris.
2. Het salaris waarop de aanvulling op de WW-uitkering is gebaseerd wordt geïn- dexeerd met de cao-loonontwikkeling.
Artikel 7.6 Verplichtingen van de medisch specialist
1. De medisch specialist is verplicht zich, na aanzegging van het ontslag, direct als werkzoekende in te schrijven bij het UWV.
2. De medisch specialist is verplicht gebruik te maken van een hem geboden mo- gelijkheid om inkomsten uit arbeid of bedrijf te verwerven, tenzij hij aantoont dat deze verplichting redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd.
3. De medisch specialist is verplicht aan de werkgever direct opgave te doen van het bedrag van de inkomsten uit arbeid of bedrijf en van het bedrag dat aan uit- kering ingevolge een wettelijke regeling wordt genoten. Desgevraagd dient hij alle gewenste inlichtingen en bewijsstukken te verschaffen.
Artikel 7.7 Vermindering van de activeringsregeling
1. Op de WW-uitkering worden in mindering gebracht
· inkomen uit arbeid (arbeidsovereenkomst) of bedrijf alsmede uitkeringen op basis van de Ziektewet, WAO, WIA, Wajong en WAZ. Als deze inkomsten
hoger zijn dan de WW-uitkering, wordt het resterende gedeelte afgetrokken van het bedrag dat de werknemer maandelijks als WW-aanvulling ontvangt op basis van artikel 7.5.
· Wordt de WW-uitkering gekort vanwege een straf/boete dan wordt de kor-
xxxx eveneens over de aanvulling berekend.
2. Indien de arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld in lid 1, niet op eigen verzoek eindigt wegens een in artikel 7.1 lid 1 genoemde reden, herleeft de aanspraak op de WW-aanvulling (artikel 7.5).
3. De duur van deze nieuwe arbeidsovereenkomst wordt op de totale duur van de WW-aanvulling in mindering gebracht.
Artikel 7.8 Vervallen van de WW-aanvulling
1. De WW-aanvulling vervalt:
· met ingang van de dag volgend op die waarop de medisch specialist is overleden;
· met ingang van de dag waarop de medisch specialist de AOW-leeftijd bereikt;
· wanneer de medisch specialist aanspraak maakt op invaliditeitspensioen in- gevolge het reglement van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, uit hoofde van de dienstbetrekking waaruit het recht op de activeringsregeling is ontstaan;
· als de medisch specialist niet aan de hem in artikel 7.6 opgelegde verplich-
tingen voldoet;
· als de uitkering op basis van de Werkloosheidswet of een van de andere in artikel 7.7 lid 1 genoemde uitkeringen wordt stopgezet, omdat de medisch specialist niet al datgene doet wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van een van deze uitkeringen. Hangende een beroepsprocedure krachtens ge- noemde wettelijke regelingen wordt de WW-aanvulling opgeschort.
2. De WW-aanvulling kan door de werkgever vervallen worden verklaard als:
· de voormalig medisch specialist onvoldoende medewerking geeft aan een geneeskundig onderzoek dat strekt tot het aanvragen van invaliditeitspensi-
oen of van een wettelijke uitkering wegens arbeidsongeschiktheid;
· voormalig medisch specialist geacht kan worden zich duurzaam in het bui- tenland te hebben gevestigd.
Artikel 7.9 Uitkering bij overlijden
Xxxxxxx van overlijden van de medisch specialist, wordt door de werkgever aan de nabestaanden een uitkering verstrekt. De uitkering heeft de omvang van de
WW-aanvulling die over de eerste drie maanden volgend op de maand van overlij- den zou zijn uitgekeerd.
Artikel 7.10 Uitbetaling van de activeringsregeling
1. De aanvulling op de WW-uitkering geschiedt maandelijks.
2. Het activeringsbudget wordt uitbetaald bij einde dienstverband.
3. Er kan geen sprake zijn van cumulatie van een ontbindingsvergoeding, een af- koopregeling of een uit de wet voortvloeiende vergoeding en het activerings- budget als bedoeld in artikel 7.1 lid 1.
Artikel 7.11 Pensioen tijdens WW-periode
De medisch specialist die ervoor kiest om gedurende de WW-aanvullingsperiode het deelnemerschap aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn voort te zetten, ont- vangt gedurende de looptijd van de aanvulling een bijdrage van de werkgever ter hoogte van 50% van de verschuldigde pensioenpremie.
Hoofdstuk 8 Overige arbeidsvoorwaarden en bepalingen
8.1 Disciplinaire maatregelen en aansprakelijkheids- en rechtsbijstandsverzekering
Artikel 8.1.1 Berisping en schorsing
1. Het bestuur kan de medisch specialist, nadat deze in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord, en zo mogelijk na raadpleging van het stafbestuur, de na- volgende disciplinaire maatregelen opleggen:
a. schriftelijke berisping;
b. schorsing voor bepaalde tijd tot een maximum van veertien dagen.
2. Het bestuur kan tot het opleggen van de in het vorige lid bedoelde disciplinaire maatregelen overgaan indien de medisch specialist ondanks schriftelijke waar- schuwing enige verplichting die deze overeenkomst hem oplegt, niet nakomt dan wel uit anderen hoofde handelingen verricht of nalaat die in strijd zijn met de zorg van een goed hulpverlener.
3. Ingeval de medisch specialist zich met de opgelegde disciplinaire maatregel niet kan verenigen kan hiertegen beroep worden ingesteld bij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg binnen zes weken na de datum van verzending van de brief waarin de mededeling wordt gedaan van de disciplinaire maatregel of zoveel langer dan dat de medisch specialist in redelijkheid kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de brief. Indien de medisch specialist niet tijdig beroep aante- kent vervalt het recht van beroep bij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg.
Artikel 8.1.2 Non-actiefstelling
1. Het bestuur kan de medisch specialist, nadat deze in de gelegenheid is gesteld om gehoord te worden en zoveel mogelijk na raadpleging van (een vertegen- woordiging van) het stafbestuur, op non-actief stellen op grond van omstandig- heden van zo ernstige aard dat onmiddellijke feitelijke beëindiging van de werk- zaamheden die de medisch specialist uit hoofde van de arbeidsovereenkomst verricht, noodzakelijk moet worden geacht.
2. Het besluit tot non-actiefstelling is slechts geldig, wanneer dit onder vermel- ding van de gronden waarop het berust, binnen tweemaal 24 uur na aanzegging
- zaterdagen, zondagen en feestdagen niet meegerekend - bij aangetekend schrijven aan de medisch specialist is meegedeeld of bevestigd.
3. Gedurende de non-actiefstelling kan het bestuur de medisch specialist de toe- gang tot het ziekenhuis ontzeggen.
Artikel 8.1.3 Nadere regelingen met betrekking tot disciplinaire maatregelen
Het bestuur kan met de medische staf nadere regels overeenkomen in het kader van de disciplinaire maatregelen als bedoeld in artikel 8.1.1 en 8.1.2.
Artikel 8.1.4 Melding lopende procedures en klachten
1. De medisch specialist informeert het bestuur over een ingestelde civielrechtelij- ke en/of strafrechtelijke procedures/vorderingen of een tuchtrechtelijke klacht, die een relatie heeft of kan hebben met de werkzaamheden in het ziekenhuis.
2. De medisch specialist brengt het bestuur op de hoogte van het naar aanleiding van lid 1 gewezen vonnis of uitspraak.
Artikel 8.1.5 Aansprakelijkheids- en rechtsbijstandsverzekering
1. Het bestuur sluit een verzekering die de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de medisch specialist, wegens dood, lichamelijk letsel en/of zaakschade aan der- den toegebracht, dekt. De dekking betreft eveneens de schade toegebracht aan degene die door de medisch specialist in opdracht van het bestuur in de werk- situatie wordt begeleid, voor zover de schade niet voortvloeit uit activiteiten die de medisch specialist verricht in het kader van nevenfunctie(s) of nevenwerk-
zaamheden die voor rekening en risico komen van de medisch specialist.
2. Het bestuur vrijwaart de medisch specialist terzake en zal in het kader van de verzekerde activiteiten het regresrecht niet uitoefenen, tenzij de schade het ge- volg is van opzet of bewuste roekeloosheid.
3. Het bestuur voorziet in adequate rechtsbijstand indien de medisch specialist wordt betrokken in een in- of externe klachtenprocedure inclusief tuchtrecht- procedures. Indien er sprake is van nalatigheid of bewuste roekeloosheid kan het bestuur de kosten verbonden aan de verleende rechtsbijstand op de me- disch specialist verhalen.
4. Materiële schade die aan de medisch specialist is toegebracht door de patiënt en die redelijkerwijs niet voorkomen kon worden, wordt vergoed tot een maxi- mumbedrag per gebeurtenis. Het maximumbedrag bedraagt met ingang van 1 januari 2014 € 14.884.
5. Jaarlijks per 1 januari wordt het maximumbedrag aangepast aan de consumen- tenprijsindex.
Artikel 8.1.6 Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering
Werkgevers bieden voor medisch specialisten een collectieve aanvullende arbeids- ongeschiktheidsverzekering aan (inclusief inloopregeling). Deelname voor me- disch specialisten is op vrijwillige basis. De aanvulling is conform de regeling zoals afgesproken in de Xxx Xxxxxxxxxxxx.
8.2 Belangenbehartiging, interpretatie en geschillen
Artikel 8.2.1 Belangenbehartiging
Het bestuur stelt de medisch specialist en op verzoek samen met zijn vertegen- woordiger(s) in de gelegenheid mondeling of schriftelijk zijn belangen bij het be- stuur te bepleiten.
Artikel 8.2.2 Interpretatie
Interpretatie van AMS-bepalingen, tegen de achtergrond van de gevoerde bespre- kingen en de bedoeling van partijen, geschiedt door partijen.
Artikel 8.2.3 Geschillen
1. Het bestuur en de medisch specialist trachten geschillen voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst en de AMS in onderling overleg op te lossen.
2. Geschillen die ontstaan naar aanleiding van de afspraken uit hoofdstuk 9 (het Statuut) worden zo nodig met behulp van een in gezamenlijk overleg te benoe- men bemiddelaar opgelost.
3. Indien geen vergelijk wordt bereikt, zullen de geschillen worden beslecht door het Scheidsgerecht Gezondheidszorg, tenzij ten tijde van het geschil tussen be- stuur en medisch specialist wordt afgesproken een beroep te doen op de civiele rechter.
Hoofdstuk 9 Statuut medisch specialisten in dienstverband
Voorwoord
Dit Statuut regelt de afzonderlijke en de gezamenlijke verantwoordelijkheden van het ziekenhuis en de medisch specialist in dienstverband bij het verlenen van me- disch specialistische zorg.
Uitgangspunt hierbij is dat het ziekenhuisbestuur en de medisch specialisten sa- men met ondersteuning van andere beroepsbeoefenaren vormgeven aan de te verlenen medisch specialistische zorg in het ziekenhuis, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid met een gelijkgericht belang.
Het bestuur van het ziekenhuis – dat krachtens de wet bevoegd is tot het leveren van medisch specialistische zorg – is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit en veiligheid van de in het ziekenhuis verleende zorg. Daarmee is het bestuur aan- spreekbaar op zowel het verlenen van doeltreffende en doelmatige patiëntenzorg als op de kwaliteit.
De medisch specialist is bevoegd zijn medisch specialisme in volle omvang uit te oefenen. De medisch specialist is daarmee de eerstverantwoordelijke van de door hem te verlenen zorg aan de patiënt.
De afspraken in dit statuut geven invulling aan de onderlinge verhouding tussen bestuur en medisch specialist langs de bovenstaande verantwoordelijkheidsverde- ling.
Het doel van de afspraken in dit Statuut is dat beiden – het bestuur als eindverant- woordelijke en de medisch specialist als eerstverantwoordelijke – in de gelegen- heid zijn de toegekende verantwoordelijkheden waar te maken. Met als uiteindelijk doel om samen effectieve en efficiënte medisch specialistische zorg te leveren van hoge kwaliteit.
Opbouw van het Statuut
Dit Statuut kent twee afdelingen:
· In Afdeling I worden afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheid van de medisch specialist op het niveau van de individuele patiënt. Kernbegrippen zijn de professionele autonomie en professionele verantwoordelijkheid van de me- disch specialist.
· In Afdeling II worden afspraken gemaakt over de medeverantwoordelijkheid
van de medisch specialist voor de te leveren medisch specialistische zorg in het ziekenhuis. Tevens worden afspraken gemaakt over zijn betrokkenheid bij en bijdrage aan deze te leveren medisch specialistische zorg.
Afdeling I Verantwoordelijkheid op niveau van de patiënt
Artikel 9.1.1 Respecteren professionele autonomie
1. Het bestuur respecteert de professionele autonomie van de medisch specialist ten aanzien van de zorgverlening aan de patiënt.
2. Het bestuur onthoudt zich van interventie in de individuele arts-patiëntrelatie.
Artikel 9.1.2 Verantwoordelijkheid behandeling
1. De verantwoordelijkheid voor de behandeling van een individuele patiënt, als- mede voor de coördinatie daarvan, berust bij de behandelend medisch specia- list. Dit betreft een wettelijk niet overdraagbare medische verantwoordelijkheid van de medisch specialist jegens de patiënt.
2. Bij beslissingen die in het kader van deze medische verantwoordelijkheid wor-
den genomen zal de medisch specialist zich telkens vergewissen van de instem- ming van de patiënt of diens (wettelijk) vertegenwoordiger(s).
3. Bij de behandeling van de individuele patiënt neemt de medisch specialist de re- levante wettelijke kaders in acht en handelt conform de professionele standaard.
4. Indien een medebehandelaar op verzoek van de medisch specialist tijdelijk een gedeelte van de behandeling van de patiënt overneemt, blijft de medisch speci- alist primair verantwoordelijk voor de behandeling van de patiënt.
Artikel 9.1.3 Verantwoordelijkheid continuïteit
1. De medisch specialist is verantwoordelijk voor de continuïteit van de zorgverle- ning aan de, onder zijn behandeling zijnde, patiënt.
2. Indien de medisch specialist de behandeling van de patiënt (tijdelijk) overdraagt, draagt hij zorg voor een goede overdracht van informatie aan de waarnemend medisch specialist en andere bij de behandeling betrokken hulpverleners.
3. Een waarnemend medisch specialist heeft gedurende de tijd dat wordt waarge- nomen, dezelfde verantwoordelijkheid als de oorspronkelijk behandelend me- disch specialist.
Artikel 9.1.4 Niet behandelen van patiënt
1. De medisch specialist kan conform wet- en regelgeving uitsluitend in geval van zwaarwegende redenen besluiten de patiënt niet te behandelen dan wel een aangevangen behandeling af te breken.
2. Indien de medisch specialist zwaarwegende redenen heeft om de patiënt niet te behandelen of een aangevangen behandeling af te breken treft hij tijdig maatre- gelen ter waarborging van de continuïteit van de zorg.
3. De medisch specialist zet de medisch noodzakelijke zorg voort, zo nodig in overleg met de betrokken hulpverleners en bestuur, totdat de behandeling van de patiënt aan een nieuwe hulpverlener is overgedragen.
Afdeling II Verantwoordelijkheidsverdeling op het niveau van het ziekenhuis
9.2 Overleg
Artikel 9.2.1 Overlegorganen
1. Het ziekenhuis heeft een vereniging medische staf en een vereniging medisch specialisten in dienstverband (VMSD), of bij het ontbreken van een VMSD een onderscheiden groep van medisch specialisten in dienstverband die deze me- disch specialisten vertegenwoordigt.
2. Tenzij in het Statuut anders is afgesproken wordt afhankelijk van het onderwerp op het niveau van het ziekenhuis de keuze gemaakt met welk vertegenwoor- digend orgaan het bestuur afspraken maakt of regelingen overeenkomt. Deze keuze wordt vastgelegd in het addendum.
3. Als er geen keuze is gemaakt, is de medische staf het aangewezen vertegen- woordigend orgaan.
4. Afspraken en regelingen die op grond van dit Statuut worden overeengekomen, worden opgenomen in een addendum bij dit Statuut.
Artikel 9.2.2 De medische staf
1. De medische staf stelt een stafreglement op dat onder meer voorziet in de in- stelling van het bestuur van de medische staf, alsmede een voor medisch speci- alisten bindende besluitvormingsprocedure.
2. Geheel of gedeeltelijke vaststelling, wijziging, aanvulling of intrekking van het stafreglement geschiedt in overeenstemming tussen het bestuur en de medi- sche staf.
3. Het contact tussen de medische staf en het bestuur wordt onderhouden door het stafbestuur. Het bestuur en het stafbestuur vergaderen daartoe regelmatig. De medische staf draagt er zorg voor dat in het stafbestuur vertegenwoordigers van de medisch specialisten in dienstverband zijn opgenomen.
4. Het contact van de medische staf met de raad van toezicht van het ziekenhuis verloopt door tussenkomst van het bestuur, tenzij dringende redenen rechtvaar-
digen dat het stafbestuur zich rechtstreeks tot de raad van toezicht wendt, in welk geval het stafbestuur daarvan met opgave van redenen tevoren medede- ling doet aan het bestuur.
5. De medische staf is betrokken bij de benoeming van de raad van bestuur.
Artikel 9.2.3 Vereniging Medisch Specialisten in Dienstverband
1. De VMSD voert regulier overleg met het bestuur over onderwerpen die specifiek de medisch specialist in dienstverband betreffen.
2. De VMSD stelt in overleg met het bestuur een reglement vast, waarin onder meer wordt geregeld over welke onderwerpen overleg met het bestuur plaats- vindt. Dit reglement wordt opgenomen in het addendum.
3. De medische staf respecteert de afspraken en regelingen die tussen bestuur en de VMSD tot stand zijn gekomen.
4. Het bestuur faciliteert het bestuur van de VMSD voor de uitvoering van haar taken. Hieronder wordt verstaan dat het bestuur, in overleg met de VMSD, naar redelijkheid en billijkheid faciliteiten, waaronder tijd en (financiële) middelen, beschikbaar stelt aan het bestuur van de VMSD om haar werkzaamheden te ver- richten. Bij het ontbreken van een VMSD worden de faciliteiten toegekend aan (het bestuur van) de onderscheiden groep van medisch specialisten in dienst- verband, die de rol van de VMSD vervult.
5. De facilitering als bedoeld in lid 4 van dit artikel moet dusdanig van omvang zijn dat op een volwaardige manier invulling kan worden gegeven aan de afspraak om te komen tot shared governance en gelijkgerichtheid.
Hierbij wordt – naast het beschikbaar stellen van uren aan het bestuur van de VMSD - onder meer gedacht aan:
• Minimaal secretariële ondersteuning ten behoeve van agendabe- heer VMSD-bestuurders en voorbereiden, organiseren en notule- ren van VMSD-bestuursvergaderingen en ledenvergaderingen;
• Beschikbaarstelling van zaal ten behoeve van VMSD-bestuursver- gaderingen en ledenvergaderingen;
• Jaarlijks apart opleidingsbudget voor VMSD-bestuursleden (niet vanuit het budget functiegebonden kosten of BOE);
• Beleidsadvies, waar het bestuur in redelijkheid in mee zal gaan.
Afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
6. Er worden tussen de VMSD en het bestuur eenmaal per jaar schriftelijk afspra- ken gemaakt over de facilitering van de VMSD en het aantal uur dat beschikbaar wordt gesteld aan de VMSD om haar werkzaamheden uit te kunnen voeren.
Daarbij wordt rekening gehouden met het minimumaantal uren dat nodig
is. Criteria die meegenomen moeten worden om het minimumaantal uren te bepalen zijn:
· De interne governance van de instelling;
· De vergaderstructuur van het bestuur;
· De verhouding met het MSB;
· De omvang van het aantal specialisten in loondienst voor zover dat van in- vloed is.
7. Na een jaar worden de afspraken geëvalueerd door het bestuur en VMSD. De evaluatie wordt meegenomen bij het vaststellen van de afspraken voor het vol- gende jaar. Het nalopen van criteria kan in geen geval leiden tot een nihil aantal uren.
Artikel 9.2.4 Adviezen van de medische staf aan het bestuur
1. Desgevraagd, dan wel op eigen initiatief, kan de medische staf aan het bestuur voorstellen doen en adviezen uitbrengen over onderwerpen die hen aangaan.
2. Indien het bestuur beleid wil ontwikkelen dat een belangrijke invloed kan heb- ben op de medische gang van zaken en in het bijzonder op de beroepsuitoefe- ning van een of meer leden van de medische staf, vraagt het bestuur de medi- sche staf of de VMSD om een gemotiveerd advies.
3. Advies wordt in ieder geval gevraagd ten aanzien van:
· het strategisch beleid van het ziekenhuis;
· het door het bestuur vast te stellen financiële en organisatorische kader;
· de ontwikkeling van nieuwe specialismen en werkgebieden;
· de toelating en aanstelling van nieuwe medisch specialisten in het ziekenhuis;
· belangrijke bouwkundige voorzieningen of aanschaf van apparatuur in het ziekenhuis;
· belangrijke regelingen inzake het personeelsbeleid van het ziekenhuis, voor zover betrekking hebbend op het functioneren van de medisch specialisten;
· organisatie, outillage en financiële regelingen van poliklinieken, onderzoek- en behandelingsruimten in het ziekenhuis;
· overeenkomsten met andere ziekenhuizen, instellingen of samenwerkings- verbanden.
Artikel 9.2.5 Regelingen en afspraken tussen medische staf/ VMSD en bestuur
1. Er kunnen regelingen worden vastgesteld of afspraken worden gemaakt tussen bestuur en medische staf of VMSD die gelden voor alle medisch specialisten of voor een te onderscheiden groep van medisch specialisten. Onder vaststelling van regelingen of het maken van afspraken wordt tevens begrepen de geheel of gedeeltelijke wijziging, aanvulling of intrekking ervan.
2. Als tussen het bestuur en de medische staf, of de VMSD geen overeenstemming wordt bereikt, dan kan het bestuur als eindverantwoordelijke voor de leiding en de continuïteit van het ziekenhuis, na overleg een regeling treffen die geldt tot- dat overeenstemming is bereikt.
3. In geval de medisch specialist, de medische staf of de VMSD zich niet met een door het bestuur in het kader van het vorige lid vastgestelde regeling kan vereni- gen, staat daartegen binnen één maand beroep open bij het Scheidsgerecht.
9.3 Medisch specialist
Artikel 9.3.1 Goed hulpverlenerschap
1. Het bestuur en de medisch specialist nemen ten opzichte van de patiënt de zorg van een goed hulpverlener in acht en handelen daarbij in overeenstemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid en de voor de medisch specialistische zorg geldende professionele standaard.
2. De medisch specialist draagt er zorg voor dat hij voldoet c.q. zal blijven voldoen aan de door het College Geneeskundige Specialismen (CGS) vastgestelde com- petenties.
Artikel 9.3.2 Patiëntendossiers
1. De medisch specialist en het bestuur handelen met betrekking tot patiëntendos- siers zodanig dat voldaan wordt aan de artikelen 7:454 tot en met 7:458 BW en richten op de in het ziekenhuis gebruikelijke wijze het patiëntendossier in.
2. Indien een langere dan de wettelijke bewaartermijn van toepassing is, geeft de medisch specialist in het patiëntendossier aan welke bewaartermijn moet wor- den gehanteerd.
3. Het bestuur draagt zorg, dat de patiëntendossiers op behoorlijke wijze kunnen worden bewaard in het ziekenhuis, zodanig dat geheimhouding van de inhoud verzekerd is. Het bestuur draagt er zorg voor dat de patiëntendossiers, indien dit voor de behandeling van de patiënt nodig is, ter beschikking staan van de be- handelend medisch specialist, ook buiten de normale werkuren.
Artikel 9.3.3 Kwaliteits- en veiligheidsbeleid
1. Het bestuur en de medisch specialist beschouwen het kwaliteits- en veiligheids- beleid in het ziekenhuis als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
2. Het bestuur organiseert de zorg zodanig dat er sprake is van verantwoorde en veilige zorg, waaronder in ieder geval wordt verstaan zorg die voldoet aan de professionele standaard, doeltreffend, doelmatig en is afgestemd op de behoef- ten van de patiënt.
3. De medisch specialist werkt mee en verbindt zich aan het kwaliteits- en veilig- heidsbeleid van het ziekenhuis.
4. Het bestuur en de medisch specialist vullen de verantwoordelijkheid voor kwa- liteits- en veiligheidsbeleid in, door met de medische staf (nadere) regelingen overeen te komen over het kwalitatief verantwoord verlenen van de medisch specialistische zorg. Onderdelen van het kwaliteits- en veiligheidsbeleid zijn in ieder geval:
· het verlenen van medewerking aan accreditatie;
· het deelnemen aan visitaties door de wetenschappelijke verenigingen;
· het deelnemen aan onderlinge toetsing;
· het verlenen van medewerking aan onderzoek en behandeling van klachten;
· het actief deelnemen in en uitvoering geven aan kwaliteitsverbeteringstra- jecten;
· het volgen van geaccrediteerde bij- en nascholing;
· het verzorgen van patiënten begeleiding;
· het participeren in de coördinatie van medisch specialistische zorg;
· bijdragen aan een toereikende documentatie van het zorgproces;
· het deelnemen aan de evaluatie van het individueel functioneren van de medisch; specialist onder verantwoordelijkheid van de medisch staf (IFMS);
· het melden van fouten, ongevallen en near accidents aan de FONA com- missie;
· het melden van incidenten aan de Meldingscommissie Incidenten Patiën- tenzorg (MIP);
· het hebben van een reglement disfunctionerend medisch specialist.
Artikel 9.3.4 Functioneren medisch specialist
Het functioneren van de medisch specialist wordt periodiek geëvalueerd onder andere aan de hand van de randvoorwaarden en toetsingscriteria van IFMS.
Artikel 9.3.5 Medisch onderzoek, keuring(en) en controles
1. De medisch specialist werkt mee aan een, door het bestuur met redenen om- kleed, in het kader van de functievervulling noodzakelijk geacht (periodiek) me- disch onderzoek of keuring/ controles.
2. Het bestuur kan in overleg met de medische staf nadere regels stellen ter uit- voering van het (periodiek) medisch onderzoek, keuring alsmede controles.
Artikel 9.3.6 Samenwerking en continuïteit
1. Het bestuur en de medisch specialist dragen verantwoordelijkheid voor de con- tinuïteit van de patiëntenzorg in het ziekenhuis.
2. Het bestuur draagt tijdens de onvoorzienbare afwezigheid van de medisch spe- cialist, wegens ziekte of verlof, zorg voor de continuïteit van de patiëntenzorg.
3. De medisch specialist stemt, indien zich knelpunten voordoen in de continuïteit van de patiëntenzorg, af met het bestuur over productie, kwaliteit en beschik- baarheid.
4. De medisch specialist draagt zorg voor de goede verhouding, collegialiteit en teamgeest binnen de organisatorische eenheid.
5. Het bestuur en de medisch specialist vullen de verantwoordelijkheid voor sa- menwerking en continuïteit in, door in ieder geval over de navolgende onder- werpen met de medische staf en/of de VMSD (nadere) regelingen overeen te komen:
· de kaders ten aanzien van de continuïteit van de zorg;
· de kaders ten aanzien van de waarneming met in achtneming van de bepa- lingen in artikel 3.3.4;
· de overeenkomsten van medisch specialisten met andere hulpverleners die verband houden met de door de medisch specialist in het ziekenhuis uitge- oefende functie.
Artikel 9.3.7 Veilig en Gezond werken
1. Bij het maken van de jaarlijkse afspraken over het zorgaanbod en productie in artikel 9.4.3 lid 2 wordt veilig en gezond werken en de daarmee samenhangende bepalingen over arbeidsduur uit artikel 2.1 en 2.2 en hoofdstuk 5 als uitgangs- punt genomen. Het bestuur en organisatorische eenheid maken hierbij afspra- ken over de inzet van de beschikbare formatie.
2. De organisatorische eenheid is de eerstverantwoordelijke voor het opstellen van de (diensten)roosters. Dat gebeurt door rekening te houden met:
· ruimte voor hersteltijd;
· balans tussen dienstenfrequentie en dienstenzwaarte; - balans tussen werk- tijd, diensten en vrije tijd; - principes van gezond roosteren.
3. Bij het opstellen van de roosters kan de organisatorische eenheid gebruikmaken van de kaderstellende uitgangspunten over gezond roosteren zoals opgenomen in bijlage III.
4. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor het roosteren in het ziekenhuis op ba- sis van de principes veilig en gezond werken.
5. Voorafgaand aan contractering met de zorgverzekeraars maken het bestuur en de VMSD en/of de organisatorische eenheid gezamenlijke afspraken over de productie die moet passen bij de daarvoor beschikbare formatie. Indien meer productie gecontracteerd wordt dan met de daarvoor beschikbare formatie te realiseren is, zal meer of andere passende formatie worden aangetrokken.
6. Elke drie maanden, en zoveel eerder als daar reden voor is, evalueren bestuur en organisatorische eenheid de gemaakte afspraken. Indien er knelpunten voorko- men, worden oplossingen gezocht en de gemaakte afspraken aangepast zodat de structurele overschrijding van de arbeidsduur wordt teruggebracht.
Artikel 9.3.8 Woongebied en verblijfplaats
Het bestuur stelt in overleg met de medische staf nadere regels vast ten behoeve van het woongebied of verblijfplaats, met dien verstande dat de medisch specialist in relatie tot de functie en werkzaamheden bij spoedgevallen binnen verantwoor- de tijd in het ziekenhuis aanwezig zal zijn.
9.4 Ziekenhuisorganisatie en informatie
Artikel 9.4.1 Strategisch ziekenhuisbeleid, zorginhoudelijk- en financieel kader
1. Het bestuur en de medische staf streven naar het bereiken van consensus over het strategisch ziekenhuisbeleid.
2. Indien onderdelen met betrekking tot het strategisch ziekenhuisbeleid in overwe- gende mate betrekking hebben op een te onderscheiden groep van medisch spe- cialisten in dienstverband, wordt hierbij gestreefd naar consensus met de VMSD.
3. Het bestuur stelt jaarlijks de uitgangspunten van het financieel en organisato- risch kader vast. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de medische staf aangegeven zorginhoudelijk kader en advies. Medisch specia- listen zijn hieraan gebonden.
4. Het financieel en organisatorisch kader kan, indien zich omstandigheden voor- doen die daartoe aanleiding geven, tussentijds worden bijgesteld of gewijzigd. Het bestuur gaat hierover tijdig in overleg met de medische staf of VMSD.
5. Het bestuur stelt na overleg met de medische staf of VMSD, in ieder geval (nadere) regelingen vast ten aanzien van de (procedure tot) vaststelling van de financiële en organisatorische kaders van de organisatorische eenheid. Deze procedure bevat eveneens een procedure voor intern budgetoverleg en budgetbewaking.
Artikel 9.4.2 Bijdrage aan de ziekenhuisorganisatie
1. De medisch specialist levert zijn bijdrage aan de algemene en op zijn specialis- me en/of organisatorische eenheid gerichte beleids- en organisatieontwikkeling, procesontwikkeling, medisch professionele ontwikkeling en relatiebeheer.
2. De medisch specialist bouwt en onderhoudt een relatienetwerk van zorgverle- ners zowel binnen als buiten het ziekenhuis om zo de voorwaarden te scheppen voor effectieve behandeling, eventuele (door)verwijzing en samenwerking.
3. De medisch specialist participeert, voor zover van toepassing, in activiteiten die niet de directe patiëntenzorg betreffen, zoals het onderwijs aan studenten, het bijdragen aan de opleiding van aios, het (mede) verrichten van wetenschappelijk onderzoek en andere taken die redelijkerwijs tot de verantwoordelijkheid van de medisch specialist kunnen worden gerekend en die in overleg met de medische staf door het bestuur worden vastgesteld.
4. De medisch specialist participeert voorts in de opleiding en de bij- en nascho- ling van het ziekenhuispersoneel.
5. Het bestuur komt in ieder geval over de navolgende onderwerpen met de medi- sche staf of VMSD (nadere) regelingen overeen:
· de bijdrage(n) van de organisatorische eenheid waarvan de medisch spe-
cialist deel uitmaakt, ten aanzien van respectievelijk de bedrijfsvoering, het ziekenhuisbeleid, het medisch beleid dan wel het beleid in het kader van de kwaliteit van zorg, alsmede de daarvoor geldende procedures;
· de participatie van een staflid in organen binnen het ziekenhuis;
· het verrichten van klinisch wetenschappelijk en/of experimenteel onder- zoek, alsmede de daarvoor geldende procedures.
Artikel 9.4.3 Zorgprofiel en productieafspraken
1. Het bestuur en medisch specialist zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een zo concurrerend mogelijk zorgaanbod.
2. Het bestuur en de medisch specialist/organisatorische eenheid maken afspra- ken over het zorgaanbod, waaronder de soorten, aantallen en kwaliteit van te leveren zorgprestaties. Indien en voor zover geen productieafspraken tot stand komen neemt de medisch specialist het productiekader in acht.
3. De medisch specialist maakt middels een afvaardiging vanuit de VMSD deel uit van de onderhandelingsdelegatie van het ziekenhuis voor het overleg met de zorgverzekeraar(s) over jaarlijkse productie-, kwaliteits- en prijsafspraken.
4. In afstemming met de medische staf stelt het bestuur, met inachtneming van het meerjarige medische beleidsplan en het strategische ziekenhuisbeleidsplan, het zorgprofiel van het ziekenhuis en de doelstellingen betreffende het volume, de kwaliteit en de prijs vast, waarbij wordt gestreefd naar consensus. Dit vormt de basis voor de onderhandelingen tussen het bestuur en de zorgverzekeraars over de omvang van de jaarlijks door het ziekenhuis te leveren zorg en over de financiering daarvan.
Artikel 9.4.4 Budget Organisatorische Eenheden
1. Voor medisch specialisten in dienstverband is er een budget beschikbaar om de verantwoordelijkheid van de organisatorische eenheid bij de verdeling en in- richting van het werk materieel vorm te geven. Het bestuur en de VMSD maken gezamenlijk afspraken over verdeling van het budget over de organisatorische eenheden.
2. Het budget is als volgt opgebouwd:
a. De hoogte van het geïndexeerde budget is gelijk aan de omvang van de uitgekeerde complementaire toeslag voor opleidingsverantwoordelijkheid, complementaire toeslag voor manager I of manager II en dervingstoeslag A in 2015 vermeerderd met de vakantietoeslag.
b. Vanaf 1 januari 2018 wordt, ten behoeve van onder meer levensfasebewust personeelsbeleid, het budget verhoogd met de materiele waarde van de to- tale Variflexregeling op 31 december 2015. De waarde van de afzonderlijke modules is opgenomen in bijlage IIc.
3. De waarde van de individuele aanspraken op grond van de overgangsregeling Variflex, als bedoeld in artikel 6.1 lid 3 komen ten laste van het budget.
4. Het budget wordt gelijktijdig en op gelijke wijze met de aanpassing van de sala- ristabel uit de AMS geïndexeerd.
5. Het budget kan worden verhoogd, indien tussen bestuur en VMSD afspraken zijn gemaakt over extra te leveren bijdragen en de opbrengsten daarvan voor het
ziekenhuis, zoals afspraken over patiëntwaarde, efficiency, kwaliteitsverbetering, zorgvernieuwing en samenwerking tussen 1e en 2e lijn.
6. Indien een medisch specialist gedurende het kalenderjaar in dienst of uit dienst treedt, blijft zowel de hoogte van het budget als de verdeling over de organisa- torische eenheden in beginsel ongewijzigd.
7. Het budget kan in overleg tussen bestuur en VMSD tussentijds worden bijgesteld, indien er majeure wijzigingen, bijvoorbeeld fusie, uitbreiding of krimp, optreden.
8. De medisch specialisten binnen een organisatorische eenheid maken onderling afspraken over de verdeling van het toegekende budget aan de individuele me- disch specialisten binnen de organisatorische eenheid. Leidend voor de verde- ling van het beschikbare budget is onder meer de bijdrage die elk lid levert aan het geheel aan activiteiten van de organisatorische eenheid.
9. Indien de medisch specialisten van de organisatorische eenheid het niet eens worden over een onderlinge verdeling dan kan de organisatorische eenheid hiervoor een mediator inschakelen. De kosten hiervan komen ten laste van het beschikbare budget van de eenheid. Leidt inzet van een mediator ook niet tot consensus, dan besluiten bestuur en VMSD, de organisatorische eenheid ge- hoord hebbende, over verdeling van het budget.
10. De organisatorische eenheid informeert het bestuur over afspraken die binnen de organisatorische eenheid zijn gemaakt over de verdeling van het toegekende budget over de individuele medisch specialisten van de eenheid.
11. Het bestuur kent het budget toe aan de individuele medisch specialist op basis van de afspraken als bedoeld in het vorige lid.
Artikel 9.4.5 Inzicht in productie, omzet en kostprijs
1. De medisch specialist is, binnen zijn beïnvloedingsfeer, verantwoordelijk voor productievolume, omzet, doelmatige inzet van middelen en capaciteit en een goede voorbereiding van onderhandelingen met zorgverzekeraars.
2. Het bestuur draagt hiertoe zorg voor een voldoende adequaat managementin- formatiesysteem.
3. Het bestuur verschaft de organisatorische eenheid en de VMSD tenminste eens per drie maanden een actueel overzicht van de omzetontwikkeling (inclusief onderhandenwerk) en van de kostenontwikkeling van de organisatorische een- heid alsmede die van het ziekenhuis. De omzetontwikkeling wordt vergeleken met eventuele plafondafspraken zodat een dreigende over- of onderschrijding van de plafondafspraken tijdig kan worden gesignaleerd.
4. Het bestuur verschaft de organisatorische eenheid tenminste eens per maand een actueel overzicht van de productiecijfers van de organisatorische eenheid alsmede die van het ziekenhuis en vergelijkt deze met het productiekader zodat een dreigende over- of onderschrijding van de productieafspraken tijdig kan worden gesignaleerd.
Artikel 9.4.6 Middelen
1. Het bestuur stelt naast benodigd personeel eveneens instrumentele en ruimte- lijke voorzieningen beschikbaar die in een zodanige staat worden gehouden dat in ieder geval wordt voldaan aan de eisen van technische behoeften, bedrijfsze- kerheid en de professionele standaard.
2. Het bestuur draagt zorg voor de benodigde scholing, organisatorische kaders, structuren en systemen die benodigd zijn voor een adequate professionele be- roepsuitoefening.
3. De medisch specialist is gehouden op passende en kosteneffectieve wijze ge- bruik te maken van de beschikbare middelen en bij te dragen aan een efficiënte bedrijfsvoering van het ziekenhuis.
4. De organisatorische eenheid draagt ertoe bij dat vastgestelde interne budgetten niet worden overschreden door bij de werkzaamheden rekening te houden met de financiële kaders.
5. Het bestuur en de medisch specialist vullen de verantwoordelijkheid voor mid- delen in door in ieder geval over de navolgende onderwerpen met de medische staf en/of met de VMSD (nadere) regelingen overeen te komen:
· de procedure voor werving en selectie van medisch specialisten;
· de procedure om tot (wijziging van) de formatie van medisch specialisten in het ziekenhuis te komen, waaronder begrepen de (omvang van) de toelating of het dienstverband;
· de aard en de omvang van door het ziekenhuis aan de medisch specialist ter
beschikking gestelde voorzieningen/middelen;
· het doelmatig verlenen van de medisch-specialistische zorg in het ziekenhuis.
Artikel 9.4.7 Informatie en verantwoording door het bestuur
1. Het bestuur legt via de medische staf periodiek algemene en waar nodig bijzondere verantwoording af over de kwantiteit en de kwaliteit van de door het ziekenhuis ge- leverde zorg, van de bestuurlijke voortgang in het ziekenhuis en de naleving van de vigerende governancecode. De medische staf wordt door het bestuur in ieder geval geïnformeerd en geraadpleegd over de volgende onderwerpen:
· de vaststelling of wijziging van de missie, doelstelling of grondslag van de
zorgorganisatie;
· de hoofdlijnen van het strategisch beleid van de zorgorganisatie als maat- schappelijke onderneming;
· het overdragen van de zeggenschap over de zorgorganisatie of over een belangrijk onderdeel daarvan en over besluiten tot fusie of tot het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking met een (zorg)organisatie;
· de opheffing of een belangrijke inkrimping dan wel belangrijke uitbreiding
van de werkzaamheden van de zorgorganisatie;
· de besluiten tot concentratie of deconcentratie van de zorgorganisatie res- pectievelijk structurele sluiting van afdelingen, dependances of locaties;
· de systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van de te verlenen zorg.
2. Het bestuur reageert daarnaast tijdig op door de medisch specialist gesignaleer- de knelpunten ten aanzien van het toepassen van richtlijnen en protocollen in de ziekenhuisorganisatie en ten aanzien van de door het ziekenhuis ter beschik- king gestelde faciliteiten via de medische staf.
3. Het bestuur informeert de medische staf over procedures/vorderingen ter zake van de (organisatie van de) patiëntenzorg, die tegen het ziekenhuis zijn ingesteld en de naar aanleiding daarvan gewezen vonnissen c.q. beslissingen.
Artikel 9.4.8 Aanwijzingsbevoegdheid
1. Het bestuur kan aanwijzingen aan de medisch specialist geven over de kwaliteit en veiligheid en de organisatie van de zorg. Het bestuur streeft hierbij naar con- sensus met de medische staf en, indien van toepassing, met de betrokken orga- nisatorische eenheid.
2. De aanwijzing van het bestuur hebben geen betrekking op de medisch inhoude- lijke zorg aan de individuele patiënt en treden niet in de professionele autono- mie van de medisch specialist.
3. Het bestuur deelt zijn aanwijzing schriftelijk mee of bevestigt deze aanwijzing schriftelijk binnen 24 uur na mondelinge mededeling onder vermelding van de aan de aanwijzing ten grondslag liggende redenen.
4. De medisch specialist neemt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden de aan- wijzing van het bestuur in acht.
5. De medisch specialist die zich niet met een gegeven aanwijzing kan verenigen kan na verzending van de schriftelijke mededeling als bedoeld in lid 3 beroep instellen bij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. Het beroep schorst de aanwijzing niet.
Artikel 9.4.9 Informatie en verantwoording door de medisch specialist
1. Gelet op de eindverantwoordelijkheid van het bestuur voor de in het ziekenhuis verleende zorg, legt de organisatorische eenheid elke drie maanden verant- woording af over de kwantiteit en de kwaliteit van de geleverde medisch speci- alistische zorg en over de overige met de beroepsuitoefening samenhangende activiteiten. De organisatorische eenheid verschaft daartoe de benodigde gege- vens overeenkomstig een daartoe door het bestuur in overleg met de medische staf vastgesteld informatieprotocol.
2. Het informatieprotocol bevat in ieder geval:
· de soorten en aantallen van de door de medisch specialist verrichte zorg- prestaties;
· de resultaten van door medisch specialist verrichte behandelingen;
· een opgave van de soorten en aantallen van daarbij opgetreden complica- ties;
· een overzicht van de nakoming van de voor de medisch specialist geldende administratieve verplichtingen;
· de door de medisch specialist gevolgde en afgesproken bij- en nascholing;
· alle mutaties in de wetenschappelijke registratie en/of herregistratie van de medisch specialist;
· afschriften van de rapporten van kwaliteitsvisitaties die (mede) de medisch specialist betreffen;
· afschriften van de rapporten van visitatie van de opleiding waaraan de me- disch specialist participeert;
· de deelname aan de evaluatie van het individueel functioneren van de me- disch specialist onder verantwoordelijkheid van de medische staf (IFMS);
· zijn deelname aan overige met de beroepsuitoefening samenhangende ac- tiviteiten;
· gesignaleerde knelpunten ten aanzien van het toepassen van richtlijnen en protocollen in de medische specialistische praktijk;
· gesignaleerde knelpunten ten aanzien van de door het ziekenhuis ter be- schikking gestelde faciliteiten;
· de resultaten van de (mede) op de medisch specialist betrekking hebbende patiënt tevredenheidsonderzoeken;
· de resultaten van de (mede) op de medisch specialist betrekking hebbende personeelstevredenheidsonderzoeken;
· de (mede) met betrekking tot de medisch specialist binnen gekomen klach- ten;
· de gemelde incidenten waarbij de medisch specialist betrokken is;
· alle procedures van civiel-, straf- of tuchtrechtelijke aard betreffende de beroepsuitoefening waarbij de medisch specialist betrokken is;
· de stand van zaken in alle geplande, in gang gezette en voltooide verbeter- acties.
3. Het bestuur en de medische staf bespreken elke drie maanden de uit het infor- matieprotocol voortkomende resultaten.
Artikel 9.4.10 Registratie en informatie
1. De medisch specialist registreert alle handelingen in de praktijkvoering die van invloed zijn op het behandelproces van de patiënt, de bedrijfsvoering van de organisatie en de verantwoording daarover binnen de eisen die het bestuur daar aan stelt.
2. De medisch specialist zorgt voor correcte vastlegging van zijn werkzaamheden door:
· te (laten) registreren op basis van de geldende regels in de WGBO
· te (laten) registreren op basis van geldende richtlijnen van de NZa en DBC onderhoud;
· te (laten) registreren in overeenstemming met de inrichting van de adminis- tratieve organisatie en interne controle binnen het ziekenhuis.
3. De medisch specialist maakt gebruik van de in het ziekenhuis geïmplementeer- de administratieve en organisatorische systemen met inachtneming van de in- terne administratievoorschriften.
4. De medische staf of VMSD is nauw betrokken bij de aanwijzing van administra- tieve en organisatorische systemen door het bestuur.
5. Het bestuur en de medische staf of VMSD komen (nadere) regelingen overeen over:
· een regeling over toepasselijkheid kaderregeling AO/IC;
· het informatiebeheer in de zorgverlening;
· een regeling gegevensaanlevering Minimale Data Set (MDS).
50 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
Bijlage I Functieprofiel Medisch Specialist
A. Plaats in de organisatie
Het werkzaam zijn binnen kaders door het bestuur gesteld, in relatie tot het dra- gen van de eigen professionele verantwoordelijkheid voor de beroepsuitoefening van de medisch specialist.
B. Inhoud van de functie
Het diagnosticeren, behandelen en adviseren over de behandeling en/of alle an- dere verrichtingen van patiënten, alsmede het verrichten van klinisch wetenschap- pelijk en/of experimenteel onderzoek. Daarnaast het toezien op het (laten) ver- richten van onderzoek, diagnostiek en behandeling, alsmede het bijdragen aan de ontwikkeling van het medische specialisme en de organisatie om binnen vigerende afspraken en binnen de vigerende professionele standaard, het goed functioneren van het geïntegreerd medisch specialistisch bedrijf te realiseren, zodat doeltreffen- de, doelmatige en patiëntgerichte zorg wordt verleend.
C. Functieaspecten
1. Curatieve zorg
(Laten) diagnosticeren en/of behandelen en/ of adviseren over de behandeling van patiënten, gericht op totstandkoming en uitvoering van het (poli- en/of) klinisch behandelplan dan wel substitutiemogelijkheden, met inachtneming van (wettelij- ke) kaders en criteria voor het verlenen van doeltreffende, doelmatige, kwalitatief verantwoorde en patiëntgerichte zorg. Het stellen van prioriteiten binnen de werk- zaamheden. Het creëren en/of in stand houden van een goed behandelklimaat.
Het (mede) zorg dragen voor de continuïteit van de diagnose, adviseringactivitei- ten en behandelingsactiviteiten.
2. Patiëntenvoorlichting en -begeleiding
(Laten) informeren dan wel het begeleiden van de patiënt en diens (wettelijke) ver- tegenwoordiger(s) conform de daartoe geldende (wettelijke) voorschriften over het onderzoek en/of behandelplan om hen een juist en adequaat beeld te geven van de aard en duur van de voorgestelde behandeling en de daaraan eventueel verbonden gevolgen.
3. Geneeskundig onderzoek en behandeling
Afstemmen en coördineren van (multidisciplinaire) vormen van zorg die door be- roepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verstrekt en complementair zijn aan de gegeven en/of te geven behandeling(en) om op basis van het verstrekken van informatie, advisering, afspraken en/of protocollen tot afstemming en integra- tie van behandelingsvormen te komen, zowel voor individuele patiënten als voor patiëntencategorieën. Mede hierdoor wordt een bijdrage geleverd aan een doel- treffend, doelmatig en patiëntgericht behandelingsproces. dat genezing van pa- tiënten bevordert dan wel een bijdrage levert aan het draagbaar maken van lijden van patiënten.
4. Documentatie
Registreren van alle handelingen in de praktijkvoering die van invloed zijn op het behandelproces van de patiënt, de bedrijfsvoering van de organisatie en de verant- woording daarover binnen de eisen die de organisatie en derden daaraan stellen om een administratie aan te houden.
5. Relatiebeheer
Opbouwen en onderhouden van een relatienetwerk van zorgverleners zowel bin- nen als buiten de organisatie (met onder andere verwijzers, ziekenhuizen, gespe- cialiseerde centra en verpleeghuizen) om zo de voorwaarden te scheppen voor effectieve behandeling, eventuele (door-)verwijzing en samenwerking.
51 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
6. Beleid- en organisatieontwikkeling
Het vanuit een integrale (medisch specialistische) invalshoek leveren van een structurele bijdrage aan de ontwikkeling van de zorgverlening en de organisatie door participatie in commissies, project-/werkgroepen en geïnstitutionaliseerde besluitvormingsorganen (o.a. medische staf) als deel van de reguliere planning- en control cyclus, om daarmee op basis en ten behoeve van het organisatiebeleid (het beleidsplan, waaronder het medisch beleidsplan(nen)) en bestaande financiële kaders, een inhoudelijke dan wel procedurele bijdrage te leveren aan ontwikkeling en implementatie van het medische beleid, het zorgbeleid en het kwaliteitsbeleid (o.a. protocollen, vak- en organisatieaspecten, producten/diensten). Deelnemen aan kwaliteits- en accreditatietrajecten.
7. Professionele ontwikkeling
Bijblijven bij de ‘state of the art’ in het medische specialisme door het bijhouden van ontwikkelingen en vaardigheden, uitgaande van de eisen die de organisatie en het medische specialisme stellen aan een doeltreffende, doelmatige, kwalitatief verantwoorde en patiëntgerichte zorg, zodat in de beroepsuitoefening sprake is van integratie van actuele technieken, vaardigheden en methoden in relatie tot de patiëntgerichte zorg.
Initiërende activiteiten in het kader van het medische specialisme, het participeren in onderzoek in het kader van projecten in regionaal, landelijk en/of universitair verband, het verlenen van landelijk en regionaal advies en bijstand aan vakgenoten door middel van lezingen en publicaties alsmede door deelname aan organen/ colleges en commissies, kunnen in overleg met de werkgever deel uitmaken van de functie, een en ander binnen de mogelijkheden van de organisatie en de over- eengekomen arbeidsvoorwaarden.
8. Opleiding
Bijdragen aan de professionele ontwikkeling van anderen (onder andere coassis- tenten, assistent geneeskundigen (niet) in opleiding, verpleegkundigen, medisch hulppersoneel en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg), binnen de mogelijkheden van de organisatie en conform de ‘state of the art’ betreffende
het medische specialisme alsmede de overeengekomen arbeidsvoorwaarden. Het geven van aanwijzingen aan behandelaars, beroepsbeoefenaren en medewerkers in de gezondheidszorg. In dit kader zorg dragen voor schriftelijke instructies en/of protocollen.
52 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
Bijlage Ia Voorbeeld arbeidsovereenkomst (artikel 1.3 AMS)
De ondergetekenden:
1. ……………………………………………………………………………………………...*, gevestigd aan de………
…………………………………………………………………….
te ......…………………………………….., no. ……………… postcode… ,
verder te noemen de werkgever en ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
**…………………………………………………………………………………………….,
* Naam en eventuele rechtsvorm van werkgever, zoals deze luidt volgens de statuten
** Naam en functie van betrokkene(n)
en
2. , geboren
te……………………………………………………….., op……................ 19 ..…, wonende aan de……
………………………………………………………………………… te , no.
……………. .postcode , verder te noemen de medisch specialist,
komen als volgt overeen:
Artikel 1 – Dienstverband
De medisch specialist treedt met ingang van
........................................................................20........……
in dienst van werkgever in de functie van medisch specialist in het specialis- me… ,
overeenkomstig het functieprofiel medisch specialist (Bijlage I AMS). De individuele uitwerking van het functieprofiel medisch specialist kan in de vorm van een nadere taakomschrijving worden aangehecht aan deze overeenkomst.
Artikel 2 – Duur en aard arbeidsovereenkomst en toepasselijkheid AMS
1. Deze arbeidsovereenkomst is/wordt aangegaan voor onbepaalde/bepaalde* tijd.
2. Op deze arbeidsovereenkomst is de arbeidsvoorwaardenregeling medisch spe- cialisten (AMS) van toepassing.
* Doorhalen hetgeen niet van toepassing is.
** Bij bepaalde tijd dient tijdsduur of reden te worden opgenomen.
Artikel 3 – Proeftijd *
De eerste… maand(en) van de arbeidsovereenkomst gelden als proeftijd als be-
doeld in
de artikelen 7:652 en 7:676 van het Burgerlijk Wetboek.
* Voor toepassing en lengte proeftijd zie BW.
** Dit artikel is niet van toepassing in de situatie dat de medisch specialist overgaat van vrij beroep naar dienstverband met dezelfde instelling.
Artikel 4 – Arbeidsduur en plaats
1. De arbeidsduur bedraagt gemiddeld. uren per week, exclusief de uren arbeid tijdens de avond-, nacht- of weekenddiensten.
2. De medisch specialist zal werkzaam zijn op de locatie(s) ……………………………………
Artikel 5 – Salaris
Het salaris van de medisch specialist wordt afgeleid van trede Het voltijd sa-
xxxxx bedraagt met ingang van deze arbeidsovereenkomst en met in acht name van artikel 3.1.2. AMS, € …………..,……per maand conform de salaristabel Bijlage II AMS.
* Voor de in deeltijd werkzame medisch specialist geldt een naar rato bedrag.
0
53 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
Artikel 6 – Inconveniënten- of roostertoeslagen
1. Voor de medisch specialist geldt voor de frequentie van avond-, nacht-, en weekenddiensten met ingang van ................ 20 .... een percentage van ........
2. Voor de medisch specialist geldt voor de intensiteit avond-, nacht-, en week- enddiensten met ingang van ................ 20 .... een percentage van ........
3. De toeslagen zoals opgenomen in lid 1 en 2 kunnen worden aangepast op grond van artikel 3.3.2 AMS.
4. De in deeltijd werkzame medisch specialist neemt wel/niet* volledig deel aan de avond-, nacht-, en weekenddiensten.
5. Voor de medisch specialist geldt wel/niet* een roostertoeslag van …. % als be- doeld in artikel 3.3.3 AMS.
* Doorhalen hetgeen niet van toepassing is.
Artikel 7 – Vakantie- en bij- en nascholingsverlof
1. De medisch specialist heeft jaarlijks recht op… dagen vakantieverlof, wat over-
eenkomst met… uur, conform artikel 4.2 AMS*.
2. De medisch specialist heeft jaarlijks recht op… dagen bij- en nascholingsverlof,
wat overeenkomt met… uur, conform artikel 4.5 AMS*.
* Voor de in deeltijd werkzame medisch specialist geldt een naar rato toekenning.
Artikel 8 – Pensioen
De medisch specialist neemt deel aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), conform artikel 3.1.6 AMS. De werkgever draagt zorg voor aanmelding bij het PFZW en houdt het werknemersdeel van de pensioenpremie in op het salaris van de medisch specialist.
Artikel 9 – Nevenwerkzaamheden*
De medisch specialist heeft toestemming verkregen voor de volgende nevenfunc- tie(s) en/of nevenwerkzaamheden: ……………………………………………………………………….........
......................................
…………………………………………………………………………………………………….., waarbij de volgende voorwaarden en/of afspraken van toepassing zijn: ……………………………………...................
.............................................…………………………………………………………………………………………………
……...........................................................………………………………………………………………………………
………………………...........................................................
* Indien van toepassing.
Artikel 10 – Woongebied
De medisch specialist zal, met in acht name van artikel 9.3.8. AMS, wel/niet * ver- huizen naar het voor de instelling in overleg met de medische staf vastgestelde woongebied.
* Doorhalen wat niet van toepassing is.
Artikel 11 – Opzegtermijn
1. De opzegtermijn bedraagt …… maanden*.
2. De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk tegen het einde van de maand opgezegd**.
* Zie artikel 1.3 lid 5 AMS.
** Zie artikel 1.6 lid 2 AMS.
Artikel 12 – Toepasselijke regelgeving
De medisch specialist heeft van de werkgever ontvangen:
1. een exemplaar van de integrale regeling AMS;
2. een exemplaar van het pensioenreglement van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn;
3. de statuten van de Medische staf en VMSD*;
4. een exemplaar van het overeengekomen kwaliteits- en veiligheidsbeleid; en verklaart met de inhoud van deze regelingen, voor zover van toepassing, zoals zij luiden of zullen komen te luiden, akkoord te gaan.
* VMSD ingeval deze vereniging aanwezig is binnen de instelling.
54 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
Artikel 13 – Geschillenbeslechting
De beslechting van geschillen uit deze arbeidsovereenkomst vindt plaats door het Scheidsgerecht Gezondheidszorg tenzij ten tijde van het geschil tussen werkgever en medisch specialist wordt overeengekomen een beroep te doen op de civiele rechter.
* Zie artikel 7.2.3 AMS
Artikel 14 – Overige arbeidsvoorwaarden
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend te
……………………………………… de ..............……. 20 ...…
De werkgever, De medisch specialist,
.................................................. ........................................................
55 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
Bijlage II Salaristabel in euro per maand
Salaristabellen medisch specialisten 2023-2025
Salarisbedragen in euro per uur en per maand
1-2-2023 | 1-12-2023 | 1-6-2024 | ||||
Treden | Per uur | Per maand | Per uur | Per maand | Per uur | Per maand |
0 | 38,75 | 7.555 | 40,28 | 7.855 | 42,01 | 8.192 |
1 | 43,55 | 8.493 | 45,09 | 8.793 | 46,92 | 9.149 |
2 | 48,64 | 9.485 | 50,18 | 9.785 | 52,11 | 10.160 |
3 | 53,74 | 10.480 | 55,28 | 10.780 | 57,31 | 11.175 |
4 | 58,84 | 11.474 | 60,38 | 11.774 | 62,51 | 12.190 |
5 | 63,95 | 12.469 | 65,48 | 12.769 | 67,72 | 13.205 |
6 | 69,05 | 13.464 | 70,59 | 13.764 | 72,92 | 14.219 |
NVZ Werkgeverszaken, 2024
56 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
Bijlage IIb Budget functiegebonden kosten
Budget functiegeboden kosten (artikel 3.4.3 lid 2)
Per 1 januari 2022 € 6.475,-
Per 1 januari 2023 € 7.123,-
Per 1 januari 2024 € 7.401,-
57 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
Bijlage IIc Waarde Variflexmodules
Per 1 januari 2018 is de waarde van de Variflex op instellingsniveau toegevoegd
aan het Budget Organisatorische Eenheden (artikel 9.4.4. lid 1).
De waarde van de Variflex op instellingsniveau wordt berekend door de onder- staande waarden te vermenigvuldigen met het aantal medisch specialisten dat op 31 december 2015 gebruik maakte van de Variflexregeling.
De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op medisch specialisten met een vol- tijd dienst- verband. Voor deeltijders geldt de onderstaande waarde naar rato. De waarde wordt telkens geïndexeerd met de salarisverhogingen. In de onderstaande tabel is de loonindexatie van juli 2017 al verwerkt.
Waarde Variflexmodules per 1 januari 2018
Module | Waarde Variflex modules per 1 januari 2018 | |
A | Waarde individuele dervingstoeslag | |
B | 55-59 jaar | € 7.586 |
60+ jaar | € 15.172 | |
C | 55-59 jaar | € 4.668 |
60+ jaar | € 7.002 |
58 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
Bijlage III Kaderstellende uitgangspunten veilig en gezond werken
In deze bijlage vindt u kaderstellende uitgangspunten, die u direct kunt toepassen bij het opstellen van een veilig en gezond rooster voor medisch specialisten. Ook kunnen deze kaders worden gebruikt voor het goede gesprek, zijnde onderdeel van het MKSA van Hoofdstuk 5.
Voor achtergronden bij deze uitgangspunten verwijzen wij u naar de uitgebreide handreiking “Met zorg roosteren”.
Xxxxxxx over werkzaamheden, roosterontwikkeling en evaluatie
· De organisatorische eenheid en het bestuur maken jaarlijks afspraken over de inzet van de beschikbare capaciteit voor:
- patiëntgebonden taken (productie);
- opleiding (xxx xxxx, anios en coassistenten);
- onderzoek;
- management;
- overige activiteiten gebonden aan de organisatorische eenheid en de een- heid overstijgende organisatie-brede activiteiten.
· Uitgangspunt is dat de hoeveelheid werk in overeenstemming is met de be-
schikbare capaciteit.
· Op basis van de gemaakte afspraken tussen organisatorische eenheid en het bestuur maakt de organisatorische eenheid een passend rooster voor de me- disch specialisten in de organisatorische eenheid. Bij het opstellen van dit roos- ter worden uitgangspunten voor gezond roosteren zoals vermeld in deze bijlage gehanteerd. Het bestuur is verantwoordelijk voor het creëren van de juiste rand- voorwaarden bij het gezond roosteren.
· Elke drie maanden, en zoveel eerder als daar dringende redenen voor zijn,
evalueren de organisatorische eenheid en het bestuur de gemaakte afspraken. Indien er knelpunten voorkomen worden daar oplossingen voor gezocht en de gemaakte afspraken aangepast.
Kaderstellende uitgangspunten bij het roosteren
Bij het roosteren, is vooral de hersteltijd na diensten van belang. De benodigde hersteltijd na een dienst is afhankelijk van de belasting van die betreffende dienst. De belasting van een bereikbaarheidsdienst (nacht)dienst wordt bepaald door het aantal oproepen en/of het aantal uur dat wordt gewerkt tijdens de dienst en het aantal uren dat tijdens, voor en na de dienst kan worden geslapen. De hersteltijd die de meeste aandacht verdient, is de hersteltijd na een bereikbaarheidsdienst tijdens de nacht die wordt gevolgd door een dagdienst.
· Uitgangspunt is dat de hoeveelheid werk in overeenstemming is met de be- schikbare capaci
· Leveren één of meerdere bereikbaarheidsdiensten in de nacht structureel een grote belasting (dus veel uren werk) op dat hersteltijd direct nodig is? Plan dan aansluitend aan de betreffende dienst vrij of houd hier rekening mee bij het plannen van de soort werkzaamheden.
· Leveren één of meerdere nachtdiensten regelmatig een grote belasting op dat
hersteltijd direct nodig is? Plan dan aansluitend aan de betreffende dienst werk- zaamheden in die niet- tijdgebonden zijn, zoals niet-patiëntgebonden taken.
· Leveren één of meerdere bereikbaarheidsdiensten tijdens de nacht incidenteel
een grote belasting op dat hersteltijd direct nodig is? Dan kunnen er aansluitend aan de betreffende dienst(en) tijdgebonden- of niet patiëntgebonden taken worden ingepland, waarbij dan wel rekening gehouden moet worden met het zoeken van vervanging voor een paar keer per jaar.
· Uit chronologisch oogpunt is het verstandig zo min mogelijk diensten van de-
zelfde soort achter elkaar te plannen. Een traag roulerend rooster (5 of meer diensten van dezelfde soort) leidt aan het einde van de dienstenreeks tot een
59 / Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten - AMS 2023
grote storing van het fysiologisch systeem. Plan daarom liever bijvoorbeeld snelle (1 á 2) diensten van dezelfde soort of gematigd snelle (3 á 4) diensten van dezelfde soort achter elkaar.
· Richt een rooster in op basis van het principe van voorwaarts roteren, dus niet
nachtavond- ochtend, maar bijvoorbeeld ochtend-avond-nacht.
· Rooster vaker in voor korte diensten, zodat de arbeidsbelasting per dienst rela- tief beperkt is.
· Besteed niet alleen aandacht aan herstelmomenten ná (nacht)diensten, maar ook aan herstelmomenten tijdens (nacht)diensten: houd op tijd pauzes en wissel zware werkzaamheden af met lichte werkzaamheden.
· Is de belasting structureel te hoog, dus ook buiten de diensten om (zeer lange
werkdagen of bereikbaarheidsdiensten tijdens de nacht die voor twee derde deel bestaan uit arbeid)? Pleeg dan overleg met het bestuur voor een structurele oplossing. Een oplossing kan de overstap naar een volcontinue rooster zijn.
· Houd bij het bepalen van het aantal fte rekening met:
- persoonlijke personele kenmerken als:
- ziekteverzuim;
- verlofdagen;
- bijzonder verlof;
- studiedagen
- pieken en dalen in het werkaanbod per week, maand en kwartaal;