COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE GROOTHANDEL IN VLAKGLAS, HET GLASBEWERKINGS- EN HET GLAZENIERSBEDRIJF
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE GROOTHANDEL IN VLAKGLAS, HET GLASBEWERKINGS- EN HET GLAZENIERSBEDRIJF
Paragraaf 1: Inleidende artikelen Artikel 1 Definities
Artikel 2 Duur van deze CAO
Artikel 3 Afwijking van deze CAO
Artikel 4 De Vaste Commissie
Artikel 5 Personeelsvertegenwoordiging
Artikel 6 Werkgelegenheidsbeleid
Artikel 7 Fusie en reorganisatie
Paragraaf 2: Het dienstverband en wederzijdse verplichtingen Artikel 8 Begin en einde van het dienstverband
Artikel 9 Verplichtingen van de werknemer Artikel 10 Verplichtingen van de werkgever Artikel 11 Verplichtingen van de vakverenigingen Artikel 11A Veiligheid
Paragraaf 3: Salaris en andere betalingen Artikel 12 Indeling van de werknemers
Artikel 13 Lonen
Artikel 14 Betaling bij waarneming hogere functie
Artikel 15 Winstuitkering
Artikel 16 Betaling van overwerk en zon- en feestdagen
Artikel 17 Ploegendienst en consignatie
Artikel 18 Vakantietoeslag
Artikel 19 Vergoeding voor onkosten en reisuren
Paragraaf 4: Arbeidstijden, arbeidsduur, vakantie en geoorloofd verzuim Artikel 20 Arbeidsduur en arbeidstijden
Artikel 21 Feestdagen
Artikel 22 Piekweken / Tijd voor tijd
Artikel 23 (vervallen)
Artikel 24 Vakantierechten
Artikel 25 Geoorloofd verzuim met behoud van loon
Paragraaf 5: Sociaal beleid en opleiding
Artikel 26 Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid en overlijden
Artikel 27 Terugdringing ziekteverzuim
Artikel 28 Ouderenbeleid
Paragraaf 6: Pensioen en onwerkbaar weer
Artikel 29 Pensioen, prepensioen en ANW-hiaat
Artikel 30 Onwerkbaar weer
Artikel 31 Onwerkbaar weer en vorst
Protocolafspraken Bijlagen
Collectieve arbeidsovereenkomst voor de groothandel in vlakglas, het glasbewerkings- en het glazeniersbedrijf
Tussen ondergetekenden:
1. Bouwend Nederland, vakgroep glas, gevestigd te Zoetermeer als partij ter ene zijde en
2. CNV Xxxxxxxxx.xx, gevestigd te Utrecht,
3. FNV, gevestigd te Utrecht, elk als partij ter andere zijde
is de navolgende Collectieve Arbeidsovereenkomst afgesloten. ARTIKEL 1
WERKINGSSFEER
De cao geldt voor iedere natuurlijke of rechtspersoon die in een onderneming of een afdeling daarvan zich uitsluitend of in hoofdzaak bezig houdt met:
1. de groothandel in vlakglas, al dan niet in combinatie met het plaatsen van bewerkt en/of onbewerkt vlakglas; en/of
2. de bedrijfsmatige bewerking e/of verwerking van vlakglas (zoals de productie van isolerend dubbelglas, gelaagd glas en voorgespannen / gehard glas), waaronder niet begrepen het plaatsen van vlakglas; en/of
3. het vervaardigen van glas in metaal (zoals geëtst en gebrandschilderd glas).
In afwijking van bovenstaande geldt deze cao niet voor natuurlijke of rechtspersonen die lid zijn, en op 28 mei 2018 reeds lid waren van OnderhoudNL, en tevens aangesloten zijn, en op 28 mei 2018 reeds aangesloten waren, bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf ook als zij onder bovenstaande omschrijving vallen.
Een lijst van bedrijven onder de werkingssfeer van deze cao staat in Bijlage 6.
DEFINITIES
Deze overeenkomst verstaat onder:
Werkgever:
de natuurlijke of rechtspersoon die valt onder de werkingssfeer van deze cao.
Groothandel: de bedrijfsuitoefening waarbij de onderneming voor eigen rekening en risico goederen betrekt, naar behoefte in voorraad houdt dan wel in bestelling heeft, en verkoopt aan bedrijfsmatige ge- en/of verbruikers of verwerkers dan wel groot- of kleinhandelaren.
Werknemer:
Iedere werknemer die werkt bij een werkgever, met uitzondering van leidinggevend personeel.
Artikel 13 (Lonen) is niet van toepassing op toezichthoudend personeel.
De algemene loonsverhogingen, zoals vermeld in artikel 13, zijn wel van toepassing op toezichthoudend personeel.
Volwassen werknemer:
Iedere werknemer met een leeftijd van 21 jaar of ouder.
Jeugdige werknemer:
Iedere werknemer die jonger is dan 21 jaar.
Normaal loon:
Het loon dat de werknemer verdient, plus de vakantietoeslag.
Jaarinkomen:
Hieronder wordt verstaan: 12 maal het maandloon, maar zonder de vakantietoeslag. Extra uitkeringen en vergoeding voor overwerk worden voor het jaarinkomen niet meegerekend.
Levenspartner:
Onder levenspartner wordt verstaan de ongehuwde man of vrouw, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn, met wie de ongehuwde werknemer samenwoont hetgeen is vastgelegd in een notarieel verleden samenlevingscontract.
Oude situaties (d.w.z. gemeld op of voor 31.12.1999):
Onder levenspartner wordt verstaan de ongehuwde man of vrouw, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn, met wie de ongehuwde werknemer duurzaam (d.w.z. minimaal een half jaar) als een gezin samenleeft, en dit tevoren aan de werkgever gemeld heeft.
Werkrooster/Dienstrooster:
Een regeling die aangeeft op welke dagen en tussen welke tijdstippen (groepen van) werknemers hun werkzaamheden dienen te verrichten.
Vakvereniging:
elk der partijen, genoemd ter andere zijde in de aanhef van deze CAO.
ARTIKEL 2 DUUR VAN DE CAO
1. De looptijd van deze CAO is: 1 juli 2018 t/m 30 juni 2020.
2. Deze overeenkomst eindigt van rechtswege, door het verstrijken van de looptijd. Opzegging door de CAO-partijen is hiervoor niet nodig.
ARTIKEL 3 AFWIJKING VAN DEZE CAO
Als er in een bedrijf arbeidsvoorwaarden gelden die in gunstige zin afwijken van deze CAO, kunnen die niet worden afgeschaft of afgebouwd alleen met een beroep op deze CAO.
ARTIKEL 4 DE VASTE COMMISSIE
1. Instellingsbesluit
Er wordt een Vaste Commissie ingesteld, die bestaat uit vier leden. Deze commissie heeft tot taak om eenvormige toepassing van deze CAO te bevorderen, het ontstaan van geschillen over de uitleg en de toepassing te voorkomen en de naleving te beoordelen. Het secretariaat is gevestigd op het kantoor van de Vaste Commissie cao Vlakglas, postbus 2075, 2800 BE te Gouda.
2. Aanwijzing leden
De leden van de Vaste Commissie worden aangewezen voor de duur van deze overeenkomst. De partijen bij deze overeenkomst wijzen ieder twee leden aan; de vakverenigingen worden hierbij als één partij beschouwd.
3. Bindende uitleg
De uitleg die de Vaste Commissie geeft aan deze overeenkomst is bindend.
4. Regulier overleg; nakoming
De CAO-partijen komen overeen dat het reguliere overleg over deze CAO plaatsvindt tussen de leden van de Vaste Commissie. Daarbij besteden ze in het bijzonder aandacht aan de nakoming door partijen van de gemaakte CAO-afspraken.
ARTIKEL 5 PERSONEELSVERTEGENWOORDIGING
De werkgever verplicht zich tot naleving van de bestaande wettelijke regelingen op het gebied van medezeggenschap en personeelsvertegenwoordiging.
ARTIKEL 6 WERKGELEGENHEIDSBELEID
De partijen die betrokken zijn bij deze CAO zullen, als daarom wordt verzocht, overleggen over de economische toestand en de economische vooruitzichten in deze bedrijfstak, vooral als het om de werkgelegenheid gaat. Dit overleg heeft tot doel om partijen de gewenste informatie te geven over de werkgelegenheidssituatie. Zo nodig kunnen partijen gezamenlijk de werkgevers adviseren over het ter zake te voeren beleid.
ARTIKEL 7 FUSIE EN REORGANISATIE
1. Informeren van de vakverenigingen
De werkgever informeert de vakverenigingen tijdig als hij plannen voorbereidt tot reorganisatie, liquidatie of afstoting van activiteiten, als die plannen een negatieve invloed hebben op kwaliteit of kwantiteit van de werkgelegenheid, of de rechtspositie van de werknemers aantasten. De werkgever informeert de vakverenigingen hierover zodanig tijdig, dat zij de voorgenomen plannen nog kunnen beïnvloeden.
2. Overleg over bekendmaking
De werkgever overlegt met de vakverenigingen over het tijdstip en de manier waarop de voorgenomen plannen aan de werknemers worden meegedeeld.
3. Sociaal plan
De werkgever stelt in overleg met de vakverenigingen een sociaal plan op. Hierin wordt aangegeven met welke belangen van de werknemers in het bijzonder rekening moet worden gehouden, en welke maatregelen daarvoor worden genomen.
ARTIKEL 8 BEGIN EN EINDE VAN HET DIENSTVERBAND
1. Schriftelijke bevestiging
De werkgever geeft de werknemer een schriftelijke bevestiging van zijn aanstelling. In deze bevestiging is in elk geval opgenomen:
a. de datum van indiensttreding
b. de overeengekomen proeftijd
c. de functieaanduiding
d. het overeengekomen maandloon met eventuele toeslagen
e. de voor de werknemer normale arbeidsduur
2. Onbepaalde tijd
De overeenkomst wordt geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd.
3. Bepaalde tijd
In afwijking van lid 2 kunnen werkgever en werknemer schriftelijk een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangaan. De duur hiervan kan worden gekoppeld aan een kalenderdatum of een gebeurtenis. Deze overeenkomst eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen duur eindigt.
4. Verlenging
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan worden verlengd, mits de wettelijke regelingen van het BW (art 7:668A) in acht worden genomen.
5. Jeugdigen
Werkgevers spreken de intentie uit dat zij bereid zijn om, wanneer de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van jeugdigen afloopt, aan hen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden.
6. Proeftijd
Werkgever en werknemer kunnen schriftelijk een proeftijd overeenkomen waarvan de duur voor beiden gelijk is. De proeftijd kan maximaal 2 maanden duren.
7. Beëindiging
Gedurende de proeftijd kunnen werkgever en werknemer de arbeidsovereenkomst te allen tijde beëindigen.
8. Xxxx; onbepaalde tijd
Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan de schriftelijk overeengekomen proeftijd maximaal twee maanden duren.
9. Duur; bepaalde tijd
Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bedraagt de maximale proeftijd:
1. één maand bij een arbeidsovereenkomst voor korter dan twee jaar;
2. twee maanden bij een arbeidsovereenkomst voor twee jaar of langer.
3. Er is geen proeftijd bij een tijdelijk contract van zes maanden of korter.
10. Duur; bepaalde tijd zonder vaste einddatum
Als het einde van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet is gekoppeld aan een kalenderdatum, kan de proeftijd maximaal één maand duren.
11. Opzegging
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan niet tussentijds worden opgezegd, tenzij dat schriftelijk is overeengekomen. In dat geval is voor opzegging een ontslagvergunning vereist.
Voor opzegging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gelden de wettelijke regelingen, in het bijzonder artikel 672 Burgerlijk Wetboek. Ook hier geldt dat voor opzegging een ontslagvergunning is vereist.
ARTIKEL 9 VERPLICHTINGEN VAN DE WERKNEMER
1. Begintijd
De werknemer begint zijn werk stipt op de door de werkgever aangewezen tijd en plaats.
2. Eindtijd
De werknemer beëindigt of verlaat zijn werk niet zonder noodzakelijke reden vóór de door de werkgever vastgestelde tijd. De werkgever beoordeelt of er sprake is van een noodzakelijke reden.
3. Belangen van het bedrijf
De werknemer moet de belangen van het bedrijf als goede werknemer behartigen, ook als hij daartoe geen uitdrukkelijke opdracht heeft.
4. Aanwijzingen en voorschriften
De werknemer voert alle door de werkgever opgedragen opdrachten,
voor zover deze redelijkerwijze van hem kunnen worden verlangd, en voor zover verband houdend met de werkzaamheden in de onderneming, zo goed mogelijk uit. Hij neemt daarbij alle verstrekte aanwijzingen en voorschriften in acht.
5. Overtreding voorschriften
Bij overtreding van de veiligheidsvoorschriften, die door de werkgever schriftelijk moeten worden bekendgemaakt, gelden de volgende sancties:
a. bij de eerste overtreding wordt de werknemer schriftelijk gewaarschuwd;
b. bij de tweede overtreding heeft de werkgever het recht om 1 ADV-dag of 1 dag loon in te houden;
c. bij de derde overtreding heeft de werkgever het recht om 2 ADV- dagen of 2 dagen loon in te houden.
6. Werk buiten het bedrijf
Als het werk ligt binnen de grenzen van de gemeente waar het bedrijf van de werkgever gevestigd is, moet de werknemer op dezelfde tijden beginnen en eindigen als in het bedrijf zelf.
7. Werk voor een ander
Het is de werknemer niet toegestaan om betaald werk te verrichten voor een ander dan de werkgever, tenzij de werkgever hiervoor schriftelijk toestemming heeft verleend. Bij overtreding kan de werkgever de werknemer ontslaan. De bepalingen van artikel 678 Burgerlijk Wetboek (dringende reden tot ontslag voor de werkgever) blijven hierbij van kracht.
ARTIKEL 10 VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVER
1. Geen afwijking
De werkgever verplicht zich tegenover de vakverenigingen, om geen werknemer in dienst te hebben onder voorwaarden die slechter zijn dan in deze CAO vastgelegd. Parttime medewerkers worden – naar rato – gelijk behandeld als fulltime medewerkers.
2. Geen actie
De werkgever verbindt zich om tijdens de duur van deze CAO geen actie te voeren en te steunen ook niet van derden die ten doel heeft de
arbeidsvoorwaarden in deze CAO te wijzigen.
3. Naleving CAO
De werkgever verbindt zich om deze CAO te goeder trouw na te leven, en ervoor te zorgen dat iedere werknemer een exemplaar van deze CAO krijgt.
4. Fiscaliteit vakbondscontributie
Werkgever zal eenmaal per jaar – voor zover en zolang dit fiscaal mogelijk is - zijn medewerking verlenen aan vakbondsleden die de vakbondscontributie over dat jaar fiscaal vriendelijk willen laten verrekenen. Werknemers dienen middels een betalingsbewijs aan te tonen dat zij hun contributie daadwerkelijk hebben voldaan.
Tevens moet deze aanvraag voorzien zijn van het "formulier voor werknemers i.v.m. fiscaliteit vakbondscontributie" van de vakbond.
5. Collectief ontslag
De werkgever zal tijdens de duur van deze CAO geen werknemers collectief ontslaan, tenzij bijzondere omstandigheden dit nodig maken. In dat geval moet de werkgever eerst overleggen met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging en met de vakverenigingen. In dit overleg wordt vooral aandacht besteed aan de omstandigheden die volgens de werkgever het collectief ontslag nodig maken.
6. Vacaturebeleid
De werkgever moet samen met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging een actief beleid voeren om jongeren, vrouwelijke werknemers, en zo mogelijk, kwetsbare
personen zoals gehandicapten, te werk te stellen. Zo nodig treft de werkgever hiervoor voorzieningen.
7. Voorrang eigen werknemers
Bij vacatures krijgen de eigen werknemers in de onderneming bij voorrang de gelegenheid hierop te solliciteren. Vacatures zullen eerst in de onderneming bekend worden gemaakt.
8. Melding vacatures
De werkgever moet alle vacatures die relevant zijn voor de arbeidsmarkt, en die niet door interne overplaatsing kunnen worden vervuld, melden aan het desbetreffende UWV. Dit om de inzichtelijkheid van de arbeidsmarkt te bevorderen.
9. Uitzendkrachten
De werkgever kan alleen uitzendkrachten inzetten als dit nodig is voor personeelsvoorziening op korte termijn. Hij kan daarvoor alleen gebruik maken van het desbetreffende UWV. De werkgever deelt de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging mee hoeveel uitzendkrachten er worden ingezet en hoe dit aantal zich verhoudt tot het totale personeelsbestand.
10. Vertrouwensarts
De werkgever is in het kader van erkenning van het recht op eerbiediging van persoonlijke levenssfeer en de onaantastbaarheid van het lichaam verplicht in de onderneming de naam, het adres en het telefoonnummer bekend te maken van een ter zake kundige vertrouwensarts. Werknemers kunnen zich met individuele klachten wenden tot deze vertrouwensarts. In overleg met de ondernemingsraad wordt vastgesteld wie als vertrouwensarts zal worden benaderd.
ARTIKEL 11 VERPLICHTINGEN VAN DE VAKVERENIGINGEN
De vakverenigingen verplichten zich om tijdens de duur van deze CAO geen enkele actie te voeren of te steunen – ook niet van derden – die ten doel heeft de arbeidsvoorwaarden die in deze CAO zijn vastgelegd te wijzigen.
ARTIKEL 11A VEILIGHEID
De werknemer is medeverantwoordelijk voor de goede orde en de veiligheid in de onderneming en voor de naleving van de aanwijzingen en voorschriften die de werkgever daartoe verstrekt of laat verstrekken.
De werkgever moet alle passende maatregelen nemen die nodig zijn voor de uitvoering van de wettelijke voorschriften ter bescherming van de personen die bij hem werken. In het algemeen moet hij zodanige maatregelen nemen dat zijn werknemers zoveel beschermd zijn als redelijkerwijs gevraagd kan worden.
Als de werkgever op grond hiervan beschermende middelen ter beschikking stelt, is de werknemer verplicht hiervan gebruik te maken. Niet-nakoming van deze verplichting kan voor de werkgever dringende reden zijn voor ontslag op staande voet in de zin van
artikel 677 Burgerlijk Wetboek.
Partijen bij deze CAO zullen de Branche RI&E en de Arbocatalogus, resp. Arbocatalogi, onder de aandacht brengen van alle werknemers en werkgevers in de branche.
ARTIKEL 12 INDELING VAN DE WERKNEMERS
Werknemers dienen te zijn ingedeeld in functiegroepen, conform het “Handboek Functie-indeling voor de Groothandel in Vlakglas, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf.
Dit Handboek wordt geacht deel uit te maken van deze CAO en is te zien op: xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx- zaken/collectieve- arbeidsovereenkomst/?page=functiewaarderingssyteem%5Fvoor%5 Fwerkgevers en in Bijlage 5.
De bezwaar- en beroepsprocedure met betrekking tot de functie- indeling is opgenomen in Bijlage 4 van deze CAO.
ARTIKEL 13 LONEN
1. Gedurende de looptijd van deze CAO gelden de volgende basislonen:
Per | 1-1-2018 | ||||||
inclusief verhoging van | 1,0% | ||||||
Functiegroep volwassenen | |||||||
II | III | IV | V | VI | VII | ||
Functiejaren | |||||||
0 | (= 21 jaar) | 1.711 | 1.762 | 1.832 | 1.924 | 2.016 | 2.131 |
1 | 1.735 | 1.791 | 1.859 | 1.951 | 2.049 | 2.170 | |
2 | 1.758 | 1.819 | 1.888 | 1.981 | 2.084 | 2.213 | |
3 | 1.786 | 1.847 | 1.916 | 2.010 | 2.120 | 2.254 | |
4 | 1.877 | 1.945 | 2.040 | 2.154 | 2.297 | ||
5 | 1.976 | 2.069 | 2.191 | 2.341 | |||
6 | 2.005 | 2.100 | 2.228 | 2.386 | |||
7 | 2.131 | 2.265 | 2.430 | ||||
8 | 2.304 | 2.477 | |||||
Functiegroep jeugdigen | |||||||
II | III | IV | V | VI | VII | ||
Basisbedrag 21 jaar = 100% | 1.711 | 1.762 | 1.832 | 1.924 | 2.016 | 2.131 | |
Leeftijd | % | ||||||
16 | 55,0% | 941 | 969 | 1.008 | 1.058 | 1.109 | 1.172 |
16,5 | 60,0% | 1.027 | 1.057 | 1.099 | 1.154 | 1.210 | 1.279 |
17 | 65,0% | 1.112 | 1.145 | 1.191 | 1.251 | 1.310 | 1.385 |
17,5 | 70,0% | 1.198 | 1.233 | 1.282 | 1.347 | 1.411 | 1.492 |
18 | 75,0% | 1.283 | 1.322 | 1.374 | 1.443 | 1.512 | 1.598 |
18,5 | 80,0% | 1.369 | 1.410 | 1.466 | 1.539 | 1.613 | 1.705 |
19 | 85,0% | 1.454 | 1.498 | 1.557 | 1.635 | 1.714 | 1.811 |
19,5 | 90,0% | 1.540 | 1.586 | 1.649 | 1.732 | 1.814 | 1.918 |
20 | 95,0% | 1.625 | 1.674 | 1.740 | 1.828 | 1.915 | 2.024 |
20,5 | 97,5% | 1.668 | 1.718 | 1.786 | 1.876 | 1.966 | 2.078 |
Minimum VT | 1-1-2018 | 1.820 |
Per | 1-3-2019 |
inclusief verhoging van | 2,0% |
+ 2% | Functiegroep volwassenen | |||||
II | III | IV | V | VI | VII | |
Functiejaren | ||||||
0 (= 21 jaar) | 1.745 | 1.797 | 1.869 | 1.962 | 2.056 | 2.174 |
1 | 1.770 | 1.827 | 1.896 | 1.990 | 2.090 | 2.213 |
2 | 1.793 | 1.855 | 1.926 | 2.021 | 2.126 | 2.257 |
3 | 1.822 | 1.884 | 1.954 | 2.050 | 2.162 | 2.299 |
4 | 1.915 | 1.984 | 2.081 | 2.197 | 2.343 | |
5 | 2.016 | 2.110 | 2.235 | 2.388 | ||
6 | 2.045 | 2.142 | 2.273 | 2.434 | ||
7 | 2.174 | 2.310 | 2.479 | |||
8 | 2.350 | 2.527 |
Functiegroep jeugdigen | |||||||
II | III | IV | V | VI | VII | ||
asisbedrag 21 jaar = 100 | 1.745 | 1.797 | 1.869 | 1.962 | 2.056 | 2.174 | |
Leeftijd | % | ||||||
16 | 55,00% | 960 | 988 | 1028 | 1079 | 1131 | 1195 |
16,5 | 60,00% | 1.047 | 1.078 | 1.121 | 1.177 | 1.234 | 1.304 |
17 | 65,00% | 1.134 | 1.168 | 1.215 | 1.276 | 1.337 | 1.413 |
17,5 | 70,00% | 1.222 | 1.258 | 1.308 | 1.374 | 1.439 | 1.522 |
18 | 75,00% | 1.309 | 1.348 | 1.401 | 1.472 | 1.542 | 1.630 |
18,5 | 80,00% | 1.396 | 1.438 | 1.495 | 1.570 | 1.645 | 1.739 |
19 | 85,00% | 1.483 | 1.528 | 1.588 | 1.668 | 1.748 | 1.848 |
19,5 | 90,00% | 1.571 | 1.618 | 1.682 | 1.766 | 1.851 | 1.956 |
20 | 95,00% | 1.658 | 1.707 | 1.775 | 1.864 | 1.954 | 2.065 |
20,5 | 97,50% | 1.702 | 1.752 | 1.822 | 1.913 | 2.005 | 2.119 |
Minimum VT | 1-3-2019 | 1.856 |
Per | 1-9-2019 |
inclusief verhoging van | 1,75% |
+ 1,75% | Functiegroep volwassenen | |||||
II | III | IV | V | VI | VII | |
Functiejaren | ||||||
0 (= 21 jaar) | 1.776 | 1.829 | 1.901 | 1.997 | 2.092 | 2.212 |
1 | 1.801 | 1.859 | 1.929 | 2.025 | 2.127 | 2.252 |
2 | 1.825 | 1.888 | 1.959 | 2.056 | 2.163 | 2.297 |
3 | 1.854 | 1.917 | 1.989 | 2.086 | 2.200 | 2.339 |
4 | 1.948 | 2.019 | 2.117 | 2.236 | 2.384 | |
5 | 2.051 | 2.147 | 2.274 | 2.430 | ||
6 | 2.081 | 2.179 | 2.312 | 2.476 | ||
7 | 2.212 | 2.351 | 2.522 | |||
8 | 2.391 | 2.571 |
Functiegroep jeugdigen | |||||||
II | III | IV | V | VI | VII | ||
asisbedrag 21 jaar = 100 | 1.776 | 1.829 | 1.901 | 1.997 | 2.092 | 2.212 | |
Leeftijd | % | ||||||
16 | 55,00% | 977 | 1006 | 1046 | 1098 | 1151 | 1216 |
16,5 | 60,00% | 1.065 | 1.097 | 1.141 | 1.198 | 1.255 | 1.327 |
17 | 65,00% | 1.154 | 1.189 | 1.236 | 1.298 | 1.360 | 1.438 |
17,5 | 70,00% | 1.243 | 1.280 | 1.331 | 1.398 | 1.465 | 1.548 |
18 | 75,00% | 1.332 | 1.372 | 1.426 | 1.498 | 1.569 | 1.659 |
18,5 | 80,00% | 1.421 | 1.463 | 1.521 | 1.597 | 1.674 | 1.769 |
19 | 85,00% | 1.509 | 1.554 | 1.616 | 1.697 | 1.778 | 1.880 |
19,5 | 90,00% | 1.598 | 1.646 | 1.711 | 1.797 | 1.883 | 1.990 |
20 | 95,00% | 1.687 | 1.737 | 1.806 | 1.897 | 1.988 | 2.101 |
20,5 | 97,50% | 1.731 | 1.783 | 1.854 | 1.947 | 2.040 | 2.156 |
Minimum VT | 1-9-2019 | 1.888 |
Per | 1-3-2020 |
inclusief verhoging van | 2,0% |
+ 2% | Functiegroep volwassenen | |||||
II | III | IV | V | VI | VII | |
Functiejaren | ||||||
0 (= 21 jaar) | 1.811 | 1.865 | 1.939 | 2.037 | 2.134 | 2.256 |
1 | 1.837 | 1.896 | 1.968 | 2.065 | 2.169 | 2.297 |
2 | 1.861 | 1.926 | 1.999 | 2.097 | 2.206 | 2.343 |
3 | 1.891 | 1.955 | 2.028 | 2.128 | 2.244 | 2.386 |
4 | 1.987 | 2.059 | 2.160 | 2.280 | 2.432 | |
5 | 2.092 | 2.190 | 2.319 | 2.478 | ||
6 | 2.123 | 2.223 | 2.359 | 2.526 | ||
7 | 2.256 | 2.398 | 2.572 | |||
8 | 2.439 | 2.622 |
Functiegroep jeugdigen | |||||||
II | III | IV | V | VI | VII | ||
asisbedrag 21 jaar = 100 | 1.811 | 1.865 | 1.939 | 2.037 | 2.134 | 2.256 | |
Leeftijd | % | ||||||
16 | 55,00% | 996 | 0000 | 0000 | 0000 | 1174 | 1241 |
16,5 | 60,00% | 1.087 | 1.119 | 1.164 | 1.222 | 1.280 | 1.354 |
17 | 65,00% | 1.177 | 1.212 | 1.261 | 1.324 | 1.387 | 1.466 |
17,5 | 70,00% | 1.268 | 1.306 | 1.358 | 1.426 | 1.494 | 1.579 |
18 | 75,00% | 1.358 | 1.399 | 1.455 | 1.528 | 1.601 | 1.692 |
18,5 | 80,00% | 1.449 | 1.492 | 1.551 | 1.629 | 1.707 | 1.805 |
19 | 85,00% | 1.540 | 1.585 | 1.648 | 1.731 | 1.814 | 1.918 |
19,5 | 90,00% | 1.630 | 1.679 | 1.745 | 1.833 | 1.921 | 2.030 |
20 | 95,00% | 1.721 | 1.772 | 1.842 | 1.935 | 2.027 | 2.143 |
20,5 | 97,50% | 1.766 | 1.819 | 1.891 | 1.986 | 2.081 | 2.199 |
Minimum VT | 1-3-2020 | 1.926 |
Nieuw intredende jeugdigen kunnen voor de periode van maximaal 1 jaar worden aangenomen op 75% van het in de tabel genoemde bedrag, waarbij te allen tijde het wettelijk minimumloon dient te worden betaald.
2. Toepassing functieschalen
Jaarlijks zal per 1 januari een extra functiejaar (“periodiek”) worden toegekend totdat het maximum van de schaal zal zijn bereikt.
De werknemer die in een hogere functie wordt ingedeeld, ontvangt het naastbij gelegen hogere bedrag in de bij zijn nieuwe functiegroep behorende schaal plus één extra functiejaar (“periodiek”).
3. Toeslag nieuwbouw
Voor het plaatsen van glas in de nieuwbouw wordt een toeslag uitgekeerd van 2% van het basisloon voor 0 functiejaren. Deze toeslag wordt berekend over de daadwerkelijk aan deze werkzaamheden bestede uren.
4. 4-wekelijkse loonbetaling
Loonbetaling in 4-wekelijkse perioden is toegestaan. Er vinden dus 13 loonbetalingen plaats. Als de uitbetaling van de lonen per maand gebeurt, zorgt de werkgever dat de werknemer op of omstreeks de 26e van de lopende maand over het salaris kan beschikken, of dat op die datum de bijschrijving op de (post)bankrekening heeft plaatsgevonden.
5. Jubileumregeling
Werkgevers zullen de jubileumregeling volgens de huidige fiscale wetgeving toepassen, d.w.z. één extra maandloon na 25- en na 40- jarig dienstverband.
6. Overige inkomensafspraken
De lonen zullen als volgt worden verhoogd:
- 2% per 1 maart 2019 - 1,75% per 1 september 2019 - 2% per 1 maart 2020. | ||
De werknemer die op 1 december 2018 in dienst is, ontvangt per 1 december 2018 een eenmalige bruto uitkering van €200,-. De werknemer ontvangt deze uitkering naar rato van het dienstverband en naar rato van de periode dat hij in 2018 in dienst was. | ||
ARTIKEL 14 | 1. 2. | BETALING BIJ WAARNEMING HOGERE FUNCTIE Tijdelijke waarneming De werknemer die meer dan 5 dagen (met een maximum van 6 maanden) een hogere functie waarneemt dan de functie waarin hij is ingedeeld, ontvangt per waargenomen dienst het volledige verschil tussen het schaalsalaris behorend bij 0 functiejaren van de waargenomen functie en het schaalsalaris behorend bij 0 functiejaren van de eigen functie. Deze waarnemingstoeslag zal niet worden gegeven in die gevallen dat bij de functie-indeling al rekening is gehouden met het waarnemen in de hogere functie. Waarneming langer dan 6 maanden |
3. | Bij waarneming in een andere functie langer dan zes maanden, maken werkgever en werknemer afspraken over de manier waarop deze waarneming in definitieve overplaatsing kan worden omgezet. Definitieve overplaatsing | |
Bij definitieve overplaatsing naar een hogere functie gaan de arbeidsvoorwaarden die horen bij de nieuwe functie in op de eerste dag van het loontijdvak dat volgt op, of samenvalt met de overplaatsing. | ||
ARTIKEL 15 | 1. 2. | WINSTUITKERING Winstuitkering De werkgever kan aan de werknemers in zijn onderneming een uitkering uit de winst uitkeren van ten minste 3 procent van het jaarloon. Hoogte van de uitkering |
a. De hoogte van de uitkering moet verband houden met de duur |
van de dienstbetrekking van de betrokken werknemers in het boekjaar, waarover de uitkering zal worden gedaan.
b. De uitkering wordt uitsluitend verstrekt aan die werknemers die tijdens het volledige betreffende boekjaar in dienst waren. Als een werknemer niet tijdens het volledige boekjaar in dienst is geweest om andere redenen dan wegens ontslag om dringende redenen (artikel 678 BW) of tijdens de proeftijd, dan heeft de werknemer recht op een uitkering naar rato van de tijd die hij in dienst is geweest.
c. Op de uitkering worden alle extra uitkeringen in mindering gebracht die in het betreffende jaar al zijn gegeven of nog worden gegeven, hoe die ook heten, met uitzondering van de vakantietoeslag.
3. | Lagere uitkering In geval de bedrijfsresultaten de in lid 1 bedoelde uitkering niet toelaten, zal de in artikel 4 bedoelde Vaste Commissie toestemming kunnen verlenen tot een uitkering uit de winst van minder dan 3%, indien uit een door de werkgever overlegde accountantsverklaring blijkt, dat de bedrijfsresultaten van de onderneming geen hogere uitkering toestaan. | |
ARTIKEL 16 | 1. 2. | BETALING VAN OVERWERK EN ZON- EN FEESTDAGEN Toeslag overuren Voor overuren gelden de volgende toeslagen op het uurtarief: • op maandag tot en met vrijdag : 50 procent • op zaterdag, zon- en feestdagen: 100 procent Compensatie / uitbetaling overuren |
3. | Zowel de gewerkte overuren als de toeslag worden in principe gecompenseerd door middel van vrije tijd. In overleg tussen werkgever en werknemer kan worden overeengekomen bedoelde compensatie geheel of gedeeltelijk in geld te verrekenen. Pauzes | |
4. | Pauzes buiten het dienstrooster, die nodig zijn door overwerk, worden als overwerk uitbetaald. Werk op zon- en feestdagen | |
Voor werk op zondag en de algemeen erkende feestdagen (zie art. 21) wordt compensatie gegeven voor de gewerkte uren; daarnaast wordt ook de overwerktoeslag betaald. | ||
ARTIKEL 17 | 1. 2. | PLOEGENDIENST EN CONSIGNATIE Definitie Van ploegendienst is sprake als het dienstrooster gaat buiten de dagvensters van 06.00 – 18.00 uur of van 07.00 – 19.00 uur. Overleg |
3. | Bij wijziging of invoering van ploegendiensten voert de werkgever eerst overleg met de ondernemingsraad. Toeslag | |
4. | De toeslag voor een 2-ploegendienst bedraagt ten minste 12 procent en voor een 3-ploegendienst tenminste 17 procent. Deze toeslag is voor beide ploegendiensten gebaseerd op een gemiddelde arbeidsduur van 38 uur per week. Afbouwregeling | |
Indien een werknemer anders dan op eigen verzoek wordt overgeplaatst naar de dagdienst dan wel naar een rooster met een lagere ploegentoeslag, zal hij gedurende de lopende maand 100% van de oude toeslag blijven ontvangen. Daarna ontvangt hij de navolgende percentages van het verschil aan ploegentoeslag tussen het oude en nieuwe dienstrooster gedurende de daarbij vermelde perioden: |
a. indien hij 1 jaar of langer, doch xxxxxx dan 10 jaar in desbetreffende ploegendienst heeft gewerkt:
- 1 maand 75%;
- 1 maand 50%;
- 1 maand 25%.
b. indien hij langer dan 10 jaar in desbetreffende ploegendienst
heeft gewerkt:
- 2 maanden 75%;
- 2 maanden 50%;
- 2 maanden 25%.
Een onderbreking van het werken in ploegendienst van twee maanden of korter zal niet als onderbreking worden aangemerkt: de ploegentoeslag dient over de periode van onderbreking te worden doorbetaald.
5. Consignatiedienst
Werknemers die geconsigneerd zijn (d.w.z. dat zij zich buiten hun normale dienstrooster beschikbaar moeten houden voor onvoorziene werkzaamheden), ontvangen daarvoor een toeslag per dag als volgt:
maandag tot en met vrijdag: 0,75% van het schaalsalaris; zaterdag/zondag: 1,50% van het schaalsalaris;
feestdagen: 2,25% van het schaalsalaris. Bij extra opkomst geldt forfaitair 1 uur reistijd.
ARTIKEL 18 VAKANTIETOESLAG
1. Hoogte; minimum
De werknemer die 12 maanden onafgebroken in dienst van de werkgever is, heeft recht op een vakantietoeslag van 8% van zijn jaarinkomen. Als peildatum voor de vaststelling van het jaarinkomen geldt het maandloon op 1 mei van het jaar.
De minimum-vakantietoeslag die geldt voor volwassen werknemers staat in de salaristabellen. Voor jeugdige werknemers wordt de minimumvakantietoeslag afgeleid met gebruik van de percentages in artikel 13.
2. Dienstverband korter dan een jaar
Voor de werknemer die op het tijdstip van de aaneengesloten vakantie nog geen vol jaar in dienst is geweest, resp. voor de werknemer die in de loop van het jaar de dienst van de werkgever verlaat, resp. voor de werknemer die zijn contractuele arbeidsduur wijzigt in de loop van de 12 maanden waarop de vakantietoeslag betrekking heeft, wordt de vakantietoeslag naar rato berekend.
3. Tijdstip bijschrijving
Bijschrijving van de vakantietoeslag op de rekening van de werknemer moet uiterlijk in de maand mei van enig jaar plaatsvinden.
4. Arbeidsongeschiktheid
Bij afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid houdt de werknemer aanspraak op vakantietoeslag, tenzij de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan 2 jaar. Als echter de werknemer een WIA-uitkering
krijgt, brengt de werkgever de vakantietoeslag die deel is van deze uitkering in mindering op de vakantietoeslag die hij aan de werknemer moet betalen.
ARTIKEL 19 VERGOEDING VOOR ONKOSTEN EN REISUREN
1. Reiskosten
De werkgever vergoedt de werknemer de reiskosten voor de afstand tussen de woning van de werknemer en het bedrijf van de werkgever, als deze afstand langs de kortste weg méér dan 10 kilometer (enkele reis) bedraagt. De vergoeding is gebaseerd op de reiskosten met openbaar vervoer, in de laagste klasse.
2. Reisuren
1a. De duur van het in lid 1. xxxxxxxx xxxx-werkverkeer wordt door de werkgever vergoed, behalve de eerste 60 minuten. Dit geldt ongeacht of wordt gereisd per openbaar vervoer, eigen vervoer,
of door de werkgever ter beschikking gesteld vervoer. De vergoeding is gebaseerd op het voor de werknemer geldende uurloon.
1b. Als de werknemer een auto met inzittenden bestuurt, worden ook de eerste 60 minuten vergoed.
2. Met “duur van de reis” (zie lid 2.1a.) wordt bedoeld de periode tussen het vertrek van het vervoermiddel naar het werk en de aankomst op het werk, en de periode tussen het vertrek van het werk naar de plaats van vertrek.
3. Voor de bepaling van de reisduur met eigen vervoer of door de werkgever ter beschikking gesteld vervoer wordt ervan uitgegaan dat met de volgende snelheden wordt gereisd:
a. per fiets: 15 km/uur
b. per fiets met hulpmotor: 25 km/uur
c. per tweewielig of driewielig voertuig: 40 km/uur
d. per auto: 50 km/uur
Bij gebruik van een twee- of driewielig motorrijtuig, dan wel een auto kan in afwijking van hetgeen hierboven is bepaald door
werkgever en werknemer in onderling overleg een andere afstand per uur worden vastgelegd, zulks met inachtneming van de af te leggen route.
4. Als werk-, reis-, en rusttijd, volgens de definities in de leden 1, 2
en 3, in totaal meer dan 11 uur bedragen, wordt de normale werktijd met het meerdere verkort. De werkgever overlegt met de
betrokken werknemers over de vaststelling van de tijdstippen waarop hun werk-, reis- en rusttijden beginnen en eindigen.
5. Als de werknemer vrijwillig verhuist, is de werkgever niet verplicht een hogere vergoeding te betalen voor woon-werkverkeer.
3. Bedrijfskleding
Indien en voor zover door de werkgever aan de werknemer geen bedrijfskleding en schoeisel wordt verstrekt, zal aan de werknemer een toeslag worden uitgekeerd van kosten voor werkkleding en schoeisel, waaronder wordt verstaan de aanschaf-, onderhouds- en reinigingskosten van werkkleding en schoeisel alsmede, indien
geen beschermende overalls worden gedragen, de onvermijdelijke kosten veroorzaakt door beschadiging van kleding en schoeisel etc. De toeslag voor het jaar 2019 bedraagt maximaal € 25,53 per maand en zal ieder jaar worden aangepast aan het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie.
Deze toeslag is niet van toepassing op administratief personeel.
ARTIKEL 20 ARBEIDSDUUR EN ARBEIDSTIJDEN
1. Normale arbeidsduur
De normale arbeidsduur is 40 uur per week met 13 ADV-dagen op jaarbasis, of 39 uur per week met 6,5 ADV-dagen, of 38 uur per week zonder ADV-dagen. Op zondag wordt in de regel niet gewerkt. Werknemers met principiële bezwaren kunnen niet worden verplicht tot het werken op zondag. De normale arbeidsduur per dienst is 8 uur.
Het salaris is gebaseerd op een gemiddelde arbeidstijd van 38 uur per week.
2. Opbouw ADV
Als in enig halfjaar meer wordt gewerkt dan 26 maal de gemiddelde arbeidstijd per week, dan wordt de meer gewerkte tijd gecompenseerd in vrije tijd, tot een maximum van 26 x 2 = 52 uur. Onder halfjaar wordt verstaan de periode januari t/m juni of juli t/m december. De gemiddelde arbeidstijd per halfjaar is 26 x 38 uur = 988 uur.
3. ADV bij ziekte
In geval van een aaneenschakeling van roostervrije tijd van meer dan één werkdag wordt, bij ziekte van de werknemer, deze meerdere roostervrije tijd op een later tijdstip gecompenseerd.
4. Arbeidstijdenwet
De werkgever regelt de arbeidstijden in overleg met de ondernemingsraad, de werknemers of vertegenwoordiger van de werknemers, en deelt de arbeidstijden aan het personeel mede. Daarbij worden voorgaande leden en de wettelijke bepalingen in acht genomen.
5. Overwerk
Er is sprake van overwerk indien in opdracht van de werkgever per week langer wordt gewerkt dan 40 uur per week (bij roosters met 13 ADV-dagen) resp. xxxxxx dan 39 uur (bij roosters met 6,5 ADV- dagen) resp. xxxxxx dan 38 uur (bij roosters zonder ADV) resp. langer dan 43 uur (bij piekweken).
Overwerk zal bij voorkeur geschieden op vrijwillige basis. Medewerkers met fysieke en sociale beperkingen kunnen op hun verzoek worden ontheven van de verplichting tot het verrichten van overwerk.
6. Xxxxxxxx arbeidstijden
M.b.t. de arbeidstijden gelden volgende maxima:
Xxxxxxxx arbeidstijden
• arbeidstijd per dienst - 10 uur (in 5-dagenrooster zonder
zaterdag)
• arbeidstijd per 4 weken - gemiddeld 50 uur per week
(200 uur)
• arbeidstijd per 13 weken - gemiddeld 45 uur per week
(585 uur)
• arbeidstijd per nachtdienst - 9 uur
Xxxxxxxx arbeidstijden bij incidenteel overwerk
• arbeidstijd per dienst - 12 uur
• arbeidstijd per week - 60 uur
• arbeidstijd per 13 weken - gemiddeld 48 uur per week
(624 uur)
Aanvullende regels bij overwerk als er sprake is van nachtdiensten
• maximale arbeidstijd per 13 weken - gemiddeld 40 uur per week
(520 uur)
• maximale arbeidstijd per nachtdienst -10 uur
De pauzes worden ingericht als volgt:
• arbeidstijd per dienst > 5½ uur - ½ uur pauze (op te splitsen
in 2 x 1/4 uur)
• arbeidstijd per dienst > 8 uur - 3/4 uur, waarvan ½ uur
aaneengesloten
• arbeidstijd per dienst >10 uur -1 uur, waarvan ½ uur
aaneengesloten
7. Consignatiedienst
Bij consignatiedienst geldt de reistijd ook als werktijd. Als de werknemer tussen twee diensten daadwerkelijk wordt opgeroepen geldt als richtlijn de wettelijk voorgeschreven minimum rusttijd.
8. Deeltijdarbeid
1. De werknemer kan bij de werkgever een verzoek indienen tot aanpassing van de arbeidsduur. Hij dient dit verzoek ten minste vier maanden voor het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassing schriftelijk bij de werkgever in te dienen.
2. De werkgever stelt de spreiding van de uren vast overeenkomstig de wensen van de werknemer. De werkgever kan de gewenste spreiding van de uren wijzigen, indien hij daarbij een zodanig belang heeft dat de wens van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
3. De werkgever willigt het verzoek van de werknemer om aanpassing van de arbeidsduur in, voor zover het betreft het tijdstip van ingang en de omvang van de aanpassing, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. De beslissing op het verzoek om aanpassing wordt door de werkgever schriftelijk aan de werknemer medegedeeld ten laatste 1 maand voor de beoogde ingangsdatum. Indien de werkgever het verzoek niet inwilligt, of de spreiding van de uren vaststelt in afwijking van de wensen van de werknemer, wordt dit onder schriftelijke opgave van de redenen medegedeeld.
4. De werkgever kan de arbeidsverhouding van een werknemer niet beëindigen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte om aanpassing van de arbeidsduur heeft verzocht.
ARTIKEL 21 FEESTDAGEN
1. Algemeen erkende feestdagen
Algemeen erkende feestdagen zijn: nieuwjaarsdag, 2e paasdag, Hemelvaartsdag, 2e pinksterdag, de beide kerstdagen en Koningsdag alsmede Nationale Bevrijdingsdag (5 mei) in lustrumjaren (d.w.z. in 2020, 2025 etc).
2. Doorbetaling
Op de in lid 1 genoemde dagen wordt niet gewerkt. Indien toch gewerkt
dient te worden vindt compensatie plaats conform artikel 16, leden 1 en 4.
ARTIKEL 22 PIEKWEKEN / TIJD VOOR TIJD
1. Piekweken
De werkgever kan acht piekweken per jaar aanwijzen, met een maximum van twee per maand. In piekweken wordt 43 uur per week gewerkt, op basis van tijd voor tijd.
2. Overuren bij piekweken
Het aantal overuren is gemaximeerd op 30 uur per maand, inclusief de drie uren in de piekweken, uitgaande van een 40-urige werkweek. Het totaal aantal werkuren per maand kan maximaal 203 bedragen. Deze maxima gelden niet voor glaszetters.
Voor chauffeurs geldt het Arbeidstijdenbesluit Vervoer.
3. Dagvensters en ploegendienst
Voor de toepassing van de tijd voor tijd regeling gelden als dagdiensten de diensten tussen 07.00 en 19.00 uur of tussen 06.00 en 18.00 uur. Roosters buiten dit dagvenster gelden als ploegendienst (zie artikel 18).
Bij inroostering in 6 dagen geldt voor de 6e dag (zaterdag) een dagvenster van 06.00 tot 14.00 uur.
4. Inroostering
Voor toepassing van de tijd voor tijd regeling moet de inroostering altijd 5 werkdagen van tevoren bekend worden gemaakt. Als er geen sprake is van inroostering geldt de overwerkregeling van artikel 16.
5. Tijd voor tijd regeling bij 5 werkdagen
Inroostering van meer en minder gewerkte uren gebeurt in het daarop volgende kwartaal.
Bij inroostering in 5 werkdagen moet het aantal uren dat meer of minder gewerkt is dan de normale arbeidsduur (zie artikel 20) worden gecompenseerd zodat het halfjaarsaldo in uren op 0 uitkomt. Als het halfjaar-saldo groter is dan 0, worden deze uren uitbetaald als overwerk.
6. Extra vergoeding in vrije tijd
Daarnaast worden “tijd voor tijd” gewerkte uren voorafgaand of daarna extra in vrije tijd gecompenseerd, en wel in 10,5 minuut per flexibel gewerkt uur, ofwel 17,5 procent per flexibel gewerkt uur.
7. Tijd voor tijd regeling bij 6 werkdagen
Daarnaast geldt voor alle op zaterdag volgens rooster gewerkte uren een extra vergoeding in tijd van minstens 33,33 procent. Deze vergoeding wordt in hele dagen gecompenseerd binnen de
volgende periode van 8 weken. Als compensatie voor 6 uur werken op zaterdag wordt bijvoorbeeld 8 uur vrije tijd doordeweeks toegekend.
8. Frequentie
Inroostering in 6 dagen is gemaximeerd tot 3 maal per piekperiode met een maximum van 6 maal (2x3) per jaar, waarbij op de 6e dag maximaal 6 uur wordt gewerkt.
ARTIKEL 23 (VERVALLEN)
ARTIKEL 24 VAKANTIERECHTEN
1. Vakantiedagen en snipperdagen
De werknemer heeft per kalenderjaar recht op 15 werkdagen aaneengesloten vakantie. Daarnaast heeft hij bij een fulltime dienstverband recht op 10 vakantiedagen die hij als zogenaamde “snipperdagen” verspreid kan opnemen, dit ter beoordeling van de werkgever. De werkgever kan maximaal vier van deze tien snipperdagen als verplichte snipperdag aanwijzen. Bij een parttime dienstverband of bij korter werken wordt het aantal vakantie c.q. snipper-dagen naar rato vastgesteld.
De werkgever moet de data waarop de verplichte snipperdagen zullen vallen vóór 1 januari van het betreffende kalenderjaar bekendmaken, in overleg met de ondernemingsraad of werknemersvertegenwoordiging. De overblijvende vrije snipperdagen worden op verzoek van en in overleg met de werknemer voor elk geval afzonderlijk vastgesteld.
De werknemer kan snipper- en verloftegoeden ook opnemen in uren.
2. Korter dan 12 maanden gewerkt
De werknemer die korter dan 12 maanden, maar langer dan één maand bij de werkgever in dienst is geweest, heeft voor elke volledige maand dat hij in dienst is recht op een evenredig deel van zijn vakantierechten per jaar.
3. Berekeningsperiode
a. Voor de berekening van de vakantierechten geldt de periode van
1 januari t/m 31 december.
b. Wie vóór of op de 15e van enige maand in dienst treedt of de dienst verlaat, wordt geacht dit op de 1e van die maand te hebben gedaan.
c. Verlating van dienst of indiensttreding na de 15e van enige maand wordt geacht op de 1e van de daaropvolgende maand te hebben plaatsgevonden.
d. Als het dienstverband minder dan een maand heeft geduurd, heeft de werknemer recht op een zuiver proportionele vakantie.
4. Extra vakantiedagen
a. Een werknemer die 1 mei van enig jaar een onafgebroken dienstverband bij dezelfde werkgever heeft van 15 t/m 24 jaren, heeft vanaf dat jaar recht op 1 vakantiedag extra per jaar.
b. Een periode van onafgebroken dienstverband van 25 t/m 34 jaar geeft de betreffende werknemer recht op 2 extra vakantiedagen per jaar.
c. Bij een onafgebroken dienstverband van 35 jaar of meer heeft de betreffende werknemer recht op 3 extra vakantiedagen per jaar.
d. Naast de onder a. t/m c. genoemde rechten hebben werknemers die een bepaalde leeftijd hebben bereikt, nog recht op de extra vakantiedagen per jaar met behoud van loon volgens een van de onderstaande tabellen. De peildatum is 30 april. Deze dagen zijn niet cumulatief.
Tabel 1 (geldt tot 1 januari 2019 en overgangsregeling): Xxxxxxxx
00 t/m 55 jaar: 2 dagen extra
56 jaar: 4 dagen extra
57 jaar: 5 dagen extra
58 jaar: 6 dagen extra
59 jaar: 7 dagen extra
60 t/m 62 jaar: 9 dagen extra
63 jaar: 10 dagen extra
64 jaar: 11 dagen extra
65 jaar 11 dagen extra
66 jaar 11 dagen extra
Tabel 2 die geldt vanaf 1 januari 2019:
Xxxxxxxx
00 t/m 57 jaar: 2 dagen extra
58 jaar: 4 dagen extra
59 jaar: 5 dagen extra
60 jaar: 6 dagen extra
61 jaar: 7 dagen extra
62 t/m 64 jaar: 9 dagen extra
65 jaar: 10 dagen extra
66 jaar: 11 dagen extra
Voor de werknemer die op 30 april 2017 50 jaar of ouder is, blijft tabel 1 gelden, ook na 1 januari 2019 (overgangsregeling).
e. Jeugdige werknemers die op 30 april van enig jaar nog geen 18 jaar zijn, hebben recht op 5 extra vakantiedagen, met behoud van loon.
5. Wijze van opnemen
a. Aaneengesloten opnemen
De eerste 15 dagen van de vakantie moeten aaneengesloten worden opgenomen. Deze 15 aaneengesloten dagen worden bij voorkeur verleend in de periode van 1 juni tot 31 augustus van dat jaar. De werknemer en werkgever kunnen hiervan afwijken na onderling overleg, indien en voor zover de arbeidsomstandigheden van het bedrijf dit toelaten.
b. Bedrijfsvakantie
Als de werkgever in overleg met de ondernemingsraad en/of personeelsvertegenwoordiging een periode aanwijst waarin het bedrijf of een gedeelte van het bedrijf wordt stopgezet om de werknemers een periode van aaneengesloten vakantie te geven, moeten de werknemers in die periode met vakantie gaan. De werkgever moet deze periode vaststellen en bekendmaken vóór 1 januari van het betreffende kalenderjaar.
c. Onvoldoende rechten
Als de onder b. beschreven stopzetting van toepassing is, maar een werknemer – met inbegrip van eventueel bij vorige werkgever(s) verworven maar niet genoten vakantie – nog geen recht heeft op alle aaneengesloten vakantiedagen, kan de werkgever het volgende bepalen:
a. de werknemer gaat tijdelijk werken op een andere afdeling van de onderneming dan waartoe hij behoort, en/of
b. de werknemer reserveert zoveel snipperdagen als nodig zijn om zijn vakantie tot het totaal aantal aaneengesloten vakantiedagen aan te vullen, en/of
c. de werknemer neemt vakantie in de gehele periode van stopzetting, maar haalt het aantal dagen waar hij nog geen recht op had in; hij heeft hiervoor de gelegenheid tot uiterlijk 31 december van het betreffende kalenderjaar. In dit geval worden de inhaaluren niet beloond.
6. Vakantie tijdens familie- of andere omstandigheden
Als de door de werkgever aangewezen periode van aaneengesloten vakantie of vaste snipperdagen valt in een periode waarin de werknemer niet zou hebben hoeven werken, kan de werknemer deze vakantiedagen na overleg met de werkgever alsnog genieten.
Dit is aan de orde als de werknemer niet zou hebben hoeven werken wegens:
a. overlijden van xxxxxxxx(o)t(e) of levenspartner, kinderen, kleinkinderen, ouders, xxxxxxxxxxxx, grootouders, zusters, broers, xxxxxxxxxxxxx en zwagers van de werknemer;
b. bevalling van de echtgenote of levenspartner van de werknemer;
7. Tijdig meedelen
Als de werknemer wegens een van de redenen genoemd in lid 6 van dit artikel verhinderd zou zijn geweest om te werken tijdens de aaneengesloten vakantie of snipperdag, gelden deze vakantie of snipperdagen niet als vakantie, als de werknemer dit redelijkerwijs vóór het begin van de vakantie had kunnen meedelen aan de werkgever.
8. Ziekte tijdens vakantie
Als de werknemer tijdens de aaneengesloten vakantie of tijdens een snipperdag ziek wordt, kan hij aanspraak maken op het later alsnog genieten van deze vakantiedag(en). Voorwaarde hiervoor is dat de behandelend arts heeft verklaard dat de ziekte de werknemer zodanig in zijn bewegingsvrijheid beperkte dat de
bedoeling van de vakantie in het geheel niet tot haar recht heeft kunnen komen.
9. Vakantiedagen/einde dienstbetrekking.
Bij het einde van de dienstbetrekking krijgt de werknemer alsnog de gelegenheid om de door hem nog niet genoten vakantie- en snipper-
dagen, waarop hij krachtens de vorige leden van dit artikel recht heeft, te genieten, ofwel worden deze dagen hem uitbetaald. Een en ander in goed overleg met de werkgever.
10. Vakantiedagen vorige werkgever
De werknemer kan bij de werkgever op basis van een verklaring van zijn vorige werkgever, waarin is opgenomen over welk tijdvak de werknemer bij het einde van zijn vorige arbeidsovereenkomst nog aanspraak heeft, op dat aantal vakantiedagen aanspraak maken zonder behoud van loon.
11. Berekening vakantiedagen
De vermindering van het tegoed aan vakantiedagen door genieten van vakantie- of snipperdagen geschiedt naar rato van het aantal uren dat de werknemer volgens zijn dienstrooster gewerkt zou hebben op de dag dat hij vakantie heeft.
12. Verval van de aanspraak
De aanspraak op wettelijke vakantierechten vervalt 3 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.
De aanspraak op bovenwettelijke vakantierechten vervalt 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. De extra dagen in verband met leeftijd (artikel 24.4.d) vervallen een half jaar na het jaar waarin de werknemer ze ontvangt. Deze regel geldt voor dagen die zijn opgebouwd vanaf 1 januari 2019.
ARTIKEL 25 GEOORLOOFD VERZUIM MET BEHOUD VAN XXXX
1. Geen salaris verschuldigd
De werkgever is de werknemer geen salaris verschuldigd voor de tijd die de werknemer niet heeft gewerkt.
2. Doorbetaling
In afwijking van wat anders en overigens in artikel 628, 629, 629a BW is bepaald, geldt het volgende:
1. Bij ziekte en ongeval geldt artikel 26 van deze CAO.
2. Bij overlijdensgevallen in de familiekring van de werknemer geldt het volgende:
a. Doorbetaling van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis/crematie bij overlijden van:
● de echtgeno(o)t(e) of levenspartner;
● een tot het gezin behorend kind of pleegkind van de werknemer.
b. Doorbetaling van de dag van overlijden en de dag van de begrafenis of crematie, maar - als de werknemer de begrafenis of crematie regelt - doorbetaling van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis/crematie, bij overlijden van:
● een niet onder a. genoemd eigen kind of pleegkind;
● vader, moeder, schoonvader of –moeder;
● xxxxxxxxxx of –dochter;
● broer of zuster van de werknemer;
● grootvader of –moeder van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van de werknemer
● kleinkind;
● zwager of schoonzuster van de werknemer.
3. Ondertrouw en huwelijk
a. bij ondertrouw van de werknemer: doorbetaling van een halve dag;
b. bij huwelijk van de werknemer: doorbetaling van twee dagen;
c. bij huwelijk van een kind, een der ouders of schoonouders, broer of zuster, zwager of schoonzuster: doorbetaling van één dag, mits de plechtigheid wordt bijgewoond;
d. bij 25- en 40-jarig huwelijk van de werknemer en 25-, 40-, 50-, en 60-jarig huwelijk van de ouders of schoonouders van de werknemer: doorbetaling van één dag;
e. bij 25- en 40-jarig dienstjubileum van de werknemer : doorbetaling van één dag;
4. Bij bevalling van de echtgenote of levenspartner: doorbetaling van twee dagen.
5. Vakbondsactiviteiten
Als de werknemer wordt aangewezen als lid van de onderhandelingsdelegatie of als afgevaardigde voor het bijwonen van een CAO-commissie(CNV Xxxxxxxxx.xx), landelijke en sectorraden (FNV), congressen, of landelijke vergaderingen van de vakverenigingen, moet de werkgever maximaal vier keer per jaar toestemming verlenen om hiervoor te verzuimen, mits de arbeidsomstandigheden de afwezigheid van de werknemer toelaten. De werkgever is verplicht de eerste twee keer door te betalen.
6. Bezoek aan medicus of tandarts; wettelijke verplichting
De werkgever betaalt de werknemer door, gedurende een korte, door de werkgever naar billijkheid te bepalen tijdsduur, als de werknemer is verhinderd te werken:
a. wegens een door de wet of overheid zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichting;
b. wegens een noodzakelijk bezoek aan tandarts, huisarts of specialist en indien dit bezoek of deze verplichting niet in de vrije tijd kunnen worden nagekomen, of de wettelijke verplichtingen persoonlijk moeten worden nagekomen.
3. Uitzonderingen op 628 BW (doorbetaling van loon)
Met betrekking tot doorbetaling van loon is artikel 628 BW in zoverre van kracht, dat de werkgever in de volgende gevallen geen loon hoeft door te betalen:
a. Als er een verkorte werkweek is ingevoerd (de zgn. 0-urenweek daar onder begrepen) mits de werkgever voor die invoering een vergunning heeft verkregen zoals vereist volgens artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen. Bovendien mag de werkgever hiervoor geen vergunning aanvragen voordat hierover tevoren overleg is gepleegd met de vakverenigingen. CAO-partijen achten een termijn van een week voor dit voorafgaand overleg voldoende.
b. Als er sprake is van verlenging van een verkorte werkweek (de 0-uren week daaronder begrepen). Hierbij gelden twee extra voorwaarden:
1. Als deze verlenging afwijkt van de oorspronkelijke vergunning wat betreft het aantal erbij betrokken werknemers en/of het aantal uren dat verkort zal worden gewerkt, moet de werkgever de hierboven onder b. van dit lid omschreven procedure volgen.
2. Als bij de verlenging de oorspronkelijke vergunning ongewijzigd wordt overgenomen, moet de werkgever de vakverenigingen tijdig, dat wil zeggen minstens één week vóór het ingaan van de verlenging op de hoogte stellen.
Bij werktijdverkorting wordt een aanvulling op de WW-uitkering verstrekt tot 100 procent van het normale nettoloon van de werknemer.
Als deze uitkering in mindering wordt gebracht op een latere werkloosheidsuitkering, zorgt de werkgever voor compensatie hiervan.
4. Scholing en vorming
De werkgever verleent faciliteiten voor scholing en vorming van jeugdige werknemers, op basis van het in Bijlage 1 van deze CAO bepaalde.
5. Het loon dat in dit artikel in de onder lid 2 en 3 genoemde gevallen wordt uitbetaald, wordt berekend naar het normale loon over de laatste 6 weken, tenzij om administratieve redenen een andere termijn wordt aangehouden.
6. Verzorgingsverlof
De werkgever moet zich maximaal inspannen om werknemers die geconfronteerd worden met ernstige ziekte of overlijden in familiekring tegemoet te komen op het gebied van verlof en/of werktijden.
ARTIKEL 26 UITKERINGEN BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID EN OVERLIJDEN
1. Doorbetaling en aanvulling
a. Aanvulling eerste jaar:
Als de werknemer door arbeidsongeschiktheid niet kan werken is de werkgever – in aanvulling op de wettelijke loondoorbetalingsverplichting – verplicht om vanaf de eerste dag
- gedurende de eerste twee maanden 90% van het inkomen door te betalen respectievelijk
- gedurende de periode vanaf de derde maand t/m het einde van de 52e week 100 procent van het inkomen.
Voor ziektegevallen die ontstaan na 1 januari 2019 geldt:
Als de werknemer door arbeidsongeschiktheid niet kan werken is de werkgever – in aanvulling op de wettelijke loondoorbetalingsverplichting – verplicht om vanaf de eerste dag t/m het einde van de 52e week 100 procent van het inkomen door te betalen.
b. Aanvulling in tweede jaar
Vooropgesteld dat de medewerker zich in voldoende mate inspant om zijn re-integratie te bevorderen, zal aanvulling op de wettelijke loondoorbetaling plaatsvinden als volgt:
- gedurende de 53e t/m 104e week: tot 100% van het inkomen. (Deze percentages gaan gelden voor iedere werknemer van wie de eerste ziektedag is gelegen op of na 1 januari 2004; zie tevens hieronder sub d).
Voor ziektegevallen die ontstaan na 1 januari 2019 geldt: Vooropgesteld dat de werknemer zich in voldoende mate inspant om zijn re-integratie te bevorderen, zal de werkgever de wettelijke loondoorbetaling van de 53e t/m de 104e week aanvullen tot 90% van het inkomen.
c. Afspraken m.b.t. de WIA:
Na afloop van de 104e week zal de arbeidsovereenkomst worden aangepast aan de nieuwe situatie. Bij arbeidsongeschiktheid tussen 0% en 35% resp. tussen 35% en 80% zal werkgever zich maximaal inspannen om de resterende verdiencapaciteit van de werknemer te benutten. Indien zulks niet binnen de onderneming mogelijk blijkt, zal d.m.v. gerichte outplacement naar mogelijkheden buiten de onderneming worden gezocht.
d. Overgangsbepalingen WAO:
Op werknemers, die al eerder (gedeeltelijk) zijn gere-integreerd na een arbeidsongeschiktheid waarvan de eerste ziektedag lag vóór 1 januari 2004, en die opnieuw resp. in meerdere mate arbeidsongeschikt worden, zijn de bepalingen m.b.t. (aanvullingen op) de WAO van toepassing zoals verwoord in de CAO 1 april 2002 – 31 maart 2003.
2. Rechten tegenover derden
a. Geen aanspraken
De werknemer, de voormalige werknemer of hun rechthebbenden hebben geen aanspraak op de in dit artikel bedoelde uitkering, als de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van feiten of omstandigheden op grond waarvan zij rechten tegenover derden kunnen laten gelden.
b. Cessie aan werkgever
Als de werknemer, de voormalige werknemer of hun rechthebbenden bovengenoemde rechten tegenover derden in verband met schade door arbeidsongeschiktheid cederen aan de werkgever, ontvangen zij alsnog de uitkeringen waarop zij krachtens dit artikel recht hebben.
c. Schadebegrip
Onder “schade” wordt in dit verband alleen de schade verstaan waarop de in dit artikel bedoelde bedragen betrekking hebben.
d. Kosten van vordering
Als de werkgever in verband met de door bovengenoemde cessie verkregen rechten een burgerrechtelijke vordering instelt, kan hij de kosten die eventueel uit een rechtsgeding voortvloeien niet verhalen op de werknemer, de voormalige werknemer of de rechthebbenden.
3. Verzekering van risico
Lid 2 van dit artikel is niet van toepassing als de werkgever het risico voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitkering heeft verzekerd.
4. Uitbetaling vakantierechten
Als de arbeidsongeschiktheid twee jaar heeft geduurd en het dienstverband na die twee jaar wordt beëindigd betaalt de werkgever de vakantierechten uit waarop de werknemer in die twee jaar aanspraak heeft verkregen (zie artikel 24, lid 13).
5. Overlijdensuitkering
De overlijdensuitkering is gelijk aan doorbetaling van het loon tot het eind van de maand van overlijden, aangevuld met nog twee maanden loon. Dit in afwijking van de bepalingen van artikel 674 BW (dood van de werknemer).
ARTIKEL 27 TERUGDRINGING ZIEKTEVERZUIM
1. Doorbetaling bij ziekte
Bij ziekte van de werknemer betaalt de werkgever het salaris door conform het bepaalde in art. 26 lid 1. Hierop zijn de volgende uitzonderingen mogelijk:
a. Bij de eerste overtreding van de controlevoorschriften geeft de werkgever de werknemer een schriftelijke waarschuwing.
b. Bij de tweede overtreding heeft de werkgever het recht om 1 ADV-dag of 1 dag loon in te houden.
c. Bij de derde overtreding heeft de werkgever het recht om 2 ADV- dagen of 2 dagen loon in te houden.
2. Maatregelen
Wanneer het bedrijf een schriftelijk bekendgemaakt verzuimbeleid hanteert dat minimaal voldoet aan en aansluit bij Bijlage 3 van deze CAO, mag de werkgever de volgende maatregelen toepassen.
1. Bij veelvuldig kort verzuim (3 maal binnen 12 maanden) voert de chef met de betrokken medewerker een gesprek over diens verzuim. Hierin worden de oorzaken die vanuit het bedrijf ten grondslag liggen aan het verzuim achterhaald. Hierover worden afspraken gemaakt die schriftelijk worden vastgelegd; de werknemer krijgt hiervan een exemplaar.
2. Als de werknemer deze schriftelijk vastgelegde afspraken van zijn kant aantoonbaar overtreedt, heeft de werkgever het recht om 1 ADV-dag of 1 dag loon in te houden. Bij de volgende overtreding is dit 2 ADV-dagen of 2 dagen loon.
ARTIKEL 28 OUDERENBELEID
1. De werkgever zal zich maximaal inspannen om een optimaal beleid te voeren met betrekking tot inzetbaarheid en belastbaarheid van oudere werknemers.
2. Werknemers die gebruik gaan maken van de (pré)pensioneringsregeling, hebben het recht om in deeltijd te blijven werken. Daarbij mogen de totale inkomsten niet hoger zijn dan het in voltijd verdiende loon.
ARTIKEL 29 PENSIOEN, PREPENSIOEN, ANW-HIAAT.
Er is een stichting bedrijfstakpensioenfonds voor o.a. de groothandel in vlakglas, het glasbewerkings- en het glazeniersbedrijf. Bij het bedrijfstakpensioenfonds hebben partijen de uitvoering van de pensioenregeling, de prepensioneringsregeling en het ANW-hiaat ondergebracht. . Deze stichting kent haar eigen statuten en reglementen waarin alle regelingen zijn opgenomen (zie de nuttige adressen; zie tevens de Protocolafspraak ter zake van genoemde regelingen).
De premie van de pensioenregeling wordt tussen werkgever en werknemer verdeeld in de verhouding 65% werkgever en 35% werknemer.
ARTIKEL 30 REGELING ONWERKBAAR WEER
1. Bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, is de werkgever in afwijking van artikel 7:628 BW niet gehouden het loon door te betalen. De werkgever kan namens
de werknemer een uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
2. De werknemer kan geen ontslag worden aangezegd. Het bepaalde in artikel 31 lid 4 van deze cao is daarbij van toepassing.
3. De werkgever is gehouden aan de betrokken werknemer een aanvulling op de WW-uitkering te betalen tot 100% van het loon van de werknemer.
4. Indien de werkgever geen gebruik maakt van de wettelijke voorziening of de aanvraag door het UWV wordt afgewezen, is artikel 31 onverkort van toepassing.
ARTIKEL 31 ONWERKBAAR WEER EN VORST
(Dit artikel is een aanvulling op artikel 30.)
1. De werkgever beoordeelt in redelijk overleg met de betrokken werknemers, wanneer en hoe lang als gevolg van ongunstige weersomstandigheden of te weinig licht niet kan worden gewerkt. In geval van werkverhindering zal de werkgever het volledige loon, zijnde het grondslaguurloon en, indien van toepassing, de prestatietoeslag doorbetalen.
2. De werknemer is verplicht ingeval de werkgever hem gedurende de tijd, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, ander werk opdraagt, waarvoor hij geschikt is, deze arbeid te verrichten, mits de werkgever bereid is hem het voor zijn gebruikelijke werk in deze overeenkomst vastgestelde loon te betalen of indien het loon voor het andere werk ingevolge deze overeenkomst hoger is, dit laatste loon.
3. De werknemer die zich zonder toestemming van het werk verwijdert, heeft geen recht op de in dit artikel vastgestelde beloning.
4. Het is de werkgever verboden het dienstverband met de werknemer
- onder meer wegens werkvermindering - tijdens vorst of de gevolgen van vorst te beëindigen, met uitzondering van beëindiging wegens een dringende reden als bedoeld in artikel 678 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
5. De werknemer heeft het recht het werk neer te leggen indien hij te maken heeft met een gevoelstemperatuur van -6 C of kouder.
De gevoelstemperatuur volgens opgave van het HWS weerstation in de regio waar het project gelegen is, is bepalend.
6. Indien de normale arbeidstijd als gevolg van duisternis moet worden ingekort, zal de werkgever nochtans gehouden zijn loon te betalen over die uren gedurende welke niet is gewerkt. Indien de werkgever naar zijn oordeel doelmatige verlichting heeft aangebracht, is de werknemer verplicht gedurende de normale arbeidstijd arbeid te verrichten.
PROTOCOLAFSPRAKEN BEHORENDE BIJ DE CAO
Pensioen
Over de pensioenregeling is het volgende overeengekomen:
De pensioenpremie is 32% van de pensioengrondslag gedurende de looptijd van de cao. De daarbij behorende opbouw is circa 1,7%.
Er komt een studie naar een toekomstbestendige pensioenregeling. Deze zal worden afgerond ruim voordat de looptijd van de cao is verstreken.
3e WW jaar
Cao-partijen spreken af uitvoering te geven aan de reparatie van het 3e ww-jaar via de SPAWW .
Duurzame inzetbaarheid
De activiteiten vanuit STOOV zullen worden geïntensiveerd. Er wordt een studie gestart naar duurzame inzetbaarheid, waarbij ook wordt gekeken naar het omzetten van de seniorendagen naar een breder geformuleerd inzetbaarheidsbeleid.
Functiewaardering
Cao-partijen starten een onderzoek naar de noodzaak van en / of behoefte naar (een) extra functiegroep(en). Dit onderzoek wordt vanuit STOOV gefinancierd.
Voorkomen schijnconstructies
Partijen hebben afgesproken dat zij willen voorkomen dat constructies in de sector ontstaan waarbij medewerkers in de sector actief zijn (bijvoorbeeld bij onder aanneming) zonder dat de arbeidsvoorwaarden op een deugdelijke manier zijn geregeld. Hiertoe zal een bepaling in de cao worden opgenomen waarin dit wordt geregeld. Strekking is dat er een cao van toepassing zou moeten zijn of een niveau van arbeidsvoorwaarden dat minimaal gelijk is aan het niveau van de cao Vlakglas. Hierbij moet rekening gehouden worden met hetgeen op basis van de regelgeving binnen de Europese Unie is toegestaan. De bepaling moet in de praktijk goed zijn uit te voeren en goed zijn na te leven. Uitzendwerk valt niet binnen de scope van de bepaling. De bepaling moet algemeen verbindend kunnen worden verklaard.
AVV
Cao-partijen komen overeen dat zij de arbeidsvoorwaarden-cao en de lopende STOOV-cao voor algemeen verbindend verklaring zullen indienen.
HOOFDSTUK 2 BIJLAGEN BIJ DEZE CAO
BIJLAGE 1
A. Regeling partieel leerplichtigen
1. Voor een werknemer, die partieel leerplichtig is, geldt dat de in de CAO vastgestelde normale werktijd voor hem naar evenredigheid wordt verminderd met het aantal uren, waarop hij aan de verplichtingen van de leerplicht voldoet.
2. Over de tijd, waarop een werknemer ter vervulling van zijn wettelijke leerplicht een onderwijsinstelling moet bezoeken, is geen loon verschuldigd en geldt dat het in de CAO vastgestelde loon van hem naar evenredigheid wordt verminderd.
3. Het aantal in de CAO bepaalde basisvakantiedagen zal met inachtneming van de relatie, die bestaat tot de normale werktijd van betrokkene, in evenredigheid voor hem worden verminderd.
4. Op de dag waarop een werknemer een onderwijsinstelling bezoekt of zou hebben moeten bezoeken of van die instelling vakantie geniet, kan hij niet verplicht worden in de onderneming werkzaam te zijn.
5. In geval een werknemer toch op een van de in lid 4. bedoelde dagen vrijwillig arbeid verricht, zal hij daarvoor het normale voor een dag geldende loon ontvangen (zonder overwerktoeslag). Pas als de voor die dag in de onderneming volgens dienstrooster geldende arbeidstijd wordt overschreden, gaat de dan geldende overwerktoeslag in. Het werken op een zgn. schooldag of een schoolvakantiedag brengt geen wijziging in het berekende aantal vakantiedagen, zoals bepaald in lid 3.
B. Vakopleiding van jeugdige werknemers
Jeugdige werknemers die een vakopleiding volgen, gericht op een binnen de onderneming c.q. bedrijfstak te vervullen functie, hebben recht op de navolgende faciliteiten.
1. Voor zover de opleiding via avondonderwijs wordt genoten, zullen de betreffende jeugdige werknemers in de gelegenheid worden gesteld tussen het einde van de normale dagtaak en het begin van de lessen een redelijke rustpauze te genieten, afhankelijk van de reisafstand.
2. Teneinde een redelijke tegemoetkoming te geven ten opzichte van jeugdige werknemers die dagonderwijs volgen, verdient het aanbeveling wanneer gedurende 3 avonden per week onderwijs moet worden gevolgd, in overleg met de cursusleider na te gaan of het redelijk is de betrokkenen binnen de onderneming al dan niet met hulp 1 ochtend of middag per week de gelegenheid te geven het aan de opleiding verbonden huiswerk te maken. Bovengenoemde faciliteiten zijn bedoeld voor werknemers t/m de leeftijd van 20 jaar.
BIJLAGE 2
Faciliteiten ten behoeve van vakbondswerk
a. Indien een vakvereniging de wens daartoe te kennen geeft, zal de werkgever, ten behoeve van het onderhouden van de contacten door de vakvereniging met haar leden in de onderneming, daartoe de mogelijkheden verlenen. Over de vraag waaruit deze mogelijkheden moeten bestaan, alsmede over de omvang en de vorm daarvan, zal tussen de werkgever en de vakvereniging overleg worden gepleegd.
b. Ten behoeve van het vakbondswerk binnen de onderneming zal de werkgever, indien de noodzaak zich daartoe voordoet, aan de vakverenigingen een bepaald aantal uren per jaar ter beschikking stellen.
c. De vakverenigingen zullen de werkgever, indien hij daarom verzoekt, schriftelijk mededelen wie van hun leden uit het personeel een functie vervullen in het kader van het vakbondswerk in het bedrijf (zgn. bedrijvenwerk).
d. De in lid c. bedoelde leden kunnen in een door de werkgever vast te stellen, daartoe geschikte bedrijfsruimte (voor zover aanwezig) buiten werktijd contacten hebben met de leden en de bezoldigde bestuurder(s) van de vakverenigingen.
e. De in lid c. bedoelde werknemers zullen over voorgenomen afwezigheid of werkonderbreking, teneinde de daarvoor vereiste toestemming te verkrijgen, tenminste twee dagen van tevoren met de daartoe aangewezen bedrijfsfunctionaris overleggen. In dringende gevallen kan door beide partijen van deze regeling worden afgeweken.
f. Indien zulks voor een behoorlijke communicatie tussen de werknemers, bedoeld in lid c. en de leden van hun organisatie nodig is, kan van door de werkgever aan te wijzen publicatieborden gebruik worden gemaakt; alvorens hiervan gebruik gemaakt wordt, dient overleg te worden gepleegd met een daartoe door de werkgever aangewezen functionaris.
g. Indien voor één of meer leden, bedoeld in lid c. contact met bezoldigde functionarissen van de vakverenigingen binnen de werktijd noodzakelijk is, indien dit door bijzondere omstandigheden buiten werktijd niet mogelijk is, zal de werkgever hiertoe gelegenheid bieden. Daartoe zal (zullen) de betrokkene(n) of de bezoldigde bestuurder(s) van één of meer vakverenigingen tijdig contact opnemen met de werkgever of een daartoe door hem aangewezen functionaris.
h. De werkgever kan niet opzeggen wegens het deelnemen aan vakbondsactiviteiten, tenzij die activiteit in de arbeidstijd van de werknemer wordt verricht zonder toestemming van de werkgever.
BIJLAGE 3 VOORWAARDEN VOOR EEN GOED VERZUIMBELEID
1. Melding zieken en herstelden
Medewerkers melden zich vóór. uur ziek en hersteld bij de eigen
chef. Deze stelt de volgende vragen:
- is er sprake van een verpleegadres?
- Kan ander aangepast werk verricht worden?
- Hoe lang gaat het verzuim ongeveer duren?
De chef geeft de gegevens door aan een centrale persoon die registreert en de contacten onderhoudt met de Arbodienst. Met name over het verblijfadres mag geen onduidelijkheid bestaan!
2. Controlevoorschriften
Controle gebeurt op de dag. De werknemer dient dan thuis te
zijn. Eventueel doktersbezoek e.d. dient vooraf te worden gemeld aan de werkgever. Op de dag dat de werknemer hersteld wordt geacht door de Arbo-arts of -controleur, dient hij zijn taak te hervatten. Wanneer hij zichzelf niet hersteld acht, dient hij zich dezelfde dag te melden bij de bedrijfsarts en de werkgever.
Indien werknemer het niet eens is met de uitspraak van de arbo-arts of - controleur dan dient de werknemer binnen dagen een
second opinion te laten uitvoeren bij ......
Overtreding van de controlevoorschriften hebben de sancties welke vastgesteld zijn in de CAO en in het bedrijfsreglement tot gevolg. Bij een overtreding kunnen maatregelen volgen welke leiden tot
beëindiging van het dienstverband. Dit geldt ook voor het niet hervatten van de werkzaamheden bij herstel, zonder bezoek aan de Arbo-arts.
3. Begeleiding en voortgang
In overleg met de Arbodienst worden er acties ondernomen. Minimaal geldt:
- de chef neemt één keer per week contact op met de zieke;
- na een vaste periode (bijv. twee weken) van ziekte en direct na een bedrijfsongeval volgt er een attentie van het bedrijf;
- bij regelmatig kort verzuim voert de chef na de derde keer binnen een jaar een verzuimgesprek met de betrokkene. Hierin wordt hij/zij op zijn/haar verzuim en de storende invloed ervan aangesproken. Oorzaken vanuit het bedrijf worden
achterhaald en er worden afspraken gemaakt en vastgelegd. De werknemer krijgt hiervan een exemplaar;
- met langdurig zieken wordt regelmatig op het bedrijf afgesproken voor een gesprek met de chef, dit om de hersteldrempel zo laag mogelijk te houden. Tevens wordt in overleg met de Arbodienst het re-integratie-plan vastgesteld.
4. Dossiervorming
Van verzuimgesprekken en overtreding van controlevoorschriften wordt een verslag gemaakt. De werknemer ontvangt hier een kopie van(eventueel door hem ondertekend). Het aantal verzuimdagen, aantal meldingen en eventueel oorzaken van verzuim worden per werknemer geregistreerd, evenals de acties van de werkgever of de Arbodienst. Na verloop van tijd ontstaat inzicht in de eventueel
bedrijfsgebonden oorzaken van het verzuim.
Dit dient voor het beleid voor de volgende periode. Ter bescherming van de privacy worden dossiers bewaard op een vaste, afgesloten plaats en beheerd door één persoon.
BIJLAGE 4 PROCEDURE VAN BEZWAAR EN BEROEP
Een medewerker heeft het recht om bezwaar en beroep aan te tekenen tegen het door de werkgever genomen indelingsbesluit.
Bezwaar en beroep zijn mogelijk als de werknemer van mening is dat zijn functie niet of (bij functiewijziging) niet meer juist is beschreven en ingedeeld.
De hierop betrekking hebbende procedure bestaat uit 2 onderdelen of fasen:
• bezwaarfase (bij de eigen werkgever)
• beroepsfase (bij de Vaste Commissie van de CAO).
Bezwaarfase:
Voordat een werknemer bezwaar aantekent, dient hij eerst in goed overleg met zijn werkgever te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. De werknemer moet zijn bezwaar binnen 30 dagen na bekendmaking van het indelingsbesluit schriftelijk indienen bij de werkgever. Op zijn beurt moet de werkgever binnen 30 dagen na ontvangst van het bezwaar, schriftelijk uitspraak doen of de oorspronkelijk indeling wordt gehandhaafd of gewijzigd.
Als de werkgever niet binnen de termijn van 30 dagen uitspraak doet, mag de werknemer dit opvatten als een afwijzing. Dit geeft de werknemer dan het recht om gebruik te maken van de beroepsfase.
Beroepsfase:
Als de bezwaarfase voor de werknemer geen bevredigende oplossing oplevert, kan hij beroep instellen bij de Vaste Commissie, als bedoeld in artikel 4 van de CAO. Deze beroepsmogelijkheid geldt zowel voor georganiseerde als niet georganiseerde werknemers.
Een beroepschrift moet binnen 15 dagen na de interne behandeling van het ‘bezwaar’ schriftelijk zijn aangemeld bij de Vaste Commissie. Indien de werkgever niet binnen de in de bezwaarfase genoemde termijn van 30 dagen uitspraak heeft gedaan, moet een beroepschrift binnen 15 dagen na de laatste dag van die termijn zijn aangemeld.
De Vaste Commissie zal vervolgens aan de indiener van het beroep, en diens werkgever, verzoeken om de volgende stukken:
• de inhoud van de functie waarop het beroep betrekking heeft (ingevuld CATS- vragenformulier of functieomschrijving, waarin de inhoud van de functie voldoende duidelijk is omschreven, ondertekend door zowel functievervuller als werkgever);
• het indelingsformulier waarmee de werkgever het indelingsbesluit aan de werknemer heeft medegedeeld;
• de schriftelijke uitspraak van de werkgever uit de bezwaarfase;
• een schriftelijke motivering van de werknemer waarom hij beroep aantekent tegen de indeling van zijn functie.
De Vaste Commissie beoordeelt in hoeverre het voorgelegde beroep ontvankelijk is. (Met andere woorden, heeft het beroep daadwerkelijk betrekking op een
indelingsgeschil of spelen er andere zaken die niets met het indelen van de functie te maken hebben?)
Als de Vaste Commissie het beroep in behandeling neemt, laat zij zich bijstaan door functiewaarderingsdeskundigen van werkgevers- en werknemersorganisaties. Een unaniem advies van deze deskundigen zal door de Vaste Commissie worden overgenomen.
De Vaste Commissie en/of de functiewaarderingsdeskundigen kunnen besluiten om de betrokken partijen bij de behandeling van het beroep uit te nodigen voor een mondelinge toelichting.
De Vaste Commissie doet binnen een termijn van maximaal 3 maanden na ontvangst van het beroep uitspraak. Deze uitspraak is bindend voor betrokken partijen.
BIJLAGE 5
Handboek Functie-indeling
voor de Groothandel in Vlakglas,
het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf
Inhoudsopgave | Pagina- nummer |
Inhoudsopgave | 1 |
1. Inleiding | 2 |
2. Toelichting | |
2.1 Uitgangspunten en CAO-bepaling | 4 |
2.2 De totstandkoming van het Handboek | 5 |
2.3 Begrippenkader | 6 |
2.4 Gebruik van het Handboek Functie-indeling | 8 |
3. Handleiding bij het indelen van functies | |
3.1 Vereiste informatie en aandachtspunten | 9 |
3.2 Werkwijze bij het indelen van een functie | 11 |
3.3 Spelregels bij het indelen | 14 |
3.4 Voorbeeld bepaling functiefamilie | 16 |
3.5 Model CATS® functiebeschrijving | 17 |
3.6 Woordenlijst bij de niveaubepaling | 19 |
3.7 Opleiding, wettelijke eisen, normalisering, certificering en overige bijzondere eisen 3.7.1. Beroepsonderwijs; aansluitend op VBO 3.7.2. Wettelijke eisen, normalisering, certificering en andere bijzondere eisen | 21 |
22 | |
3.8 Model Vragenlijst Functiebeeld | 23 |
4. Indelingsinstrument | |
4.1 Overzicht functiefamilies | 33 |
4.2 Bundeling voorbladen | 34 |
4.3 Niveaubladen en voorbladen per functiefamilie | 44 |
4.3.1. Functiefamilie I Glasbewerking | |
4.3.2. Functiefamilie II Assemblage | 48 |
4.3.3. Functiefamilie III Montage | 52 |
4.3.4. Functiefamilie IV Magazijn / Expeditie | 55 |
4.3.5. Functiefamilie V Commerciële Binnendienst | 59 |
4.3.6. Functiefamilie VI Calculatie / Werkvoorbereiding | 63 |
4.3.7. Functiefamilie VII Financiële Administratie | 67 |
4.3.8. Functiefamilie VIII Algemeen Adm. Ondersteuning | 71 |
4.3.9. Functiefamilie IX Technische Dienst | 75 |
4.3.10. Functiefamilie X ICT | 78 |
4.4 Index van functiebenamingen | 81 |
5. Schema werkwijze en “spelregels” | |
6. Bijlagen | |
7. Overige informatie |
1. Inleiding
Het Handboek Functie-indeling is gebaseerd op een integraal systeem van functie- waardering, de CATS®-methode, ontwikkeld door en in beheer van De Leeuw Consult BV, HRM-adviseurs te Leerdam.
CATS® is de afkorting van Commercieel, Administratief, Technisch en Sociaal.
Het systeem werkt als volgt : er zijn zogenaamde functiefamilies met hun eigen karakteristieken. Veel functies in de vlakglasbranche kunnen zo ingedeeld worden. Daarna wordt gekeken op welk niveau de functie wordt uitgeoefend en zo wordt de functiegroep bepaald. Dus de inhoud is daarvoor bepalend.
Waar kijk je dan naar? Er zijn vier belangrijke criteria, namelijk :
• complexiteit;
• zelfstandigheid;
• afbreukrisico;
• fysieke aspecten.
Hoe deel je de functies in? In principe met behulp van drie hulpmiddelen die in het Handboek worden beschreven, nl :
1. Overzicht functiefamilies;
2. Voorbladen met betrekking tot functiefamilies;
3. Index functiebenamingen, gerelateerd aan de functiefamilies.
Hoe je in concreto in de onderneming te werk moet gaan staat duidelijk beschreven in paragraaf 3. Je begint met het omschrijven van de functies van de medewerkers, over deze functieomschrijving en de daarop voortvloeiende indeling probeer je het met iedere medewerker eens te worden. Lukt dat niet dan is er binnen de onderneming de mogelijkheid van de bezwaarfase en uiteindelijk kan bij echte conflicten een beroep worden gedaan op de beroepsprocedure zoals deze is omschreven in paragraaf 3 punt 2. Het verdient aanbeveling om alle functies te omschrijven zodat de functies ook in relatie tot elkaar juist gewaardeerd zijn.
Bij het nauwkeurig volgen van de indelingsprocedures zoals omschreven in het Handboek zal het mogelijk zijn om in de meeste gevallen tot overeenstemming en juiste indeling te komen, ongetwijfeld echter zullen er ook vragen rijzen die u dan bij voorkeur per e-mail kunt richten aan het secretariaat van Bouwend Nederland vakgroep glas, o.v.v. FWS-glasbranche (xxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxxx.xx). Daar waar mogelijk zal het secretariaat uw vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, het kan echter voorkomen dat uw vragen zullen moeten worden voorgelegd aan de begeleidende werkgroep van cao-partijen, Bouwend Nederland vakgroep glas, FNV en CNV xxxxxxxxx.xx, om te waarborgen dat inhoudelijk eenduidige informatie aan u wordt gegeven.
Tot slot : de invoering van het functiewaarderingssysteem met bijbehorend loongebouw vraagt van u werk en aandacht, en zal soms zelfs tot hoofdbrekens kunnen leiden. Echter, het is absoluut de moeite waard om te komen tot invoering
van het systeem omdat op deze manier een geobjectiveerde basis voor indeling en salariëring in de branche ontstaat. En daar is een ieder, zowel werkgevers als werknemers, mee gebaat.
Gouda, januari 2007
2. Toelichting
2.1. Uitgangspunten en CAO-bepaling
Het doel van functiewaardering is een zo objectief mogelijke vaststelling van de zwaarte van een functie, mede in vergelijking met andere functies.
Het Handboek Functie-indeling bevat de uitgangspunten en normen voor de functie-indeling van de functies in de Vlakglasbranche.
Dit Handboek maakt deel uit van de CAO. De functiegroepen van het Handboek corresponderen met de functie-groepen in de CAO :
functiegroep II functiegroep III functiegroep IV functiegroep V functiegroep VI functiegroep VII
2.2 De totstandkoming van het Handboek
Voor de branche representatieve functies zijn in een aantal bedrijven nauwkeurig bekeken en beschreven. Vervolgens heeft “vertaling” in het Catssysteem plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot omschrijvingen die thans de basis voor het handboek vormen.
Per functiefamilie en per niveau zijn genormeerde teksten opgesteld, die in rechtstreekse verbinding staan met het onderliggende studiemateriaal (± 29 studiefuncties) én met de gehanteerde CATS®-methode. Deze genormeerde teksten vormen de grondslag van de niveaubladen voor elke functiefamilie.
De functiegroepen (niveaus) zijn op elk niveaublad onderscheiden met behulp van de karakteristieken:
• Complexiteit
• Zelfstandigheid
• Afbreukrisico
• Fysieke aspecten
2.3 Begrippenkader
Functiebeschrijving, -analyse, -waardering en -classificatie
• Functiebeschrijving (of functieprofiel)
Het op methodische wijze vastleggen van resultaatgebieden/activiteiten, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen elke functie.
• Functiewaardering
Het afwegen van de zwaartebepalende factoren van een functie tegen verschillende beschreven karakteristieken in het handboek functie-indeling.
• Functie-indeling (of functieclassificatie)
Het rangordenen van de functies in klassen of functiegroepen.
Methode van functiewaardering
• De methode CATS® is ontwikkeld door en in beheer van De Leeuw Consult te Leerdam. De methode is universeel toepasbaar, dat wil zeggen in allerlei typen organisaties en voor lage en hoge functies, van welke aard dan ook. Er is sprake van éénduidige en strakke formulering van de gezichtspunten/- karakteristieken. Ook voldoet de methode aan een aantal voorwaarden van psychologische aard: herkenbaar, evenwichtig en redelijk aansluitend op het doorvoelde onderscheid tussen functies.
Karakteristieken
• De karakteristieken zijn logische samenvoegingen van de gezichtspunten van de methode van functiewaardering (CATS®)
Complexiteit is de samenvoeging van 2 gezichtspunten :
• Heterogeniteit; de breedte en de hectiek van de functie: de aard en indringendheid van de omschakelingen die structureel eigen zijn aan de functie. Ook komen aspecten als bezwarende accuratesse en tijddwang aan de orde.
• Kennis; de voor de functie-uitoefening vereiste kennis van schoolse en cursorische aard.
Zelfstandigheid is de samenvoeging van 3 gezichtspunten :
• Zelfstandigheid; de vrijheid in tijdsindeling, vormgeving en aanpak, de mate van toezicht op de functie en de beslissingsvrijheid, mede bepaald door het niveau van de vereiste probleemoplossing en de vereiste ervaring.
• Contacten intern; de aard, de diepgang van de te leggen en te onderhouden contacten binnen de eigen bedrijfsorganisatie en de betekenis van de contacten voor de organisatie.
• Leidinggeven; de mate van invloed in een gezagsrelatie, zowel direct als indirect via anderen.
Afbreukrisico is de samenvoeging van 3 gezichtspunten :
• Afbreukrisico; het risico dat er iets misgaat in de functie-uitoefening en de schade die als gevolg hiervan kan ontstaan.
• Contacten extern; de aard, de diepgang van de te leggen en te onderhouden contacten buiten de eigen bedrijfsorganisatie en de betekenis van de contacten voor de eigen organisatie.
• Speciale eisen; de in acht te nemen discretie en andere bijzondere voorwaarden, zoals bestand zijn tegen aantasting van de integriteit.
Fysieke aspecten heeft betrekking op :
• Bezwaren aan de arbeid verbonden; omgevingsfactoren, inspanning, persoonlijk risico en extra bewegingsprecisie.
Het indelingsinstrument en zijn onderdelen
Van het indelingsinstrument maken deel uit :
• Overzicht functiefamilies, die zich van elkaar onderscheiden naar aard van de werkzaamheden en/ of naar verschil in opbouw van de functie- waardering.
• Voorbladen, die aanvullende informatie verschaffen over de onder- scheiden functiefamilies.
• Niveaubladen, die niveau-aanduidingen van alle functiegroepen bevatten (= niveaus) waarin functies in die familie voorkomen. Deze niveau- aanduidingen concentreren zich in een viertal karakteristieken.
• Karakteristieken, die dienen voor een eenduidige formulering van het niveau-onderscheid tussen functiegroepen (= niveaus). Zoals eerder is toegelicht betreft het:
• Complexiteit
• Zelfstandigheid
• Afbreukrisico
• Fysieke aspecten.
• Index, die veel voorkomende functiebenamingen bevat, met verwijzing naar de meest in aanmerking komende functiefamilie(s) ter vereenvoudiging van het zoeken.
2.4 Gebruik van het Handboek Functie-indeling
Dit indelingsinstrument is zodanig ingericht dat de verschillende gebruikers de functies in hun bedrijf eenduidig kunnen indelen.
Het verdient aanbeveling om grondig kennis te nemen van de Handleiding (hoofdstuk 3). Daarin wordt een opsomming gegeven van de vereiste informatie (3.1) over een functie. Deze informatie moet worden vastgelegd in een functiebeschrijving (zie bijgevoegd model, paragraaf 3.5). Deze dient door werkgever en werknemer ondertekend te worden.
Een andere gestructureerde wijze om relevante functie-informatie te verzamelen, kan plaatsvinden via de Vragenlijst Functiebeeld (3.8).
Ook de Werkwijze bij het indelen wordt uitvoerig besproken (paragraaf 3.2). Voor continue raadpleging is deze werkwijze eveneens weergegeven op de Schema’s (Werkwijze en Spelregels), (zie tabblad 5. achterin).
Op dat tabblad staan eveneens de in acht te nemen Spelregels summier weergegeven. Een uitvoerige uiteenzetting van deze spelregels (paragraaf 3.3) maakt eveneens deel uit van de Handleiding.
Indien het bepalen van de functiefamilie problemen op mocht leveren, kan nog kennis worden genomen van een uitgewerkt Voorbeeld (paragraaf 3.4.).
Bij het hanteren van de niveaubladen kan men stuiten op verschillen tussen niveaus die zijn aangegeven in kwantitatieve of kwalitatieve termen. Een aantal van deze termen is gedefinieerd en/of toegelicht in de Woordenlijst (paragraaf 3.6.).
3. Handleiding bij het indelen van functies
3.1. Vereiste informatie en aandachtspunten
Zorg voor een scherp beeld van de functie
• Verzamel voldoende informatie over de functie zelf. Als hulpmiddel hierbij kunt u gebruik maken van het hierbij gevoegde model van een CATS®- functiebeschrijving (paragraaf 3.5). Op dit model is de vereiste informatie globaal aangegeven (of reeds concreet ingeleid). U kunt uiteraard ook de Vragenlijst Functiebeeld hanteren (paragraaf 3.8).
• Het kan belangrijk zijn, niet alleen over de betrokken functie, maar ook over de ‘belendende’ functies informatie te verzamelen, waarbij met name gelet moet worden op de onderlinge verdeling van taken en verantwoordelijkheden.
Ga uit van de feitelijke functie-inhoud
• Kijk naar de functie zoals deze feitelijk in de onderneming voorkomt, los van de persoonlijke beoordeling van degene die de functie vervult.
• Ga bij de indeling niet af op de persoonlijke functiebenaming of niveau- aanduiding, maar op de werkelijke inhoud van de functie, de constateer- bare werkzaamheden en verantwoordelijkheden.
• Het salarisniveau, de capaciteit of de persoonlijke mogelijkheden van de functievervuller(s), of andere soortgelijke aspecten dienen geen rol te spelen bij het proces van functie-indeling.
Let op de verschillen tussen de functieniveaus
• De tekst van de karakteristieken van een bepaald niveau is niet een functiebeschrijving in het kort, maar een typerende weergave van de zwaartebepalende factoren. Bij het opstellen van de niveaubladen is uitgegaan van de verschillen die gemeten zijn over het complete samenstel van de niveaukarakteristieken. Dat wil zeggen dat kleine verschillen in de uitgeoefende taken niet automatisch leiden tot een ander functieniveau. Een trefzekere indeling is mogelijk door goed te letten op de verschillen met de beide omringende niveaus.
Raadpleeg de woordenlijst
• De tekst van de karakteristieken bevat een aantal termen van kwalitatieve en kwantitatieve aard. Teneinde subjectieve interpretatie te vermijden is het raadzaam om in de woordenlijst (paragraaf 3.6) na te gaan welke term in een concrete situatie van toepassing is.
Ga zorgvuldig te werk
• Het verdient aanbeveling om zowel de functiefamilie als het functieniveau zorgvuldig vast te stellen. Het kan daarbij raadzaam zijn om meerdere niveaubeschrijvingen (en eventueel ook meerdere niveaubladen) door te nemen.
Xxxx compleet
• Er gelden meerdere criteria binnen een karakteristiek. Er moet van al deze criteria kennis worden genomen om deze te overwegen of te vergelijken met de in te delen functie.
N.B.
De beschreven niveaus in dit Handboek zijn niet limitatief. In de praktijk kunnen uiteraard lichtere, zwaardere en geheel andere functievarianten voorkomen dan in dit Handboek zijn beschreven.
3.2. Werkwijze bij het indelen van een functie
In alle gevallen is het raadzaam om het volledige Indelingsinstrument te hanteren. Dit voorkomt latere discussies of onenigheid over de procesgang en/of over de indelingsresultaten. Het verdient aanbeveling om alle min of meer samenhangende functies in de organisatie in één indelingsproces te behandelen.
Bij het indelingsproces kan gebruik worden gemaakt van het hierna volgende Stappenplan en/of van het schema dat hieromtrent is opgesteld en als tabblad achterin is toegevoegd (paragraaf 5.).
Het op datzelfde tabblad afgedrukte schema van de Spelregels (paragraaf 3.3) kan dan eveneens geraadpleegd worden.
N.B. Beroepsmogelijkheden:
Wanneer men binnen een organisatie -na uitvoerige afweging en discussie- niet tot overeenstemming kan komen inzake een functie-indelingsresultaat, dan bestaat onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid van een beroep. Voor de hierbij te volgen procedure zie onderstaande procedure van bezwaar en beroep.
Procedure van bezwaar en beroep in het kader van de functiewaardering
Een medewerker heeft het recht om bezwaar en beroep aan te tekenen tegen het door de werkgever genomen indelingsbesluit.
Bezwaar en beroep zijn mogelijk als de werknemer van mening is dat zijn functie niet of (bij functiewijziging) niet meer juist is beschreven en ingedeeld. Dit bezwaar dient schriftelijk beargumenteerd te zijn.
De hierop betrekking hebbende procedure bestaat uit 2 onderdelen of fasen:
• bezwaarfase (bij de eigen werkgever)
• beroepsfase (bij de geschillencommissie van de CAO)
Bezwaarfase:
Voordat een werknemer bezwaar aantekent, dient hij eerst in goed overleg met zijn werkgever te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. De werknemer moet zijn bezwaar binnen 30 dagen na bekendmaking van het indelingsbesluit schriftelijk indienen bij de werkgever. Op zijn beurt moet de werkgever binnen 30 dagen na ontvangst van het bezwaar, schriftelijk uitspraak doen of de oorspronkelijk indeling wordt gehandhaafd of gewijzigd. Als de werkgever niet binnen de termijn van 30 dagen uitspraak doet, mag de werknemer dit opvatten als een afwijzing. Dit geeft de werknemer dan het recht om gebruik te maken van de beroepsfase.
Beroepsfase:
Als de bezwaarfase voor de werknemer geen bevredigende oplossing oplevert, kan hij beroep instellen bij de geschillencommissie van de CAO. Deze beroepsmogelijkheid geldt zowel voor georganiseerde als niet georganiseerde werknemers. De stemverhouding tussen werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers is één op één.
Een beroepschrift moet binnen 15 dagen na de interne behandeling van het ‘bezwaar’ schriftelijk zijn aangemeld bij de geschillencommissie van de CAO. Indien de werkgever niet binnen de in de bezwaarfase genoemde termijn van 30 dagen uitspraak heeft gedaan, moet een beroepschrift binnen 15 dagen na de laatste dag van die termijn zijn aangemeld.
De geschillencommissie van de CAO zal vervolgens aan de indiener van het beroep, en diens werkgever, verzoeken om de volgende stukken:
• de inhoud van de functie waarop het beroep betrekking heeft (ingevuld CATS-vragenformulier of functieomschrijving, waarin de inhoud van de functie voldoende duidelijk is omschreven, beide voor akkoord ondertekend door zowel functievervuller als werkgever)
• het indelingsformulier waarmee de werkgever het indelingsbesluit aan de werknemer heeft meegedeeld
• de schriftelijke uitspraak van de werkgever uit de bezwaarfase
• een schriftelijke motivering van de werknemer waarom hij beroep aantekent tegen de indeling van zijn functie.
De geschillencommissie van de CAO beoordeelt in hoeverre het voorgelegde beroep ontvankelijk is.
Met andere woorden, heeft het beroep daadwerkelijk betrekking op een indelingsgeschil of spelen er andere zaken die niets met het indelen van de functie te maken hebben?
Als de geschillencommissie van de CAO het beroep in behandeling neemt, laat zij zich bijstaan door functiewaarderingsdeskundigen van werkgevers- en werknemersorganisaties. Een unaniem advies van deze deskundigen zal door de geschillencommissie van de CAO, overgenomen worden. De geschillen- commissie van de CAO en/of de functiewaarderingsdeskundigen kunnen besluiten om de betrokken partijen bij de behandeling van het beroep uit te nodigen voor een mondelinge toelichting. De geschillencommissie van de CAO doet binnen een termijn van maximaal 3 maanden na ontvangst van het beroep uitspraak.
Stappenplan bij het indelen van functies
1.
Voorbereiding
2.
Functie beschrijving
5.
Schriftelijke bevestiging
3.
Functie waardering
4.
Functie indeling
Toelichting
1. Voorbereiding | − | Neem het handboek goed door. |
− | Informeer de medewerkers en maak afspraken op welke | |
wijze zij bij het proces worden betrokken. | ||
− | Verzamel informatie over de functies. | |
− | Maak evt. gebruik van de “vragenlijst functiebeeld” (pag. | |
23). | ||
2. Functiebeschrijving | − | Stel voor elke functie een functiebeschrijving op (pag. 17). |
− | Onderteken de functiebeschrijvingen voor akkoord en laat | |
medewerkers ook voor akkoord tekenen. | ||
3. Functiewaardering | − | Bepaal per functie welke functiefamilie van toepassing is. |
Gebruik hiervoor evt. het Overzicht Functiefamilies (pag. | ||
33), de Voorbladen (pag. 34) of de Index (pag. 82) | ||
− | Xxxx voor elk van de in te delen functies de desbetreffende | |
niveaubladen. | ||
− | Bepaal het niveau van de functie dat het meest | |
overeenkomt met de beschrijving van het niveaublad. | ||
− | Stel vast dat de niveaukarakteristieken van het naast lagere | |
en naast hogere niveau inderdaad lager dan wel hoger zijn. | ||
4. Functie-indeling | − − | Bekijk alle functies en de functiewaarderingen in samenhang met elkaar en stel vast dat de verhoudingen kloppen. Indien dit niet het geval is, verifieer het niveau van de functie opnieuw aan de hand van het passende niveaublad. Stel het functieniveau van de functies vast. |
5. Schriftelijke bevestiging | − | Bevestig het niveau van de functie aan de medewerkers. |
Maak evt. gebruik van de voorbeeldbrief uit het handboek. | ||
− | Motiveer de indeling schriftelijk of voeg evt. een kopie van | |
het desbetreffende niveaublad bij. |
3.3. Spelregels bij het indelen
Wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen
• Indien bij het verifiëren van de niveaukarakteristieken twee van de eerste drie niveaukarakteristieken (te weten Complexiteit, Zelfstandigheid en Afbreukrisico) naar één niveau verwijzen, dan is dat doorslaggevend, ook al tendeert de derde van deze drie karakteristieken naar een ander niveau.
• Het belang dat gehecht is aan de fysieke factoren, zorgt er in een aantal twijfelsituaties voor dat de vierde niveaukarakteristiek (Fysieke Aspecten) doorslaggevend is.
Hoe de vereiste kennis is verworven, doet nauwelijks ter zake
• Bij de niveaukarakteristiek Complexiteit is het kennisniveau tot uitdrukking gebracht dat voor de uitoefening van de functie vereist is. In het algemeen is bij het indelen niet relevant hoe de functievervuller zich de kennis eigen heeft gemaakt en ook niet de feitelijke duur van de kennisverwerving.
Een bevoegdheidsvereiste staat buiten de indeling
• Een wettelijk vereiste bevoegdheid is in feite een selectie-eis die als zodanig niet in een functie-indelingsmethode thuishoort, maar afzonderlijk moet worden toegepast. De eventueel vereiste kennis telt wel mee.
Vervangen van de directe chef heeft veelal geen invloed op de indeling
• Vervangen van de directe chef vormt soms een integraal onderdeel van de functie, maar betreft dan tijdelijk vervangen (enkele uren, dagen, weken) en beperkt vervangen (niet alle bevoegdheden). De invloed op de functie valt in die situaties te verwaarlozen.
• Indien vervanging van de chef meeromvattend is, dient deze op haar inhoudelijke merites te worden beoordeeld en zijn consequenties voor de functie-indeling niet uitgesloten.
• Langdurige vervanging vereist een aparte regeling, eventueel buiten de functie-indeling. In feite verricht de vervanger dan gedurende de vervangingstijd een andere functie dan zijn eigen functie.
Bij mengfuncties telt het zwaarste bestanddeel
• Bij structurele meng- of combinatiefuncties kan de functie elementen bevatten die volgens afzonderlijke niveaubladen worden ingedeeld. In dat geval is de hoogste van die indelingen van kracht, mits dat zwaarste element van de functie over langere tijd gemiddeld gedurende 25% of meer van de normale arbeidsduur wordt uitgeoefend.
Niet altijd zijn de zwaarste fysieke factoren maatgevend
• Is er in het werk structureel sprake van twee verschillende niveaus in de fysieke aspecten (gelet op onaangenaam, fysiek zwaar, inspannend, risicovol e.d.) en zou dit leiden tot een niveauverschil, dan geldt de hoogste van die twee indelingen indien de zwaardere fysieke factoren gelden gedurende 25% of meer van de normale arbeidsduur.
Leentjebuur spelen bij een andere functiefamilie mag, mits…
• In het algemeen dient men voor de niveaubepaling binnen één functiefamilie te blijven. Lukt dit niet en geeft een andere functiefamilie wel uitsluitsel voor de indeling, dan mag deze gehanteerd worden, mits alle niveaukarakteristieken overeenstemmen.
In grensgevallen opnieuw informatie inwinnen
• Indien de indeling niet eenduidig kan plaatsvinden, dient eventueel opnieuw informatie over de functie te worden verzameld. In ieder geval dient de relevante functie-inhoud expliciet te worden vastgesteld, gericht op de factoren die niveauverschillen vertonen.
3.4. Voorbeeld bepaling functiefamilie
Stel dat de functiefamilie moet worden bepaald van een duidelijke combinatie- functie binnen uw organisatie, bijvoorbeeld een Eerste Medewerker Logistiek/Modelmaker.
Het betreft een functie die enerzijds gericht is op het in ontvangst nemen, controleren, sorteren, markeren en transporteren van alle binnenkomende goederen alsmede zorgdragen voor de verzending van uitgaande goederen. Voor dit overwegend logistieke takenpakket (met de nodige administratieve aspecten) wordt tevens nog functioneel leiding gegeven aan enkele collega’s. De andere hoofdcomponent binnen deze combinatiefunctie betreft het vervaardigen van modellen (overwegend figuurglas) waarvoor soms zelf mallen vervaardigd moeten worden. De Eerste Medewerker Logistiek/- Modelmaker bepaalt, rekening houdend met de veelal nauwe toleranties, tevens de beste wijze van snijden (handmatig of gebruikmaken van semi- machinale apparatuur).
Bepaling functiefamilie:
Voor de bepaling van de geëigende functiefamilie(s) beschikt u over 3 hulpmiddelen. Via de ingang van het ‘Overzicht functiefamilies’ lijken voor het onderbrengen van het bovenstaande voorbeeld de functiefamilies I Glasbewerking, IV Magazijn/ Expeditie en wellicht ook nog VIII Algemeen Administratieve Ondersteuning in aanmerking te komen.
Via het raadplegen van de ‘Voorbladen’ blijkt dat voor het functiebestanddeel “Modelmaken” inderdaad functiefamilie I Glasbewerking (verspanende techniek) en voor het functiebestanddeel “Logistiek” de functiefamilie IV Magazijn/Expeditie van toepassing zijn. Afhankelijk van de precieze aard en omvang van het modelmaken binnen uw organisatie, zou eventueel ook nog het voorblad en de functiefamilie II Assemblage bekeken kunnen worden. Het voorblad inzake functiefamilie VIII Algemeen Administratieve Ondersteuning maakt al snel duidelijk, dat de niveaubladen van deze functiefamilie voor deze specifieke functie niet geraadpleegd hoeven te worden.
Via het laatste hulpmiddel ‘Index’ wordt men in veel gevallen ook redelijk snel doorverwezen naar de te gebruiken functiefamilie(s).
Voor de feitelijke indeling van de functie dienen uiteraard in alle gevallen de juiste werkwijze en spelregels zorgvuldig te worden toegepast.
3.5. Model CATS® functiebeschrijving
Opdrachtgever / Bedrijf | Afdeling / Groep | Naam van de functie |
Datum: | Status: | Code: |
Positie van de functie in de organisatie
♦ Werkt onder leiding van…
♦ Geeft leiding aan…………
Doel van de functie
Welke bijdrage wordt verwacht, welk doel wordt gediend.
Typering van de activiteiten
A. Algemeen
♦ Het werk betreft……
♦ Ontvangt opdracht…
B. Werkzaamheden
♦ (Verricht….).
♦ (Maakt/ Stelt op/ Beoordeelt/ Geeft/ Zorgt…).
♦ (Beoordeelt/ Onderzoekt/ Controleert…).
♦ (Registreert/ Houdt bij….).
C. Overig
♦ (Is tevens verantwoordelijk voor/ Zorgt ook voor….).
♦ Is gehouden aan (en/ of ziet toe op) de naleving van voorschriften/ procedures op het gebied van kwaliteit, Arbo, milieu en veiligheid alsmede aan de voor het uitvoeren van de werkzaamheden van toepassing zijnde normen, wetten c.q. certificeringen.
CATS® Functiebeschrijving
Bovenstaande beschrijving is slechts een typering van de werkzaamheden en niet een uitputtende opsomming. De vervuller van deze functie is dan ook gehouden alle voorkomende en in redelijkheid opgedragen werkzaamheden uit te voeren.
Beschrijving per karakteristiek
Complexiteit
Typeer de breedte en gemêleerdheid (diversiteit, variatie) van het werkterrein. Vermeld de werkaard, de product(ie)-soort(en), de soorten bemoeienis e.d.
Geef een indicatie van de frequentie waarmee zaken zich afwisselen (of verstoord worden).
Vermeld eventueel onvermijdbare bezwarende accuratesse en/of tijddwang. Noteer de voor een goede functie-uitoefening noodzakelijke opleiding(en), van schoolse en/of cursorische aard.
Zelfstandigheid
Typeer de vrijheid in tijdsindeling. Typeer de vrijheid in aanpak en vormgeving; noteer gebondenheid door voorschriften, regels, procedures e.d.; vermeld de te maken keuzen, te nemen beslissingen e.d. Typeer de invloed die van het toezicht uitgaat; tracht de relatie weer te geven tussen het probleemniveau, de opleiding en de vereiste ervaring.
Geef aan welke contacten binnen de organisatie noodzakelijk zijn voor het functioneren (geef een typering van het eventueel opgedragen geven van leiding: aantal, tijdsbeslag, e.d.).
Afbreukrisico
Typeer de schade die het gevolg kan zijn van menselijke fouten in de functie (eventueel meerdere soorten), het effect van controle(s), de mogelijkheden voor zelfcontrole etc.
Geef aan welke contacten met derden noodzakelijk zijn voor het functioneren (ook frequentie, te realiseren zaken, te overwinnen weerstand e.d.).
Typeer de eventueel opgedragen geheimhouding. Vermeld de eventueel aanwezige kans dat in de functie weerstand moet worden geboden tegen druk van buiten.
Fysieke Aspecten
Noteer (belangrijke) hinderlijke factoren in de werkomgeving. Vermeld lichamelijk zware elementen in het werk. Typeer de kans op gevaar voor lijf en leden.
Omschrijf de eventueel noodzakelijke bewegingsprecisie (vereiste fijne motoriek).
3.6. Woordenlijst bij de niveaubepaling
Complexiteit | ||
− Omschakelfrequentie "matig" of "af en toe" "regelmatig" of "vrij frequent" "voortdurend" of "hoog" of "frequent" | = = = | Gemiddeld elk uur van onderwerp veranderen. Gemiddeld elke 20 tot 40 minuten. Gemiddeld elke 5 tot 15 minuten. |
− Opleiding "schoolsoort" + "niveau" | = | Diploma-eisen staan niet vermeld, die zouden slechts dienen als indicatie; niet de vooropleiding als zodanig staat centraal maar de (op welke wijze dan ook verworven) kennis en vaardigheden staan centraal. |
"bedrijfsopleiding" | = | Een gestructureerde, geprogrammeerde en begeleide opleidingsperiode in de specifieke eigenheden van het bedrijf, processen, procedures, bewerkingen, e.d. |
"ervaring" | = | Wordt beschouwd als een aspect dat mede de zelfstandigheid bepaalt (zie aldaar). |
Zelfstandigheid | ||
− Niveau van de problemen | = | De mate waarin er vrijheid bestaat voor het maken van keuzen en nemen van beslissingen om voorkomende problemen zelfstandig op te lossen, gebruikmakend van de verworven kennis en ervaring. |
− "Betekenis van contacten" "normaal" | = | Men moet uit kunnen gaan van een ongehaperd lopen van de stroom van goederen of informatie, in tijd, kwaliteit en kwantiteit. |
"belangrijk" | = | De samenwerking is gericht op het tijdig tot stand brengen van juiste beslissingen van de hoogste leiding met betrekking tot forse delen van de capaciteit. |
− Leidinggeven "leidinggeven" "functioneel leidinggeven" | = = | Over het vermelde aantal ondergeschikten (direct en indirect via lagere leidinggevenden) wordt functioneel, operationeel en disciplinair gezag uitgeoefend. Bindende aanwijzingen geven over het werk aan niet-hiërarchisch ondergeschikten. |
Afbreukrisico | ||
− Kans op tijdig ontdekken | ||
en herstellen | ||
"groot" | = | Bij toepassing van de normale procedures en |
uitoefening van de vereiste verantwoorde- | ||
ijkheid wordt de fout vrijwel zeker tijdig (=niet | ||
naar buiten het bedrijf tredend) ontdekt. | ||
"redelijk tot matig" | = | Bij goede zelfcontrole kan de fout tijdig ontdekt worden; hiertoe zijn de |
omstandigheden normaal gesproken | ||
aanwezig, maar er moet wel extra inspanning | ||
voor geleverd worden. | ||
− Discretie | = | Het is ongewenst met anderen over vertrouwelijke informatie te spreken. |
− Geheimhouding | = | Het is verboden om met anderen over vertrouwelijke informatie te spreken. |
Fysieke Aspecten | ||
"normale kantooromstandigheden" | = | Rustig kantoor, samen met enkele collega's, de gebruikelijke kantoorgeluiden. |
"normaal schoon fabriekswerk" | = | Goed geklimatiseerde omstandigheden, incidenteel onaangename factoren. |
“buitenwerkzaamheden” | = | Aangegeven wordt wanneer op bouwlocaties, bij klanten (deels binnen/ buiten) e.d. de werkzaamheden worden verricht. |
3.7 Opleiding, wettelijke eisen, normalisering, certificering en andere bijzondere eisen
3.7.1. Beroepsonderwijs; aansluitend op voorbereidend beroepsonderwijs (VBO).
Vanaf 1 augustus 1997 zijn in het beroepsonderwijs twee leerwegen ingevoerd:
• de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), voorheen het Leerlingwezen en
• de beroepsopleidende leerweg (BOL), voorheen het MBO.
BBL omvat meer dan 60% beroepspraktijkvorming (B.P.V.) BOL omvat 20 - 60% beroepspraktijkvorming (B.P.V.) Beide wegen leiden op tot de niveaus 1 t/m 4.
niveau 1 assistent-opleiding;
niveau 2 basisberoepsopleiding;
niveau 3 vakopleiding;
niveau 4 middenkaderopleiding;
niveau 4 specialistenopleiding.
Voor gedetailleerde informatie met betrekking tot de kwalificaties per beroeps- groep wordt verwezen naar de desbetreffende instituten voor vakopleidingen.
In het algemeen kan gebruik worden gemaakt van het navolgende overzicht.
Niveau | Aanduiding opleiding | Typering | Duur |
1 | Assistent-opleiding | eenvoudige uitvoerende werkzaamheden een nieuw niveau van kwalificeren | 0,5-1 jaar |
2 | Basisberoepsopleiding | uitvoerende werkzaamheden vergelijk- baar met de vroegere primaire opleiding Leerlingwezen en de korte MBO | 2 - 3 jaar |
3 | Vakopleiding | zelfstandige uitvoering van werkzaam- heden vergelijkbaar met de vroegere secundaire opleiding Leerlingwezen en de tussenopleiding/ lange vakopleiding MBO | 2 - 4 jaar |
4 | Middenkaderopleiding | zelfstandige uitvoering van werkzaam- heden met brede inzetbaarheid vergelijk- baar met de vroegere lange opleiding MBO | 3 - 4 jaar |
of | |||
4 | Specialistenopleiding | zelfstandige uitvoering van werkzaam- heden met specialisatie vergelijkbaar met de vroegere tertiaire opleiding Leerlingwezen | 1 - 2 jaar |
3.7.2. Wettelijke eisen, normalisering, certificering en andere bijzondere eisen
Voor een aantal functies gelden extern bepaalde eisen, regels of afspraken die van invloed (kunnen) zijn op de zwaarte van functies, tot uiting komend in de onderscheiden karakteristieken van de indelingsmethode van dit Handboek.
Het betreft een reeks van wettelijke eisen, normaliseringsafspraken, bevoegdheids-afspraken, certificeringseisen (zoals bijvoorbeeld VCA, ARBO, ISO en NEN-normen) en mogelijk andere gevolgen van convenanten tussen overheid en bedrijfsleven, e.d.
Binnen het kader van de zo noodzakelijke juiste beeldvorming inzake concrete functies, kan het van belang zijn kennis te nemen van de belangrijkste bestaande voorschriften op dit gebied.
3.8 Model Vragenlijst Functiebeeld
(gestructureerd model voor het verzamelen van relevante functie-informatie).
Vragenlijst Functiebeeld Vlakglas
Basisgegevens:
Afdeling : …………………………………………………………………
Naam van de functie : …………………………………………………………………
Datum : …………………………………………………………………
Plaats in de organisatie:
1. Rapporteert aan of werkt onder leiding van :
…………………………………………………………………………..(functienaam)
2. Geeft leiding aan :
…………………………………………………………………………………………
………………………………………………(functienamen of namen van de afdelingen)
3. Teken of voeg een organisatieschema bij.
Doel van de functie:
4. Doel van de functie:
(De reden waarom de functie er is; wat moet er bijgedragen worden aan het resultaat van de afdeling c.q. de organisatie; wat wordt getracht door middel van het werk te bereiken).
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
Dagelijkse werkzaamheden.
5.a. Waar komt uw werk vandaan of waaruit vloeit het voort?
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
5.b. Welke bewerkingen voert u uit of welke processen begeleidt u?
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
5.c. Wat moeten de resultaten zijn van uw werk?
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
5.d. Welke hulpmiddelen gebruikt u?
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
5.e. Gelden er bepaalde normen of eisen bij uw werk?
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
5.f. Kernresultaatgebieden:
(Geef een samenvatting van de belangrijkste werkzaamheden (hoofdtaken), bij voorkeur gegroepeerd naar die soorten werkzaamheden waarop men beoordeeld zou kunnen worden. Noem maximaal vijf tot zeven hoofdtaken en per hoofdtaak enkele neventaken. Vermeld daarbij per hoofdtaak de gemiddelde tijdsbesteding in procenten).
Hoofdtaak (omschrijving) | Neventaak (omschrijving) | % |
…………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… …………………………………… | ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. ……………………………………. | ………. ………. ………. ………. ……… ……… |
6. Hoe vaak moet er omgeschakeld worden tussen de taken, inclusief onderbrekingen (interrupties)?
(Uit te drukken in aantal keren per tijdseenheid, bijvoorbeeld elk kwartier, om de 20 minuten, elk half uur, twee dagen per week).
…………………………………………………………………………………………
7.a. Komt "meer dan normale" accuratesse voor?
Zo ja, bij welke werkzaamheden/taken/gevallen?
(“Meer dan normaal” wil zeggen dat de accuratesse niet de gehele werktijd kan worden volgehouden, afwisseling is nodig; de accuratesse is in dergelijke gevallen bezwarend).
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
7.b. Hoe vaak komt de “meer dan normale” accuratesse voor?
(Aantal keren per dag of per week noemen).
………………………………………………………………………………………….
7.c. Komt "meer dan normale" tijddwang voor?
Zo ja, bij welke werkzaamheden/taken/gevallen?
(“Meer dan normaal” wil zeggen dat de tijddwang niet de gehele werktijd kan worden volgehouden, afwisseling is nodig; de tijddwang is in dergelijke gevallen bezwarend).
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
7.d. Hoe vaak komt de “meer dan normale” tijddwang voor?
(Aantal keren per dag of per week noemen).
………………………………………………………………………………………….
8. Welk opleidingsniveau is voor de functie vereist?
(Probeer de voor de functie vereiste opleiding met naam en toenaam te noemen).
…………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………….…………..….
9. Welke aanvullende kenniseisen worden er gesteld aan de functie?
(Het betreft kennis die wel nodig is, maar niet in de opleiding bij vraag 8 aanwezig is, zoals leverancierscursussen, computercursussen. Bijvoorbeeld een Salarisadministrateur: antwoord vraag 8 is HAVO, antwoord vraag 9 wordt dan: Cursus Loonadministratie en Sociale Wetgeving alsmede systeemkennis. Ook de tijdsduur van de cursus/opleiding vermelden zoals het aantal dagen/avonden in de week, gedurende ….. jaar).
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
.……………………………………………………………………………………..….
10.a. Moeten er ontwikkelingen worden bijgehouden op het vakgebied? Zo ja, op welke aandachtsgebieden?
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
….…………………………………………………………………………………..….
10.b. Op welke wijze (vakliteratuur, seminars, publicaties) en in welke mate (tijdsbesteding)?
Wijze: …………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
Mate:.………………………………………………………………………………….
…………………………………………………………………………………………
10.c. Zijn er andere functies die op precies hetzelfde aandachtsgebied de ontwikkelingen bijhouden? Zo ja, welke?
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
.…………………………………………………………………………………..….…
11. Door wie of waardoor wordt de tijdsindeling tijdens het werk bepaald? Beschrijf hoe en/of wie bepalend is voor het op enig moment uitvoeren van de taken.
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
12.a. Beschrijf hoe de aanpak en de vormgeving van het werk bepaald wordt.
(Dit is te beschrijven door het aangeven van de gebondenheid aan procedures, instructies, bepalingen en/of door het aangeven van de vrijheden).
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………..…..
…………………………………………………………………………………………
12.b. Geef aan welke beslissingen in de functie zelfstandig genomen kunnen worden.
(Bijvoorbeeld voortgangsbeslissingen (van het eigen werk, van het werk van anderen), kwaliteits-beslissingen, operationele beslissingen, strategische beslissingen. Omschrijf deze).
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
13. Op welke wijze en in welke mate (tijdsbesteding) wordt toezicht op de functie uitgeoefend?
(Hier wordt bedoeld toezicht door de direct bovengeschikte. Bijvoorbeeld: “ziet de meeste resultaten onmiddellijk” of “controleert steekproefsgewijs” of “ziet alleen rapportages” of “via wekelijks overleg”).
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
14.a. Is er ervaring nodig om de voorkomende problemen op te lossen? Zo ja, geef aan hoe lang en in welk soort functie(s).
(Dit staat los van de normale inwerktijd).
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
14.b. In welke situaties wordt er teruggevallen op de leiding of anderen?
(Bijvoorbeeld meer deskundige functionarissen).
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
15. Met wie (functienamen of categorieën van functies) en hoe vaak (dagelijks, wekelijks, sporadisch) worden binnen de organisatie voor het werk noodzakelijke contacten onderhouden?
Wat is het onderwerp van deze contacten en wat moet er tijdens die contacten tot stand gebracht worden?
Met: | Frequentie: | Onderwerpen: |
1. …………………….… 2. …………………….… 3. ………………………. 4. ………………………. 5. ………………………. | ……………………… ……………………… ……………………… …..………………….. ……………………… | ……………………………… ……………………………… ……………………………… ..……………………………. ..……………………………. |
Resultaat van de contacten:
1. ………………………………………………………………………………………
2. ………………………………………………………………………………………
3. ………………………………………………………………………………………
4. ………………………………………………………………………………………
5. ………………………………………………………………………………………
16. Aan hoeveel personen wordt er hiërarchisch leiding gegeven?
(Vermeld eveneens indien dit functioneel leidinggeven is. Geef tevens aan of het gaat om a) een operationele aansturing van direct ondergeschikten, b) het integraal leidinggeven aan direct ondergeschikten (taakverdeling, conflicthantering, beoordeling, selectie e.d.) of c) het overall leidinggeven aan direct en indirect ondergeschikten).
……….…………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………….
17. Met wie (functienamen of categorieën van functies) en hoe vaak (dagelijks, wekelijks, sporadisch) worden buiten de organisatie voor het werk noodzakelijke contacten onderhouden?
Wat is het onderwerp van deze contacten en wat moet er tijdens die contacten tot stand gebracht worden?
Met: | Frequentie: | Onderwerpen: |
1. …………………….… 2. …………………….… 3. ………………………. 4. ………………………. 5. ………………………. | ……………………… ……………………… ……………………… …..………………….. ……………………… | ……………………………… ……………………………… ……………………………… ..……………………………. ..……………………………. |
Resultaat van de contacten:
1. ………………………………………………………………………………………
2. ………………………………………………………………………………………
3. ………………………………………………………………………………………
4. ………………………………………………………………………………………
5. ………………………………………………………………………………………
18. Welke (materiële en/of immateriële) schade kan optreden als gevolg van eventuele fouten die gemaakt kunnen worden bij normale uitoefening van de functie?
(Ga daarbij, per kernresultaatgebied uit vraag 5, na wat er mis kan gaan en wat daarvan de gevolgen zijn).
Kernresultaatgebied : (vraag 5) | Wat kan er mis gaan : | Gevolg : |
1. ……………………. 2. ……………………. 3. ……………………. 4. ……………………. 5. ……………………. 6. ……………………. | ………………………… ………………………… ………………………… ………………………… ………………………… ………………………… | ………………………..……… ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. |
19. Hoe en/of door wie worden die fouten (vraag 18) voorkomen of ontdekt?
(per nummer)
1. ………………………………………………………………………..…………….
2. ……………………………………………………………………..……………….
3. ……………………………………………………………………..……………….
4. ……………………………………………………………………..……………….
5. ……………………………………………………………………..……………….
6. ……………………………………………………………………..……………….
20. Welke bijzondere geheimhoudingseisen worden aan de functie gesteld?
…….……………………………………………………………………………………
…….……………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………….
21. Is er sprake van druk van buiten de organisatie die de integriteit van de functievervuller kan aantasten?
(Bijvoorbeeld variërend van gunstig stemmende gestes tot omkopen).
…….……………………………………………………………………………………
…….……………………………………………………………………………………
22. In welke omgeving worden de werkzaamheden verricht?
(Bijvoorbeeld “kantooromstandigheden” of “buiten”).
………….………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………….
23. Is er sprake van hinderlijke omgevingsfactoren?
(Te denken valt aan: vuil, stof, lawaai, temperatuur, tocht).
……….…………………………………………………………………………………
……….…………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………….
24. Zijn er factoren die het werk lichamelijk zwaar maken?
(Te denken valt aan bukken, knielen, duwen, trekken, turen naar een beeldscherm, zakelijk langdurig reizen).
……….…………………………………………………………………………………
……….…………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………….
25. Zijn aan het werk risico’s verbonden voor lichamelijk letsel?
(Beschrijf de risico’s, verwondingen, beklemmingen e.d.).
……….…………………………………………………………………………………
……….…………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………….
26. Is er nog sprake van andere voor de functie van belang zijnde informatie?
…….……………………………………………………………………………………
…….……………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………….
4. Indelingsinstrument
4.1 Overzicht Functiefamilies
Functiegroep Functiefamilie | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
I Glasbewerking | ||||||
II Assemblage | ||||||
III Montage | ||||||
IV Magazijn/Expeditie | ||||||
V Commerciële Binnendienst | ||||||
VI Calculatie/Werkvoorbereiding | ||||||
VII Financiële Administratie | ||||||
VIII Algemeen Administratieve Ondersteuning | ||||||
IX Technische Dienst | ||||||
X ICT |
4.2 Bundeling voorbladen
VOORBLAD
Functiefamilie I Glasbewerking
Omschrijving:
Het betreft functies die uiteenlopende (voor)bewerkingsactiviteiten uitvoeren. De werkzaamheden hebben betrekking op de volgende 3 hoofdbewerkingen:
veredelen van glas, bewerken van glasoppervlakken en verspanen/vergruizen van glas.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het zodanig voorbewerken van het basismateriaal, dat in de navolgende afdelingen/bewerkingsfasen de gewenste output gerealiseerd kan worden.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Bedienen/instellen veredelende apparatuur
Verspanen van glas Glasbewerker
Buigen Operator Buigoven
Harden m.b.v. oven Operator Xxxxxxxxxxxx
Bedienen/instellen bewerkende apparatuur
Coaten Procesoperator
Etsen Glasetser
Branden Glasbrander
Emailleren Glasemailleerder
Zeefdrukken Glaszeefdrukker
Matteren Glasmatteerder
Bedienen zandstraalinrichting Zandstraaloperator
Polijsten Glaspolijster
Wassen Glaswasser
Bedienen/instellen verspanende apparatuur CNC-Programmeur Snijden (handmatig) Modellenmaker
Glassnijder (handmatig)
Programmeren/bedienen machine Glassnijder (semi)machinaal
Boren Glasbewerker
Zagen Glasbewerker
Slijpen/polijsten Glasslijper
Afpakken van glas, verwijderen van afval en volgens Productiemedewerker voorschriften plaatsen van de (eind)producten op Inpakker Krimpfolie bokken en/of glaskarren
VOORBLAD
Functiefamilie II Assemblage
Omschrijving:
Het betreft functies die uiteenlopende (deel)werkzaamheden uitvoeren. Deze werkzaamheden hebben betrekking op het vervaardigen van onderdelen als kaders, kruisroeden e.d. voor ofwel het samenvoegen of inbouwen van deze onderdelen tot de gewenste eindproducten.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het vervaardigen van halfproducten voor of- wel het leveren van bijdragen aan het totale eindproduct.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Bedienen/ instellen buigmachine Kaderbuiger
Vervaardigen kruisroeden Kruisroedemaker
Vervaardigen van profielen/roeden Profielmaker Xxxxx van profielen
Vervaardigen mallen/modellen Modelmaker Vervaardigen van voorzetramen
U.V. verlijmen Glasassembleur
Lamineren
Inbouwen specialties (ventilatieroosters, luxaflex e.d.)
Opzetten van glas Opzetter
Instellen wasautomaat Bediener wasstraat
Controleren kwaliteit van glas Schouwer/Visiteerder
Opzetten/butyleren van kaders Kaderplakker/Butyleerder
Afkitten handmatig Handkitspuiter
Instellen/bedienen afkitapparatuur Bediener Kitmachine
Afnemen van glas Productiemedewerker
Dubbele beglazing voorzien van gassen
Bedienen/instellen gietharsmachine Harsgieter
Samenvoegen onderdelen tot meubels of Meubelassembleur objecten voor interieurbouw
VOORBLAD
Functiefamilie III Montage
Omschrijving:
Het betreft functies die ofwel gericht zijn op het zetten van glas voor nieuwbouw dan wel bestaande bouw (renovatie/reparatie) bij bedrijven/particulieren, ofwel gericht zijn op het monteren van speciale glasconstructies.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het volgens de wensen en eisen van de klant glasdicht maken en opleveren van bouwwerken ofwel het opbouwen van glasconstructies.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Laden, vervoeren en controleren van het glas Chauffeur/Glaszetter Zetten van glas Bijrijder/Glaszetter
Controleren van het glas Glaszetter Nieuwbouw Plaatsen van ruit in de sponning
Spijkeren/schroeven van latten in de sponning Afkitten
Controleren van het glas Glaszetter Renovatie Verwijderen oude ruiten en glaslatten
Reinigen of aanpassen sponningen
Aanpassen van kozijnen en eventueel te plaatsen glas Plaatsen van ruit in de sponning
Spijkeren/ schroeven van latten in de sponning Afkitten
Afvoeren oud glas en afval
Eventueel nota afgeven en afrekenen
Lezen werktekeningen en controleren situatie ter plaatse Chauffeur/Glasmonteur Verzorgen van hak- en breekwerkzaamheden om Glasmonteur Speciale Producten onderdelen van de constructie te plaatsen
Monteren onderdelen van de constructie Opbouwen van de gehele constructie
Verzorgen van nastelwerkzaamheden en eindcontrole
Zie activiteiten Glaszetter/Glasmonteur Voorman Glaszetter Contacten met uitvoerder op de bouw
(bespreken van werkvolgorde, werktempo, aanvoer e.d.) Inmeten van glas
Halen van termijnbonnen
VOORBLAD
Functiefamilie IV Magazijn/Expeditie
Omschrijving:
Het betreft logistieke functies die gericht zijn op het (in- en/of externe) transport van goederen, inclusief ontvangst, uitgifte, controle, administratieve begeleiding, bewaken voorraadhoogte e.d.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het verzorgen van de goederen- stroom (intern en/of extern).
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Transporteren van goederen Chauffeur (groot rijbewijs) Chauffeur (klein rijbewijs) Heftruckchauffeur Bijrijder
Laden en lossen van vrachtwagens Heftruckchauffeur In ontvangstname en uitgifte van goederen
Administratieve verwerking in-/uitgaande goederen Medewerker Magazijn
Expeditiemedewerker
Afwerken van formaliteiten Bestellen van goederen
Sorteren en wegzetten/opslaan producten Transporteur Afvoeren van afval Logistiek Medewerker
Signaleren voorraadtekorten Voorman Magazijn
Efficiënte inrichting van ruimtes Magazijnmedewerker Bedienen/besturen van rijdend of hefmaterieel
Verzorgen van klein onderhoud aan materieel
Optimaliseren van procedures, werkplek- Glashalchef
inrichting en routing, aansturen medewerkers; Chef Xxxxxxxx/ Expeditie plannen werkzaamheden
Opmerking : zie voor administratieve taken tevens de administratief georiënteerde functiefamilies VII en VIII
VOORBLAD
Functiefamilie V Commerciële Binnendienst
Omschrijving:
Het betreft functies die ondersteunend zijn aan of bepalend zijn voor de acquisitie en verkoop van uiteenlopende glasproducten. Orderverwerking, orderbegeleiding en klachtenbehandeling zijn aanverwante werkzaamheden.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het (receptief, actief of beleids- matig) realiseren van de (geprognosticeerde) omzet.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Telefonisch/aan balie klanten te woord staan Telefoniste/Baliemedewerkster Verwerken van ordergegevens Medewerker Orderverwerking
Afsluiten van orders Medewerker Binnendienst
Verzorgen administratieve afhandeling Commercieel Medewerker
Acquisitie en relatiebeheer Accountmanager
Verzorgen klachtenbehandeling Medewerker Relatiebeheer
Uitbrengen van offertes Medewerker Verkoop
Maken van technische werkinstructies Technisch Medewerker
Voor- en nacalculeren van orders Calculator
Overleggen met/adviseren van klanten Medew./Hoofd Orderbegeleiding Bepalen commerciële prijs Hoofd Verkoop Binnendienst
(Mede) opstellen van het verkoopbeleid Commercieel Manager
Opmerking : voor functies waarbij het accent zwaar ligt op de ondersteunende aspecten kunnen ook de functiefamilies VI en VIII geraadpleegd worden.
VOORBLAD
Functiefamilie VI Calculatie/Werkvoorbereiding
Omschrijving:
Het betreft functies die gericht zijn op het op- en bijstellen van productieplanningen, het verduidelijken van werkinstructies, het vervaardigen van tekeningen, het opstellen van calculaties of vervaardigen van programma's voor de besturing van productieapparatuur.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het zodanig voorbereiden en/of plannen van de productie, dat deze zo effectief en efficiënt mogelijk kan plaats- vinden.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Plannen van orders en werkzaamheden Planner Bewaken van productievoortgang
Ontvangen en controleren van ordermateriaal Werkvoorbereider Opstellen van werkinstructies
Vervaardigen van tekeningen Tekenaar CAD/CAM Operator
Overleggen met klanten over constructies
Vervaardigen van calculaties Medewerker Bedrijfsbureau
Calculeren van projecten Calculator Uitwerken van projectplanning in suborders
Schrijven/aanpassen software voor CNC-apparatuur Optimalisator
Opmerking : zie voor commerciële taken of [algemeen/ondersteunende] administratieve taken tevens de functiefamilies V en VIII.
VOORBLAD
Functiefamilie VII Financiële Administratie
Omschrijving:
Het betreft functies die gericht zijn op de financieel-administratieve verwerking van gegevens, het zorgdragen voor (onderdelen van) de verslaglegging en rapportages, het uitvoeren van diverse analyses, (budget)bewaking, het genereren van managementinformatie tot en met het coördineren van en vormgeven aan het financieel-economische en administratieve beleid van de organisatie.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het juist, tijdig en volledig, vastleggen en/of verwerken van financieel-administratieve gegevens tot de gewenste informatie en adviezen, zodanig dat er intern op elk moment een accuraat beeld gegeven kan worden inzake de bedrijfseconomische situatie en extern voldaan kan worden aan de (wettelijke) verplichtingen.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Inbrengen/registreren van gegevens Medewerker Data-Entry Verzamelen, controleren en coderen van gegevens Medewerker Crediteuren Verzorgen van subadministratie(s) Medewerker Debiteuren Bewaken openstaande posten, budgetten e.d. Medewerker Boekhouding Voeren grootboekadministratie (Assistent) Xxxxxxxxxx
Opstellen (deel)begrotingen Boekhouder Vormgeven aan administratieve procedures Controlemedewerker
Verzorgen van managementinformatie Hoofd Financiële Administratie Zorgdragen voor adm.-fin. beleid
VOORBLAD
Functiefamilie VIII
Algemeen Administratieve Ondersteuning
Omschrijving:
Het betreft functies die gericht zijn op de secretariële en/of administratieve ondersteuning van afdelingen en/of functionarissen en/of Directie.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het bieden van ondersteuning in de regelende en registratieve of administratieve sfeer teneinde anderen de mogelijkheid te bieden zich volledig aan hun hoofdtaken te wijden.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie | Voorbeelden van functies |
Invoeren van teksten en/of gegevens | Administratief Medewerker |
Kopiëren, distribueren, inbinden, archiveren van stukken | Archiefmedewerker |
Postbehandeling; verzorgen correspondentie Bestellen kantoorbenodigdheden | (Assistent) Officemanager |
Bedienen communicatieapparatuur | Telefoniste-Receptioniste |
Ontvangen en begeleiden van gasten | Baliemedewerker |
Agendabeheer | (Afdelings)Secretaresse |
Uitwerken van stukken aan de hand van concepten of geringe mondelinge aanwijzingen | (OR)Secretaresse (Directie)Secretaresse |
Regelen en voorbereiden van vergaderingen | Medewerker Secretariaat |
Organiseren van bijeenkomsten; notuleren e.d. Verzorgen van PR-activiteiten Beheren afdelingsarchief, applicaties e.d. Leidinggeven aan (secretariaats)medewerkers | Management Assistente |
VOORBLAD
Functiefamilie IX Technische Dienst
Omschrijving:
Het betreft technische functies die gericht zijn op onderhoudswerkzaamheden aan mechanische, elektrische en elektronische apparatuur, installaties en materieel alsmede op het oplossen van storingen.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies om via onderhoud en storingsoplossing de continuïteit van de apparatuur, installaties en materieel te waarborgen teneinde de productie-processen ongestoord te kunnen laten verlopen.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Plannen van onderhoudswerkzaamheden Chef Technische Dienst Verrichten van onderhouds-, reparatie-, revisie-, Allround Monteur
of installatiewerkzaamheden Medewerker Onderhoudsdienst Coördineren en/of leidinggeven aan het Medewerker Technische Dienst onderhouden, installeren en optimaliseren Onderhoudsmonteur
van apparatuur, installaties en materieel Storingsmonteur
Instrueren van productiepersoneel (Meewerkend) Voorman TD Beheren van technische software en documentatie Elektromonteur
(als tekeningen, beschrijvingen, schema’s) Chef Reparatie en Onderhoud Installeren en in bedrijf stellen van (nieuwe) Storings- en onderhoudsmonteur apparatuur Hoofd Technische Dienst
Bestellen van (machine)onderdelen Tekenaar/Constructeur
Beheren werkplaats en magazijn Technisch Medewerker
Adviseren inzake investeringen Monteur WTB
VOORBLAD
Functiefamilie X ICT
Omschrijving:
Het betreft functies die gericht zijn op het beheren dan wel ontwikkelen van systemen en/of applicaties en het ondersteunen van de gebruikersorganisatie in de toepassing ervan.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het ondersteunen van de primaire en secundaire processen van de organisatie op het gebied van automatisering en informatievoorziening.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Lokaliseren en oplossen van technische storingen Systeembeheerder Beantwoorden van vragen van gebruikers over
systemen en programma’s Inkopen van hard- en software Installeren van hard- en software Beheren van databases
Beveiligen van gegevens en instellingen Maken van back-ups; verwijderen van virussen en beveiligen van systemen ertegen Reorganiseren van bestanden
Ontwikkelen van systemen en applicaties Systeemontwikkelaar Adviseren van gebruikersorganisatie Applicatiebeheerder Vertalen van functionele eisen naar technische eisen
Coördineren van werkzaamheden op grond Systeemcoördinator van systeem- en applicatiebeheer
Verbeteren van de informatiestructuur Informatie-/applicatiebeheerder Analyseren van informatiebehoeften en vertalen in Informatiemanager
systeem-/applicatie-eisen
Adviseren van management en directie op grond Van informatievoorziening
4.3. Niveaubladen en voorbladen per functiefamilie
4.3.1. Functiefamilie I Glasbewerking
VOORBLAD
Functiefamilie I Glasbewerking
Omschrijving:
Het betreft functies die uiteenlopende (voor)bewerkingsactiviteiten uitvoeren. De werkzaamheden hebben betrekking op de volgende 3 hoofdbewerkingen:
veredelen van glas, bewerken van glasoppervlakken en verspanen/vergruizen van glas.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het zodanig voorbewerken van het basismateriaal, dat in de navolgende afdelingen/bewerkingsfasen de gewenste output gerealiseerd kan worden.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Bedienen/instellen veredelende apparatuur
Verspanen van glas Glasbewerker
Buigen Operator Buigoven
Harden m.b.v. oven Operator Hardingsoven Aanbrengen clearshield
Bedienen/instellen bewerkende apparatuur
Coaten Procesoperator
Etsen Glasetser
Branden Glasbrander
Emailleren Glasemailleerder
Zeefdrukken Glaszeefdrukker
Matteren Glasmatteerder
Bedienen zandstraalinrichting Zandstraaloperator
Polijsten Glaspolijster
Wassen Glaswasser
Bedienen/instellen verspanende apparatuur
Snijden (handmatig) Modellenmaker Glassnijder (handmatig)
Programmeren/bedienen snijstraat Glassnijder (semi)machinaal
Boren Glasbewerker
Zagen Glasbewerker
Slijpen/polijsten Glasslijper
Afpakken van glas, verwijderen van afval en volgens Productiemedewerker voorschriften plaatsen van de (eind)producten op Inpakker Krimpfolie bokken en/of glaskarren
FUNCTIEFAMILIE NUMMER: I | BETREFT: GLASBEWERKING | ||
Functiegroepen | Functiegroep 2 | Functiegroep 3 | |
Karakteristieken | |||
Complexiteit | De functie is gericht op het uitvoeren van zeer eenvoudige werkzaamheden die zich volgens een vast patroon herhalen ofwel op het verlenen van assistentie bij iets minder eenvoudige taken, waarbij iets meer variatie aan de orde is. Reeds na enkele dagen inwerken kunnen de zelfstandig uit te voeren werkzaamheden beheerst worden. Xxxx bij een aantal werkzaamheden accuraat werken. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan enkele jaren VBO- opleiding, aangevuld met een interne instructie over het omgaan/veilig werken met glas. | De functie is gericht op vrij eenvoudige technische werkzaamheden, die zich veelal volgens een vast patroon herhalen. Na enkele weken inwerken kunnen de toegewezen taken beheerst worden. Xxxx bij een redelijk aantal van de werkzaamheden accuraat werken. Werkt af en toe onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan enkele jaren VBO- opleiding, aangevuld met een interne instructie over het omgaan/veilig werken met glas. | |
Zelfstandigheid | Voor de tijdsindeling, werkvolgorde en werkwijze worden precieze aanwijzingen en instructies gegeven die nauwelijks interpretatie behoeven of toelaten. Vrijwel alle aspecten van het werk worden rechtstreeks gecontroleerd of er zijn veel controlemomenten ingebouwd in de verdere productiestappen. De contacten met naaste collega's en de leidinggevende(n) zijn gericht op het uitwisselen van eenvoudige informatie en hebben hoofdzakelijk betrekking op de eigen werkzaamheden. | De tijdsindeling, werkvolgorde en vormgeving worden bepaald door aanwijzingen, instructies en wisselende prioriteiten. Het toezicht vindt niet permanent plaats, waardoor enige vrijheid van handelen ontstaat ten aanzien van de voortgang van de werkzaamheden en de controle op voorgeschreven kwaliteitsaspecten (bijvoorbeeld glasnormen). De leidinggevende is snel bereikbaar bij problemen. De contacten met naaste collega's en de leidinggevende(n) zijn gericht op het uitwisselen van (eenvoudige) informatie ten behoeve van de voortgang van het werk en het signaleren van (kwalitatieve) afwijkingen. | |
Afbreukrisico | Fouten of onzorgvuldigheden hebben doorgaans geringe gevolgen, maar kunnen wel de voortgang en/of kwaliteit van het werk van anderen op de afdeling in lichte mate aantasten. Door de goed uit te oefenen zelfcontrole en vele overige controlemomenten worden nagenoeg alle fouten tijdig ontdekt en zijn zij doorgaans snel te herstellen. | Fouten of onzorgvuldigheden kunnen als incidenten leiden tot verstoring van de normale voortgang, waardoor productieverlies, tijdverlies en materiaalverlies kan ontstaan. Door zelfcontrole, controles door anderen en steekproefsgewijze controles door de leidinggevende(n), kunnen vrijwel alle fouten tijdig ontdekt en gecorrigeerd worden. | |
Fysieke Aspecten | Variërend al naar gelang de verschillende uit te voeren (hulp)werkzaamheden. Er kan sprake zijn van regelmatig voorkomende onaangename of hinderlijke factoren als temperatuurwisselingen, vuil, tocht, stof, lawaai e.d. Tevens kunnen de werkzaamheden inspannend van aard zijn bijvoorbeeld door het vele staan, tillen, bukken, uitvoeren van steeds dezelfde bewegingen in een strak tempo, afgewisseld met soms wat ongemakkelijke houdingen. De kans op het oplopen van letsel (door het werken met glas) is aanwezig. | Ondervindt enige hinder van tocht, stof, lawaai e.d. De werkzaamheden kunnen inspannend van aard zijn aangezien de functie veel lichamelijke inspanning vergt als veel staan, lopen, tillen en vrijwel voortdurend dezelfde bewegingen in een strak tempo uitvoeren. Af en toe sprake van ongemakkelijke houdingen. De kans op het oplopen van letsel door het werken met glas is aanwezig. |
FUNCTIEFAMILIE NUMMER: I | BETREFT: GLASBEWERKING | ||
Functiegroepen | Functiegroep 4 | Functiegroep 5 | |
Karakteristieken | |||
Complexiteit | De functie is gericht op minder eenvoudige werkzaamheden, die enige variatie in werkpatronen met zich meebrengen. Na enkele maanden inwerken kan de apparatuur volledig zelfstandig bediend worden. Moet bij het merendeel der werkzaamheden accuraat werken (bijvoorbeeld ten behoeve van de fijnafstelling hulpmiddelen en handhaven kwaliteit). Werkt regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde VBO- opleiding, aangevuld met enkele op het werk gerichte cursussen (basiscursussen glasbewerking) en interne opleidingen over bedrijfseigen technieken en procedures. | Technische functie gericht op het bewerken van glas (de meer complexe bewerkingen zoals het snijden van glas volgens specificaties/model maken). Omvat tevens coördinerende en controlerende aspecten. Xxxxxxxx vrij regelmatig om binnen en tussen de verschillende werkzaamheden. Dient bij het merendeel der werkzaamheden accuraat te werken (bijvoorbeeld bij het inlezen/aanpassen van programma’s en bij kwaliteitscontroles). Werkt regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau minstens gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische VBO-opleiding, aangevuld met uiteenlopende cursussen op het gebied van glasbewerking en interne opleidingen over bedrijfsspecifieke technieken en procedures. | |
Zelfstandigheid | Voor de tijdsindeling, aanpak en vormgeving gelden instructies, die enige vrijheid van handelen toelaten. Voor de uitvoering van de werkzaamheden zijn inzicht, initiatief, ervaring en materiaalkennis van belang. Het toezicht vindt indirect plaats, waardoor vrijheid van handelen ontstaat ten aanzien van de voortgang van de werkzaamheden, het inspelen op wijzigingen in de werkvolgorde en het verzorgen van kwaliteitscontroles. Neemt bij complexere problemen contact op met de direct leidinggevende. De contacten met (naaste) collega's en (andere) leidinggevende(n) zijn gericht op het uitwisselen van informatie ten behoeve van de voortgang van het werk en signaleren van afwijkingen/ problemen. | De tijdsindeling vloeit voort uit de door de leidinggevende aangegeven prioriteiten, werklijsten (snijlijsten e.d.) en zich aandienende zaken. Is gebonden aan richtlijnen/ procedures, materialen, opdrachten en apparatuur. Voor het werk is naast inzicht, ervaring en kennis van materiaaleigenschappen soms ook enige inventiviteit vereist. Het toezicht geschiedt indirect aan de hand van resultaten en overleg. De contacten met collega's en leidinggevende(n) zijn gericht op het uitwisselen van informatie ten behoeve van de productievoortgang en het oplossen van afwijkingen/ problemen. Geeft eventueel functioneel leiding aan 1 à 3 medewerkers. | |
Afbreukrisico | Fouten of onzorgvuldigheden kunnen leiden tot verstoring van de voortgang binnen en eventueel buiten de eigen afdeling, schade aan de apparatuur en onvolkomenheden in de (deel)producten, wat tijd- en materiaalverlies (financiële schade) met zich mee kan brengen. Door vooral zelfcontrole en controle door anderen, is het doorgaans goed mogelijk om fouten tijdig te ontdekken en te herstellen. Incidenteel kan er sprake zijn van externe contacten gericht op het oplossen van (machine)storingen. | Fouten of onzorgvuldigheden (bijvoorbeeld een verkeerde bewerking aan het glas) kunnen leiden tot verstoring van de voortgang binnen en ook buiten de eigen afdeling, schade aan apparatuur, productiestagnatie, tijd- en materiaalverlies, kwalitatief slechte producten c.q. overdoen productie, wat naast financiële schade eventueel ook levertijden kan doen vertragen. Door vooral zelfcontrole en controles door anderen, is het meestal goed mogelijk om fouten nog tijdig te ontdekken en te herstellen. Incidenteel kan er sprake zijn van externe contacten gericht op het oplossen van (machine)-storingen. | |
Fysieke Aspecten | Ondervindt enige hinder van tocht, stof, lawaai e.d. Xxxxx de werkzaamheden vrijwel de gehele dienst staand en in een strak tempo uit. Af en toe sprake van ongemakkelijke houdingen. Het werk kan ook andere inspannende elementen bevatten (tillen, bukken e.d.). De kans op het oplopen van letsel (bijvoorbeeld door het werken met metalen, glas en chemicaliën) is aanwezig. | Werkt veelal in een fabriekshal. Ondervindt enige hinder van tocht, stof, lawaai, wisselende temperaturen e.d. Het werk kan uiteenlopende inspannende elementen bevatten als staan, lopen, tillen, bukken, uitvoeren bewegingen in een strak tempo, nu en dan ongemakkelijke houdingen e.d. De kans op het oplopen van letsel door het werken met glas is aanwezig. Bij de uitvoering van de werkzaamheden kan enige bewegingsprecisie vereist zijn. |
FUNCTIEFAMILIE NUMMER: I | BETREFT: GLASBEWERKING | |
Functiegroepen | Functiegroep 6 | |
Karakteristieken | ||
Complexiteit | Technische allround functie gericht op het bewerken van (half)fabrikaten. Het werk omvat uiteenlopende bewerkingen die conform de kwaliteitsnormen en de wensen van de klant worden verricht. Omvat tevens controlerende aspecten. Xxxxxxxx regelmatig om tussen de diverse bewerkingen. Dient bij het merendeel der werkzaamheden accuraat te werken (met name bij het inlezen van programma’s, het in- en afstellen van apparatuur en het aanpassen van procesvariabelen). Werkt regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau minstens gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische MBO-opleiding, aangevuld met uiteenlopende cursussen op het gebied van glasbewerking en interne opleidingen over bedrijfsspecifieke technieken en procedures. | |
Zelfstandigheid | De tijdsindeling vloeit voort uit de planning en de aangegeven prioriteiten. Is gebonden aan richtlijnen/procedures, materialen/opdrachten en apparatuur. Is daarbinnen vrij. Voor het werk is initiatief, inzicht, ruime ervaring, gedegen materiaalkennis en inventiviteit vereist. Het toezicht geschiedt indirect aan de hand van resultaten en overleg. De contacten met collega’s en leidinggevende(n) zijn gericht op de productievoortgang, kwaliteitsaspecten en het oplossen van afwijkingen/problemen. Geeft eventueel functioneel leiding aan enkele medewerkers. | |
Afbreukrisico | Fouten of onzorgvuldigheden (bijvoorbeeld het verkeerd inlezen van programma’s en/ of afstellen van apparatuur) kunnen leiden tot verstoring van de gang van zaken binnen maar ook buiten de eigen afdeling, apparatuurschade, stagnatie, tijd- en materiaal- verlies, kwalitatief slechte of foutieve producten, overdoen productie, wat naast de nodige financiële schade eventueel ook imagoverlies kan veroorzaken (door het niet kunnen realiseren van leverdata). Door voornamelijk zelfcontrole kunnen fouten nog tijdig worden ontdekt en hersteld. Incidenteel kan er sprake zijn van externe contacten gericht op het oplossen van (machine)-storingen. | |
Fysieke Aspecten | Werkt veelal in een fabriekshal. Ondervindt enige hinder van tocht, stof, lawaai, wisselende temperaturen e.d. Het werk kan uiteenlopende inspannende elementen bevatten als staan, lopen, tillen, bukken, uitvoeren bewegingen in een strak tempo, nu en dan ongemakkelijke houdingen e.d. De kans op het oplopen van letsel door het werken met glas is aanwezig. Bij de uitvoering van de werkzaamheden is regelmatig bewegingsprecisie vereist. |
4.3.2. Functiefamilie II Assemblage
VOORBLAD
Functiefamilie II Assemblage
Omschrijving:
Het betreft functies die uiteenlopende (deel)werkzaamheden uitvoeren. Deze werkzaamheden hebben betrekking op het vervaardigen van onderdelen als kaders, kruisroeden e.d. voor ofwel het samenvoegen of inbouwen van deze onderdelen tot de gewenste eindproducten.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het vervaardigen van halfproducten voor of-wel het leveren van bijdragen aan het totale eindproduct.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Bedienen/ instellen buigmachine Kaderbuiger
Vervaardigen kruisroeden Kruisroedemaker
Vervaardigen van profielen/ roeden Profielmaker Xxxxx van profielen
Vervaardigen mallen/ modellen Modelmaker Vervaardigen van voorzetramen
U.V. verlijmen Glasassembleur
Lamineren
Inbouwen specialties (ventilatieroosters, luxaflex e.d.)
Opzetten van glas Opzetter
Instellen wasautomaat Bediener wasstraat
Controleren kwaliteit van glas Schouwer/Visiteerder
Opzetten/butyleren van kaders Kaderplakker/Butyleerder
Afkitten handmatig Handkitspuiter
Instellen/bedienen afkitapparatuur Bediener Kitmachine
Afnemen van glas Productiemedewerker
Dubbele beglazing voorzien van gassen
Bedienen/instellen gietharsmachine Harsgieter
Samenvoegen onderdelen tot meubels of Meubelassembleur objecten voor interieurbouw
FUNCTIEFAMILIE NUMMER: II | BETREFT: ASSEMBLAGE | ||
Functiegroepen | Functiegroep 2 | Functiegroep 3 | |
Karakteristieken | |||
Complexiteit | De functie is gericht op het uitvoeren van zeer eenvoudige werkzaamheden die zich volgens een vast patroon herhalen ofwel op het verlenen van assistentie bij iets minder eenvoudige taken, waarbij iets meer variatie aan de orde is. Reeds na enkele dagen inwerken kunnen de zelfstandig uit te voeren werkzaamheden beheerst worden. Xxxx bij een aantal werkzaamheden accuraat werken. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan enkele jaren VBO- opleiding aangevuld met een interne instructie over het omgaan/veilig werken met glas. | De functie is gericht op vrij eenvoudige werkzaamheden aan een assemblagelijn (bijvoorbeeld opzetten van glas, controleren op kwaliteitsaspecten), die zich veelal volgens een vast patroon herhalen. Na enkele weken inwerken kunnen de toegewezen taken beheerst worden. Xxxx bij een redelijk aantal van de werkzaamheden accuraat werken. Werkt af en toe onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan enkele jaren VBO- opleiding (technisch) aangevuld met een interne instructie over het omgaan/veilig werken met glas en het bedienen van de machine/apparatuur. | |
Zelfstandigheid | Voor de tijdsindeling, werkvolgorde en werkwijze worden precieze aanwijzingen en instructies gegeven die nauwelijks interpretatie behoeven of toelaten. Vrijwel alle aspecten van het werk worden rechtstreeks gecontroleerd of er zijn veel controle- momenten ingebouwd in de verdere productiestappen. De contacten met naaste collega's en de leidinggevende(n) zijn gericht op het uitwisselen van eenvoudige informatie en hebben hoofdzakelijk betrekking op de eigen werkzaamheden. | De tijdsindeling, werkvolgorde en vormgeving worden bepaald door aanwijzingen, instructies en wisselende prioriteiten. Het toezicht vindt niet permanent plaats, waardoor enige vrijheid van handelen ontstaat ten aanzien van de voortgang van de werkzaam- heden en de controle op voorgeschreven kwaliteitsaspecten (bijvoorbeeld glasnormen). De leidinggevende is snel bereikbaar bij problemen. De contacten met naaste collega's en de leidinggevende(n) zijn gericht op het uitwisselen van (eenvoudige) informatie ten behoeve van de voortgang van het werk en het signaleren van (kwalitatieve) afwijkingen. | |
Afbreukrisico | Fouten of onzorgvuldigheden hebben doorgaans geringe gevolgen, maar kunnen wel de voortgang en/of kwaliteit van het werk van anderen op de afdeling in lichte mate aantasten. Door de goed uit te oefenen zelfcontrole en vele overige controlemomenten worden nagenoeg alle fouten tijdig ontdekt en zijn zij doorgaans snel te herstellen. | Fouten of onzorgvuldigheden kunnen als incidenten leiden tot verstoring van de normale voortgang, waardoor productie- en eventueel imagoverlies ontstaat. Door zelfcontrole, controles door anderen aan de assemblagelijn en steekproefsgewijze controles door de leidinggevende(n), kunnen vrijwel alle fouten tijdig ontdekt en gecorrigeerd worden. | |
Fysieke Aspecten | Variërend al naar gelang de verschillende uit te voeren (hulp)werkzaamheden. Er kan sprake zijn van regelmatig voorkomende onaangename of hinderlijke factoren als temperatuurwisselingen, vuil, tocht, stof, lawaai e.d. Tevens kunnen de werkzaamheden inspannend van aard zijn bijvoorbeeld door het vele staan, tillen, bukken, uitvoeren van steeds dezelfde bewegingen in een strak tempo, afgewisseld met soms wat onge- makkelijke houdingen (schoonmaakwerkzaamheden e.d.). De kans op het oplopen van letsel (bijvoorbeeld door het werken met glas) is aanwezig. | Ondervindt enige hinder van tocht, stof, lawaai e.d. Xxxxx de werkzaamheden vrijwel de gehele dienst staand uit, waarbij veel getild en vrijwel voortdurend dezelfde bewegingen in een strak tempo uitgevoerd dienen te worden. Af en toe sprake van ongemakkelijke houdingen. De kans op het oplopen van letsel (bijvoorbeeld door het werken met glas) is aanwezig. |
FUNCTIEFAMILIE NUMMER: II | BETREFT: ASSEMBLAGE | ||
Functiegroepen | Functiegroep 4 | Functiegroep 5 | |
Karakteristieken | |||
Complexiteit | De functie is gericht op minder eenvoudige werkzaamheden (bijvoorbeeld met behulp van computergestuurde machines vervaardigen van kaders, afkitten van dubbelglas e.d.), die enige variatie in werkpatronen met zich meebrengen. Na enkele maanden inwerken kan de apparatuur volledig zelfstandig bediend worden. Moet bij het merendeel der werkzaamheden accuraat werken (bijvoorbeeld ten behoeve van de fijnafstelling apparatuur en handhaven kwaliteit). Werkt regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische VBO-opleiding aangevuld met enkele op het werk gerichte cursussen (basiscursussen glasassemblage) en interne opleidingen over het bedienen van een beperkt aantal machines en apparatuur in de assemblagelijn en bedrijfseigen technieken en procedures. | De functie is gericht op het uitvoeren van een groot aantal functiecomponenten aan een assemblagelijn waarbij variatie in werkzaamheden (van eenvoudig tot meer complex) en verscheidenheid in werkpatronen aan de orde zijn. Hierbij moet vrij regelmatig tussen werkplekken worden omgeschakeld. Na enkele maanden tot circa een half jaar kunnen de meeste functiebestanddelen zelfstandig worden verricht. Dient bij het merendeel der werkzaamheden accuraat te werken (bijvoorbeeld ten behoeve van uitzoekklussen, sorteren, instellen machines, bewaken van logistieke processen, kwaliteit e.d.). Werkt regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau minstens gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische VBO-opleiding, aangevuld met uiteenlopende cursussen op het gebied van glasassemblage en interne opleidingen over het bedienen van meerdere machines en apparatuur in de assemblagelijn en bedrijfseigen technieken en procedures. | |
Zelfstandigheid | Voor de tijdsindeling, aanpak en vormgeving gelden instructies, die enige vrijheid van handelen toelaten. Voor de uitvoering van de werkzaamheden zijn inzicht, initiatief, ervaring en materiaalkennis van belang. Het toezicht vindt indirect plaats, waardoor vrijheid van handelen ontstaat ten aanzien van de voortgang van de werkzaamheden, het inspelen op wijzigingen in de werkvolgorde en het verzorgen van kwaliteitscontroles. Neemt bij complexere problemen contact op met de direct leidinggevende. De contacten met (naaste) collega's en (andere) leidinggevende(n) zijn gericht op het uitwisselen van informatie ten behoeve van de voortgang van het werk en signaleren van afwijkingen/problemen. | De tijdsindeling vloeit voort uit de concrete werkplek waar de functionaris wordt ingezet, ontvangen opdrachten en zich aandienende zaken. Voor het werk gelden precieze tot globalere instructies; de vormgeving en aanpak worden veelal door de te verrichten functiebestanddelen en/of situatie bepaald. Voor het werk is naast inzicht, ervaring en kennis van materiaaleigenschappen soms ook enige inventiviteit vereist. Het toezicht varieert per werkplek maar laat doorgaans enige ruimte qua werkvolgorde, bewaken voortgang en kwaliteit van de werkzaamheden, reageren op afwijkingen, oplossen van (ver-) storingen e.d. Xxxxxxx met de leidinggevende(n) is steeds mogelijk. De contacten met collega's en (andere) leidinggevende(n) zijn gericht op het uitwisselen van informatie ten behoeve van de productievoortgang en het oplossen van afwijkingen/problemen. Eventueel is sprake van functioneel leidinggeven aan enkele collega's of uitzendkrachten. | |
Afbreukrisico | Fouten of onzorgvuldigheden kunnen leiden tot verstoring van de voortgang binnen en eventueel buiten de eigen afdeling, schade aan de apparatuur en onvolkomenheden in de (deel)producten, wat naast tijd- en materiaalverlies (financiële schade) ook aantasting van het imago met zich mee kan brengen. Door vooral zelfcontrole en eventuele toetsingen door anderen, is het doorgaans goed mogelijk om fouten tijdig te ontdekken en te herstellen. Incidenteel kan er sprake zijn van externe contacten gericht op het oplossen van (machine)storingen. | Fouten of onzorgvuldigheden kunnen leiden tot verstoring van de voortgang binnen en ook buiten de eigen afdeling, schade aan apparatuur, productiestagnatie, kwalitatief slechte producten c.q. overdoen productie, wat naast de nodige financiële schade eventueel ook imagoverlies kan veroorzaken. Door vooral zelfcontrole en controles door anderen, is het meestal goed mogelijk om fouten nog tijdig te ontdekken en te herstellen. Incidenteel kan er sprake zijn van externe contacten gericht op het oplossen van (machine)storingen. | |
Fysieke Aspecten | Ondervindt enige hinder van tocht, stof, lawaai e.d. Xxxxx de werkzaamheden vrijwel de gehele dienst staand en in een strak tempo uit. Af en toe sprake van ongemakkelijke houdingen. Het werk kan ook andere inspannende elementen bevatten (tillen, bukken e.d.). De kans op het oplopen van letsel (bijvoorbeeld door het werken met metalen, glas en chemicaliën) is aanwezig. | Varieert al naar gelang de opgedragen taken. Ondervindt enige hinder van tocht, stof, lawaai e.d. Het werk kan uiteenlopende inspannende elementen bevatten als staan, lopen, tillen, bukken, uitvoeren bewegingen in een strak tempo, nu en dan ongemakkelijke houdingen e.d. De kans op het oplopen van letsel (bijvoorbeeld door het werken met metalen, glas en chemicaliën) is aanwezig. Bij de uitvoering van sommige werkzaamheden kan enige bewegingsprecisie vereist zijn. |
FUNCTIEFAMILIE NUMMER: II | BETREFT: ASSEMBLAGE | ||
Functiegroepen | Functiegroep 6 | Functiegroep 7 | |
Karakteristieken | |||
Complexiteit | De functie is gericht op het zelf uitvoeren van in principe alle productiegebonden functiecomponenten aan een assemblagelijn en/of op het ondersteunen van de productieleiding bij het verzorgen van ondersteunende processen, aansturen ploegleden e.d. Het werk vertoont veel variatie in activiteiten en werkpatronen, waartussen regelmatig moet worden omgeschakeld. Na circa een tot twee jaar kunnen alle productiegebonden functiebestanddelen alsmede enkele leidinggevende taken zelfstandig worden verricht. Dient bij het merendeel der werkzaamheden accuraat te werken met name bij het in- en afstellen van apparatuur en het verzorgen van controlerende en administratieve taken. Werkt regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau minstens gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische VBO-opleiding, aangevuld met uiteenlopende cursussen op het gebied van glasassemblage en interne opleidingen over het bedienen van alle machines en apparatuur in de assemblagelijn en bedrijfseigen technieken en procedures. | De functie is gericht op het leidinggeven aan, het coördineren van en zorgdragen voor de kwaliteitsbeheersing van de werkzaamheden binnen een assemblageafdeling, waarin verschillende activiteiten plaatsvinden. Is inhoudelijk nauw betrokken bij de uiteenlopende technieken en handelingen binnen de eigen afdeling en stemt zeer regelmatig af met voor- en naliggende afdelingen, waarvoor inzicht in de onderscheiden productieprocessen is vereist. Vooral bij controle van de voortgang en kwaliteit van het productieproces alsmede bij administratieve taken is accuratesse vereist. Tijdsdruk komt regelmatig voor. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische VBO-opleiding, aangevuld met uiteenlopende cursussen op het gebied van glasassemblage en communicatieve vaardigheden/leidinggeven en interne opleidingen over het bedienen van alle machines en apparatuur in de assemblagelijn en bedrijfseigen technieken en procedures. | |
Zelfstandigheid | De tijdsindeling vloeit enerzijds voort uit de planning en anderzijds uit de opgedragen taken (uitvoerend en/of ondersteunend). Voor de vormgeving en aanpak gelden diverse instructies en richtlijnen op grond waarvan de functionaris -inspelend op concrete situaties- een belangrijke bijdrage kan leveren aan het mede realiseren van de gestelde output, waarvoor initiatief, inzicht, ruime ervaring en inventiviteit zijn vereist. Het toezicht varieert per opgedragen taak maar laat doorgaans voldoende speelruimte qua werkvolgorde, voortgangs- en kwaliteitsbewaking van (afdelings)werkzaamheden, mede verhelpen van knelpunten e.d. Overleg met de leidinggevende(n) is vrijwel steeds mogelijk. De contacten met productiemedewerkers en (andere) leidinggevende(n) zijn gericht op het bieden van ondersteuning, uitwisselen van informatie ten behoeve van de productievoortgang en het oplossen van afwijkingen/problemen. Eventueel is sprake van (functioneel) leidinggeven aan een aantal collega's of uitzendkrachten. | De planning en de productienormen zijn maatgevend; deelt hierbinnen zelf de eigen tijd in. Voor de vormgeving en aanpak van de werkzaamheden bestaat, binnen gegeven procedures en richtlijnen, een redelijke mate van vrijheid om de productiedoelstellingen van de eigen afdeling te realiseren. Het toezicht geschiedt indirect, waardoor er sprake is van speelruimte ten aanzien van het oplossen van knelpunten en het waarborgen van de voortgang en de kwaliteit van de afdelingswerkzaamheden. De leiding is slechts in beperkte mate aanwezig. De contacten met andere leidinggevenden en met overige (staf)afdelingen zijn overwegend van praktische aard en zijn voornamelijk gericht op het veiligstellen van de kwaliteit en de voortgang van het productieproces. Geeft leiding aan gemiddeld 15 medewerkers. | |
Afbreukrisico | Fouten of onzorgvuldigheden kunnen leiden tot verstoringen van de gang van zaken binnen maar ook buiten de eigen afdeling, apparatuurschade, stagnatie, kwalitatief slechte of foutieve producten, overdoen productie, wat naast aanzienlijke financiële schade eventueel ook imagoverlies kan veroorzaken (boze klanten, schadeclaims e.d.). Door voornamelijk zelfcontrole en controles door anderen, is het meestal goed mogelijk om fouten nog tijdig te ontdekken en te herstellen. Nu en dan kan er sprake zijn van externe contacten gericht op het oplossen van storingen aan het machinepark van de assemblagelijn. | Fouten of onzorgvuldigheden kunnen leiden tot verstoringen van de gang van zaken binnen de eigen afdeling en/of de kwaliteit van de werkzaamheden aantasten wat kan resulteren in problemen voor naliggende afdelingen, overdoen productie en eventueel tot problemen met de klant (irritatie, schadeclaims, eventueel verlies klant e.d.). Door zelfcontrole en controles door anderen als bijvoorbeeld eigen ploegleden, naliggende afdelingen of Kwaliteitsdienst, is het doorgaans mogelijk fouten te ontdekken en te herstellen. Nu en dan kan er sprake zijn van externe contacten gericht op het oplossen van storingen aan het machinepark van de assemblagelijn. Discretie is vereist ten aanzien van gegevens van vertrouwelijke aard (bijvoorbeeld betreffende personeel en eventuele beleidsaspecten). | |
Fysieke Aspecten | Varieert al naar gelang de uit te voeren taken. Ondervindt enige hinder van tocht, stof, lawaai e.d. Het werk kan uiteenlopende inspannende elementen bevatten als staan, lopen, tillen, bukken, uitvoeren bewegingen in een strak tempo, nu en dan ongemakkelijke houdingen e.d. De kans op het oplopen van letsel (bijvoorbeeld door het werken met metalen, glas en chemicaliën) is aanwezig. Bij de uitvoering van sommige werkzaamheden kan enige bewegingsprecisie vereist zijn. | Ondervindt enige hinder van tocht, stof, lawaai e.d. Verricht staand en lopend werk; af en toe sprake van werken in ongemakkelijke houdingen. De kans op het oplopen van letsel (bijvoorbeeld door het werken met glas, oplossen machinestoringen) is aanwezig. |
4.3.3. Functiefamilie III Montage
VOORBLAD
Functiefamilie III Montage
Omschrijving:
et betreft functies die ofwel gericht zijn op het zetten van glas voor nieuwbouw dan wel bestaande bouw (renovatie/reparatie) bij bedrijven/particulieren, ofwel gericht zijn op het monteren van speciale glasconstructies.o
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het volgens de wensen en eisen van de klant glasdicht maken en opleveren van bouwwerken ofwel het opbouwen van glasconstructies.
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Laden, vervoeren en controleren van het glas Chauffeur/Glaszetter Zetten van glas Bijrijder/Glaszetter
Controleren van het glas Glaszetter Nieuwbouw Plaatsen van ruit in de sponning
Spijkeren/schroeven van latten in de sponning Afkitten
Controleren van het glas Glaszetter Renovatie Verwijderen oude ruiten en glaslatten
Reinigen of aanpassen sponningen
Aanpassen van kozijnen en eventueel te plaatsen glas Plaatsen van ruit in de sponning
Spijkeren/schroeven van latten in de sponning Afkitten
Afvoeren oud glas en afval
Eventueel nota afgeven en afrekenen
Lezen werktekeningen & controleren situatie ter plaatse Chauffeur/Glasmonteur Verzorgen van hak- en breekwerkzaamheden om Glasmonteur Speciale Producten onderdelen van de constructie te plaatsen
Monteren onderdelen van de constructie Opbouwen van de gehele constructie
Verzorgen van nastelwerkzaamheden en eindcontrole
Zie activiteiten Glaszetter/Glasmonteur Voorman Glaszetter Contacten met uitvoerder op de bouw
(bespreken van werkvolgorde, werktempo, aanvoer e.d.) Inmeten van glas
Halen van termijnbonnen
FUNCTIEFAMILIE NUMMER: III | BETREFT: MONTAGE | ||
Functiegroepen | Functiegroep 4 | Functiegroep 5 | |
Karakteristieken | |||
Complexiteit | De functie is gericht op het uitvoeren van eenvoudige tot minder eenvoudige montagewerkzaamheden (ofwel het zelfstandig zetten van glas in nieuwbouwprojecten, ofwel het assisteren bij het zetten van glas in renovatieprojecten/ bij particulieren). Variatie in de werkzaamheden. Dient bij het merendeel der werkzaamheden accuraat te werken (bijvoorbeeld bij het monteren, werken op ladders/steigers). Werkt zeer regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische VBO-opleiding, aangevuld met enkele op het werk gerichte cursussen (basiscursussen glasmontage) en interne instructie over bedrijfseigen technieken en procedures. | De functie is gericht op het uitvoeren van eenvoudige tot meer complexe montagewerkzaamheden (ofwel het zelfstandig zetten van glas in renovatieprojecten/ bij particulieren, ofwel het assisteren bij montage van speciale glasconstructies). Variatie in werkzaamheden en werkpatronen (tevens afrekenen van nota’s, timmerwerkzaamheden). Dient bij het merendeel der werkzaamheden accuraat te werken (bijvoorbeeld bij het werken op ladders/ steigers en bij de eindcontrole van de montage). Werkt zeer regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau minstens gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische VBO-opleiding, aangevuld met uiteenlopende cursussen op het gebied van glasmontage en veilig werken met machines/gereedschappen en interne instructie over bedrijfseigen technieken en procedures. | |
Zelfstandigheid | De tijdsindeling wordt grotendeels bepaald door de ontvangen planning en door collega’s gestelde prioriteiten. Voor de werkaanpak gelden kwaliteitsnormen en instructies. Enig inzicht en ervaring zijn vereist. Het toezicht vindt niet permanent plaats, waardoor enige vrijheid van handelen ontstaat ten aanzien van de voortgang van de werkzaamheden. Overlegt bij afwijkingen en problemen met een meer ervaren collega/ de leiding. De contacten met de leiding en collega's zijn gericht op het uitwisselen van informatie ten behoeve van de productievoortgang en het signaleren van afwijkingen en problemen. | Deelt op basis van de ontvangen planning en de concrete omstandigheden op de werkplek zelf de tijd in. Voor het werk gelden normen en instructies; voor de aanpak is enig initiatief en vindingrijkheid alsmede enige ervaring vereist. Het toezicht is vrijwel afwezig, nu en dan vinden controles plaats. De leiding is te raadplegen. De contacten met de leiding en collega’s zijn gericht op het uitwisselen van informatie ten behoeve van de productievoortgang en het oplossen van afwijkingen/problemen. Eventueel is sprake van functioneel leidinggeven aan een collega. | |
Afbreukrisico | Fouten of onzorgvuldigheden kunnen leiden tot verstoring van de voortgang (tijdverlies) en materiaalverlies (met financieel verlies als gevolg). Door zelfcontrole, inachtneming van de veiligheidsvoorschriften en steekproefsgewijze toetsingen door anderen, is het doorgaans goed mogelijk om fouten tijdig te ontdekken en te herstellen. Er kan sprake zijn van externe contacten gericht op de voortgang van de werkzaamheden op de bouwplaats. | Fouten of onzorgvuldigheden (bijvoorbeeld bij het zetten van glas) kunnen leiden tot tijd-, materiaal- en imagoverlies, enige financiële schade alsmede schadeclaims van klanten. Door zelfcontrole en het in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften en eventuele controles door anderen, kunnen fouten worden voorkomen. Heeft externe contacten op de bouwplaats of met particulieren, gericht op de voortgang van de werkzaamheden. Deze dienen vlot te verlopen. | |
Fysieke Aspecten | Varieert al naar gelang de opgedragen taken (hetzij op de bouwplaats, hetzij bij particulieren thuis). Afwisselend in verband met de vele situaties die zich op de bouwplaats kunnen voordoen. Ondervindt hinder van wind, stof, temperatuur- schommelingen, lawaai e.d. Het werk kan uiteenlopende inspannende elementen bevatten als staan, lopen, tillen, bukken, nu en dan ongemakkelijke houdingen e.d. De kans op het oplopen van letsel (door het werken met glas en het werken op grote hoogte) is aanwezig. | Varieert al naar gelang de opgedragen taken (hetzij op de bouwplaats, hetzij bij particulieren thuis). Afwisselend in verband met de vele situaties die zich op de bouwplaats kunnen voordoen. Ondervindt enige hinder van wind, stof, temperatuurschommelingen, lawaai e.d. Het werk kan uiteenlopende inspannende elementen bevatten als staan, lopen, tillen, bukken, nu en dan ongemakkelijke houdingen e.d. De kans op het oplopen van letsel (door het werken met glas en het werken op grote hoogte) is aanwezig. |
FUNCTIEFAMILIE NUMMER: III | BETREFT: MONTAGE | ||
Functiegroepen | Functiegroep 6 | Functiegroep 7 | |
Karakteristieken | |||
Complexiteit | De functie is gericht op het zelfstandig uitvoeren van complexe en uiteenlopende montages (het monteren van speciale glasconstructies als glazen deuren, puien en trappen). Het werk vertoont veel variatie in bewerkingen en te gebruiken technieken, waartussen met enige regelmaat moet worden omgeschakeld. Dient bij het merendeel der werkzaamheden accuraat te werken (met name bij het monteren van de constructie en het uitvoeren van de controle). Werkt regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau minstens gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische VBO-opleiding aangevuld met een vakdiploma of erkend certificaat glasmontage en cursussen op het gebied van veilig werken met machines/- gereedschappen en interne instructie over bedrijfseigen technieken en procedures. | De functie is gericht op het coördineren en zelfstandig uitvoeren van complexe en uiteenlopende montages (naast montagewerkzaamheden ook coördinerende werkzaamheden zoals contacten met de uitvoerder van de aannemer m.b.t. o.a. werktempo en werkvolgorde, het inmeten van glas e.d.). Het werk vertoont veel variatie in bewerkingen en te gebruiken technieken, waartussen vrij regelmatig moet worden omgeschakeld. Dient bij het merendeel der werkzaamheden accuraat te werken (met name bij het monteren van de constructie en het uitvoeren van de controle). Werkt regelmatig onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau minstens gelijkwaardig te zijn aan een afgeronde technische VBO-opleiding aangevuld met een vakdiploma of erkend certificaat glasmontage, diverse vervolgcursussen op het gebied van glasmontage en het veilig werken met machines/gereedschappen en interne instructie over bedrijfseigen technieken en procedures. | |
Zelfstandigheid | Xxxxx op basis van de ontvangen planning en de concrete omstandigheden op de werkplek/bij de klant zelf de tijd in. Is gebonden aan de tekeningen/werkbeschrijving. Voor de aanpak is materiaalkennis, ruime ervaring, initiatief en vindingrijkheid vereist. Het toezicht is geheel afwezig en vindt pas achteraf plaats. Bij problemen is de leiding te raadplegen. De contacten met de leiding en collega’s zijn gericht op het realiseren van een goed product volgens de wensen van de klant. Eventueel is sprake van functioneel leidinggeven aan een collega. | Deelt op basis van de (mede opgestelde) planning en de concrete omstandigheden op de werkplek/bij de klant zelf de tijd in. Is voor de aanpak van het werk gebonden aan de tekeningen/werkbeschrijving, maar dient wel initiatief te nemen t.a.v. het signaleren van afwijkingen/doen van voorstellen ter verbetering van de werkzaamheden. Tevens is materiaalkennis, ruime ervaring, en vindingrijkheid vereist. Het toezicht is geheel afwezig en vindt pas achteraf plaats. Bij problemen is de leiding te raadplegen. De contacten met de leiding en collega’s zijn gericht op het realiseren van een goed product volgens de wensen van de klant. Geeft functioneel leiding aan enkele collega’s. | |
Afbreukrisico | Fouten of onzorgvuldigheden (bijvoorbeeld bij het monteren van glasconstructies of het niet naleven van veiligheidsvoorschriften) kunnen leiden tot tijd-, materiaal- en imagoverlies; financiële schade alsmede schadeclaims van klanten. Door voornamelijk zelfcontrole en het in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften kunnen fouten worden voorkomen. Wanneer de klant de fout ontdekt, is het leed al geschied. Heeft externe contacten met de klant, gericht op de voortgang van de werkzaamheden en het oplossen van problemen. Deze dienen vlot te verlopen. | Fouten of onzorgvuldigheden (bijvoorbeeld bij het afstemmen met de uitvoerder of het monteren van glasconstructies) kunnen leiden tot verstoring van de gang van zaken binnen de afdeling, kwaliteits-, en materiaalverlies; financiële schade alsmede schadeclaims van klanten en uiteindelijk tot imagoverlies. Door voornamelijk zelfcontrole en het in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften kunnen fouten worden voorkomen. Wanneer de klant de fout ontdekt, is het leed al geschied. Heeft externe contacten met de klant, gericht op de voortgang van de werkzaamheden en het oplossen van problemen. Xxxxx ook contacten met de uitvoerder van de aannemer, gericht op een effectieve en efficiënte voortgang van de werkzaamheden en gericht op het oplossen van problemen. Deze dienen vlot te verlopen. | |
Fysieke Aspecten | Varieert al naar gelang de opgedragen taken. Afwisselend in verband met de vele situaties die zich op de bouwplaats (buitenwerkzaamheden) en bij de klant (veelal binnenwerkzaamheden) kunnen voordoen. Ondervindt enige hinder van wind/tocht, stof, temperatuurschommelingen, lawaai e.d. Het werk kan uiteenlopende inspannende elementen bevatten als staan, lopen, tillen, bukken, nu en dan ongemakkelijke houdingen e.d. De kans op het oplopen van letsel (door het werken met glas en het werken op grote hoogte) is aanwezig. | Varieert al naar gelang de opgedragen taken. Afwisselend in verband met de vele situaties die zich op de bouwplaats (buitenwerkzaamheden) en bij de klant (veelal binnenwerkzaamheden) kunnen voordoen. Ondervindt enige hinder van wind/tocht, stof, temperatuurschommelingen, lawaai e.d. Het werk kan uiteenlopende inspannende elementen bevatten als staan, lopen, tillen, bukken, nu en dan ongemakkelijke houdingen e.d. De kans op het oplopen van letsel (door het werken met glas en het werken op grote hoogte) is aanwezig. |
4.3.4. Functiefamilie IV Magazijn/Expeditie
VOORBLAD
Functiefamilie IV Magazijn/ Expeditie
Omschrijving:
Het betreft logistieke functies die gericht zijn op het (in- en/ of externe) transport van goederen, inclusief ontvangst, uitgifte, controle, administratieve begeleiding,bewaken voorraadhoogte e.d.
Doel:
Het gemeenschappelijk doel van deze functies is het verzorgen van de goederen- stroom (intern en/ of extern).
Voorbeelden van taken binnen deze functiefamilie Voorbeelden van functies
Transporteren van goederen Chauffeur (“groot” rijbewijs) Chauffeur (“klein” rijbewijs) Heftruckchauffeur
Bijrijder
Laden en lossen van vrachtwagens Heftruckchauffeur In ontvangstname en uitgifte van goederen
Administratieve verwerking in-/uitgaande goederen Medewerker Magazijn
Expeditiemedewerker
Afwerken van formaliteiten Bestellen van goederen
Sorteren en wegzetten/opslaan producten Transporteur Afvoeren van afval Logistiek Medewerker
Signaleren voorraadtekorten Voorman Magazijn
Efficiënte inrichting van ruimtes Magazijnmedewerker Bedienen/besturen van rijdend of hefmaterieel
Verzorgen van klein onderhoud aan materieel
Optimaliseren van procedures, werkplek- Glashalchef inrichting en routing
Aansturen medewerkers; plannen werkzaamheden Chef Xxxxxxxx/Expeditie
Opmerking : zie voor administratieve taken tevens de administratief georiënteerde functiefamilies VII en VIII
FUNCTIEFAMILIE NUMMER: IV | BETREFT: MAGAZIJN/EXPEDITIE | ||
Functiegroepen | Functiegroep 3 | Functiegroep 4 | |
Karakteristieken | |||
Complexiteit | De functie is gericht op vrij eenvoudige logistieke werkzaamheden (bijvoorbeeld het laden en lossen van materialen als bewerkt glas), die zich veelal volgens een vast patroon herhalen. Na enkele weken inwerken kunnen de toegewezen taken worden beheerst. Bij het merendeel der werkzaamheden is accuratesse vereist. Werkt af en toe onder tijdsdruk. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan enkele jaren VBO aangevuld met (indien van toepassing) certificaat heftruckchauffeur en/of bovenloopkraan en interne instructie over omgaan/veilig werken met glas. | De functie is gericht op eenvoudige werkzaamheden (bijvoorbeeld magazijnwerk- zaamheden m.b.t. de ontvangst en afgifte van goederen). Routine speelt hierbij vaak een grote rol. Na enkele maanden inwerken kan de functionaris de werkzaamheden beheersen. Zowel accuraat werken als werken onder tijdsdruk kunnen enkele uren van de werkdag een rol spelen. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan VBO, aangevuld met (indien van toepassing) certificaat heftruckchauffeur en/of bovenloopkraan en interne instructie over omgaan/veilig werken met glas. | |
Zelfstandigheid | Is, met betrekking tot de tijdsindeling, werkvolgorde en vormgeving grotendeels gebonden aan aanwijzingen, instructies en voorgeschreven procedures. Ondervindt geen permanent toezicht, waardoor enige vrijheid van handelen ontstaat ten aanzien van de volgorde van de werkzaamheden. De leidinggevende is aanwezig op de afdeling en snel bereikbaar voor eventuele problemen. Het niveau van de problemen is routinematig. De contacten met naaste collega's en de leidinggevende(n) zijn gericht op het uitwisselen van (eenvoudige) informatie ten behoeve van de voortgang van het werk en het signaleren van (kwalitatieve) afwijkingen. | Is, voor de tijdsindeling, aanpak en vormgeving gebonden aan instructies, die enige vrijheid van handelen toelaten. Heeft voor de uitvoering van de werkzaamheden inzicht, initiatief, ervaring en materiaalkennis nodig. Ondervindt indirect toezicht (vaak controle achteraf), waardoor vrijheid van handelen ontstaat ten aanzien van de voortgang van de werkzaamheden, het inspelen op wijzigingen in de werkvolgorde en het verzorgen van kwaliteitscontroles. Neemt bij complexere problemen contact op met de direct leidinggevende. De contacten met collega's en leidinggevende(n) zijn gericht op het op soepele wijze laten verlopen van de goederenstroom. | |
Afbreukrisico | Fouten of onzorgvuldigheden (bijvoorbeeld bij het transport van goederen) kunnen leiden tot verstoring van de normale voortgang (vertraging), verkeerde registratie en toename van de productiekosten. Door zelfcontrole, het volgen van de procedures en controle van anderen kunnen vrijwel alle fouten tijdig ontdekt en gecorrigeerd worden. | Fouten of onzorgvuldigheden kunnen leiden tot verstoring van de voortgang binnen en eventueel buiten de eigen afdeling, schade aan apparatuur en onvolkomenheden in de (deel)producten, wat tijd- en materiaalverlies (financiële schade) met zich mee kan brengen. Door zelfcontrole en controles door anderen, is het doorgaans goed mogelijk om fouten tijdig te ontdekken en te herstellen. Heeft nu en dan contacten met derden gericht op het ontvangen van materialen en het oplossen van (machine)storingen. | |
Fysieke Aspecten | Er kan sprake zijn van regelmatig voorkomende onaangename of hinderlijke factoren als temperatuurwisselingen, vuil, tocht, stof, lawaai e.d. Werkt veelal in een eenzijdige houding. Tevens kunnen de werkzaamheden inspannend van aard zijn door bijvoorbeeld bukken, tillen en trekken van materiaal. De kans op het oplopen van letsel (bijvoorbeeld snijwonden) is aanwezig. | Ondervindt enige hinder van tocht, stof, temperatuurwisselingen, lawaai e.d. Afwisselend staan, zitten, rijden op heftruck. Af en toe sprake van ongemakkelijke houdingen. Het werk kan ook andere inspannende elementen bevatten (tillen, bukken e.d.). De kans op het oplopen van letsel (bijvoorbeeld door het werken met glas) is aanwezig. |