Onderhanderlaarsakkoord overstap aios M&G naar de SBOH
Onderhanderlaarsakkoord overstap aios M&G naar de SBOH
Als gevolg van een besluit van het Ministerie van VWS over landelijk werkgeverschap vervult de SBOH het werkgeverschap voor artsen die vanaf 1-1-2019 starten als aios in een van de profielen van de opleiding Maatschappij & Gezondheid (1e en 2e Fase). Voor artsen die voorafgaand aan de opleiding een dienstverband hebben bij bijvoorbeeld een GGD/organisatie voor jeugdgezondheidszorg (JGZ) betekent dit dat zij hun dienstverband moeten verruilen voor een dienstverband met de SBOH, terwijl dit voorheen niet nodig was. In verband met deze wijziging, komen de SBOH en de LAD het volgende overeen.
I. Aios die reeds vóór 1 januari 2019 zijn gestart met hun opleiding
Voor aios die reeds vóór 2019 zijn gestart met hun opleiding, verandert er niets. Zij blijven gedurende de resterende opleidingstijd in dienst bij hun werkgever met behoud van hun rechtspositie. Dit geldt ook voor de 2e fase van de opleiding, indien de aios hier uiterlijk in 2022 mee start. Indien de arts geen overeenstemming kan bereiken met zijn/haar werkgever over het volgen van de opleiding, of de arts om een andere reden zou willen overstappen naar de SBOH voor de duur van de opleiding, dan kan dit en gelden dezelfde afspraken als voor categorie III.
II. Artsen die aansluitend aan hun opleiding Geneeskunde aios M&G worden
Basisartsen die aansluitend aan hun opleiding Geneeskunde starten met de opleiding M&G, worden ondergebracht in de per 1-1-2019 geldende Cao SBOH. Dit betekent dat het algemene deel van de Cao SBOH vanaf deze datum op hen van toepassing wordt. Daarnaast wordt er een hoofdstuk aan de Xxx XXXX toegevoegd voor aios M&G, gebaseerd op de arbeidsvoorwaarden voor de aios ouderengeneeskunde. Waar er afwijkingen ten opzichte van de aios ouderengeneeskunde nodig zijn, worden deze met de LAD overeengekomen. Een verschil ten opzichte van de aios ouderengeneeskunde is in ieder geval het pensioen: voor de aios M&G zal SBOH zich aansluiten bij het ABP. Indien dit niet mogelijk is, heeft dit geen nadelige gevolgen voor de premieverdeling.
III. Artsen die vanuit een dienstverband als arts in opleiding gaan tot arts M&G
Artsen die als basisarts of profielarts in dienst zijn bij een instelling waar Artsen Maatschappij & Gezondheid werkzaam kunnen zijn1, bijvoorbeeld een GGD of een JGZ-organisatie, en van hieruit op of na 1 januari 2019 met de 1e of 2e fase van de opleiding M&G beginnen, en niet vallen onder categorie I, krijgen te maken met een overstap naar de SBOH als werkgever voor de duur van hun opleiding. Hierbij geldt een salaris- en perspectiefgarantie voor de situatie dat inschaling conform de Cao SBOH voor de aios een achteruitgang zou betekenen. Verlofuren worden bij de overstap naar de SBOH niet meegenomen, maar moeten vóór de overstap worden opgenomen dan wel afgerekend.
De garantie geldt voor artsen die minimaal 6 maanden in dienst zijn geweest bij een instelling zoals hierboven genoemd. Vanaf 1 januari 2022 moet een arts minimaal een jaar in dienst zijn geweest bij een dergelijke instelling, om voor deze garantie in aanmerking te komen. Vanaf 1 januari 2024 is dit 1,5 jaar, en vanaf 1 januari 2027: 2 jaar.
De garantie houdt in dat de aios bij indiensttreding bij de SBOH het bruto salaris ontvangt zoals dat voor hem/haar gold bij de vorige werkgever. Deze salarisgarantie wordt uitgekeerd in een
1 Als niet helder is of een arts werkzaam is bij een dergelijke instelling bepaalt een commissie bestaande uit een vertegenwoordiging van SBOH en LAD of hier sprake van is.
maandelijkse toelage, bovenop de inschaling bij de SBOH, die meetelt voor de opbouw van pensioen, vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. In verband met deze salarisgarantie is de regeling van de SBOH voor een hogere inschaling op basis van ervaring niet van toepassing. Binnen de door de SBOH gehanteerde schaal blijven periodieken mogelijk tot het einde van die schaal, ook indien het aantal resterende periodieken bij de vorige werkgever lager was.
De maandelijkse toelage in het kader van de salarisgarantie wordt jaarlijks geïndexeerd met hetzelfde percentage waarmee de SBOH salaristreden worden verhoogd.
De periodiekdatum van de vorige werkgever wordt overgenomen. Verder zal het pensioen van de aios worden ondergebracht bij het ABP. Indien dit niet mogelijk is, heeft dit geen nadelige gevolgen voor de premieverdeling.
Ter compensatie van de hogere eindejaarsuitkering (CAR-UWO en Cao VVT) en de levensloopbijdrage (CAR-UWO) bij de vorige werkgever, ontvangt de aios tijdens het dienstverband met de SBOH een eindejaarsuitkering van 7,71% over het brutoloon plus vakantietoeslag.
Het staat de opleidingsinstelling (de GGD, JGZ-organisatie of andere organisatie) naast bovenstaande garantieregeling vrij om het salaris van een aios gedurende de opleiding aan te vullen met een terugkeerpremie. Dit betreft een regeling tussen de aios en zijn/haar oud- werkgever, de SBOH is hierbij geen partij.
Dit akkoord wordt na drie jaar geëvalueerd door de SBOH en de LAD.
SBOH LAD
Utrecht, d.d. 29 maart 0000 Xxxxxxx, d.d. d.d. 29 maart 2018
Drs. C.J. Esser, bestuurder Drs. X. xxx xxx Xxxxxx, directeur