CAO Huisarts in dienst bij een huisarts (Hidha)
XXX Xxxxxxxx in dienst bij een huisarts (Hidha)
1 augustus 2011 – 31 maart 2014
Inhoud
Onderhandelingsresultaat XXX Xxxxx 4
Begripsbepalingen 6
Hoofdstuk 1 Werkingssfeer 8
Hoofdstuk 2 De arbeidsovereenkomst 9
Hoofdstuk 3 Duur van de arbeidsovereenkomst en proeftijd 10
Hoofdstuk 4 Wederzijdse verplichtingen van werkgever
en werknemer 11
Hoofdstuk 5 Verhuisplicht 12
Hoofdstuk 6 Verhindering 13
Hoofdstuk 7 Medisch onderzoek 14
Hoofdstuk 8 De arbeidsduur 15
Hoofdstuk 9 Werktijden 16
Hoofdstuk 10 Uitbetaling salaris 17
Hoofdstuk 11 Overwerk 18
Hoofdstuk 12 Overwerk 19
Hoofdstuk 13 Diensten 20
Hoofdstuk 14 Vergoeding diensten in niet huisartsendienstenstructuur 21
Hoofdstuk 15 Vergoeding diensten in huisartsendienstenstructuur 22
Hoofdstuk 16 Salaristabel, indeling, salarismutatie 23
Hoofdstuk 17 Vakantietoeslag 24
Hoofdstuk 18 Budget en variabele vergoeding(en) persoonlijke
kosten en terugbetaling studiekosten 25
Hoofdstuk 19 Ziektekosten 27
Hoofdstuk 20 Verhuiskostenvergoeding 28
Hoofdstuk 21 Vakantie, bijzonder, verlof en feestdagen 29
Hoofdstuk 22 Arbeid en Zorg 30
Hoofdstuk 23 Aansprakelijkheid 32
Hoofdstuk 24 Arbeidsongeschiktheid 33
Hoofdstuk 25 Overlijden en vermissing 34
Hoofdstuk 26 Pensioen 35
Hoofdstuk 27 Nevenfuncties 36
Hoofdstuk 28 Waarneming 37
Hoofdstuk 29 Op non-actiefstelling 38
Hoofdstuk 30 Schorsing 39
Hoofdstuk 31 Einde van de arbeidsovereenkomst 40
Hoofdstuk 32 Opzegging en ontbinding 41
Hoofdstuk 33 Wachtgeldregeling 42
Hoofdstuk 34 Belangenbehartiging 43
Hoofdstuk 35 Relatiepartner 44
Hoofdstuk 36 Professioneel statuut 45
Hoofdstuk 37 Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst 46
Hoofdstuk 38 Interpretatie 47
Hoofdstuk 39 Klachtenregeling 48
Hoofdstuk 40 Geschillen 49
Bijlage 1 | Salarisparagraaf en loongebouw | 51 |
Bijlage 2 | Professioneel statuut | 52 |
Bijlage 3 | Model arbeidsovereenkomst | 55 |
Bijlage 4 | Model studieovereenkomst | 57 |
Onderhandelingsresultaat XXX Xxxxx
Ondergetekenden, partijen bij de Xxx Xxxxx, te weten:
a. de Landelijke Huisartsen Vereniging, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen de LHV als werkgevers- organisatie enerzijds
en
b. de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen de LAD als werknemersorganisatie anderzijds,
verklaren hierbij dat:
partijen – met inachtneming van het gegeven dat de cao per 1 augustus 2011 is geëxpireerd – een onder- handelingsresultaat hebben bereikt over aanpassing van de Xxx Xxxxx geldend voor de periode 1 augustus 2011 tot en met 31 maart 2014. Dit resultaat betreft de volgende aanpassingen:
1. Looptijd
De looptijd van de cao is van 1 augustus 2011 tot en met 31 maart 2014.
2. Salarisontwikkeling
– 2011: een structurele stijging van de salarissen met 0,75% per 1 augustus 2011.
– 2012: een structurele stijging van de salarissen met 0,75% per 1 januari 2012.
Een eindejaarsuitkering van 0,5% over het jaarsalaris 2012.
– 2013: een structurele stijging van de salarissen met 0,75% per 1 januari 2013.
Een verhoging van de eindejaarsuitkering met 0,5%. (deze komt hiermee op 1%).
– 2014: een structurele stijging van de salarissen met 0,5% per 1 januari 2014.
3. Verjaringstermijn wettelijke vakantiedagen
De verjaringstermijn van de wettelijke vakantiedagen is in afwijking van de vakantiewet 2012 vijf jaar.
4. Zwangerschap en diensten
Na de derde maand van de zwangerschap tot zes maanden na de bevalling, kan de Hidha niet worden verplicht nachtdiensten te doen. Een overzicht van de
xxxxxx’x van infectie bij zwangerschap wordt opgenomen in het personeelshandboek dat beschikbaar is voor leden.
5. Werkzaamheden
De LHV en de LAD laten een functieonderzoek uitvoeren om de werkzaamheden van de Hidha te inventariseren en te beschrijven. Hieronder vallen de werkzaamheden die de Hidha verricht buiten de directe patiëntenzorg. De uitkomst van dit onderzoek zal worden besproken tussen cao-partijen en zal mogelijk kunnen leiden tot een beschrijving en waardering van deze Hidha functie(s).
6. Verruiming dagvenster
Vanuit maatschappelijke ontwikkelingen en het convenant dat de LHV in 2012 met de minister van VWS sloot, wil de LHV haar leden stimuleren om tot verruiming van het dagvenster van de huisartsenpraktijk komen. De LHV zal een aantal praktijken waar één of meerdere Hidha’s werkzaam zijn, verzoeken een pilot te starten waar ervaringen kunnen worden opgedaan met verruimen van het dagvenster. De Hidha kan alleen op basis van vrijwilligheid aan de pilot meewerken. Cao-partijen be- spreken de uitkomsten en bevindingen van de pilots.
7. Technische aanpassing cao-tekst
– Begripsbepaling Feestdagen: Koninginnedag ver- vangen door ‘Koningsdag’.
– Hoofdstuk 15 a: vergoeding van € 51,30 vervangen door € 52,56 per 1 januari 2013.
– Hoofdstuk 16 sub f: schrappen, i.v.m. afschaffing levensloopregeling per 1 januari 2012.
– Hoofdstuk 18 sub b: aanpassen, ‘het bedrag van het budget bedraagt € 4.090,83 per jaar (per 1 januari 2013). Een werknemer heeft met ingang van 1 januari 2013 per jaar recht op een vast bedrag, ongeacht de omvang van het dienstverband, van € 2.168,07. Naar rato van het dienstverband kan aanspraak ge- maakt worden op een variabel bedrag van maximaal
€ 1.922,76.
– Hoofdstuk 18 sub e: schrappen de zinsnede ‘ingevolge de door de NZA vastgestelde beleidsregel de aan- passing systematiek van het praktijkkostenbestanddeel in de maximumtarieven voor alle Kamer-V- beroeps- groepen’ en vervangen door ‘aan het CBS consu- mentenprijsindexcijfer (CPI) over de referteperiode oktober/oktober van het voorgaande jaar’.
– Hoofdstuk 19: werkgeversbijdrage voor de ziekte- kostenverzekering wordt € 16,37 per 1 januari 2013. De zinsnede ‘conform de door de NZA vastgestelde beleidsregel ‘de aanpassing systematiek van het praktijkkostenbestanddeel in de maximumtarieven voor alle Kamer-V- beroepsgroepen’ vervangen door ‘door toepassing van het CBS consumentenprijsindex- cijfer (CPI) over de referteperiode oktober/oktober van het voorgaande jaar’.
– Hoofdstuk 20: vervalt i.v.m. afschaffing spaarloon- regeling per 1 januari 2012.
– Hoofdstuk 32 sub d: nieuwe tekst ‘van rechtswege op de dag waarop de werknemer de AOW-gerech- tigde leeftijd bereikt’.
– Bijlage 3 model-arbeidsovereenkomst: schrappen artikel 9 spaarloonregeling.
8. Representativiteit in het kader van AVV-verzoek Cao-partijen onderzoeken op welke wijze de represen- tativiteit kan worden aangetoond in het kader van een verzoek tot algemeen verbindend verklaring van de cao. In het kader van het AVV-verzoek zal de LAD binnen de mogelijkheden nagaan hoeveel leden onder de LAD richtlijn vallen.
Aldus overeengekomen en getekend: Utrecht, mei 2013
Voor de LHV
De xxxx X. Xxxxxxxx, secretaris/penningmeester
Voor de LAD
Mevrouw mr. X. xx Xxxxx
Begripsbepalingen
De werkgever
De natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtspersoon, zoals een maatschap of BV, met als hoofdactiviteit complete huisartsenzorg die met de huisarts een arbeidsovereen- komst aangaat.
De werknemer
De huisarts die een arbeidsovereenkomst is aangegaan met de werkgever, uitgezonderd de Hidha die per
1 april 2005 bij invoering van de Xxx Xxxxx in het kader van de overgangsregeling onvoorwaardelijk heeft ge- kozen voor de hem/haar geldende primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals deze zijn overeengekomen voor de totstandkoming van die Xxx Xxxxx en zijn vast- gelegd in de arbeidsovereenkomst tussen de Hidha en de huisarts praktijkhouder.
CAO
De overeenkomst die is aangegaan tussen de LHV als vertegenwoordiger van de huisarts-werkgevers en de LAD als vertegenwoordiger van de huisartsen in dienst- verband.
Arbeidsovereenkomst
De overeenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Professioneel statuut
Het in de bijlage opgenomen professioneel statuut voor de huisarts in dienstverband dat onverbrekelijk met de arbeidsovereenkomst is verbonden en waarin de verantwoordelijkheden met betrekking tot de patiëntenzorg tussen werkgever en werknemer nader zijn geregeld.
Salaris
Onder salaris wordt verstaan het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto-maandsalaris, exclusief vakantietoeslag, eenmalige uitkering(en), vergoedingen voor diensten, overwerk, toeslagen en
(kosten)vergoedingen als tegemoetkoming ziektekosten, spaarloonregelingen en vergoeding(en) variabele kosten per maand of jaar.
Jaarsalaris
Onder jaarsalaris wordt verstaan twaalf keer het bruto maandsalaris.
Uursalaris
Onder uursalaris wordt verstaan 1/173 deel van het bruto salaris bij een 40-urige werkweek.
Pensioengrondslag
De pensioengrondslag bestaat uit het bruto salaris, inclusief vakantietoeslag, vergoeding voor diensten, geldelijke vergoeding voor het verrichten van overwerk en in voorkomende gevallen eindejaarsuitkering, een- malige uitkering en bijdrage van de werkgever aan een levensloopregeling.
Overwerk
Onder overwerk wordt verstaan arbeid die in opdracht van de werkgever incidenteel wordt verricht boven de overeengekomen arbeidsduur en die valt buiten de werktijden die tussen werkgever en werknemer zijn vast- gesteld. Arbeid verricht tijdens diensten wordt niet als overwerk beschouwd.
Feestdagen
Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Hemelvaarts- dag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag en als zodanig door de overheid erkende nationale feest- en gedenkdagen, waaronder Koningsdag en eens per 5 jaar bevrijdingsdag. Desgewenst kan de werknemer feest- en gedenkdagen inwisselen voor de voor zijn levensovertuiging geldende feest- en gedenk- dagen.
HDS
Een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die tot doel heeft het leveren van huisartsenzorg tijdens avond-, nacht- en weekenduren en die een medewerkers overeenkomst heeft gesloten met een zorgverzekeraar.
Diensten
a HuisartsenDienstenStructuur (HDS): Het deelnemen aan de avond-, nacht- en weekenddiensten en achter- wachtdiensten, zoals deze zijn gebruikelijk zijn in de HDS.
b Bereikbaarheidsdienst: Het deelnemen aan avond-, nacht- en weekenddiensten, zoals deze gebruikelijk buiten de HDS-structuur.
LHV
Landelijke Huisartsen Vereniging, vertegenwoordiger van de huisarts-werkgever.
LAD
Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband, vertegenwoordiger van de huisarts-werknemer.
Hoofdstuk 1
Werkingssfeer
Deze CAO is van toepassing op werkgever en werknemer als hiervoor omschreven. Bij indiensttreding wordt deze CAO door werkgever aan werknemer ter beschikking gesteld, indien gewenst door de werknemer in geprinte vorm. Hetzelfde geldt voor iedere, na de indiensttreding van de werknemer, nieuw te verschijnen CAO. Van de bepalingen van deze CAO kan in voor de werknemer gunstige zin worden afgeweken.
Hoofdstuk 2
De arbeidsovereenkomst
a De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk in tweevoud aangegaan onder de voorwaarden als in deze CAO staan omschreven en wordt in tweevoud volgens het in de bijlage opgenomen model opgemaakt.
b Werkgever en werknemer ondertekenen de arbeids- overeenkomst en de werkgever draagt er zorg voor dat beide partijen binnen twee weken na het sluiten van de arbeidsovereenkomst een door beide partijen ondertekend exemplaar ontvangen van de arbeids- overeenkomst, alsook van eventuele wijzigingen daarin.
c Werknemer draagt er zorg voor dat de werkgever in het bezit komt van een afschrift van een identiteits- bewijs van werknemer.
Hoofdstuk 3
Duur van de arbeids overeenkomst en proeftijd
a De arbeidsovereenkomst wordt in beginsel aan- gegaan voor onbepaalde tijd.
b In het geval de arbeidsovereenkomst wordt aan- gegaan voor bepaalde tijd zal de reden en de duur daarvan in de arbeidsovereenkomst worden vermeld.
c Indien partijen zulks wensen kan een proeftijd worden overeengekomen. De proeftijd dient schriftelijk te worden overeengekomen en bedraagt:
− maximaal twee maanden bij een arbeidsovereen- komst voor onbepaalde tijd;
− maximaal één maand bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, indien de overeenkomst is aangegaan voor twee jaar of korter.
Hoofdstuk 4
Wederzijdse verplichtingen van werkgever en werknemer
a De werknemer is verplicht de overeengekomen werkzaamheden naar beste vermogen te verrichten, zich als goed werknemer te gedragen en zich, onder behoud van de professionele autonomie, zoals deze is vastgelegd in het professioneel statuut, te houden aan de (organisatorische) aanwijzingen van de werk- gever.
b Werknemer is gehouden naar vermogen bij te dragen aan een efficiënte bedrijfsvoering. Werknemer is verplicht de in verband daarmee door werkgever
te geven aanwijzingen op te volgen, tenzij dit in strijd zou zijn met de inhoud en de strekking van het professioneel statuut en/of met de belangen van de patiënten.
c Werknemer is verplicht de goederen, welke door werkgever aan zijn zorg zijn toevertrouwd, zorgvuldig te beheren.
d Werkgever is verplicht al datgene te doen of na te laten wat een goed werkgever in gelijke omstandig- heden behoort te doen of na te laten en dient de werknemer in staat te stellen de overeengekomen werkzaamheden naar beste vermogen te verrichten.
e Werkgever verschaft werknemer, indien nodig en binnen de grenzen van het economisch mogelijke, zowel de nodige ruimte tot onderzoek, observatie en behandeling als faciliteiten zoals praktijkinstrumen- tarium en personeel.
Hoofdstuk 5
Verhuisplicht
a Werkgever kan werknemer verplichten zich te vestigen binnen het gebied waar de werkgever huisartsenzorg verleent, indien in het kader van de (bereikbaarheids) diensten de werknemer binnen de voor de beroeps- groep geldende aanrijtijd huisartsenzorg moet kunnen verlenen. Indien de arbeidsovereenkomst voor be- paalde tijd wordt gesloten met een duur van minder dan twee jaar kan werknemer niet worden verplicht te verhuizen. Bij de door werknemer gedurende deze periode te verrichten (bereikbaarheids) diensten is werkgever gehouden voor rekening van de werkgever voor een adequate huisvesting zorg te dragen.
Toelichting: met adequate huisvesting wordt bedoeld dat de werkgever er voor zorg draagt dat de werk- nemer over voldoende en behoorlijke faciliteiten beschikt, zoals een voldoende geoutilleerde slaap- gelegenheid en sanitaire voorzieningen.
b Indien de werkgever de werknemer overeenkomstig lid a verplicht te verhuizen of werknemer zich bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst vestigt in het praktijkgebied, heeft de werknemer overeenkomstig hoofdstuk 20 recht op een verhuiskostenvergoeding.
Hoofdstuk 6
Verhindering
a Indien de werknemer verhinderd is de werkzaam- heden te verrichten zal werknemer de werkgever hiervan ten spoedigste mededeling doen.
b Indien de werknemer in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn werkzaamheden te verrichten is de werkgever de werknemer over die periode geen salaris verschuldigd.
Hoofdstuk 7
Medisch onderzoek
Werknemer is verplicht zich, op kosten van de werk- gever, te onderwerpen aan een door de werkgever met redenen omkleed noodzakelijk geacht medisch onderzoek, indien het een onderzoek betreft met een preventieve werking ten opzichte van de zorg die in de praktijk wordt verleend. Dit geldt eveneens voor de uitoefening van de functie noodzakelijke vaccinaties.
Hoofdstuk 8
De arbeidsduur
De arbeidsduur van de werknemer wordt in overleg met de werkgever vastgesteld. De arbeidsduur bij een volledige werkweek bedraagt gemiddeld 40 uur, exclusief overwerk en diensten, gemeten over een periode van 13 weken.
Hoofdstuk 9
Werktijden
a In overleg met de werknemer wordt de indeling van de werktijden overeengekomen, met dien verstande dat de werktijden liggen binnen het dagvenster van
08.00 uur tot 18.00 uur.
b Indien het voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, kan de werkgever in overleg met de werknemer tijdelijk andere werktijden vaststellen.
Hoofdstuk 10
Uitbetaling salaris
a Het salaris wordt gebaseerd op het gemiddeld aantal overeengekomen uren per week. Werknemer dient uiterlijk vóór het einde van de kalendermaand de beschikking te hebben over het salaris over die maand.
b Vergoedingen, voortvloeiende uit het verrichten van diensten en overwerk, als overeengekomen dienen uiterlijk aan het einde van de maand, volgend op die waarin de aanspraken zijn ontstaan, te worden uitbetaald.
Hoofdstuk 11
Overwerk
a De werkgever kan in incidentele gevallen aan de werknemer opdracht geven overwerk te verrichten.
b Werknemer is verantwoordelijk voor het bijhouden en het registreren van het overwerk op een daarvoor door de werkgever aan te geven wijze. Per periode van 13 weken wordt door de werknemer aan de werkgever een overzicht van het overwerk verstrekt. De werkgever ondertekent het door de werknemer aangeleverde overzicht.
c Indien de arbeidsduur en vastgestelde werktijden, niet zijnde diensten, gedurende een periode van
26 weken structureel met meer dan 10% wordt over- schreden, zal op verzoek van de werknemer die een parttime dienstverband heeft de omvang van het dienstverband worden uitgebreid.
Hoofdstuk 12
Overwerk
a Overwerk, gedurende een periode van een half uur of korter, aansluitend op de voor de werknemer vastgestelde werktijd, komt niet voor vergoeding in aanmerking.
b Indien de overeengekomen arbeidsduur en vast- gestelde werktijden, niet zijnde diensten, gemeten over een periode van 13 weken, met 10% of meer is overschreden heeft de werknemer recht op een overwerkvergoeding.
c De overwerkvergoeding vindt plaats in overleg tussen de werknemer en de werkgever in de vorm van een compensatie in tijd of in geld. De overwerkvergoeding in tijd of in geld bedraagt per uur 125% van het uursalaris. Compensatie in tijd vindt plaats binnen de voor de werknemer geldende werktijden. De compensatie in tijd dient uiterlijk plaats te vinden
in de 26 weken volgend op de in lid b genoemde periode.
d Vergoeding van overwerk of compensatie in tijd wordt gegeven indien werknemer opdracht tot over- werk heeft gekregen, dan wel redelijkerwijs mocht aannemen dat hij opdracht tot overwerk zou hebben gekregen. In het laatste geval stelt de werkgever achteraf de noodzaak tot overwerk vast.
Hoofdstuk 13
Diensten
a De werkgever kan de werknemer opdragen bereik- baarheidsdienst te doen.
b De werkgever kan de werknemer opdragen deel te nemen aan avond-, nacht- en weekenddiensten.
c In principe worden de diensten in overleg gelijkelijk tussen werkgever en werknemer verdeeld, met dien verstande dat bij een deeltijdaanstelling de werknemer naar evenredigheid deelneemt in de diensten.
d Tenzij tussen werkgever en werknemer een andere regeling wordt overeengekomen gaat de bereikbaar- heidsdienst in een niet huisartsendienstenstructuur in beginsel in om 18.00 uur en eindigt om 8.00 uur de volgende ochtend. Een bereikbaarheidsdienst op zaterdag en zondag telt voor 2 diensten, van 08.00 uur tot 18.00 uur en 18.00 uur tot 08.00 uur de vol- gende ochtend.
e Tenzij binnen de huisartsendienstenstructuur (HDS) een afwijkende regeling geldt, gaat een avonddienst in de HDS in beginsel in om 18.00 uur en eindigt om
24.00 uur, de nachtdienst gaat in beginsel in om
24.00 uur en eindigt om 08.00 uur. De weekend- diensten worden uitgevoerd in drie blokken van 8 uur per etmaal.
f Na de derde maand van de zwangerschap tot zes maanden na de bevalling, kan de werknemer niet worden verplicht nachtdiensten te doen.
Hoofdstuk 14
Vergoeding diensten in niet huisartsendienstenstructuur
a Werknemer heeft recht op een toeslag voor het verrichten van bereikbaarheidsdiensten en de daar- binnen verrichte werkzaamheden ten bedrage van:
– 5% van het maandsalaris indien 1 bereikbaarheids- dienst per maand wordt verricht;
– 7,5% van het maandsalaris indien minimaal 2 bereik- baarheidsdiensten per maand, maar minder dan
4 bereikbaarheidsdiensten per maand worden ver- richt;
– 10% van het maandsalaris indien 4 of meer bereik- baarheidsdiensten per maand worden verricht.
b Indien en voor zover tijdens een bereikbaarheidsdienst de feitelijke arbeid meer bedraagt dan 2,5 uur, worden deze meeruren beschouwd als overwerk en vergoed overeenkomstig hoofdstuk 12 onder c en d.
c Voor de berekening van de toelage voor de bereik- baarheidsdienst wordt bij degene die een deeltijd- aanstelling heeft, uitgegaan van het salaris op full- time basis.
Hoofdstuk 15
Vergoeding diensten in huisartsendienstenstructuur
a Voor het deelnemen aan de avond-, nacht- en week- enddiensten in de HDS heeft de werknemer per
1 januari 2013 recht op een vergoeding van € 52,56 bruto per uur (In 2012 was dit € 53,20). Indien de avonddienst in de HDS ingaat om 17.00 uur, zal het uur tussen 17.00 en 18.00 uur conform de HDS- vergoeding worden vergoed, tenzij in de individuele arbeidsovereenkomst van de werknemer is overeen- gekomen dat de reguliere werktijd van de werknemer eindigt om 18.00 uur.
b Voor de achterwachtdiensten ontvangt de werknemer een vergoeding van € 9,– bruto per uur. Op deze vergoeding voor de achterwachtdiensten heeft de werknemer aanspraak naast het uursalaris voor de eventueel daadwerkelijk gewerkte uren.
c Indien werknemer in HDS verband in een nachtdienst heeft gewerkt en direct aansluitend is ingeroosterd voor een dagdienst, heeft de werknemer recht op een rusttijd van minimaal 4 uur tussen betreffende nachtdienst en bedoelde dagdienst in. Deze rusttijd kan niet worden ingezet op een ander tijdstip dan tussen genoemde nachtdienst en dagdienst. De rusttijd is niet om te zetten in vrije tijd of salaris.
Hoofdstuk 16
Salaristabel, indeling, salarismutatie
a Werknemer heeft uit hoofde van de arbeidsovereen- komst recht op een salaris overeenkomstig bijlage 1 van deze CAO.
b Het salaris bij indiensttreding wordt vastgelegd in de arbeidsovereenkomst.
c De werknemer wordt ingeschaald in trede 1, tenzij ervaring of bijzondere omstandigheden aanleiding geven om een hogere trede vast te stellen. Voor het meetellen van ervaring geldt, dat de werknemer
voor elk jaar inschrijving in het HVRC register van de KNMG in een hogere periodiek wordt ingeschaald.
d Werknemers, die reeds in dienst zijn hebben per eerstekomende periodiek datum eenmalig de keuze om de salarisafspraken, die met werkgever zijn over- eengekomen, te handhaven, dan wel toepassing van het nieuwe loongebouw te kiezen met als ingangsdatum de voor de werknemer geldende periodiekdatum. Voor de Hidha, die kiest voor hand- having van de eerder gemaakte salarisafspraken is bij – goed functioneren – altijd het maximum van de salarisschaal bereikbaar. Indien de werknemer kiest voor toepassing van het nieuwe loongebouw, vindt inschaling per periodiekdatum plaats in het naast hoger gelegen bedrag.
e Xxxxxxxxx heeft werknemer, bij goed functioneren, vervolgens recht op een verhoging van het salaris, volgens het in bijlage 1 opgenomen loongebouw.
Hoofdstuk 17
Vakantietoeslag
a Werknemer heeft recht op een vakantietoeslag van 8% van het jaarsalaris. De vakantietoeslag wordt eenmaal per jaar, in de maand mei, uitbetaald over een periode van twaalf maanden, aanvangende met de maand juni van het voorgaande jaar.
b Bij een opbouw over een kortere periode wordt de vakantietoeslag over die kortere periode berekend.
Hoofdstuk 18
Budget en variabele vergoeding(en) persoonlijke kosten en terugbetaling studiekosten
Werknemer heeft recht op de volgende vergoedingen: a Reis- en verblijfkosten:
– Werknemer ontvangt voor het woon-werkverkeer een vergoeding van € 0,19 netto per gereden kilo- meter.
– Werknemer ontvangt voor reiskosten terzake van praktijkkilometers een vergoeding van € 0,29 per gereden kilometer. Vanaf 1 september 2008 bedraagt de vergoeding voor praktijkkilometers
€ 0,36 bruto per gereden kilometer waarvan € 0,19 netto. Onder praktijkkilometers worden ook begre- pen de noodzakelijke reiskosten in het kader van avond-, nacht- en weekenddiensten alsmede de achterwacht.
– Werknemer ontvangt een vergoeding voor verblijf- kosten conform de werkelijk gemaakte kosten.
b Daarnaast wordt aan de werknemer een maximum budget toegekend ten behoeve van alle werkelijk gemaakte persoonlijke kosten in het kader van de functie-uitoefening. Het bedrag van het budget be- draagt € 4.090,83 (per 1 januari 2013) per jaar.
Iedere werknemer heeft, ongeacht de omvang van het dienstverband recht op een budget van € 2.168,07
(per 1 januari 2013) per jaar ten behoeve van alle werkelijk gemaakte persoonlijke kosten in het kader van de functie-uitoefening. Daarnaast kan de werknemer naar rato van het dienstverband aanspraak maken op een bedrag van maximaal € 1.922,76 (per 1 januari 2013) per jaar. Voor het vaststellen van de omvang van het dienstverband geldt de afrondingsregel, waarbij decimaal 0 tot 5 afgerond wordt naar 5%, en vanaf decimaal 5 afgerond wordt naar 10%.
In het geval waarbij toekenning van het budget op bo- vengenoemde wijze bij meerdere dienstverbanden val- lend onder de werkingssfeer van deze CAO zou leiden tot toekenning van een hoger budget dan het gestelde maximum, dan mogen betrokken werkgevers het maxi- mum budget met elkaar verrekenen zodanig dat geen van de werkgevers een hoger budget hoeft toe te kennen dan dat zij op grond van de bovengenoemde rekenwijze dienen toe te kennen.
De vergoedingen van de werkelijke kosten worden ver- strekt op declaratiebasis. Onder de werkelijke persoon- lijke kosten worden in ieder geval begrepen:
– De kosten die voortvloeien uit de verplichte her- registratie in het kader van de wet BIG.
– De kosten die verband houdende met bij- en na- scholing ten behoeve van de herregistratie als voor- geschreven door de wetenschappelijke vereniging, alsmede (binnen- en buitenlands) congres, cursus en symposiabezoek in het kader van de accreditatie.
– Lidmaatschappen van de wetenschappelijke vereni- gingen, KNMG, en beroepsverenigingen LAD en LHV, alsmede van het NHG,
– Individuele vakliteratuur voor de uitoefening van de functie.
– Kosten betreffende communicatiemiddelen, waar- onder telefoonkosten en kosten voor de mobiele telefoon e.d.
c Indien in enig jaar het toegekende budget niet vol- ledig wordt gedeclareerd, kan het restant worden gereserveerd, teneinde in een volgend jaar de moge- lijkheid te hebben een betere invulling te geven aan de accreditatie dan wel bij- en nascholing.
d Bij volledige arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA heeft de huisarts geen aanspraak meer op de variabele vergoeding(en) persoonlijke kosten en komt het budget te vervallen. De huisarts heeft eveneens geen aanspraak op de variabele vergoeding(en) persoonlijke kosten dan wel het budget, indien voor het verstrijken van de 52 weken voorafgaande aan de volledige arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA, volledige arbeidsongeschiktheid blijkt, behou- dens voor zover de persoonlijke kosten in redelijkheid reeds zijn of (nog) zullen worden gemaakt.
e Het budget wordt jaarlijks toegekend en wordt jaarlijks per 1 januari aangepastaan het CBS consumenten- prijsindexcijfer (CPI) over de referteperiode oktober/ oktober van het voorafgaande jaar.
f De in lid e bedoelde aanpassing geschiedt over de in lid b genoemde bedragen.
g Indien een werknemer – naast de toekenning van het budget persoonlijke kosten – de wens te kennen geeft tot het volgen van een scholing of opleiding, zal hij dit tijdig d.w.z. tenminste drie maanden voor aanvang van bedoelde studie of opleiding bij werk- gever aan de orde stellen. Daarbij geldt dat reis- en verblijfkosten voor rekening van de werknemer zijn.
h De kosten die werknemer conform hoofdstuk 18 lid a., b. en g. kan declareren bij werkgever zal hij tijdig
d.w.z. in principe binnen drie maanden na het ont- vangen van betreffende nota’s bij werkgever indienen.
i Indien de werkgever – naast de toekenning van het budget persoonlijke kosten als bedoeld in lid b – een tegemoetkoming in de kosten verstrekt voor het volgen van scholing of opleiding ten behoeve van de persoonlijke ontwikkeling van de werknemer of ter verkrijging van specifieke vaardigheden, kunnen werkgever en werknemer schriftelijk overeenkomen, dat de werkgever het recht heeft de door werkgever (deels) betaalde scholingskosten terug te vorderen. Voorwaarde voor terugvordering is, dat sprake is van de situatie, dat aan de werknemer op eigen verzoek ontslag wordt verleend of dat de werknemer wegens dringende reden wordt ontslagen en dit ontslag valt binnen de termijn van twee jaar sedert de datum, waarop de scholing is voltooid.
j Indien het ontslag op eigen verzoek of het ontslag wegens een dringende reden plaatsvindt binnen de termijn van twee jaar sedert de datum waarop de scholing is voltooid, geldt voor elke maand dat het dienstverband sedert de datum van het voltooien van de scholing korter dan 24 maanden heeft geduurd, dat de werknemer 1/24 deel van de door werkgever betaalde kosten terugbetaalt.
k Tevens kunnen werkgever en werknemer schriftelijk overeenkomen, dat indien de werkgever – naast de toekenning van het budget persoonlijke kosten als bedoeld in lid b – een tegemoetkoming in de kosten verstrekt voor het volgen van scholing of opleiding ten behoeve van de persoonlijke ontwikkeling van de werknemer of ter verkrijging van specifieke vaardig- heden, dat de werkgever het recht heeft de door de werkgever (deels) betaalde scholingskosten terug te vorderen, indien de werknemer de studie niet met goed gevolg heeft afgerond op grond van omstandig- heden, die aan de werknemer te wijten zijn. In dat geval heeft de werkgever het recht maximaal het bedrag dat aan de werknemer is uitbetaald in het tijdvak van twee jaar, voorafgaand aan de afronding van de studie terug te xxxxxxxx.Xx de gevallen, be- doeld onder g t/m k van dit artikel maakt werkgever gebruik van de in bijlage 4 van de CAO opgenomen model studieovereenkomst.
Hoofdstuk 19
Ziektekosten
De werknemer ontvangt per 1 januari 2013 een werk- geversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van
€ 16,37 per maand.
Indien de werknemer arbeidsovereenkomsten heeft bij meerdere werkgevers vallend onder de werkings- sfeer van deze CAO, dan wordt de bovengenoemde werkgeversbijdrage naar rato verdeeld over de ver- schillende werkgevers. Als verdeelsleutel wordt hierbij gehanteerd het aantal contracturen per werkgever ten
opzichte van het totale aantal contracturen bij de diverse werkgevers.
Deze bijdrage zal jaarlijks worden geïndexeerd conform het CBS Consumentenprijsindexcijfer (CPI) over de re- ferteperiode oktober/oktober van het voorgaande jaar.
Hoofdstuk 20
Verhuiskostenvergoeding
Indien werknemer verplicht wordt te verhuizen ingevolge hoofdstuk 5 wordt door werkgever aan werknemer een verhuiskostenvergoeding verleend overeenkomstig de volgende regeling:
a vergoeding van de kosten van openbaar vervoer voor de werknemer en zijn/haar gezinsleden en vervoer van bagage en inboedel naar de nieuwe woning, de kosten van het in- en uitpakken daar- onder begrepen maximaal op basis van de door de werkgever geaccordeerde offerte van een Erkende Xxxxxxxxx;
b vergoeding van de overige uit de verhuizing voort- vloeiende en aangetoonde (herinrichting) kosten;
c vergoeding van de huurkosten van de oude huur- woning dan wel rentelast van de oude koopwoning tot een maximum van twee maanden, indien tege- lijkertijd reeds de huur dan wel rentelast voor de nieuwe woning moet worden betaald;
d De onder leden a, b en c omschreven vergoedingen bestaat uit een vergoeding tot een maximum van 10% van het jaarsalaris van de werknemer op het moment van de verhuizing;
e De onder lid a omschreven vergoeding zal moeten worden terugbetaald indien de arbeidsovereenkomst op verzoek van werknemer of ten gevolge van drin- gende, door werknemer veroorzaakte en hem ver- wijtbare redenen binnen twee jaar na de verhuizing wordt beëindigd;
f de terugbetaling als bedoeld onder lid e vindt niet plaats in het geval de arbeidsovereenkomst op ver- zoek van werknemer op medische gronden wordt beëindigd en deze beëindiging ook naar het oordeel van werkgever op die gronden geboden is;
g de terugbetaling wordt verminderd met 1/24-ste deel voor elke volle maand dat het dienstverband tussen werkgever en werknemer na de dag van de verhuizing heeft voortgeduurd.
Hoofdstuk 21
Vakantie, bijzonder, verlof en feestdagen
a De werknemer heeft per kalenderjaar, met behoud van salaris, recht op 224 vakantie-uren per jaar. Bij indiensttreding in de loop van het jaar heeft de werknemer recht op een evenredig deel van het in dit lid genoemde aantal vakantiedagen. Voor part- timers worden de vakantie-uren naar evenredigheid berekend. De vakantie-uren verjaren na vijf jaren
na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. Dit geldt eveneens voor de vakantie-uren waarop de aanspraak in 2012 is ont- staan.
b Op grond van artikel 7:640 lid 2 BW kan op verzoek van werknemer het opgebouwde vakantieverlof wor- den uitbetaald voor zover de aanspraak het in artikel 7:634 BW bedoelde minimum te boven gaat.
c Werknemer heeft recht op leeftijdsverlofuren overeen- komstig onderstaande tabel. Deze leeftijdsverlofuren kunnen in overleg tussen werknemer en werkgever ook worden ingezet voor aanpassing van de werk- en rusttijden.
– 50 tot en met 54 jaar 16 uren
– 55 tot en met 59 jaar 64 uren
– 60 tot en met 64 jaar 80 uren
d De werknemer heeft, met behoud van salaris, recht op verlof op feestdagen, voor zover deze niet op een zaterdag of zondag vallen.
e Werknemer heeft, met behoud van salaris, recht op bij-/nascholingsverlof van 40 uren per kalenderjaar. Indien de bij-/nascholing door een parttimer wordt gevolgd met een dienstverband van minder dan gemiddeld 24 uur per week,wordt het recht op bij-/ nascholingsverlof naar rato van het aantal individu- eel overeengekomen arbeidsuren gedeeld door de arbeidsduur bij een volledige werkweek.
f Werknemer heeft recht op verlof met behoud van salaris in verband met bijzondere gebeurtenissen. De werkgever stelt de werknemer in de gelegenheid om aan de hierna genoemde gebeurtenissen ge- durende de bij die gebeurtenis vermelde periode deel te nemen.
1 Verhuizing van de werknemer: 2 dagen.
2 Ondertrouw van de werknemer: 1 dag.
3 Huwelijk van dan wel een andere wijze van een samenlevingsverband aangaan door de werknemer, bij notariële akte dan wel gemeentelijke of kerkelijke registratie: 3 dagen.
4 Huwelijk of registratie van partnerschap van bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad van de werknemer: 1 dag.
5 25- en 40-jarig huwelijksjubileum van werknemer: 1 dag.
6 25-, 40-, 50-, 60-jarig huwelijksjubileum van ouders, stief- en schoonouders, kinderen, stief- en schoon- kinderen: 1 dag.
Het opnemen van dit verlof dient te worden afgestemd met de werkgever en kan slechts worden opgenomen op dagen welke betrekking hebben op de gebeurtenis.
g Werkgever kan aan de werknemer betaald of onbe- taald verlof verlenen.
Hoofdstuk 22
Arbeid en Zorg
Algemeen
Voorzover in dit hoofdstuk niet anders is bepaald, gelden de bepalingen van de Wet Arbeid en Zorg. De belang- rijkste bepalingen van de wet zijn in dit hoofdstuk ver- werkt.
Calamiteitenverlof
a De werknemer heeft recht op verlof met behoud van salaris voor een korte, naar billijkheid te bepalen tijd, wanneer werknemer de werkzaamheden niet kan verrichten wegens zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden, waaronder in ieder geval:
1. In geval van calamiteiten de eerste noodzakelijke voorzieningen te treffen.
2. Ziekte van de echtgeno(o)t(e), de geregistreerd partner of persoon met wie de werknemer on- gehuwd samenwoont, kinderen, pleeg-, stief- en schoonkinderen, ouders, stief- en schoonouders.
b De werknemer meldt zo mogelijk vooraf aan de werkgever dat hij het calamiteitenverlof opneemt onder opgave van redenen; indien dit niet mogelijk is dan zo spoedig mogelijk daarna. De werkgever kan achteraf van de werknemer verlangen dat hij aannemelijk maakt dat hij zijn arbeid niet heeft kunnen verrichten wegens de genoemde redenen.
Kortverzuimverlof
a De werknemer heeft recht op verlof met behoud van salaris ingeval van een door de wet of overheid, zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichting, waarvan de vervulling niet in vrije tijd kan plaatsvinden.
b De werknemer heeft recht op verlof met behoud van salaris ingeval van de uitoefening van het actief kiesrecht, waarvan de vervulling niet in vrije tijd kan plaatsvinden.
c De werknemer heeft recht op verlof met xxxxxx xxx xxxxxxx bij de bevalling van de echtgenote, de xxxx- xxxxxxxxx partner of persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont, gedurende 2 dagen.
d De werknemer heeft recht op verlof met behoud van salaris ingeval van overlijden en de lijkbezorging van een van de huisgenoten of een van de bloed- en aan- verwanten in de rechte lijn en in de tweede graad van de zijlijn, gedurende 2 dagen en ingeval werknemer belast is met de begrafenis of crematie, ten hoogste 4 dagen.
e De werknemer meldt vooraf aan de werkgever dat hij het kortverzuimverlof opneemt onder opgave van redenen.
f Dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer zijn arbeid niet verricht wegens het verlof bedoeld onder calamiteitenverlof en kortverzuimverlof kunnen slechts indien in een voorkomend geval de werknemer ermee instemt worden aangemerkt als vakantie, met dien verstande dat de werknemer ten minste recht houdt op het wettelijk minimum aan vakantie-aan- spraken.
Zorgverlof (kortdurend)
a De werknemer heeft gedurende een periode van
12 achtereenvolgende maanden recht op verlof met behoud van salaris tot ten hoogste 2 maal de arbeids- duur per week ingeval van door de werknemer te verlenen noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van; de echtgenoot, de geregistreerd partner of persoon met wie de werknemer ongehuwd samen- woont, kinderen, xxxxx, stief- en schoonkinderen, ouders, stief- en schoonouders.
b De werknemer meldt vooraf aan de werkgever dat hij het bedoelde (kortdurend)zorgverlof opneemt onder opgave van de reden. Bij die melding geeft de werknemer ook de omvang, de wijze van opneming en de vermoedelijke duur van het verlof aan.
c Het verlof gaat in op het tijdstip waarop de werknemer het opnemen ervan meldt aan de werkgever. Het verlof vangt niet aan of eindigt in ieder geval zodra de werkgever aan de werknemer kenbaar maakt dat hij tegen het opnemen van het verlof onderscheiden- lijk de voortzetting daarvan een zodanig zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft, dat het belang van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijk- heid en billijkheid moet wijken.
d Indien de werknemer calamiteitenverlof opneemt en blijkt dat het genoemde verlof langer duurt dan één dag en de werknemer zelf de noodzakelijke verpleging en/of verzorging op zich neemt, gaat het calamiteitenverlof over in zorgverlof.
Kraamverlof
Na de bevalling van de echtgenote, de geregistreerd partner, de persoon met wie ongehuwd wordt samen- geleefd of degene van wie werknemer het kind erkent, heeft werknemer gedurende een tijdvak van vier weken recht op kraamverlof met behoud van salaris voor
2 dagen waarop werknemer de werkzaamheden pleegt te verrichten. Het recht bestaat vanaf de eerste dag dat het kind feitelijk op hetzelfde adres als werknemer woont.
Bevallingsverlof (aanvullend)
Werkgever verleent aan werkneemster die zulks wenst onbetaald verlof als aanvulling op het bevallingsverlof, gedurende een periode van maximaal vier weken.
Werkneemster die daarvan gebruik wenst te maken zal hiertoe bij werkgever, uiterlijk drie maanden voor de vermoedelijke datum van de bevalling, een verzoek indienen.
Hoofdstuk 23
Aansprakelijkheid
a Werkgever is verplicht op zijn kosten een verzekering te sluiten die de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de werknemer dekt voor schade aan derden toegebracht in de uitoefening van de functie als huisarts in dienst van de werkgever, met inbegrip van de civielrechtelijke aansprakelijkheid jegens en van degene die de werknemer hierbij begeleidt.
Een en ander voor zover de aansprakelijkheid niet voortvloeit uit activiteiten die de werknemer verricht in het kader van nevenfuncties of nevenwerkzaam- heden die voor rekening en risico van de werknemer komen. Werkgever vrijwaart de werknemer en degene die de werknemer begeleidt xxxxxxx en zal in het kader van de verzekerde activiteiten het regresrecht niet uitoefenen, tenzij de aansprakelijkheid het gevolg is van opzet en/of bewuste roekeloosheid van de werknemer of degene die de werknemer begeleidt xxxxxxx.
b Werkgever is verplicht de schade van de werknemer te vergoeden welke deze lijdt in de uitoefening van de functie als huisarts in dienst van de werkgever en welke hieruit voortvloeit, tenzij sprake is van opzet en/of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
Schade aan vervoermiddelen wordt niet vergoed door de werkgever.
c Indien de werknemer en degene die de werknemer begeleidt xxxxxxx tegenover derden rechten kan doen gelden op vergoeding van geleden schade, heeft de werknemer en degene die de werknemer begeleidt xxxxxxx slechts recht op schadevergoeding door de werkgever indien de rechten die zij jegens genoemde derden hebben op verzoek en voor rekening van werkgever aan werkgever worden ge- cedeerd. De kosten van invordering komen in dat geval voor rekening van werkgever.
d Werkgever voorziet in een adequate rechtsbijstand- verzekering indien de werknemer en degene die de werknemer begeleidt xxxxxxx wordt betrokken in een interne of externe klachtenprocedure, inclusief tuchtrechtprocedures.
Hoofdstuk 24
Arbeidsongeschiktheid
a Indien de werknemer wegens arbeidsongeschiktheid verhinderd is de werkzaamheden te verrichten, be- houdt werknemer voor een tijdvak van 104 weken recht op doorbetaling door de werkgever van het nettosalaris, met dien verstande, dat over de eerste 52 weken 100% loondoorbetaling plaatsvindt en de volgende 52 weken 70% van het nettosalaris wordt betaald, onder vermindering van uitkeringen die worden ontvangen op grond enige bij of krachtens de wet geldende (sociale) verzekering in verband met arbeid.
b Xxxxxxx de arbeidsongeschiktheid van werknemer het gevolg is van een gebeurtenis terzake waarvan werknemer een vordering tot schadevergoeding vanwege loonderving tegenover derden kan doen gelden, verliest werknemer het recht op betaling van het nettosalaris ingevolge lid a, tenzij werknemer de rechten die jegens derden gelden, voor zover be- trekking hebbend op de hoogte van het nettosalaris, op verzoek en voor rekening van werkgever aan werkgever xxxxxxx.
c. Indien een werknemer minder dan 35% arbeids- ongeschikt in de zin van de WIA wordt bevonden, zal de werkgever zich inzetten om werkloosheid van deze werknemer te voorkomen door zich tot het ui- terste in te spannen deze werknemer te herplaatsen binnen de eigen organisatie en indien dat onmogelijk is buiten de organisatie. De werkgever draagt in dit kader ten minste zorg voor:
- (spreekuur)contacten ten behoeve van de reguliere verzuimbegeleiding door een (extern) deskundige
- casemanagement
- afspraken met de betreffende deskundige over een schriftelijke terugkoppeling van de bevindingen aan de werkgever en de werknemer
- professionele begeleiding van de werknemer ge- durende het 1e en 2e ziektejaar.
d. De gedifferentieerde premie WGA komt structureel voor rekening van de werkgever.
Hoofdstuk 25
Overlijden en vermissing
a Zo spoedig mogelijk na het overlijden van werknemer wordt een bedrag uitgekeerd gelijk aan het salaris over een tijdvak van één maand, met in achtneming van artikel 7:674 BW. Tevens vindt uitbetaling plaats van de niet genoten vakantie-uren.
b In het geval waarin, ingevolge titel 18 boek 1 BW, het vermoeden van overlijden is uitgesproken, wordt op verzoek van de nagelaten betrekkingen de in het eerste lid genoemde bedrag uitgekeerd.
c Op het uit te keren bedrag wordt het reeds vóór het overlijden aan werknemer uitbetaalde xxxxxxx over een na het overlijden gelegen tijdvak in mindering gebracht.
Hoofdstuk 26
Pensioen
a Werkgever voorziet in een pensioenvoorziening voor de werknemer. Hierbij geldt een premielastverdeling tussen werkgever en werknemer van 50/50 over de pensioengrondslag.
b De onder a genoemde pensioenvoorziening is onder- gebracht bij de Stichting Pensioenfonds Huisartsen (SPH). De werkgever is verplicht de werknemer als deelnemer aan te melden bij de SPH.
c Bij indiensttreding ontvangt de werknemer een exemplaar van het pensioenreglement waarin de rechten en plichten zijn omschreven.
Hoofdstuk 27
Nevenfuncties
Het is werknemer niet toegestaan al dan niet gehono- reerde nevenfuncties te vervullen of al dan niet geho- noreerde nevenwerkzaamheden te verrichten welke redelijkerwijs geacht kunnen worden onverenigbaar te zijn met zijn functie.
Hoofdstuk 28
Waarneming
a Werkgever draagt, zoveel mogelijk in overleg met werknemer, zorg voor waarneming bij al dan niet voorzienbare afwezigheid van de werkgever, langer dan een maand, zoals bij langdurige arbeidsonge- schiktheid.
b Binnen de overeengekomen arbeidsduur zal werkne- mer, indien en voor zover dat mogelijk is, gedurende maximaal een maand per jaar bij afwezigheid van werkgever en zonder dat werkgever daarvoor een extra vergoeding verschuldigd is, voor deze waarne- men, met dien verstande dat bij een parttime dienst- verband waarneming alleen plaats vindt op dagen waarop deze werknemer voor de praktijk werkzaam is.
Hoofdstuk 29
Op nonactiefstelling
a Werkgever kan werknemer voor een periode van ten hoogste drie weken op non-actief stellen, indien naar het oordeel van werkgever de voortgang van de werkzaamheden – door welke oorzaak dan ook
– ernstig wordt belemmerd. Deze termijn kan ten hoogste éénmaal met drie weken worden verlengd. Werkgever kan werknemer, nadat een rechtsgeldige opzegtermijn is ingegaan, voor de verdere duur
van deze opzegtermijn op non-actief stellen, indien zwaarwegende belangen naar het oordeel van werk- gever zulks noodzakelijk maken.
b Het besluit tot op non-actiefstelling, alsmede het besluit tot verlenging ervan, wordt door werkgever zo spoedig mogelijk schriftelijk aan werknemer medegedeeld onder vermelding van de redenen waarom deze maatregel is vereist.
c Op non-actiefstelling geschiedt steeds met behoud van alle overige rechten, voortvloeiende uit de ar- beidsovereenkomst.
d Werkgever is gedurende de periode van op non- actiefstelling gehouden te bevorderen dat de werk- nemer zijn werkzaamheden zo spoedig mogelijk kan hervatten.
e Na het verstrijken van de periode van drie dan wel van na verlenging van zes weken is werknemer ge- rechtigd zijn werkzaamheden te hervatten.
f De op non-actiefstelling kan niet bij wijze van straf- maatregel worden gebruikt.
Hoofdstuk 30
Schorsing
a Werkgever kan werknemer voor ten hoogste één week schorsen, om zodanig ernstige redenen, dat voortzetting van de werkzaamheden door werknemer naar het oordeel van werkgever niet langer verant- woord is. De schorsing wordt onverwijld, gemotiveerd en per aangetekend schrijven, aan werknemer ter kennis gebracht of bevestigd.
b Werknemer wordt binnen vier dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven (zaterdagen, zon- en feestdagen niet meegerekend) in de gelegenheid gesteld zich tegenover werkgever te verantwoorden. Werknemer kan zich daarbij door een raadsman doen bijstaan.
c Werkgever kan de schorsing éénmaal met ten hoogste één week verlengen. In geval ten tijde van de eerste schorsing reeds een opzegtermijn liep, kan de schor- sing worden verlengd tot de datum van ingang van het ontslag. Xxxxxxx van verlenging van de schorsing behoudt werknemer zijn salaris.
d Werkgever is bevoegd werknemer gedurende de periode van schorsing de toegang tot de praktijk- ruimte te ontzeggen.
e Xxxxxxxxx geschiedt steeds met behoud van alle overige rechten, voortvloeiende uit de arbeidsover- eenkomst.
f Ingeval mocht blijken dat werknemer kennelijk ten onrechte door werkgever werd geschorst, zal werk- gever op verlangen van werknemer deze openlijk rehabiliteren en werknemer de aantoonbare schade vergoeden.
Hoofdstuk 31
Einde van de arbeidsovereenkomst
Indien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan eindigt deze door het verstrijken van de termijn of duur waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan dan wel door tussentijdse opzegging indien deze mogelijkheid nadrukkelijk door partijen is overeen- gekomen.
Indien de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan eindigt deze
a. Door opzegging tegen het einde van de maand met inachtname van de hierna genoemde opzegtermijnen
b. Door ontbinding via de kantonrechter
c. Met wederzijds goedvinden (vast te leggen in een beëindigingsovereenkomst).
d. Van rechtswege op de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
e Door overlijden van werknemer per datum overlijden.
Hoofdstuk 32
Opzegging en ontbinding
a Opzegging door de werkgever geschiedt schriftelijk bij aangetekend schrijven en met inachtneming van:
1. De bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst overeengekomen gelijke opzegtermijn voor werk- gever en werknemer met een maximum van drie maanden;
2. De opzegging dient te geschieden tegen de eerste dag van de maand, volgend op de opzegging.
b Opzegging door werkgever en indiening van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de bevoegde kantonrechter door werkgever kan slechts plaatsvinden op grond van gewichtige redenen. Zodanige gewichtige redenen worden in ieder geval aanwezig geacht:
1. Wanneer werknemer, ondanks waarschuwingen in gebreke blijft met de nakoming van de arbeids- overeenkomst en de regelingen die daarvan deel uitmaken;
2. Wanneer werknemer niet meer de bekwaamheid of geschiktheid blijkt te bezitten, noodzakelijk voor de uitoefening van de functie waartoe werk- nemer zich heeft verbonden;
3. Wanneer werknemer ten gevolge van ziekte of arbeidsongeschiktheid niet in staat is de verplich- tingen voortkomend uit de arbeidsovereenkomst na te komen, voorzover deze ziekte of arbeids- ongeschiktheid tenminste twee jaar heeft geduurd;
4. Wanneer de functie van werknemer overbodig wordt wegens reorganisatie, fusie of liquidatie.
Hoofdstuk 33
Wachtgeldregeling
a Ingeval de werkgever en werknemer een arbeids- overeenkomst voor onbepaalde tijd hebben gesloten en deze onder de omstandigheden als bedoeld in lid b sub 4 van hoofdstuk 32 wordt beëindigd keert werkgever werknemer een wachtgeld uit gedurende een periode gelijk aan de helft van de tijd dat werk- nemer in dienst van werkgever is geweest met een minimum van een halfjaar en een maximum van één jaar, doch uiterlijk tot op de datum waarop het recht op ouderdomspensioen ontstaat.
b Op het wachtgeld, bedoeld in het vorige lid, worden in mindering gebracht de uitkeringen krachtens de Werkloosheidswet, dan wel krachtens enige andere wettelijke regeling waarop werknemer in verband met de beëindiging van het dienstverband aanspraak heeft of had kunnen maken.
c Het wachtgeld bedraagt gedurende de eerste drie maanden 100% van het laatstelijk door werknemer genoten bruto-salaris vervolgens 80%.
d Werknemer is op straffe van verlies van wachtgeld verplicht hem/haar passende werkzaamheden te zoeken of, indien aangeboden, te aanvaarden.
e Indien werknemer met ingang van of na de dag waarop het wachtgeld is ingegaan inkomsten uit arbeid of bedrijf geniet wordt, zodra en zo lang die inkomsten, vermeerderd met het wachtgeld, het laatstgenoten salaris inclusief vakantietoeslag
overschrijdt, het wachtgeld met het bedrag van die overschrijding verminderd. Inkomsten die werkne- mer ontving naast het dienstverband worden hierbij buiten beschouwing gelaten.
f Werknemer doet op straffe van verlies van wachtgeld ten genoegen van werkgever onverwijld schriftelijke mededeling van inkomsten als bedoeld in lid e.
g Partijen stellen vast dat de onderhavige wachtgeld- regeling een regeling is in de zin van, respectievelijk voldoet aan, de vereisten van artikel 7:681 BW, res- pectievelijk artikel 7:685 BW.
Hoofdstuk 34
Belangenbehartiging
Onverminderd de bevoegdheid van werknemer om zijn/haar belangen bij werkgever te bepleiten, stelt werkgever werknemer op een daartoe strekkend ver- zoek van werknemer of diens vertegenwoordiger(s) in de gelegenheid mondeling of schriftelijk de belangen van werknemer bij werkgever te bepleiten. Werknemer kan hierbij te allen tijde aanwezig zijn.
Hoofdstuk 35
Relatiepartner
a De arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn op de gehuwde werknemer zijn van overeenkomstige toepassing op de werknemer met een relatiepartner voor zover dit wettelijk mogelijk is.
b Een relatiepartner kan pas als zodanig worden erkend nadat de werknemer een mede door de relatiepartner ondertekende schriftelijke verklaring heeft overlegd, waaruit blijkt dat er sprake is van een affectieve relatie en een gemeenschappelijke huishouding wordt ge- voerd met het oogmerk duurzaam samen te wonen. De werknemer is verplicht bij beëindiging van de affectieve relatie hiervan onverwijld de werkgever in kennis te stellen.
c Als aan het gestelde in lid b is voldaan wordt de relatiepartner als gezinslid aangemerkt en overal waar gesproken wordt over aan- en bloedverwanten van de werknemer worden daaronder mede begrepen de aan- en bloedverwanten van de relatiepartner van de werknemer.
Hoofdstuk 36
Professioneel statuut
Het professioneel statuut maakt deel uit van deze regeling en vormt een geheel met de individuele arbeidsovereenkomst. Bij indiensttreding wordt het professioneel statuut door werkgever aan werknemer ter beschikking gesteld.
Hoofdstuk 37
Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
a Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 augustusi 2011 en eindigt op 1 april 2014.
b Indien geen der partijen uiterlijk twee maanden voor de datum waarop deze CAO eindigt, bij aangetekend schrijven aan de wederpartij te kennen geeft de over- eenkomst te willen beëindigen of wijzigen, wordt de CAO geacht stilzwijgend telkens voor 1 jaar te zijn verlengd.
Hoofdstuk 38
Interpretatie
Interpretatie dan wel uitleg van hetgeen bij deze arbeidsvoorwaardenregeling wordt bepaald is voor- behouden aan LHV en LAD als partijen bij deze CAO.
Hoofdstuk 39
Klachtenregeling
De werknemer valt voor rekening van werkgever onder de klachtenregeling van de werkgever/huisartspraktijk- houder.
Hoofdstuk 40
Geschillen
De beslechting van geschillen uit deze arbeidsovereen- komst vindt plaats door de rechtbank, sector kanton.
Bijlagen
Bijlage 1 | Salarisparagraaf en loongebouw | 52 |
Bijlage 2 | Professioneel statuut | 53 |
Bijlage 3 | Model arbeidsovereenkomst | 56 |
Bijlage 4 | Model studieovereenkomst | 58 |
Bijlage 1 Salarisparagraaf en loongebouw
Voor de werknemer gelden op basis van de volgende loonafspraken:
– een structurele stijging van de salarissen met 0,75% per 1 augustus 2011.
– een structurele stijging van de salarissen met 0,75% per 1 januari 2012.
– een eindejaarsuitkering van 0,5% over het jaarsalaris 2012.
– een structurele stijging van de salarissen met 0,75% per 1 januari 2013.
– een verhoging van de eindejaarsuitkering met 0,5%. (deze komt hiermee op 1%).
– een structurele stijging van de salarissen met 0,5% per 1 januari 2014
Salarisschaal 1 januari 2011 | |
1 | € 4.757,00 |
2 | € 4.936,00 |
3 | € 5.120,00 |
4 | € 5.313,00 |
5 | € 5.512,00 |
6 | € 5.719,00 |
7 | € 5.934,00 |
8 | € 6.157,00 |
per 1 januari 2013 een structuele stijging met 0,75% | eindejaars uitkering 1% over het jaarsalaris van 2013 | ||
1 | € 4.864,84 | € | 583,78 |
2 | € 5.047,90 | € | 605,75 |
3 | € 5.236,07 | € | 628,33 |
4 | € 5.433,44 | € | 652,01 |
5 | € 5.636,95 | € | 676,43 |
6 | € 5.848,64 | € | 701,84 |
7 | € 6.068,52 | € | 728,22 |
8 | € 6.296,57 | € | 755,59 |
per 1 augustus 2011 een structuele stijging met 0,75% | |
1 | € 4.792,68 |
2 | € 4.973,02 |
3 | € 5.158,40 |
4 | € 5.352,85 |
5 | € 5.553,34 |
6 | € 5.761,89 |
7 | € 5.978,51 |
8 | € 6.203,18 |
per 1 januari 2014 een structuele stijging met 0,50% | |
1 | € 4.889,16 |
2 | € 5.073,13 |
3 | € 5.262,25 |
4 | € 5.460,61 |
5 | € 5.665,14 |
6 | € 5.877,89 |
7 | € 6.098,86 |
8 | € 6.328,06 |
De volgende minimum en maximum bruto maand- salarissen:
per 1 januari 2012 een structuele stijging met 0,75% | eindejaars uitkering 0,5% over het jaarsalaris van 2012 | ||
1 | € 4.828,62 | € | 289,72 |
2 | € 5.010,32 | € | 300,62 |
3 | € 5.197,09 | € | 311,83 |
4 | € 5.392,99 | € | 323,58 |
5 | € 5.594,99 | € | 335,70 |
6 | € 5.805,11 | € | 348,31 |
7 | € 6.023,34 | € | 361,40 |
8 | € 6.249,70 | € | 374,98 |
Bijlage 2 Professioneel statuut
Voor een huisarts in dienst bij een huisarts
Overwegende:
– dat overeenkomstig hoofdstuk 4 onder a van de Xxx Xxxxx de huisarts zijn werkzaamheden zal verrichten met inachtneming van de voor de huisarts geformu- leerde code;
– dat de professionele autonomie van de Hidha moet worden gewaarborgd door middel van een profes- sioneel statuut, inhoudende een landelijke regeling waarin regels zijn opgenomen ter zake van de pro- fessionele verantwoordelijkheid;
– dat er geen verschil in medisch functioneren mag zijn tussen een op arbeidsovereenkomst werkzame huisarts en diens collega die vrijgevestigd is;
– dat de Xxxxx een persoonlijke niet-overdraagbare verantwoordelijkheid heeft jegens de patiënt aan wie de Xxxxx verantwoording verschuldigd is voor diens medisch handelen;
– dat het leveren van verantwoorde zorg vereist dat de Hidha binnen de grenzen van de wet, de vigerende professionele standaard en de binnen de huisarts- praktijk bestaande regels en afspraken de aan zijn zorg toevertrouwde patiënten in vrijheid met raad en daad kan bijstaan.
– dat de Hidha samen met de huisarts-praktijkhouder de medeverantwoordelijkheid draagt voor een ver- antwoord niveau van de beroepsuitoefening in de huisartspraktijk;
– dat de huisarts-praktijkhouder een algemene verant- woordelijkheid draagt voor de zorgverlening in de huisartspraktijk;
– dat de huisarts-praktijkhouder op grond van de wet de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) de overeenkomst met de patiënt aangaat en daarvoor aansprakelijk gesteld kan worden voor fouten in de zorgverlening, ongeacht waar en door wie in de huisartspraktijk gemaakt en dat het de Hidha is die namens de huisarts-praktijkhouder voldoet aan de kwalitatieve eisen die hieruit voort- vloeien;
– dat het professioneel statuut voor de Hidha deel uitmaakt van de rechtspositie van de Hidha.
komen overeen als volgt:
Artikel 1 In dit statuut wordt verstaan onder: huisarts- praktijkhouder: De natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtspersoon, zoals een maatschap of BV, die met de Hidha een arbeidsovereenkomst aangaat.
huisarts: de arts, die blijkens inschrijving in het BIG- register en het register van de Huisarts en Verpleeg- huisarts Registratie Commissie (HVRC) en in de huis- artspraktijk werkzaam is.
professionele autonomie: de vrijheid van oordeelsvor- ming van de Hidha om, gegeven de wettelijke kaders en professionele standaard, zonder inmenging van derden en zonder preventief toezicht van de huisarts-praktijk- houder, in de individuele arts-patiëntrelatie te komen tot diagnostiek, behandeling en advisering over de behan- deling en/of alle verrichtingen, waaronder begrepen het onderzoeken en geven van raad met de doelstelling de verbetering van de gezondheid van de patiënt.
behandeling: het geheel van activiteiten in het kader van de individuele diagnostiek, therapie en begeleiding.
patiënt: een natuurlijke persoon op wie de benadeling/ zorgverlening zich richt.
Artikel 2 Respecteren van de professionele autonomie De huisarts-praktijkhouder zal de professionele autonomie van de Hidha ten aanzien van de zorgverlening aan de individuele patiënt respecteren.
Artikel 3: Verantwoordelijkheid Hidha
1. De huisarts verbindt zich de patiënten die zich aan zijn zorg toevertrouwen, respectievelijk die op de gebruikelijke wijze aan hem worden toevertrouwd, geneeskundige hulp te verstrekken.
2. De verantwoordelijkheid voor de behandeling van een individuele patiënt berust bij de Hidha. Bij be- slissingen in het kader van deze verantwoordelijkheid zal de Hidha, overeenkomstig de WGBO, zich steeds vergewissen van de instemming van de patiënt of diens (wettelijke) vertegenwoordiger(s) en zich waar nodig verstaan met andere medisch of paramedische behandelaar(s).
3. Xx Xxxxx neemt bij diens werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op de Hidha rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor
de Hidha vigerende standaard als bedoeld in de WGBO.
4. De Hidha behandelt de patiënt op een zodanige wijze dat deze naar de stand van de wetenschap in redelijkheid als adequaat kan worden beschouwd.
5. Bij het vormgeven van de individuele behandeling zal de Hidha de relevante wettelijke kaders in acht nemen en zich rekenschap geven van de geldende wetenschappelijke standaard, (NHG)standaarden en protocollen.
6. Indien de huisarts gegronde redenen meent te hebben geneeskundige hulp aan een patiënt niet op zich te nemen of een aangevangen behandeling af te breken, treft hij, indien en voor zover zulks redelijkerwijze verlangd kan worden, na overleg met de huisarts- praktijkhouder, maatregelen teneinde de continuïteit van de geneeskundige zorg te verzekeren.
Artikel 4 Collectieve verantwoordelijkheid op het niveau van de huisartspraktijk
1. De Hidha zal meewerken aan het totstandkomen van protocollen die binnen de huisartspraktijk van belang zijn.
2. De huisarts-praktijkhouder zal de Hidha betrekken bij het opstellen en/of implementatie van protocollen
in de huisartspraktijk en houdt zich hieraan, tenzij er gegronde redenen zijn in het belang van de patiënt hiervan af te wijken.
Artikel 5 Kader voor de zorgverlening
1. De huisarts-praktijkhouder kan in het kader van het doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht verlenen van zorg nadere regels vaststellen.
2. De Hidha neemt bij de uitvoering van diens werk- zaamheden de (organisatorische) aanwijzingen die worden gegeven door de huisarts-praktijkhouder, met het oog op doeltreffend, doelmatig en patiënt- gericht verlenen van zorg en in het kader van de bedrijfsvoering in acht.
3. De Hidha is verplicht zich te houden aan de richtlijnen van de huisarts-praktijkhouder die van belang zijn voor de bedrijfsvoering.
Artikel 6 Professionele standaard
1. De Hidha is gehouden diens kennis en vaardigheden voor een goede beroepsuitoefening op peil te houden dan wel uit te breiden, en in elk geval aan de geldende herregistratie-eisen en wordt daartoe door de huis- arts-praktijkhouder in de gelegenheid gesteld.
2. De Hidha is gehouden diens (medisch) handelen regelmatig te toetsen aan de consensus hierover binnen de beroepsgroep, waaronder in elk geval begrepen de KNMG in zijn publiekrechtelijke raar en het NHG als wetenschappelijke vereniging. In dit kader is hij gehouden mee te werken aan inter-
collegiale toetsing en overleg en evaluatie van diens handelen.
3. De Hidha zal zich op de hoogte houden van de ont- wikkelingen binnen andere medische vakgebieden, voor zover relevant voor diens handelen als huisarts.
Artikel 7 Continuïteit van de zorg
1. De Hidha en huisarts-praktijkhouder zullen in overleg zich tot het uiterste inspannen om zowel de continuï- teit van de zorg als het effectueren van vakantie- en verlofrechten en bij- en nascholingsdagen te waar- borgen zo mogelijk in nauwe samenwerking en in overleg met de Hidha en de andere huisartsen in de regio.
2. De huisarts-praktijkhouder kan, indien zich omstandig- heden voordoen waarbij de zorg in de huisartspraktijk in het gedrang komt, het verlof intrekken en op een ander tijdstip toekennen.
3. De huisarts-praktijkhouder blijft tijdens de afwezig- heid van de Hidha wegens verlof, bij- en nascholing of ziekte verantwoordelijk voor de continuïteit van de zorg voor de patiënten van de praktijk.
Artikel 8 Informatieoverdracht aan andere behande- laars
1. De Hidha zal in het algemeen de patiënt in zo be- grijpelijk mogelijke taal informatie verschaffen over de aard van de aandoening, prognose, de voorge- stelde behandeling en daaraan verbonden risico’s.
2. Indien de patiënt moet worden verwezen naar andere (medische) behandelaars, geeft de Hidha, overeen- komstig de WGBO, zo nodig met instemming van de patiënt dan wel dienst (wettelijke) vertegenwoor- diger(s), aan hen alle relevante informatie welke zij voor een goede beroepsuitoefening nodig hebben.
3. De Hidha zal de continuïteit van de behandeling be- waken door overleg te voeren over de behandeling met de hulpverlener indien de patiënt is doorverwezen.
4. De Hidha is gebonden aan de wettelijke geheim- houdingsplicht ten opzichte van de gegevens van de patiënt.
5. De Hidha zal bij verwijzing naar een (para-) medicus op diens verzoek overleg plegen over de verwijzing en/of periodiek overleg voeren over de behandeling.
6. Bij te voorziene afwezigheid draagt de Hidha zorg voor een goede overdracht van informatie aan degenen die de zorg tijdens de afwezigheid waarneemt.
Artikel 9 Dossiervorming en archivering van patiënten- gegevens
1. De Hidha is gehouden van iedere door hem te be- handelen patiënt op de in dit verband gebruikelijke wijze een ziektegeschiedenis op te maken en bij te houden.
2. De huisarts-praktijkhouder is verplicht ervoor zorg te dragen dat de ziektegeschiedenissen op behoorlijke wijze kunnen worden opgeborgen en wel zodanig dat geheimhouding van de inhoud daarvan is verzekerd overeenkomstig de privacywetgeving.
3. De ziektegeschiedenissen zullen zowel tijdens de duur van het dienstverband alsook na het eind daarvan overeenkomstig daartoe vastgestelde normen in het archief rusten en ter beschikking staan van de be- handelend huisarts van de patiënten.
4. Inzage in de ziektegeschiedenissen door anderen dan de behandelend huisarts respectievelijk diens waarnemer kan slechts geschieden met toestemming van de patiënt.
5. Publicatie van gegevens uit ziektegeschiedenissen geschiedt niet dan met toestemming van de Hidha, respectievelijk diens opvolger en de patiënt, waarbij hij ervoor zorgdraagt dat de belangen van de patiënt niet worden geschaad. Indien de betrokken Xxxxx dit
xxxxx, geschiedt publicatie slechts met vermelding van de bron.
Artikel 10 Praktijkvoering
1. De werkgever verschaft de Hidha conform hoofdstuk 4 onder e van de CAO de benodigde personele, in- strumentele en ruimtelijke voorzieningen.
2. Van de hem ter beschikking gestelde hulpmiddelen en instrumenten dient de Hidha een zorgvuldig ge- bruik te maken met inachtneming van het doel waar- voor deze zijn aangeschaft.
3. De huisarts-praktijkhouder zal de in lid 1 genoemde instrumentele en ruimtelijke voorzieningen in een zo- danige staat houden dat voldaan wordt aan de eisen van technische behoeften, bedrijfszekerheid en me- disch wetenschappelijk peil.
Artikel 11 Calamiteiten
1. De Hidha is verplicht om in geval van een calamiteit ten gevolge van medisch handelen aan de huisarts- praktijkhouder alle feitelijke informatie te verschaffen die in het belang van de patiënt of diens nabestaan- den en van het samenwerkingsverband noodzakelijk geacht kan worden.
2. De Hidha is verplicht mee te werken aan maatregelen die ertoe strekken ongevallen te voorkomen.
Bijlage 3 Model arbeidsovereenkomst
Model Arbeidsovereenkomst tussen een huisarts in dienst bij praktijkhouder, waarop de Xxx Xxxxx van toepassing is
De ondergetekenden
<<Naam en eventuele rechtsvorm van werkgever, zoals deze luidt volgens de statuten>>, gevestigd te (<<post- code>>) <<plaatsnaam>>, aan de <<straatnaam en nummer>>, verder te noemen werkgever,
en,
<<naam arts>>, geboren te <<geboorteplaats>> op <<geboortedatum>>, wonende te (<<postcode>>)
<<plaatsnaam>>, aan de <<straatnaam en nummer>>, verder te noemen werknemer, komen als volgt overeen:
Artikel 1 Dienstverband
Werknemer treedt met ingang van <<datum>> in dienst van werkgever in de functie van huisarts.
Artikel 2 Aard van de arbeidsovereenkomst*/**)
Deze arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
(Indien het een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft: De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd op grond van en wel voor de duur van <<duur overeenkomst>>, aanvangende op <<datum>> en eindigend op <<datum>>)
Artikel 3**) Proeftijd
1. Indien de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd dan wel voor bepaalde tijd voor twee jaar of langer gelden de eerste twee maanden na indiensttreding als proeftijd als bedoeld in artikelen 7:652 en 7:676 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Indien de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd voor korter dan twee jaren geldt de eerste maand na indiensttreding als proeftijd als bedoeld in de artikelen 7:652 en 7:670 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 4 Arbeidsduur
1. De arbeidsduur bedraagt gemiddeld 40 uur per week bij een volledig dienstverband.
2. Het dienstverband bedraagt <<percentage>> % van een volledig dienstverband, dat wil zeggen gemiddeld uur per week.
De dagen waarop gewerkt wordt zijn <<werkdagen>>.
Artikel 5 Salaris
Werknemer wordt bij aanvang van deze arbeidovereenkomst ingeschaald op trede <<nummer van trede>> van het loongebouw overeenkomstig hoofdstuk 16 lid c van de CAO.
Uit hoofde van deze arbeidsovereenkomst ontvangt werknemer een salaris overeenkomstig hoofdstuk 16 lid a van de CAO met een aanvangssalaris van € <<geldbedrag>> bruto per maand.
Het maximum te bereiken salaris overeenkomstig hoofdstuk 16 lid c van de CAO is € <<geldbedrag>>, bruto per maand, welk maximum salaris overeenkomstig hoofdstuk 16 lid e van de CAO zal worden bereikt in stappen.
De eerste periodieke verhoging zal plaatsvinden op: <<datum>>
Artikel 6 Vergoeding van diensten
1. Werknemer neemt wel/niet deel aan de diensten in de niet-huisartsendienstenstructuur als bedoeld in hoofd- stuk 13 lid d van de CAO.
2. Werknemer neemt wel/niet deel aan de diensten in de huisartsendienstenstructuur als bedoeld in hoofdstuk 13 lid e van de CAO.
Artikel 7 Vakantieverlof
Het aantal vakantiedagen waarop werknemer recht heeft is <<aantal>> dagen per jaar en bedraagt voor het lopende kalenderjaar dagen.
Artikel 8 Pensioen
Werkgever draagt zorg voor aanmelding bij de Stichting Pensioenfonds Huisartsen (SPH)
Artikel 9 Opzegging/tussentijdse opzegging*)
De (tussentijdse) opzegtermijn bedraagt voor werkgever <<aantal>> maand(en) en voor werknemer <<aantal>> maand(en).
Artikel 10 Verhuizen
Werknemer is wel/niet verplicht te verhuizen naar het gebied waar de werkgever de huisartsenzorg verleend.
Artikel 11 Professioneel statuut
Werknemer verbindt zich naar beste vermogen zijn/haar werkzaamheden te verrichten, met inachtneming van de in de CAO opgenomen professioneel statuut.
Artikel 12 Toepasselijkheid van de CAO
1. De Collectieve arbeidsovereenkomst Hidha, zoals deze luidt of zal komen te luiden, vormt met deze arbeids- overeenkomst één geheel.
2. Werknemer verklaart een exemplaar van de Xxx Xxxxx van werkgever te hebben ontvangen.
Artikel 13
Regeling van aangelegenheden waarvoor de Xxx Xxxxx geen bepalingen geeft en die werkgever en werknemer toch wensen te regelen:
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend te <<plaatsnaam>> de <<datum>>
Werknemer, Werkgever,
*) Het is slechts mogelijk een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussentijds op te zeggen indien dit expliciet is overeengekomen. Op grond van de CAO kan een opzegtermijn van maximaal drie maanden worden overeengekomen.
**) Indien het een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft met een duur korter dan twee jaar en bij een arbeidsovereenkomst waarvan de einddatum niet op een kalenderdatum is gesteld, kan op grond van artikel 7:652 BW een proeftijd van maximaal één maand worden overeengekomen. Bij een arbeids- overeenkomst van twee jaar of langer kan een proeftijd van maximaal twee maanden worden over- eengekomen.
Bijlage 4 Model studieovereenkomst
Partijen:
Aan de ene zijde werkgever, gevestigd te <<plaatsnaam>>, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw, hierna te noemen werkgever
Aan de andere zijde: de heer/mevrouw <<naam>> wonende te <<woonplaats>>, verder te noemen werknemer Verklaren een studieovereenkomst te zijn aangegaan onder de navolgende voorwaarden:
Artikel 1 Tegemoetkoming scholing
De werkgever kent naast de toekenning van het budget persoonlijke kosten – als bedoeld in Hoofdstuk 18 van de CAO – een tegemoetkoming toe voor het volgen van scholing of opleiding ten behoeve van de persoonlijke ont- wikkeling van de werknemer of ter verkrijging van specifieke vaardigheden.
Artikel 2 Aard en hoogte van de tegemoetkoming Deze tegemoetkoming bedraagt € <<geldbedrag>> of:
deze tegemoetkoming omvat de volgende voorzieningen <<voorzieningen>>, ten bedrage van € <<geldbedrag>>
Artikel 3 Terugbetalingsverplichting
A. Werkgever heeft het recht de door hem betaalde scholingskosten geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, indien sprake is van een situatie, dat aan de werknemer op eigen verzoek ontslag wordt verleend of dat de werknemer wegens dringende reden wordt ontslagen en dit ontslag valt binnen de termijn van 2 jaar sedert de datum, waarop de scholing is voltooid
B. Werkgever heeft het recht de door hem betaalde scholingskosten terug te vorderen tot maximaal het bedrag, dat aan de werknemer is uitbetaald in het tijdvak van twee jaren, voorafgaand aan de afronding van de studie, indien de studie niet met goed gevolg door de werknemer is afgerond op grond van omstandigheden, die aan de werknemer te wijten zijn.
C. Indien het ontslag op eigen verzoek of het ontslag wegens een dringende reden plaatsvindt binnen de termijn van 2 jaar sedert de datum, waarop de scholing is voltooid, als bedoeld in lid A, geldt voor elke maand, dat het dienstverband sedert de datum van het voltooien van de scholing korter dan 24 maanden heeft geduurd, dat de werknemer 1/24 deel van de door de werkgever betaalde kosten terugbetaalt.
Aldus overeengekomen te <<datum>>
Werkgever Werknemer
Landelijke Huisartsen Vereniging
Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxxxxxx
T 030-2823723
Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband
Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband
Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxxxxxx
T 030-6702702
E xxxxxx@xxx.xx I www. xxx.xx