INFORMATIEDOCUMENT INLENERSBELONING
Versie 20220414
Looptijd van 01-12-2021 t/m 29-02-2024
INFORMATIEDOCUMENT INLENERSBELONING
CAO Timmerindustrie
Via dit document informeren wij u over de elementen van de inlenersbeloning
(hierna te noemen arbeidsvoorwaarden) die op uw huidige ter beschikkingstelling van toepassing zijn. Deze arbeidsvoorwaarden zijn gebaseerd op bovengenoemde CAO. Hieronder treft u een overzicht aan van de arbeidsvoorwaarden met verwijzing naar de betreffende CAO- artikelen en opdrachtbrief. Dit formulier maakt integraal deel uit van uw arbeids-/ uitzendovereenkomst en bijbehorende laatst afgegeven opdrachtbrief
Sub. | Element van de inlenersbeloning | Verwijzing |
a. de (verwachte) ingangsdatum Opdrachtbrief
b. de naam en contactgegevens van de opdrachtgever, waaronder een eventuele contactpersoon en werkadres
Opdrachtbrief
c. de (algemene) functienaam en indien afwijkend de functienaam volgens de beloningsregeling opdrachtgever
Opdrachtbrief
d. de functie-inschaling en -trede volgens de beloningsregeling opdrachtgever
Opdrachtbrief
e. de overeengekomen arbeidsduur Opdrachtbrief
f. indien van toepassing de vermoedelijke einddatum van de terbeschikkingstelling;
Opdrachtbrief
g. de cao/beloningsregeling Opdrachtbrief
h. het bruto feitelijk (uur)loon Opdrachtbrief
i. de van toepassing zijnde ADV compensatie Opdrachtbrief
j. de van toepassing zijnde toeslagen voor overwerk en/of verschoven uren
zie de pagina's hierna
k. de van toepassing zijnde toeslagen voor onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag en toeslagen voor fysiek belastende omstandigheden)
zie de pagina's hierna
l. de van toepassing zijnde ploegentoeslag zie de pagina's hierna
m. de van toepassing zijnde reiskostenvergoeding Opdrachtbrief
n. overige van toepassing zijnde kostenvergoedingen zie de pagina's hierna
o. de van toepassing zijnde vergoeding van reisuren of reistijd verbonden aan het werk
zie de pagina's hierna
p. de van toepassing zijnde eenmalige uitkeringen zie de pagina’s hierna
q. de van toepassing zijnde thuiswerkvergoedingen zie de pagina’s hierna
INFORMATIE LOON
Uurloonberekening
In de CAO is geen uurloondefinitie vastgelegd. Het uurloon is als volgt berekend; maandloon/ (4,35x37,5).
INFORMATIE ADV
Toelichting ADV-vergoeding
CAO Artikel 48 lid 1 en 9
1. Indien de inlener een normale arbeidsduur kent van minimaal 37,5 uur per week ontstaat (…) een recht op zeven roostervrije dagen (CA Artikel 48 lid 1).
Dat is omgerekend een ADV-vergoeding van 2,76%. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met CAO Artikel 48 lid 9 waarin is opgenomen dat bij verkoop van de ATV-uren een toeslag geldt van 25% over de bruto van deze uren. Om die reden is de ADV-vergoeding vastgesteld op 3,45%.
9. Daarnaast kan de werknemer aan zijn werkgever per jaar maximaal 115 ATV uren verkopen. Hierbij geldt:
- dat er sprake is van vrijwilligheid
- dat de eerste 52,5 ATV-uren bij een werkweek van 37,5 uur niet verkocht mogen worden
- een toeslag van 25% over de bruto waarde van deze uren
Werkgever en werknemer leggen voorafgaand aan het kalenderjaar, en telkens per nieuw jaar, hun afspraken schriftelijk vast. De toeslag is omschreven in bijlage II.
BBL-LEERLINGEN
26 lid 2, 3
2. De functie van de jeugdige werknemer tot de leeftijd van 21 jaar tijdens of met een vakopleiding of in de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) wordt niet ingedeeld in een functiegroep. De werknemer wordt direct ingedeeld in zijn leeftijdstrede van één der opleidingsloonschalen niveau 1, 2 of 3/met diploma niveau 2.
3. De functie van de werknemer van 21 jaar of ouder tijdens de vakopleiding BBL niveau 3 of met diploma niveau 2 wordt ingedeeld in een functiegroep van de loonschalen A tot en met I en dan minimaal tegen de beloning van de 20-jarige tijdens vakopleiding BBL.
VERGOEDINGEN
Gereedschapsvergoeding
CAO artikel 34 lid 1, bijlage II
Aan fabriekstimmerlieden wordt, voor zover door hen gebruik wordt gemaakt van eigen gereedschap, een gereedschapsvergoeding per gewerkte dag verstrek van € 0,60/dag vanaf 1 januari 2022. De gereedschapsvergoeding wordt jaarlijks per 1 januari aangepast met de stijging van de afgeleide consumentenprijsindex voor alle huishoudens van oktober van enig jaar ten opzichte van oktober van het daaraan voorafgaande jaar. Deze vergoeding hoeft alleen te worden betaald als dit conform de fiscale regels als een netto vergoeding betaald kan worden.
Kledingvergoeding
CAO artikel 34 lid 2
De werkgever verstrekt de voor de functie vereiste werkkleding.
Reiskosten
CAO artikel 36, bijlage II
a. De werknemer heeft recht op de volgende vergoedingen voor het dagelijkse woon-werkverkeer; met dien verstande dat geen aanspraak bestaat op vergoeding voor dagen waarop niet wordt gereisd.
b. Voor de afstand enkele reis tussen de woning en de werkplek, ongeacht welk vervoermiddel wordt gekozen, geldt onderstaande tabel reiskostenvergoeding. Hierbij geldt dat de ANWB-routeplanner wordt aangehouden ter berekening van de kortste rout.
c. De reiskostenvergoeding wordt bepaald op het moment van indiensttreding. Aanpassing van de reiskosten bij verhuizing op eigen verzoek naar een verder gelegen adres is niet van toepassing.
Voor de afstand enkele reis tussen de woning en de werkplek, ongeacht welk vervoersmiddel wordt gekozen, geldt onderstaande tabel reiskostenvergoeding tot een maximum van € 0,19/km:
Xxxx-xxxxxxxxxxx
0-00 xx - € 1,00/dag 10-15 km - € 3,80/dag
15-20 km - € 5,70/dag
20-25 km - € 7,60/dag
25-30 km - € 9,50/dag
30 km en meer - € 11,40/dag
Werk-werkverkeer
CAO artikel 36
2. Indien de werknemer tijdens en ten behoeve van de werkzaamheden met goedkeuring van de werkgever gebruik maakt van eigen vervoermiddel, eventueel door de werkgever aan te wijzen mits het daarvoor geëigend is en in alle opzichten aan door de wet gestelde eisen voldoet, zal hem hiervoor een vergoeding worden betaald zoals omschreven in bijlage II. Kosten van reizen met openbaar vervoer worden in de laagste klasse vergoed.
3. De in lid 2 bedoelde vergoedingen zullen ook worden betaald wanneer de werknemer een oproep krijgt of dient te verschijnen voor een bezoek aan een bedrijfsarts, bedrijfsgeneeskundige- of Arbodienst. Het gebruik van een eigen vervoermiddel in plaats van openbaar vervoer dient de goedkeuring van de werkgever te hebben.
4.Dein lid 2 bedoeldevergoedingenworden jaarlijks per 1 januari aangepast met de stijging van deafgeleideconsumentenprijsindex voor alle huishoudens van oktober van enig jaar ten opzichte vanoktober van hetdaaraan voorafgaande jaar. Mocht deze berekening in een jaar echter niet direct leidentot een aanpassing, dan wordt de uitkomst telkens opgeteld bij toekomstige uitkomsten, zodanig datdeze op enig moment wel leidt tot een positieve aanpassing.
CAO bijlage II
(per 1 januari 2022)
reiskosten rijwiel - € 0,05/km reiskosten bromfiets - € 0,11/km reiskosten motor - € 0,39/km reiskosten auto - € 0,39/km
Kosten van reizen met openbaar vervoer worden in de laagste klasse vergoed.
De werk-werkverkeer vergoedingen worden jaarlijks per 1 januari aangepast met de stijging van de afgeleide consumentenprijsindex voor alle huishoudens van oktober van enig jaar ten opzichte van oktober van het daaraan voorafgaande jaar indien en voor zover dit niet leidt tot een vergoeding die fiscaal bovenmatig wordt geacht.
Deze vergoeding hoeft alleen te worden betaald als dit conform de fiscale regels als een netto vergoeding betaald kan worden.
Reisuren
CAO artikel 33
1. Onder reisuren worden verstaan de uren gedurende welke gereisd wordt van de woning tot het werk en terug. Zij moeten worden vergoed indien de werknemer door de werkgever wordt tewerkgesteld in een andere gemeente of gedeelte van een gemeente dan waarvoor hij is aangenomen.
2. Xxxxxxxx worden aan de in het eerste lid bedoelde werknemer vergoed tegen het voor die werknemer geldende garantieloon voor de duur van de reis (reistijd) met uitzondering van de eerste zestig minuten per dag.
3. a. Als reistijd bij gebruik van een openbaar middel van vervoer geldt de reistijd volgens de dienstregeling.
b. Bij elk ander vervoermiddel wordt aangenomen dat per uur wordt afgelegd door:
- een voetganger 5 km
- een rijwiel 15 km
- een bromfiets 25 km
- een motor40 km
- een auto 50 km
c. Bij gebruik van een twee- of driewielig motorrijwiel, dan wel van een auto kan in afwijking van hetgeenhierboven is bepaald door werkgever en werknemer in onderling overleg een andere afstand per uur wordenvastgesteld. Dit met inachtneming van de af te leggen route.
4. Indien de werktijd, de wettelijk voorgeschreven rusttijd en de reistijd tezamen meer bedragen dan 10,5 uur perdag zal de werktijd in zoverre worden ingekort. De in de normale werktijd vallende reisuren zullen in dit gevalals arbeidsuren worden betaald.
Thuiswerkvergoeding
CAO artikel 22 lid 10
De werknemer ontvangt een thuiswerkvergoeding van€ 2,00 per thuis gewerkte dag. Werkgever en werknemer maken onderling uitvoeringsafspraken over de toepassing voor de betreffende functie.
Verblijfkosten en maaltijdvergoeding
CAO artikel 37
Indien het werk zo ver buiten de plaats waarvoor de werknemer is aangenomen, respectievelijk diens woonplaats is gelegen, dat de werknemer na afloop van de werktijd niet huiswaarts kan keren, dienen op kosten van de werkgever behoorlijke voeding en logies te worden verstrekt.
PERIODIEKEN
CAO Bijlage VII
Treden
Iedere schaal bestaat uit verschillende treden. Allereerst zijn er de leeftijdsgebonden jeugdtreden. Vervolgens zijn er de ervaringstreden die op basis van ervaring/dienstjaren worden doorlopen, in de regel één trede per jaar. Daarnaast heeft elke schaal één of meer extratreden, bovenop de ervaringstreden. De extratreden zijn afhankelijk van een extra goede beoordeling. Zo’n beoordeling wordt vastgesteld door middel van een gesprekkenprocedure. In het handboek gesprekkensysteem Timmerindustrie is aangegeven hoe dit werkt. Werknemers die geen beoordeling krijgen, worden geacht naar volle tevredenheid te functioneren. Daarom geldt: twee jaar geen beoordeling betekent één extratrede.
Het verdient aanbeveling om ook gedurende de ervaringstreden-periode een gesprekkenprocedure te voeren.
Na de extratreden zijn er nog twee wegen naar meer loon. Een promotie naar een hogere functie of een individuele toeslag boven het maximum van de loonschaal.
TOESLAGEN
Gevarentoeslag
CAO artikel 31 lid 4; bijlage II
Voor het opstellen en monteren van montagespanten en houtbouw wordt aan de werknemers die hiermee belastzijn een gevarentoeslag verstrekt. De toeslag wordt verstrekt op het garantieloon over de uren dat dewerknemers hiermee bezig zijn. De toeslag varieert naar gelang de hoogte waarop gewerkt wordt:
- Gevarentoeslag bij een werkhoogte van 4-6 meter: 2%
- Gevarentoeslag bij een werkhoogte van 6-8 meter: 3%
- Gevarentoeslag bij een werkhoogte van 8-10 meter: 4%
- Gevarentoeslag bij een werkhoogte van 10 meter en hoger: 5%
Toeslagen voor feestdagen
CAO artikel 32 lid 1; bijlage II
Tijd | in | uren | Informatie | |||||
begin | eind | ma | di | wo | d o | vr | za | z o |
0:00 | 0:00 | 300,00% | 300,00% | 300,00% | 300,00% | 300,00% | 300,00% | 300,00% |
Overwerk op de beide Paasdagen, Pinksterdagen en Kerstdagen wordt met 300% vergoed.
Wanneer bij ploegendienst op deze dagen wordt gewerkt, zal ter compensatie op een andere dag vrijaf worden gegeven.
Toeslagen voor feestdagen op Koningsdag en Hemelvaartsdag
CAO artikel 45 lid 5; bijlage II
Tijd | in | uren | Informatie | |||||
begin | eind | ma | di | wo | d o | vr | za | z o |
0:00 | 0:00 | 200,00% | 200,00% | 200,00% | 200,00% | 200,00% | 200,00% | 200,00% |
Overwerk op Koningsdag, Hemelvaartsdag, alsmede op de dag die als Koningsdag wordt gevierd, wordt met 200% vergoed. Wanneer bij ploegendienst op deze dagen wordt gewerkt, zal ter compensatie op een andere dag vrijaf worden gegeven.
Voorliedentoeslag
CAO artikel 31 lid 3; bijlage II
Voor werknemers die de functie vervullen van voorman en leiding geven aan tenminste twee werknemers en voor de als voorman bij despantenmontage en houtmontage optredende allround monteur bouwplaats, die leiding geeft aan tenminste twee werknemers, zal het garantieloon worden verhoogd tot:
- Voorliedentoeslag ten minste - 112,5%
- Voorliedentoeslag ten hoogste - 120%
- Voorliedentoeslag spantenbouw ten minste - 112,5%
- Voorliedentoeslag spantenbouw ten hoogste - 125%
TOESLAGEN VOOR OVERWERK
Toeslagen voor overuren
CAO artikel 18 jo. 32 lid 1; bijlage II
Tijd | in | uren | Informatie | ||||||
begin | eind | ma | di | wo | d o | vr | za | z o | fe |
0:00 | 5:00 | 200,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 200,00% | 300,00% |
5:00 | 21:00 | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 200,00% | 300,00% |
21:00 | 0:00 | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 150,00% | 200,00% | 200,00% | 300,00% |
CAO Artikel 18:
1. a. Onder overwerk wordt verstaan het verrichten van arbeid buiten de grenzen van de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 17 (De normale arbeidsduur is 37,5 uur per week en kan variëren tussen de 36 en 40 uur red.). De bepalingen rondom de vergoeding voor overwerk worden geregeld in artikel 32. De hoogte van de toeslag is omschreven in bijlage II. b. De verrekening van de plusuren bij de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur is geregeld in artikel 17 lid 1.b.
2. Het is de werkgever niet toegestaan structureel overwerk te laten verrichten.
3. Voor het laten verrichten van incidenteel overwerk wegens bijzondere omstandigheden is de instemming van de bij het overwerk betrokken werknemers vereist. Werknemers kunnen niet worden verplicht tot overwerk, noch tot arbeid op zaterdag, zondag of feestdagen genoemd in artikel 45 lid 5.
4. Indien een werkgever bij hem in dienst zijnde werknemers langer dan een week overwerk laat verrichten is daarvoor de instemming van de OR c.q. de PVT vereist.
5. Een werknemer die jonger is dan 18 jaar mag geen overwerk verrichten.
6. Overwerk wordt zoveel mogelijk verricht in de uren die onmiddellijk voorafgaan aan de aanvang of onmiddellijk aansluiten aan het einde van de normale werktijd.
7. Indien overwerk als doel heeft een recht op één of meer extra ingeroosterde vrije dagen te verwerven, gaat de opbouw van die extra dag(en) tijdens ziekte van de werknemer door.
CAO Artikel 32:
1. Voor overwerk ontvangt de werknemer een vergoeding in:
- vrije tijd, gelijk aan de duur van het overwerk, óf
- uitbetaling, gelijk aan de duur van het overwerk en een toeslag. De toeslag is omschreven in bijlage II.
Vervangende tijd zal worden opgenomen indien de werkzaamheden dat toelaten, een en ander ter beoordeling van de werkgever.
2. De uitbetaling van overwerk is gemaximeerd op 70 uur per kalenderjaar. De werknemer die per kalenderjaar meer dan 70 uur overwerkt dient het meerdere op te nemen in vrije tijd. Het blijft voor de werknemer zowel gedurende de eerste 70 uren overwerk als daarna mogelijk om overwerk in vrije tijd om te zetten.
3. Deeltijdwerkers die per week meer uren arbeid verrichten dan op basis van hun contract is overeengekomen ontvangen tot het 40e gewerkte uur per week een overwerktoeslag van 10%. Voor het overwerk vanaf het 40e gewerkte uur per week alsmede op de zaterdagen, zon- en feestdagen gelden de toeslagpercentages zoals omschreven in bijlage II.
TOESLAGEN VOOR VERSCHOVEN UREN
Toeslagen voor verschoven arbeidstijd
CAO artikel 16 lid 1 jo. artikel 31 lid 1; bijlage II
Tijd | in | uren | Informatie | |||||
begin | eind | ma | di | wo | d o | vr | za | z o |
0:00 | 7:00 | 125,00% | 125,00% | 125,00% | 125,00% | 125,00% | 125,00% | 125,00% |
7:00 | 19:00 | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% |
19:00 | 0:00 | 125,00% | 125,00% | 125,00% | 125,00% | 125,00% | 125,00% | 125,00% |
In de gevallen waarin de werknemer gehouden is te werken voor 07:00 of na 17:00, doch onder handhaving van de normale arbeidsduur zal het loon voor deze uren worden verhoogd met een toeslag van 25% (als verwerkt in de bovenstaande tabel), tenzij er sprake is van overwerk (CAO Artikel 32). De reguliere werktijden in de onderneming vangen aan tussen 07.00 uur en 09.00 uur en eindigen tussen
15.00 en 17.00 uur (CAO Artikel 16 lid 1).
TOESLAGEN VOOR PLOEGENDIENST
Toeslagen voor ploegendienst
CAO artikel 31 lid 2; bijlage II
CAO artikel 31 lid 2
Indien, op grond van artikel 16 lid 3, in roulerende ploegen wordt gewerkt, zullen de volgens deze overeenkomst geldende garantielonen worden verhoogd met toeslagen zoals genoemd in bijlage II.
CAO artikel 16 lid 3
De normale arbeidstijd voor ploegendienst moet liggen tussen maandagochtend 00.00 uur en vrijdagavond 24.00 uur. Per twee weken mag de normale arbeidsduur niet meer dan 75 uur bedragen.
Bijlage II
Voor uren gewerkt in ploegendienst onvangt de werknemer: tussen 06.00 en 22.00: 115% van het uurloon;
tussen 22.00 en 6.00: 125% van het uurloon.
VERGEWISPLICHT
Inleen van arbeidskrachten
CAO artikel 3 lid a-c
Het personeelsbeleid zal erop gericht zijn zoveel mogelijk met eigen personeel de benodigde productie te vervaardigen. Mocht dit door bepaalde omstandigheden voor korte tijd niet mogelijk zijn, dan kan de werkgever gebruik maken van ingeleende tijdelijke arbeidskrachten. Dit kan onder de navolgende voorwaarden:
a. Bij de inleen van arbeidskrachten van in Nederland en in het buitenland gevestigde uitzendbureaus, zal alleen nog gebruik mogen worden gemaakt van gecertificeerde uitzendbureaus in het Register Normering Arbeid. Deze bepaling is niet van toepassing in geval van (collegiaal) in- en uitlenen door timmerbedrijven of opleidingsbedrijven, alsmede ingeval uitzendbureaus een onderdeel uitmaken van timmerbedrijven of opleidingsbedrijven.
b. Een uitzendkracht die ter beschikking wordt gesteld door een in Nederland gevestigd uitzendbureau, ontvangt minimaal een beloning, inclusief toeslagen zoals genoemd in artikel 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37 en waarbij de werknemer tevens recht heeft op scholing bedoeld in artikel 52 lid 2, overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst.