Rep.Nr.
\ \
.~-~ ,
1 --j') "-
"'1 ; Î \
1
'0 i \ X.X.Xx. 20l0/AB/8l0 le blad.
Xxx.Xx.
2'. G -11 ) t1 a
5DE KAMER,
ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST
OPENBARE TERECHTZITTING VAN 5 SEPTEMBER 2011.
Arbeidscontract--- Op tegenspraak Definitief
In de zaak:
N
Xxxxxxxxxx op hoofdberoep en geïntimeerde op incidenteel beroep, vertegenwoordigd door Xx. X. XXXXXX, advocaat te Brussel.
Tegen:
BELGIAN SUPPORT SERVICE INDUSTRY BVBA,
met maatschappelijke zetel gevestigd te 0000 XXXXXXX, Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
00.
Geïntimeerde op hoofdberoep en appellante op incidenteel beroep, vertegenwoordigd door Xx. X. XX XXX loco Xx X. XXXXXX, advocaat te Brussel.
*
* *
X.X.Xx. 2010/AB/810 2e b1ad.
Na beraad, spreekt het Arbeidshof te Brussel het hiernavo1gend arrest uit
Ge1et op de stukken van de rechtsp1eging, bepaa1d:
meer
- het voor eens1uidend verk1aard afschrift van het vonnis gewezen op tegenspraak door de Arbeidsrecht- bank van Brussel op 8 juni 2010;
- het verzoekschrift in hoger beroep ontvangen ter griffie van het Arbeidshof te Brussel op 6 september 2010;
- de conclusies en aanvullende conclusies van de partijen;
Gelet op de neergelegde stukken van de partijen.
Gehoord de partijen in hun middelen en openbare terechtzitting van 20 juni debatten gesloten werden en de zaak
genomen.
verdediging ter 2011 waarna de in beraad werd
*
* *
1. FEITEN
Mevrouw B trad op 5 januari 2005 in dienst van de BVBA B & L, met schriftelijke arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid (15 uur per week) van 4 januari 2005. Zij werd in het kader van deze arbeidsovereenkomst tewerkgesteld op de werf LSG Sky Chefs op de luchthaven van Zaventem.
Na de overname van deze werf door de BVBA Belgium Support Service Industry BSSI (hierna genoemd de BVBA) trad mevrouw B op 2 apri1 2007 in dienst van deze BVBA, met schriftelijke arbeidsovereenkomst van dezelfde datum. Zij bleef tewerkgesteld op de werf LSG Sky Chefs te Zaventem en werkte van 06.00 tot 09.00 uur van maandag tot vrijdag.
In de loop van deze tewerkstelling ontstonden tussen partijen diverse problemen die betrekking hadden op de hoogte van het loon, economische werkloosheid en de voorwaarden van de tewerkstelling.
Met brief van mevrouw B,
26 februari 2008 meldde de BVBA aan dat zij, voorafgaand aan een nieuwe
periode van economische werkloosheid maart 2008, in de periode van 3 tot 200S moest werken op de werf LSG Sky tot 21.00 uur.
3e blad.
van 10 tot 31 en met 7 maart Chefs van lS.00
Met brief
B
uurrooster
09.00 uur.
van 29 februari ZOOS antwoordde mevrouw het hiermee niet eens te Zl] n, daar haar voorzag in een tewerkstelling van 06.00 tot
Met aangetekende brief van 4 maart 200S steIde de BVBA dat ten gevolge van een wijziging van de overeenkomst met LSG Sky Chefs, het niet langer mogelijk was mevrouw B te werk te stellen van 06.00 tot
09.00 uur en dat mevrouw B geweigerd had in te gaan op het voorstel van de BVBA om te gaan werken op de werf Landbouwkrediet, Sylvain Dupuislaan in 0000 Xxxxxxx.
Hierop kwam de vakorganisatie van mevrouw B tussen, die de diverse hangende problemen aankaartte
en tevens vroeg dat de BVBA het bewijs zou leveren van het feit dat de wijziging van het uurrooster op de werf in Zaventem gebeurde op vraag van de klant.
Hierop antwoordde de BVBA met aangetekende brief van lS maart Z008, dat de wijziging van het uurrooster het gevolg was van een reorganisatie binnen de BVBA zelf.
Met aangetekende brief van 4 april ZOOS vroeg de NV aan mevrouw B zich voor het presteren van arbeid vanaf 7 april ZOOS aan te melden op de werf aan de Sylvain Dupuislaan te 0000 Xxxxxxx (Landbouwkrediet) waar zij zou moeten werken van 18.00 tot 21.00 uur.
Met aangetekende BVBA vast dat aangeboden op het
brief van mevrouw B werk.
14 april Z008
zich
stelde de niet had
Vervolgens meldde de BVBA aan mevrouw B
- met aangetekende brief van 16 mei Z008, het werk aan te vatten op de werf Sylvain Dupuislaan 5Zl te 0000 Xxxxxxx (Landbouwkrediet)
- met aangetekende brief van Il juni ZOOS, in de week van 16 juni Z008 te gaan werken op de werf Sky Chefs op de luchthaven van Zaventem van 18 tot Zl uur
met aangetekende brief van 4 juli Z008, in de we vanaf 21 juli ZOOS te gaan werken op de werf Sky Che op de luchthaven van Zaventem van 18 tot Zl uur.
Met aangetékêhae brief van 8 september 2008 BVBA vast dat mevrouw B zich aangeboden op het werk en vroeg zij verantwoording voor de afwezigheid.
stelde de niet had
om een
Met aangetekende brief van BVBA vast dat mevrouw B, eenzijdig had beëindigd.
II. RECHTSPLEGING
29 september 2008 stelde de de arbeidsovereenkomst
a.-
Met inleidende dagvaarding van 26 februari 2009 vorderde mevrouw B voor de Arbeidsrechtbank van Brussel in hoofdorde betaling door de BVBA van:
213,3255 EUR achterstallig loon voor de periode april 2007 tot december 2007
33,23 EUR loon 27 september 2007
6.608,35 EUR loonverlies voor de periode van januari 2008 tot september 2008 onder aftrek van 2.284,78 EUR vergoedingen economische werkloosheid
17.985,24 EUR vergoeding aIs syndicaal afgevaardigde In ondergeschikte orde vordert zij betaling van:
213,3255 EUR achterstallig loon voor de periode april 2007 tot december 2007
33,23 EUR loon 27 september 2007
6.608,35 EUR loonverlies voor de periode van januari 2008 tot september 2008 onder aftrek van 2.284,78 EUR vergoedingen economische werkloosheid
1.484,28 EUR opzeggingsvergoeding
de gevorderde bruto bedragen te vermeerderen met de wettelijke en de gerechtelijke intrest.
Zij vorderde tevens afgifte van sociale documenten onder verbeurte van een dwangsom, de veroordeling van de BVBA tot de kosten van het geding met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding, en de voorlopige uitvoerbaarheid van het vonnis zonder enige reserve.
b.-
Met vonnis van 8 juni 2010 verklaarde de arbeids- rechtbank de vordering ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond. Zij veroordeelde de BVBA tot betaling van 31,78 EUR loon voor 27 september 2007, dit bruto bedrag te vermeerderen met de wettelijke en de gerechtelijke intrest.
.. '
X.X.Xx. 2010/AB/810 Se blad.
De BVBA werd tevens veroordeeld tot afgifte aantal sociâlé documerifèrionder verbeurte dwangsom, en tot de kosten van het geding.
van van
een een
d.-
Er wordt geen melding gemaakt van een betekening van dit vonnis.
e.-
Met verzoekschrift, neergelegd ter griffie van het Arbeidshof te Brussel op 6 september 2010, tekende mevrouw B hoger beroep aan tegen dit vonnis. Zij vorderde dat het arbeidshof het bestreden vonnis zou vernietigen en haar oorspronkelijk in hoofdorde gestelde vordering gegrond zou verklaren, met verwij- zing van de BVBA in de kosten van beide aanleggen.
In haar conclusie in beroep hernam mevrouw B eveneens haar in ondergeschikte orde oorspronkelijk gestelde vordering.
L-
Uit de conclusies die door de BVBA in beroep werden genomen, blijkt dat deze het niet eens is met het bestreden vonnis in de mate dat het de vordering van mevrouw B tot betaling van het loon voor 27 september 2007 ten belope van 33,23 EUR gegrond verklaarde en bijgevolg minstens impliciet hoger beroep aantekende.
III. ONTVANKELIJKHEID VAN HET HOGER BEROEP
Het hoger tijdig en ingesteld,
beroep en het incidenteel beroep werden met een naar de vorm regelmatige akte zodat ze ontvankelijk zijn.
IV. BEOORDELING
1. De beëindiging van .de arbeidsovereenkomst, de in hoofdorde gesteIde vordering tot betaIing van een beschermirigsvergoeding aIs syndicaal afgèvaardigde en de in ondergeschikte orde gestelde vordering tot betaling van een opzeqqingsvergoeding.
a.-
Het staat tussen partijen niet ter discussie dat mevrouw B door de BVBA overgenomen werd sarnen met de overname van het onderhoudscontract voor de werf LSG Sky Chefs op de luchthaven van Zaventem, waar zij tewerkgesteld werd van 06.00 tot 09.00 uur gedurende vijf dagen per week.
\
" ,"", ,~".''.
X.X.Xx. 20l0/AB/8l0
6e blad.
De in het. paritair comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen" op 12 mei 2003 gesloten collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de personeelsovername ten gevolge van een overdracht van een onderhoudscontract gaat uit van een overgang van rechtswege van de werknemers van de onderneming die het onderhoudscontract verliest naar de onderneming die het onderhoudscontract verwerft en bepaalt in artikel 3 vijfde lid dat de aldus overgenomen arbeiders een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgen, zonder proefperiode en met behoud van hun anciënniteit en van hun aantal arbeidsuren, en met inachtneming van de normaal voor deze werknemers ingevolge de in voornoemd paritair comité geldende arbeidsvoorwaarden.
Naar het oordeel van het arbeidshof heeft de BVBA de op haar in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst rustende bepalingen uitgevoerd door mevrouw B vanaf de overname van het onderhoudscontract per 2 april 2007 tot einde februari 2008 te werk te stellen aan de geldende arbeidsvoorwaarden, met name een tewerkstelling op de werf LSG Sky Chefs op de luchthaven van Zaventem, van
06.00 tot 09.00 uur van maandag tot vrijdag.
b.-
Vanaf einde februari 2008 gaf de BVBA aan een aantal
wijzigingen door te willen voeren, reeds vermeld in het feitenrelaas, en die betrekking hadden op de uren van tewerkstelling (van 18.00 tot 21.00 uur in plaats van 06.00 tot 09.00 uur), soms ook op de plaats van tewerkstelling (werf Landbouwkrediet aan Sylvain Dupuislaan te 0000 Xxxxxxx in plaats van de werf LSG Sky Chefs op de luchthaven van Zaventem).
Aan de orde is dan de vraag in welke mate de werkgever het recht heeft eenzijdig wijzigingen aan te brengen aan de overeengekomen arbeidsvoorwaarden.
Uit artikel 1134 BW en 20, 1° van de Arbeidsovereen- komstenwet volgt dat de werkgever de overeengekomen voorwaarden niet eenzijdig kan wijzigen of herroepen, zonder tekort te komen aan zijn contractuele verplichtingen. Hierbij is het zonder belang of de wijziging onbelangrijk is of betrekking heeft op een bijkomstig element van de overeenkomst.
(vgl. Casso 13 oktober 1997, R.W. 1998-99, 502)
Het zgn. ius variandi van de werkgever is beperkt tot de niet overeengekomen arbeidsvoorwaarden, en de onmogelijkheid om eenzijdig de overeengekomen
X.X.Xx. 2010/AB/810 7e blad.
voorwaarden te wijzigeh geidt ook ~oor onbelangrijke WlJ zigingen en wijzigingen van bijkomstige elementen van de overeenkomst.
Mogelijk zou de BVBA zich beroepen op het feit dat de arbeidsovereenkomst van 2 april 2007 in artikel 8 een wijzigingsbeding bevat.
Wanneer in de arbeidsovereenkomst een clausule is ingebouwd waarbij aan de werkgever het recht wordt gegeven om de expliciet geformuleerde arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen, is er sprake van een contractueel bindende partijbeslissing. (vgl. X. Xxxxxxx, lus dominandi of ius variandi: what's in a name ?, R.W. 1994-1995, 241)
Artikel 25 van de Arbeidsovereenkomstenwet hieraan niet in de weg.
staat
In zijn arrest dd. 14 oktober 1991 heeft het Hof van Cassatie inderdaad geopteerd voor een niet absolute interpretatie van dit artikel, door te oordelen dat artikel 25 enkel de bedingen viseert die een eenzijdige wijziging van een essentiële arbeidsvoorwaarde veronderstellen, doch niet de bedingen die volgens de gesloten overeenkomst geen essentieel bestanddeel van de arbeidsovereenkomst uitmaken.
(vgl. Casso 14 oktober 1991, R.W. 1991-1992, 809,
concl. proc.-gen. X. Xxxxxxxx)
De bepaling van artikel 8 van de arbeidsovereenkomst bepaalt dat de BVBA het recht heeft de arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen, doch voegt hieraan toe dat dit moet gebeuren in functie van de noodwendigheden van de onderneming.
Het arbeidshof moet hierbij vaststellen dat, hoewel de BVBA zich beriep op de noodwendigheden van de onderneming, de BVBA het bestaan van dergelijke noodwendigheden nooit heeft aangetoond, zelfs niet nadat de vakorganisatie dergelijk uitdrukkelijk had gevraagd. Lectuur van de brieven van de BVBA maakt hoogstens duidelijk dat de BVBA enkel tegenstrijdige en uiterst vage verklaringen geeft: eerst gaat het over de wil van de klant LSG Sky Chefs, en wanneer de vakorganisatie dan hiervan een bewijs vraagt, blijkt er plots sprake te zijn van een reorganisatie binnen de BVBA zelf, die te maken zou hebben met 'verhuring van zekere lokalen aan een cliënt waardoor een concurrent van de BVBA de oude lokalen van de BVBA bezet'.
1
Deze bewering is niet a11een uitermate vaag, zij wordt door geen enke1 bewijskrachtig e1ement ondersteund.
Samengevat betekent dit dat mevrouw B, bij ontstentenis van bewijs van de beweerde noodwendig- heden van de dienst, de door de BVBA voorgeste1de wijziging aan de overeengekomen arbeidsvoorwaarden mocht weigeren.
c.-
Met aangetekende brief van 29 september 2008 1eidde de BVBA uit de afwezigheid van mevrouw B op het werk af dat deze de arbeidsovereenkomst eenzijdig had beëindigd en maakte zij voorbehoud voor de vergoeding die zij wegens deze onrege1matige beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan de BVBA verschu1digd was.
Ze1fs in de hypothese dat aanvaard zou worden dat mevrouw B, ten onrechte afwezig was gebleven op het werk, kan enke1 worden vastgesteld dat deze zich schu1dig zou hebben gemaakt aan een contractue1e wanprestatie, die zou bestaan in het niet 1everen van de overeengekomen arbeidsprestaties.
Wanneer een partij tekort komt aan haar die voor haar voortvloeien
verp1ichtingen uit een
arbeidsovereenkomst, doet zu1ks op
arbeidsovereenkomst niet eindigen.
zich de
(vgl. Casso 5 januari 1977, Arr. Casso 1977, 487; in
dezelfde zin: Casso 1 februari 1993, Soc. Kron. 1993,
304, noot; Casso 22 november 1993, Limb. Rechts1.
1994, 1, noot X. Xxxxxxxxxx)
Dit geldt evenzeer wanneer de tekortkomingen betrekking hebben op essentië1e verplichtingen.
(vgl. Casso 21 november 1983, Arr. Casso 1983-84, 330)
Enke1 wanneer bij de partij die zich aan een tekortkoming schu1dig maakt, de b1ijvende wil bestaat de overeenkomst gehee1 of voor een essentiee1 dee1 niet meer uit te voeren en dus te beëindigen, is de wanprestatie te beschouwen a1seen imp1iciet onts1ag en 1eidt zij tot onrege1matige beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
(vgl. Arbh. Xxxxxxx 00 juni 1989, J.T.T. 1989, 351,
noot; Arbh. Bergen 9 september 1991, T.S.R. 1992, 138)
Uit de vastste11ing dat een partij is tekort gekomen aan haar verplichting de arbeidsovereenkomst uit. te voeren, kan niet worden bes10ten dat bij haar de wil aanwezig was om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
(vgl. Casso 26 februari 1990, Soc. Kron. 1990, 273)
Ze1fs een fundamenteel foutieve uitvoering van een conventionele verplichting mag niet ais een dergelijke wilsuiting worden beschouwd.
(vgl. Arbh. Xxxxxxx 0 november 1990, T.S.R. 1991, 237)
In voorliggende betwisting wordt niet aangetoond dat mevrouw B door niet op het werk te verschijnen de blijvende wil zou hebben uitgedrukt de arbeidsovereenkomst te beëindigen, zodat de BVBA ten onrechte de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door mevrouw B heeft vastgesteld en aldus zelf de arbeidsovereenkomst onregelmatig heeft beëindigd.
d.-
In hoofdorde vordert mevrouw E ten gevolge van de onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst betaling door de BVBA van een beschermingsvergoeding ais syndicaal afgevaardigde.
Indien mevrouw B, dergelijke vordering stelt, dient zij in eerste instantie aan te tonen dat zij het statuut van syndicaal afgevaardigde had.
Mevrouw B, levert dit bewijs niet.
Met aangetekende brief van 30 juni 2008
'herbevestigde' de Centrale voeding en diensten van het ACV wei ais vakbondsafgevaardigde, doch deze aanstelling werd betwist door de raadsman van de BVBA namens haar cliënte, door voor te houden dat deze minder dan 20 personen in dienst had.
In haar conclusies genomen in het kader van de beroepsprocedure lijkt mevrouw B dit niet te bewisten, doch argumenteert dat zij reeds voor de overname van de werf LSG Sky Chefs vakbondsafgevaardigde was bij de BVBA B & L, en bijgevolg met toepassing van artikel 2 van de in het paritair comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen op 12 mei 2003 gesloten collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de personeelsovername ten gevolge van een overdracht van een onderhoudscontract, dit mandaat behoudt bij de nieuwe werkgever.
Ook hiervan levert mevrouw B geen bewijs, integendeel zelfs, vermits de BVBA B & L met brief van
18 augustus 2008 aan de haar voordragende centrale heeft gemeld dat zij geen brief tot aanduiding van
X.X.Xx. 20l0/AB/8l0 lOe blad.
mevrouw B ontvangen.
xXx vakbondsafgevaardigde had
Vermits mevrouw B niet het bewijsIevert van het feit dat zij het statuut van vakbondsafgevaardigde had binnen de BVBA, is haar vordering tot betaling van een beschermingsvergoeding aIs vakbondsafgevaardigde ongegrond, zoals terecht door de eerste rechter beslist.
e.-
Onder c.- oordeelde het arbeidshof dat de BVBA de arbeidsovereenkomst met mevrouw B onregelmatig had beëindigd door met aangetekende brief van 29 september 2008 ten onrechte vast te steIIen dat mevrouw B de arbeidsovereenkomst zou hebben beëindigd.
Met toepassing van artikel 39 S 1 van de Arbeidsovereenkomstenwet heeft mevrouw B dan ook recht op betaling van een opzeggingsvergoeding.
Hierin niet tegengesproken door de BVBA, becijfert zij de haar toekomende opzeggingsvergoeding op 1.484,24 EUR.
Het was dan ook ten onrechte dat de arbeidsrechtbank ook dit onderdeel van de vordering van mevrouw B, ongegrond verklaarde.
2. Achterstallig loon
Dit onderdeel van de vordering is gesteund op het argument dat mevrouw B betaald werd overeenkomstig Iooncategorie lA van de in het paritair comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten. Vermits zij op de werf LSG Sky Chefs op de Iuchthaven van Zaventem echter belast werd met het reinigen van sanitaire instaIIaties, diende zij bezoldigd te worden overeenkomstig Iooncategorie lB.
Uit de thans voorgebrachte stukken bIijkt dat mevrouw B inderdaad belast was met het reinigen van sanitaire instaIIaties, en bijgevolg recht heeft op het Ioon van categorie lB.
Dit onderdeel van haar oorspronkelijke vordering werd door de eerste rechter dan ook ten onrechte ongegrond verklaard.
Cijfermatig bestaat er geen discussie, zodat het ver- schuIdigde bedrag kan worden bepaald op 213,3235 EUR.
3. Loon voor 27 september 2007
Ten onrechte argumenteert de BVBA dat mevrouw B, geen grond aangeeft waarom zij recht zou hebben Xxxx voor 27 september 2007. Hierin niet tegengesproken door de BVBA, steIde de vakorganisatie van mevrouw B in haar brief van 15 januari 200S dat deze dat aIs extraIegaIe vakantiedag geldt voor de schoonmaaksector.
De in het paritair comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen op 12 mei 2003 gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten staan aan de werknemers op 27 september (Feest van de Franse Gemeenschap), een buitenwetteIijke :E-eestdagtoe.
Rekening houdend met wat geoordeeld werd onder 2 met betrekking tot achterstaIIig Ioon, dient het Ioon voor de dag berekend te worden op basis van het Ioon voor categorie lB, en bedraagt het verschuIdigde bedrag 33,23 EUR.
Het bestreden vonnis dient in deze zin te worden hervormd.
4. Economische werkloosheid
Ten aanzien van dit onderdeel van de vordering stelt mevrouw B dat zij van januari 200S tot september 200S ten onrechte in economische werkloosheid werd geplaatst en zij refereert hierbij naar de aanbeveling van het verzoeningsbureau van het xxxxxxxx xxxxxx xx. 000 van Il april 200S.
De aanbeveling van het verzoeningsbureau werd echter gegeven in het kader van de in het paritair comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen op 12 mei 2003 gesloten collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de personeelsovername ten gevolge van een overdracht van een onderhoudscontract en de daaruit voor de BVBA voortvloeiende verplichting.
Zoals hoger onder 1 geoordeeld heeft de BVBA de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst weI degeIijk nageIeefd, zodat met de aanbeveling van het verzoeningsbureau geen rekening dient te worden gehouden.
l, , .
X.X.Xx. 0000/XX/000 00x x0xx.
Xxxxxxx X XxX meent gep1aatst vordering afgewezen.
ten te door
toont niet aan op welke andere grond onrechte in economische werkloosheid
ZlJn, zodat dit onderdeel van haar de arbeidsrechtbank ten onrechte werd
OM DEZE REDENEN
\BET ARBEIDSHOF
Gelet op de Wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op artikel 24;
Rechtsprekend op tegenspraak en na erover beraadslaagd te hebben:
Verklaart het hoger beroep en het incident-e-el beroep ontvanke1ijk;
Verklaart het incidenteel beroep ongegrond;
Verklaart het hoger beroep gedeeltelijk gegrond; vernietigt het bestreden vonnis voor zover het de vordering van mevrouw B tot betaling van een opzeggingsvergoeding en achterstallig loon ongegrond verklaarde en de vordering tot betaling van loon voor
27 september 2007 slechts gegrond verklaarde ten belope van 31,78 EUR;
Opnieuw gegrond mevrouw
recht doende, en veroordeelt
B van:
verklaart de BVBA
deze vorderingen tot betaling aan
1.484,28 EUR opzeggingsvergoeding 213,3235 EUR loon voor achterstallen 33,23 EUR loon voor 27 september 2007
deze bruto bedragen te vermeerderen met de wettelijke intrest vanaf de respectievelijke data van eisbaarheid tot 25 februari 2009 en met de gerechtelijke intrest vanaf 26 februari 2009;
Bevestigt het beschikkingen;
bestreden vonnis in de overige
Verwijst elke partij in de eigen rechtsplegings- vergoeding, aan de zijde van beide partijen begroot op 2.000,00 EUR rechtsplegingsvergoeding arbeidsrechtbank en 2.200,00 EUR rechtsplegingsvergoeding arbeidshof.
. .
X.X.Xx. 20l0/AB/8l0 13e blad.
Aldus gewezen door de 5de kamer van het Arbeidshof te Brussel en ondertekend door
Xx. X. XXXXX: Raadsheer,
X. XXXXXXXXX: Raadsheer
werkgever,
in Sociale Zaken aIs
J.P. XXX XXXXXXXXXX: Raadsheer in Sociale Zaken aIs werknemer-arbeider,
En bijgestaan door
D. XX XXXXX: Xxxxxxxx,
H.
D. DE RAE.~I
--
~.~
. XXX XXXXXXXXXX
De heer J.P. XXX XXXXXXXXXX,
zaken xXx werknemer-arbeider, aanwezig was en aan de deelgenomen, verkeert in de arrest te ondertekenen.
Raadsheer in sociale die bij de debatten beraadslaging heeft onmogelijkheid om het
Overeenkomstig art. 785 Ger. ondertekend door Xx X. XXXXX, VERMEULEN, Raadsheer in sociale
Wb. wordt het arrest Xxxxxxxxx en Mr H.
zaken aIs werkgever.
En uitgesproken op de openbare terechtzitting van de 5de kamer van het Arbeidshof te Brussel op 5 september 2011 door de xxxx X. XXXXX, Raadsheer, en bijgestaan door D. XX XXXXX, Griffier,
. RYCKX