Algemene voorwaarden
Algemene voorwaarden
februari 2019
Algemene Voorwaarden voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten en arbeidsbemiddeling van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) en Shift at Work b.v.
HOOFDSTUK 1
Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Uitzendonderneming: Shift at Work b.v. die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf aan een inlener uitzendkrachten ter beschikking stelt voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve en onder leiding en toezicht van deze inlener.
1.2 Uitzendkracht: iedere natuurlijke persoon die door tussenkomst van een uitzendonderneming werkzaamheden verricht of gaat verrichten ten behoeve en onder leiding en toezicht van een inlener.
1.3 Inlener: iedere natuurlijke of rechtspersoon die zich door tussenkomst van een uitzendonderneming voorziet van uitzendkrachten.
1.4 Inleenovereenkomst: de overeenkomst tussen een uitzendonderneming en een inlener waarin de speci- fieke voorwaarden worden opgenomen waaronder een uitzendkracht ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve en onder leiding en toezicht van een inlener.
1.5 Inlenerstarief: het bedrag per tijdseenheid dat de inlener aan de uitzendonderneming verschuldigd is voor de ter beschikking stelling van de uitzendkracht. Het omvat de kosten van de arbeid waaronder loonkosten, loonheffing en sociale premies, alsmede een marge voor de dienstverlening van de uitzendonderneming.
1.6 Uitzendovereenkomst: de arbeidsovereenkomst waarbij de uitzendkracht door de uitzendonderneming ter beschikking wordt gesteld aan een inlener om krachtens een door deze met de uitzendonder- neming gesloten inleenovereenkomst arbeid te verrichten onder leiding en toezicht van die inlener.
1.7 Arbeidsbemiddelingsonderneming: Shift at Work b.v. die ten behoeve van een werkgever, een werkzoekende, danwel beiden, behulpzaam is bij het zoeken van arbeidskrachten onderscheidenlijk arbeidsgelegenheid, waarbij de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht dan wel een aanstelling tot ambtenaar wordt beoogd.
1.8 Opdrachtgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die gebruik maakt van de diensten van een arbeidsbemiddelingsonderneming.
1.9 Arbeidsbemiddelingsovereenkomst: de overeenkomst tussen een arbeidsbemiddelings-onderneming en een opdrachtgever en/of een werkzoekende tot het verrichten van de onder lid 7 genoemde diensten.
1.10 NBBU-cao: de cao voor Uitzendkrachten die geldt voor ondernemingen die als lid zijn aangesloten bij de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU).
1.11 Waar in deze algemene voorwaarden gesproken wordt over uitzendkrachten, wordt bedoeld: mannelijke en vrouwelijke uitzendkrachten en waar gesproken wordt over hem en/of hij wordt bedoeld: hem/haar of hij/zij.
Artikel 2
Toepasselijkheid van deze voorwaarden
2.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding van de uitzendonderneming aan, en op iedere inleenovereenkomst tussen, de uitzendonderneming en een inlener waarop de uitzendonder- neming deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, alsmede op de daaruit voortvloeiende leveringen en diensten van welke aard dan ook tussen de uitzendonderneming en een inlener, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen nadrukkelijk schriftelijk is afgeweken
2.2 De inlener met wie eenmaal op deze voorwaarden is gecontracteerd, wordt geacht stilzwijgend met de toepasselijkheid daarvan op een later met de uitzendonderneming gesloten inleenovereenkomst in te stemmen.
2.3 Alle aanbiedingen, ongeacht de wijze waarop deze zijn gedaan, zijn vrijblijvend.
2.4 De uitzendonderneming is niet gebonden aan algemene voorwaarden van de inlener voor zover die afwijken van deze voorwaarden.
2.5 Deze algemene voorwaarden kunnen op enig moment worden gewijzigd dan wel worden aangevuld. De gewijzigde algemene voorwaarden gelden vervolgens ook ten aanzien van reeds gesloten inleenover- eenkomsten met inachtneming van een termijn van een maand na schriftelijke bekendmaking van de wijziging.
Artikel 3
Totstandkoming van de inleenovereenkomst
3.1 De inleenovereenkomst komt tot stand door schriftelijke aanvaarding van de inlener of doordat de uitzendonderneming feitelijk uitzendkrachten ter beschikking stelt aan de inlener.
3.2 De specifieke voorwaarden waaronder de uitzendkracht door de uitzendonderneming ter beschikking wordt gesteld aan de inlener zijn opgenomen in de inleenovereenkomst.
3.3 Een wijziging of aanvulling van de inleenovereenkomst wordt pas van kracht nadat deze door de uitzen- donderneming schriftelijk is bevestigd.
Artikel 4
Wijze van facturering
4.1 De facturen van de uitzendonderneming zijn, tenzij anders afgesproken, gebaseerd op de ingevulde en door de inlener voor akkoord bevonden tijdverantwoording, alsmede het inlenerstarief en eventueel bijkomende toeslagen en (on)kosten.
4.2 De inlener is verantwoordelijk voor de juiste tijdige en volledige invulling en accordering van de tijdsver- antwoording. De accordering vindt plaats via (digitale) ondertekening van de tijdverantwoording tenzij anders overeengekomen.
4.3 Bij verschil tussen de bij de uitzendonderneming ingeleverde tijdverantwoording en de door de inlener behouden gegevens daarvan, geldt de bij de uitzendonderneming ingeleverde tijdverantwoording als juist, tenzij de inlener het tegendeel aantoont.
4.4 Als de uitzendkracht de gegevens van de tijdverantwoording betwist, kan de uitzendonderneming het aantal gewerkte uren en overige kosten factureren volgens de opgave van de uitzendkracht, tenzij de inlener aantoont dat voornoemde tijdverantwoording correct is.
4.5 Als de inlener niet aan het gestelde in lid 2 van dit artikel voldoet kan de uitzendonderneming besluiten om de inlener te factureren op basis van de bij haar bekende feiten en omstandigheden. De uitzend- onderneming gaat hiertoe niet over zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met de inlener heeft plaatsgevonden.
4.6 Als de inlener, nadat de uitzendkracht is verschenen op de werkplek, minder dan drie uren gebruik maakt van diens arbeidsaanbod, is de inlener verplicht tot betaling van het inlenerstarief over ten minste drie uren per oproep als:
a. de overeengekomen omvang van de arbeid minder dan 15 uur per week bedraagt en de werktijden niet zijn vastgelegd; of
b. de inlener de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig heeft vastgelegd.
4.7 De inlener draagt er zorg voor dat de facturen van de uitzendonderneming zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen 30 dagen na factuurdatum zijn betaald.
4.8 De uitzendonderneming beschikt over een G-rekening. De inlener kan de uitzendonderneming verzoeken om een percentage van het te factureren bedrag op de betreffende G-rekening te storten. Alléén bij bereikte overeenstemming over de hoogte van het percentage, kan van voornoemde mogelijkheid gebruik worden gemaakt.
Artikel 5 Betalingsvoorwaarden
5.1 Uitsluitend rechtstreekse betalingen aan de uitzendonderneming werken voor de inlener bevrijdend.
5.2 Rechtstreekse betaling dan wel verstrekking van voorschotten door de inlener aan de uitzendkracht is niet toegestaan, ongeacht de reden waarom of de wijze waarop zulks geschiedt. Dergelijke betalingen en verstrekkingen regarderen de uitzendonderneming niet en leveren geen grond op voor enige schuld- aflossing of verrekening.
5.3 Als de inlener een factuur betwist, zal dit binnen 8 dagen na verzenddatum van de betreffende factuur schriftelijk door de inlener aan de uitzendonderneming kenbaar worden gemaakt, op straffe van verval van het recht op betwisting. Een betwisting van de factuur schort de betalingsverplichting van de inlener niet op.
5.4 Bij niet, niet tijdige of niet volledige betaling door de inlener van enig door hem verschuldigd bedrag, is hij met ingang van de vervaldatum van de betreffende factuur van rechtswege in verzuim. Vanaf dat moment is de inlener tevens een vertragingsrente van 1% per maand, een gedeelte van een maand voor een hele maand rekenende, over het factuurbedrag aan de uitzendonderneming verschuldigd.
5.5 Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, die de uitzendonderneming moet maken ten gevolge van het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door de inlener, zijn voor rekening van de inlener. De buitengerechtelijke incassokosten van de uitzend- onderneming, te berekenen over het te incasseren bedrag, worden met een minimum van € 500,00 vastgesteld op ten minste 15% van de hoofdsom.
Artikel 6 Ontbinding
6.1 Als een partij in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit de inleenovereenkomst te voldoen, is de andere partij – naast hetgeen in de inleenovereenkomst is bepaaldgerechtigd de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven buitengerechtelijk geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De ontbinding zal pas plaatsvinden nadat de in gebreke verkerende partij schriftelijk in gebreke is gesteld en hem een redelijke termijn is geboden om de tekortkoming te zuiveren, en nakoming is uitgebleven.
6.2 Voorts is de ene partij gerechtigd, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling zal zijn vereist, buiten rechte de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk te ontbinden als: a: de andere partij (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surseance van betaling wordt verleend; b: de andere partij zijn eigen faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard; c: de onderneming van de andere partij wordt geliquideerd; d: de andere partij zijn huidige onderneming staakt; e: buiten toedoen van de ene partij op een aanmerkelijk deel van het vermogen van de andere partij beslag wordt gelegd, dan wel indien de andere partij anderszins niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de inleenovereenkomst na te kunnen komen.
6.3 Als de inlener op het moment van de ontbinding reeds prestaties ter uitvoering van de inleenovereen- komst had ontvangen, kan hij de inleenovereenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door of namens de uitzendonderneming nog niet is uitgevoerd.
6.4 Bedragen die de uitzendonderneming vóór de ontbinding aan de inlener heeft gefactureerd in verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de inleenovereenkomst heeft gepresteerd, blijven onverminderd door inlener aan haar verschuldigd en worden op het moment van de ontbinding direct opeisbaar.
Artikel 7 Aansprakelijkheid
7.1 Behoudens bepalingen van dwingend recht, alsmede met inachtneming van de algemene normen van redelijk en billijkheid, is de uitzendonderneming niet gehouden tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect ontstaan aan de uitzendkracht, de inlener of aan zaken dan wel personen bij of van de inlener of een derde verband houdend met een inleenovereenkomst, waaronder mede te verstaan schade die is ontstaan als gevolg van: a: de terbeschikkingstelling van de uitzend- kracht door de uitzendonderneming aan de inlener ook wanneer mocht blijken dat die uitzendkracht niet blijkt te voldoen aan de door de inlener aan hem gestelde vereisten. b: eenzijdige opzegging van de uitzendovereenkomst door de uitzendkracht. c: toedoen of nalaten van de uitzendkracht, de inlener zelf of een derde, waaronder begrepen het aangaan van verbintenissen door de uitzendkracht. d: het zonder schriftelijke toestemming van de uitzendonderneming doorlenen door de inlener van de uitzendkracht.
7.2 Eventuele aansprakelijkheid van de uitzendonderneming voor enige directe schade is in ieder geval, per gebeurtenis, beperkt tot: a: het bedrag dat de verzekering van de uitzendonderneming uitkeert, dan wel b: indien de uitzendonderneming niet voor de betreffende schade is verzekerd of de verzekering niet (volledig) uitkeert, het door de uitzendonderneming gefactureerde bedrag. Is het bedrag dat in rekening is gebracht afhankelijk van een tijdsfactor, dan is de aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag dat door de uitzendonderneming in de maand voorafgaand aan de schademelding bij de inlener in rekening is gebracht. Bij gebreke van een voorafgaande maand, is beslissend wat de uitzendonder- neming in de maand waarin het schadeveroorzakende feit heeft plaats gevonden aan de inlener volgens de inleenovereenkomst in rekening zou brengen dan wel heeft gebracht.
7.3 Voor gevolgschade zoals gederfde winst en gemiste besparingen en voor indirecte schade is de uitzendonderneming nimmer aansprakelijk.
7.4 De inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende totaal dekkende aansprakelijkheidsverze- kering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in lid1 tot en met 3 van dit artikel.
7.5 In ieder geval dient de inlener de uitzendonderneming te vrijwaren tegen eventuele vorderingen van de uitzendkracht of derden, tot vergoeding van schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel, geleden door die uitzendkracht of derden.
7.6 De in leden 1 en 2 van dit artikel opgenomen beperkingen van aansprakelijkheid komen te vervallen, als er sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de uitzendonderneming en/of diens leiding- gevend personeel.
7.7 De uitzendonderneming heeft te allen tijde het recht, indien en voor zover mogelijk, eventuele schade van de inlener ongedaan te maken. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van de uitzendonder- neming maatregelen te treffen die eventuele schade kan voorkomen dan wel beperken.
Artikel 8 Geheimhouding
8.1 De uitzendonderneming en de inlener zullen geen vertrouwelijke informatie van of over de andere partij, diens activiteiten en relaties, die hun ter kennis is gekomen ingevolge een aanbieding of inleenovereen- komst, verstrekken aan derden. Dit tenzij, en alsdan voor zo ver, verstrekking van die informatie nodig is om de inleen overeenkomst naar behoren te kunnen uitvoeren of op hen een wettelijke plicht tot bekendmaking rust
8.2 Op verzoek van de inlener zal de uitzendonderneming de uitzendkracht verplichten tot geheimhouding omtrent al hetgeen hem bij het verrichten van de werkzaamheden bekend of gewaar wordt, tenzij op de uitleenkracht een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
8.3 Het staat de inlener vrij om de uitzendkracht rechtstreeks te verplichten tot geheimhouding. De inlener informeert de uitzendonderneming over zijn voornemen daartoe en verstrekt een afschrift van hetgeen daaromtrent is vastgelegd aan de uitzendonderneming.
8.4 De uitzendonderneming is niet aansprakelijk voor een boete, dwangsom of eventuele schade van de inlener als gevolg van schending van de geheimhoudingsplicht door de uitzendkracht.
Artikel 9
Toepasselijk recht en bevoegde rechter
9.1 Op deze algemene voorwaarden, opdrachten, inleenovereenkomsten en/of andere overeenkomsten is het Nederlands recht van toepassing
9.2 Alle geschillen die voortvloeien of samenhangen met een rechtsverhouding tussen partijen zullen in eerste aanleg uitsluitend worden berecht door de rechtbank binnen het arrondissement waarin de uitzendonderneming is gevestigd, tenzij de wet dwingend anders voorschrijft.
Artikel 10 Overmacht
10.1 In geval van overmacht van de uitzendonderneming zullen haar verplichtingen uit hoofde van de inleenovereenkomst worden opgeschort, zolang de overmachtstoestand voortduurt. Onder overmacht
wordt verstaan elke van de wil van de uitzendonderneming onafhankelijke omstandigheid, die de nakoming van de inleenovereenkomst blijvend of tijdelijk verhindert en welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico behoort te komen.
10.2 Zodra zich bij de uitzendonderneming een overmachtstoestand voordoet als in lid 1 van dit artikel bedoeld, zal zij daarvan mededeling doen aan de inlener.
10.3 Voor zover daaronder niet reeds begrepen, wordt onder overmacht tevens verstaan: werkstaking, bedrijfsbezetting, blokkades, embargo, overheidsmaatregelen, oorlog, revolutie en/of enig daaraan gelijk te stellen toestand, stroomstoringen, storingen in elektronische communicatielijnen, brand, ontploffing en andere calamiteiten, waterschade, overstroming, aardbeving en andere natuurrampen, alsmede omvangrijke ziekte van epidemiologische aard van personeel.
10.4 Zolang de overmachtstoestand voortduurt, zullen de verplichtingen van de uitzendonderneming zijn opgeschort. Deze opschorting zal echter niet gelden voor verplichtingen waarop de overmacht geen betrekking heeft en reeds voor het intreden van de overmachtstoestand zijn ontstaan.
10.5 Als de overmachtstoestand drie maanden heeft geduurd, of zodra vaststaat dat de overmachtstoe- stand langer dan drie maanden zal duren, is ieder der partijen gerechtigd de inleenovereenkomst tussentijds te beëindigen zonder inachtneming van enige opzegtermijn. De inlener is ook na zodanige beëindiging van de inleenovereenkomst gehouden de door hem aan de uitzendonderneming verschul- digde vergoedingen, welke betrekking hebben op de periode vóór de overmachtstoestand, aan de uitzendonderneming te betalen.
10.6 De uitzendonderneming is tijdens de overmachtstoestand niet gehouden tot vergoeding van enigerlei schade van of bij de inlener, noch is zij daartoe gehouden na beëindiging van de inleenovereenkomst als in lid 5 van dit artikel bedoeld.
Artikel 11 Slotbepalingen
11.1 Als enige bepaling uit deze voorwaarden nietig is, of wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze voorwaarden volledig van kracht blijven en zullen partijen in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige of vernietigde bepaling in acht zullen worden genomen.
11.2 De uitzendonderneming is gerechtigd om haar rechten en verplichtingen uit hoofde van een inleenover- eenkomst over te dragen aan een derde, Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is het de inlener niet toegestaan om zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de inleenovereenkomst over te dragen aan een derde.
HOOFDSTUK 2
Voorwaarden voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten
Artikel 12
Het inlenen van uitzendkrachten
12.1 De uitzendovereenkomst wordt aangegaan tussen de uitzendkracht en de uitzendonderneming. Op de uitzendovereenkomst is de NBBU-cao voor Uitzendkrachten van toepassing. Tussen de inlener en de uitzendkracht bestaat er geen arbeidsovereenkomst.
12.2 Bij het ter beschikking stellen van de uitzendkracht door de uitzendonderneming aan de inlener, werkt de uitzendkracht feitelijk onder leiding en toezicht van de inlener. De inlener neemt daarbij dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers. De uitzendonderneming heeft als formele werkgever geen zicht op de werkplek en de te verrichten werkzaamheden, op basis waarvan de inlener dient zorg te dragen voor een veilige werkomgeving, alsmede de leiding heeft en toezicht uitoefent over de uitzendkracht.
12.3 De inlener zal zonder schriftelijke toestemming van de uitzendonderneming, de door hem ingeleende uitzendkracht niet op zijn beurt weer doorlenen aan een derde om onder diens leiding en toezicht te werken. Een overtreding van onderhavig lid leidt ertoe dat de uitzendonderneming gerechtigd is om de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht en/of de inleenovereenkomst per direct te beëindigen, alsmede alle hieruit voortvloeiende cq verband houdende schade aan de inlener in rekening te brengen. De inlener stelt de uitzendonderneming alsdan volledig schadeloos.
Artikel 13
Inhoud en duur van de inleenovereenkomst en de terbeschikkingstelling(en).
13.1 In de inleenovereenkomst worden de specifieke voorwaarden waaronder de uitzendkracht aan de inlener ter beschikking wordt gesteld opgenomen zoals: begin- en einddatum van de terbeschik- kingstelling, aantal werkuren, opzegtermijn en arbeidsvoorwaarden. De inleenovereenkomst kan niet worden beëindigd zolang er uitzendkrachten aan de inlener ter beschikking worden gesteld.
13.2 De inlener zal de uitzendonderneming informeren omtrent de beoogde duur van de terbeschikking- stelling, op basis waarvan de uitzendonderneming de aard en de duur van de uitzendovereenkomst met de uitzendkracht kan bepalen.
13.3 Als de uitzendovereenkomst voorziet in het uitzendbeding, dan hoeven de uitzendonderneming, uitzendkracht en/of de inlener geen opzegtermijn in acht te nemen als zij de terbeschikkingstelling tussentijds wensen te beëindigen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
13.4 Als de uitzendovereenkomst niet voorziet in het uitzendbeding, dan is er sprake van een uitzend- overeenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd. In dit geval kan de inlener de terbeschikkingstelling uitsluitend tussentijds eindigen onder de voorwaarde dat de met de terbeschikkingstelling verband houdende betalingsverplichtingen voortduren tot het verstrijken van de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling. De uitzendonderneming is alsdan gerechtigd om het inlenerstarief tot de overeen gekomen duur van de terbeschikkingstelling aan de inlener in rekening te (blijven) brengen overeenkomstig het gebruikelijke c.q. het te verwachten arbeidspatroon van de uitzendkracht, tenzij de uitzendonderneming en de inlener hieromtrent schriftelijk andersluidende afspraken hebben gemaakt.
13.5 Als de inlener de terbeschikkingstelling wenst te beëindigen terwijl er niets is overeengekomen omtrent de duur van de terbeschikkingstelling en de uitzendkracht op basis van een uitzendovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd werkzaam is, geldt er een opzegtermijn van één maand.
13.6 Indien de reden van de beëindiging is gelegen in een geschil met de uitzendkracht dan wel een conflictsituatie, dan dient de inlener de uitzendonderneming daar tijdig van op de hoogte te stellen. De uitzendonderneming zal alsdan onderzoeken of het geschil, dan wel de conflictsituatie kan worden opgelost.
Artikel 14
Het inlenerstarief (uur) beloning en overige vergoedingen
14.1 De inlener is voor de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht het inlenerstarief aan de uitzendonder- neming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt.
14.2 Het inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de uitzendkracht verschuldigde loon. Het loon en de vergoedingen van de uitzendkracht worden vooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan het loon en vergoedingen die worden toegekend aan vergelijkbare werknemers, werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies, in dienst van de inlener (het zogenaamde loonverhoudingsvoorschrift).
14.3 Onder het loonverhoudingsvoorschrift vallen de volgende componenten: A: uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal; B: de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan, zulks ter keuze van de uitzendonderneming, gecompenseerd worden in tijd en/of geld. C: toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid) waaronder feestdagen Toeslag) en ploegendienst. D: initiële loonstijging E: onbelaste kostenvergoedingen, reiskosten, pensionkosten, en andere kosten noodza- kelijk wegens de uitoefening van de functie; F: periodieken. Voor uitzendkrachten werkzaam in de bouwsector gelden afwijkende voorwaarden.
14.4 Tariefwijzigingen ten gevolge van cao-verplichtingen en wijzigingen in of ten gevolge van wet- en regel- geving, worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan de inlener doorberekend en zien dienovereenkomstig door de inlener verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van de inleenovereenkomst.
Artikel 15 Informatieverplichting inlener
15.1 De inlener informeert de uitzendonderneming tijdig, juist en volledig inzake de looncomponenten van het loonverhoudingsvoorschrift, zodat de uitzendonderneming het loon van de uitzendkracht kan vaststellen.
15.2 Indien het loon en overige vergoedingen van de uitzendkracht niet kunnen worden vastgesteld volgens het loonverhoudingsvoorschrift worden deze vastgesteld aan de hand van gesprekken die door de uitzendonderneming worden gevoerd met de inlener en de uitzendkracht. Bij het vaststellen van het loon geldt als leidraad het opleidingsniveau en de ervaring van de uitzendkracht en de benodigde capaciteiten die de invulling van de functie met zich mee brengt.
15.3 De uitzendonderneming is gerechtigd om het inlenerstarief met terugwerkende kracht te corrigeren en aan de inlener in rekening te brengen, indien blijkt dat (een van) de componenten als bedoeld in artikel 14 lid 3 onjuist zijn vastgesteld.
Artikel 16
De civiele ketenaansprakelijkheid voor loon
16.1 Naast de uitzendonderneming is de inlener hoofdelijk aansprakelijk jegens de uitzendkracht voor de voldoening van het aan de uitzendkracht verschuldigde loon, tenzij de inlener zich inzake de eventuele onderbetaling als niet verwijtbaar kwalificeert.
16.2 De inlener dient ten behoeve van het aantonen van zijn niet-verwijtbaarheid in ieder geval de uitzendonderneming tijdig, juist en volledig te informeren inzake de looncomponenten van het loonver- houdingsvoorschrift conform artikel 15 lid 1.
16.3 De uitzendonderneming is jegens de inlener gehouden om de uitzendkracht te belonen conform de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de NBBU-cao voor uitzendkrachten.
16.4 Indien de inlener zich nader wenst te laten informeren over de arbeidsvoorwaarden van de uitzend- kracht in het kader van de wet ketenaansprakelijkheid voor loon, treedt hij hierover in overleg met de uitzendonderneming.
16.5 De inlener onthoudt zich van het opvragen van de gegevens die geen betrekking hebben op of in verband staan tot het loon van de uitzendkracht. De uitzendonderneming behoudt zich het recht voor geanonimiseerde informatie aan de inlener te verstrekken. Ten aanzien van de verkregen informatie met betrekking tot de uitzendkracht is de inlener verplicht tot geheimhouding
Artikel 17
Aangaan (rechtstreekse) arbeidsverhouding door inlener met de uitzendkracht.
17.1 Als de inlener met een door hem door de uitzendonderneming ter beschikking gestelde of te stellen uitzendkracht rechtstreeks een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding wil aangaan, stelt hij de uitzendonderneming daarvan onverwijld in kennis. Partijen treden vervolgens in overleg om de wens van de inlener te bespreken. Als uitgangspunt geldt dat de inlener aan de uitzendonderneming een redelijke vergoeding is verschuldigd, voor de door de uitzendonderneming verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, werving en/of opleiding van de uitzend- kracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9a lid 2 Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs.
17.2 Onder andersoortige arbeidsverhouding als bedoeld in dit artikel wordt onder meer verstaan: a: het aanstellen als ambtenaar b: de overeenkomst van opdracht c: aanneming van werk d: het ter beschikking laten stellen van de uitzendkracht aan de inlener door een derde (bijvoorbeeld een andere uitzendonderneming) voor hetzelfde of ander werk.
17.3 De inlener gaat niet rechtstreeks een arbeidsovereenkomst met de uitzendkracht aan, als de uitzend- kracht de uitzendovereenkomst met de uitzendonderneming niet rechtsgeldig heeft beëindigd.
17.4 Het is de inlener verboden om uitzendkrachten ertoe te bewegen om een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding met een andere onderneming aan te gaan, met de bedoeling de uitzendkrachten middels deze andere onderneming in te lenen.
Artikel 18
Selectie van uitzendkrachten
18.1 De uitzendkracht wordt door de uitzendonderneming gekozen enerzijds aan de hand van zijn hoedanig- heden en kundigheden en anderzijds aan de hand van de door de inlener aangedragen functievereisten.
18.2 Niet functierelevante vereisten die bovendien (kunnen) leiden tot (in)directe discriminatie, onder meer verband houdende met ras, godsdienst, geslacht en/of handicap, kunnen niet door de inlener worden gesteld. In ieder geval zullen deze eisen door de uitzendonderneming niet worden gehonoreerd, tenzij ze worden gesteld in het kader van een doelgroepenbeleid dat wettelijk is toegestaan, om gelijke arbeidsparticipatie te bevorderen.
18.3 De inlener heeft het recht om, als een uitzendkracht niet voldoet aan de door de inlener gestelde functie- vereisten, dit binnen 4 uur na aanvang van de werkzaamheden aan de uitzendonderneming kenbaar te maken. In dat geval is de inlener gehouden de uitzendonderneming minimaal te betalen het aan de uitzendkracht verschuldigde loon, vermeerderd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing en uit de NBBU-cao voortvloeiende verplichtingen.
18.4 Gedurende de looptijd van de inleenovereenkomst is de uitzendonderneming gerechtigd om een voorstel te doen tot vervanging van de uitzendkracht bijvoorbeeld indien de uitzendkracht niet langer in staat is de arbeid te verrichten, dan wel in verband met een door te voeren reorganisatie of herplaatsings- verplichting. Het inlenerstarief zal dan opnieuw worden vastgesteld.
Artikel 19
Zorgverplichting inlener en vrijwaring jegens de uitzendonderneming
19.1 De inlener is ervan op de hoogte dat hij volgens artikel 7: 658 BW en de geldende ARBO-wetgeving de verplichting heeft om te zorgen voor een veilige werkplek van de uitzendkracht. De inlener verstrekt de uitzendkracht concrete aanwijzingen om te voorkomen dat de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Tevens verstrekt de inlener de uitzendkracht persoonlijke beschermings- middelen voor zover noodzakelijk. Indien de benodigdheden door de uitzendonderneming worden verzorgd is de uitzendonderneming gerechtigd de kosten die daarmee samenhangen bij de inlener in rekening te brengen.
19.2 Voordat de terbeschikkingstelling een aanvang neemt, verstrekt de inlener aan de uitzendkracht en uitzendonderneming de noodzakelijke informatie over de verlangde beroepskwalificatie van de uitzend- kracht, alsmede de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E), bevattende de specifieke kenmerken van de in te nemen arbeidsplaats. De uitzendkracht dient voldoende gelegenheid te krijgen om van de inhoud kennis te nemen, alvorens de werkzaamheden aanvang kunnen vinden.
19.3 De inlener is tegenover de uitzendkracht en uitzendonderneming aansprakelijk voor en dientengevolge gehouden tot vergoeding van de schade die de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.
19.4 Als de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden zodanig letsel heeft bekomen dat daarvan de dood het gevolg is, is de inlener overeenkomstig artikel 6:108 BW jegens de in dat artikel bedoelde personen en jegens de uitzendonderneming gehouden tot vergoeding van de schade aan de bedoelde personen, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roeke- loosheid van de uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.
19.5 De inlener vrijwaart de uitzendonderneming volledig tegen aanspraken, jegens de uitzendonderneming ingesteld wegens het niet nakomen door de inlener van de in dit artikel genoemde verplichtingen en zal de hiermee verband houdende kosten rechtsbijstand volledig aan de uitzendonderneming vergoeden. De inlener verleent de uitzendonderneming de bevoegdheid haar aanspraken bedoeld in onderhavig artikel aan de direct belanghebbende(n) te cederen.
19.6 De inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende totaaldekkende aansprakelijkheidsverze- kering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in dit artikel.
Artikel 20
Identificatie en persoonsgegevens
20.1 De inlener stelt bij aanvang van de terbeschikkingstelling van een uitzendkracht diens identiteit vast aan de hand van het originele identiteitsdocument. De inlener richt zijn administratie zodanig in dat de identiteit van de uitzendkracht kan worden aangetoond.
20.2 De uitzendonderneming en de inlener behandelen alle persoonsgegevens van uitzendkrachten die hen in het kader van de terbeschikkingstelling zijn verstrekt vertrouwelijk en verwerken deze in overeen- stemming met de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en overige relevant privacywetgeving.
20.3 Afhankelijk van de verantwoordelijkheden en werkwijze maken partijen afspraken conform de AVG en aanverwante privacywetgeving inzake onder andere datalekken, rechten van betrokkenen en bewaartermijnen. Wanneer er sprake is van een gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid maken uitzendonderneming en inlener nadere afspraken over onder andere de uitoefening van de rechten van betrokkenen en de informatieplicht. Deze afspraken worden vastgelegd in een onderlinge regeling.
20.4 De inlener is er voor verantwoordelijk dat hij alleen persoonsgegevens aan de uitzendonderneming verstrekt of bij haar opvraagt, indien en voor zover de inlener op grond van de AVG gerechtigd is deze te verstrekken of op te vragen.
20.5 De inlener vrijwaart de uitzendonderneming tegen alle aanspraken van kandidaten, medewerkers, werknemers van de inlener of overige derden jegens de uitzendonderneming, in verband met een overtreding door de inlener van de AVG en overige privacywetgeving en vergoedt de daarmee samen- hangende kosten die door de uitzendonderneming zijn gemaakt.
Artikel 21
Auto van de zaak en bedrijfssluiting
21.1 Als de inlener voornemens is de uitzendkracht een auto ter beschikking te stellen, deelt de inlener dit onverwijld mede aan de uitzendonderneming. Uitsluitend in overleg met de uitzendonderneming komt de inlener met de uitzendkracht overeen dat de auto privé gereden mag worden, zodat de uitzend- onderneming hiermee rekening kan houden in de loonheffing. Als de inlener dit nalaat is hij gehouden de daaruit voortvloeiende schade, kosten en (fiscale) gevolgen te vergoeden die de uitzendonderneming lijdt.
21.2 Als er gedurende de terbeschikkingstelling een bedrijfssluiting of verplichte vrije dag plaatsvindt, infor- meert de inlener de uitzendonderneming hieromtrent bij het aangaan van de inleenovereenkomst, zodat de uitzendonderneming hiermee rekening kan houden bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden. Als de inlener dit nalaat is hij gedurende de bedrijfssluiting of verplichte vrije dag, aan de uitzendonder- neming verschuldigd het aantal uren zoals overeengekomen in de inleenovereenkomst, vermenigvuldigd met het laatst geldende inlenerstarief.