SOCIAAL PLAN
SOCIAAL PLAN
SLUITING
DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. 2015
0
INHOUDSOPGAVE | ||
Pag. | ||
DEFINITIES | 3 | |
1. ALGEMEEN | 5 | |
2. PROCEDURE | 7 | |
3. HERPLAATSING | 8 | |
4. BEËINDIGING ARBEIDSOVEREENKOMST | 9 | |
5. OVERIGE BEPALINGEN | 11 | |
6. BEGELEIDINGSCOMMISSIE | 14 | |
7. HARDSHIPCOMMISSIE | 15 | |
8. ONDERTEKENING | 16 |
Sociaal Plan Sluiting DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. 2015
1
Ondergetekenden,
DSM Pharma Chemicals Venlo B.V., gevestigd te Venlo, en
FNV BONDGENOTEN, gevestigd te Utrecht, CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht, Vakbond De UNIE, gevestigd te Culemborg,
verklaren hierbij het volgende Sociaal Plan voor de Medewerkers van DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. te hebben afgesloten.
DEFINITIES
In deze regeling wordt verstaan onder:
Werkgever: DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. gevestigd in Venlo
Medewerker1: De Medewerker die op 30 november 2014 een arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde tijd heeft met Werkgever
CAO: De vigerende Collectieve Arbeidsovereenkomst van DSM NL Services B.V. alsmede de overgangscao DPP
Bruto jaarsalaris Bruto jaarsalaris zoals gedefinieerd in artikel 2h CAO Bruto Jaarinkomen bruto jaarinkomen zoals gedefinieerd in artikel 2i CAO
Xxxxx Xxxxxxxxxxxx: 1/12 deel van het bruto jaarinkomen zoals gedefinieerd in artikel 2i CAO verhoogd met de persoonlijke toeslag, zoals geldend op 31 maart 2014 en sedertdien geïndexeerd met de algemene aanpassingen van het salaris.
Persoonlijke toeslag de op 31 maart 2014 voor de Medewerker geldende persoonlijke toe-
slag(en) alsmede het werkgeversdeel premiespaarregeling, zoals vermeld op de salarisspecificatie maart 2014.
De salarisspecificatie is geborgd in het personeelsdossier van de betref- fende Medewerker. Eventuele wijzigingen in de arbeidsduur leiden tot evenredige toepassing voor de hoogte van de persoonlijke toeslag.
Boventalligheidsdatum: De datum waarop de boventalligheid feitelijk ingaat, zoals schriftelijk
bevestigd door Werkgever. Voor de Medewerker als bedoeld in paragraaf
4.1.3 van dit Sociaal Plan, valt de Boventalligheidsdatum samen met de Einddatum.
Einddatum: De datum waarop de arbeidsovereenkomst met de Werkgever eindigt. Leeftijd: De leeftijd op 1 juli van het jaar waarin de Einddatum is gelegen. Deze de-
finitie is alleen van toepassing op hoofdstuk 4 van dit Sociaal Plan.
Dienstjaren: Het aantal jaren dat de Medewerker gerekend vanaf de datum bovental-
ligheid onafgebroken bij Werkgever alsmede diens rechtsvoorgangers werkzaam is geweest, waaronder begrepen de periode die aantoonbaar voorafgaand aan het dienstverband als uitzendkracht bij Werkgever is door gebracht. Voor het vaststellen van het aantal dienstjaren wordt minder dan zes (6) maanden naar beneden afgerond en zes (6) volle maanden of meer naar boven afgerond.
1 Met “Medewerker” wordt zowel de mannelijke als de vrouwelijke Medewerker bedoeld.
Deze definitie is alleen van toepassing op hoofdstuk 4 van dit Sociaal Plan.
DPC DSM Pharmaceutical Chemicals Venlo B.V.
Uitkering Ineens de uitkering als bedoeld in paragraaf 4.1.2. van dit Sociaal Plan
1. ALGEMEEN
1.1 Werkingsduur
Dit Sociaal Plan treedt in werking op 30 november 2014 en eindigt van rechtswege op 1 juli 2016 of bij definitieve sluiting van de site, welke van de 2 data later is, met dien verstande dat de op die laatste da- tum lopende toezeggingen en verplichtingen worden nagekomen.
1.2 Werkingssfeer
Dit Sociaal Plan is uitsluitend bestemd voor en van toepassing op Medewerkers die op 30 november 2014 een dienstverband voor onbepaalde tijd hebben en van wie de arbeidsplaats als gevolg van de sluiting van de Venlo site van de Werkgever komt te vervallen, één en ander zoals schriftelijk bevestigd door Werkge- ver. Door de Ondernemingsraad DPC is hierover advies uitgebracht.
In tegenstelling tot het bovenstaande is dit Sociaal Plan niet van toepassing op:
1. de Medewerker met wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd om een andere reden dan de sluiting, zoals bijvoorbeeld:
• (dis)functioneren;
• arbeidsongeschiktheid; of
• een dringende reden.
2. Medewerkers met een contract voor bepaalde tijd, uitzend- en inleenkrachten.
1.3 Uitgangspunten / Organisatie
Bij elke bedrijfseconomische wijziging met personele consequenties geldt in ieder geval het volgende:
• Lijnmanagement is verantwoordelijk voor het aanzeggen van de boventalligheid en alle hier- mee samenhangende verplichtingen;
• Een Begeleidingscommissie wordt ingesteld om voortgang en zorgvuldigheid te toetsen. De sa- menstelling en taken van deze commissie zijn opgenomen in hoofdstuk 6.
• Een Hardshipcommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van partijen betrokken bij dit Soci- aal Plan, treedt in overleg over toepassing van de hardheidsclausule (zie hardheidsbepalingen zoals opgenomen in hoofdstuk 7).
1.4 Algemene verplichtingen Medewerker
De Medewerker op wie dit Sociaal Plan van toepassing is, verplicht zich om de Werkgever alle ter zake doende inlichtingen te verstrekken, die voor de juiste toepassing van dit Sociaal Plan noodzakelijk zijn. Het opzettelijk niet verstrekken van inlichtingen, het geven van onjuiste of onvolledige inlichtingen of het niet doorgeven van belangrijke wijzigingen tijdens de duur van het Sociaal Plan kan gehele of gedeel- telijke uitsluiting van dit Sociaal Plan tot gevolg hebben en kan leiden tot terugvordering van de inmid- dels betaalbaar gestelde bedragen.
Indien door de Werkgever overwogen wordt een Medewerker geheel of gedeeltelijk uit te sluiten van dit Sociaal Plan respectievelijk te ontslaan vanwege het niet nakomen van zijn verplichting, zal in ieder geval vooraf overleg plaatsvinden in de Hardshipcommissie.
Een unanieme uitspraak van de Hardshipcommissie wordt door de Werkgever opgevolgd.
1.5 Voortgangsrapportage
De Werkgever zal de Ondernemingsraad en de Begeleidingscommissie, evenals de vakorganisaties perio- diek informeren over de gemaakte afspraken evenals over de voortgang daarvan.
1.6 Overleg
Partijen verklaren zich bereid over de toepassing van het Sociaal Plan, evenals over die gevallen, waarin dit plan niet voorziet, zo nodig overleg te plegen.
2. PROCEDURE
2.1 Boventalligheid
Per de datum waarop de functie van de Medewerker vervalt, zoals schriftelijk bevestigd door Werkgever, is sprake van boventalligheid.
2.2 Aanzegging boventalligheid
Een Medewerker wordt in een persoonlijk gesprek geïnformeerd dat hij boventallig wordt en dat dit Soci- aal Plan op hem van toepassing is.
De datum waarop de Medewerker boventallig wordt, zal daarbij worden aangegeven. Indien de Bovental- ligheidsdatum nog niet exact kan worden bepaald, zal worden aangegeven bij welke gebeurtenis en/of in welke fase de Medewerker boventallig wordt (bijv. einde productie, einde spoelwerkzaamheden etc.); in deze gevallen wordt in een vervolggesprek de definitieve Boventalligheidsdatum aan de Medewerker meegedeeld; dit vervolggesprek vindt plaats uiterlijk drie (3) maanden vóór de ingang van de boventallig- heid.
De Medewerker ontvangt binnen één (1) week nadat de datum van de boventalligheid is meegedeeld, een schriftelijke bevestiging van de aanzegging van de boventalligheid en toepasselijkheid van het Sociaal Plan.
Uiterlijk drie (3) maanden nadat de Boventalligheidsdatum aan de Medewerker is meegedeeld, dient de Medewerker kenbaar te maken of hij in aanmerking wenst te komen voor het traject begeleiding en be- middeling zoals beschreven in paragraaf 3.1 van dit Sociaal Plan.
Indien de Medewerker kiest voor begeleiding en bemiddeling zal de Werkgever een derde partij hiervoor aanstellen.
Bij een niet (tijdige) keuze door Medewerker voor het traject begeleiding en bemiddeling komt dit recht te vervallen zonder dat Medewerker aanspraak maakt op enige compensatie.
De Medewerker zal in kennis worden gesteld van de procedures, voorzieningen en andere relevante in- formatie.
3. HERPLAATSING
3.1 Begeleiding en bemiddeling
Begeleiding en bemiddeling naar een nieuwe externe functie buiten DPC vindt plaats door middel van outplacementbegeleiding. Op basis van een intake gesprek zal een actieplan per individu worden opge- steld, waarin voor zover nodig afspraken worden vastgelegd ten aanzien van om-, her- of bijscholing.
De duur van de begeleiding en bemiddeling is maximaal twaalf (12) maanden. Deze periode neemt een aanvang drie (3) maanden vóór de datum waarop de boventalligheid ingaat en eindigt uiterlijk twaalf (12) maanden na aanvang. Begeleiding en bemiddeling duurt tot maximaal 1 juli 2016. Medewerker is niet ge- rechtigd tot enige compensatie indien de totale duur van het traject niet wordt volbracht.
Voor de Medewerker die voor 1 april 2015 boventallig wordt, vangt de herplaatsingsperiode op 1 januari 2015 aan zodat de begeleiding en bemiddeling voortduurt tot uiterlijk 1 januari 2016.
De Einddatum wordt bepaald ongeacht de aanvang en/of de (daadwerkelijke) duur van de herplaatsings- periode.
4. BEËINDIGING ARBEIDSOVEREENKOMST
4.1.1. Opzegtermijn en non-activiteitsperiode
De Einddatum wordt bepaald met inachtneming van de (fictieve) opzegtermijn voor de Werkgever con- form artikel 6 lid 1 van de CAO; voor de Medewerker waarvoor op grond van de CAO een kortere opzeg- termijn geldt, zal eveneens een (fictieve) opzegtermijn van drie (3) maanden worden toegepast. Gedu- rende de fictieve opzegtermijn zal de Medewerker zijn werkzaamheden als gewoonlijk blijven verrichten.
Op de Boventalligheidsdatum vangt een non-activiteitsperiode aan die drie (3) maanden duurt. Geduren- de de non-activiteitsperiode wordt de Medewerker vrijgesteld van werk. Tijdens de periode van non- activiteit wordt de bestaande arbeidsovereenkomst gecontinueerd, met dien verstande dat de in de peri- ode van non-activiteit opgebouwde vakantie-uren gedurende deze periode geacht worden te zijn opge- nomen en de Regeling Woon-Werkverkeer gedurende deze periode niet van toepassing is.
4.1.2. Uitkering Ineens bij einde dienstbetrekking.
De boventallige Medewerker heeft aanspraak op een Uitkering Ineens bij het einde van zijn dienstbetrek- king.
Deze Uitkering Ineens bedraagt de som van het aantal gewogen dienstjaren zoals hieronder weergegeven, vermenigvuldigd met 100% van het bruto Maandinkomen en correctiefactor 1,2.
• 1 voor alle dienstjaren tot de Leeftijd van 40,
• 1,5 voor de dienstjaren tussen de Leeftijd van 40 en 49
• 2 voor de dienstjaren vanaf de Leeftijd van 50.
In geval de boventallige of de nog boventallig te verklaren Medewerker de arbeidsovereenkomst beëindigt voor de Einddatum, zijn de bepalingen van dit Sociaal Plan van toepassing, met inbegrip van de Uitkering Ineens. Het Maandinkomen over het alsdan nog niet verstreken deel van de fictieve opzegtermijn en de periode van non-activiteit uitgedrukt in volledige maanden wordt tezamen met de Uitkering Ineens uitbe- taald bij het einde van de dienstbetrekking. Het ontslag op eigen verzoek zal door de Medewerker schrif- telijk worden bevestigd.
4.1.3. Medewerkers van 60 jaar of ouder
Voor Medewerkers die op de Boventalligheidsdatum de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, zal de Uitke- ring Ineens nimmer meer bedragen dan de verwachte inkomstenderving tot aan de voor Medewerker gel- dende leeftijd waarop het recht op een uitkering op grond van de AOW ingaat op basis van het Regeerak- koord "Bruggen slaan" van 29 oktober 2012, zoals uitgewerkt in het Wetsvoorstel versnelde verhoging AOW-leeftijd (34 083).
De eventueel gemaximeerde Uitkering Ineens wordt verhoogd met (i) drie (3) Bruto Maandinkomens zodat geen recht bestaat op een periode van non-activiteit en (ii) een eenmalig bedrag gelijk aan 16,5% van het pensioengevende jaarinkomen van de Medewerker berekend over de resterende periode tot aan de voor Medewerker geldende leeftijd waarop het recht op een uitkering op grond van de AOW ingaat op basis van het Regeerakkoord "Bruggen slaan" van 29 oktober 2012, zoals uitgewerkt in het Wetsvoorstel ver- snelde verhoging AOW-leeftijd (34 083).
Bij de berekening van de verwachte inkomstenderving zoals hiervoor beschreven wordt rekening gehou- den met het Bruto Maandinkomen zoals dat op de Boventalligheidsdatum van de Medewerker gold en de rechten uit hoofde van de uitkering waarop de Medewerker op grond van de Werkloosheidswet aanspraak kan maken. Deze aanspraak wordt eenmalig berekend op de Boventalligheidsdatum en vervolgens in min- dering gebracht op de Uitkering Ineens.
4.2 Wijze beëindiging arbeidsovereenkomst
Werkgever zal een beëindigingovereenkomst / vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 BW sluiten met de Medewerker, conform het door de Werkgever gehanteerde model.
Conform paragraaf 4.1.1 van dit Sociaal Plan, zal de Einddatum met inachtneming van de (fictieve) op- zegtermijn voor de werkgever worden bepaald. Mocht dat niet lukken en de Medewerker ontvangt als ge- volg daarvan over de zogenoemde fictieve opzegtermijn geen WW-uitkering, dan komt dat voor rekening en risico van de Werkgever. In die situatie zal de Werkgever over de vorenbedoelde periode dat geen WW-uitkering wordt ontvangen een vergoeding verstrekken ter hoogte van de WW-uitkering. Het voor- gaande vindt echter geen toepassing als het niet ontvangen van de WW-uitkering te wijten is aan onvol- doende inspanningen van de zijde van de Medewerker om deze te verkrijgen.
Evenmin zal de Werkgever de Medewerker als bedoeld in paragraaf 4.1.3 van dit Sociaal Plan compense- ren indien hij niet aansluitend aan de Einddatum recht heeft op een WW-uitkering.
4.3 Terugkeer in Sociaal Plan
Voor de Medewerker die binnen de voor hem geldende begeleidings- en bemiddelingsperiode een arbeids- overeenkomst bij een nieuwe Werkgever aanvaardt en binnen deze periode bij de nieuwe werkgever naar het oordeel van de werkgever buiten zijn schuld wordt ontslagen, herleeft zijn aanspraak op bemiddeling voor de resterende duur van de bemiddelingsperiode tot maximaal zes (6) maanden. Er ontstaat geen nieuw dienstverband. Er ontstaan eveneens geen nieuwe financiële aanspraken.
5. OVERIGE BEPALINGEN
5.1 Pensioenrechten
Indien de dienstbetrekking van Medewerker met Werkgever eindigt vóór de gebruikelijke pensioneringsda- tum, eindigt de deelneming aan de pensioenregeling van Werkgever en ontvangt de Medewerker een premievrije aanspraak op ouderdoms- en nabestaandenpensioen op basis van het toepasselijke pensioen- reglement voor zolang en voor zover toegestaan onder toepasselijke (fiscale) wet- en regelgeving.
Met inachtneming van de op dat gebied geldende bepalingen kunnen deze pensioenaanspraken worden afgekocht en vervolgens ingekocht in de pensioenregeling van de nieuwe Werkgever.
De extra voorwaardelijke pensioenaanspraken - die bij voortzetting van de dienstbetrekking bij Werkge- ver in verband met het vervallen van de prepensioneringsregeling met ingang van 2006 op grond van arti- kel 36, lid 6 van het pensioenreglement zouden zijn toegekend aan degenen geboren na 1949 - worden onvoorwaardelijk toegekend aan de Medewerker. In afwijking van het gestelde in bedoelde reglementbe- paling worden deze aanspraken in hun geheel toegekend op de datum van beëindiging van de PDN- deelname.
5.2 Sollicitatieverlof- en reiskosten
De Werkgever zal medewerking verlenen aan vrijstelling ten behoeve van sollicitatiebezoeken en psycho- logisch en medisch onderzoek ten behoeve van indiensttreding elders.
Reis- en verblijfkosten ten behoeve van de bezoeken zullen worden vergoed op basis van bij de Werkge- ver geldende vergoedingsregels indien deze niet door de andere (potentiële) Werkgever worden vergoed.
5.3 Om- her- en bijscholing en studiekosten
• In aanvulling op het traject begeleiding en bemiddeling zoals beschreven in paragraaf 3.1 van dit So- ciaal Plan, zal de Werkgever binnen redelijke grenzen de werkelijke kosten voor Medewerkers tot en met de 59-jarige leeftijd, voor om- en bijscholing vergoeden, tot een maximum van € 4.000,- ex BTW. Daarbij moet het gaan om bijscholing voor het verwerven van een arbeidsmarktpositie en dient de op- leiding de kans op succesvolle bemiddeling naar een externe functie te vergroten. Een positief advies van de outplacement organisatie van Werkgever dient hieraan ten grondslag te liggen. De Werkgever zal een positief advies van de outplacement organisatie volgen.
Indien op een verzoek negatief wordt geadviseerd kan de Medewerker dit advies ter toetsing voorleg- gen aan de Begeleidingscommissie.
• Xxxxx toegezegde vergoedingen van kosten van lopende studies / opleidingen voorafgaand aan de bo-
ventalligheid worden nog gedurende één (1) jaar na de Boventalligheidsdatum vergoed.
• Voor zover de Medewerker bij einde dienstverband tot terugbetaling verplicht is, vervalt deze ver- plichting.
• De vergoeding wordt beëindigd wanneer de Medewerker de studie voortijdig beëindigt of indien hij bij de nieuwe Werkgever een studiekostenvergoeding ontvangt.
5.4 Vakantierechten
Vanaf de Boventalligheidsdatum worden de op te bouwen vakantierechten geacht in de periode van non- activiteit te zijn genoten. Eerder opgebouwde vakantierechten tot aan de Boventalligheidsdatum en/of aanvang van de periode van non-activiteit zullen bij de eindafrekening volgend op de Einddatum worden afgerekend. Ter voorkoming van twijfel: Voor de Medewerkers als bedoeld in paragraaf 4.1.3 van dit So- ciaal Plan, zullen de opgebouwde vakantierechten tot het einde van het dienstverband bij de eindafreke- ning volgend op de Einddatum worden afgerekend.
5.5 Bedrijfsmiddelen
Door Werkgever ter beschikking gestelde bedrijfsmiddelen worden op de Boventalligheidsdatum ingele- verd.
5.6 Zorgverzekering
Ingeval van uitdiensttreding bij Werkgever wordt de deelname aan de collectieve verzekering beëindigd.
5.7 Overheidsvoorzieningen
De Medewerker die een beroep doet op de bepalingen van het Sociaal Plan zal zijn medewerking verlenen aan het aanvragen van overheidsvoorzieningen, uit hoofde waarvan in dat kader eventueel een uitkering resp. tegemoetkoming kan worden verkregen. Indien een Medewerker zijn rechten op overheidsvoorzie- ningen door eigen toedoen of door nalatigheid geheel of gedeeltelijk verliest, zal de Werkgever deze ver- loren rechten niet compenseren. Werkgever zal bij de uitvoering van het Sociaal Plan rekening houden met c.q. een beroep doen op de van overheidswege of anderszins gegeven mogelijkheden ter verlichting van de kosten daarvan voor Werkgever(bijvoorbeeld subsidies voor scholing en dergelijke), waarbij de Medewerker zich verplicht hieraan zijn medewerking te verlenen.
5.8 Financieel advies en/of juridische bijstand
Bij het omzetten van een daarvoor in aanmerking komende uitkering, kan de Medewerker zich financieel laten adviseren door een externe instantie. De daadwerkelijk gemaakte kosten worden tegen overlegging van betalingsbewijzen, tot een maximum van € 500,- inclusief kantoorkosten en inclusief BTW aan de Me- dewerker vergoed.
In geval van ontbinding of opzegging van de arbeidsovereenkomst kan de Medewerker zich juridisch laten adviseren op kosten van de Werkgever waarbij de daadwerkelijk gemaakte kosten tegen overlegging van betalingsbewijzen tot een maximum van € 500,- inclusief kantoorkosten en inclusief BTW aan de Mede- werker worden vergoed.
5.9 Jubileumuitkering
Boventallige Medewerkers die binnen een periode van achttien (18) maanden na de Einddatum in aan- merking zouden zijn gekomen voor een uitkering wegens 25- 40- of 50-jarig dienstjubileum, ontvangen deze uitkering bij de beëindiging van het dienstverband onder toepassing van de wettelijke inhoudingen.
5.10 Optieregeling
De, in de tussen partijen afgesloten “Overgangs-CAO”, overeengekomen compensatie voor het vervallen van de Optieregeling te hoogte van € 2.000,- (bij een voltijds dienstverband) wordt ook toegekend aan de Medewerker van wie het dienstverband eindigt met toepassing van het onderhavige Sociaal Plan, vóór 1 mei 2015. Uitbetaling van het toekomend bedrag vindt plaats met de afrekening over mei 2015.
5.11 Fiscale consequenties
Alle bedragen/vergoedingen genoemd in dit Sociaal Plan zijn bruto tenzij anders vermeld.
5.12 Hardheidsclausule
In die gevallen waarin de toepassing van het Sociaal Plan leidt tot individueel onbillijke situaties, kan de betrokken Medewerker de Begeleidingscommissie (zie hoofdstuk 6) schriftelijk verzoeken de toepassing van het Sociaal Plan te toetsen aan de redelijkheid en billijkheid.
Het bezwaar van een Medewerker bij de Begeleidingscommissie heeft als regel geen schorsende werking.
6. BEGELEIDINGSCOMMISSIE
6.1 Begeleidingscommissie
De Begeleidingscommissie heeft tot taak Werkgever schriftelijk te adviseren in het kader van de toepas- sing van het Sociaal Plan. De Begeleidingscommissie ziet er voorts op toe dat het Sociaal Plan in individu- ele gevallen juist wordt toegepast. De Begeleidingscommissie kan zowel intern als extern advies inwin- nen.
6.2 Samenstelling
De Begeleidingscommissie bestaat uit twee door Werkgever aangewezen leden, zijnde de voorzitter en de secretaris en twee uit- en door of namens de Vakorganisaties aangewezen leden.
6.3 Taak
De taak van de Begeleidingscommissie bestaat naast het adviseren van Medewerkers die onder deze wer- kingssfeer vallen, globaal uit de volgende onderdelen:
a. Het toetsen of het in het Sociaal Plan gestelde door Werkgever wordt nageleefd;
b. Het op schriftelijk verzoek van Xxxxxxxxxx uitbrengen van schriftelijk advies met betrekking tot de toepassing van het Sociaal Plan in individuele gevallen;
c. Het al dan niet op verzoek van de Medewerker advies aan de Werkgever uitbrengen in die geval- len waarin deze regeling niet voorziet of tot een ongewenste situatie zal leiden;
d. Het op verzoek van de Medewerker doorverwijzen van een kwestie naar de Hardshipcommissie.
6.4 Werkwijze
a. Een Medewerker die valt onder de werkingssfeer van het Sociaal Plan kan zich tot de Begelei- dingscommissie wenden.
b. De Medewerker kan zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon.
c. De Begeleidingscommissie heeft een geheimhoudingsplicht ten aanzien van alle aangelegenheden en gegevens die haar uit dien hoofde ter kennis komen.
7. HARDSHIPCOMMISSIE
Werkgever zal regelmatig overleg voeren met de bestuurders van de vakorganisaties. In dit overleg zal de voortgang ten aanzien van de toepassing van het Sociaal Plan worden besproken.
Indien zich omstandigheden voordoen, waarbij toepassing van dit Sociaal Plan tot een individueel onbillij- ke situatie of tot ongewenste gevolgen leidt, kan de Werkgever van de bepalingen in dit Sociaal Plan af- wijken.
Bovenstaande situaties kunnen zowel door of namens Werkgever, de Begeleidingscommissie of de vakor- ganisaties aan de orde worden gesteld in de zogenaamde “Hardshipcommissie” bestaande uit evenveel vakbondsbestuurders als werkgeversvertegenwoordigers.
Een unaniem advies van de Hardshipcommissie wordt door de Werkgever opgevolgd.
8. ONDERTEKENING
Dit Sociaal Plan is overeengekomen en getekend op [datum van ondertekening] 2014 te Venlo
DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. namens deze:
A.G. Brouwer Site director
FNV Bondgenoten CNV Vakmensen
namens deze: namens deze:
X.X.X. xxx Xxxx X.X.X. Smeets
Vakbondsbestuurder Vakbondsbestuurder
De Unie Namens deze
P.P.E.P.C. Meerts Vakbondsbestuurder